Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
Kant- en-klare opdrachten bij de Code van uw branche De internetopdrachten ‘Werken met de branchecode’ zijn opdrachten die u direct in uw lespraktijk kunt gebruiken. De opdrachten gaan over de onderwerpen arbeidsomstandigheden, milieu en energie en ondernemerschap. Dit zijn onderwerpen uit de Code voor diverse beroepen die veelal ook (expliciet of impliciet) in de kwalificatiedossiers zijn opgenomen. Daarnaast komen diverse competenties aan de orde: zelfstandig werken, gesprekken voeren, samenwerken en presenteren. In dit document vindt u informatie voor u als docent bij de internetopdrachten ‘Werken met de branchecode’ van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA). Tevens bevat dit document de uitwerkingen van de opdrachten. Rol en taken van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (bron: www.hba.nl) Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) staat voor de belangen van de ondernemers en werknemers die hun brood verdienen met vakkundig handwerk. De ambachtelijke bedrijvigheid vormt een van de grootste sectoren binnen de Nederlandse economie en is onmisbaar in onze samenleving. Nu én straks. In de bouwnijverheid, de uiterlijke verzorging, de gezondheidstechniek en op nog veel meer terreinen blijven vakmensen nodig. Zij leveren het maatwerk waar steeds meer klanten om vragen. Het HBA zet zich in om dat mogelijk te blijven maken door: versterking van bedrijfsvoering en ondernemerschap, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van branchecodes; versterking van arbeidsmarkt en scholing, bijvoorbeeld door samenwerking met het CWI en kenniscentra; ondersteuning bij brancheontwikkeling, bijvoorbeeld met promotiecampagnes voor ambachtelijk vakwerk. Bij het HBA zijn 36 ambachtelijke branches aangesloten die circa 72.500 bedrijven vertegenwoordigen waarin 300.000 medewerkers werkzaam zijn. Een deel van de ambachtelijke sector is niet bij het HBA aangesloten maar op een andere wijze georganiseerd. Contacten over en weer kunnen ervoor zorgen dat de gemeenschappelijke belangen nog beter worden bediend. Het belang van de ambachtseconomie staat voorop, niet de wijze van organisatie. Doelgroep De opdrachten zijn geschikt voor derde- en vierdejaarsleerlingen van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Er is aardig wat zelfstandigheid vereist. Daarnaast zijn de competenties gesprekken voeren, samenwerken en presenteren vereist. Doel van de internetopdrachten Het doel van de internetopdrachten is het leren werken met de Code bij mbo-leerlingen te bevorderen. De opdrachten zijn ontwikkeld volgens de volgende uitgangspunten: Het gaat om bewustwording, de opdrachten zijn gericht op de praktijk van het beroep waarvoor de leerlingen worden opgeleid. De leerlingen moeten de opdrachten in hun eigen beroepscontext kunnen uitvoeren. Het werken met de Code moet zo echt mogelijk zijn. De opdrachten zijn voor enkele belangrijke onderwerpen uit de Code ontwikkeld: arbeidsomstandigheden, milieu en energie en ondernemerschap. Soorten opdrachten en opbouw De volgende opdrachten zijn beschikbaar: A. Voor drie disciplines een case (individueel): voor de pianotechniek, voor de goudsmid en voor het optiekbedrijf. B. Drie praktijkopdrachten (individueel of in duo’s te maken), geschikt voor alle disciplines. C. Drie praktijkopdrachten (groepsopdrachten), geschikt voor alle disciplines.
1
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
De opdrachten hebben een opbouw in moeilijkheidsgraad. De case is specifiek, beschrijft gerichte situaties waarover vragen worden gesteld. De praktijkopdrachten zijn een stuk minder gestructureerd, de situatie bij een bedrijfsbezoek is open. De opdrachten zijn gevarieerd voor de leerling: bij de individuele opdrachten is zelfstandig kunnen werken noodzakelijk. Bij de praktijkopdrachten gaat het (daarnaast) om samenwerken. De variatie is ook bedoeld voor u als docent: u kunt kiezen welke opdracht(en) het beste aansluit(en) bij uw programma en manier van lesgeven. De inhoud van de opdrachten is gekoppeld aan de inhoud van de kwalificatiedossiers. Bij elke opdracht zijn bijbehorende kerntaken, werkprocessen c.q. bijbehorende competenties genoemd. Tijdsbesteding Voor de opdrachten staat grofweg de volgende tijdsbesteding: A: case: circa 4 uur B: praktijkopdracht: circa 8 uur C: praktijkopdracht: circa 12 uur.
2
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
A Cases (individuele opdrachten) A1 Uitwerking case Pianotechniek Deze case bevat de onderwerpen Veilig en gezond werken en Werkruimte. Deze onderwerpen staan in hoofdstuk 1 Activiteiten en hoofdstuk 4 Inrichting van de Code van de pianotechniek (digitale versie, Editie: 1, Online: 29/04/08). Soorten normen: wettelijk verplicht voorschrift, praktijknorm, adviesnorm. 1, 3, 4: drie positieve punten, bijbehorende norm, soort norm en nummer Haar in een staart: positief Voorkom bij het werken met machines: - loshangend lang haar - loshangende kledingstukken - loshangende veters Praktijknorm, 1923 Gehoorbescherming: positief Breng de geluidsbelasting terug door (in voorkeursvolgorde): - de geluidsbronnen te verminderen - aanschaf van geluidsarme apparatuur of door het aanbrengen van geluidsisolatie - geluidsbelastende werkzaamheden uit te voeren in een afgesloten werkplek of door zo kort mogelijk met de geluidsproducerende apparatuur te werken - gehoorbescherming te gebruiken Praktijknorm, 1483 Gebruik otoplastieken (inwendige, op maat gemaakte gehoorbescherming) of een gelijkwaardige voorziening bij het stemmen (vooral bij luide instrumenten en/of akoestiek) of andere activiteiten die belastend zijn voor het gehoor. Praktijknorm, 4840 Hydrocelen niet zomaar weggooien: positief Wikkel hydrocelen van voor 1984, in verband met het bevatten van asbest, dubbel en luchtdicht in plastic en biedt deze als gevaarlijk afval aan bij de gemeente. Praktijknorm, 4895 2, 3, 4: drie verbeterpunten, bijbehorende norm, soort norm en nummer Stasteun: verbeteren Maak regelmatig gebruik van een stasteun. Advies, 4407 Werkplek: verbeteren Afmetingen van een werkplek voldoen aan NEN 1824: - breedte minimaal 1,8 m - hoogte minimaal 2,4 m - oppervlak minimaal 10 m² Praktijknorm, 169 Stem de werkplek (werkhoogte) zoveel mogelijk af op de individuele personen. Praktijknorm, 557 De werkplek is direct verlicht om schaduw te voorkomen. Praktijknorm, 3201 De werkplek heeft een verlichtingsniveau van 800 lux. Praktijknorm, 3200 De werkplek is zodanig ingericht, dat de ogen steeds zien wat de handen doen, waarbij de rechte houding gehandhaafd blijft. Praktijknorm, 3867 Werkhouding: verbeteren Werk in een actieve houding (met rechte rug). Praktijknorm, 419
3
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
Wissel statische belasting (bijvoorbeeld staan) en dynamische belasting (bijvoorbeeld lopen) af. Praktijknorm, 425 Beperk plaatsgebonden staand werk tot maximaal 1 uur aaneengesloten. Advies, 560 Gebruik bij zittend werk een goede werkstoel en neem daarbij een goede werkhouding aan. Praktijknorm, 4902 Voorkom een gedraaide en gebogen werkhouding. Praktijknorm, 420 Koppeling aan het kwalificatiedossier Pianotechniek (2008/2009) De onderwerpen uit de Code van de pianotechniek komen aan de orde in het kwalificatiedossier, hoewel de Code zelf niet genoemd wordt. De onderwerpen veilig en gezond werken komen voor in de volgende kerntaken/competenties: kerntaak 3.10 Beleid op het gebied van kwaliteit, veiligheid, milieu en arbo voeren competentie T instructies en procedures opvolgen bij werkproces 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 2.1, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 3.1, 3.6, 3.8
4
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
A2 Uitwerking case goudsmid Deze case bevat de onderwerpen Opdrachtformulier, Klantgegevens, Klantenwerving en – binding, Bedrijfsplanning, Oogspoelvoorzieing en Werken met gas. Deze onderwerpen staan in hoofdstuk 1 Activiteiten, 2 Oprichting/verandering bedrijf, hoofdstuk 4 Inrichting en hoofdstuk 5 Arbeidsomstandigheden van de Code van de goud- en zilversmid (digitale versie, Editie: 2, Online: 06/06/07). Soorten normen: wettelijk verplicht voorschrift, praktijknorm, adviesnorm. 1, 3, 4: drie positieve punten, bijbehorende norm, soort norm en nummer Nadenken over bedrijfspositionering: positief Werk volgens een actueel ondernemingsplan waarin uw assortimentsprofiel is vastgelegd. Adviesnorm, 4541 Stel uzelf (bijvoorbeeld via de brancheorganisatie of vakbladen) op de hoogte van markt- en brancheontwikkelingen. Adviesnorm, 540 Wees op de hoogte van relevante ontwikkelingen in uw verzorgingsgebied. Onder andere: a. startende en stoppende concurrerende detailhandelszaken b. acties bij collega's Neem zonodig maatregelen. Adviesnorm, 3261 Raam open: positief Tijdens het gebruik van gasflessen is er voldoende ventilatie. Praktijknorm, 1053 Oogdouche: positief Er is een oogspoelvoorziening aanwezig bij het werken met chemische stoffen, die is aangesloten op de waterleiding. Praktijknorm, 222 Spoel de oogdouche regelmatig (eenmaal per drie maanden) zorgvuldig door om het risico van uitgroei van micro-organismen te voorkomen. Praktijknorm, 1568 Controleer na installatie of de oogdouche minimaal 11,4 liter per minuut opbrengt (= maatbeker van 1 liter gevuld binnen 5 seconden). Adviesnorm, 545 De sproeikoppen van de oogdouche hebben beschermdoppen. Adviesnorm, 546 2, 3, 4: drie verbeterpunten, bijbehorende norm, soort norm en nummer Opdrachtformulier: verbeteren Leg elke opdracht schriftelijk vast op een opdrachtformulier. Praktijknorm, 1448 Leg de volgende aspecten op het opdrachtformulier vast: a. persoonlijke gegevens afnemer b. soort artikel c. metaalsoort d. gehalte/kleur e. steensoort/gewicht en hoeveelheid f. afgesproken werkzaamheden g. geconstateerde gebreken h. wijzigingen in de opdrachtspecificaties i. levertijd (wanneer opgeleverd) j. door wie is de opdracht in behandeling genomen k. naam uitvoerder van de opdracht l. naam uitvoerder eindcontrole m. afgesproken prijs en betaalafspraken Praktijknorm, 4652
5
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
Leg afspraken over betaling, bijvoorbeeld een aanbetaling of restbetaling, duidelijk en schriftelijk vast (o.a. tijdstip en betalingswijze). Praktijknorm, 4445 Maak het opdrachtformulier (ten minste) in duplo en voorzie het van een uniek nummer. Praktijknorm, 1449 Voorzie elke opdrachtformulier van uw leveringsvoorwaarden. Praktijknorm, 1450 Zet een te repareren werkstuk samen met een opdrachtformulier in een opdrachtzakje klaar ter verwerking. Praktijknorm, 1451 Website, advertenties: verbeteren Maak uw bedrijf zichtbaar bijvoorbeeld door a. een website b. advertenties Praktijknorm, 4512 Wekelijks back-up maken: verbeteren Maak wekelijks een kopie van computerbestanden, zoals klanten- en bedrijfsadministratie en bewaar deze op een brandveilige plaats. Adviesnorm, 2648 Koppeling aan het kwalificatiedossier Goud- en zilversmeden (2008/2009) De onderwerpen uit de Code van de goud- en zilversmid komen aan de orde in het kwalificatiedossier, hoewel de Code zelf niet genoemd wordt. De onderwerpen veilig en gezond werken komen voor in de volgende kerntaken/competenties: kerntaak 5.9 Beleid voeren op het gebied van kwaliteit, veiligheid, milieu en arbo competentie T instructies en procedures opvolgen bij werkproces 1.3, 1.5, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 3.4, 3.5, 3.6, 4.3, 5.1, 5.5, 5.6, 5.7, 5.9, 5.10
6
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
A3 Uitwerking case optiekbedrijf Deze case bevat de onderwerpen Financiën en administratie, Personeelsbeleid, Evacuatie, Werken met arbeidsmiddelen, Werken met persoonlijke beschermingsmiddelen en Verpakkingen. Deze onderwerpen staan in hoofdstuk 2 Ondernemen, hoofdstuk 5 Arbeidsomstandigheden en hoofdstuk 6 Milieu en energie van de Code van het optiekbedrijf (papieren versie, bedrijfsversie, juli 2008). Soorten normen: wettelijk verplicht voorschrift, praktijknorm, adviesnorm. 1, 3, 4: drie positieve punten, bijbehorende norm, soort norm en nummer Bedrijfsuitje: positief Zondagswerk is toegestaan onder voorwaarde dat een werknemer 13 zondagen per jaar geen arbeid verricht. Wettelijk verplicht voorschrift, 2834 Wekelijks onafgebroken rusttijd: - 36 uur in een periode van één week, of - voor werknemers boven de 18 jaar 72 uur in een tijdsruimte van 14 dagen Wettelijk verplicht voorschrift, 2836 Gaat het ten koste van de wekelijks onafgebroken rusttijd? Dit is afhankelijk van het dienstverband van de medewerkers. Overleg met boekhouder: positief Overleg regelmatig met uw boekhouder/accountant over uw financiële positie en meet uw positie aan de hand van kengetallen (zoals liquiditeit, rentabiliteit en solvabiliteit). Praktijknorm, 948 Papieren tasjes: positief Indien u tasjes verstrekt zijn deze bij voorkeur van papier. Adviesnorm, 4280 2, 3, 4: drie verbeterpunten, bijbehorende norm, soort norm en nummer Spullen in de weg: verbeteren Nooduitgangen zijn: - altijd te openen - eenvoudig van binnenuit naar buiten toe te openen - aangegeven met veiligheidssignalering - voorzien van noodverlichting, indien ze slecht zichtbaar zijn - vrij van obstakels (zoals kasten, garderobe, apparatuur) - geen schuif- of draaideuren Wettelijk verplicht voorschrift, 2276 Snoeren en kabels: verbeteren Snoeren en kabels leveren geen struikelgevaar op. Praktijknorm, 589 Eigen beschermingsmiddel gebruiken: verbeteren Een persoonlijk beschermingsmiddel sluit altijd goed aan en is persoonsgebonden. Wettelijk verplicht voorschrift, 391 Koppeling aan het kwalificatiedossier Optiek (2008/2009) De onderwerpen uit de Code van het optiekbedrijf komen aan de orde in het kwalificatiedossier, hoewel de Code zelf niet genoemd wordt. De onderwerpen hygiëne, arbo en milieu komen voor in de volgende kerntaken/competenties: competentie T instructies en procedures opvolgen bij werkproces 1.2, 3.7 Het onderwerp ondernemerschap komt aan de orde in kerntaak 5: Geeft als vakman invulling aan zijn ondernemerschap.
7
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
Uitwerking B Drie praktijkopdrachten (individueel of in duo’s) Algemeen De opdrachten kunnen in het leerbedrijf of op school worden uitgevoerd. Er is voor elk van de volgende drie onderwerpen één zelfde opdracht: 1. Arbeidsomstandigheden 2. Milieu en energie 3. Ondernemen. Vaak worden deze onderwerpen in een hoofdstuk met dezelfde naam behandeld. Niet alle Codes gebruiken deze hoofdstuknamen. Een aantal Codes kent bijvoorbeeld de indeling Primaire processen, Ondersteunende processen, Besturende processen. Kies in dit geval een relevant onderdeel uit een van deze hoofdstukken. Arbeidsomstandigheden, milieu en energie zullen vooral aan de orde komen bij primaire en ondersteunende processen; ondernemen vooral bij besturende processen. Uitvoering in leerbedrijf of op school Overleg voordat de leerling start met opdracht of de opdracht in het leerbedrijf kan worden uitgevoerd. Het invullen van de checklist kost niet alleen de leerling tijd, maar ook het leerbedrijf. Daarnaast kunnen de uitkomsten confronterend zijn. Het is belangrijk dat het leerbedrijf een positieve houding ten opzichte van kwaliteitszorg heeft en energie wil steken in de verbetering daarvan. Als er niet voldoende leerbedrijven beschikbaar zijn, kunt u de opdracht op school uitvoeren. Zorg dan dat de context zo praktijkgericht mogelijk is. Voorkennis ophalen, toelichting doelen Activeer de voorkennis van de leerlingen, bijv. in een klassengesprek over de Code van uw branche. Vraag leerlingen naar hun ervaringen met de Code (en/of de onderwerpen die erin behandeld worden) in hun leerbedrijf. Bespreek de doelen van de opdrachten: wat houden ze in, wat is het nut ervan (zorgen voor kwaliteit op het gebied van arbeidsomstandigheden en de verbetering daarvan). Het eerste doel is: ‘Je kunt de bedrijfsvoering beoordelen op het gebied van arbeidsomstandigheden door een checklist in te vullen.’ Of de leerling dit zelfstandig kan, is afhankelijk van zijn kennis van het leerbedrijf (door de BPV) en van zijn voorkennis (observeren van de bedrijfsvoering). De leerling kan de beoordeling samen met de gesprekspartner van het leerbedrijf uitvoeren, als het niet lukt de beoordeling zelfstandig uit te voeren. Als de leerling het leerbedrijf kent, doordat hij er BPV uitvoert, loopt kan hij dit mogelijk zelfstandig. Anders in overleg met de gesprekspartner bij het leerbedrijf. Eventueel kunt u de opdracht voor het eerste onderwerp onder begeleiding laten uitvoeren en de opdracht voor het tweede en derde onderwerp zelfstandig laten uitvoeren. Als het SMART formuleren van verbeterpunten nog niet bekend is, kunt u dit onderwerp behandelen en de leerlingen laten oefenen in het formuleren hiervan. Geef bijvoorbeeld twee voorbeelden. Eerst een vaag verbeterpunt: Ik wil meer tijd aan mijn studie besteden. Laat de leerlingen bedenken hoe ze verbeterpunt scherper kunnen formuleren. Bijvoorbeeld: De komende drie maanden besteed ik elke werkdag twee uur aan zelfstudie. Het bepalen van prioriteiten is een lastig onderdeel. Besteed hier aandacht aan. Enkele vuistregels: - Zet punten die het snelst voor problemen kunnen zorgen of die het snelst iets opleveren bovenaan. - Zet punten die gemakkelijk te realiseren zijn bovenaan. Dat geeft snel resultaat en motivatie voor de moeilijkere punten. Om ervoor te zorgen dat leerlingen voldoende voorbereid het leerbedrijf bezoeken, adviseren wij u de voorbereiding (onderdeel 1 en 2) te beoordelen voordat de leerling mag starten met onderdeel 3. U kunt dit doen door een kort gesprek te houden: wie ga je bezoeken, wat weet je al van het bedrijf (via website en/of stagelopen), wat weet je al van de arbeidsomstandigheden (welke onderwerpen vallen hieronder, wat is je opgevallen enz.). Resultaten, beoordelingscriteria en evaluatie Bespreek de resultaten en de beoordelingscriteria.
8
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
Richtlijn voor de evaluatie is een half A4-tje. Het gaat erom dat de leerling aantoonbaar nadenkt over hoe de opdracht is verlopen en hoe hij een volgende keer wil aanpakken. Dit met als doel meer inzicht in de Code en zinvol gebruik ervan. Koppeling aan het kwalificatiedossier De onderwerpen uit de Code komen in de meeste branches aan de orde in het kwalificatiedossier, hoewel de Code zelf niet altijd genoemd wordt. De onderwerpen veilig en gezond werken komen mogelijk voor in de volgende kerntaken/competenties: een kerntaak als Beleid voeren op het gebied van kwaliteit, veiligheid, milieu en arbo competentie T instructies en procedures opvolgen, vaak bij diverse werkprocessen Het onderwerp ondernemerschap komt vaak aan de orde in een aparte kerntaak.
9
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
Uitwerking C Drie praktijkopdrachten (groepsopdrachten) Algemeen De opdrachten kunnen in het leerbedrijf of op school worden uitgevoerd. Er is voor elk van de volgende drie onderwerpen één zelfde opdracht: 1. Arbeidsomstandigheden 2. Milieu en energie 3. Ondernemen. Vaak worden deze onderwerpen in een hoofdstuk met dezelfde naam behandeld. Niet alle Codes gebruiken deze hoofdstuknamen. Een aantal Codes kent bijvoorbeeld de indeling Primaire processen, Ondersteunende processen, Besturende processen. Kies in dit geval een relevant onderdeel uit een van deze hoofdstukken. Arbeidsomstandigheden, milieu en energie zullen vooral aan de orde komen bij primaire en ondersteunende processen; ondernemen vooral bij besturende processen. Uitvoering in leerbedrijf of op school Overleg voordat de leerling start met opdracht of de opdracht in het leerbedrijf kan worden uitgevoerd. Het invullen van de checklist kost niet alleen de leerling tijd, maar ook het leerbedrijf. Daarnaast kunnen de uitkomsten confronterend zijn. Het is belangrijk dat het leerbedrijf een positieve houding ten opzichte van kwaliteitszorg heeft en energie wil steken in de verbetering daarvan. Als er niet voldoende leerbedrijven beschikbaar zijn, kunt u de opdracht op school uitvoeren. Zorg dan dat de context zo praktijkgericht mogelijk is. Voorkennis ophalen, toelichting doelen Activeer de voorkennis van de leerlingen, bijv. in een klassengesprek over de Code van uw branche. Vraag leerlingen naar hun ervaringen met de Code (en/of de onderwerpen die erin behandeld worden) in hun leerbedrijf. Bespreek de doelen van de opdrachten: wat houden ze in, wat is het nut ervan (zorgen voor kwaliteit op het gebied van arbeidsomstandigheden en de verbetering daarvan). Het eerste doel is: ‘Je kunt de bedrijfsvoering beoordelen op het gebied van arbeidsomstandigheden door een checklist in te vullen.’ Of de leerling dit zelfstandig kan, is afhankelijk van zijn kennis van het leerbedrijf (door de BPV) en van zijn voorkennis (observeren van de bedrijfsvoering). De leerling kan de beoordeling samen met de gesprekspartner van het leerbedrijf uitvoeren, als het niet lukt de beoordeling zelfstandig uit te voeren. Als de leerling het leerbedrijf kent, doordat hij er BPV uitvoert, kan hij dit mogelijk zelfstandig. Anders in overleg met de gesprekspartner bij het leerbedrijf. Eventueel kunt u de opdracht voor het eerste onderwerp onder begeleiding laten uitvoeren en de opdracht voor het tweede en derde onderwerp zelfstandig laten uitvoeren. Als de leerlingen opdracht(en) B al gedaan hebben, kunt u de nadruk bij opdracht(en) C leggen op samenwerken en presenteren. Daarnaast kunt u verbeterpunten die uit de evaluatie van opdracht(en) B zijn gekomen meenemen. Het is de bedoeling dat de leerlingen samenwerken alsof ze collega’s zijn in een bedrijf. De leerlingen verdelen de taken, ieder krijgt een gelijk aandeel in de opdracht. Ze werken volgens de principes van coöperatief leren: gelijke deelname van alle groepsleden, directe interactie, individuele verantwoordelijkheid, positieve wederzijdse afhankelijkheid: leerlingen hebben elkaar nodig. Als het SMART formuleren van verbeterpunten nog niet bekend is, kunt u dit onderwerp behandelen en de leerlingen laten oefenen in het formuleren hiervan. Geef bijvoorbeeld twee voorbeelden. Eerst een vaag verbeterpunt: Ik wil meer tijd aan mijn studie besteden. Laat de leerlingen bedenken hoe ze verbeterpunt scherper kunnen formuleren. Bijvoorbeeld: De komende drie maanden besteed ik elke werkdag twee uur aan zelfstudie. Het bepalen van prioriteiten is een lastig onderdeel. Besteed hier aandacht aan. Enkele vuistregels: - Zet punten die het snelst voor problemen kunnen zorgen of die het snelst iets opleveren bovenaan. - Zet punten die gemakkelijk te realiseren zijn bovenaan. Dat geeft snel resultaat en motivatie voor de moeilijkere punten.
10
Docenteninfo en uitwerking internetopdrachten Werken met de branchecode
Om ervoor te zorgen dat leerlingen voldoende voorbereid het leerbedrijf bezoeken, adviseren wij u de voorbereiding (onderdeel 1 en 2) te beoordelen voordat de leerling mag starten met onderdeel 3. U kunt dit doen door een kort gesprek te houden: wie ga je bezoeken, wat weet je al van het bedrijf (via website en/of stagelopen), wat weet je al van de arbeidsomstandigheden (welke onderwerpen vallen hieronder, wat is je opgevallen enz.). Groepen samenstellen Stel bij voorkeur heterogene groepen samen, zodat de kwaliteiten van de leerlingen elkaar aanvullen en ze van elkaar leren. Laat leerlingen bijvoorbeeld een test doen om te ontdekken welke groepsrol hun voorkeur heeft of wat hun leerstijl is. Op basis van de uitkomsten kunnen ze zelf groepen samenstellen. Op www.123test.nl zijn gratis testen te vinden. Bijvoorbeeld: Groepsroltest (theorie Belbin): Welke teamrol past het beste bij jou? Leerstijlentest (theorie Kolb): Op welke wijze ben je gewend te leren? Resultaten, beoordelingscriteria en evaluatie Bespreek de resultaten en de beoordelingscriteria. Hoe beoordeelt u de presentatie? Richtlijn voor de duur van de presentatie is 15 minuten. De presentatie moet gestructureerd verlopen, het verhaal moet aantrekkelijk zijn voor het publiek. U kunt de volgende aandachtspunten gebruiken (bron: www.hve.nl): Beoordeling van de wijze van presenteren: - tekstvastheid - overtuigingskracht van de spreker - enthousiasme van de spreker - luistergemak voor het publiek - aanspreektoon publiek - spreektijd - beantwoording van vragen - toevoegende waarde van gebruikte hulpmiddelen - planning van gebruikte hulpmiddelen - gebruik van deze hulpmiddelen. Inhoudelijke beoordeling: - taalgebruik en formulering - aansluiting bij voorkennis van het publiek - diepgang inhoud - aantrekkelijkheid inhoud - concreetheid van de inhoud - opbouw van de presentatie (inleiding – kern – slot) - opbouw van de kern - gebruik van gegevens en argumenten - volgorde van gegevens en argumenten Richtlijn voor de evaluatie is een half A4-tje. Het gaat erom dat de leerling aantoonbaar nadenkt over hoe de opdracht is verlopen en hoe hij een volgende keer wil aanpakken. Dit met als doel meer inzicht in de Code en zinvol gebruik ervan. Koppeling aan het kwalificatiedossier De onderwerpen uit de Code komen in de meeste branches aan de orde in het kwalificatiedossier, hoewel de Code zelf niet altijd genoemd wordt. De onderwerpen veilig en gezond werken komen mogelijk voor in de volgende kerntaken/competenties: een kerntaak als Beleid voeren op het gebied van kwaliteit, veiligheid, milieu en arbo competentie T instructies en procedures opvolgen, vaak bij diverse werkprocessen Het onderwerp ondernemerschap komt vaak aan de orde in een aparte kerntaak.
11