EURO
nrc handelsblad
nrc handelsblad Gratis A4-editie
10 december 2001
inhoud Omwisseling 3 Geschiedenis 4 Beveiliging 6 Afscheid 8 Veertien praktische vragen over de euro 5,7,10
De Verenigde Staten van Europa zijn nog ver weg Eén munt en één centrale bank die heerst over de geldcirculatie en het rentebeleid,zo zal het zijn in de twaalflidstaten van de Economische en Monetaire Unie (EMU) vanaf1 januari 2002.Zal de economie in de EMU-landen opbloeien door de komst van de euro? Wordt de muntunie net zo’n succes als ooit de invoering van de dollar in de Verenigde Staten? En wat zal er gebeuren als de economieën van EMU-lidstaten zich niet ‘gelijkwaardig’ont wikkelen? Door Hans Ulrich
Voorpagina
Het proces van eenwording in Europa kreeg in 1957 een vliegende start met het Verdrag van Rome. Zes landen besloten tot grote economische samenwerking en verbonden zich in de EEG, de Europese Economische Gemeenschap. Diverse landen sloten zich hier later bij aan en de samenwerking strekte zich over steeds meer terreinen uit. Daarom veranderde ook de naam, eerst werd het de Europese Gemeenschap en vanaf 1991 de Europese Unie. De kroon op de onderlinge toenadering werd de Economische en Monetaire Unie (EMU) van 1999, waarvan overigens niet alle EU-lidstaten deel uitmaken. Groot-Brittannië bijvoorbeeld kan/wil nog geen afscheid nemen van het pond sterling. Voordat er een muntunie was kon elk land zijn economie zelf sturen.Drie
instrumenten stonden daarvoor ter beschikking: de rente, de waarde van de eigen munt en de overheidsfinanciën. Door de rente te verlagen of te verhogen kan de overheid de economie beïnvloeden. Tegen een hoge inflatie helpt een renteverhoging, want met een hogere rente wordt geld lenen duurder en zullen consumenten in het algemeen minder gaan kopen. Het omgekeerde kan gebeuren bij een teruglopende economie. Door een renteverlaging zal de consument wellicht méér gaan kopen. In de Verenigde Staten gebrui-
ken de centrale banken verenigd in de FED het rentewapen intensief. Alan Greenspan, de grote baas van de FED, heeft de rente dit jaar al tien keer verlaagd. De overheid kon ook via devaluatie of revaluatie van de eigen munt de economie stimuleren of afremmen.Bij een devaluatie wordt de eigen munt minder waard en dat bevordert de export en vermindert de import. Een revaluatie heeft precies het tegenovergestelde resultaat. vervolg p ag i na 2
De A4-editie van NRC Handelsblad is gratis te ‘downloaden’ via de websites http://scholieren.nrc.nl en http://docenten.nrc.nl. Deze krant kan worden gebruikt in lessen en bij opdrachten over actuele thema’s. Eerder verscheen een A4-editie over ‘debatteren’, die in honderden klassen is gebruikt ter voorbereiding van debatwedstrijden. Later in dit schooljaar volgen speciale edities over de monarchie, 400 jaar VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) en de TweedeK a m e rv e r k i e z i n g e n . De onderwijs-sites van NRC Handelsblad bieden actuele informatiebronnen voor de tweede fase van havo en vwo. Artikelen uit NRC Handelsblad, speciaal voor leerlingen bewerkt, kunnen worden gebruikt voor werkstukken. Wekelijks op maandag verschijnt een gratis Nieuwsbrief, waarin nieuwe artikelen en opdrachten worden aangekondigd. Voor alle vakken in het ‘studiehuis’ zijn opdrachten en lijsten met informatiebronnen beschikbaar. In webfora kunnen scholieren en docenten met elkaar van gedachten wisselen over actuele onderwerpen. NRC Handelsblad werkt samen met de redactie van www.stepnet.nl van de eductieve uitgeverij ThiemeMeulenhoff.
Reacties zijn welkom via
[email protected] en
[email protected].
[vervolg van pagina 1]
nrc handelsblad A4-editie
10 december 2001
2
Maar al sinds de oprichting van de EMU in 1999 is de inbreng van de nationale overheden ingeperkt. Nu bepaalt de Europese Centrale Bank (ECB) van Wim Duisenberg hoe de rentestand is en neemt Frankfurt besluiten over devaluatie of revaluatie van de euro. Het enige dat de afzonderlijke lidstaten nog kunnen doen,is manoeuvreren met de overheidsfinanciën. Een regering kan besluiten tot een overheidstekort om de economie te prikkelen in slechte tijden.In goede tijden,bij een overschot, kan de regering juist de rem op de uitgaven van de overheid zetten door minder uit te geven zodat het inflatiegevaar bestreden wordt. In de Verenigde Staten bestaat al anderhalve eeuw een muntunie.Het zijn staten ‘verenigd’ onder de dollar. Daar is een soepele markt van goederen en diensten met één markt voor arbeid en één taal. Zo is een vloeiende economie ontstaan,schrijft NRCredacteur Maarten Schinkel, waar de dollar zich als een vis in het water voelt. Zal de euro straks ook vrolijk rondzwemmen in de EMU? In theorie wel, want er is vrij verkeer van goederen, personen,diensten en kapitaal. Maar de praktijk is anders. Binnen de EMU bestaan grote taal- en cultuurverschillen.Alleen daardoor al zijn werknemers niet zo mobiel. In de VS verhuizen mensen vrij gemakkelijk van de ene staat naar de andere.Werkloos geworden in Texas? Elders is er plenty werk, dus op naar Californië, Minnesota of Florida. Zo is althans het beeld dat wij van Amerikanen hebben. Dat zie je in Europa niet snel gebeuren. Zo is het ook met andere ‘problemen’. Het ene EMU-land heeft veel meer ‘vergrijzing’ dan het andere, het ene is veel meer afhankelijk van grondstofprijzen dan het andere enz. In de Verenigde Staten pompt de regering het belastinggeld rond,een staat waar het even moeilijk gaat krijgt extra geld uit de belastingpot waaraan alle Amerikanen bijdragen. In de EMU bestaat zo’n algemeen rondpompcircuit niet. In Brussel wordt beslist waar Europees geld naartoe gaat en vaak komt dat neer op landbouwsubsidies.Maar als Nederland de dijken moet verhogen dan krijgt het daarvoor geen extra geld uit Brussel. En als de Italiaanse economie in het slop raakt, dan ligt er geen grote zak met Europees
belastinggeld klaar om Italië te helpen. Zo bekeken is de Europese muntunie lang niet zo’n soepele markt als de Amerikaanse. Maar het grote Amerikaanse voorbeeld moet ook niet geïdealiseerd worden. Het beeld dat Amerikanen vrolijk huis en haard opgeven om elders een paar dollar meer per uur te verdienen is misschien wel een karikatuur. En ook tussen staten onderling zijn er soms grote economische verschillen die niet ‘eventjes’door de regering kunnen worden weggepoetst. De Texaanse oliecrisis in de jaren tachtig werkte lang door en de technologiecrisis van nu aan de Westkust blijft ook doorzieken. Wie verwacht dat het met de komst van de euro allemaal beter wordt in Europa die zal teleurgesteld raken. Een muntunie heb je in de praktijk niet één, twee, drie voor elkaar.Het zal misschien wel een paar generaties duren voordat diepgaande economische en culturele processen echt op gang komen.Maar toch is die muntunie iets unieks.Zonder oorlog of verovering of dwang is er in Europa, dat zoveel onderlinge oorlogen heeft erkend, een grootschalige muntunie ontstaan die volop perspectief biedt.
Boeken van NRC Handelsblad
KeuzeGids Hoger Onderwijs 2001/2002 Vakliteratuur voor aanstaande studenten Welke rechtenopleiding is het meest bij de tijd? Welke heao biedt je het minst schoolse onderwijs? Waar krijg je de meeste praktijkervaring? De KeuzeGids Hoger Onderwijs 2001/2002 is een onmisbaar kompas voor aanstaande studenten, onderwijsinstellingen, ouders en decanen. In de KeuzeGids Hoger Onderwijs worden meer dan 500 opleidingen aan universiteiten en hogescholen beoordeeld. Bronnen zijn rapporten van visitatiecommissies, een enquête onder 12.000 studenten, slaagpercentages en het succes van afgestudeerden op de arbeidsmarkt. De onafhankelijke KeuzeGids wordt ondersteund door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het boekje kost ƒ 29,97 (H 13,60). Het is in de boekhandel te koop, of te bestellen via http://www.nrc.nl/service
Al het geld in Nederland omwisselen in euro’s, hoe gaat dat in zijn werk? Het kost in elk geval tijd.En geld.En dan nog kan het misgaan.
Rekenen met een rampenscenario
nrc handelsblad Door Egbert Kalse A4-editie
10 december 2001
3
Omwisseling
Een lange stroom oranjewitte vrachtauto’s van de TNT Post Group verlaat straks in de dagen na Kerstmis het Opslag- en Distributiecentrum van De Nederlandsche Bank in Lelystad. Hun lading is kostbaar: 2,8 miljard Nederlandse euromunten. De 360 miljoen eurobankbiljetten hebben dan - als het goed is - hun weg al gevonden naar winkelkassa’s, pinautomaten,bankbalies en postkantoren. Die zijn va n a f1 7 december verspreid door de waardetransportauto’s van Brink en Geldnet. Ook heeft heel Nederland dan zijn gratis Zalmkit al afgehaald, met alle euromuntjes. Op 1 januari 2002 gaat Nederland definitief over op de euro. En snel. Een `big bang’ (in één dag omschakelen) bleek logistiek niet haalbaar, maar de zogenoemde duale periode, waarin zowel guldens als euro’s mogen worden gebruikt, duurt in Nederland slechts vier weken - in andere landen soms drie maanden. De verwachting is dat Nederland na één week voor 70 procent in euro’s zal betalen en na twee weken voor 95 procent. De introductie kost geld. De totale geschatte kosten voor de private sector (banken en overig bedrijfsleven) bedragen ongeveer 7,5 miljard gulden. Dat is bijna net zoveel als de ministeries van Economische Zaken en Landbouw samen in een jaar uitgeven en bijna 1 procent van het bruto binnenlands product. Het grootste deel van deze kosten (zo’n zes miljard gulden) wordt betaald door het bedrijfsleven. Het merendeel gaat op aan aanpassing van boekhouding, apparatuur en software en aan het dubbel prijzen en administreren in de laatste zes maanden van 2001. Met name het midden- en kleinbedrijf (MKB) en de zakelijke dienstverlening dragen veel bij (beide 1,4 miljard gulden). Het MKB (95 procent van het aantal bedrijven in Nederland, ongeveer 450.000 ondernemers) maakt veel kosten voor het aanpas-
In Lelystad staat het opslag- en distributiecentrum voor euromunten van de Nederlandsche Bank. Foto Sake Elzinga sen van de pin- en chipautomaten en het voeren van een dubbele kassa, de eerste dagen na E-day. De banken hebben het merendeel van hun kosten (ook 1,4 miljard gulden) al achter de rug, want sinds 1999 is de euro al betaalmiddel in het girale verkeer. Het is zelfs zeer waarschijnlijk dat de banken al winst maken met de euro. Koersschommelingen zijn sinds 1 januari 1999 verleden tijd,terwijl de banken nog steeds geld vragen voor het wisselen van buitenlands geld. De overheid betaalt onder meer de productie, opslag en verspreiding van het nieuwe geld en de voorlichting erover. Het speciaal ingestelde Bureau Euro Omwisseling (BEO) heeft een budget van 305 miljoen gulden. Tegenover de grote investeringen staan de baten van de invoering van de euro. Die worden (betrekkelijk conservatief) geschat op drie miljard gulden per jaar. De helft
daarvan kan worden toegeschreven aan het afgenomen valutarisico voor multinationals en exporterende bedrij v e n .D e industrie en de groothandel, die veel over de grens opereren, spelen na een jaar al quitte. Voor de grote financiers van de euro-operatie, het MKB en de zakelijke dienstverlening, duurt dat vier jaar. Dat is het macroverhaal. Voor veel individuele detaillisten en ondernemers blijft de balans van de introductie van de euro voor altijd negatief. Bij MKB-Nederland komen de meldingen van de eerste euroslachtoffers al binnen: ondernemers die eigenlijk over een jaar of vier, v ij fh u n bedrijf wilden staken, maar dat nu al doen, voor de komst van de euro. De kleine middenstanders kunnen niet ineens concurreren met een groentenboer of slager in Portugal, maar moeten zich wel inspannen om de omschakeling aan te kunnen. De Nederlandsche Bank heeft alvast uitgerekend hoeveel wisselgeld een winkel in
huis moet hebben. Bij gemiddeld 500 contante transacties per week (een gemiddelde middenstander haalt dat makkelijk) zou het gaan om een hoeveelheid euromunten met het volume van een schoenendoos (bijna 900 euro), om de eerste week door te komen, plus voor ongeveer zeshonderd euro aan bankbiljetten, liefst kleine denominaties. Maar die voorraden zijn onvoldoende als iedereen ineens met briefjes van zeg 50 of 100 euro gaat betalen. Nog erger wordt het als mensen in die eerste vier weken met guldens en euro’s door elkaar betalen. In theorie kan het hele land ontsporen. Een onderzoek van de Nederlandse Spoorwegen, begin 2001, schetste een waar nachtmerriescenario voor E-day en de dagen erna: lange rijen wachtenden bij de supermarkten, massaal zwartrijden in de trein, automobilisten die, omdat ze niet kunnen betalen bij het pompstation, met volle tank en zonder betaling wegrijden,niet-werkende parkeerautomaten. Dergelijke doemscenario’s vermijden kan door in die eerste dagen zoveel mogelijk met euro’s te betalen. Er wordt dan ook naar gestreefd de gulden zoveel mogelijk uit de roulatie te nemen. Pinautomaten geven de laatste dagen van december nog slechts kleine coupures uit (veel briefjes van 25 gulden) en via collectes en speciale acties van de banken wordt gepoogd de `vergeten voorraden’ aan kwartjes, dubbeltjes en guldens uit de markt te halen. Toch zullen miljoenen mensen nog guldens in hun portemonnee hebben zitten als op 31 december de klok middernacht slaat. Het hele probleem kan in één klap worden verholpen. De oplossing is simpel: frontloading. Het vooraf verspreiden van eurobankbiljetten onder de bevolking. Maar dat mag niet van de president van de Europese Centrale Bank, Wim Duisenberg. Geen van de direct betrokkenen durft het hardop te zeggen, maar angst voor vervalsing is de enige echte reden om niet vooraf al grootschalig bankbiljetten en munten onder de bevolking van Europa te verspreiden.Immers, niets is zo vernederend (en wellicht zelfs desastreus voor de koers) als al valse euro’s op de dag dat de munt officieel in gebruik wordt genomen. Dus zullen we moeten wachten tot de oranjewitte vrachtauto’s eind december hun waardevolle lading via een uiterst geheime route over het land verspreiden.
Resultaat van politieke ruilhandel nrc handelsblad
Dertig jaar lang is er gepraat over een Europese monetaire unie. Pas na de val van de Duitse muur bleek één munt politiek haalbaar.
A4-editie Door Roel Janssen
10 december 2001
4
Geschiedenis
Als op 1 januari 2002 de euro in omloop komt, is dat eigenlijk dertig jaar later dan gepland. Al in 1971 presenteerde de Luxemburger Pierre Werner een rapport met aanbevelingen voor een monetaire unie. De Europese Gemeenschap, toen zes landen, vond het een mooi plan. Na de oorlog was de dollar altijd het anker van het monetaire stelsel in de wereld geweest de Europese munten waren daaraan vastgekoppeld. Maar na 25 jaar groeide de wens een eigen Europese spil te maken en de invloed van de dollar te beperken. Dus kwam op initiatief van Helmut Schmidt en Valéry Giscard d’Estaing (de Duitse en de Franse minister van Financiën) in 1972 de monetaire `slang’ tot stand; een voorstel om de munten van (West-)Duitsland, Frankrijk,Italië, de Benelux en GrootBrittannië (hoewel geen EG-lid) te stabiliseren binnen een bepaalde bandbreedte (vandaar de beeldspraak `slang’). Maar het lukte niet. Het bleek buitengewoon lastig de afzonderlijke munten binnen de afgesproken marges te houden. Dat kwam doordat het financieel-economische beleid van de deelnemende landen sterk varieerde door uiteenlopende politieke ambities en agenda’s. Geen enkel land was bereid zich te schikken naar de verplichtingen die uit deelname aan een monetaire unie voortvloeiden. Zoals zorgen dat de begroting op orde is en prijsstijgingen niet uit de pan rijzen.Zolang landen zich hieraan niet hielden, was samenwerking op muntgebied tot mislukken gedoemd. Zo is het eigenlijk altijd gebleven; van 1971 tot nu toe, dertig jaar later. Enerzijds leeft de voortdurende Europese wens om monetair meer een eenheid te vormen en valuta-instabiliteit uit te bannen en ander-
Foto sake Elzinga zijds is er de terughoudendheid om de daarvoor noodzakelijke maatregelen tot afstemming van het economische beleid te treffen.
Er leek een stap voorwaarts gezet met de vorming van het Europese Monetaire Stelsel (EMS) in 1978, met Duitsland, de Benelux,Frankrijk,Italië, Denemarken en
Ierland. De Duitse mark werd ankermunt; Het Verenigd Koninkrijk hield zich afzijdig. Maar ook dat stelsel werkte slecht. Frankrijk kon de hegemonie van de Duitsers niet verkroppen, de Franse inflatie liep buitensporig op en de Franse franc devalueerde voortdurend. In een poging de Duitse dominantie te beperken, opperde de toenmalige Franse minister van Financiën Balladur in 1987 een Europese centrale bank op te richten en een gemeenschappelijke Europese munt. Maar dat was voor Duitsland onbespreekbaar: de gevierde D-mark opgeven? Nee. Toch ging een commissie onder leiding van de Franse oud-minister Delors de haalbaarheid van een gemeenschappelijke Europese munt onderzoeken. Daar kwam weer een rapport van. Waarschijnlijk was ook `Delors’ in een diepe lade beland, als niet de Berlijnse Muur gevallen was, eind 1989. Plotseling was de monetaire unie onderdeel geworden van de grote politieke omwenteling in Europa. De Duitse hereniging, veertig jaar lang een Duitse droom, lag binnen handbereik. Maar Europa, en vooral Frankrijk, was huiverig voor een al te machtig Duitsland. Frankrijk zag zijn kans schoon twee vliegen in een klap te slaan toen het als één van de vier geallieerde mogendheden formeel zijn goedkeuring moest geven aan de Duitse hereniging. Het bedong dat Duitsland zijn mark zou opgeven ten gunste van een Europese munt. Duitsland,dat de eenwording dolgraag wilde en zijn Europese gezindheid wilde tonen, stemde morrend toe. In al zijn complexiteit was er sprake van een ordinaire uitruil: Duitsland kreeg zijn eenwording, Frankrijk werd `verlost’ van zijn instabiele franc, kreeg de garantie dat Duitsland zou worden ingekapseld in Europa en zag de gelegenheid schoon weer een belangrijke rol te spelen binnen Europa. De Economische en Monetaire Unie werd door middel van het Verdrag van Maastricht (1991), waarin de toetredingseisen voor de EMU werden geformuleerd,bekrachtigd. vervolg p a gi n a 5
[vervolg van pagina 4]
nrc handelsblad A4-editie
Maar hoe ideaal zij ook leek, sindsdien heeft de Europese monetaire unie eigenlijk alleen nog maar tegenslag gehad. 1992 was een rampjaar voor de EMU. Denemarken wees in een referendum `Maastricht’ af. De Italiaanse lire viel dramatisch en vertrok. Spanje, Portugal en Ierland moesten devalueren. Op `zwarte woensdag’, 16 september, dwongen grootscheepse speculaties het pond, twee jaar eerder toegetreden, uit het EMS. Het was onzeker of de EMU er ooit zou komen. Uiteindelijk redde vrees voor gezichtsverlies de euro. 1997 kwam, het jaar dat `Maastricht’ had betiteld als de eerste gele-
Veertien praktische vragen over de euro 10 december 2001
5
Praktische vragen
Door Jochen van Barschot Zijn al mijn guldens na 1 januari niets meer waard? Dat is natuurlijk niet het geval. Alle zogeheten toonbankinstellingen (plekken waar contant geld over de toonbank gaat, van de dienst burgerzaken bij de gemeente tot de kruidenier op de hoek) zijn verplicht de hele maand januari zowel guldens als euro’s te accepteren als betaalmiddel. Alleen betalingen met plastic (pinpas, chipknip, creditcard) gaan uitsluitend nog in euro’s. Dat moet verwarring voorkomen. Kan ik bij de supermarkt wisselen? Dat is niet de bedoeling. Dat gulden en euro een maand lang naast elkaar in omloop zij n ,e n dus ook overal als betaalmiddel moeten worden geaccepteerd, wil niet zeggen dat winkeliers van plan zijn als wisselkantoor te fungeren. De detailhandel zal klanten vragen zo veel mogelijk met plastic te betalen. Wie toch met contante guldens betaalt zal -
genheid waarbij met een meerderheid van lidstaten de EMU kon beginnen. Er was geen meerderheid, geen enkel land kon dus beginnen met de EMU, maar ineens kreeg iedereen haast. Het was alsof de politieke leiders van de EU-landen eindelijk ten volle begrepen dat ze zich de afgang van een mislukking van het monetaire project niet konden veroorloven. Als een land níet aan de toelatingscriteria zou voldoen, viel het buiten de eerste groep van landen die tot de monetaire unie zou overgaan. Dit mechanisme was impliciet bedoeld om de begingroep klein te houden, maar het werkte precies omgekeerd. Geen enkel land wilde er buiten komen te staan en vooral de zuidelijke landen deden `hysterische pogingen’
ondanks afspraken daarover lang niet overal euro’s terugkrijgen, al is het maar omdat de meeste kassa’s maar in één munt kunnen rekenen. In grotere winkels, zoals warenhuizen en supermarkten, ligt het voor de hand dat er aparte kassa’s voor guldens en euro’s komen. Wie dan met guldens betaalt,krijgt als wisselgeld ook guldens terug. Elders in de wink e l ,o f op een centrale plek in winkelgebieden, komen tijdelijk wel extra wisselpunten waar guldens voor euro’s kunnen worden ingeruild. Dat kan natuurlijk ook gewoon bij de bank of op het postkantoor. Winkeliers zullen overigens proberen zo weinig mogelijk contante guldens in contante euro’s te wisselen, omdat ze willen voorkomen aan de ene kant met emmers vol guldens te blijven zitten,terwijl ze aan de andere kant veel meer wisselgeld (in euro’s) in huis moeten halen dan normaal. Hieraan kleeft een te groot veiligheidsrisico, vinden de detaillisten. Doordat de kluizen snel vol raken, kunnen ze overtollig contant geld namelijk niet veilig meer opslaan.
(zoals de Nederlandse minister van F i n a n c i ë n ,Z a l m ,z i ch liet ontvallen) om de toelatingscriteria te halen. Uiteindelijk hebben twaalf landen het `gehaald’: Finland, Ierland,Duitsland, Nederland, België, Luxemburg, Oostenrijk,Frankrijk,Spanje, Portugal, en opva l l e n d ,t o ch nog Griekenland en Italië.Hoewel,gehaald. De strenge toepassing van de toelatingscriteria, waarop Nederland voortdurend had gehamerd, werd terzijde geschoven. Het was een politiek besluit en de criteria werden met de nodige creativiteit geïnterpreteerd. Op de valreep stoppen en de zaak een jaar of wat uitstellen, zoals hier en daar voorzichtig was geopperd, zou nog veel grotere schade opleveren. Uitstel was uitgeslo-
Waar moet ik al mijn overtollige guldens wisselen? Bij de bank. Contant geld, zowel munten als biljetten, kunnen daar tot 1 april 2002 kosteloos worden omgewisseld in euro’s. Tot 1 januari 2003 blijft het mogelijk bij de bank guldens op de eigen rekening te storten. De kantoren van De Nederlandsche Bank blijven guldenmunten tot 1 januari 2007 accepteren. Bankbiljetten die plots nog opduiken in oude sokken of vergeten Luxemburgse bankkluisjes kunnen nog tot 1 januari 2032 worden ingeleverd worden bij De Nederlandsche Bank. Wat gebeurt er met mijn banksaldo? Alle girale tegoeden - op de bank, op spaarrekeningen - worden automatisch omgezet naar euro’s.Alle afschriften vermelden inmiddels de tegenwaarde van het guldensaldo in euro’s. De waarde van aandelen en andere waardepapieren is op 1 januari 1 9 9 9 ,b ij de invoering van de girale euro, al omgezet naar euro’s. Wie geld heeft staan op zijn chipknip moet na 1 januari 2002 één keer naar een oplaadpunt. Het
ten. In 1999 werd de euro van kracht. In de bijna drie jaar van zijn bestaan hebben de eurolanden nog weinig lol beleefd aan het monetaire avontuur of het moet zijn dat er zich geen valutacrises in Europa meer hebben voorgedaan zoals vroeger om de haverklap het geval was, en dat de deelnemers van euroland hun overheidsfinanciën behoorlijk op orde hebben gebracht. Maar een internationale reservemunt, een wereldmunt zoals de dollar, is de euro nog niet geworden. Het heeft er veel van dat euroland nog steeds niet precies weet wat het wil met de euro. Om filmkomiek Groucho Marx te parafraseren: ,,Het antwoord voor Europa is de euro. Maar wat was de vraag ook al weer?’’ •
saldo op de chipknip wordt dan automatisch omgezet in euro’s. Dit werkt niet met telefoonkaarten. Hoe zit het met zwart geld? De invoering van de euro is niet bedoeld als zuiveringsoperatie voor zwart geld. Dit zou niet alleen funest zijn voor het draagvlak van de euro, het zou de economie bovendien al te zeer ontwrichten. Niemand haalt het dan ook in zijn hoofd om de voor sommige Europese landen vitale informele economie overhoop te halen tijdens een toch al zo ingrijpende operatie als de invoering van een Europese eenheidsmunt. Ga rustig slapen dus, want wie zwarte guldens heeft kan die gewoon ruilen voor zwarte euro’s. Waakzaamheid is echter wel geboden, want de wet Melding Ongebruikelijke Transacties (MOT) blijft onverminderd van kracht. De MOT verplicht banken en wisselkantoren transacties met contant geld van 25.000 gulden of meer te melden bij justitie. Of banken dat in de turbulente overgangsperiode ook altijd zullen doen is de vraag - ze steken waarschijnlijk liever energie in het zo snel mogelijk wegwerken
van de lange rijen voor het loket maar wie meer dan 25.000 gulden zwart geld wenst te wisselen zonder de fiscus te alarmeren doet er verstandig aan zijn biljetten in kleinere porties bij verschillende banken aan te bieden. Voor iedereen die zijn reserves graag in briefjes van duizend in een kluisje bewaart is het biljet van 500 euro (1.100 gulden) in het leven geroepen. Bij de keuze voor de grootte van de coupures heeft het voorstel geen biljetten groter dan 100 euro in te voeren om zo het bewaren van veel contant zwart geld te bemoeilijken het niet gehaald. De Europese Centrale Bank heeft ervoor gezorgd dat er genoeg biljetten van 500 euro worden gedrukt om aan de vraag te voldoen, ook al gaat zij ervan uit dat de briefjes, net als de duizendjes, een bescheiden rol in het betalingsverkeer zullen vervullen. Is het verstandig al mijn contante guldens voor 1 januari 2002 op te maken? Nee, dat is niet verstandig. Om te beginnen blijft de gulden nog een maand lang wettig betaalvervolg pa g i na 7
Een goed bankbiljet is duur Valsemunters ruiken hun kans nu de Europese munt er bijna is. Maar een goede vervalsing kost wel veel geld. Voorlichting is het beste wapen. nrc handelsblad Door Arjen Ribbens A4-editie
10 december 2001
6
Beveiliging
Bij de introductie van een nieuwe munt ruiken valsemunters hun kans. Drie jaar vóór de euroconversie ontmantelde de Italiaanse politie in een achterkamer van een bloemenzaak in de Siciliaanse hoofdstad Palermo al een illegale drukkerij .D e
politie arresteerde zeven personen en nam computers, scanners en voor ruim twee miljoen gulden aan valse biljetten van vijf en tien euro in beslag. Bankiers, politie en politici maken zich al lange tijd hardop zorgen. Minister Korthals (Justitie) verhoogde vorig jaar de straffen op valsemunterij en in maart riepen de Europese
Centrale Bank, de Europese Commissie en Europol nog een stuurgroep tegen valsemunterij in het leven. Hoe veilig is de euro? Niet veiliger dan het Nederlandse bankpapier en misschien zelfs een beetje minder veilig, zegt ir. J. Wotte, voorzitter van de Sectie Producenten Beveiligd Drukwerk van het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen (KVGO). Tot zijn pensionering drie jaar geleden werkte Wotte bij de Nederlandse gelddrukkerij Joh. Enschedé & Zonen in Haarlem. Hij was onder andere manager op de afdeling beveiliging drukwerk. Decennialang trad hij op als getuige-deskundige in valsgeld-
zaken en gaf hij cursussen aan de politie over de geheimen van bankpapier. ,,Bij het ontwerp van de euro zijn zoveel compromissen gesloten, dat de beveiliging van de biljetten, vrees ik, niet optimaal is’’, zegt Wotte. De Europese Centrale Bank (ECB) verdeelde de drukorder over diverse nationale drukkerijen. Maar niet alle drukkerijen konden bepaalde veiligheidskenmerken realiseren.Andere waren te duur en ook nationale gevoelens vormden soms een struikelblok. Wotte noemt twee voorbeelden: de kwaliteit van het watermerk van het eurobiljet vervolg p a gi n a 7
[vervolg van pagina 6]
nrc handelsblad A4-editie
10 december 2001
7
Praktische vragen
en een door Enschedé ontwikkelde hightech rastertechniek om fraude met behulp van kopieerapparaten te frustreren. De centrale bank koos niet alleen voor een groot aantal drukkerijen, maar ook voor verschillende papierleveranciers. De kwaliteit van het watermerk, nog altijd de beste beveiliging van een bankbiljet, lijdt onder die beslissing. Het Nederlandse watermerk is volgens Wotte beslist moeilijker te vervalsen dan die van de eurobiljetten. De verfijnde rastertechniek van Enschedé viel af omdat de fijne resolutie een aantal drukkerijen voor technische problemen stelde en omdat sommige bedrijven de licentiekosten ervan niet wilden betalen. Wotte verwacht namaakeurobiljetten. Valsemunters kunnen tegenwoordig
[vervolg van pagina 5] middel en is er dus geen enkele reden om al eerder al uw guldens weg te doen. Het is waarschijnlijk zelfs verstandiger in de eerste week nog wat guldens aan te houden, omdat nog niet overal met euro’s kan worden betaald. Denk bijvoorbeeld aan parkeermeters die nog niet zijn omgebouwd, automaten die nog op guldens werken en winkels waar het eurowisselgeld nog niet is gearriveerd. Logistiek is het gewoonweg niet mogelijk alles binnen een etmaal om te zetten, daar gaan ten minste een paar dagen overheen. Hoe zit het met de euro tussen oud en nieuw? Het lijkt verstandig om voor de jaarwisseling voldoende contant geld (guldens) in huis te halen. Pinautomaten geven na 1 januari bijvoorbeeld alleen nog eurobiljetten uit, maar het duurt waarschijnlijk een paar dagen voor alle automaten met euro’s zijn gevuld. Bovendien is het waarschijnlijk dat pinautomaten de
beschikken over veel betere technieken dan een paar decennia geleden. Wel raamt Wotte de kosten van een serieuze valsgelddrukkerij op vele tientallen miljoenen guldens. Voor de investeringen in grondstoffen, het benodigde machinepark en de mensen die van de hoed en de rand weten. Belangrijkste probleem is dat alle benodigdheden, van het papier en de inkt tot en met de drukpersen, slechts door één of enkele gelicenseerde leveranciers worden gemaakt. En een bankbiljet vergt alleen al vijf soorten exclusieve drukpersen. ,,Zo’n plaatdrukpers voor bankpapier kost zeker tien miljoen gulden’’, zegt Wo t t e ., , E n zelfs als je bereid bent die prijs te betalen, zal de Duitse fabrikant hem niet aan onbekenden leveren.’’ Maar waar een wil is, is misschien een weg. Bijna alle grote gelddrukkerijen heb-
eerste dagen van januari sneller `leeg’zijn dan gebruikelijk,omdat iedereen massaal euro’s gaat halen. Wie genoeg guldens in huis heeft, kan ook best een weekje later pinnen. Is mijn portemonnee geschikt voor de euro? Wellicht is dat niet het geval. Dat komt doordat enkele nieuwe eurobiljetten groter zijn dan de bestaande guldenbiljetten. Nederlandse bankbiljetten zijn allemaal even hoog (76 mm), terwijl bij de eurobiljetten hoogte en breedte per biljet verschillen.Dit is gedaan op verzoek van blinden en slechtzienden, die de biljetten gemakkelijker kunnen herkennen door de verschillen in grootte. De grootste eurobiljetten, die van 82 mm, zijn hoger dan de guldenbiljetten en passen dus wellicht niet meer in uw portemonnee. De exacte maten van de eurobiljetten zijn: 5 euro 120 x 62 mm 10 euro 127 x 67 mm 20 euro 133 x 72 mm 50 euro 140 x 77 mm
100 euro 200 euro 500 euro
ben zelf een falsificatielaboratorium waar medewerkers proberen het eigen drukwerk na te maken. Zo proberen drukkerijen inzicht te verkrijgen in de feilbaarheid van de gebruikte methodes. De valsemunter van Enschedé is volgens Wotte een paar keer dicht in de buurt van de originele biljetten gekomen. En als valsemunters er in slagen alle veiligheidskenmerken van de euro te imiteren, is er nog een noodvoorziening: een onzichtbaar detectieveld met geheime, zogenoemde machinefeatures. Deze verborgen elementen en voorzieningen zijn uitsluitend met geavanceerde apparatuur waar te nemen. ,,Top secret’’, zegt Wotte, ,,en alleen bestemd voor noodgevallen zoals de superdollar.’ ’H ij doelt op de nauwelijks van echt te onderscheiden dollarbiljetten die sinds een paar jaar met enige regelmaat opduiken. Biljetten waarvan
147 x 82 mm 153 x 82 mm 160 x 82 mm
Verder krijgen we met de invoering van de euro meer verschillende munten. Er zijn er nu zes: stuiver, dubbeltje,kwartje, gulden,rijksdaalder en vijfguldenstuk. Straks komen er acht euromuntjes. De cent keert terug. Terwijl 5 cent nu de laagste waarde van de guldenmunt is, krijgt de euro ook munten van 1 en 2 cent. Daarnaast komen er munten van 5 ,1 0 , 20 en 50 eurocent en van 1 en 2 euro. Blijven mijn VVV- bonnen nog wel geldig? Ja. Ook cd-bonnen, bioscoopbonnen, boekenbonnen en theaterbonnen die in guldens luiden zijn geldig na de invoering van de euro. Ze blijven hun tegenwaarde in euro’s waard tot de datum waarop ze verlopen. Op veel van dit soort bonnen staat de eurowaarde tegenwoordig al vermeld. Dat geldt ook voor postzegels.
experts vermoeden dat ze in Iran zijn gedrukt om de Amerikaanse economie te ontwrichten. Tot slot berijdt Wotte zijn stokpaardje: de beste beveiliging van bankpapier bestaat uit voorlichting. De veiligheidskenmerken van de nieuwe euro’s dienen zo snel mogelijk tot in de verste uithoeken van Europa bekend te raken. De geldspecialist pleit voor schoolprogramma’s, Teleac-cursussen, Amerikaanse `knowyourmoney-campaigns’. Wat hem betreft is het niet gauw te veel. ,,Om ons geld hoort geen mystiek. Hoe beter mensen geld kunnen herkennen, hoe minder kans vals geld maakt.’’ Roel Janssen schreef een informatieve thriller (Het Mercator Complot, Balans, 262 blz. 34,90 gulden) over de euro die zich afspeelt in 2002 bij de invoering van de eurobiljetten.
Hoe krijg ik het euroteken op mijn computer? Op nieuwe toetsenborden zit standaard een toets met het euroteken. Op oude toetsenborden zit nog niet zo’n toets, maar je kunt wel een sneltoets aanmaken voor het euroteken. In een tekstverwerkingsprogramma als Microsoft Word kan dat door onder `invoegen’ de optie `symbool’ te selecteren. In recente versies van het programma is het euroteken opgenomen in de standaard tekenset. Door op het teken te klikken en dan de optie `sneltoets’ te selecteren, kun je een bepaalde toetscombinatie (bijvoorbeeld Alt-E) toewijzen aan het euroteken. Het kan zijn dat op je computer nog een tekenset staat waarin het euroteken niet is opgenomen. Dit kan je controleren door, bijvoorbeeld in Word, de numerieke code van het teken in te toetsen. Elk letterteken heeft zo’n numerieke code, bijvoorbeeld Alt-159 voor het guldenteken (ƒ). Als je de alttoets ingedrukt houdt en op het numerieke toetsenbord (rechts op je toetsenbord) het
getal 159 intypt, moet het guldenteken verschijnen. De numerieke code voor het euroteken is Alt-0128 (vergeet de nul niet). Als het euroteken na het intypen van Alt-0128 niet verschijnt, staat de euro nog niet in je tekenset. Je kunt een nieuwe versie van de tekenset binnenhalen op de website van Microsoft (www.microsoft.com/typography) en die installeren op je computer. Hoe veilig is de euro? Dat hangt ervan af hoe goed je op de hoogte bent. Hoe beter u de euro straks kunt herkennen, hoe minder kans dat je vervalste biljetten zult accepteren. De algemene verwachting is dat valsemunters zullen trachten te profiteren van de onervarenheid van consumenten met de euro. Om te voorkomen dat je in de eerste weken van januari slecht nagemaakte valse bankbiljetten toch voor echte euro’s aanziet, is het handig de euro’s van tevoren eens goed te bekijken. De biljetten zijn vervolg p a gi n a 1 0
nrc handelsblad A4-editie
Angst en weemoed bij afscheid gulden Nederlandsers hebben de neiging hun nationale symbolen te relativeren.Maar het verdwijnen van de gulden leidt bij velen wel tot weemoed. Door Ellen de Bruin
10 december 2001
8
Afscheid
Vaarwel Gulden heet het boek. ,,Dit geschenkboek is een laatste ode aan onze vertrouwde gulden, onze bankbiljetten en ons muntenstelsel’’, luidt het melancholiek in de inleiding van het naslagwerk. In het voorwoord vertelt A. Wellink,president van De Nederlandsche Bank, over de vele brieven, telefoontjes en e-mailtjes die hij heeft gekregen naar aanleiding van het verdwijnen van de gulden. Er zijn meer gedenkboeken. En de Nederlandse Munt sloeg op de valreep nog een speciale ultralichte gedenkgulden, met een kindertekeningetje erop, en we kunnen ook, voor veel geld, gouden en zilveren gedenkguldens bestellen. Vanwaar die nostalgie? Normaal gesproken zijn we er toch van overtuigd dat geld het slijk der aarde is, of in elk geval iets dat niet gelukkig maakt? Dat mag zo zijn, maar de munteenheid van het eigen land maakt nu eenmaal deel uit van de eigen identiteit. ,,De munt is een van de klassieke symbolen van nationaliteit’’, zegt Jan-Pieter van Oudenhoven, als sociaal-psycholoog verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. ,,Taal is er ook een, en postzegels, en de nationale vlag. Je ziet dat elk land dat ontstaat meteen beslissingen neemt over die zaken.’’ Nederlanders hebben in het algemeen
Foto Sake Elzinga een wat relativerende houding tegenover nationale symbolen, meent Van Oudenhoven.,,Fanatiek zijn we vooral als het om voetbal gaat.’’ Toch is de nationale munt wel iets speciaals. In een van zijn onderzoeken vroeg Van Oudenhoven een aantal Nederlandse, Franse, Duitse en Belgische studenten naar hun feitenkennis over verschillende Europese landen. Het bleek dat ze de munteenheid van de andere landen over het algemeen het best kenden. Van de Fransen wist bijna niemand hoe de Nederlandse koningin en premier heten of hoeveel inwoners Nederland bij benadering heeft, maar toch wisten nog twee op de vijf Franse studenten hoe de
Nederlandse munt heet. De gulden was bij Duitse en Belgische studenten zelfs bekender dan het feit dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is. Als de gulden wordt vervangen door de euro, verliezen we een manier om onze eigenheid, onze nationale identiteit te beleven en te beklemtonen. En het is, ook in een verenigd Europa, van belang dat de verschillende landen dat blijven doen, aldus organisatiepsycholoog Esther van Leeuwen.Zij is aan de Universiteit van Leiden gepromoveerd op de voorwaarden waaronder fusies meer of minder gemakkelijk verlopen, en werkt nu bij de Vrije Universiteit in Amsterdam. ,,Fusies heb-
ben een grotere kans van slagen als de leden van de nieuw ontstane groep een deel van hun oude groepsidentiteit blijven behouden’’, vertelt Van Leeuwen. ,,Wat dat betreft hebben ze het trouwens met de euro heel slim aangepakt. De ene kant van de euromunt is in alle landen gelijk, op de andere kant komt een nationaal symbool dat per land verschilt. Dat is op zichzelf een heel goed idee, omdat het veel minder weerstand tegen die samenvoeging oproept.’’ Het nadeel is wel, zegt Van Leeuwen, dat je mensen niet alleen bewust maakt van vervolg p a gi n a 9
[vervolg van pagina 8]
nrc handelsblad A4-editie
10 december 2001
9
Rubriek
het voortbestaan van hun eigen nationale identiteit binnen het grote Europa, maar ook van dat van andere nationaliteiten. ,,Zeker in toeristische streken worden mensen heel vaak geconfronteerd met de andere nationaliteiten, wat niet altijd tot positieve reacties leidt. In de buurt van Noordwijk kun je soms beter niet laten merken dat je Duitser bent. Als iemand die daar woont dan een Duitse euro terugkrijgt in de supermarkt, dan wil hij hem misschien gewoon niet hebben.’ ’E n ook op de lange termijn, als de samenwerking in Europa nog veel verder gaat, is het waarschijnlijk niet goed om die nationale identiteiten en de verschillen die ze impliceren, te blijven onderstrepen, zegt Van Leeuwen. Het verzet tegen fusies is het grootst als de identiteit van je eigen groep wordt bedreigd, vertelt collega Daan van Knippenberg van de Universiteit van A m s t e r d a m ., , Voor een klein land als Nederland is het idee van een verenigd Europa met één munt best moeilij k .M e n heeft in Duitsland waarschijnlijk sterker het idee dat de euro een voortzetting is van de mark, dan dat mensen in Nederland het idee hebben dat de euro een voortzetting is van de gulden.’’ Hoe de nieuwe munt de onderlinge verhoudingen in Europa zal beïnvloeden is nog niet duidelijk. En die onzekerheid over wat de euro aan voor- en nadelen zal opleveren maakt dat mensen liever vasthouden aan de gulden, vertelt Van Knippenberg. Mensen zijn van nature al geneigd vast te houden aan de bestaande
situatie, en onduidelijkheid over wat een nieuwe situatie met zich meebrengt maakt dat alleen nog maar erger. Ruilen doet huilen - daar zijn mensen althans bang voor. Eric van Dijk van de Universiteit Leiden heeft daar samen met Van Knippenberg een aantal onderzoeken naar gedaan. Ze gaven mensen bijvoorbeeld een fles Bulgaarse wijn en vroegen daarna of ze die zouden willen ruilen voor Spaanse wij n .B ijna niemand wilde dat. Maar als je iedereen in eerste instantie Spaanse wijn geeft, wil óók bijna niemand die ruilen voor Bulgaarse. Met de komst van euro is iets vergelijkbaars aan de hand, zegt Van Knippenberg. ,,Je weet wat je nu hebt, je weet niet precies wat die euro waard wordt. En dan heb ik het niet over die koers van twee gulden twee-nul-nog-iets. Het gaat meer om onzekerheden als: krijgen we niet allerlei prijsverhogingen? Zal de concurrentiepositie van de Nederlandse economie niet verslechteren? Zal ik er wel aan kunnen wennen? Mensen zijn nu eenmaal ingesteld op loss aversion: potentiële nadelen wegen altijd veel zwaarder dan potentiële voordelen.’’ Alleen al het idee dat je kans zou maken er op achteruit te gaan is kennelijk bijna ondraaglijk, en dat maakt iets wat je al hebt automatisch waardevoller dan iets wat je nog niet hebt. Het heet ook wel het endowment effect, het effect van het in-bezit-hebben, zegt Van Dijk. ,,Het endowment effect is ook het antwoord op de vraag: waarom ligt uw zolder zo vol? Mensen kunnen nu eenmaal niks wegdoen.’’
In de taal blijft de gulden leven Ewoud Sanders Wij zijn een volk van kooplieden en koopjesjagers, en dat heeft zijn sporen in het Nederlands nagelaten. Onze taal telt honderden zegswijzen met geldnamen. Sinds kort zijn daarover aantallen bekend. In verband met de komst van de euro zijn de belangrijkste spreekwoordenverzamelingen uit de afgelopen tweehonderd jaar nagevlooid op uitdrukkingen met geld. Cent komt in meer dan 60 zegswijzen voor, stuiver in 67, dubbeltje in 4 9 ,k wartje in 11, gulden in 34 en daalder in 24. Taalkundig gezien lijken we dus aan de vooravond van een slachting te staan. Nooit meer een kwartje voor je gedachten. Nooit meer: je kunt je gulden maar één keer uitgeven. Of: wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje. Maar zal de Nederlandse woordenschat nu werkelijk worden kaalgevreten door de euro? Nee. Per 1 januari 2002 gaan we betalen met munten van 1, 2 ,5 ,1 0 , 20 en 50 eurocent, en met munten van 1 en 2 euro. Daarnaast komen er biljetten van 5, 1 0 ,2 0 ,5 0 ,1 0 0 , 200 en 500 euro. Kortom, er vallen een paar munten en biljetten weg, namelijk het kwartje en de rijksdaalder, en de briefjes van 25 van 250 en van 1000. Je hebt kans dat de volksnaam vuurtoren voor het briefje van 250 een stille dood zal sterven. En misschien moeten we onze kinderen straks uitleggen wat een rijksdaalder of een riks was, als ze die woorden tegenkomen in boeken die op hun literatuurlijst staan. Maar niemand hoeft zich zorgen te maken over de stuiver, het dubbeltje, het kwartje of de gulden. Waarom niet? Omdat vooral in spreekwoorden en zegswijzen woorden heel lang kunnen voortleven, zelfs als we ze niet meer begrijpen. Zo kent iedereen de uitdrukking op
zijn falie krijgen, maar wie weet dat falie oorspronkelijk, in de Middeleeuwen, een soort wijde regenmantel was? En wie kent de oorspronkelijke betekenissen van pottenkijker, (heet) hangijzer, klikspaan, klaploper of s t r ij k s t o k ,d e kernwoorden uit verschillende uitdrukkingen? Er zijn geen spreekwoorden met rijksdaalder of riks, maar er zijn genoeg algemeen bekende uitdrukkingen met de andere geldnamen om die namen een lang leven in onze taal te garanderen. Iets vergelijkbaars geldt voor de volksnamen. Alleen tussen 1862 en 1927 waren biljetten van 25 geel, maar we zijn dit briefje altijd geeltje blijven noemen, ook toen het rood werd. Het duizendje kreeg in 1860 de bijnaam rooie rug, vanwege de rode achterkant van het biljet, en die naam bleef bestaan toen het biljet groen werd. Dikke kans dus dat heel wat volksnamen, bijvoorbeeld piek, blijven bestaan. De euro zal waarschijnlijk wel nieuwe geldnamen aan het Nederlands toevoegen. Er komen immers munten en biljetten met een geldwaarde die we nu niet kennen. Wat de munten betreft gaat het om twee, twintig en vijftig eurocent en om de munt van twee euro. De overheid heeft voor deze munten geen namen voorgesteld, maar een lezer van het tijdschrift Onze Taal bedacht in 1999 het volgende: twent voor twee eurocent, vierstuiver voor twintig eurocent, halfje voor vijftig eurocent en tweuro voor de munt van twee euro. Over de naam twent sch r e e fh ij ter toelichting: ,,Wie meent dat ik de Tukkers een voorkeursbehandeling geef door de munt van 0,02 euro twent te noemen, moet beseffen dat na een paar jaar niemand bij dat woord nog denkt aan een inwoner van Tw e n t e .B ij de piek denkt toch ook geen mens aan kerstboomversiering?’’
[vervolg van pagina 7] - mede om valsemunters de wind uit de zeilen te nemen - pas vanaf 1 januari te krijgen (via de pinautomaat), maar de munten kun je in december al zien. nrc handelsblad A4-editie
10 december 2001
Moet ik echt tot 1 januari wachten voordat ik de eerste euromuntjes in handen heb? Nee. Iedereen van zes jaar of ouder krijgt in november een briefje thuis waarmee hij bij het postkantoor gratis een eurokennismakingssetje met de acht Nederlandse euromunten (de zogeheten Zalmkit) kan afhalen. Koningin Beatrix staat op de voorkant. Vanaf 1 januari kun je ook de euromunten uit de elf andere landen van de Economische en Monetaire Unie tegenkomen, die ieder hun eigen nationale zijde hebben. De
achterkant is steeds dezelfde: de kaart van Europa, met de Europese sterren. De verwachting is dat uw portemonnee binnen een paar maanden voor meer dan de helft is gevuld met munten uit andere Europese landen. Wat moet ik verder doen om me voor te bereiden op de euro? In principe niets. De meeste omschakelingen naar de euro gaan vanzelf. Banken zetten tegoeden om in euro, werkgevers betalen salarissen uit in euro, automatenhandelaren bouwen hun automaten om zodat ze euro’s accepteren, de belastingdienst int voortaan belastingen in euro’s, bedrijven sturen rekeningen en acceptgirokaarten met eurobedragen, enzovoort. Je hoeft ook geen contracten aan te passen. Voor alle contrac-
ten die je hebt getekend waarin bedragen in guldens genoemd worden, variërend van huur- of koopcontracten tot de polisvoorwaarden van verzekeringen, geldt vanaf 1 januari 2002 automatisch de tegenwaarde van die bedragen in euro’s. Je huisbaas kan de invoering van de euro dus niet aanwenden om de huur te verhogen en verzekeraars mogen het eigen risico van een verzekering niet naar boven afronden tot een mooi rond eurobedrag, zonder daarover een nieuw contract af te sluiten. Ook voor je hypotheek of pensioen verandert er niets. In feite gaat de invoering van de euro va n z e l fe n hebt u er geen omkijken naar.
helemaal niets fout gaat. Een logistieke operatie met een omvang als die van de invoering van de euro is nog nooit vertoond en zal ongetwijfeld niet op alle onderdelen slagen. Er zullen beslist lege pinautomaten, winkels zonder wisselgeld en niet-werkende automaten zijn en je moet niet verbaasd zijn als je voor iets eenvoudigs als pinnen lang in de rij zal moeten staan. Wie echter genoeg contant geld in huis heeft en in de eerste week van januari zo veel mogelijk elektronisch betaalt, kan het gemakkelijk volhouden tot de grootste drukte en de ergste logistieke problemen voorbij zijn.
Kan er dan echt niks meer fout gaan? Natuurlijk wel. Het is zelfs nagenoeg uitgesloten dat er
10
colofon Redactie: Jochen van Barschot Marlies Hagers Hans Ulrich Vormgeving: Remy Jon Ming
Tijdschema invoering
ophalen. 27, 28 en 29 december 2001 Aflevering bestelde euromunten bij winkeliers door TPG.
1 december 2001 Acceptgiro’s voor betalingen die betrekking hebben op een tijdvak na 1 januari 2002 mogen in euro’s worden uitgedrukt en aan het publiek verzonden.
31 december 2001 Laatste dag dat winkeliers bestelde eurobiljetten bij de bank kunnen ophalen; winkeliers kunnen euromunten nabestellen. Laatste dag waarop de nationale munten en biljetten wettig betaalmiddel zijn in Duitsland, maar de Duitse werkgevers hebben toegezegd nog tot en met 28 februari 2002 marken te zullen accepteren.
17 december 2001 De publieksset ter waarde van 3,88 euro (8,55 gulden) is gratis af te halen. De consumentenpakketten met euromunten zijn te koop à 25 gulden. Winkeliers mogen in plaats van coupures van 25 gulden ook de consumentenpakketten als wisselgeld geven. Winkeliers kunnen bestelde eurobiljetten bij hun bank
1 januari 2002 De euro is wettig betaalmiddel. Consumenten betalen zoveel mogelijk in euro’s. Vanaf 0.00 uur uitsluitend in
euro’s pinnen en chippen.De automaten bevatten vooral kleinere coupures. Alle bank- en girorekeningen zijn omgezet in euro’s. 27 januari 2002 Laatste dag waarop de gulden wettig betaalmiddel is in Nederland. Laatste dag waarop goederen in guldens zijn geprijsd. Laatste dag waarop winkeliers euromunten kunnen nabestellen. 9 februari 2002 Laatste dag waarop de nationale munten en biljetten wettig betaalmiddel zijn in Ierland. 11 februari 2002 Laatste dag waarop winkeliers guldenmunten kunnen laten ophalen. 17 februari 2002
Laatste dag waarop de nationale munten en biljetten wettig betaalmiddel zijn in Frankrijk. 28 februari 2002 Laatste dag waarop de nationale munten en biljetten wettig betaalmiddel zijn in de overige landen: België,Griekenland, Spanje,Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Portugal en Finland. 31 maart 2002 Laatste dag waarop het publiek gratis bij eigen bank guldens kan inwisselen. Laatste dag waarop het publiek bankbiljetten uit andere landen kan inwisselen bij banken voor het normale tarief. Laatste dag dat overschrijvingsformulieren en acceptgiro’s in guldens nog worden verwerkt.
31 december 2002 Laatste dag waarop mensen bij banken hun oude guldens op een rekening kunnen storten. Sinds 1 april mogen banken hiervoor kosten in rekening brengen. 1 januari 2007 Laatste dag waarop de consument bij kantoren van DNB kostenloos guldenmunten kan omwisselen voor euro’s. 1 januari 2032 Laatste dag waarop de consument bij DNB guldenbiljetten kan omwisselen voor euro’s. DNB brengt sinds 2007 hiervoor kosten in rekening. Bron: De Nederlandsche Bank,Het Nationaal Forum voor de introductie van de euro,Europese Centrale Bank.