Echtscheiding en de begeleiding van kinderen. Academie voor Integratieve Psychologie Promotor: Annick Vanhove Celine De Munter Academiejaar 2011-2012
5
Echtscheiding en de begeleiding van kinderen. Academie voor Integratieve Psychologie Promotor: Annick Vanhove Celine De Munter Academiejaar 2011-2012
6
Echtscheiding en de begeleiding van kinderen.
INHOUDSTAFEL 1 SYNOPSIS____________________________________________________________________ 9 2 KINDEREN IN EEN ECHTSCHEIDINGSSITUATIE ___________________________________ 10 INLEIDING _____________________________________________________________________ 10 2.1 2.2 2.3 2.4
PROBLEEMSTELLING ___________________________________________________________ PREVALENTIE ________________________________________________________________ TAKEN VAN EEN KIND IN EEN ECHTSCHEIDINGSSITUATIE ________________________________ FACTOREN DIE EEN INVLOED HEBBEN OP DE BELEVING VAN HET KIND IN EEN ECHTSCHEIDINGSSITUATIE ___________________________________________________________ 2.5 GEVOLGEN VAN ECHTSCHEIDING VOOR KINDEREN OP LANGE TERMIJN ___________________ 2.6 PAS (PARENTAL ALIENATION SYNDROME)__________________________________________
10 10 11 11 15 16
3 KIES ________________________________________________________________________ 17 3.1 ONTSTAAN _________________________________________________________________ 17 3.2 HET PROGRAMMA EN DE BEHANDELDE THEMA’S BEKNOPT WEERGEGEVEN __________________ 18 3.2.1 DE INFORMATIEBIJEENKOMST __________________________________________________ 18 3.2.2 FORMAT VAN EEN SESSIE MET DE KINDEREN _______________________________________ 19 3.2.3 OVERZICHT VAN DE SESSIES EN BIJHORENDE THEMA’S _______________________________ 19 3.2.4 EVALUATIEBIJEENKOMST ______________________________________________________ 20 3.3 THEORETISCH KADER KIES ______________________________________________________ 21 3.3.1 HUMANISTISCHE PSYCHOLOGEN _______________________________________________ 21 3.3.2 METHODIEKEN UIT DE CREATIEVE THERAPIE MET EEN KNIPOOG NAAR DE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE ________________________________________________________________ 23 3.3.3 SYSTEMISCH PERSPECTIEF _____________________________________________________ 24 3.3.4 GEDRAGSTHERAPIE _________________________________________________________ 25 3.3.5 EEN INTEGRATIEVE METHODE OM TE WERKEN MET KINDEREN IN EEN ECHTSCHEIDINGSSITUATIE? 25 3.3.6 TOEVOEGINGEN____________________________________________________________ 26 3.4 KIES IN BELGIË, STAND VAN ZAKEN _______________________________________________ 27 4 DANK ______________________________________________________________________ 28
7
5 BIJLAGE BOEKEN EN SITES____________________________________________________ 29
8
1 Synopsis In Vlaanderen bestaat een schrijnend tekort aan begeleidingsvormen aangepast aan de noden van kinderen in echtscheidingssituaties. In deze scriptie wordt de beleving van kinderen in een echtscheidingssituatie centraal gesteld. Uit de literatuur werd gedistilleerd welke de opgaven zijn die een kind in deze situatie moet volbrengen en de factoren die hier een invloed op uitoefenen worden toegelicht. Kort wordt ingegaan op mogelijke lange termijngevolgen en het ouderverstotingssyndroom, PAS (parent alienation syndrome). Vervolgens wordt het KIES-programma uit de doeken gedaan dat in Nederland werd ontwikkeld met als doel kinderen in een echtscheidingssituatie preventief te helpen. De oorsprong en het theoretische kader waarop zij hun model baseerden wordt beschreven. Het theoretische model werd geordend volgens therapeutische strekking en op basis van literatuuronderzoek en mijn werk als PPC in een CLB werden per strekking elementen toegevoegd die bruikbaar zijn voor de hulpverlener als perspectief of als tool voor de begeleiding van ouders en kinderen in een echtscheidingssituatie. De resultaten van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland uitgevoerd volgens de SMART-principes, wezen een significant positief effect van het KIES-programma aan. Momenteel is het pilootproject in België volop bezig om het effect van dit programma op Vlaamse kinderen na te gaan. In het kader van dit pilootproject kreeg ik de kans deel te nemen aan de opleidingsdriedaagse van Kies en om de eerste reeks te draaien voor het onderzoek. De wetenschappelijke resultaten zijn pas eind dit jaar voorhanden. Het thema blijft echter actueel en naast de therapeutische perspectieven relevant voor de begeleiding van gezinnen in echtscheidingssituaties is de keuze van dit thema zinvol om de naambekendheid van Kies, als één van de best onderbouwde programma’s voor kinderen in echtscheiding, te verspreiden.
9
2 Kinderen in een echtscheidingssituatie Inleiding 2.1 Probleemstelling De hulpverlening in België wordt geconfronteerd met een grote vraag aan begeleidingen van zowel ouders als kinderen in echtscheidingen. Wanneer een inventarisatie wordt gemaakt van de beschikbare methodieken en programma’s wordt vastgesteld dat deze voornamelijk zijn toegespitst op ouders en in veel mindere mate aangepast aan kinderen. Nochtans is een echtscheiding voor kinderen een even ingrijpende gebeurtenis, temeer omdat deze beslissing volledig bij de ouders ligt. Men kan opperen dat deze begeleiding van ouders onrechtstreeks een positief effect heeft op het kind. In de realiteit wordt echter vastgesteld dat in vele gevallen het verwerkingsproces van de ouders het moeilijk maakt emotioneel beschikbaar te zijn voor hun kind net op het moment dat ze dit nodig hebben. In deze scriptie wordt eerst op de prevalentie van echtscheiding ingegaan, de taken voor kinderen in deze situatie en de factoren die een invloed kunnen hebben op de beleving van kinderen wordt uiteengezet. Vervolgens wordt het Kies-programma dat zich toespitst op deze beleving van kinderen in een echtscheidingssituatie uit de doeken gedaan. De oorsprong en de onderliggende theoretische visie werd geordend volgens therapeutische strekking en op basis van literatuuronderzoek en eigen ervaringen als PPC in het CLB, aangevuld. Tot slot een aantal bedenkingen m.b.t. de opzet van het programma.
2.2 Prevalentie Het aantal echtscheidingen in België blijft in een gestaag tempo toenemen. In 2009 bedraagt de prevalentie in België 6.6%, in 1990 bedroeg deze nog 2.6%1. Jaarlijks scheiden meer dan 30.000 mensen in België waarvan ruim de helft in Vlaanderen2 . Een analyse van Rijksregistergegevens door Edith Lodewijckx leert dat naar schatting 20 à 25% van de kinderen in Vlaanderen een scheiding of echtscheiding van de ouders meemaakt 3. Zij
1
* Overgenomen uit de website van de FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (voorheen NIS), Afdeling Statistiek: 2
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering , Publicatiedatum: 31-5-2011
3
Lodewijckx E. (2007) in ‘De impact van een echtscheiding op kinderen en (ex)partners. http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/publicaties/Publicaties/svr-studies/2007-03-impact-echtscheidingweb.pdf
10
vertrekt hierbij van het standpunt van de kinderen en rekent de kinderen wiens ouders uit elkaar gingen zonder gehuwd te zijn (decohabitatie) erbij.
2.3 Taken van een kind in een echtscheidingssituatie De gevolgen van een echtscheiding zijn niet te onderschatten. Naast de emotionele impact verandert heel wat voor de betrokkenen. De financiële gevolgen doen de levensstandaard in de meeste gevallen dalen. De dagelijkse routines worden helemaal door elkaar gehaald en de kinderen leven vaak in twee huizen. Ouders kunnen het minder opbrengen de discipline te handhaven en niet zelden is er minder aandacht voor verzorging en emotionele steun voor de kinderen. Het aanpassingsvermogen van het kind wordt voortdurend op de proef gesteld terwijl de mensen in de omgeving net een afwachtende houding aannemen Ieder kind in een echtscheidingssituatie moet een aantal opgaven doorlopen. Wallerstein4 formuleerde deze na wetenschappelijk onderzoek als volgt: 1. Het erkennen dat de ouders uit elkaar zijn. 2. Zich kunnen loskoppelen van het ouderlijke conflict om opnieuw aan dagdagelijkse routine deel te nemen. 3. De emoties die met het verlies en de veranderingen gepaard gaan verwerken. 4. De ouders de scheiding kunnen vergeven, de woede daarrond verwerken. 5. Het aanvaarden van de onomkeerbaarheid van de scheiding en de bijhorende herenigingswens laten varen. 6. De eigen verwachtingen m.b.t. relaties op realistische hoop laten steunen. Primair als taak voor kinderen is het erkennen en begrijpen van de scheiding, het strategisch onttrekken, het omgaan met en verwerken van het verlies. Indien de kinderen niet leren omgaan met hun gevoelens van woede en verdriet en de scheiding leren aanvaarden als iets onomkeerbaars dan kan dit gevolgen blijven hebben tot in de volwassenheid.
2.4 Factoren die een invloed hebben op de beleving van het kind in een echtscheidingssituatie Voor ouders en kinderen is een echtscheiding een ingrijpend gebeuren. In verschillende bronnen wordt teruggevonden dat een echtscheiding voor kinderen niet schadelijk hoeft te
4
Wallerstein, J. (1984) ‘Children of divorce: the psychological tasks of the child’ in Annual Progress in Child Psychiatry & Child Development.
11
zijn. Dat in de realiteit heel grote verschillen voorkomen van hoe kinderen hierop reageren en welk effect dit heeft op hun verder leven. (De Keyser, A. 2008, Cottyn L. 1995, et al.5). De reacties die hieronder beschreven worden zijn normale reacties op een crisissituatie. Na verloop van enige maanden tot een jaar zullen deze reacties afzwakken en na ongeveer 2 à 3 jaar zullen de kinderen zich aan de nieuwe leefsituatie hebben aangepast. Wanneer zich echter nieuwe ingrijpende gebeurtenissen blijven voordoen en/of wanneer de ouders er niet in slagen met een zorg voor zichzelf en hun kinderen te scheiden zullen deze reacties nog veel langer aanhouden en zelfs in intensiteit toenemen! Het kan niet voldoende worden benadrukt hoe belangrijk het is het kind duidelijk te maken dat het geen schuld treft aan de scheiding. Welke factoren spelen een rol in de beleving van het kind? De leeftijd van het kind. Naargelang de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt percipieert en verwerkt het de scheiding anders. Gezien de rol hiervan op de beleving van het kind wordt hier dieper op ingegaan6. Als bijlage werd en uitgebreide boekenlijst opgenomen voor zowel kinderen als ouders, leerkrachten en hulpverlener en de boeken voor kinderen werden geordend per leeftijd. Het is belangrijk voor ogen te houden dat dit normale reacties zijn op een crisissituatie die bij het verwerkingsproces van het kind horen. Dit proces verloop niet rechtlijnig maar in golven. Verschillende fasen kunnen door elkaar lopen.
Peuters en kleuters: voelen de spanningen en reageren hierop, dit kunnen klachten zijn zoals buikpijn, extra aandacht vragen, enz. Soms is een regressie merkbaar en willen ze opnieuw gevoed worden of is de zindelijkheid opnieuw een werkpunt. Ze kunnen scheidingsangsten vertonen, nachtmerries hebben, angstige gedachten ontwikkelen. Vanuit een egocentrisch perspectief en een magisch denken, hetgeen hoort bij de leeftijd, geven ze zichzelf gemakkelijk de schuld van de scheiding. Het magische denken bij kleuters, de levendige fantasie maakt het moeilijker om te aanvaarden dat de ouders uit elkaar zijn. Ze hebben de indruk dat ze door bvb. overdreven lief te doen ze de ouders weer met gemak samen krijgen.
5
Studiedag ‘(v)echtscheidingen vanuit een systemisch perspectief.’ door (over) leven en gedoceerd door Anne De Keyser in 2010. Cottyn, L. (2010) ‘Als ouders apart (gaan) wonen: beschikbare steunbronnen voor kinderen’ in Systeemtheoretisch Bulletin 13, 1995. 6 Snels-Dolron N., De Kort M. (2008) ‘Theoriemap Training Kies-coach, expertise centrum kind en scheiding.’ en Studiedag ‘(v)echtscheidingen vanuit een systemisch perspectief.’ door (over) leven en gedoceerd door Anne De Keyser in 2010.
12
Het jonge schoolkind (6-8 jaar): Verdriet! Hun wereld stort in en ze maken zich veel praktische zorgen. Dit kadert binnen deze overgangsfase van preoperationeel denken naar het concreet-operationele denken. Als reactie kunnen ze zich erg bezitterig opstellen. Ze koesteren herenigingswensen. Het gevaar door hun opstelling op deze leeftijd is dat ze betrokken raken in de strijd tussen de ouders. Ze hebben het moeilijk met de nieuwe partner. Onzekerheid, angst, loyaliteitsproblemen, er niet over willen praten. Kinderen kunnen concentratieproblemen hebben, extra prikkelbaar zijn en het afreageren op school met gedragsproblemen. De identiteitsontwikkeling speelt op 6/7 jaar een grote rol. Men begint zich te vergelijken met leeftijdsgenootjes. Jongens kunnen in geval van scheiding met uitwonende vader een mannelijk rolfiguur op deze leeftijd erg missen. Kinderen vanaf 7 denken mee na over oplossingen voor het gezin.
Het oudere lagere-schoolkind (9-12 jaar): Boosheid! Met name op de ouder die volgens het kind de schuldige is. Geneigd tot partijdigheid en hierbij ook de drang de zorg op te nemen voor de overblijvende ouder. Gevaar tot parentificatie loert. Morele principes krijgen een deuk, wat betekent ‘houden van’ eigenlijk?, ‘volwassenen houden hun beloftes niet!’ Ze proberen het gezin opnieuw samen te krijgen, bemiddelen. Ze worstelen met gevoelens van schaamte en eenzaamheid omdat ze het gevoel hebben ‘anders’ te zijn dan hun leeftijdsgenoten.
Tieners (12-15 jaar): Een scheiding kan hun proces van zelfstandig worden versnellen. Sommigen nemen de rol van steunfiguur op in het gezin, anderen distantiëren zich en trekken meer met leeftijdsgenoten op. Het experimenteren met seksuele relaties e.a. zaken kan als compensatie uitvoeriger voorkomen. Het beeld van de ouders wordt bijgesteld: ‘geen geheel-goede ouders!?. Het komt vaak voor dat een uitgesproken voorkeur voor één ouder bestaat en dat hier kan men ver in gaan. Hierover in discussie gaan is volledig zinloos. Ze neigen een façade op te zetten en doen dit gemakkelijker naarmate de scheiding meer turbulent verloopt. In bepaalde gevallen is de scheiding een opluchting doordat al lang werd aangevoeld dat het niet goed liep.
Adolescenten (16-18 jaar): Een echtscheiding in deze fase maakt dat hun beeld van menselijke relaties een deuk krijgt op het moment dat ze bezig zijn hierin de eigen toekomstgerichte verwachtingen en dromen op te zetten. Extreme reacties hierop kunnen enerzijds geen engagement willen aangaan op vlak van partner- of ouderschap of anderzijds zich willen bewijzen en sneller (te snel) in een relatie stappen. Vanuit hun verantwoordelijkheidsgevoel gaan ze vaak de vader- of moederrol opnemen hetgeen het volbrengen van de eigen ontwikkelingstaak
13
belemmert. Dit kan hen in het gezin in een geïsoleerde positie brengen doordat ze geen ouder maar ook geen broer/zus zijn. Pubers zijn extra gevoelig voor afwijzing maar werken dit met hun gedrag vaak extra in de hand. Des te meer hebben ze nodig te weten dat de ouder er voor hen is en van hen houdt. Naast de leeftijd speelt ook de mate waarin een kind weerbaar, veerkrachtig is een grote rol in hoe hij/zij kan aanpassen aan nieuwe situaties en dus ook aan de scheiding. Temperament en intelligentie kunnen hierin een plaats krijgen. De plaats in de kinderrij is ook van tel, de oudste krijgt het vaak zwaarder te verduren dan een jonger kind. Ook het geslacht heeft een invloed. Bij jongens die lang in een éénoudergezin wonen worden de meeste negatieve effecten gevonden. De reactie van jongens of meisjes verschilt ook. Jongens neigen vaker naar extravert kanaliseren (agressiever en drukker). Meisjes tonen eerder hun verdriet dan hun woede, internaliserend. Zij nemen gemakkelijker een ondersteunende, verzorgende rol op zich. Bovengenoemde verschillen gelden niet voor alle jongens en meisjes. Of de boodschap werd gebracht naar de kinderen en op welke manier dat gebeurde. In welke mate is het duidelijk dat het kind geen schuld treft aan de scheiding en in welke mate mag er ruimte zijn voor zijn reactie? Scheiden is verlies en verlies is rouwen. De schok, boosheid en verdriet van een kind zijn hartverscheurend maar een gezonde en normale reactie7. Wanneer beide ouders in een gezamenlijk gesprek aanbrengen dat ze uit elkaar te gaan en dat het kind daar geen schuld aan heeft, heeft dit een minder negatieve impact, dan wanneer het kind zonder uitleg moet vaststellen dat vader dan wel moeder op grond van ruzie is uitgetrokken en onduidelijk is hoe of wanneer het kind deze ouder nog kan zien. Is er een duidelijke ouderschapsregeling? Op welke manier erkennen de ouders elkaar in hun ouderrol en kunnen ze deze opnemen naast hun ex-partnerschap. Mag het kind tijdens verblijf bij de ene ouder de andere ouder contacteren? Worden nodige documenten van school en dergelijke voldoende doorgegeven of maakt een passief-agressieve opstelling dit moeilijk? Voor scholen wordt onder meer vanuit Klasse geholpen hier mee om te gaan. Elektronische communicatie kan helpen dat ouders niet afhankelijk van elkaar zijn voor informatie en het kind uit die positie wordt 7
Neumann, M.G. & Romanowski P. (2009) ‘Het zandkastelenprogramma, en de kinderen scheiden mee…’
14
gehaald van postbode8. De beleving van het kind wordt in significante mate minder gecompromitteerd wanneer de ouders goed kunnen samenwerken in de zorg voor hun kind. In praktisch elk artikel of boek over echtscheidingen wordt aangehaald dat het een onweerlegbaar feit is dat niet zozeer de scheiding op zich problemen veroorzaakt maar wel de aanhoudende vijandige sfeer tussen de ouders.
2.5 Gevolgen van echtscheiding voor kinderen op lange termijn De mate dat de opgaven zoals beschreven door Wallerstein door kinderen in deze situatie kunnen worden volbracht heeft een grote invloed op de verdere ontwikkeling. Een onderzoek dat Wallerstein 9 uitvoerde wees aan dat over de jaren heen een significant aantal kinderen psychologische en sociale problemen blijft ondervinden. Deze problemen worden geassocieerd met aanhoudende problemen binnen de familie na een scheiding. Uit literatuuronderzoek van Ed Spruijt10 wordt bevestigd wat Wallerstein beschrijft. De volgende lange termijn gevolgen zijn vastgesteld:
Aanhoudende angsten m.b.t. het ontwikkelen van duurzame relaties in latere ontwikkelingsfasen in de volwassenheid.
vroeger beginnen met relaties,
meer seksuele ervaring,
meer relatieproblemen.
Delinquent gedrag wordt in verband gebracht met aanhoudende conflicten tussen ouders in een scheiding.
Voornamelijk meisjes hebben op termijn een grotere kans op depressie,
kampen met een negatief zelfbeeld,
hebben een grotere kans op echtscheiding in een eigen huwelijk.
De relatie dat het kind met beide ouders heeft en hoe deze verandert na de scheiding speelt hier een prominente rol. Smulders-Groenhuijsen11 benadrukt het belang van een goede voorlichting van ouders ten behoeve van de kinderen. In mei 2003 was een congres over scheiding in Amsterdam12. Daar werd de uitspraak gedaan dat ‘Een dode ouder voor een kind beter is te verdragen dan een gescheiden ouder.’ Een rouwproces over een overledene is duidelijker en definitiever dan een scheiding en kinderen kunnen 8
Klasse Nr. 187 ‘Brief voor mama, kopie voor papa?’ Wallerstein, J.,S. (1990) ‘The Long-Term Effects of Divorce on Children: A Review.’ In Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, volume 30 (1991). 10 Spruijt, E. (2003). ‘Het verdeelde kind.’ 11 Smulders-Groenhuijsen, L. (2003). ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’ 12 Snels-Dolron N., De Kort M. (2008) ‘Theoriemap Training Kies-coach, expertise centrum kind en scheiding.’ 9
15
op meer steun en begrip van de omgeving rekenen. Men wil aandacht voor de onderschatting van de gevolgen van een echtscheiding voor kinderen.
2.6 PAS (parental alienation syndrome)13 PAS staat voor het ouderverstotingssyndroom en beschrijft de situatie waarin het kind het contact met één van beide ouders verbreekt zonder aanwijsbare reden. In zo’n 5% van de gevallen komt dit voor. Er bestaan organisaties van en voor ouders die hun kind niet meer mogen zien die het aantal veel hoger inschatten. In het begin is het vaak een territoriale kwestie maar de relatie kan ook verwateren. Gardner14 verwees naar PAS als een stoornis omdat het kind tegen het eigen belang in handelt. Wanneer er sprake is van incest of mishandeling is het begrip niet van toepassing. Of het in de komende DSM-V zal belanden is weinig waarschijnlijk. Gardner’s visie was controversieel in Amerika15. Kinderen onttrekken zich aan een ondraaglijk loyaliteitsconflict door op de oever van één van beide ouders te springen. Vaak de in hun ogen ‘zwakste’ ouder die ze bijgevolg ervaren als degene die het meest hun steun nodig heeft. Gardner16 meent dat het kind zich bewust wordt van de machtsstrijd en hierin een eigen bijdrage wil hebben. Het stelt zelf scenario’s op en is alzo actief in het maken van scenario’s waarbij de gehate ouder actief gekleineerd wordt. Het gaat hierbij niet over vaders die hun kinderen misbruiken maar over normale, liefdevolle vaders die gehecht zijn aan hun kinderen en een liefdevolle relatie hadden voor de relatie met moeder eindigde. De gevolgen voor het kind zijn rampzalig. Door te leren zich respectloos uit te laten over de andere ouder in een klimaat waar dit zelfs wordt aangemoedigd beschrijft Gardner dat de verzorgende ouder zijn/haar psychische afwijking overbrengt op het kind. PAS-kinderen krijgen meestal problemen met het inschatten van de realiteit, ze zijn ingesteld op het dingen voor waar aan te nemen die ze zelf niet hebben waargenomen. Dit leidt tot verwarring en onzekerheid, gebrek aan zelfvertrouwen en een wantrouwen tegenover de medemens. Soms wordt hen zelfs ronduit psychotisch gedrag aangeleerd door openlijke vijandigheid bij hen te stimuleren en hen aan te sporen de gevolgen voor die persoon buiten beschouwing laten. Dit neemt niet weg dat een PAS-kind hierin een groot verlies ervaart en tristesse ervaart die niet kan worden geuit. In Rogers’
13
Gardner beschreef 2 aanleidingen: druk van één ouder of contact van het kind met criminele milieus. Wij gaan niet in op het tweede. 14
Gardner R. A. (1998). The parental alienation syndrome: a guide for mental health and legal professionals. 15
http://en.wikipedia.org/wiki/Richard_A._Gardner De Standaard (2004) in Snels-Dolron N., De Kort M. (2008) ‘Theoriemap Training Kies-coach, expertise centrum kind en scheiding.’ 16
16
termen kan je stellen dat de actual self wordt ontkend. Smulders17 haalt aan dat het kind naast een ouder een deel van zijn eigen identiteit verliest. In Nederland zou 40% van de PAS-gevallen in een omgangshuis komen tot een omgangsregeling18. In realiteit wordt daar vastgesteld dat het voornamelijk over gekwetste moeders gaat die bang zijn en begeleiding nodig hebben om deze argwaan te kunnen laten varen zodat de situatie niet tot een PAS escaleert.
3 KIES Vanuit het pilootproject in samenwerking met Jongeren en Welzijn en de universiteit van Antwerpen kreeg ik de kans deel te nemen aan de opleidingsdriedaagse van KIES en de eerste reeks te draaien voor het onderzoek. Het geheel aan opgedane ervaringen binnen dit onderzoek kan hier niet worden toegelicht omwille van het contract tussen UA en ‘Jongeren en Welzijn’. Maar voldoende stof om verder op te werken rond echtscheidingssituaties, begeleiding van kinderen en KIES.
3.1 Ontstaan Het KIES-programma, KIES staat voor Kinderen in Echtscheiding, werd opgesteld door Nelly-Snels Dolron en Maaike De Kort in Nederland. Vanuit hun praktijk als leerkracht vielen kinderen in echtscheidingssituaties hen steeds vaker op. Gesteund door Stichting HVO (Humanistisch Vormingsonderwijs) doen ze uitgebreid onderzoek naar
wat reeds wordt aangeboden voor kinderen in een echtscheidingssituatie
welke behoefte er is en
of ze van een nieuw aanbod gebruik zouden maken
Hun onderzoek maakt duidelijk dat er in de hulpverlening wel een aanbod bestaat voor kinderen in een echtscheidingssituatie, maar dat dit meestal in een één-één relatie is met een volwassene. Stephanie Staal19 deed in 2001 het relaas dat in artikels en boeken steevast over de kinderen werd gesproken maar zelden MET hen. Snels en De Kort20 vonden geen laagdrempelig model dat weinig kost en dat geïmplementeerd kon worden in het onderwijs als hulp in eigen omgeving en zo voor alle kinderen toegankelijk.
17
Smulders-Groenhuijsen (2002). ‘En ze leefden nog lang en gelukkig. Kinderen en echtscheiding.’ In Vlaanderen werden geen cijfers teruggevonden van het aantal PAS-gevallen die in bezoekruimten komen tot een omgangsregeling. 19 Staal, S. (2001). ‘De geborgenheid die wij verloren.’ 20 Snels-Dolron N., De Kort M. (2008) ‘Theoriemap Training Kies-coach, expertise centrum kind en scheiding.’ 18
17
Vanuit gesprekken met de kinderen en vanuit de afgenomen enquêtes kwam naar boven dat de kinderen behoefte hadden aan contact met anderen die hetzelfde ervaren of hulp te krijgen voor dat wat hen persoonlijk dwars zit. Bij de ouders willen de kinderen dit onderwerp niet bovenhalen om zeker te zijn dat ze niemand kwetsen of deloyaal zijn en zwijgen ze het dood. Op school was duidelijk dat de kinderen zich absoluut niet vrij voelden om over dit onderwerp tijdens het kringgesprek in de klas te spreken of om er een spreekbeurt over te houden. Sommigen geven aan dat ze gepest worden door kinderen die niet bekend zijn met een echtscheiding. Kortom, op school en thuis wordt zo min mogelijk gesproken over de scheiding. Meestal zitten in één klas meerdere kinderen met gescheiden ouders maar weten ze dit niet van elkaar. Een spel- en praatgoep tussen lotgenoten ontwikkelen dat kan aangeboden worden op school lijkt een antwoord op de behoefte die de kinderen vanuit dit onderzoek aangeven.
3.2 Het programma en de behandelde thema’s beknopt weergegeven21 3.2.1
De Informatiebijeenkomst
Eerst worden brieven aan alle kinderen meegegeven om uit te leggen wat KIES is en ouders uit te nodigen op een eerste informatiebijeenkomst. Samenwerking en duidelijke afspraken met de school zijn nodig. Tijdens deze informatiebijeenkomst wordt uitgelegd hoe KIES tot stand kwam, wordt info over de spel- en praatgroep en over de fases van verwerking meegegeven. De ouders krijgen adviezen mee over omgang of aandachtspunten m.b.t. een echtscheidingssituatie. Doorheen het KIES-traject worden individuele gesprekken met ouders kort en relevant gehouden. Het is van immanent belang dat je je als Kies-coach neutraal opstelt en de focus houdt op de beleving van het kind. Indien nodig wordt een afzonderlijke afspraak gemaakt waarbij de zorgcoördinator of leerlingenbegeleiding aanwezig is. De school moet nadien verder met de leerling en de ouders. De KIES-coach heeft de nodige adressen om ouders en/of kinderen die het te moeilijk blijven hebben door te verwijzen voor intensievere begeleiding.
21
Snels-Dolron N., De Kort M. (2008) ‘Praktijkmap Training Kies-coach, expertise centrum kind en scheiding.’
18
3.2.2
Format van een sessie met de kinderen
Iedere sessie loopt volgens dit stramien: De KIES-coaches starten met het voorbereiden door alles wat je die sessie nodig hebt voorhanden te leggen. De mappen voor de kinderen en de stiften is standaard. De aantekeningen van laatste keer even nakijken. 3.2.2.1 CONTACT Bij binnenkomst wordt ieder kind afzonderlijk begroet. Door oogcontact te maken in combinatie met een aangename glimlach help je ieder kind non-verbaal op zijn/haar gemak te zijn. Tot iedereen er is mogen ze kleuren in de map of met elkaar praten. Deze tijd wordt zo kort mogelijk gehouden en de kinderen wordt gevraagd op tijd te komen en wat ze daarvoor nodig hebben. Er wordt op tijd begonnen. De kinderen worden gezamenlijk welkom geheten en altijd wordt begonnen met te vragen hoe het gaat; of er vragen zijn; of er iets bijzonders is gebeurd? De belangrijkste taak van een KIES-coach is een dusdanige sfeer te creëren zodat de groep zich veilig voelt. 3.2.2.2 INHOUD Het verhaal van Sam, de jongen die elke sessie iets tegenkomt binnen zijn situatie als kind van gescheiden ouders, is de start van het inhoudelijke werk. Het wordt gebruikt als inleiding van het thema dat die sessie verder wordt opgenomen. Vervolgens komt een activiteit aan bod, verschillende werkvormen elke sessie 1 à 2. Ook wordt telkens één spel gedaan waarbij ze zeker in beweging zijn. Na de activiteit komt het werkblad ter verwerking, soms wordt begonnen met een werkblad als inleiding op een activiteit. De Kies-coach heeft verdiepingsbladen achter de hand voor snelle kinderen. 3.2.2.3 AFRONDING Tenslotte wordt afgesloten met een korte evalutie, krijgen ze nog de kans om een vraag te stellen en aan de hand van een korte luchtige activiteit wordt afgerond zodat de kinderen met een niet te zwaar gevoel weggaan. 3.2.3
Overzicht van de sessies en bijhorende thema’s
Sessie 1 Kennismaking en erkenning voor de eigen situatie Sessie 2 Herinneringen ophalen en stilstaan bij gevoelens Sessie 3 Durven vertrouwen, ervaringen en gevoelens delen Sessie 4 Omgaan met veranderingen, leren hulp vragen Sessie 5 Terugblikken, balans opmaken en doelstellingen formuleren
19
Sessie 6 Blokkades opruimen, valkuilen zien en krachten ontdekken Sessie 7 Afscheid van de oude situatie en opnieuw beginnen Sessie 8 Loslaten, vertrouwen opbouwen en op eigen benen staan Doorheen de sessies kan aan de thema’s gemerkt worden dat de kinderen van de groep met elkaar kennismaken en van elkaar meteen horen dat ze lotgenoten zijn. Aan elkaar uitleggen hoe ze het te horen hebben gekregen en daar even bij stilstaan is de eerste stap (cf. Wallerstein’s opgaven). Vervolgens wordt doorheen de sessies nagegaan wie met welk aspect nog problemen ondervindt en daarrond wordt gewerkt. De kinderen denken samen na om oplossingen te vinden en dat proces op zich is een groot deel van de werkzaamheid van dit programma. De verbondenheid die net zo broos en verder weg leek wordt opnieuw gevoeld in een nieuwe groep lotgenoten. Dit sterkt de kinderen om voor zichzelf te kunnen nadenken hoe het voor hen is, waar ze naartoe willen en wat ze daarvoor nodig hebben. Het is verbluffend hoe creatief kinderen zijn om met veranderende situaties om te gaan. Deze kinderen hebben geen medelijden maar aandacht nodig die hen toestaat te mogen voelen en stil te staan bij wat dit met hen doet. De aandachtige lezer met een sterk geheugen herkent doorheen de thema’s duidelijk de opgaven die Wallerstein beschreef die kinderen in een scheidingssituatie moeten doorlopen: Primair als taak voor kinderen is het erkennen en begrijpen van de scheiding, het strategisch onttrekken, het omgaan met en verwerken van het verlies. Indien de kinderen niet leren omgaan met hun gevoelens van woede en verdriet en de scheiding leren aanvaarden als iets onomkeerbaars dan kan dit gevolgen blijven hebben tot in de volwassenheid. En dat is wat KIES wil voorkomen! Evaluatiebijeenkomst Op de evaluatiebijeenkomst wordt op basis van algemene bemerkingen, dus niet 3.2.4
gespecifieerd op kind, weergegeven wat werd gedaan tijdens Kies, welke processen in deze groep werden vastgesteld en wat de kinderen nog nodig hebben. De ouders kunnen zowel positieve als negatieve reacties geven. Op positieve reacties wordt dankbaar gereageerd en trachten KIES-coaches nog iets toe te voegen. Bvb. ‘mijn kind praat er meer over’ dan kan de ouder er op gewezen worden dat er nu een opening is om vragen te stellen. Zowel door ouder als kind. Zo zullen ouder en kind beter van elkaars behoefte op de hoogte zijn en elkaar beter begrijpen. De typisch negatieve reacties worden vanuit de opleiding behandeld en geoefend. Indien een ouder aanhaalt dat ‘Geen veranderingen worden bemerkt’, is het belangrijk te wijzen op het sleeper effect. Dit wil zeggen dat later op de opgedane kennis en oefeningen kan worden terugvallen wanneer dit nodig is. Wanneer een ouder oppert dat het kind heftige reacties
20
had door KIES is het goed hen mee te geven dat belangrijke emoties op dat ogenblik worden verwerkt en een plaats krijgen die het kind minder blokkeren in diens ontwikkeling. Het kan zijn dat een ouder klaagt dat er ‘meer problemen sinds KIES zijn’. Uitleggen dat het probleem was verborgen maar wel een blokkade was om zich onbekommerd te kunnen verder ontwikkelen. Dat blokkades opstapelen en door ze op te heffen voorkom je erger. Dit is een mogelijkheid om gedane zaken tot juiste proporties te brengen. Soms heb je ouders die hetvolgende aangeven ‘Ik weet niets van wat mijn kind heeft gezegd, wat heb ik eraan!?’ Even de ouders naar de belevingswereld van het kind trekken door toe te lichten dat door los van loyaliteit te kunnen spreken het kind ruimte heeft gekregen zijn gevoel te verwerken. Wat gezegd is is niet relevant en blijft binnen de groep. De avond wordt afgesloten wanneer ieder zijn zeg heeft kunnen hebben. Ouders worden nadrukkelijk bedankt en geprezen voor hun vertrouwen en de kans die ze hun kinderen geven mee te mogen doen aan KIES. De ouders krijgen evaluatieformulieren mee waaruit je als KIES-coach constructieve kritiek of sterke punten kan putten om je werking verder aan te passen.
3.3 Theoretisch kader KIES Hier wordt dieper ingegaan op de verschillende methodieken en technieken die aan de basis liggen van het KIES-programma. Het zal duidelijk zijn dat een integratie werd doorgevoerd van ideeën en methodieken van vele psychologische strekkingen. Door steeds een basiswerkwijze toe te passen en te evalueren werd een werkbaar model in de praktijk ontwikkeld. Nelly Snels-Dolron en Maaike De Kort zijn constructief ingestelde dames die openstaan voor constructieve kritiek. Dit proces is nog steeds bezig, de analogie met de leerstof uit de basisopleiding is treffend, denk maar aan Piaget’s assimilatie en accommodatie in het equilibratieproces en exogene inspiratie, constructief denken, …. Om een overzichtelijke oplijsting van deze invloeden toe te staan werden ideeën en technieken per strekking geordend. Daarnaast werden aanvullingen, relevant voor de begeleiding van kinderen in echtscheidingssituaties, gedaan op basis van literatuuronderzoek en op basis van mijn ervaringen in het werken met deze kinderen op het Centrum voor Leerlingenbegeleiding. Humanistische psychologen Het eerste doel dat wordt gesteld is voor, door en vanuit het kind. Solter22 benadrukt dat 3.3.1
kinderen zelf weten wat zij nodig hebben. Volwassenen kunnen door bewust daarmee om te gaan en echt te luisteren, het kind helpen de voorwaarden te scheppen die diens behoeften 22
Solter, A. (2004). ‘Het ongedwongen kind.’
21
helpen vervullen. Reeds van de kiem van dit model wordt dit gerespecteerd zoals in de paragraaf over het ontstaan van KIES kan worden vastgesteld. De basisvaardigheden empathie, authenticiteit en onvoorwaardelijke acceptatie van Rogers zijn prioritair als grondhouding van een KIES-coach. Als basis werd uitgegaan van de behoeften van de kinderen en naast de eerder beschreven taken die een kind binnen een echtscheidingssituatie dient te vervullen (cf. Wallerstein) werd ook de motivatietheorie van Maslow mee in rekening gebracht: 3.3.1.1 Piramide van Maslow De basiswerkwijze baseerden zij mede op de motivatietheorie van Maslow. Deze humanistische psycholoog stelde dat ieder mens 5 basisbehoeften kent. Conceptueel stelde hij dit voor in een piramide23 waarbij het vervullen van een lagere trede de mogelijkheid met zich meebracht zich te richten op een ‘hogere’ behoefte.
Bij kinderen in een echtscheidingssituatie worden vaak al problemen vastgesteld vanaf de ‘tweede’ trede. De behoefte om veilig en zeker te zijn is niet vanzelfsprekend ingevuld wanneer een vechtscheiding maakt dat het kind geen benul heeft over hoe de zaken geregeld zijn die met hem/haar te zien hebben. Door te luisteren naar het kind in zijn specifieke situatie kan op maat gewerkt worden rond de meest prominente behoefte. 3.3.1.2 Gesprekstechnieken Thomas Gordon en Martine Delfos De gespreksvormen volgens Thomas Gordon en Martine Delfos voor het werken met de kinderen. Hierin wordt vanuit gelijkwaardigheid met de ander gecommuniceerd. In opvoedingsrelaties betekent dit dat de opvoeder het kind in zijn waarde laat en respectvol benadert. In gesprek met de kinderen mag de KIES-coach enkel Ik-boodschappen uiten. Hoe de ander zich voelt kan je immers enkel veronderstellen. Hinderpalen in de 23
http://nl.wikipedia.org/wiki/Piramide_van_Maslow
22
gespreksvoering zijn commanderen, dreigen, waarschuwen, preken, adviseren, beschuldigen, en dergelijke meer omwille van hun negatieve invloed op de beleving van een veilig plekje. 3.3.2
Methodieken uit de creatieve therapie met een knipoog naar de cognitieve gedragstherapie
Een zoektocht naar werkvormen die dichtst bij de belevingswereld van de kinderen lag brachten Snels en De Kort bij de expressieve en creatieve therapieën. Kinderen zijn nog beter dan volwassenen in staat via ‘een medium’ te verwerken wat ze meemaken. Tekeningen, knutselwerkjes, speelgoed laten toe om het gevoel hanteerbaar te maken. Door deze gevoelens ‘in iets te stoppen’ en achteraf weer op te roepen wordt een beleving een herinnering. Ook een pijnlijke herinnering kan op die manier beter te dragen zijn voor een kind. Door de gebeurtenis, de beleving daarbij en de herinnering vorm te geven en hanteerbaarder te maken reikt de KIES-coach de kinderen de mogelijkheid aan om ervaringen en gevoelens op te roepen en erover te praten. Als begeleider van de kinderen kan je door spel, creatieve werkvormen en gesprek gebeurtenissen positiever herettiketeren. In groepsverband, onder begeleiding en met lotgenoten praten over moeilijke, ook traumatiserende ervaringen, geeft de kinderen een veilig, gesteund gevoel en geeft hen hun eigen kracht en mogelijkheden weer terug. Ze ervaren dat ze niet verder hoeven met de destijds opgeslagen beleving. Waar de beleving en de herinnering wel hetzelfde blijven kan wel ervaren worden hoe je nu als mens zelf zou (willen) handelen. Het beeldend werken kan met name een uitingsvorm zijn voor kinderen die het moeilijker verbaal kunnen uitdrukken maar is voor ieder kind een dankbare werkvorm om stil te staan bij de eigen beleving. Dit doet denken aan de ‘felt sense’, focussingmethode waar aandacht wordt geschonken aan de waargenomen zinvolheid. Door beeldend te werken wordt een focusmoment gecreëerd. Dit heft een mogelijke taalbeperking op en staat toe zich te richten op hun beleving. De kinderen beschikken elk over een werkboek waar elke sessie wordt weergegeven met bijhorende opdrachtenbladen waarin zij kunnen dichten, tekenen, etc. De kinderen zijn vrij in de keuze om het boek bij de KIES-coach te laten of het mee te nemen naar huis.
23
3.3.3
Systemisch perspectief
3.3.3.1 Communicatietheoriëen (later strategische stroming) ‘Belangrijk bij iedere communicatie is de behoefte van kinderen om gezien, gehoord en begrepen te worden. Wanneer we dit ontkennen en alleen maar willen overtuigen zonder te luisteren, gaat het mis.’ (Watzlawick24, 1997) De axioma’s van Watzlawick m.b.t. de communicatie worden belicht om de KIES-coach bewust te maken dat zowel de ouders als de kinderen niet niet kunnen communiceren. Dat echte communicatie is gebaseerd op gelijkwaardigheid en verschil. De ouders kunnen tegen je opkijken door de rol die je hebt als Coach en de ‘vuile was’ die tijdens de groepsessies kan boven komen. Het is belangrijk je hiervan bewust te zijn. Het kan aangenaam zijn voor ouders even te kunnen steunen op de kennis van de Kies-coach maar het kan ook als bedreigend ervaren worden. De KIES-coach dient zich bewust te zijn dat verschillende communicatiekanalen bestaan, verbaal en non-verbaal, analoog en digitaal. Ook binnen AIP wordt voldoende nadruk gelegd op de beperkingen van de taal om te vatten wat kan gezegd worden. Het pars pro toto principe blijft van toepassing. 3.3.3.2 Structurele stroming Minuchin was bezig met het gezin als systeem, hij had een circulaire visie op een situatie. Het verleggen van de interpunctie of het overschouwen vanuit de positie van de ouder wordt hierin ook meegenomen. Binnen rollenspelen, die evenzeer als methode in de gedragstherapie worden gebruikt, wordt vaak helderder voor het kind welk effect het op de ouder heeft. Het belang van een goede hiërarchie voor het functioneren van dit systeem en dit komt bij een scheiding duidelijkerwijze op losse schroeven te staan. Ook meerzijdige partijdigheid, nu vanuit het perspectief van één ouder, dan vanuit perspectief van de andere ouder, kan helpen om de schuldverwijzing te verminderen. Om dit duidelijk te stellen kan een tekening die vanuit verschillende hoek iets anders betekent worden gebruikt (optisch effect dat eenzelfde tekening zowel als eend of haas kan worden waargenomen) Of een prent van een 6, degene aan de andere kant ziet een 9. Beiden hebben gelijk. De waarheid bestaat niet maar is afhankelijk van de positie. 3.3.3.3 Contextuele stroming Vanuit de contextuele therapie is het belangrijk om bij de loyaliteit van het kind stil te staan. Vaak wordt verwacht van het kind om een keuze te maken tussen moeder of vader. Maar dat is een onmogelijke zaak voor een kind, ‘een godsoordeel’. Het effect van aanhoudende 24
Watzlawick(1997) in Snels-Dolron N., De Kort M. (2008) ‘Theoriemap Training Kies-coach, expertise centrum kind en scheiding.’
24
vechtscheidingen wordt prachtig geïllustreerd door een aantal tekeningen. De ouders worden bovenaan basis getekend, elk in hun eigen kleur. Het kind wordt getekend in de helft de moeder-kleur en de andere helft de vader-kleur. De aanhoudende ruzies veroorzaken als het ware een breuklijn in het kind zijn persoonlijkheid. Deze tekening werd reeds meermaals gebruikt en is zeer effectief in het voorstellen van de positie van het kind naar de ouders toe. Je kan het kind ook tussen de ouders tekenen als brug en aangeven dat dit belastend is voor hem/haar. 3.3.4
Gedragstherapie
Rollenspelen: Door het oefenen van situaties waar het kind moeite mee ondervindt wordt het gesterkt om de negatieve beleving van een concrete gebeurtenis op een andere manier te benaderen. Ervaren dat je krachtig en beter verder kunt leven en niet hoeft te stagneren door die negatieve ervaring. De kinderen kunnen elkaar voorstellen doen over hoe ze ook kunnen reageren. Dit samen nadenken verbindt de kinderen en sterkt hen in een volgende gelijkaardige gebeurtenis. De communicatie tussen ouder en kind kan hierdoor verbeteren. De GGG-aanpak (gebeurtenis-gedachte-gevoel) vanuit de cognitief-gedragstherapeutische stroming wordt gebruikt om moeilijke ervaringen beter te leren kaderen. 3.3.5
Een integratieve methode om te werken met kinderen in een echtscheidingssituatie?
In het programma kunnen uit meerdere strekkingen elementen worden teruggevonden. Men kan zich bijgevolg afvragen of het zinvol is deze terug op te delen? Het programma heeft, mijn inziens, een grote integratieve waarde met een voornamelijk humanistische onderbouw. Naast de eerder aangehaalde invloeden werden ook invloeden vanuit NLP en methodes gebruikt bij rouwverwerking mee geïntegreerd. De voornaamste toegepaste methodiek is HOKE (herkennen, onderzoeken, kiezen, evalueren). Aan dit geheel werd het leren omzetten van een probleem in een handeling toegevoegd. KIES is een programma dat voor vele kinderen voldoende is om opnieuw de draad op te pikken en helderder door het leven te kunnen. Sommige kinderen en ouders blijven echter met problemen kampen. Binnen de opleiding wordt het belang van het signaleren van ernstigere problematieken uitvoerig behandeld. Het gaat over het opmerken van signalen van mishandeling, depressie, automultilatie, …
25
3.3.6
Toevoegingen
Vanuit mijn beroep als psychopedagogisch Consulent heb ik een aantal opmerkingen bij het programma. De basisfilosofie en de respectvolle benadering van het kind, de laagdrempeligheid en beschikbaarheid voor alle kinderen die betrokken zijn in een echtscheidingssituatie lijkt me een duidelijke worp naar het altruïstische ‘utopische’ topje van het vectorieel systeem en wens ik authentiek toe te juichen. Afspraken? Maar terug met de voeten op aarde vind ik nergens in het programma, noch in het theoretische noch in het praktische deel van format of feitelijke sessies duidelijke afspraken m.b.t. hoe de kinderen zich tegen elkaar dienen te verhouden. Het is zinvol om met deze kinderen vooraleer gevoelens worden gedeeld, een aantal duidelijke groepsafspraken te maken en deze eventueel duidelijk visueel voor te stellen. Deze nieuwe situatie, de anticipatie van de kinderen om deel te nemen aan een taboedoorbrekend programma, waar al wat over werd gepraat tussen ouders en kinderen onderling, de eerder aangehaalde mindere discipline die mogelijks thuis wordt gehandhaafd, de meer extraverte uitingsvormen van kinderen in een echtscheiding maken, mijn inziens, de nood aan een start met een duidelijke structuur. Het gaat over basiszaken als ‘Als de ander spreekt luisteren we’ , ‘Wat hier wordt verteld blijft in vertrouwen’ , … Gezamenlijke normen helpen de effectiviteit (veiligheid) van een groep. Groepsgrootte? Verder wordt aangehaald om niet meer dan 10 kinderen te laten deelnemen. De beperkte tijd en de groepsdynamiek die plaatsvindt doen me pleiten voor een maximum aantal van acht kinderen25. Het is niet haalbaar ieder zijn zegje te laten doen indien ze met 10 zijn. Prioritair is ieder kind de ruimte te kunnen geven bij zijn beleving stil te staan en daarover te kunnen communiceren. Groepssamenstelling? Zijn kinderen wiens ouders bvb. al sinds de kleuterklassen uit elkaar zijn wel gebaat om in dezelfde groep te zitten met kinderen waar de ouders bvb. nog maar een maand uit elkaar zijn? Het kan te confronterend zijn voor kinderen waar de ouders nog in het proces zitten en de ‘traumatiserende ervaringen’ nog lopen. Enerzijds kunnen deze kinderen een beeld krijgen van hersteld evenwicht na de turbulente periode anderzijds zijn ze nog niet klaar om met voldoende afstand hun situatie te beschouwen. In het kader van traumaverwerking kan je een cliënt niet bijstaan indien hij nog in de ‘traumatiserende’ situatie zit. Het mag duidelijk zijn dat dit kind niet in de kou moet worden gezet maar wel dat andere hulp mogelijk gepaster is op dat moment. In de omgeving steunfiguren zoeken waar het kind terecht kan op momenten dat het moeilijk loopt in plaats van te moeten wachten op dat ene
25
http://www.groepsdynamiek.nl/structuur.html
26
groepsuurtje in de week. Bemiddelingshulp voor de ouders indien het zonder onderlinge toestemming loopt. Materiaal en verwijzingen? Voor iedere KIES-coach is het onontbeerlijk op de hoogte te zijn van de wetgeving in België m.b.t. echtscheidingen26. Het is belangrijk over hulpbronnen te beschikken voor veelvoorkomende problemen binnen echtscheidingssituaties. Boekenlijsten met boeken voor zowel kinderen als ouders zijn geen overbodige luxe (zie bijlage). Adressen van bemiddelingsbureaus en links naar digitale hulp in een apart mapje bij hebben voor moest de vraag zich voordoen of moest je merken dat er nood aan is. Zowel voor diensten die gesubsidieerd zijn door de staat als diensten die privé werken rond echtscheiding om naargelang de financiële mogelijkheden de gepaste adressen te voorzien. Zo bestaat een goede site die onder meer ook voorbeelden van ouderschapsplannen voorziet27
3.4 KIES in België, stand van zaken Vanuit ‘Jongeren en Welzijn’ is Marianne Mariën de gemotiveerde kracht die tracht om dit model op grotere schaal geïmplementeerd te krijgen in Vlaanderen. ‘Effectiviteit van het KIES-programma en mogelijkheden tot implementatie in Vlaanderen’ is een samenwerking tussen het Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek van Universiteit Antwerpen en de Preventiedienst van Agentschap Jongerenwelzijn regio Antwerpen. Op basis van het eerder gevoerde onderzoek in Nederland door Ed Spruijt wordt het huidige onderzoek vanuit de Universiteit Antwerpen door Inge Pasteels gecoördineerd. Vragenlijsten voor en na de KIES-sessies voor zowel ouders, kinderen als leerkrachten worden afgenomen van een experimentele en een controlegroep. De resultaten worden op dit moment nog steeds verzameld. Indien deze resultaten positief zijn heeft Marianne Mariën vanuit ‘Jongeren en Welzijn’ een krachtige vraag aan de kabinetten van het Ministerie van Welzijn en Onderwijs om hiervoor middelen te voorzien om dit over heel Vlaanderen beschikbaar te maken in scholen. De laagdrempeligheid, kosteloosheid en beschikbaarheid binnen de eigen omgeving zouden steun kunnen bieden aan vele Belgische kinderen in een echtscheidingssituatie!
26 27
http://burgerlijkwetboek.be/ http://ouders.tweehuizen.be/ouderschapsplan_voorbeelden
27
4 Dank Graag had ik Annick Vanhove bedankt, zij staat altijd paraat met woord en daad! Haar inzicht heeft me al meerdere malen een Aha-erlebnis bezorgd. Aan Philippe Vrancken, Kris Roose en Didier Vanhee een welgemeende dank u wel voor het verrijken van mijn kunde op psychotherapeutisch vlak en om te blijven strijden voor de erkenning van ons vak. Aan Marianne Mariën van Agentschap Jongeren en Welzijn om me de kans te bieden deel te nemen aan dit pilootproject. Annick Lersberghe, mijn warme stagementor en de connectiesspecialist die me eerst aansprak over het veelbelovende KIES-programma. Tenslotte dank ik ook mijn familie om me de ruimte toe te staan deze opleiding en dus deze scriptie tot een goed(?) einde te brengen. Lots of love to you all!
28
5 Bijlage boeken en sites Kleuters
Het andere huis van Monica Muis, De Vos L., 1983 Papa woont nu in de Willemstraat, Maar en Ballhaus, 1990 Wanneer komt papa terug? Osman en Xarey, 1990 Papa’s nieuwe vriendin, Leach ?.; Browe J., 1992 Ik heb twee beren, Boendermaker & Roekamp, 1995 De koning trok erop uit om een draak te doden, Spangenberg B., 1997 De papa met 10 kinderen (éénoudergezinnen), Guettier B., 1999 Dag papa, tot ziens! Weninger B. Kamil, de groene kameleon. Steggink, D. Heks en tovenaar. Minne B., 2002 Even anders, Daenen, F., 2002 Koffer-Koen. Van Gansewinkel, A., 2003 Een heel bijzondere hond, Nijhoff M., Lemniscaat 2003 Altijd is voor altijd. Elias, B.,2004 Dansen op ijs. Bunge D., 2006 (over scheiding grootouders) Spring, het eekhoorntje. Over scheiding en jaloezie, Delfos M. Cd-rom 2007
6-8 jarigen
Twee kastelen. Beerten E., 1987 Het drakepad, Slee C. 1990 De prinses van de moestuin. Heymans, A. 1991 De koning trok erop uit om een draak te doden, Spangenberg B., 1997 De bauwe stoel, de ruziestoel. Dros I., 1998 Mijn vader kan alles (éénoudergezinnen), Blesius S., 1999 Dees, een vader en een viool, Smulders-Groenhuijsen L. Van alles twee. Delfos, M., 2000 Ik woon in twee huizen. Masurel, C., 2002 De laatste dag. Boonen, S., 2002 Koffer Koen, van Gansenwinkel A., 2003 De jongen die uit zijn boom kwam. Van den Berg, L.; Van Straaten, H., 2005 Bang, boos, blij. Een helpboek voor als je ouders zijn gescheiden. Van Apeldoorn, S., 2007 Julie heeft twee huizen, Wisse Smit, N., 2007
8-12 jarigen
Hoepel op, Prochazkova, I., 1994 Toen kwam tante Toos. Boen, S., 1994
29
De vader- en moederwedstrijd. Vriens, J., 1996 Gevangen. Bocken, K.,1996 Een stiefkwartiertje. Fine, A., 1996 Sporen in de sneeuw. Dreesen, J.,1997 Een nest in het puin. Vromant, W., 1998 Vader, moeders? Hardgekookte eieren! Vriens, J., 1998 Skaten tussen de rozen. Bowles, C., 1998 Mama is verliefd. Minne, B., 2000 En ik dan? Schindler, N;, 2000 De geheime gast. Hokke, H., 2000 Mijn mama is een cowboy. (éénoudergezinnen) Boonen, S., 2001 Kilometers cola en knetterende rusie. Slee, C., 2002 Verhalen van een vieze familie. Tonen, G., 2004 Als de vleermuizen slapen. Meert, Y., 2004 Woestijnmama, diepvrieszus en ik. Kato, J., 2004. Ik wil niet kiezen tussen mama en papa. Vogels, D., 2005 De jongen die uit zijn boom kwam. Van den Berg, L.; Van Straaten, H., 2005 Ouder!? Het leven van Sterre. Bon, A., 2005 Het verdriet van Lars en Lotte. Linders, J., Ger Guijs, 2007
12-13 jarigen
Kind van gescheiden ouders (getuigenissen), Lichtenbelt, R., 1981 Het laat me niet los. Conrad, P., 1989 Hanneke hopeloos. (éénoudergezinnen), Hafkamp, C., 1990 Achter op de motor (NSG), De Jong, T., 1990 Alles mag. Pollak, E., 1990 Tweespalt. Van Mulders A., 1990 Een rooskleurig meisje. Van Tornqvist, R., 1990 De bevroren prins. Nostlinger, 1991 Ik eet een tijger (scheiding grootouders). Gomes, P., 1992 Een handje vol tijd. Pearson, K., 1993 Dertien. Koster, S., 1995 Een doolhof in mijn hoofd, Bocken, S., 1995 Ze zeggen dat ik stink (éénoudergezinnen, bedplassen). De Landtsheer, P., 1995 Een stiefkwartiertje. (NSG) Fine, A., 1996 Verstekeling vermist. Breeden, C., 1997 Van kwaad tot erger. Voigt, C., 1998 Voor altijd samen, Amen. Kuijer, G., 1999 Hokus, pokus … plas! (NSG) Slee, C., 2000 Een man voor mama. Dreesen, J., 2001 Mijn mama is een cowboy. (éénoudergezinnen) Boonen, S., 2001 Kat en jong. (éénoudergezinnen) Hazelhoff, V., 2001 Papa redden! Johnson, P., 2001 Twee vaders? Boge-Erk, N., 2004 Mijn ouders gaan scheiden en ik dan? Van Swerts, J., 2005
30
En nog een fijne vakantie. (NSG) Ploeger, J., 2005 De kinderen van de Masai. Salinas, S., 2005
14-16 jarigen
Frede (éénoudergezinnen). Vanhaecke, L., 1990 Dertien. Koster S., 1995 Zand in bed. Vervaele, K., 1995 Met het mes op tafel. Voigt, C., 1996 Frieda, met het hart op de tong (éénoudergezinnen). Lian, T., 1996 Een andere huid. Meert, Y., 1997 Reisbureau Fantasia (éénoudergezinnen). Beukenkamp, G., 1997 Rotzooi in mijn hoofd. Bohlmeijer, A., 1999 Janey’s dochter (éénoudergezinnen). Friesen, G., 1999 Thuiskomen. Hermans, R., 1999 Lieg niet tegen mij. Blachman, M., 2000 Bloed, snot en tranen. Arwla, I., 2000 Als een vogel in een kooi. Gingras, C., 2002 De houten aap met een boog (éénoudergezinnen). Boonen, S., 2002 De ring van Jupiter. De Braeckeleer, N., 2002 Engel in het rood. Van Erkel, G., 2003 PS Ik ben jouw dochter. Oldenhave,M., en De Vries, J., 2004 Julia, Marjolijn, Daniel, Irena, Olga en anderen, vroeger wou ik trouwen. Scheidingssurvivalkit voor jongeren, SWP 20077
Voor ouders, leerkrachten en hulpverleners
En de kinderen scheiden mee… Het Zandkastelenprogramma. Neuman, M.,G., Romanowski, P., 2009 Praten over echtscheiding. Charlish, A., 2000 Ontwikkeling in vogelvlucht: ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Delfos, M., 2003 Kinderen en echtscheiding. Lees- en werkboek voor echtscheidingskinderen, ouders en hun begeleiders. Driessen, L., 2002 Een nieuwe start. Duindam, V., 2001 Éénoudergezinnen, moeilijkheden en mogelijkheden bij de zorg voor een of meer kinderen. Van Eijkeren, M.,1992 Scheiden voor beginners. Frankenhuijzen van, I., 2001 Het ouderverstotingssyndroom. Gardner, R., A., (oorspronkelijke titel:Alienation syndrome) Zander, J., 1999 Ouderschap voor en na (echt)scheiding. ‘t Hart, L., Van Schooten, J.,H.,C. ,1996 De verborgen dynamiek van familiebanden. Hellinger, B. 2001 Echtscheiding. Herbert, M., 1999 Kind en Scheiding. Koens, M.J.C. en v. Wamelen, C.G.M., 2001 Kinderen over echtscheiding Hermanns, J., 1995 Gelukkig getrouwd, gelukkig gescheiden Hoefnagels, G.,P.,2000 Handboek scheidingsbemiddeling. Hoefnagels, G., P.,2002 Kinderen en ingrijpende gebeurtenissen: scheiden. Jonkers-Hordijk, K., 2001
31
Kind en echtscheiding. Ontwikkelingspsychologisch perspectief. Meesters, G. & Singendonk, K., 2002 Kind in bemiddeling. Over de transformatie van ex-partners in collega-ouders en de kindermomenten in bemiddeling. Leuven, C. en Hendrik, A. 2005 Als je er alleen voor staat. Opvoeden binnen een eenoudergezin. Kύti, K., Colpin, H., De Munter, A. & Vandemeulebroecke, L., 2004 2 ouders apart. Jongeren over de scheiding van hun ouders Put, E., 2005 De geborgenheid die wij verloren.Volwassen echtscheidingskinderen aan het woord. Staal, S., 2001 Kinderen en ouders na een scheiding. Swet van, J., 2003 Mijn ouders gaan scheiden En ik dan?. Swet van, J., 2004 Kind van gescheiden ouders, kind van de rekening? Teyber, E., 2002 Andermans kinderen. Troloppe, J., 1998 Scheiding en ouderschap. Vermeulen, P., 2004 Samen uit elkaar. Ouder blijven na de scheiding. Waele de, I., 2003 Halve ouders hele kinderen, adviezen voor gescheiden ouders. Wegelin, M., 1996
Internetsites http://www.tweehuizen.be/ www.kinderrechtswinkel.be http://www.caw.be/ www.kjt.org/kids/echtscheiding/ http://www.kinderenvangescheidenouders.nl/ http://members.lycos.nl/gescheidenouders/ www.opvoedadvies.nl/scheiding2.htm www.psydon.nl/voorlichtingsfilm.htm
32