Inhoud
D E SOEFIgedachte
december 2014
3 Ten geleide 5 De Boodschap Hazrat Inayat Khan 8 Tot in ons worden weerspiegeld uw vreugde en uw vrede Gawery Voûte 10 Een terugblik op de Soefidagen Zomerschool 2014 Theo Kauffman 11 De boodschap van spirituele vrijheid Hidayat Inayat Khan 13 Verdriet en schoonheid Amir Smits 15 Wandelend spraken we over de dingen MarYam Mildenberg 18 Column: Jongeren leren op een andere manier Karim Logtmeijer 19 Geschiedenis, wij worden wat wij verzamelen Hamida Verlinden 23 Gedicht: Gelukkig alleen zijn Waldo van Essen 24 Onze dialoog over schoonheid: een voortzetting Wali van Lohuizen 28 Over aspecten van spiritualiteit Sabir Jaap Dekker 33 Interview met Amir Smits Zubin van den Besselaar en Irene Lennings 37 Ontvankelijk zijn Theo Kauffman 40 Over boeken 41 Informatie over de Soefi Beweging 44 Informatie over Soefi Contact
De Soefi-gedachte is een gezamenlijke uitgave van Soefi Beweging Nederland en Vereniging Soefi-Contact en heeft tot doel het verspreiden van het gedachtengoed van Hazrat Inayat Khan.
1
COLOFON de Soefi-gedachte 68e jaargang nummer 4 december 2014 Verschijnt 4 x per jaar; in: maart, juni, september en december. Uitgever/Administratie: Stichting Soefi Beweging Nederland Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag. tel: 06 47 85 41 63 email <
[email protected]> bank: NL71 INGB 0000 7775 55 internet: www.soefi.nl en www.soefi-contact.nl
Redactie: dhr. L.W. Carp (Ameen), voorzitter mw. E.A. van den Brink (Alima) mw. M.A.J. van den Besselaar (Zubin) dhr. J.J. Dekker (Sabir Jaap), secretaris mw. I. Lennings (Irene), eindredactie dhr. T. Maas (Kariem), hoofdredacteur
Abonnementen: jaarabonnement, incl. porto: € 16,00 abonnement buitenland: € 20,- per jaar los nummer: € 5,00. Aanmelding door betaling via rekening NL71 INGB 0000 7775 55 tnv Penningmeester Stichting Soefi Beweging Nederland, te Den Haag met vermelding van complete postadres.
Redactie-adres:
[email protected]
Aanwijzingen voor auteurs: Bijdragen zijn welkom, mits niet langer dan ca. 2000 woorden en aangeleverd in Microsoft Word met eventuele voetnoten als eindnoten. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen niet op te nemen of in te korten, en op de eigen websites te plaatsen. Kopij sturen naar het redactie-adres. Uiterste inleverdata voor het volgende nummer: 2 maanden tevoren (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 okto. ber) of in overleg met de redactie.
Illustraties: De redactie stelt alles in het werk om reproductierechten te regelen. Voorzover dit niet correct is gebeurd, kunnen rechthebbenden contact opnemen met de uitgever.
Redactiemedewerker: dhr. N. Welten (Noud), opmaak
Drukker: Twigt Grafimedia, Waddinxveen
Adresveranderingen sturen aan de uitgever, Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag met uitzondering van leden Soefi-Contact, die mutaties sturen naar hun secretariaat. © Soefi Beweging Nederland. Overname van agendapunten vrij. De inhoud van de artikelen is voor verantwoording van de auteurs en afgezien van plaatsing in dit tijdschrift en op daaraan gerelateerde websites, berust het copyright bij de auteurs.
2
Ten Geleide – Over onze voorzitter Na 32 jaar zich als voorzitter te hebben ingezet voor de Soefi-gedachte neemt Ameen Carp afscheid van de redactie. Reden is zijn aftreden als voorzitter van Soefi Beweging Nederland, een functie die hij combineerde met het voorzitter schap van de redactie. Met de hem kenmerkende gelijkmoedigheid deed hij deze mededeling in de vorige redactievergadering. Alsof het weinig om het lijf had, zonder blikken of blozen. Die gelijkmoedigheid is te prijzen maar maakt het voor ons, redacteuren, lezers, moeilijk om er wél een groot nummer van te maken. Anekdotes ophalen, nog eens een lach en traan over hoogte- en dieptepunten – dat lijkt op het opkloppen van golven terwijl de zee gewoon gelijkmoedig kabbelt aan de rand van de tijd. In een interview in dit tijdschrift (juni 2007) gaf Ameen als antwoord op de vraag hoe het soefisme doorwerkt in zijn dagelijks leven: “Ik heb altijd geprobeerd in de verschillende functies harmonie te bevorderen en goed te luisteren naar de standpunten van eenieder.” Met dit streven is hij een voorbeeld voor ons. Wat voor stennis er ook is, laten we het niet te zwaar nemen, en niet persoonlijk maken. Een nog groter voorbeeld is zijn inzet, hoe hij door dik en dun trouw is blijven werken voor Soefi Beweging en soefisme. Ongetwijfeld zal hij de tijd die nu vrij komt in zijn agenda blijven gebruiken voor het verspreiden van de Boodschap – is het niet door teksten te vertalen, dan wel door ze uit te geven via zijn uitgeverij Sufi Publications. Want zijn leven en werken mag dan in het teken staan van harmonie, het staat ook in het teken van drukwerk. Wat dat betreft wordt het spannend. Toen Ameen in 1982 aantrad bij de Soefigedachte waren uitgevers nog echte heren, en bestond iets pas als het gedrukt was. Het fascinerende van de mediawirwar nu is dat het allerlei tegengestelde bewegingen versterkt. Meer contacten dan ooit, maar ook oppervlakkiger. Meer kennis beschikbaar dan ooit, en tegelijk meer verwarring en hypes. Iedereen kan boeken uitgeven via copyshops, maar er wordt minder gelezen. In datzelfde interview toonde Ameen zich, ondanks alle gelijkmoedigheid, wat verdrietig als hij hoorde dat mensen de boeken van Inayat Khan niet meer lazen, en minstens zo erg: “Ik hoorde een belangrijke centrumleider zeggen dat deze alleen de Soefigedachte leest voor de infopagina’s. Ik ga er maar van uit dat het tijdgebrek is en geen gebrek aan interesse.” Tijd en interesse vormen tegenwoordig echter niet meer het hele verhaal. Het gaat ook om toegankelijkheid – of iets op smartphone, tablet of e-book overal te lezen is. Zowel Soefi-Contact als Soefi Beweging hebben hun websites grondig vernieuwd (zie www.soefi-contact.nl en www.soefi.nl) om toegankelijker te zijn. Hoe moeten wij daarnaast het gedrukte woord inzetten? Zoals gezegd: het wordt spannend. Wij danken Ameen voor de ‘erfenis’ die hij met zijn harde werken nalaat en stropen tegelijk de mouwen op om in het veranderende medialandschap het soefipad toegankelijk te houden. Kariem Maas
3
De Boodschap
Hazrat Inayat Khan Allereerst rijst de vraag of de Boodschap de persoonlijke mens betreft, of de mensheid in het algemeen. Het gaat boven het bevattingsvermogen van velen de waarheid in haar geheel te zien. Iemand met de gewone levensopvatting ziet in het vraagstuk van de verhouding van de persoonlijke mens tot de gemeenschap hetzelfde beeld als de man, die uit een bos twee wilde paarden ziet rennen in tegengestelde richting, de één naar het noorden en de ander naar het zuiden. Hij die het doel dat achter dingen verborgen is kan zien, ervaart meestal uit kleinigheden dat de gewone mens veel over zijn vrije wil nadenkt. Vaak merkt hij op hoe die mens een zekere mate van vrijheid in zijn vrije wil denkt te bezitten, waar hij trots op is. Maar hoe meer men over de vrije wil nadenkt, des te meer ervaart men dat de mens wikt, maar God beschikt. De mens, zowel persoonlijk als in het algemeen, tracht het beste voor zich in het leven te krijgen: geluk, weelde, gemak, macht, kortom alles wat hem de moeite waard schijnt. Als nu de vrije wil werkelijk bestond, zou iedereen deze dingen ook hebben. Zeker, er schijnt vrije wil te zijn, en de mens voelt dat omdat zijn hart het hem zegt, maar zolang hij denkt dat dit uit hemzelf voortkomt, kan hij de ware betekenis van de vrije wil niet begrijpen. Hoe meer men echter het leven bestudeert en hoe dieper men er over nadenkt, hoe meer men leert inzien, dat alles ons wordt toegewezen. Misschien brengt het verwarring en schijnt het overdreven, wanneer ik met iedere mysticus zeg dat alles waarheid en waarheid alles is. Ongetwijfeld is dat een diepgaand vraagstuk dat moeilijk voor uitleg vatbaar is, tenzij men boven het algemene standpunt uitstijgt en het leven uit een andere hoek bekijkt. De grote Perzische dichter Säadi zegt, dat iedere ziel voor een zeker doel geschapen is en dat er een licht in het hart van de mens schijnt om hem dat doel te doen zien en het te volbrengen. Dit brengt velen in verwarring en sommigen zeggen: “als ik voor een bepaald doel geschapen ben, wat is dan het nut van groei, waarom niet te blijven staan op het punt waar ik ben als dit mijn bestemming is?” Men kan wel trachten iemand iets duidelijk te maken, maar men kan niet maken dat hij het begrijpt. Als iemand denkt dat hij iets is, bijvoorbeeld een tafel of een stoel, dan zal hij in een daarmee overeenkomstige toestand blijven. Maar als hij denkt een levend mens te zijn, dan zal hij voelen dat handeling het doel van het leven is, en dat alles zich daarmee in overeenstemming regelt en dat ieder onderdeel voor dit doel bestaat. Net zoals bijvoorbeeld de onderdelen bestaan voor een tafel of voor een stoel. Wanneer wij de wereld en het leven dieper beschouwen, zullen we zien dat wij leven, bewegen en bestaan voor een bepaald doel. Men kan nu wel zeggen dat het fatalistisch is te denken dat alles zijn bestemming heeft, maar dat is niet de gedachte van de fatalist, het is de gedachte van een ziener, van een mysticus. Want de fatalist maakt van menselijke wezens stoelen en 5
tafels en de mysticus maakt zelfs stoelen en tafels tot levende wezens. Jelaluddin Rumi zegt: “Vuur, water, aarde en lucht zijn dode dingen voor een ieder, maar voor God zijn het levende dienaren, die werken volgens Zijn bevel.” De fatalist maakt het levende dood, de mysticus maakt alles tot levende wezens. Als wij ons afvragen wat het doel van het leven is, dan zien wij zonder twijfel: - dat in de eerste plaats ieder individu een afzonderlijk doel in het leven heeft, - dat in de tweede plaats de menigte of de collectiviteit van de mensen een gemeenschappelijk doel heeft, - dat in de derde plaats de mensheid in haar geheel een bepaald doel heeft. Ieder doel, hetzij individueel of algemeen, heeft een zekere waarde, maar dat van alle schepsels tezamen overtreft alles. Wanneer ieder individu een zeker doel heeft en iedere groep mensen eveneens, dan heeft het totale geheel van de mensheid ook een zeker doel en dit wordt volbracht onder de leiding die een hiërarchie genoemd wordt. Wat kan iemand van de noordpool weten, als hij slechts de vier muren van zijn dorp gezien heeft? Hoe kan iemand, die nooit ander water dan in een bak gezien heeft, zich voorstellen wat de oceaan is? Vrienden, wij moeten de blik hemelwaarts richten als we de planeten willen zien en daarom kan de geestelijke leiding die in alles werkt, niet worden begrepen door iemand wiens gehele leven opging in wereldlijke dingen. Het is een onderwerp voor ingewijden, die vertrouwd zijn met de mysteriën van het leven. Het zijn geen verborgen dingen, maar zij worden als mysteriën gehouden omdat de wereld vol spot steeds klaar staat te lachen om dat, wat niet begrepen wordt. En nogmaals, wat is de lijn, die wij volgen en hoe moeten wij die noemen? Het is dezelfde lijn, die sommigen Christus noemen, maar die in álle delen van de wereld werkzaam is. Is het verkeerd dat anderen deze lijn bij een andere naam noemen? Het is slechts een andere naam! U zou mij kunnen vragen, wat bepaalt het lot van de mens in deze lijn, is het geboorte, rang, erfgoed of een speciale opvoeding? Sommigen zullen hiervoor wellicht als reden vele jaren van ontwikkeling in opeenvolgende levens opgeven. De mysticus tracht, om verwarring te voorkomen, de dingen zo eenvoudig mogelijk voor te stellen en daarom vraag ik u: “Waarom wordt het ene stuk hout gebruikt om de vloer te maken waar wij onze voet op zetten en het andere voor de zoldering boven ons hoofd?” En wat zou u antwoorden als de toetsen van een piano zich beklaagden over de ongelijke plaatsing in een octaaf? Een mooi antwoord werd door Jezus Christus gegeven toen hem naar de reden werd gevraagd waarom iemand blind was geboren en of dit zijn schuld was of van zijn ouders. Jezus antwoordde: “Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar dit is geschied opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden.“ De Koran zegt, dat de mens kortzichtig is als hij, terwijl hij zelf onrechtvaardig en een slaaf van de wet is, de Heer van het Heelal durft te vragen waarom dit zus of dat zo is. Het is net alsof een kind het werk van een schilder die zijn hele leven geschilderd had, zou bekritiseren. Het zou tot antwoord krijgen: “U oordeelt naar uw weinige ervaring, ik heb mijn hele leven geschilderd en weet dus wat ik doe.” 6
De wijze is vergevensgezind en verdraagzaam en om het kinderlijk gevoel van de mens niet de kwetsen zal hij zoveel mogelijk trachten te verklaren. Eens vroeg een Indisch kind mij: “Waarom moeten wij ons hoofd ter aarde buigen als God in de Hemel is?” Kon ik hierop een metafysisch of filosofisch antwoord geven? Ik zei dus, dat het hoofd van de Heer in de Hemel was, maar dat Zijn voeten op aarde waren en het kind begreep dit. Gedurende eeuwen is de mensheid op zulk een wijze getroost. Maar kennis, die vertroost is slechts een stap in de richting van de kennis die ware vrede geeft. Er bestaan verschillende inzichten betreffende de hiërarchie. Sommigen denken dat die in de hemel of in de Himalaya of in Tibet moet zijn. Maar waar is die Himalaya of Tibet? Deze plaatsen en sferen gaan boven het begrip van gewone mensen. Vrienden, alles wat waardevol en bezielend is, wat opheffend is en hulp geeft, kan niet veraf zijn. Het zou de grootste onrechtvaardigheid zijn als dit zo was. Indien het agentschap van vervoersmiddelen, zoals schepen en treinen, in alle delen van de wereld werkt, hoe zou het dan mogelijk zijn dat het agentschap voor vervoer naar vrede, waar elke ziel naar snakt, ook niet overal te vinden zou zijn? De geestelijke hiërarchie is samengesteld uit hen, die zichtbaar en onzichtbaar zijn. Zij leven temidden van u in de menigte, evenals ieder ander. Maar de mensen vragen om een teken. “Als u een koning bent, toon mij uw kroon. Als u een miljonair bent, toon mij dan uw chequeboek.” Van de ochtend tot de avond leeft de mens in dit leven van begoocheling, en zijn ogen kunnen de waarheid niet zien. Grote verwachtingen bestaan er nu overal dat de leraar zal komen. Men verwacht de leraar zo uit de hemel te zullen zien neerdalen en het is alsof de hele wereld hem reeds aanneemt en op de knieën ligt. Alsof rechtsgeleerden, mannen van de wetenschap, materialisten en leraren van verschillende sekten, het plotseling onderling eens zullen zijn en dat Hij dan komen zal. Wanneer wij slechts denken aan de komst van Christus in het nederigste kleed, waarin niemand hem gedurende zijn leven herkende, of wij bedenken hoe hij in zijn leven van nederigheid voor enkele vissers predikte, werd hij toen soms als Christus aangenomen? Of is het niet veeleer nu dat hij als Christus wordt aangenomen? In het leven van verschillende profeten en leraren zien wij, dat ook zij nooit dadelijk erkend werden. Mohammed werd drie maal uit Mekka verdreven, en in de nacht moest hij vluchten. De godsdienst van Boeddha werd uit India verdreven en moest toevlucht zoeken in China en Japan. Na een leven vol strijd kon Mozes, maar pas na toestemming van de koning, zijn werk beginnen. Krishna bracht zijn leven onbekend door in Brindaban, totdat in de oorlog van het Mahabharat Arjuna hem zijn zegen vroeg en ten strijde ging. Toen eerst was het, dat hij de taak van zijn zending kon aanvangen. Maar bekommert de boodschapper er zich om of de wereld hem aanneemt, ja of neen? De boodschapper is dood, maar de boodschap in hem leeft. De dode harp brengt klanken voort, maar zo niet een levende hond of kat, als u die trachtte te bespelen. 7
Het kruis is het symbool van vernietiging en eerst na de vernietiging van de valse persoonlijkheid komt de boodschap van God. De boodschapper kondigt zich nooit als zodanig aan. Duizenden zullen luisteren naar hen die beweren boodschappers te zijn, maar de wind van de Geest zal wat vals is vernietigen. Het is niet het zich als boodschapper uitgeven wat de boodschapper maakt, het is de boodschap die dat doet. Deze tekst is een bewerking van de Religieuze Gatheka’s gemaakt voor www.soefi.nl. Daar te vinden als Religieuze Gatheka 17. In de oorspronkelijke engelstalige uitgave Religious Gathekas nr 20 “The purpose of all beings”.
Tot in ons worden weerspiegeld uw vreugde en uw vrede Gawery Voûte 1
De kersttijd, zoals wij die als mensen van deze eeuw beleven, maakt op een aangrijpende wijze duidelijk dat wij wel heel ver verwijderd zijn van het grote natuurgebeuren der winterzonnewende. De laatste weken van december treedt een verstilling op, alsof de grote adem van het leven bijna tot stilstand komt, om over de mysterieuze drempel van niet-zijn wederom een nieuwe levenscyclus binnen te gaan. Deze verstilling openbaart zich als toenemende duisternis en een afneming van levensblije geluiden. Wat worden wij mensen van dit natuurgebeuren gewaar? Onze maatschappij is er op uit, door zijn koortsachtig-actieve ritme, en door zijn hieruit voortvloeiende lawaai, ons steeds meer te vervreemden van de symptomen van verstilling in de winternatuur. Dit proces voltrekt zich bijna automatisch doordat de menselijke ogen en oren de godganselijke dag zijn blootgesteld aan de grove en harde indrukken die onze vermechaniseerde wereld hen laten ondergaan. Wij kunnen ons de vraag stellen: Zou het zinvol zijn om te trachten opnieuw zo natuur-verbonden naar de zonnewende toe te leven als de dieren en planten dit doen? Zou dit ons bevrediging kunnen schenken? Het is duidelijk dat onze geestelijke toerusting ons dit niet alleen niet veroorlooft, maar dit ook niet ervaart als een juist antwoord op de gestelde vraag. Wij zijn immers niet meer volkomen natuurwezens, die in het plan der schepping aan alle wisselingen van seizoenen en klimaat onvoorwaardelijk onderhevig zijn. Wanneer wij aldus een eigen positie innemen, voortvloeiend uit een zich bewust zijn van ons zelf als zelfstandige entiteit, volgt daaruit dat wij de naderende zonnewende op eigen wijze tegemoet treden. Levend in een mensenmaatschappij die zijn eisen stelt en zijn voorrechten biedt, rust op ieder van ons een verantwoordelijkheid en ook een mogelijkheid om hieraan tevens een persoonlijk karakter te geven. De kersttijd en de intrede in het nieuwe jaar vragen in het bijzonder om zich hierover te bezinnen. De toestand in ieders leven is daarbij van grote invloed. In meerdere of mindere mate stellen wij ons dan 8
ook de vraag hoe met onze levensomstandigheden in het reine te komen. Iedereen die hierover nadenkt, zal immers bevinden dat er ergens wat aan zijn levenssituatie ontbreekt. Als wij ons verdiept hebben in de leringen van Inayat Khan, kunnen wij zijn antwoord op deze vraag opnieuw overdenken. Hij spreekt over twee dingen: in ritme komen met de levensomstandigheden, hetgeen hij ‘het eindige’ noemt, en zich af te stemmen op ‘het oneindige’. Wat betekent het: in ritme te komen met het eindige? Hij licht toe dat alle mensen een onbestemd verlangen naar geluk in zich dragen, waarvan zij hopen dat het hun deel zal zijn. Iedereen maakt zich een eigen voorstelling van dit geluk, en overeenkomstig gaat hij op weg om het te bereiken. Zijn verwachting lijkt veel op de ervaring van iemand die in de verte een berg met een glanzend witte top ontdekt. Hij wordt erdoor aangetrokken en wil die top bereiken. Maar onderweg merkt hij dat het geluk hem wel van verre tegenlacht, maar o, wat zijn er veel hindernissen te nemen op het pad erheen. Wanneer wij de moeilijkheden in ons leven uit de weg gaan, in plaats van ze onder de ogen te zien om ermee in het reine te komen, hebben wij een kans gemist; wij blijven dan steken in de vicieuze cirkel van die onopgeklaarde toestanden. Zijn wij echter in staat met geduld onze problemen te bezien, zonder snelwerkende oplossingen te zoeken, dan bevinden wij dat zij op den duur overwonnen kunnen worden, mits wij eerst met hun toestand, hun ritme, vertrouwd zijn geraakt. Het betekent dat wij ons ongeduldige ik niet toestaan welke oplossing dan ook te forceren, maar leren luisteren naar het ritme van de situatie, opdat ons wordt ingegeven hoe met dit ritme om te gaan. Dit is de wijze manier, die Inayat Khan aanraadt te ontwikkelen, om beter in staat te zijn met het leven in het reine te komen. Naast dit in-ritme-komen met het Eindige, spreekt hij over het in harmonie zijn met het Oneindige. Eigenlijk is het zo, dat wie met het eerste leert werken, onbewust of bewust, deel begint te krijgen aan het tweede. Immers, wie ritmisch leert te leven, gaat ritmisch ademhalen. Dit brengt evenwicht in zijn leven. En hij ontdekt dat de ‘swing’ van zijn levensklok heen en weer beweegt om een stil middelpunt, dat verbinding heeft met een innerlijke wereld van harmonie. Het is deze innerlijke wereld van harmonie die ons allen kan inspireren en omhoog leiden. Dit is het pad van harmonie met het Oneindige waarlangs de herders, bij het horen der engelenzang, schreden om het Kerstkind te vinden. En de Wijzen uit het Oosten vernamen de harmonie der sferen, die hen naar Bethlehem geleidde. Over deze harmonie vinden wij veel uitspraken van de musicus-mysticus Inayat Khan, om de mens van heden te doen ontstijgen aan de dichtheid der aarde, opdat zijn samenklank met de sfeer van engelen en genieën hem de weg naar een nieuwe evolutie moge wijzen. Inayat Khan sprak hier niet alleen in muzikale termen over. Hij wist dat de innerlijke klankenwereld voor de mens van heden minder toegankelijk was als destijds voor de Middeleeuwer. Deze huidige vervreemding der mensen van het wezenlijk religieuze contact met God ervoer Inayat als een onmiddellijke levensverarming. En dientengevolge, wat de moderne muziek betreft, als oorzaak van zo duidelijk disharmonische klanken. Vandaar dat hij zijn esoteriek slechts toegankelijk wenste voor een 9
kleine schare, die van mens tot mens de echte roep van de religie al vernomen had. En wel als een behoefte om God te vinden in eigen hart. Maar tot een veel wijdere kring richtte hij zich, toen hij naast zijn innerlijke school een religieus platform schiep, waar gelovigen van alle godsdiensten verenigd zouden kunnen zijn boven elk verschil van Godsdienstbelijding. In de door hem opgerichte Universele Eredienst wordt het verlangen van de moderne mens naar broederschap op een hoger plan geheven door aanbidding van Hem in Wiens Vaderschap wij als broeders verenigd zijn. De troost en inspiratie, die van dit levende ideaal uitgaat, wordt de moderne mens gewaar als zijn hart geraakt wordt door de stille aandacht waarin allen zich verenigen. In deze aandachtige openheid worden wij onttrokken aan de begrenzing van ons kleine zelf. Dit zelf vergetend, beluisteren wij de laatste strofe van het openingsgebed: ‘Trek ons nader tot U ieder ogenblik van ons leven, tot in ons weerspiegeld worde Uw genade, Uw heerlijkheid, Uw wijsheid, Uw vreugde en Uw vrede’. In deze sfeer van overgave aan God het nieuwe jaar te mogen binnentreden, heft ons hart op tot het besef dat ons leven, in het Licht van God, geleid wordt naar zijn bestemming. 1 Gawery Voûte (1901-1999) is in 1925 tijdens de zomerschool in Suresnes geïnitieerd door Moersjid Inayat Khan. Zij was de geestelijk leider van Soefi-Contact. In 1987 is dit artikel gepubliceerd in het blad Soefi-Contact.
Een terugblik op de Soefidagen Zomerschool 2014 Het thema “Soefi Glimlach” -de houding om naar alles te kijken met een glimlach is het teken van de wijze ziel - was voor mij een schot in de roos. Dacht ik aanvankelijk dat de Soefi Glimlach een gemaakte of uiterlijke glimlach was, tijdens de Zomerdagen werd allengs duidelijk, maar ook voelbaar gemaakt dat deze glimlach een verinnerlijkte glimlach is die de ziel verbindt met die van het Goddelijke. Frappant is te moeten constateren dat de inhoud van de lezingen door de adem-, dans- en meditatie-oefeningen een zodanige impact te weeg brengen dat er sprake is van een totale (bewuste en onbewuste) gewaarwording die natuurlijk in de weken daarna hun invloed doen gelden in een veranderende gedragshouding, zowel naar binnen als naar buiten. Een afstemming op het diepste verlangen van mijn hart werd hierdoor gerealiseerd. Ik dank de organisatie van de Soefidagen Zomerschool 2014 voor de perfecte aanpak van het jaarthema en zie met belangstelling uit naar de volgende Zomerschool. Theo Kauffman
10
De boodschap van spirituele vrijheid Toespraak gehouden tijdens de Zomerschool 25 juli 2014
Hidayat Inayat-Khan
Sprookjes vertellen ons over de magische formule, waarmee een onedel metaal kan worden omgetoverd in goud. Dit is een mystiek idee, een verbeelding van het werk dat gedaan wordt om de mind te bevrijden van de begrenzing door traditionele ideeën. Sommige ideeën zijn niet meer van deze tijd en onze eigen vooropgezette meningen kunnen evenmin de universele aard van wijsheid weerspiegelen. Wanneer ‘waarheid’ in handen valt van diegenen die denken dat ze het weten, dan raakt die jammer genoeg begrensd binnen strakke, ouderwetse vormen, die illusies in stand houden die het schrikbeeld van fanatisme naar voren brengen. Een wijs mens weerhoudt zich van het uiten van op gissingen berustende definities van de waarheid, en vermijdt daarmee begripsverwarringen. Bescheidenheid is niet altijd zwakheid; het is een gevoel dat opkomt uit een hart dat leeft, en dat zichzelf bewust is van de eigen innerlijke schoonheid, maar zich tegelijkertijd bedekt voor de eigen blik. Deze houding is inspirerend, en karakteristiek voor de wijzen, die herkennen dat beide impulsen van het ego en van de bescheidenheid vonken zijn van de allesdoordringende energie die zich achter ieder initiatief manifesteert. Wij allen hebben een ego, maar er is ook schoonheid in ons hart. Als wij deze twee tegenovergestelde energieën met elkaar kunnen verenigen, dan is er harmonie in onszelf, als ook met anderen. Het is als de roos en de doorn die beiden deel uitmaken van dezelfde plant. De roos biedt parfum en schoonheid, en de doorn is de prikkende bescherming; maar beiden komen voort uit dezelfde wortel. Van ons wordt verwacht dat we de doornen van ons ego zullen overwinnen, want ze zijn deprimerend voor onszelf als ook voor anderen; ze prikken en raken het hart diep. Hoe doen we dat? Door de kunst van de persoonlijkheid. Je kunt iemand worden die geluk brengt, door eerder aan je eigen tekortkomingen te werken, dan een oordeel te vellen over anderen; door over het hoofd te zien wat verstorend is, wanneer anderen het niet met je eens zijn. Ethische integriteit wordt niet per definitie getoond in een mooi fysiek uiterlijk en psychologische kwaliteiten, en pretentie is duidelijk een verwarrend voorbeeld voor wie waarheid verwacht. Er zijn mensen die hun omgangsvormen polijsten, maar glans is niet altijd schoonheid en een psychologische benadering is niet altijd oprecht. Tact, echter, komt uit de diepte van je hart, en weerspiegelt wijsheid, intelligentie en een dichterlijke neiging. Dit proces noemen wij: de kunst van de persoonlijkheid. Het is een weg die langs doornen voert en iedere stap op deze weg is een herinnering aan je verantwoordelijkheid ten opzichte van hen die afhankelijk zijn van een voorbeeld. De waarheid heeft zich eeuw na eeuw door de inspiratie van de wereld Boodschappers geopenbaard. Dezen waren zich bewust van de beperkingen van elkaars perspectief op dat wat niet uitgedrukt kan worden in woorden, maar in woorden uitgedrukt moest worden, en zij respecteerden deze beperking ook. Volgelingen bleken en blijken soms deze woorden van de Boodschappers om te vormen in dogma’s en oordelen, maar de hoge idealen die oorspronkelijk tot ons zijn gekomen, hadden tot doel een helpende hand te bieden aan mensen, om te komen tot de verwerkelijking van de waarheid, die universeel is en niet beperkt tot een bepaalde denominatie. 11
Verdriet en schoonheid
Toespraak over het thema van de zomerschool 2014
Amir Smits Meeting life with a smile – wat een prachtig onderwerp voor een zomerschool. Vreugde en geluk zijn immers de essentie van onze ziel, de kern van ons bestaan. Een prachtig onderwerp was het ook om voor te bereiden voor een toespraak tijdens deze Universele Eredienst in de zomerschool. Tot afgelopen week de tragedie van het neerstorten van vlucht MH17 in de Oekraïne de wereld trof, en met name Nederland. En met een schok realiseerden we ons dat ook onze soefi-familie is getroffen, dat drie kostbare zielen zijn weggenomen, van Kalyani, Marit en Allahbakhsh. We voelen ons ook verbonden met de zielen van al die andere bekende en onbekende slachtoffers. We wensen hen een goede reis naar hun uiteindelijke bestemming, naar het licht. Meeting life with a smile. We bidden in een van onze gebeden ‘Uw licht is in alle vormen, Uw liefde in alle wezens’. Hoe gemakkelijk is het om het leven met een glimlach tegemoet te treden, als we ons kunnen realiseren dat het Goddelijke overal is, en als we dat kunnen ervaren in alle aspecten van het leven. Maar in tijden van verdriet, hoe moeilijk is het dan om het Goddelijke in het leven te blijven herkennen. Natuurlijk is het niet gemakkelijk. Zoals Hazrat Inayat Khan zegt: “Alleen heiligen kunnen het leven onder alle omstandigheden met een glimlach tegemoet treden.” En wij zijn geen heiligen. Hoe prachtig is dat ideaal, te weten dat we ons kunnen ontwikkelen tot dat punt dat we inderdaad op een dag in staat zullen zijn om het leven met een glimlach tegemoet te treden, ongeacht wat er gebeurt. Nu echter voelen we pijn en we treuren. Dat is een normaal en natuurlijk aspect van het leven. Die gevoelens verdienen ook onze aandacht. Maar het is belangrijk om te midden van deze rouw ons hart open te houden en de schoonheid van het leven te blijven herkennen. Ja, we houden van het leven, zo lang als het leven ons de schoonheid geeft waarnaar we verlangen. Hazrat Inayat Khan waarschuwt er vaak voor dat we ons niet te afhankelijk moeten maken van de uiterlijke schoonheid van het leven, de schoonheid van de buitenwereld, die komt en gaat. Niets in die wereld is blijvend, er is daar niets waar we werkelijk ons leven op kunnen grondvesten. Daarom geeft onze soefileraar dat prachtige advies dat we een werkelijk fundament in ons eigen hart moeten zoeken. Het advies om van tot tijd in meditatie te gaan, naar binnen te gaan, om in de tempel van ons hart in contact te komen met de innerlijke wereld waar we de Goddelijke aanwezigheid kunnen ervaren. Het is zo belangrijk om dat juist in deze tijd van rouw te doen – ons terugtrekken uit de hectiek van de buitenwereld en de stilte en schoonheid zoeken van de binnenwereld. Waarom is het zo belangrijk om het hart open te houden? Het is een natuurlijke neiging van ons als mens om ons hart te sluiten als we geconfronteerd worden met pijn en verdriet. We willen onszelf beschermen tegen meer pijn. Baby’s leven met het hart wijd open voor wat het leven hen te geven heeft. Maar vroeg of laat beginnen 12
wij allemaal ons hart te sluiten om ons te beschermen tegen pijnlijke dingen uit de buitenwereld – we willen die pijn niet voelen. En door het hart te sluiten nemen ego en mind de overhand. Ze nemen het voortouw om te kunnen overleven. Juist in tijden zoals deze, die ons op de proef stellen, hebben we de neiging om ons hart te sluiten. We willen die pijn niet voelen. We willen overleven. Misschien is het goed dat we dat mechanisme om te overleven hebben, wanneer de pijn ondraaglijk wordt. Maar hoe lang willen we overleven in plaats van werkelijk te leven? Het helpt ons om ons hart te openen als we de weg naar binnen gaan. Het is zo wonderlijk om te zitten in de tempel van ons innerlijke hart, om gedachten en emoties te kalmeren. Het is zo belangrijk om ons hart te openen. Hazrat Inayat Khan vergelijkt het hart met een poort – als die open is, dan kan ons innerlijke licht, het licht van onze ziel, door ons heen schijnen. Het kan onze mind en ons denken verlichten, onze gevoelens, ons hele wezen. Dat stelt ons in staat om de wolken van twijfel en angst te verdrijven. Het stil zitten in de tempel van ons hart brengt ons in contact met dat innerlijke licht, dat ons zoveel vrede kan geven. Het is een wonderlijke en prachtige ervaring in die tempel te zitten; elk gevoel en elke opkomende emotie toe te staan, elk gevoel dat het verdient om gevoeld te worden. Het is geen spiritualiteit om emoties te onderdrukken. Wij zijn menselijke wezens, en deze emoties verdienen om te worden ervaren. Kijk toe hoe ze komen en gaan. Uiteindelijk zijn wij met elke ademtocht verbonden met het Goddelijke. Zo zal de mind tot rust komen. Wij voelen dan de diepe verbinding die we hebben met het licht en het Goddelijke. Bovendien, behalve dat het onze mind rustiger maakt, kan er nog iets anders gebeuren. In het gebed Khatoem zeggen we de mooie woorden ‘ontsluit ons uw Goddelijk licht opdat we het leven beter mogen kennen en begrijpen’. Uit de diepte van ons hart spreekt het Goddelijke tot ons. Op elk moment. Vaak horen we het niet omdat onze uiterlijke zintuigen zozeer gericht zijn op de uiterlijke wereld. Maar het Goddelijke is altijd bij ons, het leidt ons, ondersteunt ons. Door aanwezig te zijn in de tempel van ons innerlijke hart, gericht op het Goddelijke, kunnen we ons bewust worden van die leiding, die ons kracht geeft in tijden van pijn en verdriet. Bovendien, naast het rustig zitten in de tempel van ons hart, kunnen we beginnen met ons bewust te concentreren op die Goddelijke kwaliteiten die ons zozeer ontbreken in ons leven in tijden als deze. We kunnen voelen hoe klein we zijn, we kunnen ons kwetsbaar voelen. Dat is geen prettig gevoel. Maar misschien is er een verborgen zegen in dit alles – dat op het moment dat ons kleine ‘ego’ het niet meer aankan, we in ons hart ruimte kunnen maken voor het Goddelijke om ons te leiden en ons leven richting te geven. We kunnen dat doen door ons te concentreren op die prachtige Goddelijke kwaliteiten waar we zo diep naar verlangen, die kwaliteiten die we nodig hebben om te leven. Volgens een wonderschoon mystiek principe is de manier waarop we onszelf zien en 13
begrijpen, ook de manier waarop we de uiterlijke wereld zien en begrijpen. Als we onszelf als klein, zwak en beperkt zien, zien we het leven ook in die termen. Maar als we het Goddelijke element in onszelf herkennen, dan zijn we ook in staat het Goddelijke in het hele leven, in de hele schepping te ontdekken. Dan wordt het veel lichter om het leven met een glimlach tegemoet te treden onder alle omstandigheden. Want dan voelen we werkelijk diep dat alles van het Goddelijke afkomstig is en terugkeert naar het Goddelijke. Ook als ons intellect niet begrijpt waarom dingen in ons leven gebeuren, omdat de tragedie alle begrip te boven gaat, en er geen manier is om tot enig begrip te komen. Dan kunnen we ons de woorden herinneren van Hazrat Inayat Khan dat er altijd een reden is, en een reden achter de reden, en als we die niet zien, we op zijn minst geloof kunnen hebben dat er een reden is. In aanraking komen met het Goddelijke diep in ons, stelt ons in staat het Goddelijke in de wereld om ons heen te zien. Dat is wonderlijk. Het helpt ons een belangrijk advies van Hazrat Inayat Khan ter harte te nemen dat prachtig is samengevat in de zin: “Verzamel alles wat goed en mooi is.” Geluk is de aard van onze ziel. Juist in tijden van pijn en verdriet is het van vitaal belang om de ziel te voeden met die schoonheid waarnaar het hongert en dorst. Dus laten we juist nu onze ziel schoonheid geven – poëzie, muziek, gezelschap van een medemens, de schoonheid van de natuur, of samenzijn in de tempel met je Geliefde, het Goddelijke. En laten we nooit vergeten wat een voorrecht het is om mens te zijn, hier op aarde. Het leven kan pijnlijk zijn, maar volgens onze kostbare soefi-traditie is leven op aarde de hoogste vorm van bestaan. Nergens anders in de schepping kan onze ziel zo diep ervaringen opdoen als hier op aarde. Hoe vaak denken we daaraan? Ik kocht kortgeleden een boek van een Poolse filosoof met de titel “Waarom er iets is en niet niets”. En toen ik die titel zag, dacht ik: inderdaad, hoe vaak erken ik het wonder van het leven: dat er een schepping ís, dat er bewustzijn is? En dat ik – wat dat ‘ik’ ook is – deel van dat leven is. Hazrat Inayat Khan zei eens tot een van zijn trouwe leerlingen, Sirkar van Stolk: “Realiseer je hoe veel zielen er zijn die er alles voor over zouden hebben om op aarde te leven maar het is slechts een heel beperkt aantal dat dat bereikt; het is waarlijk een voorrecht mens te zijn, al is leven niet altijd gemakkelijk.” Voel die dankbaarheid dat je leeft. “Dankbaarheid is de meest directe manier om in verbinding te komen met het Goddelijke”, zei Hazrat Inayat Khan. Laten we nooit vergeten, dat we van die perfecte bron afkomstig zijn en dat onze bestemming dat volmaakte doel is. Het licht van dat Perfecte Wezen is ontstoken in onze ziel. We leven en bewegen en hebben ons bestaan in God. Niets in het verleden en heden heeft de macht ons te raken. We stijgen boven alles uit omdat de Goddelijke Aanwezigheid er altijd is, zoals de zon aan de hemel, die zonder enig voorbehoud altijd schijnt, en haar liefde en warmte aan de mensheid geeft. Onvoorwaardelijke liefde die ons altijd omringt en ondersteunt. In de woorden van de Perzische mysticus en dichter Hafiz: Zelfs na al deze tijd zegt de zon nooit tegen de aarde: ‘Je bent me iets verschuldigd’ Kijk wat er gebeurt met een liefde zoals deze – zij verlicht de hele hemel.
14
Drieluik ‘Tot bestemming gaan’ In drie ‘spreken’ ontvouwt MarYam Mildenberg een perspectief op leven in een duale wereld met verlangen naar de non-duale werkelijkheid. Het eerste deel verscheen september 2014, dit is het tweede deel.
Wandelend spraken we over de dingen Maryam Mildenberg
Wandelend spraken we over de dingen die, in een bepaalde periode in ons leven belangrijk voor ons zijn. Gedurende die periode kunnen we er intens naar verlangen als we verwijderd zijn van wat ons zo dierbaar is. Later neemt de waarde die het voor ons heeft af. Langzamerhand, soms plotseling. En tijdens het wandelen deelden we het verlangen naar die belangrijkheid van sommige dingen. Een soort heimwee naar verlangen. Er stopte een vrachtwagen naast ons met de reclametekst MOVE ON. We moesten grinniken want het zette ons aan het denken: het heeft waarschijnlijk te maken met het groeiproces, met het groter worden van de mensheid en van ieder van ons als individu. Het heeft te maken met tot bestemming gaan. Hazrat Inayat Khan geeft het voorbeeld van de pop die we in onze vroege jeugd koesteren en dan, als we groter worden, talen we er niet meer naar. Ik dacht aan mijn houten treintje met de twee kiepwagentjes, zo prachtig was dat, die beweging!! En dan vooral mijn Teddy, die was me zeer dierbaar. Toen ik groter werd, gaf ik niet meer om het treintje. Het kreeg een nieuwe bestemming: het ging naar een ander kindje. Zelfs mijn Teddy verloor zijn grote waarde. Ik heb hem opgeborgen in een kleine kartonnen koffer. Toen ik nog ouder werd, kreeg ook Teddy een nieuwe bestemming: hij staat, nog steeds, boven op een kast en ik zie hem dagelijks. We leven in een tijd van hergebruik van de dingen, van alles krijgt regelmatig een nieuwe bestemming, al dan niet na ingewikkelde bewerkingen. Wijzelf maken tijdens het proces veranderingen door en alles om ons heen maakt ook tijdens het proces van tot bestemming gaan veranderingen door. Hazrat Inayat Khan zegt het zo: “Het is voor de geest nodig een evolutie op aarde door te maken om zijn hoogtepunt te kunnen bereiken.” Soms blijft de situatie dezelfde, maar doordat we er met andere ogen naar kijken, wordt de bestemming toch een andere. Mooi voorbeeld is het verhaal van de vrouw die zo van rozen hield. Maar in haar tuin groeiden slechts paardenbloemen. Wat ze ook deed, er bloeiden alleen paardenbloemen. Ten einde raad ging ze naar Moela Nasroedin. Hij dacht lang en diep na. En zei toen: “Ik zou het ook niet weten. Je hebt echt alles gedaan wat je kon doen. Het enige wat ik je kan raden is: leer van paardenbloemen houden.”
15
Binnen het soefisme kent men het concept de boog van stijgen en dalen. Het begint met het zichtbaar manifest worden van iets uit het schijnbare niets. Binnen die periode van het zichtbaar manifeste zijn verschillende fases. Daarna komt de tijd van onzichtbare essentie. Vanuit die onzichtbare essentie komt de ultieme bestemming, het doel, de bron. En daaruit kan iets weer manifest worden, waardoor heet een circulaire beweging krijgt. We kunnen het zien aan onszelf en aan alles om ons heen. De conceptie als het zichtbaar manifest worden, en daarin alle fases tijdens het leven van een mens, een dier, een boom, een bloem. Dat wat wij dood noemen, is de onzichtbare essentie, waarbinnen we tot de ultieme bestemming komen, het doel. de bron, waaruit weer iets zichtbaar manifest kan worden. Ons lichaam kan na onze dood, de aarde dienen. Hazrat Inayat Khan vertelt, dat voor ieder mens die ultieme bestemming dezelfde is: deel zijn van de eenheid, het non-dualisme, het licht. Maar de weg erheen is voor ieder mens anders, eigen. In woorden van Hazrat Inayat Khan: “Het verlangen zijn persoonlijkheid te ontwikkelen is het werkelijke doel van het menselijk leven.” Twee van de 99 schone namen van Allah hebben heel nauw te maken met deze boog van stijgen en dalen. De eerste naam, de eerste kwaliteit is Al Mubdi, de Beginner (58). Wij worden tot bestaan geroepen. We worden uitgenodigd om onze naam te worden. De Eeuwige zei tegen Abram: “Ga weg uit je land, van je geboortegrond en uit het huis van de vader, naar het land dat ik je zal aanwijzen.” In het Hebreeuws staat er: “Lech lecha.” In onze grammatica wordt dat niet vertaald, zeggen sommigen. Anderen vertalen het met: ga uit jezelf, wordt wie je bedoeld bent te worden, word je naam. Een zo universele en actuele opdracht. Abram en Sarai kregen een nieuwe naam: Abraham en Sarah. Vader van vele volkeren en prinses van vele volkeren en ze werden uitgenodigd hun naam te worden en dat ging niet vanzelf. Zo is het begonnen. Al Mubdi, de beginner. Ya Mubdi! De tweede naam, de tweede kwaliteit is Al Mu’id, de Hersteller (59). De Hersteller geeft alles wat versleten lijkt, kapot is, dood lijkt, een nieuwe bestemming. Ik zag een documentaire over het grote barrière rif en zag een lang geleden gezonken schip. Het wrak was een van de meest vruchtbare plekken geworden voor flora en fauna van het gebied. Een mooie wijze van een nieuwe bestemming krijgen. Zelfs het verhaal van ons verleden kunnen we een nieuwe bestemming geven door het te herschrijven. De maandelijkse nieuwe maan herinnert ons daaraan: er is niets dat niet hersteld kan worden, hoe groot de fout, of de zonde ook lijkt. Ik denk met u mee: maar die zonde dan…? Ik hoorde een prachtige en troostvolle uitdrukking: “In the end all is well. If it is not well, it is not the end.” Ya Mu’id! Move on, ga door, ga vooruit. Letterlijk en figuurlijk: bekijk zaken met andere ogen, verander je mindset, bevraag de eigen beliefsystems, gewoontes, tradities, vaste ideeën en bepaalde inzichten. 16
Een monnik liep in het bos en zag een ernstig gewond zwijn liggen, maar wel goed doorvoed. Hij vroeg zich af hoe dit mogelijk was en ging zitten kijken. Een tijger kwam met een grote prooi en toen de tijger zelf genoeg gegeten had, gaf hij de rest aan het zwijn. “Dat is mijn les,” dacht de monnik “zo moet ik vertrouwen, dat ik alles krijg wat ik nodig heb.” En hij ging zitten met zijn rug tegen een boom. Na een dag kreeg hij dorst, na twee dagen werd de dorst erger en hij kreeg trek. Na drie dagen werd de trek honger en de dorst ondraaglijk. Er gebeurde niets. Toen hoorde hij een stem: “Het was niet de bedoeling dat jij de rol van het zwijn op je nam, het was de bedoeling dat je de rol van de tijger op de nam.” Sinds ik met dit onderwerp bezig ben, hoor ik telkens als ik in een auto zit waar iemand de tom tom gebruikt, nog nadrukkelijker dan anders “bestemming bereikt”. En ik denk: “Was het maar zo gemakkelijk: hier rechts, tweede straat links en zo verder met hele directe aanwijzingen en dan: bestemming bereikt. Maar in ons leven is het niet zo gemakkelijk: we weten bijna nooit zeker welke weg we moeten gaan om onze bestemming te bereiken. Of wel? We krijgen in het leven veel aanreikingen, aanwijzingen, zoals de vrachtauto met de reclametekst MOVE ON. Maar meestal zien we ze niet, of we horen ze niet, of we durven er niet op te vertrouwen. Maar ze zijn er wel, de richtingaanwijzers. Ik noem het wel spirituele humor. Dan is het aan ons om te kijken: is dit echt, hoe voelt het? Het spel tussen brein en intuïtie. Patronen, zelfs dilemma’s kunnen ons op weg helpen. Diepe verlangens hebben altijd te maken met onze levensbestemming en talenten. Meestal hangen ze samen. Mensen die we tegenkomen, situaties waarin we terecht komen. Met dat laatste is het goed om de raad van Hazrat Inayat Khan te onthouden: we kunnen vaak niet kiezen in welke situatie we terecht komen, maar we kunnen altijd zelf kiezen hoe we daarmee omgaan. We zijn nooit slachtoffer. In het bos ging het gerucht dat de leeuw een lijst had met dieren die hij nog wilde opeten. Dat bracht grote onrust. De koe ging naar de leeuw en vroeg: “Leeuw, sta ik op de lijst?” “Ja,” gromde de leeuw. De koe draaide zich om en loeide: : “Oeioeioeioei…” Twee dagen later werd de koe gevonden langs de weg, half opgevreten. Het schaap ging naar de leeuw en vroeg: “Leeuw, sta ik op de lijst?” “Ja,” gromde de leeuw. Het schaap blaatte en huilde: “Aaiaiaiai…” Twee dagen later werd het schaap gevonden langs de weg, half opgepeuzeld. Het konijn ging naar de leeuw en vroeg: “Leeuw, sta ik op de lijst?” “Ja,” gromde de leeuw. Het konijn draaide zich om en huilde en jammerde: “Oioioioioi…” Toen draaide het konijn zich weer om en vroeg aan de leeuw: “Kun je mij van die lijst afhalen?” “Ja hoor,” zei de leeuw “geen enkel probleem.”
17
COLUMN Jongeren leren op een andere manier Karim Logtmeijer
Van de week hoorde ik een verhaal over een vwo-leerling die een profielwerkstuk moest schrijven voor biologie. Het was een zeer ambitieus meisje, die een diepe interesse had voor de wetenschap. Haar onderwerp was: biomimicry. Weet u wat dat is? Biomimicry is de wetenschap en de kunst van het nabootsen van de beste biologische ideeën uit de natuur om menselijke problemen op te lossen. Plakband geïnspireerd door gekko’s, energieefficiënte gebouwen geïnspireerd door termietenheuvels en antibacteriële oppervlaktes geïnspireerd door rood zeewier zijn voorbeelden van biomimicry die vandaag de dag worden toegepast. Ze ging voortvarend aan de slag en zocht contact met professoren en hoogleraren van over de hele wereld via het internet. Die reageerden veelal enthousiast op een jonge leerling die met zo’n ingewikkeld onderwerp aan de slag ging. Na vele weken hard werken leverde zij het indrukwekkende eindresultaat in bij haar biologiedocent. Na enkele weken kwam de docent naar haar toe en vertelde dat ze met een probleem zat: ze begreep weinig van dit ingewikkelde onderwerp in moeilijke wetenschappelijke taal; hoe kon ze dit beoordelen?
18
Naar een oplossing zoekende kreeg de docent het idee het werkstuk naar een professor te sturen van een Nederlandse universiteit. Na enige tijd ontving ze het werkstuk terug met feedback: fantastisch werkstuk, cijfer 9,5 – maar dit kan ze nooit zelf geschreven hebben. De docent confronteert de leerling met dit commentaar, waarop deze reageert: natuurlijk heb ik niet alles zelf geschreven, daarom zit er een bronvermelding bij en gebruik ik voetnoten waar ik wetenschappers citeer! Uiteindelijk gaf de biologiedocent deze leerling een 6,5 omdat het niet in begrijpelijke Nederlandse taal was geschreven. Strekking van het verhaal is dat jongeren tegenwoordig op een andere manier leren. Ze halen informatie uit ontelbare bronnen die beschikbaar zijn via het wereldwijde internet. Ze netwerken en bouwen contacten op met social media, zoals Facebook, LinkedIn, Whatsapp en ga zo maar door. Google wordt 1.000.000.000 maal per dag geraadpleegd d.m.v. een zoekopdracht en facebook heeft wereldwijd 1,3 miljard gebruikers. Feitelijke kennis hoef je niet perse paraat te hebben; het is direct toegankelijk via internet. Het gaat er om hoe je die kennis inzet en gebruikt.
Leraren aan de muziekacademie Gayan Shala van Baroda begin twintigste eeuw, met in het midden het portret van Maulabaksh, geflankeerd door Ali Khan (liks van de foto) en Maheboob Khan (rechts van de foto). Op de tweede rij zijn te vinden: Rahmat Khan (tweede van links), Murtuza Khan (derde van links), Allaodin Khan, ook bekend als Dr. A. Pathan (vierde van links) en Hazrat Inayat Khan (derde van rechts). Musharaff Khan zit op de eerste rij (vierde van links).
Geschiedenis, wij worden wat wij verzamelen, op zoek naar begrip, liefde en mededogen.
Hamida Verlinden Achtergrond van waaruit geschreven is
Geschiedenis wordt gemaakt door degene die haar beschrijft. Waarom? Omdat je kijkt met je ogen, met je houding, met je overtuigingen, met alle beelden die je al eens gezien hebt. Geen beschrijver van geschiedenis is onbevooroordeeld, en je buitenwereld hangt af van je binnenwereld. Murshid vergelijkt dat met de spiegel: als je voor de spiegel staat, dan ‘ziet’ de spiegel alleen maar je evenbeeld, en pas als je van de spiegel weggaat kan het een ander beeld opnemen. Zo ook de mens: je kunt pas de ander echt zien als je open staat voor de ander, en dat betekent: alles even opzijzetten wat je al eens gezien, gehoord of ervaren hebt.
19
Bij het schrijven over geschiedenis schrijf ik vanwege alle dingen die me in handen zijn gekomen en die me op een of andere wijze inspireren om het ook zo te doen of om het zeker niet zo te doen. Ik ben niet onbevooroordeeld, want ik draag de sfeer van Murshida Shahzadi1 bij me, en heb geleerd dat mijn boosheid en teleurstellingen veroorzaakt worden door mijn verwachtingen over anderen: ze moeten zijn zoals ik denk dat ze zijn moeten. Hazrat Inayat Khan heeft het over de vraag waarom, als God liefhebbend is en vol mededogen, er dan tragedies zijn in het leven, teleurstellingen en mislukkingen, en geeft dan een wat moeilijk antwoord: omdat God dit spel gearrangeerd heeft. Hoezo? Om in het uitwerken van deze moeilijkheden tot de kern te komen.2 Dit idee komt uit de oude Hindoe geschriften over het spel van de Lila; mind en menselijk spel zijn de reflectie van het universele vermogen. Dat is wel wat verwarrend, de ontdekkingstocht van de Soefi is een vreugdevol spel dat met de volle aandacht van een kind gespeeld moet worden? Laten we dit maar even rusten. In de zomerschool dit jaar zijn er beelden getoond van verschillende Soefi’s, stille beelden, stille films en bewegende beelden met geluid. De bedoeling was om mooie dingen te verzamelen, geïnspireerd door de woorden van Hazrat Inayat Khan, om eens te kijken wat ze betekend hebben, wat wij van ze kunnen leren. Tenslotte kijk je naar het verleden om ervan te leren en – omdat we naar begrip, liefde en mededogen kijken, zoals Inayat Khan ons leert - om ze af te kijken van hen die ons zijn voorgegaan. De grote dichters die ons de prachtige leringen schonken over ethiek, over waarheid, waar haalden zij die vandaan? Dit leven hier is een school waarin zij leerden, dit leven is het toneel waarop zij zagen en verzamelden. Zij zijn de aanbidders van schoonheid in de natuur en in de kunsten. In alle levensomstandigheden mediteren zij op schoonheid, en vinden zij goede eigenschappen in eenieder die zij zien. In mijn jonge jaren maakte ik een pelgrimsreis door India – niet naar heilige tempels, maar naar heilige mensen; ik ging van dorp naar dorp en zag heilige mensen van verschillend karakter en aard. Wat ik van hen verzamelde was hun grote liefde voor de natuur, hun hartelijkheid, hun diepe sympathie en hun aanleg om iets goeds te vinden. In ieder mens die zij zagen, zochten zij naar iets goeds. Door zo te handelen werden zij zelf goedheid, omdat zij het verzameld hadden; wij worden wat wij verzamelen. In hun aanwezigheid is er niets anders dan liefde, mededogen en begrip – wat zo weinig gevonden wordt in deze wereld3. Dus verzamelen we de vermogens van begrip, liefde en mededogen in enkele verhalen van Maulabakhsh, Rahmat Khan, Murtuza Khan, en Inayat Khan.
Maulabakhsh
Laten we beginnen met Inayat Khan’s Grootvader, Maulabakhsh, die de kwaliteiten muzikaliteit en godsvrucht, nobelheid en nederigheid met elkaar verbond. Het verhaal gaat dat hij naar de stad ging van een groot musicus, Ghasit Khan, en daar hoorde dat deze geen leerlingen aannam. Hij zocht uit wanneer de Ustad4 oefende - van middernacht tot de ochtend – en sloot vriendschap met de portier, 20
die een opiumschuiver was, en spendeerde de nachten met hem. Als hij dan thuis kwam ging hij oefenen en na een tijdje gingen mensen zich er over verbazen dat zijn stem zo op die van de meester leek; en de meester wilde wel eens horen wie zijn rivaal was. Hij vroeg de jonge man: ‘Wie is je leraar?’ ‘Dat kan ik niet zeggen’. Na enig aandringen antwoordde de jonge man: ‘Ik ben bang, dat ik als ik het zeg, ik geen les meer krijg van mijn leraar’. ‘Wat voor leraar is dat, die zijn leerling verbiedt te zeggen wie zijn leerling is?’ Hij moest de waarheid wel zeggen, en hij werd de leerling van de Ustad5, die, zoals het verhaal gaat, onder de indruk was van de persoonlijkheid van deze jonge man. Maulabakhsh reisde naar Zuid India en ontdekte de voor- en nadelen van de NoordIndiase en Zuid-Indiase muziek. Hij maakte zich ook de Zuid-Indiase muziek eigen, en de muziek van de Brahmanen, wat in die tijd uitzonderlijk was: een Moslim die muziek uit het Zuiden zingt en speelt? Hij vond het notenschrift uit voor Indiase muziek, werd de eerste directeur van de Gayan Shala – de Muziek Academie van Baroda die nu nog floreert - en werd zo beroemd en gevierd dat hij de Beethoven van India werd genoemd. De trots van Maulabakhsh komt prachtig naar voren in het volgende verhaal: Een Maharaja vroeg een van de hovelingen om aan Maulabakhsh te vragen met welk recht hij de koninklijke onderscheidingen droeg, terwijl hij toch maar musicus was. Maulabakhsh antwoordde dat een hoofdcommissaris geëerd wordt in zijn regio, een gouverneur in zijn district, een koning in zijn land, maar dat een geleerde in het gehele land wordt geëerd. “Daarom heb ik alle recht om zoveel koninklijke onderscheidingen te dragen als ik wil.” Zijn nederigheid komt in het volgende verhaal naar voren: Na ’s avonds gespeeld te hebben op een concert werd Maulabakhsh naar het huis gereden van de vrienden waar hij verbleef. Thuisgekomen droeg de koetsier het muziekinstrument naar binnen en vroeg Maulabakhsh wat het voor instrument was. Maulabakhsh was begaan met de man die zo onwetend was en speelde – alhoewel na zijn concert - de halve nacht voor hem door. Het volgende verhaal van Rahmat en Murtuza Khan is een verhaal over hoe werd omgegaan met opvoeding. Het gaat over het diepe respect van een oude meester, Rahmat voor zijn leerling Murtuza, die hij vroeg als leraar voor zijn jongste zoon Musharaff en hoe alles er toe leidde dat deze inwijding in de muziek voor Musharaff het aura kreeg van heiligheid, voor zijn gehele leven.
Rahmat Khan
Rahmat Khan was een strenge, maar geduldige man, leraar aan de Gayan Shala en vol consideratie: Dinah, een klein jongetje, werd door zijn Hindoe Grootmoeder aan Rahmat Khan afgestaan, omdat zij te arm was om voor hem te kunnen zorgen. Rahmat Khan gaf hem een Hindoe opvoeding en behandelde hem zoveel mogelijk gelijk aan Musharaff, die iets ouder was, om ervoor te zorgen dat Dinah niet jaloers zou worden. Hij zorgde er zorgvuldig en bedachtzaam voor de kinderen van dienaren en armen niet te kwetsen en de regel die hij zijn zonen meegaf was: zorg voor een stevige, goede relatie met je broers, want van daaruit kun je in de wereld staan. 21
Murtuza Khan
Murtuza Khan was een machtige figuur om te zien, musicus in hart en nieren, en hij had een oog voor vrouwen. Eens was hij verliefd op een mooie danseres van Baroda. Maulabakhsh – zijn vader - was daar niet blij mee, omdat Murtuza Khan te lichtzinnig was en dat zou zijn stem en carrière kunnen beïnvloeden; hij sprak hem ernstig toe. Totaal van slag ging Murtuza Khan naar de danseres en vertelde het haar. Zij zei, dat zijn vader gelijk had, hij moest zijn vader gehoorzamen. Zij troostte hem en hij ging naar huis. Zij kon hiermee niet leven en maakte een einde aan haar leven, met naast zich haar brief dat het niemands schuld was. Het maakte een heel diepe indruk op Murtuza Khan en de hele familie. Het verhaal dat soms wordt verteldover dansers van het Hof die ook het hoge ideaal hebben, refereert aan deze danseres. In Pages in the Life of a Sufi staat een prachtig verhaal, over hoe deze oom en musicus de muziekleraar, de goeroe, werd van Musharaff Khan, terwijl Murtuza Khan als jongen leerling was bij Rahmat Khan, Musharaff’s vader. Ik was 11 jaar toen mijn vader mij presenteerde als leerling: hij wachtte en luisterde tot mijn Oom begon te oefenen en toen ging hij naar binnen. Mijn vader had bloemen bij zich en suikergoed en wierook; hij boog diep voor mijn oom en bood dit aan, terwijl hij mij voorstelde. “Meester, hier is een leerling, wilt u zo vriendelijk zijn om hem te aanvaarden”, zei hij, diep buigend. Dit was mijn inwijding in de heilige sfeer van muziek. Mijn Oom antwoordde niet en mijn Vader trok zich terug. Mijn Oom was diep geroerd door de daad en de woorden en de respectvolle wijze van deze oude meester…… Ik stond daar, vol verwondering en verwachting en zag hoe de hand van mijn Oom trilde toen hij een stukje suikergoed pakte en het mijn lippen bood. Ik zag de tranen in zijn ogen, en voelde zijn emotie en affectie. Eerst zong hij een toonladder, en ik zong hem iedere noot na. Ik zie hem nog voor me, met brede schouders en machtig, met een klinkende stem, een soort koning voor mij, de zoon van Maulabakhsh en de broer van mijn Moeder….. Hij zong een lied aan Sharda, de godin van de muziek. Toen zong hij de hymne tot de Profeet Mohammed. De ruimte werd heilig voor me…… Met hem voelde ik geen enkele angst, alleen belangstelling en genoegen en de warmte van welzijn”6.
Inayat Khan
Hazrat Inayat Khan werd geadoreerd door zoveel mensen, en toch was zijn levensmotto: Ik zie niemand als minder dan ik. Anthony Storr, in zijn boek Feet of Clay, beschrijft hoe goeroe’s niet op hun voeten kunnen blijven staan wanneer hun voeten van klei zijn, dat wil zeggen wanneer ze de bewondering van de volgelingen niet kunnen weerstaan. Geen voeten van klei bij Inayat Khan, ondanks alle bewondering. In de film van 13 september 1926 kunnen we zien hoe Inayat Khan liep, de cadans, de rust, helemaal aanwezig alhoewel je hem alleen op de rug ziet; maar je zou zo in die rust willen meelopen. Wij zijn onder de indruk van de hectiek en alles wat er om ons heen gebeurt, maar ook die dag was voor Murshid, en al diegenen die aanwezig waren, een hectische dag, waarvoor uitgebreid geoefend was van tevoren. Er was een steenlegging, er werden munten en bloemen gelegd en de silsila lijst. Pirzade Vilayat werd als eerste geordineerd in de Confraternity of the Message, als leider daarvan, met een tijdelijke regent, totdat Vilayat ouder zou zijn; hij kreeg de medaille en de zegen. Een hele rij mensen volgde in zwarte robe, die allemaal de medaille kregen en de zegen van hun Murshid. De steen was het fundament voor de Universelle, alhoewel de Universelle er nog niet 22
zou komen, en de silsila lijst werd aan de aarde toevertrouwd, onder de steen. Een silsila is de ‘boom’ of ‘genealogie’ van een Orde, in dit geval de Chisti Orde; Murshid Abu Hashim Madani was niet hoofd van de Chisti Orde, en evenmin was zijn leerling Inayat Khan de opvolger van Murshid Madani: hij kreeg wel de autorisatie tot leraar. Door de silsila-lijst aan de aarde toe te vertrouwen gaf Hazrat Inayat Khan aan dat hij er geen waarde meer aan toekende en in de statuten van de Soefi Beweging die in 1923 zijn verleden, is te zien dat benoeming van de volgende leider na Inayat Khan gebeurt via de keuze van de Algemeen Vertegenwoordiger of het Executive Committee. Wat zie ik in Hazrat Inayat Khan? Iets wat ik toch niet dagelijks tegenkom: waarachtigheid en volledig gaan voor zijn taak, zonder ooit de consideratie voor zijn mureeds te verliezen, zonder ooit zijn waardigheid te verliezen, altijd afgestemd op de Ene; de taak vatte hij ruimer op dan alleen de mureeds, de taak betrof het hele Westen. Aan het eind van het hoofdstuk ‘Organisatie’ in de Biografie van Hazrat Inayat Khan, staat een regel die zo duidelijk zijn houding weergeeft: Mijn volledige kracht komt voort uit die Bron, wiens Boodschap het is, en het is mijn lot om die Boodschap te geven. Mijn enige tevredenheid ligt er daarom in dat ik mijn best gedaan heb en de omstandigheden doen er niet toe7. 1 Shahzadi Khan-de Koningh, Pagina’s in het leven met een Soefi, 2012, ISBN: 97890-816821-8-3 2 Hazrat Inayat Khan, volume X, p.232 3 A Sufi Message of Spiritual Liberty, volume VIII (revised edition), p.81, Element Books, Britain. 4 Perzische eretitel voor leraar. 5 Dit verhaal en andere zijn te lezen in “ The Sufi” van 15 september 1915, p.47 e.v. 6 Pages in the Life of a Sufi, Mirananda, 1982, pagina 27-8 7 Biography of Pir-o-Murshid Inayat Khan, East West Publications, London, 1979, p.240
Gelukkig alleen zijn De Oorsprong, hemel en aarde geschapen, en het Doel, Zijn een – alles in een en een in Al. Mijn ziel is op het allerhoogste vlak Als een electrische straal verbonden met het Al. O mijn eeuwige, geliefde ziel, Geef dat ik u weer ontdekken zal Verborgen diep in mijn menselijke hart. In het gezelschap van mijn ziele eeuwigheid, Ken ik nooit meer de pijn van eenzame smart, Maar ben altijd in geluk en diepe vrede, In de veilige armen van het Al. Waldo van Essen (Zuid-Afrika)
23
Onze dialoog over schoonheid: een voortzetting Deel 2: voortzetting
Wali van Lohuizen Schoonheid is een van de kernwaardes van het soefisme. Het juninummer sloot dan ook met een inspirerende serie uitspraken van Hazrat Inayat Khan. De kernachtige verwoording in het laatste citaat citeer ik nog een keer als opening voor de voortgezette dialoog: Er is één voorwerp van verheerlijking: de schoonheid die het hart van de aanbidders door alles heen van het geziene naar het ongeziene opheft. Een welbekende tekst, het 7e denkbeeld van de soefiboodschap, een boodschap immers van liefde, harmonie en, last but not least, schoonheid. Haar wezenlijke functie is, zo lees je hierboven, dat je opgeheven wordt, zelfs tot het ongeziene – en tot het ongehoorde (wanneer we de muziek erbij betrekken). Want muziek laat zich op twee manieren horen, vertelt hij ons: er is gespeelde muziek en er is ongespeelde muziek. Mits het hart toebereid is. Iets in de geest van de telkens herhaalde oproep van Jezus aan zijn hardhoorse leerlingen: wie oren heeft die hore, wie ogen heeft die zie; want velen kijken maar zien niet, luisteren maar horen niet. En dat komt omdat hun hart niet is toebereid.1 Daarbij gaat het niet zozeer om gewone aandacht, maar of je achter de klank of achter het beeld een werkelijkheid kunt zien. Een werkelijkheid waartoe klank en beeld als het ware een venster zijn; zo als in de Orthodoxe kerk een ikoon in essentie is: een venster waardoor je een beetje zicht krijgt op de Werkelijkheid. Betekent dat niet dat er schoonheid is achter het voorwerp van schoonheid? Of, filosofisch gesproken, er schoonheid schuilt zelfs achter het lelijke: licht is er alleen als er ook duister is. De vraag of iets mooi is of niet, of zelfs het tegendeel, is echter niet de wezenlijke vraag; zoiets speelt in gesprekken tussen mensen. Dat gaat meestal niet over de schoonheid die verheft. Inayat Khan wijst ons er nuchter op dat wat de een mooi vindt door een ander verworpen wordt. En dat geldt tussen mensen, tussen culturen, tussen tijdvakken. Het is fijn daarover met elkaar uit te kunnen wisselen, meer inzicht te krijgen in de verschillende schoonheden. Maar toch, er is iets dat daarbovenuit gaat. Daarover valt niet echt te spreken. Het is ervaring, diep in jezelf. Of ook een weten met elkaar verbonden te zijn in het zojuist gehoorde. Schoonheid spreekt alleen klare taal in het ervaren ervan. Zoiets gebeurde mij deze zomer, na een van de concerten met de grote werken van Luigi Nono in het Holland Festival in de enorme Gashouder met een talloos gehoor. Na afloop kwam ik in gesprek met een andere luisteraar. Beiden waren we geraakt door wat we ondervonden hadden. Zij zei: gewoonlijk word ik emotioneel van klassieke muziek maar nu ondervond ik iets wat eigenlijk verder reikt dan dat. En dat is precies hoe Nono zijn luisteraar wilde bereiken: met klank tot een ander bewustzijn komen van wat muziek vertelt. Muziek kan je aanspreken op het 24
lichamelijke vlak, een ander stuk boeit mentaal, veel muziek werkt op je emoties. Maar hier was sprake van een spirituele gebeurtenis, al zullen de meesten dat niet zo genoemd hebben. Desondanks was het een gezamenlijk ervaren ervaring. Er had zich een geladen ontspannen sfeer meegedeeld. Simpel gezegd: je ziel werd geraakt, kwam in een ander besef. Ik ervoer die uitvoering als een ‘doorbraak’ (zie mijn verhaal in het septembernummer over Messiaen). En de waarde van het woord kennen we uit ervaring met de woorden van Inayat Khan, hoe ze ook nu, zelfs bij het lezen ervan, klankvol klinken. Hij heeft dan ook vaak verteld hoe groot de zeggingskracht van woorden kan zijn. Woorden helpen om het begrip schoonheid in die veelheid van opvattingen beter te onderscheiden. Woorden helpen om je te binnen te brengen wat er gebeurt bij het ervaren ervan en het in je denken en voelen onder te brengen. Mits het niet blijft bij etikettering (als in een catalogus) en niet ten ondergaat in rationele analyse. Ik ga mijn best doen. Laten we nu tegen de soefi achtergrond van schoonheid-als-verheffend andere stemmen laten klinken, in vervolg op enkele citaten uit het septembernummer. Ontdekken dat dit geluid over schoonheid te beluisteren valt bij uitingen van prominente kunstenaars en denkers. Terugkijkend roep ik in herinnering hoe Roger Scruton onderkent hoe we gespeend raken van schoonheid terwijl schoonheid toch een uitweg baant, uit de verwarring naar de kalmte. Te vaak gebeurt het dat de ziel vervliegt; ‘pseudokunst biedt nauwelijks troost en nog minder schoonheid’. Het is dan ook tekenend dat in de kunstkritiek het idee schoonheid geen rol speelt. György Konrád ziet in een sonnet de ‘dichterlijke verdichting’ van het onzegbare, ‘verlangend gesneden uit de eeuwigheid’. Zo’n zin ontroert me. Schoonheid zit in het verlangen naar schoonheid. We zoeken buiten wat binnen is verborgen. De dirigent Dufallo maakt je bijna deelgenoot hoe Mahler je in het slot van zijn 9e meevoert tot vlakbij de schoonheid van de stilte. De uitwerking ervan, zegt hij, brengt je zachtjes tot stilstand; of je stijgt zachtjes op naar een hogere bestemming. Schoonheid ligt in het oor van de luisteraar (Denk aan wat Jezus aanreikt hierboven en aan het Messiaen-artikel in een eerder nummer). Rorty: het weten dat de schoonheid bestaat geeft al een allesoverheersende troost. Weten dat we zoiets als mensen gezamenlijk hebben, dat is schoonheid. Ashkenazy, de grote dirigent en pianist, getuigt dan ook dat schoonheid fundamenteler is dan vorm. Zonder innerlijke wereld is zij futiel en ledig. Al hoeft die inhoud niet mooi te zijn. Daarmee overstijgt hij het idee dat schoonheid door vorm bepaald wordt. Karel Appel vertelt hoe hij in een schilderij van Rembrandt in het Metropolitan ervoer hoe het een en al licht is. Het is bijna geen verf meer, het is helemaal opgelost in het licht. Schoonheid vanuit de materie. ‘Het is een ontmoeting met God’. Een onverwachte uitspraak, toch. Jaap van Zweden vertelde (op 20 november 2011 op NTR Podium) indringend over schoonheid bij Bruckner. Mahler is indrukwekkend in zijn stroom van 25
emoties. Die zijn zo prachtig, maar emoties zijn aards. Bruckner reikt er bovenuit; echte schoonheid. Deze componist spreekt over God, pure schoonheid. Zijn muziek klinkt en reikt uit richting verlichting. Jorge Semprún ervoer tijdens zijn verblijf in het kamp Buchenwald, staande tegenover een boom, een moment van pure schoonheid die tot zijn ziel kon doordringen, temidden van een werkelijkheid vol dreiging, wreedheid en ellende. Het contrast verdiepte de ervaring. Ik herinner me Solzjenitsyns ervaring in zijn goelagkamp (Cancer Ward) hoe tijdens het zagen ’s ochtends vroeg in bittere koude uit die zaag teder een luide klank hem toezong: hij ervoer de hemel op aarde. De muziek van Arvo Pärt, ervaar ik in veel van zijn composities als voortkomend uit dezelfde geest. Hij neemt afstand tot het gebruikelijke dat als het ware tot monotonie wordt. “Er is maar een enkel middel om de monotonie te verdragen, en dat is de Abglanz, de weerschijn van de eeuwigheid”(Simone Weil). Deze soort schoonheid is voor Pärt een sacrament (tekstboekje bij de cd Arbos). Yehudi Menuhin weet van schoonheid. Klank is vibratie en energie, daarna pas is er materie. En helemaal ervoor is het geestelijke, een weten. Zijn ervaring is: je wordt deel van een groter geheel. Dat geheel hoort natuurlijkerwijs bij je: het is geluk. Dat is religie, is zijn ondervinding. Dat is wat hij Kayzer verteld heeft, kort voor zijn dood. Als vioolspelend kind koesterde hij de fantasie dat muziek vrede, compassie en goedertierenheid aan de wereld kon schenken. En dat is voor hem nog steeds zo – ‘door het slechten van de barrière van onze rigide egocentriciteit’. Aldus de maestro, meester ook van de geest. Catherine Bott, een groot sopraan, werd meegenomen in een andere wereld toen Dinu Lipatti Schubert vertolkte; hij bracht de tijd tot stilstand. De gewone wereld was verdwenen. Ze besefte dit pas ten volle toen de muziek uitgeklonken had. Schoonheid komt soms aangewaaid. Een van de grootste Chinese dichters (Li Bai, 701-762) mijmert “De blauweregen hangt in wolken neer / bloementrossen versieren de lente /In het dichte loof schuilen zangvogels / in de geurvlaag bevindt zich een schoonheid.” 2 Schoonheid ervaren, is dat niet inderdaad een vervuld verlangen? Datgene wat binnen je bereik ligt en reikt tot aan de grens van volmaaktheid. Het is wat voor de luisteraar (of de beschouwer), binnen een gegeven perspectief, vervuld of voltooid is; vol(ge)maakt. Een belofte en tevens een uitdaging tot groei. Het ervaren van schoonheid maakt het tot een levend besef. Het is als wat Inayat Khan over het ideaal zegt. Het is je doel en levensopgave. Maar laat het leven en groeien, en reiken over de grens van de verwachting heen, gestuwd door dat verlangen naar schoonheid. Een wezenlijk element van die ervaring is dat het je buiten jezelf tilt. Het kan een transformatie teweeg brengen. Een wezenlijke omzetting van je bewustzijn. Vaak van korte duur maar met lange nawerking. Maar het kan ook een keer gebeuren dat het je voor altijd verandert. Een initiatie, een mystieke doorbraak. Coetzee vertelt hoe hij als vijftien-jarige muziekloos opgegroeid in de tuin uit een buurhuis klanken hoorde die hem overrompelden; muziek als nooit gehoord, uit Bachs Wohltemperiertes Clavier weet hij van later. ‘Ik stond aan de grond genageld, mijn adem stokte’. Deze muziek was er niet om te verleiden. ‘Op26
gaand in zichzelf bood ze zich eenvoudig aan; een moment van openbaring. Ik werd meegevoerd naar een rijk dat ik niet kende, niet eens kon vermoeden.’ Hunkering naar schoonheid is des mensen. Een beroering door de ziel. Dit alles lijkt zo vanzelfsprekend. Helaas is dat in de wereld van b.v. de beeldende kunst allerminst zo. Eerder dit jaar las ik een boek van de bekende kunstcriticus en tentoonstellingmaker Hans den Hartog Jager; hij stelt de vraag of hedendaagse kunst de wereld kan verbeteren.3 Het boek begeleidde een gelijknamige tentoonstelling in Zwolle. Wat mij zo prikkelde was dat in het boek het begrip schoonheid totaal ontbrak. Ook in zijn behandeling van de kunst, van de Middeleeuwen tot nu. De bijbehorende tentoonstelling van hedendaags werk toonde dat gemis beeldend uit, althans voor wie het zag. Toch kwam hij ergens schoonheid tegen, in hedendaagse kunst in China. Eerder dit jaar schreef hij in de NRC (12 juni, C4-5) over zijn rondgang langs twintig ateliers van Chinese kunstenaars. De gesprekken gingen over techniek, expressie en over schoonheid. Vaak in één lijn met de traditie. Onder achteloos op een tafel neergezette zware tassen bleek een kunstwerk te zitten; de vrouw had het hout met dun linnen overtrokken en met inkt heel precies, als een abstracte trompel’oeilschilder, nerven eroverheen gekalligrafeerd, eeuwenoude technieken nieuw toegepast. Chinese schoonheid; in het Westen bijna helemaal vergeten en ontleerd, voeg ik eraan toe. In het voorjaar bezochten kunststudenten het Rosa Spier Huis voor een gezamenlijk project met bewoners. Een van de studenten hield een fascinerende presentatie met niet minder dan 230 uitspraken in drie woorden elk over wat kunst wel en ook niet is. Voor mij ontgoochelend want niet één keer klonk het woord schoonheid, waar toch die twee vanouds met elkaar verbonden zijn. Ik heb hem na afloop erop aangesproken. Ja, zei hij, daar hebben we het in de kunst niet over. Maar voegde er toch aan toe ‘u heeft wel een punt! In augustus opende in ons Huis een tentoonstelling van werk van Sjors Willems. Tot mijn genoegen bekende hij zich tot de schoonheid: dat is wat hij wil schilderen. En dat is zichtbaar. VRAAG Willen kunstenaars en musici in onze lezerskring van zich laten horen? En anderen voor wie schoonheid wat betekent. Wat is het verband tussen schoonheid en kunst? Vertel eens over de rol van schoonheid in je werk, in je leven. Hoe je er als soefi mee omgaat. Wat heeft de denk- en gevoelswereld van Inayat Khan, gesproken in de twintiger jaren, je nu te zeggen? Laten we de dialoog voortzetten! 1 Zie met name Mt 13.19, Mc 4.14, Lk 8.11 over de uitleg die Jezus geeft over de zaaierparabel. Zie ook mijn boek over de gezegdes van Jezus A psycho-spiriual view on the Message of Jesus in the Gospels. Peter Lang, New York 2011. 2 Berg en water, Arbeiderspers 2012. Vertaling Silvia Marijnissen. 3 Hans den Hartog Jager, Het streven, Athenaeum-Polak 2014.
27
Over aspecten van spiritualiteit Sabir Jaap Dekker
Dit is een onderwerp dat de soefi altijd al heeft bezig gehouden en waar een soefi altijd mee bezig zal zijn. Daarom nodig ik u uit met mij te reflecteren op dit intrigerende, boeiende onderwerp. Reflecteren is denken én voelen. Spiritualiteit, wat versta ik daaronder, waar gaat het over? Als we de mens bekijken vanuit een dualistisch gezichtspunt, dan kunnen we een materiële en een spirituele kant onderscheiden. Die zijn niet elkaars tegengestelden, maar ze vullen elkaar aan en zijn twee aspecten van één geheel, ze zijn ervaringen voor de mens. Materiële ervaringen zijn kortstondig, vergankelijk en omvatten dát wat we met onze lichamelijk zintuigen kunnen ervaren, dus dát wat tastbaar is, wat te zien is, te horen, te ruiken, te proeven. Spirituele ervaringen omvatten gewoon de rest. Met name onderscheiden we in de spirituele ervaringen de drie ‘ietjes’, dat zijn intelligentie, inspiratie en intuïtie. Psychologie en psychiatrie vallen ook onder spirituele ervaringen. En daarnaast omvat het spirituele onder meer de volgende aspecten: bewustzijn, geest, openbaring, goddelijk waarheid, ziel. En in dit artikel wil ik me voornamelijk bezig houden met deze laatste aspecten. Mijn vraag is nu: hoe kunnen we meer over bewustzijn, geest, openbaring, goddelijk waarheid, ziel te weten komen? Dat kunnen we bijvoorbeeld doen door te studeren in mystieke geschriften. Profeten, leraren, zieners, hebben in alle tijden al geprobeerd hun kennis over te dragen en vaak hebben zij gebruik gemaakt van woorden. Maar voor een goed begrip is het noodzakelijk dat we proberen de verborgen betekenis, de symbolische betekenis van die woorden te doorgronden. En soms kunnen we onder die symbolische betekenis ook nog weer een mystieke betekenis ontdekken. Zo staan de begrippen materiële en spirituele manifestatie voor een ruime interpretatie van ervaringen in elkaar aanvullende gebieden. Wat zouden mystieke geschriften ons kunnen vertellen over spirituele ervaringen? Boeddhisten zeggen daarover onder meer het volgende: ‘Oh mens, zie rondom je en beschouw het leven. Alles lijkt vergankelijk en niets lijkt blijvend. Maar Waarheid is het wezen van het leven. Waarheid duurt voorbij de dood van het lichaam. Waarheid is blijvend.’ Mijn interpretatie van die tekst is: het materiële is vergankelijk, maar er is iets in het spirituele en dat is blijvend. Hazrat Inayat Khan heeft ons hetzelfde geleerd. Hij zei: lichaam en mind zijn vergankelijk, maar de ziel is blijvend. Wat is het probleem? Spirituele manifestatie is niet materieel, het is het ervaringsgebied van bewustzijn, van geest, van psyche, van ziel. Als we daarover nadenken stuiten we al direct op een levensgroot probleem: spirituele manifestatie is niet materieel, maar woorden 28
zijn wel materieel en we kunnen daardoor geen woorden vinden om het niet materiële, het spirituele goed te zeggen. Aldous Huxley zei dat als volgt: ‘woorden deinzen terug voor het onzegbare.’ Maar wat moeten we dan? Als de spirituele manifestatie onzegbaar is, hoe kunnen we het er dan over hebben? We kunnen beginnen met ons te realiseren dat spirituele manifestatie bestáát. Er ís intelligentie, inspiratie, intuïtie, openbaring. Er ís bewustzijn, geest, ziel. We moeten bedenken, dat niet alles voor iedereen altijd even duidelijk is. De grenzen, de betekenis, het waarheidsgehalte van allerlei begrippen blijven veelal vaag, en veel begrijpen we gewoon niet, maar dat wil nog niet zeggen dat het niet bestaat. Er zijn wetenschappers die de neiging hebben buiten hun eigen vakgebied allerlei onzin te verkondigen. Zo zijn er neurowetenschappers die activiteiten in bepaalde gebieden in onze hersenen registreren als we religieuze ervaringen hebben en die dan zeggen dat God in die bepaalde gebieden in onze hersenen zit en dat God dus materieel is. Maar wat zij registreren is een manifestatie van God, het zijn hersenactiviteiten die optreden als wij Gods-ervaringen hebben. We gaan maar weer kennis uit mystieke geschriften te hulp roepen. En we gaan proberen ons de onderliggende symbolische betekenissen van woorden te realiseren. Zo zeggen Hindoe’s: “Oh mens, het is niet de fout van de Ene, als jij die goddelijke Geliefde niet ziet, als jij die goddelijke Geliefde niet hoort. De Ene is voortdurend aanwezig, de Ene spreekt voortdurend tot je. Als jij dat niet ziet, als jij dat niet hoort, is dat jouw fout.” Mijn interpretatie van die tekst is: bepaalde aspecten van het spirituele zijn voortdurend aanwezig en kunnen ervaren worden; en als ik het niet ervaar ligt dat aan mij, het is dan mijn fout. Het probleem met spiritualiteit is dat ik niet beschik over geschikte woorden. Ik weet niet goed hoe ik het zeggen moet. Ik moet symbool-taal gebruiken die multiinterpretabel is: de een verstaat er dit onder en de ander dat. Daar komt nog bij dat mijn interpretatie persoonlijk is en nauw verband houdt met mijn eigen spirituele evolutie van dit moment. Hoe lossen we het probleem op? Mystieke geschriften kunnen ons veel leren over spirituele manifestatie. Maar: hoe bestudeer ik die mystieke geschriften, wat is waar, wat is verzonnen, wat is fantasie? Onze huidige wetenschap kan daarin van onschatbare waarde zijn. Onze huidige wetenschap kenmerkt zich immers door een grondige aanpak en de methode is bijna een A-B-C-tje. Om precies te zijn, het is een abcde-tje. Wat bedoel ik daarmee? A staat voor analyseren. B voor beoordelen. C is combineren. D is deduceren, en E is experimenteren. Deze methode is niet nieuw. Velen van ons herinneren zich nog Sherlock Holmes, de beroemde detective die zijn problemen wist op te lossen door analyseren, dedu29
ceren en combineren. De huidige wetenschap heeft aan deze methode met name experimenteren toegevoegd en op deze manier wordt de materie benaderd en dat heeft ons héél ver gebracht, het heeft ons diepgaand inzicht gegeven in de materiële manifestatie. We dienen ons wel te realiseren, dat de genoemde gereedschappen van onze huidige wetenschap niet altijd van a tot en met e achter elkaar gebruikt worden, nee, vaak kunnen ze door elkaar gebruikt worden, afhankelijk van de vraag van het moment. In een aantal aspecten van de spirituele manifestatie heeft onze wetenschappelijke benadering al tot grote resultaten geleid. Ik noem in dit verband de ontwikkelingen in de psychologie en de psychiatrie, die in de laatste honderd jaar tot steeds dieper gaand inzicht hebben geleid. En het opmerkelijke vind ik, dat we nieuwe woorden hebben gemaakt om dat inzicht over te kunnen dragen. Woorden deinzen terug voor het onzegbare, inderdaad, maar als wij nieuwe woorden, nieuwe begrippen maken kunnen we daarmee het onzegbare terugdringen en langzamerhand meer gaan begrijpen. Zo hebben psychologie en psychiatrie een eigen vocabulair, een eigen woordenschat en begrippenkader ontwikkeld en daarmee kunnen we nu vaak veel beter aanduiden waar we het over hebben. Als we gaan proberen bewustzijn, openbaring, geest, goddelijke waarheid, ziel als aspecten van de spirituele manifestatie met onze wetenschappelijke gereedschappen te benaderen, waar komen we dan terecht? Wat kan ons huidig wetenschappelijk denken ons leren over deze aspecten van spiritualiteit? We zouden bijvoorbeeld de volgende tekst uit een geschrift van Zarathoestra kunnen gebruiken: “Oh Heer, u bent het begin en het einde, de zin en het doel, en ook de kern van wat wij in onszelf aanvoelen. Licht en duister, goed en kwaad, zijn voor ons begrip door een diepe kloof gescheiden, maar zijn in uw wezen ondeelbaar verenigd. Geef ons inzicht, Heer.” We moeten proberen de onderliggende symbolische betekenissen van de woorden te interpreteren en met de huidige wetenschappelijke gereedschappen te benaderen. En waar komen we dan terecht? En kan ik dat in mijn materiële woorden tot uitdrukking brengen? Als ik dat probeer kom ik tot een volgende interpretatie: er is sprake van eenheid, een samengaan van alles en tegelijk alles omvattend; het gaat mijn begrip te boven, máár het is mogelijk daar inzicht in te krijgen. Spinoza heeft dat inzicht vroeger al eens kernachtig verwoord, toen hij zei: ‘God is alles wat er is.’ En vul dan het woord God in op de manier die jou op dit moment het meest aanspreekt. Je kan bijvoorbeeld zeggen: God, de Ene, Allah, Atman, Opperbouwmeester, Dat, Het, Niets, Intelligentie, Kracht, Substantie, Natuur. Het woord dat je gebruikt is niet van groot belang, maar wat wél van groot belang is, is je godsbeeld van dit moment. Wat versta jij momenteel onder jouw woord, onder jouw godsbeeld? Ik voor mij prefereer op dit moment het woord God in te vullen met de Ene. En dan krijg ik dus: “De Ene is alles wat er is.”
30
Hoe dan nu verder? Laten we maar weer gaan studeren in mystieke geschriften. In een Joods geschrift lezen wij: “Oh Heer, u doorgrondt mij en u kent mij, u weet mijn zitten en mijn gaan, u weet van verre mijn gedachten, voor er een woord over mijn lippen komt weet u het al, Heer. U bent bij me, u bent voor me, u bent achter me, en uw hand ligt op mijn schouder.” Wat kan onze huidige wetenschap over deze tekst zeggen? Kan onze huidige wetenschap ons inzicht geven in de onderliggende symbolische betekenis van deze woorden uit een Joods geschrift? De huidige wetenschap leert ons dat er overal in het universum sprake is van coherentie, van verstrengeling, van samenhang. Niets staat los op zichzelf, alles is altijd met alles verbonden. Er is sprake van een onvoorstelbaar nauwkeurige samenhang die niet aan tijd en niet aan plaats is gebonden. Het hele universum blijkt een netwerk te zijn van non-lokale onderlinge verbindingen. Het is een holistische wereldbeschouwing: alles is altijd overal aanwezig. Onbegrijpelijk. In alle tijden hebben leraren ons al voorgehouden dat we de natuur, de materiële manifestatie, moeten bestuderen willen we wijsheid, willen we inzicht verwerven. En zoals bekend is de huidige wetenschap daar uitgebreid mee bezig en is er op allerlei terreinen van de materiële manifestatie een planmatige opbouw aangetoond, coherentie, samenhang. De verschijnselen in de materiële manifestatie tonen ondubbelzinnig aan, dat er in alles sprake is van structurele vormgeving. Neem als voorbeeld daarvoor het DNA. De opbouw van het menselijk genoom, dat is de structuur van ons DNA, is enkele jaren geleden geanalyseerd en in kaart gebracht. Het was een enorm ambitieus project dat jaren heeft geduurd. Maar het is gelukt. En wat kunnen wij eruit leren? Onder meer kunnen wij eruit leren, dat als wij de structuren analyseren, er sprake blijkt te zijn van een planmatige opbouw van die structuren. En die planmatige opbouw vertoont een dermate ingewikkelde samenhang, dat daar geen sprake kán zijn van toevallige lukrake gebeurtenissen. Er is onmiskenbaar een planmatige opbouw aangetoond. In Vrijmetselaars-termen heet dat: “Het Plan van de Opperbouwmeester des Heelals.” Deze zegswijze blijkt dus geen loze kreet te zijn, het geeft realiteit weer in symbool-taal. Maar een symbool heeft niet voor iedereen dezelfde betekenis. Daarom is het zinvol te reflecteren op symbolen en met elkaar van gedachten te wisselen over wat symbolen oproepen in ons denken en voelen. De grote soefi-leraar Roemi gebruikte veelal symbolen, en al eeuwen geleden zei hij:
31
“aarde, water, vuur en lucht zijn dienaren van de Ene, en de mens is een manifestatie van de Ene in de wereld, de mens is een instrument van de Ene.” In een mystiek geschrift van Hazrat Inayat Khan lezen we dit advies: “Door het leven niet alleen van ons eigen gezichtspunt te bezien, maar ook van dat van een ander, verliezen we niets, maar verwijden we integendeel onze horizon.” Ook lezen we daar: “Als wij de Ene tot werkelijkheid maken, tot realiteit, dan zal dat ons inzicht geven.” Het volgende gedicht van Hazrat Inayat Khan gaat daarover: ZOEKTOCHT naar de ENE ik zocht U maar ik vond U niet met luide stem riep ik van de minaret ik luidde de tempelklok bij het krieken van de dag en bij zonsondergang ik baadde tevergeefs in de heilige rivier de Ganges ik kwam teleurgesteld terug van de Kaäba in Mekka op aarde keek ik naar U uit en ik zocht U ook in de hemelen en uiteindelijk héb ik U gevonden: als een parel verborgen in de schelp van mijn spirituele hart
Naschrift. Dit artikel is niet bedoeld om u te bekeren, maar om u te laten zien wat ik zie. Neem daarom van mijn woorden wat u goeddunkt en vergeet de rest.
32
Baden in waarheid
Interview met Amir Smits, centrumleider in Amsterdam
Zubin van den Besselaar en Irene Lennings Het interview vond niet zoals gebruikelijk plaats bij de geïnterviewde thuis, maar bij één van de interviewers waar na het gesprek een heerlijke maaltijd klaarstond. Anders dan anders was ook dat we niet met de gebruikelijke vraag ‘Hoe ben je bij het soefisme gekomen?’ zijn begonnen, omdat deze vraag al eens in de Soefi-gedachte van juni 2012 was beantwoord. We startten daarom met de volgende vraag: Wat trekt je zo aan in het soefisme? Amir slaakt een diepe zucht en geeft aan dat het moeilijk is om woorden te geven aan zoiets subtiels als je zielsverlangen. Dan vervolgt hij: Ik heb altijd al een sterke drang gehad naar mystiek. Maar het was heel moeilijk om een keuze te maken voor een bepaalde traditie. In mijn zoektocht in de wereld van mystiek kwam ik het boek van Karimbakhsh Witteveen tegen, waarin steeds werd verwezen naar ene Hazrat Inayat Khan. In de boekhandel stond naast het boek van Witteveen, een kopie van “de Ziel, vanwaar, waarheen”. Ik heb meer dan een uur in dat boek zitten lezen en was verkocht. Er was zo’n diepe herkenning. Dit is de essentie van wat leven uiteindelijk is, zo voelde ik. Ieder woord resoneerde en dat voelde als Baden in Waarheid. Denk je dat het soefisme ook voor jongeren aantrekkelijk is? Jonge mensen zoeken rust en een ankerpunt. In tegenstelling tot veel van de babyboomers die een aversie ten opzichte van God hebben opgebouwd door een strenge religieuze opvoeding en het vasthouden aan dogma’s, koesteren jongeren juist de oude tradities. Ze hebben geen behoefte aan de waan van de dag of aan new age. Ze zijn juist op zoek naar deze millennia oude tradities. Belangrijk voor hen is de concentratie op Murshid. Ze zien daar geen persoonsverheerlijking in, integendeel, de schoonheid van de woorden van de leraar geeft ze houvast. Het is ook zo mooi dat de interesse van vooral jongere moerieds verder gaat dan de gebruikelijke mindfulness. Natuurlijk is ook voor hen het stillen van de “mind” en het open in het “hier en nu” aanwezig zijn belangrijk. Maar zij voelen ook hoe 33
prachtig het is om, als de “mind” eenmaal verstild is, vanuit een diep voelend hart hun diepste verlangen te laten opwellen. Een Godsideaal dat helderder en helderder als een zoeklicht op hun Pad kan gaan fungeren. Dat is zo prachtig als mensen werkelijk die innerlijke reis gaan maken. De verstilling in, naar de Tempel van het Innerlijk Hart. En daar, in contact gekomen met die essentie van leven, dit ideaal meenemen in het dagelijks leven. Het daar hanterend als een kompas waarop ze veilig kunnen varen, zodat ze de reis naar Godsrealisatie kunnen maken. En het prachtige van dit alles is dat je het “model” van innerlijke ontwikkeling zoals het in de soefi-traditie wordt gehanteerd, ook kan voorhouden aan mensen die niet gelovig zijn in de traditionele zin van het woord. Want ieder mens heeft een ideaal, een droom. En ieder mens verlangt ernaar die droom te realiseren. Dat is soefisme voor mij. Mensen helpen met hun diepste droom in contact te komen, en ze de middelen aan te reiken (teksten van Hazrat Inayat Khan en de oefeningen in de innerlijke school die hij heeft nagelaten) om die droom tot werkelijkheid te maken. Op die manier kan het soefipad zelfs voor mensen die zich atheïst noemen heel vruchtbaar en heilzaam zijn. Zijn de initiators binnen de Soefi Beweging voldoende toegerust om die mensen te begeleiden? Eigenlijk is het wel merkwaardig en ook een tikje triest. Voor de meest onzinnige dingen in het leven heb je een trits aan diploma’s nodig. Maar om kinderen op te voeden heb je geen diploma nodig, hetzelfde geldt voor het begeleiden van moerieds. Dat moet je van je eigen begeleider leren, maar toch komt het regelmatig voor dat een inwijder in het diepe wordt gegooid. Begeleiders zouden meer kennis moeten hebben van het werk van Murshid, in ieder geval van de basisthema’s. Ik ga daarom in Amsterdam aan de hand van een aantal grote thema’s, dieper in op het werk van Murshid. Bijvoorbeeld over de schepping en de zin van het leven. Daarbij komen vragen aan de orde als: Wat voel je zelf als het doel van jouw leven? Wat is de reden dat jij hier op aarde bent gekomen? Dit opleidingstraject besteedt ook aandacht aan de instrumenten die de leerling bezit om zich meer bewust te worden van dat doel, van dat Levens-Ideaal. Er wordt ook gekeken hoe je datgene wat je in je diepe meditaties gegeven wordt (namelijk het toenemende contact met dat Godsideaal), ook daadwerkelijk in je dagelijks leven kan meenemen. Voor een deel gaat het hier om diepe mystiek, namelijk het in contact komen met de innerlijke wereld. Maar ook wordt er meer praktisch gekeken naar de belemmeringen die er mogelijk in de persoonlijkheid zijn, en die soms als een rem op de innerlijke weg kunnen fungeren. De gouden, zilveren en ijzeren regels uit de Vadan kunnen hier goed bij helpen. Door deze regels langere tijd tegen het licht te houden, en te kijken wat deze voor je betekenen, kan je je meer bewust worden van hetgeen er in je “mind” en je ego leeft. En steeds weer kan je toetsen: hetgeen ik in mijn dagelijks leven doe, is dat werkelijk overeenkomstig mijn ideaal? En zo nee, wat brengt me er dan toch toe om me tegen de stroom van dat Ideaal in te bewegen? Hier gaat het dan meer om een bewustwording op psychologisch niveau, ook heel belangrijk op het soefipad. De zoekende mens moet centraal staan. De initiator helpt door te luisteren naar wat mensen zoeken en daar met behulp van de Boodschap op te reflecteren. Soefi-begeleiding kan niet anders dan maatwerk zijn. Er bestaat geen 34
“blauwdruk”, een vooraf bepaalde marsroute die wij allen volgen. Dat zou immers de hele geestelijke vrijheid, die voor het soefisme zo kenmerkend is, ondermijnen. Op wat voor manier geef jij de klassen in de innerlijke school vorm? Het is belangrijk dat er een open en warme sfeer is waarin moerieds durven uit te spreken wat ze op hun hart hebben. Soms zijn er wel deelnemers aan een klas die moeite hebben met een passage in één van de teksten. Ze voelen dan weerstand, maar durven deze nauwelijks uit te spreken. Ik zeg dan altijd lachend: als je je hier, in onze innerlijke school niet durft uit te spreken over je twijfels en weerstand, waar dan wel? Daarbij is het zo fijn voor ons allen, reizigers en leerlingen op het Pad, om te merken dat we niet alleen staan in onze twijfel en kwetsbaarheid. Dit delen van wat in onze harten leeft vind ik dan ook heel belangrijk. Maar een klas moet niet verworden tot een kringgesprek. Dan is het risico immers groot dat er niet meer vanuit het hart gesproken wordt, maar vanuit de mind, dan ontstaat er een discussie en dat is zinloos. Soms zoek ik een extra tekst om moeilijke punten te verduidelijken. Aangezien ik veel van de leden die de klassen bezoeken ook zelf individueel begeleid, weet ik wel waar de “knelpunten” liggen. Ik denk dan met name aan teksten in de Sangatha’s die stellen dat soefisme geen democratie, maar aristocratie is. Ik kan dan wel met een innerlijke glimlach in het rond kijken als ik mensen wat ongemakkelijk zie schuiven. Maar als je er dan een andere tekst van Inayat Khan bij pakt, waarin dat alles weer met veel warmte, liefde en geduld wordt uitgelegd, dan zie je de weerstanden als het ware verdampen. Dat is zo prachtig. In een sfeer van verstilling lossen de weerstanden dan haast als vanzelf op. En in de woordloze stilte worden vaak de antwoorden gegeven. Zelfs op vragen die niet gesteld zijn. Wat is de rol van de begeleider op het pad? Ai, ai. Dit is wat in het Engels zo mooi wordt genoemd: a loaded question. De vraag is zo beladen omdat hier de fundamentele vraag aan de orde komt op wie we ons als leerling op het pad nu primair moeten richten. In een Communiqué van de Pir-o-Murshid Council (de internationale geestelijke raad van de International Sufi Movement) dat we allen in augustus hebben ontvangen, werd het mooi en krachtig gesteld. We hebben maar één geestelijk leraar, en dat is onze Murshid: Hazrat Inayat Khan. Dat klinkt heel mooi, maar ik kan me voorstellen dat veel mensen zich dan afvragen: hoe kan ik me verhouden tot een leraar die niet meer op aarde is? Ja, en hier aarzel ik wel even. In hoeverre kan en wil ik hier woorden aan geven. Amir aarzelt zichtbaar en vervolgt dan: in de tijd dat Inayat Khan nog leefde vroegen zijn leerlingen wel eens bezorgd hoe het nu moest als hun Murshid niet meer op aarde zou zijn. Hazrat Inayat Khan antwoordde daarop: voor de volgende generaties zal het juist makkelijker zijn zich met mij te verbinden. In mijn contact met jullie staan mijn persoonlijk magnetisme en charisma wellicht in de weg. Maar de generaties na jullie kunnen zich werkelijk innerlijk met me verbinden. Voor mij is dat het grootste geschenk op het innerlijke pad geweest. In de gedeelde stiltes met mijn eerste inwijder, Wali van Lohuizen, kon ik opeens voelen dat we niet meer met zijn tweeën zaten, maar dat Murshid voelbaar aanwezig was. In het samenzijn met de inwijder kwam dit contact in de innerlijke wereld tot stand, dat ik in de jaren daarna ook alleen steeds dieper mocht ervaren. En het is en blijft zo ontroerend voor me te 35
zien hoe soms ook in het contact met de leerlingen die ik mag begeleiden, voor hen het contact met hun Murshid voelbaar wordt. Uiteindelijk is Hazrat Inayat Khan de enige leraar. Wij zijn slechts nietige instrumenten die, dankbaar, hun werk mogen doen. Beschouw je jezelf als “streng” in je werk als begeleider? Ik zou het zelf niet streng willen noemen, zegt Amir lachend, maar eerder zuiver. Maar vervolgt hij, daar zal door sommigen wel anders over worden gedacht. Het is wel een kwestie van balanceren, zo vervolgt hij. Ik wil heel dicht bij Hazrat Inayat Khan blijven, dichtbij zijn teksten, oefeningen en inzichten. Maar tegelijkertijd altijd met een open oor. De leerling met zijn of haar vragen, de zoekende mens, staat centraal. Ik probeer heel zuiver onderdeel van de traditie te blijven, maar in de begeleiding van de moeried wil ik me op hen afstemmen, met een warm hart en luisterend oor. Wel vind ik het belangrijk dat je je als begeleider innerlijk volledig richt op Hazrat Inayat Khan. Wij als begeleiders zijn geen leraren. Wat wij vinden of voelen is niet van belang. Vernieuwingen van de leringen van Inayat Khan: ik zit er niet op te wachten. Onze enige taak is om de moeried dichter bij Murshid te brengen. En daarna kan de leerling in een steeds grotere onafhankelijkheid de weg vervolgen, levend vanuit de eigen hartkracht. Dat is het pad dat Hazrat Inayat Khan ook zo prachtig wijst in The Path of Initiation and Discipleship. Hoe zie je de toekomst van de Soefi Beweging? Het zijn organisatorisch spannende en hectische tijden. Ik droom van een Soefi Beweging waarin we meer naar elkaar gaan luisteren. Zodat we in gezamenlijkheid kunnen zoeken naar manieren om het licht van de Boodschap helderder in onszelf en in de wereld te doen stralen. Maar voor alles hoop ik dat alle verschillen van inzicht over de opvolging kunnen oplossen, wanneer we ons werkelijk als broeders en zusters liefdevol verbinden in het leerlingschap van onze Leraar, van Hazrat Inayat Khan. Het licht van de Ene is te fel om naar te kijken. Maar van de weerspiegeling van het zonlicht op het wateroppervlak kunnen we genieten. Ik hoop dat Hazrat Inayat Khan voor ons allen dat wateroppervlak mag zijn. Zodat hij ons kan helpen om, in onderlinge verbondenheid, de weg van liefde, harmonie en schoonheid te gaan.
36
Ontvankelijk zijn Kom, ga daar eens zitten. Doe helemaal niets en ontspan je. Want jouw scheiding van God Is het zwaarste werk van de wereld. Hafiz
Theo Kauffman
Een van de moeilijkste opdrachten in het spirituele leven is om ontvankelijk te zijn, d.w.z. open staan voor het nieuwe. Het willen vasthouden aan het oude is zo vertrouwd dat velen de stap om dit los te laten niet durven te nemen. En toch om vol-ledig1 te willen leven, ontkomen we hier niet aan. Het hoofdthema in het gedachtegoed van Hazrat Inayat Khan is om in de menselijke ziel het bewustzijn van het goddelijke te wekken en dat kan gepaard gaan met huiver voor het grootste geheimenis, het mysterium trememdum, zoals Charles Vergeer het zo mooi verwoordt als hij praat over de twee vrouwen die op Paasmorgen naar het graf gingen en opeens voor de Aanwezigheid van de levende God stonden en niet anders dan sprakeloos en verbijsterd waren. Een ervaring die zich bij latere mystici en leermeesters op verschillende wijze voltrok. Ontvankelijk zijn: een genade impuls of een levenshouding Voor de mysticus Meister Eckhart (ca. 1260-1327) is de unio mystica, de goddelijke eenwording, de onbetwiste hoeksteen van zijn prediking. De Godsgeboorte in de grond van de ziel is voor hem niet iets wat slechts een enkele uitverkorene ten deel valt, maar een permanent gebeuren dat hier en nu, onophoudelijk en in ieder mens plaatsheeft. Hoewel er geen weg, geen manier of mogelijkheid is om de goddelijke werkelijkheid bewust te ervaren, kunnen we deze toch wel in onszelf tot uitdrukking laten komen. Niet door iets te doen, maar juist door iets te laten d.w.z. door volkomen leeg en ontvankelijk te worden. Ontvankelijk zijn betekent dat je open staat voor het onvoorziene, het nieuwe, dat wat groter is dan jijzelf bent en daarom ook niet met het eigen begripsvermogen ‘overzien’ kan worden. Het is een radicale omdraaiing in de wijze waarop wij ons normaal gesproken verhouden tot de dingen: van een actieve, invulling gevende gerichtheid op, naar een actief wachten in stille open ontvankelijkheid. Hazrat Inayat Khan zegt hierover dat geraakt worden in je ziel een proces van genade is, waarin de mens wordt, wat God van nature is. Eckhart zegt hier verder over dat het zich ontvankelijk maken voor God inhoudt, het zich bereidwillig prijsgeven aan het oningevulde, aan de leegte die aan het eigen zijn ten grondslag ligt. Dit is alleen weggelegd voor de mens die in staat is het reeds op voorhand invulling geven aan het zijnde (van zijn voorstellingen en strevingen) los te laten en zo het zijn op zichzelf vrij te geven. De bereidheid tot het verstaan hiertoe komt niet van buiten maar dringt door vanuit het eigen wezen, vanuit de grond zelf. Vanuit een heel andere invalskoek behandelt de filosoof Martin Heidegger het begrip ontvankelijk zijn. In zijn werken ‘Over het wezen van de grond- over het wezen van de waarheid’ koppelt hij het vrijheidsdenken aan openheid, waardoor er iets kan gebeuren wat niet door jezelf gedaan kan worden. Het overkomt je. Heidegger ziet 37
vrijheid dan ook als het kiezen tussen verschillende mogelijkheden die het onvoorziene in zich bergen. Je moet je eraan overgeven om de rijkdom te ervaren die erin besloten ligt. Pas vanuit die openheid en ontvankelijkheid kan zich het onverwachte, het nieuwe zich tonen. Ook de joodse filosoof Emmanuel Levinas benadert het begrip ontvankelijk zijn op een geheel andere wijze. Het is het gelaat van de ander dat ons op het spoor zet van God en dat spoor verwijst naar een absoluut, radicaal van ons gescheiden en door ons onkenbare God. Levinas neemt hier een zeer uitgesproken standpunt in: er is geen rechtstreekse relatie tot God mogelijk. Deze verloopt altijd via de ethische relatie tot de ander. Hij zoekt als filosoof naar die omstandigheden in onze menselijke ervaring die op de meest authentieke manier het woord God doen weerklinken, de omstandigheden ‘waar God ons te binnen schiet’ als een zinvol woord. Daarom noemt Levinas de ander mijn ‘ziel, mijn inspiratie en animatie’. Alleen in wat leeg is, kan iets nieuws plaatsvinden Hoe komen we nu op ons levenspad in de fase dat we geraakt worden door het Goddelijke in ons hart? Alhoewel Hazrat Inayat Khan zegt dat dit uiteindelijk een genadeproces is, ziet hij toch ook andere mogelijkheden die de deur naar ontvankelijkheid voor ons openen. Zo zegt hij dat alleen een volkomen zwijgende geest weet - gewaar is - of er al dan iets is wat alle maat te boven gaat. En alleen in een geest die leeg is kan iets nieuws plaatsvinden. Ook Anselm Grün spreekt in zijn boek ‘Innerlijke Rust’ over een stilte ruimte die in ons innerlijk aanwezig is. Daar hebben gedachten en gevoelens, plannen en overwegingen, hartstochten en verwondingen, mensen met verwachtingen en eisen, geen toegang. En over het stromend verlangen in de mens zegt hij in het Boek van Levenskunst: niets op deze aarde, geen succes, geen man of vrouw die wij beminnen, kan onze innerlijke onrust tot bedaren brengen. We zullen pas tot rust komen als we de innerlijke bron vinden die nooit opdroogt, de geborgenheid en veiligheid waaruit we nooit worden verdreven, en een liefde die nooit eindigt en ons ontglipt. In het boek ‘De kracht van NU in de praktijk’ zegt Eckhart Tolle dat als je bewustzijn naar buiten is gericht, verstand en wereld opkomen. Als het naar binnen is gericht, wordt het zich bewust van zijn eigen Bron en gaat het terug naar huis, naar het Ongemanifesteerde. Daar kun je pas de natuurlijke staat vinden van gevoelde eenheid met Zijn of God. Je beseft dan ook dat alle dingen die echt belangrijk zijn – schoonheid, liefde, creativiteit, vreugde, innerlijke vrede – uit iets voortkomen dat het verstand te boven gaat. Kortom, we moeten de stilte gebruiken als een manier om de rijkdommen van onze innerlijke wereld te verkennen. Een stemming van vredige rust, waaruit alle zorgen en problemen verbannen zijn, is al eeuwenlang een uiterst gunstige voedingsbodem voor inspiratie. Zelf ben ik door de oefening van Assagioli - de grondlegger van psychosynthese - ‘De tempel van stilte’ 2 in contact gekomen met de grondervaringen van het leven te weten: liefde, schoonheid, intuïtie en harmonie. En omdat deze oefening de stilte in ons laat zingen en kracht geeft citeer ik hem in zijn geheel: “Stel je een heuvel voor, overdekt met groene struiken en bomen. Er leidt een pad naar de top, waar je de Tempel van Stilte kunt zien. Geef aan die tempel de vorm van je hoogste bewustzijn: edel, harmonieus en stralend. 38
Het is een lente ochtend, zonnig en aangenaam warm. Merk hoe je gekleed bent, Word je bewust van je lichaam, terwijl je het pad opgaat, en voel het contact van je voeten met de grond. Voel de verfrissende wind op je wangen. Kijk om je heen naar de bomen en struiken, het gras en de wilde bloemen, terwijl je omhoog gaat. Nu nader je top van de heuvel. Een tijdloze verstilling doordringt de atmosfeer van de Tempel der Stilte. Hier is geen woord geuit. Je staat dicht bij de enorme houten deuren: zie je handen daarop rusten en voel het hout. Weet, vóór je de deuren opent, dat je straks omringd zult zijn door stilte. Je treedt de tempel binnen. Je voelt de atmosfeer van stilte en vrede overal rondom je. Nu loop je naar voren in de stilte en je kijkt om je heen. Je ziet een grote, lichte koepel. Het licht ervan komt niet alleen van de stralen van de zon maar lijkt ook van binnenuit te komen en zich op een heldere plek te concentreren, precies vóór je. Deze stralende stilte ga je binnen en je voelt je erdoor opgenomen. Weldadige, warme en sterke lichtstralen wikkelen zich om je heen. Laat deze lichtende stilte je doordringen. Blijf twee of drie minuten rustig en helder in deze lichtende stilte. Luister intussen naar de stilte. Stilte is een levende kwaliteit, en niet alleen maar afwezigheid van geluid. Verlaat nu langzaam deze stralende plek; loop terug door de tempel en de deuren door. Buitengekomen, open je jezelf voor de indrukken van de lente: voel weer de zachte wind op je wangen en luister naar het zingen van de vogels.” Door het regelmatig beoefenen van deze stilte oefening wordt het denken tijdelijk stil gezet en kan intuïtie zich gaan manifesteren. Het mooie van intuïtie is dat deze toegang geeft tot vergezichten die het gewoonlijke bewustzijn of denken zich doorgaans niet kan voorstellen. Ze neemt de waarheid onmiddellijk en geheel waar. Zo kunnen we tot een rechtstreeks intuïtief besef komen van een innerlijke kwaliteit, een universele wet, de onderlinge verbondenheid van alles, de eenheid van alle werkelijkheid, van de eeuwigheid, etc. Voorts onthullen ze het levensdoel van de persoon, zijn of haar mogelijkheden, zijn of haar bestemming. Assagioli is van mening dat wanneer er een juiste onderlinge afstemming van intuïtie en denken plaatsvindt, waarop de aangeboden rijkdommen correct worden geïnterpreteerd, ze met de alledaagse werkelijkheid verbonden kunnen worden. Hierdoor worden intuïties bronnen van voortdurende inspiratie en stralende punten in een levend en groeiend geheel van inzichten. Ik wil eindigen met twee mooie teksten van Hazrat Inayat Khan: Het intellect is het buitenste laagje van de menselijke intelligentie; Als je het buitenste binnen keert, wordt het de bron van alle openbaring. en U komt op aarde als een duif van omhoog wanneer dharma in verval is en spreekt het woord dat u in de mond wordt gelegd zoals het licht de wassende maan vult 1 zie mijn artikel over Verbonden zijn in de Soefi-gedachte van juni 2014 2 zie Heel je leven van Pierro Ferruci, pag. 196 Literatuur: zie volgende bladzijde
39
Anselm Grün ‘Innerlijke rust. Hoe kom ik in harmonie met mezelf.’ Anselm Grün ‘Boek van levenskunst.’ Charles Vergeer ‘De kunst van de stilte.‘ Eckhart Tolle ‘De kracht van NU in de praktijk.’ France Guwy ‘De ander in ons, een inleiding in het denken van Emmanuel Levinas.’ Hazrat Inayat Khan ‘Gayan, Vadan, Nirtan.’ Marcel Braekers ‘Meister Eckhart, mysticus van het niet-wetende denken.’ Pierre Ferruci ‘Heel je leven, een nieuwe oriëntatie door psychosynthese.’ Welmoed Vlieger ‘Over het begrip ‘vrijheid’ bij Heidegger.
OVER BOEKEN Hidayat Inayat Khan. Once upon a time; early days stories about my beloved father and mother; 2e herziene uitgave. Amsterdam, Sunray.2014. 55 blz. € 14,50. Het boek is te bestellen via
[email protected] De eerste druk van deze uitgave is indertijd in het Nederlands vertaald onder de titel: Er was eens…vroege herinneringen aan mijn geliefde vader en moeder. Een vertaling van deze herziene druk is (nog niet) voorzien vandaar dat we de Engelse uitgave hier bespreken. Schrijver, inmiddels 97 jaar, is de huidige co-representive general van de Soefi Beweging die indertijd door zijn vader Hazrat Inayat Khan werd opgericht. Het boek geeft een aardig beeld van het familieleven maar ook van de eerste jaren van de Soefi Beweging omdat het familieleven en het werk van de Soefi Beweging zo met elkaar verweven zijn. In deze nieuwe uitgave zijn een aantal nieuwe foto’s opgenomen. Nieuw is ook het hoofdstuk over de Initiation of Pirani Ameena Begum, de vrouw van Hazrat Inayat Khan. Bij deze bijzondere gelegenheid waren ook de kinderen aanwezig in de Oriental room in Suresnes, waar de familie toen woonde. Deze bijzondere gebeurtenis heeft kennelijk heel veel indruk gemaakt op de toen nog jonge Hidayat. Een eenvoudig boekje dat echter door zijn eenvoud aan waarde wint en een wat ander beeld geeft van Hazrat Inayat Khan omdat het gezien is met het liefdevolle oog van een kind. Vertederend is het woord dat bij het lezen bij me op kwam. Zubin van den Besselaar
40
Soefi-centra
informatie, adressen en activiteiten AMSTERDAM
dhr. P. Smits (Amir), Warmondstraat 177 hs, 1058 KX Amsterdam. t 06 15 06 05 13
Universele Eredienst: Ignatiushuis, Beulingstraat 11, 1017 BA Amsterdam, 1e en 3e zondag van de maand 11 uur. Op de 3e zondag voorafgegaan door de Confraternity of the Message 10.30 uur.
Deventer
dhr. W.S. van der Vliet (Sikander), t 0313-650 334
Universele Eredienst: Logegebouw van de Vrijmetselaars, Rijkmanstraat 10, 7411 GB
Deventer, 3e zondag van de maand om 11 uur. DRONTEN i.o.
Apeldoorn
dhr. J.Koldijk (Kabir), Lindestraat 10, 8266 BG Kampen, t 038-3314446, 0653723207 <[email protected]> Studie bijeenkomsten in Dronten de 4e donderdag om 19.30 uur.
Arnhem
mw. L. Bredée-van Ginkel (Kamila), J Catsstraat 28, 5671 VR Nuenen, t 040-2832518, <[email protected]> Universele Eredienst: Eckartdal, Nuenenseweg 1, 5631 KB Eindhoven, 1e zondag van de maand 11 uur, Confraternity of the Message 10.30 uur.
Orientatiemiddagen: 2e zondag van de maand van 14-16 uur bij dhr. en mw. De Roos-Labeur (Corrie & At), Sparrenlaan 11, 7313 AT Apeldoorn, t 055-323 1633 mw. H.M. de Caluwé - Rombout (Maharani), Groningensingel 423, 6835 ER Arnhem t 026-3213650 <[email protected]> mw. E.Steingröver (Johara), Meidoornplantsoen 23, 6706 DB Wageningen. <[email protected]> t 0317-425 072 ('s avonds). Studieklassen in overleg. Universele Eredienst: Vrijmetselaarsgebouw, Arnhemsestraatweg 360, 6881 NK Velp (Gld) 1e zondag van de maand om 11 uur. Assen
mw. A. Stam (Iman), Keerweer 8, 9401 ES Assen, t 0592-707202 en 06-24 92 92 77 <[email protected]> Studiebijeenkomsten en klassen voor belangstellenden, broeder-zusterschapsleden en moerieds. Universele Eredienst: Loge van de ODD Fellows, Hendrik de Ruiterstraat 2, 9401 KT Assen, 3e zondag van de maand om 11 uur. Breda
mw. Margo Armaiti Leerink, coördinator. Concordiaplein 47, 4811 NZ Breda. t 06 22 81 21 10 <[email protected]> Universele Eredienst: Waalse Kerk, Catharinastraat 83-bis, 4811 XG Breda, 3e zondag van de maand om 11 uur. Den Haag
dhr. L.W. Carp (Ameen), Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag, t 070-364 4590, f 070-361 4864 <[email protected]> <www.soefi.nl/denhaag> Programma op aanvraag: 1e en 3e maandag van de maand open studie- en meditatie-klas.; open soefi-avonden, spirituele filmavonden, en besloten klassen. Universele Eredienst: Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag, elke zondag om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur.
Eindhoven
Friesland
dhr. D.Lieftink (Rama). t 0598-430422 < [email protected] >. mw. Y. VeenstraWiersma (Ynskje), Wommels. t 's avonds 0515576244 < [email protected] > Universele Eredienst: Bij de Put 15, 8911 GE Leeuwarden, 1e zondag van de maand 11 uur. Groningen
dhr. M. Voestermans (Karim) t 050-4090431 < [email protected] > Maandelijks: musical tuning en meditatie; stilte en meditatie; gespreksavond. Programma: zie www.soefi.nl onder centrum Groningen. ‘s Hertogenbosch
Coördinator: mw. D. de Vries (Saraswati), t 06 23 14 81 45 < [email protected]> Secretariaat: dhr. F.W. Roza (Frans), Stevenshofdreef 6A, 2331 CV Leiden, Universele Eredienst: op zaterdag, BBS Kruiskamp school, Jan Olieslagersstraat 51, 5224 BD Den Bosch. . Hilversum
dhr. F. van der Veer (Ganesh), Kogge 13, 1261 VK Blaricum, t 035-5312130 < [email protected] >. Studieavond voor belangstellenden: 1e ma. v.d. maand om 19:30u. Broederschapsavonden: elke 3e donderdag van de maand. Voor beide activiteiten svp eerst contact opnemen. Universele Eredienst: Gebouw ‘De Vereniging’, Oude Enghweg 19, 1217 JB Hilversum (bij raadhuis Dudok). Elke 2e zondag v. d. maand 11 u. 41
Regio Katwijk, Wassenaar
Regioleider: drs. J. Belt (Munir) Eykendonck 32, 2211 SG Noordwijkerhout. t 0252-373145 <[email protected]> Murad Hassil, mw. Nora Kerssies, wakil. t 06 38 27 95 29
fitempel.nl> <www.soefitempel.nl> Universele Eredienst: Universel Murad Hassil, Zuidduinseweg 5, 2225 JS Katwijk aan Zee, 1e, 3e en 4e zondag van de maand 11 uur. Confraternity of the Message 1e en 3e zo. 10.30 u. Iedere 4e zo. spreekt Karimbakhsh Witteveen. Rotterdam
dhr. B. de Wreede (Bauke), t 06 24 64 66 94 < [email protected] > t Centrum 010-751 0500 Studie- en belangstellendenavonden: 1e maandag van de maand, opgave vooraf. Universele Eredienst: Soeficentrum Provenierssingel 41, 3033 EG Rotterdam, 2e en 4e zondag van de maand, 11 uur. Twente
dhr. J. Sniekers (Rahim), t 074-250 2479, <[email protected]> Universele Eredienst: Nivoncentrum, Lodewijkstraat 1, 7553 LB Hengelo, 2e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10 uur. UTRECHT / BILTHOVEN
mw. J.L. van Male (Sakya), t 030-2723522 Universele Eredienst: Huize ‘Het Oosten’, Jan Steenlaan 25, 3723 BT Bilthoven, laatste zondag van de maand om 11 uur. Zeeland
mw. N. Gortzak (Nuria), Mme. Curiestraat 63, 4532 JX Terneuzen, t 0115-530599 en 06 40 55 61 31 Studiebijeenkomsten: 2e dinsdag van de maand. Info mw. A. van Schaik (An), t 0118-412875. Universele Eredienst: Gebouw de Vier Elementen, Breeweg100, 4335 SK Middelburg, 1e zondag van de maand om 11 uur. ZUID LIMBURG
mw. Ingeborg Wuester (Hakima) Er zijn maandelijkse bijeenkomsten en om de twee maanden op zaterdagmorgen open klassen. Zwolle
dhr. C. Koster (Karim), Tijnje 48, 8033 AR Zwolle, t 038-4541817, Universele Eredienst: Bloemendalstr. 11, 8011 PJ Zwolle, 4e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur. In Meppel is een Soefi-groep die elke 4e di. v.d. maand bijeenkomt. Contactadres: Zuideinde 46, 7941 GH Meppel. <[email protected]> 42
<www.soefimeppel.nl>. Informele Eredienst: Engelandseweg 19, Wezep, 2e zondag van de maand om 10 uur. SOEFI BEWEGING NEDERLAND
Algemeen Secretariaat Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag t 06 47 85 41 63. website: www.soefi.nl email: < [email protected] > Penningmeester dhr. B. de Wreede (Bauke), t 06 24 64 66 94 of 010 7510500; bank.rk.nr: NL71INGB 0000 7775 55 tnv. Stichting Soefi Beweging Nederland. Nationaal Vertegenwoordiger dhr. L.W. Carp (Ameen) t 070-364 45 90. Nationaal secretaris mw. L. Grashuis (Wahdud), t 070-364 45 90 (werk) en 070-387 17 05 (thuis) Lidmaatschappen van de Soefi Beweging Lidmaatschappen lopen via de centra. U zoekt een centrum uit waar u lid van wilt worden en meldt u daar aan. U betaalt uw jaarlijkse bijdrage ook aan het betreffende centrum. Er bestaan verschillende vormen: Vriend: Als je de Soefi Beweging wilt ondersteunen kan je voor € 70,00 per jaar “vriend” worden. Je ontvangt dan ook vier keer per jaar De Soefi-gedachte. Broeder- en zusterschap: Als je actief wil deelnemen aan de Soefi Beweging, is de eerste stap om broeder/zusterschapslid te worden. Dat kost € 70,00 per jaar (voor een echtpaar € 105). Je ontvangt dan het kwartaalblad De Soefigedachte en uitnodigingen voor diverse broeder/zusterschapsactiviteiten en de Zomerschool. Moeried: Daadwerkelijk het soefipad volgen begint met inwijding in de Innerlijke School. Je wordt dan moeried (leerling). Je krijgt persoonlijke begeleiding en kan de esoterische klassen volgen in het centrum waar je je hebt aangemeld. Moerieds betalen per jaar (incl. abonnement op De Soefi-gedachte): Alleen Echtpaar Laag € 100,00 € 150,00 Normaal € 160,00 € 240,00 Hoog € 235,00 € 355,00 Abonnement op de Soefi-gedachte: Je kunt een los abonnement nemen op het kwartaalblad De Soefi-gedachte door je met volledig postadres aan te melden via [email protected] en € 16,00 te storten op rekening nr. NL71INGB 0000777555 t.n.v. Stichting Soefi Beweging Nederland, o.v.v. “nieuw abonnement De Soefi-gedachte”. Nieuwsbrief: Wil je geïnformeerd blijven, geef je dan op voor de Nieuwsbrief via www.soefi.nl . Ondersteunend lid: Wanneer men als lid van een andere Soefi organisatie tevens ondersteunend lid van de Soefi Beweging wil zijn, betaalt men € 20,00 per jaar en ontvangt men ook De Soefi gedachte.
international sufi movement
Office Headquarters: Banstraat 24, 2517 GJ Den Haag, t 070-365 76 64. website: www.sufimovement.org DARGAH
Financiële bijdragen voor het sociale, culturele en extra soefi-werk bij de Dargah, rekeningnr.: NL04 INGB 0000 6165 77 t.n.v. Dargah Fonds te Den Haag. Voor organisatie, onderhoud, inrichting van nieuwbouw en guest house, rekeningnr.: 43 02 43626 t.n.v. Dargah-fonds te Den Haag. Schenkingen van boeken enz. (alle talen!): Wali van Lohuizen t 035 538 98 93 Bijzondere activiteiten
Alle activiteiten van Soefi Beweging Nederland en overige soefi-organisaties zijn te vinden op www.soefi.nl. Daar kunt u zich ook abonneren op de Nieuwsbrief. Zie voor algemene informatie over soefisme: www.soefikalender.nl SOEFI BEWEGING BELGIË
mw. L.D. Deslée (Leela), Sportstraat 100, 900 Gent. Broederschapsvertegenwoordiger in België. info: [email protected].
RetreaT Zuid-Afrika
Met als thema 'A grain of corn' zal de 26e tweejaarlijkse Zuid-Afrikaanse zomerschool (retreat) plaatsvinden in Kaapstad van 25 april tot 2 mei 2015. Aan de Retreat zelf zijn geen kosten verbonden: informatie over kosten van maaltijden en accommodatie volgt nog. Wie zich opgeeft per email krijgt daarover nadere informatie en te zijner tijd het precieze programma. In verband met de organisatie wordt men verzocht vroegtijdig contact op te nemen. Inlichtingen: [email protected] of [email protected]
Andere organisaties
Sufi Ruhaniat NL: Ariënne & Wali van der Zwan. www.peaceinmotion.eu t +49 (0)2294 993 78 41 en +31 651 30.34.39 (GSM). < [email protected] > Soefi Orde: Dutch Sufi Information Centre:
Jamila Mieke Betten t (00-31)(0)30-2689298 < [email protected] >
Sufi Way NL: dhr. E. Koole (Elmer), Oudeweg 31,
9364 PR Nuis. t 0594-549863 < [email protected] >
*** wat geweldig dat niemand ook maar één moment hoeft te wachten met het verbeteren van de wereld Anne Frank ***
BOWL OF SAKI
Een aanrader: via email kunt u de fraaie engelstalige Bowl of Saki dagelijks gratis toegestuurd krijgen. Via www.wahiduddin.net/saki komt u op de site, waar u zich kunt inschrijven. SOEFISME OP YOUTUBE
In samenwerking met de Soefi Beweging in Amerika is de Soefi Beweging Nederland op youtube te zien en te beluisteren. Klik op: *www.youtube.com/user/UniverseelSoefismeNL *www.youtube.com/user/IntSufiMovementUSA ELEMENTENRITUEEL
In het Elementen Ritueel worden Aarde, Water, Vuur, Lucht en Ether gesymboliseerd. Daulat Rosdorff leidt deze activiteit en nodigt iedereen uit voor deelname aan deze mystieke ervaring. Meer informatie: www.soefielementenritueel.nl, en via email: [email protected]. 43
VERENIGING SOEFI-CONTACT Soefi-Contact is een landelijke vereniging met afdelingen in Haarlem, Alkmaar en Bussum. De vereniging heeft als doel: het stimuleren van de studie van Hazrat Inayat Khan's ideeën, alsmede het in praktijk brengen ervan, dit in de ruimste zin van het woord. Landelijk centrum en dagelijks bestuur Landelijk centrum: Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40, 2011 BE, Haarlem. Website: www.soefi-contact.nl Voorzitter: dhr. E.H.K. Logtmeijer, t 035-6918347 Secretariaat: mw. S.P. Loedeman, Grote Houtstraat 144G, 2011 SW Haarlem, t 023-5424529 e-mail: [email protected] Penningmeester: dhr. B.P.T.Cornelissen, Rietveldlaan 12, 6708 SB Wageningen. t 0317-425 347 e.mail: [email protected] Het verenigingsjaar van Soefi-Contact loopt van 1 juli t/m 30 juni. De contributie kan worden overgemaakt op bankrekening: NL36 INGB 0004 2390 48 t.n.v. Soefi-Contact te Wageningen. Adreswijzigingen / mutaties en opgave van (nieuwe) leden en belangstellenden graag via het secretariaat, mw. S.P. Loedeman. Landelijke activiteiten www.soefikalender.nl www.soefi-contact.nl www.facebook.com: soefi-contact Activiteiten afdeling Haarlem (Soefi-Huis) Alle activiteiten in Haarlem vinden plaats in het Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40 te Haarlem. Universele Erediensten: iedere tweede en vierde zondag van de maand; aanvang 11.00 uur. Bezoek bibliotheek is mogelijk na de dienst. Informatie: 023-5272249 of 023-5370585, e-mail: [email protected] of [email protected] Activiteiten afdeling Alkmaar Universele Erediensten: elke eerste zondag van de maand in de Remonstrantse Kerk, Fnidsen 37, 1811 ND Alkmaar; aanvang 11.00 uur. Informatie: dhr. Michaël Schouwenaar, Vatropperweg 5, 1779 GE Den Oever, t 0227-512265, e-mail: [email protected] en dhr. Nathan Feenstra t 072-5615712 Activiteiten afdeling Bussum Informatie over activiteiten: mw. E. Schurink, t 035-6912990 en dhr. Karim Logtmeijer, t 035-6918347, e-mail: [email protected].
44