De virtuele studentengemeente
Taakgroep Jongeren- en Studentenwerk Utrecht, 27 augustus 2005 Tweede versie
1
1-Inleiding De Taakgroep Jongeren- en Studentenwerk is door de Remonstrantse Broederschap aangesteld om het studentenwerk binnen de eigen gemeente en binnen de studentenpastoraten te stimuleren. In april 2004 heeft de taakgroep het rapport Best Practices. Kansen en invulling voor het studentenwerk opgesteld. In dit rapport zijn een dertigtal succesvolle activiteiten opgenomen die op studenten gericht zijn. Om deze ideeën uit te voeren is het echter noodzakelijk een groep belangstellende studenten bij elkaar te kunnen brengen. Voor veel betrokkenen bij het studentenwerk is dit het grootste vraagstuk: via welke wegen zijn studenten te bereiken?
De Taakgroep Jongeren- en Studentenwerk besloot een inventarisatiestudie uit te voeren om de elektronische mogelijkheden om studenten te bereiken te onderzoeken. Wellicht reikt de populariteit van internet ons antwoorden aan op de vraag naar de bereikmogelijkheden onder studenten. In het eerste deel van dit rapport zetten we deze mogelijkheden uiteen. In het tweede deel van het rapport behandelen we twee wijzen waarop de gemeente met de mogelijkheden van internet kan omgaan: ‘de e-assisted gemeente’, waar internet de traditionele activiteiten van de geloofsgemeenschap ondersteunt, en de ‘virtuele studentengemeente’, die met uitsluiting van traditionele middelen, geheel gebaseerd is op nieuwe vormen van communicatie. Doelstellingen van de Virtuele Studentengemeente -
Met behulp van de elektronische communicatie studenten de mogelijkheid bieden om een betere invulling te geven aan hun eigen geloofsovertuiging. Een eerste aanzet geven tot het opstarten van een virtuele studentengemeente. De virtuele belangstelling van studenten vertalen naar een concrete werkelijkheid.
2- De kansen en mogelijkheden van internet Om verwarring te voorkomen ter introductie eerst de officiële definitie van internet: Losely coupled autonomous networks that adhere voluntary to certain (internet) protocols and procedures. Internet is dus in wezen meer een filosofie om netwerken (van computers) aan elkaar te koppelen,dan een gestructureerd (technisch) systeem. Internet als systeem heeft geen ‘eigenaar’ en geen verantwoordelijke; er is derhalve ook geen toezicht en alleen ‘zelfcontrole’. Internet biedt daardoor een scala aan mogelijkheden om informatie uit te wisselen en te
2
delen, geheel los van tijd en plaats; men kan passief informatie raadplegen, dan wel actief informatie toevoegen, door het plaatsen van ‘gegevens’ op een website, door het aanbieden van ‘gegevens’ via e-mail of een website, of door deel te nemen aan ‘discussies’ via een ‘webforum’ op een website, e-mail of nieuwsgroepen. Internet bestaat sinds 1969; de doorbraak voor de commerciële wereld begon met de ontwikkeling van het world wide web sinds 1991. De bij het brede publiek in gebruik zijnde toepassingen van internet worden hierna behandeld.
2-1-Email E-mail is het versturen van berichten via internet. E-mail bestaat sinds 1971 en is rond 1995 populair geworden bij het grote publiek. Tegenwoordig is het leven zonder e-mail haast ondenkbaar. E-mail wordt vaak gebruikt voor korte, informele berichten, en bevordert een snelle communicatie. Veel postpapier is door de invoering van e-mail overbodig geworden. Vrijwel iedere student heeft de beschikking over e-mail. Dit vergemakkelijkt onder andere het contact tussen student en docent. Op korte vragen over een artikel kan de student bijvoorbeeld een snelle reactie verwachten van de docent. E-mail bevordert het contact met instanties of docenten in het buitenland. De hogeschool, de universiteit en studie- en studenten-verenigingen sturen regelmatig nieuwsbrieven naar hun achterban. Georganiseerde verbanden als jaarclubs en disputen groeperen de adressen van hun leden zodat er makkelijk een onderlinge afstemming kan ontstaan of een mededeling aan de leden doorgegeven kan worden. De berichtgeving via e-mail kan dus individueel zijn, dan wel collectief (zoals bij nieuwsbrieven) aan besloten groepen (zoals leden van een vereniging), of aan openbare groepen (meestal onderwerpgebonden), waarvoor men zich dikwijls kan aanmelden. Kerkelijke instanties maken uitgebreid gebruik van e-mail. Op de sites van kerken staat vrijwel altijd het e-mail adres van de predikant. E-mail verlaagt de drempel om contact op te nemen met een predikant of pastoraal werker. Op de sites van sommige evangelische gemeenten staat het e-mail adres van de voorganger ter beschikking voor pastorale vragen en gesprekken. De zondagse preek kan ook via e-mail naar belangstellende worden verstuurd. De administratie van de Haagse Kloosterkerk stuurt bijvoorbeeld iedere dinsdag de preek van de zondag daarvoor naar ruim 150 adressen. Bedrijven, winkels en organisaties houden hun klanten of leden regelmatig op de hoogte van hun programma en activiteiten door het zenden van een nieuwsbrief. Zinweb, een trefpunt op internet voor zingeving, stuurt elke veertien dagen een nieuwsbrief naar belangstellenden over nieuwe artikelen en specials op haar site.
3
2-2-Websites Een website is een presentatie via internet. Iedere website heeft een homepage (openingspagina) van waaruit bezoekers andere rubrieken kunnen aanroepen. In tien jaar tijd is internet geworden tot hèt medium om informatie op te zoeken. Over ieder onderwerp is wel iets op internet te vinden. In januari 2005 waren er ruim 800 miljoen webpagina’s bereikbaar via internet. Voor het vinden van wat er allemaal op internet staat kan gebruik worden gemaakt van een zoekmachine, waarvan de meest gebruikte Google is. Google maakt van internet een soort 'totale encyclopedie'. Door geavanceerde opties van Google te gebruiken kan heel gericht gezocht worden naar specifieke informatie. Evangelische organisaties hebben vrij snel de mogelijkheden van internet ontdekt. Deze sites worden goed bezocht en verwijzen regelmatig naar elkaar. Een drukbezochte evangelische sites voor jongeren is Adios.nl, die maandelijks 45000 bezoekers trekt. Op de site worden morele dilemma’s vanuit het bijbelse gedachtengoed behandeld. Op een serieuze manier komen onderwerpen aan de orde die jongeren bezig houden. Dagelijks worden nieuwe artikelen aan adios.nl toegevoegd. De site is vrij anoniem, het is niet mogelijk om in discussie te treden met anderen. Wel is het mogelijk om te reageren op een artikel. Vergelijkbaar met adios.nl is de site www.waaromgod.nl. Deze site richt zich ook op jongeren en wil hen zonder ‘vakjargon’, in ‘duidelijke taal’, informatie aanbieden over God, Jezus en de bijbel. De site wordt maandelijks door 8000 mensen bezocht. Deze 8000 bezoekers bekijken samen zo’n 80000 pagina’s. Waaromgod.nl kent waarschijnlijk een trouwe aanhang die regelmatig de site opzoekt. De grotere, traditionele kerkelijke organisaties hebben alle een gedeelte voor jongeren op hun site. Deze pagina’s zijn vooral informatief van karakter en bieden geen interactieve mogelijkheden. De presentatie is vaak sober, er wordt weinig moeite genomen om de site er voor de jongerendoelgroepen aantrekkelijker uit te laten zien. De studentenecclesiae gebruiken hun sites om hun jaarprogramma te kenbaar te maken. Deze sites worden in het algemeen zeer onregelmatig bijgehouden. Het aantal kerken dat een eigen site beheert groeit snel. Bij de remonstranten hebben 37 van de 47 gemeenten een eigen pagina op het web. De landelijke site van de remonstranten trekt gemiddeld 2000 bezoekers per maand, die 3200 pagina’s bezoeken. Onder studenten is internet razend populair. Wekelijks gaan nieuwe pagina’s van huizen, jaarclubs, disputen of studieverenigingen de lucht in. Op deze sites ontstaan spontaan dikwijls kortlopende, levendige discussies, kan op een digitaal prikbord een mededeling geplaatst worden en staan de activiteiten van het gezelschap op een rijtje. Een rondgang langs deze sites toont aan hoe actief de studenten met internet bezig zijn. Op ieder moment van de dag laten ze langs deze weg van zich horen.
4
2-3-Weblogs, discussiefora en nieuwsgroepen -Weblogs: een weblog is een persoonlijk dagboek via internet. Alles wat iemand meemaakt en bezighoudt kan hij op internet plaatsen en zo met andere delen. Het installeren en onderhouden van een weblog vergt weinig technische kennis. Het invoeren van materiaal (tekst, foto’s) is vrij eenvoudig. Met name onder publieke bestuurders als politici en bijvoorbeeld bekende artiesten zijn weblogs populair. Dagelijks kunnen zij via een weblog hun achterban en geïnteresseerden op de hoogte houden van hun activiteiten en standpunten. Op www.web-log.nl staan duizenden weblogs geregistreerd. De meeste weblogs worden onderhouden door particulieren die hun interesses willen delen met anderen. Het uitwisselen van recepten is bijvoorbeeld erg populair. Onder studenten zijn weblogs niet populair, aangezien ze vaak op één persoon gericht zijn en regelmatig vernieuwd dienen te worden. -Discussiefora: Het verschil tussen de laatstgenoemde weblogs en discussiefora is klein. Weblogs zijn persoonlijke en vaak spontane initiatieven, discussiefora worden dikwijls door een bestaand verband rond één specifiek (actueel) onderwerp georganiseerd en springen minder in op de actualiteit van de dag. Discussiefora lenen zich echter bij uitstek voor religieuze onderwerpen. Credible.nl is een christelijk jongeren forum voor actieve jongeren. Credible wordt gerund door actieve christelijke jongeren, die dagelijks de nieuwe berichten toetsen aan de ‘christelijke normen en waarden, gebaseerd op de Bijbel’. Opvallend is dat onderwerpen rondom liefde en relatie op heel veel respons kunnen rekenen op internet. Jongeren kunnen hier blijkbaar in hun directe omgeving niet over praten. Via een forum kunnen zij over deze onderwerpen praten. Op credible.nl zijn circa 11000 bijdragen van webbezoekers aan het onderwerp ‘relatie’ gerelateerd. Jongeren komen met zeer specifieke vragen en krijgen van vele kanten respons. De antwoorden van deze deelnemers roepen ook veel reacties op, zodat er vrij snel een levendig debat ontstaat. Op een fotosite kunnen de deelnemers aan credible.nl hun foto op de site plaatsen. De indruk kan opkomen, dat het forum ook een ontmoetingsplek is voor christelijke jongeren. Een groot aantal van de deelnemers spreekt bijvoorbeeld de hoop uit een partner te vinden via het forum. Een nieuw fenomeen op internet zijn de vriendennetwerken, waarvan hyves op dit moment de populairste is. Zes maanden na de lancering van de site hebben 130.000 mensen zich inmiddels aangemeld. Hyves richt zich op jongeren van 18 tot 30 jaar. Een vriend of vriendin stuurt een uitnodiging voor Hyves per e-mail. Eenmaal aangemeld, krijgt het lid een eigen pagina waarop hij zijn netwerk (vrienden, vrienden van vrienden), profiel, foto's en e-mails beheert. Andere hyvers kunnen op die pagina een 'krabbel' achterlaten, vrienden kunnen een 'testimonial' schrijven. Een lid kan zich ook aanmelden bij een van de vele Hyves, een publieke of besloten groep waarbij over een bepaald onderwerp berichten uitgewisseld worden. De onderwerpen variëren sterk: van de populaire Happy Singles Hyves (meer dan 700 leden) tot de obscure hyves over de Neusaap (bijna 1000 leden). Ook studentenverenigingen
5
(meer dan 1200 verschillende hyves), sporten zoals hockey en steden (amsterdamcity telt zo'n 400 leden) zijn onderwerp van gesprek. -Nieuwsgroepen zijn vergelijkbaar met discussiefora. Nieuwsgroepen beschikken vrijwel altijd over een set van doelstellingen en afspraken, vrijwel altijd het ‘charter’ genaamd. Dit charter wordt meestal automatisch aan nieuwe deelnemers gezonden en/of periodiek in de nieuwsgroep geplaatst. Alle bijdragen aan alle nieuwsgroepen worden door Google gearchiveerd en zijn via deze zoekmachine doorzoekbaar, ook door niet-deelnemers aan een nieuwsgroep.
2-4-Chatten en MSN Chatten is het voeren van een gesprek door het heen en weer typen van een tekst tussen twee gebruikers van computers die tegelijkertijd met internet verbonden zijn en dezelfde website op het scherm hebben, die als zogenaamde ‘chatroom’ fungeert. Het gesprek kan snel verlopen, aangezien de ingetypte tekst meteen doorgestuurd wordt en bij de andere deelnemer(s) op het beeldscherm verschijnt. Er bestaan duizenden ‘chatrooms’ op internet. Opvallend is het aantal chatrooms dat op het starten van relaties gericht is. Op internet bestaan zeer weinig studenten chatrooms. Studenten maken wel uitgebreid gebruik van MSN.Het programma MSN is een zogeheten ‘Internet Relay Chat’ voorziening en kan enigszins vergeleken worden met een chatroom, de deelnemers worden echter door de gebruiker uitgekozen. MSN wordt gebruikt door PC-gebruikers die tegelijkertijd ‘online’ zijn via internet en de IRCvoorziening zoals MSN aan hebben staan, om een kort bericht aan iemand door te geven, of om snel een afspraak te maken. Een aantal predikanten is aangemeld op MSN en staat open voor een gesprek met jongeren via dit medium. MSN is niet geschikt om een kring te vervangen, omdat de deelnemers vaak te veel langs elkaar heen praten.
2-5- Een vrijzinnig trefpunt op internet: Zinweb Het project Zinweb, een trefpunt op internet voor spiritualiteit, reflectie en ethiek, is in mei 2003 van start gegaan op initiatief van het Nicolette Bruiningfonds. Zinweb beoogt het stimuleren van een ondogmatische, kritische en creatieve stijl van omgaan met zingevings- en geloofsvragen. Sindsdien is het project blijvend in beweging. Maandelijks surfen ongeveer 25.000 internetgebruikers langs Zinweb, en blijven daar gemiddeld acht minuten hangen. Dit is voor een website een vrij lange periode. De nadruk van Zinweb ligt op de openingssite, de ‘zinweb e-zine’, die dagelijks wordt vernieuwd met nieuwe artikelen en zich meestal richt op een wekelijks thema. Deze
6
thema’s variëren van een special over kinderboeken tot een aanbod aan artikelen rondom Albert Schweitzer. Deze speciale edities worden in samenwerking met een gastredactie voorbereid. Zinweb heeft verder meegewerkt aan het ontwikkelen van twee nieuwe sites. In samenwerking met de vrijzinnige kerken is de site Zinprofiel opgestart. Zinprofiel wil een nationale vrijzinnige kerkbode worden, waar alle vrijzinnige organisaties artikelen en informatie op kunnen plaatsen. De tweede nieuwe site is Zingids, en is opgestart in samenwerking met de IKON. Op Zingids staat een volledig programma-overzicht van wat de media bieden aan programma’s over levensbeschouwelijke onderwerpen. De site biedt de gelegenheid aan de om voorbeschouwingen en recensies te schrijven over deze programma’s. Naast radio en televisie biedt Zingids aandacht voor theaterprogramma’s, bioscoopfilms en museum-exposities. Zingids is sterk op de interactie gericht. Een reactie of kritiek op een reeds geplaatste recensie wordt gestimuleerd. Zinweb is bereid haar ervaring en bekendheid beschikbaar te stellen aan nieuwe (vrijzinnige) initiatieven.
3- Ondersteuning of vervanging? We hebben beschreven hoe internet de activiteiten van de geloofsgemeenschap op verschillende manieren kan ondersteunen. In het volgende gedeelte zullen we twee wijzen behandelen waarop de gemeente met de mogelijkheden van internet kan omgaan.
3.1- De e-assisted gemeente De e-assisted gemeente houdt vast aan traditionele vormen: op zondag vindt er een bijeenkomst plaats, de predikant legt pastorale bezoeken af en de gemeenschap organiseert kringen en lezingen voor haar achterban. De e-assisted gemeente wil namelijk de menselijke interactie voorop stellen. Er is pas sprake van een geloofsgemeenschap wanneer een groep mensen daadwerkelijk bij elkaar komt. Internet kan de activiteiten van de gemeente op de volgende wijzen ondersteunen en aan studenten kenbaar maken: • Uitbreiding van de P.R.- mogelijkheden De website van de gemeente is een belangrijk visitekaartje voor geïnteresseerden en voor de leden. Met behulp van zoekmachines kan de student via trefwoorden (bijvoorbeeld ‘religie’, ‘spiritualiteit’, ‘bezinning’, ‘vrijzinnigheid’) of via een gerichte zoekopdracht op de site van een gemeente terecht komen.
7
Het is van groot belang om de site regelmatig bij te houden, door nieuwe artikelen en foto’s toe te voegen. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat de bezoeker de site slechts eenmaal opent en zijn zoektocht elders voortzet. De lay-out van de site hoeft niet hip en modern te zijn. Studenten die een remonstrantse site bezoeken verwachten concrete en degelijke informatie. De concurrentie op de religiemarkt is op internet groot. De site moet daarom overzichtelijk zijn, aan de bezoeker moet binnen een oogopslag duidelijk worden gemaakt wat hij kan verwachten (het is af te raden om grote hoeveelheden tekst op de startpagina te plaatsen). • Bevordering van de communicatie Via e-mail kunnen studenten eenvoudig en snel op de hoogte worden gehouden van activiteiten die hen zouden kunnen interesseren (bijvoorbeeld over een studentenkring, een dienst die mede door studenten is voorbereid of een actueel debat). Voorwaarde hiervoor is dat de predikant of een kerkenraadslid regelmatig een databank onderhoudt met e-mail adressen van belangstellenden. E-mail kan ook het persoonlijk contact met de predikant stimuleren. Als de gegevens van de predikant duidelijk genoteerd staan op de website kan de bezoeker vrij gemakkelijk een vraag stellen aan de predikant. Belangstellenden kunnen via e-mail met de predikant een discussie starten over de preek, een kring, of een gemeenteavond. Een dergelijke discussie kan ook opgezet worden via een discussieforum. De discussies tijdens een studentenkring zijn vaak erg geanimeerd en gaan vaak tot laat door. Een kring kent echter vaste tijden. Door een discussieforum op te starten wordt aan de deelnemers de kans geboden om hun discussie virtueel voort te zetten. Via Zinweb kan de gemeente een verslag van haar activiteiten op het net plaatsen en zo aan een groter publiek duidelijk maken. • Een open en laagdrempelige sfeer De e-assisted gemeente wordt gekenmerkt door een open en laagdrempelige sfeer. Het contact met de predikant en onderling beperkt zich niet meer tot het kerkgebouw. Voor inhoudelijke of praktische mededelingen kan men altijd bij elkaar terecht. E-mail verlaagt de drempel om contact te zoeken met de predikant voor een theologische of pastorale vraag. Een (relatief) onbekende wordt eerder gemaild dan opgebeld. Weinig gemeenten en predikanten maken gebruik van chat of MSN. Dit is een aandachtspunt voor de toekomst. Het aantal studenten dat regelmatig op MSN inlogt is de afgelopen twee jaren explosief gestegen, mede door de popularisering van ADSL. Een predikant of kerkenraadslid zou een account kunnen openen op MSN en daar regelmatig gebruik van maken. Op eenvoudige wijze kan hij/zij vervolgens door belangstellenden worden aangesproken.
8
Internet biedt de gemeente voldoende middelen aan om studenten langs nieuwe wegen te bereiken en om haar activiteiten te ondersteunen.
3.2- De virtuele studentengemeente Waar een e-assisted gemeente vast houdt aan traditionele activiteiten als kerkdiensten, kringen en pastorale gesprekken, richt de virtuele studentengemeente zich volledig op gemeenschapsvorming, aanbod van bezinningsmateriaal, inspiratie en pastorale dienstverlening door middel van nieuwe vormen van communicatie. De predikant kan in plaats van een preek te houden, een overdenking schrijven en rondzenden als middel voor inspiratie en stof tot webdiscussie, bijvoorbeeld via MSN. Als een student op dat moment niet beschikbaar is, kan op een later tijdstip met hem/haar van gedachte worden gewisseld over de preek. Kringen vinden plaats op een chatgroep. Zo mogelijk worden pastorale vragen per e-mail beantwoord. Op Zinweb kan contact worden gezocht met virtuele studentengemeenten uit andere steden en landen. De virtuele studentengemeente levert verschillende voordelen op: -Vrijzinnige geloofsgemeenschappen hebben steeds minder leden, en de gemiddelde leeftijd van de overgebleven leden is erg hoog. Dit schrikt vele jongeren en studenten af om een vrijzinnige kerk te bezoeken. Bij een virtuele studentengemeente is er geen rechtstreeks contact tussen de kerkleden. Als de site er spannend genoeg uitziet hoeft de eerste indruk van de gemeente niet negatief te zijn. -De aanvangstijd van de zondagse kerkdienst doet de student ook vaak beslissen om thuis te blijven. Een virtuele gemeente kan op ieder moment van de dag bezocht worden. De aanvang van gemeenschappelijke activiteiten via het net kunnen op een door de deelnemers afgesproken tijd plaatsvinden.
Bij een virtuele studentengemeente ligt de nadruk op de intellectuele kant van het geloof. Er is weinig ruimte om emoties uit te drukken. Een virtuele studentengemeente kan daardoor niet de plaats van een ‘traditionele’ gemeente volledig overnemen, maar de dienstverlening vergoten door de ‘permanente’ beschikbaarheid, waarbij de behoefte aan fysieke samenkomst (die toch het hart van elke gemeente is, ook van een studentengemeente) in frequentie kan worden verlaagd. Een samenwerking met een freelance predikant is een optie. Als de student behoefte heeft aan een persoonlijk contact kan hij een afspraak maken met een freelance predikante.
4- Conclusies Uit het onderzoek van de Taakgroep Jongeren- en Studentenwerk kan geconcludeerd worden dat de betrokkenen bij het studentenwerk op verschillende manieren gebruik kunnen maken van elektronische mogelijkheden om studenten te bereiken.
9
Dit rapport behandelt praktische voorbeelden van het gebruik van internet door religieuze instanties. Betrokkenen bij het studentenwerk kunnen zich hierdoor laten inspireren. De Taakgroep Jongeren- en Studentenwerk staat gemeenten en pastores te beschikking bij het beantwoorden van technische of inhoudelijke vragen over het omgaan met internet.
5- Stappenplan voor het oprichten van een virtuele studentengemeente 1. Vastleggen van domeinnamen, bijvoorbeeld: i. virtuelestudentengemeente.nl ii. e-kklesia.nl iii. e-kerk.nl iv. cyberkerk.nl v. e-remo.nl 2. Onderzoeken technische mogelijkheden en nagaan wat de kosten zijn (voorkeur voor niet-commerciële bouwers): i. individuele e-mails en e-zines ii. chatfunctie iii. forums iv. enquêtes v. weblogs vi. hyves vii. SMS-en (bv samen naar de kerkdienst in Naarden) viii. contactgroepen – regionaal, met o.a. huiskamerbijeenkomsten ix. websites x. preek en kerkdienst – downlaadbaar in video en geluidsformaat 3. Nagaan van bestaande websites met raakvlakken e-kklesia.nl / virtuele studentengemeente.nl a. Christian website design: http://www.ecic.info/55_37.asp b. European Christian Internet Conference: http://www.christianweb-masters.com/ c. Model wat betreft formaat: “clubs”: http://www.clubs.nl/ d. Church-online ministries, een Nederlandse internetkerk: http://www.church-online.info/home.htm e. Breeze, christelijke site van jongeren en voor jongeren; http://www.breeze.be/ f. Virtuele jeugdkerk: Virus: http://www.jeugdkerk.springvzw.be/ g. http://www.wuzupgod.com/main.htm h. Startpagina: vraag het de dominee: http://www.dominee.nl/ i. E-bible Fellowship: http://www.ebiblefellowship.com/
10
j. k. l. m.
Bestaat God? http://www.real-life.nl/natuur.html On line internet training: http://www.ericelder.com/training/ Internet kerkdienst: http://www.internetkerkdienst.nl/ Pastores die bloggen: http://www.markdroberts.com/htmfiles/resources/bloggingpastor s.htm n. Humor: http://www.skywriting.net/ o. Blogs met religieus nieuws: http://www.religionnewsblog.com/tracker.html p. Discussie, tips en blogs over de presentie van de kerk op het internet: http://www.strategicdigitaloutreach.com/
4. Het ontwikkelen van een netwerk van deelnemers / studenten, te ontwikkelen via de studentenpastoraten en de eigen contacten. 5. Het ontwikkelen van een netwerk van e-pastores, die actief willen zijn in de e-kklesia 6. Het ontwikkelen van een netwerk van e-diakenen, e-ouderlingen, e-proponenten, e-bisschoppen enz. 7. Het (gefaseerd) bouwen van onderdelen van de e–kklesia.nl: a. muziek b. voorbeden en gebeden c. het aansteken (virtueel) van kaarsen d. het laten aansteken – reëel – van kaarsen, bijvoorbeeld in de OLV Basiliek in Maastricht e. catechesatie dmv. vraag en antwoord van de e-dominee f. bijbelstudie via een chatfunctie g. diakonaat: steun voor projecten in bv. Ambon, zoals de onlangs in brand gestoken christelijke universiteit in Ambon Stad h. preek: ook interactief, voorbereidingsgroep voor een preek i. individueel pastoraat (vraag en antwoord via je persoonlijke email of via MSN Messenger) j. sacramenten: doop, avondmaal/eucharistie (ambtsbevestiging, biecht). Deze allen reëel, dus in een bijeenkomst, bijvoorbeeld een huiskamerbijeenkomst. k. poëzie
8. Het vaststellen van de kenmerken en activiteiten van de e-kklesia: a. Oecumenisch b. Niet gebonden c. Geworteld in het evangelie van Jezus Christus 9. Het maken van een tijdsplanning van de uitvoering:
11
a. Het starten met een pilot-project: een discussie en brainstorm-site waarin alle mogelijkheden van een site met een virtuele studentengemeente besproken worden b. Aanvullen en verbeteren c. Ontwikkelen van een netwerk van deelnemers d. Het samenvoegen en samenbrengen van verschillende initiatieven e. Daarna geleidelijk aan koppelen van nieuwe media aan de site f. Buttons en links plaatsen op sites waar studenten veel komen. 10. Fondswerving: a. Fonds Cos b. Fonds SKAT
5-Naschrift Dit rapport is in het najaar van 2005 geredigeerd door de medewerker van de Taakgroep Jongeren- en Studentenwerk, Joost Röselaers. Hij ontving tijdens het schrijven ondersteuning van Johan Blaauw, Chris Doude van Troostwijk, Marijn Heule, At Ipenburg, Alexander Overdiep, en van de leden van de taakgroep jongeren- en studentenwerk. De taakgroep bestaat uit de volgende leden: -Dodo Becking -Henk van den Berg -Mijnke Bosman-Huizinga -Essemie van Dunné -Joost Röselaers (secretaris) -Foppe de Walle (voorzitter). De secretaris van de taakgroep is bereikbaar via e-mail,
[email protected]
12