KERKELIJKE COMMUNICATIE ALS UITDAGING Tips voor redacties van kerk- en parochiebladen en kerkelijke websites Samenstelling tekst: Leden werkgroep Kerk en Media van de Raad van Kerken Groningen-Drenthe Ton Kuis, Assen, voorzitter Wim van Dommelen, Groningen Henk Elshout, Emmen Martin Ettema, Loppersum Joop van Luit, Emmen
Deze uitgave is mogelijk gemaakt door het Dagblad van het Noorden Inhoudsopgave Voorwoord ‘Nieuwe tijden, nieuwe uitdagingen’
3
Wat moet de kerk communiceren en hoe?
4
Hoe dit boekje te gebruiken?
5
1. Theorie A. Het kerk- en parochieblad Handreiking voor redacties kerkbladen Koppen als blikvangers Interview geeft meerwaarde
5 8 9
B. Publiciteit Het persbericht
12
C. Kerk en internet Iets over gebruik van internet
2.
14
Praktijk A. Het kerk- en parochieblad Hoe behandelen we een bericht Beoordeling kerk/parochieblad Lezersonderzoek Redactiestatuut Twintig tips voor fusie van redacties
17 20 21 22 25
B. Publiciteit Protocol crisiscommunicatie
26
C. Kerk en internet Bezint eer ge begint Tien wetten en zeven weeën Enkele tips en aanbevelingen
De samenstellers hebben geput uit eigen teksten en uit materiaal van de dienstencentra van de PKN.
30 32 36
Pagina 2
Nieuwe tijden, nieuwe uitdagingen Wie een woord voor de wereld heeft, moet tegenwoordig extra goed nadenken voordat hij of zij de stem verheft. Want bijna alle mensen staan bloot aan een hoeveelheid boodschappen die eerder noopt tot het sluiten van de oren en de ogen dan tot aandachtig luisteren of lezen. Hoe zorg je er voor dat je toch gehoord wordt? Dit boekje geeft een aantal belangrijke aanwijzingen voor kerk- en parochiebladen. De redacties moeten met hun tijd mee. De teksten dienen helder en vlot leesbaar te zijn. Beeld is niet langer ondergeschikt aan het woord. Want een beeld kan meer zeggen dan duizend woorden. Het geheel moet er aantrekkelijk uitzien: de lezer wil zich uitgenodigd voelen. Een beetje kerkblad heeft tegenwoordig ook een stek op het internet. Doordat de ruimte op het web meer dan wereldwijd is, biedt een site ontelbare mogelijkheden. Dat geldt voor de makers ervan, maar ook voor de bezoekers. Die kunnen langskomen wanneer ze willen - en ze kunnen wat terugzeggen. Die twee bijzondere gegevens vereisen een slimme navigatie, om te voorkomen dat de bezoeker niet kan vinden wat hij of zij zoekt. Het maken en beheren van een site wordt nog wel eens onderschat. Alsof een stek op het internet eigenlijk een digitale versie van een papieren naamgenoot is. Maar eigenlijk is een website drie of vier dingen tegelijk: een blad, een digitale drukpers, en een ontmoetingsplaats. Dat vergt zorgvuldig nadenken, waarbij niet de behoeften van de redactie, maar de wensen van de bezoekers leidend zijn. Ik hoop dat dit boekje de redacties van kerkelijke bladen en sites bij hun werk te pas zal komen. Het bevat een keur aan aanbevelingen en tips, variërend van de letter waarin tekst wordt gezet tot de geest die uit de uitgave moet spreken. Idealiter helpt het om de boodschap beter over het voetlicht te brengen. Met als bijkomend resultaat dat de redacteuren hun taken met nog meer liefde kunnen uitvoeren. Pieter Sijpersma, hoofdredacteur Dagblad van het Noorden
Pagina 3
WAT MOET DE KERK COMMUNICEREN EN HOE..? Dit is een boekje over communicatie. Iets waar de kerk al ruim 2000 jaar sterk in is, toch? Laten we daarom beginnen met een voorbeeld: De gemeente heeft in een vijver een paal gezet met een bord. Daarop staat de tekst: ‘Verboden te vissen’. Twee jongens met hengels komen aangelopen, lezen het bord. De ene loopt door. De andere gaat zitten vissen. Is hier sprake van communicatie? Ja. Is de communicatie in beide gevallen geslaagd? Ja. Heeft de zender (lees: gemeente) haar doel bereikt? In het ene geval wel. In het andere niet. Uit dit verhaal blijkt dat communicatie meestal niet meer kan zijn dan het aanbieden van een boodschap. Daarna heeft de zender er niets meer over te vertellen! Of het nu gaat om maatschappelijk gedrag, om het verkopen van waspoeder of om een ideële of godsdienstige boodschap: de ontvanger bepaalt! Aan geen ander voorbeeld dan ‘geloof’ is zo duidelijk af te lezen dat communicatie draait om ‘de’ boodschap. Inderdaad: maar ook geen ander voorbeeld maakt zo duidelijk dat zenders met hun boodschap van alles kunnen bedoelen of willen bereiken, maar dat ontvangers er mee aan de haal gaan en er mee doen wat zij willen! In de geschiedenis van de kerk zijn tevens voldoende voorbeelden te vinden van de overdracht van de boodschap onder bedreiging met geweld……. Alsof die boodschap daarna wel in het onwillige publiek ingedaald zou zijn. Vroeger, heel lang geleden, niet alleen in de Joodse traditie, maar in alle andere evenzeer, moest worden volstaan met de overlevering, met het verhaal, met de story …….. Dat is iets waar moderne communicatiedeskundigen weer op aandringen, alsof ze het wiel hebben uitgevonden: de company-story. Je moet een ‘verhaal hebben waar je achter staat, dat je verder kunt vertellen, waar je je personeel in mee krijgt’. Storytelling is zelfs bij de overheid weer in. Communicatiedeskundigen hebben weer de kracht van het verhaal ontdekt. Maar het is niet altijd een verhaal om in te geloven, hooguit een verhaal waar ze zelf in geloven en misschien voor een korte tijd ook nog hun goed betalende opdrachtgevers. Wie dit allemaal leest raakt wellicht ontmoedigd om ook nog maar iets aan communicatie te doen. Moeten we dan wanhopen? Vanzelfsprekend niet! Want: er is hoop, om maar een kerkelijke term te gebruiken: mensen hebben ook behoefte aan informatie. De kunst is om uit te vinden welke. En de kunst is om al die verschillende mensen op maat te bedienen met informatie waar zij kennis van willen nemen. Op een manier die hen aanspreekt en langs een weg waarmee ze worden bereikt. De kunst is het dan om hen te raken met informatie die ‘wij’ kwijt willen, wij redacteuren, kerkenraden, pastores, vrijwilligers, enz. Meestal nemen we daartoe onze toevlucht tot gedrukte of digitale media. En daarvoor krijgt u in dit boekje heel wat tips. Er is ook geen tijd geweest waarin de technische mogelijkheden om mensen op maat te bedienen, zo groot waren. Maar laten we één ding niet uit het oog verliezen: de beste manier om informatie te delen, is in de meeste gevallen nog altijd de persoonlijke mede-deling! De vele middelen die we gebruiken voor onze boodschappen kunnen hooguit een handje helpen, vooral als we snel grote groepen mensen met dezelfde informatie willen bereiken. Maar ze kunnen de persoonlijke contacten nooit vervangen. En u weet het: wie (mede)deelt, vermenigvuldigt! Raad van Kerken Groningen -Drenthe Werkgroep Kerk en Media Secretariaat: Ton Kuis, Zuidhaege 51, 9401 NZ Assen Tel. 0592 – 356391 e-mail:
[email protected]
Pagina 4
HOE DIT BOEKJE TE GEBRUIKEN? U hebt als redactie een echt gebruiksboekje in handen vol tips en handige informatie. Meer nog dan een naslagwerkje wil het een werkboek zijn. Het doet ook een beroep op uw creativiteit. In dit hoofdstuk vindt u een aantal voorbeelden hoe u dit materiaal kunt gebruiken. Een werkboekje…ruim eens tijd in op uw redactievergadering om samen te brainstormen over de uitdaging om interviews in uw blad op te nemen. We kennen het voorbeeld van een kleine gemeente in de regio, waar men de stap zette en met succes een serie interviews publiceerde. Jongeren uit de gemeente gingen met veel plezier, eenmaal per maand, gewapend met tien vragen op pad naar een gemeentelid. Het verhoogt de leesbaarheid van uw blad! Welk thema pakken we op voor de interviews? Stellen we vragen aan ‘gewone gemeenteleden’, aan vrijwilligers (over hun activiteiten), of wordt het een oecumenische serie? Hoe formuleren we de vragen? Om zeker te zijn, kun je natuurlijk altijd een keer proefdraaien om de vragen te testen. Doen! Het kan handig zijn om de tips/handreiking voor redacties een keer door te lezen. Maar waarom zou u niet eens een half uur van de redactievergadering benutten om samen te oefenen? Denk aan het formuleren van een pakkende kop. Neem de laatste nummers van uw kerk- of parochieblad en zoek een artikel uit. Of neem het verslag van de kerkenof parochieraad. Laat ieder voor zich een sprekende kop daarbij bedenken en wissel die vervolgens met elkaar uit. Zo ben je als redactie ook nog eens anders bezig met elkaar. Een leuk en zinvol halfuurtje kan u over de drempel helpen. Vanaf nu een pakkende kop boven het verslag van het kerkbestuur, naar aanleiding van een op de vergadering besproken onderwerp. Met nog als subkop het aloude: ‘Uit de kerkenraad/parochieraad’. En waarom bij dat ‘oefenmoment’ niet de vaste schrijvers van uw blad uitgenodigd? In een hoofdstukje staan enkele voorbeelden van verslagen. Deze voorbeelden willen ons prikkelen. Het moet wat vlotter kunnen, meer leesbaar, ook aantrekkelijk voor lezers die de bijeenkomst (waar het verslag over gaat) niet hebben meegemaakt. Zo’n hoofdstukje wordt vooral van waarde, als u met elkaar eens zulke stukjes herschrijft en die dan vervolgens met elkaar uitwisselt. Natuurlijk kunt u het opgenomen redactiestatuut of de lezersenquête ‘zonder gedoe’ overnemen en benutten. Maar we dagen u graag uit om het geboden materiaal aan te passen aan uw eigen wensen en omstandigheden. Waar nodig natuurlijk in overleg met de kerken- of parochieraad. Dan wordt het helemaal van uzelf. En hebt u er des te meer plezier van. Kortom: overleg als redactie hoe u – met bovenstaande tips in de hand- per hoofdstukje uw voordeel kunt doen met wat dit boekje biedt. De tekst van deze brochure vindt u ook op www. prvk.nl, de website van de Raad van Kerken Groningen/Drenthe. Zo kunt u eenvoudig een hoofdstuk kopiëren en bewerken of anderszins gebruiken. Succes! Wij zullen het op prijs stellen als u ons aanvullingen, ervaringen, eigen gedachten en ideeën toezendt; daarmee doet u niet alleen ons een plezier, maar wij kunnen dan ook uw inzichten verder verspreiden. U kunt ons mailen (mailadres:
[email protected]) of gebruik maken van onze website (website www.prvk.nl)
Pagina 5 1. THEORIE A. HET KERK- EN PAROCHIEBLAD In een kadertje: Voor alle duidelijkheid: Onder kerkblad dient ook parochieblad te worden verstaan. Een aantal onderwerpen dat bestemd is voor redacties van kerkbladen, is ook van toepassing op redacties van websites.
Handreiking voor redacties kerkbladen: voorbereiding van groot belang Het is eigenlijk overal hetzelfde. Of je nu een brief schrijft of een interview uitwerkt. De voorbereiding is het allerbelangrijkst. Als handreiking een paar suggesties.
Voorbereiding Verzamel materiaal Je kunt pas schrijven als je weet wat je op papier wilt zetten. Verzamel daarom zoveel mogelijk gegevens. Beperk je niet tot notulen of de aantekeningen van een vergadering. Kijk op internet of in een encyclopedie of je meer informatie over het thema kunt vinden. Praat met iemand anders over het onderwerp. Zoek een mooie invalshoek voor het verhaal. Mensen raken dagelijks overspoeld door informatie. Wil je in dat bombardement van berichten mensen bereiken, dan moet je hen aanspreken zonder veel omhaal van woorden. Journalisten bij radio, televisie en de krant zetten daarom altijd het laatste nieuws in de eerste alinea. Begin met een blikvanger. Voorbeeld: ‘De kerkenraadsvergadering werd zoals gewoonlijk geopend met bijbellezing en gebed. Daarna kwam het onderwerp 'ledenwerving' aan de orde’. Beter: ‘Het aantal doopleden in onze gemeente is explosief gegroeid. De kerkenraad wil daarom aanvullend beleid voor deze groep’. Als je de eerste alinea in je hoofd hebt, zet je voor jezelf op een rij welke zaken je van daaruit aan de orde wilt stellen. Zet de trefwoorden in een logische volgorde. Bij deze opbouw hoort naast de eerste ook een tweede alinea bijzondere aandacht te krijgen. Het geeft de lezer een mate van oriëntatie van het bericht. Het volgende ezelsbruggetje kan van dienst zijn voor de eerste twee alinea’s. De Vijf W's van: Wie doet iets?, Wat doet hij?, Waarom?, Wanneer? en Waar? Daarnaast is het voor lezers meestal interessant ook het ‘hoe’ aan de orde te stellen. Voorbeeld: De kerkenraad (wie) heeft over het ledenverloop (wat) gesproken tijdens de vergadering (waar) op 6 oktober (wanneer). Het thema was aan de orde gesteld om de oude methoden van evangelisatie te evalueren(waarom).
Pagina 6 Instelling Als je achter het toetsenbord zit, neem je jezelf mee. De instelling waarmee je tikt, bepaalt de tekst. Je voelt als het ware een gesprek in je zelf via het beeldscherm. Het maakt een tekst beter, als de schrijver zich bewust is van dat gesprek. Een paar tips: 1. Schrijf voor iemand die veertien jaar oud is. Spreek hem of haar rechtstreeks aan. Leg uit wat je wilt zeggen. Voorbeeld: De digitale revolutie vereenvoudigt het redactionele werk van een kerkbladredactie. Beter: Het is eenvoudig om met de computer een kerkblad in elkaar te zetten. 2. Pas op voor overdreven nuanceringen. Om een boodschap duidelijk over te brengen mag je soms best een beetje overdrijven. We zijn geneigd om ons bij voorbaat in te dekken tegen allerlei kritieken. Wees stellig. Voorbeeld: Enerzijds gunt de kerkenraad de redactie van het kerkblad zijn eigen verantwoordelijkheid, anderzijds vindt de kerkenraad het wel belangrijk dat men als bestuur achter de inhoud van een artikel kan staan. Beter: De kerkenraad wil geen stukken in het kerkblad die haaks staan op het beleid. 3. Weet waar je hart zit. Ook als je zakelijk schrijft, heb je een bepaald gevoel bij een thema. Wees je bewust van die gevoelens. Voorbeeld: Ten einde de begroting sluitend te krijgen, is een additionele toezegging nodig van tienduizend euro. Beter: Het beheerscollege is bang voor een tekort. De gemeente moet tienduizend euro extra toezeggen om met een sluitende begroting te kunnen werken. Tekst op papier Goed materiaal en een goede instelling. Daarmee is driekwart van de vaardigheid van de schrijver vastgelegd. Dan moeten de woorden nog op papier. Een worsteling volgt. Vergemakkelijkt door een paar suggesties: 1. Maak eenvoudige zinnen. We leerden op de basisschool: ‘Juf is bij Miep’. Eerst het onderwerp, dan het gezegde gevolgd door de bepaling. Onderdruk de neiging om lange zinnen te maken. Voorbeeld: Door de groei van het aantal armen en door het destructieve beleid van de overheid krijgt de diaconie steeds meer werk. Beter: De diaconie krijgt steeds meer werk. Dat heeft te maken met de groei van het aantal armen. De overheid stelt zich immers steeds terughoudender op.
Pagina 7 2. Plaats gedachten logisch bij elkaar. Voorbeeld: De kerkrentmeesters hebben het plan om het houtwerk van de kerk te laten verven goedgekeurd. Beter: De kerkrentmeesters hebben het plan goedgekeurd om het houtwerk van de kerk te laten verven. 3. Vermijd stopwoorden. We hebben de neiging om allerlei kleine woordjes in zinnen te verwerken. Dat is in de schrijftaal minder wenselijk. Het gaat om woorden als 'ook', 'weliswaar', 'vanzelfsprekend', 'dus', en 'zeker'. Voorbeeld: Daarnaast is het dus ongetwijfeld ook van belang om enige aandacht te besteden aan de wellicht kleine groep van mensen die onvoldoende of zeer geringe koopkracht bezit. Beter: Het is belangrijk aandacht te besteden aan de kleine groep van mensen die onvoldoende koopkracht bezit. 4. Schrijf in de actieve vorm. We kunnen het werkwoord 'worden' beter vermijden. Het schept enige afstand. Het roept onduidelijkheid op. Voorbeeld: Er werd besloten om een publiciteitscampagne te starten. Beter: De kerkenraad besloot een publiciteitscampagne te starten.
Lees je eigen tekst kritisch na Een stukje is nog niet klaar als de punt is gezet achter de laatste zin. Bij een krant volgt er na het vakwerk van de journalist onder meer nog de controle door de eindredactie. In het kerkenwerk zijn vele schrijvers hun eigen eindredacteur of hoofdredacteur. En iedereen weet: over je eigen fouten lees je gemakkelijk heen. Lees daarom je teksten heel kritisch door of schakel iemand anders in om fouten en onduidelijkheden te vermijden. 1. Lees de tekst na op inhoud. Lees de tekst nog eens door de ogen van iemand die nog nooit van de zaak heeft gehoord. Is een willekeurige lezer in staat zonder voorkennis alles te begrijpen? Soms is het nodig om de tekst iets uit te breiden. Voorbeeld: De diaconie stelde in de kerkenraad dat veel christenen in Indonesië lijden onder moslimextremisme en dat er dus voorbede gewenst was. Beter: Christenen in Indonesië lijden onder geweld van moslims. De diaconie stelde voor deze christenen te gedenken in de voorbede.
Pagina 8 2. Lees een tekst na op vorm. Stel je de vraag of iets nog simpeler kan. Voorbeeld: De kerkvoogdij vroeg om een extra collecte bij de uitgang om daarmee de reparaties te bekostigen die nodig zijn voor de verwarming. Beter: De kerkvoogdij vroeg om een extra uitgangscollecte voor de reparaties aan de verwarming.
Een paar tips in het kort: 1. verzamel (ook) informatie over de mensen voor wie je schrijft; 2. stel tevoren vast wat jij wilt dat in hoofden achterblijft; 3. leg de combinatie tussen 1 en 2; 4. maak een overzicht van de onderwerpen die aan bod moeten komen; 5. verdeel die onderwerpen in sub(s); 6. maak een raamwerk waarin voor het hele verhaal, maar ook per alinea een duidelijke opbouw zit (inleiding, kern, slot); 7. zorg in je opmaak voor duidelijke leeswijzers (tussenkopjes, vet en cursief.
Koppen als blikvangers Boven een tekst staat altijd een kop (titel). Deze moet samen met de lead (beginalinea die de kern van het bericht of verhaal bevat) de aandacht van de lezer weten te trekken. In één oogopslag moet de lezer kunnen zien waar een tekst over gaat en of deze voor hem interessant is. Maar allereerst moet zijn oog erop vallen: daar moet de kop voor zorgen. Een kop maken is niet eenvoudig: je moet veel zeggen in weinig woorden en in die paar woorden moet je zo levendig mogelijk de kern van de tekst weergeven. Je brengt levendigheid in een kop door er een werkwoord in te zetten. Voorbeeld: minder goed: De kerkenraad minder goed: Vergadering van parochieraad beter: Parochieraad komt bijeen Maar nog steeds bevat deze kop geen nieuws. Dit kun je veranderen door bijvoorbeeld een beslissing of een kernachtige uitspraak van de parochieraadvergadering in de kop te verwerken: beter: Parochieraad wil meer geloofsonderricht Zorg wel dat de kop duidelijk betrekking heeft op de inhoud van het artikel. Deze mag bijvoorbeeld niet een uitspraak bevatten die bij het inkorten van de tekst zou wegvallen.
Pagina 9 Verder is het aan te raden een kop in de tegenwoordige tijd en in de actieve vorm te zetten met zo weinig mogelijk gebruik van lidwoorden. Dit maakt een kop krachtiger. Een kop moet echter ook aan bepaalde vormeisen voldoen. Hij moet namelijk visueel de aandacht trekken. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een 'lange' kop in tweeën te breken: goed: Parochieraad wil meer geloofsonderricht Uiteraard valt het oog alleen op een kop wanneer die zich qua grootte, dikte en eventueel lettertype onderscheidt van de rest van de tekst. Een kop kan ook vergezeld gaan van onder- en bovenkopjes. Deze kunnen de essentie van het artikel nog beter weergeven. Bovengenoemde kop zou je bijvoorbeeld meer kunnen geven door deze zo te veranderen: Parochieraad hakt knoop door Meer geld voor geloofsonderricht Een minder belangrijke regel: achter een kop komt nooit een punt!
Interview geeft meerwaarde aan uw blad Het is een bekend feit dat verhalen over mensen zich in een grote belangstelling mogen verheugen. In de loop der jaren heeft de Werkgroep Kerk en Media op cursusavonden altijd een vurig pleidooi gehouden voor het opnemen van interviews in de kerkelijke uitgaven. De reacties waren vaak eensluidend: we hebben helaas geen mensen in onze redactie die dat kunnen. Deze opmerking is niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Iedereen met belangstelling en interesse in mensen kan een interview maken. Het gaat in het begin ongetwijfeld wat aarzelend, maar langzamerhand wordt het steeds gemakkelijker en dus leuker. Neem er gewoon de tijd voor. Aarzel ook niet om iemand van buiten de redactie te vragen om deze klus te klaren. Maak vooral van tevoren goede afspraken over bevoegdheden van de redactie, deadline en lengte. Het is helemaal niet vreemd om de tekst voor publicatie aan de geïnterviewde voor te leggen. Dat voorkomt allerlei problemen, die gemakkelijk kunnen ontstaan. Gebruik L.S.D. tijdens een interview! Iedere ouder kent dat wel: het gevoel dat een kind stiekem iets doet wat niet mag. De eerste keer stel je nog de vraag: ‘Wat ben je aan het doen?’; het antwoord zal niet veel opleveren. Een tweede keer luidt de vraag: ‘Ben je soms met lucifers aan het spelen?’ Het antwoord zal bestaan uit een prachtig toneelspel met dito ontkenning. Maar, ook ouders leren, zij het langzaam. De derde maal is de inzet dan ook:’ Kun je me nu die lucifers even geven?’ De aanpak wordt al minder soft. De vierde keer wordt het gewoon een opdracht! (als het al niet te laat is) ‘Geef mij die lucifers maar even’. Vragen kun je op verschillende manieren stellen. Niet alleen de inhoud van de vraag is belangrijk, ook klemtoon, intonatie en lengte spelen een belangrijke rol. Eigenlijk kun je zeggen: de manier waarop de vraag wordt gesteld, is bepalend voor het antwoord. Zelfs de persoon van de vragensteller en eerdere ervaringen van de ondervraagde, zijn medebepalend voor de uitkomsten. Voorbereiding van een interview is daarom minstens zo belangrijk als de uitwerking. Inschatting van de persoon tegenover wie u komt te zitten, maar ook inleving in het onderwerp, is van groot belang. Immers: hoe dieper u in de materie (en de persoon) duikt, hoe dieper de vragen gaan die u kunt stellen en hoe interessanter de antwoorden vaak worden. Maar houd altijd voor ogen: het gaat uiteindelijk om (de interesse van) de lezer. Hieronder enkele tips: Duik in het onderwerp en lees u in (en gebruik niet alleen de gemakkelijkste weg via Google of Wikipedia, dan komt u vaak bedrogen uit). Verdiep u in de persoon met wie u een gesprek aangaat. Die heeft altijd een verleden en er zijn altijd mensen die met hem/haar te maken hebben gehad. Vaak zijn er al eerdere publicaties geweest.
Pagina 10 Categoriseer de onderwerpen waarover u het gesprek wilt aangaan. Maak per categorie een aantal vragen. Schat mogelijke antwoorden in en probeer al vast vragen te bedenken die op die antwoorden inhaken. Kijk/luister eens goed hoe profs het doen, maar blijf jezelf. Over het interview zelf: Belangstelling in persoon en onderwerp zijn voorwaarden vooraf. Luisteren is de belangrijkste bezigheid van de interviewer. Non-verbaal gedrag (aan beide zijden) is medebepalend. Let op houding, mimiek en gelaatsuitdrukking. Stiltes aan de kant van de vragensteller kunnen prachtige resultaten opleveren. Een parafrase op de inhoud van het antwoord leidt soms tot verrassende reacties. Een gevoelsreactie van de interviewer eveneens (angst, blijdschap, boosheid, afkeuring …). Gebruik LSD! En voor u schrikt: in de literatuur over communicatieve vaardigheden staan die letters voor: Luisteren – Samenvatten – Doorvragen. Over de wijze van vraagstelling: Zoals eerder aangegeven: vragen kun je op verschillende manieren stellen. Een (eenvoudige) tweedeling die vaak wordt gemaakt, is die van open en gesloten vragen. Voorbeeld: Waar gaat u dit jaar met vakantie naar toe? Of: Gaat u dit jaar weer met vakantie naar Ommen? Een andere categorie is die van de suggestieve vraag: Jullie gaan dit jaar zeker niet met vakantie? Of die van de waarom-vraag: Waarom bent u Katholiek? (in wezen een open vraag) Bij waarom-vragen is het heel belangrijk waar u de klemtoon legt! Probeer maar eens in de laatste vraag de klemtoon te verschuiven met een van de vier woorden. Stel liever geen dubbele vragen die de beantwoorder voor problemen kunnen stellen: Wat vind je van die nieuwe film of wacht je tot die voor de buis komt? Of: Heb je die film al gezien en ben je ook nog naar de bouwmarkt geweest? In alle gevallen geldt dat u als gesprekspartner door de manier waarop u vragen stelt, zowel uw interesse als uw achterliggende gedachten aan de ander bekend maakt! Het hangt van de gesprekspartner af hoe die daar mee omgaat. Ook daarom is een goede voorbereiding van wezenlijk belang, tenzij u een natuurtalent bent. Enkele tips Hieronder volgt voor de toekomstige interviewers een onvolledig lijstje met vragen die gesteld kunnen worden. Het is aan te bevelen om voor de start van een dergelijke (interview)rubriek tenminste tien interessante personen te hebben, met wie gesproken gaat worden. Is dat aantal niet haalbaar, dan moet getwijfeld worden aan de haalbaarheid van de rubriek. 1. Wat is uw werk/functie? 2. Hoe lang doet u dit al?
Pagina 11 3. Doet u dat als vrijwilliger of wordt u ervoor betaald? 4. Waarom bent u hiermee begonnen? 5. Wat is uw motivatie? 6. Noem een paar leuke voorvallen? 7. Wat zou naar uw gevoel nog beter kunnen? 8. Vindt u dat het werk van vrijwilligers voldoende wordt gewaardeerd? 9. Wat doet u met kritiek? 10. Heeft u nog een persoonlijke wens?
In het hoofdstuk ‘Praktijk’ vindt u voor de kerk- en parochiebladen: - hoe behandelen we een bericht voor het kerkblad - beoordeling kerk/parochieblad - lezersonderzoek - redactiestatuut
Pagina 12 B. PUBLICITEIT HET PERSBERICHT Een minder vaak voorkomende manier van naar buiten treden voor de kerkelijke gemeente is het verzenden van een persbericht. Het zal zich in de regel beperken tot gebeurtenissen die de wijdere omgeving, zoals de plaatselijke gemeente of de regio aangaan. De komst van een nieuwe of het afscheid van de scheidende voorganger, bijzondere diensten, maar ook zaken die voor het aanzien van de gemeente schadelijk kunnen zijn of worden, kunnen aanleiding zijn tot het opstellen en verzenden van een persbericht. De praktijk leert dat, met name in het laatste geval, een open en eerlijk persbericht veel schade aan voortsudderende geruchten kan voorkomen. In het hoofdstuk ‘praktijk’ vindt u een protocol hoe te handelen in geval van een crisis binnen de kerkelijke gemeente. Om op het juiste moment zo’n persbericht in de plaatselijke of regionale pers geplaatst te krijgen is het van belang, te weten wie op de desbetreffende redactie berichten van deze aard in de regel behandelt. Het is immers de vrijheid van de ontvangende partij om een toegestuurd bericht al dan niet te plaatsen. Om een bericht een zo groot mogelijke kans van plaatsing te geven, vindt u hieronder een aantal suggesties voor het maken van een persbericht.
Zes stappen voor het opstellen van een persbericht Het is dus van groot belang om in voorkomende gevallen een goed en duidelijk persbericht te maken. Goede en duidelijke informatie voorkomt het stellen van moeilijk te beantwoorden vragen achteraf. Bij het hanteren van het onderstaande stappenplan kan een helder beeld ontstaan over een problematische situatie. Stap 1 Goed: Stel uzelf steeds de vraag: ‘Wat is het nieuws en waarom is het belangrijk dat anderen dit weten?’ Ga vervolgens zorgvuldig na, welke media (krant, vaktijdschrift, huis-aan-huisblad, radio, regionale tv) mogelijkerwijs interesse in uw nieuws hebben. Fout: Proberen de journalist op één of andere wijze te beïnvloeden. Stap 2 Goed: Selecteer op hoofdlijnen. Houd het kort en zakelijk. Probeer lange zinnen en moeilijke constructies op te delen in verschillende korte zinnen. Probeer de lengte van uw persbericht te beperken tot één A4. Fout: Volledig en uitputtend willen zijn. Stap 3 Goed: Het nieuws bovenaan plaatsen. In de eerste alinea worden alle W-vragen en die ene H-vraag beantwoord: • wie (b.v. de bisschop van Haarlem) • wat (b.v. opening van een nieuw kerkgebouw) • wanneer (b.v. dinsdag 7 oktober 2001 om 20.00 uur) • waar (b.v. Vrijheidskerk, Hobbemalaan 3 in Alkmaar) • waarom (b.v. samenwerking met protestantse kerken) • hoe (b.v. door lint door te knippen) Fout: Het persbericht opbouwen als een betoog en het nieuws als conclusie onderin plaatsen.
Pagina 13 Stap 4 Goed: Formuleer zakelijk en concreet. Bijvoorbeeld: 70% van de correspondenten kwam op 7 oktober naar Alkmaar. Niet: de meeste correspondenten kwamen op 7 oktober. Fout: Vage termen gebruiken zoals vrij, vaak, tamelijk, regelmatig, dikwijls. Fout is ook, zoveel mogelijk superlatieven gebruiken waarmee u zich op de borst klopt zoals ‘de grootste, de beste of de belangrijkste’. Wees concreet. Stap 5 Goed: Uw persbericht altijd besluiten met de naam van degene(n) die aanvullende informatie kan geven inclusief telefoonnummer, faxnummer, e-mail-adres. Wees daadwerkelijk bereikbaar. Fout: Denken dat uw informatie uitputtend is en er dus geen vragen meer zijn. Stap 6 Goed: Speciaal gedrukt persberichtpapier gebruiken. Heeft u dat niet, gebruik dan gerust uw normale briefpapier. Zet u er wel vet en in hoofdletters PERSBERICHT boven. Zorg dat naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres niet ontbreken en het juiste doorkiesnummer vermeld staat. Fout: Niet te mooi papier gebruiken, dat op reclame lijkt. In het hoofdstuk ‘Praktijk’ vindt u bij publiciteit een protocol crisismanagement
Pagina 14
C. KERK EN INTERNET Iets over gebruik van Internet ‘The medium is the message’,sprak wetenschapper Marshall McLuhan ooit. En daarna zijn velen met die uitspraak aan de haal gegaan, al dan niet in verbasterde vorm. Wat hij bedoelde, gezien de context waarin hij deze woorden gebruikte, was: mensen zijn bij elk nieuw medium eerst en vooral gebiologeerd door de nieuwe techniek. Pas daarna komen de nieuwe en meer gerichte toepassingen. Op zich kun je met een nieuw medium overigens alleen maar dezelfde boodschappen aanbieden. Wat maakt internet dan zo uniek? Dat alle dimensies van communicatie er in verenigd zijn. Dat vergt wat uitleg. Dimensies van communicatie zijn: allocutie, registratie, conversatie en consultatie. Dat betekent: • Je kunt via internet boodschappen verkondigen, mededelingen doen (mailen); • Je kunt met behulp van internet formulieren (laten) invullen en belangstelling voor onderwerpen meten/peilen; • Je kunt met behulp van internet informatie uitwisselen (chatten, bellen, beeldbellen); • Je kunt op internet databases raadplegen, informatie zoeken (basisinformatie, beleidsplannen, archief, notulen, enz.). Is internet dan de oplossing voor alle communicatieproblemen? Natuurlijk niet. Want er is een belangrijke component waar we ons altijd bewust van moeten zijn: we zeiden het al in de inleiding op dit boekje: de gebruiker. Het bestaan van een website, compleet met alle genoemde mogelijkheden, garandeert nog geen traffic – om maar een term uit de reclamewereld te gebruiken. Kortom: ook hier kan de zender wel iets willen, maar aan de andere kant zitten mensen die bepalen of ze gebruik van het aanbod (kunnen en willen) maken en hoe! En bovendien moeten we die mensen wel eerst wijzen op het bestaan, de vindplaats en de gebruiksmogelijkheden van onze site. Behoeften verschillen Om alle dimensies van het internet optimaal te benutten, moet een site zijn afgestemd op de behoefte aan informatie-uitwisseling! De ontwerpers moeten eerst in hun organisatie te rade gaan of dit medium een nuttige rol kan vervullen naast of in plaats van bestaande kanalen en of je daarin iedereen over één kam kunt scheren. Pas dan kan de vraag naar de inrichting worden gesteld en naar het in werking stellen van de verschillende gebruiksmogelijkheden. Natuurlijk: het gebruik is ook een kwestie van gewenning. Dus: als u uit ecologische of financiële overwegingen besluit minder papier te gebruiken, mag u kerkenraadsleden er best aan laten wennen om de site te raadplegen voor de notulen en de agenda (consultatie). Maar stuur hen dan wel telkens even een mailtje dat alles weer paraat staat (allocutie). Dan kunnen ze daarna onderling ook nog overleggen over hun standpunten (conversatie), zelf aanvullende informatie aan de site toevoegen (allocutie) of melden op het aangegeven tijdstip niet aanwezig te kunnen zijn (registratie). Nog een waarschuwing: in elke gemeente is tegenwoordig wel iemand die handig een website in elkaar kan zetten. Meestal heel zendergericht, zoals dat heet. Met bovenstaande uitgangspunten en de bijdragen elders in dit boekje kunt u zelf een programma van eisen opstellen waaraan zo’n site moet voldoen en hoe u ‘traffic’ wilt genereren. Succes!
Pagina 15 Explosief Het is begrijpelijk dat het een toenemend aantal gemeenten inmiddels gelukt is om het gebruik van internet te integreren in het kerkenwerk. In de afgelopen vijf jaar is het aantal elektronische presentaties (websites) van kerkelijke gemeenten explosief toegenomen. Op een overzicht bij http://www.interkerknet.nl of http://www.pkn.nl vinden we talloze plaatselijke kerkelijke websites. Op een andere elektronische verzamelplek (http://christendom.pagina.nl/) zijn er nog meer verwijzingen. Vaak zijn aan de kerkelijke internetpresentie van plaatselijke gemeenten hooggespannen verwachtingen verbonden. Internet wordt door sommigen zelfs gezien als wondermiddel om de kerk weer vol te krijgen of om contact te krijgen met mensen die je anders nooit zou tegen komen. En, wie weet, wordt ook nog wel stiekem gedacht, kunnen we ook weer ‘de jongeren’ warm maken voor het kerkenwerk. Er zijn overigens voorbeelden bekend dat dat inderdaad gelukt is! Je presenteert je immers op een wereldwijd net, waar op dit moment zo’n miljoenen mensen actief rondsurfen en waar daarnaast velen potentieel toegang hebben tot het Internet. Nuchterheid Enige nuchterheid over de kansen van de kerk op internet is wel geboden. Anders zullen hooggespannen verwachtingen in korte tijd omslaan in diepe frustratie. En daar is niemand bij gebaat. Bezinning is geboden, voordat een kerken- of parochieraad besluit zich te storten in of op het internetavontuur. Zeker, internet biedt zowel voor kerkopbouw als kerkelijke presentie in de samenleving grote mogelijkheden. Maar dan is het wel goed om vooraf te weten welke weg bewandeld moet worden. Gelukkig is al heel wat ervaring op gedaan bij andere gemeenten, kerken en parochies. Onderscheid Gezien de ervaringen die tot nu toe zijn opgedaan, is het een belangrijk punt om bij de inzet van internet een onderscheid te maken tussen interne en externe communicatie. Onder interne communicatie verstaan we alle communicatie en informatie-uitwisseling die plaatsvindt tussen individuen, groepen in de gemeente en met gemeenteleden. Daarbij rekenen we dan ook nadrukkelijk mensen die nauwelijks of geen interesse hebben in actieve deelname aan de gemeenschap, maar die zich ook niet willen laten uitschrijven. Bij externe communicatie gaat het om alle contacten met de omgeving van de gemeente. Natuurlijk is deze indeling enigszins willekeurig. Veel informatie is immers zowel voor de gemeente als voor buitenstaanders interessant. Dit onderscheid is echter wel goed om precies na te gaan welke functie internet kan hebben voor de verschillende mensen die we op het oog hebben. Voor de communicatie binnen de gemeente kunnen de mogelijkheden van internet op vele manieren benut worden. Hieronder volgt een willekeurig voorbeeldlijstje. Sommige voorbeelden zijn expliciet gekoppeld aan een eigen kerkelijke website, andere zijn daar niet aan gebonden. • • • • • • • • •
Elektronische post (e-mail) Verzenden van stukken voor vergaderingen Elektronische versie van het kerkblad Agenda’s voor activiteiten binnen de gemeenten Publicatie van de lezingen en de liturgie voor de komende zondag Verslag van de voorbespreking van de dienst voor de komende zondag De bladmuziek of de muziekbestanden van de te zingen liederen Het al dan niet met geluid publiceren van gehouden preken Een alternatief voor de kerktelefoon
Pagina 16 • • •
Publiceren van notulen van kerkenraad of commissies Discussiegroepen over bepaalde onderwerpen die actueel zijn binnen de gemeente Babbelboxen voor kinderen/jongeren
Met deze opsomming wordt al duidelijk dat internet voor gemeenteopbouw een duidelijke functie kan hebben. Maar internet kan ook op een andere manier helpen bij de ontwikkeling van de geloofsgemeenschap. Er is op internet een schat aan informatie te vinden voor: • Catechese • Vormings- en toerustingswerk • Bezinningsavonden • Preekvoorbereiding en de eredienst • Zending en (wereld) diaconaat • Gemeenteopbouw en beleid • De PR van de gemeente (artikelen, illustratiemateriaal, de eigen website) Internet kan ook een rol spelen bij: • Contacten en uitwisseling met andere gemeenten, wereldwijd of nationaal • Uitwisseling met partnergemeenten • Contact met of (via zogenoemde hyperlinks) verwijzingen naar andere gemeenten, de landelijke, de Europese en de mondiale kerk • Het inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen • Het nadenken over de invloed van technologie op de (kerkelijke) cultuur Met deze laatste voorbeelden komen we al in het grensgebied tussen interne en externe communicatie.
Omgeving De vraag is dan hoe internet een rol kan spelen bij de communicatie van de kerkelijke gemeente in haar omgeving. We moeten ons dan realiseren dat kerkelijke gemeenschappen vaak een heel ander beeld van zichzelf hebben dan de gemiddelde buitenkerkelijke van de kerk heeft. De communicatiekloof tussen de traditionele kerk en haar omgeving is groot. Het wordt nog moeilijker als we kijken naar de roeping van de gemeente. Dat gaat verder dan de presentatie van een club mensen of een maatschappelijke organisatie. Dan gaat het om de wezenlijke opdracht: je bent gemeente en gemeenschap met het oog op de wereld.
Uitvergroot Deze en andere communicatieproblemen en –mogelijkheden waar kerken in de samenleving mee te maken hebben, worden nog eens uitvergroot op internet. Daarnaast dienen zich door de komst van dit medium ook nieuwe kansen aan. De kans dat iemand zomaar toevallig op de website van een kerkelijke gemeente terecht komt, is echter zeer klein. Mede daarom zijn met name twee vragen van bijzonder groot belang: 1. Met wie wil ik communiceren? 2. Wie wil eigenlijk met mij communiceren? Daarnaast is grondige kennis van de eigenaardigheid van het internet noodzakelijk en is planmatig werken bij de opbouw van een website geboden.
Pagina 17 2. PRAKTIJK A. HET KERK- EN PAROCHIEBLAD Hoe behandelen we een bericht voor het kerkblad? Inleiding Een bericht is een tekst met iets nieuws of actueels voor de lezer. Het geeft informatie, maar gaat nauwelijks in op achtergronden. De redactie moet allereerst zélf goed geïnformeerd zijn over allerlei zaken die in een parochie/gemeente spelen. Redactieleden kunnen telefoontjes plegen, beter - en meer tijdsbesparend - is het wanneer anderen de redactie informeren. Laat dus weten aan allerlei werkgroepen, personen, besturen, instanties en groeperingen dat je op de hoogte wilt blijven van vergaderingen, activiteiten, enzovoort. Een bericht Niet alles wat je toegestuurd krijgt, is bruikbaar om op te nemen als bericht in uw blad. Stel jezelf daarom steeds de vraag: is dit nieuws? Zo niet, dan is het misschien nog wél geschikt om een verslag of interview aan te wijden. Selecteren is dus erg belangrijk. Dat informatie opgestuurd wordt, geeft geen 'plaatsingsgarantie'. De redactie heeft altijd het laatste woord: zij beslist wat er in het blad komt. De kop van een bericht is zakelijk en feitelijk. Het nieuws kan er al in verwerkt zijn ('Parochiebestuur besluit tot bouw nieuwe kerk'). In de eerste regels komt te staan wat het nieuws is. Dit kan wederom met behulp van de ‘5 W's en de H’: -Over wie gaat het? -Wat is er aan de hand? -Waar gebeurt het ? -Wanneer gebeurt het? -Waarom gebeurt het? -Hoe gaat het gebeuren? Minder belangrijke zaken als details komen onderaan te staan. Het kan gaan over de persoon, over historische achtergronden, andere zaken die met deze te maken hebben, enz.. Zo kunnen lezers het laatste stuk eventueel overslaan zonder de kern te missen. Een bericht dient verder zo veel mogelijk objectief (beter: geobjectiveerd) te zijn, feitelijk verhalend. Artikelen zijn objectiever naar mate er minder kwalificaties in worden gebezigd. Dat wil ook zeggen: zo weinig mogelijk woorden gebruiken als ik, wij, grootste, beste, enzovoort te gebruiken. De stijl wordt hierdoor minder persoonlijk, maar wel objectiever, al valt aan zekere mate van subjectiviteit niet te ontkomen!
Voorbeelden om te oefenen Uit de Kerkenraad I.v.m. de vakantie was er in de maand juli geen kerkenraadsvergadering. Wij kwamen voor het eerst weer bijeen op maandag 28 augustus. Altijd een volle agenda zo na de vakantie. We zijn blij dat ook de Kinderkerk op 3 september weer van start is gegaan en hopen dat dit weer net zo loopt als voorgaande jaren.
Pagina 18 Ook hopen we de Catechisatie dit seizoen een vervolg te geven. De Startzondag wordt besproken. Deze hopen we op zondag 24 september te houden. Het ligt in de bedoeling om in deze dienst ook de kinderen weer te ontmoeten. Tevens hopen we, net als we voorgaande jaren ook gewend waren, met elkaar na de ‘Startdienst’ een broodmaaltijd te gebruiken in de Korstanjerie. Er is ook uitgebreid van gedachten gewisseld over de te nemen stappen wat betreft de invulling van de vacature kerkelijk werker. De voorkeur is om weer een kerkelijk werker aan te stellen. Hier is al een sollicitatie voor binnengekomen en binnenkort hopen we een eerste gesprek aan te gaan. De bedoeling is om iemand aan te stellen die pastoraal ervaren is en gevoel heeft voor het opbouwwerk binnen de gemeente. Indien dit alles wat concreter wordt zullen wij dat zo snel mogelijk aan u berichten. Het is immers zaak dat, met het winterwerk voor de deur, de vacature snel wordt vervuld. Ook de invulling voor de Gemeenteavond is ter sprake geweest. Hierover berichten wij u ook zo spoedig mogelijk. We konden niet alles op deze avond voor elkaar krijgen. Besloten wordt om ook weer een programmaboekje te maken dat, indien gereed, achter in de kerk zal liggen. U kunt dit dan meenemen. Hierin vindt u alle data van de activiteiten voor komend seizoen. Gemeentekoffie. U allen, jong en oud, van groot tot klein van harte uitgenodigd op zondag 24 september na de ochtenddienst in ‘de Bron’. Laten wij elkaar dan spreken onder het genot van koffie en limonade. Laten wij elkaar dan spreken over wat de preek ons te zeggen heeft. Laten wij elkaar dan spreken over zaken die ons gemeente doen zijn. Laten wij elkaar dan spreken over wat ons bezig houdt. Laten wij dan omzien naar elkaar. Laat ons gemeente zijn… Deze tweede samenkomst op deze morgen is niet de weg van gemeente zijn maar deze tweede samenkomst is een weg van gemeente zijn. Het is opbouwend om elkaar te ontmoeten. Het is goed elkaar (beter) te leren kennen. Hoe lang of hoe kort u al gemeentelid bent. In welke hoedanigheid u ook betrokken u bent. Op zondag 24 september staat de koffie klaar, en u bent welkom! Zendingsbussen 4e kwartaal 2006 voor Wycliffe Bijbelvertalers
De opbrengst van de zendingsbussen bij de uitgangen van de kerk is voor het vierde kwartaal 2006 bestemd voor Wycliffe bijbelvertalers. In onze gemeente zal in het komende seizoen het HGJB project ‘Leer Me Lezen’, dat als doelstelling heeft kinderen, tieners, jongeren en ouderen te stimuleren om persoonlijk en zelfstandig bijbel te lezen, centraal staan. Wij hebben de mogelijkheden om de bijbel te lezen. Voor de nog vele mensen in deze wereld die nog geen bijbel in hun eigen taal hebben en zodoende nog verstoken zijn van Gods Woord, willen we het komende kwartaal uw aandacht en bijdragen vragen voor het werk van de Wycliffe bijbelvertalers. Uitgebreidere informatie over dit project vind u in de folder die u op de kerkbank zult aantreffen en in Solitudo van oktober 2006. Van harte aanbevolen voor uw gebeden en financiële bijdragen. De commissie voor zending en werelddiaconaat.
Pagina 19 Kerkenraadsvergadering In het tweede deel van de vergadering staan een aantal zaken ter bespreking op de agenda. De leiding van de kindernevendienst wil graag het moment markeren dat de kinderen naar de nevendienst gaan. Dit gaat nu vaak wat ongemerkt en het voorstel is om dit moment te benadrukken door het zingen van een speciaal (kinder)liedje. De kerkenraad vindt dit een goed idee. Vanuit de gemeente is er een vraag gesteld inzake de doopvraag die bij het dopen aan de gemeente zelf gesteld wordt. Dit leidt tot enige discussie binnen de kerkenraad en besloten wordt dat het moderamen de theologische context en de achtergrond van de vraag verder zal uitzoeken. Inzake de notitie met betrekking tot de levensverbintenissen wisselt de kerkenraad van gedachten. De bespreking van dit onderwerp binnen de kerkenraad is een eerste stap ter bespreking van dit onderwerp binnen de gemeente. Uiteindelijk zal er een discussie worden gehouden op de gemeentevergadering, na publicatie van een serie artikelen over dit onderwerp in de Ontmoeting in Kerkklanken. Een aantal jaarverslagen, van de taakgroep Vorming en Toerusting, Gespreksgroep 19+, Pastoraat, Jeugdkerk en Catechisatie worden voor kennis aangenomen. De kerkenraad spreekt zijn waardering uit voor diegenen die de verschillende programma’s vorm hebben gegeven en er veel tijd en energie in steken. Chapeau! Vanuit het College van Kerkrentmeesters is er een waaier aan onderwerpen. Dat varieert van de mededeling inzake de blauwe parkeerzone die door de gemeente wordt ingesteld en waar onze kerk last van zou kunnen ondervinden, van de mededeling dat de keuken en het terras na de zomervakantie aangepakt zullen gaan worden tot de mededeling dat het ledenadministratie systeem van de PKN nog niet vlekkeloos verloopt.
Aan alle vrouwen van Vlierpolders en wie dit maar lezen wil!!! De schoolvakanties zijn weer ten einde en alles komt weer langzaam op gang. Zo is het in het verenigingsleven en ook in de kerk. Onze vrouwengroep draait goed dankzij de inzet van iedereen, maar vooral dankzij de Heer die ons iedere keer weer inspireert om met elkaar over Gods woord en de dagelijkse toepassing daarvan te spreken en in de bijbel te studeren. Ook de gezelligheid en het plezier onderling staan heel hoog in het vaandel. Om kort te gaan, ik raad u ten sterkste aan, om iedere derde donderdag van de maand naar de Hertenlaan no 9 te komen Vanaf half twee tot rond half vier in de middag bent u daar welkom. Ook zijn wij van plan nog een tweede groep te starten, daar wij de indruk hebben dat daar best wel belangstelling voor zal zijn. Sommige vrouwen hebben misschien al een persoonlijke uitnodiging gekregen, maar als u dit gelezen hebt en u hebt belangstelling, kom dan gerust! Tenslotte nog twee data om nu al vast in uw agenda te zetten. 11 december vanaf 12 uur kerstbrunch in het dorpshuis en 15 september 2007 vijfjarig bestaan van Doelbewust. Verdere bijzonderheden hierover hoort u te zijner tijd nog wel. Tot ziens op onze bijeenkomsten.
Pagina 20 BEOORDELING KERK/PAROCHIEBLAD Het is een goede zaak, zo van tijd tot tijd het eigen kerk/parochieblad eens onder de loep te nemen. De redactie kan dat zelf doen maar ook aan de werkgroep Kerk en Media vragen, zo’n onderzoek te verrichten. Onderstaand vindt u een aantal aandachtspunten dat bij zo’n zelfonderzoek de revue kan passeren. Deze aandachtspunten worden ook door de werkgroep Kerk en Media gehanteerd.
Adviesrapport kerk- en parochiebladen Naam parochieblad: Woonplaats: 1. -
Redactiebeleid Is het duidelijk tot welke lezerskring het blad zich richt? Welke leeftijden worden aangesproken of zouden aangesproken kunnen worden? Is het duidelijk welke informatie de redactie in het blad kwijt wil? Is er een colofon? Zijn ook andere adressen, bijvoorbeeld van voorgangers en pastorale medewerkers genoemd? Is er een inhoudsopgave en zo niet, was dat nodig geweest? Is de ‘geldigheidsduur’ van het blad duidelijk vermeld en op de goede plaats?
2. Redactionele kwaliteit - Hoe is het evenwicht tussen de verschillende genres? (mededelingen, interviews, achtergrondartikelen, aankondigingen, reportages, verslagen) - Hoe is het evenwicht tussen zakelijke gegevens en persoonlijke impressies? 3. Journalistieke kwaliteit - Zijn de artikelen toegankelijk geschreven en prettig leesbaar (stijl)? - In het taalgebruik begrijpelijk, of wordt er veel ‘kerkelijke taal’ gebruikt, die alleen voor de incrowd begrijpelijk is? - Is bij beide bovengenoemde criteria ook rekening gehouden met de verschillende doelgroepen (binnen-, rand- of buitenkerkelijk, verschillende leeftijden enz.)? - Hoe is de opzet van de artikelen (kop, lead, lengte); in hoeverre zijn de koppen juist gekozen (uitnodigend, dekken ze de lading)? 4. -
Lay-out Hoe zijn papierkwaliteit en –kleur? Is het formaat goed gekozen? Is de vormgeving van de omslag aantrekkelijk? Hoe is de vormgeving van het gehele blad? Is er een duidelijke bladindeling (paginanummering, rubrieken)? Wordt er binnen het gebruikte lettertype gebruik gemaakt van variatie in lettergrootte, cursivering bij tekst en koppen? Pagina 21 - Hoe wordt er gebruik gemaakt van foto’s, tekeningen en verdere illustraties? - Hoe is de kwaliteit van foto’s en illustraties? - Is de informatie (dienst- en liturgierooster, week- of maandagenda) overzichtelijk geplaatst? - Worden er advertenties geplaatst en is de plaats ervan goed gekozen?
5. Kerk- en parochieblad als PR-middel - Is het blad geschikt als visitekaartje voor de geloofsgemeenschap? - Komen er meer mensen en organisaties (ook van buiten de eigen kring) aan het woord dan voorgangers en bestuur? - Is het blad ook interessant voor niet-actief betrokken lezers?
LEZERSONDERZOEK Het is zeker nuttig, zo van tijd tot tijd eens na te gaan, hoe de ontvangers van het kerkof parochieblad denken over de inhoud, vormgeving, leesbaarheid en nut van het blad. Daartoe kan een lezersonderzoek dienen. Wij geven hieronder een aanzet tot zo’n lezersonderzoek dat de redactie van het kerk- of parochieblad inzicht kan geven in de mening van de ontvangers (die hopelijk ook lezers zijn). Geachte lezer van ons kerkblad, De redactie is benieuwd naar uw mening over ons kerkblad, om met de antwoorden die u geeft op de onderstaande vragen, de schriftelijke communicatie binnen de kerkelijke gemeente eventueel te verbeteren. Naast de persoonlijke banden die u als gemeentelid met de andere leden onderhoudt, is het immers van groot belang dat u zo goed mogelijk op de hoogte bent van het verdere wel en wee van de kerkelijke gemeente en met name ook van de activiteiten die binnen deze gemeenschap worden ontwikkeld. En daarin wil het kerkblad zo goed mogelijk voorzien. De redactie vraagt u daarom mee te werken aan een lezersonderzoek door de onderstaande vragen te beantwoorden. U kunt uw antwoorden inleveren in de kerken of opsturen naar de redactie. De vragenlijst vindt u ook op de website www…….nl; u kunt deze ook daar invullen en opsturen. Wij ontvangen de antwoorden graag voor ………….. a.s. Onze hartelijke dank bij voorbaat voor uw medewerking. Namens de redactie, …………… eindredacteur Vragenlijst Algemeen a. Leest u het kerkblad: o helemaal o alleen het algemene nieuws o alleen het gedeelte over mijn eigen wijk b. Vindt u het preekrooster overzichtelijk genoeg ………………… c. Hoe typeert u de inhoud van het kerkblad o interessant o professioneel o amateuristisch o saai o anders, nl………. Pagina 22 Vormgeving d. Wat vindt u van het lettertype van de koppen: o goed, duidelijk leesbaar o moet groter o kan kleiner e.
Wat vindt u van het lettertype van de tekst: o goed, duidelijk leesbaar o moet groter
o kan kleiner Wat vindt u van de verhouding tekst/afbeeldingen o goed o liever wat meer illustraties o tekst is voor mij het belangrijkste g. Wat vindt u van het vaste stramien van het blad o vaste rubrieken vind ik overzichtelijk o kan best wat losser h. Heeft u nog suggesties voor verbetering van de vormgeving? o …………………………………………………………. Inhoud i. Vindt u de artikelen prettig leesbaar? o ja, in het algemeen prettig leesbaar o ja, redelijk prettig leesbaar o neen, niet zo prettig leesbaar o neen, helemaal niet prettig leesbaar j. Leest u de kerkenraadsverslagen met belangstelling? o ja, zo blijf ik op de hoogte o neen, ze zijn me te uitvoerig o ik heb een andere mening ……………………………………. k. Wat vindt u van de ‘in memoriam’ stukken? o ……………………………………………………………………………….. l. Heeft u suggesties voor de verbetering van de inhoud van het kerkblad? o ……………………………………………………………………………….. Jeugd- en jongerenrubriek m. Lezen uw kinderen het kerkblad? o ja o neen n. Zijn zij tevreden over de inhoud? o ja o neen zo neen, waarom niet? ………………………………………………………… o. Vinden uw kinderen een speciale jeugd- en jongerenrubriek belangrijk? o ja o neen p. Hebben uw kinderen suggesties voor verbetering? o neen o ja ……………………………………………………………………………………….. Eindoordeel q. Als u een rapportcijfer moet geven tussen 1 en 10, welk cijfer krijgt het blad dan van u? voor algemeen: ……… voor vormgeving: ……… voor inhoud: ……… f.
Pagina 22 Tot slot Tot welke wijkgemeente behoort u? ……………………………………………….. Heeft u verder nog opmerkingen? o neen o ja: ………………………………………………………………………………………………………………. Ingevuld door: (hoeft u niet in te vullen) naam: ………………………………………………………
adres:
……………………………………………………..
REDACTlESTATUUT Het is eigenlijk noodzakelijk dat iedere redactie werkt met een redactiestatuut. Het bevat het kader van de werkzaamheden en de verantwoordelijkheden. Het werken van de redactie kan gepaard gaan met problemen. Af en toe ontstaat een discussie over verantwoordelijkheden. Dan is het goed om het statuut te raadplegen.De tekst dient te zijn goedgekeurd door de kerkenraad of het college dat de algemene leiding binnen de gemeente heeft. Met datzelfde college heeft de redactie minstens één keer per jaar overleg. Dan kunnen onderling vragen worden gesteld. Dat is ook een ideaal moment om de financiën te bespreken. Een statuut is geen beperking van de vrijheid van de redactie. Het geeft daarentegen de spelregels aan waarbinnen gewerkt kan worden. Onderstaand voorbeeld is een concept dat naar eigen behoefte uitgewerkt kan worden. Vermeld ook in uw uitgave dat de redactie werkt onder een redactiestatuut dat is goedgekeurd door de kerkenraad. Dan kennen alle medewerkers hun eigen verantwoordelijkheden ook.
Redactiestatuut van de federatieve gemeente Nergenshuizen 1. De kerkenraad van de federatieve gemeente Nergenshuizen laat het kerkblad Kerkinfo uitgeven met als doel: a. te informeren over actuele ontwikkelingen op het gebied van beleid, eredienst, pastoraat, diaconaat, catechese, jeugdwerk, zwo en andere zaken binnen de federatieve gemeente Nergenshuizen; b. te informeren over ontwikkelingen binnen het geheel van de Samen op Wegkerken classicaal, provinciaal en landelijk, alsmede de ontwikkelingen weer te geven binnen de oecumene; c. mensen te bemoedigen, te troosten en te stimuleren vanuit de bijbel; d. het gesprek te bevorderen over samenlevingsvraagstukken vanuit bijbelse optiek. 2. Het blad Kerkinfo verschijnt eens per twee weken. Inhoud van Kerkinfo 3. Het blad Kerkinfo kent een vaste indeling, waarin de doelen van het blad herkenbaar worden. 4. Het blad Kerkinfo kent in ieder geval de volgende rubrieken: aankondiging erediensten, pastoralia, samenvatting kerkenraadsvergadering, meditatie. 5. De redactie streeft in de informatieve stukken naar een journalistieke presentatie. In de bezinnende artikelen staan persoonlijke toon en human-interest centraal.
Pagina 23 Samenstelling en bevoegdheden redactie 6. De redactie bestaat doorgaans uit drie personen, van wie tenminste één persoon lid is van de kerkenraad. 7. De kerkenraad benoemt nieuwe redactieleden, nadat de zittende redactie in de gelegenheid is gesteld om een voordracht te doen. Een benoeming geldt voor een periode van vier jaar. Redactieleden kunnen worden herbenoemd.
8. De redactie verdeelt onderling de taken, waarbij er een persoon wordt aangewezen als hoofd- of eindredacteur. 9. Het is de verantwoordelijkheid van de redactie om: a. tekst aangeleverd door scribenten te corrigeren, in te korten en anderszins geschikt te maken voor publicatie in het kerkblad; b. teksten te zoeken en aan te passen uit bestaande media die een aanvulling bieden op de door de eigen gemeenteleden geleverde teksten; c. te zoeken naar passende illustraties bij aangeleverde tekst voor zover scribenten daarin onvoldoende voorzien; d. scribenten te zoeken om teksten over relevante onderwerpen te leveren; e. zelf materiaal te schrijven indien dat vanuit kerk en samenleving gewenst is; f. zich jaarlijks over het gevoerde beleid te verantwoorden in de kerkenraad. 10. De redactie is eindverantwoordelijk voor de inhoud van het kerkblad. Zij is bevoegd om aangeleverde teksten te weigeren of te wijzigen. Zij is ook bevoegd om de lay-out van het kerkblad te wijzigen. 11. Indien de kerkenraad, naast de gewone kopij vanuit de kerkenraad, die onderhevig is aan het redactionele oordeel van de redactie, behoefte voelt om officiële mededelingen te doen aan de lezers van het kerkblad bestaat daartoe de mogelijkheid. Deze mededelingen worden weergegeven als: ‘officiële mededeling van de kerkenraad’. De kerkenraad beslist over vorm en inhoud, eventueel na overleg te hebben gevoerd met de redactie. 12. De hoofdredacteur (of indien hij/zij deze verantwoordelijkheid delegeert: de eindredacteur) leest en corrigeert voorafgaand aan publicatie alle ingeleverde teksten. 13. De hoofdredacteur roept de redactie met regelmaat bijeen voor overleg in voorkomende aangelegenheden. Tussentijds overleg kan worden uitgeschreven op verzoek van een redactielid. De redactie beslist bij meerderheid van stemmen. 14. De hoofdredacteur behandelt eventuele klachten die binnenkomen over het kerkblad. 15. leder college en iedere werkgroep wijst in beginsel een persoon aan die verantwoordelijk is voor het schrijven van kopij voor het kerkblad en voor overige publicitaire zaken. Concept-artikelen worden ingeleverd bij (de daarvoor aangewezene van) de redactie.
Pagina 24 16. De redactie maakt per jaar een overzicht van de deadlines van het kerkblad. Alleen die artikelen worden geplaatst die voorafgaand aan een deadline zijn ingeleverd bij de redactie. 17. De kerkenraad agendeert een keer per jaar een gesprek met de redactie, waarbij de hoofdlijnen van redactioneel beleid ter sprake komen en waarbij de publicitaire uitingen in het achterliggende jaar worden geëvalueerd. 18. De kerkenraad vertegenwoordigt de redactie in en buiten rechten.
Kosten van het kerkblad 19. Het kerkblad Kerkinfo wordt gratis onder alle leden van de federatieve gemeente Nergenshuizen verspreid. 20. De distributie wordt geregeld door de commissie ‘drukwerkverspreiding’, die de werkzaamheden uitvoert in overleg met de redactie onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad. 21. Een keer per jaar organiseert de redactie een actie onder de leden om een vrijwillige bijdrage te geven voor het kerkblad Kerkinfo. De commissie ‘drukwerkverspreiding’ werkt mee aan de uitvoering van de actie. 22. Indien de jaarlijkse inzamelingsactie - gepaard met eventuele andere bronnen van inkomst voor het kerkblad - te weinig geld oplevert om het kerkblad rendabel uit te geven betaalt het college van kerkrentmeesters de tekorten. Indien de jaarlijkse inzamelingsactie meer oplevert dan nodig, blijft het geld als fonds beschikbaar voor de uitgave van het kerkblad en kan het tevens dienen als reserve om tekorten in andere jaren op te vangen. 23. De administrateur van het kerkelijk bureau voert de financiële administratie van het kerkblad, waarbij alleen die nota's worden betaald die door een van de redactieleden zijn geparafeerd. De redactie krijgt jaarlijks de jaarrekening voor de uitgave van het kerkblad ter informatie voorgelegd vanuit het college van kerkrentmeesters. 24. Indien de redactie overweegt om qua budget meer dan tien procent af te wijken van de uitgaven in het voorliggende jaar is de redactie gehouden voor 1 september een begroting voor het komende jaar in te dienen bij de kerkenraad. De kerkenraad bespreekt de begroting en indien de kerkenraad instemt met de voorliggende cijfers sluist de kerkenraad de begroting door naar het college van kerkrentmeesters. 25. De redactie is bevoegd advertenties op te nemen in het blad Kerkinfo, mits de advertenties niet strijdig zijn met norm en goede smaak zoals die in de kerk leven. De inkomsten van de advertenties komen ten goede aan het budget voor het kerkblad. Wijzigingen in redactiestatuut 26. De kerkenraad stelt het redactiestatuut vast en voert wijzigingen door in het redactiestatuut, gehoord de redactie. De redactie kan ook op eigen initiatief voorstellen indienen bij de kerkenraad tot aanpassing van het redactiestatuut.
Pagina 25 De redactie van het kerkblad Kerkinfo heeft advies uitgebracht over dit redactiestatuut d.d. … te Nergenshuizen. De kerkenraad heeft dit redactiestatuut vastgesteld d.d. ….. te Nergenshuizen.
Twintig tips voor fusie van redacties van kerkbladen
Waar kerken fuseren, gaan ook kerkbladen samen. Niet altijd zonder problemen. Stelregel is: begin iets geheel nieuws. 1. Begin niet met wat er nu is, maar met je wensen voor de toekomst. 2. Vertaal dat in een formule: formaat, vormgeving, indeling, rubrieken, schrijfstijl enz. 3. Zoek medewerkers om dit verder in te vullen. 4. Overrule de huidige redactieleden en pastores niet, maar houd hen betrokken! 5. Kies voor verspreiding onder alle leden (op z'n minst: kerkbalansleden). 6. Geen hervormde en gereformeerde compartimenten: profileer niet de onderdelen maar het geheel. 7. Eén graadmeter voor alle 'hervormde' en 'gereformeerde' kopij, denk b.v. aan pastorale berichten, kerkelijke stand, kerkdiensten enz. 8. Actieve en proactieve redactie, die ook de bevoegdheid heeft om kopij te weigeren of te veranderen. Leg dit vast in een redactiestatuut. 9. Zorg voor een herkenbare plaats van de predikanten. Niet als redactielid, wel als leverancier van kopij (en dan niet alleen pastoralia). 10. Niet dichttimmeren met rubrieken. Ruimte voor actuele artikelen, openingsartikel, algemeen nieuws. 11. Informatie: actief begeleiden van ontwikkelingen in de kerkgemeenschap, denk o.m. aan fusieontwikkelingen. Zorg voor informatieve kwaliteit van nieuws uit kerkenraad, commissies en dergelijke, gericht op een breed publiek. 12. Communicatie: elkaar beter leren kennen, denk aan persoonlijke verhalen en persoonlijk getinte rubrieken, zoals columns en interviews. Spreek af of over ‘broeders/zusters’ of over ‘de heer en mevrouw’ wordt gesproken. 13. Opinie: tot nadenken aanzetten over onderwerpen in kerk en samenleving, kan op allerlei manieren, vergeet ook de brievenrubriek niet. Stimuleer discussie, omzeil hete hangijzers niet. 14. Proactief beleid ook belangrijk om onderwerpen waarover verschillend wordt gedacht op een open manier aan de orde te stellen. 15. Maak met iedere medewerker duidelijke afspraken om frustraties te voorkomen. 16. Maak het redactiestatuut breed bekend. Liever A4 of A3 dan A5. 17. Maak er geen grijs blad van: kleur, veel (kleuren)foto's, royale opmaak, afwisseling van teksten en illustraties,kaders, intro's enzovoort. 18. Laat niet de (on)mogelijkheden van je drukker het blad bepalen, vraag offertes aan 19. Denk niet te gauw dat je drukkende gemeentelid het voor een 'vriendenprijs' doet… 20. Breng een nulnummer uit en vraag je lezers om een goede naam voor het blad te bedenken. Met een kleine aanpassing zijn deze regels ook te lezen bij het samengaan tussen de bladen van de parochies A en B.
Pagina 26 Nog enkele tips en aanbevelingen Het behoeft geen nader betoog dat het van het allergrootste belang is dat in het kerkblad geen taal- en spelfouten voorkomen. Als het enigszins mogelijk is, kunt u de teksten daarom het beste met twee personen nakijken en zo nodig corrigeren. Voor het hanteren van correct nederlands is het ‘groene boekje’ een onmisbaar instrument. Daarnaast bestaan er nog taalwijzers als het ‘Trouw schrijfboek’. De redactie dient afspraken te maken over het gebruik van steeds terugkerende woorden als ‘broeder/zuster’ of ‘de heer/mevrouw’ en daar dan ook consequent in te zijn.
B. PUBLICITEIT PROTOCOL CRISISCOMMUNICATIE Een crisis Het kan iedereen overkomen. Plotseling ontstaat een situatie die voor negatieve publiciteit kan zorgen. Een conflict binnen de gemeente dat ondanks alle pogingen niet tot een oplossing leidde. Beide partijen hebben hun uiterste best gedaan. Tenminste dat denken zij. Een journalist komt op het spoor van de gebeurtenissen. Hij gaat aan de slag. En dan is het meestal te laat om tot een goede reactie te komen. Praten in de kerkenraad over een protocol crisiscommunicatie voorkomt dat in dergelijke gevallen paniek ontstaat. In de recente praktijk zijn voldoende voorbeelden bekend dat het zinvol heeft gewerkt. Wij hopen echter dat het protocol heel ver weg in het archief van de scriba belandt en daar nooit weer uit hoeft te komen. Maar als het nodig is…bewijst het dubbel en dwars zijn waarde.
Voorbeeld protocol Een crisis is een (onverwachte) gebeurtenis die de normale gang van zaken verstoort en negatieve gevolgen heeft voor de organisatie en voor het imago ervan. Kenmerkend voor een crisis is dat de bom, zelfs al was men van het bestaan op de hoogte, toch nog onverwacht barst. Daarna verlopen de ontwikkelingen razendsnel en buitelen feiten, geruchten en emoties door en over elkaar heen. Ook in de kerk kunnen zich crisissituaties voordoen. Het uit elkaar vallen van een bestuur, ruzie binnen een gemeente of het al dan niet gedwongen vertrek van een predikant kunnen schade veroorzaken waar men soms nog jaren mee vooruit moet. Hetzelfde geldt voor het niveau van de classis en de kerkprovincie. Dit protocol gaat in op de noodzaak van crisiscommunicatie en de vormgeving ervan. Het is van belang dat kerkbestuurders op alle niveaus zich voorbereiden op een mogelijke crisis. Dat kan heel veel leed en onrust besparen bij het eigen personeel, de vrijwilligers en de kerkgangers. Ook kan de crisiscommunicatie de schade aan de beeldvorming over gemeente, classis en kerkprovincie beperken. In dit protocol wordt allereerst een aantal basisregels gegeven. Vervolgens worden de valkuilen beschreven van de kerkelijke cultuur, waardoor goede communicatie kan worden belemmerd. Daarna wordt het belang en de invulling van een goede voorbereiding besproken. Ook komen de interne en externe communicatie en de perscontacten aan de orde. Vervolgens worden enige woorden gewijd aan het niveau van de regie. Het kan immers best zo zijn dat een lokale of classicale crisis direct gevolgen heeft voor het grote geheel van de kerk. Tenslotte wordt een aantal tips gegeven.
Pagina 27 Basisregels - Beschouw een crisis als onvermijdelijk. Liever ten onrechte voorbereid, dan te laat gereageerd. - Reageer snel en neem steeds het initiatief. Dat maakt zichtbaar dat u de crisis serieus neemt en maatregelen treft. - Reageer gelijktijdig, zowel intern als extern. - Reageer eenduidig door alle partijen dezelfde informatie te geven. - Wees eerlijk en open, ook als iets nog niet duidelijk is. Leugens komen achteraf
altijd uit. - Een crisis levert schade op. Goede communicatie heft die schade niet op, maar minimaliseert het. Valkuilen In de kerkelijke cultuur is het nastreven van harmonie in de gemeenschap een groot goed. Het betekent echter ook dat conflicten en confrontaties vaak vermeden worden. De oprechte bedoeling om iedereen te sparen kan in crisissituaties leiden tot een pastorale opstelling, die zachte heelmeesters voortbrengt. In een crisis zijn soms pijnlijke beslissingen voor sommigen nodig om de continuïteit van de organisatie als geheel te beschermen. Voorbeeld Een predikant wordt gedwongen te vertrekken vanwege fraude met kerkelijke gelden. De reden voor dit ontslag wordt niet toegelicht om de predikant in bescherming te nemen. De 'fanclub' van de predikant brengt het gerucht in de wereld dat de predikant ontslagen is omdat hij bestuurslid was van Greenpeace. In de pers verschillende berichten als 'Kerk ontslaat dierenvriend'. Om verdere schade te voorkomen, besluiten classis en kerkenraad alsnog de echte reden naar buiten te brengen. Voorbereidingen De eerste uren van een crisissituatie zijn doorslaggevend voor het beeld dat in de buitenwereld ontstaat. Daarom is een snelle en adequate reactie op een crisis van het grootste belang. Dat kan alleen maar als de organisatie is voorbereid. - Bepaal van tevoren wie deel uitmaakt van het crisisteam, wie de eindverantwoordelijkheid draagt en wie het crisisteam bij elkaar roept. - Stroomlijn de organisatie: ook de telefoniste moet weten wat haar taak is. - Leg een lijst van namen, telefoon-, fax- en e-mailadressen aan van relevante contacten in de eigen gemeenschap, de bredere gemeenschap als andere gemeenten, classis en Regionaal Diensten Centrum. Voeg daar een lijst van lokale en regionale media aan toe. - Maak in geval van een crisis direct een inschatting van de mogelijke scenario's: Wat kan er gebeuren? Welke partijen spelen een rol? Zitten er nog lijken in de kast? Wat zijn de doelgroepen van de communicatie? - Spreek af wanneer de leden van het crisisteam met elkaar overleggen. - Informeer altijd direct de perschef van het Regionale Diensten Centrum. Hij kan eventueel als coach of woordvoerder optreden. Interne communicatie In een crisis kan de pers zoveel tijd en aandacht opeisen, dat de interne communicatie wordt verwaarloosd. Maar ook in crisissituaties geldt de regel dat goede communicatie altijd intern begint. Om de schade van een crisis zo beperkt mogelijk te houden is het van belang dat de eigen kring van personeelsleden, vrijwilligers en gelovigen goed geïnformeerd is. Dat versterkt het vertrouwen in de leiding en voorkomt dat mensen uit de eigen kring aangewezen zijn op informatie uit de media. Pagina 28 Pagina 28 - Informeer personeelsleden en het eigen bestuur over de afspraken die gelden als er een crisissituatie ontstaat. Dat versterkt de samenhang en maakt de organisatie alerter op mogelijke crises. - Laat interne en externe communicatie zoveel mogelijk gelijk lopen. - Schat van tevoren in welke wegen het meest geschikt zijn om de eigen achterban te bereiken. Een stuk in een huis-aan-huisblad kan meer mensen bereiken dan het voorlezen van een brief tijdens de kerkdiensten in het weekeinde.
Externe communicatie en perscontacten Zeker in een crisissituatie worden journalisten vaak met wantrouwen bezien. Het is echter van belang om de positie van de media te begrijpen. Journalisten moeten met een verhaal komen. Hoe beter zij door het crisisteam worden geïnformeerd, hoe kleiner de kans dat zij op eigen houtje naar informatie gaan zoeken en zo wellicht onjuiste geruchten de wereld in helpen. Journalisten willen driesoortige informatie: over de feiten van de crisis die op dat moment bekend zijn, over de aanpak van de crisis en over de organisatie zelf. - Spreek met één stem; maak in het crisisteam duidelijke afspraken over welke informatie op welk punt naar buiten wordt gebracht. - Blijf bij de feiten. Speculeer nooit. Wees niet bang om te zeggen dat een bepaald aspect nog onduidelijk is. - Elke leugen komt ooit uit. - Straal - ook non-verbaal - uit dat de crisis alle aandacht krijgt en goed wordt aangepakt. Gebruik actieve taal en begin steeds bij de actie die de organisatie onderneemt. Wees kort en bondig. - Wees constant bereikbaar als woordvoerder voor de pers en als crisisteam voor elkaar. - Neem initiatief door nieuwe informatie regelmatig in persberichten aan te bieden. - Een persconferentie kan journalisten de ruimte geven om eigen vragen te stellen en een eigen invalshoek te kiezen. - Betrek verschillende deskundigen bij een persconferentie dan kunnen zij bij moeilijke vragen inspringen of elkaar een adempauze bezorgen. - Geef geen lange interviews. - Registreer alle perscontacten en de afhandeling ervan. - Onderschat de media nooit. - Analyseer de berichten in de pers om ze zonodig te corrigeren. - Niet alle externe contacten bestaan uit journalisten. Denk ook aan andere gemeentes, classis, de kerkprovincie en collega's. Regie Wanneer wordt een zaak een classicale? Wanneer een classiszaak een landelijke? Dat is vaak moeilijk te bepalen. Zeker is dat een crisis dusdanige vormen kan aannemen dat het imago van de hele kerk wordt aangetast. Als regel wordt gegeven dat op classicaal niveau de kerkprovincie en de perschef beslissen of de regie van een crisis door de kerkprovincie wordt overgenomen. Op kerkprovinciaal niveau beslist de preses van de Provinciale Synode van de kerken daarover, in samenspraak met het hoofd communicatie van het secretariaat.
Pagina 29 Enkele tips en aanbevelingen Breng van tevoren een vaste structuur aan waarop je terug kunt vallen. Maak afspraken over het crisisteam, de eindverantwoordelijke, de woordvoering, de bereikbaarheid, de relevante contacten. Informeer de hele organisatie over deze afspraken. Formuleer bij het crisisoverleg de kernboodschap en hou je eraan. Stel daarbij steeds de volgende vragen:
- Wat is de feitelijke situatie? - Wat doen we eraan? - Waarom doen we wat we doen? De informatievoorziening zowel intern als extern is gebaat bij snelheid, gelijktijdigheid en eenduidigheid. Eerlijkheid, feitelijkheid en rust zijn de uitgangspunten bij de houding ten opzichte van de pers. Maak na afloop van de crisis een evaluatie van de gebeurtenissen. Markeer het einde door mensen en instanties te bedanken voor hun hulp en steun. Geef intern aan wat er is gebeurd en hoe men verder denkt te gaan.
Pagina 30 C. KERK EN INTERNET Bezint eer ge begint Het valt niet mee een aantal nuttige tips te geven voor het maken van een website. Wel voor de voorbereiding. Voor het maken zijn zoveel programma’s en systemen in omloop, dat het u snel zal duizelen. Wie bedreven is met een programma als Word, en
beschikt over een Office-pakket van Microsoft, kan ook al snel uit de voeten met Frontpage. Dit werkt met zogenaamde HTML-taal. Het leuke is dat er bij Frontpage gratis een webcursus zit, die u snel leert een website te ‘bouwen’ zoals dat in jargon heet. Die cursus is bereikbaar onder het volgende adres:
http://office.microsoft.com/nl-nl/training/CR061832701043.aspx (date of access: 27/03/08). Trouwens, ook elke pagina die u in Word maakt, is in HTML-code op te slaan (en neemt dan veel minder ruimte in). Maar verkijk u niet op al het aanbod van Microsoft. De Frontpagecursus is vooral handig ter voorbereiding van het maken van een website. Programma’s om sites te bouwen, zijn tegenwoordig al weer veel geavanceerder/gemakkelijker en worden dikwijls aangeboden door uw ‘host’, de firma waarbij u uw site onderbrengt. Spelregels Een paar algemene spelregels. Schrijven voor het beeldscherm is iets anders dan schrijven voor een krant. Vergelijk alleen maar eens een teletekstpagina met een bericht in de krant. Wie wil schrijven voor het web moet niet alleen de taal perfect beheersen, maar ook nog eens kort en bondig – klantgericht – kunnen schrijven. Inkorten, inkorten, inkorten, is het devies. Ga eerst maar eens zelf voor het scherm zitten en vraag u af hoe u zelf leest. Welke site/pagina bevalt u wel/niet en waarom? U zult zien dat de pagina’s met al te grote lappen tekst u snel doen doorklikken. En dat is de hele truc: een pagina moet aandacht trekken voor de informatie die u in de aanbieding heeft. En dan mag die (uitgebreide) informatie best ergens anders (doorklikken) staan en moet ook nog eens makkelijk kunnen worden uitgeprint. Maar voordat u aan schrijven toe bent, komt er heel wat kijken. Voorbereiding Wie een website wil maken, moet – net als bij een kerkblad – eerst nadenken over de vraag: ‘Wat wil ik er mee?’ Ook hier geldt: Wie wilt u dat gebruik gaan maken van de site? Welke informatie wilt u kwijt/zitten bezoekers op te wachten. Welk gebruik wilt u/zij dat er van de site wordt gemaakt (mededeling, uitwisseling, raadpleging …). Maak een groeiplan/gewenningsplan van het gebruik dat u/bezoekers de komende jaren stapsgewijs van de site gaan maken. Stel aan de hand van bovenstaande ‘opbrengst’ heldere criteria op. Maak een hiërarchische indeling voor de hele site. Content Een ander onderdeel is de content, de inhoud. Deze hangt nauw samen met het gebruik dat van de site kan/moet worden gemaakt. Net als bij een goed verhaal: maak vooraf een overzicht van de onderwerpen die aan bod moeten komen en de functies die de site moet krijgen. Pagina 31 Gebruik die onderwerpen om ze in kleine delen op te splitsen en breng daarin een hiërarchie aan. Wat het belangrijkste is: (de trekker) moet op de eerste pagina (de knop met het onderwerp); wat minder belangrijk is, komt pas aan de orde na een of meerdere keren klikken. Een duidelijke hoofdstukindeling is dus een eerste vereiste, terwijl de ‘frontpage’ van de site ook dadelijk een aantal functies moet bevatten: doorklikmogelijkheden, contactmogelijkheden (koppeling aan een mailadres), enz. Vormgeving
Verder is uiteraard de vormgeving heel wezenlijk. Die hangt ook af van de programma’s die u beheerst. Maar vooral van de boodschap die moet worden ondersteund. Wees consequent in de vormgeving, maak er geen rommelpot van en prop niet alles op dat ene paginaatje van het scherm. Vanzelfsprekend is de afzender van groot belang. Die moet al het eerste ogenblik duidelijk in het oog springen, uiteraard in huisstijl! Daarmee is al gelijk aangegeven dat kleurgebruik, lettertype en indeling van de eerste pagina zorgvuldige voorbereiding vergen. Immers: Niet alleen die afzender moet in het oog springen, maar vooral de zoekmogelijkheden voor de bezoeker. In een oogopslag moet duidelijk zijn op welke knop iemand moet ‘drukken’ om zo snel mogelijk op de plaats van zijn of haar bestemming te komen. Hier komt gelijk die hiërarchie al om de hoek kijken. Provider Elke website heeft een uniek plekje op Internet. Dat vereist een (unieke) domeinnaam (Url), maar ook een ‘host’, een computer die uw gastheer is. Voor beide moet worden betaald, niet meer dan een paar tientjes per jaar. En wie zelf bij een goede internetprovider is aangesloten, heeft vaak al de beschikking over (gratis) mogelijkheden van 50 MB of meer. Op de site van uw provider is vast en zeker te vinden, hoe u van die mogelijkheid gebruik kunt maken. Anders staan in alle computerbladen diverse ‘hosts’ aangeprezen, inclusief de prijzen en de omvang van de mogelijke sites. Nog een tip: Ga niet in je eentje zitten pionieren, behalve als het voor jezelf is. Als het voor een kerkelijke organisatie is, vorm dan eerst een werkgroep om je te buigen over gebruiksmogelijkheden en inhoud. Kijk welke informatiestromen er nu in je gemeente lopen, welke administratieve processen, en ga na hoe een website (in de toekomst) die processen kan vergemakkelijken, stroomlijnen en verbeteren. Naast genoemde MS-site met de Frontpage cursus, zijn er diverse websites te vinden die u op weg kunnen helpen. Ook kerkelijke. Een klein overzicht daarvan (met enkele portals die u toegang tot andere sites verschaffen) treft u elders in dit boekje aan. En wie er eerst nog wat uitgebreider over na wil denken, leest gewoon op deze website verder:
http://www.pkn.nl/4//default.asp?inc=info&rIntId=8918&rIntNavId=4098 &rIntNavMotherNavId=0&rIntNavStepMotherNavId=0 Of ‘zoekt’ onder pkn.nl op ‘kerk en internet.’
Pagina 32 We sluiten af met een stukje van de website van de PKN: Aanbod protestantsekerk.NET Aanbod van opzet en beheer van lokale websites op
www.pkn.nl/protestantsekerknet
Het Protestants Landelijk Dienstencentrum en Human Content Mediaproducties hebben een aanbod ontwikkeld om plaatselijke gemeenten van dienst te zijn bij de opzet en het beheer van een eigen website. Voor ca. € 150 per jaar kan een gemeente binnen de Protestantse Kerk in Nederland zich presenteren op een mooi vormgegeven, goed lopende en gemakkelijk te onderhouden website op het internet. Het aanbod betreft een starterspakket met een aantal functionaliteiten, toepassingen en vormgeving. Het pakket kan, afhankelijk van de behoefte aan meer mogelijkheden, met verschillende modules uitgebreid worden. De voordelen zijn legio: geen hoofdbrekens meer over techniek en vormgeving van de website, want deze zijn gewoon beschikbaar. Gewerkt wordt met een Content Management Systeem (CMS) dat erg gebruiksvriendelijk is. Voor het invoeren van teksten, foto’s en andere digitale documenten is geen technische kennis vereist. Gedetailleerde informatie over het webaanbod is te vinden op de speciaal daarvoor ingerichte site www.pkn.nl/protestantsekerknet. Wie belangstelling heeft voor het aanbod kan zich aanmelden via het tabblad Contact op
www.pkn.nl/protestantsekerknet. Voor meer informatie: Projectleider ‘protestantsekerknet’ Ad van Oost (
[email protected]), na 1 juli 2008 Irene Versnel (
[email protected]), of mail via tabblad Contact op www.pkn.nl/protestantsekerknet
http://www.pkn.nl/4//default.asp?inc=info&rIntId=8918&rIntNavId=4098 &rIntNavMotherNavId=0&rIntNavStepMotherNavId=0 TIEN WETTEN EN ZEVEN WEEËN Om succesvol te kunnen communiceren op internet is een andere insteek nodig dan bij de al langer bestaande media het geval is, hoewel er natuurlijk ook overeenkomsten zijn. In de tien wetten van internetten komen allerlei aspecten van internetcommunicatie samen. 1. Internet is informatie en communicatie Internet is allereerst een medium voor uitwisseling van informatie, maar is in toenemende mate een middel van communicatie. Naast de mogelijkheid gemakkelijk aan enorme hoeveelheden informatie te komen biedt internet talloze mogelijkheden met anderen in contact te komen. De meerwaarde van internet ligt juist in deze communicatieve functie, zoals die zich uit in bijvoorbeeld e-mail, nieuws- en discussiegroepen, babbelboxen.
Pagina 33 2. Internet is amusement Internet is langzamerhand een medium geworden, waar het net als elders in het westen ook vooral gaat om amusement. In de communicatie met anderen via het World Wide Web is dat een niet te verwaarlozen factor. Het zal voor kerk en theologie een opgave zijn met dit aspect van internetcommunicatie rekening te gaan houden. Tegelijkertijd zet het ons voor de uitdaging om het Woord en onze woorden op een nieuwe manier te vertalen.
3. Internet is snel Internet is in vergelijking met de traditionele media een razendsnel medium. Het is voor internetcommunicatie dan ook van fundamenteel belang informatie boeiend te presenteren. Immers, het zapgedrag van mensen, dat we al van de omgang met traditionele media kenden, intensiveert zich op internet. In internetcommunicatie is mede met het oog daarop van eminent belang om te denken vanuit de gebruiker: wat zijn haar/zijn wensen en behoeften. 4. Internet is persoonsgericht De belangstelling voor en het uitgaan van de wensen van het individu staat in effectieve internetcommunicatie centraal. Dat zagen we al bij de vorige ‘wet’. Door de meeste gebruikers wordt op internetsites een persoonlijke benadering zeer op prijs gesteld, hoewel zeker niet iedereen er van gecharmeerd is. Denk ook aan de privacywens van mensen en anonimiteit. Uitgangspunt voor goede internetcommunicatie blijft echter gebruikersvriendelijkheid en ‘klantgerichtheid’ 5. Internet is netwerken Wat internet uniek maakt is haar netwerkkarakter. Mensen over de hele wereld kunnen via modem en PC met elkaar verbonden worden. En waar mensen samenkomen, ontstaan ook gemeenschappen. Een ander aspect van deze virtuele gemeenschap is de mogelijkheid die het biedt tot gesprek en stemming over politieke issues die spelen op mondiaal, regionaal en plaatselijk vlak. Daar kan de kerk uiteraard ook een rol in spelen. Verder biedt het netwerkkarakter van internet natuurlijk ook verschillende toepassingen op het gebied van leerhuis en catechese. 6. Internet is intern en extern Zoals al eerder opgemerkt is het van belang om een onderscheid te maken tussen interne en externe internetcommunicatie. In de praktijk van de kerkelijke communicatie lijken deze twee lijnen door elkaar te lopen. Het is goed een scherpe scheiding aan te brengen tussen deze twee vormen van internetcommunicatie. De basisvragen zijn steeds weer: met wie wil ik communiceren en wie wil met mij communiceren? Naarmate het de bedoeling is zich meer te richten op mensen die op afstand staan van kerk en geloof wordt met name een goed antwoord op de laatste vraag urgent. 7. Internet is anoniem De meeste internetgebruikers willen zich op het internet vooral anoniem bewegen. Vaak neemt men een andere naam aan en in babbelboxen ook wel eens een geheel andere gedaante. Dat heeft waar het gaat om contactmogelijkheden ook voor kerken voordelen en nadelen. Mensen voelen zich niet bespied, kunnen op internet misschien wel meer zichzelf zijn dan in de echte wereld. Daar zijn vele voorbeelden van te geven. Aan de andere kant kan anonimisering nog verdere vereenzaming en isolement betekenen. Hoe en of hier nieuwe vormen van pastoraat op te ontwikkelen zijn, blijft nog in de sfeer van experimenten hangen. Een ander aspect van het anonieme karakter van internet is dat iedereen kan zeggen wie hij is, zonder dat je weet of het werkelijk waar is wat hij/zij zegt. Op internet kan iedereen en iedere organisatie een andere gedaante aannemen. Met wie je te maken hebt is pas duidelijk als je iemand in het echte leven tegenkomt. Pagina 34 Contacten via internet zijn dan ook voor een groot deel gebouwd op vertrouwen, zeker waar het gaat om transacties. De kerk zou zich in deze kunnen onderscheiden dat ze altijd authentiek en integer zal blijken te zijn! Betrouwbaarheid in communicatie op en buiten het internet is dan een conditio sine qua non. 8. Internet is actueel
Effectieve internetcommunicatie betekent dat er op een website steeds iets nieuws te melden moet zijn. Internet leeft bij de kracht van zeer snelle actualisering en het aansluiten bij de actualiteit. Je moet in meerdere opzichten bij de tijd blijven. 9. Internet is multimediaal Een van de grote vernieuwingen die het internet en haar opvolgers wellicht zal brengen is de toepassing van multimedia. Op internet wordt niet alleen in tekst, maar ook en in toenemende mate in beeld en geluid gecommuniceerd. Lappen tekst op een beeldscherm werken niet, net zo min als videobeelden of alleen maar geluiden. Er zal een goede mix tussen verbale en non-verbale uitingen moeten worden gevonden. 10. Internet is glocaal Internet is tegelijkertijd een mondiaal en lokaal medium. Het is goed om hiermee rekening te houden. Al was het alleen maar vanwege de taalkeuze en de doelgroepkeuze. Maar het mondiale karakter van internet betekent ook een ander bewustzijn: je hebt als wereldsamenleving met elkaar te maken, je bent letterlijk met elkaar verbonden. Op internet verdwijnen wat dit aangaat de ons vertrouwde begrippen van ruimte en tijd. DE ZEVEN WEEËN En dan, de kogel is haast letterlijk door de kerk: de website hangt in de lucht, maar is nog niet on-line. Hoe pakken we dat samen aan, met in ons achterhoofd die eigenaardigheden van het internet. Misschien kan dit lijstje (let op: geen recept!) helpen: de zeven weeën van samenhangende internetcommunicatie. Misschien kunnen die vragen ook behulpzaam zijn bij afwegingen in de kerkenraad. Daar moet immers het gesprek over de inzet van internet plaatsvinden, omdat hier de lijnen van beleid en belijdenis samenkomen. Een paar vragen vooraf. 1. Waarom Wat zijn onze drijfveren om ons als gemeente of kerk te presenteren op internet? Meer bekendheid? Evangelisatie? Pastorale presentie? Willen we met mensen die we nu niet bereiken in contact komen? Willen we eerst wat experimenteren? Wat is dan de meerwaarde van een dergelijke presentatie naast bestaande vormen van communicatie met anderen? 2. Waarheen? Deze vraag hangt uiteraard nauw samen met de eerste. Het gaat hier om een richtingbepaling. In dit deel van het afwegingproces is het nodig de vraag te stellen waar we tussen nu en enkele jaren met internetcommunicatie wensen uit te komen. Ook bij deze vraag is het belangrijk om na te gaan hoe de verhouding is met de andere vormen van externe communicatie van de gemeente. 3. Wat? Daarmee komen we op de derde vraag die we ons zullen moeten stellen. Wat zal de inhoud van onze digitale communicatie zijn? Uiteraard hangt de beantwoording van die vraag nauw samen met de antwoorden op vraag 1 en 2. Eigenlijk is deze vraag geen andere dan de vraag die iedere gemeente zich stelt wanneer nagedacht wordt over kerkelijke presentie in de samenleving. Pagina 35 De vragen, problemen, kansen en uitdagingen die daarbij spelen, komen bij de beantwoording van deze vraag ook weer aan de orde. De internetomgeving vraagt echter wel om precieze antwoorden. 4. Voor wie?
In de digitale omgeving van het internet zwerven miljoenen rond. Prachtig, wat een kansen voor de kerk. We kunnen nu mensen bereiken (en stiekem wordt gedacht, vooral ook jongeren) waarmee we anders nooit in contact zouden zijn gekomen. Wat een medium! Echter, waak voor overoptimisme. Voor de plaatselijke gemeente liggen de mogelijkheden vooral op lokaal niveau. Dan is het goed om je te realiseren dat er bij mensen verschillende kerkbeelden zijn. In dorpen liggen deze ook weer anders dan in stedelijke gebieden. Dat zijn beelden die vaak berusten op vooroordelen. Een website zou een middel kunnen zijn om de kerkelijke gemeente op een andere manier te presenteren. Voor een optimale communicatie is van eminent belang om te weten hoe anderen (kerkelijken, randkerkelijken en buitenkerkelijken) tegen de gemeente aankijken. Alles moet er op gericht zijn onnodige ruis in de communicatie te vermijden. Juist voor internet geldt dan: alle communicatie begint bij degene die u bezoekt. Of anders gezegd: denk bij de opzet van de website vanuit de bezoeker en niet primair zozeer vanuit al het moois dat u aan te bieden heeft. Dat dit voor de ene gemeente moeilijker zal zijn dan voor de andere, is duidelijk: een gemeente die zich meer wil profileren als ‘niet uit deze wereld’ zal zich anders presenteren dan een kerk die zich realiseert dat ze allereerst ‘in deze wereld’ gesteld is. Tot slot. Een website moet voor een zo breed mogelijk publiek ook technisch goed bereikbaar zijn. Niet iedereen heeft de beschikking over de nieuwste apparatuur. Het is verstandig om een midden te zoeken tussen al te geavanceerde presentatietechnieken en de publicatie van alleen maar tekst. 5. Waarmee? Veel websites van plaatselijke kerken zijn in feite niet meer dan een elektronische informatiefolder. Het grote verschil tussen een folder en een internetpresentatie is echter de mogelijkheid om werkelijk wederzijds te communiceren. In het internetjargon: er is een sprake van interactiviteit. Een paar voorbeelden: een gastenboek, de mogelijkheid bieden om per e-mail of telefoon te reageren, een gratis abonnement op de elektronische versie van het kerkblad, de mogelijkheid geven om met een formulier een brochure over de gemeente te bestellen, het aanbieden van een (al dan niet anoniem) gesprek over levensvragen, een discussiegroep over thema’s die in een dorp, wijk of buurt spelen. Vaak wordt ook nauwelijks gebruik gemaakt van de mogelijkheden van visualisering en geluid die het internet biedt. Wat is er aardiger dan om bij de opening van de website een lied uit de eigen traditie ten gehore te brengen of om het werk van de gemeente in een diapresentatie neer te zetten. Wat te denken van de mogelijkheid de opname van een dienst of een preek of opnamen van de cantorij via een gratis geluidsbestand aan te bieden? Daarmee komen we uiteraard ook op andere vragen als: wie gaat dat allemaal betalen? Is de opzet van een internetsite duur? Een hele eenvoudige website is via commerciële verhuurders (providers, webhosters) vrijwel kosteloos op te zetten, uitgaande van de gedachte dat er vrijwilligers zijn in de gemeente die een site kunnen opzetten. Daar staat een aantal nadelen tegenover: bij ‘gratis’ internet zijn er grote beperkingen en word je in de meeste gevallen geconfronteerd met reclame en ander ongemak. Bovendien heb je daarbij in de meeste gevallen geen beschikking over een eigen internetadres. Vanaf € 50 per maand is een ‘eigen’ site (domein) met heel wat ruimte en mogelijkheden op te zetten. Als u nog meer wilt, dan lopen de kosten uiteraard op. Alles staat of valt met de vraag naar het belang en de kwaliteit van deze vorm van kerkelijke communicatie. Pagina 36 6. Door wie? In de gemeente zal er iemand verantwoordelijk moeten zijn voor de opzet en het onderhoud van de website: de webmaster. Daarnaast is de voortdurende koppeling van de inhoudelijke en de technische aspecten nodig. Ideaal is een coördinatiepunt in een PRcommissie, die ook verantwoordelijk is voor andere communicatie-uitingen van de
gemeente. Het is wenselijk hierbij met een redactiestatuut te werken dat de verhouding tussen kerkbladredactie/webmaster en kerkenraad vastlegt. In de PR-commissie zal bij voorkeur ook een ambtsdrager zitting hebben. 7. Wanneer De laatste vraag is de vraag naar de planning. Daarbij gaat het niet alleen om een goeddoordachte opzet en vervaardiging van de website, maar ook om een planning in communicatie. Want wat heb je aan een prachtige site die niet bekend is of wordt. Er zal niet alleen in het begin hard gewerkt moeten worden aan de promotie van de site, steeds zal via (elektronische) netwerken bezoek moeten worden bevorderd. In de gedachten van mensen voor wie u de site hebt opgezet moet ze een vanzelfsprekend bezoekpunt worden. De website kan stukje bij beetje worden opgezet, maar het is wel van belang om het ontwerp zodanig te maken dat u er minstens een jaar of twee mee door kunt. Van zeer groot belang is het actueel houden van de site: juist in een vrijwilligersorganisatie als de onze wil een website nog wel eens verouderen met alle desastreuze gevolgen van dien.
Enkele tips en aanbevelingen Het is van groot belang, van tijd tot tijd de stand van zaken rond de website te evalueren, zowel in de PR-commissie als in de kerkenraad. Zo zal ook op langere termijn het draagvlak voor deze nog nieuwe vorm van communicatie in stand blijven. In het bovenstaande, en met name in het stuk ‘bezint eer ge begint’ vindt u een groot aantal tips en verwijzingen die u verder kunnen helpen op de weg naar een volwaardig communicatie-instrument op internet. Om u nog verder op weg te helpen maakten we onderstaande lijst met verwijs links. Deze links bevatten vaak interessante informatie b.v. om Uw webpagina ook van andere informatie te voorzien
http://www.kerken.com/afdelingen/links.php http://pkn.startpagina.nl/ http://www.evangelisch-luthers.nl/gemeente/ http://christendom-kerken-groningen.startpagina.nl/ http://christendom-kerken-drenthe.startpagina.nl/ http://www.prvk.nl http://www.katholieknederland.nl/parochies/ http://www.oecumene.com http: // www.raadvankerken.nl