De
buideldieren ;
DOOR
D.
Aan
die
ieder,
schouwt,
moeten
die
bijna bij
men
het
de
zijn
dat
plan
de
vaak
nen,
Onder
geene
verschilt,
eene,
en
eenheid
groote
gevormd te
plannen en
door
De vele
ééno
langs
waarop
op
1869.
één
wij
is,
dat
zijn,
als
wij
eenige
alle
naar
—
ja
onder
van
de
vormen
en
rijken
en
die
verge-
aan
gemeenschappelijk wij
geleerd
zelfs
elkander
die van
van
plan
hadden
groote, even
weder
eene
soorten
en
wij
het uit-
onderling
geslachten
dat
groepen
merken
verscheidenheid
een
wij
der ken-
bijzonderheid
gelijkende
en
den tus-
wij
die
verschillen
verwezenlijkingen
ook
kennen,
in
bestuderen
oneindige
verschillen,
de
van
van
in
en
dieren
dieper doordringen
die
dierenrijks
de
die beide
elkander
op
diorgroepen
al
andere
—
heerscht,
merken
diersoorten,
gewigtige
en
op
alge-
zoo
veel
zamenhangen
worden beheerscht. welke
de
natuur
verscheidenheden heeft weten
zij
de
nemen,
’t eerst
zijn
ons
vallen,
oog
te
uitwerking
rijkdom
bieden
meest
dat
wij,
die
gedachte
wegen,
dier
des
hebben leeren
al
de
verschil
oneindige
het
schepping
ons
zeer
duizende
en
de
wijzigingen
afdeelingen,
meene
een
Hoe
in
waar
hij
die
oneindig
Maar zoodra
waarvan
slechts
merken,
welk
ondergeschikt
afdeeling
zijn,
op!
wij
op!
dan bemerken
hoogere elke
wezens
belangrijke
maaksel
inwendige
lijken,
een
van
wij
laatste,
deze
Welk
niet
die
is
organische die
eigenschappen
wanneer
deze
der
levende natuur be-
spoedig
zeer
gelegenheid
plan
de duizende
welke
dan tusschen
is
en
niteenloopende
aan.
zamenvatten,
en
treft.
bewerktuigde
zeer
natuur
Het
onderscheiden,
planten
het
de
verscheidenheid,
groote
de
opmerkzaamheid
in
stap
die in
meest
.
bijzonderheden
eiken
opmerken. het
beginne schen
do
eenige
twee
eenheid,
tevens
maar
met
Lubach
thema
een
zoo
te
uit één
voorschijn
verbazend
grondplan te
zoo
brengen,
grooten rijkdom
oneindig de
wijze,
aan
13
vari-
194
DE
atiën wel
heeft
zeer
eene
van
doen ontstaan,
of
een
daaraan ’t
die
eene
ander
en
toe
verschillend.
zeer
is
zekere
voegen,
te
opzigt
hoogst der
belangrijke,
is
zij
eene
Ik
daarvan,
bij
die
der
spreken,
maar
over
’t
klasse,
wijzen,
maar
over
een
de
over
minder
algemeen
bij de
waarop
wel
en
door
wijzigt,
thans
en
organisme
het
soms
wonschte
te
overgangsvorm
Eene
behoorend dier
dat niet
Dit
overgangsvormen ontstaan.
afdeeling
dat
deze,
klasse
tehuis behoort.
ontstaanden
wijze
kende
tot
andere
zoogenaamde
velerlei
zijn
opmerkenswaardige,
ander
een
geheel
eene
nUIUELDIEUUN.
op in be-
Buideldieren.
I.
Onder
jongen zeggen, de
den
weinig
ter
wereld
dor
tepels
andere
van
en
slechts
Men omdat van
naam
zóó
tijd
tot
zich
velen,
Fig.
tijd
deze
aan
en
eene
dat
hangen,
geheel
door
dieren
haar den
daaronder
bij
huidplooi,
die
men
halfvoldragen hebben
zij noodig
blijven
zoogdieren,
wijfje
het
komen,
verstaat
zóó
ontwikkeld,
moeder te
van
heeft
bij
Buideldieren
van
voor
van
de
naam
van
Fig
aan
jongen
los
Buideldieren
ontdekten,
aan
der
huid
verdubbeling
1.
de
maken
gezoogd.
de eerst
eene
als
even
moeder kunnen
worden
kunnen
men
eenigen tijd
nog
zij ,
wier
zoogdieren, zou
2
is
die
,
van
gegeven, den buik
aanwezig den
vorm
zak
een
buidel heeft.
bedekt
huidplooi de
binnen
buidel
zijn,
Tepels
in
geopenden
en
Het
worden
is
eigenschap
er
aan
door dien
tegen
ruwheid
en
de het
van
tegen
uitwendige
do
belee-
beveiligd.
echter
zijn
jon-
er
hangen,
weer
digingen
de
buidel
buidel.
Buidel.
den
gelegen
die
gen ,
den
zoodat
tepels,
deze
of Die
zou
verre
,
die
van
aan
af,
de
dat
wijfjes
het van
bezit allo
van
een
buidel
zoogenaamde
eene
Buidel-
DE
dieren deze
eigen
zou
klasse
zijdelingsche slechts
gedeeltelijk
missen
dooi- het
lange
is dus de niet
geeft,
d.
phen,
Die
benaming hoeft,
als
de
naam
overige later
van
ook
den
Aan der
de
Daar
naam
gewonen
de ouden
dierkunde,
van
of
aanduiding
hoegenaamd.
soorten
De
eerste
door
gedeeld
,
do on
van
mauhits
en
buideldieren, bekend werk
nog
een
uit Amerika soorten ,
die
vindt
was
schrijvers
doch
paar,
van
later
waren.
gerangschikt
den
bij
eenigen
ons
de
vader
anderen
dieren
aan
de
en
eenige
Europeërs
mij
prancisco
philander).
bekend
george
is,
en
ximenez
reiziger
mede-
prancisco
marcqrapp
welke laatste met
vertoefde
Die
mede in die
en
opossum
ver
,
zoog-
wij
Amerika te huis.
( Didelphis
Brazilië
zullen
deze
die
in
willem nso
Histoire
naturelle schreef,
( Didelphis
vermeldde
die hem
afkomstig
bij
van
Brazilië
zoo
de
ook
do
en
en
joiian
leermees-
den eersten.
Buidelmuis
do
,
even
van
aplaoentaire
Noch
noch
men
en
den Duitsohen
zijne
overige
de
bedienen.
soorten,
werden,
in
van
Didol-
do beteckenis
of
blijven
tlinius
Guyana
tijd
van
tegenoverstelling
belmoren,
belmoren
geneesheer
die
goeden grond,
een
waarvan
geworden,
goruimen
eerst
met
waren ;
door
den
in
de
van
is
geeft,
zien,
Trouwens
daaromtrent
Nassau
nuppoN
bij
schrijver
geno-
de dieren dezer klasse
Didelphc
Buideldieren
Spaansoho
begunstiger
Toen
,
Opossum
landgenoot,
onzen
zijn
later
hun
dan
worden Strikt
tegenoverstelling
de
behoorendc Philander
huis
berigten
üernandez
ter
de
waren
te
landen
die
ook,
beschut
aan
of Monotremen
noch
Latijnschen
allereerst bekend
in
naam,
tot
om
zelfs
de buideldieren onbekend.
waren
aristoteles
Griekschen
het
een
zijn
die
of dieren met één baarmoeder heet.
zoogdieren
evenwel
Vogelbekdieren
men
later zullen
gelijk wij
zoogdieren,
zal.
blijken
men
jongen
ontwikkeld
er
niets
van
slechts twee
hangende
moeder bekleedt.
die
dien
zijn
door
der
Monodelphen
aplaoentaire
van
plaoentaire
dieren
dan
naam,
daaraan
genoeg
er
jongen
buik
baarmoeders,
met twee
men
de
Buideldieren,
Een andere
die
Ja
soorten
den huik
van
de
en
niet
en
vormen.
wie
huid
tepels
dat den
naam van
juist.
,
te
bij
en
haar,
i. dieren
zoogdieren
do
overdekken,
buidel
plooijen
men
die
verscheidene
Bij
vormt de
zoogdieren
plooijen,
eigenlijken
een
Integendeel.
wezen.
van
195
BUIDELDIEREN.
hij
later bekend Thans kent
worden in het
murina) in
de
waren
men
,
waren
de
deze
supplementen geworden
en
twee
die hem
ecnige
op
dit
die mede
in dat werelddeel 18 of 19
geslacht
Buidelrat of
Didelphis,
wier teenen door zwemvliezen
benevens do Zwembuidelrat of CMronectes ,
13*
190
verbonden
tweede
dieren
de
was
Aroe-eilandcn
boina kat
had
de
dat
dat
het
zij
’t
schijnt
Hij
der
niet
vinden
in
oen
seba
bij
de één
reiziger
dusverl
onbekend
Kengoeroo,
turus-soort.
en
zeereiziger
,
zag
zij
Potoroe, op
zijne
cook
een
te
en
weg
door
een
die
bruyn,
en
afbeeldde,
beboerende
welligt
dat
tot
Maar
in
niet minder
viel,
Oost-Indië
van
leugen
,
zijne stelling,
dor
Oude
wezen,
die
,
moesten
tot
als
Azië
,
banen tot de betrekkedie
thans
wij
landgenooton,
1700
Batavia
te
niets anders
geslacht
ook
werd
opmer-
hard
behooren.
te
het
echter
modedeeling
zijn
in
aanwezig
op
behooren
onzer
en
Oost-Indië,
in
exceptioneel
werden te den
die
van
zoo
huis
de
bleef onvruchtbaar.
james
afgaande
,
eene
andere
ceno
zeer
beschuldigde
Buideldieren,
der
geworden
dier
om
hij
geheel
dat
gerekend
uoodig
er
cornelts
Doch
Wereld
landen kon
kennis
zijn
of
omdat
kon,
waarschijnlijk
Kengoeroerat
slagen
was
gedaan
zou
kenden
in
Wereld
volledige
vrij
Nieuwe
valentijn
Am-
den bekenden
dat ook
verzekeren,
zelfs
hij
daarom,
ook
Oude
stap
dat
te
aan,
op
verdient
valentijn
en
van
Nadere
kabinet
Het
was.
voor
van
werd.
zijn
hij
alleen
grootte
wij
de
bevat
mededeelt,
Nederlandsch
over
en
historie
merkt
aangaande
on
afkomstig als
piso
hadden
gclooven
Buideldier, tot
en
,
alleen
dieren
de
Nog lijk
zoowel
gewaagd
waren
verschillen,
dus
soort
de
genoemd
dier
beschreef
Oost-Indië
buffon
buideldieren
het
uit
berigt
was,
den
alweder
die,
,
omdat
dat
dit
schrijver
seba
dat
werd,
Solor
Natuurlijke
bekend
zoog-
van
allen thans
beschrijvende,
Koeskoes
aangaande
Ook
zijne
ver
gevonden
geachten
nog
valentijn.
buideldier,
naar
zoo
inboorlingen
borigten
thans
francois
king
dier
de
11e eerste
In
Opossum
voor
die
ondubbelzinnig
een
piso.
der
eilanden
Ceram, ,
Californië.
aan
afdeeling
oostclijko
Amboina,
op
Aroe-eilanden voorkomende
ook
en
door
en
uitvoerige
vrij op
wel,
en
dergelijk
een
willem
Amerikaansehen
Oost-Indië
der
zuidelijke Yereenigde
deze
van
Phalangista.
daarvan
is,
de
Mexico tot
en
andere buideldieren
geslacht
genoemde
den
in
het
meren
eenige
bepaaldelijk
bekend
mij
reeds
Brazilië dat
,
de
buideldieren
waar
,
noordelijkste
aan
op
eenige
van
Amerika
van
nadere kennis
ontdekking
onder
ver
de
do
tot
stap
Archipel,
Indisohen
bet
Paraguay,
Noord-Amerika tot
Een
zoo
is
zijn,
van
worden
zuidclijkst punt
Hot
zijn.
gevonden Staten
is
BUIDELDIEREN.
DE
ceno
weinig
1770
was
bezitten. den
oen
dan
betot
een
Hypsiprymnus, kleinere
of
geen
Halmaacht
ge-
ontdekten de bekende
beroemde
togtgonoot
banks
I)E
in
dat
gedeelte
Meuw-Zuid-Wales
Kengooroe
,
Later
verder
13otany-haai,
in
van
Diemensland of
van
Kcngocroe’s
voltooid
en
werk
de
Kcngocroe’s
liet
gansche
is,
zal
dat
groote soorten
van
of Ma-
eerst
Engolschen
in
gottld
te
op
soorten
meer
52
belmoren,
Australië te
en
150
hcloopon
1
voor
en
do familie
tot
geslachten
en
1845
in
zijn
beschreven
waarvan
Amerika
ongeveer
ook
huis beboerende op
Australië
familiën
en
Australische buideldiete
door
108,
van
van
niet alleen
om
andere
van
andere
zijn,
dor
dieren,
bedraagt
tot
bekend
zij
getal
naam
Nieuw-Holland
van
staat
dier
der Buideldieren
getal
ver
in
der
cene
den
onder
genoemden Halmaturus
gedeelten
zoogdieren
56
thans
vestiging
Diemensland,
de
en
is, dus
verscheidene
Het
afgeheeld
der
zoo
stelde
ook
van
over
meerendeel
voor
thans
andere
maar
,
Hieuw-Holland
het
don
Tasmania hen
loeren kennen.
te
ren
bekend
algemeen
waarschijnlijk
giganteus.
cropus
dat
Nicuw-IIolland,
van
197
BOTDELDIEUEX.
zamen
,
).
II.
Laat
thans
ons
Yan
het in
weinig niet
alleen
men
den
digen
in
en,
der
Met
zal
Uit
’)
ik
mij
en
waard
het dit
der
zeggen
het
Spanjaarden moeite
sommige
te
hij
zou
gedaante.
ten
ten
aanzion
zóó
tot
van
de
veel, vindt
,
Dikhui-
de
Insektenctcndcn
voedsel
en
levenswijze
gebit loopen
dat ook
uiteen,
of
Knaagdieren terug
op
het
van
de
bijzonderheden
tot
blijkt,
Nederlanders de
hebben
verzamelen.
hiertoe voor
meest
do
dat te
die
nu,
algemeene eigenschappen
zijn
sommigen
naderen tot
weder
opzigte
niets te
daarvoor
Bij
andoren dien der
anderen
nog Ook
Buideldieren
bovenstaande aan
in
is
dieren,
de
ver-
daarvan niets
valt.
bepalen
ijs gebroken
opstel
ook
dezer
eigenaardigheden
daarmede,
die als
en
Buideldieren ach-
verschillen
Zij
zeggen.
maar
gelijken.
betrekking
merken, zijn,
te
Hoefdieren
in
orden te
den habitus
,
verhand
algemeens
op
grootte,
Herkaauwenden,
schillende
die
algemeen
in
type
on
der
eigenschappen
aanzien,
het
Tandeloozen
en
voornaamste
uitwendig
enkelen
terwijl
do
beschouwen.
tereenvolgens
van
men
de
Ik
betrekkelijke plaatsen de
nadere
Deze betreffen
kennis
der
ontdekking
beeft.
Buideldieren ken-
die dieren te beschouwen
gewigtige.
danken
do
dezer
beb uit
Buideldieren
gemeend,
de
dat
geschriften
dieren,
1)
in
een
aan
het
yan
de
der
hen,
aanhangsel
198
BE
der
organen der
jongen;
Wat
in
scheiden
bij
het
2)
de
eerste
zich
te
De
zoogdieren. zooals
voortplanting
de
BUIDELDIEREN.
de
bij
geraamte; plaats
dezen
de
hot
de
en
hart,
wijze
de
bezitten
zoogdieren,
Buideldieren
platte
geene
maar
3.
der
zoo
zeer
de
of
dit
de
eijerstokken of
echter der
voorts
Terwijl
de apen de
en
enkele
eono
deelde holte
uitmaakt;
onver-
daar-
—
de Insekteneters
bij
de
Walvisschen,
en
die
Vogelbekdie-
doen.
baarmoeder
entegen
tot
minder
mensch
den
bij
overige
opzigt
—
Monotremen dit
onder-
trosvormig
meer
Yogels
ren
van
gladde oppervlakte,
in
dan
ontwikkeling
van
hersenen.
aangaat,
en
min
zijn
naderen
Fig.
do
4)
en
voortplantingsorganen
aanzien
eijerstokken
gewone
3)
wijfjes
de ,
Dikhuidigcn
do Herkaanwenden
en
,
de Ylecsoh-
etenden de bodem der baarmoeder zich
in
twee
splitst
nen
zelfs
het
(uterus
gedeelte
der baarmoeder hoornen door is
een
ligt,
bicornis)
dat
,
een
nog
—
( Lepus
;
—
een
maar
Kengoeroe. ug, en
va’
ch de
enz.
cl ,
ot
regter
eijerstokken baarmoeder
omgevende vliezen;
derde
canalis
voortplantingsorganen
scheede;
va”
va
en
met
eene
vrucht
scheede;
daarin;
bij eenige
,
Arczelfs
tusschenschot be-
wij
twee
ook
bij
de
baarmoeders,
bovendien ook
schee-
twee
een
trompetten;
dubbele
middelschot
van
en
Sciurus,
vinden
Buideldieren
Inwendige
voorts bij
Spalax, Bathyergus )
de scheede zit
eind weegs
terwijl
baarmoeders bestaan
tomys,
niet in do
inderdaad twee
knaagdieren
daarvan
en
holte
do
van
tusschenschot in tweeën
gescheiden;
de
hoor-
zoogenaamde
ug
den in do
,
die echter te
een
zamen
enkel kanaal,
opening
van
de
komen
dat tevens
pisbuis
bevat
urogenitalis. en
daarom
canalis
urogenitalis
DE
wordt.
genoemd bestaat
de beide
van
het
derde of
eene
nog
is
ping
wat
Ja,
Halmaturus
geslacht
Door
de
scherp
ééne
wij,
do
moest zich
geheel
op
neemt.
Bccds
vroeg
vond
don mond
ontwikkeld, in
zulk
een
kelingstrap lieten
staan,
merkte
men
gaf
plaats bij
aan
do
buikzak
niet
,
die
der.
den
Zoo
dachten
ximenez
heenandez
verzekert
nimmer
sprekende zegt
moeder,
')
enkele 2
in
)
de
reeds ook
maar
holte, De
„Het
binnens-lyfs
Bij
pisbuis,
dier:
dit
de
Flora
vond
tot
do
ligebaam
maucghaf
riso
er
zyn
maar
Monotreraen even
jongen
niet
buytens-lyfs
Ook
openen als
bij
zich do
niet
vogels
voort
in
een
alleen on
ontston-
de
baarmoedo
over;
ontledingen,
herbaalde
vinden.
ver-
hingen.
vrouwelijko
jongen
gelegen
en
zak
moeder
dat bet
dat
en
den
tijd
der
tepels
kunnen
bovendien
valentyn
,
2
) Koeskoes,
in
opene
de
Baar-
een
zak
scheede
en
of
de
in
ééno
groot
deel
reptilen,
cloaca.
oostelijko
en
brengt
endeldarm,
eilanden
physisch-geographischen
Fauna
nog
met
weinig
verschillenden ontwik-
tijd
niettegenstaande
gesloten;
gemelde de
hij,
die
zeer
,
baarmoeder bad
de buik-
jongen,
Oost-Indischen of liever Australischen
den
van
van
dat
zelfs,
inwendige
een
der
Buideldieren
tusseben
Men
meening,
buiten bet
,
laatste
de
de
blijkbaar
zeer
van
Buideldieren
do
bij
of
waren.
baarmoeder bezat
eene
opzigt
die
aan
zijde
schei-
welke de
ontwikkeling
Buideldieren
op
avontuurlijke
in
de
don buikzak
jongen
de
eencr,
ter andere
waarin dien
dit
die reeds
voortdurend
de
als
buikzak,
in
voldragen
zelden
Buideldier geen inwendige den in
dat
hingen,
b.v.,
nog tot
aanleiding
gang,
en
ter
voorbereid wordt.
ware
de
In
niet
nog
tusseben
scheede
en
scheede
en
het
bij
beboeren,
urogenitalis ¹).
canalis
overgangen, door
ontdekte
geheel
eenigen
—
bad.
,
Maar
Immers,
bijzonderheid,
op,
die zulk
Buideldieren
baarmoeder
’t
is
tepels
den
afgezonderd.
als
eerst
de
niet
nog
anderen,
,
Dit
zelve
men
vast
tweeën
blind uit.
echter de
zijn
zekere
eigenaardige
bijzonders
zeer
plooien
in
dubbele baarmoeder
zagen,
de moesten
Kcngoeroo-soorten
andere
uitstul-
zakvormige
eene
Bij
soheede
groote
beide
ongescheiden
met
deden in
vrucht
do
zoogdieren
enkele
gelijk wij
die
van
Maar
iets
do
eigenschappen
overige
Buideldieren
vinden
ding
de
met
de
on
gemelde
van
dieren
die
loopt
waartoe
als
even
die
Buideldieren
eenige
bij
sobeeden.
,
zich
zij
is,
middenscbeede,
,
opent
vreemdst
zijdclingsche
middenscbeede bezitten
eene
199
liUIDILDIEKEX.
’t meest
van
zin
don
niet
Indischen tot
overeenstemt.
Azië,
archipel maar
tot
behooren
voor
Australië,
een
waarmede
hunne
200
DU
beurze
Van
....
Lyftnocdcr
een
die
tepels
zynde,
Do
hoogst
niet
bezat,
alleen
plantingsorganen in
jongen
sprake
geen
geboren
en
vreemde
treden, dit alle
Bij
zullen do
zeggen
wikkelt
dat
,
Maar vooht
tot
geschiedt het met
verdere er
nu
buitenste
elkander
')
?
allo
Op
een
veelal
met
de
Vroeger
bestonden
onmiddellijke omgeving
ei
groeit
wordt
er
do
tot
en
een
voor
;
is
do
,
in
Dat
do
af
nu
aan
als
buikzak,
beteekenis ik
en
voort-
onontwikkeld
zeer
den
do
van
in dit
van
zal
trachten
bijzonderheden
der
der
cn
te
een
dat
afgezonderd
een
tijdstip
vrucht
niet
of ook
wel
ontwikkelen
zich
plaats
zich
vocht,
een
vindt
oogmerk
ons
,
cn
is
,
op
ook
reeds
vrucht
cn
vrucht in ont-
door
het
bloedvaten,
dan
tot
de
het
doordringt. voedings-
voldoende is.
meer
vlokken,
maar
vrucht
ei
deze
zelve.
wand-
dat door de vlie-
vaatrijk ligchaam
aan
ver-
’t genoeg
waarop dat
meer
de
en
die
,
eindelijk
vormen,
gehechte
behoorden
Wat van
plaatsen
inmiddels mede ontstane bloedvaten der
vaatrijke
den
ontwikkelt zich daar.
plaats
er
door
eijerstokken
cn
daarin boslotene kiem
schijfvorraig,
Dit
der
toch
helderder,
uit
nagaan
het
chorion)
zamenhangt.
was
on
daubenton
noemen
daarvan
ontwikkeling
zoogdieren
eene
(
te
ook
scheedcn
twee
van
voldoende bekend.
vrij
daar bevrucht
die
ontwikkeling
eivlics
door bloedvaten
zelve')
dat ei
bij
er
owen
zich
Orang-oetan,
vrouwclijke Opos-
met
physiologischc
cn
eitje
wordt
baarmoeder
in
twee
reden,
gevoed wordt door
der
ei
komt
nu
het
vlies
het
van
later
waarop
,
,
den
houden.
maken.
aanvankelijk
omdat
,
Do
eerst
daarvan niet
phason
bekloodcnd zen
wijze
zelfs
die
tysok
van
spreken
van
stand
lang
dat de
werden
voort.
komt het
de baarmoeder,
schillende te
te
duidelijk
niet
vruchtleven
veel anatomische
te
Zoogdieren
eileider in
"Wij
werd
geen
na
aan
zy
volwassen
(die,
zekerheid
onderzoekingen
jongen hun
ware
baarmoeder,
zonder in
,
de
Buideldieren
de
Doornen,
ontdekte, maar
dat
dan of ,
vooral
,
vinden,
te
zak
edward
zouden ontstaan,
’t
verschijnsel
die
echter
dieren
door
Maar
meer.
uyt dc
waaronder vooral
buikzak
niets
mot
kon
gemaakt,
de
van
zetten als
tweede
ccno
om
den
andere
werden
ontleedkundigen,
latere
,
ook
aan
daar ik
baarmoeder,
eene
weldra
en
vrugten
ontleedkundige
van
hoeft
verdienstelijk
is
jongen
dwaling
Engelsohc
de anatomie
die
zaak
eene
zonderlinge
beroemde
omtrent
sum
is
dit Dier
nu
de
gelyk
groeijen,
Deze
in
of
gclykt;
afvallcn)
kan.”
binnen
BUIDELDIKUEV.
dat
vrucht
ligchaam,
meer
tot
de
DU
moederkoek vlies
uit
andere
het
loopen
vrucht
Zoo
is
zich
ei
ander
van
vrucht
cn
mond
de
een
bestaat
dat
op
opening,
opzwelt,
vandaan
het
den
tepel
ónmogelijk op dezen
is
dan
cn
klieren
zamengedrukt
rondom
den
tepel
daaropvolgende
') hoef niet
Bij ik
deze wel
in
eerste,
cn
de
oppervlakkige,
vervangen
te
molk
wordt
langzamerhand
dat
die
nog
geruimen tijd blijft
maar
door
dier
dat de
Zuigen
der
ons
do
vrij
naauwe
zijn,
aan
de
Daar-
leefop dezen
doen
ja do
vaak
jongen
worden
zamentrekt, tot tien
oogmerk
circulatie
den
vrucht
moeder is omgeven door
melk
toevoer
der
hangen.
jong
de
namelijk met
moeijelijk,
uiterst
zes
die
verminderende
voortbestaan.
een
jong gespoten.
komt
voor
men
aan
er een
tusschon
wordt
te
im-
blooto
mond
gevat
lighot
voor
wordt
rondo,
zuigen
deze
door
het
met het
ook
dadelijk
De
worden.
zogklier
het
van
voegen,
hem
nu
nu
eene
zal,
zeggen
maar
vrucht
zich
uit
wanneer
Buideldieren
door
meer
vast.
zonder
komt
Maar
do vrucht
te
dor
moeder,
hecht
voor
Maar elke
slikbewegingen
naauwelijks
plotseling
het
de keel
de adem-
Buideldieren vormt
toch
Do
moeder
er
dat,
wanneer
do
gebragt.
door
magtig
weer
niet.
spier,
ook,
terug,
vrucht als
door
woord
de
niet
het
slechts
jong
aftrekt,
dien
leeftijd
eigene
het
door-
bloed vindt
geenerlei wijze
Eu
cn
maar
na
navelstreng
der
èn
.bloed
vrucht
moederlijke
een
Bij
worden.
ei
,
nog
tepel,
blijft
komt
van
eene
do
dat
der
tepels
later
laat.
gevoed
stand
oogenblik
daar
cn
de
van
die
en
uitzondering
ik
treedt op
het
toestand
onrijpen
,
aan
kan
do
den
spijsvertering
verband.
oogenblik,
tot
In dat
met
—
het ei
tusschen
door
zijn').
waarover
naauwer
moeder
de
der vrucht
nemen
baarmoedervlies
moeder
kan.
aanmerking
cn
,
in
niet
inwendig
binnenste
voeding
placenta
ligohaam
’t
der
door
èn
voedingsvoeht
in
geboren
tijd
moeder
verband,
punt
buiten
Buideldieren hot
bibitie
het
gebragt
Monotiemen, nu
het
het
met
de
der
leiden dat
en
op
zoogdieren
moederkoek
der
dor
die
heeft
aan
nadat
naar
daarin
alle
bij
ik
geen
chaam
zich
verband
bloedvaten
bloedsomloop
stoffen,
der
die
maar
den
moeder
het
ook
on
de
der
haling
De
uitmakendo beschouwen
geheel
de
heeft,
thans
men
af
nu
van
wederom,
en
gevoed
en
zoodat
En
plaats.
wijze
vrucht
treedt in
geheeten,
baarmoedervlies in
de
naar
één
placenta
der baarmoeder.
eene
op
of
201
BÜIDELDIKÜEN.
nu
van
door
voldoende
van
naarmate
kleine Door
den slokdarm
uiteenzetting door
moederlijk
zich
de
openingen
onmiddellijk
voedingstof
hot
die
laatste
be-
imldbitie
bloed,
maar
ontwikkelt,
202
DE
in
de
De
en
strotklep
buitengemeen
is
getroffen, de
melk
het
van
ademhaling Men
tusschcn
moedor den
van
dat
mogelijk, den
van
deze
zulk
wordt
het
zuigt geheel
niet
dan ook
dat
weten,
in
huid
cenige
af en
luchtwegen aan
en
,
weers-
zonder
over,
en
dat
alzoo
er
geen
de
hot
zou
zog
een
Het is
het uittrekken
hij
het
do rand
van
Maar
volgde.
buideldier
jonge
moeder
der
der
men
volgen.
bloed
en
tepels
mond
vaatgemeensohap
mondopening
spoor,
het
den
wanneer
dat
eenig
dus
do
jongen
van
zoodat,
—
naauwo
en
door
gedraagt
die
en
geschied is,
do
aan
geboren
pas
tepels
bloedstorting
geval
insoheurde
geboorte
aan-
al
gevoed,
zich in den beginne daaromtrent
lijdelijk.
Wij gen
de
van
de
die
vaatvorband bestaat
een
slokdarm
ontstaan,
door
tepel
eenigzins
wordt
leven,
verdeelden stroom
vergroeijen
enkel
een
de achterste do Walvisch-
bij
de
van
kegel,
van
in
ook
geheele
gescheiden
den
van
zou
aftrok,
in
gezwollen
laatste
van
zak
een
van
vele buideldieren de
bij
besloten
den buik.
Yan
haren rondom
eenige
aantal kleine
hevipden, spleet
of
spier,
en
den
dat
men
,
de
bepaald
door
binnen is
die,
van
de
baarmoeder verband.
hij
Die
vooral
den
zak
en
is
eene
naakt
geheel
als
tijde
bezit
zich
riekend
eene
van
deze
bestaat,
zoo
ver
van
men
den
hangende jon-
en men
jongen
vocht
zóó
zak
buikzak
zijn,
den
loopende
heeft kunnen
de baarmoeders
in
afscheiden.
sterk
den
van
des te
kan
een
zak De
sluit-
gesloten
en
de
ziet alleen
daarentegen
daaromheen
moeite de hand in
ontwikkeling
Hoe kleiner
tepels
verdubbeling
binnenwand bezit
ten
zamentrekking
de
aan
zak
onaangenaam
niet dan met
de ruimte
Die
zijn.
tepels.
vetachtig,
opening kan
do
klieren,
een
Tusschen van
het
’t
dieren
jonge
soort
eene
die
inrigting,
wanneer
zouden
tepel
deze
hij
afgebroken;
dat,
jongen
en
zijn
tweeën
in
de bloedvaten
elkander
met
jongen
jong
wordt
heeft beweerd,
in
geraken gezorgd.
echter
het strottenhoofd behoorende
tot
gedurende
een
luchtpijp is
kon
gevaarlijk
stempleet bevindt,
volkomen
in
strottenhoofd
hadden,
gevat
dezen
gaat
eenigzins
de
de
Hiervoor
elkander
met
jongen
in
stemspleet
arytenoideae)
zich
de
voor
geven.
Door deze
bij
maar
dit
andere
vormen
do keelholte
ingespoten
zijden
en
uitpuilt.
dieren,
de
twee
on
waarin
top,
neusopeningen
door
aanleiding
(cartilagines
lang
do
waarvan
de melk
( epiglottis)
kraakbeenderen
dat
zeggen,
stikking
tot
zoo
achtige
zou
doordien
worden, kan
Men
maag.
BÜIDKKDIEKEN.
wor-
brengen.
de grootte
nagaan, meer
een
ontwik-
DE
keld die
is
de
hoe
zak;
eigenlijken
zak
dorsigera),,
ja bij
,
ik
reeds
haren
brengen
dien
is
lang
buideldieren het
gestoken dat,
is
hij
welks
,
sterk
tijd
welke buikzak
ter
een
blind,
die
met
steeds later
door
—
Bijblad
bij
van
alle
grootste korte
zoogdieren
Album
der
de
Men
aangevat daar
had
waarop
,
dat
in
zak
on
soorten
de te
aan
zich
der
den
had,
gezien
owen
weder
de
vermoedde,
gescheiden,
er
de regter
ik
moeder
plaatsen.
hierin op heeft
zijde legde,
ver-
shute
het
met
in den buidel
geraak-
spieren wijd geopend
soorten
reeds
en
de
zeer
als
klein
een
pootjes
dat
bovenhelft,
,
1866, bladz,
soorten
voorts
zijn zij
;
korten
zelfs
eene
namelijk
—
sommige
bij
staart.
de
aohterpooten
overeenkomstig
Natuur
,
aohtcrpooten,
geldt,
die,
Wanneer
geval.
bij
een
groote
bij
of niet ontwikkelden
tuinboon
en
buideldieren
van
aanmerkto,
weinig
een
bijzonder is
wijze
tegenovergestelde
zijn zij
Dit
tijd
zij gedurende
Yirginisohe Opossum
gelijk
dan
tijd
).
het
zulke
don mensch
het
werd
onmiddellijk
maar
in
zeer
langer
onderscheiden.
van
de
bij
,
naakt,
zich
voorpooten
’)
’t kortst
de
geraken.
verschillende
langst,
baarmoeder,
erwtje
zijn
ontwikkeling voorhelft
do
wereld komen
geheel
voorpooten roe’s,
was
bij
meer
door-
korteren
en
dat
lange
hoe
dat,
daarin langeren
omtrent
zamentrekking
getrokken
gelijk
gedeeltelijk
en
bevestigd,
zamengaat,
tepel
de
bij
1
(Didelphys
niets dan de
wereld komen
den mond
jongen
,
klein
ook
een
van
hebben,
aanncmcn
grond,
zich op
de
de
het
den
Maar
wijfje
is
veel
met
en
beschutting
mag
de verschillende
dat
dragt
bezitten,
jongen
als
de
groote
een
dat
zak
den bek
van
het
door
onderscheiden,
zeer
de
opening
van
jong
om
barende
beneden
naar
De
een
gebogen ,
zoo
den
met
gedragen.
het
geweest
vermoeden had
eens
wijze
dat
ligchaam ten
geboorte in moeder
mogelijk,
zeer
schillende
gezien,
de
doze
soorten,
plaats
hebben.
noodig
onzekere
de
aanwendde
ter
waarmede
hangen,
het
dit
en
,
toen
pogingen Het
bij
door
jong
,
ontwikkeld
in
De
Imidjdooijen
ook
hebben
te
jongen
de
beschutting
in
Men
dit ook
meer
blijven
mindere
tijd
tot hunne
jongen
baarmoeder is
zij
ontbreken
der moeder.
waarnemingen
tepels
Men
buik
zoodat
,
do
dan ook
zijdelingscbe
paar
soorten
des te minder.
,
hebben
bezitten,
een
eenige
heb,
den
de
schijnen
de
slechts
gezegd
van
ontwikkeld de
aan
grooter de baarmoeders
groote baarmoeders
vrij
203
BUIDELDIERE»,
zich
16.
en
die
wet,
bij
de
spoediger
Do
Kengoekleine
bij
de
vrucht do
ontwikkelt
204
J1E
dan
de
achterhelft.
de teonen,
achterpooten delijk
Gedurende den
toe
der
die
met
haar
scheidene
voedsel
de
dat
grond
den
de moeder.
geboorte, toch
zijn
worden. het
het
jong de
zitten, tepels
de
aan
is
die
voor
in
de
dc
wijze
een
dan
op
Guyana
moeder
voren
nadat
jongen
tot
gedragen
de
de
einde
digt
op
van
te
dc
en
de
tcrugkeer
wat
wijze
een
con
Bij
ge-
volkomenen
jong tegelijk soort
cene
langen
staartjes
do
in ontwik-
worden de
deze haren
be-
aan
worden
verder
met
mede.
hunne
van
opdat
geenen zak
vermelden
van
er
genoeg
totdat de buik
hier te
jongen
do
na
groot zijn ge-
(zie fig. 10),
om
waarbij
niet
sterk
aanhechting
die slechts
zich
den met
begeven.
andere
soorten
aan
tegelijk
voorpooten,
geheel
blijvende
tijdstip
met
de
zich
en
doch keeren
zich,
bukt
eene
wordt
,
ook
de
Bij
daarvoor
zij
grazen
tijd,
aan
weldra
nu
graast
tot,zij eindelijk
met
jonge
tiende maand
in kunne
cinereus),
voorkomt
en
tijd
zak
op dit
genoemd
ten
in do
Zij
sprong
natuurlijk
kromt,
slingeren,
en
onvolkomencn of
den schouder
dorsigera
inspanning.
daarvoor
en
dan den
(Phascolarctos
behoefte
komt
be-
en
zij
den buik
zak
los
andere
moeder
de
do onder-
als
waarop de moeder den
,
dan ook do
van
nest,
maakt.
jongen,
heeft, zijn
zak
kleinen
die
met
uit den
een
de
grootte
bij
Echter verlaten
wanneer
ontberen
opent
en
een
,
dit
der
naar
moeder
te
den in
eigene
met de
in
langzamer-
tepels
Kengoeroe’s,
Kengoeroe’s
de
de
en
allengs
huid
wanneer
grazen.
maar
gemakkelijk
jongen
Didelphys
den rug der
er
te
de
even
nu,
door
de
meer
die alweder
vooroverbuigt
jongen
met
Koala
den rug
als
koppen
terug als
raakt
zich
draagt
Opossum,
op
de
den zak
gevorderd De
werpt,
heid
bij
opgehouden
keling zak.;
later,
Buideldieren,
Die
niet,
toevlugtsoord
moot
zorgd.
zich
tot
ook
jongen
alleen,
en
ligchaam
,
de
moeder
zoo
de
in
grond er
tijd
een
vatten
pooten
Opmerkelijk
den
Bij
geboorte
hangen
meer
terwijl
laten
beginnen
nog
zij
Zij
dit
jongen
verlaten
in
jong
bijna
der
vier
Nog
dit
om
zak.
zuigen
zak
de
weder
nog
bezitten,
Op
tepels
vorraloozo
vrij
verschilt,
den
jongen
hare
op
zal
de
aan
,
steken
,
de
hij
bovendien de klaauwen dui-
nemen
dusver
Buideldieren do
eerst
daartoe
zeer
en
jongen
bedekt.
tepels
gevoelen
tijd,
later
in
vrij
plantcnctcnde
in het
zijn
voorpooten
gevoed,
tot
wordt
soorten
zich
zoogdieren,
de
het
het
de
,
moeder worden
gedaante,
wegen
dien
tijd
verkrijgt
en
hand
de
aan
Kengoeroc
zien.
te
melk
den
Bij
—
BUIDELDIEREN.
hijzonjongen
staart
om
van
over
den staart
haren rug af te vallen.
Maar
DE
zelfs
Virginischo
do
zien
is,
toch
op
haren der Over
geheel
worden
gejaagd
zei ven
feit
laat
o
len
in
den
het
op
,
dragen der
,
wij
hare
Kcngoeroe
te
om
aan
hot
aanbiedt.
Ik
zal
kan
lange
do
te
zij
aan
instinkt-
honden zulniet
en
de
en
last
van
dit in
struiken
het mede-
het
naar
letten
zeggen
veiligheid
doen
zoeken.
het
echter
er
die
dan
en
eene
en
gras
keert,
en
bui-
Maar datzelfde
ook
den
van
bijzonderheden
welke
drijven
vervolgen
zoodra
op
vrouwelijkc
Kengoeroe’s,
Jagers
blijven
ontsnappen,
weder
de
dat
zak
Het
bevrijd
nu,
hij
jongen.
tusschen
heeft
jongen
na,
ons
dor
Nieuw-Holland,
van
nu
Buideldieren
zich dan
tegenspraak.
toe.
opvatting
dat
moeder
om
voor-
bergen kan,
meer
jongen
feit,
den
uit
jongen
redding
oude
grootere kans
terug
Gaan
de
diertje,
inboorlingen
kan,
tot
zijn
do
niet
die
Het
zijn.
te
hiermede in
schijnt
andere
eene
kleine
hen
instinkt
moederlijke
hunne
soms
regel
weghuppelt;
het
ontwikkeld
verlaten,
ook
zak
waarbij
,
schijnt
matige handeling
die
mede
ontwikkelden zak
zeer
een
vasthouden.
sterk
vrij
van
wanneer
zich
met
rug
die
Opossum,
jongen,
moeder
’t
deldieren
zich
de
sleept haren
205
nUTDELDIEKEJif.
geraamte oi skelet
slechts
twee
dor uit-
meer
voerig beschrijven. Be
,
staan
twee
Fig.
betreft het
bijzonderheid
eerste
schaambeenderen
bij
platte,
de
vereoniging
eenigzins
4.
breede naar
een
basis,
boven
Men
knopje.
den
echter
de
onderste
Nu Bekken
tepels zak
van een
linker
m.
men
te
ander.
der
zijn
in
noemt
omdat
Be
meende
afstand
groot;
vrij dus
over
ribben
laat het
zich
stompe
het
do
eene
het
en
begrijpen
punt
of
buidelbemderen (ossa
ze
en
cene
schuins
wordende,
eene
der
beenderen,
bobben
dat
,
ondersteunen.
borstkas
Buideldieren
spieren
,
Zij
,
buikzak
een
derrand
smaller
eindigen
bovenrand
dier beide
beenderen.
loopen
en
den
Op
( symphysis )
beweeglijke
marsupialia) om
lekken.
dienden
zij
Hun
tusschen bekken
buikhuid
den is
en
nut
bij
is
on-
de
de buik-
groote lengte tusschen bekken
uitgespannen.
dat,
,
wanneer
de
Buideldier.
buidelbeen,
hangende
bevinden,
buikwand
jongen,
bezwaard
onverschillig,
die buikwand
daardoor
of
is zich
sterk
met
een
deze
naar
de
al
aantal
aan
dan niet in
laagte
de
een
getrokken
206
DE
en
uitgerekt
let
want
ecnigo
,
buikwand wel
ter
ongeveer
buikbeklcedselen
hangende Er
bezit,
is.
voorzien
Het
geweest
geraamte
een
dan
en
wel
De
de
sehedelkammen
keling der
het
van
in
blijven
ontbreken bouw
bij
')
Eene
spieren
zou
tot
drukkende
dit
meer
hier
bladz.
den
166.
het
de
de
bij
door
vervangen do
gelegenheid niet
ver-
dezer
over
der het
men
zijn.
der o.
zogklieren a.
bij
van
de
de
zeer
sluitspier
sprak
ik
,
en
de
zware
ontwik-
de
trommelholte met het
,
—
gescheiden voorts
het
in
den
ik
slechts
nog
den
toenadering
eene
dieren.
met
een
maaksel
en
van
woord. der
—
dat allo
dit,
buidel
alleen
op,
eigenaardige inrigting
van
reeds
Leven
vkolik
de
geringe
kruipende
geraamte alleen
Van
b.v.
eigenaardigheden
noem
der
en
is.
ontwikkeling daarentegen
bijzonderheden
vogels
dat
maakt,
wiggebeen,
eenige
en
eigen
onderkennen is.
de
,
kop
maar
uitsteeksel,
een
als
zoo
van
het
belangrijk,
Dit te
slaapbccn
Kengoeroe’s
uitvoerige beschrijving
vindt
van
den
aan
Buideldieren
gerigt.
het
van
wij
vormt
zoodanig
velen
bij
eenige
structuur
misplaatst
is
de sterke
bij velen,
uitsteeksels
dat
weinige
do
en
geraamte,
schaamboonsboog
spierbundels
uiteenzetting
(Thylacinus
het bekken kleiner
en
is minder
aan
als
dadelijk
van
vlougclwijze
aanmerkende,
bij
voeg
tepels
buikzak
een
echter
mij
vinden
geraamte
alleen
zij
zamonhangen
achterpootten
vertoonen
zou
de borstkas
achteren
naar
verhemelte het
van
der
’t
bijzonderheid
jukbeensuitsteeksel
het
dor
van
niet in
vlceschetende buideldieren
de
van
jukbogen,
cellen
ben
de
buidelbcenderen
gecne
dit dier
bij
de
aan
Diemensland
van
Ik
der
nu
).
degelijk
binnenwaarts uit
buideldier
een
bijzonderheden
Andere
dat
zien;
te
het
omdat
springt
stompe punt
van
in
Die
vermelden,
haar
waarvan
van
tusschen
bijzonderheid
hoek dor onderkaak
onderkaak
er
afstand
de onderkaak.
aan
ik moet
dit dier
van
l
de
bekkens,
zoodat
zijn,
regte
krijgt
den rand des
zwaarte
wel
kraakbeen.
Daardoor
getrokken
dat
de
name
andere buideldieren.
bij
twcedo
Eenc
de
worden
Zebra-wolf
strooken
wonderen, indien de was
de
vast.
gelegen
buideldier,
van
buidelbcenderen bemet
van
tepels door
buidelbeenderen worden
langwerpige
kleine
do
de
buikwand,
afstand
cenigen waar
door
beenderen
buideldier,
een
is
Do
cynocephalus).
op
soort
ééne wel
nog
die
aan
beneden te
naar
slechts
en
den
van
plaatse
wordt
nu
verhinderd worden
jongen
is
zich
steunpunt
een
Dit
spieren
hechten
buikspier,
en
worden.
zou
nUIUELDIEHEN.
der
de
Ik
Bui-
buik-
zamen-
Uitvoeriger
dieren,
1
e
deel ,
DE
cleldioren,
uitzondering
met
207
BUIDELDIEREN.
de
van
Perameles
geslachten
Choeropus,
en
sleutelbeenderen bezitten.
Do
bijzonderheid
aandacht dat
wenschte alle
bij
aderlijk linker Maar in
met
bloed hart
uit
het
blijfsel
van
bestond. wilde
Het
daar
dat,
,
verkeeren
en
den
bloedsomloop deze
het
eironde
gat
vruchtleven.
hart
bij
weg
nog
door
die
,
Eindelijk
komen
den
het
dat
er
tot
wij
om
niet
de
bet
te
toestand deze
gaan,
van
mogelijk
ook
tijd tijd
de
bet
hart
zou
zijn.
bestaat. het
van
ademhaling
bloed voor
niet
der
meer
aanvang
is het
geopend wordt,
gat ruimer
vergroeijen,
te
moeder
zoo
Dit
eigenlijke
een
het eironde
volkomen
don schoot
halen,
is
kan
,
langer
denkbeeld
een
gedeelte
anders
voor-
over-
het vruohtleven
Genoeg
been
linker
korten
voor
tijd overblijft in
het
zamengevallen
door
wanneer
,
longen
in
eersten
den
met
gedurende
vrucht.
longen
steeds
men
is
groeve
indien ik hier
die
ontwikkeld
adem te
beginnen
in
vindt
zoo.
de Buideldieren geen ofschoon spoor,
bij
geboorte
de
ruimer
en
zoogdieren
veel later
de
die
der
en
maakt, men
verband
weinig
zoo
regter
hen
bij
Tijdens
de
gelegenheid
vindt
in
duidelijk
het
die
het
bloed in het
Buideldieren ook
mensch,
,
bloed
weinig
zeer
de
geen
dat
,
slagaderlijk
en
worden,
de
aard
linker harteboezem of
en
ovalis)
vrucht
mogelijk nu
groeve
en
bij
tussohen
Yan
neemt
de
den
hij
regter
bloedsomloop
dus
er
communicatie
staat
den
hij
ovale)I,
{foramen
omslagtig
te
zou
van
den
(fossa
groeve
opening
cene
geven
weten
tussohen
is
nu
ook
zoogdieren,
eironde
ecne
Dit
kan.
het
dien
de
bekend,
bet hart
van
van
ik
waarop Het is
volgende.
linkerholten
en
hart zich met
regter
vermengen
den tusscheuvvand
kamer
regter-
Buideldieren,
in het
hebben, althans niet
elkander
de andere
bij
do
der
bestaat
vestigen,
zoogdieren
gemeenschap
hart
het
van
te
vertoeven
’t geen en
volledig geschieden
dio
eigenaardigheden,
de
dus
kan.
hersenen
der
Buideldieren vortooncn. den
Bij schedel
de
onder voren
onder
—
achteren
Bij
de
groote
onder
dc
,
alsmede de
hersenen
boven
groote
zijn
Eoofdieren komt
do
groote
hersenen
hersenen
zoogenaamde
een
niets
gedeelte
uitpuilen.
—
boven
die
,
dan
men,
do
de
de
in
den
achteren die
van
gansche
groote hersenen
der kleine
Bij
van
reukkolven,
zoodat
gelegen,
beschouwende,
die
hersenen,
de kleine
geheclenal
liggen
van
de
bedekken
zijn,
groote
hersenmassa ziet.
mensch
gelegen
hersenen
van
Insektonetenden,
208
BUIDELDIEKEN.
DE
de
Vlederrauizen, kleine
de
van
Knaagdieren de
Jiij
hersenen
de
en
Fig.
door
ook
liggen
Buideldieren
geheelenal
Tandeloozen
de
de
rcukkolven
niet
liggen
hersenen
der de
ja
alleen
vierheuvels
gelegen
te
de
onder
groote hersenen. dieren
Dit
de
de
een
ge-
achterrand is ook
nu
het
vogels
alsmede de
Buideldieren,
ook
de kleine
voor
laatste
hij
en
—
hersenen
maar
den
de
bloot.
vóór
komen
van
meer
ja bij
kleine
die
,
zijn,
voorschijn
kruipende de
nog
gelaten,
geheel onbedekt,
nagenoeg
deelte
onbedekt
uiteinden der rcukkolven
zoogenaamde
5.
wordt
Knaagdieren
groote
voorste
eindelijk
de
en
de
hij
geval,
Yogclbekdieren,
wier hersenen nagenoeg met die dor Buideldieren
overeenstemmen, onbedekt
zijn
Wanneer
deden, tot de
lagere
hersenen
dier a
van
een
( Sar cophilus
buidel-
kleine
hersenen;
wij
zoo
de
groote
van
of
der
rij
even
dieren
de
wij
voorzien
windingen
,
visschen.
hoogerc
zien
dan
mensch
echter in
men
e
te
des
daalt,
her-
een
plooijen.
dieren af-
meer
nemen
deze
in
windingen
d
vierheuvels;
c
lager
de
en
bijna geheel do
ursinus).
reukkolven; b groote
senen;
Hoe
den
aantal kronkels
groot Hersenen
afdolen,
van
het tot
evenals
voorts,
wij
den mcnsch
van
door
naderen
der rcukkolven
verlengd
aantal
in
en
zamengesteldheid
sektenetenden
merg.
af.
de
Vledermuizen
Bij
de In-
de Tande-
cn
,
loozcn
ontwaart
dieren is
do
do
,
Buideldieren
in
andere
eene
alle andere tot 'de
digheid missuur helften
zoo
de
is
de
is,
vogels
en
Wij
en
zien
zal
hebben niet
—
men
kruipende alzoo
in
geheel
der
balk
der tot
van
1865
dieren, de
,
grooto
in
zijn
zich
en ,
do
Buideldieren
hen
gemeend
hersenen
en
do
die dieren
Die
en
beido
elkander
heeft,
dat
en
do
Er is evenwel
daarentegen
ligchaam
dio
hersenen met
geheel
Knaag-
zij geheel
zelven.
waardoor
die
eeltachtig brug,
de
bij
glad.
hersenen,
ook
soort
op
cn ,
dieren doen naderen.
kruipende
cene
geheel
van
verdwijnen
staan echter
,
onderscheiden
zoogenaamde
dat
maar sporen
Yogclbekdieren
do
opzigt
de
hcmispheren
klein
en
nog
eigenaardigheid
genoemd, of
dit
zoogdieren
vogelen
eindelijk
groote hersenen
bemerkt
men
Yogclbekdieren nog
der
oppervlakte
Gelijk
er
men
van
zeer
eigenaar-
groote
eom-
zijdolingscbe verbindt,
hij,
zoo
als
—
bij
ontbrak.
der
Buideldieren
eene
opmerkelijke
DE
toenadering toenadering, het
van
die ik der
den
standigheid aangaat
,
niet
en
huik
kelijke
hehooren
het
staan
de
en
van
een
of
ofschoon
afwijken,
,
mede
nog
meer
vertoonen
2
).
Wij
andere
afdeeling
anderen
geheel
natuur
dieren
van
type
van
aan
de
eenige
hot
een
aan
maar
zeer
aan
opmer-
eijcrlcggendo de
zoog-
ontwikkeling d.
i.
tot
zamen-
dat
moet,
moederkoek, met de
de
nog
vogels
schoon voorbeeld
doet ontstaan door den
wijzigen
te
om-
moeder
dierlijk
overeenkomsten
zien hier tevens die de
,
van
erkennen
dieren zonder
duidelijker
en
de
zoogdieren,
van
voort-
nest
worden onder
type
men
in do
van
eene
trappen
ontwikkelde
volkomensten
de
komt,
soort
genoemde
geacht
laagste
laagst
den
overgangstypen
van
eene
aan
de
tot
ligt met
ook
de
tot
dus
der
een
een
zamenstel
overeenkomst
eene
ontwikkeling in
ware
opgekweekt,
moeten
op
van
’t
nog
nemen,
trosvormige
waarin
zulk
in
te
het
meer
Daarenboven
toenadering
Vogelbekdieren,
en
rcptilen
die soort
meest
of
Monotremen
lager
opzigt
mensch
den
,
als
en
in
kanaal,
tot
eene
—
ook
waar
vaatgemecnschap
geene
wordt
is
min of
openen,
de baarmoeder
Buideldieren
Zij
welke
die, stel
in
bijvoeg,
zagen
in het
rcptilen.
en
duidelijke
zeer
velerlei
staan.
zich
moeder moet worden
De
—
in
dieren te
der
Wij
dieren,
eenigc bijzonderheden
nu
er
zamenstcl
vooral
pisweg
vrucht
geheel
geboren
en
dieren.
de
ook in
gemeenschappelijk
vogels
der
dat
onvoldragen den
en
bouw
het
de
hun
van
kruipende
ik
gelijk
voorbijgaan').
moet
in
en
der
en
opmerken,
en,
geslachtsorganen,
plantingsorganen met
is
zonderheden
kortheidshalve
cijerstokken
der
vogel
ik deed
zigtbaar
bij
vrouwelijke
der
type
zooals
die,
geraamte andere
eenige
den
tot
209
DUIDELDIEKEN.
van
type
door het ontloencn
dezen laatstcn
eigene bijzon-
derheden.
Menigeen, ontwikkeling
gedachtig der
dere of mindere het
hoe men
mot
denken,
wanneer
genomen
men
niet
deze- laatste
in
dat
')
bij
aanmerking
opzigt
Zie
daarover schreef
1809.
ik
vrolik
een
,
slecht dat
neemt,
een
lagen
op
t.
a.
in
p. dit
regel
)
de
gesteld
is.
gelegen
do
priori
zijn, over
Ik
vrees
meer,
’t
geheel
van
dat
echter
beschouwing
regt begrip
,
zou
te
dan ook opgegeven,
staan.
meer-
zal vragen A
hunne hersenen
het
met
vermogens,
aprioristische
Over
meerdere of mindere
zamengaat
moest
men
trap
eene
s
opstel
dat
Buideldieren
Veelal vindt
op
dit oordeel alleen berust
menheid
do
den
verstandelijke
der
daarmede
het
groot zijn.
intellectueel
in
groote
ontwikkeling
dat
stelling,
hersenen in
on
zij
wel, niet
dierlijke volko-
Album.
14
210
de
op
dat
,
der
woonten
mede
of
het
vogels
niet
deren.
Maar
plantingsorganen bezitten
ren
welke mate
de ’t
geheel vogels alleen
opent,
regter
een
aan
als
der
overeen
d.
i.
van
zwarte
do
Embiotoca als
bij
do
en
wie
de
bieden
jongen
de
ook
zoo
Chili
andere.
Buideldieren
veel
grootor,
heeft
zijn
geheelen
inhoud in
meer
hagedis
(Rhinoderma
roggen
een
do
,
en
blijft
of
als
do
die zich
,
gelijk
En
de
wat
de
dieren
en
der
moeder
tot
de adder
( Vipera
of
vivipara ) ,
atra) ,
cloaca,
wij bij
Monotrcmen daarin
ligchaam
,
van
grootere
nog
kruipende
reptilcn
een
voort-
vogels,
uitzetting
de
(Lacerta
maculosa
de
—
eene
gevlekte onder
do
geslachten Zoarces,
soort
en
de
visscheu
Anableps
,
de Monotremen toch ontstaat evenmin
moederkoek,
overeenkomst de
de in
evenmin
pisbuis,
Darwinii)
alsmede
Bij
als
zoogenaamde
ovo-vivipare
do
tot
de eileiders bezitten
of
eene
komen
in ’t oog
rudimentair
maar
linnen ’t
onder
(Salamandra
on
de
zoo
eijeron
als
in
,
der
Vogelbekdie-
de endeldarm uitmondt.
aangaat,
wier
De
gelijk
verwijding
dat
met
vrouwelijke
even
de
en
comraissuur.
vier sleutelbeen-
Vogelbekdieren
mede
heuvels
den snuit
aan.
regter
,
hersenen
meest
van
de
linker,
reptilen
alleen
levendbarende
eenige
bij
eene
en
,
haaijen
de
zoogenaamde
die,
Salamander
moeste
do
met
in
der
dan
hebben
maar
vrucht
met
de
kikvorsch
,
en
door do Mo-
groote
de
staan.
mogelijk.
groote
vier
van
het bezit
en
eijerstokken,
gedeelte
niet
komen,
berus)
verlenging
lippen
is
vogels
opmerkten,
ontwikkeling Pelias
de
bij
de
de balk of
baarmoeder noch scheede
waarin
ontwikkeling
de
vogels,
haar onderst
oven
vissollen,
kleiner
Voorts
eigenlijke
de
ge-
vogels
aan
worden
zijn
en
,
niet
van
moet
waaruit
laag
zoo
overeenkomsten
meer
ontwikkeling
de
bij
ontbreekt.
Buideldieren
geheel
is
geval
bezit
hersenen,
veel
trosvormige
veel
opzigt
vooralsnog
het
evenzeer
leefwijze
voorgekomen
dit
deze laatsten
zijn
,
zonder
de
bepaald
kanaal,
een
eenige
en
is
mij
treffender overeenkomst
nog
de
over
dan dat der Buideldieren ;
vogelsnavol
tandeloozen
wat
Want ik
mag.
nog overtroffen
do kleine
nog
en
niets
is
vraag
Bij
zij
biedt
do
veel
Buideldieren in
ontbreekt
en
aan,
reptilen
en
de
overdekken
geraamte
loopende,
dier
eigenaardigheden
evenmin
kan
inderdaad in
zij
Vogelbekdieren.
glad,
reukkolven Maar
dat
dat
hier,
ontleende
notremcn
lezen
van
geschreven is,
beantwoording
herhaal
reptilen
hot
bij
opgemaakt,
andere
Ik
mij
Buideldieren
worden
Eene
die hier alleen beslissen
ervaring,
erkennen
kan
BUIDELDIEREN.
DE
genoemde
met
maar
dat
verwijding
hot
dor
ei
is
vogels
van
den
bij en
do eerste
blijft
met
eileider zitten
DE
wel
en
los
het
van
dat
lang,
zoo
toestand
rijpen
meer
ligchaam
der
als
zulks
vermelde
bij
schiedt
de
hier
dieren
’t
alleen
en
zijn, Ja,
het
dier
verhaalt
dit
waters
meld ik
tot
het
derde
met
nog
andere klassen een
in
der
buidel of
mot
,
zog in
do
stemd meene
de
de
om
eijeren
dieren,
boomkikvorseb,
jongen
jongen
Hylodes
zich
zuigen
ovipara
de
en
don
op
het
Buidel-
aan
geen
der
de
tepels
spraak
geen
jongen.
eendensnavel
uitspuit
zwemmende
dit
van
voor-
onder
jongen
opstel
,
voor
zoo
ver
namelijk
op
te
der
den
heeft
zulk
moeder
en eene
rug
De
nemen.
het bezit
inrigting aangaat.
Hyla marsupiata, bobben op
ver-
overga,
met de Buideldieren
overeenkomstige
lineatus, rug
bek
zog
aan
cenige analogiën
daarmede
Notodelphys
van
gedeelte
Peru levende boomkikvorsoh
Venezuela,
een
als
ge-
opgeslobberd.
,
uit
dus
geoponden
achter haar
woord
eene
den
der
bezit
do
bij
zogen
hier niet
zogen kan
veel
even
even
Het
doen
van
jongen
paradoxus)
wordt
gewervelde
van
de
dus
uitgebroed,
wijze
eigenlijke,
laatste
en
de
worden
heeft.
plaats
in
bier
eijeren,
vogels,
moeder
eigenlijk
van
door
enkel
een
de
dieren
(Ornithorhynchus
des
ik
,
hot
dat
de
bij
ofschoon
het
dat
wereld komen De
vrouwelijk Vogelbekdier ;
en
Voor
Eene
het
oppervlakte
zwommen
van
wijze
spuit
zelfs,
Vogelbekdier
de
van
zonderlinge
zogopeningen
hot
maar
men
ziene
in
kleine
ter
jongen
binnen
nog
Trouwens
211
do Buideldieren.
bij
ovo-vivipare
analoge
tepels hangen.
de
moeder als
ware
eene
op
eenigzins
eindelijk
dan
Monotremen
liUIDELMEEEN.
in
Bij
andere
zak,
Suriname
zak
ccn
vast.
een
niet,
den
be-
ge-
maai-
Pipa
(P.
americana) huid eene
van
het
plaatst den
huidwoekcring, waarin ten
ligt,
mannetje
wordt
rug
verwisseling ondergaat.
met
zicli
buik
van
dragen het
ontwikkelen is
;
—
jing
ik
’)
bij
zich
de
Scyphius
in
eijeren
de
er
den
bezit,
Album
der
door
die
namelijk Natuur,
in
de
een
een
zak,
die
een
ontdekten broedzak
bladz.
ik
noem
door het
eene
zak
Troskieuwigen aan
den buik
wijfje
aan
verdubbeling
der huid
de
huid.
eene
al
Eindelijk
ver-
Pedroinus uit de zeer
zonderlinge
'j.
319.
den
zeepaardje,
gevormd door vergroei-
Geophagus op
cel besloten
zijne gedaante-
het bekende
,
mot
do
onder
eijercn
het
van
hot masker
eijeren
dergclijko
van
soort
eene
bij Syngnathus
den mond
1866,
eitje
vissollen
worden de
agassiz
zulk
de
vormt zich rondom elk
en
den binnenrand der buikvinnen
nog
wijfje
in
uitkomt
mannetjes
mannetje geplakt;
Amazonenrivier, plaats
Onder de
en
eindelijk
eitje
Solenostoma wordt
bij
van
meld
—
waarvan
;
dit
het
op den rug
eijeren
ontstoken
nu
zoodat
laatse
(Lophobranchii ),
de
H*
212
DE
liUIDELDIEKEN.
III.
Wanneer ik dat ik
de
in
wil
ruimte, anders
dan
Dat
niet,
der
als
zoo
daartoe
die
de in
ontwikkeling als
van
do
ook
eene
rot
de
wordt
Tot
en
zijn,
knaagdieren,
als
die
zeide
,
eerste
deze
er
in
,
de
toe
onder
,
gebragt
de
in
tot
,
eene
de Buideldieren
eigenaardige
is
do
van
der de
gewone
sommigen Wij
blijven
nog
groepen
aplacen-
,
Zoogdieren,
tweede
verdeeld.
dan
men
groote
Didelpho
gewigt
Zoogdieren
neemt
Die
vrucht-
groot
even
twee
orden
geplaatst.
de
ver-
Monotromcn
Monotromen.
—
weer
groep
Wat in
de
eene
zullen dit echter
bepalen.
roofdieren,
monodelphe
om
do
van
al
Buideldieren de
ze
iedere
Zij
aan.
levendbarende
die
en
door
met
bovendien
die redenen
Buideldieren
onder de
als
—
de
eenige
worden
Erpetodelphen
alleen tot
ik,
de
der
Maar
,
behooren
en
en
orden
betoog.
onder
ook
Zoogdieren ,
uitmaken,
overige
Maar
en
Om
plaoentairo
do eerste
der
even
zoölogen
de
Buideldieren
,
ons
scheidt.
van
de
aangaat,
groep
daarlaten
de
even
Monotremen
eenige
Monodelphc
tweede
dan,
tweede
Vogels
hoofdvcrdeeling der
die
eigenschappen
grond opleveren
physiologisch
en
eigenschap,
voorname
Zoogdieren.
de
Er
anatomisch
—
niet
zoodanige eigenschappen
enz.
,
weinige
overzigt
een
evenmin
vindt toch
Zoogdieren onderscheidt,
eijerleggendo
die
aan,
taire
,
door
de Buideldieren
in
afdceling
do
gelijkwaardig
genoegzamen Men
do
geen
inziens
wel
en
deze
over
moeten
in
deed,
behoeft
knaagdieren,
die
gewone
,
wol
een
Zoo iets behoort
bijzondere
zoogdieren
mijns
zeer
wanneer
uitvallen.
zeer
systematisch
,
w.
genomen
zulk
zou
kunnen
der
gaat
verscheidene orden.
insektenoters,
overige
bijna,
orde
Zoogdieren
eigenschap
dor
hunne
worden,
te
onderling
overige
roofdieren,
alle
ééne
a.
mijn oogmerk
aanmerking
staat,
beginne
mogen
in
in
afdeeling
ni.
leveren.
monographie
eene
on
wegens
den
geenszins
dieren te
dienste
Zoogdier-orden,
schillen
voorname
in
men
in
waarneemt,
verschil,
de Buideldieren verdeeld kunnen
het
die
en
oppervlakkig
voegen
overige
splitsing
nog
verspreid
te
bij
ten
afzonderlijke
Zoogdieren bijeen
mij
zeer
is
van
huis,
te
Buideldieren
de
geheel
eene
ovcrzigt
dierenrijk die
wensch te werpen op het
waarin
handboek of
zoölogisch
het
blik
een
dan
doorloopen,
volledig
soort
een
van
slotte
de Buideldieren zelven
verschillende groepen ,
worden, zijne
ten
nu
tusschen
men
insekteneters,
zoogdieren.
monodelphe
Dit
zoogdieren
heeft
en
de
DE
Buideldieren in trachten de
te
der
vindt
Tot
monodolphcn onder
men
gevondene
do
niet
heden
knaagdier.
op
duidelijk
dieren ken.
de
en
En
genoog meeste
het
Buideldieren
waar, wol
op
dat
de
’t meest
zelfs
om
het
op hazen dat
roofdieren,
insekteneters,
tevens
wel
zich
knaagdieren. naar
eens
Wij
Buideldieren,
gelijke lijn
nog
type ;
,
dat
do
al
de
voeden
in
6.
of
en
das
een
dieren vinden
,
die overeenkomst
wij
wel
is
waar
Buideldieren min of
er
ook
zij
met de
dieren,
toch
voedsel dor
met te zoeken
Knaagdieren
tot
onze
soort
don
(Rhizophaga)
dier
dc grootte
van
op
van
Nieuw-Holland
en
Deze
maakt dc Orde der Worteletcn-
orde
gelukkiger
do
op
verwon-
den Wombat ( (Phas-
,
en
céne
bezitten
Dit
anders
Diemenslaud of ïustnanie leeft.
onder
meer
muizen.
en
zijn
plomp
Oppervlakkig
Nu
do
even
dat het voorkomen heeft
,
kleinen beer
monodelphe
naar
ma-
de habitus
liet echter
beginnen
één
te
vorm,
gelijken
vinden
slechts
geval-
sluiten zal.
eigenaardig
te
wij
,
niet
belangrijk
ratten
levenswijze
van een
van
bijzonder-
opstel
is
.al
het
om
colomys)
een
roofdier onder do andere
vruchtenctonde
Maar
tiering
Wombat.
,
,
ccnig regt
gebit
do
onder
Buideldieren
wortels,
geplaatst.
do
cn
dit
zoo
eekhorens
—
do orden der Buidel-
uitwendige
buideldieren,
met
hebben dus
,
knaagdieren
meeste
konijnen
dat ik
verschilt,
der
cenige
roofdier onder
cn
tusschen
—
gaan
een
op
te
hij
spreken
die overeenkomsten in vele
zijn
grasctcndc
die ook
Een
ligchaamsvorm
vergelijking
sommige
kunnen worden Fig.
in
Yoor te
overigens
cn
,
door.
gebit aangaat,
is,
waar
is
voorbehoud.
Monodelphen mogclijk
eene
onderling
ver,
opzigt
en
parallollismus door,
geslachten niet
analogiën
vergelijking
eene
orden der
veelvuldig
zóó
elk
Intusschen
uitwendige
knaagdieren ,
gaat
in
en
plaatsen,
overeenkomstige
ecne
dit
eenig
met
familiën
van
maar tevens
,
is met zulk
Niettegenstaande dor
hoogte gaat
en
wat het
b.v.,
gelijken
len
hoogte om
,
monodelphen een
zekere
der eerste
Buideldieren geene
analogiën
Buideldieren kan
orde
natuurlijke
zekere
tot
reeksen naast elkander te
parallelle
vinden.
alleen
orden
elke
voor
tweede
doch
twee
213
BTJIDELDIEHEN.
met
,
don
dor
zou
knaagdieren
het
zullen
do
pendant
schijnen
zijn bij
uit. dat
wij
het zoeken
Vierhandigen
Buideldieren
,
de
van
geene
of
Apen.
eigenlijke
214
DIS
apon,
chaamsbouw, vier
handen
riden.
toch
maar
—
hun
dieren
die
en
die
,
alzoo
den
op
nog
meer
gen
van
op
als
den
bloem ,
Er
en
boom
is
er
den
Petaurcn onder den
dat
in
Wij
gedaante gaan
nu
naam
zeer
over
worden
te
als
do
uit
van
van
(
muis of
"Wij
Yruchtenctcrs
Phascolarctos
overigen
dieren,
de
Het
vervangen.
bijeen
afwijkt
die
zich,
do
en
een
en
sprinals
even
staart.
Pe-
fladdert des nachts
en
,
eigenlijk
het
bloem tot
van
Phalangisten
voegen
daarbij
en
den
dier zonder staart,
op
een
beer
gelijkt.
onder de Buideldieren do grootc
twee-
zijn
zij
vatten
of
,
Bij
Eucalypti
cinereus),
Petaurus
achtcrpooten
en
grijpenden
,
kleine
zuigen.
sturen
Lcmu-
hehooren tot het
geslacht
voor-
niet
langen
een
zoogdieren,
Fig
,
het
( Pteromys ) gelijken. anderen
of
lig-
hunne
en
Halfapen
bezitten
de
geheelen
( Galeopithecus )
gomboomen
te
dc
tot die
grasetende monodelpho kunnen
op
,
Koala of Australischen beer
of Maki
hun
hoornen
op
dergelijke,
den
mot den
over
honig
door
zoogenaamde
hebben tusschen
groot
zoo
nachtvlinder om
ook
eekhoorn
vliegenden
Pteromys
de
langen grijpstaart
zijn
vlieghuid
cenen
pygmaeus
een
met
vliegenden Halfaap
den
Galeopithecus taurus
een
die
soorten,
snoet, hunne leefwijze
een
,
Phalangista.
namelijk
aantal
een
spitsen
veel overeenkomen
Die
geslacht
DUIDELDIE11EN.
de
en
eenhoevigen,
Kengoeroe’s
gerekend
( Halmaturus
,
7.
Kengoeroe.
Hypsiprymnus hunne korte
en
Dendrolagus).
voorpootjes
en
zeer
Iedereen
bijna
lange krachtige
kent
die
dieren
achtcrpooten,
die
met
zich,
Dn
behalve
rcgtop als
waarvandaan
gaat ,
zoo
zooals
in
eenhoevige
liet
leeren kennen
twee
bezit
die
van
gespletene
dieren
dat
schap,
maakt
diep
de
kan
(sommigen beweren, dat
In
gebruiken.
der andere doch met
daartoe
Holland
volgd
de
een
door
het
de
voortsprong
Eenc
dezer
hond tusschcn tot
hare
zijne
hij
aan
voor
gewei den
danig
tot
Eenigc
aan
de
Even
als
verdedigt
uiting
in ’t
naauw
do
kengoeroc
door
dat
en
hij
er
rotsachtige
springen
steenbokken
gebergte
rots
van
en
op
rots
leggen
liever
kengocroe
zoo
lang
begaf
mede
en
den
hert zich met
verdedigt
het
beneemt, zich in
bij
gemsen herinnert.
De
en
ja
zoo-
Osphranter)
beklimmen
vaardigheid
eenc
of
een
zich
gebragte
ver-
verlaten,
trappen met do achtcrpooten.
geweldige
en
naderen,
wijfje, te
hond het leven zoo
te
instinkt
pakken
raenigen
het
buidel
het
,
antilopen
en
gejaagd
Dat
waarin
voedsel,
in het
Nieuw-
gebeurd is,
het
eigen-
vervangt op
wist
en
in de
en
veel
dat het
kwam
twee-
hoef bezitten,
kolonisten
van
te
en
groote soorten (van de ondergeslachten Petrogale
bewonen het
en
water
de
-—
herten
den
dwingt
onvoorzigtigen jager gevaarlijk wordt,
geval
het
’t laatst
is,
met
moeijclijk
en
werelddoclen.
jongen
,
de
do
meer
uitzondering
cellen verdeelde maag
kengoeroejagt
voorpooten een
houd deed verdrinken.
zijn
de
andere
dieren
door
en
nog
met
gebit'),
zij
schuw
zeer
andere
van
vaak
reeds.
verstand
Zij zijn
honden;
hertenjagt
ik
in het
aan-
waarop
,
en
gemeenschappelijke
vervangen
inboorlingen
afgerigte
wordende,
vermeldde
van
werelddeelcn.
worden
goüld
evenzeer
herkaauwen)
Kengooroc’s
Australië
van
dage-
type
Kcngoeroc’s,
der
overeenkomst
eenhoevigen) een
mij
in onderscheiden holten of
dat de
zij
de
Wat die
antilopen,
en
in het
die hun
platen
op
De
de achterteenen
een
van
herten
van
grooterc knaagdieren,
physionomie
die
staan,
bovenlip.
ligt (met
van
uit
die
tot
schaap
een
is.
afkomstig
dikken staart
langen
van
de
van
dat do
erkennen,
levensgrootte afgebeeld
indruk
van
in
die
die
Springhazen,
van
wordt,
toegekend
den
en
van
die
type
naam
moet ik evenwel
men
koppen den
wel
de
is
grootte
algemeene
dan ook
leven
achterpooten
Hunne
hun
haas;
een
do
op
groote sprongen vooruit bewegen of wel
met
grazen,
drievoet.
een
lijksch
zij
rustende
zitten,
op
van
wanneer
215
BUIDELDIEREN.
aan
den
daarvan
dag,
die
Boomkengocroe
Dendrolagus) hij
op
verschilt Nieuw
van
voorpooten bezit, ')
de
Guinea
Hypsiprymnus
die
bezit
overige op
van
zeer
hoornen
lange
hoektanden.
talrijke Kengoeroesoorten, leeft
nagels
en
naar
voorzien
evenredigheid
zijn.
doordat
langer
216
Bij
de
monodelpho
(Edentata).
Ook
beeft,
uitvallen. kleine
diertje
honig
uit
Nog in
de
omdat de
insokten
die
door
en
dan
gooroe’s.
hier
dier
van
do
mol
de
Zij
behoort
hun
onder
do
egel,
langer
wij
klein
zeer
tandolooze
leven
Bij
deze
worden
nog do
vrij
ofschoon
ander
een
grootte
van
klein
8.
de
de
do
een
aantal
Do
eerste
hoornen
grijpstaart. grootte
nen
do
aan
gaan
hoef
deels
in
die in
al
met
aan
geslachten dieren kunnen
Wij
daardoor vooral
den
zij
de
dan
gebit, lig-
Amerikaaü'Scho
ilo
zich
dat
over
onderafdeelingen.
twee
die
wij
vinden
en
monodelpho
tegenoverstellen
achtcrpootcn
vasthouden.
Hun
één
overige
duim
do
van
teenen kun-
Choeropus
castanolis.
handen
het, twee
daardoor ook
maar
leefwijze
bevat
achtervoeten van
is
tweehoevigon,
overeenkomen.
onderscheiden,
,
dunne
herinnert.
en
Euicleldieren,
voorpoot
de
geslachten,
splitsen
en
achtcrpootcn
verscheurende
deze
Echter
Choeropus
lange
Insektcnetcnden
Carnivora)
do Ken-
voorpooten
Yleeschetenden,
tot
(
de
met
v.
merkelijk
Opmerkelijk
de
daarbij
b.
bij
de
zeer
daardoor,
deels
eonhoovigen
der
hunne
ook
Parameles.
met
aan
aan
en
chaamsvorm
en
zuigt
Insektcneters
als
Buideldier,
dier
en
Yan
ten
dit
achtcrpootcn
staart.
en
dit
alleen,
der
ligt
vangt
overeen,
die mate
konijn,
pooten
bezit,
takken
’t geen
zeer
komen
de
met
geslacht
insektenctcnd
een
de
zijn
het
hoeven
ware
doch
maar
naauwkeurig
niet in
in
bijeengevat
grond
den
dieren
dat
en
zijn
tong,
insokten,
van
laag bij
monodclphen
enz.
voorpooten,
Fig.
Achter-
Tarsipes,
en
miereneters,
dunne
zijne lange,
den
niet omdat
zwak
en
Tandoloozon
van
dier,
een
tandeloos noemt,
inderdaad
met
orde
eene
Eucalyptus-blocmcn.
(Insectivora )
een
als
ook
men
andere Buideldieren leven mede
gebit
don
maar
Even
wij
de Buideldieren vinden dat
,
tanden
vinden
zoogdieren
bij
Nicuw-Holland
op
UUIDELIIIEIIEX.
BE
kop
verschilt
is
Voorts
spits,
van
hebben,
die
waarmede
bezitten
hun van
zij
ligohaam een
zoodat ,
kat
een
zij
die
op
het
aan
langen,
laag
tot
als
zij
zich
do
naak-
de pooten
van
een
rat.
HE
Fig.
217
BUIDELDIEEEN.
9.
Hun
dat
en
vat
of
van
krabben
schaaldieren.
ze
slacht
even-
(Didelphys
zelfs
cancrivora) andere
leven
zij
vogels, kruipende
van
dieren
overeen
insektene-
der
doch
ters, zeer
komt
gebit
met
in
zamen
Opossum
,
het
soort, die het geslacht
zwemvliezen
terpoot™ als
de
Otter,
in het
water.
De
aan
andere
vlccschetcndc Buidelrat
(
Fig.
Didelphys
zijn
daaronder
vleeschetcnd
pluimstaart
gebit
kleine, is
bezitten,
,
acheven
voedsel
reeks
van
Buideldieren
Didelphys). omvat
Er
de
zoekt, zijn
Chiheeft
uitmaakt,
en
ge-
Buidelrat
Eene enkele
Didelphys.
ronectes
en
Men
op —
die,
ratten de
die
van
Australië.
10.
dorsigera. behalve
en
muizen
geslachten
het
gebit,
gelijken,
Phascogale
en
dat
maar
geheel een
een
fraaijen
Antechinus.
Hoe
218
DE
klein
ook,
niet
ligt
bijten
leeft
hij
dier,
hand
zijne
miereneter
dieren
onder
nogtang
hun
een
insekten,
bereik
zijn
maar
tusschcn
overgang
de
fel
zeer
zal
zoodat
,
is
gebit
dat
insectivoren
is
in
het
aanzien
uitwendig
mede
hot
ook
lange
zeer
van
van
Een
ander,
groot
zoo
zuchtig
beer,
do „inlandschc
door
den
herinnert, roofzucht dier
is
en
een
vroeger onder
slechts in
zwarte
de
verwoestingen nu
een
op
de
dat
,
ook
wolf, strepen
het
men
afgelegenste
is
zeer
hunne
en
zeer
wezels hun
leefwijze,
Buidelroof-
is
Het
Dit dier
zulke
van
op de
lager
wat
rug.
van
rigtte
schromelijke zoodat het
vervolgd heeft,
streken
soor-
cynocephalus).
doch
op
roof-
zeer
do kolonisten
marters
dor kolonisten
bergachtige
Nieuw-Hol-
gevaarlijkstc
bruingrijzen
kracht
met
veel
Sarcophilus
den
der
om
en
grootte,
hoenders
en
zijne
De onderscheidene
( Thylacinus
den
met
gelijkt
door
kleur
van
gelijken
in
op
waar-
pluimstaart
op
,
hond,
dien
grootste
Tasmanië
van
schapen
aan
het
vangt
achtcrpooten,
genaamd.
ook
zij
Maar
Sarcophilus
der
welke
overigens
heeft,
dit, zijn langen
de
verschillen
Dasyurus
insekten
zwarte
zijne
dat
Op-
gezeten heeft het ook
als
de zolen
om
'^j,
miereneter
middelmatige
een
op
en
dieren
Zebrawolf
heeft
en
als
(:native devil)
bloeddorst.
geheel
pooten
dan,
de
grond
even
ligohaamsvorm,
welke
op
de
gelijkt
geslacht
ranken
den
Op
loopt
daarom
duivel”
het
van
gewonen
grooter roofdier,
ongeveer
wordt
en
van een
—
vleeschetend
carnivoren uit.
en
dit dier
bij
doordien hot
dunne tong.
Maleischen
ten
wat
overeenkomt,
en
opsteekt.
een
wel
eekhoorn, daar het
een
land,
aantal kiezen
groot
gekit betreft,
en
+
merkelijk
inlander
een
De Australische
wagen.
wat voedsel
( Myrmecobius fasciatus ) maakt,
van
—
deze
BUIDELDIEREN.
Diemcnsland
voorkomt. Yoor sollen
,
Ik eene
cenige
liet
gebit
eindig
dige
wat
onder
wij zeer
en
hier
breedere
bijgevoegd
do
Vlcdermuizen,
treifon
welligt tus
de
ver
de
de
Eobbcn,
Buideldieren
verwijderde
leefwijze
der
monographie
leveren
wel
lag
Veelhoevigen gcene
die met
en
analogiën den
do
en
Wal vis-
tenzij
aan,
uitwendigen
habi-
gemeens hebben.
Van
verdienen
vermelding
te
,
niets
mijne medcdeeling.
ontwikkeling
de
,
hetgeen
en
waardig
niet in
veel zou
ik
gezegd
zou
er
zijn.
mijn plan
en
heb
zou
kunnen Maar deze
eene
zou
veel
worden volle-
ook
in
DE
Album
ons
zoo
voor
niet het
of
zij
slechts ieder
voor
deze
misplaatst
ver
poging ,
oogmerk
bekend
gelukt
alleen
was
mogten
mijne lezers,
der
afdeeling
mede te
wetenswaardige
meest
Maart
Mijn
hoogst belangrijke
oppervlakkig
zeer
mij
Haaelem
zijn. de
met
219
BUIDELDIEREN.
Buideldieren daaromtrent
wezen,
deelen,
ik
en
dat
hoop,
wezen.
moge
1869.
Aanhangsel .
FR. HERNANDEZ, Romae
1651,
dum
quadam, natura
excoriata ut
in
juxta
nullo
est
quasi
teriore
est
Haec sectione
ea
,
ad
ejus
ipsa
quam
Guil.
pag.
ejus intus
est
in
pilis
ipsi
foras
:
„Minim
dupla,
pilosam
,
et
animal:
exterior
autem
duos
digitos
quaerere
iterum
os
rima
in-
in
arcte clauditur
non
et
qui
crat
uti
habet,
catuli formantur
et
omnibus
etiam
longus;
et
membris
hino in
:
ex
ea
inde
in
tamdiu
interea tarnen in-
possint;
ingrediuntur.”
utriusque nam
majoris
mammas
distendatur.
alium
habebat,
,
facitque
aurantii
pomi
catulos vivos
sex
Taïbi
posteriora pellis ejus
continet
invicem
et
1648, pag.
Petiguaribus
digitos longa, ,
vi,
ac
conspicere.”
Amst.
,
victum et
bursae
nam
hao bursa
in libro de Indiae
et
ooncipitur
semen
catulus
sibi
et
crura
Tambejo
animalis
bestia
in
B
semis
pilosa
ab
digitis
hoe
dcscribo
progrediuntur
323
:
quilibet
donec
piso
duos et
papillis;
duobus
uterus est
sinc
movebantur;
terdum
nisi
compori
L.
velut
artificio,
naturae
Brasiliensibus,
intus
baec octo
ventrem,
ipse
sed
retinentur
scissa
naturae
aequalitate
tanta
usquam sit
generaverit,
quam Brasiliani vocant
appareat,
absolutos,
[ Carigueya
autem bursa
bursa
eadem
pelle,
cavitate
intra scilicet locum
sponte
ac
visendoque
naturali Brasiliae.
exterior rima
pelle
non
haec
et
miro
in infimo ventre prope
nam
in lucem alvi
servat,
ac
dilatata
sedem externa
putes,
quod
animal
claudit
fabricatum,
mammarum
Historia
bursam,
capacem:
ut
in
Jupatiima]
dupla
gratia
animali,
„Mirum
aliis
parvuli sunt,
quaternos qui-
Tlaquatzin.....
conceptos editosque
utero
cutem omnino
MARGRAF 222:
rei
est
„Animal
quos
adhuc
hujus
coaluisse
quod
pag.
et mineralium Mexicanorum historia.
plantarum
330:
parit catulos,
nosve
a
in Nova
in
scissa,
re
naturali et medica.
infimo
ventre
facitque quasi
Tambeio vernaculo idiomate diotam.
Amst. 1658
circa
anum
,
pellis
mantioam eamque
Cujus
os
arcte clau-
220
DE
ut
ditur,
interiore Ex
vix
(luos
depiles,
adeoque
avcllantur,
denuo
Indiis
„In
Amboina
incolis
bestia
Cous
Niets
is
bet
die
;
de
die
van
die kaal
vix
sicut
ingrcdiuntur,
sine admirationc
lid
’t
van
andre
bij
de
alias footot.
nam
in
constat,
aooedcns
Dordr.
Arast.
cn
mac,
Nomen
1723,
,
Arabieren als
do
Deze
Wyfje.
Eieren,
cn
3e
Cocssoc.
Maleijcrs
de
voortteelingcn
zeer
wonderlijke
een
op
Yulva,
verschild
voortteeling
geschied
cn
niet
zyu
cynd
van
dan is ,
binnen in
gelijkt;
of
cn
zy
tepels dan
zich
dit Dier
nu
die
is
in
ook
jongen
maar
cn
de
die
lang tepeltje duymcn de
uyt
te
die
zak,
on
die
of
grond
zyn aan
van
is
,
’t
bijna cyndc
hangen, binnen in
verbergen. na
een
,
dan
zak
die omtrent
gcmcenlyk
dat
die
deze
lijf doorgaat;
uyers,
konnen
vinden
is in
den
’t
men
scheur,
een
van
voorzien
die zak,
gemakkelijk niets
in
lang,
jongen
die
gesloten
beneden op
opening ,
eens
binnens-lyfs
,
beurzo,
lippen
klierachtige
twee
uyt
of
kleiner
Beyde
blyven
weer
daar
en
een
navelstreng,
in,
die
andre
platte
Baarmoeder
zak,
Deze beurs heeft
werd.
dog
bezet,
van
een
opene
hebben.
geene
yder
deze
cens
dat
is
of vier
een
Aan
zyndo.
ruym
twee
groot,
lang,
hayren
fyne
Hier
glad.
een
gewaar
voet
geworpen
met
voort in
in
poolen
halve
nog
en
niet
buytens-lyfs
een
schelling
Van
hactcnus
magnitudinem
Oost- Indie
zeldzaam,
zoo
zijne jongen
binnen
kruypende
dor
sed
suctn
ipsi egrediantur;
non
quantum
pracparatur,
Nederlanders,
agterste
daar
een
zoo
aliique multi,
solum,
Nieuw
en
’t zelve
van
maar
die omtrent
open
pastum lubitn
pcrfcotos,
perpetuo
wijze.
tusschen
maar
do
in
brengt
gene,
Oud
,
bij
er
van
gesloten
als
a
inditum.”
Yrouwclijk
vreemde
een
et catuli formantur.
273:
„Cocscocs
zijn
,
pro
ad fclis
si rite
,
blz.
liet
idquo
frcquens
comeditur
valenttjn
veel
in
ute-
invenimus
non
mobiles, ut
ad
matre
,
Orientalibus,
similis
illi Cous
of
uberibus affixos
Nassavius
,
tata ab
deel,
circumfert,
uterum maternum
Prinocps
mammae
vidcrunt.”
mecum
E.
qua
permittcnte
antcquam
Illustriss.
tumque
,
concipitur
semen
simul
scnos
pertinaciter
rcdcuntes
sacpc
in ,
vel
quinos
distendatur
digitis
papillis.
animalium sectionibus alium
hano bursam
deinde
unde
octo
horum
reiteratis
practer
rum
nisi
conspiciatur ,
pelle apparent
BUIDELDIEBEX.
zy
aan
Lyfmoedie
tepels
BK
groeijcn, is
vallcn) In
vrugten
zaak
eenc
de
aan
daar ik
Boomen
met
geen
,
Amboinsche
do
gelijk
gevonden, in
Dog
de
gelyk
Coescoesen dan ook
men
heh
dezer Dieren
ik
veel
zoo
wel
andre Landen hebben zy
fankenis
221
BUIDELDIEREN.
volwassen
,
zekerheid
van
twee,
ook
en
in
tepels
de Inlanders
kan.
spreken wel
Hoe
af-
zynde,
vier
do beurze
jongen.
meer
weten
toegaat,
(die
jongen
of zak
sag.
’t met de niet
nog
ont-
zeker
te
zeggen.” Yalentijn
minder bossohen Klein-Ccram
Eilander
„ook
schynen
zak,
de
komen
de
er
Wat
genwoordige het
plaats
niets
ding,
anders is
plaats
makkclijk Mijne
te
ik
die
bestaan,
van
in
nso
blijkbaar
echter
welke
jongen
goed. die in meer
—
do
naar
gedeeltelijk
—
den
dat
zijn,
breken.
ziet,
Ho
de
dat
zoo
mot
zoo
ben
do
niet in
een
Kengoeroe aanleiding
mijn
staat
is
die
zak
het
de
gat
na
Coescoes die
uyt
zak,
voortspringt,
uitkyken.”
hetgeen
hij
zegt
te
over
do
te-
over
do afbeel-
blijkens
geweest,
van
rond
en
hij,
kleinder
leedwezen op
dat,
en
zag,
in
zegt
dog
,
een
gclyk
zy
koppen
tot
ik
Batavia
in
haar
met
pas
zoo
te
Nederlanders
heeft,”
met
maar
Jongen loopen
naar
van
voornemen
is
door
„Het
genoemde
schrijven.
jaartal
ge-
vinden.
ik op,
,
dan
evenwel
merk
schrijvers
aardig
1706
verandering
lijk
Coescoes,
mijner inwoning
in
hij
de
dan
en
,
tepels
en
zeer
Aroe
Coescoes,
aan
daar
Groot-
op
de Aroe-cilandon
op
onderaan’t lichaam
betreft,
iihütn
dat
dier,
Die
Moer
nu
dier
wordt.
worden.
te
liet
geheeten
vier
men
Jongen
de
c.
de
dan
is dan op Hoowamohel.
talrijker
ook
omdat
Amboina,
op
voorkomt,
Coescoes
Maleijers
gelijk
waarin
aantal
valentijn
kat
als
voortgeteeld
terwijl
en
door de
even
Coesooes
dit dier nergens
beschrijft
gespleten,
toe,
voren
dat
de
geringer
,
Aroesche
of
een
niet
en
275 dat
Solor,
en
in
zijn
maar
,
black.
Op
dat
voorts,
zegt
De
levende
te
voegen.
te
afbeelding
de Hollandsche
dieren
Ten
bij
gemaakt bij
die
kijkende
overigens van
mij
,
van
piso
den
van
Kengoeroe dor reizen
verkleinde in
dezelfde,
door is
do Eransche
maecoraf
figuren
op
de
van
grond,
afbeelding is
bruyn
veel
uitgaaf
en
die
geteekend
den
Coescoes
echter
ge-
afbeeldingen
,
jongen
gedeeltelijk
een
dan de
dier
de
om,
Buideldieren,
van
hernandez
In
geheel
valentijn
opzigte
is.
folio-uitgave
van
mede verhinderd
afbeeldingen
vindon
dat
den buidel
andere,
heeft
oudste
verschil,
afbeelding
herkenbaar
do
afbeelding,
uit
op De
was,
tekst
dit
de
woonplaats
is
ont-
minder
goed,
fraaijoren in kwarto.
222
DE
Ik de
MAMMALIA MAMMALIA
1
ten
laat kier
Buideldieren
Ordo.
slotte
en
BUIDELDIEREN.
volgen
eene
orden
eenigo
proeve
der
MONODELPHA. MONODELPHA.
Rodentia
van
parallelismus
monodelplio MAMM. MAMM.
....
1
Ordo.
2
Ordo. Ordo.
DIDELPHA DIDELPHA
Ordo.
Quadrumana a.
Lemuridae
b. b.
Galeopithecus Galeopithecus
.
.
.
.
.
Phascolomys.
Carpophaga. Gen.
.
.
Phalangista. Phalangista. Phascolarctos. Phascolarctos.
V „
3
Orclo. Ordo.
4
Ordo. Ordo.
„
,
.
.
.
_
.
.
.
.
.... . .
Rnminantia Ruminantia
Petaurus.
„ w
Pachydermata) Pachydermata) 3
.
_
,
,
Poëphaga. Poéphaga.
Ordo.
) Gen.
5 5
Ordo.
6
Ordo.
4
Edentata Gen. Gen.
Myrmecophaga Myrmecophaga
.
.
.
.
5 .
Ordo.
Halmaturus. Halmaturus.
„ „
Hypsiprymnus. Hypsiprymnus.
„
Pendrolagus. Dendrolagus.
Edentula. Gen.
Insectivora .
Ordo.
Carnivora
.
.
G .
.
Ordo.
Saroophaga. Saroophaga. a.
a. a.
Viverrinae
b.
Lutra ? ?
. .
.
Pedimana. Pedimana.
Gen. Gen.
.
„ a
b. h.
[Myrmocophaga] [Myrmocophagd]
.
. .
.
.
.
.
\
„ U
w *
.
• .
. .
Cladobates Cladobates .
Ij
V „
ii „
Gulo V „
Yivcrrinao „
„ u
Kampen, Kampen,
Canis Mei Mei
1869. 1869.
Didelphys. Chironectes.
Aohira.
Gen. Gen.
’
i
'
Gen.
. .
Perameles.
Choeropus.
„ „
Ordo.
Tarsipes.
Entomophaga. Entomophaga. Gen. Gen.
7 7
MARSUPIATA.
Rkizopkaga. Rhizophaga. Gen.
2
tusscken
zoogdieren.
V „
Myrmecobius. Myrmecobius. Phascologale. Antechinus.
Sarcophilus. Sarcophilus. Dasyurus. Pasyurus. Thylacinus.