Draaiboek en script uitvoering EUrichtlijn Omgevingslawaai, Ingrediënten voor een projectplan voor provincies
datum
2 december 2010 status
definitief versie 1.0 opdrachtgever
IPO Trekker: Paul Driessen (provincie Gelderland) uw referentie
opdrachtnemer
dBvision Groenmarktstraat 39 3521 AV Utrecht Tel: 030 2970391 E-mail:
[email protected] Website: www.dBvision.nl onze referentie
PRV012-01-08gw onderzoek uitgevoerd door
Geraldine Woestenenk, Elly Waterman, Ruben van Moppes, Edwin Verheijen, Sander Buitelaar autorisatie
Elly Waterman auteur
Henk de Kluijver referent
© 2010 dBvision Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van dBvision. Indien dit rapport in opdracht werd uitgegeven, wordt voor de rechten en verplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de RVOI – 2001 (artikel 17), dan wel de desbetreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van deze dBvision uitgave aan direct belanghebbenden is toegestaan.
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
2
Voorbereidende en algemene stappen
6
3
Geluidskartering
15
4
Actieplan
36
5
Tijdsbesteding en planning
59
6
Achtergronddocumenten
60
Bijlage 1 – Contactpersonen bij provincies
61
Bijlage 2 - Provincie Limburg – kosten/baten afweging
62
Bijlage 3 – Communicatie rondom het actieplan
65
Bijlage 4 – Gezondheidskundige effecten van geluid
71
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
2 /74
1
Inleiding
De Handreiking Omgevingslawaai van het ministerie van I&M (voorheen VROM) [1] bevat de stappen die nodig zijn om te komen tot een geluidskaart en een actieplan conform de EU Richtlijn Omgevingslawaai. Deze activiteiten worden elke 5 jaar herhaald. Dit document, gemaakt door dBvision in opdracht van het IPO, bevat een draaiboek voor het opstellen van deze geluidkaart en actieplan. Dit draaiboek geeft inzicht in de processtappen, die nodig zijn om deze producten te maken en voor de afwegingen die de provincies daarbij kunnen maken, zoals een doelmatigheidsafweging. De provincies kunnen dit draaiboek gebruiken, om zelf een projectplan te maken. Het is niet de bedoeling om een bepaalde werkwijze voor te schrijven. De provincies kunnen zelf kiezen, welke stappen en tips zij overnemen in hun projectplan.
Omgevingslawaai, bron: provincie Noord-Brabant
Wij geven waar nodig een beschrijving van de stappen uit het draaiboek. In de filmwereld wordt dit aangeduid met het script. Ook gaan wij in op hoe het beste invulling aan de stappen gegeven kan worden en wat handige tips en trucs zijn. Daarbij maken wij gebruik van de evaluaties van de eerste tranche, die door ons zijn samengevat [2]. Ook is gebruik e gemaakt van het boekje "Geluid als 2 kans" [5]. Een gedetailleerde planning hoort ook onderdeel van een draaiboek te zijn. Een opzet is opgenomen in dit rapport, die de provincies verder kunnen detailleren. Bij elke stap in het draaiboek is een tabel opgenomen met de actoren die bij deze stap betrokken zijn, de producten die daaruit volgen en de te behalen mijlpalen. Deze tabellen kunnen door de provincie concreter gemaakt worden met namen of afdelingen. In dit draaiboek is op diverse plaatsen aangegeven waar kansen liggen voor samenwerking tussen de provincies onderling.
1.1
Leeswijzer
Het draaiboek is opgebouwd met het uitgangspunt dat geluidkaart en actieplan gezien kunnen worden als één geheel en één activiteit. Het draaiboek begint daarom in hoofdstuk 2 met een aantal algemene taken die door de provincies uitgevoerd worden voor zowel de geluidkaart als het actieplan. Daarna volgt in hoofdstuk 3 het draaiboek voor de geluidskartering. Hoofdstuk 4 bevat het draaiboek voor het actieplan. Het draaiboek eindigt met een globale planning in hoofdstuk 5. Daarnaast zijn er nog een aantal bijlagen> Bijalge 1 bevat een overzicht van de contactpersonen van de provincies, bijlage 2 geeft een voorbeeld van een provinciale kosten/baten analyse, bijlage 3 gaat over communicatie en bijlage 4 over gezondheidseffecten. De hoofdindeling van dit rapport blijkt uit Figuur 1, zoals weergegeven op de volgende pagina.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
3 /74
Voorbereidende en algemene stappen Hoofdstuk 2
Geluidskartering Hoofdstuk 3
Actieplan Hoofdstuk 4
Tijdsbesteding en Planning Hoofdstuk 5
Inleiding Hoofdstuk 1
Modellen Bijlagerapport 1
Doelmatigheid Bijlagerapport 2 Achtergronddocumenten Hoofdstuk 6 Provinciale kosten/baten Bijlage 2 Communicatie Bijlage 3 Gezondheidseffecten Bijlage 4
Figuur 1 Hoofdindeling van deze rapportage. • Links de componenten uit het draaiboek die gebruikt kunnen worden voor een projectplan van de provincie • Rechts een aantal hoofdstukken en bijlagen met achtergronden
Behalve het draaiboek zelf, dat gebruikt kan worden door provincies voor het opstellen van hun eigen projectplan, zijn twee bijlagerapporten opgesteld. Bijlagerapport 1 geeft achtergrondinformatie over de manier waarop de rekenmodellen voor de geluidkaarten kunnen worden opgesteld. Bijlagerapport 2 gaat in op doelmatigheidsafwegingen. De volgende pagina bevat een overzicht van alle stappen uit het draaiboek.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
4 /74
Overzicht van alle stappen uit het draaiboek Paragraaf Omschrijving Voorbereidende en algemene stappen 2.1 Samenstellen projectorganisatie 2.2 Startoverleg 2.3 Opstellen projectplan 2.4 Inhoud van de geluidkaarten 2.5 Bepaling van het toekomstig gebruik van de geluidkaarten 2.6 Keuze type actieplan (beleidsplan of uitvoeringsplan) 2.7 Opstellen van het communicatieplan 2.8 Overleg met extern betrokkenen 2.9 Inventarisatie wensen omgeving Geluidskartering 3.1 Overleg met extern betrokkenen 3.2 Keuze SKM-I of SKM-II 3.3 Inventarisatie verkeersgegevens 3.4 Inventarisatie omgevingsgegevens 3.5 Converteren gegevens en opstellen model 3.6 Berekeningen uitvoeren 3.7 Controle van de berekeningen 3.8 Verschillen beoordelen met 1e tranche 3.9 Geluidsbelastingskaarten maken 3.10 Tabellen behorende bij de geluidskaart maken 3.11 Bestuurlijk vaststellen van de geluidsbelastingkaart 3.12 Publicatie geluidsbelastingkaart 3.13 Verzenden geluidsbelastingkaart aan I&M (voorheen VROM) Opstellen van het actieplan 4.1 Evaluatie vorige actieplan 4.2 Ambitie vaststellen 4.3 Aanpak bepalen voor kosten/baten analyse en doelmatigheid van maatregelen 4.4 Evaluatie vorige actieplan 4.5 Bepaling mee te nemen toekomstige ontwikkelingen 4.6 Lokaal doelmatigheidscriterium toepassen 4.7 Vaststellen mogelijke maatregelen incl. kosten 4.8 Scenario’s opstellen 4.9 Bepaling maatregelen per scenario 4.10 Kosten - baten analyse per scenario 4.11 Budget maatregelen vaststellen 4.12 Voorstellen scenario’s aan gedeputeerde 4.13 Definitieve keuze maatregelen en fasering 4.14 Overleg met omgeving over actieplan 4.15 Opstellen ontwerp-actieplan 4.16 Vaststellen ontwerp-actieplan 4.17 Publicatie en inspraak van het actieplan 4.18 Communicatie over het actieplan 4.19 Zienswijzen op het actieplan verwerken 4.20 Bestuurlijk traject voor vaststelling actieplan 4.21 Verzenden actieplan aan I&M (voorheenVROM)
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
5 /74
2
Voorbereidende en algemene stappen
In dit hoofdstuk een overzicht van de voorbereidende/algemene stappen die worden genomen voor zowel de geluidskaart als het actieplan.
2.1
Samenstellen projectorganisatie
Binnen de provincie wordt een projectorganisatie opgericht. Gestart wordt met het opstellen van een lijst met betrokkenen. Hier kan worden gedacht aan: Geluid/milieu (hoofdactiehouder) GIS Verkeer Beheer en onderhoud wegen Ruimtelijk ordening Stedenbouw Landschap Gemeenten RUD-Milieudienst Waterschap Industrie/bedrijvigheid GGD Communicatie / website De provincie zal waarschijnlijk een uitnodigingsbrief voor deelname aan de projectgroep sturen aan de betrokkenen en zal een startoverleg plannen. Aandachtspunt is om de verantwoordelijkheden goed binnen het projectteam te verdelen, zodat iedereen zich verantwoordelijk voelt voor de kwaliteit van zijn/haar bijdrage. Een besluit op managementniveau is wellicht nodig om de tijdsinzet van de betrokkenen mogelijk te maken. Het samenstellen van de projectorganisatie schept kansen om bijvoorbeeld samenwerking tussen afdelingen milieu en verkeer van de grond te krijgen. Kansen voor samenwerking van de provincies: de contactgegevens van de projectorganisaties uitwisselen, zodat van elkaars kennis en ervaring gebruik gemaakt kan worden. In bijlage 1 is een lijst met contactpersonen opgenomen. Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
2.2
Product Lijst deelnemers projectorganisatie
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Projectorganisatie opgericht
Startoverleg
Bij het startoverleg wordt het werkpakket toegelicht en worden afspraken gemaakt over de taakverdeling voor de uitvoering. De planning wordt eveneens besproken.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
6 /74
Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
2.3
Product 1. Verslag eerste bijeenkomst 2. Lijst met afspraken
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Bericht op intranet
Opstellen projectplan
Het projectplan kan gebaseerd worden op dit draaiboek. Het is handig bij elke actie een actiehouder op te nemen, de planning te actualiseren en een globale urenschatting op te nemen. Natuurlijk wordt lopende het project het plan in de gaten gehouden, om situaties zoals hieronder te voorkomen.
Projectplan. Bron: CDE, Center for development and environment
De provinciale geluidskaarten en actieplannen voor de tweede tranche hebben betrekking op wegen waarop jaarlijks meer dan 3.000.0000 voertuigen passeren, dat wil zeggen ca. 8000 voertuigen per etmaal. De meeste provincies zullen waarschijnlijk alle provinciale wegen gaan onderzoeken. Burgerluchtvaartterreinen waarop jaarlijks meer dan 50.000 vliegtuigbewegingen plaatsvinden worden ook bij de tweede tranche meegenomen. Luchtvaartterreinen blijven in dit draaiboek buiten beschouwing. In Nederland is Schiphol de enige luchthaven die een geluidbelastingkaart en een actieplan dient te maken. Voor de overige luchthavens geldt deze verplichting niet. Agglomeratiegemeenten die binnen de contouren van een luchthaven liggen hebben wel de verantwoording om in hun geluidbelastingkaarten het aantal blootgestelden binnen de gemeentegrenzen aan luchtvaartlawaai op te nemen, maar provincies niet. Hoofdspoorwegen met jaarlijks meer dan 30.000 treinen (dat wil zeggen ca. 100 treinen per e dag) vallen ook onder de 2 tranche. Een snelle controle kan worden gedaan of dit soort spoorwegen onder provinciaal beheer vallen, bijvoorbeeld op basis van de dienstregeling. Daarnaast is de provincie verplicht om geluidsinformatie over de industrieterreinen en de provinciale (spoor-)wegen te leveren aan agglomeratie gemeenten. Het initiatief hiervoor ligt bij de gemeenten, maar het is nodig om capaciteit hiervoor te reserveren in het projectplan.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
7 /74
Kansen voor samenwerking van de provincies: In het projectplan al opnemen welke wegen, industrieterreinen en luchtvaartterreinen overlappen tussen de provincies. Samenwerking met buurprovincies en agglomeraties kan voordeel opleveren in efficiëntie en consistentie van de gegevens. Uiteraard geldt dit ook daar waar wegen en industrieterreinen de landsgrens passeren. Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Definitief projectplan
2.4
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Inhoud van de geluidkaarten
De geluidkaarten geven informatie over de geluidbelasting op woningen langs provinciale wegen, ingedeeld per gemeente. Volgens artikel 7 het Besluit omgevingslawaai bevatten de tabellen van de geluidskaarten de volgende gegevens: Artikel 7 Besluit omgevingslawaai 1. In de tabellen van een geluidsbelastingkaart voor een belangrijke weg of een belangrijke hoofdspoorweg worden per geluidsbelastingklasse en per gemeente ten minste aangegeven: a. het aantal woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen dat is blootgesteld aan een geluidsbelasting die groter is dan of gelijk is aan: i. 55, 60, 65, 70 en 75 dB Lden; ii. 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight; b. het aantal bewoners van de onder a bedoelde woningen; c. indien beschikbaar, een opgave van het aantal woningen dat uit hoofde van de wet, de Woningwet of de Wet luchtvaart is voorzien van extra geluidwering; d. een opgave van de totale oppervlakte in km² die is blootgesteld aan een geluidsbelasting Lden die hoger is dan 55, 65, respectievelijk 75 dB. 2. De aantallen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, zijn exclusief de aantallen binnen agglomeraties en worden afgerond op honderdtallen. 3. Indien het betrokken bestuursorgaan een geluidsbelastingkaart vaststelt voor meer dan één belangrijke weg onderscheidenlijk voor meer dan één belangrijke hoofdspoorweg, mogen de in het eerste lid bedoelde gegevens worden aangegeven voor de gezamenlijke wegen onderscheidenlijk hoofdspoorwegen.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
8 /74
In artikel 8 van het Besluit staat hoe de geografische kaarten eruit moeten zien.
Geografische kaart van Nederland als leeuw. Claes Janszoon Visscher 1648, Museum Simon van Gijn, Dordrecht
Artikel 8 Besluit omgevingslawaai 1.Op de geografische kaart of kaarten van een geluidsbelastingkaart voor een belangrijke weg of een belangrijke hoofdspoorweg worden ten minste aangegeven: a. de ligging van de betrokken weg of hoofdspoorweg; b. de geluidsbelasting vanwege de betrokken weg of hoofdspoorweg, aangegeven door middel van: i. contouren van 55, 60, 65, 70 en 75 dB Lden; ii. contouren van 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight; c. de woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen die zijn gelegen binnen de onder b bedoelde contouren; d. de grenzen van stille gebieden, voorzover gelegen binnen een afstand van 2,5 km tot de betrokken weg of hoofdspoorweg; e. de gemeentegrenzen binnen de onder b bedoelde contouren; f. de grenzen van agglomeraties binnen de onder b bedoelde contouren. 2.De afstand, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook onderscheidenlijk vanuit de buitenste spoorstaaf.
2.5
Bepaling van het toekomstig gebruik van de geluidkaarten
De geluidkaarten zullen gebruikt worden voor het opstellen van het actieplan. De gegevens uit de geluidkaarten die op grond van het Besluit omgevingslawaai wettelijk geleverd worden zijn echter niet altijd voldoende gedetailleerd voor het opstellen van een actieplan. Deze gegevens zijn ook erg technisch van aard en sluiten niet aan bij behoeften van beleidsmakers [5].
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
9 /74
Volgens het Besluit omgevingslawaai moeten alleen tabellen worden aangeleverd, met aantallen woningen onderverdeeld in klassen. Voor het opstellen van een actieplan is geheel andere informatie nodig, bijvoorbeeld: 1. Waar liggen de ergste knelpunten? 2. Waar / langs welke wegen liggen de meeste woningen met een hoge geluidsbelasting? 3. Welke woningen zijn al voor geluid geïsoleerd in eerdere saneringsprogramma's? Daarnaast kan de provincie voor zichzelf bepalen of de geluidskaarten alleen gebruikt worden voor de uitvoering van de EU richtlijn, of dat er ook andere toepassingen worden voorzien. Wellicht zijn hiervoor aanpassingen van het projectplan nodig.
Geluid(s)kaart. Bron: alpha-audio
De geluidskaarten kunnen ook gebruikt worden voor de geluidssanering en voor het toetsen van bouwplannen. Dit stelt eisen aan het detailniveau. Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Overzicht doelstelling geluidskaarten; bekend bij alle betrokkenen.
2.6
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Keuze type actieplan (beleidsplan of ook uitvoering)
Er zijn verschillende typen actieplannen mogelijk. De uitersten zijn: 1. Een beleidsdocument. Dit is een actieplan zonder concrete planning en zonder financiële onderbouwing. Volgens het Besluit omgevingslawaai is dat toegestaan. 2. Een actieplan met maatregelen, waarvoor budget beschikbaar is en dat een planning voor de uitvoering bevat. Dit draaiboek is gericht op de tweede mogelijkheid. De projectgroep bepaalt bij de start van het project de inzet voor het type actieplan. De eenvoudigste vorm is een beleidsdocument. Als daarnaast ook nog de financiële
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
10 /74
haalbaarheid van het maatregelenpakket (politiek) vastgesteld wordt is sprake van een complexer type actieplan. Als de betaalbaarheid van de maatregelen wordt opgenomen in het actieplan, wordt in deze fase ook het kaderstellende budget bepaald. De projectplanning hangt vanzelfsprekend nauw samen met het type actieplan. Als politiek draagvlak nodig is (van GS en/of PS), is het verstandig rekening te houden met een langere doorlooptijd. Het is ook zinvol om te zoeken naar de meerwaarde van het actieplan, naast het uitvoeren van de richtlijn. Dat kan bijvoorbeeld zijn: • Met de uitvoering van de richtlijn is nieuw beleid ingezet; • Mogelijkheid om incidentele aanleg van stil asfalt om te zetten naar structureel beleid. • Burgers laten zien wat de provincie op geluidgebied presteert. • Het succes laten zien van het eerste actieplan door inzicht te geven in getroffen maatregelen en het effect daarvan • Succes boeken bij stiltegebieden
Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Besluit over type actieplan
2.7
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Opstellen van het communicatieplan
Een van de doelstellingen van de Europese richtlijn is het voorlichten van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan. Daarbij hoort het publiceren van de geluidsbelastingkaarten en het houden van inspraak over het actieplan. Als aan de start wordt nagedacht over een communicatiestrategie, komt de interactie met inwoners en belangengroepen beter uit de verf [5]. Voor zowel de geluidskaarten als het actieplan kan een communicatieplan worden opgesteld. De kaarten worden gepubliceerd, zoals beschreven in paragraaf 3.12 van hoofdstuk 3 in dit document. Het actieplan wordt volgens de Wet geluidhinder artikel 123 voorbereid conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit is beschreven in paragraaf 4.17 van hoofdstuk 4. Vragen die de provincie zich zou kunnen stellen bij het opstellen van een communicatieplan zijn: • Welk doel heeft de communicatie over de geluidskaarten? o Wat is het doel bij communicatie over geluidkaarten naast de wettelijke verplichting? o Op welk niveau wil ik de informatie verstrekken? • Welk doel heeft de communicatie over het actieplan? Voorbeelden van doelstellingen zijn: o Bereiken van participatie bij het actieplan
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
11 /74
Belangengroepen Milieuorganisaties Individuele bewoners o Geven van informatie over het actieplan o Scoren met het provinciaal beleid op het gebied van geluid • Is specifieke communicatie over de provinciale natuur- en stiltegebieden gewenst? • Op welke manier wordt gecommuniceerd? o Hoe bereik ik de mensen? o Hoe maak ik gebruik van de pers? • Welk budget is er voor communicatie? Over het algemeen geldt voor communicatie met burgers: Hoe locatiespecifieker de gegeven informatie is, des te meer dit aanspreekt bij de bewoners. Bijlage 3 gaat verder in op het communicatieplan.
Homer Simpson: reading a map
Kansen voor samenwerking van de provincies:Afstemmen van de communicatie over de actieplannen kan meerwaarde of kostenbesparingen opleveren als de provincies dit gezamenlijk vormgeven Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Communicatieplan voor het gehele traject (kaarten en actieplan)
2.8
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Overleg met extern betrokkenen
Overleg met extern betrokkenen heeft verschillende doelen, zoals het afstemmen van verkeersgegevens en in een later stadium het afstemmen van maatregelen. Overleg kan ook zorgen voor meer draagvlak voor het actieplan. De provincies kunnen met de binnen de provincie liggende agglomeraties afspreken welke gegevens uitgewisseld worden, en op welk moment. Denk daarbij aan verkeersgegevens, gegevens omtrent industrieterreinen en eventueel luchtvaart.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
12 /74
Het afstemmen van verkeersgegevens met andere overheden zal ook een hogere kwaliteit van de geluidskaarten opleveren. Het gaat dan om aangrenzende provincies, agglomeratiegemeenten en Rijkswaterstaat. Ook de overschrijding van landsgrenzen kan in e e dit kader worden bezien. In de 2 tranche zullen meer wegen gekarteerd worden dan in de 1 tranche, dus zijn er meer aansluitingen op een weg van een andere overheid. De provincie kan zich ook opwerpen als trekker voor het verkrijgen en afstemmen van verkeersgegevens binnen agglomeraties, die in de provincie liggen. Daarmee ondersteunt de provincie de agglomeraties, hetgeen zeker nuttig kan zijn voor de agglomeraties die voor de eerste keer geluidskaarten gaan opstellen. Daarnaast kan de provincie in één keer verkeersgegevens op wegvakken die aansluiten op provinciale wegen controleren. Laat de verantwoordelijkheden wel liggen waar ze horen. Als vanzelfsprekend voorbeeld: "Verkeersgegevens kunnen bijvoorbeeld het best gecontroleerd worden door verkeerskundigen". Benoem ook wie welke verantwoordelijkheid heeft.
Figuur 2 Agglomeratiegemeenten in de provincie Utrecht e
De ervaring uit de 1 tranche leert, dat Rijkswaterstaat en ProRail een eigen landelijk rekenmodel maken en dat er daardoor weinig ruimte is voor afstemming. Verder kan het uiterlijk van de kaarten worden afgestemd. Ook is afstemming nodig met agglomeraties over de te karteren provinciale wegen binnen de agglomeratie. Bij het opstellen van een actieplan is overleg met andere overheden ook zinvol. Als de provinciale weg niet de enige geluidsbron is, is het goed om bij de afweging van maatregelen ook rekening te houden met andere bronnen en met geluidsmaatregelen die andere wegbeheerders treffen. Ook het ambitieniveau in het actieplan kan worden afgestemd. Kansen voor samenwerking van de provincies: Een centrale contactpersoon of actiehouder benoemen voor de afstemming en gegevensuitwisseling met respectievelijk Rijkswaterstaat en ProRail.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
13 /74
Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Verslagen met afspraken en besluiten
2.9
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Inventarisatie wensen omgeving e
In de 1 tranche zijn er weinig (inspraak)reacties gekomen op zowel de geluidskaart als het actieplan. Een manier om betrokkenheid en daarmee draagvlak van de omgeving te vergroten, is om de omgeving al in een vroeg stadium te betrekken. Er kan gedacht worden aan bewonersverenigingen, milieuorganisaties, bewoners die op bekende knelpunten wonen, of gemeenten met huizen, die dicht langs een drukke provinciale weg liggen.
Wensen van de omgeving. Bron: Sneller en beter
In de Handreiking van I&M (voorheen VROM) [1] zijn in de bijlage enkele voorbeeldbrieven voor een uitnodiging voor overleg opgenomen. Kansen voor samenwerking van de provincies: Een centrale website inrichten voor communicatie met bewoners. Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Overzicht wensen omgeving
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
14 /74
3
Geluidskartering
In dit hoofdstuk een overzicht van de stappen die worden genomen voor het opstellen tot en met publicatie van de geluidskaart.
3.1
Overleg met extern betrokkenen
Voor de kartering is overleg over uitgangspunten zinvol. Met andere wegbeheerders (andere provincies, agglomeratie gemeenten, Rijkswaterstaat) kunnen verkeersgegevens worden afgestemd. Gemeenten hebben het BAG adressenbestand. Dit kan misschien gebruikt worden om de omgeving te modelleren.
Extern overleg
Actoren
Producten
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
1. Lijst met afspraken (aanvullend aan de lijst van het vorige hoofdstuk) 2. Uitgewisselde gegevens, zoals verkeersgegevens en het BAG
3.2
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Keuze SKM-I of SKM-II
In Nederland zijn twee karteringsmethodes voor geluid toegelaten: SKM-I en SKM-II. De eerste methode hoort bij een minder gedetailleerde aanpak, waarbij ook de rekentijden korter zullen zijn. De tweede methode is qua omvang en detailniveau vergelijkbaar met de SRM-II methode die voor regulier akoestisch onderzoek wordt gebruikt. Wel hoeven woongebieden niet in zoveel detail te worden gemodelleerd – deze kunnen namelijk grofschaliger als DSKM-gebieden worden ingevoerd. Een keuze voor het gedetailleerdere SKM-II maakt het mogelijk om de rekenmodellen, met enige aanpassingen en aanvullingen, ook te gebruiken voor het opstellen van bijvoorbeeld een saneringsprogramma of voor de toetsing van bouwplannen. Dit wordt bijvoorbeeld nagestreefd in de Rijnmond (zie Bijlagerapport 1). De aanpassingen betreffen in elk geval de
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
15 /74
woonwijkgebieden (waarneempunten aan de gevels van de woningen in de woonwijken leggen) en de verkeerscijfers (situatie 10 jaar na nu, in plaats van situatie 2011). Er zijn twee softwarepakketten voor SKM-II op de markt verkrijgbaar, namelijk Winhavik (dirActivity Software), met het Haskoning rekenhart en Geomilieu (DGMR). Alle adviesbureaus maken gebruik van deze paketten. Er is geen marktpartij die SKM-I software levert. dBvision heeft een SKM-I-rekenhart ontwikkeld, waarmee dit bureau in opdracht karteringsonderzoek uitvoert (o.a. voor de provincie Zuid-Holland, 2007). Kansen voor samenwerking van de provincies: De provincies die met één bepaald softwarepakket werken kunnen onderling nog verdere afspraken maken over de wijze waarop ze willen rekenen (de vaste modelinstellingen). Aandachtspunt voor de rekenmethode: Een EU-comité buigt zich over een nieuwe rekenmethode (voor weg, rail, industrie en luchtvaart). Hiervoor loopt het project CNOSSOS. CNOSSOS is feitelijk ontwikkeld in twee door de EU gesponsorde onderzoeksprojecten, namelijk Harmonoise en Imagine. Dit voorstel ligt momenteel ter commentaar voor. Het is niet zeker of het voorstel wordt aangenomen. Dit hangt af van de lidstaten. Als het voorstel wordt aangenomen wordt deze rekenmethode zeer waarschijnlijk door Nederland overgenomen en gaat dan voor de 3e tranche van de geluidskartering gelden. De methode gaat overigens niet voor de andere Wgh-onderzoeken gelden.
Cnossos: muur met landschap
Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
3.3
Product Keuze rekenmodel
Doorlooptijd n.v.t.
Eventuele mijlpaal Besluit over de te gebruiken rekenmethode
Inventarisatie verkeersgegevens
Voor de toekomst en het borgen van de kwaliteit is het goed om te zorgen voor een document, waarin is aangegeven welke databestanden gebruikt zijn voor het opbouwen van het datamodel. Leg hierin dan ook (andere) metadata vast, bijvoorbeeld welke afdeling deze gegevens beheert en hoe vaak de gegevens geactualiseerd worden. Het borgen van de kwaliteit van de verkeersgegevens is een aandachtspunt. Benoem specifiek de verantwoordelijke afdelingen en personen.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
16 /74
Verkeersgegevens Voor geluidkartering zijn in principe dezelfde gegevens van wegen nodig als die voor akoestisch onderzoek (bijv. bij nieuwbouw). Het gaat dus om: 1. rijlijnen 2. verkeersintensiteiten met verdeling dag – avond – nacht en licht – middelzwaar – zwaar verkeer 3. type wegverharding 4. hoogteligging 5. snelheden 6. lokaties en eigenschappen geluidschermen en –wallen De gegevens hebben voor de tweede tranche betrekking op de situatie in 2011. Als niet kan worden gewacht tot het moment waarop verkeerstellingen over 2011 beschikbaar zijn, mag worden uitgegaan van telgegevens uit eerdere jaren waarop een bepaalde prognose voor de groei wordt toegepast. Daarnaast zullen de provincies rekening houden met geplande schermen en wegdekken die in 2011 zullen zijn aangebracht. Hiervoor is 1 januari 2011 de peildatum. Van wegvakken waarvoor geen telgegevens beschikbaar zijn, is er geen andere mogelijkheid dan de intensiteiten in te schatten. Als de beschikbare telgegevens onvoldoende informatie geven over de verkeersamenstelling (licht, middel en zwaar verkeer) en/of de verdeling over de dag-, avond en nachtperiode, zal ook daarvoor een schatting gemaakt worden.
Verkeerstelling. Bron: verkeer.wikia.com
Steeds meer provincies hebben een digitaal verkeersmodel dat gebruikt kan worden als basis voor de geluidsberekeningen. Verder kan overwogen worden om in de verkeersmodellen een doorkijk naar over 6 - 7 jaar mee te nemen, want het actieplan wordt 1 jaar later opgesteld en is voor 5 jaar. Figuur 3 geeft een voorbeeld van de wegen die in de provincie Gelderland onder de 1e en de 2e tranche vallen.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
17 /74
Figuur 3 Wegen provincie Gelderland
Voor provinciale wegen die overgaan in gemeentelijke wegen of die de provinciegrens passeren, is uitwisseling van gegevens nodig met gemeenten, respectievelijk andere provincies. Voor gegevens van wegen die de grens met België of Duitsland passeren, kan het nuttig zijn contact op te nemen met de verantwoordelijke organisaties in deze buurlanden. Voor Vlaanderen is dat het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid (Dienst Hinder en Risicobeheer, e-mail
[email protected]). In het aangrenzende deel van Duitsland ligt de uitvoering bij de deelstaten Bremen en Noordrijn-Westfalen (Ministerium für Umwelt und Naturschutz, Landwirtschaft und Verbraucherschutz). Aandachtspunt voor de verkeersgegevens: Een goede borging van de data binnen de organisatie is heel belangrijk. De afdeling(en) waar de data gegenereerd wordt(en) moet(en) bij voorkeur ook deze data beheren en actualiseren, zodat altijd accurate gegevens voor handen zijn. Verder is het wellicht handig om af te stemmen met de verkeersgegevens die zijn opgenomen in de saneringstool voor luchtkwaliteit. Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
3.4
Producten 1. rijlijnen 2. vervoersintensiteiten 3. type wegverharding 4. hoogteligging 5. snelheden 6. geluidschermen en geluidswallen
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Alle verkeersgegevens zijn beschikbaar
Inventarisatie omgevingsgegevens
Voor het maken van het rekenmodel zijn ook gegevens van de omgeving nodig. Over het algemeen zijn deze gegevens beter beschikbaar dan de verkeersgegevens. In elk geval zijn de gegevens van jaar tot jaar tamelijk stabiel.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
18 /74
Adresposities De positie van geluidgevoelige bebouwing is nodig om de aantallen woningen per geluidbelastingsklasse te berekenen. Voor zover een bestand met adrescoördinaten niet al bij de provincies aanwezig is, kan hiervoor een geactualiseerd bestand met ACN-punten (Adrescoördinaten-Nederland) worden aangeschaft. Leveranciers: Kadaster (ACN) of Bridgis (Adreslocaties®). Voor de functie van gebouwen kan het BAG adressenbestand van de gemeenten gebruikt worden. Ook daarin is adresinformatie aanwezig.
Hoogtelijnen in een terrassenlandschap. Bron: hamok.be
Overige gegevens Voor het maken van een geluidkarteringsmodel zijn nog de volgende geografische bestanden nodig: hoogtelijnen, bodemverharding (absorberend of reflecterend) en DSKMgebieden. • Hoogtelijnen geven de relatieve hoogteligging van de weg en omgeving aan. Zulke lijnen kunnen worden geleverd door iDelft in een formaat dat direct in geluidmodellen kan worden ingevoerd. Een alternatief is om de hoogte-informatie zelf uit het AHN te halen. • Voor het schatten van de bodemverharding kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van GIS kaarten voor het bodemgebruik. Deze bevatten informatie over harde gebieden (bebouwd, water, glastuinbouw) en zachte gebieden (overige). • De DSKM-gebieden worden in de SKM-methode gebruikt om de geluidbelasting in bebouwd gebied op een efficiënte manier te berekenen. Een DSKM-gebied omsluit een (in akoestisch opzicht) homogene woonkern. DSKM-gebieden kunnen in GIS vervaardigd worden op basis van GIS-bouwvlakken en hoogte-informatie, maar ze kunnen ook bij andere bronbeheerders worden betrokken of aangeschaft (RWS, ProRail, gemeenten). Bestandsformaten Het gekozen bestandsformaat waarin de gegevens geplaatst worden, moet geschikt zijn voor (uitwisseling tussen) de rekenmodellen én voor nabewerking in geografische software. In de praktijk betekent dit dat alleen het GIS-bestandstype ‘shape-file’ in aanmerking komt. Voor een goede uitwisselbaarheid is van belang om een te voren gedefinieerde structuur voor de shape-files af te spreken. Het gaat dan om de veldnamen en datatypes (int, float, string) die binnen de shape-files worden gedefinieerd. Ook is het zaak om af te spreken binnen welke coördinatenprojectie wordt gewerkt (doorgaans zijn dat de nieuwe Rijksdriehoekscoördinaten). Met goede afspraken hierover kunnen onnodige conversies worden voorkomen.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
19 /74
Markering in de vloer van de Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort van het oude kadastrale nulpunt (Bron: Wikipedia)
Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
3.5
Producten 1. Woningen 2. Hoogtelijnen 3. Bodemgebruik
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Alle gegevens over de omgeving van de weg zijn beschikbaar
Converteren gegevens en opstellen model
Gegevensconversie Het verwerken van alle brongegevens uit het paragraaf 3.4 naar invoerbestanden voor het rekenmodel noemen we de gegevensconversie. De brongegevens moeten geconverteerd worden naar de volgende invoerbestanden: 1. Rijlijnen (wegen met intensiteiten, type wegverharding, hoogteligging en snelheden); 2. Geluidschermen en -wallen 3. Waarneempunten (positie geluidgevoelige bestemmingen met adresgegevens); 4. Hoogtelijnen; 5. Bodemgebieden (absorberend, reflecterend); 6. DSKM-gebieden (woonwijkcontour, openheid, nokhoogte, vrije akoestische weglengte); 7. Solitaire bebouwing.
borgen van alle gegevens
Het is sterk aan te bevelen van de gebruikte GIS-bewerkingen voor de gegevensconversie een script (of blokmodel) te (laten) schrijven. Dit heeft de volgende voordelen: • Het omzetten van de diverse gegevens naar het afgesproken formaat shape-file kan nogal wat handwerk omvatten. Een foutje wordt soms pas laat ontdekt. Het is veel werk om dit over te doen zonder script.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
20 /74
• Sommige gegevensbestanden worden pas later gecompleteerd, bijvoorbeeld als gegevens van verschillende partijen afkomstig zijn (uitwisseling van verkeersgegevens van grensoverschrijdende wegen). Deze later toegevoegde gegevens kunnen dan op dezelfde wijze worden verwerkt als de eerdere. Ook als brongegevens aanvankelijk geschat worden en later verfijnd, kan die verfijning snel worden bijgewerkt in het eindresultaat van de conversie. • Elk script kan ook als blokmodel opgenomen worden in de documentatie van het conversiewerk. Dit is bovendien nuttig bij volgende tranches van de geluidkartering. Opstellen model Nadat de gegevens in het afgesproken formaat zijn omgezet, kan het model worden aangemaakt. Meestal zal het rekenmodel niet direct geschikt zijn om te rekenen, doordat bepaalde bestanden een strijdige onderlinge ligging hebben, bijvoorbeeld rijlijnen die hoogtelijnen kruisen, solitaire waarneempunten die aan de gevels vastgeklonken zijn. Deze inconsistenties kunnen in het rekenmodel zelf worden aangepast, of, als dat eenvoudiger is, in GIS-software. Diverse methodieken voor het opstellen van het model zijn opgenomen in het bijlagerapport “Het opbouwen van het geluidmodel”, met kenmerk PRV012-01-14ev, bij dit draaiboek. Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Rekenmodel
3.6
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Berekeningen uitvoeren
Het uitvoeren van berekeningen met grote rekenmodellen zal vaak meerdere dagen kosten., op verschillende PC’s. Daarom is het nuttig eerst testberekeningen van enkele deelmodellen uit te voeren. Bijvoorbeeld van een deelgebied waar ook al in 2007 geluidskaarten voor zijn gemaakt. Hiermee kan nagegaan worden of er betrouwbare uitkomsten te verwachten zijn. Het is aan te bevelen van deze uitkomsten een tussenrapportage te laten opstellen. Als dit akkoord is bevonden, worden de berekeningen uitgevoerd.
rekenwerk (bron: anonieme blog)
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
21 /74
Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Concept resultaten berekeningen
3.7
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Controle van de berekeningen
Zoals in paragraaf 3.5 is aangegeven, wordt aangeraden om eerst van deelmodellen de berekeningen uit te voeren. Deze deelmodellen zijn beter hanteerbaar en leveren sneller rekenresultaten op. Er is geen recept te geven voor het vinden van fouten. De deelmodellen, als ook het totaalmodel kan men controleren op de juiste invoergegevens. Een andere methode om fouten te vinden is zowel de invoergegevens als de rekenresultaten te vergelijken met de e gegevens en resultaten van de 1 tranche. Hiermee worden eventuele discrepanties snel duidelijk. Omdat er veel informatie in het rekenmodel aanwezig is, is het de moeite waard om voor een deelmodel minimaal een dag uit te trekken. Het is aan te bevelen om dit werk door meerdere mensen te laten doen. Iedereen zal de nadruk op andere punten leggen. Door deze punten te bespreken, kom je gezamenlijk tot een volledigere controle. Als er onjuistheden blijken te zijn, zal het aanpassen van de modellering enige weken duren. Controle rekenmodel Om mogelijke onjuistheden in het model te achterhalen, is het handig om allereerst het rekenmodel om te zetten in shape bestanden, zodat in een GIS omgeving de controle kan plaatsvinden. In GIS zijn verschillen in asfalttype, rijsnelheid, of hoogte van bebouwing duidelijk te onderscheiden. Het is nuttig om, zonder naar de resultaten te kijken, enkele steekproeven te nemen op de volgende punten: • Zijn de verkeerscijfers en rijsnelheden juist verwerkt in het model? • Zijn er onverklaarbare sprongen in de verkeersintensiteiten? Let erop dat er bij kruisingen de totale intensiteit niet kan veranderen • Zijn de harde bodemgebieden goed in het model verwerkt? Let hierbij vooral op watervlaktes, parkeerterreinen, industrielocaties met veel betonnen platen. Vergelijk het rekenmodel met een topografische onderhoud. • Controleer de wegverharding. Is er rekening gehouden met locaties waar (al) stil asfalt of klinkers liggen? • Vergelijk op diverse plaatsen de bebouwing in het model met de werkelijke situatie. Google StreetView is hierbij een handige applicatie: de hoogte van de gebouwen, de locatie waar de maximum snelheid of de verharding veranderd is hierbij goed te zien. Bedenk wel dat deze Google foto’s niet de meest actuele stand van zaken weergeven.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
22 /74
Hoogte van gebouw controleren (Bron: Streetview)
•
•
In het rekenmodel zelf is het eenvoudig mogelijk om een 3D figuur of te wel een dwarsdoorsnede te laten zien. Met name bij locaties waar hoogteverschillen een rol spelen (dijklichamen, viaducten e.d.) is het nuttig om hier gebruik van te maken om het rekenmodel te controleren. Gebruik vooral ook eigen ervaring van de omgeving en ervaring van collega’s om slimme steekproeven te nemen
Let er bij de controle van het volledige model ook op of bij de locaties waar de deelmodellen bij elkaar komen, geen vreemde verschuivingen zijn. Kansen voor samenwerking van de provincies: De provincies kunnen werkzaamheden voor de controle van de rekenmodellen bilateraal “ruilen”. Controle geluidcontouren Belangrijk is in de eerste plaats om vooral “gezond verstand” te gebruiken bij het beoordelen van de geluidcontouren. Op locaties waar veel bebouwing vlak langs de weg staat, zal de geluidcontour “dunner” zijn dan op locaties waar weinig bebouwing staat. Als er opmerkelijke “Verdikkingen” of “verdunningen” te zien zijn, ga dan terug naar het rekenmodel en controleer op die locaties nog eens bovenstaande punten. Zijn de opmerkelijke geluidcontouren dan te verklaren uit het rekenmodel? Het kan bijvoorbeeld zijn dat er een “verdunning” van een geluidcontour aanwezig is, omdat er op een locatie stil asfalt aanwezig is volgens het rekenmodel, de maximum snelheid verandert of er een weiland op een waterpartij volgt. Klopt het rekenmodel ook met de werkelijkheid? Een andere bron van ogenschijnlijk vreemde verschillen is het verschil in percentage zwaar verkeer.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
23 /74
Voorbeeld van dikkere en dunnere geluidcontouren door ander verkeersintensiteiten, andere wegdek, afscherming etc. Bron: dBvision
Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
3.8
Product Definitieve geluidcontouren
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Geluidkaart is in ruwe vorm gereed
Verschillen beoordelen met 1e tranche
De geluidkaarten van de tweede tranche zijn een uitbreiding van de kaarten uit de eerste tranche. Het is raadzaam om al bij de tussenrapportages hieraan aandacht te besteden. Een volgende controlestap is een vergelijking van de berekende geluidscontouren te maken e met de resultaten van de 1 tranche. Over het algemeen zullen de contouren iets verder van de weg liggen door de autome groei van het verkeer. Op locaties waar grotere verschillen optreden, zal de provincie willen beschikken over een verklaring voor de verandering. De oorzaak kan dan liggen in: • Werkelijke veranderingen, bijvoorbeeld een wegdek dat vervangen is, een nieuwe woonwijk die gereed is, of een scherm dat geplaatst is; • Fouten of verschillen in nauwkeurigheid. Het is verstandig om, zeker bij onverklaarbare verschillen, stap voor stap verschilberekeningen te doen, door bijvoorbeeld het oude rekenmodel door te rekenen met nieuwe verkeersgegevens. Daarna het oude rekenmodel met nieuwe adressen, het oude model met nieuwe schermen en het oude model met nieuwe wegdekken. Als resultaat volgen correcties van het model. Houd de verschillen bij en noteer deze in de e e tekst bij de geluidkaarten. Bewoners zullen namelijk de contouren van de 1 en 2 tranche met elkaar gaan vergelijken. Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Product Overzicht verschillen met vorige geluidkaart incl. verklaring van de verschillen
Doorlooptijd
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
Eventuele mijlpaal
24 /74
3.9
Geluidsbelastingskaarten maken
De geluidsbelastingkaarten geven een overzicht van de geluidsbelasting op woningen. De kaarten kunnen aangeven welke woningen boven de plandrempel liggen, hoewel de plandrempel pas in een volgende stap, tijdens het opstellen van het actieplan, wordt bepaald. Het is daarom van belang de informatie goed te bewaren. Om het aantal woningen boven de plandrempel te bepalen, kan het nodig zijn om net een iets andere contour te bepalen. De berekening zou dan herhaald moeten worden.
eens een andere kaart (Bron: Zoomorphic cities)
Als de plandrempel bij het maken van de geluidskaarten bekend is, kunnen alvast de hotspots bepaald worden, de locaties waar woningen liggen met een geluidsbelasting boven de plandrempel. Het is handig om deze informatie (digitaal) te bewaren; dit komt bij het opstellen van het actieplan van pas. Overweeg om bij het maken van de geluidsbelastingkaarten voor meer geluidsklassen te e kiezen dan bij de 1 tranche. De contouren in de geluidskaart zullen dan beter aansluiten bij de plandrempel die in het actieplan gekozen wordt. Het gebruik van meer geluidsklassen geeft ook een beter inzicht in het effect van de maatregelen. De meest gebruikte maatregel is namelijk een stil wegdek. In de 5-dB klassen wordt het effect van stil wegdek dan slecht zichtbaar, of helemaal onzichtbaar.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
25 /74
Klasse
Gehinderden zonder maatregel
Gehinderden met maatregel
65 – 70 dB
1000
1000
Klasse
Gehinderden zonder maatregel
Gehinderden met maatregel
65 – 66 dB
500
650
66 – 67 dB
200
200
67 - 68 dB
200
150
68 – 69 dB
70
0
69 – 70 dB
30
0
Figuur 4 Indeling in kleinere klassen geeft beter zicht op het effect van maatregelen Boven: klassen volgens wettelijke regeling Onder: klassen opgesplitst
In het Besluit omgevingslawaai [4] zijn de volgende klassen voorgeschreven: • •
voor geluidsbelasting Lden : 55–59, 60–64, 65–69, 70–74, en > 75 dB; voor geluidsbelasting Lnight: 50–54, 55–59, 60–64, 65–69, en > 70 dB. Het Besluit omgevingslawaai schrijft voor om de volgende gegevens op te nemen op de geluidskaarten:
Artikel 8 Besluit omgevingslawaai 1.Op de geografische kaart of kaarten van een geluidsbelastingkaart voor een belangrijke weg of een belangrijke hoofdspoorweg worden ten minste aangegeven: a. de ligging van de betrokken weg of hoofdspoorweg; b. de geluidsbelasting vanwege de betrokken weg of hoofdspoorweg, aangegeven door middel van: i. contouren van 55, 60, 65, 70 en 75 dB Lden; ii. contouren van 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight; c. de woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen die zijn gelegen binnen de onder b bedoelde contouren; d. de grenzen van stille gebieden, voorzover gelegen binnen een afstand van 2,5 km tot de betrokken weg of hoofdspoorweg;
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
26 /74
stil gebied (Bron: dorpie16.punt.nl)
e. de gemeentegrenzen binnen de onder b bedoelde contouren; f. de grenzen van agglomeraties binnen de onder b bedoelde contouren. 2.De afstand, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook onderscheidenlijk vanuit de buitenste spoorstaaf.
POLKA heeft een kleurenvoorschrift beschikbaar voor de geluidskaarten, maar dat is niet bindend, zie http://www.polka.org/upload/files/noise_zone_db.pdf
Polka (Bron: http://bleusilver.goedbegin.nl/)
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
27 /74
Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Geluidkaart in definitieve vorm
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
3.10 Tabellen behorende bij de geluidskaart maken Bij de geluidskaart hoort een rapportage en tabellen met aantallen woningen per klasse. Het Besluit omgevingslawaai [4] schrijft het volgende voor: Artikel 7 Besluit omgevingslawaai 1. In de tabellen van een geluidsbelastingkaart voor een belangrijke weg of een belangrijke hoofdspoorweg worden per geluidsbelastingklasse en per gemeente ten minste aangegeven: a. het aantal woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen dat is blootgesteld aan een geluidsbelasting die groter is dan of gelijk is aan: i. 55, 60, 65, 70 en 75 dB Lden; ii. 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight;
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
28 /74
b. het aantal bewoners van de onder a bedoelde woningen; c. indien beschikbaar, een opgave van het aantal woningen dat uit hoofde van de wet, de Woningwet of de Wet luchtvaart is voorzien van extra geluidwering;
d. een opgave van de totale oppervlakte in km² die is blootgesteld aan een geluidsbelasting Lden die hoger is dan 55, 65, respectievelijk 75 dB. 2. De aantallen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, zijn exclusief de aantallen binnen agglomeraties en worden afgerond op honderdtallen. 3. Indien het betrokken bestuursorgaan een geluidsbelastingkaart vaststelt voor meer dan één belangrijke weg onderscheidenlijk voor meer dan één belangrijke hoofdspoorweg, mogen de in het eerste lid bedoelde gegevens worden aangegeven voor de gezamenlijke wegen onderscheidenlijk hoofdspoorwegen. De tabel met het aantal woningen, zoals voorgeschreven door het Besluit omgevingslawaai geeft een zeer globaal beeld, omdat de woningen worden ingedeeld in klassen van 5 dB en omdat de aantallen woningen en aantallen gehinderden op 100-tallen worden afgerond. Ook hiervoor geldt, dat het gebruik van meer klassen (dus met een kleinere bandbreedte dan de verplichte 5 dB) een beter inzicht geeft. Niets houdt een provincie tegen om meer gedetailleerde informatie te verstrekken, naast de voorgeschreven informatie. Dat is vooral e zinvol als de situatie vergeleken wordt met de 1 tranche, en er sinds die rapportage geluidsreducerende maatregelen zijn getroffen. Het aantal bewoners per woning wordt bepaald door het aantal woningen te vermenigvuldigen met 2,3. Dit is opgenomen in artikel 4 van de Regeling omgevingslawaai. Het aantal gehinderden en slaapverstoorden wordt bepaald op basis van de dosiseffectrelaties, opgenomen in Bijlage 2 van de Regeling omgevingslawaai, te downloaden van www.wetten.nl.
slaapverstoring (Bron: HLN.be Gezondheid)
Voor wegen zijn de dosis-effect relaties als volgt:
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
29 /74
Geluidsbelastingklasse 55 – 59 dB 60 – 64 dB 65 – 69 dB 70 – 74 dB 75 dB of hoger Geluidsbelastingklasse 50 – 54 dB 55 – 59 dB 60 – 64 dB 64 – 69 dB 70 dB of hoger
Percentage Percentage gehinderden ernstig gehinderden 21 8 30 13 41 20 54 30 61 37 Percentage slaapgestoorden 7 10 13 18 20
e
Voor de 1 tranche heeft de provincie Noord-Brabant een bijlage toegevoegd, die per individuele weg een compacte weergave van relevante aspecten bevat, zie voor een voorbeeld Figuur 5 op de volgende bladzijde. Dat geeft meer informatie dan alleen de geluidskaarten en de tabellen. Er kan natuurlijk ook ingezoomd worden op relevante delen van de geluidskaart, dat wil zeggen voor de diverse delen (streken) van de provincie de gegevens apart presenteren.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
30 /74
Figuur 5 Voorbeeld bijlage actieplan provincie Noord-Brabant
Kansen voor samenwerking van de provincies: Onderling afspraken maken over de kleurstelling van de contourvlakken en eventueel ook de andere informatie die op de kaarten zichtbaar is, of in de tabellen opgenomen wordt Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Product Tabellen volgens EU richtlijn
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Kaarten technisch gereed
31 /74
3.11 Bestuurlijk vaststellen van de geluidsbelastingkaart Het bestuurlijk vaststellen van de geluidskaarten zal een behoorlijke doorlooptijd kennen. Een periode van 3 maanden vanaf het moment dat de kaarten ambtelijk gereed zijn zal in de meeste gevallen voldoende zijn. Volgens de Wet geluidhinder artikel 118 moeten de e geluidsbelastingkaarten van de 2 tranche voor 30 juni 2012 vastgesteld worden door Gedeputeerde Staten.
Bron: Dilbert
Bij de geluidskaarten en de rapportage zal over het algemeen een ambtelijk advies/voorstel worden opgesteld. Dat advies kan de volgende elementen bevatten: • De samenvatting van de belangrijkste bevindingen; • Een formulier voor de route voor de goedkeuring binnen de provincie; • Een voorstel voor de communicatie over de geluidskaarten. Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Aanbiedingsbrief aan GS voor vaststellen kaarten Vaststelling door GS
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Kaarten formeel gereed
3.12 Publicatie geluidsbelastingkaart De geluidskaarten worden gepubliceerd op grond van de Wet geluidhinder. Er wordt aangesloten bij het communicatieplan dat aan het begin van het project is opgesteld. Zo nodig wordt dit plan verder gedetailleerd. In de Wet geluidhinder artikel 120 is opgenomen dat publicatie binnen een maand na vaststelling door GS gebeurt. Een voorbeeldtekst voor publicatie is openomen in Bijlage II van de handreiking van I&M (voorheen VROM) [1].
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
32 /74
Publicatie van de regering van de Bataafse Republiek (Bron: historizon)
Publicatie kan gebeuren in één of meer dag- , nieuws-, of huis-aan-huisbladen, dan wel op andere geschikte wijze. Hierbij wordt in de advertentie vermeld op welke wijze kennis kan worden gekregen van de inhoud van de geluidsbelastingkaart. Verder stelt GS de geluidsbelastingkaart zo mogelijk elektronisch ter beschikking van eenieder. Dit is ook het meest gebruiksvriendelijk voor geïnteresseerden. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van Webmaps (open source software). Deze mogelijkheid is door bijvoorbeeld de Provincie Gelderland gebruikt bij de eerste tranche (zie www.gelderland.nl, en klik op het groene blokje “mijn leefomgeving”).
Figuur 6 Voorbeeld van de publicatie van de geluidsbelastingkaart door de provincie Gelderland
Een andere mogelijkheid is gebruik te maken van Google Maps. Deze methode heeft e Rijkswaterstaat bij de 1 tranche gebruikt, (http://www.rijkswaterstaat.nl/geotool/index.aspx?projecttype=geluid&cookieload=true) [3]. Zowel Webmaps als Google Maps maakt mogelijk dat betrokkenen on-line zoeken op postcode en dat mensen kunnen inzoomen op hun eigen woonomgeving.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
33 /74
Figuur 7 Voorbeeld van de publicatie van de kaart voor rijkswegen door Rijkswaterstaat
Het is wellicht mogelijk om de kaarten centraal te presenteren op de website van de Atlas Leefomgeving (deze website is nog in ontwikkeling). Kansen voor samenwerking van de provincies:Provincies kunnen de publicatie op internet onderling afstemmen, of gebruik maken van dezelfde website met software tools. Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Gepubliceerde geluidskaarten
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
3.13 Verzenden geluidsbelastingkaart aan I&M Het verzenden van de geluidskaarten aan I&M (voorheen VROM) verloopt via POLKA. De planning is dat de geluidskaarten juli 2012 aan POLKA verstuurd worden. De geluidbelastingkaarten die de Minister ter beschikking worden gesteld, bestaan uit de tabellen conform het Europees rapportageformaat. De formaten daarvoor zullen door POLKA tijdig beschikbaar worden gesteld. Voor het voldoen aan de verplichtingen uit de Wet geluidhinder worden de gegevens digitaal aan Polka gestuurd. Dat zijn in elk geval de tabellen alsmede een document waaruit blijkt dat de kaart is vastgesteld. Er zal ook een formaat worden vastgesteld waarin de geluidsbelastingkaarten aan Polka beschikbaar worden gemaakt. Het e-mailadres van POLKA is
[email protected]
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
34 /74
Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Product
Doorlooptijd
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
Eventuele mijlpaal Project geluidkaarten is gereed.
35 /74
4
Actieplan
Dit hoofdstuk bevat het draaiboek voor het opstellen van het actieplan. Om te komen tot een actieplan, worden de onderstaande stappen doorlopen. Het bepalen van een plandrempel en het uitvoeren van een kosten-baten analyse kan een iteratief proces zijn.
Ambitieniveau vaststellen
Vaststellen plandrempel
Inventarisatie mogelijke maatregelen
Kosten-Baten analyse
Budget bepalen
Maatregelpakket
Opstellen ontwerpplan
Inspraak en publicatie Figuur 8 Schema voor het opstellen van de actieplannen, met terugkoppeling tussen budget kosten-baten analyse plandrempel budget …..
. Het Besluit omgevingslawaai [4] schrijft het volgende voor: Artikel 22 1.Een actieplan bevat ten minste: a. een beschrijving van de betrokken categorieën van geluidsbronnen; b. een vermelding van de bevoegde instantie; c. een beschrijving van het wettelijke kader met betrekking tot geluidsbelasting; d. een samenvatting van de gegevens die zijn vervat in de geluidsbelastingkaart of geluidsbelastingkaarten waarop het actieplan berust; e. een beschrijving van de wijze waarop aan eenieder de gelegenheid is geboden om zienswijzen over het ontwerp van het actieplan naar voren te brengen;
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
36 /74
f. een inhoudelijke reactie op de onder e bedoelde zienswijzen; g. een overzicht van belangrijke infrastructurele werken die zijn voorgenomen in de planperiode; h. een overzicht van bestaande en in voorbereiding of uitvoering zijnde bron- en overdrachtsmaatregelen met betrekking tot de betrokken geluidsbron of geluidsbronnen; i. een overzicht en een beoordeling van het aantal bewoners van woningen dat door geluid ten gevolge van de betrokken geluidsbron of geluidsbronnen wordt gehinderd of ernstig gehinderd dan wel van wie daardoor de slaap wordt verstoord; j. een schatting van het effect van de voorgenomen maatregelen op het aantal van de onder i bedoelde bewoners van woningen; k. voor zover beschikbaar en openbaar, financiële informatie met betrekking tot de voorgenomen maatregelen; l. een evaluatie van de uitvoering en de resultaten van het vorige actieplan. 2.Een actieplan bevat voorts een beknopte samenvatting van de in het eerste lid bedoelde aspecten. 3.Een actieplan voor een gemeente bevat voorts: a. een beschrijving van de gemeente; b. een inhoudelijke reactie op de wensen en zienswijze over het ontwerp van het actieplan die door de gemeenteraad ter kennis van burgemeester en wethouders zijn gebracht.
Artikel 23 1. Een actieplan bevat een beschrijving van het beleid voor de eerstkomende vijf jaren en, voor zover dit redelijkerwijs is aan te geven, voor de vijf jaren daarna, om de geluidsbelasting vanwege de betrokken geluidsbron of geluidsbronnen te beperken. 2. In de beschrijving van het beleid wordt in elk geval aandacht besteed aan de situaties waarin de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting ingevolge de wet, de Wet luchtvaart dan wel de Wet milieubeheer, vanwege de betrokken geluidsbron of geluidsbronnen, wordt overschreden. 3. Afzonderlijk wordt aandacht besteed aan de situaties waarin tevens de waarde wordt overschreden die ingevolge de wet bij de vaststelling van de hogere waarde niet te boven mag worden gegaan. 4. Voorts wordt in elk geval het beleid ter bescherming van stille gebieden beschreven.
Artikel 24 1.In een actieplan wordt een plandrempel aangegeven, zijnde een daarbij aangegeven geluidsbelasting Lden en geluidsbelasting Lnight, vanwege de betrokken geluidsbron of geluidsbronnen, van de gevel van woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen dan wel aan de grens van geluidsgevoelige terreinen.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
37 /74
2.De plandrempel kan voor verschillende categorieën van gevallen verschillend worden vastgesteld. 3.In het actieplan wordt in elk geval aangegeven welke maatregelen worden overwogen of in uitvoering zijn om te voorkomen of ongedaan te maken dat de plandrempel wordt overschreden. 4.Het actieplan geeft tevens de planning en de te verwachten effecten van de maatregelen aan.
4.1
Evaluatie vorige actieplan e
e
Voor het actieplan voor de 2 tranche te beginnen, zal een evaluatie van de 1 tranche uitgevoerd worden. Dit is een verplichting volgens het Besluit omgevingslawaai, artikel 22, lid 1 onder l.
En, wat vond jij van het vorige actieplan? (Bron: ISB2004)
Bij de evaluatie zou aan de orde kunnen komen: • Wat was de groei van het verkeer? • Welke maatregelen zijn gerealiseerd? • Welk effect is bereikt ? • Tegen welke problemen is men aangelopen? e Het resultaat wordt opgenomen in het actieplan voor de 2 tranche, maar kan ook gebruikt worden als motivatie voor GS, om eventueel het beleid aan te passen, of juist voort te zetten. Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Hoofdstuk evaluatie voor actieplan
4.2
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Ambitie vaststellen
Vooraf is het belangrijk om het ambitieniveau van het actieplan vast te stellen. Daarbij kunnen de volgende overwegingen meegenomen worden:
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
38 /74
• • • • •
4.3
Welke leefomgevingskwaliteit wil ik? Hoeveel geluidgehinderden zou ik acceptabel vinden? Welke reductie van geluidgehinderden wil ik bereiken? Vind ik slaapgestoorden acceptabel en zo ja, hoeveel? Welke plandrempel is wenselijk?
Aanpak bepalen voor kosten/baten analyse en doelmatigheid van maatregelen
Het treffen van maatregelen om geluidsreductie te behalen gaat gepaard met kosten. De afweging van deze kosten tegen de baten is van groot belang. Immers, geen enkele provincie zal beschikken over een onbeperkt budget om een zeer hoge omgevingskwaliteit voor geluid te bereiken. De verhouding tussen kosten en baten spelen op twee manieren een rol: 1. Lokaal, om te bepalen welke geluidsmaatregelen doelmatig zijn bij een groep woningen. 2. Provinciaal, welke kosten het gehele pakket aan geluidmaatregelen met zich meebrengt, en welk resultaat hiermee wordt bereikt. Bij de lokale afweging kan een objectief doelmatigheidscriterium worden toegepast. Bij de provinciale afweging speelt in de eerste plaats de keuze van de plandrempel een grote rol, maar daarbij kunnen ook andere, beleidsmatige, keuzes gemaakt worden. Natuurlijk heeft een “zuinig” doelmatigheidscriterium (bijv. alleen maatregelen treffen bij zeer grote groepen woningen met de hoogste geluidsbelasting) ook een verlaging tot gevolg van de totale kosten in de gehele provincie. Bijlage 2 geeft een voorbeeld van een provinciale kosten/baten afweging, van de provincie Limburg. De samenhang van plandrempel, kosten/batenanalyse op provinciaal niveau, het budget en een maatregelenpakket is in de volgende afbeelding weergegeven.
plandrempel
kosten-baten analyse
budget
Figuur 9 Terugkoppelloop plandrempel, kosten-baten analyse en budget
Het verdient de aanbeveling verschillende mogelijkheden uit te werken in scenario’s. zodat het voor het bestuur duidelijk is waarvoor gekozen kan worden, wat het oplevert en welke (financiële) gevolgen dit heeft,
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
39 /74
Kosten/baten analyse voor milieu blijft moeilijk
In deze stap van het draaiboek zal nagedacht worden welke methodiek voor beide kosten/baten afwegingen gebruikt zal worden. Bij het vaststellen van een methodiek kan het volgende stappenplan gebruikt worden (dit is een uitwerking van Figuur 8: 1. Begin met het vaststellen van een ambitie. Dit kan zowel een hoge dan wel lage plandrempel zijn. Het kan ook een beleidsmatige ambitie zijn, zoals “we willen in de provincie een grote stap maken om de geluidhinder te verminderen”, of “we willen in de provincie streven naar stille gebieden”. 2. Bepaal de methodiek voor een lokaal doelmatigheidscriterium. In een bijlagerapport bij dit draaiboek wordt op de mogelijkheden hiervoor uitgebreid ingegaan. 3. Bepaal een aantal scenario’s voor de gehele provincie. Varieer daarbij een aantal parameters. Een aantal voorbeelden van deze parameters zijn: a. Varieer de hoogte van de plandrempel, maar in relatie tot de plandrempel uit e de 1 tranche. b. Varieer het soort maatregelen (bijv. alleen stil wegdek van type A, of ook stil wegdek van type B, al dan niet in combinatie met geluidschermen). c. Varieer met de prioriteitsstelling, zoals “alleen geluidmaatregelen in stedelijk gebied”. d. Neem al dan niet de stiltegebieden mee Neem in elk geval een scenario mee dat bij voorbaat al financieel onrealistisch zal zijn, zoals “in de gehele provincie stil wegdek neerleggen”. Dat geeft een ijksituatie mee voor de besluitvorming. Maar ook een scenario “geen maatregelen / niets doen is nodig. 4. Toets deze gekozen scenario’s bij de gedeputeerde en vraag in hoeverre er politiek draagvlak is voor geluidsreductie, en welke voorkeuren er zijn. 5. Bereken de kosten en de baten voor deze scenario’s op provinciaal niveau. De baten kunnen worden uitgedrukt in “aantallen woningen binnen klassen”, maar ook op basis van de GES score. Zie hiervoor de aanpak van de provincie Limburg, zoals opgenomen in het bijlagerapport. De politieke situatie in de provincie kan aanleiding zijn om de baten van geluidsmaatregelen op een bepaalde manier in kaart te brengen. 6. Rapporteer over de resultaten, en geef beleidsmatig inzicht. Deze rapportage is bedoeld voor de gedeputeerde of GS, die een besluit nemen over het actieplan.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
40 /74
Actoren
Producten
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
1. Methodiek voor afweging lokale doelmatigheid 2. Methodiek voor kosten/baten analyse op provinciaal niveau 3. Besluit om al dan niet een scenario studie uit te voeren
4.4
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Bepaling mee te nemen toekomstige ontwikkelingen
Het projectteam zal een besluit nemen welke toekomstige ontwikkelingen in het actieplan worden meegenomen, en welke niet.
Toekomstige ontwikkelingen ... geen glazen bol (Bron: catthysplace)
Mogelijke toekomstige ontwikkelingen zijn: • Nieuwe wegen / wegverlegging / weguitbreidingen; • Nieuwe woningbouwplannen; • Nieuwe industrieterreinen; • Autonome vervanging van wegdekken. Van het laatste punt is het vooral zinvol om te beschikken over een overzicht, omdat daarbij meegelopen kan worden, indien geluidmaatregelen nodig zijn op locaties waar al onderhoud is gepland. Ook een nieuwe omleidingsroute kan bestaande knelpunten oplossen. Het is niet verplicht op grond van het Besluit omgevingslawaai, maar het ligt voor de hand ook de wettelijke saneringssituaties in het actieplan op te nemen [5]. Deze kunnen hetzij als vaststaande toekomstige ontwikkeling worden meegenomen, of als onderdeel van het actieplan.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
41 /74
Actoren
Producten
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
1. Lijst met in actieplan mee te nemen ontwikkelingen 2. Hoofdstuk toekomstige ontwikkelingen voor actieplan
4.5
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Vaststellen ambitie voor plandrempel
In het Besluit omgevingslawaai artikel 24 is omschreven dat in het actieplan een plandrempel wordt aangegeven. De plandrempel is een geluidsniveau dat geldt als ondergrens [5]. De provincie geeft daarmee aan dat in situaties met hogere geluidsniveaus dan deze drempel maatregelen nodig zijn.
Wie is het eens met de plandrempel van 63? (Bron: PGGBU)
De plandrempel wordt volgens het Besluit omgevingslawaai gegeven zowel in Lden als in Lnight. De plandrempel wordt vastgesteld voor het wegverkeerslawaai, maar ook voor eventuele andere geluidsbronnen. De plandrempel geldt op de gevel van woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen dan wel aan de grens van geluidsgevoelige terreinen. Er bestaat veel vrijheid bij het vaststellen van de plandrempel. Zo staat in het Besluit dat de plandrempel voor verschillende categorieën van gevallen verschillend kan worden vastgesteld. Ook kan per (deel)gebied een andere plandrempel worden gekozen, of kan per geluidssoort worden gedifferentieerd [5]. De plandrempel kan op verschillende manieren onderbouwd worden. Zorg voor een verklaring voor de keuze van de hoogte van de plandrempel, bijvoorbeeld vanwege het achterliggende beleid, het resterend aantal prioritaire gevallen, of beschikbare middelen. Een mogelijkheid is op basis van gezondheid de hoogte van de plandrempel vast te stellen. Het geluidniveau van 63 dB is een erkende grens waarboven cardiovasculaire gezondheidseffecten optreden. Bijlage 4 gaat verder in op de gezondheidseffecten.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
42 /74
e
1
Figuur 10 Plandrempels volgens 1 tranche
Het is ook mogelijk om het beschikbare budget mee te wegen bij de bepaling van de plandrempel. Eerst knelpuntlocaties benoemen (veel woningen, of juist hoge geluidsbelastingen, of combinatie) en dan voor die knelpuntlocaties een plandrempel vaststellen. Ook de ambitie voor een maximaal toelaatbaar geluidsniveau kan de basis zijn voor de plandrempel. De provincie kan streven naar een bepaalde milieukwaliteit. De plandrempel kan volgens het Besluit omgevingslawaai per locatie verschillen, bijvoorbeeld op basis van een doelmatigheidsafweging. De mogelijkheden hiertoe zijn beschreven in een bijlagerapport [6]. Een lagere plandrempel op locaties waar een scherm mogelijk is, een hogere waar dat fysiek niet kan. Dat heeft voordelen richting bewoners, want het schept duidelijkheid. Aan de andere kant heeft een verschillende plandrempel voor bijvoorbeeld woningen een risico in zich, het kan een gevoel van rechtsongelijkheid opwekken. De keus van plandrempel heeft in beginsel gevolgen voor de kosten als een provincie alle benodigde maatregelen op termijn wil realiseren. Een scenariostudie kan de plandrempel qua kosten onderbouwen, in hoeverre is de gekozen plandrempel reëel? Dat heeft als voordeel dat de realisatie van maatregelen binnen redelijke termijn kan worden uitgevoerd. e
De provincie Utrecht heeft in de 1 tranche een uitzonderingsregel gehanteerd: er mogen 500 woningen een geluidsbelasting boven plandrempel hebben. 1
Bron: Analyse provinciale actieplannen, Analyse van de provinciale EU actieplannen voor het aanpakken van prioritaire geluidknelpunten langs provinciale wegen,Sight Ruimte en Milieu, d.d. 27 februari 2009.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
43 /74
e
N.B. bekijk ook de plandrempel van de 1 tranche. Als daarvan wordt afgeweken, is het van belang om over een goede motivatie daarvoor te beschikken. Bewoners zullen zich immers afvragen waarom nu een andere plandrempel wordt gekozen, met name als de plandrempel hoger wordt. Als de kosten voor maatregelen te hoog worden, kan dat aanleiding zijn de plandrempel te herzien. Dit wordt ook nog toegelicht in paragraaf 9. Dit aanpassen van de plandrempel kan een iteratief proces zijn. Daarbij is het goed om te realiseren, dat het maatregelpakket, en daarmee de kosten van maatregelen, afhangt van twee factoren. Er zijn dus qua kosten afweging twee knoppen waaraan gedraaid kan worden: • Hoogte van de plandrempel • Doelmatigheid (wat vind ik doelmatig). De hoogte van de plandrempel bepaalt welke woningen voor maatregelen in aanmerking komen. Als je kiest voor een lage plandrempel, betekent dit dat er veel woningen zijn, waarvoor je maatregelen overweegt. Door aan de hoogte van de plandrempel te draaien, kun je kiezen hoeveel woningen als knelpunt beschouwd worden. De onderstaande figuren illustreren dat.
Figuur 11 Bij een lagere plandrempel (links) komen er meer woningen in aanmerking voor geluidmaatregelen dan bij een hoge plandrempel (rechts)
4.6
Lokaal doelmatigheidcriterium toepassen
Vervolgens wordt er een lokale kosten/baten analyse uitgevoerd. Met een doelmatigheidscriterium leg je vast voor welke situaties je maatregelen wilt nemen. Dat kan bijvoorbeeld vanaf een bepaalde woningdichtheid zijn. Het bijlagerapport “Doelmatigheidsafwegingen voor de uitvoering van de EU-richtlijn Omgevingslawaai”, met kenmerk PRV012-01-13ew en paragraaf 4.8 gaan hier verder op in. Door de parameters van het doelmatigheidscriterium aan te passen, kun je kiezen hoeveel van de knelpunten je daadwerkelijk gaat aanpakken, en voor welke situatie maatregelen niet doelmatig zijn. Als de maximale kosten voor maatregelen een vast gegeven zijn, kan een provincie aan deze twee knoppen (plandrempel en doelmatigheid) draaien. Dat is wel een complex proces dat een uitgebreide studie vergt. Er kan ook voor worden gekozen om bijvoorbeeld de plandrempel vast te kiezen, op grond van een bepaalde ambitie. Vervolgens kunnen de parameters van de kosten/baten analyse worden aangepast, om te komen tot maatregelen die in het budget passen. Andersom kan ook: uitgaan van een vast doelmatigheidscriterium
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
44 /74
en dan de hoogte van de plandrempel aanpassen. Dit is wellicht minder logisch, omdat in een ideale situatie de plandrempel wordt bepaald door de ambitie van de provincie. Het verdient de aanbeveling om een algemene systematiek voor een doelmatigheidscriterium voor provinciale wegen uit te werken, waarbij wel per provincie afwegingen gemaakt kunnen worden. Via de scenariostudie die is omschreven in paragraaf 4.3, wordt duidelijk welke kosten behoren bij een bepaalde keuze voor een plandrempel en enkele andere parameters. Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
4.7
Product Beslisnotitie plandrempel Besluit van GS
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Plandrempel vastgesteld
Vaststellen mogelijke maatregelen incl. kosten
Een actieplan zal maatregelen ter verlaging van de geluidsbelasting bevatten. Het is dan ook zinvol om eerst een beeld te vormen welke geluidmaatregelen binnen de provincie getroffen kunnen worden, en welke kosten deze maatregelen met zich mee brengen.
Maatregelen aan de bron treffen (bron: willemsen verkeersservice)
Het is mogelijk om maatregelen aan de weg zelf (de bron) uit te voeren, of in de overdracht tussen de weg en de woningen of andere bestemmingen. Conform de Wet geluidhinder hebben bronmaatregelen de voorkeur, vervolgens maatregelen in de overdracht en tot slot maatregelen aan de gevel. Bronmaatregelen • Stil asfalt / stille klinkers • Omlegging van de weg / verkeersluw maken • Verdiept aanleggen • Snelheidsbeperking Overdrachtsmaatregelen
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
45 /74
• •
Geluidsschermen Geluidswallen
Voordat er een kosten-baten analyse gemaakt wordt (zie hierna), is het zaak om van te voren al bepaalde maatregelen op sommige locaties uit te sluiten. Fysiek is het niet altijd mogelijk of wenselijk om maatregelen te nemen. Daarnaast zal de locale politiek ook wensen hebben met betrekking tot mogelijke maatregelen. Welke maatregelen zijn fysiek (niet) mogelijk? • Stil asfalt op (drukke) kruispunten of op andere locaties met wringend verkeer (zoals rotondes) kan problemen opleveren. Op locaties waar erg veel landbouwverkeer rijdt, is stil asfalt vaak ook geen oplossing vanwege de vervuiling van het oppervlak. • Stil asfalt kan bij lage snelheid te weinig rendement hebben. Op de website www.stillerverkeer.nl is een spreadsheet beschikbaar, waarmee een schatting gemaakt kan worden van de geluidsreductie van een wegdek, afhankelijk van de snelheid, zie http://www.stillerverkeer.nl/index.php?page=downloads. • Het wegdek mag uit oogpunt van beheer en onderhoud geen “lappendeken” worden. Om een strook stil asfalt aan te leggen is daarom een minimale lengte per strook nodig. Ga bij de afdeling die het beheer doet na wat de minimale lengte is van een strook stil asfalt. • Geluidwallen zijn goedkoper dan geluidsschermen, maar hebben een groter ruimtebeslag. Van belang is de breedte/hoogteverhouding van geluidswallen te kennen. • Schermen mogen uitritten van woningen niet blokkeren. Doorlopende schermen kunnen dan niet geplaatst worden en onderbroken schermen hebben vaak geen zin. • Schermen en wallen zijn soms niet wenselijk in bebouwd of juist open gebied, in verband met het uitzicht vanuit woningen of de verstoring van het open landschappelijk karakter. • Overwegingen van verkeersveiligheid zijn tenslotte natuurlijk ook van belang.
Geluidsschermen niet altijd wenselijk (Bron: Barneveldse courant)
Welke maatregelen zijn gewenst qua inpassing? Zorg voor een duidelijk antwoord op de volgende vragen: • •
Is omlegging / verkeersluw maken of snelheidsbeperking vanwege geluid bespreekbaar voor de provinciale politiek? Is er bestaand beleid over geluidsschermen? o Is er een maximale schermhoogte haalbaar binnen de provincie? Verschilt dit per locatie?
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
46 /74
Mogen schermen alleen transparant? Hou dan ook rekening met reflectie van geluid naar de overzijde. Wat zijn de lokale wensen? Willen bewoners en gemeenten een geluidsscherm? o
•
Kansen voor samenwerking van de provincies: Uitwisselen van bovengenoemde aspecten
Kosten van maatregelen Voor het uitvoeren van een kosten-batenafweging is het uiteraard nodig om de kosten van maatregelen te kennen. In de praktijk blijkt het moeilijk om kosten met een voldoende draagvlak te achterhalen. Zowel over de typische kosten voor geluidsschermen als die voor wegdekken bestaan verschillende inzichten. Kansen voor samenwerking van de provincies: Kosteninformatie van geluidmaatregelen uitwisselen Elke provincie heeft een andere methodiek voor de schatting van de kosten. Rijkswaterstaat hanteert om de kostenaspecten op lange termijn in te schatten een cyclus van 30 jaar. Deze cyclus is gekozen om de kosten van geluidsschermen te kunnen vergelijken met die van stille wegdekken. Geluidsschermen kennen een levensduur van 30 jaar. Wegdekken worden eerder vervangen. De provincie Gelderland heeft voor stil asfalt een levensduur van 9 jaar aangenomen, en voor normaal asfalt een levensduur van 18 jaar.
Bron: Playmobil
In de gekozen termijn voor de levenscyclus wordt aanleg, onderhoud en vervanging meegenomen. Bij het onderhoud horen niet alleen de directe kosten van reparaties, maar ook interne kosten voor extra intern ambtelijk werk en controlemetingen. Het maken van goede bestekseisen kan veel onverwachte kosten opvangen; als bijvoorbeeld uit een controlemeting blijkt dat stil asfalt niet (meer) aan de specificaties voldoet en beter vervangen kan worden, dan is het handig als in het bestek al wordt opgenomen wie deze kosten zal dragen. De laatste jaren ontwikkelt zich een trend dat de aannemer verantwoordelijk wordt voor het onderhoud, inclusief het handhaven van de akoestische eigenschappen.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
47 /74
Het is kosteneffectief om bij de realisatie van een stil wegdek aan te sluiten op het onderhoudsprogramma. Hiermee wordt kapitaalvernieting verkomen. Kapitaalvernietiging treedt op bij vroegtijdig vervangen van wegdekken die nog niet aan het eind van hun levensduur zijn. De kosten van de maatregelen zullen variëren in de loop van de jaren. Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Overzicht maatregelen en bijbehorende kosten
4.8
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
Scenario’s opstellen
Als de plandrempel en/of de kosten/baten analyse nog niet vaststaan, is het handig om een aantal scenario’s uit te werken. Het doel hiervan is, om de gedeputeerde verschillende opties te kunnen voorleggen. Voorbeelden voor scenario’s zijn: • Verschillende hoogtes voor de plandrempel. Leg daarbij wel een relatie met de e plandrempel die in de 1 tranche is gebruikt; • Verschillende prioriteitsstellingen, zoals “alleen geluidmaatregelen in stedelijk gebied”, of “alleen geluidmaatregelen voor de allerhoogste geluidbelastingen”. • Verschillende parameters voor de kosten/baten analyse. Bijvoorbeeld verschillen in de maximale kosten, die aan een woning mogen worden uitgegeven. Neem in elk geval een scenario mee dat bij voorbaat al financieel onrealistisch zal zijn, zoals “in de gehele provincie stil wegdek neerleggen”. Dat geeft een ijksituatie mee voor de besluitvorming. Maar ook een scenario “geen maatregelen / niets doen is nodig. Dat scenario laat zien, waar je überhaupt maatregelen voor neemt.
4.9
Bepaling maatregelen per scenario
Met behulp van de geluidskaarten wordt eerst geïnventariseerd op welke locaties de plandrempel (op grond van het Besluit omgevingslawaai incl. de plandrempel voor Lnight) wordt overschreden. Op grond van de doelmatigheidsafweging worden voor deze locaties geluidmaatregelen bepaald. Het is verstandig om hierbij al een globaal beeld te hebben van het budget dat beschikbaar zal komen, op grond van politieke bereidheid of doelstellingen uit ander beleid. Vervolgens wordt geïnventariseerd of de gekozen maatregelen fysiek uitgevoerd kunnen worden.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
48 /74
fysiek uitvoerbaar? (M.C. Escher)
Laat duidelijk zien wat het effect van de maatregelen is, bijvoorbeeld door de situatie inclusief maatregelen uit te drukken in de reductie van het aantal gehinderden. Een aanbeveling is om de resultaten van de geluidskartering te analyseren. Het is hierbij verstandig de aantallen geluidsbelaste woningen in klassen met een omvang van 1 dB te berekenen, in plaats van in de verplichte klassen van 5 dB om goed inzicht te krijgen in het effect van maatregelen op gehinderden.
Figuur 12 Het effect van toepassing van stil asfalt
Daarnaast is het goed om het effect van de maatregel ook te bezien in een breder verband. ligt de weg waar je maatregelen aan wilt nemen direct langs een snelweg of bij een andere
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
49 /74
dominante geluidsbron? Wat wordt het effect van de maatregel bij bezien van de cumulatie. Heeft het dan wel zin om er iets aan te doen, of is er reden de maatregel aan te passen. Let er op dat je niet vlak voor een woning stopt met de aanleg van stil asfalt. Daartoe kan een marge in de berekening worden meegnomen, bijvoorbeeld een 10% extra marge bij de kostenschatting. Als laatste stap worden de kosten van maatregelen bepaald. Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Eerste voorstel voor maatregelen
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
4.10 Kosten - baten analyse per scenario Bij het uitvoeren van een kosten-baten analyse provinciebreed per scenario op basis van het voorgaande draait het erom dat de kosten van geluidmaatregelen in redelijke verhouding staan tot de opbrengsten ervan. Dat wil zeggen dat goedkopere maatregelen die dezelfde geluidreductie opleveren de voorkeur genieten. Omdat de opbrengsten van geluidmaatregelen niet eenvoudig in dezelfde eenheid als de kosten uit te drukken zijn, is een kosten-baten analyse voor geluidmaatregelen in de praktijk niet eenvoudig. Daarbij komt nog dat de kosten van maatregelen in het algemeen bestaan uit kosten op de korte termijn en kosten op de lange termijn, wat kan verschillen per maatregelsoort. Om hier inzicht in te krijgen, is een doelmatigheidscriterium nodig. Zo’n criterium geeft aan welke maatregelen het meest doelmatig zijn in een bepaalde situatie.
doelmatig gebruik van je spaarpotje (Bron: Colourbox)
Om een waarde te hangen aan de baten van geluidsmaatregelen kan een relatie gelegd worden met gezondheidswinst, wooncomfort en waarde van de woningen. Een voorbeeld van een kosten – baten analyse is die van de provincie Limburg. Deze provincie heeft een scenario studie uitgevoerd. Het resultaat hiervan is opgenomen in het bijlagerapport “Doelmatigheidsafwegingen voor de uitvoering van de EU-richtlijn Omgevingslawaai”, met kenmerk PRV012-01-13ew.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
50 /74
Kansen voor samenwerking van de provincies: Ervaringen met doelmatigheidsafwegingen uitwisselen Actoren
Product
Doorlooptijd
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Methodiek voor bepaling doelmatigheid van maatregelen
Eventuele mijlpaal
4.11 Budget maatregelen vaststellen Het vergemakkelijkt het opstellen van het actieplan als van te voren bekend is of er budget is e voor de uitvoering, en zo ja, hoeveel. De evaluatie van de 1 tranche kan hierbij handig zijn. Daarbij is van belang welk type actieplan is gekozen (beleidsvoornemen of detail uitwerking incl. financiering). Het vaststellen van het budget is overigens niet eenvoudig, omdat hiervoor bestuurlijk draagvlak nodig zal zijn. In de praktijk zal dit een iteratief proces worden, waarbij de hoogte van het budget ook de hoogte van plandrempel en de uitgangspunten van de kosten/baten analyse bepaalt.
geen geldpakhuis voor geluid (Bron: Weekblad Donald Duck)
Het bestuurlijk traject en dan met name het krijgen van een budget voor de kosten is een intensief en tijdrovend proces. Houdt hier rekening mee in de planning. Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Product
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Budget beschikbaar voor het actieplan
4.12 Voorstellen scenario’s aan de gedeputeerde / bestuur
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
51 /74
Leg de scenario’s en de maatregelen die daarbij zijn bepaald voor aan de gedeputeerde / het bestuur. Vraag in hoeverre er politiek draagvlak is voor geluidsreductie, en welke voorkeuren er zijn. Op basis hiervan kan gekozen worden voor een plandrempel en parameters voor een kosten/baten analyse. Hiermee bepaalt de bestuurder dan ook, welk budget gereserveerd moet worden voor de maatregelen.
Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Product
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Keuze voor plandrempel en parameters kosten/baten analyse
4.13 Definitieve keuze maatregelen en fasering Op basis van de definitieve plandrempel worden de bijbehorende maatregelen bepaald. Vervolgens kan een fasering van de maatregelen worden gemaakt. Daarvoor kan een prioriteit gesteld worden. Voor de hand ligt te beginnen bij de meest urgente knelpunten, in termen van de hoogte van de geluidsbelasting en het aantal woningen. Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Product Lijst met te treffen maatregelen in het actieplan, incl. kosten
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Definitieve maatregelen voor actieplan zijn bepaald.
4.14 Overleg met omgeving over actieplan Om draagvlak voor het actieplan te creëren, kan het zinvol zijn om vooraf te overleggen met de omgeving over het actieplan en de maatregelen die voorzien worden. Denk daarbij aan bewoners, die langs wegen wonen, waar maatregelen gepland zijn. Overleg met hen of de maatregelen het gewenste effect hebben en betrek ze bij de invulling van de maatregelen. Wellicht kan voor hetzelfde budget meer reductie van de hinder behaald worden, als bewoners in een vroeg stadium betrokken worden.
4.15 Opstellen ontwerp-actieplan Suggesties voor het actieplan: • Neem een voorwoord op, bijvoorbeeld van een gedeputeerde: waarom ligt er een actieplan en wat wil de provincie hiermee, zie bijvoorbeeld het actieplan van de provincie Limburg. • Geef een beschrijving van de situatie in de eigen provincie, zie bijvoorbeeld het actieplan van de provincie NoordBrabant.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
52 /74
• • • • •
Gebruik duidelijke en toegankelijke taal. Neem een paragraaf op over de gezondheidseffecten van geluid, zie bijvoorbeeld het actieplan van de provincies Limburg en Noord-Brabant. Geef een beschrijving van de lopende projecten, zowel milieuprojecten als geplande wijzigingen aan de weg, zie bijvoorbeeld het actieplan van de provincie Gelderland. Motiveer de keuze voor de hoogte van de plandrempel Geef een overzicht van de maatregelen die genomen worden en daarbij een planning wanneer ze genomen worden, zie bijvoorbeeld het actieplan van de provincie ZuidHolland.
Actoren
Product
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Concept actieplan
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal
4.16 Vaststellen ontwerp-actieplan Het ontwerp actieplan wordt ter vaststelling naar GS gestuurd, met daarbij in het algemeen een oplegnotitie. Als GS heeft ingestemd met het ontwerp, kan het document ter visie worden gelegd. De termijn voor het bestuurlijk vaststellen van het ontwerp-actieplan zal verschillen per provincie. Het is verstandig om daarvoor voldoende tijd te reserveren. Een periode van 3 maanden vanaf het moment dat het plan ambtelijk gereed is zal in de meeste gevallen voldoende zijn. Bij het actieplan dat ter vaststelling wordt voorgelegd zal een ambtelijk advies/voorstel aan Gedeputeerde Staten worden gevoegd. Dat advies zal in elk geval de volgende punten bevatten: • De samenvatting van de belangrijkste voornemens; • De kosten, fasering, en (politieke) effecten; • Een formulier voor de route voor de goedkeuring binnen de provincie; • Een voorstel voor de communicatie over het actieplan. Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Product Oplegnotitie actieplan
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal GS heeft actieplan vastgesteld.
4.17 Publicatie en inspraak van het actieplan Het actieplan wordt volgens de Wet geluidhinder artikel 123 voorbereid conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent de volgende stappen: • Het ontwerp-actieplan wordt ter visie gelegd; • Zienswijzen worden ontvangen en verwerkt; • Het ontwerp actieplan wordt – eventueel gewijzigd - vastgesteld. Iedereen heeft de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen, dus niet alleen de direct betrokkenen zoals bewoners van hoogbelaste woningen. De inspraak kan op de traditionele
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
53 /74
manier gebeuren, schriftelijk en via een hoorzitting, maar kan ook laagdrempeliger interactief gebeuren via de provinciale website.
Inspraak (Bron: Jotie.net)
Het actieplan is niet voor beroep vatbaar, omdat het alleen beleidsvoornemens bevat zonder directe rechtsgevolgen. Indien de provincie hiervan afwijkt, en wel concrete besluiten in het actieplan opneemt, kan tegen dat onderdeel van het actieplan wel beroep worden aangetekend. Er wordt aangesloten bij het communicatieplan dat aan het begin van het project is opgesteld. Zo nodig wordt dit plan aangescherpt. Een voorbeeldtekst voor publicatie is opgenomen op pagina 43 in de Handreiking van I&M (voorheen VROM) [1]. Er worden teksten opgesteld voor de publicatie van het actieplan, voor de staatscourant, voor lokale en of landelijke dag- en weekbladen, en voor specifieke aanbiedingsbrieven. De inspraak heeft in de praktijk een totale doorlooptijd van 4 maanden.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
54 /74
e
Figuur 13 Actieplan 1 tranche van provincie Limburg
Kansen voor samenwerking van de provincies: Afstemmen van de communicatie over de actieplannen kan meerwaarde of kostenbesparingen opleveren als de provincies dit gezamenlijk vormgeven Actoren
Product
Doorlooptijd
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
1. Tekst voor staatscourant 2. Advertentietekst (lokale) bladen 3. Tekst persoonlijke brieven 4. Communicatieplan voor het actieplan
4 maanden
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
Eventuele mijlpaal Actieplan ter visie
55 /74
4.18 Communicatie over het actieplan Er kunnen meer reacties verwacht worden, als er gericht specifieke doelgroepen opgezocht worden, op locaties waar nu knelpunten zijn die met actieplan worden opgelost. Bij een aantal provincies is het actieplan/kaarten van de website verdwenen, of is moeilijk te vinden.
Andy Warhol
Tips: • Laat het actieplan en kaarten permanent staan op de provinciale website; • Betreed nieuwe wegen voor bekendmaking, zoals sociale netwerken (Hyves, twitter); • Probeer gezamenlijk publiciteit te krijgen, via de landelijke televisie bijvoorbeeld. De interesse van de landelijke TV zal groter zijn als alle provincies tegelijkertijd hun actieplannen publiceren. Creëer daarvoor één moment en benader omroepen of redacties van programma’s die gericht zijn op milieu, bijvoorbeeld Vroege Vogels TV (van de VARA) of Noorderlicht (VPRO); • Publiciteit via lokale TV is natuurlijk ook mogelijk; • Laat ook het totale geluidsbeeld zien binnen de provincie, dus incl. rijkswegen en spoorwegen, luchtvaart en stedelijk gebied. Dit is een lastig proces, maar wellicht de moeite waard. Voor burgers is het immers totaal onduidelijk waar ze moeten zijn met wensen om actie; • Gebruik geluidskaarten voor eigen beleid. Maak beschikbaar op intranet, communiceer erover in het personeelsblad. Bijlage 3 gaat verder in op het actieplan.
4.19 Zienswijzen op het actieplan verwerken De op het ontwerp-actieplan ontvangen zienswijzen worden behandeld en beantwoord. Bij e de 1 tranche zijn weinig zienswijzen ontvangen. Een beleidsdocument zoals het actieplan spreekt een brede doelgroep niet zo aan.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
56 /74
Zorg ervoor dat er voordat de zienswijzen binnenkomen afspraken zijn gemaakt hoe deze worden behandeld. Een mogelijkheid is om op grond van de zienswijzen alleen strikt noodzakelijke wijzigingen nog door te voeren in het actieplan. Een andere mogelijkheid is om meer tijd te nemen om te onderzoeken in hoeverre “goede ideeën” uit de zienswijzen uitgevoerd kunnen worden. Bij het maken van een tijdsplanning is deze keuze belangrijk.
zienswijzen opstellen (Jan Kruis)
Zienswijzen die verwacht kunnen worden zijn: • Zienswijzen die eigenlijk vragen zijn, omdat het actieplan niet goed begrepen wordt; • Algemene opmerkingen die beleidsmatig van aard zijn; • Gedetailleerde opmerkingen over de modellering of de specifieke situatie ter plaatse; • Verzoeken om meer maatregelen, of eerder uitvoeren van de maatregelen. Bij het inrichten van het proces voor verwerken van de zienswijzen wordt rekening gehouden met de diverse personen binnen de provincie die hiervoor het beste antwoord kunnen geven. Controleer van te voren of er zienswijzen bij zijn die aan elkaar gelijk zijn. Voor deze zienswijzen kan volstaan worden met één antwoord. Het van te voren bundelen van de zienswijzen bespaart bovendien tijd. Een nota van beantwoording van de zienswijzen komt terug in het definitieve actieplan. Actoren
Product
Doorlooptijd
(N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
1. Nota van antwoord op de zienswijzen 2. Definitief actieplan
Eventuele mijlpaal
4.20 Bestuurlijk traject voor vaststelling actieplan Volgens de Wet geluidhinder artikel 122 wordt het actieplan vóór 18 juli 2013 vastgesteld. Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Product Oplegnotitie actieplan voor GS
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Actieplan definitief vastgesteld
4.21 Verzenden actieplan aan I&M Het verzenden van het actieplan aan I&M (voorheen VROM) verloopt net zoals het verzenden van de kaarten via POLKA.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
57 /74
Ministerie van I&M
Het actieplan wordt in juli 2013 aan POLKA gestuurd. Daarbij behoort een samenvatting van het actieplan. De volgende punten zijn van belang voor de samenvatting van het actieplan zoals die wordt gebruikt in de bundeling naar de EC (bron: website POLKA): • • • • • • • • • •
Maximaal 2 A4 per gemeente. Naam, agglomeratie en contactpersoon van de gemeente. Wat zijn in de huidige situatie (2011) de prioritaire knelpunten. Eventuele extra knelpunten verwacht als gevolg van autonome ontwikkelingen. Wat voor knelpunten worden aangepakt, welk type maatregelen wordt daarvoor gebruikt en hoeveel kosten de maatregelen op jaarbasis. Hoeveel overschrijdingen van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting en van de ten hoogste vast te stellen hogere waarde blijven bestaan en waarom. Een schatting van de reductie van het aantal gehinderden en slaapgestoorden per brontype ten gevolge van de ontwikkelingen in het actieplan. Een doorkijk naar het beleid in de 5 jaar volgend op het actieplan. In geval van stille gebieden: welke maatregelen worden genomen om deze te beschermen? Periode waarin het actieplan ter inzage heeft gelegen, het aantal ontvangen zienswijzen en de vaststellingsdatum.
Het e-mailadres van POLKA is
[email protected] Actoren (N.B. in te vullen door provincie bij opstellen projectplan)
Product Samenvatting actieplan
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
Doorlooptijd
Eventuele mijlpaal Actieplan verstuurd naar I&M. Project actieplan gereed
58 /74
5
Tijdsbesteding en planning e
Volgens de Wet geluidhinder artikel 118 zullen de geluidsbelastingkaarten van de 2 tranche voor 30 juni 2012 zijn vastgesteld. De publicatie van de kaarten zal volgens Wgh artikel 120 binnen een maand na de vaststelling door GS gebeuren. Voor het maken van een actieplan is het realistisch om anderhalf jaar uit te trekken na het gereedkomen van de geluidkaarten [5]. Het Ontwerp-actieplan wordt volgens Afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht gedurende 6 weken ter visie gelegd. Daarna worden de zienswijzen verwerkt en wordt een nota van antwoord opgesteld. Volgens de Wet geluidhinder artikel 122 stellen Gedeputeerde Staten vóór 18 juli 2013 het actieplan vast.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
59 /74
6
Achtergronddocumenten
[1] Handreiking omgevingslawaai, Ministerie van I&M (voorheen VROM), september 2004 [2] Evaluatie uitvoering 1e tranche EU-richtlijn omgevingslawaai door provincies, dBvision, kenmerk PRV012-01-07, 2010 [3] http://www.rijkswaterstaat.nl/geotool/index.aspx?projecttype=geluid&cookieload=true, e website van Rijkswaterstaat met publicatie geluidskaart 1 tranche via Google maps. [4] Besluit omgevingslawaai, te downloaden vanaf www.wetten.nl e
[5] Geluid als 2 kans, Van geluidhinder naar geluidkwaliteit, Michel van Kesteren en Erik Roelofsen, Stichting Innonoise 2010. [6] Doelmatigheidsafweging voor de tweede tranche geluidkartering, bijlagerapport bij dit onderzoek, dBvision.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
60 /74
Bijlage 1 – Contactpersonen bij provincies Naam
Functie
E-mail
Noord Holland Nienke van Kuijeren André van der Leij
Beleidsadviseur geluid Beleidsmedewerker beheer
[email protected] [email protected]
Zuid Holland Koos Bakker
Beleidsmedewerker
[email protected]
Utrecht Peter Siteur
Medewerker Geluid
[email protected]
Zeeland Alexandra Scherbein
Beleidsmedewerker geluid
[email protected]
Medewerker geluidsmetingen beleidsmedewerker mobiliteit beleidsmedewerker geluid
[email protected]
Beleidsmedewerker geluid
[email protected]
Beleidsmedewerker geluid
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Meike van Haren
Adviseur geluid Adviseur geluid Programmamanager geluid Beheer en onderhoud wegen Projectleider geluid
Overijssel Linda Bergsma
Adviseur Geluidhinder
[email protected]
Friesland Peter Hamersma
Beleidsmedewerker Geluid
[email protected]
DCMR Astrid van Wijk
Beleidsmedewerker geluid
[email protected]
Noord Brabant Michiel de Ruiter Patrick Tönjes Sjef de Wijs Limburg Anne Vreeze-de Schoen Wout Scheper Gelderland Paul Driessen Ivo van Es Ineke Dibbits Rinus Kuijper
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
[email protected] [email protected]
[email protected]
61 /74
Bijlage 2 - Provincie Limburg – kosten/baten afweging De provincie Limburg heeft de kosten en baten voor de keuze van de plandrempel in kaart gebracht. Daarbij zijn schermen en gevelmaatregelen buiten beschouwing gebleven. De provincie heeft de baten van de aanleg van geluidsreducerende asfalt op de volgende manieren in beeld gebracht: • •
• • •
•
een geluidreductie van -/- 5 dB buiten bebouwde kom en -/- 4 dB in bebouwde kom bij toepassing van geluidreducerende wegdekverhardingen; een reductie van het aantal (ernstig) gehinderden, en slaapgestoorden overeenkomstig de in de Regeling omgevingslawaai opgenomen dosiseffectrelaties; een verbetering van de milieugezondheidskwaliteit overeenkomstig de in het "Handboek GES, Stad & Milieu" verwoorde systematiek; een stijging van de transactiewaarde van het onroerend goed waarbij de gemiddelde transactiewaarde van een woning € 205.473 bedraagt (bron: NVM); een stijging van de transactiewaarde per dB aan geluidreductie waarbij de zogenaamde NSDI- waarde is gehanteerd overeenkomstig het rapport “MSRrapport Geluid, Gezondheid en Geld 2008” (bron: Milieumonitoring Stadsregio Rotterdam); een stijging van de OZB- inkomsten waarbij het gemiddelde OZB- jaartarief 2,51% bedraagt (bron: “Belastingoverzicht grote gemeenten 2008”).
De kosten/baten analyse is uitgevoerd met 4 varianten voor de plandrempel: • 68 dB • 63 dB • 63 dB in de bebouwde kom • generieke toepassing van stil wegdek.
6.1.1 Resultaten Uit de resultaten blijkt dat hogere kosten voor geluidsarm asfalt niet altijd met een grotere reductie in bijvoorbeeld aantal gehinderden gepaard gaat. Zo gaat de variant "68 dB" gepaard met 1,5 miljoen euro eenmalige kosten, waarbij er 6546 gehinderden overblijven. De variant "63 dB bebouwde kom" gaat gepaard met 1 miljoen euro, waarbij er 6268 gehinderden overblijven.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
62 /74
Tabel 1 Resultaten kosten/baten analyse door de provincie Limburg.
Op grond van deze kosten/baten analyse heeft de provincie gekozen voor een plandrempel van 63 dB in de gehele provincie. Daarbij hebben milieuhygiënische overwegingen een doorslaggevende rol gespeeld, met name om toch in het buitengebied maatregelen te treffen. 6.1.2
Discussie
Uit een andere analyse van de resultaten, opgenomen in tabel 2, blijkt dat de variant met de gunstige kosten/baten verhouding de variant is met "63 dB alleen in de bebouwde kom". Een generieke toepassing van geluidsarm asfalt levert echter het gunstigste resultaat voor de opbrengst van de onroerende zaak belasting. Niettemin blijven de jaarlijkse kosten voor stil asfalt meer dan 10x zo hoog als de opbrengst van de OZB. Het is vanzelfsprekend dat in de bebouwde kom, door de hogere dichtheid van woningen, stil asfalt eerder een doelmatige variant is, omdat meer woningen daarvan profiteren. Niettemin heeft de provincie Limburg ervoor gekozen om flink meer (dat wil zeggen 3x
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
63 /74
zoveel) maatregelen te treffen, teneinde ook in het buitengebied de plandrempel van 63 dB te behalen. De kosten/baten analyse van de Provincie Limburg is vooral gebruikt om inzicht te geven in de extra kosten, en om te beoordelen of deze extra kosten acceptabel zijn voor de provincie. omschrijving
aantal km stil wegdek per doelstelling kosten 2009-2023 (in miljoenen Euro) aantal gehinderden afname aantal gehinderden kosten/afname aantal gehinderden aantal positief beïnvloede personen >55 kosten/aantal beïnvloede personen
huidige situatie
68 dB
63 dB
63 dB generieke bebouwde toepassing kom 185 65 450 10,6 3,7 25,7
0 0
90 5,2
6744 0
6546 198 0,026
5982 762 0,014
6268 476 0,008
4452 2292 0,011
0
9276
15875
10668
18897
0,0006
0,0007
0,0003
0,0014
15 0,347
62 0,171
40 0,093
284 0,090
stijging OZB (in duizenden Euro) 0 kosten/stijging OZB Vet: variant met de beste kosten/baten verhouding
Tabel 2 Nadere analyse kosten/baten berekeningen provincie Limburg
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
64 /74
Bijlage 3 – Communicatie rondom het actieplan Auteur: Esther Baltus, provincie Gelderland
Actieplan geluid – Communicatie
Het nieuwe actieplan geluid staat in de planning. Wat kunnen we er aan doen om het onderwerp geluid op de kaart te zetten? Dit verhaal geeft vijf zaken waar je aan moet denken, namelijk: - Doelgroep: aan wie wil ik het vertellen? - Boodschap: wat wil ik vertellen? - Middelen: hoe wil ik het vertellen? -Tijd: wanneer ga ik het vertellen? - Context: wat gebeurt er in mijn omgeving? Dit verhaal geeft een kort overzicht en geeft voorbeelden waardoor communicatie een stuk gemakkelijker moet worden. Aandacht voor het gezondheidsprobleem is daarbij uitgangspunt.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
65 /74
Actieplan geluid – Communicatie Doelgroep Aan wie willen we het vertellen? -
Burgers Politiek Pers Interne bestuurders Andere afdelingen Actiegroepen op het gebied van milieu / geluid / leefbaarheid
In principe gaat men in de communicatie er van uit dat elke doelgroep op een andere manier benaderd moet worden en de boodschap voor iedere doelgroep anders is. Houd hier rekening mee. In praktijk zal je echter zien dat de verschillende doelgroepen overlappen. Je kiest met je activiteit een doelgroep waarop je je richt, maar indirect bereik je daar andere doelgroepen mee. Het kan zelfs zo zijn dat de groep waarop je je richt niet de daadwerkelijke groep is die jij graag wilt beïnvloeden. Pers is vaak een belangrijk medium om opinie te maken over een onderwerp. Voorbeeld e Provincie Gelderland heeft op 15 oktober de 250 km stil asfalt. Hoofddoel daarbij is extra geld verkrijgen voor de aanleg van stil asfalt. Er is gekozen om het onderwerp onder de e aandacht te brengen bij de omwonenden van een weg waar de 250 km stil asfalt wordt aangelegd. We richten ons dus direct op de burgers van Gelderland. Verschillende afdelingen binnen de provincie werken daarbij samen. Er worden voor die tijd en achteraf berichten afgegeven aan statenleden, pers en de gedeputeerde (beslisser) komt spreken. Gevolg is dat pers, statenleden en gedeputeerden zelf nog een keer het verhaal horen en ook de enthousiaste reactie van bewoners zien en horen.
Boodschap Wat willen we vertellen? Er zijn een aantal belangrijke boodschappen die naar voren kunnen worden gebracht bij de communicatie over het actieplan geluid. Hierbij kan gedacht worden aan de relatie van geluid met gezondheid of kwaliteit van de leefomgeving. Boodschap zou bijvoorbeeld kunnen zijn: -
Verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving; door vermindering van geluid woon je prettiger (beleving); Intensere natuurbeleving in stiltegebieden Geluid is in de toekomst gezondheidsprobleem nummer 1. GGD beschikt over verschillende onderzoeken om dit te onderstrepen (er gaan inderdaad mensen dood aan de gevolgen van geluidsoverlast).
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
66 /74
Deze boodschappen kunnen leidend zijn in de verschillende communicatie-uitingen over stil asfalt. Voor de interne organisatie is het belangrijk om te benadrukken dat geluid overal is en vaak gemakkelijk integraal kan worden aangepakt. De drie bovengenoemde argumenten vormen de basis voor externe communicatie, maar intern kunnen meerdere aspecten een rol spelen. Bijvoorbeeld: -
Het is gemakkelijk en vaak kosteneffectief om geluidsproblemen met reconstructie of onderhoud van een weg te combineren.
Voorbeeld De provincie Gelderland werkt vanaf 2011 met de trajectprogrammering. Dit houdt in dat Gelderse wegen worden opgedeeld in verschillende trajecten. Alle trajecten worden in principe één keer in de 9 jaar integraal aangepakt. Alle verschillende partijen (waaronder wegen, - verkeersveiligheid, -VRI, -geluidsdeskundigen) zitten in de beginfase met elkaar om tafel en nemen hun wensen door. Op deze manier wordt een wegvak in een keer volledig aangepakt en dit is voor de provincie zeer kosteneffectief. Dit kan een extra argument zijn naast de voordelen voor de leefomgeving om ook intern aandacht voor stil asfalt te krijgen.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
67 /74
Actieplan geluid – Communicatie Middelen Hoe willen we dit vertellen? Vaak wordt tijdens het communiceren deze stap als eerst genomen. Men komt direct met leuke ideeën om iets te organiseren. Vaak is het echter beter eerst even over de boodschap en doelgroep na te denken. Beantwoord voor jezelf de vraag of wat je wilt vertellen op deze manier overkomt bij je doelgroep. Beter is het om eerst te beginnen met het bepalen van je boodschap en doelgroep en vervolgens te vragen Hoe kan ik er voor zorgen dat mijn boodschap goed aankomt bij mijn doelgroep(en)? In de voorgaande tekst zijn al enkele voorbeelden genoemd van concrete activiteiten die je kunt doen om aandacht te krijgen voor geluid. Een aantal belangrijke middelen om aandacht te krijgen zijn: -
Pak knelpunten aan en communiceer over je oplossingen voor het gezondheidsprobleem.
-
Sluit aan bij de beleving van mensen. Het kan zijn dat geluid niet ‘het’ probleem is. De GGD heeft goede onderzoeken die het probleem van mensen naar boven kunnen halen.
TIP Bureau M+P doet geluidsmetingen op verschillende metingen. Zij hebben een cd-rom ontwikkeld waar mensen verschillende soorten asfalt kunnen aanklikken en het verschil kunnen beleven. Vaak sluit dit veel meer aan bij de beleving van mensen, dan wanneer je praat in dB’s. Dit is echter sterk afhankelijk van de doelgroep. -
Zorg dat de pers aandacht schenkt aan dit onderwerp en voorzie hen dus van de juiste informatie. Eerder werd de pers al als belangrijke doelgroep beschouwd maar zij is ook een middel om andere doelgroepen te bereiken. Een goed stuk in de krant of tv kan leiden tot veel aandacht van burgers, andere media en politiek (ook eigen bestuurders). Kortom, als je geluk hebt gaat het nieuws als een lopend vuurtje terwijl jij er niet veel moeite voor moet doen. Wil je dit bereiken zal je wel eerst aandacht moeten hebben voor een aansprekende boodschap.
-
Aansluiten bij het slachtoffer – dader dilemma. Uiteraard wordt veel van het storende lawaai van de weg veroorzaakt door de automobilist zelf die dus dader maar tegelijkertijd ook slachtoffer is. Door mensen bewust te maken van deze paradox kan je er voor zorgen dat zij bewuster beslissingen gaan nemen, hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan het kopen van stille banden.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
68 /74
-
Een boodschap is altijd krachtiger wanneer je hem niet alleen verkondigd. Zoek dus aansluiting bij andere groepen die zich bezig houden met geluid en/of andere milieuen leefbaarheidsthema’s. Samen sta je altijd sterker.
-
Zorg dat je intern met de juiste mensen op de juiste momenten om de tafel komt te zitten. Kortom, denk mee aan het begin van een project en blijf op de hoogte wat er speelt bij andere afdelingen zodat jij kan aansluiten. De trajectprogrammering kan daarbij een goed middel zijn om deze samenwerking te bereiken.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
69 /74
Actieplan geluid – Communicatie TIJD Wanneer ga ik het vertellen? Communicatie komt altijd beter over als er een ‘sense of urgentie’ een gevoel van urgentie bij komt kijken. Dit kan je vaak het best bereiken door in te springen bij belangrijke momenten. Timing en het herkennen van gemakkelijke communicatie-momenten is daarbij heel belangrijk. De wet stelt vast dat er verplichte communicatie-momenten zijn wat betreft het actieplan geluid. Een voorbeeld daarvan is het presenteren van de geluidskaarten. Het is natuurlijk mooi als je zo’n gelegenheid direct aangrijpt om meer over de reden en urgentie van het probleem te vertellen. Dit zelfde geldt voor grote projecten waar mensen veel hinder van geluid ondervinden en het klachten regent. Als je in het project voornemens bent om dit probleem aan te pakken, zorg dan dat dit een mooi communicatiemoment wordt. Laat mensen (maar ook bijvoorbeeld pers) weten wat je voor ze doet en waarom je met hen meedenkt (jij vind het ook een groot probleem). Als er ergens groot onderhoud op een weg gepleegd wordt, kunnen veel mensen hinder van deze wegwerkzaamheden ondervinden. Ze kunnen last van bouwlawaai krijgen en zitten soms weken tegen grote zandbulten aan te kijken zonder te weten wat zij er nou straks voor terugkrijgen. Tijdens de werkzaamheden kan je bijvoorbeeld folders over stil asfalt rondsturen en bij de opening geef je aan waarom je stil asfalt aanlegt.
CONTEXT Wat gebeurt er in mijn omgeving? Dit item hangt voor een groot deel samen met bovenstaande punt ‘Tijd’. Het werken in een politieke organisatie brengt met zich mee dat de omgeving erg belangrijk is, en deze verandert voortdurend. Het is jouw taak om op de hoogte te blijven van belangrijke ontwikkelingen. Natuurlijk hebben we de wettelijke kaders waaraan we ons moeten houden, maar het nieuws is elke dag anders. Houd zowel de wettelijke en politieke situatie goed in de gaten, maar vergeet niet om ook te kijken naar waar mensen over praten. Vaak geven pers en nieuwe media daar een goed beeld van. Eerder spraken we over het aansluiten bij de beleving en krachten bundelen, hier liggen je kansen. Spring in op het actuele nieuws (politiek of vanuit de samenleving) om zo je boodschap kracht bij te zetten.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
70 /74
Bijlage 4 – Gezondheidskundige effecten van geluid Notitie ten behoeve van het PRISMA project tweede tranche EU richtlijn Omgevingslawaai Auteur: Chris Zwerver Provincie Gelderland TALO/OK 18 november 2010
Blootstelling aan geluid is een belangrijk gezondheidsprobleem. Zowel de Gezondheidsraad 3 als de Wereldgezondheidsorganisatie bevestigen dit . Bronnen van geluid in de stad – zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder en de Luchtvaartwet - zijn het wegverkeer, het railverkeer, de industrie en het vliegverkeer. Daarnaast zijn er geluidbronnen in de stad die niet onder de Wet geluidhinder vallen en daarom niet in berekeningen van omgevingslawaai worden meegenomen. Voorbeelden zijn lawaai van brommers/scooters, evenementen en buren. 4 Vooral het niveau van de geluidbelasting van wegverkeer neemt de laatste jaren toe . De geluidemissie van wegverkeer is afhankelijk van het type en de snelheid van de voertuigen. Voor de verspreiding is de verdunning door weersomstandigheden, de reflectie door het wegdek en de demping door lucht en bodem van belang. Geluidbelasting wordt uitgedrukt in decibellen (dB). Het achtergrondniveau op een windstille dag in de natuur is ca 20 dB. Op korte afstand van een zeer drukke weg in de bebouwde kom is de geluidbelasting circa 70 - 80 dB. De geluidbelasting neemt circa 3 tot 4 dB af bij verdubbeling van de afstand. Voor geluid zijn gevoelige bestemmingen gedefinieerd. Volgens de Wet Geluidhinder en het Besluit Geluidhinder zijn geluidgevoelige bestemmingen: woningen, scholen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, 5 poliklinieken en medische kleuterdagverblijven . Veel mensen hebben last van geluid in de woonomgeving. Niet alleen van geluid van wegverkeer, railverkeer, industrie en vliegverkeer maar ook van brommers, scooters en buren.
2
Hinder en slaapverstoring zijn de belangrijkste gezondheidseffecten. Hinder door 6 gemotoriseerd wegverkeer (exclusief brommers en scooters ) begint op te treden bij geluidbelastingen van Lden = 40 dB en ernstige hinder bij Lden = 42 dB. De drempelwaarde voor ernstige hinder door slaapverstoring als gevolg van geluid van wegverkeer is niet precies bekend, maar er wordt van uitgegaan dat deze ongeveer ligt bij Lnight= 40 dB. Gehinderd zijn wordt omschreven als het zich onprettig voelen. Het is een verzamelterm 2
Gezondheidsraad. Over de invloed van geluid op de slaap en de gezondheid. Publicatienummer 2004/14. Den Haag, 2004 & Passchier-Vermeer W., Geluid en gezondheid. Rapportnr. A93/02E. Gezondheidsraad. Den Haag, 1993. 3 Berglund, B. (ed.) et al. Guidelines for community noise. WHO. Geneva, 1999. 4 Milieueffecten wegverkeer. Haalbaarheid van de beleidsdoelstellingen voor een schoon, zuinig en stil wegverkeer. Algemene Rekenkamer, 2009 5 Een kinderdagverblijf wordt niet in het Besluit geluidhinder als geluidsgevoelige bestemming genoemd, noch heeft jurisprudentie het als zodanig aangewezen. 6 Brommers en scooters worden in de berekening van de geluidbelasting (en daarop volgend de berekening van percentages gehinderden) niet meegenomen, terwijl deze bronnen wel bijdragen aan de ervaren geluidhinder
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
71 /74
voor allerlei negatieve reacties zoals ergernis, ontevredenheid, boosheid, teleurstelling, zich terug getrokken voelen, hulpeloosheid, neerslachtigheid, ongerustheid, verwarring, het zich 7 uitgeput voelen en agitatie . De mate van geluidhinder wordt niet alleen bepaald door de geluidbelasting, maar ook door niet-akoestische factoren zoals de mening over het beleid van de verantwoordelijk geachte lokale overheid, het onnodig geacht zijn van de geluidsproductie, ergernis, angst en geluidgevoeligheid. De omstandigheden waarin men aan het geluid wordt blootgesteld bepalen ook de mate van gehinderd zijn. Een zelfde geluidbelasting zal door een verkeersdeelnemer als veel minder hinderlijk ervaren worden, dan door een bewoner wonend aan de verkeersweg. Slaapverstoring omvat verschillende effecten: een verlenging van de inslaaptijd, het tijdens de slaap tussentijds wakker worden, verhoogde motorische activiteit tijdens de slaap en het vervroegd wakker worden. Ook secundaire effecten die de volgende dag op kunnen treden na een verstoorde slaap worden hierin begrepen. Hieronder vallen effecten zoals een slechter humeur, vermoeidheid en een verminderd prestatievermogen. Blootstelling aan geluid kan via lichamelijke stressreacties ook leiden tot een verhoogde kans op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten (zoals verhoogde bloeddruk, hartinfarct en vernauwing van de kransslagaders) en klachten doen verergeren bij mensen die al lijden 8 aan een hart- en vaataandoening . Uit onderzoek van het RIVM waarin verschillende onderzoeken zijn vergeleken, blijkt dat het risico op een hartinfarct significant verhoogd is bij 9 blootstelling aan geluidniveaus van wegverkeer van meer dan 60 dB LAeq,16u . Het is nog niet duidelijk of er sprake is van een direct effect of een effect via hinder. De WHO Night 10 Noise Guidelines (NNG) die recent zijn verschenen geven bovendien aan dat geluidbelasting gedurende de nacht vermoedelijk meer bijdraagt aan het ontstaan van harten vaatziekten dan geluidbelasting gedurende de dag. De NNG geeft een voorkeurs Lnight van 40 dB en een niet te overschrijden waarde van 55 dB. Verder zijn er aanwijzingen dat verhoogde geluidbelasting negatieve effecten kan hebben op de leerprestatie van kinderen, zoals het korte termijn geheugen, aandacht vasthouden en begrijpend lezen. Stilte komt in Nederland steeds minder voor. Mensen krijgen steeds meer behoefte aan plekken waar nog rust heerst. Stille (groene) gebieden kunnen bovendien helpen om te herstellen van stress. Bij voorkeur zijn zulke gebieden dicht bij huis te vinden. Maar ook rustige plekken in de stad zijn van belang. Mensen in de stad lopen ook gezondheidsschade op door geluid zonder dat men zich hiervan bewust is. De geluiden worden dan niet meer opgemerkt, maar als ‘gewoon’ ervaren.
Vaststellen plandrempel provinciale wegen op basis van gezondheid Lden: Het geluidniveau van Lden 61 dB is een gezondheidkundige grens waarboven hartinfart kan optreden. 7
WHO. Guidelines for community noise, Geneva, 1999 8 World Health Organisation. Transportation noise and cardiovascular risk. Review and synthesis of epidemiological studies. Dose-effect curve and risk estimation. Babisch W. Umweltbundesambt. WaBoLu-Hefte 01/06.WHO. Geneva, 2006 9 Kempen, E.E.M.M. van & D.J.M. Houthuijs. Omvang van de effecten op gezondheid en welbevinden in de Nederlandse bevolking door geluid van weg- en railverkeer. RIVM rapportnr. 630180001. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Bilthoven, 2008 10 WHO Night Noise Guidelines, Copenhagen, 2009
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
72 /74
Lnight: De WHO geeft een niet te overschrijden waarde van Lnight 55 dB voor de nacht. Belangrijke constateringen: De blootstellingsverdeling van het geluid is van belang met betrekking tot ziektelast en hinder. De hogere geluidsniveaus dragen minder bij aan de ziektelast omdat er minder blootgestelden zijn bij die hogere niveaus. Eigenlijk zou het beleid gericht moeten zijn op generieke maatregelen zodat de gemiddelde blootstelling naar beneden gaat en de effecten over de hele populatie verminderen. Dat is echter moeilijk te toetsen omdat er dan geen drempelwaarde is die je kunt gebruiken. Niet-akoestische factoren zijn ook van belang Bescherm gebieden met lage geluidsniveaus, mensen hebben behoefte aan gebieden met stilte (ook in de stad).
Toelichting: In epidemiologische studies naar de relatie tussen geluidbelasting en gezondheidseffecten worden, vaak niet statistisch significante, verbanden gevonden met een hele reeks van effecten uiteenlopend van een gering verhoogde bloeddruk tot aan angina pectoris. Het zijn effecten waarvan bekend is dat ze voorkomen bij verschillende stadia van hart- en vaatziekten. Er zijn hiermee voldoende aanwijzingen voor een causaal verband tussen geluidbelasting en hart- en vaatziekten. In het kader van de WHO‐werkgroep over het harmoniseren van de kwantificering van geluidgerelateerde gezondheidseffecten heeft Babisch een overzicht gegeven van de relatie 11 tussen geluid van wegverkeer en hart‐ en vaatziekten (Babisch, 2006 ). Hij concludeert dat er bij een Lday tot 60 dB geen verhoogd risico is op myocard infarcten (RR = 1). Met toenemende geluidbelasting boven 60 dB neemt het risico toe. Bij deze metastudie zijn de betrouwbaarheidsintervallen van de Relatieve Risico’s groot (en deels lager dan 1). Lday is het geluidniveau van 6:00 – 22:00 uur. Babisch gaat er van uit, dat Lden in een stedelijke omgeving waarschijnlijk ongeveer 2 à 3 dB hoger is dan Lday. In 2008 heeft het RIVM een eerdere meta‐analyse aangevuld met tien studies die tussen 12 2000 en 2007 zijn gepubliceerd (van Kempen en Houthuijs, 2008 ). De meta‐analyse laat een positief verband zien tussen geluid van wegverkeer en het risico op verhoogde bloeddruk, angina pectoris en myocardinfarct. Alleen de relatie met myocardinfarct was statistisch significant. Er werd een RR5dB van 1,06 (1,01 – 1,11) berekend. In principe is deze relatie alleen van toepassing op mannen, omdat bij vrijwel alle studies van de meta‐analyse alleen mannen zijn betrokken. Er is echter geen reden om te veronderstellen dat deze relatie voor vrouwen anders zal zijn. Het is nog niet precies bekend boven welke geluidbelasting effecten zouden kunnen optreden. De precieze hoogte van de drempel is van belang omdat geluidbelastingen in de woonomgeving maximaal rond deze waarden liggen. Voor wegverkeer geeft de Gezondheidsraad als drempel 70 dB (Letm). De WHO stelt dat de drempel in het traject tussen 65 en 70 dB Letm ligt. 11
World Health Organisation. Transportation noise and cardiovascular risk. Review and synthesis of epidemiological studies. Dose-effect curve and risk estimation. Babisch W. Umweltbundesambt. WaBoLu-Hefte 01/06.WHO. Geneva, 2006 12 Kempen, E.E.M.M. van & D.J.M. Houthuijs. Omvang van de effecten op gezondheid en welbevinden in de Nederlandse bevolking door geluid van weg- en railverkeer. RIVM rapportnr. 630180001. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Bilthoven, 2008
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
73 /74
Babisch (2006) concludeert dat boven 62 à 63 dB (Lden) het risico op myocardinfarcten begint toe te nemen. In de meta-analyse van het RIVM wordt opgemerkt dat het onzeker is vanaf welk geluidniveau de relatie tussen de geluidbelasting en myocardinfarcten kan worden toegepast. Tussen de 55 en 65 dB liggen de (berekende) relatieve risico’s alle zeer dicht bij 1. Vooralsnog wordt 60 dB LAeq,16u aangehouden. LAeq,16u is het equivalente geluidniveau gedurende 16 uur overdag en ’s avonds. Het verband tussen de Lden en de LAeq,16u is afhankelijk van de etmaalverdeling van het wegverkeer. Deze verdeling is voor nietrijkswegen (provinciale en gemeentelijke wegen) anders dan voor rijkswegen door een andere verdeling van het verkeer over het etmaal en vanwege een andere procentuele bijdrage van het lichte, middelzware en zware wegverkeer. Op basis van advies van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wordt aangenomen, dat de Lden voor nietrijkswegen 1 dB en voor rijkswegen 2 dB hoger is dan de LAeq,16u. Zoals hierboven al is aangegeven geven de WHO Night Noise Guidelines (NNG) aan dat geluidbelasting gedurende de nacht vermoedelijk meer bijdraagt aan het ontstaan van harten vaatziekten dan geluidbelasting gedurende de dag. De NNG geeft een voorkeurs Lnight van 40 dB en een niet te overschrijden waarde van 55 dB. Er zijn aanwijzingen dat ook de blootstelling aan luchtverontreiniging van wegverkeer samenhangt met het optreden van myocardinfarct, zodat het effect van geluid van wegverkeer mogelijk wordt overschat. Er worden nu verschillende studies uitgevoerd naar de gecombineerde blootstelling aan luchtverontreiniging en geluid en hart- en vaat aandoeningen. Het RIVM geeft in haar studie ook aan dat de bijdrage van relatief hoge geluidsniveaus aan de totale ziektelast relatief gering is ten opzichte van de bijdrage van geluidsniveaus die liggen in de nabijheid van de 60 dB. Dit is het gevolg van de blootstellingsverdeling van het geluid in de Nederlandse populatie. Het aantal mensen met een geluidsblootstelling net boven de 60 dB is veel groter dan het aantal bij hoge geluidsblootstellingen. Ook voor ernstige hinder en slaapverstoring geldt dat de omvang niet zozeer bepaald wordt door blootstelling aan relatief hoge geluidsniveaus, maar dat geluidsniveaus tussen de 55 en 60 dB Lden en de 42 en 50 dB Lnight hieraan een relatief grote bijdrage leveren.
PRV012-01-08gw Draaiboek en script uitvoering EU-richtlijn Omgevingslawaai
74 /74