Nieuws Financieel/economische informatie op maat
onderneming
loonheffing
personeel subsidie
administratie auto van de zaak
omzetbelasting C.J. van Beek & Co
accountants-administratieconsulenten
van een opleiding. Hof Den Haag had eerder anders geoordeeld.
ALGEMEEN
Vaste veranderdata wetgeving Het kabinet wil met ingang van 1 januari 2009 nieuwe wetten en algemene maatregelen van bestuur met directe relevantie voor bedrijven en instellingen in principe op vaste momenten laten ingaan. Deze momenten zijn 1 januari en 1 juli. Er geldt een minimum invoeringstermijn van drie maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van een regeling. Onderzocht wordt nog of het systeem van vaste 'verandermomenten' kan worden toegepast op andere regelingen.
INKOMSTENBELASTING
Geruisloze inbreng In een arrest uit 1955(!) heeft de Hoge Raad beslist dat de verhuur van een bedrijf geen liquidatie en geen overdracht inhoudt, omdat het bedrijf als geheel in stand blijft en de oorspronkelijke ondernemer de eigendom daarvan behoudt. In een arrest uit 1977 besliste de Hoge Raad dat de verhuurder van een onderneming winst uit onderneming blijft genieten. Uit deze arresten leidt Hof Arnhem af dat bij verhuur van een onderneming sprake is van één onderneming die voor rekening van twee ondernemers, namelijk de verhuurder en de huurder, wordt gedreven. Zowel de verhuurder als de huurder heeft zijn eigen onderneming. Dat betekent volgens het Hof,dat de verhuurder de mogelijkheid heeft om zijn onderneming zonder directe belastingheffing in te brengen in een nieuw opgerichte BV met gebruikmaking van de zogenaamde geruisloze inbrengfaciliteit. De staatssecretaris van Financiën is van mening dat geruisloze inbreng van een verhuurde onderneming niet mogelijk is,
2
Wijziging 2009 IB Overzicht belangrijkste wijzigingen in de inkomstenbelasting per 1 januari 2009. De toepassing van de inflatiecorrectie voor 2009 leidt tot een bijstelling van de daarvoor in aanmerking komende bedragen met 1,7%.
vanwege de bijzondere status van de verhuurder. Deze bijzondere status wordt aangeduid als voortgezet ondernemerschap. Wanneer de verhuurder de verhuurde onderneming overdraagt, kwalificeert de overnemer niet als ondernemer. Volgens het Hof is de bijzondere status van de verhurende ondernemer geen reden om de geruisloze inbrengfaciliteit niet toe te passen. De wetgever staat immers nadrukkelijk toe dat anderen dan “echte” ondernemers, zoals medegerechtigden, gebruik maken van de faciliteit. Het Hof is van mening dat de overnemer wel kwalificeert als ondernemer, omdat hij rechtstreeks wordt verbonden voor de verbintenissen betreffende de onderneming.
Studiekosten De kosten van een opleiding kunnen aftrekbaar zijn als zij een zekere drempel overschrijden en de opleiding aan zekere voorwaarden voldoet. De kosten van de opleiding moeten wel drukken op de persoon die de opleiding volgt. Heeft deze persoon recht op vergoeding van de kosten, bijvoorbeeld door zijn werkgever, dan is aftrek slechts mogelijk voor zover de kosten hoger zijn dan de vergoeding. Iemand, die achteraf de door zijn vader betaalde kosten voor zijn opleiding terugbetaalt aan zijn vader, heeft geen recht op aftrek. Volgens de Hoge Raad is er in een dergelijk geval geen sprake van een drukkende uitgave voor het volgen
Heffingskortingen Per 1 januari 2009 is de combinatiekorting afgeschaft. De aanvullende combinatiekorting is vervangen door de inkomensafhankelijke combinatiekorting. De inkomensafhankelijke combinatiekorting is voor minstverdienende partners en alleenstaande ouders die de zorg hebben voor kinderen onder de 12 jaar. Het basisbedrag van deze heffingskorting is € 770 bij een minimum arbeidsinkomen van € 4.619. Dit loopt op tot € 1.765 bij een arbeidsinkomen van € 30.800. Verder is in 2009 de doorwerkbonus geïntroduceerd. Deze is bedoeld als stimulans om mensen ook na het jaar waarin zij 62 worden door te laten werken. De doorwerkbonus loopt tot 65 jaar op met de leeftijd en met het inkomen uit arbeid. De bestaande (verhoogde) arbeidskorting voor ouderen blijft bestaan." Het wettelijke recht op ouderschapsverlof is met ingang van 1 januari 2009 uitgebreid van 13 naar 26 weken. Door deze uitbreiding wordt het maximale bedrag van de ouderschapsverlofkorting ook hoger. De bestaande koppeling van de ouderschapsverlofkorting aan de levensloopregeling is per 1 januari 2009 vervallen.
Van Beek Nieuwsbrief Eigenwoningforfait Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZ-waarde van de woning en bedraagt normaliter 0,55%. Sinds 1 januari 2009 kent het eigenwoningforfait niet langer een bovengrens. In 2008 bedroeg deze bovengrens € 9.300. Buitengewone uitgaven Per 1 januari 2009 is de fiscale buitengewone uitgavenregeling vervallen. Hiervoor in de plaats krijgen chronisch zieken en gehandicapten jaarlijks automatisch een tegemoetkoming. Ook is er een nieuwe fiscale regeling ingevoerd om specifieke zorgkosten in aftrek te kunnen brengen. Uitgaven inkomensvoorzieningen Premies voor lijfrenten en bedragen betaald voor een lijfrentespaarrekening of –beleggingsrecht zijn onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar. Premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering en premies van lijfrenten voor meerderjarige invalide (klein)kinderen zijn niet gebonden aan een maximaal aftrekbedrag. De maximale premiegrondslag voor de berekening van de jaarruimte is met ingang van 2009 weer op het niveau van vóór 2008
teruggebracht. In 2009 bedraagt de maximale premiegrondslag € 155.827. Met ingang van 2009 vallen lijfrentetermijnen en andere periodieke uitkeringen uit een inkomensvoorziening in box 1 indien de overeenkomst is opgesteld in overeenstemming met de voorwaarden voor box 1. Dat betekent dat splitsing met ingang van 2009 niet meer nodig is als een deel van de premie niet is afgetrokken. Daarnaast is het met ingang van 2009 mogelijk om lijfrenteverzekeringen met een waarde van maximaal € 4.000 fiscaal vriendelijk af te kopen. Er is dan geen revisierente verschuldigd. Willekeurige afschrijving bedrijfsmiddelen Bedrijven kunnen investeringen die in het kalenderjaar 2009 plaatsvinden in 2 jaar afschrijven, dus maximaal 50% in 2009 en 50% in 2010. De willekeurige afschrijving is een tijdelijke maatregel voor nieuwe bedrijfsmiddelen. Een aantal bedrijfsmiddelen, waaronder gebouwen, immateriële activa en personenauto’s, is uitgezonderd. Taxi’s en zeer zuinige personenauto’s mogen wel willekeurig worden afgeschreven. Het bedrijfsmiddel moet vóór 1 januari 2012 in gebruik zijn genomen.
Algemeen Vaste veranderdata wetgeving
2
Inkomstenbelasting
Willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen De beperking van de afschrijving op gebouwen geldt met ingang van 1 januari 2009 niet voor gebouwen die kwalificeren als milieubedrijfsmiddel. De boekwaarde mag in dergelijke gevallen dalen beneden de bodemwaarde. MKB-winstvrijstelling De MKB-winstvrijstelling voor ondernemers die aan het urencriterium voldoen bedraagt in 2009 10,5% van de winst nadat deze is verminderd met de ondernemingsaftrek.
Conservatoir beslag Een banktegoed is een bezitting. Voor de toepassing van de per 1 januari 2001 vervallen Wet op de Vermogensbelasting
Bonus bij afwezigheid
5
Aanneming van werk
5
Wijziging 2009 LB
6
Geruisloze inbreng
2
Studiekosten
2
Wijziging 2009 IB
AOW-uitkering
2
6
Conservatoir beslag
Werktijdverkorting
3
7
Afkoop alimentatie
Compensatie loonkosten
4
7
Omzetbelasting
Ondernemingswinst Herinvesteringsreserve
Sociale verzekeringen
Ondernemer voor omzetbelasting 4
7
Loonbelasting Reis- en verhuiskosten
4
NIEUWSBRIEF
3
heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een op een bankrekening gelegd conservatoir beslag geen waardeverminderende factor vormt. Evenmin kan een dergelijk beslag in aanmerking worden genomen als een schuld. Naar verwachting zal in voorkomende gevallen onder de Wet Inkomstenbelasting 2001 het oordeel niet afwijken.
Afkoop alimentatie Afkoopsommen voor alimentatieverplichtingen ten behoeve van de ex-echtgenoot of de ex-geregistreerde partner zijn aftrekbaar van het inkomen. Dat geldt niet voor afkoopsommen tussen voormalig ongehuwd samenwonenden. Hof Amsterdam meende dat het verschil in behandeling tussen ex-echtgenoten en ex-samenwonenden ten aanzien van de afkoop van een onderhoudsverplichting een ongeoorloofde discriminatie inhield en stond de aftrek wel toe. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd. Uit de ontstaansgeschiedenis van de Wet IB 1964 blijkt dat de aftrekbaarheid van afkoopsommen van alimentatie een uitzondering vormt op het systeem van de wet. Volgens de Hoge Raad heeft de wetgever de aftrekmogelijkheid willen beperken tot gevallen waarin aan vormvoorschriften moet worden voldaan, zodat manipulatie minder waarschijnlijk is. Het Hof baseerde zijn uitspraak op een verzoek van de Commissie voor de Verzoekschriften van de Tweede Kamer om het verschil in behandeling op te heffen, aan welk verzoek geen gevolg zou zijn gegeven. In een reactie op het verzoek heeft de staatssecretaris meegedeeld dat hij het verschil in behandeling gerechtvaardigd acht. De wetgever heeft het verschil in behandeling in de Wet IB 2001 gehandhaafd. De Hoge Raad vindt dat er voldoende grond is voor handhaving van het verschil in behandeling.
4
ONDERNEMINGSWINST
Herinvesteringsreserve De Wet op de Inkomstenbelasting 2001 kent een aantal faciliteiten voor ondernemers. Een van deze faciliteiten is het uitstellen van belastingheffing over de bij verkoop van een bedrijfsmiddel behaalde winst door de vorming van een herinvesteringsreserve. Een andere faciliteit is de geruisloze doorschuiving van een onderneming aan een medeondernemer. Bij gebruikmaking van deze faciliteit neemt de overnemer in fiscale zin de plaats in van de overdrager. De overdrager hoeft geen belasting te betalen over de bij de overdracht behaalde winst. De vraag is of deze twee faciliteiten gelijktijdig gebruikt kunnen worden, met andere woorden, kan een herinvesteringsreserve worden gevormd voorafgaand aan een geruisloze doorschuiving? De belastingdienst meende van niet. De rechtbank Breda denkt daar anders over. De casus betrof een in maatschapsverband gedreven agrarische onderneming. De maatschap werd, na het overlijden van vader, gevormd door moeder en zoon. De onderneming bestond uit een melkveehouderij en een akkerbouwbedrijf. Na het overlijden van vader nam moeder zijn maatschapsaandeel over met gebruikmaking van de geruisloze doorschuiving bij staking door overlijden. Moeder was de eigenaar van een melkquotum. De maatschap had het gebruik en genot van het quotum. Eind 2004 verkocht moeder het melkquotum aan een derde. Voor de boekwinst op het
quotum van € 480.000 vormde zij een herinvesteringsreserve. Vervolgens trad moeder uit de maatschap. Zij schoof haar onderneming inclusief haar buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen geruisloos door naar haar zoon. De zoon van belanghebbende beëindigde de melkveehouderij en richtte zich uitsluitend op de akkerbouw. In 2005 heeft de zoon van belanghebbende geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen. De inspecteur weigerde de vorming van de herinvesteringsreserve wegens het ontbreken van een voornemen tot herinvestering bij moeder. Volgens de rechtbank is de ratio van de geruisloze doorschuiving dat de opvolger wordt geacht de plaats in te nemen van de overdrager. Dat betekent dat in dit geval de investeringen van de zoon in 2005 relevant zijn voor de beantwoording van de vraag of moeder per 31 december 2004 een investeringsvoornemen had. De rechtbank vond aannemelijk dat moeder en zoon, gezien de geruisloze doorschuiving, hetzelfde vervangingsvoornemen hadden. Omdat de zoon wordt geacht in de plaats van zijn moeder te zijn getreden, moest zijn vervangingsvoornemen aan moeder worden toegerekend.
LOONBELASTING
Reis- en verhuiskosten Via het inmiddels aangenomen Belastingplan 2009 zijn de regelingen voor vaste reiskostenvergoedingen en voor verhuiskostenvergoedingen aangepast. Vaste reiskostenvergoedingen Een werkgever mocht aan een werknemer die op minimaal 70% van het aantal werkdagen naar zijn vaste werkplaats reist een vaste vrije reiskostenvergoeding betalen alsof hij op alle werkdagen naar deze plaats reist. Deze regeling is nu verruimd waardoor deze ook geldt indien de werknemer op minimaal 60% van de werkdagen naar zijn
Van Beek Nieuwsbrief vaste werkplaats reist. Hierdoor kan een werknemer maximaal twee dagen per week thuis werken met behoud van de onbelaste reiskostenvergoeding. De vaste vrije reiskostenvergoeding hoeft niet langer op basis van 214 werkdagen berekend te worden. In plaats daarvan geldt een maximum van 214 werkdagen. Verhuiskostenvergoedingen De verhuiskostenregeling geldt alleen nog voor mensen die meer dan 25 kilometer van hun werk wonen en die na verhuizing minder dan 10 kilometer van hun werk wonen. De verhuizing moet wel binnen 2 jaar na de aanvang van een dienstbetrekking of na een overplaatsing plaatsvinden. Het maximum van de onbelaste verhuiskostenvergoeding is verhoogd van € 5.445 naar € 7.750. Werknemers die minder dan 25 kilometer van hun werk wonen, komen niet langer voor een onbelaste verhuiskostenvergoeding in aanmerking. De voorwaarde dat de onbelaste verhuiskostenvergoeding niet meer mag bedragen dan 12% van het jaarloon is vervallen. Voor ondernemers en resultaatgenieters geldt een vergelijkbare aanpassing in de inkomstenbelasting.
Bonus bij afwezigheid Werkgevers mogen geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen. Dat geldt bijvoorbeeld op het gebied van de arbeidsvoorwaarden. Slechts in een paar uitdrukkelijk in de wet genoemde gevallen mag direct onderscheid naar geslacht, waaronder onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moederschap, worden gemaakt. Een werkgever kende voor een deel van zijn personeel een bonusregeling die bestond uit een variabele aanvulling op het salaris. De aanvulling was afhankelijk van de mate waarin de winst-, de omzet- en de individuele doelstellingen in een jaar werden gerealiseerd. Langdurige inactiviteit van een werknemer leidde tot een korting op de bonus. Hoewel deze bonusregeling naar de letter
geen onderscheid maakt naar het geslacht van de werknemer, was de kantonrechter toch van oordeel dat er sprake was van verboden discriminatie. De bonus van een vrouwelijke medewerker was namelijk verminderd omdat zij zwangerschaps- en bevallingsverlof genoten had. De werkgever had die afwezigheid meegenomen als periode van langdurige inactiviteit. Dat had de werkgever ook gedaan met een periode van arbeidsongeschiktheid, voorafgaande aan het zwangerschapsverlof. De kantonrechter was van oordeel dat ook die periode buiten beschouwing moest worden gelaten, omdat de arbeidsongeschiktheid het gevolg was van zwangerschapsgerelateerde klachten.
ingehouden te worden. Het is niet nodig dat er civielrechtelijk een dienstbetrekking bestaat, want de Wet op de Loonbelasting merkt ook andere arbeidsverhoudingen aan als dienstbetrekking. Een kamerverhuurder liet onderhoudswerkzaamheden verrichten aan zijn panden. In het jaar 2000 betaalde hij aan de personen die de werkzaamheden uitvoerden een bedrag in contanten van ƒ 14.770. Deze kosten wilde de kamerverhuurder in aftrek brengen op de opbrengst van verhuur. De inspecteur weigerde dat aanvankelijk omdat niet duidelijk was aan wie was betaald, hoeveel was betaald en wat voor arbeid verricht was. Na overlegging van een specificatie werden de kosten alsnog in aftrek toegelaten. De inspecteur legde echter een naheffingsaanslag loonbelasting op, omdat er sprake was van werkzaamheden in dienstbetrekking. Hof Arnhem was van oordeel, gelet op de aard, omvang en verscheidenheid van de werkzaamheden waartoe de kamerverhuurder opdracht had gegeven, het grote aantal ingeschakelde personen en de aanwezigheid van de verhuurder bij de uitvoering van de werkzaamheden, de betaling van vaste bedragen per uur en de door de verhuurder verrichte eindcontrole, dat sprake was van een dienstbetrekking
Aanneming van werk Wie als ondernemer werkzaamheden binnen zijn onderneming laat verrichten door andere personen wordt al snel geconfronteerd met de verplichting om loonbelasting in te houden op de betalingen aan deze personen. Alleen als degene die de werkzaamheden uitvoert dat doet in het kader van zijn eigen onderneming hoeft geen loonbelasting
NIEUWSBRIEF
5
met de ingeschakelde personen. Dat betekende dat de inspecteur hem terecht als inhoudingsplichtige had aangemerkt. Vanwege het ontbreken van een loonadministratie en het niet kunnen verstrekken van de namen en adressen van de ingeschakelde personen was het anoniementarief van toepassing. De kamerverhuurder ging tegen de uitspraak van het Hof in cassatie omdat er geen sprake van dienstbetrekkingen was. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie wegens gebrek aan belang afgewezen. Het Hof had namelijk geoordeeld dat als de werkzaamheden niet in een dienstbetrekking zouden zijn verricht sprake was van aanneming van werk door niet-ondernemers. Ook in die situatie zou de kamerverhuurder loonbelasting in hebben moeten houden.
Wijziging 2009 LB Belangrijkste wijzigingen in de loonbelasting per 1 januari 2009 zijn de volgende. Auto van de zaak Vanaf 1 januari 2009 zijn er drie tarieven voor de bijtelling voor een auto van de zaak: a. 14% voor zeer zuinige auto’s; b. 20% voor zuinige auto's; c. 25% voor alle andere auto’s. Vakantiebonnen Regelmatig bij de betaling van het loon verstrekte vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen of daarmee overeenkomende aanspraken die voortvloeien uit een op 31 december 1996 bestaande publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst worden
6
in 2009 op grond van een overgangsregeling gewaardeerd op 97,5% van de nominale waarde. Met ingang van 1 januari 2010 zal de structurele regeling voor de fiscale behandeling van vakantiebonnen ingaan. In 2009 zal een besluit worden genomen over de vormgeving daarvan. Vergoeding EVC-procedure Een werkgever kan met ingang van 1 januari 2009 een EVC-procedure belastingvrij vergoeden of verstrekken aan zijn werknemer. Als de werkgever de kosten van de EVC-procedure voor zijn rekening neemt, is de vergoeding of verstrekking onbelast en kan de werkgever de afdrachtvermindering EVC claimen. Afdrachtsvermindering S&O De definitie van speur- en ontwikkelingswerk (S&O) is met ingang van 2009 verruimd. Onder speu vallen nu ook werkzaamheden die zijn gericht op het op technisch nieuwe wijze laten samenwerken of integreren van bestaande programmatuur die binnen de eigen onderneming is ontwikkeld en wordt toegepast. Met ingang van 1 januari 2009 wordt het S&O-uurloon op een nieuwe manier berekend. SenterNovem berekent het voor 2009 te hanteren S&O-uurloon op basis van de fiscale loongegevens en verloonde uren zoals opgenomen in de polisadministratie van het UWV die zijn ontleend aan de aangiften loonheffingen die betrekking hebben op 2007. De werkgever moet daarom de burgerservicenummers (BSN’s) van de medewerkers die in 2007 speur- en ontwikkelingswerk hebben verricht doorgeven. Indien de verloonde uren niet uit de polisadministratie blijken, kan SenterNovem ook die gegevens bij de inhoudingsplichtige opvragen. Indien in het referentiejaar (voor 2009 is dat het jaar 2007) geen speur- en ontwikkelingswerk is verricht waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven, geldt een forfaitair uurloon van € 29.
Afschaffing EDM De eerstedagsmelding (EDM) die werkgevers moesten doen voor de indiensttreding van een nieuwe werknemer is per 1 januari 2009 afgeschaft. In bepaalde gevallen kan de belastingdienst individuele werkgevers verplichten om toch een EDM te doen.
SOCIALE VERZEKERINGEN
AOW-uitkering Bij de Tweede Kamer is een voorstel ingediend om de Algemene Ouderdomswet (AOW) te wijzigen waardoor het mogelijk wordt om de AOWuitkering geheel of gedeeltelijk op een later tijdstip te laten ingaan. Nu gaat de uitkering in op de eerste dag van de maand waarin iemand de leeftijd van 65 jaar bereikt. Uitstel is mogelijk tot uiterlijk de eerste dag van de maand waarin men 70 jaar wordt. Uitstel is mogelijk in gedeelten van 10% van de uitkering. De keuze voor uitstel leidt tot een verhoging van de uitkering, die echter pas ingaat op het moment waarop de uitkering geheel ingaat. De verhoging is afhankelijk van de resterende levensverwachting in jaren zoals die door het CBS wordt vastgesteld en van de duur van het uitstel in maanden. Als de uitkering gedeeltelijk later ingaat dan wordt de verhoging naar rato toegepast. Uitstel van de uitkering vindt alleen plaats op verzoek van de AOW-gerechtigde. Het verzoek kan ook worden ingediend na aanvang van de uitkering. Wie naast het recht op AOW recht heeft op algemene bijstand of op een remigratie-uitkering kan geen uitstel van ingang van zijn
Van Beek Nieuwsbrief AOW-uitkering aanvragen.
Werktijdverkorting Ter bestrijding van een ontslaggolf als gevolg van acuut omzetverlies door de kredietcrisis maakt de minister van Sociale Zaken tijdelijke werktijdverkorting mogelijk. Werktijdverkorting geldt voor een periode van zes weken. Deze periode kan tot maximaal 24 weken verlengd worden. Het omzetverlies bepaalt voor hoeveel werknemers werktijdverkorting kan worden aangevraagd. Als het omzetverlies 35% bedraagt, kan voor 35% van de werknemers werktijdverkorting worden aangevraagd. De werknemers blijven in dienst van het bedrijf en ontvangen gewoon loon; de overheid betaalt de werkgever dan de WWuitkering. Een verzoek om deelname aan de regeling is mogelijk tot 1 maart 2009. De regeling is beperkt tot een aantal van 20.000 fulltime werknemers. Voor deelname aan de regeling moet het omzetverlies in de twee maanden voor de aanvraag minimaal 30% zijn. Wel wordt de omzetdaling vergeleken met de situatie van het jaar ervoor. De werkgever moet bereid zijn werknemers in de tussentijd te scholen of te detacheren. Voor de regeling is maximaal € 200 miljoen beschikbaar.
Compensatie loonkosten
OMZETBELASTING
Ondernemer voor omzetbelasting Voor de omzetbelasting is ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent ondernemer. Het ondernemersbegrip is heel ruim, want een winstoogmerk is niet vereist. Ook de verenigingen vallen onder het ondernemersbegrip als zij met enige regelmaat presteren tegen een vergoeding in het maatschappelijk verkeer. Dat betekent dat de prestaties buiten de eigen kring plaats moeten vinden. Volgens de Hoge Raad is er geen sprake van optreden in eigen kring als iedereen die aan de gestelde voorwaarden voldoet lid van een vereniging kan worden. Op grond van het bovenstaande werd een kleine vereniging van hobbyschilders als ondernemer aangemerkt. De prestaties van de vereniging jegens haar leden vielen niet onder een vrijstelling, waardoor de contributie belast was met omzetbelasting. De contributie vormde namelijk de vergoeding voor diensten aan de leden. Gezien het arrest van het Hof van Justitie EG in de zaak van de Kennemer Golf- en Countryclub is er al snel een rechtstreeks verband tussen contributie en prestaties van een vereniging.
Er komt een compensatieregeling voor de loonkosten van oudere en langdurig zieke werknemers, die voor ze in dienst kwamen minstens 52 weken werkloos waren. De regeling gaat in op 1 juli 2009 en geldt voor personen die op deze datum 55 jaar of ouder zijn. De bedoeling van deze regeling is om de kans op werk voor oudere werklozen te vergroten. De compensatie geldt bij ziekte gedurende de eerste vijf jaar na indiensttreding. De regeling is tijdelijk en loopt tot 1 juli 2019. De tekst van het wetsvoorstel met de compensatieregeling is nog niet bekend gemaakt.
Hoewel bij de totstandkoming van deze uitgave de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, bestaat de mogelijkheid dat bepaalde informatie na verloop van tijd verouderd of niet meer juist is. Dit kan ten gevolge van (aanpassing van de) regelgeving die bekend is geworden na het opmaken van deze uitgave. Voor toepassing in individuele gevallen raden wij u aan contact met ons op te nemen.
NIEUWSBRIEF
7