Definitieve versie 1 februari 2014
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
Versie 1 februari 2014 1
Definitieve versie 1 februari 2014
Inhoud Inleiding .....................................................................................................................................................................3 Waar gaan we voor? ..................................................................................................................................................4 Wie zijn we en hoe gaan we het doen ......................................................................................................................5 De regio in beeld........................................................................................................................................................7 Maatregelen ter ondersteuning ................................................................................................................................8 Wanneer extra ondersteuning nodig is. Toewijzing ..................................................................................................9 Tijdelijk op een ander spoor ....................................................................................................................................13 Bestaande voorzieningen herzien: LWOO en praktijkonderwijs .............................................................................14 Zonder ouders gaat het niet ....................................................................................................................................15 Onderdeel van een netwerk ....................................................................................................................................15 We gaan voor kwaliteit............................................................................................................................................16 Communiceren ........................................................................................................................................................16 Wat kost het? ..........................................................................................................................................................16 Activiteitenplan/ uit te werken onderwerpen (30 januari 2014) ............................................................................18 Gebruikte afkortingen alfabetisch ...........................................................................................................................19 Bijlagen –regulier onderwijs ....................................................................................................................................20 OC de Twijn..............................................................................................................................................................31 Overzicht expertise Zonnebloemschool ZMLK / MG Emmeloord ..........................................................................36 Eduvier .....................................................................................................................................................................38
2
Definitieve versie 1 februari 2014
Inleiding Ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan van stichting Aandacht+ geeft weer hoe in de regio Lemsterland, Noordoostpolder, Urk uitvoering wordt gegeven aan Passend Onderwijs in het voortgezet onderwijs. Dit ondersteuningsplan is een weergave van uitgangspunten, procedures en afspraken over de inzet van extra ondersteuning binnen het voortgezet onderwijs. Dit geldt zowel binnen de reguliere setting als daarbuiten. Dit ondersteuningsplan is afgestemd op de aangrenzende samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs (waaronder het reformatorische samenwerkingsverband), het primair onderwijs en op het beleid van de gemeenten met betrekking tot de jeugdzorg. Voor de vaststelling door het bestuur heeft de ondersteuningsplanraad ingestemd met het plan. Het ondersteuningsplan is een ontwikkeldocument dat zal worden aangepast wanneer daar aanleiding toe is. Dat kan zijn als gevolg van veranderende wet- en regelgeving of door veranderende problematiek dat om een ander beleid vraagt. Dit document is tot stand gekomen samen met de Projectgroep Passend Onderwijs. Sinds bekend werd dat Passend Onderwijs definitief ingevoerd wordt, is de projectgroep inhoudelijk betrokken. De projectgroep bestond aanvankelijk uit vertegenwoordigers vanuit alle reguliere scholen. Om inzicht te krijgen in wat iedere school aan basisondersteuning kan bieden, is een over-all-inventarisatie gemaakt. Dit is de basis van het ondersteuningsprofiel van de scholen. Vanaf 2012 is de projectgroep uitgebreid met vertegenwoordigers uit het speciaal voortgezet onderwijs. Vanaf dat moment werd duidelijk dat we elkaar nier zo goed kenden als we verwacht hadden. De ambulante begeleiders waren uiteraard wel bekend, maar wat er op de locaties van het speciaal onderwijs gebeurt, met de specialisten en met welke leerlingen was minder bekend. Daarom hebben we in oktober 2013 een rondje langs de scholen gedaan en dit leidde tot nieuwe inzichten. Door de invoering van de wet Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 krijgen de scholen zorgplicht. In de schoolondersteuningsprofielen geven de scholen aan wat de mogelijkheden zijn binnen de school voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Aandachtspunt binnen de regio is de extra ondersteuning zo te organiseren dat de kosten binnen het beschikbare budget blijven. Meerdere onderwerpen worden in de loop van de invoering verder uitgewerkt. De projectgroep bestond uit: Annie Miedema Ben Sleeuw Dirk Tijms Edward Eikelenboom Gerda Zwemer Jan van Dorsser Jan Stip Loe Leplaa Maaike Kieft
Bonifatius Mavo De Twijn Berechja College Groenhorst VMBO Groenhorst praktijkonderwijs Zuyderzee College Emelwerda College De Optimist De Zonnebloemschool
Ondersteund door : Roelie Mol Kees de Bondt
stichting Aandacht+ stichting Aandacht+
3
Definitieve versie 1 februari 2014
Waar gaan we voor? In artikel 17a lid 2 van de wet wordt als doel van het samenwerkingsverband het volgende omschreven: Het samenwerkingsverband stelt zich ten doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Volgens de doelstelling in de statuten van stichting Aandacht+ is dit op een vergelijkbare wijze omschreven. Uitgangspunt daarbij is dat de leerling thuisnabij onderwijs krijgt. Visie op onderwijsondersteuning Het onderwijsaanbod is zo breed, dat alle leerlingen op basis van hun achtergrond, capaciteiten, ontwikkeling en interesses maximale kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Het onderwijs doet recht aan de verschillen tussen leerlingen. Met Passend Onderwijs krijgen de leerlingen naast dit brede aanbod de mogelijkheid om gebruik te maken van de basisondersteuning van de school eventueel in combinatie met zwaardere vormen van ondersteuning binnen het samenwerkingsverband om thuis-nabij onderwijs te kunnen volgen. Samenwerking tussen de scholen onderling is van groot belang, maar evenzo de samenwerking met ouders, de instellingen van de jeugdhulp en de gemeenten. Met ieder verantwoordelijk vanuit de eigen discipline wordt de expertise ingezet om resultaten te bereiken van goede kwaliteit. Het streven om iedere leerling een passend onderwijsaanbod te kunnen geven heeft uiteenlopende consequenties voor de scholen: het afstemmen van het individuele onderwijsaanbod op het aanbod van de andere scholen, het versterken van de mogelijkheden van de docenten om de leerlingen te begeleiden en intensiever gebruik te maken van de mogelijkheden van de partners binnen de regio. Denk hierbij aan samenwerking met de ketenpartners vanuit de jeugdhulpverlening, samenwerking met het basisonderwijs, het MBO en het speciaal onderwijs van cluster 1 en 2. Meer en meer zullen hierdoor verschillende vormen van symbiose ontstaan. Binnen onze regio zijn in de loop der jaren meerdere initiatieven genomen om te voorkomen dat leerlingen thuis komen te zitten. Passend Onderwijs is in dit opzicht enerzijds een herijking van de aanwezige mogelijkheden, anderzijds het geven van nieuwe impulsen om leerlingen optimale kansen te kunnen geven in hun ontwikkeling. Landelijk streven is minder bureaucratie binnen het onderwijs te hebben, een streven dat vanuit onze regio van harte wordt ondersteund. Dit is zichtbaar op meerdere punten binnen dit ondersteuningsplan.
4
Definitieve versie 1 februari 2014
Wie zijn we en hoe gaan we het doen Wie zijn we? Algemene gegevens Naam samenwerkingsverband: Brinnummer samenwerkingsverband: Bestuursnummer: Contactpersoon: Telefoon: E-mail: Secretariaat:
Algemeen E-mail-adres: Website: Regio - omschrijving:
Stichting Aandacht+ VO2402 21443 Dhr. K. de Bondt 06-29120931
[email protected] Mevr R. Mol Kometenlaan 1 8303 CN EMMELOORD 06-52647213
[email protected] www.aandachtplus.nl Noordoostpolder, Lemsterland en Urk
Bij het samenwerkingsverband stichting Aandacht+ zijn de scholen voor regulier en speciaal voortgezet onderwijs aangesloten, met een vestiging in Emmeloord en Lemmer, en het Berechja College uit Urk. Vanwege het aantal leerlingen uit de regio dat buiten regio onderwijs krijgt, zijn de Twijn (Zwolle) en RENN4 (Groningen) vrijwillig aangesloten. Stichting Aandacht+ is sinds 2008 een samenwerkingsverband voortgezet onderwijs. Door de invoering van Passend Onderwijs is het samenwerkingsverband uitgebreid met het speciaal onderwijs en zijn de statuten op 26 augustus 2013 aangepast. Overzicht bevoegde gezagen en scholen binnen de regio Aangeslotenen: Stichting Scholengroep VO Lemsterland en Noordoostpolder, (Bonifatius mavo, Zuyderzee college) Stichting Aeresgroep, (Groenhorst VMBO, Groenhorst praktijkonderwijs) Stichting voor Voortgezet Onderwijs op Protestants christelijke grondslag voor de Noordoostpolder e.o. (Emelwerda college) Stichting Berechja College, (Berechja College) Stichting Eduvier Onderwijsgroep, (De Optimist) Stichting voor christelijk speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in de Noordoostpolder e.o. (de Zonnebloemschool) De Twijn Deelnemer: RENN4 Interne organisatie en communicatie Stichting Aandacht+ is een platte organisatie: efficiënt ingericht met korte, directe lijnen. Zo zijn er directe lijnen tussen bestuur en directeur, directeur en zorgcoördinatoren van de scholen en directeur en personeel van het samenwerkingsverband. Deze lijnen zijn gestructureerd door het houden van de bestuursvergadering, het platform zorg (met de zorgcoördinatoren) en het werkoverleg. Daarnaast heeft stichting Aandacht+ een Permanente Commissie Leerlingenzorg waarin de plaatsing van LWOO en praktijkonderwijs wordt besproken en een Commissie van Toelaatbaarheid waarin de toeleiding tot de extra ondersteuning wordt bepaald. Voor het uitwerken van verschillende thema’s of onderwerpen, zoals de criteria voor plaatsing en omgaan met twijfelgevallen, worden werkgroepen of projecten ingericht. Deze zijn van tijdelijke aard.
5
Definitieve versie 1 februari 2014 De directeur heeft de dagelijkse leiding van het samenwerkingsverband, inclusief het personeel dat in dienst is van het samenwerkingsverband. De verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de stichtingsstatuten en uitgewerkt in een managementstatuut. Bestuur en toezicht In de bestuursvergadering wordt gestreefd naar consensus. Indien dit niet mogelijk is, dan is de te volgen procedure om tot een beslissing te komen, in de statuten vastgelegd. Het bestuur houdt toezicht op de gedelegeerde verantwoordelijkheden tijdens de overleggen van het bestuur en frequenter via de penningmeester wanneer het financiële zaken betreft. Het bestuur legt na afloop van een kalenderjaar in het jaarverslag verantwoording af over de uitvoering van zijn toezichthoudende taken en van de uitoefening van zijn toezichthoudende bevoegdheden. Dit is in de statuten vastgelegd. Medezeggenschap in het samenwerkingsverband Over het ondersteuningsplan wordt overleg gevoerd met de ondersteuningsplanraad. Met het personeel wordt overleg gevoerd met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad. Ondersteuningsplanraad De eerste ondersteuningsplanraad werkt als voorlopige ondersteuningsplanraad voor de duur van 1 jaar. Het bestuur stelt deze voorlopige ondersteuningsplanraad (hierna te noemen VOPR) in. Als uitgangspunt worden in dit eerste jaar de landelijke modellen gebruikt. De VOPR heeft als opdracht in het eerste jaar (2013/2014) tot een werkbare ondersteuningsplanraad te komen waarbij:
Representatieve samenstelling met daarbij aangegeven het gewenste zetelaantal en streven naar evenveel ouders / (leerlingen) als personeel en een evenwichtige verdeling naar schoolsoorten, denominaties, regio;
De taak is in elk geval ook het opstellen van een concept reglement en statuut voor de medezeggenschap binnen het samenwerkingsverband;
Hiertoe kan de werkgroep / VOPR gebruik maken van het landelijke modelreglement en het landelijke modelstatuut met een werkingsduur van één jaar;
Waar nodig informeren van andere ouders, leerlingen, personeelsleden en (G)MR-leden in het samenwerkingsverband en hen er zo mogelijk bij betrekken; Afstemmen van het concept reglement en statuut met het bestuur van het samenwerkingsverband. Het conceptreglement en statuut wordt voorgelegd aan het bestuur en het bestuur stelt het vast. Na de vaststelling volgt de formele vorming van de OPR.
6
Definitieve versie 1 februari 2014
De regio in beeld Bij vergelijking van de regionale met de landelijke cijfers, valt op dat in onze regio:
Meer leerlingen gebruik maken van het speciaal onderwijs Minder leerlingen in het LWOO en praktijkonderwijs zitten Het aantal VMBO-leerlingen iets boven het landelijke gemiddelde ligt Het aantal HAVO en VWO leerlingen onder het landelijke gemiddelde ligt Het aantal thuiszitters beperkt is
% landelijk
% swv
landelijk naar
1-10-2011 aantallen swv VSO cat 1
cluster 4 cluster 3 LZ cluster 3 ZMLK
werkelijk 1-10-2011
werkelijk 1-10-2012
werkelijk 1-10-2013
streven 1-10-2014
126
147
159
126
1
3
4
1
49
57
62
49
176 2 39
207 4 36
225 2 41
176 2 39
217
247
268
217
84
79
89
105
-
7,03 2,34
478 126
319 106
357 108
368 114
24,13
957
1095 4536 4696
1127 4558 4766
1167 4602 4830
1 2 6 7
3 3 4 6
3 3 12 9
VSO cat 1 totaal VSO cat 2 Lich. Geh. VSO cat 3 Meerv geh VSO totaal
3,02 0,11 0,3
3,88 0,04 0,86
rugzakken
1,84
1,63
LWOO PrO VMBO 3/4 VO Totaal VO wonend in swv
10,55 2,79 21,07
cluster 1
in VO in VSO cluster 2 in VO in VSO * cijfers OCenW
137 5 14
streven 1-10-2020
137 5 14
-
Met name het percentage Meervoudig Gehandicapte Leerlingen is hoog: 0,86% t.o.v. 0,3% landelijk. Het aantal leerlingen binnen cluster 1 (Blind en slechtziend) is beperkt tot 3 en binnen cluster 2 (spraak-en taalproblemen) is 13. Ongeveer de helft van de cluster 1 en 2 leerlingen volgt de lessen op het regulier onderwijs, de overige leerlingen volgen onderwijs op een speciale school voor cluster 1 of 2. *) zie ook het jaarverslag 2012 van stichting Aandacht+
7
Definitieve versie 1 februari 2014
Maatregelen ter ondersteuning Leerlingen worden binnen de reguliere taken van de scholen op meerdere terreinen begeleid. De scholen hebben hiervoor een eigen interne zorgstructuur, vaak met de mentor als spil. De inventarisatie van hetgeen binnen de reguliere ondersteuning aanwezig is op de individuele scholen, is in de bijlage uitgewerkt. Deze mogelijkheden samen, vormen het schoolondersteuningsprofiel. In het schoolondersteuningsprofiel van de school is duidelijk welke begeleiding mogelijk is bij leerproblemen, gedragsproblemen en problemen met het sociaal emotioneel welbevinden. Het daadwerkelijk aanbod hangt af van de plaats die de basisondersteuning inneemt in de realiteit. Anders gezegd: leerlingen met specifieke problematiek kunnen binnen de basisondersteuning een plaats krijgen wanneer dit binnen de context mogelijk is. Om de kwaliteit te waarborgen kunnen limieten gesteld worden aan het aantal toe te laten leerlingen met extra ondersteuning. De limieten worden bepaald door de zwaarte van problematiek, de wijze waarop de school in staat is de ondersteuning te kunnen geven en is uiteraard afhankelijk van de medewerking van de ouders en de leerling. Wanneer de noodzakelijke begeleiding niet geboden kan worden, wordt met het samenwerkingsverband een oplossing gezocht om de leerlingen een goede plaats in het onderwijs te geven. De scholen zijn vertegenwoordigd in de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg – waarin de toestroom tot het LWOO en het praktijkonderwijs wordt bepaald) en in de CvT1 (Commissie van Toelaatbaarheid – waarin o.a. de toestroom tot zware ondersteuning wordt bepaald). De schoolondersteuningsprofielen worden minimaal eens per 4 jaar bijgesteld in het ondersteuningsplan, maar tussendoor zullen deze voortdurend geëvalueerd worden vanuit het samenwerkingsverband en aangevuld om aan te sluiten bij nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast kunnen en zullen docenten zich verder bekwamen in het begeleiden van leerlingen door scholing of middels inzet van externe expertise binnen de klas. Op het niveau van het samenwerkingsverband wordt gemonitord op het aantal thuiszitters, leerlingenstromen, trends in problematiek en het aantal leerlingen dat van de verschillende vormen van ondersteuning gebruik maakt, met het effect daarvan.
1
Zie bijlage
8
Definitieve versie 1 februari 2014
Wanneer extra ondersteuning nodig is. Toewijzing Extra ondersteuning Leerlingen voor wie de basisondersteuning niet voldoende is, komen in aanmerking voor extra ondersteuning. Dit kan door extra middelen of ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband in te zetten, gebruik te maken van de bovenschoolse voorzieningen van het samenwerkingsverband, of een arrangement aan te bieden in samenwerking met het vso of de jeugdhulpverlening. Integraliteit in de aanpak Om leerlingen integrale begeleiding te kunnen geven is samenwerking met ouders en partners uit zorg en welzijn noodzakelijk. De leerling wordt geconfronteerd met drie werelden: de thuissituatie, de school en de vrije tijd. Van belang is dat interventies op het juiste terrein plaats vinden, maar niet los van de overige gebieden. De school heeft hierbij vooral een signalerende functie. Per casus moet duidelijk worden afgesproken wie verantwoordelijk is en de regie heeft. Maatregelen in de scholen In de scholen zijn maatregelen getroffen die uiteen lopen van sterk individueel gerichte maatwerktrajecten tot georganiseerde groepstrajecten. Scholen kunnen meer en meer beschikken over een aanzienlijke hoeveelheid expertise. Toeleiding extra ondersteuning In het samenwerkingsverband zijn afspraken gemaakt over de toeleiding van leerlingen die in aanmerking komen voor extra ondersteuning. Voor de instroom in LWOO en praktijkonderwijs geldt de permanente commissie leerlingenzorg (PCL), voor lichte ondersteuning kan rechtstreeks aangemeld worden bij het samenwerkingsverband, over de toeleiding naar zware ondersteuning (waaronder plaatsing in het speciaal onderwijs) beslist de Commissie van toelaatbaarheid (CvT) en binnen de ZAT’s (zorgadviesteams) wordt met de ketenpartners van jeugdhulpverlening en welzijn afgestemd. Het ZAT functioneert als netwerk waarbij ook individuele contacten lopen met de school, afhankelijk van de problematiek. Hierbij kan gedacht worden aan contacten met het CJG, het maatschappelijk werk, de GGD, politie, jeugdzorg, verslavingszorg, leerplicht en jongerenwerk. De werkwijze, procedures, besluitvorming en samenstelling van de hier bovengenoemde commissies met de wijze waarop ouders geïnformeerd worden over de ondersteuningsmogelijkheden aan de leerlingen zijn bijgevoegd als bijlage. In het kader van de ontwikkeling van sociale teams die wijkgericht werken (Noordoostpolder) wordt gezocht naar een handige link met de ZAT’s. Instroom in het LWOO en praktijkonderwijs Om in aanmerking te komen voor leerwegondersteuning of praktijkonderwijs moeten leerlingen voldoen aan criteria op het gebied van didactische vorderingen en capaciteiten eventueel aangevuld met informatie over sociaal emotioneel welbevinden. In oktober van het jaar voorafgaand aan de start in het voortgezet onderwijs, meldt het basisonderwijs leerlingen aan bij Aandacht+ voor de zogenaamde vroege toets. Bij deze aanmelding zorgt het basisonderwijs voor het aanleveren van de didactische gegevens. Aandacht+ doet onderzoek naar de capaciteiten en het sociaal welbevinden van de leerling. De basisschool voegt een Onderwijskundig Rapport toe tijdens de aanmelding bij de vervolgschool. Wanneer een leerling voldoet aan de criteria die landelijk gelden, kan de leerling geplaatst worden op het praktijkonderwijs of binnen het LWOO. Tot 1 augustus 2015 zal de RVC de beschikkingen afgeven, hierna komt deze taak toe aan de PCL van het samenwerkingsverband.
9
Definitieve versie 1 februari 2014 Toetsprocedures Bij leerlingen waarbij gedurende het verblijf op het voortgezet onderwijs vragen ontstaan over capaciteiten, sociaal emotioneel welbevinden, motivatie, aanwezigheid van dyslexie of dyscalculie kan via de school een onderzoek worden aangevraagd bij Aandacht+. Toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs Om toegang te krijgen tot een school voor voortgezet speciaal onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring vso (TLV) nodig. De CvT van het samenwerkingsverband geeft deze verklaring af. Deze verklaring wordt alleen afgegeven wanneer een leerling niet binnen het reguliere onderwijs met extra ondersteuning onderwijs kan volgen. In de toelaatbaarheidsverklaring staat een einddatum vermeld. Hierna kan eventueel een nieuwe verklaring worden afgegeven door de CvT. Beleid met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing vo-VSO Het streven is zoveel mogelijk leerlingen in het regulier onderwijs lessen te laten volgen. Mochten de mogelijkheden niet toereikend zijn, dan zal in eerste instantie een beroep gedaan worden op expertise vanuit het samenwerkingsverband of het speciaal onderwijs om alsnog de leerling binnen de reguliere setting te laten functioneren. Mocht ook dit niet voldoende zijn, ook niet op collegascholen met hetzelfde niveau, dan zal via de Commissie van Toelaatbaarheid een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs worden afgegeven. Het samenwerkingsverband blijft de leerling volgen om, daar waar mogelijk, de leerling geheel of gedeeltelijk terug te plaatsen in het regulier onderwijs. Doorlopende leer-en ondersteuningslijnen PO / VO: overdracht van leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften De individuele scholen en de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs primair onderwijs en voortgezet onderwijs (stichting Aandacht+) delen de verantwoordelijkheid om de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingslijn te bieden. Daarvoor zijn diverse afspraken gemaakt. Dit geldt zeker voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. In de overdracht van leerlingen vanuit het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs worden verschillende groepen leerlingen met ondersteuningsbehoefte onderscheiden. Leerlingen met specifieke problemen Wanneer definitief bekend is bij welke school voor voortgezet onderwijs een leerling is aangemeld, volgt een ‘tafeltjesoverleg’. Tijdens deze warme overdracht tussen basis en voortgezet onderwijs worden leerlingen besproken die ondersteuning hebben gehad op de basisschool en wordt afgesproken hoe de ondersteuning gecontinueerd wordt. Het ontwikkelingsperspectief Voor alle leerlingen die gebruik gaan maken van de ‘zware ondersteuning’ en voor leerlingen op het praktijkonderwijs moet met de invoering van Passend Onderwijs een ontwikkelingsperspectief gemaakt worden. Voor LWOO-leerlingen is dit niet verplicht. Over het ontwikkelingsperspectief wordt op overeenstemming gericht overleg (OOGO) gevoerd met de ouders. In het ontwikkelingsperspectief staan in ieder geval uitstroombestemming, een onderbouwing daarvan, de aanwezige belemmerende en bevorderende factoren en een beschrijving waaruit de ondersteuning bestaat. Van belang is een goede communicatie met ouders, heldere afspraken over de inzet van middelen en personele ondersteuning, de toezicht op de uitvoering, en de evaluatie.2 Begeleidingstrajecten overdracht primair-voortgezet onderwijs Voor een aantal leerlingen en ouders is de overstap van basis naar voortgezet onderwijs om heel verschillende redenen lastig. Deze leerlingen en ouders kunnen via de school een beroep doen op Aandacht+, voor begeleiding. Deze begeleiding start in groep 8 en kan doorlopen in klas 1 van het voortgezet onderwijs. Wanneer de leerling zijn of haar plek heeft gevonden in het voortgezet onderwijs, wordt de begeleiding 2
Zie bijlage
10
Definitieve versie 1 februari 2014 overgenomen door de mentor of zorgcoördinator van de school. Bij twijfels over plaatsing vanuit het basisonderwijs naar het speciaal of regulier voortgezet onderwijs, nodigt de PCL van het basisonderwijs Aandacht+ uit voor advies. Dit geldt voor leerlingen vanaf groep 7. Indien de school van aanmelding twijfelt, kan eveneens een beroep gedaan worden op Aandacht+. Leerlingen met dyslexie en dyscalculie De basisscholen geven doorgaans geen dyslexie- of dyscalculieverklaringen af, omdat de begeleiding niet anders zal zijn. In het voortgezet onderwijs is dit anders. Leerlingen kunnen in het voortgezet onderwijs een beroep doen op ondersteunende faciliteiten rondom dyslexie of dyscalculie, wanneer aangetoond is, dat hiervan sprake is. Vaak hebben de leerlingen dan een dyslexiepas en een extra begeleider. Dit verschilt echter per school. Leerlingen waarvan vermoed wordt dat er sprake is van dyslexie, kunnen in groep 8 aangemeld worden bij stichting Aandacht+. De basisschool levert relevante informatie aan en Aandacht+ doet vervolgens onderzoek. Door deze samenwerking kunnen de leerlingen, wanneer er daadwerkelijk sprake is van dyslexie, starten met een verklaring zodra zij beginnen het voortgezet onderwijs. S(B)O / VSO: procedure overgang De leerlingen die vanuit het speciaal (basis)onderwijs overstappen naar het voortgezet speciaal onderwijs worden besproken in de Commissie van Toelaatbaarheid. Wanneer het niet mogelijk is om de leerlingen met of zonder arrangementen in het regulier onderwijs te plaatsen, geeft de Commissie een toelaatbaarheidsverklaring af voor plaatsing in een van de categorieën van de zwaardere ondersteuning. Deze leerlingen zullen voortdurend worden gemonitord om bij eventuele wijzingen in de situatie de leerlingen alsnog over te plaatsen naar het reguliere onderwijs. VO / VSO: procedure overgang De leerlingen die vanuit het voortgezet onderwijs overstappen naar het voortgezet speciaal onderwijs worden besproken in de CvT (Commissie van Toelaatbaarheid). Wanneer het niet mogelijk is om de leerlingen met of zonder arrangementen binnen het regulier onderwijs te houden, geeft de CvT een beschikking voor plaatsing in een van de categorieën van de zwaardere ondersteuning. Deze leerlingen worden gevolgd om bij eventuele wijzingen in de situatie, de leerlingen alsnog over geplaatst te kunnen worden naar het reguliere onderwijs. SO / VO: De leerlingen die vanuit het speciaal (basis)onderwijs hun loopbaan vervolgen in het voortgezet onderwijs worden besproken in de Commissie van Toelaatbaarheid. Tijdens deze bespreking wordt bepaald of en zo ja, welke extra ondersteuning wordt ingezet. VMBO / MBO Leerlingen die vanuit het VMBO naar het MBO overstappen worden overgedragen door de decaan al dan niet samen met de zorgcoördinator van de school. Wanneer hiertoe aanleiding is, volgt een individueel gesprek met en over de leerling. Aansluiting op arbeid Leerlingen die het praktijkonderwijs of cluster 3 of 4 verlaten worden tijdens het onderwijs voorbereid op arbeid of dagbesteding. Middels stage maken zij kennis met het werkveld. Het praktijkonderwijs of de cluster 3of 4-school begeleidt de leerlingen in dit traject en biedt nazorg wanneer de leerling een arbeidsplaats heeft gevonden. Hoog en meerbegaafde leerlingen Voortgezet onderwijs en basisonderwijs werken nauw samen in de overdracht van hoogbegaafde leerlingen. Zo kunnen leerlingen uit groep 8 gebruik maken van faciliteiten van het voortgezet onderwijs in de zg. plusklas.
11
Definitieve versie 1 februari 2014 Voortijdig schoolverlaten Voor leerlingen die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten, worden maatwerktrajecten aangeboden. De scholen binnen de regio werken hierin samen met leerplicht. Doel is om de leerling uiteindelijk weer te motiveren de schoolloopbaan voort te zetten en alsnog af te sluiten met een startkwalificatie. Communicatie met ouders Informatie over de eigen zoon of dochter, verloopt in eerste instantie via de school van herkomst. Hierbij kan altijd een beroep gedaan worden op andere betrokkenen, bijvoorbeeld vanuit het samenwerkingsverband of vanuit het speciaal onderwijs. Algemene informatie is voor ouders te vinden op de website www.aandachtplus.nl Toeleiding naar extra ondersteuning –wie beslist wat? De werkwijze Streven is de ondersteuning zo kort mogelijk en binnen het reguliere onderwijs te organiseren. ‘Zo kort mogelijk’ duidt hier op dat wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een aangeboren afwijking, een toelaatbaarheidsverklaring voor de gehele schoolperiode kan worden afgegeven. ‘Binnen het reguliere onderwijs’ geeft aan dat in eerste instantie gezocht wordt naar ondersteuning op de eigen school. De ondersteuning kan gericht zijn op de leerling of de docent en gegeven worden vanuit de school zelf, het samenwerkingsverband of het speciaal onderwijs. Stap 1. De VO-school inventariseert of er sprake is van een vraag naar extra ondersteuning. Daarbij spelen de volgende 5 vragen een rol: 1. Is er extra ondersteuning of extra aandacht nodig? 2. Is er aangepast onderwijsmateriaal nodig? 3. Is er aanpassing nodig in de ruimtelijke omgeving: klas, school? 4. Welke expertise-inzet is nodig? 5. Is er afstemming met andere instanties nodig? Informatie hierover staat in het onderwijskundig rapport, informatie van de leerling en de ouders bij de aanmelding, het leerlingvolgsysteem, rapportages van externen of verslagen van het ZAT. Stap 2. School overlegt met het samenwerkingsverband Indien de ondersteuning past binnen het LWOO of praktijkonderwijs wordt de leerling ingebracht in de PCL. Stap 3. School en samenwerkingsverband formuleren een ondersteuningsvoorstel. Stap 4. Indien het voorstel binnen de eigen school kan worden uitgevoerd, wordt de leerling, na overleg met ouders, geplaatst. Stap 5. Wanneer het voorstel niet uitgevoerd kan worden op de eigen school, volgt een verkenning bij collegascholen. Stap 6. Wanneer een andere school wel mogelijkheden heeft, wordt dit voorstel met de ouders besproken. Stap 7. Wanneer de leerling niet plaatsbaar is binnen het regulier onderwijs, worden de mogelijkheden binnen het speciaal onderwijs onderzocht en volgt overleg met ouders. Stap 8. Dossier wordt ingebracht in de Commissie van Toelaatbaarheid en deze geeft een verklaring af.
12
Definitieve versie 1 februari 2014 PCL De PCL houdt zich bezig met de instroom in het praktijkonderwijs en het LWOO, en de instroom in de tussenvoorziening. Op termijn zal de PCL de taken van de RVC m.b.t. het afgeven van de beschikkingen overnemen. Contacten RVC Contacten met de RVC zijn er via de PCL. Tijdens deze contacten worden algemene zaken besproken. Bij individuele vragen m.b.t. het plaatsen van leerlingen is er rechtstreeks contact tussen de school van aanmelding en de RVC. Commissie Toelaatbaarheid en toelaatbaarheidsverklaring Toelating tot extra ondersteuning De toelating tot extra ondersteuning in het regulier onderwijs of plaatsing binnen het speciaal voortgezet onderwijs wordt bepaald door de Commissie Toelaatbaarheid van het samenwerkingsverband. De Commissie toelaatbaarheid bepaalt de inhoud van de ondersteuning, de tijdsduur en het beoogde resultaat. In deze commissie zitten verplicht 2 deskundigen, te weten een orthopedagoog verbonden aan het samenwerkingsverband, en afhankelijk van de ondersteuningsvraag een tweede deskundige. Deze laatste kan zijn kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een maatschappelijk werker, een arts of een kinderpsychiater. Toelating tot het speciaal onderwijs zal besproken worden in een commissie waarin zitting hebben: Een orthopedagoog verbonden aan het samenwerkingsverband Een tweede deskundige zoals boven omschreven Afgevaardigde van de inbrengende school Minimaal 1 afgevaardigde van een collegaschool met dezelfde onderwijssoort, of in het geval van praktijkonderwijs, een collegaschool met LWOO Afgevaardigde vanuit het speciaal onderwijs waar de leerling mogelijk naar toe gaat. De directeur van het samenwerkingsverband is de voorzitter van deze commissie. Van het overleg wordt een verslag gemaakt door het secretariaat van het samenwerkingsverband. De scholen wijzen binnen hun eigen instelling een vaste afgevaardigde aan. ZAT Op alle scholen zijn zorgadviesteams actief om een totaalaanpak met de ketenpartners te realiseren. De zorgadviesteams werken volgens de richtlijnen die binnen het samenwerkingsverband voor alle ZAT’s zijn afgesproken. Jaarlijks heeft een update plaats van deze richtlijnen. Het samenwerkingsverband zorgt voor de planning van de ZAT’s. De indeling is te vinden op de website van het samenwerkingsverband. Wanneer PCL, CvT of ZAT De PCL houdt zich bezig met de instroom van leerlingen in het LWOO, het praktijkonderwijs en naar speciale voorzieningen van het samenwerkingsverband. De CvT houdt zich bezig met de toeleiding tot de zware ondersteuning. Het ZAT is de plaats waar een leerling besproken kan worden, waarbij advies van de ketenpartners wordt gevraagd.
Tijdelijk op een ander spoor Het samenwerkingsverband heeft een Reboundvoorziening. Hierin kunnen de leerlingen van alle scholen en alle leerjaren geplaatst worden. De scholen kunnen hiervoor een aanvraag indienen bij de PCL. Tot dusverre is de functie geweest, met inzet van orthopedagogen, de leerlingen in een periode van ongeveer 13 weken een programma aan te bieden, waardoor zij aan het eind terug kunnen keren naar de school van herkomst. Om te voorkomen dat leerlingen in de Rebound terecht komen, is de laatste jaren gewerkt aan een preventieprogramma. Concreet houdt dit in dat 2 begeleiders vanuit de Rebound op de scholen komen en potentiele Rebound-leerlingen begeleiden, en daadwerkelijk plaatsing te voorkomen. Wanneer de leerling terugstroomt naar de school van herkomst, wordt nazorg geleverd vanuit de Rebound. 13
Definitieve versie 1 februari 2014 Met de invoering van Passend Onderwijs breidt de functie van de Reboundvoorziening uit: Op de Rails en Herstart worden toegevoegd aan het samenwerkingsverband waardoor het mogelijk is om leerlingen gedurende langere tijd onder te brengen. Ook (potentiële) thuiszitters kunnen via de Rebound terug worden geleid naar het onderwijs. Een tweede functie die uitgebreid wordt is het determineren van leerlingen: Wanneer een leerling niet kan functioneren binnen de school, zal onderzocht worden wat nodig is voor de leerling en zal vaak in samenwerking met ketenpartners een plan gemaakt worden om de leerling passend onderwijs te kunnen geven. Hiervoor kan eveneens een beroep gedaan worden op onder andere de expertise van het samenwerkingsverband. De Rebound werkt nauw samen met het zogenoemde ‘Esveld’-overleg. Hierin zitten leerplicht, het MBO, cluster 3 en cluster 4, het voortgezet onderwijs, het praktijkonderwijs en het samenwerkingsverband. Voor leerlingen die niet gemotiveerd zijn, of om een andere reden niet binnen een reguliere schoolsetting kunnen functioneren, worden maatwerktrajecten opgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van elkaars mogelijkheden. Daarbij kan gedacht worden aan symbiose tussen twee scholen, een combinatie van stage en Rebound of een traject dat leidt tot een plaats op het MBO, allen met een duidelijke koppeling met jeugdzorg. Hiervoor zullen in de komende tijd arrangementen worden ontwikkeld samen met de gemeente. In de Noordoostpolder wordt een specialistenkamer ingericht vanuit de gemeente waarbinnen ‘multi-problem’ wordt besproken. Een koppeling met de ZAT’s zal een zinvolle koppeling zijn.
Bestaande voorzieningen herzien: LWOO en praktijkonderwijs Het samenwerkingsverband is van oudsher nauw betrokken geweest bij de plaatsing op het praktijkonderwijs of het LWOO. Deze taak wordt uitgevoerd door de PCL – permanente commissie leerlingenzorg. In deze commissie zijn de scholen voor voortgezet onderwijs met LWOO-licentie vertegenwoordigd, de school voor praktijkonderwijs en sinds enkele jaren ook de scholen zonder licentie. In de periode 2007-2010 heeft de PCL middels een pilot zelf beschikkingen af mogen geven. Tijdens de monitoring van de pilot, bleek dat bijna 100% van beschikkingen ook door de RVC zou zijn afgegeven. Hiermee was aangetoond dat de PCL deze taak heel goed kan overnemen van de RVC. Met het verdwijnen van de RVC in de toekomst, zal het samenwerkingsverband met ingang van 1 augustus 2015 wederom verantwoordelijk worden voor het afgeven van de beschikkingen voor zowel LWOO als praktijkonderwijs. De landelijke criteria blijven vooralsnog gelden evenals de koppeling van LWOO aan licentie-scholen, waarbij afgeweken mag worden indien het bestuur unaniem anders beslist. Dit zal in de komende jaren op de agenda komen van het bestuur van het samenwerkingsverband. In ieder geval voor de leerlingen van het praktijkonderwijs wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld.
14
Definitieve versie 1 februari 2014
Zonder ouders gaat het niet De school waarop de leerling zit, of wordt aangemeld is in eerste instantie de aangewezene om met de ouders te communiceren. Binnen de school wordt gecommuniceerd door docenten over leerlingen. Dit gebeurt tijdens de leerlingenbesprekingen en de rapportenvergaderingen. Deze overleggen zijn onderdeel van de begeleidingsstructuur van de school. Ouders spelen hierin in eerste instantie geen rol. Wanneer echter vanuit deze overleggen aanleiding is om interventies te plegen omdat de aanwezige ondersteuning niet voldoende is, kan de leerling ingebracht worden in de ZAT’s. Hierin nemen ook externe deskundigen plaats. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze. Met de invoering van de zorgplicht heeft de school vervolgens de taak om de leerling passende ondersteuning te bieden, bij voorkeur op de eigen school. Lukt dit niet dan wordt de leerling ingebracht in de Commissie van Toelaatbaarheid, waarin de collegascholen vertegenwoordigd zijn. Indien ook door de collegascholen niet de noodzakelijke ondersteuning kan worden geboden, doet de school de ouders een aanbod op het voortgezet speciaal onderwijs. Wanneer een ondersteuningsplan wordt opgesteld, betrekt de school de ouders zowel bij het opstellen als bij het ontwikkelen van het ondersteuningsperspectief. Het bevoegd gezag stelt het perspectief vast, wanneer er met de ouders op overeenstemming gericht overleg is gevoerd. Jaarlijks vindt evaluatie en eventuele bijstelling plaats. Indien ouders het niet eens zijn, richten zij zich in eerste instantie tot de school. Leidt ook dit niet tot het gewenste resultaat, dan kan voor advies een beroep gedaan worden op de onderwijsconsulent of kan een klacht ingediend worden bij het schoolbestuur. In het geval dat er sprake is van een geschil, kunnen de ouders dit voorleggen aan de landelijke geschillencommissie.
Onderdeel van een netwerk Gemeenten Met de transitie Jeugdzorg neemt de betrokkenheid van de gemeente op het gebied van de jeugdzorg toe. Dit zal leiden tot intensievere samenwerking met het samenwerkingsverband en met de ZAT’s van de individuele scholen. Op zich is die samenwerking niet nieuw en hetgeen de afgelopen jaren is opgebouwd, voldoet en betaalbaar is, zal worden gecontinueerd voor zover dit past binnen de ontwikkelingen. Zo zijn met de gemeenten Noordoostpolder en Urk afspraken gemaakt over co-financiering met Aandacht+ van het schoolmaatschappelijk werk op de reguliere scholen. Hierdoor zijn vaste spreekuren op de scholen. Zowel leerlingen als mentoren/docenten kunnen een beroep doen op het schoolmaatschappelijk werk. Wanneer een casus te veel tijd gaat kosten, wordt de casus vanuit het schoolmaatschappelijk werk overgedragen aan het algemeen maatschappelijk werk. Met de gemeente Noordoostpolder zijn ook afspraken gemaakt over het aanbieden van Fysieke mentale weerbaarheidstrainingen. Deze trainingen kunnen zowel individueel als in groepsverband plaatsvinden. Leerlingen die gedurende meerdere of langere perioden ziek worden gemeld, worden geplaatst in het ziekteverzuimproject. Samen met leerplicht Noordoostpolder en Urk, GGD, CJG en Aandacht+ worden leerlingen gevolgd en begeleid, om zo snel mogelijk weer op school terug te komen. Naast het voortgezet onderwijs neemt ook het MBO deel aan dit project. Vanuit de VSV-programmagelden krijgt de regio Noordoostpolder Urk een klein bedrag in het kader van de Plusvoorziening. Dit wordt ingezet in individuele trajecten met jongeren. Met de komst van Passend Onderwijs en de transitie Jeugdzorg breekt een moment aan waarop een heroriëntatie plaats vindt op de huidige arrangementen. Wellicht kunnen bovengenoemde activiteiten niet in dezelfde vorm gecontinueerd worden en maken de nieuwe verantwoordelijkheden, nieuwe arrangementen noodzakelijk, die gezamenlijk worden vormgegeven. In het kader van thuis-nabij-onderwijs is het doel de leerlingen zoveel mogelijk binnen de regio onderwijs aan te kunnen bieden. Dit heeft directe gevolgen voor het leerlingenvervoer en hier wordt het gemeentelijk beleid afgestemd op het beleid van het samenwerkingsverband. Een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid tussen gemeenten en onderwijs ligt bovendien in de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. 15
Definitieve versie 1 februari 2014 Een aantal onderwerpen rondom de afstemming gemeentebeleid en onderwijs worden in andere documenten nader uitgewerkt. 3 OOGO Met de gemeenten wordt OOGO gevoerd over dit ondersteuningsplan. Hiervoor is een procedure opgesteld, waarbij zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de bestaande overleggen.
We gaan voor kwaliteit Kwaliteitszorg Jaarlijks, na afloop van een kalenderjaar verzamelt het samenwerkingsverband data, om op het gevolgde beleid te evalueren en aan te passen voor het volgende jaar. Door inzicht in de cijfers worden trends onderscheiden en is er zicht op leerlingenstromen. Gemonitord worden verschillende gebieden: totalen, afgezet tegen landelijke cijfers, LWOO en praktijkonderwijs, leerlingen die op enige wijze ondersteuning vanuit Aandacht+ hebben gehad, leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte, al dan niet binnen het reguliere onderwijs en al dan niet binnen de regio onderwijs volgend. Ook de leerlingen uit diverse projecten worden gevolgd, zoals het ziekteverzuimproject, de plusvoorziening, de Rebound, de thuiszitters en leerlingen uit het ‘Esveld-overleg’. Naast deze inhoudelijke rapportage, wordt aan het eind van het jaar een financieel jaarverslag opgesteld.
Communiceren Website Het samenwerkingsverband onderhoudt een website: www.aandachtplus.nl. Op de website is actuele informatie te vinden over overleggen die vanuit het Aandacht+ gepland worden, is een deel ingericht om direct contact te kunnen leggen met de medewerkers van Aandacht+. Voor het voortgezet onderwijs is een deel ingericht om aanvragen te doen voor onderzoeken. Dit geldt ook voor het basisonderwijs: aanvragen voor ‘de vroege toets’, het Onderwijskundig rapport, aanvragen voor dyslexieonderzoeken staan in een apart deel. De website is voor iedereen toegankelijk. Overleggen Vanuit het samenwerkingsverband is het belangrijk goed contact met de aangesloten scholen te hebben. De PCL, met de instroom tot LWOO en praktijkonderwijs is al genoemd, maar ook het platform zorg, de projectgroep Passend Onderwijs, via de ZAT’s dragen bij aan een goede informatie-uitwisseling binnen de regio.
Wat kost het? Uitgangspunten Uitgangspunt in onze regio is dat de uitgaven binnen de te ontvangen middelen blijven, met een verdeling in drieën: de lumpsum middelen van de reguliere scholen waaruit de basisondersteuning en scholing van de docenten wordt bekostigd, de middelen voor het samenwerkingsverband waaruit de diensten van Aandacht+ aan de scholen worden geleverd, en de middelen voor zware ondersteuning die bovenop de reguliere bekostiging van het speciaal onderwijs komt, en van waaruit de zware ondersteuning wordt bekostigd. Uitgangspunt is dat ieder bestuur verantwoordelijk is voor het eigen personeel. Wanneer vacatures ontstaan zal in eerste instantie bij de andere besturen binnen het samenwerkingsverband gekeken worden of er geschikte kandidaten aanwezig zijn, waardoor ontslagen kunnen worden voorkomen. Kan de vacature alsnog niet worden ingevuld, dan zal buiten het de besturen van het samenwerkingsverband gezocht worden naar kandidaten, om de vacature in te vullen. Criteria voor verdeling besteding en toewijzing van de ondersteuningsmiddelen 3
Bijvoorbeeld gemeente Urk: notitie Zorg voor Jeugd
16
Definitieve versie 1 februari 2014 Leidend bij de inzet van ondersteuningsmiddelen is de vraag ‘Wat heeft dit kind in deze situatie nodig?’ Vervolgens wordt in een individueel plan aangegeven hoe dat wordt georganiseerd of gearrangeerd, wie daar voor nodig is en hoeveel het gaat kosten. Wanneer leerlingen na de jaarlijkse teldatum van 1 oktober instromen in het SVO of uitstromen naar het regulier onderwijs worden de middelen verrekend. Meerjarenbegroting De meerjarenbegroting maakt duidelijk dat het aantal leerlingen t.o.v. de teldatum 1 oktober 2011 in het speciaal onderwijs zal moeten dalen. In de jaren 2012 en 2013 is het aantal leerlingen in de zware ondersteuning echter doorgegroeid. Deze groei zal als eerste teruggebracht moeten worden naar het niveau van 1 oktober 2011. Om dit te realiseren zal vanaf 2014 sterk worden gemonitord welke ondersteuning nodig is. Naast de van oudsher bekende periode van 3 jaar voor een indicatie speciaal onderwijs, wordt de periode waarvoor de budgetten worden ingezet, bekort. In plaats van plaatsing in het speciaal onderwijs zullen alternatieve organisatievormen gezocht worden. Jaarrekening De financiële administratie is ondergebracht bij een extern administratiekantoor. Dit kantoor begeleidt ook het opstellen van de jaarrekening. De jaarrekening wordt voor akkoord voorgelegd aan een registeraccountant. Uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het kalenderjaar wordt de jaarrekening in de bestuursvergadering vastgesteld.
17
Definitieve versie 1 februari 2014
Activiteitenplan/ uit te werken onderwerpen (30 januari 2014) onderwerp Inzichtelijk krijgen waar de behoeftes in ondersteuning liggen bij de docenten Inrichten Commissie van Toelating Ontwikkelingsperspectief uitwerken Zie notitie CED-groep Criteria en procedure uitwerken Commissie van Toelating Leerlingen eindgroep speciaal onderwijs (primair) inbrengen in CvT i.v.m. evt. plaatsing binnen regulier onderwijs Terugdringen aantallen leerlingen in het speciaal onderwijs Experimenteren met andere organisatievormen Verbinden van de ZAT’s met de sociale teams van de gemeenten Onderzoeken of leerlingen die aangewezen zijn op leerlingenvervoer, thuisnabijer onderwijs kunnen volgen Overgang van beschikkingen door RVC naar beschikkingen PCL (LWOO en praktijkonderwijs) uitwerken: Procedures, criteria, beleidsruimte, communicatie VOPR omzetten naar OPR Integrale aanpak uitwerken Klasse-interventies (omgaan met moeilijke klassen) uitwerken Heroriëntering op werkwijze ZAT
betrokkenen Reguliere scholen
tijdsplanning Heden - april 2014
Regulier en speciaal onderwijs
Jan – april 2014
Afspraken maken over OOGO met ouders, inzake leerlingen met een ontwikkelingsperspectief Uitwerken toeleiding naar arbeidsmarkt
swv
Febr-mei 2014
Regulier en speciaal onderwijs
Vanaf jan 2014
Regulier en speciaal onderwijs SWV en gemeenten
Vanaf jan 2014
SWV en gemeenten
PCL
Vanaf aug 2014
VOPR Swv en ketenpartners Scholen/swv met externe partners Swv en gemeenten
Najaar 2014
Eind 2013/begin 2014 Vanaf jan 2014
Praktijkonderwijs, speciaal onderwijs en gemeenten
Uitwerken Schakelfunctie praktijkonderwijs (februari hertoetsen) ZAT spec. Ond is Commissie vn Begeleiding Gezamenlijk voor de Optimist po/vo Praktijktoets (duurt 1 dag)? Inzet personeel AB na 1-8-2014
18
Definitieve versie 1 februari 2014
Gebruikte afkortingen alfabetisch CJG CvT GGD GMR LWOO MBO MR NT2 OOGO OPR PO RVC TLV VMBO
VO VOPR VSO VSV ZAT Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4
Centrum voor Jeugd en Gezin (gemeente) Commissie van Toelaatbaarheid Gemeentelijke gezondheidsdienst Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Leerweg Ondersteunend Onderwijs (binnen het VMBO) Middelbaar Beroepsonderwijs (ROC) Medezeggenschapsraad) Nederlands als Tweede Taal Op overeenstemming gericht overleg Ondersteuningsplanraad Primair Onderwijs Regionale Verwijzings Commissie (voor beschikking LWOO en praktijkonderwijs) Toelaatbaarheidsverklaring (tot het speciaal onderwijs) Voorbereidend Middelbaar Onderwijs, te onderscheiden in 4 leerwegen: Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg Theoretische leerweg Voortgezet Onderwijs Voorlopige Ondersteuningsplanraad Voortgezet speciaal onderwijs Vroegtijdig schoolverlater Zorg advies team speciaal onderwijs gericht op leerlingen met een visuele handicap (blind, slechtziend) speciaal onderwijs gericht op leerlingen met een spraak of auditieve handicap (doof, slechthorend, communicatieproblemen) speciaal onderwijs gericht op leerlingen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap, langdurig ziek) speciaal onderwijs gericht op leerlingen met ernstige gedragsproblemen of langdurig ziek zonder lichamelijke beperking
19
Definitieve versie 1 februari 2014
Bijlagen –regulier onderwijs Overzicht van geïnventariseerde onderdelen
Basisondersteuning leerstofgerelateerd Dyslexie Dyscalculie Leerproblematiek Hoogbegaafdheid
Ec Gh Bm Bc x x x x x x x x x x x x
NT2 capaciteiten prestatiebeïnvloedend Motivatieproblemen examenvrees faalangstreductie sova-training leerling-afhankelijk Langdurig ziek/thuis Lichamelijke beperkingen Gedragsproblemen internaliserend externaliserend psychiatrisch Seksueel gebied omgevinggerelateerd Thuisproblematiek Kwetsbaarheid Verslavingsproblematiek Peergroupproblematiek
(x)
x x x
x x x
x x x
x x x
Zc Pr x x x (nu LWOO/PrO) x ZC: NT2 in speciale klassen x EC: extra taalondersteuning in regulier verschil verbaal-performaal x x x x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
bijv. diabetes x doof, slechtziend, taal/spraak, rolstoel
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x depressief x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
20
Definitieve versie 1 februari 2014 Basisondersteuning: Uitwerking per onderwerp
Dyslexie Screening Alle brugklassers Instroomleerlingen Nav rapportresultaten Ned + MVT Informeren docenten ouders middels ouderavond ouders individueel ouders middels brief Begeleiding Steunlessen Tijdelijke individuele begeleiding Individueel handelingsplan Remedioom gedurende half jaar Dyslexiecoach Faciliteiten/mogelijkheden Dyslexiepas Extra tijd bij proefwerken Laten vallen van 2de taal in klas 2 Alternatief programma ipv 2de taal Laptopgebruik Aangepaste leerstof op CD of laptop Aangepaste leerstof op USB Gebruik Ghostreader / Readplease Examens op CD
Gebruik specifieke software Afspraken over 'hard-op lezen'
Ec Gh Bm Bc Zc Pr x
x x
x x x
x
x
x
x
x x x
x
x
x
x x
x x x
x x
x
x
Ned. /evt Engels
(x) x x
(x) niet vaak, komt wel voor BC: spelling en leesvaardigheden
x
x x x x x
x x
x x x x x x
rechten en plichten'
x (x) x x x
x x (x) x x x
x x
x
x
x x
x x x
x (x) x
x
x x (x) x x x x
x x
x
x
x
x x
x x
x x
bijv Duits of Frans, afh van niveau x x Dedicon of vergelijkbaar Optelec
Indien ouders specifieke software hebben aangeschaft, zoals Kurzweil, Sprintplus, Readingpen, dan kan een ll. mogelijk hiervan gebruik maken in de klas x
x
21
Definitieve versie 1 februari 2014
Dyscalculie
Ec Gh Bm Bc Zc Pr
Screening Alle brugklassers Instroomlln. (indien uit info blijkt) Nav rapportresultaten wisk/rek Informeren docenten ouders middels ouderavond ouders individueel (mondeling) ouders middels brief Begeleiding Steunlessen met handelingsplan Faciliteiten/mogelijkheden Dyscalculiepas Extra tijd bij proefwerken Minder opgaven bij proefwerken Aangepaste toetsen
Hoogbegaafdheid 8+ klas draaideurconstructie (vrijwillig) alternatief project (ipv les, bbouw) Plusproject in klas 1, 2, 3 (verplicht) IST-test bij VWO-lln. LEGO-project Verdiepingslessen
NT2 Extra ondersteuning bij Nederlands Extra les door onderwijsassistent Doorverwijzen naar AZC
B Ec x x x
x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
x x
x x
x
x
(x) (x)
x x x x
x x (x) x
x x x
x x x
S
I
S
A Zc x x x x x x x
ABC rektoets, SVT, Cito-nul-toets
x x x x
(bij vermoeden eerst RT)
x Na, Wi, Ec, Sk x x
B R EE D T E Ec ZC
extra uren
B A S I S Ec Gh Bm Bc Zc Pr x x x x x x x x x *
B R EE D T E Ec Gh Bm Bc Zc Pr
22
Definitieve versie 1 februari 2014
Motivatieproblemen signalering Studieplanner niet /huiswerk niet Verzuim / frequent te laat Regelmatig ziek Observatie collega’s Rapportcijfers / competenties Bespreking in kernteamoverleg Screeningslijsten (bijv. SAQI) Negatief gedrag Thuissituatie Schoolstructuur niet aankunnen Geen zin Mogelijkheden Gesprek mentor met leerling Gesprek vakdocent met leerling Gesprek school met ouders Opleidingsmogelijkheden bespreken Onderzoek naar oorzaak: niveau Thuissituatie, opleiding Steunlessen bieden Inbrengen in ZAT Verplaatsen naar ondersteuninglokaal Doorverwijzen: Naar GGD Naar CJG Naar leerplicht (bijv. Ziekteverzuim) Naar BJZ Naar GGZ Naar Aandacht+ Naar Rebound Breed overleg plannen
B A S I S Ec Gh Bm BC Zc Pr x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x
x
x
x
x
x
B R EE D T E Ec Gh Bm Bc Zc Pr
* x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
23
Definitieve versie 1 februari 2014
Faalangst Signaleren in klas 1 SVL / SAQI (digitaal) vr.lijsten kwaliteitsscholen ouders geven aan na signalering bespreken met docenten informeren van ouders individuele intake Trainen Faalangstreductietraining individuele training Afsluiten met certificaat evaluatie binnen school evaluatie met ouders
Examenvrees Signaleren door mentoren door ouders/leerlingen na signalering bespreken binnen team informeren van ouders individuele intake Trainen Examenvreestraining HAVO/VWO leerlingen
Overige trainingen Leefstijl Kanjertraining Tumult
B A S I S Ec Gh Bm Bc Zc Pr x
x
x
x
x
x
x
x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x (x) x x x x
x x
x x
x x x x x x (x)
B R EE D T E Ec Gh Bm Bc Zc Pr Bm: ook klas 3
x
x x x
10 x 1,5 uur x
x x
x x
x x
x x
x x
x x x
x
x x x
x x x
x x x
x
x x
x x
x Via A+ x Top In/Opt F
x x PrO: IOP/trainer x x
B A S I S Ec Gh Bm Bc Zc Pr
x
x
x x
B R EE D T E Ec Gh Bm Bc Zc Pr
x x
x
EC afh per afd. x
x
x
x
x
Aandacht+
x x
x
x
x
x
Aandacht+ TCE
B A S I S Ec Gh Bm Bc Zc Pr x x x
24
Definitieve versie 1 februari 2014
Langdurig ziek Signalering Informatie van ouders Informatie vorige school Verzuimadministratie Wel op school Rooster aanpassen (i.o.m. leerplicht) Huiswerk aanpassen Hulpmiddelen gebruiken Contact houden met thuis/ evt. arts Toezien op medicijngebruik (protocol) Niet op school Hulp via consulent LZK (Ziezon) Trajecten vaak i.o.m. de Twijn
Lichamelijke beperkingen Aanpassingen Rooster (w.o. lokaalkeuze) Ontheffing voor bijv gym Aanpassen opdrachten Aanpassen stage/ werk Meubilair Ruimtes (toilet/verzorgingsruimte) Kamp/excursies/projecten Dubbel boekenpakket Contact Gesprekken met leerling/ouders Buddies intern of extern
B A S I S Ec Gh Bm Bc Zc Pr x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
B R EE D T E Ec Gh Bm Bc Zc Pr
4
)
B A S I S Ec Gh Bm Bc Zc Pr x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
B R EE D T E Ec Gh Bm Bc Zc Pr
4)
x
x
x
x
x
x
4
*) indien zowel basis als breedteondersteuning is aangekruist, geldt een traject dat op de school wordt uitgevoerd door eigen mensen, die ondersteund worden door externen.
25
Definitieve versie 1 februari 2014
Internaliserend gedrag preventie handelingsadviezen naar docenten voorlichting over stoornis in de klas door ll voorlichting over stoornis in de klas door AB/ZoCo pre-teaching: dag bespreken vooraf signalering blauwe kaart/gedragskaart/registratie huiswerkregistratie/spullen bij zich onderzoek (medicatietraject of i.d.) training Weerbaarheidstraining SOVA-training begeleiding vaste begeleidingspersoon vast begeleidingsmoment vaste plek in de klas verplaatsen naar Rebound ondersteuning binnen de school (A+) ondersteuning buiten school individueel ontwikkelingsplan (door ll) Afspraken met externen (ZAT-partners)
B A S I S Ec Gh Bm Bc Zc Pr x x x x x x x x x (x) (x) (x)
x x x x x x x (x)
x x x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x x (x) x x
x x x
x x x
x x x
x x x
B R EE D T E Ec Gh Bm Bc Zc Pr
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x x x x
x
x
x
x
x x
x
x
26
Definitieve versie 1 februari 2014
Externaliserend gedrag preventie handelingsadviezen naar docenten voorlichting over stoornis in de klas door ll voorlichting over stoornis in de klas door AB/ZoCo pre-teaching: dag bespreken vooraf signalering blauwe kaart/gedragskaart/registratie huiswerkregistratie/spullen bij zich onderzoek onderzoek (medicatietraject of i.d.) correctie time out: op de gang Contract opstellen Weerbaarheidstraining SOVA-training begeleiding time out: onder begeleiding vaste begeleidingspersoon vast begeleidingsmoment vaste plek in de klas verplaatsen naar Rebound ondersteuning binnen de school (A+) individueel ontwikkelingsplan (door ll) Afspraken met externen (ZAT-partners)
B A S I S Ec Gh Bm Bc Zc Pr x x x (x) x x
x x x x x x x x x (x) (x) (x) x x
x x
x x x
x x x
x x
x x x x x x
x x x x x x
x x x x x x
x x
x x x (x)
x x x x
x x
x x
(x) x x x x x
x x x
x x x x x x
x x x x x x x
x x x x x x
B R EE D T E Ec Gh Bm Bc Zc Pr
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
27
Definitieve versie 1 februari 2014 Op een aantal scholen is een lokaal ingericht voor leerlingen die niet tijdens de reguliere lessen in de klas zitten. De functie die dit lokaal heeft, verschilt per school.
Intern zorglokaal, zorgatelier of supportklas Pre-teaching Huiswerkbegeleiding Rustpunt / time out Begeleiding van LGF-leerlingen Tijdelijke plaatsing gericht op gedragsverandering (meerdere weken) Als interne ‘Rebound’ Opvang uit de les verwijderde leerlingen Alternatief voor lln met vrijstelling Opvang selectieve groep leerlingen Begeleiding door onderwijs assistent Begeleiding door docent Begeleiding door zorgcoördinator of LGF-coach Begeleiding door speciale docent Werken met een begeleidingsplan
B A S I S Ec Gh Bm Bc Zc Pr x x x x
x x
x x
x x
B R EE D T E Ec Gh Bm Bc Zc Pr
x x x
x x
x
x x
x x
x
x x x
x x
x x
x x
28
Definitieve versie 1 februari 2014
Diepteondersteuning
Speciaal onderwijs Zonnebloem Twijn Optimist Anger Witakker
Lichamelijk beperkt, normale intelligentie Zeer moeilijk lerend Meervoudig gehandicapt Chronisch ziek Langdurig ziek epilepsie Niet aangeboren hersenletsel Zeer moeilijk lerend + gedragsproblematiek IQ> 70 + combinatie div. problematieken Externaliserend gedrag
Internaliserend gedrag
x
x x x x x x
(x)
x
x x x
Twijn is steunpunt
x
x
x
x x
x x
x (x)
x
x
x
x
t/m VMBO TL op de Optimist HAVO/VWO op Aurum College te Lelystad
Zie bijlagen voor uitwerking Expertise
29
Definitieve versie 1 februari 2014 Leerproblematiek (LWOO / PrO) Leerlingen met grote leerproblemen of leerachterstanden kunnen geplaatst worden binnen het Leerwegondersteunend onderwijs van het VMBO op het Berechja College, het Emelwerda College en het Groenhorst College of binnen het praktijkonderwijs van het Groenhorst College Praktijkonderwijs. Voor plaatsing gelden speciale criteria en speciale procedures. Verslavingsproblematiek Bij verslaving aan gokken, alcohol, drugs, roken, gamen, (seks), wordt gebruik gemaakt van het protocol van Tactus-verslavingszorg. Peergroup-problematiek Signalering van peergroup-problematiek gebeurt op alle scholen door observaties van de leerlingen in en rondom school. Opgemerkt wordt tot welke groep de leerling behoort. Indien sprake is van overlast in de meest ruime zin van het woord, is overleg mogelijk met bijvoorbeeld wijkpolitie, collega-scholen of jongerenwerk. Lastiger is het om grip te krijgen op leerlingen die niet op de eigen school zitten, of helemaal niet op school zitten. Ook hier is afstemming met andere partijen van belang, zowel binnen als buiten de school. Verschil verbaal – performaal Bij een groot verschil tussen verbale en performale capaciteiten wordt gewerkt met een handelingsplan.
30
Definitieve versie 1 februari 2014
OC de Twijn Onderwijs centrum de Twijn expertisecentrum speciaal onderwijs LG MG LZK ZMLK O.C. de Twijn begeleidt leerlingen met een lichamelijke en/ of verstandelijke beperking of langdurige ziekte naar een geïntegreerde en betekenisvolle plaats in de samenleving. Expertisecentrum: School: Leerroute 1, 2, 3 zmlk Stoornisspecifieke ondersteuning voor leerkrachten
Consultatieve begeleiding volgens principes van Handeling Gericht Werken. Onderwijsondersteuningsconsulent kan beroep doen op volgende disciplines: orthopedagoog verpleegkundige ergotherapeut specialist bewegingsonderwijs specialist schrijfmotoriek Voorlichting omtrent : ziektebeelden en effecten daarvan op de onderwijsleersituatie wet en regelgeving o.a. PGB aanpassingen op het gebied van ict, schrijven, meubilair. Workshops: - Onhandig in de klas ( DCD) - En nu aan het werk Kinderen met taak- en werkhoudingprobleem - Omgaan met verdriet en rouw in de school - bewegingsonderwijs op maat - past het? - schrijven in de klas - fijne motoriek
Leerling-gerichte ondersteuning
Oudergerichte ondersteuning
Dit ben ik! Sova voor llng met beperking. Ik ben oké Empowerment training Taakspel: op groepsniveau werken aan een goede werkhouding Ouderondersteuning aan ouders van een LGF leerling met opvoedingsvragen.
Uitleen-materialen Orthotheek Depot materialen bewegingsonderwijs en fijne ( schriijf)motoriek, meubilair Verdrietkoffer Draaiboek: Een zieke leerling op school Specifieke trajecten -School video interactie begeleiding - In gesprek met ouders
OC de Twijn biedt onderwijs aan de doelgroepen: leerlingen die lichamelijk beperkt zijn maar met een normale intelligentie en didactisch gezien daaraan gerelateerde resultaten halen. Zeer Moeilijk Lerende Leerlingen. Meervoudig Gehandicapte leerlingen. Chronisch en langdurig zieke kinderen. Kinderen met epilepsie ( die opgenomen zijn in de epilepsiekliniek Sein Zwolle) Er is veel ervaring met clusteroverstijgende problematiek, b.v. leerlingen die visus- of auditieve problemen hebben in combinatie met andere medisch- lichamelijke handicaps. Ook is er bij een aantal leerlingen sprake van een combi van verstandelijke- en gedragsproblematiek of medisch lichamelijke en gedragsproblematiek. O.C. de Twijn biedt een geïntegreerd onderwijs- en zorgaanbod. Dit wordt gerealiseerd door verschillende disciplines te betrekken binnen de onderwijsleersituatie. De geïntegreerde aanpak is zichtbaar in het handelingsplan één kind, één plan waarin de doelen voor lichamelijke – en leerontwikkeling samen komen. Revalidatiearts, fysio- en ergotherapeut en logopedisten in dienst van de Vogellanden: De Twijn heeft een intensieve samenwerking met het revalidatiecentrum Vogellanden. De leerlingen kunnen intern gebruik maken van faciliteiten van het revalidatiecentrum de Vogellanden. Fysiotherapeuten en ergotherapeuten bieden ook ondersteuning in de onderwijsleersituatie bv tijdens een schrijfles of handvaardigheid. O.C. de Twijn biedt onderwijs aan niet sprekende leerlingen en leert hen via moderne ict middelen en ook via ondersteunende gebarentaal te communiceren. Op dit gebied brengen de logopedisten hun specifieke expertise in binnen het onderwijs. Verpleegkundige in dienst van de school: De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de scholing en het bekwamen van klassenassistenten die risicovolle en voorbehouden handelingen uitvoeren. Te denken valt aan het geven van sondevoeding, katheteriseren, bloedsuiker prikken, injecteren met insulinepen, diverse medicijntoedieningen, airstacken, huffen ed. In overleg met ouders/verzorgers en andere disciplines schrijft ze persoonlijke handelprotocollen. En alarmeringschema’s. Denk aan het toedienen van coupeermedicatie bij een epileptisch insult, hypo bij en leerling met diabetes, afspraken omtrent huidverwondingen bij leerlingen met EDS,. Organisatorisch wordt aan een veilige leeromgeving voor deze leerlingen tegemoet gekomen door het inrichten van een structuurgroep. Door jarenlange ervaring en scholing is een brede en specifieke expertise opgebouwd op het gebied van lichamelijke beperkingen, chronische en progressieve ziekten en wat de effecten zijn van deze specifieke beperking of ziekte op het onderwijsleerproces. Er is veel kennis en ervaring op het gebied van omgaan met handicapverwerking en het leven met een beperkte levensverwachting.
31
Definitieve versie 1 februari 2014
Deskundigheid voor extra ondersteuning OC de Twijn Het gaat hier om de deskundigheid die de school structureel zelf beschikbaar heeft voor leerlingen en ouders. Deskundigheid van buiten volgt bij het volgende blok. De mate van deskundigheid wordt bepaald door opleiding of ervaring of een combinatie (het is aan de school de afweging zelf te maken). Heeft uw school specifieke deskundigheid op het terrein van ondersteuning. Wat is de kwaliteit en wat zijn de plannen? Betekenis scores: niet = wij hebben deze deskundigheid niet = wij hebben deze deskundigheid maar functioneert nog niet naar tevredenheid + = wij hebben deze deskundigheid en functioneert naar tevredenheid ++ = wij hebben deze deskundigheid is ervaren en opgeleid, kwaliteit is geborgd Plan = wij zijn van plan in de komende 2 jaar deze deskundigheid te ontwikkelen. niet
-
+
++
Plan
Revalidatiearts
O
O
O
X
O
Ergotherapeut(en), fysiotherapeut(en), logopedist(en)
O
O
O
X
O
Verpleegkundige(n)
O
O
O
X
O
Onderwijsassistenten die geautoriseerd zijn risicovolle- en voorbehouden
O
O
O
X
O
Huiswerkbegeleider(s)
O
O
X
O
O
Contactpersoon (voorheen vertrouwenspersoon)
O
O
X
O
O
Orthopedagoog
O
O
O
X
O
GZ-psycholoog
O
O
O
X
O
(School)maatschappelijk werkende(n)
O
O
O
X
O
Remedial teacher(s)
O
O
X
O
O
specialist bewegingsonderwijs ( lichamelijke en verstandelijke beperking)
O
O
O
X
O
Spelbegeleider, kindercoach, expertise op het gebied van handicapverwerking
O
O
O
X
O
Deskundige(n) dyslexie
O
O
X
O
O
Deskundige(n) dyscalculie
O
O
X
O
O
Taal-/spraakspecialist(en)
O
O
X
O
O
Reken-/wiskunde specialist(en)
O
O
X
O
O
Schrijfspecialist
O
O
O
X
O
Deskundige(n) hoogbegaafdheid
X
O
O
O
O
Deskundige(n) NT2/taalonderwijs nieuwkomers
O
O
X
0
O
Deskundige(n) faalangstreductie / empowermenttraining
O
O
O
X
O
Deskundige(n) sociale vaardigheden (SOVA-training)
O
O
O
X
O
Deskundige(n) voor begeleiding van leerlingen met motorische beperkingen
O
O
O
X
O
Deskundige(n) voor begeleiding van leerlingen met verstandelijke beperkingen
O
O
O
X
O
Deskundige(n) voor begeleiding van leerlingen met epilepsie
O
O
O
X
O
Deskundige(n) opvoedings- en internaliserende gedragsproblemen
O
O
X
O
X
Deskundige(n) begeleiding van leerlingen met auditieve beperkingen
O
X
O
O
O
Deskundige(n) begeleiding van leerlingen met visuele beperkingen
O
O
X
O
O
Deskundige(n) begeleiding ADHD-leerlingen
O
O
X
O
O
Deskundige(n) begeleiding van leerlingen met autisme ( PDD-NOS, Asperger, ASS).
O
O
O
X
O
Schoolvideo interactie begeleiding
O
O
O
X
O
verpleegkundige handelingen uit te voeren
32
Definitieve versie 1 februari 2014 Deskundigheid voor extra ondersteuning van buiten de school Het gaat hier om de deskundigheid die de school van buiten de school beschikbaar heeft voor leerlingen en ouders. De mate van deskundigheid wordt bepaald door opleiding of ervaring of een combinatie (het is aan de school de afweging zelf te maken). Heeft de school specifieke deskundigheid op het terrein van ondersteuning. Wat is de kwaliteit en wat zijn de plannen? Betekenis scores: niet = wij hebben deze deskundigheid niet = wij hebben deze deskundigheid maar functioneert nog niet naar tevredenheid + = wij hebben deze deskundigheid en functioneert naar tevredenheid ++ = wij hebben deze deskundigheid is ervaren en opgeleid, kwaliteit is geborgd Plan = wij zijn van plan in de komende 2 jaar deze deskundigheid te ontwikkelen. niet
-
+
++
Plan
Deskundigen van revalidatiecentrum (bijvoorbeeld psycho motorische therapie)
O
O
O
X
O
Deskundigen van ziekenhuizen UMCG (Groningen) / Isala (Zwolle) / UMC (Utrecht)
O
O
X
O
O
Deskundige(n) opvoedings- en gedragsproblemen . Bijvoorbeeld ambulante
O
O
X
O
O
O
O
X
O
O
O
O
X
O
O
Deskundige(n) begeleiding ADHD-leerlingen
O
O
X
O
O
Deskundige(n) begeleiding van leerlingen met autisme (PDD, PDD-NOS, Asperger,
O
O
X
O
O
begeleiders cluster 4. Deskundige(n) begeleiding van leerlingen met auditieve beperkingen. Bijvoorbeeld ambulante begeleiders cluster 2. Deskundige(n) begeleiding van leerlingen visuele beperkingen. Bijvoorbeeld ambulante begeleiders cluster 1.
ASS). Bijvoorbeeld ambulante begeleiders cluster 3 en 4.
33
Definitieve versie 1 februari 2014 Aanbod aan onderwijs en ondersteuning Onderwijsaanbod
Kenmerken en/of ondersteuningsvragen leerlingen
Leeftijd
Uitstroomprofiel
In de kleutergroepen doorlopen de
-
+
++
Plan
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
leerlingen het gehele Er zijn 3 kleutergroepen
kleuterprogramma. Er wordt
4-6
themagericht gewerkt op basis van de methode Piramide. Leerroute 1 Stam – en niveaugroepen Groepsdeler: 12-14
X onderwijs
Kinderen met een lichamelijke beperking of met een ( progressieve / chronische) ziekte, die een normaal
O arbeid 6-19
O dagbesteding
gemiddeld IQ hebben. Uistroom vervolgonderwijs.
X onderwijs
Leerlingen met een verstandelijke Leerroute 2
beperking (ZMLK en MLK niveau)
Groepsdeler:
Uitstroom naar leerroute Arbeid
9-10
(binnen de Twijn) of PRO (buiten de
X arbeid 6-19
O dagbesteding
Twijn) of Dagbesteding (arbeidsmatig). Leerlingen met een verstandelijke
O onderwijs
beperking (ZMLK) of leerlingen met een
O arbeid
Leerroute 3
(ernstig) meervoudige beperking.
Groepsdeler: 8-10
Uitstroom binnen de Twijn naar
4-19
X dagbesteding
leerroute dagbsteding (belevingsgericht)
X onderwijs
De zorgstructuurgroep biedt een tijdelijke ondersteuning aan leerlingen Zorg-Structuurgroep
die, door één of meerdere oorzaken,
X arbeid 4-12
X dagbesteding
zich niet optimaal kunnen ontwikkelen binnen de eigen stamgroep.
X onderwijs
Structurele ondersteuning aan Expertise groep
leerlingen die niet of nauwelijks spreken en aangewezen zijn op een
4-19
X arbeid X dagbesteding
spraakcomputer.
X onderwijs
Leerlingen die gedeeltelijk in het Leerlingen in een combiplaatsing
regulier onderwijs en gedeeltelijk op de Twijn zitten.
X arbeid 4-19
X dagbesteding
Ondersteuningsbehoefte: Lotgenoten contact en sociale integratie in de wijk
X onderwijs
Leerlingen met lichamelijke beperking Clusteroverstijgend
en/of verstandelijke beperking
problematiek
gecombineerd met een visuele- en of
4-19
X arbeid X dagbesteding
auditieve en/of gedragsproblematiek.
34
Definitieve versie 1 februari 2014 Aanbod aan specifieke ondersteuningsmaterialen Het gaat hier om het specifieke en aangepaste aanbod aan materialen dat de school biedt aan leerlingen en de kwaliteit van de inzet ervan (bv.). Bijvoorbeeld: dagritme-kaarten, methode picto-lezen, aangepast schrijfmateriaal, specifieke leerlijnen en programma’s voor groepen etc. Betekenis scores: = wij hebben deze materialen maar deze functioneren nog niet naar tevredenheid + = wij hebben deze materialen en deze worden naar tevredenheid ingezet ++ = wij hebben deze materialen, deze is worden goed ingezet en de kwaliteit is geborgd Plan = wij zijn van plan in de komende 2 jaar deze materialen in te gaan zetten. Materialen
Kenmerken en/of ondersteuningsvragen leerlingen
Er is veel orthodidactisch materiaal.
-
+
++
Plan
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
O
O
X
O
Leerroute 1 maakt naast de reguliere Citotoetsen gebruilk van de toetsen speciaal onderwijs. Leerroute 2 werkt volgens de CED leerlijnen en maakt gebruik van de ZML citotoetsen. Sociaal- emotioneel wordt er gewerkt met de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten. Depot AD: Aangepast meubilair: wordt uitgeleend aan
Meubilair dat aangepast is aan
leerlingen in het regulier onderwijs.
ergotherapeutische eisen als gevolg van
Bedoeld voor tijdelijke uitleen in periode van
lichamelijke beperking of ( chronische)
aanvraag van aangepast meubilair of om uit te
ziekte
proberen. Depot AD materialen bewegingsonderwijs wordt uitgeleend aan leerlingen in het regulier onderwijs.
Aangepaste of specifiek toepasbare materialen bewegingsonderwijs, bedoeld voor leerlingen met een lichamelijke beperking of ( chronisch) zieke leerlingen. ICT: soft- hardware die compenserend ingezet wordt ten gunste van leerlingen
Depot AD
met een lichamelijke of verstandelijke
materialen ergo:
beperking.
wordt uitgeleend aan leerlingen in het regulier
Orthopedagogische schrijfmaterialen en
onderwijs.
methodieken. Alternatieve schrijfmaterialen. Aangepaste rekenmaterialen, bv linialen Magnetische rekenrekje etc.
Verdrietkoffer wordt uitgeleend aan leerlingen in het regulier onderwijs.
Voor leerkrachten en leerlingen die in hun directe omgeving te maken hebben met rouw / verlies
35
Definitieve versie 1 februari 2014
Overzicht expertise Zonnebloemschool ZMLK / MG Emmeloord
oktober 2013
Zonnebloemschool ZMLK / MG cluster 3 5 Uitstroomperspectieven:
Indicatie niveau CED-leerlijnen in samenhang met functioneringsniveau BAO: Functioneringsniveau BAO: Indicatie Taal Indicatie Rekenen Eind groep 3 CED 7 - 8 CED 6 - 7 Eind groep 4 CED 9 - 10 CED 8 Eind groep 5 CED 11 - 12 CED 9 - 10 Uitstroom 12-13: 0 % 1: belevingsgerichte dagbesteding 16.7 % 2: arbeidsmatige dagbesteding in kleine groepen 16,7 % 3: arbeidsmatige dagbesteding in groepen 58,3 % 4: arbeidsmarktgericht (met begeleiding of combi Arbeid – Zorg) 8.3 % 5: vervolgonderwijs (PrO/ROC) / arbeidsmarktgericht Onze leerling-populatie: Voor de ZML- en ZML/MG- leerlingen: ZML met Downsyndroom (verklaring arts), indicatie voor gehele schoolloopbaan IQ < 55, geen stoornis MG + zeer geringe sociale redzaamheid (Er wordt geen ondergrens gehanteerd) IQ < 50 met indicatie MG Leerlingen met IQ 50 < 70 met MG-indicatie Zeer Moeilijk Lerenden (ZML) met IQ 55 <70 in combinatie met ernstige gedragsproblematiek (“ZMOLKERS”) Leerlingen met IQ 55 < 70 met meer dan gemiddelde ondersteuningsbehoefte Leerling heeft een IQ > 70 in combinatie met diverse problematieken die passen bij ons onderwijs
36
Definitieve versie 1 februari 2014
Expertise Zonnebloemschool:
Geschoolde docenten SEN (Special Educational Needs) * ZML-leerling * ZON-leerling (IQ < 35) * ASS-leerling * ZML-leerling IQ > 70 met ernstige gedragsproblematiek * leerlingen IQ > 70 in combinatie met diverse problematieken die pasen bij ons onderwijs Onderwijsassistenten die speciaal geschoold zijn voor oa rekenen en taal Handelings Gericht Werken (HGW) Opbrengst Gericht Werken (OWG) * goed leerlingvolgsysteem (Datacare / straks LOGOS) * Goede voortgangsregistratie Fysiotherapie /ergotherapie MRT (motorisch remedial teaching) Logopedie (uitgebreide logopedische kennis, o.a. gebarentaal, DGM) Ambulante Dienst Schoolarts GZ-psycholoog Maatschappelijk werk (op afroep) Aanbieden van SoVa-trainingen (Rots & Water) Aanbieden van Trainingen D-tac (agressie – en conflicthantering) Aanbieden branchegerichte cursussen: * CVA * SH&M Stage opbouw / arbeidstoeleiding AVAT ASS - specialisten Gedragsdeskundigen Rouwverwerking-specialisten Reken Coördinatoren Co-Teaching (4 specialismes: gedrag, sociaal-emotionele vaardigheden, arbeidstoeleiding, algemeen) Collegiale consultatie ICT: overal digiborden + kennis om ermee te werken IB-loket SVIB Job-coaching Kinder- en gezinscoaching Pak je kans – Esveld (opvang leerlingen die thuis zitten) Kunst - Atelier Leskisten syndromen voor extern gebruik
37
Definitieve versie 1 februari 2014
Eduvier
expertise in het regulier onderwijs
jeugdhulp met onderwijs
leertrajecten
observatie/diagnostiek training/therapie
2013
Eduvier onderwijsgroep onderwijst en begeleidt kinderen en jongeren met een (tijdelijke) ernstige gedragsbeperking of gedragsprobleem in de leeftijd van 3-20 jaar in een uitdagende leer- en werkomgeving, waarin ze zich thuis voelen en waar ze hun zelfvertrouwen weer kunnen herwinnen. Versterking van hun eigen kracht door intensieve (soms individuele) begeleiding maakt dat ze hun talent ontdekken en gaan gebruiken om perspectief te krijgen op hun toekomst in de maatschappij.
38
Definitieve versie 1 februari 2014 Inleiding De wet Passend Onderwijs geeft de schoolbesturen die participeren in de nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs de wettelijke opdracht tot zorgplicht en het bieden van een thuisnabije, passende onderwijsplek door het inrichten van een onderwijszorgcontinuüm. In het ondersteuningsprofiel van Eduvier onderwijsgroep wordt aangegeven welke mogelijkheden beschikbaar zijn voor de extra ondersteuning van kinderen/jongeren in de samenwerkingsverbanden primair en voorgezet onderwijs.
Eduvier staat voor: Een planmatig, persoonlijk en passend perspectief voor alle kinderen/jongeren! Eduvier onderwijsgroep realiseert een onderwijs- en begeleidingsaanbod gericht op de onderwijsbehoefte en ondersteuningsvraag van de jongere, daar waar nodig in samenwerking met jeugdhulpverlening. De ontwikkeling van de jongere is ons uitgangpunt van handelen. Wij streven naar een passend persoonlijk perspectief voor iedere jongere met moeilijk en/of psychiatrisch gedrag, opdat hij of zij zich optimaal kan ontwikkelen, integreren en functioneren met als einddoel actieve participatie in de maatschappij. De jongere bereikt niet alleen te accepteren dat er belemmeringen zijn, maar leert bovenal deze te hanteren en zich actief te richten op de ontdekking en de inzet van zijn of haar talenten en mogelijkheden. Eduvier onderwijsgroep werkt vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid, op basis van actieve betrokkenheid en heldere communicatie met ouders/opvoeders en jongeren aan de realisatie van de onderwijstrajecten op maat.
Visie Een andere omgang met afwijkend gedrag in een ingewikkelder wordende maatschappij en een snelle maatschappelijke ‘uitsluiting’ van dit gedrag, leidt tot een toenemende vraag naar speciale onderwijsondersteuning aan jongeren (en het gezinssysteem) met als doel uiteindelijk een maatschappelijke positie te verwerven. Cruciaal is het vermogen om vanuit verschillende invalshoeken niet alleen naar de beperkingen maar vooral naar de mogelijkheden van kinderen en jongeren te kunnen kijken, om vervolgens in de concrete situatie en in samenwerking met andere partners passende onderwijsondersteuning te bieden. Gedegen vakmanschap, adequate didactische en pedagogische competenties, opbrengstgericht acteren van ons personeel en inzet van speciale expertise zijn leidend voor excellent onderwijs , effectieve begeleiding en succes. Selectief inzetten van onderwijs(ondersteuning) vraagt om het vermogen te kunnen werken vanuit een specifiek aanbod dat intensief en tevens beperkt is. Wij beoordelen steeds kritischer zelf de effectiviteit van ons handelen om de middelen die ons ter beschikking staan optimaal te kunnen inzetten. Intensieve ondersteuning blijft voor deze groep jongeren in wisselende periodes van hun ontwikkeling nodig. Het is belangrijk om onze ondersteuning tijdig, selectief, proportioneel en duurzaam beschikbaar te stellen. We streven naar constructieve samenwerking in SWV-en en naar nog meer inbedding, liefst preventief, van onze expertise in de reguliere structuren/omgeving. Daarnaast zetten wij in op toeleiding van onze leerlingen naar een erkend vakdiploma en naar een volwaardige plek op de arbeidsmarkt. Wij bieden interne- en externe stage mogelijkheden en creëren in samenwerking met arbeidsorganisaties werkervaringsplekken voor onze leerlingen. Het werken in netwerken vraagt van ons een open houding die leidt tot concrete afstemming en goede communicatie.
39
Definitieve versie 1 februari 2014 Kernkwaliteiten Ons personeel, ons vakmanschap en de kwaliteit van onze dienstverlening zijn drie onmisbare elementen om onze doelen te bereiken. Onze kwaliteiten zijn: kwalitatief hoogwaardig onderwijs geven, een speciale en persoonlijke benadering op maat voor iedere leerling gericht op een ambitieus uitstroomperspectief; een passend persoonlijk onderwijs/leerperspectief bewerkstelligen voor jongeren samen met hun ouders/verzorgers in een van onze onderwijsprogramma’s; orthodidactisch en orthopedagogisch handelen binnen een veilig, uitdagend en respectvol leerklimaat; expertise inzetten op het gebied van planmatige begeleiding van jongeren met (tijdelijk) afwijkend gedrag/psychiatrische problematiek, waarbij observatie en diagnostiek noodzakelijk kan zijn; opbrengsten benoemen en realiseren d.m.v. toetsen, tests en de evaluatie samen met de jongeren en ouders bespreken; een betrouwbare partner zijn waarbij respect, transparantie en kwaliteit leiden tot een solide en duurzame relatie met onze jongeren, ouders en netwerkpartners.
Werkwijze Betrokkenheid en passie voor deze speciale doelgroep kenmerkt ons personeel, zij maken het verschil. Een multidisciplinair team: de mentor, (vak)docenten, onderwijsondersteuners in de klas , de intern begeleider, therapeuten/specialisten en de gedragswetenschapper zijn de belangrijkste partners die vanaf de start tot de uitstroom van de jongeren, samen met de ouders, hun onderwijstaken uitvoeren en hun specialisme inzetten om de jongere zijn talent te laten ontdekken en te ontwikkelen. Jongeren starten bij Eduvier altijd met een persoonlijk traject: 1 kind-1 plan. Tijdens de intake, samen met ouders en na de bespreking in de Commissie voor de Begeleiding, wordt het integrale beeld en de ondersteuningsvraag opgesteld en vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief, waarbij altijd vermeld wordt wat het uitstroomperspectief is: dagbesteding, arbeid of vervolgonderwijs. In het OPP(ontwikkelingsperspectiefplan) staat de leerroute, het uitstroomniveau, de leertijd en de uitstroombestemming. Deze zijn altijd afgestemd op de persoonlijke mogelijkheden, interesses en resultaten van de jongere. De nadruk wordt gelegd op het uitbreiden van wat er wél kan, in plaats van stil te blijven staan bij belemmeringen, en op het werken vanuit een eigen ambitie en eigen manier van leren. De ouders worden altijd betrokken bij de begeleiding, er is regelmatig contact, soms dagelijks en meestal wekelijk. Deze korte lijnen maken dat het onderwijs niet een apart instituut is, maar onderdeel wordt van het systeem waar de jongere dagelijks in verkeerd. Hulpverlening is of wordt vaak partner in de begeleiding. We stemmen doelen gezamenlijk af met de jongere en zijn ouders en bespreken eventuele bijstellingen en resultaten. Met instemming van ouders wordt jeugdhulp ook door ons geïnitieerd met als doel 1 kind, 1 gezin, 1 plan. In het onderwijs wordt gewerkt met een heldere structuur, met duidelijke omgangs- en gedragsregels, waardoor veiligheid en overzicht gewaarborgd zijn. Even belangrijk is de methodiek en zijn de hulpmiddelen waarmee leerlingen kennis vergaren. Aangepaste voorzieningen op het gebied van de fysieke omgeving, vervoer, ICT, leer- en hulpmiddelen en materialen maken leren beter mogelijk. Planmatig leren in een uitdagende en stimulerende leeromgeving helpt om maximaal te kunnen presteren en ambities waar te maken We werken opbrengst- en handelingsgericht, waarbij een intensieve samenwerking met andere partners in de voor- en naschoolse settingen, het onderwijs, hulpverlening en het bedrijfsleven zorgt voor een integrale aanpak die leidt tot de beste resultaten. Personeel wordt gestimuleerd gebruik te maken van het scholingsaanbod om zich te blijven specialiseren en om vaardigheden en attitudes eigen te maken die nodig zijn om onze professionaliteit die deze speciale begeleiding vraagt, up to date te houden en te borgen. In onze dienstverlening is de routing, het doel en het resultaat dat vastgelegd is in een plan altijd leidend voor ons dagelijks handelen. We zijn pas geslaagd als we een jongere zien die zelf bezig is met leren, die weet waarom hij leert en die zicht krijgt of heeft op zijn eigen toekomst. Die toekomst is verankerd in een actieve maatschappelijke participatie door het vinden van een zinvolle dagbesteding, het starten en afronden van een vervolgopleiding, of het verwerven van een loonvormende arbeidsplaats.
40
Definitieve versie 1 februari 2014 Aanbod Wij zijn gespecialiseerd in het begeleiden van kinderen en jongeren die dagelijks ervaren dat hun gedrag leidt tot een (tijdelijke) beperking in hun leerontwikkeling. Wij zien bijzonder gedrag als een kans om samen met de jongeren te ontdekken wat hun mogelijkheden zijn. Het creëren van mogelijkheden gebeurt vanuit de centrale gedachte dat ondersteuning mogelijk is door: WAT Speciaal onderwijs
WAT Leertrajecten
INHOUD Het geven van onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4-20 jaar met een ondersteuningsvraag voortkomend uit moeilijk en/of psychiatrisch gedrag, die (nog) niet in de reguliere school kunnen worden opgevangen met als doel arbeid of vervolgonderwijs. In het (V)SO verschillen de scholen van elkaar wat betreft de ondersteuningsvraag van de leerlingen, het niveau en het onderwijsprogramma. Bij iedere locatie zijn de leerlingen verdeeld over verschillende lesgroepen, die zijn samengesteld naar leeftijd en onderwijsniveau met als doel de hoogst mogelijke opbrengsten te bereiken.
INHOUD Leerlingen die tijdelijk niet kunnen worden opgevangen binnen de reguliere school, krijgen een tijdelijke onderwijsplek aangeboden, gericht op een zo spoedig mogelijke terugplaatsing. Thuiszitters worden gemotiveerd om te gaan leren in een mobiele setting. Jongeren die tijdelijk niet naar school kunnen, worden vanuit huis begeleid met leren en worden ondersteund bij het vinden van een toekomstperspectief. In een arbeidsomgeving krijgen jongeren onderwijs en begeleiding met als doel directe toeleiding naar arbeid.
WAAR Almere Aquarius VSO: PRO-niveau en VMBO Nautilus College SO Nautilus College VSO: PROniveau, VMBO, HAVO en VWO Lelystad dokter Herman Bekiusschool SO VSO Lelystad: PRO-niveau, VMBO, HAVO en VWO Emmeloord De Optimist SO De Optimist VSO, PRO-niveau en VMBO Dronten SEN voorziening groep 3-8
WAAR Almere Aquarius en Nautilus College SO en VSO Lelystad dokter Herman Bekiusschool VSO Lelystad Emmeloord Optimist SO en VSO
Almere Flevodrome Arto 4 Lelystad Flevodrome Sliplijn
41
Definitieve versie 1 februari 2014
WAT Jeugdhulp met onderwijs
INHOUD Vanuit een vaste samenwerking met ketenpartners: MKD, GGZ, gespecialiseerde gezinshuizen en justitie wordt onderwijs op maat gegeven dat is afgestemd met de behandelaars. Scholen of instellingen ondersteunen die (geïntegreerde) buitenschoolse opvang bieden aan kinderen met speciale hulpvragen.
WAAR Almere Aquarius Nautilus College Lelystad dokter Herman Bekiusschool VSO Lelystad Emmeloord Optimist SO en VSO
WAT Observatie/Diagnostiek Training/Therapie
INHOUD Observatieplaatsen: in een andere leeromgeving de ondersteuningsvraag vaststellen, met daar waar nodig onderzoek. Handelingsgerichte diagnostiek vertaalt de onderwijsbehoefte in directe en haalbare handelingssuggesties. Dus niet de beperking of stoornis van de leerling is leidend bij het bepalen van wat er nodig is maar wel de ondersteuningsbehoefte binnen de context van de school- én thuissituatie. Training/therapie die is afgestemd op de ontwikkelingsfase van het kind. De interventie is gericht op het stimuleren/aanleren van ander gedag én op het ondersteunen van de omgeving.
WAT Expertise in het regulier onderwijs
INHOUD Begeleiding en advisering in het regulier onderwijs bij de opvang van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften: Herstart, Op de Rails, PAB,TAB Scholen ondersteunen bij praktijkgerichte professionalisering van docenten. Specialisten die flexibel ingezet kunnen worden in regulier basis- en voortgezet onderwijs, voorschoolse voorzieningen en middelbaar beroepsonderwijs. Geven van trainingen, workshops, maatwerktrajecten gericht op leerlingen, docenten, teams. Ouderbegeleiding door deskundigen.
WAAR Almere Aquarius Nautilus College Lelystad dokter Herman Bekiusschool VSO Lelystad Emmeloord Optimist SO en VSO
WAAR (Reguliere) scholen
42