Buro de Brug Rapporten Archeologische waarden- en verwachtingenkaart gemeente Alphen aan den Rijn B12-147
Definitieve versie, 24 maart 2014
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
1
Colofon
Projectnaam
Archeologische waarden- en verwachtingenkaart gemeente Alphen aan den Rijn
Projectcode Buro de Brug
B12-147
Opdrachtgever
Gemeente Alphen aan den Rijn
Contactpersonen opdrachtgever
J. van Zwienen MA
Uitvoerder Adres
Bevoegd gezag
Buro de Brug ACR B.V. Donker Curtiusstraat 7-325 1051 JL Amsterdam drs. ing. C. Sueur drs. ing. C. Sueur M.E. Lobbes MA Drs. G. Busé Gemeente Alphen aan den Rijn
Documentatie Provincie/gemeente
Buro de Brug ACR B.V. Amsterdam Zuid-Holland / Alphen aan den Rijn
Status
Definitief
Datum
22 februari 2014
Plaats brongegevens
Alle gegevens zijn in de volgende digitale bestandsformaten beschikbaar gesteld aan de gemeente Alphen aan den Rijn • Rapport: PDF en Word 2007 • Catalogi: PDF en Excel 2007 • Waarden en verwachtingenkaart: PDF; MapInfo 10 (Netherlands Coordinate system); ESRI Shapefiles versie 9.0 (RD-New); Microstation DGN versie 7.0 (RD)
Projectleider Auteur(s)
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
2
Inhoudsopgave
Bestuurlijke samenvatting .............................................................................................................. 5 1. Inleiding ................................................................................................................................... 7 1.1 Topografie ........................................................................................................................... 7 1.2 Onderzoeksachtergrond........................................................................................................ 7 1.3 Archeologische monumentenzorg en de gemeente Alphen aan den Rijn .................................. 8 1.4 Gemeentelijk uitgangspunt ................................................................................................... 8 Dankwoord ....................................................................................................................... 9 2. Bronnenmateriaal en methode ..................................................................................................10 2.1 Bronnenmateriaal................................................................................................................10 2.2 Methode en uitgangspunten bij de waarden- en verwachtingenkaart ......................................11 Inleiding ......................................................................................................................... 11 Dissertaties Van Dinter en Dijkstra .................................................................................... 11 Methodiek voor verwachtingsmodel Alphen aan den Rijn ................................................... 12 Beperkingen van het verwachtingsmodel .......................................................................... 15 3. Landschap .............................................................................................................................. 17 3.1 Geo(morfo)logie ..................................................................................................................17 3.2 Bodem ...............................................................................................................................20 De oevers van de Oude Rijn ............................................................................................. 20 Het veengebied ............................................................................................................... 21 De droogmakerijen .......................................................................................................... 23 4. Bewoningsgeschiedenis.............................................................................................................24 4.1 Paleolithicum, Mesolithicum, Neolithicum en Bronstijd ...........................................................24 4.2 IJzertijd ..............................................................................................................................26 4.3 Romeinse Tijd .....................................................................................................................27 4.4 Middeleeuwen en Nieuwe Tijd..............................................................................................38 5. De archeologische waarden- en verwachtingenkaart ...................................................................55 5.1 Verstoringen 5.2 Algemene uitgangspunten voor de verwachtingenkaart .........................................................57 5.3 De verwachtingszones .........................................................................................................58 AMK-terrein, beschermd en AMK-terrein met (hoge) waarde, niet beschermd. .................... 58 Hoge waarde ................................................................................................................... 58 Hoge verwachting ............................................................................................................ 59 Romeinse limeszone (Hoge verwachting) .......................................................................... 60 Gematigde verwachting ................................................................................................... 61 Lage verwachting ............................................................................................................ 61 Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
3
5.4 Toelichting op de trefkans en de oppervlakte vrijstellingsgrenzen ...........................................61 5.5 NOaA, POaA en kennislacunes .............................................................................................63 5.6 Kennislacunes .....................................................................................................................64 6. Literatuur .................................................................................................................................68 Digitale bronnen .............................................................................................................. 72 Catalogi (tabellen) Bijlage 1 AMK-terreinen Alphen aan den Rijn Bijlage 2 Cultuurhistorische elementen Alphen aan den Rijn Bijlage 3 Waarnemingen (Archis) Alphen aan den Rijn Bijlage 4 Onderzoeksmeldingen (Archis) Alphen aan den Rijn Kaarten Kaartbijlage Kaartbijlage Kaartbijlage Kaartbijlage Kaartbijlage Kaartbijlage
1 2 3 4 5 6
Topografische kaart AHN2 Bodemkaart Inventarisatiekaart Landschapsreconstructie- en relictenkaart Romeinse Tijd Waarden- en verwachtingenkaart
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
4
Bestuurlijke samenvatting Voor u ligt het rapport en de waarden- en verwachtingenkaarten over de archeologie in gemeente Alphen aan den Rijn, opgesteld door Buro de Brug bv. Het rapport presenteert de uitkomsten van het onderzoek naar het voorkomen van archeologie binnen Alphen aan den Rijn en geeft een verantwoording voor de totstandkoming van de kaarten en de daarbij gemaakte keuzes. Op basis van deze fijnmazige kaarten is een veel realistischer inzicht ontstaan in waar wel en waar geen archeologische resten verwacht mogen worden, waardoor de invulling van het gemeentelijk beleid meer maatwerk biedt. In de inventarisatiekaart (kaartbijlage 4) worden alle bekende archeologische waarden getoond (AMKterreinen). In de waarden- en verwachtingenkaart (kaartbijlage 6) is voor de gemeente de archeologische verwachting weergegeven, verdeeld in 5 klassen. Onderscheid is gemaakt naar wat bekende waarden zijn en wat, op grond van een theoretisch model, kan worden verwacht.: •
•
•
•
•
AMK-terrein met (hoge) waarde, al dan niet beschermd. Op grond van de Monumentenwet 1988 zijn de bekende vindplaatsen, die van groot belang zijn voor de wetenschap, beschermd. Deze aanwijzing is geschied door het Rijk. Niet beschermd zijn de bekende vindplaatsen, die van belang zijn voor de wetenschap. De aanwijzing is geschied door de provincie Zuid-Holland en het Rijk. Hoge waarde. Toelichting: uit historische bronnen, literatuur en onderzoek zijn archeologische vindplaatsen, oude dorpslinten en locaties van molens, kerken, buitenplaatsen, pannenbakkerijen etc. bekend. Deze hebben een hoge archeologische waarde. Hoge verwachting. Toelichting: op de verlande hoofdgeulen en -kreken, die door fluviatiele invloed zijn ontstaan, kunnen met enige waarschijnlijkheid oude nederzettingen verwacht worden. Voor de directe randzone langs deze geulen geldt, uit voorzorg, dezelfde verwachting. Hier is een gerede kans op het aantreffen van goed geconserveerde resten van anorganische- en organische resten uit het verleden. Verder zijn de locaties met mogelijke eendenkooien en eventueel voormalige hennepplantages in deze klasse opgenomen. Ook de locaties met een afwijkend landschappelijk patroon op het AHN behoren hiertoe. Een aparte categorie wordt gevormd door de Romeinse limeszone. Toelichting: de door de provincie Zuid-Holland gedefinieerde zone van de Romeinse limes is binnen Alphen in zijn geheel bestempeld tot zone van hoge verwachting, om aan de gewenste provinciale planologische bescherming te voldoen. Gematigde verwachting. Toelichting: de kreken met een oeverwal smaller dan 20m boden minder mogelijkheden voor het aanleggen van een huis met akker. Menselijke bewoning zal hier minder vaak voorkomen dan in de zones met bredere oeverwallen, maar kan zeker niet worden uitgesloten. Ook in de aangrenzende, lager gelegen komgebieden, gelegen tussen de geulen en kreken, zijn de condities voor bewoning minder gunstig. Uit onderzoeken elders blijken hier echter wel losse boerderijen, of kleine clusters boerderijen te kunnen worden aangetroffen. Aan deze zones is een gematigde verwachting toegekend. Lage verwachting. Toelichting: de resterende gebieden hebben ongunstige of slechte bodemcondities. Ofwel de bestaande bodem is ongeschikt voor bewoning (te hoge grondwaterstand), ofwel de bodem is niet meer intact door turfwinning, droogmaking en/of landbouwrijp maken van de gronden. Aan deze zones is een lage verwachting toegekend. De witte delen in de kaart hebben geen archeologische waarden of verwachtingen. Deze zones zijn al eerder opgegraven of geheel verstoord.
Het rapport bij de waarden- en verwachtingenkaarten is als volgt opgebouwd: De inleiding op het rapport staat in hoofdstuk 1. Hierin worden tevens de algemene kaders uiteengezet waarbinnen het onderzoek is uitgevoerd. De gehanteerde werkwijze wordt in hoofdstuk 3 beschreven. De bodem en diepere ondergrond van Alphen aan den Rijn worden in hoofdstuk 3 uit de doeken gedaan. In
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
5
hoofdstuk 4 wordt de archeologie en cultuurhistorie van de gemeente geschetst. Tot slot bundelt hoofdstuk 5 de bevindingen en wordt de inhoud van de archeologische waarden- en verwachtingenkaart gepresenteerd. Hierbij wordt ook een aanzet gegeven voor thema’s voor vervolgonderzoek die als uitgangspunt kunnen worden gebruikt bij, onder andere het opstellen van programma’s van eisen. Een uitgebreid bibliografisch overzicht staat in hoofdstuk 6. De beschreven elementen zijn verwerkt in tabellen, verspreid over een aantal bijlagen. De kaarten bij de teksten staan in een zestal kaartbijlagen.
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
6
1. Inleiding In opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn heeft Buro de Brug b.v. een archeologische waarden- en verwachtingenkaart opgesteld. Het voorliggende rapport bevat de begeleidende tekst bij deze kaarten. In het rapport staat beschreven hoe de archeologische kaarten tot stand zijn gekomen. Ook bevat het een beschrijving van de landschappelijke context en van de bewoningsgeschiedenis binnen het gemeentelijke grondgebied.
1.1 Topografie De gemeente Alphen aan den Rijn is in 1918 ontstaan door een fusie met de voormalige gemeenten Aarlanderveen en Oudshoorn. In 1964 kwam daar nog een deel van de gemeente Zwammerdam bij. De gemeente Alphen aan den Rijn beslaat 57,68km2 (waarvan 2,52km2 aan water) en omvat de bewoningskernen: de stad1 Alphen aan den Rijn, het dorp Zwammerdam, het dorp Aarlanderveen en de voormalige zelfstandige dorpen Oudshoorn en Gnephoek, die tegenwoordig een wijk in de stad Alphen aan den Rijn vormen. Op 1 februari 2012 telde de gemeente een inwonersaantal van 72.883.2 In het noordwesten grenst de gemeente Alphen aan den Rijn aan de gemeente Kaag en Braassem en in het noordoosten aan de gemeente Nieuwkoop. Ten westen van Alphen aan den Rijn ligt de gemeente Rijnwoude, ten zuiden de gemeente Boskoop en ten zuidoosten de gemeente BodegravenReeuwijk. Midden door de gemeente loopt de rivier de Rijn waarlangs Alphen aan den Rijn (inclusief Oudshoorn en Gnephoek aan de noordzijde van de Rijn) en Zwammerdam liggen. Het dorp Aarlanderveen is ontstaan als ontginningsdorp en ligt in het veenlandschap ten noorden van de Rijn. De gemeente Alphen aan den Rijn is gelegen in de provincie Zuid-Holland. De gemeente ligt in ‘Het groene hart’ en de stad Alphen aan den Rijn werd in 2002 de groenste stad van Europa bevonden.3
1.2 Onderzoeksachtergrond De gemeente Alphen aan den Rijn kent reeds een lange onderzoeksgeschiedenis op het gebied van archeologie. In het bijzonder van belang zijn de publicaties die in 1999 en 2001 door Ruurd Kok zijn uitgebracht.4 In 1999 en 2001 is door R. Kok een waardenkaart gemaakt voor de hele gemeente Alphen aan den Rijn. Daarbij is de archeologische verwachting gekoppeld aan de bekende archeologische gegevens en landschappelijke kennis van het gebied. Er is een landschappelijk, archeologisch en historisch overzicht gegeven van (deelgebieden in) de gemeente Alphen aan den Rijn. Tevens is daarbij een archeologische waarden- en verwachtingenkaart opgesteld voor het buitengebied in de gemeente en de historische kern van de stad Alphen aan den Rijn. Grofweg hebben de bewoningslinten langs de oevers van de Rijn en langs de ontginningsas bij Aarlanderveen een hoge verwachting gekregen. De gehele oeverwal heeft een middelhoge verwachting en het gehele veenlandschap in het achterland een lage verwachting. De twee inventarisaties en bijbehorende verwachtingen zijn niet vastgesteld door de gemeente. Het huidige beleid, zoals het wordt opgenomen in de bestemmingsplanning, is wel steeds geënt op deze inventarisaties. De genoemde publicaties zijn uitgebreid gebruikt voor het maken van onderhavig rapport en bijbehorende archeologische verwachtingenkaart. De inventarisaties dienden echter geactualiseerd en aangevuld te worden. De aanvulling en actualisering is gedaan aan de hand van de hieronder beschreven nieuw verschenen bronnen:
1 2 3 4
Officieel heeft Alphen aan den Rijn nooit stadsrechten gekregen, maar heeft tegenwoordig het karakter van een stad. www.cbs.nl. www.zuid-holland.com. Kok 1999; Kok 2001.
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
7
Ten eerste zijn er verschillende nieuwe onderzoeken gepubliceerd met aanvullende inventarisaties en advieskaarten. Deze rapporten bevatten een uitgebreide inventarisatie van de beschreven deelgebieden binnen de gemeente Alphen aan den Rijn waarbij ook verwachtingswaarden voor deze gebieden zijn opgesteld. Voor het opstellen van de waarden- en verwachtingenkaart voor de gemeente Alphen aan den Rijn zijn o.a. de volgende rapporten van belang: • Bestemmingsplan Alphen West (RAAP-rapport 1206)5 • Verken de grenzen van de Romeinen (RAAP-rapport 2122)6 • Plangebied Limes (RAAP-rapport 2288)7 • Rondom Oude Rijn, Aar en Gouwe (RAAP-rapport 2667)8 • Plangebied Groot Centrum (RAAP-rapport 2106)9 • Plangebied Polder Nieuwkoop (RAAP-rapport 2468)10 Ten tweede zijn recentelijk twee belangrijke gemeentedekkende bronnen verschenen, te weten: de dissertatie van M. van Dinter uit 2012 en het AHN2 dat sinds eind 2011 beschikbaar is. Tot slot zijn nu de bekende bodemverstoringen op de kaarten getekend. Dit was tot nu toe nog nooit voor de gehele gemeente gedaan.
1.3 Archeologische monumentenzorg en de gemeente Alphen aan den Rijn De Monumentenwet 1988 is evenals de Wet op de ruimtelijke ordening ondergebracht bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In de huidige Monumentenwet 1988 is aangegeven dat gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening dienen te houden met aanwezige en te verwachten archeologische waarden. In de Wet op de ruimtelijke ordening zijn gemeenten aangewezen als bevoegd gezag bij het verlenen van de omgevingsvergunning, in geval voorgenomen bouw- aanleg of sloopactiviteiten strijdig zijn met het archeologische belang en de planregels. Op het moment van schrijven van dit rapport (mei-juli 2013) heeft de verantwoordelijke minister aangegeven een stelselwijziging voor het omgevingsrecht voor te bereiden. Door een verdere integratie van de wetgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving in de nieuwe Omgevingswet wordt getracht te komen tot een vereenvoudiging in de wet- en regelgeving en sneller en beter besluiten te kunnen nemen en de juridische randvoorwaarden te kunnen scheppen voor een duurzame en doelmatige ontwikkeling van de leefomgeving.11 De Omgevingswet voorziet in een
integrale wet, die een adequaat en toekomstbestendig instrumentarium biedt voor het aanpakken van de maatschappelijke opgaven op het brede gebied van de leefomgeving in Nederland, aldus de brief van de Minister. In de nieuwe Omgevingswet, die op zijn vroegst in 2018 zal komen, zal het instrument van het bestemmingsplan komen te vervallen. Hiervoor in de plaats komt de Omgevingsverordening.
1.4 Gemeentelijk uitgangspunt De gemeente wil nu graag de volgende stap zetten en, gebruikmakend van de beschikbare publicaties en het AHN2, komen tot een archeologische waarden- en verwachtingenkaart en aansluitend zelf een beleidskaart opstellen. Daarbij is het een grote uitdaging alle verschillen in detailniveaus, begrenzingen van verwachtingseenheden, begrenzingen van landschappelijke eenheden, methodieken etc. weg te werken. Een winstpunt voor de gemeente is ook de mogelijkheid in de beleidskaart eigen keuzes te maken met betrekking tot de vrijstellingsoppervlakte en -diepte van vergunningplichtige activiteiten. De 5
Van den Berg 2005. Jansen et.al. 2011. 7 Kroes/Lyklema 2012. 8 Wink 2013. 9 Wink 2010. 10 Kroes/Feiken 2011. 11 Brief Ministerie I&M, 9 maart 2012. 6
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
8
beleidskaart kan vervolgens op uniforme wijze in alle toekomstige bestemmingsplannen worden opgenomen. Met de onderzoeksagenda kunnen toekomstige onderzoeken efficiënter en meer resultaatgericht worden uitgevoerd. Op deze wijze kan archeologie een belangrijke bijdrage leveren aan het karakter en de vorming van identiteit van een gemeente. Archeologie kan dienen als inspiratiebron in de planontwikkeling en krijgt een toegevoegde waarde voor de leefomgeving. De aantrekkingskracht voor potentiële bewoners neemt hierdoor toe. Ook kan archeologie een bron voor toerisme zijn. Het resultaat dat de gemeente Alphen aan den Rijn voor ogen heeft, is vierledig: 1. Een archeologische waarden- en verwachtingenkaart, die is opgebouwd uit meerdere informatielagen. De kaarten geven de volgende informatie weer: a. De ligging, omvang en voor zover bekend, de aard (vindplaatstype en datering) van bekende archeologische vindplaatsen/resten onder het huidig maaiveld. b. De verwachte ligging, omvang en aard van nog niet eerder onderzochte archeologische vindplaatsen/resten onder huidig maaiveld (de zogenoemde archeologische verwachtingszones). 2. Een onderzoeksrapport waarin de methoden en resultaten van het onderzoek en de onderbouwing van de legenda-eenheden in de kaarten nader worden toegelicht. 3. Een archeologische beleidskaart. Dit is een vereenvoudigde kaart die weergeeft hoe de gemeente omgaat met de aanwezige en te verwachten archeologische resten. Het opstellen van archeologiebeleid en het maken van een bestemmingsplanstandaard voor archeologie vormen geen onderdeel van de opdracht. 4. Een aanzet geven tot het opstellen van een onderzoeksagenda voor Alphen aan den Rijn, waarin wordt samengevat wat de huidige stand van kennis is en welke kennisleemtes zich voordoen op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. Hiermee wordt richting gegeven aan toekomstige archeologische onderzoeken en de daarbij te beantwoorden onderzoeksvragen. Ook kan in een onderzoeksagenda worden ingegaan op de best passende onderzoeksmethoden voor de beantwoording van de onderzoeksvragen. Het daadwerkelijk opstellen van de onderzoeksagenda vormt geen onderdeel van de opdracht.
Dankwoord Dit rapport is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de Omgevingsdienst West-Holland (Janneke van Zwienen), de gemeente Alphen aan den Rijn (Klaas Schoonderwoerd en zijn collega’s) en de gemeente Leiden (Chrystel Brandenburgh). Zij hebben ons voorzien van de benodigde informatie, actief meegedacht aan de inhoudelijke invulling, en de kaarten en rapportteksten voorzien van nuttige commentaren. Bijzondere dank gaat uit naar de oud medewerkers van Alphen aan den Rijn, die speciaal zijn terug gekomen om met ons over de bodemverstoringen te praten: Bram Snel en Ben te Winkel. Onze grote dank gaat ook uit naar Marieke van Dinter, die alle onderdelen van haar dissertatie openbaar heeft gemaakt en voor gebruik vrijgegeven. Zonder haar bijdrage was deze kaart niet zo gedetailleerd geweest. Ook willen wij de AWN Rijnstreek (Suus Sprey en Piet de Baar) bedanken voor hun aanvullende informatie over vindplaatsen. Tot slot wordt Karin Wink van RAAP Archeologisch Adviesbureau bedankt voor de medewerking in de vorm van het aanleveren van benodigde digitale gegevens.
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
9
2. Bronnenmateriaal en methode 2.1 Bronnenmateriaal Voor het opstellen van de archeologische waarden- en verwachtingenkaart is een zo breed mogelijk scala aan kaartmateriaal en feitelijke archeologische gegevens gebruikt. De volgende bronnen en kaarten zijn geraadpleegd: •
•
• •
•
• • • • •
• • • • •
M. van Dinter: The Roman Limes in the Netherlands: how a delta landscape determined the location of the military structures, Utrecht (proefschrift Universiteit van Utrecht). In haar dissertatie heeft zij alle beschikbare data over het landschap in de Romeinse Tijd gebundeld. AHN2. Het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) versie 2 biedt voor heel Nederland gedetailleerde en precieze hoogtegegevens, met een dichtheid van 4 tot maximaal 16 hoogtematen per vierkante meter. Voor het AHN 2 is de hoogte gemeten met een precisie van ongeveer 5 centimeter.12 Bonnebladen B423, B424 en B442, B443 teruggaand tot 1842, met een schaal van 1:25000. Boorbeschrijvingen uit DINO-loket en www.bodemdata.nl. De beschikbare bodembeschrijvingen in DINO zijn echter zeer globaal van aard en geven de klei- en veendiktes aan, zonder nadere duiding. Atlas van Nederland in het Holoceen. Recente onderzoeken, onder andere in de Vergulde Hand West te Vlaardingen, hebben nieuwe inzichten in de landschapsontwikkeling opgeleverd. In de atlas zijn deze zaken verwerkt. Het detailniveau is echter gering: 1:1250000. Bodemkaarten van Stiboka (1:50000). Geomorfologische kaart van Alterra (1:50000). De paleogeografische kaarten van de Rijn-Maasdelta van Berendsen en Stouthamer (1:25000). Deze gegevens zijn deels verwerkt in de dissertatie van Van Dinter. Archis onderzoekenkaart. Historische kaarten van Hoogheemraadschap van Rijnland, het Groenehart Archieven en via de website www.watwaswaar.nl: Fl. Balthasar & B. Florisz van Berckenrode uit 1615; J. Dou 1661; J.J. Dou St van Broeckhuijsen 1687; M. Bolstra 1746 en J.J. Dou St van Broeckhuijsen 1647. De Kadastrale minuut uit 1832, schaal 1:5000. De atlas van 1868 van Hugo Suring te Leeuwarden. De provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland. Waarden- en verwachtingenkaarten van deelgebieden binnen de gemeente en van de omliggende gemeente, inclusief de landschapsbeschrijvingen en analyses. Topografische kaart (TOP25), schaal 1:25.000. Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), schaal 1:2500. Recente luchtfoto’s van de gemeente Alphen aan den Rijn via www.maps.google.nl en google earth (2013) zijn bekeken om de interpretatie van het kaartbeeld te ondersteunen.
De archeologisch inhoudelijke gegevens over vindplaatsen zijn verkregen uit de volgende bronnen: • Waarnemingen en onderzoeksmeldingen in Archis2. • Onderzoeksrapporten, verkregen via de gemeente, DANS en de bibliotheek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De gebruikte en relevante literatuur is verwerkt in de bibliografie (hoofdstuk 7). • De Archeologische inventarisatie gemeente Alphen aan den Rijn en het Stadshart van Alphen aan den Rijn door R.S. Kok uit 1999 en 2001. Het bestemmingsplan dat door RAAP voor Alphen West is gemaakt, eveneens de Archeologische verwachtingenkaart, Het Archeologisch servicedocument voor de Limeskaart en beleidsadvieskaart voor de bestemmingsplangebieden Rondom Oude Rijn, Aar en Gouwe, Plangebied Groot-Centrum en Plangebied Polder Nieuwkoop (zie onder). • Literatuur over archeologische vindplaatsen. Belangrijk is hier de dissertatie van Menno Dijkstra uit 2011 te vermelden met betrekking tot de laat Romeinse en vroeg middeleeuwse bewoning in
12
www.ahn.nl.
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
10
•
het Zuid-Hollandse Rijngebied. De gebruikte en relevante literatuur is verwerkt in de bibliografie (hoofdstuk 7). Mondelinge gegevens van de gemeente Leiden, Alphen aan den Rijn, bestuursleden van de AWN Rijnstreek, Historisch Vereniging Alphen aan den Rijn, Historische Werkgroep Zwammerdam en Historische Vereniging Aarlanderveen.
2.2 Methode en uitgangspunten bij de waarden- en verwachtingenkaart Inleiding De opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn was in de eerste plaats een gedetailleerde en geactualiseerde gebiedsdekkende waarden- en verwachtingenkaart op te stellen, die inhoudelijk en methodisch aansluit op de archeologische kaarten van Rijnwoude en Zoeterwoude. Voor Alphen aan den Rijn is daarom gebruik gemaakt van dezelfde basisbronnen: AHN2, het promotieonderzoek van Van Dinter, de dissertatie van Menno Dijkstra en de omvangrijke publicatie van het onderzoek naar nederzettingsstructuren in het veen-klei gebied (Vergulde Hand West te Vlaardingen).13 Op grond van deze bronnen is een inhoudelijk verwachtingsmodel tot stand gekomen dat aansluit bij het verwachtingsmodel dat is gebruikt bij de verwachtingenkaart voor de gemeente Rijnwoude en Zoeterwoude. Op de achtergrond leeft ook de wens recht te doen aan de eisen die de provincie ZuidHolland heeft geformuleerd in haar beleid aangaande de Romeinse Limes.14 De theorie achter een archeologisch verwachtingsmodel is door Phillip Verhagen kernachtig beschreven: aan de basis van het model ligt de benadering door middel van expert judgement, waarbij de verschillende landschappelijke eenheden een archeologische verwachting krijgen toegekend door deskundige archeologen en fysisch geografen, gestoeld op archeologisch-theoretische en landschappelijke inzichten en veldervaring.15 Hoewel deze methode enige mate van subjectiviteit met zich mee brengt, heeft zij als voordeel dat toetsing van de uitgesproken verwachtingen met behulp van de bekende archeologische vindplaatsen eenvoudig is.16 Dat neemt niet weg dat ook bij expert judgement-kaarten slecht onderzochte gebieden soms ten onrechte een te lage of te hoge verwachting kunnen krijgen. Bij het opstellen van de archeologische waarden- en verwachtingenkaart voor Alphen aan den Rijn is gewerkt volgens dit principe van expert judgement. Het gemeentelijk grondgebied is ingedeeld in verschillende (paleo-)landschappelijke eenheden, die elk een specifieke archeologische verwachting hebben gekregen (zie hoofdstukken 4 en 6). Het AHN en het promotieonderzoek van Van Dinter, en in mindere mate de dissertatie van Dijkstra, liggen ten grondslag aan het verwachtingsmodel.17 Het AHN is een landsdekkend digitaal bestand met zeer gedetailleerde hoogtemetingen. Begin van dit millennium was een bestand beschikbaar met één hoogtemaat per vlak van 5 x 5m (gridcel meet 25m2), het AHN1 geheten. Rond 2010 is een begin gemaakt met het maken van een veel gedetailleerder digitaal hoogtebestand: AHN2, met gridcellen van 1 x 1 m (gridcel meet 1m2). Uit het AHN2 kan 25 keer meer detail worden gelezen dan uit het AHN1. Hieronder wordt toegelicht hoe het AHN1 en het AHN2 zijn ingezet voor het opstellen van de waarden- en verwachtingenkaart voor Alphen aan den Rijn.
Dissertaties Van Dinter en Dijkstra18 Van Dinter heeft voor haar promotieonderzoek een gedetailleerd hoogtemodel - van alle gemeente langs de Oude Rijn - opgesteld op grond van de hoogtegegevens uit het AHN1. Vooruitlopend op de inhoudelijke bespreking in hoofdstuk 6, kan hier alvast worden gemeld dat zij alle beschikbare landschappelijke data bijeen heeft gebracht en samen met het genoemde AHN1 verwerkt tot een 13
Eijskoot et al 2011. Provincie Zuid-Holland 2006. 15 Verhagen 2008. 16 Zie van Leusen/Kamermans (2005) voor meer achtergrond over de verschillende manieren om verwachtingskaarten te maken. 17 Van Dinter 2012; Dijkstra 2011. 18 Van Dinter 2012; Dijkstra 2011. 14
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
11
reconstructie van de vormen en hoogtes van het landschap voor de Romeinse Tijd (zie kaartbijlage 5). Voor het hoogtemodel heeft zij het AHN1 gecorrigeerd voor de algemene gradiënt langs de Oude Rijn, waardoor de hoogteverschillen niet meer werden vertroebeld door het natuurlijke verhang in het terrein. Voor elke gridcel van 5 x 5m zijn door haar de hoogtes bepaald, met intervallen van 10cm. Daarnaast heeft Van Dinter de loop van de Oude Rijn in de Romeinse Tijd gereconstrueerd en de diverse restgeulen van de Oude Rijn in kaart gebracht. Bij de benoeming van de veenklassen, heeft Van Dinter zich voornamelijk verlaten op de bodemkaarten, en geen nieuw onderzoek uitgevoerd. De factor hoogte (in het landschap) is volgens haar van doorslaggevend belang voor de bewoningsmogelijkheden van het landschap. Op de hoge, droge delen konden mensen boerderijen bouwen en hun akkers aanleggen. De aangrenzende lagere en nattere delen werden ingezet als weiland en hooiland, dus voor de voedselvoorziening van het vee. Van Dinter maakt in haar kaart onderscheid in: • Hoge delen van de rug van een rivier, oeverwal, restgeul of fossiele kreek (levee high). • Middelhoge delen van de rug van een rivier, oeverwal, restgeul of fossiele kreek (levee medium high). • Lage delen van de rug van een rivier, oeverwal, restgeul of fossiele kreek (levee low). • Hoge delen van overstromingsvlaktes (Floodplain high), in gebruik als hooiland of weiland. • Lage delen van overstromingsvlaktes (Floodplain low), in gebruik als weiland. • Broekbossen (broekveen). • Mesotrofisch riet-zeggeveen. • Hoge veenkussens met oligotrofe veenmossen. • Restgeulen, zeer laag gelegen. Zowel Van Dinter als Dijkstra geven aan dat voor de Romeinse en Vroeg-Middeleeuwse periode hoogteverschillen belangrijker zijn dan bodemtextuur (bodemsamenstelling). Beide auteurs hebben vastgesteld dat 15cm hoogteverschil in het maaiveld al doorslaggevend was voor de keuze van een vestigingsplaats.19 Hoog (en droog) prevaleert boven laag (en natter). Hoogteverschillen van slechts 15cm boven maaiveld creëren reeds gunstige condities voor bewoning. Marginale differentiatie in de bodem maakt al het verschil: ook een kleidek van 20cm lichte klei op het veen is al voldoende voor een geschikte woonplaats.20 De onderzoeksresultaten uit de Vergulde Hand West te Vlaardingen wijzen in dezelfde richting. Daar blijken ook locaties waar verzande kreken voor een lichte verhoging in de ondergrond zorgen - ook al ligt er op dat moment een veendek op - relatief aantrekkelijk te zijn als woonplaats.21 Dijkstra heeft geanalyseerd dat alle vroegmiddeleeuwse nederzettingen in de omgeving van Alphen aan den Rijn op ca. 0,5m boven NAP gelegen zijn, met uitzondering van die in Koudekerk (in de aangrenzende gemeente Rijnwoude), met een hoogte van 2m boven NAP. De bodemkwaliteit wordt door Van Dinter en Dijkstra van ondergeschikt belang geacht voor de perioden tot en met de Vroege Middeleeuwen. Het landschap was dynamisch en stond onder invloed van de rivieren (fluviatiele sedimenten, zie Hoofdstuk 4). Dit vertaalt zich in een over kleine oppervlakten zeer afwisselend beeld van opeenvolgende laagjes zavel, klei en veen, zo blijkt uit de bestudering van de boorbeschrijvingen in het DINO-loket.22
Methodiek voor verwachtingsmodel Alphen aan den Rijn Aangezien het landschap - in de vorm van oeverwallen, kreken en crevasses - zich voornamelijk voor de Romeinse Tijd heeft ontwikkeld, is de landschapsreconstructie van Van Dinter één-op-één als uitgangspunt te hanteren voor de verwachtingenkaart voor Alphen aan den Rijn.23 Zoals in voorgaande paragraaf aangegeven, is het model van Van Dinter gebaseerd op het AHN1, met gridcellen van 5 x 5m en hoogtematen met een interval van 10cm. Het landelijk beschikbaar komen van het AHN2, met gridcellen van 1 x 1m en hoogte-intervallen van 1cm bood de kans het basismodel van Van Dinter te verfijnen voor de specifieke Alphense situatie.
19 20 21 22 23
Dijkstra 2011, 167. Mondelinge mededeling Van Dinter. Vos en Eijskoot, 2011, 80-81. Met dank aan Marieke van Dinter voor de vruchtbare discussie hierover. Van Dinter 2013; Bult et. al. 1990; Nokkert et. a.l 2009.
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
12
De gemeente Alphen aan den Rijn heeft besloten het AHN2 voor dit project beschikbaar te stellen, om tot een betere kwaliteit van de waarden en verwachtingenkaart te komen. Voor Alphen aan den Rijn zijn 65 AHN-kaartbladen verwerkt. Per kaartblad zijn er circa 5.000.000 hoogtematen genomen. In de kaartbijlage 4 zijn de aanvullingen die de analyse van het AHN2 mogelijk maakte weergegeven.
Afbeelding 1. Links: kreekrug boven Gnephoek, zoals waargenomen op AHN1 met grid van 5 x 5m. Rechts: zelfde kreekrug, zoals waargenomen op AHN2 met grid van 1 x 1m.
Deze hoogtematen zijn per AHN-kaartblad veralgemeniseerd tot gridcellen van 1 x 1m (1m2). Het resultaat is een zéér gedetailleerd beeld van de microhoogteverschillen in het landschap en heeft geleid tot een verfijning van de landschappelijke verwachtingen in het veenweide gebied en langs de oeverwal van de Oude Rijn. Enerzijds toont het AHN2 nieuwe fenomenen, met name kleine kreken, met of zonder oeverwallen, en konden de begrenzingen die Van Dinter had gedefinieerd worden aangescherpt. Anderzijds bood het AHN2 méér detaillering in de reeds op het AHN1 zichtbare objecten, zoals in afbeelding 1 en 2 goed te zien is. Voor het definiëren van de verwachtingszones, zijn de landschappelijke eenheden die Van Dinter op de kaart heeft gezet als uitgangspunt genomen. Op basis van het AHN2 is deze kaart van Van Dinter aangevuld. De reeds door Van Dinter ingetekende geulen en kreken zijn - wat betreft hun begrenzing - verfijnd. Nieuwe - niet door Van Dinter ingetekende - waterlopen zijn toegevoegd. Met name de kleinere fossiele kreken waren met het AHN1 voor Van Dinter niet goed te herkennen. Van alle op het AHN2 waar te nemen waterlopen is mits zowel de geul als de oeverwallen herkenbaar waren - is de stroomdraad gedigitaliseerd. Oeverwallen (van fossiele kreken) en restgeulen waarvan de zichtbare breedte op het AHN2 meer dan 20m bedroeg, zijn in hun geheel gedigitaliseerd en in de inventarisatiekaart (kaartbijlage 4) opgenomen. Reden is dat deze brede ruggen in het landschap een hogere potentie hebben dan de smallere. Zie voor nadere uitleg hoofdstuk 6. Ook vele opvallende afwijkingen in het natuurlijke reliëf zijn met behulp van het AHN2 waar te nemen. Enkele daarvan zouden - door een vergelijking met historische kaarten - kunnen worden geïdentificeerd, als pestbosjes, eendenkooien, voormalige molenboezems en veenterpen en oude wegen uit de pre-ontginningsfase. Deze elementen zijn indicatief op de inventarisatiekaart weergegeven (zie kaartbijlage 4 ) en in hoofdstuk 5 beschreven. Nader onderzoek is hier gewenst om de gedane
Buro de Brug - Archeologische waarden- en verwachtingenkaart Alphen aan den Rijn – definitief 24 maart 2014
13