Educatieve map
Sarah Kumar
Colofon ‘Ik word Zwarte Piet’ Sarah Kumar eerste druk: oktober 2010 ISBN: 9789059326989 Tekeningen: Emilie Timmermans Vormgeving: Klaas Demeulemeester Samen met deze map heeft u een kopieerlicentie aangekocht. Hoewel deze map auteursrechtelijk beschermd is, mag je voor je leerjaar (voor één klas) een kopie maken voor elke leerling. © Abimo Uitgeverij Europark Zuid 9 9100 Sint-Niklaas T: 03 760 31 00 F: 03 760 31 08 E:
[email protected] W: www.abimo.net
Verdeling in Nederland Uitgeverij Schoolsupport E:
[email protected] W: www.schoolsuppport.nl
Educatieve map ik word
Zwarte Piet Sarah Kumar
4
Inhoudstafel Wegwijs 1. Inleiding........................................................... 5 2. Hoe te gebruiken?............................................. 5 Didactische Ankers 1. Voorlezen en aftellen......................................... 6 Het prentenboek en de Kamishibai................... 6 Lezen, voorlezen en navertellen..................... 6 Kringgesprek................................................. 6 Introductie van activiteiten............................ 6 Ontwikkelingsdoelen.................................... 6 De aftelkalender................................................ 7 Samen aftellen............................................... 7 Tijd en tijdsbeleving...................................... 7 Ontwikkelen van basisbegrippen................... 7 Kalenderactiviteiten....................................... 7 Ontwikkelingsdoelen.................................... 8 2. Materiaalkaarten............................................... 9 Ontwikkelen van symboolbewustzijn................ 9 Stap voor stap.................................................... 9 Ontwikkelingsdoelen........................................ 9 3. Zelfreflectie..................................................... 10 Ontwikkelingsdoelen...................................... 10 4. Taalverrijking.................................................. 11 5. Klasinrichting................................................. 12 Boekenhoek.................................................... 12 Poppenkast...................................................... 12 Kamishibai...................................................... 12 De aftelkalender 1. Voorlezen en aftellen....................................... 13 2. Hard papier, wat is dat?................................... 14 3. Wat zie je?....................................................... 15 4. Nog 10 nachtjes slapen................................... 16 5. Een aftelkalender maken................................. 17 6. Betrokkenheid van thuis................................. 18 De Brief van Max 1. Voorlezen en Aftellen...................................... 19 2. Dagindeling.................................................... 20 3. Het Pakjespakkenspel...................................... 21 4. Een brief schrijven.......................................... 22 Ik word Zwarte Piet! 1. Voorlezen en aftellen....................................... 24 2. Waarom is Lena boos?..................................... 25 3. Pietenruzies, een poppenspel........................... 26
De koffer van Max 1. Voorlezen en aftellen....................................... 28 2. Koffers pakken................................................ 29 Heimwee? Nee! 1. Voorlezen en aftellen....................................... 30 2. Uit logeren...................................................... 31 3. Ik reken op jou............................................... 32 Welke Piet word ik? 1. Voorlezen en aftellen....................................... 33 2. Welke Piet word jij?........................................ 34 3. Memory.......................................................... 35 4. Wie heeft wat?................................................ 36 5. Aan het werk als …......................................... 37 Zwarte Piet proeven 1. Voorlezen en aftellen........................................... 39 2. Zwarte Piet proeven............................................ 40 Zwarte Piet Max 1. Voorlezen en aftellen....................................... 41 2. Op onderzoek................................................. 42 3. Zwarte Max.................................................... 43 Lena moet huilen 1. Voorlezen en aftellen....................................... 44 2. Blij of verdrietig.............................................. 45 Max neemt afscheid 1. Voorlezen en aftellen....................................... 47 2. Mijn schoen.................................................... 48 3. De laatste voorbereidingen.............................. 49 Max ontmoet Sinterklaas 1. Voorlezen en aftellen....................................... 50 2. Een tekening voor Sinterklaas......................... 51 3. De Sint op bezoek.......................................... 51 Bijlagen
5
Wegwijs 1. Inleiding Ik word Zwarte Piet! Een verhaal over dromen, een uitdaging aangaan, plannen, durven, bang zijn en beslissingen nemen. Door de belevingswereld van de kleuter een plek te geven in de klas en de vaardigheden van de kleuters in verschillende activiteiten verder uit te bouwen, ontstaat een sterke leeromgeving. De intrinsieke motivatie van de kleuter vormt hierbij het uitgangspunt! Binnen de activiteiten en het verhaal worden diverse leergebieden uitgewerkt waarbij actief leren centraal staat. Dit thema is geschikt voor kleuters vanaf de 2e en 3e kleuterklas of groep 1 en 2.
2. Hoe te gebruiken? ‘Max, kun jij wat Zwarte Pieten kunnen?’, vraagt Lena. ‘Ja, ik kan wat Zwarte Pieten kunnen.’ ‘Laat maar eens zien! Hier, trek aan.’ ‘Ik draag geen maillot. Ik ben geen meisje!’ ‘Zeurpiet! Alle Zwarte Pieten dragen maillots.’ Tegen zijn zin trekt Max de maillot aan. ‘De eerste proef: breng de zak met speelgoed naar boven.’ Voorzichtig gaat Max de trap op. De zak is zwaar, maar Max geeft niet op! ‘Gelukt!’ Hij lijkt echt op Zwarte Piet, denkt Lena.
‘Tweede proef, loop over de rand van dit muurtje’, beveelt Lena. ‘Waar is dat goed voor?’, pruttelt Max tegen. ‘Een echte Piet klimt toch ook over daken, of niet soms?’ Max klimt op het muurtje. Hij zet een stap, en dan nog één, en nog één. Zonder te vallen! Max rent naar binnen. Lena kijkt hem met grote ogen na. ‘Blijf toch hier bij ons,’ fluistert ze, ‘ik zal je nooit meer plagen. Je mag op mijn kamer spelen en je krijgt mijn stickerverzameling.’
Je vertelt elke dag twee pagina’s uit Ik word Zwarte Piet. Dit kan zowel via het voorleesboekje als via de vertelkast of Kamishibai. Afhankelijk van praktische klas- en leerling-gebonden omstandigheden kun je één of meerdere activiteiten per dag uitvoeren. Je kunt er ook voor kiezen om een activiteit over meerdere dagen te spreiden. Aan de aftelkalender zijn geen data gekoppeld. Op die manier kun je creatief omgaan met weekends en het schoolbezoek van Sinterklaas.
Het vertrekpunt van elke dag is de aftelkalender.
6
Didactische Ankers 1. Voorlezen en aftellen Het prentenboek en de Kamishibai Lezen, voorlezen en navertellen
Zowel het prentenboek als de Kamishibai vormen een visuele ondersteuning bij het lezen, voorlezen en navertellen voor en door de kleuters. Aan de hand van het prentenboek kunnen de kleuters op hun eigen tempo het verhaal herlezen. De vertelplaten van de Kamishibai kunnen klassikaal of in groepjes gebruikt worden om het verhaal of een deel ervan aan elkaar te vertellen. Op die manier werk je gericht aan de ontwikkeling van het taal- en denkvermogen van de kleuters.
Kringgesprek
De Kamishibai en het verhaal van Max krijgen een vaste plek in de klas, bijvoorbeeld in de luister- of vertelhoek. Vertrekkend vanuit een kringgesprek wordt het verhaal verteld en worden activiteiten geïntroduceerd. Kringgesprekken bevorderen niet alleen het wij-gevoel, ze bieden tevens tal van oefenkansen voor communicatieve, sociale en taalvaardigheden. Tijdens het kringgesprek maak je er kleuters attent op dat ze niet door elkaar mogen praten. Dit kun je bijvoorbeeld doen door de introductie van de Zwarte Piet muts. Deze geeft aan welke kleuter mag praten. Verrijk het kringgesprek door het stellen van open vragen. Per hoofdstuk vind je een aantal suggesties onder de titel Voorlezen en Aftellen.
Introductie van activiteiten
Het verhaal vormt de aanzet naar de activiteiten van die dag. De bespreking tijdens het kringgesprek prikkelt met andere woorden reeds de interesse van de kleuters.
Ontwikkelingsdoelen
De kleuters kunnen Muzische vorming - Drama 3.1 eigen belevenissen, ervaringen, gedachten, gevoelens, handelingen verwoorden. 3.5 genieten van een gevarieerd aanbod van hedendaagse en klassieke kleuterliteratuur, en voor hen bestemde culturele activiteiten. Nederlands – Luisteren 1.5 een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. Nederlands – Spreken 2.10 zich inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en vanuit eigen verbeelding/beleving hierop inspelen. Nederlands – lezen 3.1 aan de hand van visueel materiaal een boodschap herscheppen.
De aftelkalender
... 4 ,3,2 ,1
Samen aftellen
10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1! Samen met de kleuters tel je af. Hoeveel nachtjes moeten ze nog slapen voordat Sinterklaas komt? Hoeveel dagen duurt het nog voordat Max een echte Piet zal worden? De aftelkalender vormt de rode draad door het verhaal, het is elke dag opnieuw het startpunt. De aftelkalender is dan ook zichtbaar aanwezig in de klas.
Tijd en tijdsbeleving
De kleuters worden zich tijdens deze activiteit bewust van begin en einde. Tijdstippen komen geïntegreerd aan bod dankzij de aftelkalender. Je situeert bij aanvang van het thema de aftelkalender op de jaarkalender in de klas. Je wijst de kleuters op data, maandovergang, de komst van Sinterklaas …
Ontwikkelen van basisbegrippen
De aftelkalender geeft aan de kleuters een nieuwe dimensie van tijd. Begrippen als gisteren, 5 dagen geleden, over 3 dagen, morgen, over 10 dagen worden niet alleen aangereikt, maar ook ervaren door de kleuters. Door hier op een speelse en functionele manier mee om te gaan, leren de kleuters getallen herkennen en gebruiken.
Kalenderactiviteiten
De aftelkalender kun je op verschillende manieren gebruiken. Afhankelijk van de tijd en de ingesteldheid van de kleuters kun je opteren voor één van onderstaande activiteiten. Je gebruikt ze als opening van de dag in de kring, de snoezelhoek of een ander plekje in de klas voor Max. • Wanneer de kleuters hun eigen aftelkalender hebben gemaakt, laat je ze vertellen over hun kalender thuis. Wat vonden mama of papa ervan? Hebben ze al gekleurd? Heeft de kalender een mooi plekje gekregen? … • Hoeveel nachtjes moeten we nog slapen voordat Sinterklaas komt? Je telt samen met de kleuters af. • Oei, het raam heeft opengestaan. De kaartjes van de aftelkalender zijn door elkaar gevlogen. De kleuters hangen de getallen en kaartjes weer in de juiste volgorde. • Je bespreekt de tekening van de dag. Wat zien de kleuters? Wat zou er volgens hen vandaag met Max gebeuren? De ervaring van de kleuters primeert! • Je laat de kleuters aan de hand van de kalendertekeningen het verhaal van Max opnieuw vertellen. • De prenten liggen door elkaar. Je vertelt een passage uit het verhaal en een kleuter wijst de juiste prent aan. • De kleuters vertellen bij een willekeurige plaat de juiste passage. Je noteert de zinnen en leest deze nadien voor. Op deze manier ontstaat het inzicht dat het geschreven woord de tijd overbrugt.
7
8
Ontwikkelingsdoelen
Afhankelijk van de gekozen kalenderactiviteit, komen één of meerdere ontwikkelingsdoelen aan bod. De kleuters kunnen Muzische vorming – beeld 1.1 visuele waarneming en beeldend geheugen versterken en vergroten door beeldelementen te herkennen. Muzische vorming – drama 3.1 eigen belevenissen, ervaringen, gedachten, gevoelens, handelingen verwoorden. Muzische vorming – Media 5.3 de volgorde van een reeks van voorwerpen, prenten, beelden, klanken en geluiden vaststellen, veranderen, schikken, herschikken en er een nieuw verhaal rond vertellen. Nederlands – Spreken 2.1 een voor hen bestemde mededeling en/of een verhaal zo (her)formuleren, dat de inhoud ervan herkenbaar overkomt. Nederlands – Taalbeschouwing 5.2 beseffen dat boodschappen visueel kunnen worden bewaard en daardoor opnieuw kunnen worden opgeroepen. 5.4 beseffen dat bepaalde symbolen (pictogrammen, lettertekens, …) dienen om boodschappen over te dragen. Wereldoriëntatie – Tijd 5.1 begrijpen dat ‘gisteren’ voorbij is en dat ‘morgen’ nog moet komen. 5.3 tonen tijdsbesef aan de hand van het functioneel gebruik van verschillende soorten kalenders. Wiskundige initiatie – getallen 1.3 een rangorde (tot vijf) aanduiden en verwoorden (ordinaal tellen) als begin en richting zijn afgesproken. 1.4 in concrete situaties rekenhandelingen uitvoeren met betrekking tot aantal en hoeveelheid. Zij kunnen deze handelingen verwoorden door de gepaste begrippen te hanteren (evenveel maken, bijdoen, wegdoen, samentellen, vermeerderen, verminderen, verdelen) Wiskundige initiatie – meten 2.9 aan de hand van een kalender de dagen aftellen tussen het nu en een speciale gebeurtenis waarvan de dag is aangegeven binnen de periode van een week.
9
2. Materiaalkaarten
Ontwikkelen van symboolbewustzijn
De materiaalkaarten informeren de kleuters hoe ze een opdracht goed kunnen uitvoeren. Waar mogelijk is het te gebruiken materiaal aangegeven. De kleuters ontdekken dat een tekening symbool staat voor een voorwerp of een handeling. Bij sommige opdrachten is het echter aan jou, als leerkracht, om te bepalen met welk materiaal de kleuters aan de slag gaan.
Stap voor stap
De materiaalkaarten kunnen ingezet worden om de verschillende stappen binnen één opdracht aan te duiden. De kleuters krijgen de kans om hun eigen grenzen te verleggen, om initiatief te nemen en zelfstandig aan het werk te gaan. Ze worden begeleid bij het ontwikkelen van hun zelfredzaamheid. In de bijlage vind je een overzicht van de verschillende pictogrammen. Deze kun je uitknippen en op een passend moment inzetten.
Ontwikkelingsdoelen De kleuters kunnen Zelfconcept en het sociaal functioneren 3.11 materiaal op de geëigende manier gebruiken. Wereldoriëntaties – Technologie 2.4 een eenvoudige constructie maken met geschikte materialen, hechtingswijzen en gereedschap. Nederlands – Spreken 2.4 uitleggen hoe zij in een activiteit van plan zijn te werken of hoe zij werkten. Nederlands – Lezen 3.2 door symbolen voorgestelde boodschappen in verband met concrete opdrachten begrijpen. Nederlands – Taalbeschouwing 5.4 beseffen dat bepaalde symbolen (pictogrammen, lettertekens …) dienen om boodschappen over te dragen.
10
3. Zelfreflectie
Op het einde van elke opdracht stellen de kleuters zichzelf twee vragen: ‘Vond ik het leuk?’ en ‘Heb ik mijn best gedaan?’ Bij deze zelfreflectie is zowel aandacht voor het welbevinden als het al dan niet goed uitvoeren van de opdracht. Op die manier leren kleuters naar zichzelf kijken en hun eigen handelen en voelen inschatten. Deze zelfreflectie staat met andere woorden los van jouw bevindingen als leerkracht. Het kan wel een manier zijn om het welbevinden en het goed uitvoeren van een opdracht bespreekbaar te maken. In bijlage vind je de zelfreflectiekaartjes terug.
Ontwikkelingsdoelen
De kleuters kunnen Nederlands – Schrijven 4.2 met hulp van volwassenen, eigen boodschappen door middel van symbolen vastleggen en herkenbaar maken. Wereldoriëntatie – Mens 3.1 bij zichzelf onderkennen wanneer ze bang, blij, boos of verdrietig zijn en kunnen dit op een eenvoudige wijze uitdrukken.
11
4. Taalverrijking Met dit thema worden een aantal begrippen intensief verkend. Hieronder staat een minimumlijst van begrippen die de kleuters zich tijdens verschillende activiteiten eigen zullen maken. Het is dan ook belangrijk dat je deze woorden met regelmaat aanbiedt aan de kleuters. Het spreekt vanzelf dat deze lijst kan aangevuld worden.
DOMEIN
BASISBEGRIPPEN De voorlaatste / de een na laatste – tweede laatste / tweede na laatste
Ruimte, plaats en richting
Links – rechts Eronder – erboven Ervoor – erna
Rekenhandelingen
Erbij – eraf Eenmaal – tweemaal Meer – minder Meer dan – minder dan
Hoeveelheidsbegrippen
Eerste – laatste Bijna Telrij: 0 – 10 Hoeveelheden: 1 – 5 Nu – dan – straks – eerst – daarna Vooraf – achteraf Begin – einde
Tijd
Binnenkort Dagen van de week (herkennen en/of opzeggen) Vandaag Gisteren – morgen Eergisteren – overmorgen Bang – boos Verdrietig – blij Gelukkig – ongelukkig
Gevoelens
Kwaad
Schuld(ig) Jaloers Trots
12
5. Klasinrichting Boekenhoek
Maak in de boekenhoek ruimte voor Sinterklaas en Zwarte Piet. Het voorleesboekje Ik word Zwarte Piet ligt binnen handbereik. Op die manier kunnen de kleuters het verhaal op een rustig moment nog eens lezen. Maar ook andere Sint- en Pietboeken horen hier thuis, Sinterklaasliedjes, versjes … Ik word Zwarte Piet gaat over meer dan de komst van Sinterklaas. Ook boekjes in verband met verhuizen, afscheid nemen en het gezin kunnen een plek krijgen binnen dit thema.
Poppenkast
Je kunt de poppenkast inrichten met poppen die Lena, Max en mama voorstellen. Ook al komt papa in het verhaal niet aan bod, laat het niet na om ook hem erbij te leggen. De kleuters zullen zelf wel bepalen welke plek hij in het gezin krijgt. Uiteraard is er in de poppenkast ook plaats voor Sinterklaas en zijn Pieten. Geef de kleuters regelmatig de kans om hun verhaal te herspelen of hun eigen verhaal te vertellen.
Kamishibai
De vertelkast verdwijnt na het vertelmoment niet in een hoekje. De prent van de dag of de prent die het best aansluit bij de activiteit krijgt een zichtbare plek in de klas. De kleuters zullen er spontaan of in het kader van een activiteit naar kijken, erover vertellen, beelden gebruiken om een opdracht goed uit te voeren …
13
De aftelkalender Max, Lena en mama maken een aftelkalender. Zo weten Max en Lena wanneer Sinterklaas komt.
Max zoekt stevig papier, Mama legt een schaar, stiften en lijm klaar.
‘Telkens wanneer ik ‘s morgens opsta, mag ik één tekening kleuren. Nog tien keer slapen en dan komt Sinterklaas! Joepie!’, roept Max.
1. Voorlezen en aftellen Taalactiviteit
Ontwikkelingsdoelen
Zie Didactische Ankers Wereldoriëntatie – Tijd De kleuters kunnen 5.6 in de tijd vooruitzien door minstens twee activiteiten na elkaar te plannen.
Materiaal en voorbereiding
• De aftelkalender • Het voorleesboekje • Kamishibai: Max maakt een aftelkalender
Werkwijze
• Je leest voor. Je vertelt de kleuters over de aftelkalender die Max met zijn zus Lena en mama heeft gemaakt. Je legt bij het vertellen en tijdens de nabespreking de nadruk op het stap voor stap uitvoeren van een opdracht. • Stap voor stap: • Je geeft de kleuters een korte opdracht waarin ze verschillende handelingen moeten uitvoeren. Bijvoorbeeld: ga je handen wassen. • Je bespreekt de verschillende handelingen voordat ze de opdracht uitvoeren. Dit kan speels door één van de kleuters te laten beginnen met het afdrogen en dan pas het wassen van zijn handen. • De nadruk ligt op het verwerven van inzicht in de opeenvolging van handelingen bij het uitvoeren van een opdracht.
14
2. Hard papier, wat is dat? Ervaringsactiviteit
Ontwikkelingsdoelen
De kleuters kunnen Muzische vorming – beeld 1.2 materiaalgevoeligheid ontwikkelen door exploreren en experimenteren. Wiskundige initiatie – Meten 2.1 handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken. 2.3 dingen rangschikken volgens de toenemende of afnemende mate van een welbepaald kwalitatief kenmerk.
Materiaal en voorbereiding
• Keukenpapier, crêpe papier, karton, gewoon papier, bakpapier, inpakpapier …
Werkwijze
• De kleuters (eventueel geblinddoekt) voelen aan de verschillende soorten papier. Ze gaan op zoek naar het zachtste en het hardste papier. • De kleuters leggen het papier van zacht naar hard. Ze scheuren en knippen. Welk papier is moeilijk om te knippen? • Welk papier zou Max gebruiken om zijn kalender te maken?
Variatie/ Gradatie
• Deze activiteit kun je zowel klassikaal als in groepjes van max. 4 kleuters organiseren.
15
3. Wat zie je? Taalactiviteit
Ontwikkelingsdoelen
De kleuters kunnen Muzische vorming – Beeld 1.1 visuele waarneming en beeldend geheugen versterken en vergroten door beeldelementen te herkennen. Muzische vorming – Media 5.3 de volgorde van een reeks voorwerpen, prenten, beelden, klanken en geluiden vaststellen, veranderen, schikken, herschikken en er een nieuw verhaal rond vertellen. Nederlands – Spreken 2.2 kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen.
Materiaal en voorbereiding
• Bijlage 1: de kalendertekeningen illustreren het verhaal van Max en maken onderdeel uit van de aftelkalender. • Je kopieert en knipt de kalendertekeningen (1 bundel per kleuter) • Je hangt de kalendertekeningen (in de juiste volgorde) op in de klas.
Werkwijze
• De kalendertekeningen vormen de rode draad doorheen het voorleesboekje. Elke tekening sluit aan bij één van de hoofdstukjes. • Je kijkt samen met de kleuters naar de tekeningen. De kleuters verkennen de tekeningen. Ze beschrijven wie en wat ze zien. Ze krijgen ruimte om hun eigen ervaringen, plannen en voorbereidingen voor Sinterklaas te verwoorden. Op die manier maken ze hun eigen verhaal. • Je luistert aandachtig naar het verhaal van de kleuters, de kans is groot dat je een rijke invalshoek krijgt aangereikt voor de komende afteldagen!
16
4. Nog 10 nachtjes slapen Rekenactiviteit
Ontwikkelingsdoelen
De kleuters kunnen Wereldoriëntatie – Tijd 5.1 begrijpen dat ‘gisteren’ voorbij is en dat ‘morgen’ nog moet komen. Wiskundige initiatie – getallen 1.2 met aanwijzing vijf dingen correct tellen en daarna zeggen hoeveel dingen er geteld zijn (resultatief ). 1.3 een rangorde (tot vijf ) aanduiden en verwoorden (ordinaal tellen) als begin en richting zijn afgesproken. 1.4 in concrete situaties rekenhandelingen uitvoeren met betrekking tot aantal en hoeveelheid. Zij kunnen deze handelingen verwoorden door de gepaste begrippen te hanteren (evenveel maken, bijdoen, wegdoen, samentellen, vermeerderen, verminderen, verdelen)
Materiaal en voorbereiding
• Bijlage 2: getalkaartjes van 1 tot 10 • Je kopieert de getalkaartjes (één bundeltje per kleuter) • Materiaalkaarten: kleurpotloden
Werkwijze
• Je hangt de getallen op bord. • Je telt samen met de kleuters hoeveel nachtjes Max nog moet slapen voordat Sinterklaas komt. Je leest samen de getallen van 1 tot 10 en terug. • Je deelt de getallen uit. De kleuters gaan in de juiste volgorde staan. • De kleuters leggen hun getallen individueel in de juiste volgorde, van 1 tot 10 en daarna van 10 tot 1.
Variatie/gradatie
• De activiteit wordt uitgevoerd in groepjes van max. 4 kleuters. Hou rekening met de klasdiversiteit en stel de groepen heterogeen samen. Op die manier creëer je een sterk leerklimaat waarin de kleuters elkaar helpen bij het spel. • Je kunt de getallen door de kleuters zelf laten schrijven.
17
5. Een aftelkalender maken Muzische activiteit
Ontwikkelingsdoelen
De kleuters kunnen Muzische vorming – Beeld 1.4 verschillende beeldende, technische middelen aanwenden en samen gebruiken om tot beeldend werk te komen. Nederlands – Spreken 2.4 kunnen uitleggen hoe zij in een activiteit van plan zijn te werken of hoe zij werkten. Wereldoriëntatie – Tijd 5.4 kunnen een eenvoudig visueel voorgesteld plan zelfstandig uitvoeren.
Materiaal en voorbereiding • • • •
Bijlage 1: kalenderkaartjes (cf. Wat zie je?) Bijlage 2: getalkaartjes (cf. Nog 10 nachtjes slapen) Bijlage 3: sjabloon Kalender (voor elk kleuter gekopieerd) Materiaalkaarten: lijm en kleurpotloden
Werkwijze
• De kleuters plakken de getallen in de juiste volgorde op de daarvoor voorziene plaats op de kalender (van 10 naar 1!!!) • De kleuters plakken de tekeningen in de juiste volgorde. • Hoeveel nachtjes moeten de kleuters nog slapen voordat de Sint komt? De kleuters kleuren de 10e tekening (Max met de aftelkalender).
Variatie/gradatie
• Door kleine aanpassingen in de klas kun je spelen met de niveauverschillen tussen de leerlingen. Je laat deze differentiatie het beste ook in je klasorganisatie tot uiting komen. • Voor kleuters die moeilijk kunnen structureren en organiseren, is de kamishibai met de verschillende stappen een uitgelezen instrument om op terug te vallen. • Voor kleuters die nog moeilijk getallen van elkaar kunnen onderscheiden en ordenen, is de aftelkalender in de klas een grote hulp. • Voor kleuters die klaar zijn voor een nieuwe uitdaging, hoef je uiteraard geen van beide te gebruiken. Je laat hen aan de slag gaan en stuurt bij waar nodig.
18
6. Betrokkenheid van thuis Werkwijze
• De kleuters nemen de aftelkalender mee naar huis. Op die manier kunnen ze thuis ook over Max vertellen. • Dit zijn uiteraard geen verplichte ‘thuisactiviteiten’, je spoort als leerkracht enkel de kleuters aan om ook thuis hun kleurwerkje af te maken en over Max te vertellen. • Het is aan te raden om samen met de aftelkalender de brief van Max (Bijlage 10) mee te geven.
19
De Brief van Max Pagina 3 en 4 in het voorleesboekje Max schikt zijn beren van groot naar klein om zich heen. ‘Kijk, dit is een brief voor Sinterklaas. En weet je wat ik wil?’ De beren kijken hem vragend aan. ‘Ik wil Zwarte Piet worden. Nog negen keer slapen en dan word ik Zwarte Piet Max!’
‘Dit is mijn naam: MAX. Ik heb hem zelf geschreven.’
‘Hier ben ik de trainer. Ik leer de Pieten voetballen!’ ‘Dit ben ik. Ik zit met Sinterklaas aan tafel.’
‘Hier schrob ik de rug van Sinterklaas. Kijk, Sinterklaas heeft ook een gaatje in zijn buik.’
‘En zij leren mij het pakjespakkenspel.’
1. Voorlezen en Aftellen Taal- en rekenactiviteit
Materiaal en voorbereiding • Het voorleesboekje • Kamishibai: de brief van Max • De aftelkalender
Werkwijze
• Het vertrekpunt is de aftelkalender. Onder de rubriek Didactische Ankers vind je verschillende activiteiten die je met de kalender kunt doen. • Je vraagt de kleuters om dicht bij elkaar te gaan zitten. Je gaat hen immers vertellen over het geheime plan van Max. Je toont de brief van Max in de vertelkast. De kleuters vertellen wat ze zien op de vertelplaat. Stel gericht vragen: - Waar is Max? - Wat doet Max samen met de Pieten? - Zie je letters op de tekening? Begeleidende vragen bij een verdere nabespreking kunnen zijn: • Vind je het een goed idee dat Max Zwarte Piet wil worden? • Zouden jullie ook Zwarte Piet willen worden? of liever niet? • Hoe ziet jouw dag eruit? Wat heb je vanmorgen gedaan, wat ga je straks doen, wat ga je vanavond doen? • Hoe zou de dag van Max eruit zien als Zwarte Piet?
20
2. Dagindeling Denkactiviteit
Ontwikkelingsdoelen
De kleuters kunnen Muzische vorming – Media 5.3 de volgorde van een reeks van voorwerpen, prenten, beelden, klanken en geluiden vaststellen, veranderen, schikken, herschikken en er een nieuw verhaal rond vertellen. Wereldoriëntatie – Tijd 5.1 kunnen de begrippen vandaag, dag, nacht in hun juiste betekenis gebruiken. 5.2 kunnen een beperkt aantal vaste gebeurtenissen in het verloop van hun dag in een juiste volgorde aangeven.
Materiaal en voorbereiding
• Bijlage 4: een dag uit het leven van Zwarte Piet Max (voor elke kleuter voorzien) • Bijlage 5: dagindeling (voor elke kleuter voorzien) • Materiaalkaarten: schaar en lijm
Werkwijze
• Je laat deze opdracht aansluiten bij het voorlezen en bespreken van de brief van Max. Voordat je van start gaat, bespreek je met de kleuters de verschillende dagdelen. Je biedt hen de woorden ochtend, middag en avond aan met de daarbij horende activiteiten (in bad, pyjama aan, tanden poetsen, ontbijten, spelen, naar school, tv kijken, een verhaaltje lezen …) • Hoe ziet een dag van Zwarte Piet eruit? De kleuters stellen aan de hand van hun eigen dagindeling die van Zwarte Piet samen. • De kleuters gaan aan de slag met de bijlage 4 en 5. Ze knippen en plakken de verschillende activiteiten van Zwarte Piet bij het juiste dagdeel. Je sluit deze activiteit af met een korte nabespreking. De kleuters vertellen over hun zelfgemaakte daglijn.
Variatie en differentiatie
• De snelle werkers kunnen de tekeningen inkleuren. • De daglijn in de klas kan een ondersteuning zijn voor leerlingen die het moeilijk hebben bij het samenstellen van de daglijn van Zwarte Piet.