Behoort bij agendapunt 7 Verg. Cie. Voedingstuinbouw dd. 23-10-2012
Draaiboek risico- en crisismanagement voedingstuinbouw
CONCEPT, VERSIE 08-10-2012 Oktober 2012 Productschap Tuinbouw
1
Inhoudsopgave Inleiding
3
Afbakening
3
Doel draaiboek
4
Organisatie van het crisismanagement
5
Proces calamiteitenmelding
7
Evaluatie
8
Bijlage 1 Overzicht contactpersonen
9
Bijlage 2 Overzicht gebruikte begrippen
10
Bijlage 3 Crisistypen
13
Bijlage 4 Netwerkkaarten
15
Bijlage 5 Overheidsorganisatie incident- en crisisbeheersing
16
2
Inleiding Het Productschap Tuinbouw (PT) coördineert het risico- en crisismanagement voor de voedingstuinbouw. Bij calamiteiten brengt de tuinbouwsector via het PT kennis en netwerk bijeen, om dreigingen en/of verstoringen weg te nemen en schade aan afzet of imago te voorkomen of te beperken. Om dit doel te bereiken, beschrijft het draaiboek de beschikbare crisisorganisatie en –aanpak. Bij crises ondersteunt dit het slagvaardig handelen en een eenduidige aanpak met te nemen maatregelen en communicatie.
Voorop staat dat acties in afstemming en samenwerking met partijen uit de (betrokken) keten(s) in de tuinbouw worden uitgevoerd. Wet- en regelgeving leggen de verantwoordelijkheid ter voorkoming en bestrijding van incidenten bij individuele tuinbouwbedrijven. Aanvullend kunnen brancheorganisaties, eventueel in onderlinge samenwerking, hen van dienst zijn. Crises kunnen echter meerdere bedrijven en keten(schakel)s treffen. In die situatie kan dit draaiboek in werking treden, opdat de sector via het PT met onder meer activiteiten en informatie eraan bijdraagt dat de ondernemingen invulling kunnen geven aan het wettelijk opgelegde voorzorgprincipe. Ook in crisistijden blijven brancheorganisaties dus aan zet, maar geschiedt de coördinatie bij het PT. Waar nodig en mogelijk, vindt tevens overleg en afstemming plaats met betrokken overheden als de ministeries van EL&I en VWS en instanties als de NVWA. Het PT is geen bevoegde autoriteit, dit is en blijft belegd bij de overheden.
Jaarlijks zal aanpassing van het draaiboek plaatsvinden, om nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden erin te verwerken en om het overzicht met contactpersonen actueel te houden (bijlage 1). Verzoeken voor wijzigingen zijn door te geven bij het PT via
[email protected] of tel. 079 3470704.
Dit draaiboek is openbaar en wordt gepubliceerd op de website van het PT. Uitgezonderd hiervan zijn de bijlagen met persoonlijke (contact)gegevens: bijlage 1 (overzicht contactpersonen) en bijlage 4 (netwerkkaarten).
Afbakening Crises zijn situaties waarin een vitaal belang van de samenleving is of dreigt te worden aangetast. Dit draaiboek focust op crises die de voedingstuinbouw raken. Crisismanagement is het geheel aan organisatorische, procedurele en materiële voorzieningen, met als doel voor te bereiden op crises, ze zo mogelijk te voorkómen en bij het uitbreken van een crisis, de gevolgen ervan te beheersen. Het draait om een samenspel van proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg. Bijlage 2 geeft een uitgebreider overzicht van gebruikte begrippen.
Bij het crisismanagement sluit de sector bij voorkeur nauw aan bij de overheid. Dit draaiboek is afgestemd op de crisisorganisatie van de overheid. Bijlage 3 geeft het overzicht van 18 crisistypen, die nationaal zijn vastgesteld. Hieronder staan de zes crisistypen waarop dit
3
draaiboek van toepassing is. Medio 2012 zijn betreffende risicotypen als volgt geclassificeerd in een risicomatrix (kans maal effect) voor de (voedings)tuinbouw:
Maatschappelijk thema
Crisistype
Kans
Effect
Natuurlijke omgeving
Uitbraak plantenziekte
Vrij groot
Gemiddeld
Technologische omgeving
Incidenten met brandbare / explosieve stoffen
Vrij groot
Laag
Incidenten met giftige stoffen
Laag
Laag
Incidenten met kernenergie / radioactiviteit
Laag
Hoog
Besmettingsgevaar via contactmedia en/ of voeding
Gemiddeld
Hoog
Dierziekte overdraagbaar op mens via plantaardig voedsel
Vrij laag
Hoog
Gezondheid
Het crisismanagement van de tuinbouw via het PT beperkt zich tot voornoemde crisistypen en indien de situatie één ketenschakel en een beperkte regio overstijgt. Bij andere thema’s en situaties is het PT geen aanspreek- en coördinatiepunt. In die situaties ligt het voor de hand dat individuele bedrijven en/of hun brancheorganisaties het voortouw nemen bij het crisismanagement. Voor de zes genoemde crisistypen, vindt uitwerking plaats van het risicoprofiel in een zogeheten netwerkkaart. Dit omvat een beslisboom voor de crisisaanpak in voorkomende situaties.
Doel draaiboek Doel van dit draaiboek is om een structuur en werkwijze paraat te hebben om bij crises de integriteit, stabiliteit en veiligheid van de tuinbouwsector te waarborgen. Maatregelen zijn gericht op behoud van vertrouwen van afnemers en consumenten en het beperken van schade voor het bedrijfsleven (tuinbouwondernemers), zonder het algemene, publieke belang (maatschappelijk, ecologisch en economisch) uit het oog te verliezen.
Het draaiboek kent de volgende uitgangspunten: a) Actief optreden: de sector neemt zelf initiatief. b) Openheid: door initiatief en openheid houdt de sector controle over de informatie(stroom). c) Betrouwbaarheid: alleen met betrouwbare informatie is en blijft de sector geloofwaardig.
4
Organisatie van het crisismanagement De fysieke organisatie van het crisismanagement kent enkele delen: -
Meldpunt Is structureel beschikbaar voor meldingen van incidenten; zorgt voor een eerste weging van de aard van het incident en de mogelijke impact en zorgt ervoor dat eventueel gepaste actie in gang wordt gezet.
-
Kernteam Is samengesteld uit vertegenwoordigers van ketengeledingen van de (voedings)tuinbouw. Zorgt structureel voor borging van het risico- en crisismanagement en heeft onder meer als taak om het draaiboek actueel te houden, incl. de risico-inschattingen en netwerkkaarten.
-
Crisisteam Wordt ad hoc bij crises geactiveerd. In de basis gaat het kernteam op in het crisisteam. Vervanging en/of aanvulling is per situatie te beoordelen en door te voeren, als bijvoorbeeld andere personen (meer) relevante expertise hebben.
-
Expertiseteam Wordt ad hoc bij crises geactiveerd, op verzoek van het crisisteam. Ontlast het crisisteam door het uitvoeren van werkzaamheden die nodig zijn bij de beheersing van die crisis. Het crisisteam bepaalt al naar gelang de behoefte aan ondersteuning de verantwoordelijkheden en taken van het expertiseteam.
Het risico- en crisismanagement is gestructureerd volgens het gangbare principe van de veiligheidsketen, een proces met vijf schakels: -
Proactie Voorkómen van structurele oorzaken van onveiligheid.
-
Preventie Verminderen van risico’s op en gevolgen van eventuele ongevallen.
-
Preparatie Voorbereiden op bestrijden van een crisis.
-
Repressie Daadwerkelijk optreden tegen een crisis.
-
Nazorg Afwikkelen gevolgen (financieel, juridisch, administratief, psychologisch en persoonlijk) van een crisis.
Dit proces zorgt ervoor dat de (voedings)tuinbouw tijdens de ‘koude fase’ zich voldoende prepareert op adequaat ingrijpen tijdens een crisis, de ‘warme fase’.
Schematisch ziet de crisisorganisatie er als volgt uit:
5
Proactie
Preventie
Preparatie
Repressie
Nazorg
Meldpunt
+
+
+
+
+
Kernteam
+
+
+
-
+
Crisisteam
-
-
-
+
-/+
Expertiseteam
-
-
-
+
+/-
Blauw = koude fase, rood is warme fase, groen is overgang van warme naar koude fase. + = wel actief, - = geen rol.
De delen van de crisisorganisatie hebben de volgende verantwoordelijkheden / taken:
Meldpunt -
Ontvangen van meldingen van (potentiële) risico’s en crises (koude fase) o Beoordelen en verificatie melding, initiëren vervolgstappen Aanspreekpunt van het crisisteam voor externen in geval van crises (warme fase; zogeheten SPOC: single point of contact)
Kernteam -
-
Actueel houden draaiboek Signaleren van risico’s en issues die potentie hebben om uit te groeien tot een crisis Informatie verzamelen en beschikbaar stellen in het kader van risico- en crisismanagement Borgen van (verworven) kennis en ervaringen met risico- en crisismanagement Opbouwen relevante netwerken, vastgelegd in netwerkkaarten per crisistype Informeren over de organisatie van het risico- en crisismanagement in de (voedings)tuinbouw (ondernemers, brancheorganisaties, overheden, vakmedia) Borgen kwaliteit crisisbeheersing, door opleiden, trainen en oefenen Verbinden en ondersteunen (met onder meer crisiscommunicatie) van betrokken partijen in geval van (potentiële) crises (indien opstarten crisisteam - nog - niet is vereist) Formeren crisisteam en opstarten uitvoeren crisisbeheersing in geval van crises Afronden (deel van de nazorg) en evalueren beheersing eventuele crises
Crisisteam -
Coördinatie bestrijding(smaatregelen) crises (repressie en deel van de nazorg) o Informatie verzamelen, feiten beoordelen en analyseren, maatregelen initiëren
6
-
Coördinatie crisiscommunicatie: eenduidige, heldere en gestructureerde communicatie en informatievoorziening (ondernemers, brancheorganisaties, overheden, media, consument)
Expertiseteam -
Ondersteunen crisisteam in geval van crises (bij crisisbeheersing en –communicatie) o O.m. informatie verzamelen, feiten beoordelen en analyseren o Het crisisteam bepaalt de exacte taken / verantwoordelijkheden al naar gelang de behoefte bij de beheersing van de specifieke crisis
Proces calamiteitenmelding Op de site van het PT komt een meldpunt calamiteiten. Dit bestaat uit een telefoonnummer en een digitaal meldformulier. Meldingen per telefoon – tijdens kantooruren – worden doorverbonden met een lid van het kernteam. Meldformulieren komen binnen bij het PT. Degene die het formulier verstuurt, ontvangt automatisch bevestiging van ontvangst. Calamiteitenmeldingen kunnen uit diverse bronnen komen. Tuinbouwondernemers kunnen zich melden, de (vak)pers kan een signaal oppikken en contact opnemen of via een brancheorganisatie of een overheidsinstantie komt een bericht binnen. In dat geval start de volgende procedure:
-
-
-
Stap 1: registratie melding bij het PT o De registratie omvat: Naam en contactgegevens melder (en eventuele relatie tot calamiteit) Aard en oorzaak van de calamiteit Plaats / locatie calamiteit De (potentiële) impact van de calamiteit Stap 2: verificatie melding en (potentiële) impact door het PT o De verificatie van de geregistreerde melding omvat: Rapporteren melding bij kernteam Eventuele broncontrole (o.m. bij meldingen via media) Verzamelen informatie (bronnen: PT, brancheorganisaties, NVWA, media, etc) Eerste beoordeling of melding past binnen reikwijdte draaiboek Opstellen factsheet Analyse van de feiten, inschatting (potentiële) impact Stap 3: afstemming binnen het kernteam o Per e-mail, telefonisch (overleg) of fysieke bijeenkomst a. Vaststellen ‘activeren’ draaiboek a. Indien draaiboek van toepassing, dan verder met vervolgstappen b. Indien draaiboek niet van toepassing, dan zorgen voor zorgvuldige overdracht naar andere partij (dit kan bijv. een brancheorganisatie of overheidsinstantie zijn) o Communicatie Strategie communicatie vaststellen
7
-
Boodschap / statement opstellen Doelgroep(en bepalen (kernteam, brancheorganisaties, overheidsinstanties, melder van de calamiteit, ondernemers, (vak)pers, consumenten) Monitoren (social) media o Te nemen maatregelen Strategie crisisbeheersing • Opschalingniveau 1: PT(-medewerker) meldpunt handelt af • Opschalingniveau 2: kernteam handelt af • Opschalingniveau 3: crisisteam handelt af • Opschalingniveau 4: expertiseteam ondersteunt crisisteam Afspraken coördinatie en uitvoering te nemen maatregelen crisisbeheersing Stap 4: actie o Uitvoering communicatieacties Continu proces, verantwoordelijkheid uitvoering afhankelijk van opschalingniveau Incl. monitoren effect en op basis ervan eventueel bijsturen / aanvullen acties o Uitvoering te nemen maatregelen crisisbeheersing Continu proces, verantwoordelijkheid uitvoering afhankelijk van opschalingniveau Incl. monitoren effect en op basis ervan eventueel bijsturen / aanvullen acties o Nazorg en afbouw Communicatie met gedupeerde ondernemers door laten lopen, op basis van informatiebehoefte (o.m. doorverwijzen gedupeerden, evt. afhandeling financiële tegemoetkoming, etc.) Effect activiteiten in nazorg evalueren en indien nodig aanpassen Doorlopende activiteiten onderbrengen in bestaande structuren (bijv. brancheorganisaties). Te verwachten aanvullende (collectieve) taken en werkzaamheden benoemen, vastleggen en initiëren Evaluatie crisisbeheersing
Evaluatie De evaluatie van een crisisbeheersing geschiedt ook volgens een vast stramien. Dit omvat: -
Oorzaak en aanleiding van de calamiteit Ontvangst melding en initiatie procedure uit draaiboek De crisisbeheersing: communicatie en genomen maatregelen Lessen voor de toekomst / verbetering van het draaiboek
Het evaluatierapport beschrijft de feiten en acties in chronologische volgorde. Een analyse omvat de oorzaak en omstandigheden van de calamiteit, de samenwerking binnen het kernteam en binnen de keten(s), de samenwerking met de overheid(spartijen), conclusies en leerpunten voor de preventie en repressie van (vergelijkbare) calamiteiten.
8
Bijlage 1 Overzicht contactpersonen
A. Overzicht leden kernteam Crisismanagement voedingstuinbouw (Contactgegevens niet in het openbare document.) PT: Michiel Gerritsen (voorzitter), Nicolette Quaedvlieg en Geert Pinxterhuis CBL: Anne-Corine Vlaardingerbroek DPA: Ad Klaassen Frugi Venta: Peter Verbaas LTO Nederland: Richard Schouten Plantum NL: Jaap den Dekker
B. Overzicht (keten)organisaties voedingstuinbouw (Contactgegevens niet in het openbare document.)
9
Bijlage 2 Overzicht gebruikte begrippen
Begrip
Omschrijving
Risico
Een risico wordt omschreven als de kans dat een gebeurtenis plaatsvindt vermenigvuldigd met het gevolg van die gebeurtenis en de kans dat een bepaald scenario waarin de eerder genoemde kans plaatsvindt voorkomt. Heel concreet is dit de formule R = Kans x Effect.
Crisis
Een crisis is een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigt te worden aangetast. Een crisis is ook een gebeurtenis die binnen een kort tijdsbestek tot grote (im)materiële schade kan leiden en die bij een geringe beslissingstijd en bij hoge mate van onzekerheid vraagt om een behandelingsdiscipline die buiten de dagelijkse orde van de organisatie valt. Kenmerkend voor een crisis zijn de hoge tijdsdruk, een grote mate van onzekerheid, grote belangen die op het spel staan en (mogelijk) veel media aandacht
Risicomanagement
Risicomanagement wordt vaak omschreven als een cyclisch proces van identificeren, analyseren, beheersen en rapporteren van risico’s.
Crisismanagement
Onder crisismanagement verstaan we het geheel aan organisatorische, procedurele en materiële voorzieningen met als doel de organisatie voor te bereiden op crises, deze zo mogelijk te voorkomen en, bij het manifest worden van een crisis, de gevolgen hiervan te beheersen.
Veiligheidsketen
Wat binnen risico- en crisismanagement erg belangrijk is, is de veiligheidsketen. Deze ‘keten’ structureert het proces van crisismanagement en bestaat uit de volgende onderdelen: -
-
-
-
Proactie: het voorkomen van structurele oorzaken van onveiligheid. Bijvoorbeeld door het voorkomen van tuinbouwteelt bij gevaarlijke fabrieken of op verontreinigde grond. Preventie: het verminderen van risico’s op en de gevolgen van eventuele ongevallen. Bijvoorbeeld door het stellen van eisen in vergunningen of het opwerpen van barrières tussen de risicobron en het potentiële slachtoffer. Preparatie: het voorbereiden op het bestrijden van crises. Bijvoorbeeld door het opstellen van beheersplannen en het oefenen van een crisisorganisatie. Respons: het daadwerkelijke optreden tegen uitgebroken crises. Nazorg: het afwikkelen van de financiële, psychologische, juridische, administratieve en persoonlijke gevolgen van een
10
Risicocommunicatie
crisis. Bijvoorbeeld de evaluatie en het ondersteunen van slachtoffers bij het verwerken van de crisis. Risicocommunicatie is het communiceren over de kans op het plaatsvinden van een ramp of risico-incident en de mogelijke gevolgen hiervan.
Crisiscommunicatie
Crisiscommunicatie is het aanbieden van informatie van zenders aan ontvangers met het doel escalatie van een crisissituatie en daarmee materiële en immateriële gevolgen te beperken.
Crisisorganisatie
De crisisorganisatie is de volledige organisatiestructuur (mensen, middelen, budget) die binnen het kader van de schakels van de veiligheidsketen bij het risico- en crisismanagement betrokken is.
Crisisteam
Het crisisteam is het team dat tijdens een crisis bijeen komt. Het gaat hier om vertegenwoordigers van ketengeledingen van de (voedings)tuinbouw. De samenstelling van dit team is afhankelijk van de aard van de crisis en erbij betrokken sectororganisaties.
Kernteam
Het kernteam risico- en crisismanagement voedingstuinbouw bestaat uit vertegenwoordigers van ketengeledingen van de (voedings)tuinbouw. Zorgt structureel voor borging van het risico- en crisismanagement.
Warme fase
De warme fase is de fase waarin daadwerkelijk sprake is van een crisis. In de veiligheidsketen is dit de respons / repressie fase.
Koude fase
De koude fase is de fase waarin geen sprake is van crisis. De crisisorganisatie is hierin wel actief met de proactie-, preventie-, preparatie- en nazorgfase.
(Crisis)draaiboek
Een plan dat de crisisorganisatie beschrijft. Hierin is o.a. aandacht voor: Een toelichting over de missie, visie, strategie en rol van de crisisorganisatie tijdens crisis; Een overzicht van de taken van de crisisorganisatie PT; Een overzicht van de mogelijke risico’s, scenario’s en de verdeling van rollen tijdens een crisis; Een beoogde werkwijze van het crisisteam met daarin o.m. een alarmeringsschema, opschaling tijdens crises, crisisbesluitvorming; Een netwerkanalyse in drie schalen (sector, overheid, autoriteiten en overige); Crisiscommunicatie; Kwaliteitsborging crisisorganisatie met daarin hoe omgegaan wordt met opleiden, trainen, oefenen, nafase en verantwoordelijkheden. Categorie van mogelijke branden, rampen en crises die qua soort effecten en qua ontwikkeling in de tijd op elkaar lijken. -
Crisistype
Incidenttype
Een gebeurtenis die de gang van zaken op een bepaalde manier verstoort. Het soort van verstoring wordt bepaald door de
11
werkingsmechanismen van de directe oorzaak en de directe gevolgen. Naast fysische, chemische en biologische werkingsmechanismen (rampen) worden ook sociaal economische en politieke werkingsmechanismen onderscheiden (crises). Incidentmanagement
Afhandelen van incidenten (repressie) en voorbereiding erop (preparatie).
Risicoprofiel
Een inventarisatie en analyse van de risico´s (waarschijnlijkheid en impact) van branden, rampen en crises waarop het beleid wordt gebaseerd.
Risicobeoordeling
Een analyse waarin weging en inschatting van gevolgen van soorten branden, rampen en crises zijn opgenomen.
Risico-inventarisatie
Een overzicht van risicovolle situaties binnen de regio die tot brand, ramp of crisis kunnen leiden en een overzicht van de soorten branden, rampen en crises die zich kunnen voordoen.
Scenario
Een mogelijk verloop van een incident, of – meer precies – een verwacht karakteristiek verloop van een incidenttype vanaf de basisoorzaken tot en met de einduitkomst. Een scenariobeschrijving geeft een gestructureerde beschrijving van de gebeurtenissen die consequenties hebben voor de veiligheid, de oorzaak daarvan, de context en de gevolgen.
12
Bijlage 3 Crisistypen Nationaal vastgestelde crisistypen. De in de tabel vetgedrukte crisistypen zijn thema’s waarop dit draaiboek van toepassing is. Maatschappelijk thema
Crisistype
Incidenttype
Natuurlijke omgeving
Overstroming
Overstroming vanuit zee Overstroming door hoge rivierstand Overstroming van polder/ dijkdoorbraak
Natuurbranden
Bosbrand Heide, (hoog)veen- en duinbranden
Extreme weersomstandigheden
Koude golf, sneeuw en ijzel Hitte golf, droogte Storm en windhozen
Technologische omgeving
Aardbevingen
Aardbevingen
Plagen
Ongedierte
Plantenziekten
Uitbraak plantenziekten
Uitbarsting vulkaan
As van vulkaan in atmosfeer
Incidenten met brandbare / explosieve stof in de openlucht
Incident vervoer weg Incident vervoer water Incidenten spoorvervoer Incidenten transport buisleidingen Incidenten stationaire inrichting
Incidenten met giftige stof in open lucht Kernenergie en radioactiviteit incidenten
Incidenten bij kerncentrales in Nederland Incidenten bij
13
Maatschappelijk thema
Crisistype
Incidenttype kerncentrales in buitenland Incidenten bij radioactief vervoer
Vitale infrastructuur en voorzieningen
Verstoring energievoorziening
Uitval olievoorziening Uitval elektriciteitsvoorziening Uitval gasvoorziening
Verstoring drinkwatervoorziening
Uitval drinkwatervoorziening
Verstoring rioolwaterafvoer en afvalwaterzuivering
Uitval rioleringssystemen Uitval afvalwaterzuivering
Gezondheid
Verstoring telecommunicatie en ICT
Uitval voorzieningen voor spraak- en datacommunicatie
Bedreiging volksgezondheid
Besmettingsgevaar via contactmedia (toxines, gif, voeding) Besmettelijkheidsgevaar Dierziekte overdraagbaar op mens (via plantaardig voedsel)
Ziektegolf
Ziektegolf besmettelijke ziekte Ziektegolf niet besmettelijke ziekte
Sociaal Maatschappelijke omgeving
Arbeidsomstandigheden
Rel rondom arbeidsomstandigheden in de tuinbouw
Politieke omgeving
Grensblokkades fysiek t.g.v. SPS maatregel en politiek
14
Bijlage 4 Netwerkkaarten
A. Plantenziekten B. Incidenten met gevaarlijke stoffen a. Brandbare / explosieve stoffen in de open lucht b. Giftige stoffen in de open lucht c. Kernenergie en radio-activiteit C. Bedreiging volksgezondheid a. Besmettingsgevaar via contactmedia (toxines, gif, voeding) b. Dierziekte overdraagbaar op mens (via plantaardig voedsel)
Verder uitwerken, na bestuurlijk akkoord op draaiboek.
15
Bijlage 5 Overheidsorganisatie incident- en crisisbeheersing
Een Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) is in Nederland een landelijke afspraak over de opschaling van incident- en rampenbestrijding voor professionele hulpverleners als brandweer, politie en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Procedures regelen opschaling op operationeel niveau op de plaats van het incident en daarnaast op bestuurlijk niveau van gemeente tot waar nodig zelfs landelijk (meer informatie, zie publicatie: kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen wet veiligheidsregio’s).
Het Referentiekader GRIP gaat uit van vier opschalingsniveaus, ook coördinatiealarmen genoemd: GRIP 1, GRIP 2, GRIP 3 en GRIP 4.
GRIP 1 Wanneer bij de bestrijding van een incident in het brongebied meerdere disciplines betrokken zijn en structurele coördinatie tussen de disciplines noodzakelijk is, wordt opgeschaald naar GRIP 1. Er wordt op de plaats van het incident een team ingericht, het commando plaats incident (COPI). Dit team wordt geleid door een leider COPI.
GRIP 2 Wanneer ook structurele coördinatie buiten het brongebied, dat wil zeggen in het effectgebied, noodzakelijk is, wordt opgeschaald naar GRIP 2. Naast het COPI wordt een regionaal operationeel team (ROT) ingericht. Dit team wordt geleid door een leider ROT. De leider ROT wordt ook wel (regionaal) operationeel leider genoemd.
GRIP 3 Wanneer er sprake is van een bedreiging van het welzijn van (grote groepen van) de bevolking en bestuurlijke coördinatie of besluitvorming noodzakelijk is, wordt opgeschaald naar GRIP 3. Naast het COPI en het ROT wordt een gemeentelijk beleidsteam (GBT) gevormd, onder voorzitterschap van de betrokken burgemeester.
16
GRIP 4 Wanneer er sprake is van een gemeentegrensoverschrijdend incident, de hulpdiensten in meerdere gemeenten moeten optreden en bestuurlijke coördinatie van betrokken gemeenten aan de orde is, wordt opgeschaald naar GRIP 4. Het GBT komt te vervallen en er wordt een regionaal beleidsteam (RBT) gevormd, onder voorzitterschap van de voorzitter veiligheidsregio. Indien een ramp de regio- of provinciegrens overschrijdt, vindt verdere opschaling plaats naar het provinciale en/of nationale niveau. In deze fase komt de coördinerende verantwoordelijke van de Commissaris van de Koningin nadrukkelijke in beeld. Wanneer een incident de grenzen van de provincie overschrijdt, zal de Minister van Justitie en Veiligheid bestrijding van het incident in bestuurlijke zin ter hand nemen.
17
18