Doelgroepenonderzoek: De IMVO Thermometer 2014 ten behoeve van MVO Nederland
M-Research, marktonderzoek en advies Van Gilselaan 16 4702 GK Roosendaal
Conclusr Research B.V. Lage Mosten 3 Postbus 3327 4800 DH Breda
www.m-research.nl
[email protected]
www.Conclusr.nl
[email protected]
Datum: 11 juni 2014
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014 | mei 2014
Voor meer informatie over deze rapportage kunt u terecht bij:
[email protected] of
[email protected] Copyright © 2014 Conclusr Research, Breda Behoudens uitzondering door de wet mag zonder schriftelijke toestemming van de rechtshebbende(n) op het auteursrecht c.q. de uitgever van deze uitgave, door de rechtshebbende(n) gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilms of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2, Auteurswet 1912 en in het KB van 20 juni 1974 (Stb 351) en artikel 16b, Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the publisher. De uitgever is zich volledig bewust van zijn taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Voor eventueel in deze uitgave voorkomende onjuistheden kan Conclusr echter geen aansprakelijkheid aanvaarden.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014 | mei 2014
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING EN CONCLUSIES
4
1. INLEIDING 2. DOELGROEP MKB EN MVO ALGEMEEN – TOTALE GROEP
8 9
2.1 Beschrijving Nederlandse MKB 2.2 Marktontwikkelingen in de branche 2.3 Imago eigen branche 2.4 Verwachting MVO-gedrag collega-ondernemers 2.5 Kennis MVO 2.6 Gedrag MVO 2.7 Informatiezoekgedrag MVO 3. ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN – DIRECT/INDIRECT 3.1 Associaties ondernemen in ontwikkelingslanden 3.2 Direct/indirect ondernemen in ontwikkelingslanden 3.3 Welke landen direct/indirect ondernemen 3.4 Motivatie direct ondernemen 3.5 Knelpunten direct ondernemen 3.6 Kennis MVO bij direct/indirect ondernemen 3.7 MVO-houding bij direct/indirect ondernemen 3.8 MVO-gedrag bij direct/indirect ondernemen 3.9 MVO-gedrag collega-ondernemers
21
4. MARKTKANSEN STIMULERING – TOTALE GROEP 4.1 Toekomstvisie MKB – ondernemen in ontwikkelingslanden 4.2 Motivatie ondernemen in ontwikkelingslanden 4.3 Informatiezoekgedrag over ondernemen in ontwikkelingslanden 4.4 Verantwoordelijkheid MVO in ontwikkelingslanden
34
5. FOCUSSECTOREN
41
5.1 MVO: kennis – houding - gedrag 5.2 Ondernemen met ontwikkelingslanden 5.3 Motivatie ondernemen met ontwikkelingslanden 5.4 IMVO ondernemen met ontwikkelingslanden – kennis en gedrag
VERANTWOORDING
51
BIJLAGEN:
53
-volledige lijst open antwoorden (voorbeelden MVO-maatregelen en voorbeelden collega-bedrijven) -kerncijfers per branche -landenlijst (PSD, BIC, overig) -lijst SBI-codes focussectoren
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
3
SAMENVATTING EN CONCLUSIES In het eerste kwartaal van 2014 is door M-Research en Conclusr Research (voorheen Keala) de “IMVO-thermometer 2014” uitgevoerd in opdracht van MVO Nederland. Dit onderzoek is een herhaling van het onderzoek in het voorjaar van 2013. Doel is inzicht te verkrijgen in de Nederlandse MKB-ondernemers en hun relatie met (duurzaam ondernemen in/met) ontwikkelingslanden ( zoals gedefinieerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de PSDlandenlijst). In totaal zijn 1.166 MKB-bedrijven telefonisch ondervraagd. Binnen het onderzoek zijn 6 sectoren 1oververtegenwoordigd in de steekproef, te weten Tuinbouw, Leder-, Textiel- / kleding-, Stedelijke ontwikkeling (vori g jaar Installatie en cleantech), en Maritiem. In 2013 waren de eerste vier ook focussectoren. Voor resultaten met betrekking tot het totale MKB zijn de interviews in deze vijf sectoren herwogen naar de populatie-aantallen zodat de totale steekproef representatief is voor het MKB.
1. TOTALE DOELGROEP MKB Beeld van branche MVO wordt door 11% van de MKB-ondernemers spontaan genoemd als belangrijke ontwikkeling in hun branche. In de horeca en de bouw speelt MVO vaker (22% resp. 20%). Twee-derde van de MKB-ers vindt dat ondernemers in hun branche goed op de hoogte zijn wat er speelt in de handelsketens. De bouw is het hier nog meer mee eens (91%). Wanneer expliciet gevraagd naar MVO en duurzaamheid dan vindt 59% van de ondernemers dat bedrijven in hun sector actief zijn op dit gebied. Innovatie in de branche wordt onderschreven door 58%, samenwerken door 32% en samenwerken met NGO’s door 24% van de ondernemers. MVO-gedrag totale MKB Algemeen MVO-gedrag is gemeten op drie gebieden: milieu, sociale activiteiten en overleg omtrent MVO. Ten opzicht van vorig jaar blijken MKB-bedrijven -vaker milieuactiviteiten te ondernemen (74% resp. 64%); -ongeveer even vaak sociale activiteiten (56% resp. 54%) te ondernemen en -iets minder vaak te overleggen over MVO met medewerkers, leveranciers of klanten (38% resp. 46%). Ongeveer een kwart van alle bedrijven ondernemen activiteiten op alle drie de gebieden (25%), circa de helft op 1 of 2 gebied (59%) en 15% zegt geen MVO-activiteiten te ondernemen. Vorig jaar was dit vrijwel gelijk (27% resp. 56% resp. 17%). De focussectoren maritieme en stedelijke ontwikkeling zijn vergelijkbaar met het totale MKB (26% resp. 25% op alle drie gebieden); de kleding- en lederbranche geven minder vaak aan MVO activiteiten te ondernemen (16% resp. 9% op alle drie de gebieden). 1
Oorspronkelijk was de sector ‘afval/recycling’ ook een focussector; deze is afgevallen in de eerste fase. M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014 4
Toekomstig ondernemen in ontwikkelingslanden Minder MKB-ers dan vorig jaar verwachten in 2014 te (gaan) ondernemen met ontwikkelingslanden: in 2013 was de verwachting 17%; in 2014 verwacht ca. 11% direct of indirect actief te zijn in deze landen. Binnen de focussectoren zijn de bedrijven positiever betreffende de verwachting dat bedrijven in hun sector meer met deze landen zullen gaan ondernemen (14%). Belangrijkste motivaties om te ondernemen met ontwikkelingslanden zijn de goedkope productie en de uitbreiding van activiteiten. In 2013 werden vaker de nieuwe kansen genoemd dan dit jaar. Degenen die informatie hebben gezocht over ondernemen in ontwikkelingslanden, deden dit op verschillende manieren, circa een derde heeft informatie gezocht op een beurs en ongeveer een kwart bij een branchevereniging. De bedrijven die niet verwachten te ondernemen met deze landen zeggen dat hun product zich hiervoor niet leent, maar ook dat Nederland het werkgebied is en er in ontwikkelingslanden geen markt is voor hen. Vorig jaar zei nog 13% dat er geen financiële ruimte was, maar deze reden is dit jaar vrijwel verdwenen. Degenen die nu ook niet ondernemen met ontwikkelingslanden geven een enkele keer aan dat MVO (in de vorm van corruptie, milieurisico’s, arbeidsomstandigheden) een struikelblok kan zijn. Van alle MKB-bedrijven vindt 52% dat het bedrijf dat gaat ondernemen in een bepaald land zelf verantwoordelijk is voor sociale en milieuvraagstukken. De bedrijven die nu al direct zaken doen met ontwikkelingslanden vinden dit vaker (58%). Ten opzichte van vorig jaar vinden meer bedrijven dat de betreffende ondernemer zelf verantwoordelijk is (52% resp. 44%) en minder bedrijven vinden dat de lokale overheid in het ontwikkelingsland de verantwoording heeft (16% resp. 27%).
2. DIRECT/INDIRECT ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Ondernemen in ontwikkelingslanden De eerste associatie die veel MKB-ers hebben bij ondernemen in ontwikkelingslanden is nog steeds de ontwikkelingshulp en mensen helpen (20%) en armoede (16%). In de hiernavolgende figuur is te zien dat in 2014 circa 18% internationaal onderneemt met BIC- en ontwikkelingslanden, zowel direct (8%) als indirect (12%). Met name het directe ondernemen met de BIC-landen is lager dan in 2013. M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
5
Bedrijven in de kledingbranche ondernemen vaker direct (30%) met zowel BIC- als ontwikkelingslanden. De indirect handel is zowel in de kleding- (33%) als lederbranche (52%) relatief hoog. Knelpunten bij het ondernemen in een aantal landen die genoemd worden: de taal en cultuur (China), corruptie (Zuid-Amerika), bemoeiende lokale overheid (India/rest Azië). Internationaal MVO Kennis Ruim een kwart van de bedrijven die direct zaken doen, namelijk 27%, kan geen maatschappelijke thema’s noemen die spelen in het land waarmee ze zaken doen. Ongeveer een op de zes bedrijven die indirect zaken doen (16%) heeft geen kennis op dit gebied. De bedrijven die wel IMVO-kennis hebben, hebben vaak eigen ervaringen (54%) of hebben het gehoord van andere bedrijven (47%). Houding In de meeste landen waar ondernemers direct zaken doen, voelt de ondernemer zich verantwoordelijk voor MVO en maatschappelijke onderwerpen in dat betreffende land. De groep ‘duurzame koplopers’ bestaat uit 56% van de ondernemers. Een relatief kleine groep ondernemers, te weten 7%, kan gezien worden als ‘social entrepeneurs’. Daarnaast bestaat een kwart van de ondernemers uit ‘hulpelozen’ op dit gebied en 11% zijn zogenaamde ‘weigeraars’. Er blijkt geen verband te zijn tussen houding en kennis op IMVO-gebied. M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
6
Gedrag IMVO-gedrag is gemeten met behulp van vier activiteiten: eisen betreffende arbeidsomstandigheden, milieubesparende maatregelen, afspraken eerlijk zaken doen en eisen aan zakelijke relaties (alleen bij direct ondernemen). Het IMVO-gedrag bij indirect ondernemen is minder dan bij direct ondernemen. Over het algemeen stelt bijna de helft eisen aan arbeidsomstandigheden, aan zakelijke relaties en maakt afspraken omtrent eerlijk zaken doen. Betreffende het milieu worden minder vaak maatregelen genomen (25%). Gemiddeld werd door 30% van de ondernemers die direct zakendoen 3 of 4 maatregelen genomen, 25% nam 1 of 2 maatregelen, en 45% nam geen enkele MVO maatregel. het MVO gedrag toeneemt per houdings-categorie voor direct zakendoen. De ondernemers die indirect zakendoen met ontwikkelingslanden geven aan nauwelijks MVO maatregelen te hebben genomen: 11% nam 1-3 maatregelen, 89% nam geen enkele maatregel (of wist het niet). In de focussector tuinbouw komt het MVO-gedrag internationaal alleen tot uiting in de eisen die zij aan hun zakelijke relaties stellen. De kledingbranche scoort op drie van de vier activiteiten hoog; alleen op milieubesparing is dit minder. Internationaal laten zij meer MVO-gedrag zien dan in het algemeen. In de maritieme sector stellen de bedrijven relatief vaak eisen aan hun zakelijke relaties, evenals in de lederbranche. In de stedelijke ontwikkeling stellen bedrijven relatief vaak eisen aan de arbeidsomstandigheden. Het IMVO-gedrag van de ondernemers die direct zakendoen blijkt licht te correleren met de IMVO-kennis in de betreffende landen. Pas wanneer de ondernemer meer dan 1 thema kan noemen in het ontwikkelingsland blijkt dat zij meer IMVO-gedrag vertonen bij direct ondernemen in deze landen. Ondernemers die zelf op meer gebieden aan MVO doen en direct of indirect zakendoen met ontwikkelingslanden, hebben vaker ook iets betreffende MVO geregeld in de ontwikkelingslanden waar zij actief zijn. Er blijkt een positief verband te bestaan tussen algemeen MVO-gedrag en ondernemen in ontwikkelingslanden. Van de ondernemers die direct zakendoen met ontwikkelingslanden en een oordeel hebben hierover, vindt ca een kwart dat collega-ondernemers in deze landen met name milieuzaken en arbeidsomstandigheden niet goed regelen.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
7
1. INLEIDING De rol van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf in beleid voor armoedebestrijding, voedselveiligheid, in het verduurzamen van internationale handelsketens en andere vormen van ontwikkelingssamenwerking is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd staat de MKB-er in de spotlight: als motor van iedere economie wordt vooral de levering power geroemd. Van het Nederlandse MKB met internationale handelsketens verwacht de Nederlandse overheid dat het maatschappelijk verantwoord onderneemt. Het kader voor deze verantwoordelijkheid zijn de OESO-richtlijnen. Het IMVO-programma 2013-2016 van MVO Nederland is gericht op het bevorderen van IMVO en duurzame handelsrelaties van Nederlandse MKB’ers met Private Sector Development (PSD) landen. Met dit programma beoogt MVO Nederland het Nederlandse MKB een meer structurele bijdrage te laten leveren aan de zelfredzaamheid van en de duurzame economische groei in ontwikkelingslanden. Samen met vooruitstrevende MKB’ers en experts in de sectoren leder, kleding/textiel, tuinbouw, stedelijke ontwikkeling en maritiem verkent MVO Nederland nieuwe verdienmodellen, sociale innovaties en technische verbeteringen om handels- en investeringsrelaties te verduurzamen. Er worden samen met bedrijven uit de genoemde sectoren pilot projecten gestart om de gezamenlijke ambities in praktijk te brengen. Het programma wordt gesteund door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Tot op heden is weinig onderzoek verricht naar bedrijven en hun handelsrelaties met ontwikkelingslanden. Voornamelijk het EIM-onderzoek naar verantwoord inkoopgedrag geeft enigszins inzicht in beleid en uitvoering van MKB met betrekking tot internationale handelsketens. Om echter goed inzicht te krijgen in de kennis, de houding en het gedrag van MKB-ondernemers ten opzichte van handelsrelaties met ontwikkelingslanden en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, en daar de voortgang in te kunnen meten, voert MVO Nederland jaarlijks (dus gedurende de looptijd van het IMVO-programma viermaal) een doelgroeponderzoek uit: de IMVO-thermometer. De Thermometer bestaat uit een deel field research (telefonische interviews met ca. 1.100 MKB-ers) en een deel desk research(analyse van handelscijfers). De uitkomsten van de IMVO-thermometer zijn nadrukkelijk bedoeld als voeding voor dialoog met bedrijven, stakeholders en ook beleidsontwikkeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken. In dit rapport worden de resultaten van het field research onderzoek van 2014 gepresenteerd. Waar zinvol worden de resultaten vergeleken met 2013. Eerst zal ingegaan worden op de kenmerken van de totale onderzoeksgroep, namelijk algemeen MVO-gedrag, marktkansen en toekomstvisie van het Nederlandse MKB. Vervolgens wordt ingegaan op de specifieke kenmerken/gedragingen van ondernemers die direct of indirect zakendoen met ontwikkelingslanden. In het laatste hoofdstuk worden de vijf gedefinieerde focussectoren van het IMVO-programma belicht, te weten tuinbouw, leder, kleding/textiel, stedelijke ontwikkeling en maritiem. In dat hoofdstuk worden ook voor de focussectoren de kerngegevens uit het onderzoek apart weergegeven. M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
8
2. DOELGROEP MKB EN MVO IN HET ALGEMEEN – TOTALE GROEP In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van het MKB in Nederland in relatie tot MVO in het algemeen. 2.1 Beschrijving Nederlandse MKB Voor de IMVO Thermometer is, evenals in 2013, het Nederlandse MKB ondervraagd (van 2 tot 250 werknemers). Daarbij zijn 5 focussectoren onderscheiden, die zijn oververtegenwoordigd in de steekproef. Om te kunnen analyseren naar het totale MKB is de steekproef herwogen naar branche en aantal werknemers. De focussectoren zijn relatief klein qua omvang; daarom is de herweging relatief sterk zodat ook analyses over het totale MKB kunnen worden gemaakt. Per branche, ook voor de focusbranches, zijn voldoende bedrijven ondervraagd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. In Tabel 1 een overzicht van de onderzochte sectoren. Steekproef Tabel 1. Branches (in%)
aantallen (ongewogen)
percentage (ongewogen
herwogen naar populatie MKB
Afval en recycling * Maritiem Stedelijke ontwikkeling Tuinbouw Leder Kleding/textiel Industrie ** Landbouw en delfstoffenwinning *** Transport **** Bouw Handel Zakelijke en financiële dienstverlening Horeca
68 71 208 103 57 87 115 46 104 31 98 100 78
6% 6% 18% 9% 5% 7% 10% 4% 9% 3% 8% 8% 7%
0.5% 1.0% 2.5% 2.7% 0.5% 0.8% 17% 11% 3% 7% 22% 24% 8%
Totaal
1166
100%
100%
*Afval en recycling was oorspronkelijk ook een focussector, maar is afgevallen in de eerste fase **exclusief leder en kleding/textiel **exclusief tuinbouw ****exclusief maritiem
Aantal vestigingen Van het Nederlandse MKB in dit onderzoek heeft 83% in totaal 1 vestiging (in 2013: 79%), 9% heeft twee vestigingen (2013: 13%) en 7% heeft meer dan twee vestigingen totaal (2013: 11%). In tabel 2 een overzicht van het aantal vestigingen in Nederland en in het buitenland.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
9
vestiging in Tabel 2. Aantal vestigingen (in%)
Nederland
Buitenland
geen vestigingen 1 vestiging 2 vestigingen 3 vestigingen 4 vestigingen 5 vestigingen of meer
85% 10% 3% 1% 1%
96% 2% 1% 2%
Totaal
100%
100%
n
1166
1166
In welke landen hebben de MKB-bedrijven een vestiging? In tabel 3 een overzicht. branche Tabel 3. Land vestiging (in%)
totaal
niet focus
wel focus
Duitsland België Groot Brittannië Polen Frankrijk Spanje Italië Tsjechië Roemenië ander Europees land
34% 31% 25% 10% 4% 1% 1% 1% 1% 11%
35% 32% 25% 11% 3% 1% 1% 1% 1% 11%
31% 26% 22% 6% 11% 5% 2% 2% 5% 10%
Verenigde Staten Canada Brazilië ander land in Amerika
24% 1% 12% -
25% 13% -
14% 9% 1%
China India Singapore ander land in Azie
2% 1% 1% 2%
2% 1% 1% 2%
9% 2% 1% 4%
Zuid-Afrika Nigeria Kenia overige landen
3% 1% 1% 9%
3% 1% 1% 10%
3% 1%
176%
180%
164%
118
63
55
Totaal n (ongewogen) *vetgedrukte percentages zijn opvallende uitkomsten
Wanneer MKB-bedrijven een vestiging hebben in het buitenland is dat relatief vaak in Duitsland, België, Groot-Brittannië of de Verenigde Staten. Bedrijven in de vijf focussectoren hebben minder vaak dan de andere bedrijven een vestiging in de Verenigde Staten, maar significant vaker in Frankrijk en in China. In Frankrijk zijn dit de bedrijven in kleding/textiel en maritiem. In China hebben relatief veel bedrijven in alle vijf de focussectoren een vestiging. Aantal werknemers M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
10
Grotere bedrijven zijn oververtegenwoordigd in de steekproef. Voor de analyse van het totale MKB is de steekproef niet alleen naar branche maar ook naar aantal werknemers herwogen naar de verdeling van de MKB-populatie volgens LISA. In Tabel 4 een overzicht van het aantal werknemers. Steekproef Tabel 4. Aantal werknemers (in%)
aantallen (ongewogen)
percentage (ongewogen
herwogen naar populatie MKB*
2-9 werknemers 10-49 werknemers 50-99 werknemers 100-249 werknemers
365 412 171 218
31% 35% 15% 19%
47% 51% 1% 1%
Totaal
1166
100%
100%
Functie De ondervraagde respondent binnen het MKB-bedrijf is over het algemeen de eigenaar of de algemeen of financieel directeur (2014:74%, 2013: 68%). Bij 11% van de bedrijven is het hoofd administratie ondervraagd en bij 6% de locatiemanager. Overige functies zijn afdelingshoofd, zoals van inkoop of R&D.
2.2 Marktontwikkelingen Nederlandse MKB Aan alle ondervraagde MKB-ers is de vraag gesteld wat de drie belangrijkste ontwikkelingen zijn in de eigen branche. In totaal kan 79% een ontwikkeling noemen in hun eigen branche. De meestgenoemde ontwikkeling is nog steeds de crisis. Vervolgens worden MVO en de afhankelijkheid van overheidsregulering genoemd en de digitalisering. In figuur 1 een overzicht van de genoemde ontwikkelingen. In 2013 was het wegvallen van de klantvraag het meestgenoemde onderwerp, gevolgd door MVO en de digitalisering. Onderstaand een overzicht van de top5 belangrijkste marktontwikkelingen bij bedrijven die direct, indirect of niet zaken doen met ontwikkelingslanden. Opvallend is dat juist de bedrijven die direct met ontwikkelingslanden zaken doen vaker MVO als branche-ontwikkeling noemen en ook de concurrentie van webwinkels en uit het buitenland. Verder zien ondernemers die direct zaken doen nauwelijks de crisis als een relevante marktontwikkeling, terwijl dit het meestgenoemde onderwerp is bij bedrijven die geen zaken doen met ontwikkelingslanden.
direct zaken doen met OL
indirect zaken doen met OL
niet zaken doen met OL
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
11
(n=149)
(n=202)
(n=817)
MVO 17%
Noodzaak voor innovatie 15%
Crisis 10%
Structurele marktveranderingen 15%
Digitalisering 14%
Afhankelijkheid van overheidsregulering en bezuiniging 9%
Buitenlandse concurrentie 14%
Wegvallen van klantvraag 11%
MVO 7%
Concurrentie door webwinkels 11%
MVO 10%
Structurele marktveranderingen 7%
Digitalisering 8%
Structurele marktveranderingen 10%
weet niet 16%
weet niet 8%
weet niet 23%
figuur 1
In figuur 2 wordt getoond hoe de verschillende sectoren denken over MVO als marktontwikkeling. Het blijkt dat dit relatief vaak wordt genoemd binnen de horeca (15%) en de bouw (14%). Onder de focussectoren wordt MVO relatief vaak aangegeven als belangrijke ontwikkeling bij de sector stedelijke ontwikkeling (net als in 2013).
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
12
figuur 2
2.3 Imago eigen branche
figuur 3
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
13
In figuur 3 is te zien hoe de MKB-ers over de bedrijven in hun eigen branche denken over onderwerpen zoals samenwerking en innovatie. Dit zijn totaalresultaten; voor details over de focussectoren zie hoofdstuk 5. In het algemeen vindt twee derde dat men goed op de hoogte is wat er speelt in de handelsketens, bijvoorbeeld de herkomst van producten. Met name in de bouw is men het hier vaak (helemaal) mee eens: 91%. De meerderheid (61%) is van mening dat bedrijven in hun sector goed georganiseerd zijn., bijvoorbeeld in een productschap of bedrijfsvereniging. Dit geldt voor alle branches , behalve binnen de focussector maritiem (28% (helemaal) mee eens). Meer dan de helft (59%) deelt de mening dat bedrijven in de sector actief zijn op het gebied van MVO en duurzaamheid. Met name agrarische bedrijven zijn het hier vaak mee eens (88%), terwijl bedrijven in de focussector leder het hier juist minder vaak mee eens zijn (28%). In totaal ook meer dan de helft (58%) van de MKB-ers vindt dat bedrijven in hun sector energie steken in innovatie. Bouwbedrijven zijn het hier vaker mee eens (71%) en bedrijven in de horeca juist minder vaak (38%). Ongeveer een derde vindt dat bedrijven veel samenwerken in hun branche, bijvoorbeeld in projecten met de branchevereniging. Bedrijven in de bouw en in de focussector tuinbouw vinden juist dat zij relatief vaker samenwerken (49% resp. 46%). Circa een kwart van de respondenten vindt dat bedrijven in hun sector samenwerken met Goede Doelen of maatschappelijke organisaties (NGO’s). Dit is in alle branches ongeveer gelijk, hoewel het samenwerken met NGO’s in de bouw minder lijkt te zijn (8%).
2.4 Verwachting MVO-gedrag collega-ondernemers 61% van de ondernemers verwacht dat meer ondernemingen in hun branche in 2014 verantwoord zullen ondernemen. Met name bedrijven in horeca en transport zijn relatief vaak van mening dat collega’s meer MVO zullen gaan werken (82% resp. 71%). In de bouw, industrie en de leder-sector zijn de bedrijven naar verwachting minder MVO-gericht (47% resp. 49% resp. 51%).
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
14
2.5 Kennis MVO onder het Nederlandse MKB OESO-richtlijnen De OESO-richtlijnen maken duidelijk wat de Nederlandse overheid (en 45 andere landen) van bedrijven verwacht bij het (internationaal) zakendoen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Ze bieden handvatten voor bedrijven om met kwesties om te gaan zoals ketenverantwoordelijkheid, mensenrechten, kinderarbeid of milieu. Wanneer er expliciet wordt gevraagd naar de bekendheid van de OESO-richtlijnen, blijkt ongeveer een derde van de MKB-bedrijven deze richtlijnen van naam te kennen. Slechts een verwaarloosbaar klein percentage (1-2%) weet wat de richtlijnen inhouden. Zelfs bij ondernemers die direct zaken doen met ontwikkelingslanden is dit percentage niet hoger. Opvallend is dat de OESO-richtlijnen vaker bekend zijn bij bedrijven in vier van de vijf focussectoren (tuinbouw 49%, leder 60%, kleding/textiel 54%, maritiem 45%).
Figuur 4
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
15
De bedrijven die bekend zijn met de OESO-richtlijnen denken vooral dat dit met handel met ontwikkelingslanden te maken heeft.
Figuur 5
Maatschappelijk verantwoord ondernemen De meeste MKB-bedrijven (94%) kennen het begrip MVO ten minste van naam. Dit is hetzelfde als in 2013. De mate van bekendheid lijkt echter in 2014 in totaliteit iets lager dan in 2013; dit jaar zijn meer bedrijven alleen van naam bekend met het begrip. Naarmate het bedrijf groter is (meer werknemers heeft), neemt de bekendheid met het begrip MVO toe en wordt vaker aangegeven dit toe te passen (toepassen: -10 wn 32%, 10-49 wn 48%, 50-99 wn 63%, 100+ 79%).
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
16
MKB-bedrijven die zaken doen met ontwikkelingslanden, zijn vaker bekend met MVO:
Figuur 6
Wat betekent MVO volgens MKB-bedrijven:
Figuur 7
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
17
2.6 Gedrag MVO Aan alle MKB-ers is gevraagd in hoeverre zij activiteiten ondernemen betreffende MVO. Dit heeft betrekking op de drie MVO-onderwerpen zoals getoond wordt in de figuur. Ten opzicht van vorig jaar blijken de bedrijven vaker milieuactiviteiten (op het gebied van energie, CO2, recycling, water, logistiek) te ondernemen; ongeveer even vaak sociale activiteiten (bijvoorbeeld het aannemen van mensen met een beperking, gezondheid van medewerkers, het nieuwe werken, medewerkerstevredenheid) en iets minder vaak te overleggen over MVO-zaken met medewerkers, leveranciers of klanten.
Figuur 8
Ongeveer een kwart van alle bedrijven ondernemen activiteiten op alle drie de gebieden (25%), circa de helft op minstens 1 gebied (59%) en 15% zegt geen MVO-activiteiten te ondernemen. Vorig jaar was dit vrijwel gelijk (27% resp. 56% resp. 17%). In de focussector Tuinbouw geven bedrijven vaker aan op alle drie de gebieden MVO-activiteiten te ondernemen, namelijk milieu 89%, sociaal 59%, overleg 50%. Daarnaast geeft de horeca ook relatief vaak aan MVO te werken (milieu 85%, sociaal 62%, overleg 51%). In de focussectoren leder en kleding/textiel geven bedrijven juist minder vaak aan MVOactiviteiten uit te voeren (bij leder: milieu 60%, sociaal 29%, overleg 29%; bij kleding/textiel: milieu 65%, sociaal 46%, overleg 34%) M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
18
Voorbeelden van milieuactiviteiten:
Figuur 9
Voorbeelden van sociale activiteiten:
Figuur 10
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
19
2.7 Informatiezoekgedrag MVO Van alle MKB-bedrijven heeft 21% de afgelopen 12 maanden informatie gezocht over MVO. Vorig jaar was dit 29%. Met name bij bedrijven in horeca en transport is het zoekgedrag met betrekking tot MVO relatief hoog (33%). In de leder-sector hebben relatief weinig bedrijven naar dergelijke informatie gezocht (10%). Bedrijven die al MVO-activiteiten uitvoeren hebben de afgelopen 12 maanden vaker informatie gezocht over MVO: - 48% van de bedrijven met activiteiten op alle drie de gebieden milieu, sociaal en overleg (2013: 60%); - 14% van de bedrijven op minstens 1 gebied (2013: 21%); - 4% van de bedrijven die geen MVO-activiteiten ondernemen (2013: 7%). De wijze waarop zij informatie hebben gezocht staat in figuur 11.
Figuur 11
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
20
3. ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN – DIRECT/INDIRECT In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van het MKB in Nederland in relatie tot ondernemen in ontwikkelingslanden en opkomende markten Brazilië, India en China. Indien het MKB onderneemt in deze landen, wordt weergegeven in hoeverre zij duurzaam ondernemen. 3.1 Associaties ondernemen in ontwikkelingslanden De eerste associatie die ondernemers in het MKB hebben bij ontwikkelingslanden is ontwikkelingshulp (19%), net als in 2013. Met name in de focussector tuinbouw wordt dit relatief vaak genoemd (31%). Het percentage dat ontwikkelingslanden ziet als een kans is veel lager geworden dan in 2013 (van 18% naar 6%).
Figuur 12
Onder ‘overige’ in figuur 12 worden ook genoemd: - Andere culturen en gebruiken - Derde wereld - Corruptie - Ver van mijn bed show - Eigen land eerst - Onze eigen klanten - Achtergesteld gebied - Kinderarbeid. M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
21
3.2 Direct/indirect ondernemen in ontwikkelingslanden Aan alle MKB-ers is gevraagd of zij zaken doen in/met ontwikkelingslanden of opkomende markten. Daarbij kon worden aangegeven of zij direct of indirect zaken doen of allebei. Met indirect zaken doen wordt bedoeld producten inkopen bij (Nederlandse) leveranciers of groothandels die in ontwikkelingslanden zijn geproduceerd. Met direct zaken doen wordt bedoeld importeren, exporteren, investeren, agent/handelspartner of vestiging in een dergelijk land. Van alle MKB-bedrijven in Nederland doet 18% (direct of indirect) zaken met ontwikkelingslanden, inclusief Brazilië, China en India. In 2013 was dit 22%. Direct zaken doen met deze landen doet 8% en indirect 12% (in 2013 11% resp. 12,5%). Er is een overlap van 2% van de bedrijven die zowel direct als indirect ondernemen met deze landen (in 2013 1,5%). In figuur 13 is te zien op welke wijzen de ondernemingen zaken doen met ontwikkelingslanden (OL) en opkomende markten (BIC). Het blijkt dat de horeca nooit direct zaken doet met deze landen, maar relatief vaak indirect (39%). In de focussector kleding/textiel wordt relatief veel direct zaken gedaan met ontwikkelingslanden (30%). In de branche transport (excl. focussector) doen bedrijven juist relatief weinig zaken met deze landen (4%). Dit geldt ook voor de focussector stedelijke ontwikkeling (4%).
Figuur 13
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
22
3.3 Welke landen direct/indirect ondernemen Met welke ontwikkelingslanden het MKB zaken doet is te zien in figuur 14. China is zowel direct als indirect het grootste land om zaken mee te doen, gevolgd door India. Met Brazilië wordt juist vaker indirect zaken gedaan, net zoals met de andere Zuid- en MiddenAmerikaanse landen. In Afrika wordt met veel verschillende landen zaken gedaan, maar direct het meest met Nigeria en Oeganda. Indirecte handel met Afrika is relatief vaak met Ethiopië en Zuid-Afrika.
Figuur 14
In de figuur is geen vergelijking met 2013 gemaakt, omdat er zoveel verschillende landen worden genoemd. Daardoor is de steekproef per land klein en moeilijker vergelijkbaar. In figuur 15 is te zien op welke wijze direct zaken wordt gedaan in ontwikkelingslanden en opkomende markten (BIC). Opvallend is daarnaast het hoge percentage (86%) bij Zuid-Amerikaanse bedrijven die een vestiging hebben in dit land. Het blijkt dat dit voornamelijk Brazilië is en de steekproef is niet erg groot. Dit resultaat dient daarom voorzichtig te worden geïnterpreteerd.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
23
Figuur 15
3.4 Motivatie direct ondernemen
Figuur 16
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
24
Belangrijkste reden om direct met een ontwikkelingsland zaken te doen zijn de winstkansen. Met name in Azië speelt dit sterk. Het ‘lage lonen’- argument komt met name naar voren in India (51%), maar ook in China (33%). In China worden ook de kwalificaties van het personeel relatief vaak genoemd (23%). Dit is in figuur 16 terug te zien in de hoge percentages voor deze antwoorden bij opkomende markten. In Zuid-Amerika (Brazilië) speelt relatief vaak de aanwezigheid van bepaalde grondstoffen een rol (80%) en de aantrekkelijkheid van het land (75%). Met Afrikaanse landen wordt relatief vaker zaken gedaan omdat klanten hier om vragen (26%) of omdat dit al zo is van oudsher (28%). Bij deze twee antwoorden is juist een hoog percentage te zien in figuur 16 bij ontwikkelingslanden ({PSD).
3.5 Knelpunten direct ondernemen
Figuur 17
Knelpunten voor ondernemen met ontwikkelingslanden blijken verschillend per land. In China speelt de kennis van het land en de cultuur een grote rol. In Zuid-Amerika wordt corruptie vaak genoemd. In figuur 17 is te zien dat corruptie vaker voorkomt in BIC-landen dan in PSD-landen. In India en de rest van Azië (niet China) wordt de bemoeiende lokale overheid relatief vaak gezien als knelpunt. In figuur 17 is te zien dat dit aspect vaker voorkomt in PSD-landen dan in BIC-landen. Bijna de helft van de directe ondernemers kan overigens geen knelpunten noemen.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
25
3.6 Kennis MVO bij direct/indirect ondernemen Welke maatschappelijke thema’s spelen er in het land waar de MKB-er zaken mee doet? In de figuren de thema’s die MKB-ers kennen in de landen waar ze direct of indirect ondernemen.
Figuur 18
Figuur 19
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
26
Circa een vijfde van de bedrijven die direct zaken doen kan spontaan geen maatschappelijke thema’s noemen die spelen in het land waarmee ze zaken doen. Bij bedrijven die indirect zaken doen is dit hoger, namelijk ongeveer de helft. Bij direct ondernemen kan de MKB-er vaker 1 thema noemen: Tabel 5. Aantal maatschappelijke thema’s genoemd in land waar zaken mee wordt gedaan (in%)
Direct ondernemen
Indirect ondernemen*
1 thema 2 thema’s 3 thema’s of meer geen / weet niet
53% 22% 4% 21%
24% 17% 6% 54%
Totaal n
100% 215
100% 77
*dit zijn alleen de ondernemers waarbij bekend is met welk land zij indirect zaken doen
Indien bekend met ten minste 1 thema: Maatschappelijke thema’s die vaker genoemd worden door ondernemers die direct zaken doen zijn gezondheid (m.n. India), corruptie (m.n. Brazilië) en veiligheid (m.n. China). Armoede wordt relatief vaker genoemd in de rest van Azië (niet China en India) en in Afrika. Thema’s die vaker genoemd worden door ondernemers die indirect zaken doen zijn de arbeidsomstandigheden (m.n. rest Azië) en het milieu (m.n. Afrika).
In figuur 20 is te zien hoe de ondernemers op de hoogte zijn van deze thema’s. Daarbij konden meer antwoorden worden gegeven. Hieruit blijkt dat andere ondernemers/zakenpartners voor ondernemers het belangrijkste zijn als bron van informatie. Daarnaast spelen de media een belangrijke rol als informatiebron bij indirect zakendoen, en voor direct zakendoen zijn de eigen contacten in de betreffende landen belangrijk. Er wordt zeer weinig actief onderzoek uitgevoerd door ondernemers, en ook opvallend is dat er nauwelijks gebruik gemaakt wordt van informatie die de NL overheid/ambassade aanbiedt.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
27
Figuur 20
3.7 MVO-houding bij direct/indirect ondernemen Dit is een nieuwe vraag, om de houding van ondernemers ten opzichte van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in het buitenland te meten. Er moest een keuze gemaakt worden uit 1 van onderstaande stellingen. In de meeste landen waar ondernemers direct zaken doen, voelt de ondernemer zich verantwoordelijk voor MVO en maatschappelijke onderwerpen in dat betreffende land. Zie figuur 21. In de landen waar MKB-ers indirect zaken doen is de verantwoordelijkheid iets minder. Bedrijven die geen activiteiten op algemeen MVO-gebied ondernemen, zijn vaker van mening dat de lokale overheid moet zorgen dat zaken goed geregeld zijn in dat land (34% bij direct).
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
28
Figuur 21
Op basis van bovenstaande antwoorden kunnen de (directe) ondernemers in vier kenmerkende groepen ingedeeld worden: - een groep social entrepreneurs 7% - Een groep duurzame koplopers 56% - Een groep hulpelozen 25% - Een groep weigeraars 11%.
Er is gekeken of er een verband is tussen de houding van de ondernemers en hun kennis van MVO-thema’s in de landen waar zij direct ondernemen. Er blijkt echter geen duidelijk verband te zijn tussen houding en kennis op dit gebied. Zie tabel. Kennis IMVO in landen direct ondernemen Tabel 5A. Verband kennis en houding IMVO bij direct ondernemen (in%)
1 thema
2 thema’s
3 of meer thema’s
geen / weet niet
IMVO-houding: social entrepreneurs duurzame koplopers hulpelozen weigeraars
7% 64% 16% 14%
1% 47% 48% 4%
0% 75% 8% 17%
18% 40% 33% 10%
Totaal n
100% 79
100% 48
100% 31
100% 48
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
29
3.8 MVO-gedrag bij direct/indirect ondernemen MVO-gedrag bij direct en indirect ondernemen wordt getoond in onderstaande figuren.
Figuur 22
FIguur 23
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
30
Zoals te zien is in de figuren is het MVO-gedrag bij indirect ondernemen minder dan bij direct ondernemen. Over het algemeen stelt bijna de helft eisen aan arbeidsomstandigheden, aan zakelijke relaties en maakt afspraken omtrent eerlijk zaken doen. Betreffende het milieu worden iets minder vaak maatregelen genomen. Overzicht van het aantal IMVO-maatregelen bij direct en indirect ondernemen in ontwikkelingslanden en opkomende markten: Tabel 5B. Aantal IMVO-maatregelen (in%)
Direct ondernemen
Indirect ondernemen*
geen 1 maatregel 2 maatregelen 3 maatregelen 4 maatregelen weet niet
36% 14% 11% 11% 19% 9%
80% 1% 0% 10% 0% 9%
Totaal n
100% 215
100% 77
*dit zijn alleen de ondernemers waarbij bekend is met welk land zij indirect zaken doen
Er lijkt een licht positief verband tussen kennis en gedrag: pas wanneer de ondernemer meer dan 1 thema kan noemen in het ontwikkelingsland blijkt dat zij meer MVO-gedrag vertonen bij direct ondernemen in deze landen (bijv. van de ondernemers die meer dan 3 thema’s kennen neemt 60% 4 IMVO-maatregelen). Onderstaand een overzicht voor de PSD-/BIC- landen bij direct ondernemen. DIRECT ONDERNEMEN Tabel 6. MVO-gedrag PSD- en BIC-landen (in%) Stelt uw bedrijf eisen betreffende arbeidsomstandigheden van de eigen activiteiten Heeft uw bedrijf milieubesparende maatregelen genomen in ... Heeft uw bedrijf afspraken gemaakt omtrent eerlijk zaken doen in ... Stelt uw bedrijf eisen aan uw zakelijke relaties in ... n
% niet nooit PSD-landen
BIC-landen
51
43
28
21
55 57
25 32
113
102
Opvallend in deze tabel is dat in PSD-landen vaak meer MVO-gedrag wordt getoond door de ondernemers die met deze landen zaken doen. Wanneer gekeken naar continent dan valt op dat bij Afrikaanse landen vaker afspraken worden gemaakt over eerlijk zaken doen. In Zuid-Amerika worden juist minder afspraken gemaakt (let op: kleine steekproef). In de bijlage staat een lijst met voorbeelden van maatregelen die bedrijven nemen betreffende MVO. M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
31
3.9 MVO-gedrag collega-ondernemers De meeste ondernemers weten niet hoe hun collega ondernemers zich gedragen in de betreffende landen.
FIguur 24
Met betrekking tot zowel milieuzaken als arbeidsomstandigheden vindt ca een kwart van de respondenten met een oordeel dat hun collega’s zich niet goed gedragen. Dit wordt met name over Afrikaanse landen gezegd. Een paar citaten over gedrag van collega-ondernemers worden hieronder genoemd. Milieuzaken
“gaan slecht om met te behandelen materialen” “lozen in riool” “gerommel met chemicaliën”
Arbeidsomstandigheden
“geprofiteerd wordt van de mensen” “mensen staan bloot aan kwalijke zaken” “meer controle uitvoeren”
Eerlijk zaken doen
“corruptie is er altijd” “corruptie bij douane” “worden onder druk gezet” “kostprijs gaat voor” “ze eisen een bodemprijs”
Omgaan met leveranciers
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
32
Degenen die tips kunnen geven op het gebied van MVO aan collega-ondernemers die zaken willen gaan doen in ontwikkelingslanden, geven zeer diverse antwoorden. Daarvan is het opzetten van een lokaal netwerk de meest genoemde. Dit komt overeen met het zelf ervaring opdoen en eigen contacten hebben: dit bleek al eerder erg belangrijk te zijn (zie figuur 20).
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
33
4. MARKTKANSEN STIMULERING – TOTALE GROEP In dit hoofdstuk wordt de toekomstvisie weergegeven van het MKB omtrent ondernemen in ontwikkelingslanden en opkomende markten (China, India en Brazilië) en het duurzaam ondernemen in deze landen. 4.1 Toekomstvisie MKB – ondernemen in ontwikkelingslanden Verwachting branche “Verwacht u dat meer ondernemingen in uw branche in 2014 zaken zullen gaan doen met ontwikkelingslanden?” Vorig jaar verwachtte nog een circa een kwart van de MKB-ers dat meer bedrijven in hun eigen branche zaken zouden gaan doen met ontwikkelingslanden. Dit jaar is dat gedaald naar 16%. Zowel bij degenen die al direct of indirect ondernemen met deze landen als bij degenen die dit niet doen is de verwachting lager dan in 2013.
FIguur 25
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
34
Verwachting eigen onderneming “Verwacht u dat uw onderneming in 2014 zaken zal doen in ontwikkelingslanden?” In totaal verwacht 11% van de MKB-ers dat de eigen onderneming in 2014 zaken zal doen met ontwikkelingslanden; in 2013 was dit nog 17%. De daling zit met name bij de bedrijven die indirect ondernemen: zie figuur 26.
FIguur 26
Redenen geen zaken doen “Waarom verwacht u geen zaken te doen met ontwikkelingslanden?” Een belangrijke reden waarom ondernemers vorig jaar aangaven niet meer zaken te zullen gaan doen met ontwikkelingslanden, was dat er geen financiële ruimte was (13%). Opvallend is dat dit jaar deze reden nog slechts door 3% van de ondernemers wordt genoemd. Dit jaar is de belangrijkste reden dat het aangeboden product zich niet leent voor handel met ontwikkelingslanden. Dit wordt door bedrijven in alle branches gezegd. De bedrijven die nu wel direct ondernemen met ontwikkelingslanden, maar dit in het komende jaar niet verwachten, geven hier vaak als reden voor dat er geen financiële ruimte is voor investeringen. Degenen die nu indirect ondernemen met deze landen en dit niet meer van plan zijn, zeggen relatief vaak dat er geen markt is voor hun bedrijf daar en dat Nederland het werkgebied is. M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
35
Figuur 27
De ondernemers die op dit moment niet ondernemen met ontwikkelingslanden hebben ook aangegeven waarom zij dit niet doen. De meerderheid (90%) vindt dat het niet van toepassing is voor het bedrijf. Een enkele ondernemer noemt problemen op het gebied van MVO en de lokale cultuur. ‘Te veel problemen op MVO-gebied’ wordt relatief vaak genoemd door bedrijven met een vestiging in het buitenland (18%), welke niet een ontwikkelingsland hoeft te zijn.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
36
4.2 Motivatie ondernemen in ontwikkelingslanden “Kunt u aangeven waarom u verwacht zaken te doen met ontwikkelingslanden?” In de volgende figuur staan de redenen om juist wel te gaan (of blijven) ondernemen in ontwikkelingslanden. Ten op zichte van vorig jaar wordt nu iets vaker de goedkope productie genoemd als reden en iets minder de nieuwe kansen/uitbreiding van activiteiten.
Figuur 28
Vanzelfsprekend noemen de MKB-ers die al direct ondernemen met deze landen vaker dat zij hun activiteiten gaan uitbreiden. De goedkope productie wordt vooral vaak genoemd door de bedrijven die (nog) niet ondernemen met deze landen (80%). Bij de huidige directe ondernemers 26% en bij indirecte ondernemers wordt dit door 40% genoemd.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
37
4.3 Informatiezoekgedrag ondernemen ontwikkelingslanden Van alle MKB-ers heeft 4% in de afgelopen zes maanden actief informatie gezocht over ondernemen met ontwikkelingslanden. Met name de ondernemers die al direct zaken doen met deze landen hebben hiernaar geïnformeerd (21%).
Figuur 30
Het blijkt dat met name in drie focussectoren relatief vaker dan in andere sectoren geïnformeerd werd in de afgelopen zes maanden naar ondernemen met ontwikkelingslanden: - Kleding/textiel 17% - Maritiem 11% - Leder 9%. Opvallend is dat alle bedrijven die informatie hebben gezocht minimaal op 1 gebied al MVOactiviteiten ondernemen. Vorig jaar is alleen aan de ondernemingen die geen zaken doen met ontwikkelingslanden gevraagd of zij informatie hebben gevraagd hierover. Toen bleek 3% dat te hebben gedaan. Van de vergelijkbare groep (geen zaken) heeft nu 2% informatie gevraagd. Degenen die informatie hebben gezocht, deden dit op verschillende manieren: zie figuur 31. Circa een derde heeft informatie gezocht op een beurs en ongeveer een kwart bij een branchevereniging. De vraag is zo gesteld dat respondenten zelf antwoorden dienden te noemen; echter het antwoord ‘beurs’ was wel als eerste voorgecodeerd.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
38
FIguur 31
In onderstaande figuur de opkomende markten en ontwikkelingslanden waarover het vaakst informatie is gezocht; dit zijn niet alleen PSD-landen.
Figuur 32
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
39
4.4 Verantwoordelijkheid MVO in ontwikkelingslanden “Wanneer een onderneming zaken gaat doen in een ontwikkelingsland, komen hierbij vaak sociale en milieuvraagstukken kijken. Wie vindt u dat verantwoordelijk is hiervoor?” De respondenten konden kiezen uit drie opties, maar ook zelf combinaties aangeven van verantwoordelijken. Van alle MKB-bedrijven vindt 52% dat het bedrijf dat gaat ondernemen in een bepaald land zelf verantwoordelijk is voor sociale en milieuvraagstukken. De bedrijven die direct zaken doen met ontwikkelingslanden vinden dit vaker (58%). De bedrijven die direct of indirect zaken doen met deze landen vinden relatief vaak dat de lokale overheid in het land en het bedrijf samen verantwoordelijk zijn. En degenen die direct ondernemen in deze landen vinden relatief ook vaak dat zowel de lokale overheid, de Nederlandse overheid als het betreffende bedrijf samen verantwoordelijk zijn (19%).
Figuur 33
Ten opzichte van vorig jaar vinden meer bedrijven dat de betreffende ondernemer zelf verantwoordelijk is en minder bedrijven vinden dat de lokale overheid in het ontwikkelingsland de verantwoording heeft: -
Bedrijf is (deels) verantwoordelijk: 70% in 2013 en 75% in 2014
-
NL overheid is (deels) verantwoordelijk: 18% in 2013 en 26% in 2014
-
lokale overheid is (deels) verantwoordelijk: 52% in 2013 en 34% in 2014.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
40
5
FOCUSSECTOREN
In dit hoofdstuk wordt de resultaten weergegeven van de vijf focusbranches die worden onderscheiden binnen dit onderzoek: • Tuinbouw • Lederbranche • Textiel- / kledingbranche • Stedelijke ontwikkeling • Maritiem. Om de resultaten goed te kunnen analyseren zijn deze branches oververtegenwoordigd in de steekproef. Voor resultaten met betrekking tot het totale MKB zijn de interviews in deze vijf branches herwogen naar de populatie-aantallen. In dit hoofdstuk worden de focusbranches vergeleken met het totale MKB.
5.1 MVO: kennis – houding – gedrag In onderstaande figuur staat de mening van de bedrijven in de focussectoren over de andere bedrijven in hun branche, in vergelijking met het totale MKB. Het blijkt dat bedrijven in de tuinbouwsector vaker positief zijn over hun branche, met name over de stelling dat bedrijven in deze sector actief zijn op het gebied van MVO en duurzaamheid. Vooral de ledersector is relatief vaak minder positief. Een opvallend resultaat is de lage score van de maritieme sector op het georganiseerd zijn van bedrijven in hun sector.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
41
Figuur 34
61% van de MKB-ers in totaal verwacht dat meer ondernemingen in de eigen branche in 2014 verantwoord zullen gaan ondernemen. Onder de focussectoren blijkt de tuinbouwsector nog positiever over deze verwachting (73 %). Van het totale MKB heeft 34% wel eens gehoord over de OESO-richtlijnen. Bij vier van de vijf focussectoren is dit hoger: -
Lederbranche Textiel- / kledingbranche Tuinbouw Maritiem Stedelijke ontwikkeling
60% 54% 49% 45% 35%.
Het begrip MVO is redelijk bekend bij MKB-bedrijven. Onderstaand de bekendheid bij de focussectoren. MKB Tabel 7. Bekend met begrip MVO (in%)
focusbranches
Totaal
Tuinbouw
Leder
Textiel
Sted.ontw.
Maritiem
nooit van gehoord alleen bekend van naam beter bekend mee MVO wordt toegepast
6% 37% 16% 41%
1% 34% 17% 48%
9% 41% 17% 32%
9% 41% 17% 33%
3% 27% 21% 49%
10% 46% 11% 32%
n
1166
103
57
87
208
71
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
42
In hoeverre de bedrijven in de focussectoren daadwerkelijk MVO-activiteiten ondernemen is te zien in figuur 35.
Figuur 35
In totaal onderneemt 25% van alle MKB-ers MVO-activiteiten op alle drie de gebieden en 15% op geen van deze gebieden. Bij de focussectoren is er meestal sprake van meer MVO activiteiten (alle drie activiteiten vs. geen activiteiten): - Tuinbouw 33% - 7% - Maritiem 26% - 7% - Stedelijke ontwikkeling 25% - 12% - Textiel- / kledingbranche 16% - 19% - Lederbranche 9% - 27%. Van het totale MKB heeft 21% van degenen die bekend zijn met MVO informatie gezocht over MVO. Bij de focussectoren is dit als volgt: -
Tuinbouw Textiel- / kledingbranche Stedelijke ontwikkeling Maritiem Lederbranche
29% 29% 25%. 23% 10%.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
43
5.2 Ondernemen met ontwikkelingslanden In de volgende figuren het percentage bedrijven dat direct en indirect internationaal onderneemt met ontwikkelingslanden en opkomende markten (BIC): een overzicht van de vijf focussectoren in vergelijking met het totale MKB.
Figuur 36
Figuur 37
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
44
Het blijkt dat de textiel- en lederbranche vaak indirect ondernemen met ontwikkelingslanden. De textielbranche blijkt ook vaak te importeren uit deze landen en heeft relatief vaak een agent daar. In de textielbranche onderneemt men relatief vaak met China en India, maar ook met Pakistan en Bangladesh. Deze zelfde landen blijken bij de lederbranche vaak voor te komen, en daarnaast ook Kenia en Angola. Bij tuinbouw worden naast China en India ook genoemd: Marokko, Oeganda en Thailand. Landen waar de maritieme branche zaken mee doet zijn Zuid-Afrika, India, Indonesië, China, maar ook Albanië, Brazilië, Congo, Nigeria, Pakistan en Thailand. Stedelijke ontwikkelings-bedrijven blijken naast China vaak met Afrikaanse landen zaken te doen: Kenia, Marokko en Senegal.
5.3 Motivatie ondernemen met ontwikkelingslanden Bij het totale MKB blijkt dat de winstkansen de belangrijkste reden is om (direct) te gaan ondernemen met ontwikkelingslanden. Binnen de focusbranches worden daarnaast wisselende andere motivaties aangegeven. Bij de leder- en textielbranche is dat vaak de lage lonen, bij stedelijke ontwikkeling relatief vaak de aanwezigheid van bepaalde grondstoffen. Zie tabel 8. MKB Tabel 8. Motivatie direct ondernemen met ontwikkelingslanden (in%) -Bijdragen aan lokale ontwikkeling -Kwalificaties van personeel -Nabijheid van lucratieve afzetmarkten -Aantrekkelijkheid van bepaald land/cultuur -Op verzoek van een bestaande klant -Aanwezigheid van bepaalde grondstoffen -Lage lonen -Van oudsher -Winstkansen n
Totaal
1% 5% 5% 10% 11% 13% 15% 19% 39%
focusbranches Tuinbouw
Leder
Textiel
Sted.ontw.
Maritiem
0% 1% 20% 1% 0% 0% 40% 0% 59%
0% 12% 0% 0% 0% 12% 52% 0% 48%
0% 11% 0% 4% 7% 12% 57% 1% 31%
0% 1% 22% 22% 3% 44% 4% 0% 5%
10% 1% 20% 10% 0% 15% 24% 0% 22%
13
10
44
13
21
Tabel 8A. Tuinbouw Motivatie direct ondernemen met OL (in%)
Tabel 8B. Leder Motivatie direct ondernemen met OL (in%)
Tuinbouw: -Winstkansen -Lage lonen -Nabijheid van lucratieve afzetmarkten
Leder: -Lage lonen -Winstkansen -Kwalificaties van personeel/ Aanwezigheid bepaalde grondstoffen
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
45
Tabel 8C. Textiel Motivatie direct ondernemen met OL (in%)
Tabel 8D. Stedelijke ontwikkeling Motivatie direct ondernemen met OL (in%)
Textiel: -Lage lonen -Winstkansen -Aanwezigheid bepaalde grondstoffen
Stedelijke ontwikkeling: -Aanwezigheid bepaalde grondstoffen -Nabijheid lucratieve afzetmarkten -Aantrekkelijkheid bepaald land/cultuur
Tabel 8E. Maritiem Motivatie direct ondernemen met OL (in%) Maritiem: -Lage lonen -Winstkansen - Nabijheid lucratieve afzetmarkten
In tabel 9 staan knelpunten die ondernemers tegenkomen. MKB Tabel 9. Knelpunten bij direct ondernemen met ontwikkelingslanden (in%) * -Onvoldoende kredietverlening door de banken / problemen met financiering -Gebrek aan capabele lokale managers -Management control (vanuit NL) is problematisch -Onvoldoende gekwalificeerd / geschoold personeel -Lage arbeidsmoraal / lage productiviteit -Slechte & onveilige arbeidsomstandigheden -Slechte infrastructuur: wegen -Slechte infrastructuur: elektriciteit -Slechte infrastructuur: internet
Totaal
focusbranches Tuinbouw
0% 1%
1%
1%
1%
Leder
Textiel
22% 0%
7% 3%
3% 0% 2% 1% 6%
7% 7% 4% 4% 4%
7% 15%
n
Maritiem
4%
3%
-Weinig kennis van lokale markt (kansen) -Corruptie -Weinig kennis van lokale taal & cultuur en handelspraktijken -Bemoeiende lokale overheid (veel bureaucratie) -Overig
Sted.ontw.
16%
2%
22%
4% 15%
30%
2%
24%
61%
16%
30%
9%
4%
39% 30%
3% 34%
19% 49%
13% 22%
32% 30%
24% 22%
214
13
10
44
13
21
* Let bij interpretatie op de lage steekproef per branche.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
46
De MKB-ers die niet met ontwikkelingslanden ondernemen (direct of indirect) geven als belangrijkste reden hiervoor dat dit niet van toepassing is op hun bedrijf. Dit geldt ook in de focusbranches, maar er worden wel enkele andere redenen gegeven. Zie tabel 10. Tabel 10A. Tuinbouw Redenen niet ondernemen met OL (in%)
Tabel 10B. Leder Redenen niet ondernemen met OL (in%)
Tuinbouw: -Niet van toepassing voor mijn bedrijf (83%) -De afstand is te groot (5%) -Voldoende kansen in Nederland (3%)
Leder: -Niet van toepassing voor mijn bedrijf (96%) -Alleen oriënterend informatie gezocht (4%)
Tabel 10C. Textiel Redenen niet ondernemen met OL (in%)
Tabel 10D. Stedelijke ontwikkeling Redenen niet ondernemen met OL (in%)
Textiel: -Niet van toepassing voor mijn bedrijf (87%) -Teveel problemen op gebied van corruptie, milieu of arbeid (6%) - Geen geschikte business partner (3%)
Stedelijke ontwikkeling: - Niet van toepassing voor mijn bedrijf (90%) -Geen geld om dit op te pakken (3%)
Tabel 10E. Maritiem Redenen niet ondernemen met OL (in%) Maritiem: - Niet van toepassing voor mijn bedrijf (79%) -Teveel problemen op gebied van corruptie, milieu of arbeid (4%) -Geen geld om dit op te pakken (4%) -De afstand is te groot (4%)
Toekomstverwachting Van de MKB-bedrijven in totaal verwacht 16% dat meer ondernemingen in de eigen branche in 2014 zaken zullen gaan doen met ontwikkelingslanden. 11% verwacht zelf (nog steeds) zaken te zullen doen met deze landen. Binnen de focussectoren zijn de bedrijven redelijk positief betreffende de verwachting dat bedrijven in hun sector meer met deze landen zullen gaan ondernemen. Zie tabel 11. MKB Tabel 11. Verwachting ondernemen met ontwikkelingslanden (in%)
Totaal
focusbranches Tuinbouw
Leder
Textiel
Sted.ontw.
Maritiem
Verwachting branche Verwachting eigen onderneming
16% 11%
28% 12%
28% 17%
40% 36%
13% 6%
22% 14%
Momenteel direct ondernemen Momenteel indirect ondernemen Momenteel niet ondernemen met deze landen
8% 12% 82%
5% 21% 77%
12% 52% 44%
30% 33% 43%
4% 7% 90%
12% 7% 85%
n
1166
103
57
87
208
70
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
47
In tabel 12 en 13 staan de redenen weergegeven om wel of juist niet in 2014 met ontwikkelingslanden zaken te gaan of te blijven doen. MKB Tabel 12. Motivatie WEL toekomstig ondernemen met ontwikkelingslanden (in%)
Totaal
focusbranches Tuinbouw
Leder
Textiel
Sted.ontw.
Maritiem
-Goedkope productie -Uitbreiding van activiteiten -Nieuwe kansen -Afhankelijk van grondstoffen -Bewustere klanten -Wij zetten onze huidige activiteiten voort -Overig
35% 21% 18% 11% 1% 9% 17%
49% 10% 20% 20% 0% 10% 11%
33% 0% 11% 0% 11% 34% 11%
54% 14% 11% 9% 0% 21% 11%
29% 16% 28% 27% 0% 2% 13%
1% 17% 55% 1% 13% 27% 13%
n
203
17
10
32
17
12
MKB Tabel 13. Motivatie NIET toekomstig ondernemen met ontwikkelingslanden (in%)
Totaal
focusbranches Tuinbouw
Leder
Textiel
Sted.ontw.
Maritiem
-Ons product leent zich daar niet voor -Nederland is ons werkgebied -Geen markt voor ons daar -Onderneming is te klein -Europa is ons werkgebied -Geen financiële ruimte voor investeringen -Geen tijd of impuls -Grote cultuurverschillen -Afhankelijk van leveranciers -Overig
49% 23% 21% 14% 4% 3% 3% 1% 0% 2%
42% 27% 15% 13% 5% 3% 4% 0% 5% 5%
32% 21% 14% 27% 5% 7% 5% 0% 11% 2%
27% 19% 16% 32% 11% 2% 11% 0% 4% 0%
42% 25% 25% 15% 3% 1% 4% 1% 1% 3%
29% 18% 28% 7% 22% 4% 4% 0% 0% 7%
n
936
86
46
53
184
54
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
48
5.4 IMVO ondernemen met ontwikkelingslanden – kennis en gedrag Kennis betreffende IMVO bij de bedrijven die direct ondernemen in ontwikkelingslanden: DIRECT ONDERNEMEN
MKB
focusbranches
Tabel 14. Bekendheid MVO-thema’s in ontwikkelingslanden bij direct ondernemen (in%)
Totaal
Tuinbouw
Leder
Textiel
Sted.ontw.
Maritiem
Kinderarbeid Discriminatie Duurzaam werken Onderwijs Veiligheid/oorlog Milieu Gezondheid Arbeidsomstandigheden Corruptie Armoede
1% 1% 5% 7% 9% 13% 17% 19% 23% 36%
0% 1% 0% 23% 1% 28% 47% 6% 1% 24%
41% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 81% 19% 0%
3% 7% 7% 0% 3% 22% 5% 56% 26% 46%
29% 2% 0% 0% 0% 31% 33% 38% 2% 65%
0% 1% 1% 0% 0% 28% 0% 32% 70% 18%
n
215
13
10
44
13
21
De houding betreffende IMVO bij de bedrijven die direct ondernemen in ontwikkelingslanden: DIRECT ONDERNEMEN
MKB
Tabel 15. Houding IMVO in ontwikkelingslanden bij direct ondernemen (in%)
Totaal
Lokale overheid moet ervoor zorgen dat zaken goed geregeld zijn in het betreffende land = ‘weigeraars’ Trekt het aan dat er problemen zijn, maar weet niet zo goed wat eraan te doen = ‘hulpelozen’ Bedrijf verantwoordelijk, maar heeft er geen invloed op = ‘hulpelozen’ Bedrijf verantwoordelijk voor, en hebben alle noodzakelijke maatregelen genomen = ‘duurzame koplopers’ Het willen leveren van een maatschappelijke bijdrage in dit land is één van de redenen waarom bedrijf daar zaken doet = ‘sociale entrepreneurs’ n
focusbranches Tuinbouw
Leder
Textiel
Sted.ontw.
Maritiem
11%
75%
48%
24%
0%
27%
5%
0%
0%
12%
0%
8%
20%
2%
0%
17%
26%
19%
56%
23%
52%
45%
52%
37%
7%
0%
0%
3%
22%
8%
215
13
10
44
13
21
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
49
Gedrag met betrekking tot IMVO bij de bedrijven die direct ondernemen in ontwikkelingslanden:
DIRECT ONDERNEMEN
MKB
Tabel 16. Gedrag IMVO in ontwikkelingslanden bij direct ondernemen (in%)
Totaal
Stelt uw bedrijf eisen betreffende arbeidsomstandigheden van de eigen activiteiten Heeft uw bedrijf milieubesparende maatregelen genomen in ... Heeft uw bedrijf afspraken gemaakt omtrent eerlijk zaken doen in ... Stelt uw bedrijf eisen aan uw zakelijke relaties in ... n
focusbranches: % NIET nooit Tuinbouw
Leder
Textiel
Sted.ontw.
Maritiem
48%
5%
59%
79%
73%
33%
25%
3%
18%
38%
52%
2%
44%
41%
31%
81%
53%
54%
48%
60%
73%
94%
75%
84%
215
13
10
44
13
21
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
50
VERANTWOORDING Doel van het onderzoek is inzicht in de Nederlandse MKB-ondernemers en hun relatie met (duurzaam ondernemen in) ontwikkelingslanden (PSD-landen, zoals gedefinieerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken). Methode Het onderzoek is telefonisch uitgevoerd en computergestuurd afgenomen. Het veldwerk is uitgevoerd van 17 februari tot en met 2 april 2014. De interviews zijn uitgevoerd conform de ESOMAR en MOA gedragscodes voor marktonderzoek en de Wbp (Wet Bescherming Persoonsgegevens). Voorafgaand aan het telefonisch onderzoek zijn een aantal individuele interviews gevoerd met de doelgroep. Voorafgaand aan het onderzoek heeft MVO Nederland de interviewers een korte uitleg gegeven over de onderwerpen internationaal ondernemen en MVO, zodat zij beter in staat zouden zijn om de antwoorden van de ondernemers te interpreteren. Doelgroep De doelgroep voor het onderzoek is het Nederlandse MKB, dat wil zeggen tussen 2 en 250 werknemers. De volgende branches zijn gezien het doel van het onderzoek uitgesloten: overheid, onderwijs, gezondheidszorg en cultuur. Om bepaalde sectoren en bepaalde grootte van bedrijven te kunnen analyseren, zijn bedrijven in zes focussectoren oververtegenwoordigd in de steekproef en zijn ook bedrijven van 50 tot 250 werknemers oververtegenwoordigd. Voor de analyse van het totale MKB is de steekproef herwogen naar branche en naar aantal werknemers, naar de verdeling van de MKB-populatie volgens LISA. In de bijlage een lijst met uitgesloten SBI-codes en een lijst met SBI-codes van de focussectoren. Bij het lezen van het rapport dient rekening te worden gehouden met het feit dat de resultaten zijn gebaseerd op interviewgegevens. De antwoorden en opvattingen van de respondenten kunnen afwijken van de uiteindelijke realiteit. Tevens kan het voorkomen dat onderzoeksresultaten gebaseerd zijn op de antwoorden van een gering aantal respondenten. Deze resultaten dienen, alhoewel vermeld, slechts als indicatief te worden beschouwd. De mogelijkheid bestaat dat de respondenten die meer bezig zijn met MVO of met internationaal ondernemen eerder geneigd zijn mee te werken aan het onderzoek. De populatie is gebaseerd op LISA, dit is een stichting die op basis van CBS en KvK gegevens actuele en betrouwbare populatiegegevens genereert en beheert. De resultaten zijn herwogen naar branche en aantal werknemers. Validiteit, representativiteit en betrouwbaarheid De mate waarin de uitkomsten van onderzoek ook daadwerkelijk voor de gehele doelgroep
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
51
gelden, uit zich in onder andere de validiteit, de representativiteit en de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Op deze punten wordt nader ingegaan. Validiteit Een bepalende factor in de algehele kwaliteit van onderzoek is de validiteit. Een goede validiteit duidt erop dat meetfouten binnen het onderzoeksproces worden geminimaliseerd. Hieraan wordt ruime aandacht besteed: -In de opzet en het ontwerp van de vragenlijst is veel aandacht geschonken aan de wijze van vraagstelling en aan het opstellen van antwoordcategorieën. Tevens is de vragenlijst vooraf getest waardoor interpretatiefouten bij respondenten zijn geminimaliseerd. -De enquête is computerondersteund afgenomen, waardoor een tussentijdse nauwkeurige controle mogelijk was. Representativiteit Representativiteit van onderzoeksuitkomsten betekent dat deze kunnen worden gegeneraliseerd naar de gehele populatie. Aangezien een groot adressenbestand is gebruikt, is de non respons hierbij de meest beïnvloedende factor. Inzicht in de representativiteit kan (deels) worden verkregen door de achtergrond-kenmerken van respondenten te vergelijken met die van de populatie. De non-respons blijkt uniform verdeeld te zijn. In het rapport staat een vergelijking van de branche en het aantal werknemers met de populatie. De steekproef is herwogen naar de populatiecijfers en kan daarom worden beschouwd als representatief. Betrouwbaarheid Analyse heeft plaatsgevonden door middel van de meest gangbare toetsen en testen. In dit rapport worden de uitkomsten significant genoemd bij een betrouwbaarheid van 95% (=0,05). Dat wil zeggen, dat de kans op een waarneming buiten het vastgestelde interval niet groter is dan 5%.
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
52
BIJLAGEN Volledige lijst met voorbeelden van maatregelen die bedrijven nemen betreffende MVO a. Voorbeeld Eisen betreffende arbeidsomstandigheden van de eigen activiteiten in …. Basis=directe ondernemers -controleren -vragen de ondernemer naar arbeidsomstandigheden,huisvesting,werktijden ed -hoe ze omgaan met materialen -al 12 jaar handel met dit land -geven info over hoe ga je om met pcb -wij controleren zelf (gaan er naar toe) -certificaten -fair wair fundation -temperatuur -zelf eerst gaankijken -werkkleding & veiligheid -BSCI controle -streven het na maar is lastig -werktijden -we proberen dat te doen -BSCI contract -Volgens regels van de ILO -toeleveranciers tekenen een protocol -goede producten tegen fatsoenlijke prijzen -schoon afzuigapparatuur/klimaatcontroen -werken volgens alle ilo eisen -we leiden mensen op mbt goed uitvoeren van taak -aangesloten bij DSCY en alle fabrieken worden geaudit -hanteren voorwaarden waar partners aan moeten voldoen mbt tot salaris -uren en beloning -oog voor lokale arbeiders/arbeidsomstandigheden -Gebonden door certificaat -Huisvesting, onderwijs,kinderopvang -in regio's ons plaatsen waar veel werkloosheid is -alleen bedrijven die volgens norm werken -extern persoon waakt over de arbeidsomstandigheden -dat alles voldoet aan de eisen die ze daar stellen -bedrijven moeten volden aan SAI 8000 norm -bezoeken aan fabriek -zorgen voor een goede werkplekken en geen werkweken boven de 50u -eerlijk de mensen daar goed betalen voor de arbeid -we houden ons aan de regelgeving van daar -redelijke salarissen en goed voor de mensen zorgen -we controlen (social auddit) -huizen en bedrijf zelf moet goed leefbaar zijn
-omdat ook onze monteurs via Europese norm moeten kunnen werken -onze telers hebben een certificering mbt arbeidsomstandigheden -medewerker heeft ook een soort ziektekostenverzekering -werkplek goed ingericht -zijn aangesloten bij een organisatie die daar streng op controleert -we controleren hierop -we controleren zelf regelmatig -betalen een hoger loon -mensen in china hebben de zelfde arbeidsomstandigheden -Veilgheid, werktijden -eigen kantoor daar gerealiseerd -we maken en controleren afspraken -geven info over hoe te werken met pcb -fair wair fundation -eerst zelf gaan kijken -gekeurde veilige machines gebruiken -werktijden -we controleren dagelijks -toeleveranciers tekenen een protocol -aangesloten bij DSCY -voorwaarde voor ons -Betrouwbare contracten, maaltijden verschaft, medische verzorging -er zou betere medische zorg moeten zijn -externe werknemer waakt over arbeidsomstandigheden -bedrijven moeten volden aan SAI 8000 norm -Zit verwerkt in onze ontwerpen -eerlijk betaling -redelijke salarissen bieden en goed voor de mensen zorgen -social auditt -de woonhuizen en het bedrijf moeten aan goede omstandigheden voldoen -onze telers hebben een certificaat omtrent de arbeidsomstandigheden -we controleren zelf regelmatig -eisen betreffende bouw en duurzaamheid v d gebouwen
a2. Voorbeeld Eisen betreffende arbeidsomstandigheden van de eigen activiteiten in …. Basis=indirecte ondernemers -geen gebruik van kinderarbeid -controle afspraken nakomen anders andere fabrikant -meer in het algemeen -via leveranciers
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
53
-het bedrijf heeft aan kunnen tonen dat dit goed geregeld is -zelf geweest om te controleren of er ploegendienst toeslagen betaald worden -geen zaken met mijnen waar mensen uitgebuit worden -te maken met inkopen -doordat we alleen gecertificeerd hout kopen -lid van fair ware foundation -max havelaar keurmerk voeren
b. Voorbeeld Milieubesparende maatregelen in …. Basis=directe ondernemers -delen onze kennis -wij geven richtlijnen om millieu besparend te werken -zoveel als kan letten we op energie -fabriek is wrap -waterinstallatie -recycling materialen -energiebesparing -opvangen van afvalwater als koelwater gebruiken -niet gebruik maken van asi verfstoffen -water besparend systeem -technieken daarvoor toepassen -afval afvoeren -Gebonden door certificaat -Geen zwaar gif, goede bescherming -watervervuiling aanpakken en meten -alles moet volgens nederlandse maatstaven gaan -afvoeren van materiaal -bedrijven moeten volden aan SAI 8000 norm -stellen dezelfde eisen daar aan het mileu als hier -zo min mogelijk water gebruiken -houden rekening met de bouw -alles via de Europese norm
-onze telers hebben een certificering mbt millieu, we hebben een stichting opgericht -veel geplant om erosie tegen te gaan -verpakkingen niet te veel en goede verfsoorten gebruiken -letten op lichtgebruik -zorgen dat alles netjes afgevoerd wordt -energie besparende maatregelen -Dat is ons werk daar, water zuiveren -duurzaam bouwen -we delen onze kennis -hergebruik afvalstoffen -we controleren dagelijks -energiebesparing -voorwaarde voor ons -Geen zwaar gif, biologische bestrijdingsmiddelen -bedrijven moeten volden aan SAI 8000 norm -Volgt uit onze ontwerpen -watergebruik - telers hebben een certificaat +onze stichting leert de mensen -we controleren zelf regelmatig -duurzaam bouwen
b2. Voorbeeld Milieubesparende maatregelen in …. Basis=indirecte ondernemers -milieuvriendelijke stoffen gebruiken -bespreek wel maar beinvloed niet -lozen afvalstoffen en waterafvoer stroom -leveranciers -dit hebben ze aan kunnen tonen -doen alleen zaken met bedrijven die gecertificeerd zijn omtrent milieuzaken -te maken met inkopen -zit er ook bij in omdat we alleen gecertificeerd hout kopen -lid van fair ware foundation -afspraak over verpakkingsmateriaal
c. Voorbeeld Afspraken omtrent eerlijkzaken doen in …. Basis=directe ondernemers -label dat de kleuren -wij maken wel afspraken, maar weten niet of ze nagekomen worden -kinderarbeid ,bepaalde stoffen daadwerkelijk leveren -afspreken maken / met leveranciers aan tafel -arbeidsomstandigheden (geen ikinderarbeid) -afspraken worden altijd nagekomen -geen kinderarbeid. milieu ontzien -samen met de afnemers (met tolk)
-contract -kijken wat voor bedrijf het is -fair wair -bemoeit zich niet met prijzen -meewerken met controle vanuit overheid -goed omgaan met afval -alles gefactureerd -fairtrade -dat indonesie ook eerlijk zaken doet
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
-BSCI contract -handvest voor gemaakt -toeleveranciers tekenen een protocol -op nette manier zaken doen -afspraken met verantwoordelijke vestiging -dat er geen omkoping plaatsvindt -alles vastgelegd -gentlemans agreement -opstellen van prognoses en contracten beloftes nakomen -kinderarbeid is uit den boze -voorwaarde van ons -geen steekpenningen aannemen -kwaliteit en prijs -moeilijk om te antwoorden -fairtrade afspraken -ver blijven van corruptie -open communicatie -controle binnen het bedrijf -contactpersoon die overlegt -bedrijven moeten volden aan SAI 8000 norm -is ons eigen fabriek -betalen hogere tarieven en salarissen -geen steekpenningen betalen -met betrouwbare partners omgaan, gesteund door overheid en srenen van partners -werken op dezelfde wijze als hier in Nederland -schriftelijke overeenkomsten geen geld onder tafel b.v. -volgens de normale handelswijze handelen -tekenen van convenant -we werken samen met betrouwbare organisatie -supplier aggreement +alles moet ondertekend worden
-geen corruptie -gedrags code -code of conduct -we controleren hierop -we controleren zelf regelmatig -intergraal aanwezig -arbeidsomstandigheden -afspraken nakomen -geen kinderarbeid, milieu ontzien -fair wair fundation -alleen productielocatie -prijs en kwaliteit -we controleren dagelijks -handvest voor maken -toeleveranciers tekenen een protocol -proberen te werken met max havelaar producten -controle op uitbuiting -contracten en prognoses opstellen -voorwaarde voor ons -ver blijven van corruptie -bedrijven moeten volden aan SAI 8000 norm -Wij hebben maar met 1 partij te maken -geen steekpenningen aannemen -werken alleen met grote organisaties -Geen corruptie -tekenen van convenant -we werken samen met een betrouwbare organisatie -afspraak + ondertekening -geen corruptie -gedrags code -we controleren hierop -we controleren zelf regelmatig -beleid wordt regelmatig getoetst
c2. Voorbeeld Afspraken omtrent eerlijkzaken doen in …. Basis=indirecte ondernemers -zo corruptvrij zaken doen -bespreek wel maar beinvloed niet -leveranciers -dit hebben ze aan kunnen tonen -geen zaken doen met mijnen eaar corruptie bekend is -te maken met inkopen -lid van fair ware foundation -max havelaar keurmerk voeren
d. Voorbeeld Eisen aan zakelijke relaties in …. Basis=directe ondernemers -goed overleg -wij leren uit ervaring -als ik er ben terk ik er een dag voor uit, voor overleg van bepaalde zaken -Er ook zelf regelmatig heengaan -kwaliteit -partijen die afspraken na komen geen gekke dingen zien ip,e werkplek geen kindera -geen kinderarbeid, milieu ontzien -wij spreken alles goed door en dat werkt prima z-elfde regels als in Nederland
-certificaten -vragen het produkt eerst op kwaliteit, betrouwbaarheid, -overeenkomst -wassingen van de stoffen -aan kwaliteit -BSCI -houden hier controle op -alles loopt via een Nederlandse kennis die daar bovenop zit -kwaliteit van producten en levertijden
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
-we controleren dagelijks -kwaliteit moet goed zijn -BSCI contract -contracten maken waarin deze zaken vermeld staan -toeleveranciers tekenen een protocol -werken met max havelaar producten -arbeidstijden -eisen vooraf stellen aan partner -we stellen eisen aan de kwaliteit en milieu doordat alles fsc gecertificeerd is -eerlijk zijn -voorwaarde van ons -eerlijk zaken doen -eerlijk blijven -Bij iedere klant checken -afspraken over kwaliteit en milieu -financieel gebied (harde valuta) -houden aan bepaald level -eisen van partners dat zij goed zijn voor werknemers -afspraken gemaakt over kwaliteit -alles moet volgens nederlandse maatstaven gaan -contactpersoon die controleert en overlegt -zelf als Nederland -bedrijven moeten volden aan SAI 8000 norm -afspraken gemaakt en bezoek -strategische gesprekken om te zien hoe zij met de eigen mensen omgaan -dat ze onze normen hanteren (geen corruptie) -kwaliteit en betrouwbaarheid screenen (b.v. documenten) -de klant stelt eisen aan de kwaliteit en daar moeten ze zich aan houden -kwaliteit; op tijd leveren -dezelfde eisen die we aan onze relaties hier stellen -doen aan reclyclen (en dat is ook goed voor milieu) -Geen kinderarbeid -goede controle op de kwaliteitseisen -moeten gecertificeerd zijn -tekenen van convenant -we werken samen met een betrouwbare organisatie -we maken afspraken( met ondertekening) met telers -kinderarbeid in de gaten houden -restriktie over het zakendoen, er moet aan voldaan worden -gedrags code
-bepaalde hardheid van kussens en kwaliteitsbesprekingen -toeleveranciers onderzocht (b.v. geen kinderarbeid) -zelf gaan kijken hoe ze het geregeld hebben -betalen hogere prijzen en daardoor zijn we verzekerd van kwaliteit -we controleren regelmatig -we controleren zelf regelmatig -integraal aanwezig zijn -Monteurs fatsoenlijk behandelen en belonen -beleid wordt getoetst - wij leren door ervaring -alles gaat onder COD terms -kwaliteit -geen kinderarbeid, milieu ontzien -levertijden, kwaliteit - fair wair fundation -ja kwaliteit -alleen productielocatie -kwaliteit -we controleren dagelijks -contracten maken -toeleveranciers tekenen een protocol -moeten aan kwaliteits eisen voldoen -arbeidstijden -geen kinderarbeid -zelf eerlijk zijn -voorwaarde voor ons -eisen van partners dat zij goed zijn voor werknemers -bedrijven moeten volden aan SAI 8000 norm -Wij hebben maar een grote klant -onze normen hanteren (geen corruptie) -screening en procedures doorlopen -doen aan recyclen (goed voor het milieu) -Geen kinderarbeid -tekenen van convenant -we werken samen met een betrouwbare organisatie -transparant zaken doen -afspraak + ondertekening -geen kinderarbeid -gedrags code -we controleren hierop -we controleren zelf regelmatig -beleid wordt regelmatig getoetst
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGEN Volledige lijst met voorbeelden van gedrag van collega-ondernemers a. Voorbeeld Milieuzaken in ….. Basis=directe ondernemers -olie delicten -gaan slecht om met te behandelen materialen -kijken nergens naar -lozen in riool -Niet belangrijk voor hen -ontmantelen van schepen gehoord en eigen ervaring -gerommel met chemicalien -Ze eisen een bodemprijs
b. Voorbeeld Arbeidsomstandigheden in …. Basis=directe ondernemers -geprofiteerd word van de mensen -meer controle uitvoeren -mensen staan bloot aan bepaalde kwalijke zaken -meer kijken naar de werknemers -Kostprijs belangrijker -gehoord -Ze eisen een bodemprijs
c. Voorbeeld Eerlijk zaken doen in …. Basis=directe ondernemers -corruptie is er altijd -zelf eerlijk zijn -corruptie bij douane
d. Voorbeeld Omgaan met leveranciers in …. Basis=directe ondernemers -niet altijd eerlijk -minder onder druk zetten -Kostprijs gaat voor -Ze eisen een bodemprijs
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
A. SECTOR LANDBOUW, BOSBOUW EN VISSERIJ (n=148)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingslanden
ontwikkelingshulp 24%, Afrika 14%, doen we niks mee 13%
% Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 9% (2013: 11%) indirect 2014: 8% (2013: 10%) winstkansen 51% nabijheid lucratieve afzetmarkten 17%
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
weinig kennis lokale markt 72% bemoeiende lokale overheid 72% slechte infrastructuur: internet 72%
Meest voorkomende landen zaken doen
direct: China, Egypte, Ghana, Indonesie, Vietnam indirect: Ethiopie
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
8%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 13% MVO gedrag in Nederland
84% milieuactiviteiten 2014 (2013: 74%) 48% sociale activiteiten 2014 (2013: 36%) 41% dialoog 2014 (2013: 32%)
IMVO houding bij direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
9% 0% 56% 35%
IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
direct a. 54% b. 22% c. 76% d. 42%
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 87% b. 0% c. 0% d. 0%
verantwoording lokale overheid bedrijf verantwoordelijk + geen actie bedrijf verantwoordelijk + maatregelen bedrijf draagt bij aan ontwikkeling indirect ~~ ~~ ~~ x
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
C.SECTOR INDUSTRIE (n=193)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingshulp 17%, Afrika 13%, ontwikkelingslanden armoede 19% % Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 6% (2013: 13%) indirect 2014: 12% (2013: 15%)
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
van oudsher 55% aantrekkelijkheid land/cultuur 20% weinig kennis lokale taal/cultuur 66% bemoeiende lokale overheid 59%
Meest voorkomende landen zaken doen
direct: Uganda, Nigeria, China indirect: Brazilie
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
11%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 11% MVO gedrag in Nederland 78% milieuactiviteiten 2014 (2013: 64%) 62% sociale activiteiten 2014 (2013: 50%) 42% dialoog 2014 (2013: 47%) IMVO houding bij direct ondernemen in BIC 2% verantwoording lokale overheid en ontwikkelingslanden 25% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 72% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 1% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
direct a. 95% b. 61% c. 91% d. 95%
indirect 20% 20% 20% x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 77% b. 72% c. 74% d. 72%
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
F. BOUWNIJVERHEID (n=167)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingshulp 14%, Afrika 27%, ontwikkelingslanden armoede 20% % Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 5% (2013: 2%) indirect 2014: 18% (2013: 11%)
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
aanwezigheid bepaalde grondstoffen 56% nabijheid lucratieve afzetmarkten 44% bemoeiende lokale overheid 39%
Meest voorkomende landen zaken doen
direct: China, Kenia, Marokko, Sudan indirect: Indonesie
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
9%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 17% MVO gedrag in Nederland 69% milieuactiviteiten 2014 (2013: 74%) 52% sociale activiteiten 2014 (2013: 71%) 41% dialoog 2014 (2013: 55%) IMVO houding bij direct ondernemen in BIC 0% verantwoording lokale overheid en ontwikkelingslanden 28% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 28% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 44% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
direct a. 0% b. 28% c. 28% d. 56%
indirect ~~ ~~ ~~ x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. -b. -c. -d. --
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
G. GROOT- EN DETAILHANDEL; REPARATIE VAN AUTO’S (n=213)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingshulp 11%, Afrika 31%, ontwikkelingslanden armoede 15% % Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 8% (2013: 13%) indirect 2014: 18% (2013: 25%)
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
winstkansen 53% van oudsher 22% weinig kennis lokale taal/cultuur 55%
Meest voorkomende landen zaken doen
direct: China, Thailand, India indirect: China, Brazilie, India, Ethiopie, Pakistan, Thailand
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
11%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 4% MVO gedrag in Nederland
69% milieuactiviteiten 2014 (2013: 68%) 54% sociale activiteiten 2014 (2013: 55%) 43% dialoog 2014 (2013: 36%)
IMVO houding bij direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
8% verantwoording lokale overheid 28% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 61% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 3% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling direct indirect a. 52% 2% b. 42% 2% c. 52% 2% d. 61% x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 82% b. 81% c. 9% d. 2%
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
H. VERVOER EN OPSLAG (n=185)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingshulp 19%, Afrika 18%, ontwikkelingslanden armoede 11% % Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 9% (2013: 12%) indirect 2014: 5% (2013: 4%)
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
lage lonen 44%, winstkansen 35%, van oudsher 32% onvoldoende gekwalificeerd personeel 62% lage arbeidsmoraal 62%
Meest voorkomende landen zaken doen
direct: India, Thailand indirect: Zuid-Afrika, Colombia
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
9%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 3% MVO gedrag in Nederland 54% milieuactiviteiten 2014 (2013: 73%) 49% sociale activiteiten 2014 (2013: 61%) 33% dialoog 2014 (2013: 59%) IMVO houding bij direct ondernemen in BIC 6% verantwoording lokale overheid en ontwikkelingslanden 6% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 87% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 0% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
direct a. 60% b. 13% c. 20% d. 54%
indirect ~~ ~~ ~~ x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 3% b. 3% c. 3% d. 0%
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
I. LOGIES-, MAALTIJD- EN DRANKVERSTREKKING (n=76)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingshulp 23%, ontwikkelingslanden armoede 26% % Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 0% indirect 2014: 37%
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
--
Meest voorkomende landen zaken doen
--
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
15%
--
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 23% MVO gedrag in Nederland 85% milieuactiviteiten 2014 62% sociale activiteiten 2014 46% dialoog 2014 IMVO houding bij direct ondernemen in BIC -en ontwikkelingslanden IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
direct a. -b. -c. -d. --
indirect 18% 18% 18% x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. -b. -c. -d. --
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
K. DIENSTVERLENING (n=91)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingshulp 35%, kansen 15% ontwikkelingslanden doen we niks mee 15% % Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 5% (2013: 10%) indirect 2014: 4% (2013: 1%)
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
aanwezigheid bepaalde grondstoffen 88% aantrekkelijkheid land/cultuur 83% corruptie 91%
Meest voorkomende landen zaken doen
direct: Brazilie indirect: China
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
9%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 6% MVO gedrag in Nederland 51% milieuactiviteiten 2014 (2013: 51%) 49% sociale activiteiten 2014 (2013: 56%) 15% dialoog 2014 (2013: 57%) IMVO houding bij direct ondernemen in BIC 83% verantwoording lokale overheid en ontwikkelingslanden 6% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 12% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 0% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
direct a. 11% b. 6% c. 9% d. 16%
indirect ~~ ~~ ~~ x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 7% b. 7% c. 0% d. 8%
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
I.FOCUSSECTOR KLEDING/TEXTIEL (n=87)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in Afrika 17%, lage lonen 17%, ontwikkelingslanden armoede 14% % Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 30% (2013: 14%) indirect 2014: 33% (2013: 38%)
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
lage lonen 57%, winstkansen 31% weinig kennis lokale taal/cultuur 30% corruptie 15%
Meest voorkomende landen zaken doen
direct: China, India, Pakistan indirect: China, India, Bangladesh
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
36%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 9% MVO gedrag in Nederland 65% milieuactiviteiten 2014 (2013: 76%) 46% sociale activiteiten 2014 (2013: 51%) 34% dialoog 2014 (2013: 26%) IMVO houding bij direct ondernemen in BIC 24% verantwoording lokale overheid en ontwikkelingslanden 29% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 45% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 3% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
direct a. 79% b. 38% c. 81% d. 94%
indirect 10% 10% 10% x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 6% b. 10% c. 10% d. 9%
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
II.FOCUSSECTOR LEDER (n=57)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingshulp 14%, Afrika 18%, ontwikkelingslanden armoede 10% % Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 12% (2013: 9%) indirect 2014: 52% (2013: 43%)
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
lage lonen 52% winstkansen 48% bemoeiende lokale overheid 19%
Meest voorkomende landen zaken doen
direct: China, India, Bangladesh, Angola indirect: China, India, Bangladesh, Indonesie, Vietnam
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
17%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 2% MVO gedrag in Nederland
60% milieuactiviteiten 2014 (2013: 63%) 29% sociale activiteiten 2014 (2013: 43%) 29% dialoog 2014 (2013: 33%)
IMVO houding bij direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
48% verantwoording lokale overheid 0% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 52% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 0% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling direct indirect a. 59% 20% b. 18% 10% c. 31% 10% d. 73% x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 24% b. 0% c. 0% d. 0%
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
III. FOCUSSECTOR STEDELIJKE ONTWIKKELING (n=208) (IN 2013: INSTALLATIE EN CLEANTECH)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingslanden
ontwikkelingshulp 20%, doen we niks mee 19%, armoede 19%
% Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 4% (2013: 9%) indirect 2014: 7% (2013: 21%)
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
aanwezigheid bepaalde grondstoffen 44%
Meest voorkomende landen zaken doen
direct: China, Kenia, Marokko, Senegal indirect: China
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
6%
bemoeiende lokale overheid 32% corruptie 30%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 18% MVO gedrag in Nederland 75% milieuactiviteiten 2014 (2013: 72%) 63% sociale activiteiten 2014 (2013: 55%) 40% dialoog 2014 (2013: 47%) IMVO houding bij direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
0% 26% 52% 22%
verantwoording lokale overheid bedrijf verantwoordelijk + geen actie bedrijf verantwoordelijk + maatregelen bedrijf draagt bij aan ontwikkeling
IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
direct a. 31% b. 52% c. 53% d. 75%
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 67% b. 67% c. 0% d. 100%
indirect ~~ ~~ ~~ x
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
IV. FOCUSSECTOR TUINBOUW (n=102)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingslanden
ontwikkelingshulp 31%, Afrika 15%, armoede 11%
% Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 5% (2013: 10%) indirect 2014: 21% (2013: 22%)
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
winstkansen 59% lage lonen 40%
Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Meest voorkomende landen zaken doen
weinig kennis lokale taal/cultuur 61%
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
12%
direct: China, India, Marokko, Thailand, Uganda indirect: Ethiopie
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 9% MVO gedrag in Nederland
89% milieuactiviteiten 2014 (2013: 86%) 59% sociale activiteiten 2014 (2013: 53%) 50% dialoog 2014 (2013: 32%)
IMVO houding bij direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
75% verantwoording lokale overheid 2% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 23% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 0% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling direct indirect a. 5% ~~ b. 3% ~~ c. 41% ~~ d. 60% x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 0% b. 0% c. 0% d. 0%
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
V. FOCUSSECTOR AFVAL EN RECYCLING (n=68)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingslanden
ontwikkelingshulp 37%, Afrika 18%, armoede 16%
% Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 21% indirect 2014: 7%
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
aanwezigheid bepaalde grondstoffen 47% winstkansen 35%
Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Meest voorkomende landen zaken doen
weinig kennis lokale markt 27% corruptie 27% direct: China, India, Ghana indirect: China, Indonesie, Kenia, Vietnam
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
20%
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 30% MVO gedrag in Nederland
86% milieuactiviteiten 2014 68% sociale activiteiten 2014 63% dialoog 2014
IMVO houding bij direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
63% verantwoording lokale overheid 11% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 25% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 0% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling direct indirect a. 69% ~~ b. 62% ~~ c. 57% ~~ d. 58% x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 0% b. 0% c. 0% d. 0%
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: KERNGEGEVENS PER BRANCHE
VI. FOCUSSECTOR MARITIEM (n=71)
ONDERNEMEN IN ONTWIKKELINGSLANDEN Associatie met ondernemen in ontwikkelingslanden
ontwikkelingshulp 25%, Afrika 18%, armoede 14%
% Actief in BIC en ontwikkelingslanden
direct 2014: 12% indirect 2014: 7%
Motivatie direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
lage lonen 24% winstkansen 22%
Knelpunten direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden Meest voorkomende landen zaken doen
bemoeiende lokale overheid 24%
Toekomstig ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
14%
direct: Zuid-Afrika, India, China indirect: --
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN MVO als marktonderwikkeling in branche 13% MVO gedrag in Nederland
84% milieuactiviteiten 2014 45% sociale activiteiten 2014 35% dialoog 2014
IMVO houding bij direct ondernemen in BIC en ontwikkelingslanden
IMVO gedrag in BIC en ontwikkelingslanden: a. Eisen arbeidsomstandigheden b. Milieubesparende maatregelen c. Eerlijk zaken doen d. Eisen aan zakelijke relaties
27% verantwoording lokale overheid 27% bedrijf verantwoordelijk + geen actie 37% bedrijf verantwoordelijk + maatregelen 8% bedrijf draagt bij aan ontwikkeling direct indirect a. 33% -b. 2% -c. 54% -d. 84% x
Oordeel IMVO gedrag collega ondernemers: a. Milieuzaken b. Arbeidsomstandigheden c. Eerlijk zaken doen d. Omgaan met leveranciers
direct, % niet+zelden goed: a. 0% b. 0% c. 0% d. 0%
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: LANDENLIJST PSD-landen: 1. Afghanistan 2. Albanië 3. Algerije 4. Angola 5. Armenië 6. Bangladesh 7. Benin 8. Bhutan 9. Bolivia 10. Bosnië Herzegovina 11. Burkina Faso 12. Burundi 13. Cambodja 14. Colombia 15. Congo Dem. Republiek 16. Djibouti 17. Egypte 18. Eritrea 19. Ethiopië 20. Filipijnen 21. Gambia 22. Georgië 23. Ghana 24. Guatemala 25. Indonesië 26. Jemen 27. Kaapverdië 28. Kenia 29. Kosovo 30. Laos 31. Macedonië 32. Madagaskar 33. Malawi 34. Maldiven 35. Mali 36. Marokko 37. Moldavië 38. Mongolië 39. Mozambique 40. Nepal
41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
Nicaragua Niger Nigeria Pakistan Palestijnse Gebieden Peru Rwanda Sao Tomé Senegal Siërra Leone Sri Lanka Sudan (Zuid) Suriname Tanzania Thailand Tunesië Uganda Vietnam Zambia Zuid Afrika
BIC-landen: Brazilië India China Extra landen Zuid-Amerika: Argentinie Chili Ecuador Guyana Paraguay Uruguay Venezuela Extra landen Midden-Amerika: Costa Rica El Salvador Honduras Panama
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
BIJLAGE: SBI CODES FOCUSSECTOREN Leder 15 Vervaardiging van leer, lederwaren en schoenen (alle subcategorieën) 46424 Groothandel in schoenen 4772 4782
Winkels in schoenen en lederwaren Markthandel in textiel, kleding en schoenen
Kleding/textiel 13 Vervaardiging van textiel (alle subcategorieën) 14 Vervaardiging van kleding (alle subcategorieën) 4616 4641 4642
Handelsbemiddeling in textiel, kleding, schoeisel en lederwaren Groothandel in kledingstoffen, fournituren en huishoudtextiel Groothandel in kleding, schoenen en mode-artikelen
4751 4771 47792 4782
Winkels in kledingstoffen, huishoudtextiel en fournituren Winkels in kleding en mode-artikelen; textielsupermarkten Winkels in tweedehands kleding Markthandel in textiel, kleding en schoenen
Installatie en cleantech / duurzame stad 3511 3512
Productie van elektriciteit Beheer en exploitatie van transportnetten voor elektriciteit, aardgas en warm water
36 Winning en distributie van water (alle subcategorieën) 37 Afvalwaterinzameling en –behandeling (alle subcategorieën) 411 412
Projectontwikkeling Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw
4221 4222 4291 4299
Leggen van rioleringen, buizen en pijpleidingen; aanleg van bronbemaling Leggen van elektriciteits- en telecommunicatiekabels Natte waterbouw Bouw van overige civieltechnische werken n.e.g.
711
Architecten, ingenieurs en technisch ontwerp en advies
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014
Tuinbouw 011 012 0161 0163 016402
Teelt van eenjarige gewassen Teelt van meerjarige gewassen Dienstverlening voor de akker- en/of tuinbouw Behandeling van gewassen na de oogst Behandeling van tuinbouwzaden (niet van boomkwekerijgewassen) voor vermeerdering
Maritiem / scheepvaart 03 Visserij (alle subcategorieën) 301
Scheepsbouw
3315
Reparatie en onderhoud van schepen
3831
Sloop van schepen, witgoed, computers, e.d.
4614
Handelsbemiddeling in machines, techniek benodigdheden, schepen en vliegtuigen
46697
Groothandel in scheepsbenodigdheden en visserij-artikelen
50 Vervoer over water (alle subcategorieën) 5222 52241
Dienstverlening voor vervoer over water Laad-, los- en overslagactiviteiten voor zeevaart
7734
Verhuur en lease van schepen
Afval & recycling 37 Afvalwaterinzameling en -behandeling (alle subcategorieën) 38 Afvalinzameling en -behandeling; voorbereiding tot recycling (alle subcategorieën) 39 Sanering en overig afvalbeheer (alle subcategorieën) 4677 47792 47793 47892
Groothandel in afval en schroot Winkels in tweedehands kleding Winkels in tweedehands goederen Markthandel in tweedehands goederen
M-Research | Conclusr Research 2014 | Doelgroepenonderzoek IMVO Thermometer 2014