VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE PIEREMACHOCHEL BASISSCHOOL AAN DE WATERING LOCATIE DE BRANDING
Locatie Brinnr. Plaats Registratienummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
Vve Rapport 12790 + 12791
: : : : : : : :
De Pieremachochel Aan de Watering - locatie De Branding 19AO-1 Zaandam 3005556 12790 + 12791 15-06-2010 25-10-2010
Onderzoeksdatum: 15‐06‐2010
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 14 , waarvan 14 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep a: 19 , waarvan 7 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 18 , waarvan 5 doelgroepkleuters
Vve Rapport 12790 + 12791
Onderzoeksdatum: 15‐06‐2010
Pagina 2 van 8
2. HET TOTAALBEELD De voorschool locatie De Pieremachochel en obs Aan de Watering, locatie De Branding bestaat uit één peutergroep-plus en twee kleutergroepen en ligt in de wijk Pelders- en Hoornseveld in Zaandam. Op de peuterspeelzaal zijn alle peuters doelgroepkinderen. De Pieremachochel is sinds 2007 overgenomen door de Stichting Welsaen, waarna de samenwerking met De Branding is geïntensiveerd. Er is sprake van een duidelijke doorgaande lijn in de uitvoering van het Piramideprogramma, in de zorg en de wijze waarop met ouders wordt omgegaan. De voor- en vroegschool werken goed samen, de tutor van de vroegschool bezoekt elke drie weken de voorschool en de kinderen van De Pieremachochel gaan regelmatig op bezoek bij De Branding, dit geeft beide partijen de kans om aan elkaar te wennen. De sterke punten van De Pieremachochel liggen in de betrokken houding van de leidsters en veel onderdelen van het aanbod en educatief handelen zijn voldoende ontwikkeld. Bij het woordenschataanbod en de uitvoering en evaluatie van planmatige zorg zijn nog verbeteringen mogelijk. Ook de leeromgeving kan rijker worden door hierin meer accent te leggen op taal. De Branding kenmerkt zich eveneens door een open en positieve sfeer. Veel onderdelen van het pedagogisch en educatief handelen zijn voldoende ontwikkeld. De school kan zich nog verbeteren door de afstemming in het aanbod te versterken en de interactie tussen de kinderen te vergroten. Ook de leeromgeving kan nog taliger worden. De zorg en begeleiding is op de school een sterk punt. De oudercomponent krijgt voldoende aandacht, maar er is nog geen sprake van een gericht ouderbeleid. Zo’n beleid zou een bijdrage kunnen leveren aan het vergroten van de actieve betrokkenheid van een groter deel van de ouders. Er is een enquête onder de ouders gehouden om de wensen van de ouders beter in beeld te krijgen. Door de inzet van de tweetalige tutor en klassenassistent worden er meer ouders bereikt. De kwaliteitszorg op zowel de peuterspeelzaal als op de school vraagt nog om verdere ontwikkeling. De locatie heeft nog geen toetsbare en meetbare doelen opgesteld voor de kwaliteit van de VVE-uitvoering. Met de start van het nieuwe schooljaar gaat de school fuseren met obs De Feniks en beide scholen gaan dan met de nieuwe themaboeken van Piramide werken. In deze nieuwe situatie zullen de VVE-coördinatoren veel gaan investeren in de samenwerking tussen de scholen en de peuterspeelzalen-plus. Daarnaast gaat de nieuwe school specifiek ouderbeleid bepalen voor VVEouders en krijgt VVE een eigen plaats binnen de kwaliteitszorg.
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar nee A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie nvt getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) De Pieremachochel: Piramide Aan de Watering, locatie De Branding: Piramide A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? Ja Ja A2 De groepsgrootte voldoet aan de lokale maximumeisen Ja A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") Ja Ja
Vve Rapport 12790 + 12791
Onderzoeksdatum: 15‐06‐2010
Pagina 3 van 8
A4 VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor De Pieremachochel: tussen de VVE? A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE (= PROCESKWALITEIT)
C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol C2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en competenties van de kinderen C2.4 De leidsters stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spelen taal-uitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van het individuele kind D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG
Ja 2 en 2,5 jaar Ja Ja Nee Ja
Ja Ja Nee
2 3 3 3 2 3 3
2 3 3 3 3 3 3
De Pieremachochel
Aan de Watering, locatie De Branding
3 3 2
3 3 3
2
2
3 3 3
3 3 3
3 2
3 2
3
3
2
3
3 3
2 2
3
3
3 2
3 2
De Pieremachochel
Aan de Watering, locatie De Branding
D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
Vve Rapport 12790 + 12791
Onderzoeksdatum: 15‐06‐2010
Pagina 4 van 8
D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 Bepalen van de begeleiding voor: de hele groep, de kleine/ tutor groep, het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Kinderen die zorg nodig hebben die de voorschool niet kan leveren, zijn bij de leidsters bekend D2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de voorschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 Ook VVE in de kwaliteitszorg van de school F Doorgaande lijn F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool F3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de vooren vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De voor- en vroegschool gaan op een vergelijkbare manier met ouders om F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op een gelijke wijze georganiseerd G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Er zijn weinig kinderen met een verlengde kleuterperiode
3 2
3 3
2
3
3
3
3
3
3
3
3 2 2
3 2 2
2
3
3
3 2
3 3
3 3
3 3 3
3 3 3
3
3
3
3 Geen beoordeling Geen beoordeling 3
Toelichting bij de oordelen: De Pieremachochel: A0.1 Voor heel Zaanstad is geen recent GGD rapport beschikbaar. A5.4 De vaste leidster is ook gecertificeerd voor Triple P. Vanwege het zwangerschapsverlof van de tweede leidster, wordt er nu met drie verschillende invalleidsters gewerkt. Deze invalleidsters hebben geen Piramide certificaat. B1 Zowel de voor- als de vroegschool hebben nog geen gericht ouderbeleid. De Stichting Welsaen heeft in haar Pedagogisch beleidsplan en in het kwaliteitshandboek een algemeen ouderbeleid geformuleerd. Hierin staat kort de algemene visie van de welzijnsorganisatie van waaruit zes kwaliteitskenmerken het begrip samenwerking inhoud geven. Wat ontbreekt is een locatiespecifieke analyse van de kenmerken van de ouderpopulatie. Met deze analyse, de eigen uitgangspunten en de wensen van ouders kan psz-plus De Pieremachochel het algemene beleid dan vertalen naar de eigen situatie en vastleggen in haar werkplan. Van belang daarbij is de nagestreefde doelen van ouderbetrokkenheid meer kwantitatief in te vullen, omdat de verhoging van de deelname aan tal van activiteiten steeds een belangrijk doel is. Zowel individueel als gezamenlijk organiseren de voor- en vroegschool tal van activiteiten, bijeenkomsten en de cursus ‘Opvoeden zó’ om meer ouders bij de opvoeding te ondersteunen en bij het onderwijs te betrekken.
Vve Rapport 12790 + 12791
Onderzoeksdatum: 15‐06‐2010
Pagina 5 van 8
B5 Ondanks alle activiteiten die De Pieremachochel organiseert zoals die bij de opening of sluiting van een thema, de koffieochtenden en de themabijeenkomsten, blijft toch een bepaalde groep ouders afwezig. De leidsters geven hiervoor meerdere verklaringen, waaronder de geringe taalvaardigheid van een groep ouders, alsmede het volgen van inburgeringcursussen of werk. C1.3 Uit de planning wordt niet duidelijk hoe de leidsters de aangeboden woorden herhalen en aandacht besteden aan het semantiseren van woorden. C1.4 Uit de planning komt niet duidelijk naar voren hoe de activiteiten opklimmen in moeilijkheidsgraad. Het onderscheid maken tussen absolute beginners, oudere en jongere kinderen is een ontwikkelpunt. C2.5 De inrichting van de ruimte kan veel taliger zijn. De leidsters kunnen door de inrichting de taalverwerving meer stimuleren door begrippen duidelijk zichtbaar te maken met behulp van voorwerpen en foto’s. Ook kan meer aandacht besteed worden aan geschreven taal door bijvoorbeeld labeling. Deze visualisering van taal geeft tevens aan de ouders een extra prikkel. Het thema verkeer was aanwezig in het speellokaal, maar niet in de tweede ruimte en niet in de huishoek. Wel waren de boekjes aangepast en lagen er begrippen op tafel, maar de ouders werden niet gestimuleerd om ze te gebruiken. Doordat de speelzaal uit twee ruimtes bestaat, verbleven enkele kinderen alleen maar in de ruimte waarin gefietst kon worden, hierdoor is er bijna geen interactie. C3 Door de vele wisselingen van werken met verschillende invalleidsters komt ook de kwaliteit van het educatief handelen, onder druk te staan. De vaste leidster is veel tijd kwijt met elke keer weer uitleggen wat er van de invalleidsters wordt verwacht, mede doordat dit geen geschoolde Piramide leidsters zijn. Dit is nadelig voor de kwaliteit van dit VVE-programma. De kinderen krijgen het tutorprogramma aangeboden achter een wand van karton om zo de andere kinderen op afstand te houden, dit is een aandachtspunt. C3.2 De leidsters leggen nog te weinig vast wanneer en voor wie zij gericht extra activiteiten plannen om de taal te stimuleren. Nog teveel wordt deze taak bij de (niet gecertificeerde) tutor gelegd, maar niet alle kinderen die hier profijt van kunnen hebben, zijn ook tutorkinderen. De leidster maakt geen gebruik van een duidelijk startmoment, door middel van de kring. Deze kring komt pas halverwege de middag. Er is geen duidelijke afsluiting van de middag, waarbij de leidster terug komt op het thema verkeer, terwijl dit wel kenmerkend is voor Piramide. Er vind ook geen duidelijke overdracht naar de ouders toe hoe de dag is verlopen en wat de ouders nog met dit thema verkeer verder kunnen doen. Elk kind gaat tenslotte het verkeer weer in bij vertrek uit de peuterspeelzaal. C3.3 De leidsters kunnen de interactie tussen kinderen meer stimuleren door de kinderen meer ruimte te geven om op elkaar te reageren. Daarbij zouden ze meer kunnen wachten voor zij zelf het woord nemen. C3.4 De leidsters kunnen de leerlingen meer aanmoedigen om met elkaar te praten, vragen te stellen en samen te spelen. Nog niet alle kansen die zich voordoen worden benut om het spelen en werken te verbeteren. C3.7 Het is van belang om de activiteiten én de tutoring zo veel mogelijk af te stemmen op de verschillen tussen de kinderen. De leidsters kunnen de differentiatiemogelijkheden van Piramide meer benutten. Juist nu de voor- en vroegschool gaan starten met de nieuwe thema's van Piramide kan dit punt meegenomen worden bij de evaluatie van de thema's. D1.2 De leidsters kunnen meer gebruik maken van de gegevens uit het observatiesysteem om gericht de tutoring in te zetten. Daarbij komt dat veel begeleiding intuïtief gebeurt en niet vastgelegd wordt. Het is wenselijk om meer planmatig de zorg te verlenen en bij te houden wanneer en wat peuters aan extra zorg hebben gehad. D1.3 Omdat de leidsters nog te weinig extra hulp plannen en vastleggen is het moeilijk om de effecten van de zorg te zien bij de evaluatie. E2 Bij zowel De Pieremachochel als bij obs De Branding kan de kwaliteitszorg meer specifiek gericht worden op VVE. E3 Sinds juni 2009 zijn alle peuterspeelzalen van Welsaen voorzien van het HKZ-keurmerk. Daarnaast toetsen de peuterspeelzalen jaarlijks de tevredenheid bij ouders en houden zij exitgesprekken als het kind naar de basisschool gaat. Maar de kwaliteitszorg kan meer specifiek gericht worden op VVE. Nu ontbreekt bijvoorbeeld een evaluatie van de effectiviteit van het Piramide-programma en van de effecten van de extra inspanningen bij het verbeteren van de woordenschat.
Vve Rapport 12790 + 12791
Onderzoeksdatum: 15‐06‐2010
Pagina 6 van 8
E4 De evaluatie van het programma Piramide en van de gebruikte thema's is onder druk komen te staan sinds de (langdurige) afwezigheid van een gediplomeerde tweede leidster (tutor). Toelichting bij de oordelen: Aan de Watering - locatie De Branding: 3.2 Op de Branding zitten relatief weinig leerlingen met een leerlingengewicht. Toch zijn veel leerlingen afkomstig uit een taalzwakke omgeving. Welsaen hanteert een ruimere definitie voor doelgroepkinderen en veel kinderen die doorstromen van De Pieremachochel naar De Branding hebben, ondanks het gegeven dat zij geen gewicht hebben, nog steeds extra taalstimulering nodig. A5.4 De leerkracht van groep A rond dit najaar haar Piramide-opleiding af. B1 Zowel de voor- als de vroegschool hebben nog geen gericht ouderbeleid voor VVE. Van belang daarbij is de nagestreefde doelen van ouderbetrokkenheid meer kwantitatief in te vullen, omdat de verhoging van de deelname aan tal van activiteiten steeds een belangrijk doel is. Zowel individueel als gezamenlijk organiseren de voor- en vroegschool tal van activiteiten, bijeenkomsten en de cursus Opvoeden zó om meer ouders bij de opvoeding te ondersteunen en bij het onderwijs te betrekken. C1.3 Tijdens het inloopmoment waren er redelijk wat ouders in de klas en de kinderen gingen allemaal met werkjes aan de slag. Tijdens de kring werd er geen enkel woord gerept over het thema verkeer. Het kringmoment kan beter benut worden om bijvoorbeeld de themawoorden te oefenen. C1.4 Het (taal)aanbod moet goed afgestemd zijn op het (taal)niveau van de kinderen, maar moet hen ook prikkelen zich verder te ontwikkelen. Ten aanzien van het NT2 aanbod is nu nog niet helder te zien in de planning hoe het aanbod in moeilijkheidsgraad voor kinderen wordt opgebouwd. Daardoor is het ook lastig om goed te evalueren of extra inspanningen door gerichte (taal)activiteiten effect hebben gehad. C2.5 De leeromgeving kan rijker worden ingericht met uitdagende hoeken en een versterking van het geschreven woord. Woordclusters, goed ingevulde lettermuren en labeling bij pictogrammen kan worden versterkt. Voor de ouders is een talige leeromgeving eveneens belangrijk, omdat zij dan de aangeboden woorden herkennen en thuis kunnen gaan oefenen. De middenruimte was uitdagend ingericht, de kracht van Piramide ligt in het uitdagend maken van de speelleeromgeving, deze kan nog wel een impuls gebruiken. Volgend schooljaar ligt hier een uitdaging samen met de fusieschool. C3.3 De leraren kunnen de interactie tussen kinderen meer stimuleren door de kinderen meer ruimte te geven om op elkaar te reageren. Daarbij zouden ze meer kunnen wachten voor zij zelf het woord nemen. C3.4 De leraren kunnen de leerlingen meer aanmoedigen om met elkaar te praten, vragen te stellen en samen te spelen. Nog niet alle kansen die zich voordoen worden benut om het spelen en werken te verbeteren. C3.7 De leraren kunnen de differentiatiemogelijkheden van Piramide meer benutten. Juist nu de school binnenkort gaat starten met de fusieschool en de nieuwe thema's van Piramide kan dit punt meegenomen worden bij de evaluatie van de thema's. E2 Bij zowel De Pieremachochel als bij obs De Branding kan de kwaliteitszorg meer specifiek gericht worden op VVE. De specifieke doelen voor VVE worden hiervoor nog niet vastgelegd. Daardoor is het lastig om bij de evaluatie te zien wat het effect van de verbeteringen is. E3 In Zaanstad zijn geen afspraken gemaakt over de opbrengsten van VVE. Er zijn geen streefdoelen gesteld over het percentage D- en E-leerlingen. De school kan ook niet direct aangeven wat de resultaten zijn van de doelgroepleerlingen. De school brengt de opbrengsten van de leerlingen in de kleuterbouw nog niet systematisch in kaart. E6 De school brengt nog niet in kaart wat de effecten zijn van VVE en hoe die door kunnen werken in de rest van de basisschool. Zo kan de school voor de inhoud en de didactiek van de woordenschatontwikkeling schoolbreed beleid gaan bepalen. Juist om blijvend effect van de extra VVE-inspanningen te behouden is dat van groot belang.
Vve Rapport 12790 + 12791
Onderzoeksdatum: 15‐06‐2010
Pagina 7 van 8
G1 De VVE-beleidsgroep van Zaanstad heeft meerdere malen aangedrongen op streefdoelen voor VVE, maar tot op heden zijn deze er niet. Er zijn geen streefdoelen voor doelgroepkinderen geformuleerd. De enige toets die verplicht is voor alle VVE-locaties (ongeacht het programma) is de toets Citotoets Taal voor Kleuters midden groep 2. G2 De Branding neemt de toetsen Taal voor kleuters en Ordenen af op alle toetsmomenten in de kleuterbouw conform Piramide. Omdat streefdoelen ontbreken, kan in principe geen uitspraak gedaan worden over de resultaten van de doelgroepkinderen. Uit de opbrengstgegevens die De Branding heeft toegestuurd blijkt dat de resultaten in 2007-2008 en in 2008-2009 van de kinderen in groep 3 bij technisch lezen goed op niveau liggen. De rekenresultaten van deze groepen laten een iets minder positief beeld zien.
Vve Rapport 12790 + 12791
Onderzoeksdatum: 15‐06‐2010
Pagina 8 van 8