CADILLAC CLUB NEDERLAND
The Standard Jaargang 11, nummer 6 november / december 2000
Opgericht 7 januari 1990 Aangesloten bij de F.E.H.A.C. Voorzitter:
Jan Kleinveld Weijland 63 2415 BD Nieuwerbrug Telefoon: 0348-688192 Telefax: 0348-688393
Secretaris en ledenadministratie:
Linda Heinhuis Hellenbeekstraat 58 8081 HX Elburg Telefoon/fax: 0525-685958
Penningmeester:
Ria Kleinveld-Kooijman Weijland 63 2415 BD Nieuwerbrug Telefoon: 0348-688192 Telefax: 0348-688393
Algemeen bestuurslid, redactie:
Koen Ongkiehong Ahornstraat 30 2565 ZX Den Haag Tel: 070-3560035 of 06-24804408 Telefax: 070-3630492 E-mail:
[email protected]
Algemeen bestuurslid en evenementen coördinator:
Bernadette Bosman Aalsmeerderweg 447 1432 EC Aalsmeer Telefoon: 020-4533832
Kopij adres:
Leontien van Brummelen Van Leeuwenhoekstraat 87 1222 SH Hilversum Telefoon: 035-6853792 E-mail:
[email protected]
Technische commissie:
Bouwjaren voor 1961: Ton Christiaanse, tel: 030-2314451 Bouwjaren 1961-1976: Koen Ongkiehong, tel: 070-3560035 of 06-24804408 Fax: 070-3630492 Eldorado’s van 1967-1978: Peter Onken, tel: 0251-248361 of 06-53287347
De CCN is gelieerd met de Amerikaanse Cadillac LaSalle Club, POB 1916 Lenoir, NC 28645, USA, E-mail:
[email protected] The Standard verschijnt 6x per jaar. Ontwerper voorkant The Standard: Andréas Mol. Uitgever: Benelux Press Image Center B.V. Tel. 070-3876167 E-mail:
[email protected]
Inhoud: Inhoud Onder de hamer Van de redactie Ledennieuws Van de penningmeester Van het secretariaat, Profiel nieuw bestuurslid Evenementen agenda Technische dag The Site Jaarvergadering Leontien in Amerika Louis Peek 1976 Cadillac Escalade 2002 GM info: 2001 STS Cadillac voor 2001 Cadillac STS2001 Even een paar ruitenwissers kopen Puzzel Cadillacs in brochures 193.71.196.36/tema/amcar/cadillac.html Langeais Marius Langeais van Beek Route 66 Cadillac Viz n Rijimpressie Cadillac DeVille Harley Earl Cadillac LaSalle Club Stuk van Willem Spaans Fehac Vraag en aanbod
Oplage The Standard: ca. 370 exemplaren.
Adverteerders:
Contributie leden: Partnerlid: Contributie donateurs: Inschrijfgeld leden en donateurs:
M. van der Putten & Zonen B.V. Automax uitlaatsystemen Schellevis Autobekleding Gebr. Van Orsouw gasinbouw Expertise groep Nederland Image center US-Carcenter Pietersen Cadillac USA Parts Supply Marc Van Ravenstein Zijl assurantiën C&P USA Parts USA Cars Hoogezand McVey’s ABC Assurantiën
ƒ100,- per jaar. ƒ60,- per jaar. ƒ60,- per jaar. ƒ25,-
Tarieven advertenties op aanvraag. Toegelaten automobielen: Cadillacs en LaSalles. Postbank girorekening nummer: 7310062 t.n.v. Cadillac Club Nederland, Nieuwerbrug of I.N.G. Bank Bodengraven nummer: 67.49.01.118 t.n.v. Cadillac Club Nederland, Nieuwerbrug. Bij betalingen gaarne uw naam, adres en lidmaatschapnummer vermelden.
1 1 1 1 1 1 1 1 3 2 4 2 2 1 1 1 2 2 2 6 1 1 ? ? 2 1 1
C A D I L L A C E e n l e g e n d e d i e
v o o r t d u u r t
********************************************************************************
Als je lid bent of wordt van een Cadillac club, ben je in de meeste gevallen wel in het bezit van een oldtimer. Dat is niet bij alle leden het geval maar in mijn geval kan ik zeggen dat ik bij diegene hoor die in het bezit ben van een grote Amerikaanse auto. Het is een Cadillac Coupe DeVille uit 1970 vol automatisch. Een echte oldtimer/klassieker. Op deze wagen zitten allerlei snufjes die in Europa pas in de jaren negentig op de markt kwamen. Zo zit er een “airco” in, de voorbank wordt elektrisch gesteld en kan in allerlei standen worden gezet, elektrisch bediende ramen zowel vóór als achter, stuurbekrachtiging, rembekrachtiging, climate control, enz. Misschien zijn er mensen die zich afvragen waarom ik zo’n grote wagen heb aangeschaft. Dat wil ik iedereen graag vertellen.
O
p jonge leeftijd was ik sterk geïnteresseerd in grote Amerikaanse auto’s. In de jaren 1950 tot 1960 bouwde men in Amerika auto’s waar de mensen in Europa nog niet eens van konden dromen. De techniek die werd toegepast was in Europa nog niet bekend en totaal niet aan de orde. Vanaf 1955 werden voor die auto’s technieken gebruikt die de Amerikanen toepaste in de ruimtevaart. Het ruimtevaartproject stond toen nog wel in de kinderschoenen maar naarmate de jaren verstreken steeg deze tot ongekende hoogte en zo gebeurde het dat auto’s vanaf de jaren zestig uitgevoerd werden met technieken die in Europa pas in de jaren negentig van de grond kwam. Het ene merk had wat meer dan het andere. Zo was de Pontiac uit de vijftiger jaren een pronkjuweel maar zeer
sober voor wat betreft ingebouwde technieken.
de
al een aantal keren met zo’n wagen gereden had. Uiteindelijk
De Chevrolet was, en is nog steeds, het paradepaardje in Amerika maar de meeste bekendheid genoot toch de Cadillac. In deze wagen werden allerlei nieuwe snufjes aangebracht. De Amerikanen gebruikte al hun kennis die zij hadden opgedaan met het bouwen van bemande ruimtevaartuigen, voor één van hun mooist gebouwde auto’s. Tot ver buiten de grenzen was het bekend dat Amerika één auto had ontworpen en gebouwd die bij het publiek erg aansloeg en veel mensen weten dit al. Het is de alom bekende “CADILLAC ”.
heb ik toch een Chevrolet De Luxe van 1953 gekocht. Het was een prachtige wagen en hij zag er uit als nieuw. Op het moment dat ik de auto aanschafte was hij 10 jaar oud en in die tijd betaalde ik voor deze wagen zegge en schrijve ƒ250,- . Als je zo’n auto vandaag de dag nog wil kopen betaal je voor een goed opgeknapte ongeveer ƒ30.000,tot ƒ50.000,- . Nadat ik er een jaar mee had gereden moest ik hem wel weer verkopen. Het werd me veel te duur en ik besloot om een wat goedkoper lopend wagentje aan te schaffen die beter in overeenstemming kwam met mijn financiële situatie. Eigenlijk was ik gewoon in de ban van die grote Amerikaanse wagens en nam me voor, dat als het te betalen was, ik toch weer zo’n soort wagen zou kopen. Het heeft lang geduurd,
In 1963, toen ik zo’n 24 jaar oud was, wilde ik in eerste instantie een Dodge kopen. Deze auto sprak mij in die tijd erg aan daar ik
maar na ongeveer 35 jaar ben ik uiteindelijk toch weer in het bezit van een Cadillac en iedereen mag weten dat ik er laaiend enthousiast over ben en er altijd veel van geniet, samen met mijn vrouw Jane.
De
Cadillac werd in diverse uitvoeringen op de markt gebracht zodat in Amerika iedereen in staat werd gesteld om een wagen te kopen wat bij hem/haar paste en ook betaalbaar was. Zoals de echte Cadillac liefhebbers wel zullen weten zijn er heel veel uitvoeringen op de markt gebracht zoals o.a. de Cadillac Eldorado, de Cadillac Coupe DeVille die op hun beurt weer uitgevoerd konden worden met open dak, twee- of vierdeurs, in een luxe of standaard uitvoering, niet te vergeten de limousine, enz.
grote slee”, een kwalificatie die met name in de jaren dertig en vijftig is verdiend. Onder de liefhebbers voor grote en mooie Amerikaanse wagens is het modeljaar 1959 het populairst. Dit model brengt vandaag de dag zo’n ƒ100.000,- op als de wagen in een zeer goede staat is.
Alle
Elvis Presley reed in één van de meest gewilde auto’s uit die tijd. Hij schafte namelijk een Cadillac Eldorado Convertible aan met van die prachtige mooie vinnen en achterlichten in de vorm van een raketuitlaat. Het was duidelijk te zien dat de ontwerpers van deze auto geïnspireerd waren door de ontwikkelingen in de ruimtevaart techniek. De kleur van zijn wagen was roze. Overal waar hij kwam werd hij luid toegejuicht als hij op weg was in zijn mooie open Cadillac naar een of ander optreden. Vooral de jongeren waren erg enthousiast over zijn manier van zingen, wat in die tijd nogal wat opschudding teweeg bracht bij vele andere mensen in de diverse landen. De Rock en Roll had zijn intrede gedaan en daar werd behoorlijk van genoten, vooral dus door jonge mensen.
Sinds
1909 zit Cadillac in het General Motors-concern en is vanaf die tijd verantwoordelijk voor de exclusieve auto’s die het moesten opnemen tegen de Lincolns en Imperials van Ford en Chrysler. In Nederland is de naam Cadillac bijna spreekwoordelijk voor “een
Op 30 april 1998 had hij de wagen in zijn bezit en wij gingen ’s avonds kijken. Zowel Jane als ik waren direct verliefd op deze mooie Amerikaanse auto en we besloten om hem te kopen. In Californië was een dubbele nieuwe uitlaat eronder gelegd (roestvrij staal) en nieuwe banden. De wagen kreeg in Nederland een grote beurt, het kenteken werd aan-gevraagd, ik liet er gas in aanleggen, tectyleren en uiteindelijk kreeg ik de wagen afgeleverd op mijn verjaardag; 5 augustus 1998. Ik heb hem nu ruim 2 jaar en ben er zeer tevreden over.
Zoals al eerder gezegd ben ik in het bezit van een Cadillac Coupe DeVille uit 1970. Deze wagen heb ik aangeschaft in 1998. Het viel niet mee om een goede en mooie oldtimer te kopen. Mijn vrouw Jane en ik zijn bij tientallen garages geweest, verdeeld over het land, om te gaan zoeken naar een mooie klassieker. De meeste oude wagens die wij bij de dealers te zien kregen, zagen er lelijk uit en moesten zodanig opgeknapt worden dat hier jaren mee gemoeid zou zijn en daarnaast ook veel geld ging kosten. Via internet zagen wij bij een garage in Culemborg dat in Californië een Cadillac te koop werd aangeboden. Op een plaatje zag deze er zeer mooi uit en de garagehouder garandeerde ons dat hij nog nooit zo’n mooie en goede oldtimer in zijn bezit had gehad. We maakten een afspraak dat hij geheel vrijblijvend de auto naar Nederland liet verschepen zodat wij de gelegenheid kregen om deze wel of niet aan te schaffen.
leden die in het bezit zijn van een Cadillac weten dat zo’n wagen vrij duur is in verband met het brandstofverbruik. Vele buitenstaanders zullen zich misschien afvragen of het niet een beetje te kostbaar is om zo’n oude grote Amerikaanse wagen aan te schaffen en erin te gaan rijden. Het valt heel erg mee. In mijn Cadillac ligt een V8, 7800cc. motor. Het gewicht van de wagen is iets minder dan 2.400 kg. en gezien de 8 cilinder motor is het eenieder wel bekend dat de wagen wel een slokkie lust. Dat is ook de reden geweest waarom ik hem op gas heb laten ombouwen. Op gas loopt hij gemiddeld 1 op 4 á 4½. Als ik een lange afstand rijd, bijvoorbeeld naar één van mijn kinderen die nogal ver weg wonen, loopt hij 1 op 5. Je sluit een speciale oldtimer verzekering af en hiervoor betaal je ongeveer ƒ400,- per jaar. Je bent dan all risks verzekerd. In de voorwaarden staat dat je niet meer dan 7.500 km. per jaar met de auto mag rijden, anders moet er een normale verzekering worden afgesloten die natuurlijk een heel stuk duurder is. Daar de wagen ouder is dan 25 jaar en je ook geen wegenbelasting meer betaalt, scheelt dat toch weer een hoop geld. Dat geld kan je weer gebruiken voor de brandstof. Het
onderhoud van de wagen kan meevallen, maar dat weet je nooit van tevoren. In de eerste 2 jaar had ik alleen als onkosten een kapotte clignoteur automaat. Dat was een bedrag van ƒ64,-. In juli 2000 bracht ik de wagen weg voor een grote beurt en een APK keuring. Dat kwam wel wat duurder uit. De remvoeringen waren versleten en de remcilinders waren lek. De kosten hiervan bedroegen zo’n ƒ1.100,- en totaal met de grote beurt was ik toch even gauw ruim ƒ2.400,- kwijt. Dat is wel een hoop geld maar de wagen rijdt weer perfect en tot op heden heeft hij me nog nooit in de steek gelaten. Totaal heb ik er nu ruim 14.000 km. mee gereden. Wat betreft de onkosten heeft de wagen mij tot op heden (15-11-2000) gemiddeld iets minder dan ƒ100,per maand gekost.
A
ls lid van de CCN nemen wij zoveel als het mogelijk is, deel aan de ritten die uitgezet worden door één van de leden en/of de mensen van de evenementencommissie. De tourritten vinden plaats op diverse punten in het land. Zo hebben wij de route gereden door de provincie Zeeland, door Drenthe, door Gelderland, enzovoorts. Een rit is ongeveer zo’n 80 tot 100
km lang. Je komt door dorpjes en steden waar we nog nooit van gehoord hebben. Over het algemeen rijden we door prachtige natuurgebieden en er is altijd een stop waar we dan even wat kunnen eten en/of drinken. ’s Avonds kan er gebruik gemaakt worden van een gezellig
afscheidsdiner waar wij in de meeste gevallen dan ook gebruik van maken.
O
p 23 september 2000 e bestond CCN 10 jaar (het 2 lustrum). Het werd gevierd met een 2 dagen lang groot feest in Garderen. Tijdens de tourrit door de Veluwe met de paardentram was er veel plezier en ’s avonds konden we naar hartelust eten en drinken. Het was een gezellige feest- dansavond. Zondag gingen we eerst met z’n allen ontbijten en daarna gingen we op weg voor onze tourrit. Met een groot aantal Cadillacs reden wij door het Veluwse landschap. Beide dagen zijn een groot succes geworden en ik wil de evenementen coördinator Bernadette Bosman een grote pluim geven voor deze twee zeer goed georganiseerde dagen. Iets organiseren valt in het geheel niet mee. Het is zeer moeilijk om het ieder naar de zin te maken en ik spreek uit een jarenlange ervaring op dit gebied. Bernadette, wat ons betreft wordt je heel hartelijk bedankt en wij vinden dat het een bijzonder goed geslaagd lustrumfeest is geworden! Er waren weer veel Cadillacs te bewonderen, allemaal auto’s uit de jaren vijftig, de jaren zestig en uit de jaren zeventig, die meereden tijdens de rondrit, de één nog mooier dan de ander. Ieder lid van de club is erg enthousiast over zijn Cadillac en deze wordt dan ook bijzonder goed door hen onderhouden. Alles glimt en blinkt en vele zijn helemaal opnieuw gespoten en van binnen opnieuw bekleed. Ik zeg tegen iedereen in mijn directe omgeving dat er op onze club absoluut geen lelijke wagens te vinden zijn. Een zogenaamde “vieze bak” wordt niet snel geaccepteerd.
R
egelmatig maak ik samen met mijn vrouw Jane gebruik van tourritten die door andere clubs worden georganiseerd. Tijdens zo’n evenement rijden niet alléén Cadillacs mee maar allerlei soorten oldtimers. Ieder jaar gaan
wij naar Culemborg waar een heel groot evenement plaatsvindt in verband met het maken van de Lenterit die in de meeste gevallen door de Burgermeester wordt geopend. Meer dan 400 oldtimers van diverse merken uit diverse landen nemen jaarlijks deel aan deze rit door de Betuwe. Soms rijden we ook voor een goed doel zoals voor de “Doe Een Wens Stichting”, die als startplaats Nijmegen heeft. Een heel ander soort evenement is een rit die georganiseerd wordt door de club HW&VC in Schijndel. Ook van deze club zijn wij vorig jaar lid geworden. Zij organiseren een oldtimerrit voor diverse voertuigen zoals oude tractoren, bromfietsen, solexen, scooters, motoren en auto’s. Het voertuig moet aan één absolute voorwaarde voldoen en dat is dat deze 25 jaar of ouder moet zijn, wil je deel mogen nemen aan zo’n rit. Tijdens dit evenement waren er méér dan 1000 voertuigen aanwezig bij de start.
Al met al kunnen wij zeggen dat we al een behoorlijk aantal oldtimerritten hebben gehad. Het is altijd gezellig, altijd rijd je door mooie omgevingen en daarnaast is het de kick om met zo’n grote Amerikaanse wagen door de kleine dorpjes te rijden. Onderweg hebben we erg veel bekijks en veel mensen houden je eventjes aan om te wat te vragen over onze Cadillac. Soms wordt aan mij gevraagd of ik bereid ben de wagen te verhuren voor een trouwerij. Verhuren doe ik beslist niet, maar ik ben wel bereid om zelf een paartje naar de kerk en/of het stadhuis te rijden. Hier zijn natuurlijk wel wat kosten aan verbonden die zij dan moeten betalen. Voor mij is het bezitten van een Cadillac -en het rijden hierin- een hobby en ik hoop dat ik er nog lang van zal kunnen genieten samen met mijn vrouw Jane die ook laaiend enthousiast is.
Louis Peek
Natuurlijk is het altijd hartstikke leuk om nieuwe leden te mogen begroeten, zeker als dit ook nog enthousiaste mensen blijken te zijn. Toen Willem Spaans zich onlangs opgaf als lid van onze club werd hem gevraagd of hij misschien bereid was een verslag te schrijven over hoe hij aan z’n Cadillac is gekomen. Hij aarzelde geen moment en kwam reeds zeer vlug met het onderstaande relaas op de proppen. De Redactie is uiteraard zeer blij met deze spontane bijdrage voor the Standard en wacht met spanning op de avonturen, gedachtenkronkels of meningen van andere enthousiaste leden.
Ik kom uit een Schevenings gezin en in mijn jeugdtijd was het gebruikelijk minstens elk weekeinde de grootouders te bezoeken. Mijn vader koppelde aan die familiebijeenkomsten vaak een rit langs de havens, over de boulevard en langs het Kurhaus weer naar huis; we woonden in Den HaagZuid. Tijdens die ritten bewonderde ik de majestueus voortglijdende wagens van Amerikaanse makelij. Gedurende de rest van mijn leven bleef ik die bewondering houden zodat ik genoot van tv-series als Starsky & Hutch en Kojak. Maar zoals bij zovele wensen was de tijd er pas rijp voor toen ik er zelf rijp voor was.
In 1984 was ik vrijgezel, verdiende goed en waagde de sprong. Ik kocht bij een scharrelaar een Chevrolet Caprice Classic uit 1978 voor maar ƒ2.500,-. De lak van de wagen was in two-tone uitvoering: metallic-grey zijkanten met een metallic dark-grey band, afgezet met een fijne rode bies. Het interieur was geheel rood, ook de gordels. De motor was een V8, 5,733 liter met 172 pk. De wagen had verder elektrisch bedienbare stoelen, airconditioning en cruise-control. Omdat het mijn eerste eigen auto
was heb ik daarvan dus met volle teugen genoten! Helaas was dat maar van korte duur want al na twee maanden werd de Chevy gebruikt voor joyriding en werd de motor daarbij zo zwaar belast dat hij bij de eerste rit daarna de geest gaf. Dat overkwam mij op de snelweg bij een vaartje van 150 km. per uur. En dat is schrikken: de rem en stuurbekrachtiging vielen uit zodat je ineens in een nagenoeg onbestuurbare tank van 1840 kilo rijdt. Gelukkig wist ik een oplopende afrit op te sturen en daar veilig tot stilstand te komen. Later bleek dat een afgebroken zuigerstang zoveel schade had veroorzaakt dat nagenoeg het gehele motorblok vervangen zou moeten worden. Ik besloot dat niet te doen maar te wachten tot ik een echt betrouwbare wagen kon aanschaffen. Bijna leidde dat uitstel tot afstel maar in 1999 heb ik enige tijd als uitvaartchauffeur gewerkt en met Cadillacs model ‘88 gereden. Dat wakkerde mijn liefde voor dat merk zo aan dat ik mij ben gaan oriënteren op een model. Het werd de Cadillac (Fleetwood) Eldorado Convertible uit 1971 tot en met 1973. Bij Shelby Cars in Den Haag heb ik een zoekopdracht getekend voor dat model met een richtprijs van ƒ20.000,- Ik zou regelmatig op de hoogte gehouden worden van potentiële aankopen. Aan die afspraak heeft Shelby zich niet gehouden: ik werd niet op de hoogte gehouden en moest regelmatig telefoneren of langsgaan en dan doorvragen of er interessante modellen voor mij waren. Uiteindelijk had Shelby een model 1972, geel en met nagenoeg nieuwe bruin lederen bekleding. Ik nam daarop een optie voor ƒ19.500,- all-in. Tijdens de optie periode bleek dat de prijs voortdurend omhoog ging voor allerlei werkzaamheden, die men niet van tevoren had ingeschat. Op mijn verweer dat ik een vaste prijs had afgesproken werd schouderophalend gereageerd: “dan koop je hem toch niet?” Specificaties Eldorado 1973: Motor: Vermogen: Lxbxh: Gewicht: Wielbasis:
V8, 8194 cc. 238 pk bij 3800 tpm. 564x203x138 cm. 2.350 kg. 321 cm.
Na veel vijven en zessen besloot ik wel tot aanschaf over te gaan want de prijs was toch nog aantrekkelijk en er was nu het een en ander vernieuwd. Opgetogen meldde ik mij bij Shelby en daar vertelde men mij doodleuk dat Ralph Inbar (van de TROS) een optie op de wagen had genomen van ƒ29.500,- (hij wilde de wagen weggeven als hoofdprijs van een quiz.) Ik kon de wagen kopen voor dat bedrag. Mijn optie bleek dus niets waard. Dat werd mij te gortig en ik ben dan ook boos weggelopen.
Dankzij het rondbazuinen van dit verhaal leverde een betrouwbare kennis mij een adres waar ik mijn geluk opnieuw kon proberen: het bedrijf F-Cars in Leidschendam. De eigenaar was erg vertrouwenwekkend en volgens kennissen bonafide zodat ik besloot met hem in zee te gaan. Uiteindelijk heeft hij mij een rode Cadillac Eldorado Convertible (met een witte kap) uit 1973 geleverd in een goede staat. Omdat de benzineprijzen zo zijn gestegen dat je een dief bent van je eigen portemonnee heb ik er inmiddels door US-cars in Den Haag een gastank in laten bouwen. Dat betekent wel dat je geen reservewiel meer kunt vervoeren in de kofferbak. En juist daarmee heb ik pech gehad: Op een zaterdagavond gingen we met het gezin naar een verjaardagsfeest en had ik het reservewiel thuisgelaten want voor een eventuele lekke band heb ik een vulset aan boord. Rustig rijdend op de N44 naar De Zilk begon de wagen enigszins te schudden, alsof je over wegmarkeringen rijdt. Tijdens een (na later bleek vluchtige) inspectie bij een benzinepomp bij De Zilk konden we geen gebreken constateren en dus reden we licht schuddend naar ons einddoel ondertussen speculerend wat er aan de hand kon zijn.
Op de plaats van bestemming was toevallig een garagemedewerker aanwezig. Toen bleek dat het loopvlak van de band rechtsachter aan de achterkant was losgescheurd. De band zelf was ook open gescheurd want het staalkabelwerk was zichtbaar, maar de binnenband was nog geheel gaaf. Gelukkig was een goede kennis bereid het reservewiel op te halen. Ik had nog niet kunnen oefenen hoe je een wiel verwisselt en belde dus de ANWB. De ANWB-man wilde de bumperkrik niet gebruiken en heeft er dan ook lang over gedaan om het wiel te verwisselen. Helaas had ik de ANWB nog een keer nodig: na een korte rit naar Leiden bleek dat de radiateur lekte. De ANWBmonteur constateerde een gat in het koelblok en stelde voor er een stop-pil (een blikje met zwarte, gel-achtige tabletten) toe te voegen aan het koelwater, dan kon ik naar huis rijden en de wagen laten repareren. In mijn naïveteit ging ik ermee akkoord dat hij zelfs twee pillen in de radiateur gooide “omdat deze zo’n grote capaciteit heeft.” Bij USCars vertelde men mij dat het gebruiken van dergelijke pillen zeer slecht is voor de motor omdat kleine openingen van het koelsysteem verstopt kunnen raken. Voortaan laat ik de wagen repatriëren!
Inmiddels rijdt en functioneert de Caddy probleemloos en geniet ik er met volle teugen van. Ik heb nog één probleem: de huidige stalling wordt binnen twee maanden gesloopt en ik heb als alternatief een stalling op een terrein. Ik zoek dus een vaste stalling voor een hobbyprijs, het liefst in (de omgeving van) Scheveningen.
Willem H. Spaans, tel. 070-3515611 of
[email protected]
Enige tijd geleden kreeg de redactie een e-mail van Martien van Beek, een van onze donateurs, die tijdens zijn vakantie een bezoekje had gebracht aan het Cadillac museum van Robert Keyaerts. Of hij daar misschien een stukje over mocht schrijven… Mais Oui !!! Dit is mijn eerste artikel (hopelijk niet het laatste) voor ons clubblad, dus laat ik me eerst even voorstellen. Mijn naam is Martien van Beek 30 jaar, getrouwd met Angelique en we hebben een dochter van 2½, genaamd Christel. Ik heb geen Caddy, maar dat komt hopelijk ooit nog wel (cliché?). Ik vind het leuk om af en toe eens een oldtimerevenement te bezoeken zoals Leimuiden, The Cruise Brothers en de Tanzbrünnen in Keulen. Maar dus ook een Cadillac museum.
S Volgens de redactie was het al minimaal 3 jaar geleden dat er iemand iets over dit museum geschreven had. Dat klopte inderdaad en er is toen zelfs alleen maar geschreven dat men er geweest was maar over het museum zelf werd niet echt gesproken. Voor mij dus een goede aanleiding om voor het eerst kopij in te leveren en zo een klein beetje een positieve bijdrage te leveren aan mijn oppervlakkige donateursschap. En misschien is het voor een aantal van u een goede reistip voor de vakantie in 2001 of tijdens uw doorreis door Frankrijk. Zaterdag 17 juni vertrok ons gezin naar Frankrijk, om precies te zijn naar Mer, in de Loire-streek. Lekker 2 weken op een camping in een tent van Eurocamp. Er waren ook meer tentverhuurders aanwezig, zoals Canvas, Eurosites en Keycamp. En dat was nou net mijn geluk, want die tentverhuurders hadden allemaal een eigen receptietent en laat er bij Eurosites nou als dagtourtip het Cadillac museum van Robert Keyaerts genoemd worden. Het leuke is dat ik het niet eens zag staan maar dat
vrouwlief mij erop attent maakte. U begrijpt het dus al, ik wist überhaupt van het bestaan van dit museum niets af. Aan onze host van Eurocamp gevraagd of hij een brochure had. Daar zou meneer naar op zoek gaan, en kwam en uurtje later terug met het enige exemplaar dat op de camping te vinden was. Helaas stond er niet op wat het kostte dus gevraagd of de host dat na kon gaan waarna hij ons kwam vertellen dat het plm. ƒ15,- was. In de brochure stond dat er + 50 exemplaren te bewonderen waren dus vond ik de entree niet overdreven hoog.
tegen een kabel stond die de afscheiding markeerde bij de Cadillac van wijlen Marleine Dietrich. Een loeihard alarm was het gevolg en wij schrokken ons een ongeluk. Vijf minuten later kwam de caissière van het museum een ronde doen en wij vroegen waarom het alarm af ging. Bleek dus dat mevrouw boven op een
“Gelukkig” werd het na en paar dagen minder heet, waarschijnlijk omdat een aantal echte Hollanders gevraagd had of het met het weer niet wat minder kon!!! Maar dus wel een mooie gelegenheid om naar Langeais te togen. Na een toch wel lange rit van 1.5 uur waren we er en begon het nog te regenen en te waaien ook, des te beter want dan konden we binnen nog meer genieten.
monitor gezien had dat het andere echtpaar een foto maakte waarop ze het alarm activeerde. En bedankt! Ze sprak de twee arme mensen nog even vermanend toe.
S Le Chateau (wat noemen ze in Frankrijk geen chateau) du Robert Keyaerts was een mooi stulpje voor een Cadillac museum. Zo op het eerste gezicht leek alles niet zo op een museum. Veel auto’s zagen we op de parkeerplaats niet, maar toen we het terrein op liepen kwamen we een kudde kleine kinderen tegen, en dat waren ook ongeveer de enige levende wezens die we de komende 2 uur zouden zien. Het was zoals u begrijpt errug rustig, maar dat gaf ons de gelegenheid om mooie foto’s te maken. NIET DUS!!! Dit was n.l. verboden en wel ten strengste ook, want na een uur liep er een echtpaar ook al het moois te bewonderen en dachten een foto te maken. Op datzelfde moment kroop Christeltje op een stoel die
Het museum is op z’n zachtst gezegd nou niet bepaald sfeervol. Blijkbaar was er geen cent meer over om enigszins sfeer te scheppen rond al het verschrikkelijke moois wat te bewonderen viel. Maar liefst 49 exemplaren (buiten ook nog 2) stonden ongeveer op jaar gesorteerd. Mijns inziens op een nogal onlogische volgorde, maar wie let daar nou op als je ze toch allemaal wilt zien? Het grappige was dat op de brochure in het Frans stond dat er 60 auto’s stonden en in de engelse vertaling werd gesproken over 50. Bijna tragisch was dus dat fotograferen niet toegestaan was, vooral omdat er nu maar een vage indruk is blijven hangen van alles was ik gezien heb. Normaal als ik foto’s maak probeer ik op een kladje bij te houden wat ik gefotografeerd heb, maar dat was nu dus niet nodig. En zelfs na vertoning van mijn CCN-pas kreeg ik “no permission” om de simpele reden dat men bang was dat ik de foto’s voor commerciële doeleinden zou gebruiken. Met die wijsheid mag je dus verwachten dat Robert Keyaerts zelf zijn plaatjes wel commercieel uit zou buiten, al was het alleen maar om zijn museum aankleding een beetje aantrekkelijker te maken, maar helaas, er waren een paar kwalitatief zeer slechte en verkleurde ansichtkaarten te koop. Minpuntje dus.
S De Cadillacs in het museum kwamen werkelijk overal vandaan o.a. België, Montevideo, Chili, Frankrijk zelf en 4(!) exemplaren gekocht op een veiling in Las Vegas waaronder een V12 Dual Cowl Pheaton uit 1931, adembenemend!
Een van de eerste auto’s die je ziet als je binnenkomt is een grijze 1957 Eldorado Brougham. U weet wel, met het rvs-dak, de suicide doors en de fantastisch mooie dubbele koplampen, een plaatje.
Verder zijn te bewonderen; • Twee V16 exemplaren, namelijk een 1933 Town Car en een 1939 Imperial Sedan. • Een rode Eldorado convertible uit ’53. • Een groene Eldorado convertible uit ’54. • Een rode Eldorado Biaritz uit 1956 en natuurlijk: • Een 59-er Coupe de Ville (zeer lelijk bruin).
Ook staat er overigens een groot aantal jongere modellen. Voor zover ik weet stond er niet van elk jaartal een model, maar welke er precies ontbraken durf ik niet met zekerheid te zeggen. Dit komt zoals ik al eerder vermeldde omdat er geen foto’s gemaakt mochten worden. Bij vertrek ook nog even het gastenboek getekend waar overigens maar weinig medelanders in stonden. Misschien kwam dit omdat het boek pas 2 jaar oud was. Ik hoop dat een aantal van u, die net als ik niets afwisten van het bestaan van dit museum, wellicht een volgende keer hun vakantie kunnen verrijken met een bezoek aan dit toch wel zeer de moeite waard zijnde museum. Voor de internetters onder ons: http://www.cadillac-service.de/ musee_robert_keyaerts.htm
Martien van Beek
ijzerdraad, maar een touw of draad zo gemeen, dat deze uitvinding aan de duivel moest worden toebedacht. TIP!
De begroeiing wordt lager en ruiger. Tot aan Shamrock (=Ierse klaver) bestaat het landschap uit eindeloos weideland. Even stoppen aan het U-Drop-Inn Café en Tower Gas Station voor een kop zwart goud. Het benzinestation uit 1936 in art deco tenu moest met de opvallende architectuur de aandacht van reizigers trekken.
Het schitterende Tower Station in Shamrock.
Gas
Rondom strekken akkers en weiden zich eenzaam en eindeloos uit. Hier zijn de “Blue Northers” berucht, heftige stormen die zonder waarschuwing opsteken, plotse temperatuur dalingen veroorzaken en weer even snel gaan liggen als ze gekomen zijn. ‘s Nachts huilen de prairiehonden elkaar goedenacht toe. De eerste kolonisten die hier aankwamen volgden wijselijk het voorbeeld van de grappige prairie honden, die in gaten in de grond wonen. De nieuwelingen groeven dus ook hun woningen uit in de grond om zich te beschermen tegen de felle winden in het Westen. De streek werd lange tijd beschouwd als onbewoonbaar, en die mening
veranderde pas toen men de Indianen had verdreve n. Tijdens e de 1 Wereldoorlog nam de vraag naar tarwe enorm toe, en hele weilanden werden omgeploegd tot graanvelden en later ook katoen-plantages. Dat was koren op de molen van de wind, en de erosie kon ongehinderd toeslaan. De erosie van de bovenste grondlagen ging zo ver, dat de hele streek bekend werd als “Dust Bowl” (=stofschaal), beschreven in het boek van Steinbeck. Door beschermings- en bevloeiingstechnieken is het nu één van de vruchtbaarste gebieden van de VS geworden. In de lege straten van McLean dwarrelt stof op. De hamburgertent naast het benzinestation is overigens de enige plek waar u iets te eten kunt krijgen. Het grappige gebod “STOP, EAT and GAS with us” stamt uit de tijd dat men nog klanten probeerde aan te trekken. Overigens wordt elke hoop op een alternatief meteen de kop ingedrukt. “Gourmet”? “No” zegt de man hoofdschuddend in het motel, “Just Food”. Het charmante Texaco meisje geeft ons moed om nog een tweede vraag te stellen: “What about a beer ? “ “No. Next beer 8 miles.” Korte maar krachtige taal spreekt men hier. Liefhebbers die alles willen weten over het ontstaan van prikkeldraad, kunnen The Devil’s Rope Museum in McLean bezoeken. Er waren geen natuurlijke afscheidingen om het vee bij elkaar te houden. Hier zou het prikkeldraad zijn
uitgevonden. Men vond het een uitvinding van de duivel, geen gewoon
http://www.barbwiremuseum.com
Na Allenreed helaas “PAVEMENT ENDS”. En dan volgt de leemgrond, die na een plensbui verandert in een genadeloze modderpoel waar huurauto’s moeilijk door kunnen. Wie de streek wat kent, rijdt hier uitsluitend in een “Pick Up” en anders moet je helaas een klein stukje de Interstate nemen. Overigens laat de Interstate hetzelfde Amerika zien als de oude Route 66, graansilo’s en nog eens silo’s overheersen het beeld. Conway is een klein dorpje met het oude benzinestation Rittenhouse en “tourist cabins” nog steeds in tact. Rittenhouse waarschuwingsbord hangt er nog steeds: “volgende pomp pas over 25 mile”. Volgens Dick Mostert is er vlakbij Conway ook een sloperij. En dan bereiken we Amarillo en staan oude Route-66 kameraden weer paraat: cafés, Cactus Hotel, opvallende reclameborden etc. Amarillo is Spaans voor geel, zelfs het water uit de kreek is geel, maar het verwijst ook naar de vele gele bloemen die hier overal groeien. Er hangt hier overduidelijk de sfeer van The Old West. Wanneer u in Amarillo iemand ontmoet die eruit ziet als een cowboy, kan het best gebeuren dat het een echte cowboy is. Meer dan 70 % van alle Texaanse Runderen wisselt in Amarillo van eigenaar. Amarillo is het bekendst om de The Cadillac Ranch, hoewel niet direct gelegen aan de Route 66 maar aan de oprit van de Interstate I-40. De tien schuin in de grond geplante en met hun staartvinnen naar het Westen gerichte Cadillacs (bouwjaar tussen 1948 1964) vormen natuurlijk geen ranch, maar een stukje landscape art, een monument ter ere van de gouden jaren van de Route 66. Ook Kees van Langen en Dick Mostert hebben hun naam vereeuwigd op een van de Cadillacs. Met een spuitbus hebben hele toeristenscharen hun handtekening achtergelaten ter kennisgeving wie allemaal de Cadillac Ranch hebben bezocht. Een foto hiernaast vormt het bewijs. Als u na een jaar komt, zullen er wel andere namen overheen gekalkt zijn. Alleen de kogelgaten houden door de jaren stand.
Vanaf Amarillo is het ongeveer een uur rijden naar het Palo Duro Canyon State Park. Hier zijn geen bergen, zelfs geen heuvels te zien. Hoe kan het dan een cañon zijn ? En toch is het er een, de tweede grootste cañon van Amerika, want de vlakte ligt zo hoog, dat het alleen nog bergaf kan gaan. Prompt zijn dan ook de eerste groeven te zien in de rode aarde, uitgegraven door één van de drie armen van de Red River. TIP: http://www.palodurocanyon.com/ Palo Duro is Spaans en betekent “hard hout”, en is een verwijzing naar de mesquitte bomen die op de knalrode wanden van de kloof groeien.
We vervolgen de Route 66, geen echte kicks hier. De route wordt hier ook wel Dirt 66 genoemd en het is duidelijk waarom. In Adrian laat een bord met de boodschap MIDPOINT erop er geen twijfel over bestaan, u bevindt zich precies halfweg tussen Chicago en Los Angeles. Als je geniet van oude gebouwen, kun je hier in Adrian goed aan je trekken komen en mooie foto’s maken. In “Get your sips on Route 66” serveren ze goede maaltijden en overheerlijke eigen gemaakte taarten. Ook souvenirs en lokaal gemaakte hebbedingetjes zijn hier te koop. Aan de horizon duiken tafelbergachtige hoogten op, een voorteken dat de Rocky Mountains in de buurt zijn. Het gras wordt dunnetjes, de aarde roder. Staked Plains heet deze halfwoestijn. Hij is zo vlak, dat reizigers vroeger stokken (stakes) in de grond moesten planten om niet te verdwalen op weg van de ene bron naar de andere. Het laatste stukje door Texas eindigt in Glen Rio, een spookstad (ongeveer 10 inwoners) waarvan de lichten allang zijn gedoofd. Zelfs het oude postkantoor heeft het opgegeven. TIP: Alle spooksteden in de USA: http://www.ghosttowns.com/
De zogenaamde Vuurtorenrots in de Palo Duro Canyon.
Alleen het bord van het First/Last Motel in Texas staat er nog, maar dan alleen dankzij een schutter die niet goed kon mikken. Dat Glen Rio ten tijde van de Route 66 meer inwoners heeft gehad, blijkt wel uit de vier rijbanen om uit of in te voegen naar deze stad.
In het park is ook de Figure 3 Ranch gevestigd, die excursies organiseert van twee uur met een huifkar naar de rand van de cañon. Deze excursies bieden u uitzichten, die u anders moet missen, omdat de beste vista points zich op privé terrein bevinden Houdt u van een echte grote Steak ? Bij The Big Texas Steak Ranch & Opry is de 72 oz steak (dat is meer dan 2 kilo !) beroemd. Wie deze steak met bijgerechten (garnalen cocktail, gepofte aardappel, salade en broodjes) binnen een uur verorbert, hoeft niet te betalen. En anders kost ie 50 $. Volgens Dick Mostert en Kees van Langen is het een onmogelijke opgave dit binnen een uur te verorberen ! Maar volgens de boeken staat het record op naam van Klondike Bill, een 193 kilo wegende vent, die TWEE STEAKS at binnen het uur (er staat niet bij vermeld of ook alle bijgerechten door hem verorberd zijn, maar dat zal ook wel).
daarom de hoofdstad qua ter dood veroordeelden. Bijnaam van dit plaatsje is dan ook “the Walls” 95% van de ter dood veroordeelden wordt verdedigd door een Pro Deo advocaat en een bijna eenzelfde hoog percentage van de rechtszaken wordt door deze advocaten verloren. In totaal zijn er 7 gevangenissen, elke gevangenis heeft zijn kleur. Als je groepjes mensen, allemaal in een “witte” of “blauwe” overall ziet volleyballen op een grote binnenplaats, is het zeer waarschijnlijk een groepje gevangenen dat “gelucht” wordt. In Amerika is roken in openbare gebouwen ook een doodzonde, al kom je er natuurlijk niet door in de gevangenis. Maar zit men eenmaal in een van de zeven gevangenissen in Huntsville, denk dan niet dat men voor de executie nog effe een laatste sigaretje mag roken of bij je laatste avondmaal een biertje kan krijgen. Roken en drinken blijft tot het einde verboden. In het Texas Prison Museum is de elektrische stoel nog te zien. Vanaf 1982 wordt de doodstraf voltrokken door een infuus. Het gerechtsgebouw moet natuurlijk ook bezocht worden. Er zijn natuurlijk, hoewel niet veel, ook gevangenen die weer vrijgelaten worden. De gezinshereniging wordt meestal voor dit gebouw weer fotografisch vastgelegd. N.B. Erg actueel dat we juist nu de staat Texas behandelen. Er zijn vele grappige internetsites over de gouverneur (nog wel) van deze staat; George W. Bush. Op http://www.gwbush.com staan o.a. brieven van gevangenen en veel links naar andere parodie-sites. >>Ondergetekenden willen hiermee zeker geen politiek standpunt innemen op welke wijze dan ook. << Volgende keer passeren we de grens met de staat New Mexico, waar we tevens de klok een uurtje moeten terugdraaien. Daarna is het ieder voor zich als we ook de rivier de Pecos oversteken, waar de enige wet nog De Wet van het Westen is….
Spook motel in Glen Rio
Huntsville ligt ook in Texas, maar niet langs de Route 66. Toch wil ik het even melden. Het plaatsje kent door het aantal gevangenissen twee maal meer (!) “tijdelijke” bewoners dan het oorspronkelijke aantal bewoners. Hier zitten veel ter dood veroordeelden, Texas is de staat met het meest ter dood veroordeelden, gevolgd door daadwerkelijke executies. Huntsville is
Tekst: Lina Geeve Tekst “The Cadillac Ranch”: Leontien van Brummelen Bewerking: Leontien van Brummelen
In 1974 bedacht een kunstenaarscollectief, genaamd “Ant Farm” dat er als eerbetoon aan Amerika’s beste automobiel een groot kunstwerk zou moeten komen. Ze scharrelden hiervoor 10 Cadillacs bij elkaar (en één als reserve), de bouwjaren variërend van 1949 tot 1963. Natuurlijk was er voor zo’n enorm kunstwerk een groot stuk land nodig. Toen ze het plan voorlegden aan een rijke Texaanse media-tycoon, genaamd Stanley Marsh III vond deze het een goed idee en stelde een stuk van zijn land beschikbaar enige mijlen ten westen van Amarillo.
Er werden 10 grote gaten gegraven en de wagens werden er met de neus ingereden zodat de karakteristieke vinnen als een baken boven de grond uit kwamen te steken, wijzend naar het Westen en – naar men beweert- in precies dezelfde hoek als de zijden van de piramide van Cheops. 23 jaar later, in 1997, zouden de Caddies twee mijl westwaards worden opgeschoven vanwege de steeds verder oprukkende buitenwijken van Amarillo. Zelfs het afval dat touristen in de loop der tijd rond de wagens hadden achtergelaten werd mee verhuisd!
Op de foto hierboven poseert Stanley Marsh III bij het door hem gesponsorde project. In een interview zei hij ooit: “Ik mag die jongens van Ant Farm wel, ze hebben gezonde originele ideeën. Als jij bijvoorbeeld iets zou willen doen hier op mijn ranch, doe me dan een voorstel. En als het plan me dan bevalt doen we het!”
TIP: Bezoek de officiële Cadillac Ranch Homepage! http://www.libertysoftware.be/cml/cadillacranch/crmain.htm Hiernaast vieren de 3 leden van Art Farm het 20 jarige bestaan van de Cadillac Ranch in 1994. Natuurlijk is ook Stanley Marsh III hierbij aanwezig. Van links naar rechts: Hudson Marquez, Stanley, Chip Lord and Doug Michels. Inmiddels zitten er meer dan 50 lagen verf en graffitti over de van oorsprong o.a. gouden, turquoise, hemelsblauwe en bananen-gele Cadillacs. Dit was ook de bedoeling van de kunstenaars: een publiek kunstwerk waar een ieder zijn of haar bijdrage aan zou mogen leveren. Dat bezoekers ook radio’s, chroomdelen en zelfs hele portieren (!) zouden meenemen was waarschijnlijk echter niet de opzet. De wielen zijn later dan ook aan de assen vastgelast.
The Cadillac Gallery Deze fraaie foto’s zijn gemaakt door fotograaf Patrick Jennings. Al eerder werd in deze serie over Route 66 werk van hem afgedrukt. U kunt de foto’s ook ingelijst en op posterformaat bestellen via Internet: http://www.synaptic.bc.ca/gallery/cadillac.htm