TU/e
technische universiteit eindhoven
Jaargang 17, juni 2007 , nr.46
Vredes Terts
Periodiek
Multidisciplinair centrum voor technische vraagstukken van vrede en veiligheid
Uitgave Bestuurscommissie Vredescentrum Technische Universiteit Eindhoven
Colofon Verschijnt : Ieder trimester Redactie : Prof.mag.arch.ing.dr. h. c . Peter Schmid Dr.ir. Bart van der Sijde Ing. Hendrik Venema Vormgeving: Henny van der Graaf Druk: O.K.Z. Tilburg Oplage: 750, op chloorvrij papier ISSN : 0926-6992 Bestuurscommissie Vredescentrum De Bestuurscommissie Vredescentrum is op 14 april 1988 door het College van Bestuur van de TU/e ingesteld. Doelstelling van de commissie is: op structurele wijze aandacht te schenken aan het vraagstuk van Techniek, Vrede en Veiligheid door onder andere:drie trimesterbijeenkomsten per jaar te organiseren, het keuzecollege Techniek, Vrede en Veiligheid voor de bachelor- en mastersopleiding aan te bieden; en door onderzoek op het gebiedvanTechniek, Vrede en Veiligheid. te verrichten. Leden: Prof.dr. A.G. de Kok (TM/Bdk) voorzitter Prof.dr.J.E.M.H.van Bronswijk (B) Dr.ir. A.J.D. Lambert (TM) Dr.ir. T.J. Tjalkens (E) Prof.dr.ir.M.C.M. van de Sanden (N) Dr.J.L. Schippers ( TM) Prof.dr.ir.H.E.H. Meijer (W) Ir.H.van Leeuwen (W) Prof.dr.ir.W.Schaefer (B) Adviseurs: Prof.mag.arch.ing.dr.h.c. P. Schmid Prof.dr.ir.P.P.J.M. Schram (N) vice-voorzitter Drs.W.de Leeuw (stud.past.) Brig.gen.b.d. H.J. van der Graaf Dr.ir. B.van der Sijde (N) Jan Maarten Kramer (N) Ir. Masi Mohammadi (B) Student leden: Michiel van de Velde (B) Jort van Jaarsveld (N) Margriet Palm (TM) Bart Niessen (TM) Secretaris: Ing. H. Venema: Geinteresseerden worden uitgenodigd bijdragen naar het redactieadres te zenden: Traverse 0.28, Postbus 513 5600 MB Eindhoven tel: 040 247 4546 fax: 040 247 5990 e-mail:
[email protected] Inlichtingen Dr.ir. B. van der Sijde tel:040 283 2070 email:
[email protected] Tekst dient aangeleverd te worden via e-mail of op een Windows-geformatteerde diskette/CD- rom als Word of WP document samen met illustraties en een portretfoto van de auteur. Als Illustraties kunnen dienen: - foto’s ( kleur of zwart/wit, max A4) - tekeningen ( max A4 zonder raster) - gedigitaliseerd (tif,eps of wpg file, op CD- rom,DVD of via e-mail. De redactie behoudt zich het recht voor om tekst en stijl aan te passen. De inhoud van de artikelen is voor de verantwoordelijkheid van de auteurs, de redactie geeft daarmee ruimte aan meningen die niet noodzakelijk de hare zijn. VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Editorial Vrede en techniek Het karakter van onze wereldcivilisatie wordt hoe langer hoe sterker gedomineerd door de invloed van technische - veelal hoog geavanceerde - hulpmiddelen. Het is evident dat informatietechnologie, productie en distributie van zowel levensmiddelen als talloze ‘hebbedingetjes’, vervoer en transport en zo meer door een overstelpende manier van technische vooruitgand gedicteerd worden. Ook de wapenindustrie blijft bij deze soms duizelingwekkende progressie niet achter. Hierbij wordt inmiddels ook meer en meer gebruik gemaakt van de zeer moderne nanotechnologie, die ‘manipulatie’ al op de kleinst denkbare schaal van de materie mogelijk maakt. Dit alles gaat vaak - direct of indirect - ten koste van de minder bedeelde landen, die deze ontwikkelingen op afstand volgen. Uit deze feiten mogen we aflezen dat de aangeduide technische vorderingen wel degelijk in nauwe samenhang staan met nationale en internationale spanningen en conflicten, die uiteindelijk meestal met op geweld gerichte technische hulpmiddelen, van primitieve tot zeer complexe, uitgevochten worden. Meer dan ooit wordt het verband tussen techniek aan de ene kant en vrede en veiligheid aan de andere kant duidelijk. Bovendien kan er niet vaak genoeg aan herinnerd worden dat de vernietigingsoorlogen van de laatste eeuw zonder dat gebruik gemaakt was van de massale wetenschappelijk- technische inzet, nooit tot die mate van destructie van mensen en goederen hadden kunnen leiden, die deze nu wel deden. Mede om deze redenen willen we in de toekomst in dit tijdschrift versterkt aandacht besteden aan de relatie tussen vrede en veiligheid enerzijds en wetenschap en techniek anderzijds. U vindt hierna dan ook bijdragen over nietdodelijke wapens, communicatiemiddelen in Afrika in de strijd tegen onderdrukking en de relatie tussen terrorisme en beveiliging door technische middelen, maar ook over de noodzaak tot de ontwikkeling van uitgesprokene vredestechnologieën, zoals aangegeven in de Considerations. Het project voor een Global Network of Peace Gardens, waarin het Vredespark Eindhoven is opgenomen, behoort evenzeer tot deze thematische samenhang. Uiteraard leest u in deze uitgave ook over de afgelopen Universitaire Vredesdag – macht en onmacht van de VN en andere actuele onderwerpen.Terwijl de financiële steun van de kant van de TU/e voor het TU/e Vredescentrum, het Eindhovense multidisciplinaire centrum voor technische vraagstukken van vrede en veiligheid aan het einde van dit jaar wordt
Inhoud
` Commentaar Bart van der Sijde
3
Vier jaar oorlog in Irak Bart van der Sijde
4
Terrorisme Jaïr van der Lijn
6
Bescherming gebouwen tegen terroristische aanslagen Pieter Bongers, Nick Vijgen 8 Van vliegtuigen naar geprogrammeerde insecten Bart Niessen 10 Moderne media en transparantie van de macht Gerard Bueters 11 Macht en onmacht van de VN
13
Niet dodelijke wapens Henny van der Graaf
16
Stichting Vredespark Peter Schmid
18
Considerations Peter Schmid
23
stopgezet, gaan we onverminderd voort met de geestelijke en intellectuele steun aan de problematiek van de bedreigde vrede en veiligheid en de beoogde oplossing ervan. Zoals altijd wensen we u veel inzicht en wijsheid in deze complexe en gecompliceerde problematiek en hopen – steeds dankbaar voor uw reacties – dat de navolgende bijdragen daartoe stimuleren. Peter Schmid. Hoofdredacteur VTP
Omslag foto:Henny van der Graaf Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Commentaar Het Verenigd Koninkrijk
Min of meer op de valreep heeft Tony Blair in maart 2007 de militaire nucleaire toekomst van Engeland voor tientallen jaren veilig gesteld. Hij heeft zijn aftreden immers al bekend gemaakt (inmiddels op 27 juni 2007). Met tientallen stemmen van zijn eigen Labour Partij tegen is het omstreden voorstel om drie of vier nieuwe kernonderzeeërs te bestellen met ruime meerderheid aangenomen. De kernonderzeeërs, op te leveren in 2022, vormen de eerste stap in een vernieuwingsplan, nieuwe raketten en mogelijk kernkoppen zullen nog volgen. Er staat ons dus nog het een en ander te wachten. Engeland kan op zich beschouwd worden als één van de minst agressieve kernwapennaties. Men heeft ook momenteel vier onderzeeërs in dienst, waarvan er steeds één, met ca. 50 kernkoppen aan boord, operationeel is. Maar ook deze zijn slechts met een fikse tijdvertraging inzetbaar, geheel anders dan het zogeheten hairtrigger alert dat de Amerikanen voor hun operationele wapens hanteren. Maar, en dat is het belangrijke van het nieuwe besluit, de weg naar de afschaffing is voor een zeer lange periode geblokkeerd. Ook Blairs’ beoogde opvolger Gordon Brown staat achter het plan. De argumentatie van Tony Blair over de noodzaak van de kernbewapening in de toekomst was wel heel doorzichtig. Tegen terroristische nucleaire dreiging. Elke deskundige is het er over eens dat tegen een eventuele terroristische aanslag de bestaande bewapening van staten geen enkel soulaas biedt, ook geen afschrikking. Tegen Noord Korea. Afgezien van het feit dat er serieuze kansen zijn om met Noord-Korea tot een vergelijk te komen, ligt Noord-Korea op ca. 10.000 kilometer afstand van Engeland. Noord- Koreaanse raketten kunnen nipt een bedreiging vormen voor Hawaiï en Alaska, maar Engeland ligt ruimschoots buiten bereik. Tegen Iran. Het land heeft raketten, mogelijk met een bereik van enige duizenden kilometer, maar het heeft in ieder geval in de komende jaren geen kernwapens. De te overbruggen afstand is een kleine 4.000 kilometer. In het kader van de motivatie van de oorlog tegen Irak in 2003 heeft Tony Blair al eens twintig Irakese raketten opgevoerd met een voldoende bereik om Engelse bases op Cyprus te bereiken. Sindsdien is niets meer van deze raketten vernomen. Zelfs Gorbatsjov heeft de moeite genomen om in Times te protesteren tegen het Britse plan. Hij herinnert daarbij aan het vaste voornemen van president Reagan en hemzelf uit 1985 om de wereld te bevrijden van nucleaire wapens. Hij haalt ook het recente artikel van Kissinger en anderen aan die daarin voor een totale nucleaire ontwapening pleiten (NRC/ Ha 20-1-2007). Kennelijk een pleidooi voor dovemansoren. Wat zijn de consequenties van dit besluit? Het eerste is dat Engeland de verplichtingen in het kader van artikel VI van het Non-proliferatie Verdrag (NPV) voor tientallen jaren naast zich neerlegt en daarmee in lijn met de andere kernwapenstaten opereert. Dit soort ontwikkelingen maakt het NPV vleugellam, ook wat betreft non-proliferatie. Daar is wel iedereen tegen. De echte motivatie van Blair moet een andere zijn dan de snel door te prikken, doorzichtige argumenten die genoemd zijn. In het geval van Engeland is mijns inziens maar één conclusie houdbaar: Blair vindt dat Engeland zijn rol als belangrijke mogendheid met behulp van een modern kernwapenarsenaal moet kunnen blijven spelen. Het gaat om behoud van (politieke) macht. Op zich niets op tegen, maar de middelen doen er wel toe. De consequentie is dat
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
landen als Engeland en Frankrijk, die er als eerste voor in aanmerking komen om een streep te zetten onder hun nucleair verleden, dit niet doen en daarmee hun bijdrage leveren om het nucleaire probleem onoplosbaar te maken. Een Europese Unie zonder kernwapens, met als basis een consequente anti- oorlogspolitiek zou moreel en in het kader van het internationaal recht een geweldige aanwinst zijn. Het meest verontrustend is dat landen als Engeland hun machtsbasis blijven ontlenen aan wapens die de toets van het internationaal recht niet kunnen doorstaan. Zeker niet bij eventueel gebruik, maar ook niet bij een latente dreiging en zelfs niet bij een min of meer passief bezit. Het zijn immers wapens die niet-discriminatoir zijn ten
opzichte van burgers en militairen, een eerste vereiste van wapens. Kernwapens zijn massavernietigingswapens bij uitstek, volgens velen de enige echte. Persoonlijk kan ik dat niet rijmen met de christelijke achtergrond van Tony Blair waar hij nu en dan duidelijk voor uitkomt Bart van der Sijde
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Vier jaar oorlog in Irak Analyse en terugblik
Voorwoord
Op 1 mei 2003, inmiddels dus vier jaar geleden, kondigde president Bush triomfantelijk aan dat de oorlog in Irak ten einde was en met een eclatante overwinning was bekroond. In ongeveer zes weken tijd was de klus geklaard en Irak onder de voet gelopen. Anno 2007 zijn er nog enige optimisten over die (misschien diep in hun hart tegen beter weten in) denken dat het uiteindelijk nog goed af zal lopen voor de Amerikanen. De realiteit is dat de oorlog niet over is, dat Irak één van de meest beklagenswaardige landen ter wereld is, volgens sommigen op de rand van een burgeroorlog en volgens anderen allang in een burgeroorlog verwikkeld. Zelfs het aanvankelijk meest onomstreden doel en gevolg, het verwijderen van Saddam Hoessein als dictator van Irak, wordt niet langer als louter positief ervaren. Immers, onder Saddam kon je er als burger voor kiezen je gedeisd te houden, nu is ten gevolge van de dagelijkse terreur iedereen die zijn huis nog uitkomt, potentieel slachtoffer. Kortom, de toestand is uitzichtlozer dan in Vietnam indertijd, waar tenminste nog een regiem klaar stond om de macht over te nemen.
Schendingen en ernstige fouten
Bij een terugblik op ruim vier jaar oorlog dient onderscheid gemaakt te worden tussen schendingen en principiële fouten enerzijds in de aanloop van de oorlog en tactische blunders in en na de oorlog anderzijds. Centraal bij het eerste staat dat Kofi Annan de oorlog volkomen terecht een “illegal war” heeft genoemd. Laten we ons realiseren dat de VS in het voorjaar van 2003 weken lang bezig is geweest in de Veiligheidsraad met een resolutie ter ondersteuning van de inval in Irak. Die is uiteindelijk niet ingediend omdat die vrij zeker met een meerderheid van stemmen zou zijn verworpen en in ieder geval door drie veto’s zou zijn getorpedeerd, die van Frankrijk, Rusland en China. De combinatie van de poging en het niet durven doorzetten maakt het onbegrijpelijk dat bijv. de Nederlandse regering zo’n resolutie wenselijk, maar niet noodzakelijk achtte. Het is of het één of het ander, hij is noodzakelijk of niet. De VS is teruggevallen op een resolutie uit het najaar van 2002, die voor de drie genoemde landen absoluut geen oorlogsresolutie was, hetgeen bij de VS maar al te duidelijk bekend was. Brute macht gaf de doorslag.
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Het tweede punt zijn de inspecties van de VN (onder leiding van Hans Blix en El Baradei) in Irak eind 2002 en begin 2003, op zoek naar massavernietigingswapens die er bleken niet te zijn. De vergeefse speurtocht van enkele maanden had reeds twijfel moeten zaaien over het bestaan ervan en het is schandalig dat de inspecteurs het land moesten verlaten omdat de VS de oorlog wilde beginnen. Met name voormalig chefinspecteur Scott Ritter heeft onomwonden en zonder voorbehoud betoogd dat Irak in de jaren na 1991 zodanig was uitgekamd dat geen sprake van massavernietigingswapens meer kon zijn. Het was de tijd (6 februari 2003) dat minister Colin Powell zijn achteraf zeer omstreden persconferentie gaf met zogenaamde bewijzen voor mobiele laboratoria. Achteraf heeft hij het betreurd dat hij zich hiervoor heeft laten lenen, maar hij had gewoon moeten weigeren en desnoods moeten aftreden. Eén ding werd duidelijk: de oorlog moest en zou er komen, linksom of rechtsom*. Het derde punt is de manipulatie en het onder druk zetten van de inlichtingendiensten van de VS en door Blair van het Verenigd Koninkrijk om maar het gewenste bewijs voor de massavernietigingswapens te leveren. Het is een sinister spel geworden van het suggereren, soms zelfs eisen van de gewenste bezwarende informatie, waardoor verschuiving van de bewoordingen van de inlichtingendiensten optrad die dan vervolgens, ondanks het nodige voorbehoud van de diensten door de regeringen nog eens naar eigen voorkeur werd uitgelegd. Het vierde punt is de suggestie (niet de officiële reden van de oorlog, dat waren de massavernietigingswapens) dat de oorlog, evenals die in Afghanistan, diende om het terrorisme te bestrijden. Er is voor 2003 echter geen enkele, eventueel nauwelijks enige invloed van Al Qaida in Irak geweest. De reden is eenvoudig. Het regiem van Saddam Hoessein vertoonde een (enigszins) seculier karakter, Al Qaida haalt zijn religieuze inspiratie geheel uit de Islam en de Koran en ze lagen elkaar niet echt. Wie dit in Washington wilde inzien, had de feiten tot zijn beschikking, maar deze waarheid kwam niet uit. Deze leugen is nooit voldoende en onomwonden toegegeven, tot op de dag van vandaag gelooft een deel van het Amerikaanse volk dat Saddam Hoessein weg moest vanwege de terroristische dreiging. Het is uiteraard triest om vast te stellen dat anno 2007
Al Qaida vaste voet heeft in Irak en een deel van het geweldsspectrum verzorgt. Dan het vijfde punt, de missie om democratie in Irak te brengen en daarmee een voorbeeldfunctie voor het MiddenOosten te vormen. Dat dit compleet mislukt is, behoeft geen betoog, hoewel er mensen bestaan die het democratische avontuur weten te verdedigen met verwijzing naar de verkiezingen die inmiddels in Irak zijn gehouden. In feite is dit punt één van de meest ernstige, het gaat immers om de vraag of van buitenaf een systeem kan worden opgelegd of geïntroduceerd waar een land om allerlei redenen, bijv. vanwege de verdeling in clans, niet aan toe is. Het antwoord is dus nee. Maar er zijn in de VS genoeg hoog gekwalificeerde personen geweest die hiertegen hebben gewaarschuwd. Voor een grote onderneming als een oorlog tegen Irak had meer consensus moeten bestaan dan er was, en hadden de kritische stemmen niet het zwijgen opgelegd mogen worden. Er is zelfs een hoge ex-regeringsfunctionaris die de tweespalt tussen soennieten en shi’ieten heeft voorspeld, tevergeefs. Het is een zure les voor de internationale politiek: bezin voor ge begint met ingrijpen in een ander land, vaak loopt het verkeerd af. Bij schrijnend onrecht is de drang tot ingrijpen groot, maar zelfs dan is het overwegen van voor en tegen bittere noodzaak.
Tactische fouten na de eerste fase
Indien de Amerikanen erin geslaagd waren het avontuur na 1 mei 2003 tot een goed einde te brengen, zou inmiddels de kritiek op het optreden in 2003 waarschijnlijk allang verstomd zijn. Was het een “mission impossible”? Dat is moeilijk te zeggen, maar het is zeker dat een reeks van fouten het avontuur tot een onmogelijke opdracht hebben gedegradeerd. Eén van de meest verbijsterende fouten is wel dat er van de kant van Defensie geen enkel plan van aanpak bleek te bestaan voor na de militaire overwinning. Een toponderzoeker van een van de denktanks in de VS met toegang tot hoge ambtenaren kwam er na weken lang doorvragen en speuren tot zijn verbijstering achter dat er in feite niets was gepland. Overwinnen en wegwezen moet het idee van minister Rumsfeld geweest zijn. De eerste problemen ontstonden direct na de verovering van Bagdad en de rest van Irak. Het door Rumsfeld genegeerde advies van de legerleiding om twee maal zoveel militairen in te zetten dan uiteindelijk naar Irak zijn gegaan, wreekte zich. Niet
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
de overwinning bleek de “bottleneck”, maar het onder controle brengen van het land. Er bleek geen bescherming voor musea, ziekenhuizen en ministeries voorhanden en massale plunderingen ware het gevolg. Het begin van de wetteloosheid die niet meer is weggeweest. Een scherp bekritiseerde kardinale fout is de ontbinding van politie en het gewone leger (niet de Saddam getrouwe gardisten) geweest, in samenhang met te weinig eigen troepen. Dat een minister als Rumsfeld nog zo lang in het zadel is kunnen blijven zitten, is een aanfluiting voor de professionele kwaliteit van de Amerikaanse administratie. De Amerikanen hebben zich ook grondig vergist in hun positie. Ze waren wellicht voor dagen en enige weken bevrijders, maar werden al snel gezien als bezetters. Zo’n proces van omslag is moeilijk tot in details te analyseren, maar het ontstane gezagsvacuüm zal daar zeker toe bijgedragen hebben. Daardoor heeft ook het terrorisme zich vrij kunnen organiseren, eerst van de Saddam getrouwen, later van Al Qaida gezinden en nog later van de Shi’ietische milities. Meer essentieel is echter hoe de Amerikaanse troepen zich hebben gedragen, gericht op eigen veiligheid en dus schietgraag, met als gevolg de nodige burgerslachtoffers. Het winnen van de “hearts and minds” van de bevolking is een moeilijk proces zoals ook in Afghanistan wordt ervaren, maar het is niet teveel gezegd om te concluderen dat het Amerikaanse leger hiervoor totaal ongeschikt is. Het is een vechtmachine, geen vredescorps. In een latere fase, bij een van de grote aanvallen op Falluja om het verzet daar te breken, had de operatie zelfs een averechts effect en waren veel Irakezen extra bereid om het verzet in te gaan en was er zelfs sprake van een zekere mate van verbroedering tussen Soennieten en Shi’ieten. Op dat moment hadden de Amerikanen hun biezen moeten pakken, omdat ze toen de kern van het probleem vormden en niet van de oplossing. Het was de tijd van aanslagen tegen wachtende aspirant -politieagenten en militairen die gezien werden als handlangers van de Amerikanen. Kernprobleem van de laatste twee jaar is dat de buitenlandse troepen, samen
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
met Irakese militairen en politieagenten de stortvloed van terroristische aanslagen van allerlei afkomst absoluut niet aankunnen. Het hoofdbeeld is inmiddels drastisch veranderd. Het onderlinge soennietisch - shi’ietische geweld is momenteel het probleem van Irak. Het is losgebarsten sinds de verwoesting van de shi’ietische moskee met de gouden koepel in Samarra op 22 februari 2006 en sindsdien niet meer te stuiten. En helaas zijn de Irakese militairen en politieagenten deel van het probleem en niet van de oplossing. Ze (de Shi’ieten onder hen) zijn vaak zowel overheidsdienaar als militielid dat moordend rondtrekt. Wie een uitweg ziet in deze orgie van geweld mag het zeggen. Er zijn stemmen die zeggen dat er momenteel meer gemarteld wordt in Irak dan onder Saddam Hoessein. Daarmee is zelfs de laatste rechtvaardiging van de oorlog, de afzetting van Saddam, teloor gegaan. De ruim 20.000 man extra troepen die president
betreffende VN bureau hanteert voor de gehele periode van ruim vier jaar aantallen van rond 500.000. In de berichtgeving daarover werden ze niet vergeleken met het gegeven van honderd per dag. Mogelijk zijn ook veel indirecte slachtoffers ten gevolge van slechte voeding en medische zorg debet aan het frappante verschil met ca. een factor vijf tussen de beide gegevens. Er is ook een enorm vluchtelingen probleem ontstaan. Mensen ontvluchten voor hen onveilige wijken en trekken naar elders in het land (ca. 2 miljoen), of nog drastischer, ze nemen de wijk naar Syrië en Jordanië (ook ca. 2 miljoen). Kortom, het land is volkomen ontredderd. Vooral het midden van het land, met een gemengde bevolking van Soennieten en Shi’ieten staat er slecht voor. Een muur om een wijk in Bagdad is goedbedoeld, maar het is en blijft een lapmiddel. Ik weet niet of in Irak het besef leeft dat men ooit zelf met oplossingen zal
Bush nu naar Irak heeft gestuurd, zullen geen wezenlijke omslag teweeg brengen.
moeten komen, als de Amerikanen eens zullen wegtrekken. Ik geloof er niet meer in dat de Amerikanen nog enig goeds zouden kunnen uitrichten, ze hebben zich door hun beleid onmogelijk gemaakt.
Irak nu
De troosteloosheid van de toestand in Irak schreeuwt ons bijna dag aan dag tegemoet van de voorpagina’s van de kranten. Aanslagen met tien, twintig doden worden afgedaan met een simpel berichtje; aanslagen zijn pas echt nieuws als het aantal slachtoffers de vijftig te boven gaat. De overigens begrijpelijke degeneratie van de berichtgeving viel mij enige tijd geleden op toen in het Palestijnse bezette gebied een aanslag met één of twee slachtoffernog echt nieuws was. Voor Irak is dat voorbij. Het aantal dodelijke slachtoffers van aanslagen schommelt al geruime tijd rond de honderd per dag, zo’n 35.000 op jaarbasis. Maar mogelijk is er nog meer mis. Het
De toneelvoorstelling in Nederland
Eén ding moet je zowel de VS als het VK nageven, namelijk dat er nog steeds volop discussie is over het hoe en waarom van de tragedie. Ik denk dat het echte, vrije onderzoek in de VS in januari 2009 onder een Democratische president van start kan gaan, en het zou wel eens zeer slecht voor de hoofdverantwoordelijken, Bush, Cheney en Rumsfeld kunnen aflopen. Ik mag het hopen. Hoe het in het VK verder gaat na het aftreden van Tony Blair
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
vanaf juli dit jaar weet ik niet, Brown zal zijn voorganger zeker willen beschermen. In Nederland lijkt de discussie officieel verboden. Het is beschamend voor Nederland, voor Balkenende en voor Bos dat bij de kabinetsformatie bedongen is dat het probleem van de Nederlandse politieke steun niet aan de orde zal komen. Ik heb begrepen uit –naar ik aanneem goed geïnformeerde bronnen- dat de zaak op Balkenende zelf vastzit en niemand anders. Zijn redenen om vast te houden aan de destijds verleende politieke steun, zijn echter flutredenen. De eerste is dat Irak te vaak en te lang de resoluties van de Veiligheidsraad naast zich neer heeft gelegd en daarom aangepakt moest worden (dus niet de zaak van de massavernietigingswapens, die echter indertijd door minister Jaap de Hoop Scheffer diverse malen genoemd is). Het merkwaardige is dat deze redenering, voorzover mij bekend is, door geen enkel ander land gevolgd wordt. Het tweede is dat je je afvraagt waarom Zuid-Afrika ten tijde van de Apartheid en Israël heden ten dage niet zijn aangepakt. Maar ten derde, er is voor een zo vergaande stap als oorlog tegen een land, anders dan uit zelfverdediging, een expliciet besluit van de Veiligheidsraad nodig. Dat is er nooit gekomen. De tweede reden, onlangs te berde gebracht, is dat Irak onvoldoende heeft aangetoond dat het niet over massavernietigingswapens beschikte. De premier introduceert hier een omgekeerde bewijslast. Ik ken geen voorbeelden waarbij de bewijslast zo drastisch wordt omgedraaid. Deze redenering lijkt mij in het geval van Iran ook prima bruikbaar. Het land beweert bij hoog en laag geen kernwapens te hebben en niet uit te zijn op hoogverrijkt uranium. Zolang het produceren van laagverrijkt geen bewijs van goed gedrag is, wordt het echter moeilijk voor Iran. Balkenende heeft zijn redenering voor steunbetuiging aan de VS bij een eventueel gewapend ingrijpen in Iran dus al klaar. Bart van der Sijde. De schrijver is voormalig
hoofddocent Natuurkunde en Samenleving aan de TU/e. Hij heeft meermalen over Irak gepubliceerd in de VredesTertsPeriodiek (in vrijwel alle nummers vanaf nr. 34).
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Terrorisme
Sinds “nine-eleven” is terrorisme en de bestrijding ervan een centraal thema. In dit nummer presenteren we twee bijdragen over dit onderwerp met een verschillende invalshoek. In de bijdrage van Van der Lijn wordt terrorisme in een brede context behandeld en wordt tevens ingegaan op de beschikbare middelen. In de bijdrage van Pieter Bongers en Nick Vijgen wordt vooral ingegaan op de technische mogelijkheden bij gebouwen om voorzieningen tegen een terroristische aanval te treffen aan de hand van de WTC gebouwen in New York. Terrorisme: het probleem in bredere context en de technische mogelijkheden Terrorisme is sinds 11 september 2001 een
‘hot issue’ in de internationale politiek. Met name na de moord op Theo van Gogh heeft het onderwerp in Nederland extra aandacht van onderzoekers gekregen en is het regelmatig terug te vinden in de media. De vraag is onder andere wat is terrorisme? En hoe groot is het probleem? Wat voor soort middelen wordt er ingezet bij terroristische aanslagen, en wat zijn de mogelijkheden voor contraterrorisme door overheden?
Wat is terrorisme?
Allereerst is het niet onbelangrijk vast te leggen hoe we terrorisme definiëren. Vaak wordt gezegd dat er wel duizend en één definities zijn voor het begrip. Een veelgehoorde uitspraak is tevens: de een zijn terrorist is de ander zijn vrijheidstrijder. Menig terrorist heeft het inderdaad geschopt tot regeringsleider, denk aan bijvoorbeeld Willem van Oranje, Soekarno en Yitzhak Shamir. Sommigen hebben daarbij ook nog eens de Nobelprijs voor de Vrede gekregen, zoals Nelson Mandela en Yassar Arafat. Verschillende aspecten keren echter regelmatig in de meeste definities terug. Zo gaat het om gewelddadige acties of acties die erop gericht zijn een gewelddadige actie mogelijk te maken. De acties zijn niet alleen gericht op vernietiging, maar hebben ook een psychologisch doel, het zaaien van angst. De acties hebben niet vermaak tot doel, maar beogen een politiek doel te bereiken. De objecten die als doel gekozen worden, zijn een burgerdoel en geen militair doel. Ten slotte wordt de actie als illegitiem gezien. In Nederland werkt de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) met de volgende definitie: “Terrorisme is het plegen van of dreigen
met op mensenlevens gericht geweld, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen of politieke besluitvorming te beïnvloeden.”
Hoe groot is het probleem?
In de afgelopen jaren is het aantal terroristische aanslagen toegenomen. Deze stijging komt vooral door het toegenomen aantal zogenoemde binnenlandse incidenten. Het totaal aantal incidenten met een internationaal terrorisme’ karakter is sinds 2004 afgenomen tot 216 in 2006, in vergelijking met 6.209 binnenlandse incidenten. Als gevolg van internationaal terrorisme zijn in 2006 296 dodelijke slachtoffers gevallen, tegen 11.590 in binnenlandse incidenten. Terrorisme blijkt dus met name een binnenlands probleem. Nog specifieker kan gesteld worden dat het grotendeels een Irakees probleem is. Van alle 6.425 incidenten vond 61 procent plaats in Irak. Daarnaast viel 80 procent van de in totaal 11.806 dodelijke slachtoffers in dit land. Hoewel dit schokkende cijfers zijn, is het goed het probleem in perspectief met andere doodsoorzaken te plaatsen. In 2002 vielen wereldwijd als gevolg van relatief eenvoudig behandelbare ziektes als HIV/AIDS, diaree en malaria respectievelijk 2,821, 1,767 en 1,222 miljoen dodelijke slachtoffers. Maar ook de 1,192 miljoen dodelijke slachtoffers als gevolg van het verkeer, 0,877 miljoen als gevolg van zelfmoord en 0,385 miljoen als gevolg van de verdrinkingsdood zijn niet verwaarloosbaar. Bij dit soort cijfers vallen 0,012 miljoen dodelijke slachtoffers als gevolg van terrorisme bijna in het niet. Toch heeft terrorisme een enorme impact op de maatschappij, omdat de terroristen succesvol in hun strijd om angst aan te jagen zijn. In 2005, het jaar na de moord op Theo van Gogh, waren de Nederlanders zelfs het bangste volk van de Europese
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Unie. In antwoord op de vraag: "welke twee onderwerpen ziet u als de meest belangrijke problemen in uw land", antwoordde in dat jaar 40% van de Nederlandse respondenten: "terrorisme" Sindsdien is het aantal respondenten in Nederland dat terrorisme bij de twee belangrijkste onderwerpen rekent weer wat teruggevallen., namelijk tot 26%. Daarmee zijn we niet ���������� anger het bangste volk, maar scoren we nog steeds opvallend hoog, met name als we weten dat slechts één procent van alle incidenten binnen de Europese Unie in de periode 1968 tot en met 2005 in Nederland plaats vonden.
Technische middelen bij terrorisme
De grootste nachtmerrie scenario’s zijn terroristische aanslagen met massavernietigingswapens, chemische, biologische of nucleaire wapens. Hoewel dit soort mogelijke aanslagen uitgebreid in de media wordt besproken, zijn tot op heden vrijwel alle aanslagen met conventionele springladingen gepleegd. De angst voor aanslagen met massavernietigingswapens is wel eens met een ‘crying wolf ’ vergeleken. Met name bij biologische en nucleaire grondstoffen voor wapens blijkt dat deze in de praktijk nauwelijks te krijgen zijn. Er zijn dan ook nog nooit aanslagen met biologische of nucleaire wapens gepleegd, maar op het gebied van chemische wapens zijn er uitzonderlijke gevallen bekend. Zo kan gedacht worden aan de Japanse Aum Shinrikyo- sekte die in 1995 met sarin gas een aanslag op de metro in Tokio pleegde. Zij hadden enkele plastic zakjes gevuld met het gas in verschillende wagons van de metro lek gestoken. Het gas verspreidde zich echter nauwelijks, zodat het aantal dodelijke slachtoffers uiteindelijk tot twaalf beperkt bleef. Het aantal van vijfduizend gewonden (veelal met oog- en ademhalingsproblemen) geeft echter aan dat bij een betere verspreiding de aanslag veel dodelijker had kunnen zijn. Ook de antrax brieven die in oktober 2001 de Verenigde Staten teisterden, kenden slechts een beperkt aantal slachtoffers. Het grote probleem bij zowel chemische als biologische wapens is de verspreiding. Zelfs als een kwaadwillende in het bezit van een van deze stoffen is, blijkt het bijzonder moeilijk om de stoffen binnen meer dan een zeer beperkte omgeving gevaarlijk te laten zijn.
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
lover wat voor andere mogelijkheden de terroristen zouden kunnen hebben. Aan plutonium voor een kernwapen kan men bijvoorbeeld niet komen, maar nucleair afval is veel gemakkelijker te verkrijgen. Als dit nucleaire afval samen met een conventionele springlading als een zogenoemde ‘dirty bomb’ tot ontploffing wordt gebracht, zouden de gevolgen ook op de lange termijn zeer gemeen zijn. Andere rampenscenario’s zijn bijvoorbeeld een aanslag op een chloortrein of op een van de chemische complexen in het Botlekgebied. Aan de andere zijde van het geweldsspectrum van terroristen vinden we een van de meest gebruikte middelen in Irak, de zogenoemde “Improvised Explosive Devices”, oftewel knutselbommen. Opvallend bij deze IED’s is de wapenwedloop die zich er omheen afspeelt. Vroeger werden landmijnen en ontstekingsdraden gebruikt, maar in modernere tijden is de mobiele telefoon geïntroduceerd om de bom tot ontploffing te brengen. Het antwoord hierop van de geallieerden in Irak is om in sommige gebieden telefoonverkeer met stoorzenders onmogelijk te maken. In reactie hierop is de nieuwste trend bij knutselbommen dat zij als het ware met een schild tegen stoorzenders zijn uitgerust. Iedere actie blijkt weer een reactie op te leveren
volgen van verdachte groepen door veiligheidsdiensten en het bewaken van objecten met een hoog risico op aanslagen. Zo zouden 200.000 professionals tegen het terrorisme samenwerken. Het lijkt erop dat Nederland het goed doet in zijn contraterrorismebeleid. De AIVD staat zeker niet als slecht bekend. Niettemin moet men ondanks alle aandacht ervan uitgaan dat het een keer mis kan gaan. Zelfs bij een oneindig budget voor terrorismebestrijding is een honderd procent controle onmogelijk. Allereerst zouden morele vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de vraag hoeveel privacy in ruil voor meer veiligheid moet worden ingeleverd. Uiteindelijk blijkt dat voor volledige zekerheid meer privacy moet worden ingeleverd dan acceptabel is. Ten tweede zijn er ook technische beperkingen. Hoewel het wellicht mogelijk is om alle informatie te verzamelen die nodig is om aanslagen te voorkomen, dan nog blijkt het onmogelijk om al deze gegevens op een zinnige manier tijdig te analyseren. Het verzamelen van informatie en het door computers laten analyseren, waarmee bijvoorbeeld bij TNO wordt getest, werkt alleen maar als het kwaad al is geschied. Dan is het namelijk mogelijk gerichter te zoeken en gemakkelijker verbanden aan te wijzen. Vooraf kennen overheden een probleem van information- overkill, maar achteraf bieden deze bergen met informatie doorgaans wel de mogelijkheid om uit te zoeken wie achter een aanslag zit en hoe deze is uitgevoerd.
Tot slot
Jaīr van der Lijn
Contra- terrorisme
De reactie van overheden in de strijd met het terrorisme zijn tegenmaatregelen die uiteenlopen van ontwikkelingshulp in de hoop om de grondoorzaken van het terrorisme weg te nemen tot het
Hoewel terrorisme zeker niet moet worden onderschat, moeten we het probleem dus ook niet groter maken dan dat het in werkelijkheid is. Dat zou de terroristen te veel eer geven. Accepteren dat het als probleem bestaat, zoals verkeersslachtoffers ook het risico van het verkeer zijn, is hierin een eerste stap. Apocalyptische aanslagen moeten we niet verwachten, maar we moeten wel op het mogelijke voorbereid zijn. Een honderd procent waterdichte contra- terrorisme aanpak is namelijk onmogelijk en de kans bestaat dat het ook in Nederland een keertje mis gaat. Jaïr van der Lijn. De schrijver is verbonden aan het Centrum voor Internationaal ConflictAnalyse & Management van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Het beschermen van gebouwen tegen terroristische aanslagen Dit artikel handelt over de vraag wat er gedaan kan worden aan de constructie van gebouwen en welke verdere maatregelen genomen kunnen worden om terroristische aanslagen te voorkomen, dan wel de gevolgen ervan te minimaliseren. Daarbij wordt ingegaan op wat reeds in het verleden is bedacht en welke huidige technieken kunnen worden toegepast.
Er waart een spook door Europa
Wees gerust mensen, ik heb alles in de hand
Er is een omslag in terroristische aanslagen waarneembaar. Waar vroeger aanslagen werden gepleegd om zoveel mogelijk slachtoffers te maken onder de burgers en deze angst in te boezemen, wordt tegenwoordig vaak een bouwwerk gekozen dat zowel veel slachtoffers veroorzaakt als het land in het economisch hart raakt. Op deze manier wordt naast het maken van zoveel mogelijk slachtoffers ook de economie van het land aangetast. Een bekend voorbeeld hiervan is de aanslag op het WTC in New York op 11 september 2001 (afbeelding 1). Sinds 11 september 2001 – en de oorlog tegen het terrorisme die als gevolg daarvan is uitgeroepen – is de aandacht voor het voorkomen van terroristische aanslagen enorm vergroot. Maar wat heeft dit voor gevolgen gehad voor oude en nieuwe gebouwen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet eerst worden onderzocht wat er vroeger werd gedaan om aanslagen te voorkomen. Hiertoe zijn de voorzorgsmaatregelen die zijn genomen bij diverse gebouwen geanalyseerd. In dit artikel dient het World Trade Centre in New York als voorbeeld. De eerste aanslag op het World Trade Centre, New York (1993) Ten tijde van de eerste aanslag waren beveiligingsmaatregelen zoals pascontrole, cameratoezicht, beveiligingsbeambten en röntgenapparatuur voor het scannen van de post al aanwezig. Ook waren deze gebouwen berekend op de mogelijkheid dat een vliegtuig tegen het gebouw aan zou kunnen vliegen. De eerste aanslag werd echter gepleegd door een bestelbus, volgeladen met
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
explosieven die in de parkeerkelder geplaatst werd en tot ontploffing werd gebracht. Als gevolg hiervan bezweken enkele vloeren en raakte de fundering van het gebouw ernstig beschadigd. Beide gebouwen bleven echter overeind. Na deze aanslag werden de beveiligingsmaatregelen verscherpt. Zo bleek het dak van het WTC kwetsbaar voor terroristische aanslagen. Het dak werd dan ook ontoegankelijk gemaakt met prikkeldraad en diverse obstakels, om te voorkomen dat helikopters er konden landen en terroristen zo hun slag konden slaan.
De tweede aanslag op het World Trade Centre, New York (2001) De tweede aanslag op het WTC wordt gezien als de zwaarste terroristische aanslag uit de geschiedenis. Op 11 september 2001 werden er aanslagen gepleegd door met twee vliegtuigen in beide torens van het WTC te vliegen. Na de aanslag bleven beide torens nog enige tijd overeind staan waardoor nog vele mensen konden vluchten. Na verloop van tijd stortten de torens echter toch in waardoor duizenden mensen omkomen en nog vele duizenden meer gewond raakten. Ondanks het feit dat de gebouwen ontworpen waren om een aanslag met een vliegtuig te weerstaan, stortten de gebouwen na verloop van enige tijd toch in. Vliegtuigen waren toen het WTC gebouwd werd echter vele malen kleiner dan in 2001 het geval was. Het gebouw kon daardoor nog wel zeer korte tijd de effecten van de aanslag weerstaan, maar ze bezweken toch. Naar aanleiding van de aanslag in 1993 was het dak van het WTC ontoegankelijk gemaakt voor helikopters. Bij de aanslag van 2001 had dit als gevolg dat het niet
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
mogelijk was de mensen, die na de aanslag naar het dak waren gevlucht, te redden. Dit schrijnende voorbeeld geeft aan dat de maatregelen die worden genomen om terroristische aanslagen te voorkomen, moeten worden afgewogen tegen de gevaren en nadelen die deze maatregelen opleveren. Het voorkomen van aanslagen Terroristen zijn vaak innovatief en creatief als het gaat om manieren te verzinnen om een aanslag te plegen. Men zal moeten proberen om terroristen een stap voor te blijven. De eerste manier om een terroristische aanslag te voorkomen is het onaantrekkelijk maken van het gebouw voor de terrorist door het moeilijk te maken om een aanslag te plegen. Er zijn verschillende manieren waarop dit kan worden gerealiseerd. Deze worden hieronder behandeld: Aanpassing van de constructie Volgens de Weidlinger Associates, één van de leidende adviseurs over anti- terroristische ontwerpen, kunnen de gevolgen van een aanslag worden voorkomen door bij het ontwerp met twee basisprincipes rekening te houden. Allereerst wordt aanbevolen een gebouw te ontwerpen zoals staat aangegeven in de bouwvoorschriften voor aardbevingsgevoelige gebieden. Dit heeft als gevolg dat knooppunten en stabiliteitswanden zwaarder worden uitgevoerd. Daarnaast moet er een zwaardere fundering worden toegepast, die ervoor zorgt dat het gebouw een stabiele ondergrond heeft om krachten af te voeren. Een andere oplossing is het slechter bereikbaar maken van het gebouw. Dit kan bijvoorbeeld door het toepassen van een portaal zodat niet naast de constructie van een gebouw kan worden geparkeerd. Ook het plaatsen van obstakels of het gebouw op enige hoogte plaatsen kan een oplossing zijn.
CBRN- aanslagen
De huidige technieken stellen ons in staat tot het ontwerpen van kleine chemische, biologische, radioactieve en nucleaire wapens. Dit zijn wapens die eenvoudig te verplaatsen zijn en niet of nauwelijks opvallen. De schade die deze wapens echter kunnen aanrichten is aanzienlijk. Een zwak punt bij CBRN- aanslagen is het luchtverversingssysteem van gebouwen. Om mensen goed te kunnen laten presteren en een prettig milieu te kunnen garanderen is verse lucht nodig. Door
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
een CBRN aanslag te plegen nabij een luchtinlaat van het luchtverversingssysteem kan binnen enkele minuten het complete gebouw worden aangetast. Dit kan met diverse methoden worden voorkomen. De gemakkelijkste methode is de buitenluchtinlaten slecht of niet toegankelijk te maken Ook de installatieruimtes moeten worden afgesloten en ontoegankelijk worden gemaakt voor onbevoegden. Op deze manier kan een aanslag worden voorkomen. Het is ook mogelijk om een gebouw in te delen in meerdere zones. De zones waar het risico op een aanslag het grootst is moet een ander ventilatiesysteem hebben dan de overige zones in het gebouw. Daarmee kan de schade van een aanslag worden beperkt. Als laatste kan men nog speciale filters aanbrengen die de toevoerlucht filteren van chemische, biologische, radioactieve en nucleaire stoffen. Deze laatste oplossing is echter zeer prijzig.
zullen altijd weer nieuw manieren verzinnen om aanslagen op gebouwen uit te voeren. Terrorismebestrijding krijgt sinds 11 september 2001 steeds meer aandacht bij het ontwerpen van een gebouw. Door na de aanslag de gevolgen van de toegepaste antiterroristische maatregelen te analyseren, kunnen nieuwe maatregelen beter en effectiever worden toegepast. Gebouwen kunnen steeds veiliger worden uitgevoerd door deze nieuwe technieken toe te passen. Pieter Bongers en Nick Vijgen. Beiden zijn
studenten aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Ze hebben over het hier behandelde onderwerp een scriptie geschreven in het kader van het Vak Techniek, Vrede en Veiligheid. Het artikel is daarvan een samenvatting.
Bescherming tegen glas
Momenteel is het een trend bij architecten om de complete gevel van een gebouw uit te voeren in glas. Deze glazen gevel heeft echter één groot nadeel met betrekking tot de veiligheid bij een terroristische aanslag. Bij een explosie zorgt de geproduceerde drukgolf ervoor dat het glas breekt en versplintert. Uit onderzoek is gebleken dat bij een bomaanslag 90% van de gewonden wordt veroorzaakt door rondvliegend glas. Het glas behoeft echter geen groot probleem te zijn. Met de huidige technieken is het mogelijk glas te produceren dat geen gevaar oplevert voor de gebruikers. Hiervoor zijn twee varianten ontwikkeld. De eerste variant is het aanbrengen van een transparante laag polyester anti- splinterfolie. Deze folie kan bij bestaande bebouwing op het glas worden aangebracht. De tweede variant is het aanbrengen van explosiebestendig glas, wat een oplossing kan zijn bij nieuwbouw.
Enige conclusies
Hoezeer men ook een gebouw beveiligt tegen terroristische aanslagen, het blijft altijd een afweging met vorm, functie en kosten of de onkwetsbaarheid en de benodigde veiligheid voor de gebruikers kan worden gerealiseerd. Daarnaast: het wil niet zeggen dat wanneer een gebouw met de meest moderne technieken beveiligd is, dit niet meer kwetsbaar is voor een terroristische aanslag. Terroristen blijven vindingrijk en
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
10
Van vliegtuigen naar geprogrammeerde insecten ?
In onderstaand artikel doet Bart Niessen verslag van een op het eerste oog bizarre ontwikkeling in de “luchtvaart”. Het handelt over superlichte spionagevliegtuigjes in het militaire domein en de mogelijkheid om in toekomst eventueel geprogrammeerde insecten voor dit doel te gebruiken. Het blijkt eens te meer dat je als relatieve buitenstaander eerder dan je had kunnen vermoeden een achterstand hebt op de echte ontwikkelingen.
Het primaat van de militaire ontwikkelingen
Slechts enkele jaren nadat luchtvaartpioniers ruim een eeuw geleden de eerste vluchten maakten met hun vliegmachines, werd de potentie van deze techniek voor militair gebruik al snel ontdekt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog herkenden generaals het nut van de luchtvaart en al snel raakten de technologische ontwikkelingen in een stroomversnelling. Hoewel de techniek in eerste instantie voor burgerdoeleinden bedoeld was, werd duidelijk dat de militaire belangen de leidende factor waren in deze ontwikkelingen. Tot op heden is deze leidende rol herkenbaar, van de fly-by-wire systeembesturing tot in het gebruik van composietmaterialen. Een meer recente ontwikkeling betreft de technologie op het gebied van onbemande toestellen. Deze toestellen, voornamelijk bedoeld voor spionage- en observatiedoeleinden, hebben hun nut inmiddels bewezen in Irak. De volgende trend is dat deze toestellen steeds kleiner worden. De TU Delft bijvoorbeeld heeft onlangs bewezen dat het mogelijk is om een Micro Aerial Vehicle (MAV) genaamd DelFly te ontwikkelen dat slechts 17 gram weegt. Uniek aan deze MAV is dat de voortstuwing plaatsvindt door middel van flapperende vleugels. Naast de mogelijkheid om rechtdoor te vliegen kan het toestel nagenoeg stilhangen in de lucht. Daarbij komt nog dat het kleine toestel uitgerust is met een kleine kleurencamera. Ondanks het feit dat het vliegbereik van deze MAV zeer beperkt is, geeft het echter wel aan in welke richting de huidige ontwikkelingen zich begeven.
Om zich nog dieper in deze ontwikkelingen te kunnen begeven, heeft DARPA het zogenaamde HI-MEMS programma opgestart. HIMEMS staat voor Hybrid Insect Microelectromechenical Systems en het streeft naar het gebruik van insecten voor mensenlijke, danwel militaire doeleinden. Het concept houdt in dat insecten zouden kunnen worden bestuurd op afstand. Hierbij moet gedacht worden aan het stimuleren van spieren en neuronen in het insect, het opwekken van ultrasone tonen ter simulatie van bijvoorbeeld vleermuizen, feromomen* stimulering of simulering van visuele stimuli waarop het insect reageert. Voor militaire doeleinden zouden bijvoorbeeld sensoren aangebracht kunnen worden voor spionagedoeleinden. Echter, deze techniek bevindt zich momenteel nog in een zeer prematuur stadium en diverse experts argumenteren dat HI-MEMS meer science-fiction is dan reële ontwikkeling. Hoewel de mogelijkheden van NAV’s en cyber- insecten nog ver buiten ons bereik liggen, staan we op het punt een nieuwe etische grens te benaderen op het gebied van spionagetechnologie. Het verleden heeft bewezen dat technologische ontwikkeling in de luchtvaart in een hoog tempo vordert en we moeten ons bewust zijn van wat ons nog allemaal te wachten staat. Dit zal echter niet beperkt blijven tot het gebruik binnen specialistische organisaties. Een op afstand bestuurbare MAV is voor de gewone mens al voor slechts €49,50 te koop op het internet (1,2). Naast de luchtvaart spelen in andere industrieën gelijksoortige ontwikkelingen. Een electronicaconcern heeft bijvoorbeeld al aangekondigd dat het niet lang meer duurt voordat het mogelijk is om “camerapunaises” in het plafond te prikken. Ook al heeft het plaatsen van beveiligingscamera’s in stadscentra de afgelopen jaren nog tot enige ophef over privacy opgeleverd, de opkomst van deze miniatuur spionagetechnologie lijkt deze ophef te degraderen als achterhaald. Bart Niessen. De schrijver is studentlid van het Vredescentrum TU/e.
*Feromomen
zijn door dieren geproduceerde stoffen en afgegeven aan de omgeving met als doel het gedrag van gelijksoortige dieren te beïnvloeden.
Referenties:
1. Coppinger, R., Warwick, G. (2005), Down Sizing, Flight International, Oct 25-31, pg. 32. 2. Zbikowski, R. (2005), Fly like a fly, IEEE Spectrum, November issue, pg. 46.
Naar nano- vliegtuigjes en insecten
Het Amerikaanse Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA) heeft inmiddels besloten zijn projectenmix uit te breiden tot de ontwikkeling van toestellen niet zwaarder dan 10 gram, zogenaamde Nano Aerial Vehicles (NAV). Duidelijk mag zijn dat de meeste technologen op dit gebied hun inspiratie halen uit de natuur. Het gebruik van onder andere flapperende vleugels en extreem lage gewichten heeft zich afdoende bewezen bij insecten. Observatie van insecten heeft in veel gevallen al geleid tot ontwikkelingen in de MAV technologie.
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Meer informatie over DARPA, DelFly en FlyTech op: www.darpa.mil; www.delfly.nl; www.gadgethouse.nl/Robots_3495/FlyTech-Dragonfly-Vliegend-RobotInsect.html.
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Moderne media en transparantie van de macht
In onderstaand artikel beschrijft Gérard Bueters een ontwikkeling die tien jaar geleden nog nauwelijks denkbaar was. De ontwikkeling van moderne media van allerlei soort die een enorme bijdrage kunnen leveren aan de verspreiding van informatie in landen die geen persvrijheid en informatievrijheid kennen zoals bijv. Zimbabwe. Het is een nieuwe bondgenoot in de strijd tegen dictatuur en onderdrukking, een bondgenoot die niet aan banden te leggen is.
11
doorbroken. Alle beperkende nieuwe mediawetten ten spijt hebben duizenden Zimbabwanen zich al aangemeld voor dagelijks nieuws. De lokale honger naar onafhankelijke informatiebronnen is groot. Het effect daarvan moet niet worden onderschat. In het begin van de jaren tachtig was ondergetekende betrokken bij de ontwikkeling van zogenaamde frequentie scramblers, die de communicatie van Amerikaanse Awacs met vliegtuigen en grondstations moesten verstoren. Met die communicatie werden de landcoördinaten doorgegeven voor bombardementen op verzetsstrijders van het FMLN in El Salvador. De scramblers werden
Wat is het NiZA?
Het NiZA (Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika) werkt al jaren aan de versterking van kritische journalistieke geluiden in landen van Zuidelijk Afrika. Bijvoorbeeld door journalistieke trainingen en door organisaties in de gelegenheid te stellen professioneel met hun vakgebied bezig te zijn. In de toekomst wil NiZA nog actiever achter partners in het Zuiden staan en hun boodschap ook hier in het Noorden uitdragen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van alle moderne middelen en media die mogelijk en haalbaar zijn. Landen die daarbij speciale aandacht krijgen zijn Onder andere Angola, Kongo (DRC) en Zimbabwe. Een voorbeeld. Tien jaar geleden was Zimbabwe nog welvarend, Mugabe een briljant verzetsleider, jurist en bejubeld president. Een voorbeeld van Afrikaans leiderschap. Nu heerst er in Zimbabwe een werkloosheid van 80 procent en een inflatie van 1800 procent. Dictator Mugabe is in korte tijd door machtswellust voor de internationale gemeenschap verworden van knuffelbeer tot paria, die vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en politieke oppositie heeft uitgebannen. De nationale grondstoffen worden verkwanseld en de armoede is dramatisch. Journalisten en oppositieleden worden vermoord of het land uitgezet. Tegen dat soort uitwassen wil NiZA in de komende jaren campagne voeren. Niet zo zeer met projecten in het Zuiden, maar vooral met campagnes in het Noorden. NiZA communiceert over grenzen Om de informatieban in Zimbabwe enigszins te breken, stuurde NiZA afgelopen jaren een paar duizend kortegolf radio’s naar sleutelpersonen van lokale partners. Het betekende een extra oor van buiten voor veel Zimbabwanen. Via die radio’s gaat het andere geluid van mond tot mond en bereikt het een veelvoud van die duizenden ontvangers. In 2001 werd al enkele dagen na de eerste uitzendingen Capital Radio in Harare verboden. Het station was te kritisch. Enige tijd later startte één van de gevluchte initiatiefnemers, Gerry Jackson, in Londen het radiostation SW Radio Africa met kortegolf uitzendingen gericht op Zimbabwe. Sinds 2006 nam NiZA samen met SW Radio Africa het initiatief om een gratis SMS headlines Nieuwsdienst op te zetten. Het werd een novum in het ontduiken van de staatscensuur. Dagelijks ontvangen nu duizenden Zimbabwanen de nieuwsberichten en bovendien informatie over actuele uitzendingen op kortegolf frequenties. Moderne middelen die tien jaar geleden nog ondenkbaar waren. De SMS headlines Nieuwsdienst op Zimbabwe laat zien hoe het media cordon van de regering van Mugabe wordt
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Studio SW radio Afrika in London
ook gebruikt om de massale Amerikaanse propaganda uitzendingen, die zorgden voor desinformatie onder de bevolking, te verstoren. Het waren simpele printplaatjes, in elkaar gesoldeerd door technisch kundige actievoerders. Een voorbeeld van minimale techniek in een actiegerichte campagne, die lokaal groot verschil uitmaakt.
Informatie als ontwikkelingsvirus
De moderne media en technologische ontwikkelingen maken actiegerichte campagnes al met een beperkt budget mogelijk. SMS is eigenlijk al weer een oude techniek. Moderne telecom en ICT technologie bieden nieuwe mogelijkheden om indien nodig staatscensuur ten dele te omzeilen. Broadcasting of liever gezegd narrow casting, peer to peer en zonder tussenkomst of controle van de staat. Het wettelijke gezag in Afrikaanse landen, zoals Zimbabwe, is nauwelijks in staat om dit soort nieuwe technologische ontwikkelingen tegen te houden. Integratie van broadcasting en ICT op Internet wordt daarbij het sleutelwoord van de toekomst. Informatie als een niet te stuiten virale informatiestroom en met een zichzelf vermenigvuldigend vermogen zonder de beperking van grenzen. Relevante informatie voor de bevolking om echt onafhankelijke en democratische keuzes te kunnen maken en die haaks kan staan op wat leiders willen dat zij weten. In die roep om transparantie ligt dan ook een groot toekomstig spanningsveld met corrupte leiders. Dit is nog maar een fractie van de toekomstige mogelijkheden. Afrika kent de meest snel groeiende penetratie van mobieltjes in de wereld. Die ontwikkeling dendert met een sneltreinvaart voort. Hoewel de armoede in veel Afrikaanse landen relatief groot is, zorgt de markt ervoor dat zelfs de slumbewoners over een gratis of goedkope moderne Nokia of Sony beschikken met een betaalbaar beltegoed. Maar al te vaak ontdekt de westerse bezoeker dat zijn
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
12
model telefoon enkele versies ouder is dan wat zijn gemiddelde Afrikaanse collega op zak heeft. Het is gemakkelijker om een nieuwe simkaart in Oeganda of Kenia te kopen dan in Nederland. In feite wordt er gebouwd aan een enorm fijnmazig distributienetwerk dat niet alleen geschikt is voor traditionele telefonie. De vraag is natuurlijk, hoe kunnen we die moderne gadgets en netwerken nu ook inzetten voor vrede en veiligheid in de regio. De markt heeft belang bij openheid, de staat soms juist bij controle. Daar ligt dus een groot spanningsveld dat toeneemt naarmate de samenleving in een land ondemocratisch en corrupt is. De kracht van Internet en moderne telecom technologie is nu juist dat het voor iedereen toegankelijk kan zijn. En open zijn betekent ook kritische geluiden toelaten. Bijvoorbeeld informatie over de leiders zelf, hun buitenlandse bankrekeningen, over de overheidsbestedingen en het gebruik van nationale grondstoffen. Civil Journalism is een van de mogelijkheden om informatie te verzamelen en snel ruimer te distribueren. Burgers kunnen met hun mobiele telefoon binnen enkele minuten een foto en tekst naar een online newsfeed sturen. Websites zoals Youtube en Flickr hebben met hun open content management systemen aangetoond, hoe iedereen zijn videobeeld of foto’s kan uploaden voor een massapubliek. Voor het campagnematige werken van NiZA in de toekomst een uitgelezen mogelijkheid om als instrument in te zetten. Een ander voorbeeld is Google Earth. Het maakt de wereld relatief klein, toegankelijk en nabij. Een voorbeeld: de in een telefoon geïntegreerde GPS ontvanger verbindt de unieke positie aan een actuele foto. De voice en de nieuws lead worden toegevoegd. De verslaggever heeft binnen drie minuten de feiten in zijn verslag online staan. Allemaal heet van de naald. De TU Delft heeft hiervoor speciaal de zogenaamde farcasttechnology ontwikkeld, die momenteel o.a. door de Belgische Gazet van Antwerpen al dagelijks bij actuele verslaggeving wordt gebruikt. Verzamelen van foto’s en tekst, automatische opmaak, zenden en binnen enkele seconden opgemaakt online. Alle handelingen verricht door een verslaggever op straat met slechts een handpalm PDA. Dit is slechts een van de voorbeelden van effectiviteit van moderne multi- mediale toepassingen in de journalistiek, die ook zeker perspectieven bieden in Afrika.
aan een campagne om in Nederland uitleg te geven over de gigantische olierijkdommen van Angola, terwijl de lokale bevolking armoede lijdt. Nederlandse betrokken bedrijven maar ook onze overheid kunnen daarop worden aangesproken. Politici hebben bijvoorbeeld internationaal onderling duidelijke afspraken gemaakt om de millennium ontwikkelingsdoelen voor 2015 te halen. De vraag is hoever het daarmee in het eigenlijk schatrijke Angola concreet staat. Betrouwbare informatie over de economische en politieke situatie in het land is dan van essentieel belang. Slim gebruik van ICT helpt daarbij. Dit wordt een nieuwe koers en uitdaging voor alle medewerkers en partners van NiZA.
Gérard Bueters. De auteur is manager Vrijheid van Meningsuiting en Persvrijheid van het NiZA. Hij hield op 6 maart 2007 een lunchlezing over bovenstaand onderwerp.
Voor vrede en veiligheid
Stelt u zich voor dat er weer een groot etnisch conflict uitbreekt in Rwanda of Burundi. In 1994 was het lange tijd voor de wereld onduidelijk hoe ernstig de slachtingen waren. Meer recent geldt dat voor Darfur. De internationale gemeenschap kwam en komt veel te laat in beweging en bagatelliseert ondanks duidelijke geruchten de risico’s en omvang. Denk aan wat we nu allemaal nog niet hebben gezien over de dagelijkse onderdrukking in Zimbabwe. Schokkende beelden, feiten en anekdotes die om acute actie en campagne vragen richting politici, betrokken bedrijven en mogelijk consumenten. Situaties die om standpunten in internationale fora vragen. Die big brother- achtige betrokkenheid via moderne media kan in de toekomst een grote invloed krijgen op vraagstukken van vrede en veiligheid, en hopelijk op het voorkomen van conflicten, als ze juist en doelgericht worden ingezet. Onder de naam ‘WiFi in the bush’ werkt NiZA dit jaar in Angola aan een communicatieproject om met draadloze Internet de regio’s informatief te ontsluiten. Ondertussen wordt gewerkt
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Macht en onmacht van de VN
Een samenvatting van het seminar gehouden op 24 april 2006 ter gelegenheid van de Universitaire Vredesdag Profiel van de dag Op 24 april 2007 werd ter gelegenheid van de Universitaire Vredesdag het trimstersymposium Macht en Onmacht van de VN gehouden met als hoofdsprekers prof. drs. Jan Pronk, voormalig minister van ontwikkelingssamenwerking en speciale vertegenwoordiger van de VN in Soedan en prof. dr. Neri Sybesma, emeritus hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel en erevoorzitter van de Belgische Vereniging voor de VN. Als dagvoorzitter trad op prof. dr. Ton de Kok, voorzitter van het Vredescentrum TU/e, terwijl het openingswoord werd uitgesproken door drs. Marriët Mittendorff, loco-burgemeester van Eindhoven. De middag werd besloten met een forumdiscussie waarin naast de twee hoofdsprekers zitting hadden dr. Koos van Bruggen, verbonden aan de Universiteit van Leiden, dr. Jair van der Lijn, verbonden aan het CICAM van de Radboud Universiteit Nijmegen, drs. Talitha Koek, politicologe en voormalig stagiaire bij het VN secretariaat en Michiel van deVelde, student bouwkunde en lid van het bestuur van het Vredescentrum TU/e. In haar openingstoespraak memoreerde mevrouw Mittendorff de rol van de gemeente Eindhoven door haar stedenbanden in Midden Amerika en Afrika gericht op mondiale bewustwording van inwoners van Eindhoven door middel van specifieke projecten en door uitwisseling van ervaringen op het gebied van goed stadsbestuur. Ook doet Eindhoven in het kader van de VN- millennium doelstellingen aan armoedebestrijding in haar contactsteden.
De rede van Jan Pronk
Jan Pronk hield een boeiend betoog. Hij memoreerde dat de VN is begonnen als een vredesproject om nationale macht niet exclusief te gebruiken voor eigenbelang, maar deze te bundelen in een internationale organisatie om vrede en veiligheid te bereiken. Een nieuwe wereldrechtsorde werd gerealiseerd waarbij de grote landen bereid waren een deel van hun macht in te leveren. Het instituut VN maakte ook een einde aan het koloniale tijdperk en er kwamen geen grote oorlogen meer voor. Wel bleven de grote mogendheden door hun vetorecht in de Veiligheidsraad de dienst uitmaken. Nieuw was het vaststellen van fundamentele wereldwijde waarden, aandacht voor ontwikkeling en conflictbeheersing. Ontwikkelingshulp werd een belangrijk instrument van deze samenwerking. Ook wereldwijde onderhandelingen over juridische afspraken waren een nieuw fenomeen. Het VN systeem heeft een internationaal rechtsordesysteem in beweging gebracht. Pronk stelde dat 1989 een waterkering in de geschiedenis van de VN was. Het Oost-West conflict kwam ten einde. Dit resulteerde in een nieuw probleem. Interne conflicten werden niet meer onderdrukt door de supermachten, hetgeen leidde tot grote aantallen interne oorlogen. Dit kon de VN niet aan. De VN liep
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
13
achter de feiten aan, maar ontwikkelde wel nieuwe concepten, zoals de relatie tussen veiligheid en ontwikkeling. Ook werden concepten ontwikkeld voor het grootste probleem in de wereld: het armoedeprobleem. Pronk merkte hier bij op dat het louter bij het formuleren van concepten bleef maar dat de implementatie van deze concepten vrijwel niet gebeurde: het VN systeem als geheel deed niet meer dan de rommel opruimen door vluchtelingenhulp en noodhulp. “Er werd en wordt veel gepraat maar er komt niets concreets uit”, volgens Pronk. Het systeem was niet berekend op de grootschaligheid van al deze conflicten. Deze prachtige rapporten werden in New York vaak van de ene VN afdeling naar de andere doorgeschoven en bleven op de agenda’s staan maar leidden meestal niet tot daadwerkelijke actie in het veld. De vraag is hoe kunnen we het VN systeem hervormen om aan al deze grote problemen het hoofd te bieden. De marktglobalisering leidt volgens Pronk tot meer armoede. Bijsturing zou een taak van de VN moeten zijn. Oplossingen voor de verstoring van het evenwicht tussen mens en natuur kwamen binnen het VN bestuur niet tot stand. Wel eindeloos gepraat. De tweede uitdaging was de aanpak van interne conflicten. Ook hier een eindeloos gepraat en het aannemen van resoluties die niet worden uitgevoerd. Als voorbeeld noemde Pronk het Midden-Oosten conflict. Ook over vredeshandhaving wordt eindeloos vergaderd maar nog steeds is het VN systeem daar niet effectief voor ingericht. Het Internationale Gerechtshof bestaat sinds het ontstaan van de VN maar wat stelt het in de praktijk voor? Het evenwicht is nog steeds niet gevonden.
De wereldorde op zijn kop
11 september 2001 en de inval in Irak hebben de wereldorde volledig op zijn kop gezet. De globalisering van het terrorisme werd een feit. De mentaliteit in de VS veranderde radicaal. De hoeder van de internationale rechtsorde begon eenzijdige beslissingen te nemen zoals de aanval op Irak. De geloofwaardigheid van het VN systeem werd fundamenteel aangetast. Door deze ontwikkelingen wordt volgens Pronk de VN, met name in de Arabische wereld, meer en meer gezien als werktuig van de Verenigde Staten. Sanctionering van zogeheten “pre -emptive strikes” door sommige staten werd een nieuwe fenomeen. Pronk is van mening dat de VN toen onderuit geschopt werden door de VS. Kofi Annan had beter kunnen aftreden omdat hem door de VS het werken onmogelijk werd gemaakt. Het VN apparaat is verworden tot een logge bureaucratie waarvan de ambtenaren vaak los van de werkelijkheid te velde opereren. De oorlog in Darfur werd aanvankelijk niet op de agenda van de Veiligheidsraad geplaatst. Het VN secretariaat was niet bevoegd om die erop te plaatsen. De Veiligheidsraad wordt niet meer gezien als van deze tijd, omdat slechts een paar landen de dienst uitmaken. Er zou een meer representatieve Veiligheidsraad moeten komen en het vetorecht zou moeten worden afgeschaft.
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
14
De VN bestaat uit enorm veel instituties die elkaar vaak de problemen doorschuiven en waarvan de structuur steeds onoverzichtelijker wordt. Vooral de kleinere ontwikkelingslanden hebben de capaciteit niet om aan al deze instituties effectief deel te nemen. Pronk steunde in zijn betoog de uitspraak van de voormalige Amerikaanse vertegenwoordiger Bolton, die zei dat er best tien verdiepingen van het VN hoofdkwartier zouden kunnen verdwijnen. Pronk zei ook dat het systeem in feite doel op zich is geworden. Hij stelde dat er flink gewied zou moeten worden in de VN instellingen en dat niet ieder probleem zou moeten worden opgepakt. De VN zich zou moeten concentreren op de hoofdproblemen. De secretaris-generaal zou bijvoorbeeld maar voor één termijn moeten worden benoemd en het recht moeten krijgen om voorstellen op de agenda van de Veiligheidsraad te plaatsen. Met het alleen maar zenden van vredestroepen krijg je geen vrede. Afghanistan zal volgens Pronk nooit vrede krijgen door de inzet van buitenlandse vredestroepen als daar eerst geen duurzame politieke oplossing wordt gevonden. Als ander voorbeeld noemt hij de uitsluiting van Hamas om vrede in het Midden Oosten te bereiken. Zonder machtsdeling van de betrokken partijen in een land is een blijvende oplossing een utopie. Wat zou moeten gebeuren is dat het VN systeem weer vertrouwen krijgt. Mensen die niet in hun eigen regeringen geloven, moeten op de een of andere manier toegang krijgen tot dit systeem. De VN zou meer open moeten staan voor maatschappelijke groeperingen die geen gehoor krijgen in hun eigen land, dus veel meer op de burgers gericht moeten zijn dan alleen maar op staten.
Rede van Neri Sybesma
De inleiding van Neri Sybesma was vooral gericht op de juridische
dimensie van het VN systeem. Zij is vooral gespecialiseerd in de studie van het recht van de VN. In het Handvest van 1941 is hiervoor de grondslag gelegd. De architect was President Roosenvelt van de VS. Het Verdrag werd door vijftig landen ondertekend, waaronder Nederland. Er werd in afgesproken onze nationale macht gedeeltelijk over te dragen aan een internationale organisatie. Het Handvest is nog steeds onverkort van kracht en behoeft als basisdocument geen aanpassing omdat alles wat erin staat onverkort van kracht is. Het gaat niet alleen over veiligheid maar ook over economische samenwerking, goede arbeidsverhoudingen en goed bestuur. Toch hebben de VN zich aangepast zonder dat tekstuele wijzigingen nodig waren. Menselijke waardigheid is bijvoorbeeld een belangrijke
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
factor die in toenemende mate aandacht heeft gekregen. Het gaat om een vredesconcept, een nieuwe internationale rechtsorde waarbij landen zich onthouden van het gebruik van geweld behalve in geval van zelfverdediging. Het Handvest stelt duidelijk dat alleen de Veiligheidsraad geweld mag sanctioneren, maar de Veiligheidsraad heeft tot 1989 een zeer marginale rol gespeeld en was gedurende de periode van de Koude Oorlog verlamd door het vetorecht van de vijf permanente leden de VS, de USSR, China, Frankrijk en het VK. Sybesma vindt dat de VN, ondanks de door Pronk genoemde tekortkomingen, sindsdien aan belang heeft gewonnen, omdat ons leven grensoverschrijdend is geworden. Bijvoorbeeld, zonder internationale afspraken op het gebied van de lucht- en scheepvaart zou grensoverschrijdend verkeer niet mogelijk zijn. Ons leven wordt van ‘s morgens tot ‘s avonds beheerst door internationale afspraken en overeenkomsten die mede in het kader van de VN zijn ontwikkeld. Natuurlijk zijn er grote problemen. Een groot probleem van het Handvest is dat artikel 2 inmenging in de nationale aangelegenheden van staten verbiedt. Maar juist in deze tijd waar oorlogen tussen staten steeds minder voorkomen en conflicten zich vooral voordoen binnen staatsgrenzen is er een toenemende behoefte om in te grijpen in staten waar op grote schaal de mensenrechten worden geschonden of genocide plaats vindt. De vraag is of het Handvest op dit punt moet worden aangepast. Prof. Sybesma vindt eigelijk van niet. Er is immers veel mogelijk gebleken binnen het kader van het Handvest.
Forumdiscussie
De forumdiscussie werd geleid door de dagvoorzitter Prof. Ton de Kok. Op het podium waren naast de twee inleiders aanwezig dr. Koos van der Bruggen, dr. Jair van der Lijn, drs. Talitha Koek en Michiel van de Velde. Van der Lijn schetste eerst in het kort een aantal negatieve effecten van vredesoperaties zoals het integreren van grote aantallen ex-combattanten in de burgermaatschappij zonder uitzicht op een baan, humanitaire hulp die het marktmechanisme verstoort, misdragingen van vredestroepen, problemen bij de opzet van een nieuw veiligheidssysteem, hyperinflatie, het starten van een vredesoperatie zonder dat er een blijvende politieke oplossing en wederzijds vertrouwen tussen de partijen is en de conflictoorzaken zijn geëlimineerd. Koos van der Bruggen schetste een positief beeld van de VN. Met name op het gebied van de mensenrechten en duurzame ontwikkeling heeft de VN zijn sporen verdiend. Het ontstaan van de VN leidde tot de aanzet van een internationale wereldorde. Het compromis van het vetorecht van de permanente leden van de Veiligheidsraad was nodig om de grootmachten van die tijd aan boord te krijgen en bleef sindsdien ook voortdurend een bron van kritiek. Gedurende de Koude Oorlog zijn honderden veto’s uitgesproken door met name de VS en de USSR. Hij vond het heel opvallend dat over de nietinmenging in binnenlandse aangelegenheden een toenemende internationale discussie plaats vindt om niet in eerste aanleg naar staten te kijken maar naar de bevolkingen. Wereldpluralisme in de vorm van een VN systeem met eigen strijdkrachten en een wereldparlement ligt nog ver weg. Talitha Koek is werkzaam geweest als stagiaire bij het VN secretariaat. Zij werkte er bij een bureau gericht op NietGouvernementele Organisaties (NGO’s). Deze unit is opgericht om de civil society meer invloed te geven binnen het VN systeem. De praktijk is echter weerbarstig. Tijdens haar stage viel vooral de
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
grote discrepantie op tussen theorie en praktijk en zij dacht ook dat tien verdiepingen minder inderdaad de effectiviteit ten goede
15
het terrorisme, die immers veel verder gaat dan het recht op zelfverdediging van individuele staten, het de facto ontstaan van een schaduw- VN zoals op economisch gebied de groep van acht, en op veiligheidsgebied de “coalitions of the willing”. De redactie
Heeft het Vredescentrum van de TU/e toekomst?
Het forum. Van li. naar re.: Michiel van der Velde, Talitha Koek, Koos van der Bruggen, Jair van der Lijn, Neri Sybesma, Jan Pronk
zou komen. Veel gepraat en veel concepten maar weinig reële output. Voorbeeld: het microkrediet van prinses Maxima. Dat krijgt een paar maanden veel aandacht maar het ebt daarna weer weg. Personeelsbeleid is een heet hangijzer. Mensen worden niet benoemd op basis van kwaliteit maar op basis van geografische representatie. Veel concepten worden uitgewerkt zonder contacten met de werkelijkheid te velde. NGO’s zouden meer toegang moeten krijgen binnen de VN maar een kernprobleem is dat iedereen zich eigenlijk een NGO status kan toe-eigenen wat de representativiteit niet ten goede komt. Zij betwijfelt de stelling van Pronk dat burgers directe inspraak moeten kunnen krijgen, omdat zij zich afvraagt of burgers daarvoor warm te krijgen zijn. Als voorbeeld noemt zij de lauwe betrokkenheid van burgers in Nederland met betrekking tot de Europese instellingen. Veel mensen die op het hoofdkantoor werken willen niet in het veld werken. Het is slecht betaald en er is vaak garantie op terugkeer. Michiel van de Velde besteedde vooral aandacht aan de andere terreinen van de VN. Met name aan wat technische wetenschappers zouden kunnen doen (zie voor zijn bijdrage elders in dit blad).
Discussie met de zaal
Na deze inleidingen was er een levendige discussie met de zaal. Aan de orde kwamen onder meer de rol van regionale organisaties, het feit dat legio organen binnen de VN zich met dezelfde dingen bezig houden en zaken eindeloos naar elkaar doorschuiven, het belang van vredesopbouw door middel van de constructie van economische en sociale infrastructuur, de overbelasting van het departement voor vredesoperaties dat het volgens Pronk niet meer aan kan. Het vaak tevergeefs leuren van de secretaris-generaal bij landen om troepen en materieel te leveren. Van der Lijn stelde desgevraagd dat er ook succesvolle vredesoperaties zijn geweest zoals in El Salvador, Mozambique, Cambodja en in voormalig Joegoslavië. Het feit dat er nooit resoluties tegen acties van de permanente leden van de Veiligheidsraad kunnen worden aangenomen. De zwakke positie van de Algemene Vergadering van de VN met betrekking tot zaken betreffende de internationale veiligheid die aan de orde zijn in de VN Veiligheidsraad. De gespannen verhouding tussen het Handvest en de oorlog tegen
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Zoals U als trouwe lezers van de VredesTerts weet, zijn wij sinds mei 2005 bezig met het verwerven van een deeltijdleerstoel Technologie, Vrede en Veiligheid. Doel is om middels deze leerstoel de activiteiten van het Vredescentrum: symposia, lunchlezingen, college TVV, te verankeren in de “lijnorganisatie” van de TUE. Het College van Bestuur (CvB) had begin januari 2005 kenbaar gemaakt dat het Vredescentrum als bestuurscommissie per 1-1-2008 zou ophouden te bestaan door het afbouwen en intrekken van de subsidie. Maar de activiteiten van het Vredescentrum bieden een belangrijke bijdrage aan de academische vorming van de studenten van de TUE door het overdragen van ervaring en kennis op het gebied van Techniek, Vrede en Veiligheid. De afgelopen twee jaren zijn grote thema’s aan de orde geweest, zoals de actuele ontwikkelingen in China, Rusland, Irak en Afrika. Daarnaast hebben wij de Internationale Vredesconferentie georganiseerd in het kader van het 50-jarig bestaan met vele prominente sprekers. De komende maanden zal het erom spannen. We werken nauw samen met prof.dr. Harry Lintsen, voorzitter van de capaciteitsgroep Algemene Wetenschappen (AW) van de faculteit Technologie Management om te komen tot een goede leerstoelinvulling. De leerstoel TVV zal dan ook binnen AW worden geplaatst. Uitdrukkelijke voorwaarden voor succes zijn een goede kandidaat en financiering door derden. Wij hebben goede hoop dat dit zal lukken. Toch willen we hoe dan ook dat de activiteiten van het Vredescentrum doorgaan. Daartoe worden parallel gesprekken gevoerd met Studium Generale. Eén randvoorwaarde baart mij op dit moment zorgen. Het Vredescentrum heeft alleen toekomst bij voldoende draagvlak onder de studenten en medewerkers. Prominente medewerkers, waaronder oud-rector Rutger van Santen, ondersteunen onze initiatieven en onderschrijven het belang van maatschappelijke betrokkenheid van onze studenten, zeker als het gaat om grote vraagstukken als vrede, veiligheid en duurzaamheid, die nauw verweven zijn. Recent zijn een aantal nieuwe studentleden van het Vredescentrum aangetreden en ze hebben al meteen een stempel van vernieuwing kunnen drukken op onze activiteiten. Maar we zullen meer moeten doen om onze studenten te bereiken. We zullen ons in juni op dit thema beraden. Ondertussen is elk blijk van steun van harte welkom. Ton de Kok, voorzitter van het Vredescentrum van de TU/e
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Niet dodelijke wapens 16
Een panacee voor ordehandhavers en vredebewaarders Vooraf
In onderstaand artikel beschrijft Henny van der Graaf de recente ontwikkelingen op het gebied van niet dodelijke wapens (Non Lethal Weapons, NLW). Er blijkt een grote diversiteit van dit soort wapens in ontwikkeling en klaar voor gebruik te zijn. Op het eerste oog een zeer positieve ontwikkeling, wat is er beter dan niet gedwongen te worden mensen te doden? Toch bekroop me bij het lezen van het artikel onweerstaanbaar het gevoel dat deze ontwikkeling twee kanten heeft. Laten we dit voorop stellen: als ingrijpen van militairen of politie om bepaalde personen buiten gevecht te stellen, onontkoombaar is, is het een zeer grote vooruitgang niet gedwongen te zijn om “met scherp te schieten”. Het ingrijpen blijft immers omkeerbaar. Mensenlevens kunnen immers gespaard worden. Maar ook op dit vlak blijken er risico’s te zijn: bij het neerslaan van een gijzeling van Tsjetsjeense rebellen in een theater in Moskou enige jaren geleden vielen tientallen doden onder de toeschouwers omdat het gebruikte gas minder onschuldig bleek dan beweerd of gedacht werd, zeker in een afgesloten ruimte of bij te hoge concentraties. Dat is één aspect: hoe veilig is veilig? Maar er is meer. Voor niet democratische, onderdrukkende of bezettende regimes is een keur van NLW’s een welkome aanvulling om de onderdrukking in stand te houden. Het maakt demonstraties een stuk riskanter of eventueel vrijwel onmogelijk. En met deze type wapens zal het zeker zo zijn als met gewone wapens: ze komen altijd terecht in die gebieden waar ze het meest schade kunnen aanrichten. Een derde punt: het zijn en blijven wapens en het is niet verrassend dat de militaristisch ingestelde Amerikanen het voortouw hebben genomen in de nieuwe ontwikkelingen. Het gehele, denkbare scala wordt zo door hen ingevuld, van Balistic Missile Defense tot niet dodelijke wapens. Een kritisch volgen van de ontwikkelingen lijkt bittere noodzaak.
Inleiding
Van militairen ingezet bij vredesondersteunende operaties wordt gevraagd dat zij alleen bij uiterste noodzaak of uit zelfverdediging van hun wapens gebruik maken. In vredesondersteunende operaties wordt van ze verwacht dat zij bij ongeregeldheden zullen proberen om de problemen zonder gebruik van wapengeweld op te lossen. Het winnen van “hearts and minds” van de bevolking wordt immers sterk gefrustreerd als er doden vallen onder de bevolking door wapengeweld van de vredestroepen. Er valt dan ook een groeiende behoefte te onderkennen aan het gebruik van wapens en middelen die een tijdelijke en omkeerbare uitwerking hebben op potentiële tegenstanders. zogeheten nietdodelijke wapens (Non-Lethal Weapons, NLW). Zij kunnen worden gebruikt bij humanitaire hulpacties, huisdoorzoekin gen,wetshandhaving, monitoring van bestandslijnen, drugs bestrijdingsoperaties, contra- terrorisme en rampenbestrijding. Het gebruik van NLW is niet nieuw. Om de openbare orde te herstellen en handhaven maakt de politie al jarenlang gebruik van NLW zoals het waterkanon, traangas, pepperspray en de wapenstok. Naar gelang de werking worden NLW -systemen ingedeeld in
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
mechanische, elektromagnetische, akoestische en chemische systemen (2). Onder mechanische middelen vallen netten tegen personeel en voertuigen, niet-penetrerende munitie van rubber of sponsachtig materiaal, waterkanonnen, enz.
Electromagnetische wapens
Onder elektro- magnetische wapens vallen bijvoorbeeld strobe lights en lasers om de oogfunctie tijdelijk uit te schakelen en thermische microstraling voor het opwekken van een pijnprikkel op de huid. Er zijn ook reeds elektroschokwapens op de markt in de vorm van handvuurwapens zoals het taserpistool dat over een afstand van circa zeven meter twee draadgestuurde pijltjes
Electroschokpistool Taser M 18
afschiet die het spierstelsel tijdelijk blokkeert. Veel onderzoek wordt verricht om de dracht van deze wapens te vergroten en om in plaats van een blokkering van het spierstelsel, het zenuwstelsel tijdelijk te blokkeren met een lage stroomsterkte. Ook wordt naarstig gezocht naar effectieve bestrijding van elektronische apparatuur, om bijvoorbeeld het gebruik van mobiele telefoons als ontsteking voor bermbommen en elektrooptische sensorsystemen te verstoren. Onder deze categorie vallen ook RF-transmitters om het elektronisch systeem van voertuigmotoren uit te schakelen. Het werkt vermoedelijk niet bij stokoude voertuigen waarvan er nog velen in crisisgebieden rondrijden.
Akoestische NLW
Akoestische NLW gebaseerd op het produceren van een luide knal, een gesproken waarschuwing of een onaangename fluittoon die via een geluidsbundel over afstanden van 300 tot 500 meter kan worden “afgeschoten” is reeds op beperkte schaal operationeel. Het grootste probleem met deze categorie NLW is dat geluid lastig is te bundelen tot een effectief wapen dat over grotere afstanden kan worden gebruikt.
Chemische wapens
Chemische niet- dodelijke wapens zoals traangas en pepperspray zijn reeds jarenlang in gebruik bij de politie. Een nieuwe ontwikkeling op dit gebied zijn stankverwekkende middelen. Men denkt onder andere aan hand- en mortiergranaten gevuld met zo’n substantie die bijvoorbeeld kunnen worden ingezet tegen rellen en opstootjes en tegenstanders in gebouwen. Onder chemische NLW worden ook agentia gerekend die gedrag en functioneren van een tegenstander beïnvloeden. Momenteel is het onderzoek naar deze zogenaamde psychotropische agentia ( narcose,
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
braakopwekkende, neurale, en bewustzijnsvernauwende middelen) volop in beweging. Hierbij moet wel worden aangetekend dat internationale verdragen zoals het Chemische en Biologische Wapensverdrag grenzen aan deze ontwikkelingen stellen. Onder chemische NLW worden ook gerekend het gebruik van verschietbare markeerstoffen om relschoppers of opposanten te identificeren. Nieuwe ontwikkelingen zijn onzichtbare merktekens en microchips die als confetti over een menigte kunnen worden uitgestrooid en later kunnen worden teruggelezen met een afleesapparaat. Ook vindt veel onderzoek plaats naar het gebruik van kleefstoffen om een weg onbegaanbaar te maken als hindernissen rond kampementen of om schepen wellicht te beschermen tegen piraterij.
Nog meer voorbeelden van toepassingen
17
Ook wordt geëxperimenteerd bij het Amerikaanse Nonlethal Technology Innovation Center met kogels die kunnen worden aangepast aan de dreigsituatie. Geringe inslag tegen zachte doelen en grotere dodelijke inslag tegen ernstig vijandelijke dreigingen. Men denkt dan aan projectielen die afhankelijk van de situatie ernstig letsel kunnen toebrengen of die zich zodanig uitspreiden dat zij als een krachtige tik met een open hand worden ervaren.
Sciencefiction
Verder over de horizon wordt de lijn tussen science fiction en wapenontwikkeling steeds dunner. Een Amerikaanse bedrijf Mission Research Cooperation in Santa Barbara, Californie, werkt aan een gepulsd energieprojectiel dat met de snelheid van het licht de grond rond een doel enorm verhit zodat deze letterlijk explodeert met een felle lichtflits en een enorme knal. Of stel je dit voor! Het bedrijf HSV Technologies in San Diego ontwikkelt momenteel een instrument ter grootte van een zaklantaarn dat een krachtige elektrische stroom langs een straal ultraviolet licht naar een doel stuurt dat twee kilometer ver weg is. Richt dat licht op een persoon en je hebt een draadloze taser die iemand tijdelijk kan verlammen.
Met name in de Verenigde Staten wordt veel onderzoek verricht naar wapens en middelen die niet dodelijk zijn, geen blijvende schade veroorzaken aan het individu en weinig schade veroorzaken voor de omgeving. Naarstig wordt gezocht naar wapens die verdoven, bang maken, verstrikken of misselijkheid veroorzaken en wapens die over een bepaalde afstand een directe bundel energie afgeven om een tegenstander tijdelijk buiten gevecht te stellen door een hittestraal die weliswaar de huid niet verbrandt maar wel erg pijnlijk is ( directed energy weapon). Het Airforce Het schijnt dat in de Verenigde Staten ook uitgebreid onderzoek Research Laboratory heeft reeds $ 40 miljoen besteed aan een op wordt gedaan naar bio- gemanipuleerde bacteriën die asfalt, een Humvee terreinvoertuig gemonteerd gericht energie wapen brandstof en scherfvesten “opeten”. Ook wordt onderzoek dat omstreeks 2009 operationeel kan zijn. Ook wordt veel gedaan naar snelwerkende, met een wapen te verschieten onderzoek gedaan naar wapens die voertuigen tijdelijk kunnen anti- depressanten en opiaten die snel kunnen worden ingezet uitschakelen door een met een wapen te verschieten gelsubstantie tegen relschoppers en opdringende menigten. Het is de vraag die een weg zo glad maakt dat voertuigen volledig onbestuurbaar of dit soort onderzoek moet worden toegejuicht en of deze worden en ook mensen niet op de been kunnen blijven. Het middelen wel tot de categorie van NLW mogen worden Southwest Research Institute in Texas heeft zo’n sproeibaar geregeld, temeer daar het plaatsvindt in het schemergebied anti- voertuig gel ontwikkeld voor het US Marine Corps. Het is van wat wel en niet onder international recht toelaatbaar is. niet-toxisch en biologisch afbreekbaar en droogt na 12 uur op. Het Monell Chemical Senses Center in Philadelphia heeft Er wordt wereldwijd, maar met name in de Verenigde Staten, zulke weerzinwekkende reukmiddelen ontwikkeld dat het veel geld besteed aan onderzoek en ontwikkeling van NLW. afschieten ervan hele pleinen met relschoppers onmiddellijk Sommige NLW zijn al operationeel, maar meestal nog slechts kan schoonvegen. Zelfs zouden zij militaire operaties kunnen bruikbaar op korte afstanden. Systemen voor de langere afstand lamleggen. Maar aangezien zulke middelen in gasvorm of als en zonder gegarandeerde onschadelijke bijwerkingen voor individu aerosol moeten worden gebruikt zijn zulke gasachtige middelen en milieu zijn waarschijnlijk pas rond 2010 te verwachten. bij grootschalig gebruik moeilijk onder controle te houden. Het gebruik van werpnetten is ook al niet meer voorbehouden aan Henny van der Graaf. De schrijver is adviseur van het Vredescentrum vissers. Een Amerikaanse firma Foster Miller heeft een net ontworpen TU/e. (de WebShot), dat een drie meter groot kevlarnet met een speciaal geweer afschiet Geraadpleegde bronnen: over een afstand van tien 1. An Assessment of Non-Lethalmeter tegen personen, Weapons Science and Technology, terwijl grotere netten over Committee for an assessment of NLW, grotere afstanden tegen National Research Council, ISBN 0voertuigen kunnen worden 309-08288-9, 2003. ingezet. Men werkt ook aan 2. TNO rapport, Technologieverkenningen Defensie sterke elastische netten die 2006 snel op een weg kunnen worden aangebracht en die Webshot van firma Poster Miller omhoogspringen als een voertuig moet worden tegengehouden. Zo’n net kan een voertuig dat met een snelheid van zo’n 60 km rijdt laten stoppen, vouwt zich dan om het voertuig en belet de inzittenden naar buiten te komen.
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Stichting V 18
Vorderingen op weg naar vredestuinen In het verleden werd al verschillende malen melding gemaakt over het project Vredespark Eindhoven in het kader van een Mondiaal Netwerk van Vredestuinen en -parken. Vandaag berichten we over recente, positieve ontwikkelingen dienaangaande.
Terugblik
Reeds in 1993 werd voor de eerste keer het voorstel voor een Vredespark in Eindhoven, alsmede een Mondiaal Netwerk van Vredestuinen, als onderzoeksproject vanuit de Faculteit Bouwkunde in het kader van het Onderzoekprogramma van het TUEVredescentrum gepubliceerd. In de tussentijd heeft dit voorstel vaak van diverse kanten zelfs enthousiaste belangstelling ondervonden, maar er konden tot nu toe nog steeds geen beslissende stappen in de richting van een realisatie gezet worden. Dit ondanks het feit dat er verdere projectuitwerkingen, onder andere ook door studenten, voor verschillende locaties in Eindhoven en elders tot stand zijn gekomen.
de invulling van de plantsoenen aan beide zijden van de Karel Martelweg bij de Engelsbergen in Eindhoven met een Vredespark misschien tot de mogelijkheden behoren. Om deze mogelijkheid van de inhoudelijke kant te onderzoeken is al een voorlopige schets gemaakt van een mogelijke Vredespark op die locatie.
Vredesparkinformatie en Vredesparkwinkel
Een museum zonder museumshop, een publieke attractie zonder bijbehorende verkoopstand is heden ten dage ondenkbaar. Een vredespark dient dus ook een winkel, een Vredeswinkel of een Vredesparkwinkel te krijgen. Er zijn in eerste aanzet een vijftal thema’s rond vrede gekozen, die vooral in het kader van de tweede conditie voor een Vredespark – informatie - een grotere of kleinere plaats moeten hebben: 1) Algemeen en politiek, 2) Dagelijkse praktijk, 3) Kunst, muziek en spel, 4) Onderzoek en onderwijs en 5) Economie en management. In het verlengde hiervan zijn dan tal van intellectuele, praktisch nuttige, filosofische en kunstzinnige zaken te verwerven. Een onafhankelijke internationale jury zou moeten worden ingesteld, die nagaat of een park aan de genoemde condities
Recente ontwikkelingen
Kort geleden hebben echter een aantal personen het plan opgevat daadwerkelijk een Stichting Vredespark Eindhoven (SVE) op te richten. Aan de statuten wordt momenteel gewerkt. Het potentiële Stichtingsbestuur is ook al begonnen de nodige relaties naar partners en supporters voor dit project te leggen. Hierbij valt te denken aan politici, ambtenaren, ondernemers en de jeugd, als de belangrijkste medespeler van en voor de toekomst. De kans dat Brabantstad in 2018 – al over ruim een decennium - culturele hoofdstad van Europa gaat worden, de concrete ambitie van de provincie voor een Duurzaam Noord-Brabant en de grote belangstelling voor internationalisering zijn onder meer aanknopingspunten voor een kansrijk doorzetten van de realisatie van Vredesparken. Niet slechts in Eindhoven, maar ook in de dorpen en steden van de provincie en in de steden, waarmee stedenbanden onderhouden worden, zouden Vredesparken ineens een grotere kans op realisatie kunnen krijgen.
Actuele configuratie
Een Vredespark of Vredestuin verdient dit predikaat in de ogen van de ontwerpers – zoals al eerder toegelicht - alleen indien: 1) zijn schoonheid tot vreedzame contemplatie uitnodigt; 2) informatie verstrekt wordt over het mondiale netwerk en 3) uitermate belangrijk - minstens een modelmatig geweldloze oplossing voor een locaal conflictueus of elders conflictuitlokkend probleem getoond kan worden. Grondstofproductie uit regionale biomassa, interculturele sociale werkplaatsen, duurzame technologieën zonder nadelige gevolgen voor ontwikkelende landen zijn voorbeelden die men zich hierbij kan voorstellen. Op weg naar één of meer Vredesparken wordt tegenwoordig veelal ook een in verschillende facetten ingedeelde opzet voorgesteld, waarin de verschillende aspecten van vrede aan de orde komen in deelprojecten. Daarbij krijgen straks verschillende projecteigenaren de kans er hun managementkwaliteiten op los te laten. Een breed veld voor stagières, voor leer- en afstudeerprojecten en zelfs promoties ligt hier te wachten. Naar aanleiding van gesprekken met de Technische Dienst zou
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Vredespark beantwoord en of de goederen in de Vredesparkwinkel ook gezond, milieusparend en zonder kinderarbeid, dus ‘fair trade’ zijn.
Mondiaal Netwerk
Gelukkig bestaan er al enige afzonderlijke Vredesparken en ook verscheidene groepen van Vredesparken in de wereld. Maar naar ons weten veelal zonder kennis van elkaar. Het idee is daarom het internationale netwerk van deze parken in kaart te brengen en de achter de vredesparken en -tuinen staande krachten te bundelen. Waarom kan niet elk park een Vredespark worden? Dit zou heel gemakkelijk samen met de burgers kunnen worden gerealiseerd. Een actie die wellicht bij de zo dringend nodige vrede in de wereld een steun zou kunnen zijn tot de wereldwijde Vredesopbouw en wederzijds begrip tussen mensen en volkeren. Het ideale doel is immers ‘de gehele Wereld een Vredestuin’. Elk park dat in de toekomst aan de boven geschetste condities voldoet, wordt dan ‘een parel in de keten’ van het Global Network of Peace Parks. Wie weet - misschien bekeert zich ook
[email protected] tot dit idee.
19
Geïnteresseerden in het Vredespark in Einhoven en elders en in het Global Network Peace Parks kunnen contact opnemen met:
[email protected] of
[email protected]
PeterSchmid, Prof. Emeritus mag.arch. ing.dr.hc. Adviseur TU/e Vredescentrum Architect van de Vredestuin
Sfeerschetsen van het Vredespark Eindhoven met een voorstel voor transparante ‘Vredeseieren’ – die de veschillende(positieve aspecten van Politiek, Maatschappij, Religie, Wetenschap & Technologie, Ecologie, Kunst, Spel en Spiritualteit tonen
Voorlopig schetsontwerp voor een invulling van een Vredespark in Eindhoven aan beide zijden van de Karel Martelweg – plattegrond Ontwerp: TU/e Vredescentrum en RED ResearchEducationDesign in ScienceArtTechnolgy for PeacefulSustainableDevelopment, 2007
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
20
Wat zoal in het vredespark te vinden zal zijn DAGELIJKSE PRAKTIJK gebruikgoederen met vredesicoon agenda’s met vredesdata one-day-peace, universitaire vredesdag schrijfgerei met vredesparkicoon schouder/tassen, shirts, klokken, zandlopers, serviesgoed, tafellaken, handdoeken met icoon loesjesachtige vredes-eye-openers
KUNST MUZIEK SPEL cooperatieve- en vredesspelen harmonieuze vreedzame muziek vredesliteratuur en -poezie vredestijdschriften, -CDs, -DVDs, hologrammen harmonische sculptuur, schilderij, grafiek vredesfoto, -film, -computerkunst architectuur in dienst van vrede
vredesplannen ALGEMEEN EN POLITIEK vredesplannen en vredesgeschiedenis de verenigde naties en de vrede vrede in de sectoren in kaart gebracht positive news krant wereldkaart met vredesparken vredesvlaggen poster vredespalais - attractief
ECONOMIE EN MANAGEMENT rechtvaardige wereldontwikkeling samen delen, fair trade geweldloze productie en distributie vredesmanagement op lange termijn conflictpreventie en conflictresolutie geweldloze vredesopbouw peace keeping, peace forcing, peace building
ONDERZOEK ONDERZOEK EN ONDERZOEK EN ONDERWIJS wetenschap van de vrede - irenologie vredesonderzoek in alle disciplines - fundamentaal -ontwikkelingsgericht geweldloze en consensusgerichte experimenten vredeseducatie en vredesonderwijs - van kleuterschool tot universiteit en postdoctoraal vredesstageprojecten
Bovenstaande vijf op vrede gerichte themagroepen kunnen op verschillende manieren in het vredespark aan de orde komen. Enerzijds door de verkoop van allerhande gebruiksgoederen met een vredeslogo, maar ook door het organiseren van op vrede gerichte evenementen en activiteiten.
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
21 BOOK REVIEW 25 APRIL 2006 INTERNATIONAL CONFERENCE SCIENCE, TECHNOLOGY, AND PEACE BOOK OF PROCEEDINGS by Peter Schmid & Piet Schram, ed. TU/e Peace Centre – RED ResearchEducationDesign TU/e Eindhoven University of Technology, The Netherlands ISBN 978-90-810647-4-3 Format 170 x 245 mm, 170 pages The book, particularly focusing on Conversion and Transformation contains, after the four welcome and opening addresses, ten invited keynote papers and twelve papers, presented in four parallel sessions of the conference, mentioned in the title. Moreover, also the three contributions from the poster session have been reproduced. The conference was possible due to the competent state of the Multidisciplinary Centre for Technical Problems of Peace and Security and its international network. The papers came from nine countries in four continents and were presented on the NOWsponsored Expert Meeting, at the same time the UN-University Peace Day and one of the Super TU/es days of the 50-years anniversary celebrating of the Eindhoven University of Technology, which all together made this first international conference on Science, Technolgy, and Peace - to a great success (by the way – the super TU/esday, always on a Tuesday - was a joking term, used during the period of the 50-years anniversary festivities of the University). The book of Post Conference Proceedings on Science, Technology, and Peace is available at the secretariat of the TU/e Peace Centre, TU/e, Traverse 0.28, PO Box 513, NL 5600MB Eindhoven, The Netherlands, ++31 (0)40 2474546, e-mail:
[email protected]
Met dank aan onze student leden De TU/e Bestuurscommissie Vredescentrum, het Multidisciplinaire Centrum voor Technische Vraagstukken van Vrede en Veiligheid kent overeenkomstig haar instellingsdocument bestuursleden uit de faculteiten en, naast adviseurs, vier plaatsen voor studentleden. Gezien de eindige duur van de studie van studenten is de invulling van deze studentplaatsen aan vrij sterke wisseling onderhevig. Niet altijd waren alle plaatsen gevuld, maar in de laatste jaren verheugt de bestuurscommissie zich in een versterkte belangstelling van de kant van de studenten. De plaatsen zijn al sinds vrij lang alle bezet en meestal staat deze of gene student op de wachtlijst, om, zodra er een plaats vrijkomt, op voordracht van de Bestuurscommissie door het College van Bestuur benoemd te worden. De ‘fractie’ van de studenten vormt in de commissie altijd zonder uitzondering een zeer stimulerende groep. Frisse ideeën voor vernieuwing kwamen vaak uit deze hoek of werden door de studenten ondersteund. In sommige gevallen viel het bestuurslidmaatschap samen met allerlei extra hulpdiensten of studentassistentschappen. De Bestuurscommissie bedankt haar studentassistenten voor hun geweldige inzet, die wat betreft kwantiteit en kwaliteit als buitengewoon te kwalificeren is. Dit is bij elkaar reden genoeg om de huidige en recente generatie van actieve studentbestuursleden een complimentje te geven en ze door middel van een foto voor te stellen aan onze lezers. De redactie/ bestuurscommissie
Jort van Jaarsveld
Bart Niessen
Michiel v.d.Velde
Margriet Palm
Cover of the book of post conference proceedings
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
22
Spotprent Cursor, maart 1991, Kees Overbeeke
Spotprent Cursor, 15 maart 2007
Cursor , 15 maart 2007
Wij leggen ons daar niet bij neer en zullen naar een alternatieve oplossing zoeken voor het Vredescentrum VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
Considerations PEACE AND BIOMIMICRY In 1958, nearly half a century ago, after a related international conference in the USA, the American researcher J. Steel proposed socalled ‘Bionics’ as a new discipline for generally designing different types of objects. Since this time Bionics is established as a new branch on the tree of sciences. Bionics covers the fundamental study of Nature, its concepts and models with the aim to learn to design artifacts in the various sectors, using this models. The examples of shells, straws, and burdocks are popular as models for cupolas, masts, and fasteners. Natural processes actually also can inspire, like in the case of growth generally or adaptable orientation of a flower for development of various kinds of production or turning movements of solar collectors according the position of the sun. In the last years we find the term ‘Biomimicry’ used more often instead of or besides Bionics. Mimicry in this context also does not mean a pure imitation, but a translation according to the principles found in nature. Nature – in our all experience – can also surprise us with violence and catastrophes. On the long run we finally might see that natural processes always return back to a certain - dynamic - equilibrium. This means – beside the fact that there are hardly any intentional and structural plans for mass destruction in nature – that there are also no wars in the sense of and according to the definition of our human wars. Taking these into consideration, and using the approach and the methods of Bionics or Biomimicry in our sciences and technologies, we must arrive at both a much less warlike state in our world society and much more healthy and environmentally sound production processes and products. It already would be of great difference to the usual exploiting and polluting way of running our civilization and much more efficient and non-violent than this, if we would respect, what nature does with its continuous recycling processes. Beside the fact that destroying individuals or even whole groups of the own kind or race is rather rare in nature, and in any case, never done by means of purposely prepared mass destruction aids - we recognize, certainly in the life sphere on the surface of our planet, between the micro and macro cosmos, rather harmonious processes without explosions and chain reactions. Photosynthesis and capillarity belong to the noiseless main processes without side effects, which manage the essential plant growth on earth, on which waste does hardly exists, because it becomes food again. In the view of these observations, science and technology – or better: scientists and technicians stand before a great challenge. It does not need much ethical background to look seriously to the mentioned possibilities and to take the opportunities which are laying in the nature of life in order to construct a better world - technically. Peace – of course – has to be approached from different angels: Politics, International Law, Business, Education, Religion, and Science and Technology. When we ‘succeeded’ in an unimaginable mass destruction by means of science and technology mainly in the past century, we also should be able to do – by means of science and technology – the opposite, namely to design and to build a prosperous profitable life for all people on the planet. Hence – with the help of biomimicry – we might have the chance and inspiration for applying science and technology fully for a peaceful, conflict-free, non-violent world society.
23
Some examples of ‘bionic’ designs
An interesting book Recommended see also the article on page 10 on artificial insects
PeterSchmid. Advisor TU/e Peace Centre
VredesTertsPeriodiek Vredescentrum TU/e
Jaargang 17, nr.46 , juni 2007
TU/e TU/e
technische technische universiteit universiteit eindhoven eindhoven
Agenda Donderdag 21 juni 2007
Uitgave nr. 46 2007 Bestuurscommissie Vredescentrum TU/e Postbus 513 5600 MB Eindhoven tel 040 - 247 4546 fax 040 - 247 5990
lunchlezing: Turkije in de branding ( onder voorbehoud )
Donderdag 20 september 2007 Seminar: Water, bron van oorlog
e-mail:
[email protected] www.tue.nl/vredescentrum.nl ISSN 0926-6992
voorbeeld van een logo voor een wereldomspannend net van vredestuinen