E-‐skills voor zorgprofessionals
Dr. Erik de Vries, Lector Innovatie in de Publieke Sector Drs. Marijn Gielen, onderzoeker
Kapittelweg 33 6525 EN Nijmegen Postbus 6960 6503 GL Nijmegen www.han.nl/publiekezaak
1
1
Introductie “eHealth: verder dan je denkt” is de titel van de eHealth monitor 2013. Daaruit blijkt dat er steeds meer toepassingen van eHealth worden ingezet in de Nederlandse gezondheidszorg. Doelen die daarbij worden nagestreefd zijn doelmatigheid, zelfmanagement, kwaliteiten en continuïteit van zorg, toegankelijkheid en patiëntveiligheid (monitor, 2013). We praten over een grote variëteit aan toepassingen zoals Internet toepassingen voor het verstrekken van informatie, interactieve zorgcommunicatie (zoals e-‐consultatie of zorgcommunities), zorgportalen, Elektronische Patiën-‐ tendossiers (EPD’s), Elektronische Verpleegdossiers (EVP’s), Elektronische Cliëntendossiers (ECD’s), mobiele zorgapplicaties, virtual reality programma’s (zoals serious gaming), domotica, sensor technologie (voor monitoring op afstand) of zorgrobotica. Draagvlak onder professionals wordt genoemd als een van de barrières voor de invoering van eHealth. Professionals hebben vaak moeite met het toepassen van ICT omdat ze daarin onvol-‐ doende opgeleid zijn. De verwachting is dat de gezondheidszorg anno 2020 op grote schaal ge-‐ bruik zal maken van eHealth en dat dit de enige weg is om te kunnen voldoen aan de toenemende zorgvraag als gevolg van de vergrijzing. De huidige trend in ouderenzorg, thuiszorg en jeugdzorg is er een richting zelfmanagement en decentralisatie en wordt met nieuwe wetgeving kracht bijgezet. eHealth toepassingen vergroten de realisatiemogelijkheden hiervan. Juist nu de zorg zo sterk in beweging is als gevolg van veranderende wetgeving ontstaat momentum voor vernieu-‐ wing zoals eHealth en veranderende beroepsprofielen. Doel van dit onderzoek In dit onderzoek ontwikkelen we E-‐skills toekomstprofielen voor de zorg. Dit zijn beschrijvingen van de E-‐skills die in verschillende zorgberoepen nodig zijn anno 2020. Deze zijn bedoeld om bewustwording onder zorgprofessionals, HRM professionals en onderwijs-‐ ontwikkelaars te bevorderen. De E-‐skills toekomstprofielen zijn beknopt en daarmee breed en makkelijk toegankelijk. Ze illustreren de toekomst. De profielen zijn niet bedoeld voor formele onderwijsdoeleinden of formele HRM doeleinden. De profielen kunnen echter wel de basis vor-‐ men voor besluitvorming over opleidingen en personeelsvereisten enerzijds en het ontwerp van opleidingen anderzijds.
2
2
Leeswijzer
Dit rapport bestaat uit zes onderdelen. 1. Wat verstaan we onder eHealth? 2. Welke ontwikkelingen zijn er in de zorg en hoe sluit eHealth daarop aan? 3. Trends in zorg technologie 4. De behoefte aan betere E-‐skills in de zorg 5. E-‐skills voor de toekomst 6. E-‐skills toekomstprofielen 2020 Als u bekend bent met de zorg, eHealth en de vraag naar verbetering van E-‐skills in de zorg, kunt u onderdeel een tot en met vier overslaan. Onderdeel vijf introduceert de toekomstprofielen in deel zes en verbetert het begrip daarvan.
3
3
Ontwikkelingen in de Zorgsector EHealth toepassingen dragen al een aantal jaren de belofte in zich om een belangrijke sleutel te zijn voor een voordeliger en kwalitatief hoogwaardiger zorgsector. “De verwachtingen ten aan-‐ zien van EHealth in Nederland zijn positief”, zo meldt de meest recente eHealth Monitor. In de praktijk zien we veel verschillende initiatieven, van beeldschermzorg, tot het inzetten van senso-‐ ren in de ouderenzorg, de ontwikkeling van zelfhulpmodules op het internet, E-‐therapie en toe-‐ passingen van serious gaming om depressies tegen te gaan. Hoewel de gezondheidszorg nog steeds in de beginfase staat van het professioneel gebruiken van nieuwe technologische moge-‐ lijkheden in de dagelijkse zorg, is de verwachting dat de sector anno 2020 op grote schaal ge-‐ bruik zal maken van eHealth toepassingen. “eHealth is het gebruik van nieuwe informatie en communicatie technologieën, en met name internet technologie, om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen o f te verbeteren” (Krijgsman et al., 2 013). Dat vraagt de nodige veranderingen in de werkwijze van zorgprofessionals en het opleiden daar-‐ van. Zoals de minister van VWS in haar eHealth brief van 2012 constateert; “de adoptie van eHealth door patiënten en professionals is een belangrijke voorwaarde om de kansen van eHealth te kunnen verzilveren” (Krijgsman et al, 2013, 9). Wat houdt die adoptie dan in? Over welke vaardigheden en competenties zouden zorgprofessionals idealiter beschikken om eHealth toepassingen doelmatig in te zetten in hun dagelijks werk? Om een beeld te kunnen schetsen van de wijze waarop ICT-‐toepassingen en -‐innovaties invloed hebben op beroepsuitoefening in de zorgsector, hebben we samen met zorgprofessionals onder-‐ zocht welke E-‐skills zorgprofessionals idealiter zouden moeten bezitten in 2020. Hierdoor ont-‐ staat een stip op de horizon van waaruit je in het heden gesprekken kunt voeren en acties kunt ondernemen. Aan de hand van zes toekomstprofielen schetsen we een prikkelend toekomstbeeld op E-‐skills van zorgprofessionals in 2020. Deze werken als een geheugen van de toekomst, waar naartoe vandaag stappen kunnen worden gezet (De Vries, Panneman en de Bruijn, 2013). De ontwikkelingen op het gebied van eHealth en de invloed daarvan op zorgberoepen staat niet op zichzelf. Het past in een bredere transitie van de zorgsector. We bespreken allereerst de be-‐ langrijkste trends in de zorg, technologische ontwikkelingen en huidige stand van zaken rond digitale vaardigheid in de zorgsector. Deze trends geven richting aan het denken over de inzet van technologie in de zorg en de invloed daarvan op zorgberoepen in de toekomst. Dit zijn trends waar we nu al midden in zitten. Vervolgens voegen we daar de inzichten uit diverse ontwerpses-‐ sies met zorgprofessionals, ICT-‐experts en docenten aan toe. Uitmondend in zes toekomstprofie-‐ len voor zorgprofessionals anno 2020 op MBO en HBO niveau. Deze toekomstprofielen zijn niet uitputtend en al evenmin voorschrijvend. We willen er vooral een prikkelend beeld mee schetsen dat de richting van vaardigheden-‐ en competentie-‐ontwikkeling aangeeft.
4
4
Ontwikkelingen in de Zorgsector De zorgsector heeft te maken met grote veranderingen. Die veranderingen komen voort uit bre-‐ dere maatschappelijke trends. In ontwikkeling van nieuwe eHealth toepassingen zien we deze trends terugkomen als centrale thema’s. We onderscheiden zes trends en beëindigen de be-‐ schrijving steeds met consequenties voor informatie uitwisseling en eHealth toepassing. 1. Complexere zorgvraag De verwachting is dat tot 2030 de vraag naar zorg sterk zal toenemen (Peeters et al, 2013, 13). Niet alleen het aandeel 65-‐plussers blijft stijgen, maar ook het aantal personen dat ouder is dan 80 jaar. Deze ‘dubbele vergrijzing’ zorgt voor een grotere zorgvraag. Daarnaast verwacht het RIVM dat het aantal mensen met een chronische ziekte de komende decennia flink zal groeien. Dan gaat het om bijvoorbeeld suikerziekte, hartfalen, dementie en beroerte (www.rivm.nl). “Het RIVM schat dat het aantal mensen met een chronische ziekte in de periode 2000-‐2020 met 35% zal stijgen en dat in 2015 de helft van de bevolking van 25 tot 85 jaar een chronische ziekte zal hebben” (de Witte, ?, 2). Een groter deel zal ook te maken krijgen met meerdere aandoeningen tegelijk. Met als gevolg dat ook het aantal verschillende zorgverleners dat bij een ziektegeval betrokken is toeneemt, zoals ondermeer Nictiz stelt (Klein Wolterink et al., 2012, 2). “De intensi-‐ teit en de duur van de benodigde zorg zullen hierdoor groter worden (...) Deze stijgende zorg-‐ vraag en complexe aard van de zorgbehoefte vragen om een andere organisatie van de zorg” (Peeters et al, 2013, 13/14). Zowel de casus complexiteit als de patiëntcomplexiteit neemt toe (Lambregts en Grotendorst, 2012c). Complexere zorgvraag impliceert complexere dossiervor-‐ ming, meer inhoudelijke communicatiestromen, meer informatiestromen a.g.v. coördinatie van werk en meervoudige monitoring van patiënten met bijbehorende informatiestromen. 2. Samenwerking en ketenzorg Eerder noemden we de complexere zorgvraag als belangrijke trend. Het gevolg is dat steeds va-‐ ker zorg moet worden verleend door een netwerk van verschillende zorgaanbieders in eerste-‐ lijns-‐ en tweedelijns zorg. Doordat steeds meer verschillende zorgaanbieders betrokken zijn bij een cliënt is het zaak meer aandacht te hebben voor het strakker organiseren van deze zorgke-‐ ten. Vragen als; wie heeft de regie over een specifiek zorgdossier, wie verwijst door naar wie, of welke informatie wordt uitgewisseld met wie, zijn dan steeds belangrijker. Deze trend vraagt om meer en betere afstemming tussen zorgprofessionals en om andere rollen van deze professionals. De trend vraagt ook om technologie waarmee (dynamisch) regie kan worden gevoerd, door pati-‐ ent, mantelzorger en/of professionals. 3. Zelfmanagement door cliënten en zelfsturende teams van professionals Naast een groeiend aandeel chronisch zieken, groeit tegelijkertijd het aantal mensen dat zich op oudere leeftijd nog altijd goed zelf kan redden. Samen met de brede maatschappelijke aandacht voor ‘de participatiesamenleving’ zien we een trend richting ‘zelfmanagement’ door patiënten. Enerzijds is het een gevolg van de afnemende intramurale opvangmogelijkheden, mensen moe-‐ ten wel langer zelfstandig blijven. Anderzijds krijgen patiënten steeds meer mogelijkheden om zichzelf uitgebreider te informeren en informatie uit te wisselen met gelijkgestemden en verzor-‐ genden. Daarnaast wordt er meer waarde gehecht aan het behouden van de regie over de eigen zorgvraag binnen een complex landschap van zorgverleners en de wens om zorg op maat te krij-‐ gen. “Vooral in de kringen van patiëntenorganisaties wordt veel waarde gehecht aan het behoud van regie en zeggenschap over het eigen leven bij mensen met een chronische ziekte, maar ook in de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg worden ‘eigen regie’ en ‘zelfmanagement’ steeds be-‐ langrijker” (Peeters et al, 2013, 18). Voorbeelden van zelfmanagement, die in de literatuur wor-‐ den genoemd zijn; zelfbehandeling, zelfmonitoring en het coördineren van de eigen zorgdossiers. 5
De verwachting is dat de gedachte dat de cliënt regisseur is van de eigen zorgvraag zal toenemen. “Patiënten willen meer grip krijgen op de zorg die aan hen verleend wordt. In toenemende mate willen zij (mee) bepalen door wie en hoe zij behandeld worden” (Van Rijen et al, 2002, 164). Deze trend zal onder andere invloed hebben op de toegang tot zorg, de mate en aard van infor-‐ matievoorziening en concurrentieverhoudingen tussen zorgaanbieders. Binnen deze trend valt ook de ontwikkeling van zelfsturende teams te zien. Mondige cliënten, die zelf mede hun zorgproces vorm gaan geven, vragen om professionals met kennis en mandaat. Professionals met voldoende inzicht in ketenzorg, in het voeren van regie over het eigen hande-‐ len, die kunnen inspelen op nieuwe vragen en bij urgentie kunnen ingrijpen. Deze professional heeft meer verantwoordelijkheid en kan minder terugvallen op een manager, ondersteuning, of ‘de organisatie’. Eigen regie roept vragen op over het beheer van patiëntendossiers, behandel-‐ plannen en de interactie tussen cliënten, mantelzorgers en zorgverleners. Tevens vraagt het om methoden van zelfbehandeling. 4. Zorg op afstand c.q. zorg dichter bij huis Zorg zal in de toekomst steeds meer plaats gaan vinden buiten de zorginstellingen, in de thuissi-‐ tuatie van de patiënt. In de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg is deze trend naar extramurale zorg al langer zichtbaar. Enerzijds omdat er simpelweg niet voldoende plaatsen zijn binnen zorg-‐ instellingen door de vergrijzing en decentralisatie van de extramurale zorg en persoonlijke ver-‐ zorging, anderzijds in verband met de wens naar meer eigen regie door de cliënt. Zoals De Wit (20?) aangeeft is, “het beeld van de grote zorginstelling (...) aan het verdwijnen en maakt plaats voor kleine woonvormen, begeleid zelfstandig wonen of geheel zelfstandig wonen met technolo-‐ gische ondersteuning en toezicht op afstand. (...) Deze trend maakt het noodzakelijk na te denken over nieuwe zorgvormen, waarbij zorg thuis centraal staat en professionals meer op afstand komen.” Kortere ziekenhuis opname, langer thuiszorg voor ouderen, nadruk op de zelfredzaam-‐ heid; het zal allemaal leiden tot een trend naar verdere fysieke verwijdering van de patiënt van de traditionele zorginstelling en meer zorg in de eigen woning. Communicatie op afstand is on-‐ vermijdelijk en kan ook bijdragen aan gevoelens van fysieke en geestelijke veiligheid van patiën-‐ ten en familie. Ambulant werken van medewerkers is de norm en vraagt om adequate technische hulpmiddelen ter ondersteuning. 5. Transparantie en standaardisering van verantwoording Zorgverleners moeten in toenemende mate verantwoording afleggen over hun werk en het resul-‐ taat daarvan. Ten eerste gaat het om het vastleggen van gegevens in zorgplannen of (elektroni-‐ sche) patiënten dossiers. Ten tweede gaat het om het valideren van behandelmethoden en moni-‐ toring van effectiviteit en efficiency. Op beide niveaus zien we een trend richting maatwerk én standaardisering. Zorg richt zich steeds meer op het leveren van maatwerk voor iedere individu-‐ ele patiënt. Tegelijkertijd vraag dat om een duidelijke, uniforme en gestandaardiseerde verslag-‐ legging, zodat resultaten vergeleken en uitgewisseld kunnen worden. De grotere rol van verzekeraars speelt hierin mee. Zoals het FWG Trendrapport stelt; “door het selectief contracteren wordt alleen bij die zorgaanbieders ingekocht, die voldoen aan de gestelde kwaliteitsvoorwaarden” (FWG, 2011, 88). Zorgverzekeraars vragen daarom van zorgaanbieders dat zij resultaten kunnen aantonen, zowel voor lopende als nieuwe behandelmethoden. Transpa-‐ rantie en maatwerk vragen om gestandaardiseerde uitwisseling van informatie. 6. Groeiende aandacht voor preventie Voorkomen is beter dan genezen. In lijn met de stijgende kosten van de gezondheidszorg in Ne-‐ derland ontstaat er steeds meer aandacht voor preventie. In 2011 bedroegen de uitgaven aan de gezondheidszorg €90 miljard, ruim €5.000 per inwoner (Peeters et al, 2013, 14). Preventie vraagt investering in voortdurende kennisontwikkeling naar ziektebeelden en monitoring in een
6
vroeg stadium. Maar ook om op gedragsbeïnvloedende communicatie en interactieve communi-‐ catiemiddelen.
7
5
Trends in zorg technologie Technologische ontwikkelingen gaan snel. Het gebruik van Ipads in de zorg zal bijvoorbeeld over twee jaar naar verwachting al weer ‘ouderwets’ zijn. Naast bovenstaande trends in de zorgsector schetsen we technologische trends in de zorg, die richting geven aan de E-‐skills component van profielen voor zorgberoepen in 2020. In de praktijk praten we dan over een grote variëteit aan toepassingen zoals Internet toepassingen voor het verstrekken van informatie, interactieve zorg-‐ communicatie (zoals e-‐consultatie of zorgcommunities), zorgportalen, EPD’s en EVP’s, mobiele zorgapplicaties, virtual reality programma’s (zoals serious gaming), domotica, sensor technologie (voor monitoring op afstand) of zorgrobotica. De eHealth monitor 2013 geeft de stand van zaken over de benutting van technologie in de zorg-‐ sector op dit moment. Conclusie van de monitor is dat de inzet van eHealth toepassingen zich in een pril stadium bevindt. Het RVZ schreef opvallend genoeg in haar rapport ‘Inzicht in eHealth’ 11 jaar geleden iets soortgelijks: “Er blijkt een grote kloof tussen hetgeen momenteel aan eHealth-‐ondersteuning mogelijk is en hetgeen in de praktijk gebeurt” (Van Rijen et al, 2002, 8). Toch is de verwachting dat deze kloof richting 2020 steeds verder gedicht zal worden. “Op dit moment hebben de ontwikkelingen op ICT-‐vlak nog niet geleid tot zodanige kritische massa dat sprake is van een ‘disruptive technology’, maar wel is het inmiddels een ‘facilitating technology’ “ (Duchatteau et al., 2011, 54). De verwachting is dat eHealth toepassingen over een jaar of tien wel ‘disruptive’ gaan zijn. Voor wat we verstaan onder eHealth is de indeling die Bashur maakt (et al., 2011) nuttig. Bashur beschrijft de ontwikkeling van terminologie van ICT-‐toepassingen in de zorg, in de tijd. Waarin aangegeven wordt dat nieuwe terminologie erg veel overlap heeft met vroegere definities en daarmee grotendeels uitwisselbaar zijn. Bashur (2011, 486) laat een trend zien van ‘Telemedici-‐ ne’ (1905-‐1969), naar ‘Telehealth (1978), eHealth (1999), en meest recent m-‐Health (2003). Verder beargumenteert Bashur dat deze termen onder te verdelen zijn naar vier domeinen1. 1. Functionaliteit: welk aspect van het medische proces raakt het? 2. Toepassing: waar wordt een toepassing ingezet? 3. Technologie: welke onderliggende technologieën liggen ten grondslag? 4. Perspectief, hoe eHealth eruit ziet hangt ook af vanuit welke gebruiker je kijkt en over welk soort interactie je het hebt.
1
In Bijlage 2 is de taxonomie naar analogie van Bashur (2011) opgenomen. 8
Figuur 1: Dimensies van eHealth, naar: Krijgsman et al (2012) & Van Gemert-‐Pijnen et al (2013)
Enkele typologieën samenvoegend (Krijgsman et al, 2012; Van Gemert-‐Pijnen et al, 2013) is ver-‐ volgens een aardig beeld te schetsen waar we aan moeten denken als we het hebben over eHealth (zie figuur 1). Het moge duidelijk zijn dat het een terrein in ontwikkeling is en termino-‐ logie zich nog uit moet kristalliseren. Het laat zien dat eHealth direct het zorgproces raakt, in-‐ vloed heeft op de interactie tussen actoren in zorg en welzijn en een specifieke technologische component heeft. Daarnaast zien we steeds meer eHealth toepassingen direct als behandelmethoden ingezet wor-‐ den. Voorbeelden zijn internet therapieën als alcoholdebaas.nl, virtuele revalidatietherapie als CAREN, of mobiele toepassingen als GlucoDock of TemStem. Daarmee ontwikkelt eHealth zich van ICT toepassingen voor de informatievoorziening rondom zorg, naar ICT toepassingen die het hart van de zorg raken. Dat wil zeggen, behandelmethoden en communicatie tussen cliënt en zorgverlener. Vormen van diagnose, therapie en monitoren op afstand zijn steeds gebruikelijker. Dit terwijl drie jaar geleden de aandacht met name lag op het gebied van informatie opslag in EPD’s en informeren van patiënten via internetsites
9
6
Behoefte aan betere E-‐skills in de Zorg eHealth toepassingen worden gezien als onmisbaar om de Nederlandse zorg betaalbaar en kwali-‐ tatief hoogwaardig te houden. Tegelijkertijd leren we uit diverse onderzoeksrapporten en ge-‐ sprekken met zorgprofessionals dat het benutten van eHealth toepassingen nog geen vanzelf-‐ sprekendheid is. Het beeld is dat technologische innovaties steeds meer op de kaart komen te staan in de zorgsec-‐ tor. De andere kant van de medaille is dat zorgprofessional deze dan ook ten volle moeten kun-‐ nen benutten. Daar zijn aanvullende (digitale) vaardigheden en competenties voor nodig; E-‐ skills. Uit onderzoek van de Universiteit Twente (Van Deursen, 2012) komt naar voren dat on-‐ toereikende digitale vaardigheden van werknemers een onderschat probleem is en leidt tot pro-‐ ductiviteitsverlies. “Werknemers schatten hun vaardigheden structureel hoger in dan op basis van enig ander onderzoek te rechtvaardigen valt. Tekenend is bijvoorbeeld dat veel werknemers gedurende de afgelopen drie jaar geen enkele ICT-‐training hebben gevolgd (...). Misschien nog verrassender is dat organisaties niet leidend zijn in het ontwikkelen van de digitale vaardigheden van hun medewerkers (Van Deursen, 2012, 6).” Dat terwijl technologische ontwikkelingen onge-‐ looflijk snel gaan. In een recenter onderzoek van Van Deursen e.a. (2013) komt naar voren dat een meerderheid van de managers in de zorg vindt dat hun personeel onvoldoende ICT-‐ competenties bezit. Tegelijkertijd benadrukt Van Deursen dat dit niet meteen leidt tot het aan-‐ bieden en volgen van ICT-‐gerichte trainingen. Van alle geïnterviewde managers geven zorgma-‐ nagers zelfs het minst vaak aan dat er trainingen ingezet worden om medewerkers bij te scholen. Bovendien geeft het deel van de werknemers die geen ICT training hebben gevolgd aan ICT niet zo belangrijk te vinden. “Dit geldt relatief vaker voor mensen in de zorgsector”, stelt Van Deursen (2013, 12). Nog een conclusie uit hetzelfde onderzoek: “een derde van de geïnterviewde mana-‐ gers vindt het moeilijk personeel met de juiste ICT-‐competenties te vinden, met name in de zorg-‐ sector (Van Deursen, 2013, 13).” Dit schetst een beeld van de zorgsector waarin zorgprofessionals onvoldoende over de juiste ICT-‐ competenties beschikken, onvoldoende het belang van ICT-‐toepassingen inzien en managers te weinig stimuleren. Dit beeld word bevestigd door Lambregts (2012) waarin beroepsprofielen voor verpleegkundi-‐ gen voor 2020 worden opgesteld: “Steeds meer communicatie en informatieoverdracht gaat digitaal. (...) Er wordt van ze (zorgprofessionals, red.) verwacht dat ze zich aanpassen, maar bij-‐ scholing door de zorginstelling is zeer schaars, zo stelt het rapport (Lambregts, 2012a, 19).” Te-‐ gelijkertijd wordt aangegeven dat het gebruik van allerlei ICT-‐toepassingen kansen biedt voor de sector, maar dat er nog veel onduidelijkheid is over wie, hoe, waar en wat men in kan zetten. ZonMw constateert dat “het grootste knelpunt voor veel innovaties zoals eHealth toepassingen de overgang van de pilotfase naar implementatie en opschaling in de dagelijkse gezondheidszorg is.” (ZonMw, 2013, 9). Van essentieel belang wordt genoemd dat in een vroeg stadium zorgpro-‐ fessionals, die er dagelijks mee moeten gaan werken, bij de ontwikkeling betrokken worden. ZonMw ziet daarin ook een belangrijke factor voor succes; “de eHealth innovatie moet ingepast worden in de dagelijkse praktijk van de gezondheidszorg en/of de dagelijkse praktijk moet zich aanpassen aan de nieuwe mogelijkheden” (ZonMw, 2013, 9). Beiden blijken in praktijk niet van-‐ zelfsprekend. Draagvlak onder professionals is een belangrijke barrière voor de invoering van eHealth. Professionals hebben vaak moeite met het toepassen van ICT, omdat ze daarin onvol-‐ doende opgeleid zijn.
10
7
E-‐skills voor de toekomst Welke E-‐skills zouden zorgprofessionals idealiter ontwikkelen om deze uitdaging aan te kunnen gaan? Toekomstverkenningen als Verpleegkundigen & Verzorgenden 2020 (Schuurmans et al., 2012) noemen een aantal vaardigheden en competenties op dit vlak als onderdeel van competen-‐ ties die verpleegkundigen anno 2020 zouden moeten bezitten. Deze zijn vrij algemeen geformu-‐ leerd en in dit project geven we daar graag nadere invulling aan. In zeven groepsinterviews en aanvullende individuele interviews met zorgprofessionals, ICT-‐experts en MBO/HBO docenten komen wij tot de volgende vaardigheden, die als essentieel worden ervaren om in 2020 effectief met eHealth toepassingen te kunnen werken als zorgprofessional. Basiskennis functionaliteiten Zorgprofessionals moeten basiskennis hebben om functionaliteiten van apparatuur en software te bedienen. Deze ‘knoppenkennis’ houdt in dat er omgegaan kan worden met apparatuur in het dagelijks werk, zoals PC’s, smartphone en ipad. Maar ook dat men software kan gebruiken om digitaal afspraken te maken; beeldverbinding tot stand te brengen, te chatten en schrijven binnen platformen en communities; te kunnen registreren in EPD’s/EVD’s, of uren te kunnen schrijven. Bovendien weet men wat een eHealth applicatie doet, d.w.z. dat men de werking ervan kent. Dus men begrijpt dat een game ook informatie vastlegt over gebruik van die game waaruit analyses voortkomen. Men weet dat invoer van gegevens in een EPD voor andere artsen of professionals wordt gebruikt voor behandelingen of wetenschappelijke onderzoek, etc. Begrijpen wat de medi-‐ sche en/of organisatorische werking van een ICT applicaties is, gaat aanzienlijk verder dan ‘knoppen-‐kennis’. Dit vereist inzicht in organisatie en de functie van een eHealth applicatie in een behandeling. Informatievaardigheden Dat wil zeggen; weten waar informatie te vinden is en vandaan komt; inzicht hebben in de bruik-‐ baarheid en betrouwbaarheid van informatiebronnen; op kunnen slaan van gegevens; eenduidi-‐ ge vastlegging, beoordelen van informatie die patiënten zelf toevoegen aan hun dossier; beoorde-‐ len van zelfmetingen en kritisch zijn op gegevens die uit apparatuur komen. De zorgprofessional moet kunnen inschatten wat de ‘werkelijkheid’ is achter de data en zoekt daarin de balans tussen technologische dataverzameling en zijn eigen observaties van de cliënt. Het gaat hier dus vaak om informatie-‐analytische vaardigheden. Meta-‐Cognitieve vaardigheden Aansluitend op de twee bovenstaande vaardigheden, is het zaak dat zorgprofessionals over meta-‐ cognitieve vaardigheden beschikken. Wanneer een verpleegkundige bijvoorbeeld met bepaalde EPD software heeft leren werken, zal hij/zij in staat zijn om andere typen EPD systemen snel te begrijpen. Hetzelfde geldt voor toepassingen van beeldzorg, declaratiesystemen, routeringssoft-‐ ware, etc. Daarvoor is inzicht in de werking van ICT-‐systemen in relatie tot zorg-‐ en organisatie-‐ processen onontbeerlijk. Wanneer men over metacognitieve vaardigheden beschikt kan men het eigen leer-‐ en ontwikkelingsproces t.a.v. eHealth applicaties goed inschatten en neemt terughou-‐ dendheid t.o.v. nieuwe systemen af. Begrijpen en verwoorden inzet van ICT Deze vaardigheden gaan een stap verder dan bovenstaande basisvaardigheden. Zorgprofessio-‐ nals in 2020 moeten voldoende inzicht in de werking van apparatuur, technologische hulpmidde-‐ len en e-‐dienstverlening hebben om die werking te kunnen verwoorden (in eigen woorden) en uit te leggen (instrueren) aan collega’s, cliënten en mantelzorgers. Dit vraagt diepere kennis van
11
e-‐toepassingen.2 Wanneer ICT-‐toepassingen worden ingezet moet de professional vervolgens weten welk onderdeel de toepassing uitmaakt van het behandel-‐ en werkproces en wie waarvoor verantwoordelijk is daarin. Inzicht in het zorgproces is daarbij essentieel. Belangrijk is dat de zorgprofessional het nut van de inzet van een eHealth toepassing voor de cliënt kan benoemen en verwoorden. Enkele meer praktische vaardigheden zijn; gebruikersproblemen bij de cliënt op kunnen lossen (en dus de algemene structuur van applicaties kennen); technische problemen doorzetten naar de juiste specialist; en verwachtingen ten aanzien van de inzet van nieuwe in-‐ strumenten in de behandeling kunnen verwoorden en managen. Dit laatste is het belangrijkste in het zorgproces. Afweging e-‐zorg versus face-‐to-‐face zorg De afweging of behandeling met inzet van eHealth toepassingen gedaan kan worden of dat face-‐ to-‐face zorgverlening noodzakelijk is, is een essentiële e-‐skill. De professional moet kunnen in-‐ schatten wanneer technologische toepassingen op een verantwoorde wijze ingezet kunnen wor-‐ den voor diagnose en behandeling. Hij moet kunnen schatten of cliënten geschikt zijn voor be-‐ handeling op afstand en kunnen beoordelen of er mogelijkheden zijn om eHealth toepassingen in te zetten voordat er daadwerkelijk een formele behandeling start. Hetzelfde geldt voor ‘e-‐triage’ in crisissituaties. Het besluit wanneer de zorgverlener naar de cliënt toe verschuift van de zorgcentrale naar de individuele medewerker. Dat betekent dat de zorgmedewerker de mogelijkheden en beperkingen van e-‐zorg goed moet kennen. Communicatieve vaardigheden ‘op afstand’ De zorgprofessional zal in 2020 meer zorg op afstand verlenen. Dat betekent een andere manier van communiceren. Via beeldscherm zorg is het bijvoorbeeld gemakkelijker te focussen op de zorgvraag, maar is er minder zicht op de context waarin de cliënt zicht bevindt (hoe schoon is het huis?). Dit vraagt een andere manier van omgaan met taal; korter, directer en zakelijker. Terwijl mogelijkheden voor non-‐verbale communicatie afnemen. Een online werkrelatie is daarmee beduidend anders dan één op één contact. Doorvragen; inschatten wat de mondelinge en schrif-‐ telijke taalvaardigheid van de cliënt is; en, afspraken maken over de begrijpelijkheid van gege-‐ vens tussen cliënt en zorgprofessional, zijn voorbeelden van aanvullende skills. Ethisch en veilig omgaan met eHealth Verantwoordelijk en nauwkeurig omgaan met (digitale) gegevens in de zorg is een veelgenoemde vaardigheid. Enerzijds gaat het om ‘technische beveiliging’. De zorgprofessional moet in ieder geval een idee hebben waar gegevens worden opgeslagen en op welke manier er binnen een veilige omgeving te werken is. Anderzijds gaat het om veilig gedrag. Zorgprofessionals kennen de gedragsregels voor het digitaal verwerken van gegevens. Bovendien realiseren zij zich dat er een verschil is tussen het gebruiken van consumenten technologie en professioneel gebruik van technologie. Het gaat erom dat zorgmedewerkers er niet alleen vanuit gaan dat beveiliging in de ICT-‐applicaties geregeld is, maar ook beseft dat op menselijke gedragsniveau en binnen zijn or-‐ ganisatie veiligheid van gegevens moet worden geborgd. Vaardigheden die hier bij horen zijn; nauwkeurigheid in observatie, informatie opslaan conform de werkelijkheid, informatie verwer-‐ ken, opslaan en uitwisselen conform gedragsregels; doorvragen wat er met gegevens gebeurt; en, op een ethische manier gebruik maken van apps, social media, etc. patiëntveiligheid kent dus ook een elektronische component. Uitwisseling en samenwerking in een netwerk ICT-‐ontwikkelingen faciliteren een opener en transparanter zorgnetwerk. Uitwisseling tussen zorgprofessionals met verschillende expertise, sociale participatie in het zorgproces van de cliënt en zijn zorgnetwerk, en digitale overdracht en opslag van informatie zal toenemen. Twee vaar-‐ 2
Laat het overigens wel duidelijk zijn dat zorgprofessionals geen ICT-‐specialist hoeft te zijn.
12
digheden staan centraal. Ten eerste zal de zorgprofessional moeten kunnen samenwerken over het eigen vakgebied heen, met cliënt, mantelzorger, collega’s, ict’ers, etc. Daarin wordt de uitwis-‐ seling van informatie, kennis en expertise steeds belangrijker. Ten tweede zal de zorgprofessio-‐ nal het eigen domein open gaan stellen voor cliënten, zorgnetwerk en collega’s vanuit allerlei disciplines. De lijnen tussen de professional, cliënt, mantelzorger en collega’s worden korter. Dat heeft tot gevolg dat veel verschillende actoren direct bijdragen aan diagnose, behandeling, moni-‐ toring en vastlegging van gegevens. Naast soft skills als openheid en transparantie vraagt dit ook om specifieke E-‐skills. Voorbeelden zijn; kunnen integreren van digitale en niet-‐digitale over-‐ dracht; nauwkeurig en begrijpelijk rapporteren van e-‐consulten; afspraken maken hoe verschil-‐ lende actoren op dezelfde wijze (tekstueel) rapporteren; en doublures aan informatie voorko-‐ men. Zelfsturing en flexibiliteit Er vindt een taakverschuiving in de zorg plaats, die meer verantwoordelijkheden legt bij ver-‐ pleegkundigen en verzorgenden. ICT-‐toepassingen faciliteren mede deze ontwikkeling. Boven-‐ dien vragen mondige cliënten, die zelf hun zorgproces vorm gaan geven, om flexibele en hoogop-‐ geleide professionals. Deze professional werkt autonomer en kan minder terugvallen op ‘de or-‐ ganisatie’ of ‘protocollen en procedures’. Op het gebied van E-‐skills betekent dit bijvoorbeeld; terug durven vallen op technologische toepassingen, aan het bed terugzoeken van informatie over eenvoudige ingrepen in plaats van een collega te vragen, creatief zijn in hoe eHealth techno-‐ logie ingezet kan worden bij een specifieke cliënt, of het ontwikkelen van maatwerk protocollen voor een cliënt. Zowel de professional als de cliënt worden meer verantwoordelijk gemaakt voor het eigen handelen en de eigen keuzes om e-‐toepassingen in te zetten. Daarnaast zorgen verschil-‐ lende eHealth toepassingen -‐ als sensoren, apps, beeldcommunicatie -‐ er voor dat zorgprofessio-‐ nals veel sneller en directer kunnen reageren op calamiteiten en in een vroeger stadium in staat zijn situaties te de-‐escaleren. Tegelijkertijd is het een vaardigheid om aan te kunnen geven waar de eigen grenzen in bereikbaarheid liggen (ook buiten werktijd?), want flexibiliteit kent zijn grenzen. Meedenken in ontwikkeling van eHealth toepassingen Zorgprofessionals dragen idealiter bij aan het mede vormgeven van eHealth toepassingen. Mee-‐ denken in het design proces maakt het niet alleen gemakkelijker om de toepassingen later in het dagelijks werk te benutten, het zorgt ook voor ICT-‐toepassingen waarin het zorgproces centraal staat. Dit vraagt een proactieve houding van de zorgprofessional. Zoals het herkennen en ver-‐ woorden van tekortkomingen in de werking van applicaties en het aan kunnen geven van verbe-‐ teringen. Het gaat erom dat zorgprofessionals de eigen wensen en eisen kunnen verwoorden en zodoende kunnen deelnemen aan de inrichting van applicaties waarbinnen het zorgdoel centraal staat in het programma van eisen. Competenties zijn; creativiteit, kritisch vermogen, innovativi-‐ teit, nieuwe mogelijkheden zien. Kennis van zorg-‐ en organisatieprocessen is hierbij essentieel.
13
8
E-‐Skills Toekomstprofielen 2020 Deze vaardigheden zijn in zes toekomstprofielen verder gespecificeerd. Deze toekomstprofielen zijn voorbeelden waarmee we veranderingen inzichtelijk maken. Zij zijn bedoeld om de commu-‐ nicatie met zorgprofessionals over de toekomst van de sector, invloed van eHealth toepassingen, en veranderende beroepseisen te faciliteren. De zes toekomstprofielen zijn; 1. HBO Verpleegkundige 2. MBO Verpleegkundige 3. Verpleegkundige in de GGZ 4. Verpleegkundige in de Cure 5. Projectmanager Netwerkmurale Zorg 6. Verpleegkundig ‘Super User’ De eerste vier profielen betreffen E-‐skills voor veel voorkomende beroepen in de zorg. Daarin is variatie gezocht langs opleidingsniveau (MBO en HBO) en langs werkcontext (care, GGZ en cure). Uit deze variatie kunnen met enige inleving in de problematiek nieuwe profielen worden ont-‐ worpen voor andere werkcontexten op beide opleidingsniveaus, bijvoorbeeld voor penitentiaire zorg of voor specifieke vormen van jeugdzorg. Daarmee hebben de eerste vier profielen dus een generatieve potentie…je kunt ze gebruiken om aanvullende profielen mee te genereren. In de laatste twee profielen worden specifieke eHealth gerelateerde rollen van zorgprofessionals beschreven (los van opleidingsniveau of werkcontext). Dit zijn de zorgprofessional als project-‐ manager netwerkmurale zorg en als super user. We hebben voor deze laatste twee profielen ge-‐ kozen om twee redenen. In de eerste plaats geven deze diepere niveaus van eHealth gebruikerskennis weer. Daarmee ontstaat dus inzicht over het verschil tussen zorgprofessionals als gewone gebruikers en als bij-‐ zondere gebruikers. Wanneer we de bijzondere gebruikers naast beroepsprofielen van ICT-‐ geschoolde projectmedewerkers zouden leggen ontstaat zicht op het spectrum gewone gebruiker – bijzondere gebruiker – eHealth technisch specialist. We hebben ervoor gekozen om de bijzon-‐ dere gebruikersrol van projectmanager aan te duiden met de term ‘projectmanager netwerkmu-‐ rale zorg’ om duiding te geven aan wat ultiem kan worden bereikt met eHealth: een vorm tussen intramuraal en extramuraal….netwerkmuraal. Met netwerkmurale zorg duiden we zorg die wordt verstrekt vanuit een netwerk van cliënt, mantelzorgers en eerste, tweede en derde lijns zorgprofessionals. Dit netwerk functioneert ‘blended’. d.w.z. zowel online als in persoonlijke relaties. In de tweede plaats verwachten we dat de komende jaren veel nieuwe eHealth applicaties moe-‐ ten worden ontworpen en zullen worden geïmplementeerd in het zorgproces. Voor ontwerp, beheer en implementatie van eHealth toepassingen zijn juist deze twee bijzondere rollen van groot belang. Bij de formulering van de eerste vier profielen is aangesloten bij Lambregts en Grotendorst (2012b, 2012c). Hierin wordt het beroepsprofiel voor de verpleegkundige voor de toekomst (2020) beschreven. We komen daarin algemene duidingen van E-‐skills tegen. In bijlage 1 geven we per duiding aan hoe deze overeenkomen met de meer specifieke E-‐skills in de hierboven ge-‐ noemde categorieën van E-‐skills. Onze toekomstprofielen kunnen dus bijdragen aan het invullen van de algemene vaardigheden die benoemd staan in Lambregts en Grotendorst (2012b, 2012c).
14
Kernactiviteiten: Wat doet u? -‐ wensen en zorgvragen van cliënten, cliënten netwerk en collega’s vertalen naar kwalitatief hoogwaardige zorg -‐ participatie bevorderen van cliënt en zijn netwerk -‐ vastleggen van behandeling en voort-‐ Klanten: Wie biedt u hulp? gang samen met de cliënt in het per-‐ -‐ verpleegkundige teams in de regio soonlijk cliënt portaal -‐ cliënten met complexe zorgvraag -‐ communiceren in zowel vaktaal als -‐ mantelzorgers ‘leken’-‐taal -‐ ontwikkelteam health applicaties -‐ coördineren en beoordelen van de -‐ diverse collega’s en instellingen in kwaliteit van informatie de sector zorg-‐welzijn-‐wonen -‐ nieuwe mogelijkheden en protocollen (ZWW) combineren tot zorg op maat -‐ meekijken op afstand bij complexe verpleegkundige handelingen
HBO Verpleegkun-‐ dige
Hoe helpt u? Klantrelaties: Hoe vindt uw interactie Partners/Wie helpen u? -‐ door bij te dragen aan een nauwkeurige plaats? -‐ cliënten vastlegging van een grote hoeveelheid -‐ via persoonlijk contact -‐ mantelzorgers informatie en dit te vertalen naar duide-‐ -‐ via beeldbellen -‐ organisatoren Patiënten Portalen lijke werkafspraken met een multidisci-‐ -‐ via allerlei contactfuncties binnen het -‐ collega’s vanuit verschillende plinair team en cliënt patiënten portaal ZWW-‐disciplines -‐ door te beoordelen wanneer zorg op -‐ via berichten op ‘zelfmeet instrumen-‐ -‐ andere verpleegkundigen afstand bijdraagt en wanneer persoon-‐ tarium’ -‐ projectmanager netwerkmurale lijk contact noodzakelijk is -‐ via e-‐learning modules zorg -‐ door sensoren, zelf-‐meet instrumenten, -‐ tijdens het in-‐ en aanvullen van be-‐ -‐ manager of opdrachtgever in het beeldzorg, robotica en gaming aan be-‐ handelplan en EPD ZWW-‐domein handeling toe te voegen wanneer dat -‐ via het digitaal verpleeghuis -‐ Bureau Certificering e-‐Health van toegevoegde waarde is toepassingen -‐ via de digitale poli -‐ door de toegevoegde waarde van nieu-‐ -‐ adviseurs en onderzoekers kennis-‐ we behandelwijzen, on-‐ en offline, te instellingen kunnen verwoorden -‐ door het eigen werkdomein proactief open te stellen voor cliënten, familie, collega’s, zorgnetwerk en daarin uitwis-‐ seling te stimuleren -‐ door de logistiek van het zorgproces -‐ rond een cliënt te stroomlijnen Vaardigheden: Wat bent u?/Wat heeft -‐ door de-‐escalatie in een vroeg stadium, Kanalen: Hoe kennen ze u?/Hoe levert snel interveniëren en aandacht voor u? u? preventie -‐ Inhoudelijke zorgkennis (diagnose, • profiel op het patiënten portaal -‐ door maatwerk protocollen voor patiën-‐ • van meekijken bij behandeling via behandeling en preventie) -‐ communicatievaardigheden zowel face ten te creëren beeldverbinding collega’s to face als online • als centraal aanspreek-‐ en doorverwijs -‐ kritische houding punt -‐ organiserend vermogen • via het algemene web spreekuur -‐ kunnen handelen binnen juridische en • persoonlijke afspraken op de thuislo-‐ ethische richtlijnen catie van de cliënt -‐ kennis van zorg-‐ en ketenprocessen • van het afspraken maken in de ge-‐ deelde zorg-‐agenda -‐ nieuwsgierig
Kosten: Wat g eeft u/ Wat brengt u?
-‐ overzicht (proceskennis) -‐ netwerk -‐ expertise (zorg-‐inhoudelijk, communicatief) -‐ talenten: sterke data-‐analytische vaardigheden, triageren, multidisciplinair communiceren, com-‐ bineren van zakelijkheid en inlevingsvermogen
Inkomsten: Wat krijgt u?
-‐ een leven lang leren -‐ afwisselende baan waarin coördinerende taken en zorg-‐inhoudelijke taken samengaan -‐ salaris uit dienstverband of als opdrachtnemer -‐ erkenning voor eigen werk door familie, cliënten, mantelzorgers en collega’s
15
Kernactiviteiten: Wat doet u? -‐ algemene verpleegkundige taken uitvoeren en verder ontwikkelen -‐ de zorgvraag van de cliënt scherp krij-‐ gen en doorzetten naar verpleegkundi-‐ gen -‐ e-‐vragenlijsten bij indiceren en evalue-‐ Klanten: Wie biedt u hulp? ren afnemen -‐ zelfstandig wonende ouderen -‐ nauw contact onderhouden met de -‐ chronisch zieken cliënt en zijn familie, mantelzorgers -‐ mantelzorgers, als aanspreekpunt -‐ vastleggen van voortgang behandeling en begeleider samen met de cliënt -‐ meekijken op afstand bij verpleegkundi-‐ ge handelingen -‐ zelfstandig handelingen uitvoeren, ter plekke kennis nazoeken en direct inzet-‐ ten
MBO Verpleegkundige
Hoe helpt u? Klantrelaties: Hoe vindt uw interactie Partners/Wie helpen u? -‐ door de participatie van cliënt en zijn plaats? -‐ huisarts (mantelzorg)netwerk te bevorderen -‐ op locatie, via persoonlijk contact -‐ verpleegkundige -‐ door voortdurend de beschikking te -‐ vanuit de vraag en wens van de cliënt -‐ mantelzorger hebben over de nieuwste, relevante, -‐ via begeleiding van mantelzorgers en -‐ cliënt verpleeg kennis en instrumenten vrijwilligers -‐ door het verschil te k ennen tussen digi-‐ -‐ door handelingen in samenspraak tale begeleiding en sociale begeleiding met de cliënt uit te voeren -‐ door te helpen bij gebruikersproblemen -‐ via beeldbellen bij de inzet van zorg op afstand, senso-‐ -‐ tijdens het in-‐ en aanvullen van het ren en zelf meetinstrumenten EPD -‐ door het eigen werkdomein proactief open te stellen voor cliënten, familie, collega’s en het zorg netwerk en daarin uitwisseling te stimuleren -‐ door zowel te vertrouwen op de eigen waarnemingen als op technologische analyses -‐ door gegevens zo op te slaan dat over-‐ dracht in de keten gemakkelijk gaat
Vaardigheden: Wat bent u?/Wat heeft u? • communicatief vaardig, zowel online als real-‐time • zelfstandig functionerende professional binnen zelfsturend team • In staat om (nieuwe)informatie die er toe doet in te zetten • ‘altijd’ bereikbaar • kennis wat een veilige omgeving is om in te werken • nauwkeurig en gedisciplineerd • functioneren in zelfsturend team Kosten: Wat g eeft u/Wat brengt u? -‐ empathie -‐ specifieke zorg-‐inhoudelijke kennis -‐ regie in het mantelzorgnetwerk -‐ talenten: snel kunnen schakelen bij onverwachte situatie, warme persoonlijkheid, doorpakker
Kanalen: Hoe kennen ze u?/Hoe levert u? -‐ van hulp bij afstellen, instellen en probleemoplossing bij sensoren en zelf meetinstrumenten -‐ web spreekuur -‐ thuisbezoeken -‐ van het afspraken maken in de ge-‐ deelde zorg-‐agenda
Inkomsten: Wat krijgt u? -‐ de mogelijkheid om betere zorg te bieden met inzet van de combinatie van ‘on-‐ en offline’ hulp-‐ verlening -‐ salaris uit dienstverband of als opdrachtnemer -‐ erkenning voor eigen werk door familie, cliënten, mantelzorgers en collega’s
16
Kernactiviteiten: Wat doet u? -‐ wensen en zorgvragen van cliënten, cliënten netwerk en collega’s vertalen naar kwalitatief hoogwaardige zorg -‐ participatie bevorderen van cliënt en zijn netwerk -‐ vastleggen van behandeling en voort-‐ Klanten: Wie biedt u hulp? gang samen met de patiënt in het per-‐ -‐ verpleegkundige teams in de regio soonlijk cliënt portaal -‐ cliënten met complexe zorgvraag -‐ coördineren en beoordelen van de -‐ mantelzorgers kwaliteit van informatie -‐ ontwikkelteam health applicaties -‐ nieuwe mogelijkheden en protocollen -‐ diverse collega’s en instellingen in combineren tot zorg op maat ZWW-‐disciplines -‐ mondelinge en schriftelijke communi-‐ catie aanpassen aan zorg op afstand
GGZ Verpleegkundige
Hoe helpt u? Klantrelaties: Hoe vindt uw interactie -‐ door te beoordelen wanneer zorg op plaats? afstand bijdraagt en wanneer persoon-‐ -‐ via e-‐learning modules lijk contact noodzakelijk is -‐ via serious games -‐ door de-‐escalatie in een vroeg stadium, -‐ via EPD’s snel interveniëren en aandacht voor -‐ via persoonlijk contact op locatie preventie -‐ via beeldbellen -‐ door bij te dragen aan netwerkinterven-‐ -‐ binnen patiënten portalen ties -‐ bij uitwisseling van data via zelf meet -‐ door bij te dragen aan een nauwkeurige instrumentarium vastlegging van een grote hoeveelheid -‐ tijdens het in-‐ en aanvullen van be-‐ informatie en dit te vertalen naar duide-‐ handelplannen lijke werkafspraken met een multidisci-‐ plinair team en cliënt -‐ door e-‐learning modules, sensoren, zelf-‐ meet instrumenten, beeldzorg, robotica en gaming aan behandeling toe te voe-‐ gen, wanneer dat van toegevoegde waarde is -‐ door het eigen werkdomein proactief open te stellen voor cliënten, familie, collega’s en het zorgnetwerk en daarin uitwisseling te stimuleren en daar over Kanalen: Hoe kennen ze u?/Hoe levert Vaardigheden: Wat bent u?/Wat heeft te adviseren u? u? -‐ door maatwerk protocollen voor patiën-‐ -‐ als (online) triagist met kennis van -‐ inhoudelijke zorgkennis ten te creëren -‐ inzicht in triageren zaken -‐ verschillende communicatietechnieken kunnen hanteren -‐ kritische houding -‐ een doorpakker -‐ kunnen handelen binnen juridische en ethische richtlijnen -‐ kennis van zorg-‐ en ketenprocessen
Kosten: Wat g eeft u/
Wat brengt u? -‐ overzicht -‐ netwerk -‐ expertise (zorg-‐inhoudelijk, communicatief) -‐ talenten: triageren, sterke data-‐analytische vaardigheden,, multidisciplinair communiceren
Partners/Wie helpen u? -‐ Cliënten -‐ Artsen/psychiaters -‐ mantelzorgers -‐ organisatoren Patiënten Portalen -‐ collega’s vanuit verschillende ZWW-‐disciplines -‐ adviseurs en onderzoekers kennis-‐ instellingen -‐ verpleegkundig team, per locatie -‐ projectmanager netwerkmurale zorg -‐ manager of opdrachtgever in het ZWW-‐domein
-‐ profiel op het patiënten portaal -‐ als centraal aanspreek-‐ en doorverwijs punt -‐ via het algemene web spreekuur -‐ persoonlijke afspraken op de thuislo-‐ catie van de cliënt
Inkomsten: Wat krijgt u?
-‐ een leven lang leren -‐ afwisselende baan waarin coördinerende taken en zorg-‐inhoudelijke taken samengaan -‐ salaris uit dienstverband of als opdrachtnemer -‐ erkenning voor eigen werk door familie cliënten, mantelzorgers en collega’s -‐ verantwoordelijkheid
17
Verpleegkundige Cure
Klanten: Wie biedt u hulp? -‐ patiënten -‐ familie -‐ verpleegkundige -‐ artsen -‐ wetenschappers/onderzoekers -‐ patiënten verenigingen
Kernactiviteiten: Wat doet u? • e-‐triage uitvoeren • participatie bevorderen van cliënt en zijn netwerk • patiënten informatie verwerken, op-‐ slaan en doorzetten (stroomlijnen) • patiënten informeren met gebruik van nieuwe e-‐Health toepassingen • proactief bijdragen aan het optimalise-‐ ren van e-‐health toepassingen op de werkvloer • meekijken op afstand bij complexe verpleegkundige handelingen
Hoe helpt u? Klantrelaties: Hoe vindt uw interactie -‐ door samen te werken met patiënt en plaats? professionals -‐ via persoonlijk contact -‐ door maatwerk te leveren per patiënt -‐ via beeldbellen -‐ door de eigen verantwoordelijkheden te -‐ via EPD’s kennen binnen de zorgketen -‐ via e-‐learning modules -‐ door medische ontwikkelingen begrijpe-‐ -‐ via e-‐triage binnen het digitale zie-‐ lijk uit te kunnen leggen aan patiënten, kenhuis familie, collega’s, artsen -‐ door zorginhoudelijke eisen in te bren-‐ gen bij ontwikkeling van zorgtechnolo-‐ gische toepassingen -‐ door ruimte te pakken om bij te dragen aan de ontwikkeling van nieuwe e-‐ Health toepassingen -‐ door gegevens digitaal vast te leggen en uit te wisselen -‐ door te observeren, vast te leggen en terug te koppelen -‐ voortdurend monitoren zodat in een vroeg stadium in te grijpen is
Vaardigheden: Wat bent u?/Wat heeft u? -‐ medische kennis -‐ kennis van werk en ketenprocessen -‐ nieuwsgierig -‐ zorgvuldig -‐ ‘aan het bed’ informatie verzamelen, terugkijken en uitwisselen -‐ kent de eigen grenzen in bereikbaar-‐ heid -‐ kan de werkelijkheid achter de data inschatten -‐ flexibel Kosten: Wat g eeft u/ Wat brengt u? -‐ overzicht -‐ relativeringsvermogen -‐ expertise (zorginhoudelijk, communicatief) -‐ talenten: multidisciplinair communiceren, multi-‐tasken, samenwerken, observeren, prioriteren
Partners/Wie helpen u? -‐ artsen -‐ collega verpleegkundigen -‐ verzorgenden -‐ docenten e-‐learning modules -‐ apps en zelfmeetinstrumenten -‐ cliënten
Kanalen: Hoe kennen ze u?/Hoe levert u? -‐ aan het bed -‐ als een kritische gebruiker van e-‐ Health toepassingen -‐ als eerste aanspreek-‐ en doorverwijs punt -‐ van het web spreekuur
Inkomsten: Wat krijgt u? -‐ afwisselende baan waarin coördinerende taken en zorg-‐inhoudelijke taken samengaan -‐ salaris uit vast dienstverband -‐ erkenning voor eigen werk door familie, cliënten, mantelzorg en collega’s -‐ verantwoordelijkheid
18
Projectmanager Netwerkmurale Zorg
Klanten: Wie biedt u hulp? -‐ ontwikkelteam e-‐Health applica-‐ ties -‐ afdeling ICT -‐ verpleegkundigen -‐ teammanagers -‐ patiënten verenigingen -‐ verzekeraars
Kernactiviteiten: Wat doet u? -‐ bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe e-‐health toepassingen -‐ integreren van werkprocessen -‐ input geven aan de ontwikkeling van behandeling en begeleiding met aan-‐ dacht voor e-‐health componenten -‐ communiceren en adviseren in ‘zorg-‐ taal’ en ‘ict-‐taal’ -‐ onderhandelen met zorgverzekeraars -‐ ontwerp en implementatie proces van nieuwe technieken van behandelen en monitoren coördineren -‐ applicatie landschap in de zorgorgani-‐ satie kennen, gaten signaleren en op-‐ lossing managen
Hoe helpt u? Klantrelaties: Hoe vindt uw interactie Partners/Wie helpen u? -‐ door projecten en processen op het plaats? • huisarts raakvlak van on-‐ en offline zorgverlening -‐ rapporteert direct aan directie • e-‐health ontwikkelaars te faciliteren -‐ houd teams op de hoogte van nieuwe • kennisinstellingen -‐ informatiestromen inzichtelijk maken en ontwikkelingen via persoonlijk e-‐ • verpleegkundigen te stroomlijnen learning community verpleegkundigen • Raad van Bestuur -‐ door multidisciplinair samen te werken -‐ door zorg professionals in de keten te • verzekeraars -‐ door consumenten elektronica te koppe-‐ adviseren over opslag, uitlezen en • toekomstige financiers en inves-‐ len aan innovatieve zorg diensten verwerking van clientgegevens teerders -‐ door samen met zorg-‐professionals, ict-‐ -‐ via advisering gebruik sensoren, zorg experts, verzekeraars e-‐health compo-‐ op afstand, domotica, nano-‐tech, e-‐ nenten te ontwikkelen en in te passen triage etc. bij reguliere behandeling -‐ in een community -‐ door zichtbaar te maken hoe zorg-‐ -‐ via digitale leeromgeving technologie toepasbaar is -‐ in pilots en experimenten -‐ door te experimenteren en te delen -‐ als tussenpersoon ict ontwikkelaars -‐ door ruimte te creëren voor medewer-‐ en zorgprofessionals (klanten) kers en risico’s te managen in plaats van uit de weg te gaan -‐ door de juiste geldstromen aan te wen-‐ den
Vaardigheden: Wat bent u?/Wat heeft u? -‐ de kennis en het inzicht om in andere disciplines te kunnen verplaatsen -‐ visie op zorgen voor de toekomst -‐ nieuwsgierig -‐ communicatievaardigheden -‐ leidinggevende capaciteiten -‐ kritische houding -‐ een echte netwerker -‐ creatief -‐ kennis van business modellen -‐ enige juridische kennis Kosten: Wat g eeft u/Wat brengt u? -‐ enthousiast -‐ multidisciplinaire kennis -‐ overtuigingskracht -‐ visie -‐ talenten: framen, pionieren, creëren van openheid, verwachtingsmanagement, risicomanage-‐ ment, proactief, kansen zien
Kanalen: Hoe kennen ze u?/Hoe levert u? -‐ als ambassadeur van innovatieve zorgdiensten -‐ als e-‐health ontwikkelaar -‐ als ambassadeur ICT en informatie veiligheid
Inkomsten: Wat krijgt u? -‐ de mogelijkheid om met een uitgebalanceerd team baanbrekende zorg innovaties te ontwikkelen -‐ salaris uit dienstverband zorgorganisatie/consortium -‐ internationaal netwerk -‐ erkenning van zorgprofessionals, vakgenoten en mantelzorgers
19
Verpleegkundig ‘Super U ser’
Klanten: Wie biedt u hulp? • ontwikkelteam e-‐Health applica-‐ ties • afdeling ICT • verpleegkundigen • zorgkundigen -‐ projectmanager Netwerkmurale zorg -‐ teammanagers -‐ patiënten verenigingen
Kernactiviteiten: Wat doet u? Hoe helpt u? Klantrelaties: Hoe vindt uw interactie -‐ na de oplevering van e-‐health applica-‐ -‐ door zowel de taal van de zorg als van plaats? ties voorlichting bieden over het nut, de ICT’ers te kennen en gebruiken -‐ door middel van trainingen werking en het gebruik ervan -‐ door te ondersteunen in het gebruik van -‐ via coaching van medewerkers in -‐ protocollen afstemmen op inzet zorg-‐ zorgtechnologische systemen gebruik zorgtechnologie technologische toepassingen -‐ door wanneer er aanpassingen aan het -‐ via het vragenuur van het digitale -‐ protocollen up to date houden systeem nodig zijn, deze te inventarise-‐ verpleeghuis/poli -‐ analyseren van werk-‐ en ketenproces-‐ ren en door te zetten naar de beheer-‐ sen der/ontwikkelaar -‐ continu de match proberen te maken -‐ bijdragen en uitdenken van herontwerp tussen de zorgpraktijk en de mogelijk-‐ van zorgtechnologische applicaties heden van e-‐health applicaties -‐ door voorlichting te geven over veilig-‐ heidsnormen -‐ door voorlichting te geven over de inzet van e-‐health applicaties in behandeling -‐ door medische gebruikers eisen en ict mogelijkheden bij elkaar te brengen
Vaardigheden: Wat bent u?/Wat heeft u? -‐ medische kennis -‐ kennis van werk en ketenprocessen -‐ visie op zorgen voor de toekomst -‐ nieuwsgierig -‐ communicatievaardigheden -‐ kritische houding -‐ enthousiasmerend
Partners/Wie helpen u? -‐ e-‐health ontwikkelaars -‐ projectmanager netwerkmurale zorg -‐ kennisinstellingen -‐ afdeling ICT
Kanalen: Hoe kennen ze u?/Hoe levert u? -‐ als ambassadeur van bestaande zorg-‐ technologische toepassingen -‐ als adviseur ict-‐veiligheid en informa-‐ tie veiligheid
Kosten: Wat g eeft u/ Inkomsten: Wat krijgt u? Wat brengt u? -‐ Erkenning zorgprofessionals, vakgenoten en mantelzorgers -‐ overtuigingskracht -‐ Salaris uit vast dienstverband -‐ visie -‐ adviesvaardigheden -‐ talenten: inlevingsvermogen, creëren van openheid, kansen zien, medische kennis met ICT vaar-‐ digheden combineren
20
9 Concluderend Als de gesprekken die we voerden met zorgprofessionals, ICT-‐experts en docenten één ding duidelijk maakten, dan is het dat eHealth ontwikkelingen hoog op de agenda staan. Of zoals de Raad voor de Volks-‐ gezondheid en Zorg (RVZ) stelt; “(...) het zal zeker niet tot 2020 duren voordat de zorgsector onder in-‐ vloed van “e-‐ontwikkelingen” verandert of veranderd wordt” (Duchatteau et al., 2011, 4). Tegelijkertijd is het lastig in te schatten met welke snelheid eHealth toepassingen zich ontwikkelen en in welke mate en hoe zij invloed gaan hebben op het werk van zorgprofessionals. De beschreven zorg(technologische) trends, E-‐skills, en de zes toekomstprofielen bieden scenario’s voor de toekomst. Ze geven een doorkijk naar 2020. Naar vaardigheden en competenties waar de komende jaren aan te werken is door zorgprofessionals. Naar een richting, die voor zorginstellingen en opleidingen van belang is om te blijven volgen en mede vorm te geven. De toekomstprofielen en genoemde E-‐skills geven nadrukkelijk niet de enige weg aan, maar openen wel de discussie over de ontwikkeling van E-‐skills in de zorg.
21
10 Literatuur Clark, T., Osterwalder, A., Pigneur, Y. en van der Pijl, P. (2012). Business Model You, Vakmedianet Man-‐ agement. De Witte, L.P. Thuiszorg in 2020: leve de technologie? De Vries, E.J., Panneman, F. & de Bruijn, P. (2013). Samenwerkend innoveren in netwerken. Informatie. Maandblad voor de informatievoorziening. Maart. Sdu. Duchatteau, D.C., M.D.H. Vink (2011). Medisch-‐technologische ontwikkelingen zorg 20/20. Achtergrond-‐ studie. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ). FWG (2011). FWG Trendrapport 2011, Zicht op zorg en functies. FWG, Utrecht. GGZ Nederland (2012). GGZ Verpleegkundige HBO Beroepscompetentieprofiel. Epos Press, Zwolle Lambregts, J., Grotendorst, A. (red.) (2012a) V&V 2020 Deel 1: Leren van de toekomst. Lambregts, J., Grotendorst, A. (red.) (2012b). V&V 2020 Deel 2: Beroepsprofiel zorgkundige. Lambregts, J., Grotendorst, A. (red.) (2012c). V&V 2020 Deel 3: Beroepsprofiel verpleegkundige. Klein Wolterink, G. en J. Krijgsman (2012). Een checklist voor informatie-‐uitwisseling in de zorg. Whitepa-‐ per, 13 november 2012, Nictiz. Krijgsman, J. en G. Klein Wolterink (2012). Ordening in de wereld van eHealth. Whitepaper, 24 augustus 2012, Nictiz. Krijgsman, J., de Bie, J., Burghouts, A., de Jong, J., Cath, G.J., van Gennip, L., Friele, R. (2013). eHealth, verder dan je denkt. eHealth-‐monitor 2013. Nictiz en het Nivel. Peeters, J., T. Wiegers, J. de Bie, R. Friele (2013). Technologie in de zorg thuis. Nog een wereld te winnen! CCTR en Nivel. Schalken, F. (2013). Handboek online hulpverlening. Met internet Zorg en Welzijn verbeteren. Houten: Bohn Stafleu an loghum. Shuurmans, M., Lambregts, J., Grotendorst, A. (2012). V&V 2020 Deel 3: Beroepsprofiel verpleegkundige. Van der Velden, L.F.J., de Putter, Van der Lee, Van Hassel, Batenburg (2013). Quickscan Beroepen & Oplei-‐ dingen in de zorg, welzijn en kinderopvang. Hoofdrapport. Nivel. Van Deursen, A.J.A.M. en Van Dijk, J.A.G.M. (2012). CTRL ALT DELETE. Productiviteitsverlies door ICT-‐ problemen en ontoereikende digitale vaardigheden. Enschede: Universiteit Twente. Van Deursen, A.J.A.M. en Van Dijk, J.A.G.M. (2013). Zicht op ICT-‐competenties. Een werknemers-‐ en ma-‐ nagersperspectief in zes sectoren. Enschede: Universiteit Twente. Van Gemert-‐Pijnen, J.E.W.C., O. Peters, H.C. Ossebaard (eds.) (2013). Improving EHealth. First edition, Ele-‐ ven International Publishing, Den Haag. Van Rijen, A.J.G., M.W. de Lint, L. Ottes (2002). Inzicht in eHealth. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ); Zoetermeer. Van Vliet, K., P. Spieker, M. Kaljouw (2013). Innovatie zorgberoepen en opleidingen. Samenvatting bevin-‐ dingen 2012. Commissie Innovatie Zorgberoepen en Opleidingen, CVZ, Diemen. ZonMw (2013). Actieplan eHealth implementatieonderzoek.
22
11 Bijlage 1, Beroepsprofielen Uit de beroepsprofielen voor verpleegkundigen (Lambregts en Grotendorst, 2012c en Lambregts en Grotendorst, 2012b) kunnen de volgende algemene en soms ook wat verdekt geformuleerde eisen aan E-skills worden onttrokken. In de eerste kolom vindt u hoe de eis is geformuleerd in de beroepsprofielen voor verpleegkundigen 2020. In de tweede kolom vindt u de categorieën van E-skills uit dit rapport waarmee de algemeen geformuleerde eis specifiek wordt afgedekt met E-skills. MBO verpleegkundige Vaardigheid in beroepsprofielen zorg 2020 (Lam-‐ bregts en Grotendorst, 2012b) Werken met behandelplannen Protocollen, standaarden, richtlijnen volgen Integer gebruik internet en sociale media Communiceert vaardig zowel online en offline een keuze maken tussen het type contact dat gewenst is (online/persoonlijk) en het type van medium dat mogelijk is (email, skype, etc.) Kan het sociaal netwerk van de cliënt betrekken en samenwerken met verschillende partijen Kan EPD?ECD gebruiken Kennis van primair proces Bewaakt de patiëntveiligheid
Opname in E-skills categorieën Basiskennis functionaliteiten Basiskennis functionaliteiten Ethisch en veilig omgaan met eHealth Communicatievaardigheden op afstand Afweging E-zorg vs. face to face
Uitwisseling en samenwerking in een netwerk Basiskennis functionaliteiten Basiskennis functionaliteiten Ethisch en veilig omgaan met eHealth
HBO verpleegkundige Alle E-skills die gelden voor de MBO verpleegkundige gelden ook voor de verpleegkundige. Daarnaast worden onderstaande E-skills onderscheiden. Vaardigheid in beroepsprofielen zorg 2020 (Lambregts en Grotendorst, 2012b) Uniform taalgebruik in dossiers Monitoren van patiënten op afstand Cyclisch proces van klinisch redeneren: risico inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning, interventie, monitoring…wordt neergezet als informatieproces maar niet ingevuld Kennisuitwisseling via media en werkplek als leeromgeving Informatie verzamelen, analyseren, interpreteren Kennis van bronnen en betrouwbaarheid ervan, patiënt kunnen informeren hierover Op hoogte van nieuwste toepassingen van ICT Deelt kennis voor samenwerking over grenzen van eigen specialisme heen en ter bevordering van zelfmanagement en mantelzorg en ketenzorg Adequate statusvorming en doelmatige overdracht via ICT Kennis van ketenzorg en organisatie van de zorg
Opname in E-skills categorieën Informatievaardigheden Informatievaardigheden Basiskennis functionaliteiten Informatievaardigheden Begrijpen en verwoorden inzet van ICT Zelfsturing en flexibiliteit Informatievaardigheden Informatievaardigheden Informatievaardigheden Begrijpen en verwoorden inzet van ICT Uitwisseling en samenwerking in een net-‐ werk Uitwisseling en samenwerking in een net-‐ werk Uitwisseling en samenwerking in een net-‐
23
Kennis van resultaten van wetenschappelijk onderzoek en houdt vakliteratuur bij evt. via internet Gezondheidsbevordering en zelfmanagement Staat open voor ICT innovaties en draagt daaraan bij in zorgtechnische en logistieke processen Verminderen bureaucratie en administratieve lasten
werk Informatievaardigheden Zelfsturing en flexibiliteit Meedenken in ontwikkeling van eHealth toepassingen Meedenken in ontwikkeling van eHealth toepassingen
24
12 Bijlage 2, Verantwoording en dankwoord Over E-skills voor professionals in de zorg bestaat weinig geformaliseerde kennis/literatuur, zeker als het gaat om professionals op HBO/MBO niveau. Onderzoekstechnisch betekent dit dat het niet mogelijk is om hypothetisch deductisch onderzoek te verrichten. We moeten dus starten vanuit de concrete ervaringen van mensen in de praktijk en inductief te werk gaan. Dat is wat we gedaan hebben in dit project. Omdat het project slechts een beperkt budget had, hebben we geen lange reeks van interviews kunnen afnemen. Bovendien wilde we niet zozeer een profiel voor E-skills ‘voorschrijven’, maar vooral een gesprek erover in zorginstellingen entameren…maar dan niet een gesprek ‘ins blauen hinein’ maar een gesprek gebaseerd op een verkennend onderzoek naar ervaringen met eHealth projecten. We hebben er daarom voor gekozen om in kleine groepen van mensen, die geselecteerd zijn op hun ervaring met eHealth projecten, bijeen te komen. In deze groepen hebben we eerst gevraagd om kenbaar te maken wat volgens de groepsleden a priori de belangrijkste E-skills zouden moeten zijn. Daarna zijn we aan de hand van concrete ervaringen met eHealth projecten van de groepsleden in gesprek gegaan over wat zorgprofessionals zouden moeten kunnen. De gedachte erachter was dat mensen in relatief kleine groepen graag met elkaar praten over hun werk, elkaar in dat gesprek ook kunnen bevragen en dat concrete ervaringen tot concrete aanwijzingen voor E-skills leiden. We hebben veel mensen in ons onderzoek betrokken die zorgervaring hebben of in de zorgsector werkzaam zijn. We hebben dit gecombineerd met mensen die werkzaam zijn vanuit ICT perspectief in de zorg. Het contrast, of zo u wil, de verbazing van de ene beroepsgroep over de andere bleek informatief. De informatie uit de groepsgesprekken hebben we verwerkt in zes profielen volgens de Business Model You methode (Clark e.a., 2012). Hiervoor hebben we gekozen omdat het de professional in zijn context neerzet en een beknopte en toegankelijke vorm van presenteren is. De vorm laat in het midden voor welke organisatie de professional werkt en of hij wel in loondienst is. Bovendien sluiten we met deze manier van werken aan op een werkwijze die eerder is gebruikt binnen het programma Digivaardig & Digiveilig. Op de Valorisatiedag van de Zorgalliantie wordt dit project afgesloten met een focus groep waarin de resultaten van het project worden voorgelegd aan de deelnemers. De uitkomsten van dit project moe-‐ ten worden gezien als eerste verkenning van E-‐skills voor zorgprofessionals zoals die zich de komende jaren moeten gaan vormen. Dit project is gefaciliteerd vanuit het programma Digivaardig & Digiveilig van ECP -‐ het Platform voor de Informatiesamenleving (zie www.ecp.nl). De uitkomsten van dit project leveren een tweede bijdrage aan dit programma met toekomstprofielen E-‐skills. De eerste bijdrage is geleverd door A&O fonds Grafimedia, BTB fonds uitgeverijsector en GOC die gezamenlijk toekomstprofielen voor de media en communicatiesec-‐ tor hebben opgesteld. Onze dank gaat uit naar het pionierswerk van GOC en de bereidwilligheid voor het delen van hun ervaringen door Hermien Mijnen in het bijzonder. Onze dank gaat natuurlijk ook uit naar de deelnemers aan de groepsinterviews en andere geïnterviewden binnen dit project. Esther Jacobs specialist Robotica ZZG Zorggroep Harry Evers Automatisering Innovatieve ZZG Zorggroep Diensten Desiree Hobbelen Locatiemanager Veghel Cen-‐ BrabantZorg trum Zuid Hans Hoonakker Innovatiemanager Careaz, Omring Yvonne Koks Adviseur Zorg op Afstand VanMorgen Atilla Vigh voorzitter Special Interest Nederlands Genootschap In-‐ Group Health formatica (NGI)
25
Raymond Stegen Dorine Ooms Joukje Janssen Martin Piller Ingrid Klasberg Judith Duinisveld Peter van der Toorn Eefke Barneveld Emile Terhorst Gert Jan Jacob Jasper Bruijstens Ton van Schaaijk Natascha van Duuren Birgitte Beelen Marjan Kindt Clark Nowack Petri Holtus Lilian Beijer Lianne Remijn Bianca Akkermans John Rietman Vincent Bakx Renee Verwey Carien van Veelen Peter Vermeulen Ariane van Wamel Luuk Evers Harmieke van Os Roely Witvoet Linda Streefkerk Toon van de Looy
directeur expertise teamcoordinator projectleider directeur, adviseur adviseur adviseur directeur, adviseur Projectmanager ICT & Innova-‐ tie docent Informatica directeur Netwerkschool docent Verzorgenden, exa-‐ mencoördinator docent HBO-‐V advocaat, juridisch specialist eHealth manager e-‐Mental Health Projectleider, gespecialiseerd in ondernemerschap & zorg docentondernemer Zorgtech-‐ nologie Adviseur eHealth toepassin-‐ gen Manager eHealth projecten & PhD Hoofd Opleiding IPS Manager P&O Programmamanager Zorg op Afstand Program Man. Klantrelatie docent Verpleegkunde, lecto-‐ raat Technologie in de Zorg Clusterhoofd zorg afdeling Dermatologie Productmanager Patienten-‐ zorgsysteem sr. Unithoofd verpleegafdeling Business Developer Wetenschappelijk medewer-‐ ker afdeling Dermatologie Mentor coach Afdeling MDL/Nefrologie Programma Manager Innova-‐ tie, Directie Staf RvB Directeur
Dichterbij Stichting De Driestroom Siza Creq BV Creq BV, Careyn Creq BV Creq BV Parnassia HAN ROC Nijmegen ROC Nijmegen HAN NGI/ De Clercq Advocaten Lentis HAN Paramedische studies HAN Techniek HAN Paramedische studies St. Maartenskliniek HAN Paramedische studies Malderburch Proteion BrabantZorg Hogeschool Zuyd UMC Utrecht, Divisie Interne Geneeskunde & Dermatologie UMC Utrecht, Directie Infor-‐ matie Technologie UMC Utrecht, Divisie Hart & Longen Pontes Medical UMC Utrecht, Divisie Interne Geneeskunde & Dermatologie UMC Utrecht, Divisie Interne Geneeskunde & Dermatologie UMC Utrecht, Staflid RvB VanMorgen
26
13 Bijlage 3, Taxonomie van Telemedicine
Figuur 2: Telemedicine Taxonomy. Naar: Bashur et al., 2011
27