Economische en financiële vooruitzichten Anton Brender en Florence Pisani December 2012
Wereldeconomie: Een langzame overgang naar een nieuw groeitempo
2
Behalve in de Verenigde Staten is de groei overal verzwakt en in de eurozone is de bedrijvigheid zelfs gekrompen Stijging van het bbp (% van jaar tot jaar) Opkomend Europa 10
Ontwikkelde economieën 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 -5 -6
Verenigde Staten
Eurozone
8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 -10
Opkomend Azië* 10 8 6 4 2 05
06
07
08
09
10
11
12
0 -2
Latijns Amerika 05 06 07 08 09 10 11 12
-4
10
05
06 07
08 09
10
11
8 6
(*) Zonder China en India
4 2 0 -2 -4 -6 3
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
05
06 07
08
09
10
11
12
12
Deze vertraging weerspiegelt ruimschoots de moeilijke zoektocht naar een nieuw groeistelsel Groei en lopend saldo Geavanceerde landen (G7)
Groeilanden
0.5
5
0.0
4
-0.5
3
-1.0
2
9
6
8 4
6
2
5 4
0
-1.5
?
-2.0
85
89
93
97
01
05
09
13
3
1 0
-2.5
-1 17
2
-2
1 -4 85
89
93
Nieuw stelsel
97
01
05
09
Gemiddelde groei van de 3 laatste jaren (%, jaarritme) [R.S.]
Bronnen: Thomson Datastream, IMF, Dexia-AM
13
0 17
Nieuw stelsel
Lopend saldo (% van het bbp van de regio)
4
7
?
De nieuwe versnelling van de door het IMF verwachte groei op middellange termijn is relatief matig voor de opkomende economieën Stijging van het bbp (% van jaar tot jaar) 8
Aandeel in het bbp op wereldvlak
7.4 5.9
6 4.8
2002-07 2007-12 2012-17
4 2.5
2.3
2
55 50
35
0 Wereld
30
Ontwikkelde Groeilanden landen (zonder NIC)
12 8.1
35
7.5
6.0
4
6.3
6.2 5.1 4.1
4.2 3.4 2.2
2.4
3.1
4.8 3.3
4.0
4.1 4.2
5.7 4.8
5
25
Bron: IMF
01
04
07
10
Gemenebest Nieuwe Opkomend van industrielanden Azië Onafhankelijke van Azië Staten
Opkomend Azië
15 10
Centraal en Oost-Europa
98
Andere groeilanden
30 20
2 0
95
40 7.8
8
92
45
9.6
6
Opkomende
45 economieën 40
0.5
10
Ontwikkelde economieën
60
4.3 2.9
(%, in koopkrachtpariteit)
65
5.4
Latijns Amerika
Noord-Afrika Afrika ten en Midden- zuiden van de Oosten Sahara
92
95
98
01
04
07
10
Vooral in 2013 zal de steun die de opkomende economieën bieden aan de groei van de ontwikkelde economieën matig zijn... Aandeel in de wereldhandel
Groei van de opkomende landen en van hun invoer
(%) 90 80
Ontwikkelde economieën
70
Opkomende economieën
40
5 4
20 10
2 88
92
96
00
04
08
12
0
Uitvoer van de ontwikkelde economieën naar de opkomende economieën, inclusief de NIC Naar alle opkomende landen
60
40
30
30
20
20
10
10 85
90
95
00
05
10
0 80
Ontwikkelde landen (zonder NIC) 6
Eurozone Bronnen: IMF, Thomson Datastream
-5
Volume van de invoer [R.S.] 01
03
05
07
-10 09
11
Invloed van een versnelling met 1% van het bbp van de opkomende economieën*:
Naar opkomend Azië
50
40
0
99
(% van de totale uitvoer) 70
70
0 80
10
6
30
50
15
8
50
60
20
Reëel bbp
60
0
(% van jaar tot jaar)
10
Invoer van de groeilanden:
3.0%
Uitvoer van de ontwikkelde landen:
1.5%
Directe invloed op de groei van het bbp van de ontwikkelde landen:
85
90
95
00
05
Verenigde Staten Japan Verenigd Koninkrijk
10
Totale invloed op de groei van het bbp van de ontwikkelde landen: (*) Het IMF verwacht een versnelling van 0,35 % in 2013.
0.2% (0.15 x 1.5%)
0.4%
Het bescheiden groeiherstel in de opkomende landen zou de grondstofprijzen niet doen stijgen Landbouwprijzen en inflatie in de groeilanden (% 3m/3m, jaarritme)
Goldman Sachs index van de grondstofprijzen (2007=100)
350
12
Edelmetalen
300
Energie
250
Landbouw
200 150
60
10 (% van jaar tot jaar) [R.S.] 8
40
6
20
4
0
2
-20
Vee
100 50 0
12 80
Goldman Sachs index van de grondstofprijzen
Industriële metalen 07
08
09
10
11
12
-40
0 -2
Groei van de opkomende economieën 85
88
91
94
97
00
03
06
09
12
200
14 Index van de
Grondstofprijzen en groei van de opkomende landen
-60
landbouwgrondstoffen [R.S.]
150 100
10 8
50
6
0
4
-50
0
-100
Inflatie in de groeilanden
2 07
08
09
10
11
12
Inflatie 14 12
(% van jaar tot jaar)
Oost-Europa
10 8
Totaal
6 4 2 0 7
Bronnen: IMF, Thomson Datastream
Latijns Amerika Azië 04 05 06 07 08 09 10 11 12
-150
... en het risico dat de overheid van de groeilanden druk uitoefent op de daling van hun valuta's is reëel Reële effectieve wisselkoers (2005 = 100)
Ontwikkelde economieën
Azië
120
140
Verenigde Staten
Maleisië
China
110
Thailand
120
Japan
Eurozone 100
India
100 90 80
80
Korea
Verenigd Koninkrijk 70
05
06
07
08
09
10
11
12
60
05
Latijns Amerika
06
07
08
09
10
11
Opkomend Europa 160
200
Rusland
Brazilië 140
150
Tsjechische Republiek
120
Mexico
Polen
100
100
Argentinië
Hongarije
Turkije 50 8
Bron: Thomson Datastream
12
05
06
07
08
09
10
11
12
80
05
06
07
08
09
10
11
12
In deze context zullen de centrale banken van de ontwikkelde landen hun balans blijven gebruiken om hun economieën zoveel mogelijk te ondersteunen
Omvang van de balans van de centrale banken Balans van een centrale bank Activa Valutareserves Interventies van monetair beleid - Liquiditeitsinjecties - Aankoop van activa
Passiva Monetaire basis (M0) - Geldomloop - Reserves van de handelsbanken Interventies van liquiditeitsabsorptie - Reverse repo - Obligaties van de centrale bank
januari 2007 = 100 600
9
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
80
Verenigd Koninkrijk
500
Zwitserland
Zwitserland
60
Verenigde Staten
40
400 300
Japan
Eurozone
200
Eurozone
20 100
Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk
Japan 0
Kapitaal
% van het bbp
07
08
09
10
11
12
0
07
08
09
10
11
12
Hun liquiditeitsinjecties hebben de tekorten van het financiële systeem gewoon verdoezeld en hebben niet tot een verhoging van het krediet aan de niet-financiële agenten geleid (I) Balans van de financiële en monetaire instellingen (FMI) van de eurozone (zonder Eurosysteem) % van het bbp
400
miljard euro
1200
Totale activa
1000
300 800 200
600 400
100
Waarvan leningen aan FMI Waarvan leningen aan Eurosysteem
0
99
01
03
05
07
09
11
200 0
99
01
03
05
07
09
11
Leningen aan het Eurosysteem in het totaal van de interbancaire leningen (%) 18
Het interbancair krediet is niet vooruitgegaan, maar het door de ECB "bemiddelde" aandeel is van 3 % naar 20 % gestegen.
14 10 6 2
10
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
99
01
03
05
07
09
11
Hun liquiditeitsinjecties hebben de tekorten van het financiële systeem gewoon verdoezeld en hebben niet tot een verhoging van het krediet aan de niet-financiële agenten geleid (II) Totale voorraad van Amerikaanse obligaties % van het bbp 250
miljard dollar 3000
Totaal obligaties 2500
200
2000
150
Memo: totale activa van de deposito-instellingen 100 50 Waarvan obligaties in het
1500 1000 500
bezit van de Federale Reserve 0
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
0
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
Waarvan obligaties in het bezit van de Federale Reserve 9
Het uitstaande bedrag van uitgegeven obligaties is niet gestegen, maar het aandeel in het bezit van de Federale Reserve is van 3 % tot bijna 8 % gestegen.
7 5 3 1
11
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
(%)
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
De stijging van de omvang van de balans van de centrale banken ging niet gepaard met een stijging van de hoeveelheid geld die kan worden uitgegeven (biljetten en deposito's)... Monetaire aggregaten (M2 of M3) / monetaire basis (M0) Verenigde Staten
Verenigd Koninkrijk
10 M2 / M0
9
Balans van een handelsbank
16
8
12
7
10
6
Activa Krediet - Leningen - Obligaties ... Netto activa in het buitenland Deposito's bij de centrale bank
Passiva Eigen vermogen en reserves Schuld zonder M3* - Deposito's > 2 jaar - Schuldinstrumenten > 2 jaar M3* - Deposito's < 2 jaar - Schuldinstrumenten < 2 jaar
8
5
6
4 3 99
01
03
05
07
09
11
08
14
10
11
12
M2 / M0
M3 / M0
13
12
12
10
11
8 6
7
4
6 5
09
Zwitserland
8
Bron: Thomson Datastream
07
14
9
12
4
Eurozone
10
(*) M3 voor de eurozone en M2 voor de andere landen
M2 / M0
14
99
01
03
05
07
09
11
2
99
01
03
05
07
09
11
... en de ontwikkeling van de inflatie blijkt niet te zijn beïnvloed door de "liquiditeitsinjecties" van de centrale banken! Consumptieprijsindex (% van jaar tot jaar) Verenigde Staten
6
Verenigd Koninkrijk 6
4
4
2
2
0
0
-2
97
99
01
03
05
07
09
11
Eurozone 6
6
4
4
2
2
0
0
-2 13
Bron: Thomson Datastream
-2
97
99
01
03
05
07
09
11
-2
97
99
01
03
05
07
09
11
09
11
Zwitserland
97
99
Onderliggende inflatie Totale inflatie
01
03
05
07
Verenigde Staten: Een nog herstellende economie
14
Het herstel gaat door in de Verenigde Staten Verkoop van auto's (miljoen eenheden, jaarritme) 22
Gemiddelde 1999-2007
20 18
ISM-indexen 70
Diensten 60
14
Verwerkende industrie
160
10
140
08
09
10
11
01
03
05
07
09
11
12
Detailverkoop (% van jaar tot jaar, zonder volatiele elementen, nominaal)
40
8
2 0 -2 -4 -6 99
01
03
05
07
09
11
7
Vertrouwen
6 5
20 0 01
8
10 9
100 60
4
Bron: Thomson Datastream
(%) [R.S.]
120
6
15
Werkloosheidsgraad
80
10 07
11
180
12
30 20
(Index Conference Board, huidige toestand)
8 99
50 40
Vertrouwen van de gezinnen
16
(componenten "nieuwe bestellingen")
03
05
07
09
11
4
In perspectief geplaatst is dit herstel echter duidelijk zwakker dan dat van de voorbije cycli Voornaamste componenten van de binnenlandse vraag in de naoorlogse cycli (gecumuleerde variaties sinds het hoogtepunt, %)
Residentiële belegging
40
Variatie van het bbp in de naoorlogse cycli Gecumuleerde variatie sinds het hoogtepunt De gunstigste cyclus 20
Mediaan 2001 1990 De minst gunstige cyclus
10
0
Huidige cyclus
(zonder 2007)
(2007-2012) -10
0
2
4
6
8
10 12 14 16 18 20
Kwartalen sinds het begin van de recessie
0 -20
Mediaan
20
Variatie sinds het hoogtepunt in %
Variatie sinds het hoogtepunt in %
30
Consumptie van duurzame goederen
40
0
4
8
12
16
20
Kwartalen
8 12 Kwartalen
20
Structuren Mediaan
20
Huidige
-20 -40
Mediaan
20
16
0
Investering in uitrustingsgoederen
0
4
8 12 Kwartalen
16
20
Uitgaven van de staten en van de lokale besturen
0
Huidige
-20
40
Mediaan
20 0
4
8 12 Kwartalen
16
20
0
Huidige
-20 -40
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
4
40
-40
16
0
Huidige
-20
40
Huidige
-40
0
-40
Mediaan
20
0
4
8 12 Kwartalen
16
20
De schuldafbouw van de privésector is voortaan zichtbaar "Risicovolle" activa** gedragen door nemers van financiële risico's (% van het bbp) 120
Private depositoinstellingen 110 en investeringsbanken
Schuld van privésector niet-financieel* (% van het bbp)
(% van het bbp)
100
100
Gezinnen
100
90
80
80
80
Federale regering
70
60
60
40
Niet-financiële vennootschappen
20
waarvan private depositoinstellingen 80
85
90
95
00
05
10
15
95
00
05
10
15
Agentschappen voor hypothecaire securisatie
60
(*) Credit market debt
40
(**) Totale activa zonder cash en reserves
20 0
Bron: Thomson Datastream
90
60 40
Staten en lokale besturen
20
80 80
85
100
0
17
Schuld openbare sector*
80
85
90
95
00
05
10
0 80
15
85
90
95
00
05
10
15
De banken hebben hun eigen-vermogenratio's verbeterd: hun activa kunnen nu vooruitgaan zoals het nominale bpp Balans van de banken
Handelsbanken (verbonden aan de FDIC) Ratio eigen vermogen over gewogen activa
Omvang van de balans (% van het bbp)
18
Totale activa
16
100 90 80 70 50 40
94
98
02
06
300 Reglementaire doelen in 2018
Tier 1
8
10
16
94
98
02
06
10
14
18
Tegen welk ritme kunnen de Amerikaanse banken hun activa verhogen zonder hun eigen-vermogenratio's te verslechteren?
12 8
In de volgende hypotheses... - De eigen-vermogenratio zijn voortaan dichtbij hun doelen - Het eigen vermogen gaat samen met de behouden winst (60 % van de totale winst) omhoog - de rentabiliteit van het eigen vermogen benadert de 9 %
4 0 -4 -8 94
98
02
06
10
Overheidspapieren
200
…de gewogen activa kunnen jaarlijks met 5,4 % stijgen*
0 -100 -200 07
Bronnen: Federale reserve, FDIC, Dexia-AM
Andere schuldinstrumenten 08
1000 800
09
400
11
12
Consumentenleningen
0
-800
10
Totaal van de leningen
Bedrijfsleningen
-400 (*) dA/A=dEQ/EQ= behouden winst / EQ = (0.6x totale winst)/EQ=0.6*ROE
18
Totaal van de effecten
100
6
Rendabiliteit van het eigen kapitaal (%)
800
Door het behoud van het 0 historisch vastgestelde Cash overschot van eigen -400 vermogen (5 % van de gewogen activa voor de Leningen en schuldinstrumenten totale ratio en 6 % voor -800 07 08 09 10 11 12 de ratio tier 1).
Totaal
10
Risicogewogen activa
Totale activa
400
12
60
Bazel 3
(%)
14
(van jaar tot jaar, miljard dollar)
1200
Hypothecaire leningen 07
08
09
10
11
12
De schuldafbouw en de lage rentevoeten hebben het de gezinnen mogelijk gemaakt hun schuld aanzienlijk te verminderen Impliciete rentevoeten op de schuld (%) Hypothecair krediet
18 16
Variatie van de hypothecaire schuld (miljard dollar) 1200 900
300
-600
10
8
8
6
6
Impliciete rentevoet
15 14
4
Prime leningen
2 84 88 92 96 00 04 08 12
77 82 87 92 97 02 07 12
Vastgesteld
13 12
Hypothecaire herfinanciering Totaal Wanbetalingen Nieuwe kredieten zonder de aflossingen 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
Nieuwe herfinancieringsaanvragen 7
8000
Index van hypothecaire herfinanciering6
6000
5
4000
4
2000
Hypotheekrente 0
19
Impliciete rentevoet
Bronnen: NYFRB, Thomson Datastream, Dexia-AM
(%) [R.S.] 07 08
09
10
11
12
3
Uitstaand bedrag van de 11 hypothecaire leningen per renteniveau 10
20
20%
45%
16
8 4 0
Geraamd
80 84 88 92 96 00 04 08 12 16
Met een gezinsschuld die 4 % per jaar stijgt en rentevoeten op 10 jaar die tot 4,5 % stijgen vanaf 2015, zou de schuldaflossing van de gezinnen de komende jaren zeer matig blijven.
12
0.0-2.0 2.0-3.0 3.0-4.0 4.0-4.5 4.5-5.0 5.0-5.5 5.5-6.0 6.0-6.5 6.5-7.0 7.0-7.5 7.5-8.0 8.0-8.5 8.5-9.0 9.0-9.5 9.5-10.0
-300
10
(% van het beschikbaar inkomen)
Aandeel in de voorraad in %
0
12
2
Schuldaflossing van de gezinnen
14
12
4
600
Leningen op 2 jaar
16
Hypotheekrente
14
Consumentenkrediet
18
Rente van de bestaande hypothecaire kredieten
Terwijl het verkrijgen van een krediet moeilijk blijft voor een deel van de gezinnen, begint het consumentenkrediet terug terrein te winnen Jaarlijkse variatie van de gezinsschuld (miljard dollar) Totale schuld
Ontwikkeling van vraag en aanbod van krediet volgens de kredietscore
(%, variatie op T2 2011 – T2 2012) 15 10
200
1200
150
Home equity revolving Totaal
900
5
600
Consumenten -krediet
0
Hypothecair krediet
-300 -600
0
04
05
06
07
08
50
Autoleningen
0
Andere
-50
09
10
11
12
-100
Kredietkaarten 04
05
06
07
08
09
10
11
12
Nettopercentage van de banken die een stijging van de leningsaanvragen rapporteren
-5
Hypothecaire leningen
-10 -15 304-596 597-675 676-749 750-799 800-843
Kredietaanvraag Totale schuld
50
60
40
Autoleningen Totaal
40
20
20
Kredietkaarten
0
-20 -20
-40 -60
Andere leningen
-40
-80 -100 Bronnen: NYFRB, Thomson Datastream
Consumentenleningen
80
0
20
Studentenleningen
100
300
Lage kredietscore: grote vraag... ...maar geen aanbod!
Consumentenkrediet
1500
93 95 97 99 01 03 05 07 09 11 13
-60
93 95 97 99 01 03 05 07 09 11
Ondanks een steeds verzwakte arbeidsmarkt, denken veel gezinnen "dat het ogenblik eerder gunstig is voor de aankoop van een woning"... Redenen waarom het ogenblik gunstig/ongunstig is voor de aankoop van een woning
Enquête over de intenties om een woning te kopen 5
(%)
Bij eigenaars
8000
Verwachting van aankoop van een woning binnen de 6 maanden
4
6000
3
4000 Huizenverkoop (duizenden) [R.S.]
Enquête van NAHB bij bouwondernemingen 90 80
(verkoop nieuwe huizen) Verwachte verkoop binnen de 6 volgende maanden
60
120
100
100
80
80
60
60
40
40
20
20 Gunstig
Ongunstig
Rentevoet van hypothecaire leningen 8 7
(Bankrate, %) Rente op 30 jaar op de hypothecaire leningen van grote bedragen (jumbo)
6 5 4
40
120
0
2 2000 79 83 87 91 95 99 03 07 11
0 01 21
2
Mening over de huidige verkoop 03
05
07
09
11
Bronnen: RIHA, Thomson Datastream
0
Lage rentevoet Lage prijzen (of verwachte stijging) Andere
Hoge prijzen (of verwachte daling)
Gunstig
Ongunstig
Moeilijke toegang tot krediet of hoge rentes Aankoop ontoegankeljjk
Vastgoedprijzen vergeleken met de huurprijzen 140
(1982 = 100)
130 120
Hypotheekrente op 30 jaar
3 20
Bij huurders
Rente op schatkistpapier op 10 jaar 1 2008 2009 2010 2011 2012
110 100 90 82 86 90 94 98 02 06 10
... maar het werd nooit zo weinig gunstig geacht voor een verkoop! Sentiment over de opportuniteit m.b.t. de aankoop en de verkoop van een woning
Goed moment om een woning te kopen
Nieuwe hypothecaire leningen
Goed moment om een woning te verkopen
Tijdens de laatste recessie, was het verloop van het sentiment over “de aankoopopportuniteit van een woning” gelijkaardig aan dat van de voorgaande cycli. Het sentiment over de verkoopopportuniteit van een woning daarentegen bereikte een historisch dieptepunt. Dit wordt grotendeels beïnvloed door de moeilijkheid om een koper te vinden tegen de gewenste prijs, maar ook een gevolg van het grote aantal hypothecaire inbeslagnemingen. In de loop van de twee laatste decennia volgden de nieuwe hypothecaire leningen eerder het sentiment van de verkoopopportuniteit dan het sentiment van de aankoopopportuniteit.
Betalingsincidenten op meer dan 90 dagen en inbeslagnemingen (in miljoen hypothecaire leningen)
4.500 4.000 Goed moment om een woning te verkopen
Betalingsincidenten op meer dan 90 dagen
3.000 2.000 Hypothecaire inbeslagnemingen (% van het totaal van de leningen)
1.000 0
22
Bronnen: RIHA, Thomson Datastream
Inbeslagnemingen 00
02
04
06
08
10
12
De investering in residentieel vastgoed zou positief moeten bijdragen tot de groei in 2013 Verkoop van nieuwe huizen
Investering in residentieel vastgoed
(miljoen eenheden, jaarritme) 1600
(% van jaar tot jaar) 40
1200
Deel van de gezinnen in de bevolking van
Voorraad van nieuwe huizen
800
meer dan 16 jaar (%)
(in maanden verkoop)
400
20
14
49
0
12 10
48
47,7*
47
03
06
09
12
Woningen in aanbouw
6
(miljoen eenheden, jaarritme)
0
90
95
00
05
10
2012
2013
2014
(%)
1500
6.5 6.0
1000
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
0
Aandeel van de investering in residentieel vastgoed in het bbp
2000
(*) Als het deel van de gezinnen in de bevolking van meer dan 16 jaar eind 2013 opnieuw "normaal" zou worden, dan zouden er 3 miljoen gezinnen worden gevormd.
23
10
2500
4
01 03 05 07 09 11 13
00
8
2 46
30
Voorzichtig scenario Optimistisch scenario
5.0
500 0
4.0
00
03
06 900 800 700 600 500 400
09
12
3.0 2.0 60 65 70 75 80 85 90 95 00 05 10
09 10 11 12
Na een strenge correctie stemmen de vastgoedprijzen vandaag beter overeen met de fundamentals Vastgoedprijzen per grote agglomeratie (2000 = 100) 300
30 20
150
S&P/CS
100
-30
(Purchase only, % van kwartaal tot kwartaal, geannualiseerd)
S&P/CS (% van kwartaal tot kwartaal, geannualiseerd) 92 94 96 98 00 02 04 06 08 10 12
300
Tendens op lange termijn
200 150
80 85
90
95 00
05
10 15
50 40
250
30 Seattle Washington Boston Massachusetts Chicago Illinois Minneapolis Minnesota Charlotte North Carolina
50 Portland Oregon
0 87 90 93 96 99 02 05 08 11 Bronnen: Federale reserve, Thomson Datastream, Dexia-AM
11.0
Over-/onderwaardering (%)
Agglomeraties "zonder bel"
100
24
11.5
10.0 75
0 87 90 93 96 99 02 05 08 11
FHFA
(in logaritme)
10.5
50
0
-20
Miami Florida Tampa Florida
Nationale tendens
(% van jaar tot jaar)
10
-10
Los Angeles Californië San Diego Californië San Francisco Californië
Indice Core Logic
12.0
Phoenix Arizona Las Vegas Nevada
200
(bestaande huizen)
12.5
Washington D.C. New York New York
250
Vastgoedprijzen
Over-/onderwaardering van de vastgoedprijzen
Agglomeraties die een "bel" hebben gekend
Nationale tendens
40 % overwaardering
20 10
0 Dallas Texas Cleveland Ohio -10 Atlanta Georgia Detroit Michigan -20 -30
20% onderwaardering 75
80
85 90
95
00 05
10 15
Boven de volatiliteit die door de schommelingen van de benzineprijzen is veroorzaakt, zou de consumptie moeten vooruitgaan volgens de totale loonsom Rijkdom van de gezinnen
Benzineprijs en consumptie
(% van het beschikbaar jaarinkomen)
(% op 3 maanden, jaarritme)
450
8
Netto financiële rijkdom
2
300
Spaarquote van de gezinnen
250
(% van het beschikbaar jaarinkomen) 10
200
Vastgoedrijkdom 150 60
70
80
90
00
8 10
Waarde van de aandelen in het bezit van de gezinnen 11
1600
Aandelen in het bezit van de gezinnen
10
(miljard dollar)
9 8 7
S&P 500 [R.S.]
6
07
08
09
10
11
12
consumptie -6 Reële (voortschrijdend gemiddelde -8
-200
op 2 maanden, - 1M)
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
-250
Benzineprijs en vertrouwen
0 94 96 98 00 02 04 06 08 10 12
90
Vertrouwen (component "verwachtingen" van de Michigan-enquête)
4.5 4.0
80
3.5
70
3.0
60
2.5
50
Benzineprijs
40 30
Bron: Thomson Datastream
-100
-4
100
1200
600
-2
4 2
1000
0
0
6
1400
800
5
25
100
4
350
200
[R.S.]
6
400
4
Benzineprijs
2.0
($/gallon) [R.S.]
05
06
07
08
09
10
11
12
1.5
Blijft nog de vraag of de totale loonsom voldoende snel kan stijgen opdat, zonder daling van de spaarquote, het herstel zichzelf in stand kan houden Jobs 400(variatie/3 maanden, maandritme, duizenden) 200
Uurproductiviteit (%, gecumuleerde variatie sinds het hoogtepunt) 15
Gemiddelde over de laatste 3 cycli (behalve 2001)
10
170 120
0 -200
Nominale totale loonsom
-400
(%, bijdrage tot de jaarlijkse ontwikkeling)
-600 -800
8 02
04
06
08
10
6
12
4
5 35.0
Huidige cyclus
0 -5
0
1
2
3
4
Gewerkte uren in de week
4%
2
2.3%
0
5
In deze fase van de cyclus neemt de uurproductiviteit met 0,7 % per jaar toe: - met 2 % stijging van het bbp verhoogt de tewerkstelling tegen een ritme van 1,3 % (120 000 per maand), - met 2,5 % stijging van het bbp verhoogt de tewerkstelling tegen een ritme van 1,8% (170 000 per maand). 26
170 000 jobs, 34,6 uur en 1,7 % uurloon
34.5
34.6 -2 34.4 -4
34.0
-6 -8
33.5
02
04
06
08
10
12
-10
06
07
08
09
10
11
12
13
Uurloon (% variatie/3 maanden, jaarritme)
5
Berekende totale loonsom Jobs Gewerkte uren per week
4 3
Uurloon
2
1.7%
1 0
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
120 000 jobs, 34,4 uur en 1,0% uurloon
1.0% 02
04
06
08
10
12
Aangezien het herstel kwetsbaar blijft, is het essentieel om de "fiscale schok" te voorkomen Het gepland vervallen van de voornaamste maatregelen voor begrotingsteun Tijdelijke daling van 2 werknemersbijdragen beslist verlengd in 2012
% voor
van 2011
2013
2013
Bedrag
Bedrag
Impact op het bbp
Bij ongewijzigde wetgeving de en
Uitbreiding van de werkloosheidsuitkeringen (aan 99 weken) verlengd voor 2012 Versnelde afschrijving ARRA (herstelplan van de Obama-Administratie)
$110 mld
$110 mld
$75 mld
(0,7 % van het bbp)
(0,7 % van het bbp)
(0,5% van het bbp)
$50 mld
$50 mld
$45 mld
(0,3 % van het bbp)
(0,3 % van het bbp)
(0,3 % van het bbp)
$40 mld
$40 mld
$0 mld
(0,4% van het bbp)
(0,3 % van het bbp)
(0,0% van het bbp)
$130 mld (0,8% van het bbp) (0,2% van het bbp)
voor
Maatregelen verbonden aan de verhoging van het schuldenplafond (automatische daling van de uitgaven van 1200 miljard dollar over 10 jaar)
Bronnen: CBO, Dexia-AM
$10 mld (0,1% van het bbp)
$90 mld
$90 mld
(0,6% van het bbp)
(0,6% van het bbp)
$105 mld*
$40 mld
(2,0% van het bbp)
(0,7% van het bbp)
$350 mld
$615 mld
$415 mld
$260 mld
(2,3% van het bbp)
(4,1% van het bbp)
(2,8% van het bbp)
(1,7% van het bbp)
$150 mld 27
$20 mld (0,1% van het bbp)
$305 mld
Daling belastingen Bush, AMT…
Totaal
Onze hypotheses
$20 mld
Andere steunmaatregelen (niet-ARRA) Daling van de onkostenvergoedingen gezondheidszorg (Medicare)
2012
(1% van het bbp)
(0,3 % van het bbp)
(*) Vervallen slechts voor de 5 % van de rijksten
Een aanhoudend zwakke export... Export
Reële effectieve wisselkoers
Bestellingen voor de export
(2006 = 100) 30
170 160
20
65
Bestellingen voor de export
95
(ISM-enquête ) [R.S.]
60
150 140
10
55
0
50
-10
45
130 120 110
-20
100 90
06
07
08
09
10
11
12
-30 96
(% van jaar tot jaar, -3M)
00
02
85 80
40
Export 98
90
04
06
08
10
12
35
75 74
05
06
07
08 09
10
11
Aandeel in de export
Export volgens bestemming
(2011)
(2008 = 100) 180
Latijns Amerika
160
Mexico
140 120
140
Japan
120
80
28
160
Opkomend 100 Azië
100
60
Midden-Oosten Andere (3%) ontwikkel de landen Canada (19%) (12%)
180
Midden-Oosten 08
09
10
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
11
12
Europa
80 60
Canada 08
09
10
11
12
Opkomend Azië (21%) Japan (4%) Opkomend Europa (2%)
Mexico (13%)
Europa (19%)
Andere Lat. Am. (7%)
12
... en zwakke bedrijfsinvesteringen vormen risico's voor het herstel Niet-financiële vennootschappen
Nieuwe bestellingen en leveringen van uitrustingsgoederen (zonder defensie en lucht- en ruimtevaart, miljard dollar)
70
Nieuwe bestellingen
(miljard dollar)
(% van het bbp)
11
6000
Obligaties
10
65
5000
9 8
60
4000
7 3000
6
55
5
Leveringen
2000
4
50
3 45
07
08
09
10
11
Investering in uitrustingsgoederen 10
(% van het bbp)
9 8 7 6 29
Schuldenniveau
Winst na belastingen
75 79 83 87 91 95 99 03 07 11
Bron: Thomson Datastream
Bankleningen 50
60
70
80
90
00
10
12
1000 94 96 98 00 02 04 06 08 10 12
Financieringscapaciteit (+) of -behoefte (-) 3
(% van het bbp)
Netto betaalde rentes / cash-flows 35
2
30
1
25
0
20
-1
15
-2
10
-3
5
-4 90 93 96 99 02 05 08 11
0
(%)
55 60 65 70 75 80 85 90 95 00 0510
Met een "redelijke" begrotingsbeperking zou de groei volgend jaar rond de 2 % moeten blijven Stijging van het bbp
Groei van het bbp in de Verenigde Staten 6 (% jaarritme)
30
(% van jaar tot jaar)
4 T4 11
T1 12
T2 12
T3 12
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Consumptie
2.0
2.4
1.5
2.0
-0.6
-1.9
1.8
2.5
1.9
1.7
0
Investering
9.9
9.6
4.6
1.8
-7.5
-18.9
7.0
6.8
8.1
5.9
-2
- Residentieel
12.0
20.6
8.4
14.4
-23.9
-22.4
-3.7
-1.4
11.5
11.4
- Uitrustingsgoederen
8.8
5.4
4.8
0.0
-4.3
-16.4
8.9
11.0
6.7
4.4
- Structuren
11.5
12.8
0.6
-4.4
6.4
-21.1
-15.6
2.8
9.5
5.1
2
-4 -6
Werkloosheidsgraad
Variatie van de voorraden (bijdrage) Overheid
2.2
-0.4
-0.2
-1.0
-0.5
-0.8
1.5
-0.2
0.0
-0.1
12
-2.2
-3.0
-0.7
3.7
2.6
3.7
0.6
-3.1
-1.3
-1.8
10
Handelsbalans (bijdrage)
-0.6
0.1
0.2
-0.2
1.2
1.1
-0.5
0.1
0.0
0.3
8
- Export
1.4
4.4
5.2
-1.6
6.1
-9.1
11.1
6.7
3.8
5.2
6
- Import
4.9
3.1
2.8
-0.2
-2.7
-13.5
12.5
4.8
2.8
2.5
4
bbp
4.1
2.0
1.3
2.0
-0.3
-3.1
2.4
1.8
2.1
1.9
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
95 97 99 01 03 05 07 09 11 13
(%)
2 95 97 99 01 03 05 07 09 11 13
De terugkeer naar een normale toestand op de arbeidsmarkt zal tijd vergen Tewerkstelling en actieve bevolking (%) 68 66
Gecumuleerde variatie van de tewerkstelling in de naoorlogse cycli
15
Tewerkstelling en actieve bevolking
Deelnemingspercentage
(actieve bevolking / bevolking van dan 64 meer 16 jaar)
(miljoenen) 160
62
Actieve bevolking
De gunstigste cyclus 60
10
Mediaan 5
1990 2001
0
58 90
Tendens van de actieve bevolking
155
Werkgelegenheidsgraad (tewerkstelling / bevolking van meer dan 16 jaar)
93
96
99
02
05
08
11
Tewerkstellingstendens die het werkloosheidsgraad stabiliseert
Geen variatie van de participatiegraad Daling van de participatiegraad verbonden aan de veroudering**
150 145
Tekort aan werkgelegenheid: 5 miljoen
Deeltijdse arbeid ondergaan
-5
(% actieve bevolking)
7
De ongunstigste -10 cyclus (ex 2007) 0
8
16
24
Huidige cyclus
140
Jobs
6
(2007-2012)
32
40
48
56
Kwartalen sinds het begin van de recessie
135 5
04
4
(*) Nodige tewerkstelling om de tewerkstellingsgraad terug te brengen tot 5,8 % (niveau van januari 2004), vanuit de veronderstelling van een ongewijzigde participatiegraad over de periode.
3 2 56 31
Bronnen: BLS, Thomson Datastream
64
72
80
88
96
04
12
05
06
07
08
09
10
11
12
(**) Nodige tewerkstelling om het tewerkstellingsgraad terug te brengen tot 5,8 % (niveau van januari 2004), met een daling van 1 % van de participatiegraad over de periode.
Zolang de groei zichzelf niet in stand houdt, zal de Federale Reserve doen wat ze kan om de economie te ondersteunen... Rentevoet van de federale fondsen die de leden van het monetaire beleidscomité tegen het einde van het jaar verwachten (op 13 september 2012)
Effecten in het bezit van de Federale Reserve (miljard dollar) 4000
5
QE3
3500
4
3000 2500
QE2
2000 1500
3
Gesecuriseerde hypothecaire kredieten
2
QE1
1000
Schuldinstrumenten van de securisatieagentschappen
1
Schatkistpapieren
500 0 Jun-08
?
0 Jun-09
Jun-10
Jun-11
Jun-12
Jun-13
2012
2013 2014 2014 (in april 2012)
In de grafiek hierboven duidt aan van de rentevoet van de (afgerond tot het dichtste geschikt wordt geacht door monetaire beleidscomité. 32
Bronnen: Thomson Datastream, Federale Reserve, Dexia-AM
2015
Long run
elke ruit het doel federale fondsen ¼ percent) dat een lid van het
... en elke destabiliserende beweging van de langetermijnrentes te voorkomen
Houders van voorraden schatkistpapier
Uitgiften van obligaties per uitgiftesector (in % van het bbp) 15
20
Totaal van de uitgiften*
Schatkist 10
100
15
80
(in %) Staten en lokale besturen Federale reserve
Ondernemingen 5
10
Addenda: 5 aankopen door de rest van de wereld
0
Hypotheekagentschappen
-5 1985 1990 1995 2000 2005 2010
0 1985 1990 1995 2000 2005 2010
60
Financiële ondernemingen
40 Niet-financiële 20 ondernemingen 0
De Federal Reserve Act geeft opdracht aan de centrale bank om "effectief een maximale tewerkstelling, stabiele prijzen en matige rentevoeten op lange termijn te bevorderen".
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
Rest van de wereld
55 60 65 70 75 80 85 90 95 00 05 10
* Schuldinstrumenten uitgegeven door de Amerikaanse schatkist, staten en de lokale besturen, agentschappen voor hypothecaire securisatie en ondernemingen.
33
Gezinnen
Addenda: rente op 10 jaar Vervroegde korte rente (%, contracten van federale fondsen) 2.5 2.0
Lange rentevoeten en vervroegde korte rentevoeten
1.5
december 2015 1.0
december 2014
0.5 0.0
16
(%)
6
december 2013
december 2012 O N D 2011
J
F M A M
J J A S O N 2012
Langetermijnrente en voorbije groei van het nominale bbp (%) Gemiddelde jaarlijkse groei van het nominale bbp over de laatste 10 jaar
12
8
5
4
Geraamd met de rente op 2 jaar verwacht over 1 jaar
3
2
Rente op schatkistpapier op 10 jaar 1
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
4
Rente op schatkistpapier op 10 jaar 34
0
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
63
68
73
78
83 88
93
98
03
08
Besluit □ Om ervoor te zorgen dat de groei van de Amerikaanse economie zichzelf in stand houdt, moet de budgettaire verstrakking matig blijven. □ Als de begrotingsonzekerheid niet snel wegebt, zouden de bedrijfsinvesteringen kunnen dalen ... en het herstel vastlopen. □ Idealiter zou het begrotingscompromis het probleem op lange termijn (het onevenwicht tussen de gezondheidsprogramma's Medicare en Medicaid) moeten oplossen... zonder de activiteit op korte termijn al te veel af te remmen.
□ Welke ook de resultaten van het komende begrotingsoverleg zijn, het monetaire beleid zal nog een lange tijd inschikkelijk blijven. 35
Addenda: Balans van de Federale Reserve Balans van de Federale Reserve (miljard dollar)
Activa
3000
3000
Totaal 2500
2500
2000
2000
Effecten in direct bezit
1500
500 0
07
08
09
10
11
Totaal Obligaties van de Schatkist
1500
1000 Liquiditeitsprogramma 500 Maiden Valutaswap Lane & AIG
1000
Effecten in direct bezit
0
12
MBS Obligaties van een overheidslichaam Schatkistpromessen 07
08
09
10
2000
Reserves Geld in omloop
1000
0 36 Bron: Thomson Datastream
Reverse repo 07
08
Schatkistdeposito's 09
10
2.5
3.5
2.0 1.5 1.0 0.5
Futures contract van de federale fondsen tot december 2013
-1.0 Schatkistrente op 10 jaar [R.S.] -1.5 2011 2012
2500
500
3.8
3.0 2.5 2.0
-0.5
Totaal
1500
12
3.0
0
Passiva
3000
11
Rentevoet van de Schatkist op 10 jaar en futures contract van federale fondsen (%)
11
12
1.5 1.2
Eurozone: Vermindering van de financiële spanningen... maar verminderde groei
37
De aanpassing van de binnenlandse vraag in de "periferie" was indrukwekkend! Reële binnenlandse vraag (2006=100) 110
België
Nederland
Duitsland Frankrijk
105 108
Landen van het centrum
106 104
8
100
Eurozone
6
2
100
Eurozone
98
90
06
07
08
09
10
11
0
12
-2
110
96
-4
94
Perifere landen*
92 06
07
08
09
10
11
-6
105 12
Eurozone
-8
100
Italië 95
Spanje 90
(*) Griekenland, Ierland, Portugal, Spanje en Italië
06
07
08
09
10
11
12
Portugal Ierland 38
Landen van het centrum
4
95
102
90
% van kwartaal tot kwartaal, geannualiseerd
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
Griekenland
Perifere landen* 2010
2011
2012
Bij de vaststelling dat de begrotingsmultiplicatoren hoger waren dan verwacht, verbindt het IMF de inkrimping van de eurozone aan de omvang van de budgettaire verstrakking Voorspellingen van de lopende saldi van het IMF
De eisen van een boekhoudkundige identiteit IMF, WEO oktober 2012: Onderschatten we de budgettaire multiplicatoren op korte termijn niet? "Een zeker aantal studies opperen dat de gekozen budgettaire multiplicatoren in de projectieoefeningen over het algemeen dicht bij de 0,5 aanleunen In de huidige context [...] is er veel kans dat de multiplicatoren sterk boven de 1 liggen. "
8 6
2 0 -2 -4 -6 -8 2000
Begrotingssaldo
2003
2006
2009
1/ het gemak waarmee de export kan vooruitgaan 2/ de eisen die op het bestedingspatroon van de privésector wegen Bronnen: Thomson Datastream, IMF, Dexia-AM
2012
4 2 Spanje 0 -2 -4 -6 -8 -10 -12 2002 2005 2008 2011 2014
Financieringscapaciteit (+) of behoefte (-) van de privésector
Voor elke economie hangt de multiplicator af van:
39
Lopend saldo
(Financieringscapaciteit (+) of -behoefte (-), % van het bbp)
4
(% van het bbp)
2 Portugal 0 -2 -4 -6 -8 -10 -12 -14 2002 2005 2008 2011 2014
2015
6 Ierland 4 2 0 -2 -4 -6 -8 2002 2005 2008 2011 2014
okt. 2012 sept. 2011
okt. 2010
okt. 2012 sept. 2011 okt. 2010
okt. 2012 sept. 2011 okt. 2010
Terwijl ze in de landen van het centrum is gedaald, is de neiging tot sparen in de privésector stabiel gebleven in de perifere landen (en in Nederland) Spaartegoeden van de privésector (% van het bbp)
Eurozone
15 10
Privé
Gezinnen
5
Financiële ondernemingen
0 -5
Niet-financiële ondernemingen
-10 -15 00
02
04
06
08
10
12
Per land 15
Nederland Ierland
10
Spanje 5
Portugal
-5 -10
40
Duitsland
10 5
Italië Griekenland
0
-15
15
België
0 -5 -10
00
02
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
04
06
08
10
12
-15
00
02
04
06
08
10
12
Eurozone Frankrijk
Gezien de starheid van het gedrag met betrekking tot de privé-uitgaven, heeft de budgettaire beperking geleid tot een duidelijke (en pijnlijke) vermindering van het lopende tekort in de "periferie" Lopende saldi in de eurozone (miljoen euro, gecumuleerd over 12 maanden)
Landen van het centrum 200
200
Lopend saldo (% van het bbp, variatie op 2009-2012)
Lopend saldo en budgettaire beperking van 2009-2012
-50
Laatste waarneming -100
0
NL
2
BE
0
DE
-150
IE
-200
ES
Perifere landen -50
-250
Eurozone IT
00
02
04
06
FR
-2
AT 100
FI -1
0
1
2
3
4
5
Structureel begrotingssaldo (% van het bbp, variatie van 2009-2012)
00
20 0
-100
4
Frankrijk
-50
6
-4
0
100
PT
Nederland
50
50
8
België
100
Landen van het centrum
150
10
Duitsland
150
250
6
08
10
12
-100 -120 00
02
04
12
Spanje 02
04
Eurozone
0
00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
06
08
Portugal Italië
Griekenland
50
-150
10
Ierland
-100
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
08
Perifere landen
-50
41
06
10
12
Deze starheid verklaart ook gedeeltelijk waarom de solvabiliteit van diegenen die hun begroting het meest hebben ingekrompen verslechterd is in plaats van verbeterd Ontwikkeling van de ratio openbare schuld / bbp volgens de waarde van de begrotingsmultiplicator* Griekenland
Spanje 160
300 Multiplicator = 1,7 270 240 210
Multiplicator = 1,7
140 Gecumuleerd waargenomen deficit in 2010-12
120
Multiplicator = 1
180
Groei en geen inspanning
150
100
Groei en geen inspanning Gecumuleerd waargenomen deficit in 2010-12
Multiplicator = 1
80
Multiplicator = 0,5
Multiplicator = 0,5 60
120 09
10
11
12
13
14
15
09
10
11
12
13
14
15
(*) waarbij de waargenomen begrotingsinspanning wordt behouden
Een onderwaardering van de waarde van de begrotingsmultiplicatoren kan belangrijke gevolgen hebben op de ontwikkeling van de ratio schuld / bbp: - Eind 2012 is de schuldratio van de Griekse staat 20 bbp-punten hoger met een multiplicator van 1 dan met een multiplicator van 0,5. - Voor Spanje benadert het verschil 10 punten van het bbp. 42
Bron: Dexia-AM
Een zwakkere groei en hogere rentevoeten voor leningen hebben de houdbaarheid van de openbare schuld van de perifere landen verzwakt Schuldhoudbaarheid Landen van het centrum
12 9
Begrotingssaldi (% van het bbp)
10-jaarsrente van de overheid (%) 2
6
Landen van het centrum 3
0
0 -3 -6 95
Groei van het nominale bbp
-2
(% van jaar tot jaar)
-4
98
01
04
07
10
Perifere landen* 15 12
10-jaarsrente van de overheid (%)
9
-6
Nieuw doel
Perifere landen*"
-8 -10 00
02
04
06
08
10
12
14
Doelen van de SCP** van begin 2012
6 3 0 -3 43
-6 95
(*) Griekenland, Ierland, Portugal, Spanje, Italië
Groei van het nominale bbp
(**) Stabiliteits- en convergentieprogramma
(% van jaar tot jaar) 98
01
04
07
10
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
Jammer genoeg is de budgettaire verstrakking ver van beëindigd Primaire begrotingssaldi 6
(% van het bbp) 6
3
2009
3
Primair saldo die de ratio schuld over bbp vanaf 2017 stabiliseert (met voorzichtige hypothesen)
0
0
-3
-3
-6
-6
Aangekondigde doelen in de Stabiliteits- en convergentieprogramma's (SCP)
-9
[2015 in IT, ES, NL, BE, PT, IE ; 2016 in DE, FR, AT, FI, GR ; 2017 in het Verenigd Koninkrijk] en huidige
-9
rentevoeten voor de "periferie".
-12 GR IE ES PT FR EM NL BE AT FI IT DE
-12
2012
UK US EM
Ratio bruto openbare schuld over bbp (2012-2020, % van het bbp) 220 120
180
110
140 120 80
90
60
80 44
Met de doelen van het SCP
100
100
20
Met het primaire saldo dat de ratio schuld over bbp stabiliseert
GR PT IT IE FR BE EM DE ES AT NL FI
UK
Eurozone
US Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
Overal gaat het conjuncturele klimaat achteruit Index van het economisch sentiment per land 120
Bbp in de eurozone
Duitsland 110
België
100
Oostenrijk
90
Groei van het bbp en index van het economisch sentiment
80
60
2 08
09
10
11
100
12 0
Eurozone
110 100
Spanje
Italië
90
Griekenland Portugal
70 07
08
09
10
11
12
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
90
-2
115
80
(Enquête van de Europese Commissie) [R.S.] 97
99
01
03
05
07
70 09
11
bbp
105 100 95
Index van het economisch sentiment
-4 -5
80
45
110
110
120
60
Export
(% van jaar tot jaar)
Eurozone 07
120
bbp
4 70
(2006 = 100) 120
6
Frankrijk
Nederland
Componenten van het bbp
Consumptie van de overheid Investering in uitrustingsgoederen
90 85
Investering in residentieel vastgoed 06
07
08
09
10
11
12
De kansen op een snel herstel van de bedrijfsinvesteringen zijn gering... Investering en vraag Eurozone
Investering in uitrustingsgoederen (2006 = 100) 120 115
Duitsland Frankrijk Verenigde Staten Eurozone
100 95
15
15 10
20
10
10
5
10
0
0
0
0
-5
-10
-5
-10
-20
-10
-20
-30
-15
-15 -20
-25 -40 96 98 00 02 04 06 08 10 12
25 20
-30 -20 -35 96 98 00 02 04 06 08 10 12
Duitsland
90
Spanje
85 80 75
30
-10
110 105
20
5
125
Frankrijk
Italië 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Italië
20
40
15
20
15 10
30
10
10
5 0 -5 -10
20 10 0 -10
5 0 -5
-15
-20
-10
-20
-30
-15
-40 -25 96 98 00 02 04 06 08 10 12 (% van jaar tot jaar) Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
Enquête van de EC* [R.S.]
-10 -20 -30
-40 -20 96 98 00 02 04 06 08 10 12
Investering in uitrustingsgoederen (*) Enquête van de Europese Commissie: 46
0
0,25 x productietendens in de industrie + 0,75 x recente ontwikkeling van de vraag in de diensten
... en, minstens in de landen van de periferie, blijven de financieringsvoorwaarden van de ondernemingen weinig gunstig Factoren die de kredietvoorwaarden voor de ondernemingen bepalen
Ontlening van de nietfinanciële ondernemingen
(nettopercentage van de banken)
80
(jaarvariatie, miljard euro)
800
Economisch risico
Leningen aan de niet-financiële ondernemingen van de eurozone (% van jaar tot jaar)
8 6 4
Landen van het "centrum"
Totaal
60
600
Totaal 40
400
20
200
0
0
Toegang tot het krediet
Schuldinstrumenten
-20
2
05
0
Frankrijk
-2
06
07
08
09
10
11
12
-200
13
Rentevoet nieuwe kredieten aan niet-financiële ondernemingen (tot 1 miljoen euro en voor een looptijd > 5 jaar, %) 7
-4
Perifere landen
-6
Spanje 6
-8 2010
2011
2012
Italië
08
09
10
11
12
50 0
5
Frankrijk
Eurozone
3
Duitsland 2
07
Schuldinstrumenten op middellange en 100 lange termijn
4
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
06
150
-50
47
05
Leningen
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
Instrumenten op korte termijn 05
06
07
08
09
10
11
12
De voorbije excessen van de bouwsector werden niet overal gecorrigeerd Reële vastgoedprijzen
Investering in bouw
(1996 = 100, gedeflateerd door de consumptieprijzen)
(% van het bbp) 10
400
Ierland
350 300
9 8
Verenigd Koninkrijk
250
Frankrijk België Eurozone
200
Spanje
150 100
Verenigde Staten
50 98 00 02
04
06 08 10
12
350 250
(per duizend personen)
6 5
Eurozone Italië
Nederland
3 95 97 99 01 03 05 07 09 11
Finland Nederland
Oostenrijk
50
Eurozone Italië Portugal
8
Residentieel
00
02 04 06
08 10
Bronnen: Thomson Datastream, ECB, Dexia-AM
12
16 12 8
Spanje
Nederland
Eurozone 6
Duitsland
95 97 99 01 03 05 07 09 11
Verenigde Staten Frankrijk
4
Frankrijk
4 96 98
Spanje
0
Italië
0
20
Duitsland
10
100
48
Woningen in aanbouw
Frankrijk
12
300
150
7
14
400
200
Spanje
4
Duitsland
0 96
Niet-residentieel
Verenigd Koninkrijk 80
85
90
95
00
05
10
15
De verslechtering van de arbeidsmarkt zal zich voortzetten... Werkloosheidsgraad (%) 12
Eurozone Italië
11
3
Tewerkstelling en enquête van de Europese Commissie Jobs (% van kwartaal tot kwartaal,
Bijdrage tot de groei van de tewerkstelling 120
(% van jaar tot jaar)
2
110
Frankrijk
9 8
geannualiseerd)
2
10
België
7
1
6
1 100
0 -1
90
-2
80
0
5
Andere Italië Frankrijk Duitsland Spanje Eurozone
-1 -2
-3
Index van het economisch sentiment [R.S.] -4 97
99
01
03
05
07
09
11
70 65
2006
2008
00
02
04
06
30
08
10
12
Spanje Griekenland
25 20
-3 2004
Duitsland
2010
2012
Portugal Ierland
15 10
Eurozone
5 0 00
49
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
02
04
06
08
10
12
... en wegen op de consumptie Financiële toestand van de 12 komende maanden 10
Duitsland
België 0
Oostenrijk 4
-10
07
08
09
10
11
12
Ierland
-2 96
-10
Eurozone Italië Spanje
-20
06
07
08
09
10
11
12
Portugal Bron: Thomson Datastream
2
2 -5
1
0
0 -1
0
Detailverkoop 3
(% van jaar tot jaar)
0
1
10
50
(% van jaar tot jaar)
2
06
4
5 4
Consumptie
3
-20
-30
5
Eurozone Frankrijk
-30
Financiële toestand, detailverkoop en consumptie in de eurozone
0
Consumptie Financiële toestand van de 12 komende maanden [R.S.] 98
00
02
04
06
08
-10
10
12
(% van jaar tot jaar) [R.S.]
-2
-15 -4
-1
96
98
00
02
04
06
08
10
12
-2
Enkel de uitvoer naar de rest van de wereld zou moeten bijdragen tot de ondersteuning van de activiteit Export volgens bestemming
Effectieve wisselkoers
(2007 = 100, nominaal)
(2009 = 100) 105
220 180
100
140
Export
Ontwikkeld Europa
100
(2007 = 100, nominaal) 140
Buiten eurozone
95
60 Verenigde Staten 07 08 09 10 11
2010 12
130 220
120
OPEC
140
100
Eurozone
90 80
Latijns Amerika
180
110
07
08
09
10
11
Centraal en Oost-Europa 07
12
08
09
10
11
12
China
180
09
Centraal en Oost-Europa en GOS (22%)
Midden-Oosten (7%) Latijns Amerika (5%)
140 100
Azië zonder China
60 Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
85
-7%
Afrika (4%)
220
51
2011
90
07
08
10
11
12
Aandeel in de export in 2011
100 60
2009
09
10
11
12
Verenigd Koninkrijk (14 %)
Verenigde Staten (13%) Andere ontwikkelde landen Opkomend (13%) Azië (16%) China (7%)
De eurozone zou natuurlijk profijt halen uit een gunstige afloop van het Amerikaans begrotingsdebat... Verwachte rentevoeten op 3 maanden 6
tegen de horizon van een jaar (%)
5
Wisselkoers van de dollar tegenover de euro
4 0.1
3.6
rentevoetspread 0.0
4.1
Euro
2 1 0
3
Verwacht verschil van de korte rente (%, euro min dollar, op 1 jaar met
1.6 ontwikkeling)[R.S.]
2 1 "Fout" 0
1.4 1.3 1.2 1.1
-1
Wisselkoers van de dollar tegenover de euro 05 06 07 08 09 10 11 12
52 Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
5.1
-0.1
05 06 07 08 09 10 11 12
1.5
4.6
Fout
Verenigde Staten
Verschil tussen verwachte korte rente en wisselkoers van de dollar t.o.v de euro
1.7
1.7
Fout en CDS van Spanje
3
-2 -3
5.6
-0.2 -0.3 -0.4
6.1
CDS op staatsschuld in Spanje (in log) Jun-10
Jun-11
1.6 1.5 1.4
Dollar tegenover euro
1.3
6.6 7.1
[omgekeerde E.D.]
Jun-09
Geraamd met de rentevoetspread
Jun-12
Invloed van de onzekerheid van de Amerikaanse begroting
1.2 1.1
Geraamd met toevoeging van CDS van Spanje en een dummy variabele om rekening te houden met de Amerikaanse budgettaire onzekerheid
05 06 07 08 09 10 11
12 13
De onzekerheid m.b.t. de Amerikaanse begroting ebt weg
... maar dit voordeel zou ongelijk worden verdeeld onder de landen van de eurozone (I) Export volgens bestemming (1998 = 100, nominaal en in dollars)
Totaal
400
Eurozone 400
Duitsland
300
400
Duitsland
300
Ontwikkelde landen buiten de eurozone
Spanje
Frankrijk
100
Spanje Frankrijk
100
200
200
100
100
Italië 0 98 00 02 04 06 08 10 12
60
Duitsland
40
Groeilanden Ontwikkelde landen Eurozone
30
Bron: Thomson Datastream
14
10
21
Frankrijk Italië
0
0 98 00 02 04 06 08 10 12
98 00 02 04 06 08 10 12
Aandeel van de export in het bbp
Aandeel van de export
(%, 2011)
(%)
60 50
Frankrijk
40
10 0
60 50
Italië
13
20 10 0
50
Spanje
30
30
8 6
60
40
40
30 20
20
0 53
15
Frankrijk
Italië
0 98 00 02 04 06 08 10 12
50
Duitsland
Duitsland
200
Spanje
Spanje
300
300
Italië 200
Groeilanden
400
10
12 7
20
9 5
10
16
0
100 80
28
29
60
18
22
34
30
Groeilanden
23
27
Ontwikkelde landen
43
42 Euro
40 20 0
54
49
... maar dit voordeel zou ongelijk worden verdeeld onder de landen van de eurozone (II) Export volgens bestemming (1998 = 100, nominaal en in dollars)
Opkomend Azië
Opkomend Europa
600 500
15
Aandeel in de export (%)
15
300
10
5
500
15
Aandeel in de export (%)
400 10
200
5
600
0 ES FR IT DE
0
98 00 02 04 06 08 10 12
Andere Afrikaanse landen
500
300 200
5
100
54
10
15
Aandeel in de export (%)
400
300
0
15
200
0
Latijns Amerika 600
500
100
98 00 02 04 06 08 10 12
ES FR IT DE
Aandeel in de export (%)
300
5
0
0
600
400
100
100 98 00 02 04 06 08 10 12
Aandeel in de export (%)
10
200
200
0
500 400
400 300
(inclusief NIC)
600
Midden-Oosten en Noord-Afrika
10 5
100 0
98 00 02 04 06 08 10 12
Bron: Thomson Datastream
ES FR IT DE
0 98 00 02 04 06 08 10 12
Duitsland
Italië
Frankrijk
Spanje
0 ES FR IT DE
ES FR IT DE
N.B. De loonkosten per eenheid verklaren slechts gedeeltelijk de verschillen van exportprestaties Exportprestaties
Loonkosten per eenheid
(Winsten of verliezen van marktaandeel, 2000 = 100)
150
120
100
140
Spanje
130
Nederland
90
Oostenrijk
80 Frankrijk 70 60
Italië 02
04
06
08
10
12
20
DE
10 0
AT US
Duitsland Ierland
100 90
PT
UK FI
-40
IT
FR
Portugal
90 80
België
70
Finland
60
Griekenland
0
10
20
30
00
Duitsland 02
04
06
08
150 Ierland
140 GR
40
50
04
06
08
10
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
12
Griekenland
Loonkosten per eenheid (geheel van de economie, % op 1999-2012)
België
120
Finland
110
90 02
12
130
100
00
10
Portugal
-50
100
Oostenrijk
110
BE
-30
110
NL ES
Nederland Frankrijk
120
IE
-20
120
55
Winsten of verliezen van het marktaandeel
-10
00
Italië Spanje
Winsten of verliezen van het marktaandeel (% in 1999-2012)
110
Duitsland
(geheel van de economie, 2000 = 100)
00
Duitsland 02
04
06
08
10
12
In deze context zou de activiteit in 2013 in het beste geval moeten stagneren bbp
Groei van het bbp in de eurozone
(% van jaar tot jaar) 6
(% jaarritme)
T3 11 T4 11 T1 12 T2 12
2009
2010
2011
2012
2013
4
Consumptie
0.7
-2.2
-0.8
-1.4
-0.9
0.9
0.1
-0.9
-0.3
2
Investering
-1.7
-2.2
-4.7
-5.7
-12.7
-0.3
1.6
-3.5
-5.4
0
- Residentieel
-1.7
-0.3
2.1
-4.8
-11.1
-1.5
1.4
-0.6
-0.1
- Uitrustingsgoederen
0.0
-4.8
-8.9
-6.9
-18.7
6.3
4.2
-5.4
-6.3
- Structuren
-4.2
-0.8
-8.0
-5.4
-6.5
-6.6
-1.8
-4.7
-11.8
Variatie van de Voorraden (bijdrage)
-1.5
-1.8
-0.2
-0.1
-0.9
0.6
0.1
-0.5
0.0
Overheid
-0.9
0.1
0.6
0.0
2.6
0.7
-0.1
-0.3
-1.7
Handelsbalans (bijdrage)
2.0
2.0
1.4
1.3
-0.8
0.7
1.0
1.2
1.5
11
- Export
6.2
-0.6
2.7
5.2
-12.4
11.0
6.4
2.1
3.7
10
- Import
1.6
-5.5
-0.6
2.4
-11.0
9.4
4.2
-0.7
0.5
0.3
-1.3
0.0
-0.7
-4.3
1.9
1.5
-0.4
-0.1
-2 -4 -6 95 97 99 01 03 05 07 09 11 13
bbp
Werkloosheidsgraad (%) 13 12
9 8 7 6 95 97 99 01 03 05 07 09 11 13
56
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
De ondersteuning van Angela Merkel aan het OMT-programma, ondanks het verzet van de Bundesbank, is een keerpunt in het crisisbeheer Bankdeposito's
Rentecurve (%)
Italië
9
LTRO
7
Openbare rentevoeten
2 maart 2012
1
2
3
4
Ierland
5 6 jaren
7
8
9 10
20 juli 2012 25 nov. 2011
Spanje Italië
6
4
4 3
600
1 2 maart 2012
3
Griekenland
70 juni 10
Gemiddelde van 800 eurozone
Duitsland 05
06
07
08
09
10
11
juni 11
juni 12
Saldo TARGET (miljard euro) Duitsland
België Frankrijk 400 Oostenrijk Nederland Finland 200
2
Aankondiging van Draghi
5
80
5
8 6
Spanje
7
Spanje
9
12
0 Italië
-200
23 nov. 2012
2
57
Italië
90
8
23 nov. 12
2
1
België
(10 jaar, %)
4
7
Duitsland
100
20 juli 2012
5
1
Nederland
25 nov. 2011
6
Frankrijk
Portugal 110
8
3
(Juni 2010 = 100)
120
-400 1
2
3
4
5 6 jaren
Bron: Thomson Datastream
7
8
9 10
Spanje -600
06
07
08
09
10
11
12
De spanningen m.b.t. de banken van de perifere landen zijn verminderd Marginale financieringskost van de banken (%)
Banken van de eurozone
Duitse banken 9
9
8
8
7
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
9
Euribor CDS 5 jaar van de banken Marginale financieringskost
8 7
0
07
08
09
10
11
0
12
07
10
Bronnen: Credit Suisse, Bloomberg
0
6
5
5
4
4
Frankrijk3 Duitsland
3
11
12
2
2
1
1
0
07
08
09
10
11
07
12
0
08
09
10
11
12
Spaanse banken
9
Spanje 6 Italië
09
12
7
4
08
11
7
6
07
10
8
8
0
09
8
CDS 5 jaar van de banken
2
08
Italiaanse banken
9
58
Franse banken
07
08
09
10
11
12
De voornaamste risico's die uit een crisisbeheer "mee met de stroom" voortvloeien, komen nu van de grootste landen van de zone: Spanje... Financiële privésectorspaar (% van het bbp) 10 5
Financiële vennootschappen
Privé
0
Bouw en vastgoedsector
(miljard euro)
30 25
-5
20
-10 -15
(% van de leningen)
Verwachte verliezen en behoeften aan eigen vermogens (2012-14) in de scenario's van Oliver Wyman
Dubieuze vorderingen
15
00
02
04
06
08
10
250
10
Niet-financiële agenten
Hypothecaire leningen
5
12
0 00 02 04 06 08 10 12
Balans van de Spaanse banken (eind september 2012, miljard euro) Activa
Totale activa Niet-financiële ondernemingen 59
10
Interbancaire ontleningen751 Deposito's 1556 Obligaties 401
Totaal van de leningen
8
Buitenlands Andere
194 338
Kapitaal en reserves
397
Totale passiva
3637
379 913
Hypothecaire leningen 604
150
4
0
100 50
6
Behoeften aan eigen vermogen Andere Overschot 57 eigen vermogen Houdt een stijging in van 36 de 24 Winst financieringsaangewend 59 capaciteit van 41 om verlies de financiële op te ondernemingen slorpen met 1,7 punt van het bbp 110 Provisies 110
0
2
3637
200
12
Passiva
Interbancaire leningen 326 Andere leningen 1867 Overheidsobligaties 255 Andere obligaties 314 Aandelen 191 Buitenlands 243 Andere 441
300
Basisscenario
Ongunstig scenario
80 85 90 95 00 05 10
(*) De inkrimping van het bbp overtreft 6 % in 2012-14
Bouw en vastgoedsector
534 Andere niet-financiële ondernemingen
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
... maar ook Italië en Frankrijk (I) Begrotingsbeperking* 4.0 3.5 3.0
(% van het bbp)
Italië SCP 2012
(gemiddelde over 4 kwartalen, %)
3.0 2.5
2.0
2.0
1.5
1.5
1.0
1.0
0.5
0.5 11
Stijging van het bbp
3.5
Nieuw doel
2.5
0.0
Frankrijk
4.0
2 Nieuw doel SCP 2012
1
0
0.0 12 13 14 15 11 (*) variatie van het primaire structurele begrotingssaldo
12
13
14
15
-1
Financiële spaartegoeden van de privésector per agent
2012 T3 -2
(% van het bbp) 5 4
Italië Privé
4
0
2
-2 -4 Niet-financiële vennootschappen -5 00 02 04 06 08 10 12 60
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
Gezinnen
2.0 1.5 1.0
0
?
-2 -4
Frankrijk
Elasticiteit van de import voor de binnenlandse vraag
Privé
6
2
Italië
Frankrijk
8
Gezinnen
2011
Niet-financiële vennootschappen 00
02
04
06
08
10
12
0.5 0.0
IT FR ES PT DE BE
... maar ook Italië en Frankrijk (II) Frankrijk: margepercentage van de niet-financiële ondernemingen Bijdrage tot de variatie van het margepercentage sinds 1995
Margepercentage van de niet-financiële sector 40
bbp (% van jaar tot jaar)
39
[E. D.]
38 37 36 35
Margepercentage (% van de toegevoegde waarde)
34 95
00
05
10
5 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 -5
(% van de toegevoegde waarde, cumul)
3
Productiviteit min reële lonen
2
Andere
1 0 -1 -2
Prijs van de toegevoegde waarde / Consumptieprijs -4 Margepercentage -3 -5
95
98
01
04
07
10
Lopende rekeningen en buitenlandse nettoposities (% van het bbp)
Lopende rekeningen
4
Frankrijk
2 0 -2
Italië
-4 -6
Spanje
-8 -10 -12
93 95 97 99 01 03 05 07 09 11 61
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
Buitenlandse nettoposities in 2011 BE NL DE FI AT FR US IT UK ES IE GR PT -150
-100
-50
0
50
100
... maar ook Italië en Frankrijk (III) Betalingsbalans: netto "portefeuille"-stromen en "andere beleggingen" (miljard euro) 500
Spanje
400
Totale portefeuille-stromen Openbare schuldinstrumenten Andere schuldinstrumenten
300 200 100
"Andere beleggingen" zonder centrale bank
0 -100
Duitsland 70
-300
500
05
06
07
08
09
10
11
300
200
200
100
100
0
0
-100
-100
-200
-200
-300
-300 06
07
08
09
10
11
62 Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
12
-400
Frankrijk
50
Frankrijk*
400
300
-400 05
60
12
500
Italië
400
(%) 80
Centrale bank
-200 -400
Aandeel van openbare schuldinstrumenten in het bezit van de rest van de wereld
40
Italië 30
Spanje
20 00
05
06
07
08
09
10
11
12
(*) Voor Frankrijk worden de stromen van de "Centrale Bank" geraamd vanaf het saldo Target.
02
04
06
08
10
12
Besluit □ Deze zomer werd een ommekeer bereikt in het crisisbeheer met de inrichting van het OMT-programma door de ECB en de versoepeling van de houding ten opzichte van het aan de gang zijnde herstel van het begrotingsevenwicht.
□ Dit herstel is niet zonder deflatoire zorgen: zonder een nieuwe versnelling van de wereldgroei of een aanzienlijke waardevermindering van de euro, zal de activiteit gevaarlijk blijven krimpen in 2013. □ Het risico om in de “bezuinigingsval" terecht te komen - waar bezuiniging, recessie en druk van de markten elkaar in stand houden - is duidelijk verhoogd voor Italië... maar ook voor Frankrijk! □ Tot op heden heeft de ECB veel moed getoond... maar zij kan moeilijk veel meer doen. 63
Addenda
64
Bbp in vier landen van de eurozone Het bbp en enkele componenten (2006 = 100) 130
Duitsland
130
120
120
110
110
100
100
120
90
90
115
80
80
70
70
Eurozone
110
60
105 100
130
95
06 07 08 09 10 11 12
Italië
60
130
120
120
90
110
110
85
100
100
90
90
80
80
70
70
06
07
08
09
10
11
bbp Export Investering in uitrustingsgoederen Investering in residentieel vastgoed Overheidsconsumptie 65 Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
12
60
06 07 08 09 10 11 12
60
Frankrijk
06 07 08 09 10 11 12
Spanje
06 07 08 09 10 11 12
Financiering van de nationale banksystemen door Eurosysteem Nettoleningen van de centrale banken aan hun binnenlandse banken Duitsland
250
Spanje
400
150
(miljard euro) Portugal
400
300
300
300
-50
200
200
200
-150
100
100
100
0
0
0
50
-250 -350 -450
01
03
05
07
09
-100 01
11
Frankrijk
400
03
05
07
09
11
Griekenland
400
-100
01
03
05
07
09
-100
11
Ierland
400
300
300
300
200
200
200
200
100
100
100
100
0
0
0
0
01
03
05
07
09
-100 01
11
03
05
07
09
11
-100
01
03
05
07
01
03
09
-100
11
01
03
(% van de door de nationale banksystemen samengevoegde balansen, T3 2012) 35 30 25 20 15
66
Bronnen: ECB, nationale centrale banken
10 5 0 -5 -10 -15 DE
FR
IT
ES
NL
AT
BE
PT
FI
GR
IE
05
07
09
11
09
11
Italië
400
300
-100
België
400
05
07
Opnieuw nationaliseren van de activa van de Europese banken (I) Aandeel in de totale bankactiva (%) Omvang van de bankbalansen
Binnenlandse activa
(% van het bbp)
Activa zonder reserves bij de ECB 350
95
Activa ten opzichte van de niet-financiële sector 300
85
Spanje
Duitsland
75
250
Duitsland 250
Spanje
80
Eurozone 300
Italië
90
70
Frankrijk
200
Frankrijk
65 99 01 03 05 07 09 11
200
150
Activa in andere landen van de eurozone
Italië 150 99
01
03
05
07
09
11
100
20 99
01
03
05
07
09
11
16
16
Frankrijk 12 8 4 0
67
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
20
Duitsland Italië Spanje 99 01 03 05 07 09 11
Activa in de rest van de wereld Frankrijk
Duitsland
12
Spanje
8 4
Italië 0
99 01 03 05 07 09 11
Opnieuw nationaliseren van de activa van de Europese banken (II) Niet-bancaire schuldinstrumenten volgens de oorsprong van de emittent (%) Andere effecten van de eurozone
Binnenlandse effecten
100
Italië
80
Spanje
Frankrijk
60
60
25
Frankrijk
50 40
01
03
05 07
09
Spanje
Nederland
60
80
01
03
05
07
09
11
Ierland
99
01
03
05
07
09
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
11
0
01
03
05
07
09
11
Ierland
40
Oostenrijk
Oostenrijk 30 Eurozone 20 Nederland
10
Ierland
99
50
20
20
Italië
60
30
40
0
70
België
50 België Eurozone 40 Oostenrijk
60
Spanje
5
70
Portugal
0
10
Italië 99
11
Frankrijk
15
0 99
Duitsland
20
Duitsland
10
100
68
30
20
Duitsland
20 0
70
30
40
Effecten van de rest van de wereld
Portugal 99
01
03
05
Nederland
0 07
09
11
Eurozone België Portugal
10 99
01
03
05
07
09
11
Begrotingssaldi Begrotingssaldi Centrale administraties (gecumuleerd, miljard euro)
Portugal
Ierland
Frankrijk
Duitsland
0
5
0
0
-2
0
-20
-10
-5
-40
-10
-60
-15
-80
-20
-100
-25
-120
-4 -6 -8 -10 -12 -14 -16 Jan
-30 Maa
Mei
Jul
Sep
Nov
Jan
Maa
Spanje
Mei
Jul
Sep
Nov
-140 Jan
-20 -30 -40 -50
Maa
Griekenland
0
Jul
Sep
Nov
Mei
Jul
Sep
Nov
Nov
-12 -80
-35
-14
-100 Jan
Maa
Mei
2008 69
Sep
-10
-60
-30 Maa
Nov
-8
-25
Jan
Sep
-6
-40
-20
-120
Jul
-4 -20
-15
-100
Mei
-2
0
-10
-80
Maa
0
-5
-60
Jan
België
20
0
-40
-60
Italië
5
-20
Mei
Bronnen: Thomson Datastream, nationale centrale banken
Jul
Sep
2009
Nov
2010
Jan
2011
Maa
2012
Mei
Jul
Sep
Nov
-16 Jan
Maa
Mei
Jul
"Risicoloze" rente van de eurozone Verwachte rente op 3 maanden (Euriborcontracten op 3 maanden, %)
3.0
Dec. 2015
Curve van de forward rente op 1 jaar (Duitsland, %)
2.0
Dec. 2014
6
Dec. 2013
1.0 0.5
Dec. 2012
0
N D J F M A M J J A S O N D
2011
2012
Lange rente en verwachte korte rente (%)
7
Geraamd met de rente op 2 jaar over 1 jaar
6 5 4 3 2 1
Swaprente op 10 jaar 98
70
00
02
04
06
08
10
Bronnen: Thomson Datastream, Dexia-AM
12
Forward rente op 1 jaar
1.5
Tot op welk niveau kan de renteswap op 10 jaar redelijkerwijze dalen zonder deflatie noch bijkomende daling van de spilrente?
31/12/09
5 4
31/12/10
3
31/12/11
2
13/11/12
1 0 -1 Vandaag
2.5
1
2
3
4
Jaren
5
6
7
8
9
(I)
Rente op 2 jaar
0,8%
(II)
Rente op 3 jaar na 2 jaar
1,9%
(III)
Rente op 5 jaar na 5 jaar*
3,0%
Rente op 10 jaar
2,2%
(*) In de veronderstelling van een verwachte 5 jarige inflatie van ongeveer 1,5 % na 5 jaar, een reële kortetermijnrente van ongeveer 1 % en een termijnpremie van 0,5 %.
Als het risico op deflatie echter reëel zou worden en als de ECB zou beslissen de rentes te verminderen, dan zou de renteswap op 10 jaar tot 1,5 % kunnen dalen.
Adressen Luxemburg Dexia Asset Management Luxembourg S.A. 136, route d’Arlon 1150 Luxembourg Tel.: + 352 2797-1 België Dexia Asset Management Belgium SA Rogierplein 11 1210 Brussel Tel. : + 32 2.222 11 11 Frankrijk Dexia Asset Management S.A. 40, rue Washington 75408 Paris Cedex 08 Tel. : + 33 1 53 93 40 00
Duitsland Dexia Asset Management Luxembourg S.A. Zweigniederlassung Duitsland An der Welle 4 60422 Frankfurt Tel. : + 49 02 222 7593 8823
Verenigde Arabische Emiraten Dexia Asset Management Luxembourg S.A. MENA Representative Office Dubai International Financial Office 24, The Gate Village, Dubai Tel. : +971 4 401 97 36
Australië Ausbil Dexia Ltd Veritas House – Level 23 207 Kent Street Sydney NSW 2000 Tel. : + 61 2.925 90.200
Spanje Dexia Asset Management Luxembourg S.A. Sucursal en España Calle Ortega y Gasset, 26 28006 Madrid Tel. : + 34 91 360 94 75
Bahrein Dexia Asset Management Luxembourg S.A. Middle East Representative Office Al Moayyed Tower 21st Office # 2108 Bldg. 2504 Road 2832 Blk 428 Al Seef District, PO Box 75766 Tel. : + 973 17509900 Canada Dexia Asset Management Luxembourg S.A. Canadian Representative Office 155, Wellington Street West 6th floor Toronto, Ontario M5V 3L3 Canada Tel. : + 1 416 974 9055
71
Italië Dexia Asset Management Luxembourg S.A. Succursale Italiana Corso Italia 1 20122 Milano Tel. : + 39 02 31 82 83 62
Nederland Dexia Asset Management Nederlands bijkantoor Lichtenauerlaan 102-120 3062 ME Rotterdam Tel. : + 31 10 204 56 53 Verenigd Koninkrijk Dexia Asset Management Luxembourg S.A. UK Establishment 200 Aldersgate 13th Floor EC1A 4HD London Tel. : + 44 2074707345 Zwitserland Dexia Asset Management Luxembourg S.A. succursale de Genève 2, rue de Jargonnant 1207 Genève Tel. : + 41 22 707 90 00
Disclaimer
Dit document heeft een louter informatief karakter. Het bevat geen aanbod tot aan- of verkoop van financiële instrumenten en houdt geen beleggingsadvies in. Het vormt evenmin de bevestiging van enige transactie tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen. De informatie in dit document is afkomstig van verschillende bronnen. Dexia Asset Management legt de grootst mogelijke zorg aan de dag bij het kiezen van zijn informatiebronnen en het doorgeven van de informatie. Fouten of weglatingen in deze bronnen of processen kunnen echter niet van tevoren worden uitgesloten. Dexia Asset Management kan niet aansprakelijk worden gesteld voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade die voortvloeit uit het gebruik van dit document. De inhoud van dit document mag niet worden overgenomen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Dexia Asset Management. De intellectuele eigendomsrechten van Dexia Asset Management moeten te allen tijde worden gerespecteerd. Opgelet : Als dit document melding maakt van resultaten behaald in het verleden van een financieel instrument, een financiële index of een beleggingsdienst, verwijst naar simulaties van zulke resultaten of gegevens bevat met betrekking tot toekomstige resultaten, is de cliënt zich ervan bewust dat de in het verleden behaalde resultaten en/of prognoses geen betrouwbare indicator vormen voor toekomstige resultaten. Meer nog, Dexia Asset Management preciseert dat: • indien het gaat om brutoresultaten, het resultaat kan worden beïnvloed door provisies, bijdragen en andere lasten. • indien het resultaat in een andere valuta luidt dan die van het land waar de cliënt verblijft, de vermelde winsten kunnen stijgen of dalen, afhankelijk van de valutaschommelingen. Indien dit document verwijst naar een bepaalde fiscale behandeling, is de belegger zich ervan bewust dat zulke informatie afhangt van de individuele omstandigheden van elke belegger en in de toekomst aan wijzigingen onderhevig kan zijn. Dit document bevat geen onderzoek op beleggingsgebied zoals gedefinieerd in artikel 24 §1 van de richtlijn 2006/73/EG van 10 augustus 2006 tot uitvoering van de richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad. Indien deze informatie een publicitaire mededeling is, wenst Dexia AM te verduidelijken dat deze niet werd opgesteld overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter bevordering van de onafhankelijkheid van het onderzoek op beleggingsgebied en niet onderworpen is aan een verbod om te handelen reeds vóór de verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied. Dexia AM nodigt de belegger uit om steeds het prospectus te raadplegen vooraleer in één van haar fondsen te beleggen. Het prospectus en andere informatiebronnen die betrekking hebben op fondsen zijn beschikbaar op www.dexia-am.com.
Money does not perform. People do. 72