e-Leadership Skills voor concurrentievermogen en innovatie
Onderzoeksresultaten ontwikkeld door:
Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Inhoud OVER HET PROJECT................................................................................................................................................................................... 2 ERKENNING .............................................................................................................................................................................................. 2 VOORWOORD ........................................................................................................................................................................................... 3 INTRODUCTIE ........................................................................................................................................................................................... 4 E-SKILLS PROGNOSES EN SCENARIO’S ...................................................................................................................................................... 6 HET BELANG VAN E-LEADERSHIP ............................................................................................................................................................ 10 AANBEVOLEN ACTIES ............................................................................................................................................................................. 20 Aanbeveling 1: Betrokkenheid door een grotere reeks groepen belanghebbenden voor het aanscherpen van rekenmethodes voor e-leadership skills ................................................................................................................................................................................... 21 Aanbeveling 2: Regelmatige controle van vraag en aanbod van e-leadership ...................................................................................... 22 Aanbeveling 3: Ontwikkeling en toepassing van e-leadership curricula-richtlijnen ............................................................................... 23 Aanbeveling 4: Opstellen van nieuwe formaten en partnerschappen voor het doceren van e-leadership skills...................................24 Aanbeveling 5: In lijn brengen van acties voor de ontwikkeling van e-leadership skills met inspanningen om ondernemerschap binnen de EU te stimuleren ................................................................................................................................................................................ 25 Aanbeveling 6: Stimuleren van e-leadership binnen de context van ondernemerschap en het creëren van nieuwe handelsactiviteiten .................................................................................................................................................................... 26 Aanbeveling 7: Creëren van bewustzijn van de relevantie van e-leadership skills voor innovatie, concurrentievermogen en inzetbaarheid ......................................................................................................................................................................................... 27 OVERZICHT (achterzijde) ........................................................................................................................................................................ 28
Over het onderzoek Gedurende 2012 werkten empirica, IDC en INSEAD samen aan een onderzoek voor het Directoraat-generaal voor ondernemingen en industrie van de Europese Commissie. Doel van het onderzoek met de titel “e-Skills voor concurrentievermogen en innovatie: visie, stappenplan en verwachte scenario’s,” was de ontwikkeling van een
visie voor Europese e-skills op het gebied concurrentievermogen en innovatie en om manieren te onderzoeken waarmee huidige en toekomstige uitdagingen kunnen worden aangegaan. Het onderzoek was in het bijzonder gericht op e-leadership skills. De analyse, het stappenplan en de scenario’s gaan in
op de wijze waarop Europa kansen kan aangrijpen op het gebied van innovatie, nieuwe technologieën en nieuwe vormen van organisatie en productie met behoud van zijn prioriteit op het gebied van inclusieve groei.
André Richier, Directoraat-generaal Ondernemingen en industrie, Directoraat Services, Key Enabling Technologies en ICT-Unit.
Colofon: Deze brochure is voorbereid door INSEAD eLab namens de Europese Commissie en het Directoraat-generaal Ondernemingen en industrie. Dit is een publicatie van het onderzoek “e-Skills voor concurrentievermogen en innovatie: visie, stappenplan en verwachte scenario’s,” uitgevoerd door empirica, IDC en INSEAD eLab.
Erkenning Dit project zou niet mogelijk zijn geweest zonder de genereuze deelname van velen. Wij erkentelijk voor de steun en bijdragen vanuit de stuurgroep, bestaande uit Martin Curley, Vice-President en Directeur INTEL Labs Europe; Annabelle Gawer, assistent-professor op het gebied van Strategy and Innovation aan de Imperial College Business School; Peter Hagedoorn, secretaris-generaal van EuroCIO en Elmar Husmann, senior Managing Consultant bij IBM. Binnen de Europese Commissie (EC) vormde onze contactpersoon
2
Tot slot zijn we de vele professionals erkentelijk die tijd staken in belangwekkende werkzaamheden voor het vergroten van e-skills door hun deelname aan de projectworkshops en hun gesprekken met ons.
Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Juridische opmerking: de Europese Commissie noch enige persoon die hiervoor actief is kan verantwoordelijk worden gehouden voor het gebruik van informatie in deze publicatie, of voor enige fouten ondanks een zorgvuldige voorbereiding en controle. Deze publicatie geeft niet noodzakelijkerwijze het standpunt of de mening van de Europese Commissie weer. © Europese Unie, 2013 Reproductie is toegestaan, mits de bron wordt genoemd, tenzij anders wordt vermeld. Voor gebruik/reproductie van copyrightmateriaal van derden dat als zodanig is aangegeven, moet toestemming van de copyright-houder(s) worden verkregen.
Voorwoord Er bestaat enorme kans voor het creëren van banen en economische groei die Europa niet mag mislopen. Ontwikkelingen in het verleden hebben aangetoond dat ICT-gerelateerde beroepen veel beter bestand zijn tegen crises dan de meeste andere banensectoren. De markt neemt meer dan jaarlijkse ICT-afgestudeerden vanuit onderwijsinstellingen op. Hierdoor houdt het investeren in e-skills nog grotere mogelijkheden en minder risico’s in.
Antonio Tajani, Vice-President van de Europese Commissie Er komen duidelijke tekenen vanuit de industrie en andere betrokken partijen, dat de behoefte aan ICT-gerelateerde beroepen (digitale banen) de komende jaren nog verder zal toenemen. Een daling in het aantal ICT-afgestudeerden van universiteiten en pensionering van ICT-medewerkers in de komende jaren echter betekent een gevaar voor de groeimogelijkheden in ICT-banen. Er bestaat enorme kans voor het creëren van banen en economische groei die Europa niet mag mislopen. Europa, nationale overheden en betrokken partijen zijn in de gelegenheid om meer dan 864.000 ICTbanen te creëren tot 2015, waar de markt alle ruimte toe biedt. Dat hiermee het voorspelde hiaat aan e-skills zou kunnen worden gedicht, was het onderwerp van “e-Skills and Education”, een conferentie op hoog niveau waar op 4-5 maart 2013 voorzitter Barroso het startsein gaf voor de “Grand Coalition for Digital Jobs”.
Het toenemende belang van ICT voor zowel bedrijfsoperaties als innovatie vormt een kans voor professionals met e-skills – d.w.z.: die zowel op het gebied van ICT als bedrijfsmatig geschoold zijn. Deze competenties zijn cruciaal voor het stimuleren van beide soorten banen die worden gecreëerd door bestaande ondernemingen door middel van innovatie en groei alsook zelf gecreëerde banen door ondernemers (waaronder ook maatschappelijke entrepreneurs) die technologie verder ontwikkelen voor het maken van nieuwe producten, services en diensten. Het toenemende belang van professionals met e-skills – in het bijzonder e-leaders – betekent ook dat een groter aantal groepen belanghebbenden belangstelling zal ontwikkelen en er zich voor zal inspannen dat de vraag goed is gedefinieerd en beoordeeld en dat het aanbod voldoende zal zijn. Toen de Commissie de eerste inspanningen verrichtte die erop gericht waren te zorgen dat Europa beschikte over voldoende professionals met e-skills om innovatief en voldoende concurrerend te kunnen optreden, werkte zij primair samen met de meest direct betrokkenen – in het bijzonder de ICT-branche en de ICT-dienstensector. Sindsdien investeren organisaties nog meer op het gebied van ICT en worden er nog grotere aantallen bedrijfsprocessen, producten en diensten
gedigitaliseerd, zijn de inspanningen nog verder toegenomen en zijn we gaan samenwerken met hoofddirecteuren informatiseringsontwikkeling en vergelijkbare functies – d.w.z. met leidinggevenden die er verantwoordelijk voor zijn dat hun organisaties (al dan niet actief binnen de ICT-sector, primair in middelgrote tot grote ondernemingen) zoveel mogelijk economische waarde creëren op het gebied van ICT. Een steeds groter aantal groepen belanghebbenden wordt bij dit proces betrokken. De start van de “Grand Coalition for Digital Jobs” brengt deze ontwikkeling tot uitdrukking. De resultaten van het onderzoek van INSEAD, empirica en IDC toont aan dat e-leaders van wezenlijk belang zijn voor alle organisatietypes en dat Europa reeds diverse succesvolle inspanningen heeft verricht bij het ontwikkelen van professionals met e-skills. De volgende stappen omvatten de samenwerking met een verscheidenheid aan groepen belanghebbenden binnen de context van de “Grand Coalition” met als doel een implementatie van aanbevelingen en het snel vergroten van bestaande successen. De Commissie kijkt vooruit naar meer bijdragen om ervoor te zorgen dat Europa beschikt over voldoende en over de juiste professionals en leidinggevenden om innovatie en concurrerend te kunnen handelen.
Onderzoek e-Leadership
3
Introductie Om innovatief en concurrerend te kunnen zijn binnen de huidige mondiale digitale economie, kunnen organisaties niet anders dan investeren in informatie- en communicatietechnologie (ICT). Wanneer echter de juiste skills ontbreken om deze technologieën effectief te gebruiken, lopen bedrijven een groot risico om hun investeringen te verspillen en belangrijke kansen op groei en concurrentievermogen te verspelen. Uitkomsten van een recent onderzoek dat werd uitgevoerd door INSEAD eLab maken dit volstrekt duidelijk. Deze benadrukken dat wanneer bedrijven toegang hebben tot professionals met e-skills, zoals bedrijfsarchitecten, risicoen beveiligingsspecialisten en applicatieontwikkelaars en zij investeren in nieuwe technologieën, hun concurrentievermogen wel kan verdubbelen. Wanneer bedrijven met onvoldoende e-skills echter significante investeringen doen in nieuwe technologie, wordt de kans van beter presteren hierdoor niet vergroot—in wezen riskeren zij hun investeringen in nieuwe technologie te verspillen en hun concurrentievoordeel te verspelen.
Figuur 1 toont een voorbeeld van veel van dergelijke aanvullingen tussen technologie, skills en prestaties. In het complete voorbeeld waarop deze resultaten gebaseerd zijn, was 46% van de ondervraagden kleine investeerders in cloud-gerelateerde diensten (d.w.z. zij spendeerden minder dan 10% van hun volledige ICT-budget aan cloudgerelateerde diensten), terwijl 30% bestond uit grote investeerders in cloudgerelateerde diensten. De overige 24% (niet weergegeven in het onderstaande diagram) investeerde niet in cloudgerelateerde diensten.1
1
INSEAD eLab. (2013). “Building Competitiveness and Business Performance with ICT: How investments in new technology can make companies more competitive.” A research report developed in collaboration with AT&T. Available at www.corp.att.com/bemoreproductive/.
Figuur 1: De voordelen van voldoende toegang tot e-skills; de risico’s van onvoldoende toegang Within group, % of firms that are competitively agile 72% were competitively agile
72%
42% were competitively agile
42% 36%
Size of Each Group Type (% of total sample)
4
36% were competitively agile
46% of participants were Low Investors in Cloud
13% of participants were High Investors in Cloud with Weak Technical Talent
17% of participants were Low Investors in Cloud with Strong Technical Talent
46%
13%
17%
Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Binnen de groep kleine investeerders is slechts 36% concurrerend – dat wil zeggen dat zij, vergeleken met het gemiddelde, sneller en effectiever inspelen op lokale kansen of risico’s. De voordelen van voldoende technologiegerelateerd talent: 17% van het totale onderzoeksvoorbeeld bestond uit grote investeerders in cloud-gerelateerde diensten die tevens beschikten over technische skills. Van de ondernemingen binnen deze groep was 72% concurrerend. De risico’s van onvoldoende technologiegerelateerd talent: Grote investeerders in cloud-gerelateerde diensten met onvoldoende technologiegerelateerd talent vormen 13% van het totale onderzoeksvoorbeeld en 44% van grote investeerders in cloud-gerelateerde diensten. Onderzoeksresultaten laten zien dat deze grote investeerders statisch gezien niet concurrerender zullen zijn dan kleine investeerders in cloud-gerelateerde diensten. In wezen hadden bedrijven die
meer investeerden in cloud-gerelateerde diensten voor het vergroten van hun concurrentievermogen minder toegang tot technologische skills en liepen het risico om hun investeringen in cloudgerelateerde diensten te verspillen.
De beschikking over sterke e-skills draagt niet per se bij aan concurrentievermogen — het is noodzakelijk dat er geen investeringen op het gebied van ICT worden verspild. Dit geldt voor alle types organisaties – ongeacht grootte of sector.
types ICT-gerelateerde skills in Europa onder verschillende sociaaleconomische scenario’s. Een speciaal accent van dit onderzoek ligt daarbij op hoogwaardige innovatie-skills (die we aanduiden als “e-leadership skills”). Nadat we een samenvatting hebben aangeboden van de analyse van ontwikkeling in vraag en aanbod voor ICT-uitvoerenden en skills voor ICT-gebruikers, zal de rest van dit document gericht zijn op e-leadership skills en zeven handelingsaanbevelingen.
Dit rapport vormt een samenvatting van de belangrijke uitkomsten van het onderzoek “e-Skills voor concurrentievermogen en innovatie: visie, stappenplan en verwachte scenario’s.” Hoofddoel van dit onderzoek is te helpen bij het terugdringen van tekorten, hiaten en mismatches in innovatie-skills binnen Europa en te zorgen voor een gezonde, zuivere empirische argumentatie t.a.v. vraag en aanbod voor verschillende
Managers, ondernemers en bedrijfsmanagers moeten beschikken over e-competences om te kunnen groeien, exporteren en aansluiting te vinden met de digitale wereldmarkten. Binnen een digitale economie zijn e-leadership skills essentieel.” —Michel Catinat, hoofd van de unit “Key Enabling Technologies and ICT” bij directoraat-generaal Ondernemingen en industrie, Europese Commissie
Onderzoek e-Leadership
5
e-Skills prognoses en scenario’s
Groeiend hiaat: Zelfs onder de huidige crisis blijft de vraag naar ICT-werknemers het aanbod overtreffen. Dit hiaat geeft een kan aan voor het creëren van banen die Europa niet mag mislopen. De ICT-beroepsbevolking in Europa telde in 2011 6,67 miljoen werknemers, wat 3,1% van de complete beroepsbevolking bedraagt. Deze is de afgelopen tientallen jaren verder gegroeid en zal in de toekomst blijven groeien. Tussen 2000 en 2010 groeide de ICT-beroepsbevolking met een jaarlijks percentage van 4,26. Zelfs ten tijde van de economische en financiële crisis waarmee Europa sinds eind 2008 te maken heeft, bleef de groei 2,65%.
De vraag lijkt significant te zijn voor e-leiders. Van de ca. 255.000 vacatures voor de EU-27 in 2012 vinden we 76.000 vacatures voor “ICT-management en bedrijfsarchitectuur” skills. Verder is dit hiaat onevenredig van invloed op kleine en middelgrote ondernemingen: 70% van alle vacatures vinden we in MKB waar veel vaker ICT skills worden gevraagd dan in grotere ondernemingen. De belangstelling voor een ICT-loopbaan lijkt echter af te nemen bij jongere generaties. Sinds 2005 is het aantal afgestudeerden in computerwetenschappen in Europa steeds verder afgenomen. Deze afname wordt verder vergroot door het groeiende aantal ICT-werknemers dat met pensioen gaat.
Om te kunnen concurreren is innovatie cruciaal. Er bestaan drie hoofdaspecten om effectief en efficiënt te kunnen innoveren: strategie, skills en tools. Deze drie vormen de verantwoordelijkheid van het meest senior managementteam.” —Federico Flórez, chef informatie en innovatie, Ferrovial
6
Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Dit komt op het volgende neer: Europa ‘produceert’ onvoldoende aantallen ICT-afgestudeerden om aan de vraag te kunnen voldoen. De resultaten van representatieve empirische onderzoeken van CIO‘s en HR-managers in acht Europese landen in 2012 tonen aan dat het aantal verwachte vacatures in ICT-gerelateerde beroepen, geëxtrapoleerd ten opzichte van het geheel in Europa (EU-27), kan worden geraamd op ca. 255.000 in 2012.
Toekomstige hiaten: Op scenario’s gebaseerde voorspellingen van ‘ICT-werknemers en professionele skills’ in Europa 2012-2020 De waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen op het gebied van vraag en aanbod in e-skills in Europa zijn geraamd op basis van empirische gegevens en verschillende scenario-gerelateerde prognoses. Binnen het scenario van een “voorzichtige groei” bedragen de tekorten in e-skills meer dan 372.000 in 2015 in vergelijking tot 255.000 momenteel. In een meer optimistisch scenario waarin een ”terugkeer naar vertrouwen” bestaat, zal het tekort, d.w.z. het theoretische aantal ICT-vacatures 864.000 bedragen in 2015.
Elk scenario is van invloed op de input- en outputfactoren, waarop het toekomstige model van vraag en aanbod gebaseerd is. Inputfactoren bestaan uit factoren zoals het verwachte aantal ICT-afgestudeerden dat deel zal gaan uitmaken van de ICTberoepsbevolking alsook het aantal zelf opgeleide of branchegecertificeerde werknemers. Outputfactoren bevatten factoren zoals pensioentrends en andere afvloeiingspatronen. Deze scenario’s werden getest in drie workshops. De deskundigen bekeken de aannames en leverden een bijdrage aan een uiteindelijk model. De vraag aan toekomstige e-skills zal verder toenemen in hooggeschoolde ICT-banen, waaronder management, planning en strategie en gespecialiseerde banen in ICT-ontwikkeling en minder in ICT-ondersteuning, levering en operaties, d.w.z. beroepen op het gebied van ICTinfrastructuur.
Zelfs binnen de twee meest waarschijnlijke scenario’s – “voorzichtige groei” en “terugkeer naar vertrouwen” – bestaan er significante hiaten tussen vraag en aanbod op het gebied van e-skills.
2
For a significantly more detailed description of the methodology used, please refer to Chapter 2 of the Final Report, available at http://eskills-vision.eu/
Onderzoek e-Leadership
7
e-Skills prognoses en scenario’s Resultaten van het scenario “voorzichtige” Het scenario “voorzichtige groei” voorziet in economische groei bij een langzame terugkeer naar historische groeitrajecten. Er wordt van uitgegaan dat er tussen 2010 en 2015, een jaarlijkse groei van het BBP van gemiddeld 0,92% kan worden verwacht. Matige IT-investeringen komen tot uitdrukking in een jaarlijkse groei van 2,1% tot aan 2015, waarbij een trendtoename vanaf 2014 zichtbaar zal zijn tot een gemiddeld groeipercentage van 4,3% tussen 2015-2020. IT-investeringen zullen gebaseerd zijn op een snelle verspreiding van mobiele apparaten, toepassingen, cloud-diensten en andere nieuwe IT-levermodellen. Omvangrijke data- applicaties en –diensten zullen naar verwachting aanzienlijk groeien vanaf 2014. Investeringen door MKB in IT zullen slechts heel langzaam toenemen gelet op het trage herstel en persistentie van de kredietschaarste.
Op het gebied van onderwijs wordt er een bescheiden toename van het aantal ICT-afgestudeerden en een zekere mobiliteit vanuit de markt verwacht. Private funding voor onderwijs en training zal op een matig niveau plaatsvinden. Op maatschappelijk gebied zullen datagerelateerde commerciële diensten op internet, ook via mobiele apparaten, bepaalde “big brother” risico’s met zich meebrengen. In politiek opzicht wordt een continu incrementeel ontwikkelingsproces binnen Europa verwacht. Onafgebroken onderhandelingen tussen de Europese lidstaten zullen geleidelijk en in toenemende mate zorgen voor meer cohesie binnen Europa. Binnen het scenario van ‘voorzichtige groei’ zal de ICT-beroepsbevolking in Europa groeien van 6,53 miljoen mensen in 2011 naar 7,09 miljoen in 2020, waarbij 5,15 miljoen mensen ICT-uitvoerenden zullen zijn en 1,95 miljoen medewerkers op ICT-managementniveau zullen zijn.
Er kan een algemene trend worden waargenomen waarbij een steeds groter tekort aan uitvoerenden ontstaat. Er zal zich zelfs in bepaalde landen een werkloosheid voordoen, maar slechts voor enkele jaren, as gevolg van te weinig / een ontbrekende mobiliteit in de hele EU. Deze landen zijn met name Polen en Spanje. Polen wordt geconfronteerd met een te groot aanbod dat in hoofdzaak wordt veroorzaakt door de voortdurende en sterke output van afgestudeerden uit het hoger onderwijs en het beroepsonderwijs, terwijl de ineenstorting van de vraag zich in Spanje doorzet.
I scenariot “Försiktig tillväxt” förväntas luckan mellan efterfrågan och tillgång uppgå till 372 000 för år 2015. Detta tal kan bäst beskrivas som en “behovspotential” eller “jobbpotential” för ICTarbetstillfällen.
Figuur 2: Voorspelde vraag en aanbod van e-skills op basis van twee scenario’s 1,000,000 900,000
864,000
800,000 700,000
676,000
600,000 500,000
487,000
400,000 300,000
510,000
255,000
200,000
363,000 205,000
222,000
2012
2013
259,000
372,000 254,000 199,000 173,000
100,000 0
2011
Scenario: Return to Confidence
Scenario: Cautious Growth
Vacancies Total
Vacancies Total
Practitioners
Practitioners
Management & Architects
8
2014
Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Mangement & Architects
2015
Resultaten van het scenario “terugkeer naar vertrouwen” Het scenario “terugkeer naar vertrouwen” voorziet in een veel optimistischere economische groei met een verwacht herstel in Europe vanaf 2014. Er wordt een jaarlijkse groei van 1,3% van het BBP in Europa verwacht tussen 2010 en 2015. De vraag zal in het bijzonder hoog zijn voor ICT-management gerelateerde banen en hier zal een groeiend aantal vacatures ontstaan voor uitvoerende ICT-ers. Het economisch herstel biedt een gunstige omgeving voor IT-investeringen, met een groeipercentage van jaarlijks 2,9% tot 2015 en een verdere groei van maximaal 5,6% tussen 2015-2020. Binnen dit scenario bestaat een toename van het aandeel en totale aantal banen in applicatiebanen alsmede een lichte afname in het aantal meer infrastructuur gerelateerde banen. ”Terugkeer naar vertrouwen” voorziet in een sterke algemene trend in tekorten van uitvoerenden; wanneer hierbij werkloosheid onder uitvoerenden optreedt, zal dit liggen rond het natuurlijke werkloosheidscijfer van ca. 2%. Binnen dit scenario zal het vraagpotentieel voor ICT-medewerkers 7,47 miljoen in 2020 bereiken en op 8,99 liggen.
Binnen het scenario “terugkeer naar vertrouwen” ligt het hiaat tussen vraag en aanbod naar verwachting op 864.000 in 2015.
Wij vormen het buigpunt waar Europa werkelijk kan profiteren van de ICT-sector om de productiviteit drastisch te verhogen – mits we beschikken over de juiste skills en leiderschap. Dit is de enige manier waarop Europa zijn productiviteit kan verhogen. Deze nieuwe technologieën vormen als geheel een manier om banen te creëren.” —Jan Muehlfeit, voorzitter Europa, Microsoft Corporation
Dat de kansen van een pittige crisis niet mogen worden gemist, schijnt sommige van onze leiders te zijn ontgaan. Wij doen minder met minder dan meer met minder. We moeten ons afvragen hoe wij onszelf opnieuw kunnen uitvinden.” —Constantijn van Oranje-Nassau, kabinetschef Vice-President Neelie Kroes, Europese Commissie
Onderzoek e-Leadership
9
Het belang van e-Leadership Een nieuw type leiderschap — e-leadership — wordt steeds belangrijker voor organisatorische innovatie en concurrentievermogen. Om productiviteit en concurrentievermogen te vergroten vertrouwen organisaties steeds meer op ICT voor aansturing van hun bedrijfsprocessen, voor innovaties en voor het leveren van producten en diensten. Aangezien organisaties meer investeren in bedrijfsoperaties en technologieën, wordt van ICT-leidinggevenden verwacht dat zijn meer bedrijfsmatig gericht zijn, terwijl bedrijfsleiders verondersteld worden meer ICT-gericht te zijn. Onderzoekers
van INSEAD hebben vastgesteld dat de strategische functies van CIO’s en hun ICTgroepen aanzienlijk zijn uitgebreid. Sinds 2009 werken onderzoekers van INSEAD samen met CIOnet, een Europese CIOfederatie, aan een jaarlijks onderzoek van CIO’s. De resultaten tonen ondubbelzinnig aan dat:
•
•
CIO’s een significant percentage van hun tijd besteden aan andere taken dan het beheren van ICT-diensten; CIO’s ongeveer een derde van hun arbeidstijd besteden aan samenwerking met collega’s buiten de ICT-branche, terwijl ICTgroepen ongeveer een kwart van hun arbeidstijd samenwerkten met
•
collega’s buiten de ICT-branche. in beide gevallen was er sprake van een groei van minimaal 20% binnen de samenwerkingstijd met collega’s binnen het bedrijf, en CIO’s en hun ICT-groepen spendeerden een steeds kleiner percentage van hun tijd aan het beheren van ICT-diensten en een groeiend percentage van hun samenwerkingstijd met collega’s binnen het bedrijf in het beheren van bedrijfsomvattende processen en de samenwerking met externe klanten en partners.
e-leadership binnen de context van e-skills De Commissie heeft het voortouw genomen in het volgen van de ontwikkeling van vraag en aanbod in e-skills. In 2004 heeft het Europese forum op het gebied van e-skills de volgende definitie voor e-skills (EC, 2004) aangenomen: Skills ICT-gebruiker: de capaciteiten die vereist zijn voor een effectieve toepassing van ICT-systemen en apparaten door individuen. ICT-gebruikers passen systemen toe als tools bij de ondersteuning van hun eigen werkzaamheden. Gebruikerskills dekken het gebruik af van normale softwaretools en van gespecialiseerde tools ter ondersteuning van bedrijfsfuncties binnen de industrie. Skills ICT-uitvoerende: de capaciteiten die vereist zijn voor het onderzoeken, ontwikkelen, ontwerpen, strategisch plannen, beheren, produceren, adviseren, marketen, verkopen, integreren, installeren, administreren, onderhouden, ondersteunen en verzorgen van ICT-systemen.
e-Skills E-business (ook wel e-leadership genoemd): de capaciteiten die vereist zijn voor het exploiteren van mogelijkheden die ICT bedt, met name via internet; om efficiëntere en effectievere prestaties van verschillende types organisaties te realiseren; om mogelijkheden te onderzoeken voor nieuwe manieren om bedrijfsprocessen/ administratieve processen en organisatorische processen uit te voeren; en/of om nieuwe bedrijfsactiviteiten te realiseren. In de loop van dit onderzoek zijn verschillende groepen belanghebbenden en deskundigen geraadpleegd en werd de volgende definitie van e-leadership ontwikkeld. e-Leadership is het resultaat van een doelstelling gebaseerd op ICT waarbij human resources en het gebruik van ICT richtinggevend zijn. E-leaders zijn in wezen leidinggevenden die technologie toepassen om een ICT-doel te realiseren.
3 Aral, Brynjolfsson and Wu 2012; Brynjolfsson and Saunders 2010; Hunter and Westerman 2010; and Weil and Ross 2010 4 For recent examples, see Austin et al. 2009; Fonstad 2011, 2012; Peppard 2010, 2013; Spitze and Lee 2012; Woerner and Weill (2009). 5 Fonstad (2012). “Three ways to thrive: How Chief Information Officers are enabling their organizations to grow and strengthen in today’s challenging economy.” An annual report on the expanding strategic roles of ICT professionals, developed by INSEAD eLab in collaboration with CIONET
10 Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Door aan te tonen waarom de vraag naar e-leaders het aanbod overtreft, hebben onderzoekers van INSEAD profielen opgesteld van veel organisaties die veel concurrerender zijn geworden dankzij een uitlopende gebruik van ICT-middelen. Hieronder zullen we er twee bespreken, AkzoNobel en Coca-Cola Europa. In 2012 werd aan de CIO van AkzoNobel, Pieter Schoehuijs, de titel van Europese CIO van het jaar toegekend voor bedrijfsprocesmatig leiderschap vanwege de rol die hij speelde in het opbouwen van een nieuwe generatie e-leaders binnen en buiten de onderneming. Ongeveer acht jaar geleden besloot het senior management van AkzoNobel, met als doel efficiënter en nieuwe markten aan te boren, om het bedrijf om te vormen van een financiële holding firm van aparte bedrijfsprocessen naar een organisatie op basis van een matrixmodel, waarbij de bedrijfsunits gecoördineerd werden voor meer efficiency en synergie. ICT was van wezenlijk belang voor deze overgang. Tegenwoordig beschikt de ICT-groep van AkzoNobel over een jaarlijks operationeel budget van 300mn EUR en is verantwoordelijk voor alle bedrijfssystemen, waaronder die de functionele organisaties ondersteunen, zoals finance, supply chain, HR en legal.
Er werken ca. 930 mensen in de ICT in 43 landen wereldwijd. Deze enorme consolidatie, in combinatie met een groter gebruik van externe dienstverleners, heeft gezorgd voor een significante verandering van de skills die nodig waren voor de ICTgroep van AkzoNobel. Voorheen bestond er een grotere behoefte aan technisch geschoold personeel dat bekwaam was in het leveren van diensten, zoals het installeren van servers, het beheren van systemen en het aanbrengen van patches. Tegenwoordig bestaat er een grotere vraag naar professionals met meer skills op het gebied van het beheren van dienstenverlening, systeemplanning (bijv. bedrijfsarchitectuur) en bedrijfsprocessen. Bij Coca-Cola Europa handelen CIO Sabine Everaet en haar team bestaande uit 45 specialisten alle niet-outsourced ICT-behoeften in Europa af. Voor een wereldwijd opererend bedrijf die omzetten maakt van meer dan EUR 46,5 miljard in 2011 wordt Everaet met haar groep beschouwd als belangrijke bedrijfspartners bij het in kaart brengen van risico’s en onderlinge verwevenheden voor complexe programma’s, en ligt haar invloed veel verder dan bij traditionele ICTprojecten. Hun strategische rollen groeiden naarmate zij ICT-operaties optimaliseerden en belangrijke bedrijfsprocessen verbeterden. Everaet heeft de skills van het complete ICT team verrijkt, door de medewerkers de rol aan te laten nemen van hoogopgeleide bedrijfsmatige ICTrelatiemanagers. Everaet zegt hierover het volgende: “Ik moedig mijn mensen vooral aan samen te werken met bedrijfsunits, samen te werken met senior management van de bottlaar, samen te werken met de organisatie, de dynamiek te leren kennen, zaken te bekijken vanuit het juiste perspectief, de verbanden te zoeken en te komen met een holistische visie.” Onderzoek e-Leadership 11
Het belang van e-Leadership
Effectieve e-leaders zijn in staat leiding te geven aan teams en technologiesystemen te beheren op wijzen die tegemoet komen aan zowel lokale als mondiale behoeften.
In 1961 publiceerde W.C.H. Prentice een artikel over “Het begrijpen van leiderschap” in de Harvard Business Review (HBR), dat zo relevant bleek te zijn dat het vooraanstaande tijdschrift het stuk in 2004 opnieuw publiceerde. In dit artikel komt Prentice met de volgende definitie van leiderschap (Prentice 2004: 102-3): Leiderschap is het resultaat van een doelstelling via menselijke ondersteuning. Hij die erin slaagt zijn medewerkers richting te geven bij het bereiken van specifieke doelen, is een leider. Een groot leider is iemand die hiertoe iedere dag weer in staat is, jaar na jaar onder wisselende omstandigheden. Sinds Prentice dit spannende onderzoeksterrein ontgon, heeft een groot aantal onderzoeken over leiderschap cruciale activiteiten en skills in kaart gebracht die samenhangen met effectief leiderschap en die beschrijven op welke wijze leidinggevende activiteiten en verantwoordelijkheden kunnen worden verdeeld over verschillende individuen. Onderzoek naar leiderschap benadrukt altijd vier hoofdactiviteiten waarin leiders goed moeten zijn:
•
•
Naast het vastleggen van activiteiten hebben onderzoekers leidinggevende eigenschappen vergeleken met de managementkenmerken met als doek de verschillen tussen de twee concepten te benadrukken. In zijn in 1989 verschenen book “On Becoming a Leader” stelde Warren Bennis een lijst met deze verschillen samen. Hieronder volgen enkele van zijn onderzoeksresultaten: • • •
•
•
Een situatie goed kunnen inschatten (bijv. door het in kaart brengen van verbanden); Relaties vormen en in overeenstemming brengen zowel binnen als buiten organisaties;
Ontwikkelen van een overtuigende visie voor een initiatief dat waarde creëert (bijv. het in kaart brengen van risico’s en synergie op basis van onderlinge verbanden) en Het beheren van veranderingen en onderzoek benaderen, onderhandelen, coördineren en motiveren van een verscheidenheid aan resources binnen de realisatieprocessen van het initiatief en het bereiken en duurzaam creëren van waarde (bijv. actief experiment).
• • •
De manager beheert; de leider vernieuwt. De manager onderhoudt; de leider ontwikkelt. De manager richt zich op systemen en structuur; de leider richt zich op mensen. De manager oefent controle uit; de leider zorgt voor vertrouwen. De manager vraagt hoe en wanneer; de leader vraagt om wat en waarom. De manager doet de dingen op de juiste wijze; de leider doet het juiste ding
12 Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Voortbouwend op het werk van Prentice en vele andere onderzoekers hebben onderzoekers van INSEAD e-leadership als volgt gedefinieerd. e-Leadership is het resultaat van een doelstelling gebaseerd op ICT waarbij human resources en het gebruik van ICT richtinggevend zijn. e-Leaders springen met name in het oog bij digitale ondernemingen. Digitale ondernemingen zijn bedrijven vanuit alle sectoren van de economie die de economische en/of sociale waarde kunnen bevorderen door gebruikmaking van digitale technologieën. Deze kenmerken zich door een zeer intensief gebruik van nieuwe digitale technologieën om hun bedrijfsintelligentie te vergroten, zich bezig te houden met hun klanten, hun activiteiten te optimaliseren en nieuwe bedrijfsmodellen te ontwikkelen.
Figuur 3: e-Leaders zijn leiders die gericht zijn op nieuwe technologie en een verscheidenheid aan resources om hun ICT-gerelateerde doelen te bereiken.
e-Leader
Manager
Leider
Digitale ondernemer Ondernemer
•
Leiderschap is het resultaat van een doelstelling via menselijke hulpbronnen.
•
e-Leadership is het resultaat van een doelstelling gebaseerd op ICT waarbij human resources en het gebruik van ICT richtinggevend zijn. E-leaders zijn leidinggevenden die technologie toepassen om een ICT-doel te realiseren.
•
Ondernemerschap is het resultaat van een nieuwe organisatie via menselijke hulpbronnen. Ondernemers zijn leiders die nieuwe ondernemingen creëren.
•
Digitaal ondernemerschap is het resultaat van een nieuwe organisatie gebaseerd op ICT-activiteiten en -diensten waarbij human resources en het gebruik van ICT richtinggevend zijn. Digitale ondernemers zijn leiders die bijvoorbeeld nieuwe ondernemingen creëren op basis van ICT-activiteiten, -producten en –diensten
Onderzoek e-Leadership 13
Het belang van e-Leadership Effectieve e-leaders beschikken over een T-vormige portfolio met skills Effectieve organisatie gaan ervan uit dat e-leaders beschikken over een T-vormige portfolio met skills. Wanneer een leider beschikt over een T-vormige portfolio met skills, betekent dit eenvoudig dat hij zowel bedrijfsmatig als ICT-professional is. Om precies te zijn: door te beschikken over een T-vormige portfolio met skills beschikt een leider over de skills: • Gebruik van ICT: Een verticale set skills die kennis of “diepe kennis” omvat op een bepaald gebied (bijv. wetenschap; engineering; ICT; sociale wetenschappen); • Een horizontale set skills die “transversale skills” omvatten (bijv. onderhandelen; kritisch denken; design en systeemdenken, business en ondernemerschap, etc.) die samenwerking binnen en buiten ondernemingen mogelijk maken.
•
Horizontale EN verticale skills vereisen een basisniveau gebruiker-skills in de ICT, zoals vastgelegd door de Commissie.
Hoewel e-leaders dienen te beschikken over een T-vormige portfolio met skills, kan de verspreiding van kennis variëren, afhankelijk van de activiteitensets waarvoor een e-leader verantwoordelijk is De onderstaande tabel bevat de acht hoofddoelen en gerelateerde activiteitensets die succesvolle ondernemingen moeten kunnen uitvoeren (op basis van interne of externe resources) om ICT op concurrerende wijze te kunnen inzetten.
zoals sociale media en analyses en een praktisch inzicht in het meten en uitwerken van consumentengedrag. Anderzijds moet een bedrijfsarchitect beschikken over praktisch inzicht in ICTsystemen en de wijze waarop verbanden worden gedefinieerd en beheerd (bijv. tussen ICT, bedrijfsprocessen en -data) alsmede over functioneel, productmatig en sectorgerelateerde expertise om te garanderen dat de bedrijfsarchitectuur een bedrijfsmodel ondersteunt dat optimaal is voor de organisatie, gelet op de te volgen bedrijfsstrategie.
De tabel laat zien hoe elk van de acht activiteitensets strategisch inzicht (weten wat er mogelijk is) of praktisch inzicht (weten hoe het mogelijke kan worden gerealiseerd) van een set skills vereist. Een Chief Marketing Officer bijvoorbeeld wordt verondersteld te beschikken over een strategisch inzicht van technologie,
Het in kaart brengen van relevante mogelijkheden op het gebied van technologie en het beïnvloeden van belanghebbenden binnen de organisatie met als doel het kapitaliseren van die mogelijkheden, zijn enkele van de kenmerken van modern ICT-leiderschap. Werknemers – met name onlangs afgestudeerden – profiteren dikwijls van een reeds gedefinieerde structuur op basis waarvan zij zich kunnen ontwikkelen en kunnen meegroeien met de organisatie. Intel is van mening dat om het beste talent aan te trekken en te behouden het van belang is werknemers een transparante en duidelijke loopbaanontwikkeling aan te bieden die voorziet in persoonlijke, organisatorische en branchegerelateerd leiderschap.” —Jim Kenneally, hoofdonderzoeker bij Intel Labs en onderzoekscoördinator bij het Innovation Value Institute
14 Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Binnen grote en middelgrote organisaties wordt e-leadership verdeeld over verschillende individuen. Binnen veel grote organisaties is één hoofd e-leader, zoals de CIO, verantwoordelijk voor de totale ontwikkeling en het
beheer van ICT-systemen, terwijl andere adjunct e-leaders verantwoordelijk zijn voor het leiding geven op basis van een specifieke activiteitenset, zoals een van de acht die in de tabel genoemd worden. Veel organisaties bijvoorbeeld stellen tegenwoordig in aanvulling op de CIO een Chief Enterprise Architect aan, die verantwoordelijk is dat alle ICT-
systemen, bedrijfsprocessen en -data worden gecoördineerd en in lijn worden gebracht met het bedrijfsmodel van de organisatie. In verschillende organisaties zijn tevens hoog opgeleide bedrijfsmatige ICT-relatiemanagers actief, die teams van bedrijfsmanagers en ICT-ontwikkelaars aansturen, om te waarborgen dat aan de behoeften van ene specifieke bedrijfsunit met prioriteit wordt voldaan.
Tabel 1: Voor een goede uitvoering vereist elk van de volgende activiteitensets een andere mix van strategisch en praktisch inzicht in verticale en horizontale kennis. Using ICT
Literacy &
Developing organisations
(Vertical Expertise)
Basic Skills
(Horizontal/Transversal Expertise) Global Knowledge Economy Talents
+++
+++
+++
+++
Business process management
+++
+
+
+
+
+++
+++
+++
+++
Program & project management
+++
+
+
+
+
+++
+++
+++
+++
Global sourcing management
+++
+
+
+
+
+++
+++
+++
+++
+++
+++
+++
+++
+++
+
+
+
+
+++
+++
+++
+++
+++
+
+
+
+
+++
+++
+++
+++
+++
+
+
+
+
+++
+++
+++
+++
+++
+
+
+
Enterprise architecture
Solution development and implementation Information management & security IT services management & delivery
+
Making sense of a situation
Developing a compelling vision
+
Building and aligning relationships across boundaries
Managing change & inventing
+
Product expertise
+
Function expertise
+
ICT expertise
+++
digital literacy, etc.
Customer & Sector expertise
Reading, writing, math,
Business development, sales and marketing
Key Sets of activities
+ = strategic understanding (knowing what is possible) +++ = practical understanding (knowing how to do the possible) 6
For general research on the importance of distributed leadership see Ancona and Bresman (2007), Ancona et al. (2007), and Ancona et al. (2009).
Onderzoek e-Leadership 15
Inschatten van vraag en aanbod van e-Leaders
Beschikken Europese organisaties over voldoende e-leaders om gebruik te maken van technologie, om hun concurrentievermogen te vergroten op basis van betere handelingen en innovatie? Het eenvoudige antwoord is nee, maar de realiteit ligt genuanceerder. Om de vraag naar e-leaders te kunnen inschatten is het onderzoeksteam ervan uitgegaan dat bepaalde organisaties meer e-leaders nodig hebben dan andere organisaties, afhankelijk van twee dimensies. 1. Grootte van de organisatie: Gelet op het aantal fulltime equivalenten
(FTE’s) zullen grote (250-999 FTE’s) of zeer grote bedrijven (1000+ FTE’s) een grotere behoefte aan en capaciteit hebben voor spreiding van hoofdverantwoordelijkheden over meer individuen dan een heel klein bedrijf (1-9 FTEs) of een klein bedrijf (10-49 FTE’s). 2. De ICT-intensiteit van een sector: Dit is de mate waarin organisaties vertrouwen op technologie voor hun bedrijfsprocessen, innovaties en het zorg dragen voor het leveren van producten en voor hun dienstverlening. De vraag naar e-leaders is groter voor organisaties in de ICT-sector dan voor organisaties in andere sectoren dan de ICT, aangezien de ICT-sector aangewezen is op e-leaders voor bedrijfsinterne
activiteiten, innovatie en voor externe dienstverlening. Binnen andere sectoren dan de ICT zijn sectoren met een hoge ICT-intensiteit en sectoren met een lage ICT-intensiteit. Op basis van deze factoren zijn organisaties onderverdeeld in een van drie verschillende groepen, in de onderstaande tabel aangegeven met verschillende kleuren. Binnen elk van deze drie groepen werd een inschatting van de vraag gedaan.
De totale vraag naar e-leadership in Europa wordt geschat op 680.000 personen.
Tabel 2: Geschatte vraag naar e-leadership Type of Firm & Sector
ICT sector
High ICT intensity sectors
Low ICT intensity sectors
Size of firm
Estimated demand of e-leaders per enterprise
Number of enterprises
Estimated total demand for e-leaders by firm type
high growth SMEs
1
15,000
15,000
medium
4
6,500
26,000
large & very large
8
1,400
11,000
high growth SMEs
1
30,000
30,000
medium
2
60,000
120,000
large & very large
5
29,000
145,000
high growth SMEs
1
25,000
25,000
medium
1
227,000
227,000
large & very large
2
42,000
84,000
436,000
680,000
TOTAL ESTIMATED DEMAND OF e-LEADERS
16 Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Geschatte aanbod aan skills op het gebied van e-leadership Het onderzoeksteam maakte via research gebruik van de waardevolle gegevens die werden verzameld door het Europese statistische systeem in hun Labour Force Surveys (LFS): dit levert ISCO-08 (International Standard Classification of Occupations) gecodeerde data over verschillende soorten beroepen, waaronder managementcategorieën van topmanagers in de c-suite tot assistentmanagers van productlijnen.
Om het aanbod aan e-leaders binnen elk van deze acht categorieën te kunnen schatten vermenigvuldigden onderzoekers het aantal binnen elke groet met de “e-leadership quota” – het geschatte aantal personen binnen een ISCO-08 categorie dat beschikt over een voldoende T-gevormde portfolio van ICT- en bedrijfskills om te dienen als e-leaders. Het totale aanbod kan eenvoudig worden beschreven door de e-leaders binnen elke professionele NACE groep op te tellen.
Op basis van deze aannames wordt het totale aanbod aan e-leaders op managementniveau binnen Europa geschat ca. 661.000.
De waarborg dat we beschikken over voldoende e-leaders, vormt een belangrijk vraagstuk bij SAFRAN. Wij hebben leiders nodig die weten hoe de branche werkt, welke nieuwe en relevante informatie- en communicatietechnologieën zich ontwikkelen en hoe we het best kunnen profiteren van de mogelijkheden die de nieuwe technologieën bieden om ondernemingen tot bloei te laten komen.” —Daniel Dubreuil, CIO, SAFRAN
Tabel 3: Geschatte aanbod e-leadership Population of Each Occupation Group
Times (x) e-leadership quota
Equals (=) ICT Population
12,000
100%
12,000
260,697
100%
260,697
12,553,845
(average is about 3%)
389,182
Managing directors and chief executives
1,495,180
3%
44,855
Business services and administrative managers
2,283,360
5%
114,168
Sales and marketing managers
1,094,997
5%
54,750
Research & development managers
129,445
50%
64,723
Managers in agriculture, forestry and fisheries
109,833
.5%
549
Professional services managers (other)
135,759
.5%
679
Occupation Group
Entrepreneur – Gazelles ICT service managers (ISCO 1330) Other Managers (ISCO 112, 121, 123, 131, 1332, 134, 141, 142, 143) (selection of examples, below)
TOTAL ESTIMATED SUPPLY OF e-LEADERS
varied
661,000
Onderzoek e-Leadership 17
Inschatten van vraag en aanbod van e-Leaders Door de aannames te wijzigen komt een nog groter hiaat tussen vraag en aanbod van e-leaders aan het licht. De schattingen van vraag en aanbod van e-leaders die in dit rapport worden genoemd, zijn tamelijk behoudend. Toen de schattingen werden gepresenteerd aan deskundigen van academies, uit de industrie en openbare beleidsinstellingen, waren de meesten het erover eens dat de werkelijke vraag naar e-leaders waarschijnlijk hoger ligt; het werkelijke aanbod nog lager; waardoor het werkelijke hiaat tussen vraag en aanbod nog groter is dan hier geschetst.
Om een beter inzicht te ontwikkelen van de gevoeligheid van de schattingen voor elke belangrijke aanname en in het proces en om een beter inzicht te ontwikkelen in waarom vraag en aanbod fluctueren, worden lezers aangemoedigd elke aanname te onderzoeken, in twijfel te trekken en te wijzigen, zodat ze kunnen zien hoe dit van invloed is op vraag en aanbod. Tabel 3 beschrijft hoe door enkele belangrijke aannames te wijzigen er direct veranderingen plaatsvinden in de eerdere schattingen van vraag en aanbod.
Verandering in belangrijke aannames in relatie tot het schatten van het AANBOD aan e-leaders
Resulterende verandering
Aanname: 100% van de 260.687 ICT servicemanagers gekwalificeerd als e-leaders. Maar organisaties die hun ICT-functies hebben geconsolideerd en gecentraliseerd in een gedeelde serviceorganisatie, moesten enkele managers ontslaan en tegelijkertijd nieuwe managers aanstellen.
Wanneer in deze aanname het percentage wordt teruggebracht van 100% naar 80%, zijn er 52.000 minder e-leaders in Europa.
Aanname: 50% van de 129.445 Research & Development managers gekwalificeerd als e-leaders. Dit kan een optimistische aanname worden genoemd, aangezien veel wetenschappers die werkzaam zijn in R&D labs niet per se in staat zijn teams van mensen te inspireren en te leiden voor het creëren van ICT-gerelateerde oplossingen.
Als in deze aanname het percentage wordt gehalveerd, d.w.z. van 50% naar 25%, zijn er 32.000 minder e-leaders in Europa.
Aanname: 5% van business service- en administratiemanagers (NACE 1210) gekwalificeerd als e-leaders. Sommige aannames kunnen als te beperkend worden aangeduid. Er kan bijvoorbeeld worden aangenomen dat twee keer zoveel business service- en administratiemanagers voldoende geschikt zijn op het gebied van ICT om als e-leaders te kunnen optreden.
Wanneer in deze aanname het percentage wordt gewijzigd van 5% naar 10%, zijn er 114.000 meer e-leaders in Europa.
Wij bundelden onze krachten met de Europese Commissie en bepaalde business schools voor het ontwikkelen van curricula voor 2-jarige programma’s om een IT-MBA en een Masters in Business Enterprises Architecture te behalen.” —Christian Pagel, Vice-President van Corporate Business Systems en CIO, SGLCarbon SE, commissaris voor HR & Education, EuroCIO 18 Voorbereid voor de Europese Commissie, directoraat-generaal Ondernemingen en industrie
Verandering in belangrijke aannames in relatie tot het schatten van de VRAAG naar e-leaders
Resulterende verandering
Aanname: i ICT-tjänstesektorn behöver medelstora företag endast fyra e-ledare och stora företag behöver åtta e-ledare för att vara produktiva. Det är lätt att påstå att detta antagande är felaktigt, eftersom företag i ICT-tjänstesektorn behöver e-ledare för att bygga broar till interna kunder och att samverka med externa kunder.
Als deze aanname gewijzigd wordt voor de ICT-dienstensector, zijn bedrijven aangewezen op twee keer zoveel e-leaders en neemt de vraag naar e-leaders toe met 37.000.
Aanname: innovatieve nieuwe bedrijven hebben slechts één e-leader nodig om te slagen. Er kan worden gesteld dat in de huidige digitale economie elk startende onderneming die een jaarlijkse groei van 20% realiseerde voor ten minste de eerste vijf jaar, in hoge mate afhankelijk is van technologie voor zijn activiteiten en zijn nieuwe producten en diensten. Hier zouden de meeste innovatieve nieuwe bedrijven ten minste twee e-leaders nodig hebben, een voor het leiden van operatiegerelateerde projecten en een voor het leiden van projecten gerelateerd aan nieuwe producten en diensten.
Als alle innovatieve nieuwe bedrijven zijn aangewezen op twee e-leaders, neemt de vraag naar e-leaders in Europa toe met nog eens 70.000.
Aanname: middelgrote bedrijven in sectoren met een hoge ICT-intensiteit hebben slechts twee e-leaders nodig. Er kan worden gesteld dat deze bedrijven, aangezien ze zich in sectoren met een hoge ICT-intensiteit bevinden, minimaal vier e-leaders nodig hebben, waarbij elk verantwoordelijk zou zijn voor twee van de eerder beschreven activiteitensets.
In middelgrote bedrijven in sectoren met een hoge ICT-intensiteit bestaat er een vraag naar vier e-leaders in plaats van twee; de vraag neemt dan toe met 120.000 e-leaders.
Wanneer rekening wordt gehouden met alle aannames, groeit de vraag met 227.000 e-leaders naar een totaal van 915.000. De aannames die gebruikt worden voor de ontwikkeling van schattingen van vraag en aanbod van e-leaders leveren belangrijke inzichten op in de wijze waarop academische instellingen, beleidsmakers en bedrijven kunnen samenwerken om de vraag zorgvuldiger te voorspellen en te zorgen voor voldoende aanbod. Het deel met aanbevelingen bevat specifiekere acties die kunnen worden uitgevoerd om het hiaat te dichten.
Wij weten van onze werknemers en klanten dat er een hiaat bestaat. Wij hebben curricula-materialen ontwikkeld om toekomstige CIO’s te kunnen helpen.” —Jeannette Weisschuh, directeur duurzaamheid en maatschappelijke innovatie bij Hewlett-Packard GmbH
E-ledarskapsstudie 19
Aanbevolen acties
Het goede nieuws is dat Europa verschillende voorbeelden kent van geslaagde inspanningen door multistakeholders bij het vergroten van het aanbod aan e-leaders. De uitdaging om hierin progressie te maken, neemt snel toe.
Dit deel presenteert een reeks aanbevelingen uit het onderzoek “e-Skills voor concurrentievermogen en innovatie: visie, stappenplan en verwachte scenario’s” om te waarborgen dat Europa beschikt over voldoende e-leadership skills. De intentie van deze aanbevelingen is om waardevolle input te leveren voor de ontwikkeling van een uitgebreid stappenplan voor acties op Europees en nationaal niveau. De aanbevelingen zijn bedoeld voor een verscheidenheid aan groepen belanghebbenden .
Binnen het project werden de volgende zeven aanbevelingen ontwikkeld. Op de volgende pagina’s wordt elke aanbeveling gedetailleerder beschreven. Recommendation
1 2 3
Betrokkenheid door een grotere reeks groepen belanghebbenden voor het aanscherpen van definities en rekenmethodes voor e-leadership skills
2013
2014
2015-2020
Voorbereiding Implementatie Eerste resultaten
Regelmatige controle van vraag en aanbod van e-leadership en het bieden van planningen en beschikbare data over e-leadership skills
Voorbereiding
Ontwikkeling en toepassing van e-leadership curricula-richtlijnen en kwaliteitslabels
Voorbereiding
Implementatie Eerste resultaten Implementatie Eerste resultaten
4 5 6
Voorbereiding
Opstellen van nieuwe formaten en partnerschappen voor het doceren en verwerven van e-leadership skills In lijn brengen van acties voor de ontwikkeling van e-leadership skills met inspanningen om ondernemerschap binnen de EU te stimuleren
Implementatie Eerste resultaten Voorbereiding Implementatie Eerste resultaten Voorbereiding
Stimuleren van e-leadership binnen de context van ondernemerschap en zelfstandigheid
Implementatie Eerste resultaten
7
Creëren van bewustzijn van e-leadership skills voor innovatie, concurrentievermogen en inzetbaarheid
20 E-ledarskap: kompetens för konkurrenskraft och innovation
Voorbereiding Implementatie Eerste resultaten
Aanbeveling
1
Betrokkenheid door een grotere reeks groepen belanghebbenden voor het aanscherpen van definities en rekenmethodes voor e-leadership skills
Achtergrond:
Acties:
Er bestaat een behoefte aan zorgvuldigere en beter gedeelde definities en cijfers over e-leadership skills en competenties, die aangeven welke soorten e-leaders geassocieerd worden met welke specifieke soorten bedrijven en het creëren van maatschappelijke waarden; zorg ervoor dat curricula en e-leadership ontwikkelingen relevant zijn; verbeter de controle van vraag en aanbod voor e-leadership skills; vergroot de effectiviteit in besluitvorming van beleid. Tot dusver speelden CIO’s een belangrijke en actieve rol in het geheel, aangezien zij deel uitmaken van goed georganiseerde Europese CIOnetwerken en zij hun behoeften en eisen helder hebben geformuleerd. Nu bestaat er een behoefte om hun bijdragen te completeren, door business line managers, CxOs, ondernemers en freelancers in te schakelen. Dit zal echter meer uitdagingen met zich meebrengen, aangezien deze groepen minder strak georganiseerd zijn en zich bewust zijn van hun behoeften op het gebied van e-skills.
Om de ontwikkeling van e-leadership te versnellen is het belangrijk samen te werken met bedrijfsleiders buiten de IT-sector, bijv. met Chief Executive Officers, Chief Financial Officers en Chief Marketing Officers, alsmede met digitale ondernemers. Tijdens dit project is er veel inzicht en input geleverd door Chief information Officers. Senior management teams kunnen nieuwe cruciale skills in kaart brengen die vereist zijn door de strategie, en kunnen een gedetailleerde inventarisatie maken van de wijze waarop deze moeten worden benaderd. Dezelfde informatie moet worden verkregen van ondernemers en freelancers. Een vertrouwde neutrale partij kan lessen van toepassingen van e-leadership verzamelen en samenvoegen en er zo voor zorgen dat definities breed genoeg zijn opgesteld om alle relevante cases van ICT-gerelateerd leiderschap in moderne ondernemingen af te dekken, waarbij deze voldoende zorgvuldig zijn opgesteld om praktisch te zijn en inzicht te bieden.
belangrijkste skills in kaart te brengen deze te inventariseren bij het realiseren van hun stratgische doelen. De Commissie is uitermate geschikt om leiding te geven aan de verdere ontwikkeling en het aanscherpen van cijfers voor e-leadership skills. Het succes van een dergelijk initiatief staat of valt met een regelmatige uitwisseling met een grote reeks groepen belanghebbenden, zoals bedrijfsmanagers op C-niveau en digitale ondernemers. De Commissie wil wellicht een dergelijke activiteit initiëren als integraal onderdeel van permanent onderzoek, waarbij de dialoog moet worden aangegaan met alle relevante belanghebbenden. Onder belanghebbenden worden verstaan: industrie, onderwijs, training en certificeringsinstellingen, academies, de CEN Workshop voor ICT skills, Eurostat, de nationale statische instellingen, vertegenwoordigers van arbeidsbureaus en bemiddelingsbureaus op landelijk en Europees niveau.
Voorts dient er aandacht te worden besteed deze resultaten te gebruiken voor de ontwikkeling van een framework van e-leadership skills als uitbreiding op het Europese e-Competence Framework (e-CF) voor ICT-uitvoerenden. Dit kan dan worden gebruikt door organisatie in de publieke en de privésector om hun
8
See Dewhurst, M., Hancock, B. and Ellsworth, D. (2013). “Redesigning Knowledge Work: How to free up high-end experts to do what they do best.” Harvard Business Review. Pp. 59-64.
E-ledarskapsstudie 21
Aanbeveling
2
Regelmatige controle van vraag en aanbod van e-leadership
Achtergron:
Acties:
Er zijn nog steeds onvoldoende kwantitatieve data en relevante statistieken beschikbaar om tekorten, hiaten en mismatches in kaart te brengen en hierop te anticiperen. Bestaande datasets afkomstig van andere bronnen zijn schaars en zijn slechts voor een deel relevant. Het gebrek aan data staat de acties van een groot aantal groepen belanghebbenden aanzienlijk in de weg. Nieuwe en betere data kunnen bijdragen aan het definiëren van prioriteiten en het meten van de voortgang.
Voortbouwend op de eerste aanbevelingen (d.w.z. inschakelen van een grotere reeks belanghebbenden en het aanscherpen van cijfers betrekking hebbend op e-leadership skills) kan het volgende initiatief helpen bij het regelmatig controleren van vraag en aanbod in e-leadership skills. Specificeer eisen voor het opstellen van relevante maatregelen om toe te passen binnen een controlesysteem bestaande uit data afkomstig van twee soorten onderzoeken: data van actoren aan de vraagzijde (bijv. HR-managers, CIO’s binnen organisaties) en data van actoren aan de aanbodzijde (bijv. universiteiten en hogescholen); Bepaal en analyseer secondaire databronnen voor relevante data (hoofdzakelijk van Eurostat, om de homogeniteit van data binnen alle Europese lidstaten te garanderen) om informatie te vergaren over vraag en aanbod van e-leadership skills die beleidsmakers nodig hebben als een basis voor hun besluitvormingsprocessen. Controleer de belangrijkste prestatieindicators en scenario’s aan de vraagen aanbodzijde van e-leadership skills en neem deze KPI’s op in een
22 E-ledarskap: kompetens för konkurrenskraft och innovation
vergelijkend onderzoek met nationale beleidsinitiatieven en multistakeholderpartnerschappen binnen alle lidstaten. Deze acties moeten worden opgestart als een gecoördineerde activiteit binnen heel Europa en worden uitgevoerd door de Commissie in nauwe samenwerking met Eurostat en nationale statistische instellingen. De resultaten, met name data over de verwachte vraag, moeten beschikbaar worden gesteld aan universiteiten en hogescholen met als doel een effectieve ontwikkeling in de cursussen aan de aanbodzijde op gang te brengen. De Europese industrie kan vervolgens bewust worden gemaakt van nieuwe cursussen in e-leadership op universiteiten. Een vergelijkend onderzoek zal tevens een stevige basis creëren voor een begrip van de gevolgen van het beleid, initiatieven en acties die zijn gestart op Europees en landelijk niveau. Dergelijke inzichten kunnen beleidsmakers in staat stellen tot het voorspellen en coördineren van betere methodes en veel efficiëntere middelen, met als doel tekorten, hiaten en mismatches in e-leadership skills via multistakeholder-partnerschappen terug te dringen.
Aanbeveling
3
Ontwikkeling en toepassing van e-leadership curricula-richtlijnen
Achtergrond:
Acties:
Ondanks ongeëvenaard hoge werkloosheidscijfers in Europa blijft de vraag naar ICT-werknemers het aanbod overtreffen, en dit hiaat zal blijven groeien met 3% jaarlijks (zie pagina 6). De mismatch tussen de huidige beschikbare skills en de behoeften vanuit de arbeidsmarkt hebben betrekking op alle Europese lidstaten, ook al is dit voor bepaalde staten in mindere mate van toepassing. Volgens onze onderzoeken en op basis van de gezamenlijke scenario’s zal het aantal verwachte ICT-vacatures in Europa in 2015 liggen tussen 372.000 en 864.000. Meer specifiek ten aanzien van e-leadership: zelfs bij de meest behoudende aannames bestaat er een schatting van 19.000 vacatures. Wanneer er niet meer wordt gedaan om jonge mensen te stimuleren voor computerwetenschappen en werklozen te herscholen, zullen vele vacatures onvervuld blijven.
Ontwikkel e-leadership curricula richtlijnen in samenwerking met de belangrijkste belanghebbenden binnen Europa: dit zijn aan de aanbodzijde universiteiten en hogescholen, aan de vraagzijde zijn dit Europese onderneming die gebruik maken van ICT, de ICT-sector in het algemeen en associaties die Europese CIO’s en HRdirecteuren etc. vertegenwoordigen. Gezamenlijk kunnen zij Europese richtlijnen en labels voor nieuwe curricula ontwikkelen, in praktijk brengen en uitdragen en zodoende de e-leadership skills bevorderen. Richtlijnen en kwaliteitslabels kunnen voortbouwen op de activiteiten van de ICT Skills Workshop van CEN, en in het bijzonder de ontwikkeling van het Europese e-Competence Framework (eCF). Richtlijnen en kwaliteitslabels moeten daarnaast in overeenstemming zijn met het European Quality Assurance Reference Framework for Vocational Education and Training (EQAVET).
Door toepassing van e-leadership curricula-richtlijnen kunnen belangrijke belanghebbenden de mate van succes binnen Europa versnellen. Als startpunt voor de ontwikkeling en implementatie van de e-leadership curricula-richtlijnen (met een sterke betrokkenheid van pan-Europese netwerken van CIO’s) dient het initiatief, dat gelanceerd werd in januari 2013 en dat gericht is op een snelle ontwikkeling van curricula-richtlijnen en kwaliteitslabels op het gebied van e-leadership skills. Voor dit doel zal een beperkt aantal universiteiten en hogescholen deelnemen aan een demonstratie van de implementatie ervan in 2013/14. Daarnaast zullen er diverse promotieactiviteiten worden georganiseerd om het bewustzijn en de onderkenning van resultaten en verworvenheden in 2015 te vergroten. Organisaties die geïnteresseerd zijn in deelname worden verzocht contact op te nemen via:
[email protected].
E-ledarskapsstudie 23
Aanbeveling
4
Opstellen van nieuwe formaten en grotere partnerschappen voor het doceren en verwerven van e-leadership skills
Achtergrond:
Acties:
Hoewel er verschillende geslaagde inspanningen zijn verricht in het ontwikkelen van e-leaders (bijv. IT-vest in West-Denemarken, het Professional Programme in Business & Enterprise Architecture in Nederland; het Cranfield IT Leadership Programme in het Verenigd Koninkrijk) zijn er meer multistakeholder partnerschappen nodig om deze successen verder te vergroten en individuen te helpen deel uit te maken van de ICTberoepsbevolking en het portfolio van skills en competenties die e-leaders nodig hebben te ontwikkelen.
Een groter aantal onderwijsinstellingen moet gaan samenwerken met de industrie en een groot aantal e-leadership curricula en e-skills cursussen verzorgen, waarbij de onderwijsformats worden hergedefinieerd en verbeterd. Volgens de Europese CIOassociatie willen veel universiteiten hun programma’s in technologisch opzicht verder verdiepen, maar beschikken zij hiervoor niet over resources. Door samen te werken met actoren aan de vraagzijde krijgen deze scholen toegang tot deze resources en worden ze in staat gesteld nieuwe content, cursussen en programma’s te ontwikkelen. Europese universiteiten kunnen nog meer profiteren van Massive Open Online Courses (MOOC) om veel meer studenten te stimuleren zich in te schrijven voor cursussen op het gebied van e-leadership skills. Ondanks de uitdagingen die dit online format biedt, kunnen MOOC’s een heel nieuwe reeks mogelijkheden voor docenten én studenten bieden. MOOC’s, ontwikkeld als cursussen op instapniveau, kunnen worden ontwikkeld om grotere aantallen studenten te stimuleren om e-leadership skills te gaan studeren.
24 E-ledarskap: kompetens för konkurrenskraft och innovation
Voor een vlotte start van dit initiatief kan de Commissie samen met de lidstaten via een speciaal project MOOC-demonstraties van e-leadership ondersteunen. Met behulp van een beginkapitaal kunnen universiteiten binnen een Europese competitie wedijveren om de beste en meest succesvolle e-leadership MOOC. Een dergelijk initiatief kan worden geleid door belangrijke belanghebbenden, zoals de ICT-industrie, ICT en CIO associaties etc., die zowel de vraag- als aanbodzijde van de markt vertegenwoordigen. Dit kan helpen bij het stimuleren en bewust maken van MOOC’s binnen Europa enerzijds en een grotere verspreiding ervan via de onderwijssector anderzijds .
Aanbeveling
5
In lijn brengen van acties voor de ontwikkeling van e-leadership skills met inspanningen om ondernemerschap binnen de EU te stimuleren
Achtergrond:
Acties:
Om de ondernemersactiviteiten in Europa sterk te stimuleren lanceerde de Commissie het Entrepreneurship 2020 Action Plan (COM (2012) 795 definitief). Dit werd ontwikkeld om “het Europese potentieel aan ondernemingen aan te boren, bestaande obstakels op te heffen en de cultuur van ondernemerschap binnen Europa radicaal te veranderen”. Het actieplan zal ook de publieke perceptie van ondernemers en van opleiding van ondernemers veranderen. Een steeds belangrijker aspect van ondernemerschap vormt digitaal ondernemerschap. Het is belangrijk dat toekomstige inspanningen vanuit de Commissie bijdragen bij het creëren van een a digitale ondernemerscultuur en helpen bij het aantrekken, ontwikkelen en vasthouden van skills en talent in digitaal ondernemerschap.
Het is van wezenlijk belang dat het Entrepreneurship 2020 Action Plan in lijn wordt gebracht met de acties van DG ENTR, om e-leadership skills met succes te stimuleren binnen een groot aantal bedrijven en sectoren. De rol van ICT en e-leadership skills als voorwaarden voor succesvolle ondernemerschapsactiviteiten, moet worden benadrukt in het overeenkomstige leerinitiatief. De praktijk laat zien digitaal ondernemerschap een sterke aantrekkingskracht uitoefent op jonge mensen – een feit dat moet worden benut om de doelgroep voor dit leerinitiatief te bereiken. EU-lidstaten zijn daarnaast aangespoord om pre-university studenten in de gelegenheid te stellen ten minste één praktijkervaring op het gebied van ondernemerschap op te doen, voordat zij het verplichte onderwijs verlaten. Dit kan
bijvoorbeeld het leiden van een minibedrijf zijn, waarbij zij verantwoordelijk zijn voor een ondernemingsproject voor een bedrijf, of deelname aan een maatschappelijk project. De werving van ondernemingsvaardigheden vergroot de inzetbaarheid van de jeugd: volgens recent onderzoek vond 78% van alumni op het gebied van ondernemerschap direct werk na afloop van hun universitaire studie, terwijl dit cijfer voor een groep studenten uit het hoger onderwijs op 59% lag. Op basis van deze activiteiten concludeert de Commissie dat “hoger onderwijs in Europa op het gebied van ondernemerschap hightech ondernemingen en snel groeiende ondernemingen sterk kan stimuleren door ondersteuning van bedrijfsecosystemen, partnerschappen en industriële samenwerkingsverbanden.” Voorts wordt voorgesteld het begeleidende framework toe te passen op ondernemerschapscholen en in beroepsonderwijs- en opleidingen, ontwikkeld door de EG in samenwerking met de OESO die momenteel worden gestimuleerd binnen Europa. Dergelijke scholen moeten dan rekenschap geven van de belangrijke rol van e-leadership skills voor ondernemers in de 21e eeuw .
9
http://ec.europa.eu/enterprise/newsroom/cf/ itemdetail.cfm?item_id=6412&lang=en&tpa_ id=0&displayType=news&nl_id=1026
E-ledarskapsstudie 25
Aanbeveling
6
Stimuleren van e-leadership binnen de context van ondernemerschap en zelfstandigheid
Achtergrond:
Actie:
Er bestaat binnen Europa een wijdverspreide consensus dat zijn management ouderwets is en achter de feiten van de moderne wereld aanloopt, met name de VS en delen van Azië, bij het innovatief benaderen van bedrijfskansen. Voor e-leaders is het belangrijk dat zij bedenken dat voor ondernemers (niet alleen digitale ondernemers ) en freelancers een steeds belangrijkere rol zal zijn weggelegd. Het zal eenvoudiger zijn om groepen en associaties van ICTuitvoerenden, CIO’s en managers te mobiliseren; tegelijkertijd zal het van wezenlijk belang zijn dat aan de behoeften van ondernemers en freelancers tegemoet wordt gekomen.
Als eerste stap moeten beleidsinitiatieven op Europees en landelijk niveau alsook programma’s die gericht zijn op ondernemers en startende bedrijven worden beoordeeld: worden e-leadership skills in aanmerking genomen, en hoe gebeurt dit. Vervolgens moeten e-leadership skills worden gestroomlijnd binnen trainingsprogramma’s voor ondernemerschap en binnen de eisenspecificaties voor fondsen: bijvoorbeeld binnen de context van structurele fondsuitgaven in relatie tot startende bedrijven op het gebied van kennisintensieve delen van de economie. Vervolgens moet er een beoordeling van de effecten van geïnventariseerde e-leadership initiatieven worden uitgevoerd.
Onderwijs voor ondernemerschap staat inmiddels hoog op de agenda van de meeste Europese lidstaten, die hiervoor voorzien in een verscheidenheid aan programma’s en activiteiten. Hier zijn e-leadership skills extreem belangrijk. Het Entrepreneurship 2020 Action Plan (COM (2012) 795 definitief) van de Commissie bevat reeds een verwijzing naar e-leadership skills.
26 E-ledarskap: kompetens för konkurrenskraft och innovation
Daarnaast bestaat er een behoefte tot het ondersteunen van samenwerking en uitwisseling van informatie over Europese en landelijke beleidsinitiatieven en beleidsdocumenten in combinatie met initiatieven door belangrijke belanghebbenden, projecten, optimale werkwijzen, rapporten en onderzoeken. Deze samenwerking moet zich focussen op themagebieden of belangrijke initiatieven. En waar nodig moeten de uitkomsten van een beoordeling van de effecten van geïnventariseerde gebrachte e-leadership initiatieven worden besproken.
Aanbeveling
7
Creëren van bewustzijn van e-leadership skills voor innovatie, concurrentievermogen en inzetbaarheid
Achtergrond:
Acties:
Binnen de langetermijnstrategie van de Commissie stond het creëren van bewustzijn centraal met betrekking tot mogelijkheden om mensen met e-leadership skills aan te trekken en, meer in het algemeen, de werving van e-skills te stimuleren als een voortreffelijke keuze voor jonge Europeanen. Nadat de Commissie in 2010 en 2012 events had georganiseerd in het kader van de week van de e-Skills, streeft zij ernaar verder bewustzijn te creëren door het organiseren van verdere activiteiten binnen de context van de “Grand Coalition for Digital Jobs”. Voor dit doel wil de Commissie een groter aantal belangrijke belanghebbenden betrekken binnen een verscheidenheid aan activiteiten op Europees en landelijk niveau.
Voor de Commissie, nationale overheden en andere belangrijke belanghebbenden, waaronder relevante associaties en federaties, is een hoofdrol weggelegd in het creëren van bewustzijn en het stimuleren van e-skills in het algemeen en skills op het gebied van e-leadership in het bijzonder. Formats zoals de week in e-Skills en de Get Online Week zijn een geschikte format gebleken om een brede doelgroep aan te spreken. Het verdient daarom aanbeveling bestaande formats te blijven gebruiken, maar deze tegelijkertijd aan te passen aan specifieke nieuwe eisen.
Daarom zijn de instellingen die de Europese CIO’s en HR-managers etc. vertegenwoordigen de belangrijkste actoren die moeten worden geactiveerd. Dit zijn de EAPM (European Association for People Management), EHRF (European Human Resource Forum), EURES (EURopean Employment Services), en eurociett (European Confederation of Private Employment Agencies). Het vergroten van bewustzijn van e-leadership skills moet integraal deel gaan uitmaken van hun Europese en nationale agenda’s, waaronder die voor de jaarlijkse conferenties en netwerkgelegenheden.
Aanvullende formats voor het verhogen van het bewustzijn en het stimuleren van e-leadership skills, zoals mentorschapprogramma’s, moeten verschillende actoren ontwikkelen en betrekken binnen het proces; dit zijn hoogstwaarschijnlijk de vele associaties en federaties die de vraagzijde van de ICTbanenmarkt vertegenwoordigen.
E-ledarskapsstudie 27
Overzicht Voor een significante toename van bedrijfsactiviteiten en maatschappelijke waardevorming en om uitstekend te presteren binnen de moderne mondiale digitale economie investeren organisaties van uiteenlopende omvang en vanuit alle sectoren in informatie- en communicatietechnologie. Wanneer echter de juiste skills en het juiste leiderschap ontbreken om deze technologieën effectief te gebruiken, lopen organisaties een groot risico om hun investeringen te verspillen en belangrijke kansen op groei en concurrentievermogen te verspelen.
Dit rapport vormt een samenvatting van de belangrijke uitkomsten van het onderzoek “e-Skills voor concurrentievermogen en innovatie: visie, stappenplan en verwachte scenario’s.” Hoofddoel van dit onderzoek is te helpen bij het terugdringen van tekorten, hiaten en mismatches in innovatie-skills binnen Europa en te zorgen voor een gezonde, zuivere empirische argumentatie t.a.v. vraag en aanbod voor verschillende types ICT-gerelateerde skills in Europa onder verschillende sociaaleconomische scenario’s.
Het onderzoek was in het bijzonder gericht op “e-leadership skills”. Dit rapport biedt een samenvatting van de analyse van ontwikkeling in vraag en aanbod voor ICTuitvoerenden en skills voor ICT-gebruikers, een overzicht van de groeiende vraag naar en een afname van het aanbod in e-leadership skills, alsmede zeven handelingsaanbevelingen.
Contact Information: For further information and to request copies of this report, please contact: European Commission Enterprise and Industry Directorate-General Unti D4 “Key Enabling Technologies and ICT” 1040 Brussels, Belgium e-mail:
[email protected]