“Wie Anja van der Giessen is? Gewoon, een natuurmens. Ik ben graag buiten, de ruimte en de vrijheid ervaren. Ik ben altijd veel buiten geweest, hutten bouwen en zo. Ik ben getrouwd met Ronald Vinke, we hebben twee kinderen. Jolien van 16 en Wout van 14. Ik ben in Rotterdam geboren, in 1965. Ik heb de lagere en middelbare school in Terneuzen gedaan. Elke dag met de fiets op en neer vanuit Hoek. Ik wilde daarna eigenlijk HBO V. doen in Goes. Maar toen ik ben gaan kijken daar koos ik ineens voor de laboratoriumschool. Dat was geen echte droom eigenlijk. Na mijn stage kon ik meteen bij het ziekenhuis in Terneuzen in dienst komen, als laborante klinische chemie. Later ben ik op de röntgen gaan werken. En nu werk ik bij het bevolkingsonderzoek, in “de bus”. De Steltkluut heb ik leren kennen via een collega op het lab. We gingen wandelen, en snoeien. Ik heb de natuurgidsencursus gedaan. Werd lid van de Steltkluut, en deed mee aan excursies en het knotten. Later heb ik via de kinderen de Stekkertjes leren kennen, en Marjon natuurlijk. Ik vond het leuk om haar mee te helpen, en de laatste tien jaar organiseer ik ook activiteiten. En begeleid die. Samen met Hanneke, Marjon en Sandra maken we elk najaar een programma van tien activiteiten voor het nieuwe jaar. We hebben nu zo’n 25 kinderen in de groep. Gemiddeld komen er zo’n tien op de activiteiten af. Verder heb ik de afgelopen twee 2014
Rob Kregting
schijnwerper
jaar bij de natuurspeeltuin in Terneuzen op woensdagmiddagen een activiteit georganiseerd. Eigenlijk hetzelfde als wat ik voor de Stekkertjes doe. Voor de Stekkertjes is het blubberen in Saeftinghe elk jaar een klapper. Dat vinden de kinderen prachtig. Ook vogelvoer en vogelhuisjes maken is een succes. En natuurlijk het jaarlijkse muizen- / nachtdierenkamp. De laatste tijd doen we dat samen met de Visdiefjes van ‘t Duumpje. Die hebben een fanatieke groep. We werken goed samen met hen. ‘t Geeft ons weer nieuwe ideeën en impulsen. Voor hun is bijvoorbeeld Saeftinghe heel bijzonder, en voor ons de kust. Dat geldt zeker voor de jeugd. Ik ben in het bestuur gegaan omdat iemand dat moet doen. Ik vind het belangrijk dat de Steltkluut blijft bestaan. En dat ook de jeugdgroep zijn inbreng heeft. Ik zou graag de leden meer bereiken, dat ze wat actiever worden. Wij hebben onder de Stekkertjes een enquête gehouden naar wat ze graag wilden. Misschien is dat ook een idee voor de Steltkluut zelf. De familiedag was een groot succes. Misschien kunnen we dat vaker doen, met een eigen bijdrage voor de bezoekers. Een ander idee dat ik heb is om als vereniging een Facebookpagina te openen, waarop we bijvoorbeeld onze activiteiten zetten. Het zou een open opzet kunnen hebben, zodat iedereen kan reageren. Misschien dat er iemand in de vereniging is om dat op te zetten? Ik zou ook graag zien dat er meer mensen reageren op het blad. Misschien dat we ook via de site kunnen laten doen, reageren op artikelen? En dat er meer mensen artikelen indienen. Nu zijn het vaak dezelfde namen die eronder staan. Het zou volgens mij ook een idee zijn om ons goed zichtbaar te maken op de natuurwerkdag. We zijn er nu wel, als Stekkertjes en knotploeg, maar niemand ziet er de Steltkluut. Mijn wens is dat er meer mensen meegaan, naar buiten.” We sluiten af, op een mooie augustusmorgen, in een prachtige tuin, middenin Terneuzen.
De Steltkluut
Foto: Anja in haar tuin - Rob Kregting
Natuurmens
1
Uiterlijk en Biologie De kleine modderkruiper (Cobitis taenia) behoort tot de familie van de modderkruipers (Cobitidae) en heeft een langgerekt cilindervormig geel tot lichtgrijs lichaam met op de flanken een regelmatig patroon van donkere vlekken. Rond de bek bevinden zich zes korte bekdraden waarvan vier op de bovenlip en twee in de mondhoeken. Onder het oog bevindt zich een kleine uitklapbare stekel. De soort kan ruim 10 cm lang worden. De kleine modderkruiper komt voor van Groot-Brittanië tot aan de Oeral en van zuid Scandinavië tot aan de Pyreneeën en Alpen. Kleine modderkruipers komen in vrijwel heel Nederland voor in sloten, vaarten, kanalen, riviertjes, beken, plassen en meren. Alleen op de Waddeneilanden, grote delen van Zeeland en de Veluwe komt zij niet voor. De soort heeft een voorkeur voor stilstaand tot langzaam stromend ondiepe wateren met een rijke plantenbegroeiing en een zandige of met dunne sliblaag bedekte bodem. De paaitijd loopt van april tot juli. Hierbij draait het mannetje zich om het vrouwtje. De eieren worden afgezet tussen dichte vegetatie en als vegetatie ontbreekt tussen stenen, takken
of boomwortels. Kleine modderkruipers zijn met name in de schemering en ’s nachts actief, overdag rusten ze verscholen tussen de vegetatie of ingegraven in de bodem met enkel hun kop eruit stekend. Ze voeden zich door bodemsubstraat op te happen en daaruit eetbare deeltjes te filteren. Het dieet bestaat uit zoöplankton, kleine macrofauna, algen en dood organisch materiaal (bron: www.vissenatlas.nl). Onderzoeksmethodiek Om een actueel beeld te krijgen van de verspreiding van de soort in Zeeland wordt er sinds het begin van het Zeeuwse visatlas project gericht naar deze soort gezocht. Hierbij werden niet alleen historische locaties bezocht, maar ook nabijgelegen wateren en zelfs wateren waar de soort in de nabijheid al lang niet is gezien maar op basis van het biotoop wel te verwachten zou zijn. Dit onderzoek raakte in een stroomversnelling toen de tweede auteur in het kader van zijn stage enkele maanden lang op deze soort focuste. In totaal is er in meer dan 100 km-hokken gericht naar deze soort gezocht. Vrijwel altijd werd dit met schepnetten (ook wel steeknetten) gedaan, vanaf de oever of in het water. Per locatie/uurhok werd net zo lang gezocht tot vrij zeker was dat de soort hier wel of geen populaties had. Dat wil overigens niet altijd zeggen dat de soort er ook daadwerkelijk helemaal niet zit. Het voorkomen in een watergang kan tot vrij lokaal beperkt zijn of de soort kan er ook slechts sporadisch voorkomen ten tijden van migratie. Desondanks vermoeden we dat er met deze werkwijze toch een betrouwbaar beeld is verkregen van de huidige verspreiding. Indien de soort werd waargenomen werden ook eigenschappen van het water en bodem genoteerd en
onderzoek Kaart: actuele verspreiding van de kleine modderkuiper in Oost Zeeuws-Vlaanderen (en eigenlijk ook Zeeland): periode 2007-2014 (bron: www.waarneming.nl). De mate van verkleuring van de hokjes geeft een indicatie van het aantal dieren dat is aangetroffen.
Verspreiding in Zeeland Betrouwbare historische gegevens beperken zich tot de zuidrand van Zeeuws-Vlaanderen. Momenteel zijn er geen actuele waarnemingen meer bekend van West Zeeuws-Vlaanderen, wat overigens niet betekent dat ze er niet zijn of op (korte) termijn zouden kunnen terugkeren. Op diverse locaties lijkt er geschikt leefgebied te zijn. De reden dat de soort hier nog niet zit is mogelijk te verklaren doordat er te veel migratieknelpunten liggen tussen dit gebied en de restpopulaties in Vlaanderen. Buiten Zeeuws-Vlaanderen is de soort in Zeeland nooit vastgesteld, hoewel ook hier lokaal vestiging is te verwachten, zoals in de Slikken van de Heen aan het Krammer Volkerak en het Zoommeer. Vooralsnog is de soort (binnen Zeeland) dan ook een echte Oost Zeeuws-Vlaamse specialiteit, hier is ze nu in maar liefst 40 km-hokken aangetroffen.
Habitatvoorkeur Twee factoren bleken bepalend voor het voorkomen van de kleine modderkruiper. Dit zijn een substraat waarbij de toplaag uit grof organisch materiaal bestaat, vermengd met zand of slib, en een bodem die relatief stevig is. De soort heeft een voorkeur voor zoet water, maar uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat licht brak water geen probleem is (zie tabel 1). Dit was wel al enigszins uit eerder onderzoek bekend maar er worden hier geen hoeveelheden aan gerelateerd. Echte brakke wateren worden gemeden en dat is de belangrijkste reden dat de soort zo schaars is in Zeeland. Ook ondiepe smalle begroeide wateren worden gemeden, dit soort wateren domineren de Zeeuwse polders. Indien het waterpeil hiervan zou worden verhoogd en de sloten zouden worden verbreed zou de soort hier flink van kunnen profiteren.
Tabel: waterkwaliteitsgegevens van de vindplaatsen van kleine modderkruiper (bron: Waterschap Scheldestromen)
Locatie en datum van monstername
Modderkruipers Saliniteit (Cl-) Zuurgraad Zuurstof aangetroffen [mg/l] (pH) [mg/l]
Grote Dulper 2005-2011
Ja
381±232
8,1±0,3
7,4±5,0
Kleine Dulper 2005-2011
Nee
471±294
8,0±0,3
8,2±4,3
Bosch kreek 2000-2014
Nee
65±15
7,7±0,3
7,2±3,6
Spui kreek 2002-2014
Nee
638±614
8,1±0,3
9,0±3,3
Axelse kreek 1998-2014
Ja
441±204
8,2±0,4
10,2±3,1
Oosterlijke Rijkswaterleiding (Axel) Ja 1998-2014
999±508
8,1±0,2
-
Moerspuische Watergang 2000-2012
Ja
175±129
7,9±0,4
8,1±2,9
Zijkanaal (Axel) 2002-2008
Ja
102±16
7,8±0,2
8,4±3,8
Oude vaart 1988-1995
Nee
269±78
8,2±0,5
10,4±3,4
Pereboomsgat 1987-1989
Ja
416±493
7,9±0,6
7,0±4,2
2014
De Steltkluut
In het herfstnummer van De Steltkluut werd kort stilgestaan bij de geboekte resultaten van het Zeeuwse visatlasproject (Calle P. 2013). In dat artikel werd al aangegeven dat de strikt beschermde kleine modderkruiper hier lokaal nog vrij veel voorkomt. In 2014 heeft de tweede auteur gedurende zijn vijf maanden durende stage een uitgebreide studie naar de verspreiding en ecologie van deze soort in Zeeland verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd (Kaijser W. 2014), in dit artikel worden de belangrijkste resultaten kort weergegeven.
werden de waterkwaliteitsgegevens opgevraagd bij het Waterschap Scheldestromen Foto: Wim Kaiser bemonstert een waterloop-Tineke van Dongen
De Steltkluut
Foto: kleine modderkruiper een Oost Zeeuws-Vlaamse specialiteit - Lucien Calle
onderzoek 2
Kleine modderkruipers houden van Oost Zeeuws-Vlaanderen
3
*Brouwer T., Dorenbosch M., Eekelen R. v., & Spier J. 2010. Vissenatlas Noord-Brabant. Bedum: Profiel uitgeverij. *Calle P. 2013, Het vissen atlas-project in Oost Zeeuws-Vlaanderen, een tussenstand. Steltkluut (3): pag. 14-15. *Dienst-Regelingen 2011, Kleine modderkruiper Cobitis taenia, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. *Kaijser W. 2014, De Kleine Modderkruiper (Cobitis taenia), De verspreiding en het habitat van de kleine modderkruiper in Oost Zeeuws-Vlaanderen.
Pepijn Calle (Coördinator Zeeuwse visatlas) & Wim Kaijser (student Aquatische Ecotechnologie Hogeschool Zeeland)
Je moet de ho(o)p niet opgeven ... Het begon allemaal ergens in het vroege voorjaar van 2014. Meneertje en mevrouwtje zaten lekker uitgestrekt op de bank. Net na het eten en net voor het journaal is er op onze favoriete TV zender om die tijd altijd een documentaire over een dier, plant of land te zien, dus even lekker de dag achter je laten en ontspannen… Die avond ging het over een streek in Oostenrijk.
Dit is natuurlijk extra leuk omdat mevrouwtje daar vandaan komt. Het ging over twee bijzonder kleurige vogels die helemaal vanuit Afrika daar – de streek ten noordwesten van wenen verblijven - er in het voorjaar eieren leggen en hun kleintjes groot brengen. Een van deze vogels was de bijeneter. Een rood, geel, blauwe vogel die van dat bijzondere
2014
Ab (die ons speciaal voor onze vakantie zijn verrekijker leende): Gewoon voor de tent in Spanje regelmatig foeragerend door het gras. Ik noem hem/ haar de Europese kaketoe. We hebben met de hele familie tijdens het ontbijt verschillende keren van deze, tot de verbeelding sprekende vogel, mogen genieten.
Achteraf moesten we hier natuurlijk ontzettend om lachen. Maar je moet de ho(o)p niet opgeven, we krijgen dit vogeltje zeker nog eens te zien, zij het niet in Oostenrijk dan misschien wel volgend jaar in Zuid Italië of eens in Spanje of Frankrijk. Wie weet… Elisabeth Hoek, Christiaan Hiensch en Ab Delzene
hoep, hoep
De Steltkluut
Dankwoord Bij deze willen we de stagiair(e)s bedanken die veldonderzoek naar deze soort hebben gedaan: Jeroen Jansen, David Verschoor en Tineke van Dongen en vanuit De Steltkluut: Bas de Maat, Lucien Calle, Mark Dobbelaar, Luud Persijn en Alex Wieland.
Literatuur
Foto: Hop voor de tent ten noorden Napels - Christiaan Hiensch
De Steltkluut
Vervolgstudie Een (relatief eenvoudige) vervolgstudie zou kunnen aantonen waar de belangrijkste migratieknelpunten liggen en hoe deze vervolgens opgelost kunnen worden. Indien elders leefgebied van de kleine modderkruiper verloren zou gaan kan men met de uitvoering van voorgestelde maatregelen zo de bestaande populaties versterken.
Uiteindelijk weer thuis in Nederland worden de vakantieverhalen met je vrienden gedeeld en kwam ook ons verhaal over de hop ter sprake. We konden onze oren niet geloven, Christiaan en ook Ab - twee echte vogelaars - vertelden het volgende: Christiaan: Op een camping ten noorden van Napels kwam mijn zoon bij de tent terug met een enthousiasme die ik alleen van hem ken als er ook een voetbal in de buurt is. “Pap mooie vogel gezien hij zit daar”. Uit zijn verhaal kon ik opmaken dat het wel een hop moest zijn die ik ook nog nooit gezien had. Met telelens in de hand op pad maar de hop was gevlogen. Heel de middag kreeg ik het te horen:”Pap heb jij al eens een hop gezien? Nee? Goh ik wel”. De volgende dag zat de hop naast de tent op de tent en nog net niet in de tent. Het ging weer snel over voetbal.
Foto: Hop voor de tent in Spanje - Ab Delzenne
onderzoek 4
Foto: leefgebied van de kleine modderkruiper in de Grote Dulper, een licht brakke uitloper van Otheense kreek - Wim Kaiser
landschap gebruik maakt en in de zandige wanden tussen de wijnbergen hun nesttunnels graven. Zoals zijn naam al verraadt, eet hij het liefst bijen maar ook veel andere soorten insecten die hij handig uit de lucht weet te vangen. Echter, helemaal weg waren we van de tweede vogel, de hop. Met zijn roodbruine kuif op zijn kop deed hij wel een beetje aan een indiaan denken. Zijn staart en vleugels zijn zwart met brede witte strepen. Hij heeft een lange, dunne snavel waarmee hij makkelijk grotere insecten, regenwormen, naakt- en huisjesslakken, spinnen, maar ook hagedissen kan vangen. Zijn bijnaam is“drekhaan”omdat hij zijn nest nooit schoon maakt (Duits “Dreck” = vuil) en het voedselafval en uitwerpselen in zijn nest laat liggen. Het vrouwtje verspreidt tijdens de broedtijd een zware stank. De roep van de hop klinkt als “hoep, hoep” en hoewel hij vrij zachtjes roept, is het toch op grote afstand te horen. Een hop wordt ongeveer 28 cm groot… Als grote natuurliefhebbers en helemaal onder de indruk van deze documentaire, hebben mevrouwtje en meneertje spontaan besloten hun vakantie dit jaar in Oostenrijk door te brengen om (ook) op zoek naar de hop te gaan. Nadat alles gepland was en we in een heel bijzondere verblijfplaats zouden wonen een oude wijnkelder - ging de reis halverwege juli richting het “Kamptal”. Hoewel het in de rest van Oostenrijk aan het onweren en hagelen was, konden we daar van schitterend weer en een heel mooi landschap genieten. Tussen het zwemmen in de riviertjes, het mountainbiken door het landschap en de noodzaak (…) om af en toe van de bijzonder lekkere drank die ze hier produceren (wijn) te genieten, vonden we natuurlijk ook altijd nog even tijd om op zoek naar onze kleine “indiaan” te gaan. Hoewel we van een goede bron tips kregen waar ze vaak te zien waren, kregen we hem echter niet te zien. Een klein beetje teleurgesteld maar na een heel fijne vakantieweek vertrokken we ‘s zondags verder richting de Alpen. In de auto was mevrouwtje nog altijd een beetje aan het “broeden” op het feit of we het misschien toch een beetje anders hadden moeten aanpakken en net zoals echte vogelaars ons misschien uren hadden moeten verschuilen om het beestje uiteindelijk voor de lens te krijgen. Meneertje was er echter van overtuigd dat ze al weer naar Afrika vertrokken waren omdat dit jaar de zomer zo vroeg was begonnen...
5
In onderstaand overzicht zijn alleen bijzondere waarnemingen van vogels vermeld. Vanaf juli 2013 worden de vogels op alfabetische volgorde gepresenteerd, dus niet meer op soortgroepen zoals voorheen. Appelvinken zijn op 5 verschillende plaatsen waargenomen. Op 25-4 (1) bij St Jansteen (AW), op 29-4-(1) bij Philippine (MC), op 5-5(2) bij Kloosterzande (HB), van 20-5 tot 9-6 (1) bij Hulst (HB) en op 15-6 (1) bij BN (BD). 2 Meldingen van de Barmsijs, op 12-4 (1) bij Axel (LB) en op 14-4 (1) bij Zuiddorpe (FT). Trekkende Beflijsters zijn dit voorjaar niet zo veel gemeld. Op 2-4 (1) bij BN (HC), op 4-4 (2) bij Terneuzen (HM), op 12-4 (1) bij Hoek (ED), op 16-4 (2) bij VLVS (JT), op 17-4 (2) bij Westdorpe (LB, MK), op 20-4 (1) bij Philippine (HC), op 19-4 (1) bij BZ (HC) en op 25-4 (1) bij Hoek (ED). Slechts 2 meldingen van het Bokje, 1 op 1-4 bij Clinge (PM) en op 6-4 (1) bij BN (LB). 4 locaties met meldingen van de Bonte Vliegenvanger. Van 7-4 tot 7-6 (1) bij St Jansteen (AW, HN, HH, MC), op 21-4 (1) bij Kloosterzande (HB), op 19-5 (1) bij Hulst (RK) en op 30-5 (1) bij VLVS (AvH). De enige melding van 1 Boomleeuwerik is van AW op 20-4 bij Clinge. Bosruiters zijn weer ge-
hoord op de bekende plekken. Op 26-4 (1) bij Hengstdijk (HB), op 3-5 (2) bij Kloosterzande (BvB), op 4-5 en 6-5 (1-7) bij AP (LB), op 6-5 (1) bij TELM (BvB) en op 10-5 (1) bij Hengstdijk (HB). Casarca’s werden gemeld op 5-4 (1) bij Terneuzen (VdB), op 25-4 (1) bij Heikant (AW), van 28-4 tot 22-6 (1) bij Hoek (RvT, AD), op 16-5 (2) bij BN (HC), en op 13-6 tot 15-6 (1) bij BN (PM, BD, MC). De Cettis Zanger lijkt zich te vestigen in Zeeuws Vlaanderen. Op 3 plaatsen zijn ze veelvuldig gehoord. Van 3-4 tot 18-6 (1-2) bij GE (HN, HH, TJ, LB, AvdW, MC, HB ), van 9-4 tot 18-6 (1) bij EvM (PM, BvB, AD, HM, CH, GK) en van 22-6 tot 29-6 (1) bij Axel. Uniek is de waarneming van de Dwergarend die HB deed op 3-6. Zie stukje hierover, met foto, elders in het blad. Huub proficiat hiermee. Enkele meldingen van de Dwergmeeuw. Op 20-4 (1) bij TELM (BvB), op 20-4 (1) bij Ossenisse (ER), op 17-5 (1) bij Westdorpe (MC), op 8-6 en 9-6 (1) bij Ossenisse (HB, HN). Op TELM zag BV 5 overvliegende Dwergsterns. Slechts 1 melding van het kenmerkende geluid van de Graszanger, niet zoals verwacht bij VLVS maar bij het GE (LP). De Grauwe Kiekendief is 2 keer trekkend waargenomen. Op 6-5 (1) bij Axel (AD) en op 29-5 (1) bij GE (JK). Een vrouwtje Grauwe Klauwier, die we hier niet vaak zien, is op 22-5 bij GE waargenomen (TJ). De onopvallende Grauwe Vliegenvanger, in het verleden een algemene vogel, is op 5 plaatsen waargenomen. Op 21-4 (1) bij Hengstdijk (AP), op 24-5 (1) bij BN (MC), op 10-6 (1) bij St Jansteen (HB), op 18-6 (1) in Zaamslag (BvB) en op 21-6 (1) bij GE (HC). De Grote Stern is zoals gebruikelijk alleen langs de Schelde gezien. Op 13-4 (2) bij TELM (BvB), op 19-4 (1) bij Ossenisse (JB, NB, MSc) en op 21-4 (1) bij Ossenisse (HH). De Halsbandparkiet, die in de randstad algemeen is, zien we hier nog weinig. Ze zijn gezien op 12-4 (1) bij Hulst (HN) en op 3-6 (1) bij Koewacht (A VBN). De Havik is op de
veldwaarneming
bij Axel op 21-4 en 22-4 (LB, JK). Purperreigers zijn gezien op 3-4 (1) bij Zandberg (HB), op 4-4 (1) bij GE (HB), op 13-4 (1) bij Terneuzen (BvB), op 20-4 (1) bij TELM (BvB), op 21-4 (2) bij TELM (BvB), op 23-4 (1) bij GE (HN, HB), op 26-4 (1) bij AP (LB), op 27-4 (1) bij TELM (BvB, BV), op 3-5 (1) bij AP (RV), op 6-5 (2) bij TELM (AD, BvB), op 6-5 (1) bij BN (JK, TL, PB), op 7-5 (1) bij Terneuzen (AD), op 18-5 (1) bij TELM (BvB) en op 19-5 (1) bij Terneuzen (JK). De Rode Wouw is op 8 locaties waargenomen. Op 1-4 (1) bij Lamswaarde (PC), op 2-4 (1) bij VLVS (BdM), op 3-4 (1) bij GE (HH), op 4-4 (1) bij Canisvliet (PM, ML), op 6-4 (1) bij Hulst (EdT), op 13-4 (1) bij GE (JvG), op 17-4 (1) bij BZ (DM) en op 2-5 (1) bij Zaamslag (AvdW). Een zeldzame zingende Roodmus is gehoord op 26-5 (1) en op 9-6 (1) bij BN (TL, MC). Tussen 13-5 en 19-5 is 1 Ross’ Gans gezien bj AP (LB, FT, YP, AB, HN, PD, MD). Op 21-6 is 1 Slangenarend gemeld bij BN door JD. Op 3 plaatsen is de Steltkluut gezien. Tussen 21-4 en 23-5 (1-2) bij AP (PV, RV, MC, LB), op 25-4 (2) bij BN (HC) en op 29-5 (2) bij GE (JK). Strandplevieren zijn dit voorjaar weer waargenomen op de gebruikelijke plaatsen. Tussen 4-5 en 20-6 (1-10) bij Ossenisse (HN, LB, MvB, HB, HH) op 12-5 (3) bij Terneuzen (BV), Op 18-5 (2) bij Hellegatschor (BvB, AvH), op 24-5 (1) bij VLVS (HB) en op 21-6 (1) bij Hellegatschor (MvB). Temmincks Strandloper zijn slechts 2 keer waargenomen. Op 9-5 (1) bij Zandberg (HB) en op 10-5 (2) bij AP (LB). Enkele waarnemingen van de Velduil. Op 1-4 (2) bij Zaamslag (HM), op 10-4 (1) bij Hoek (ED), op 1-5 (1) bij Axel (PV) en op 12-5 (1) bij Hengstdijk (MS). Visarenden zien we hier vooral op trek in
2014
De Steltkluut
De Steltkluut
Regio: Midden en Oost Zeeuws-Vlaanderen (vanaf grofweg het Paulinaschor tot en met Saeftinghe). Nieuwe meldingen: Nieuwe meldingen kunt u sturen naar
[email protected]. De voorkeur gaat uit naar registratie via www.waarneming.nl. Bij de waarnemingen vermelden: datum, aantal, leeftijd, geslacht, ter plaatse of overtrekkend en dergelijke. Gebruikte afkortingen: Diverse waarnemers = Div.wrns, Braakman-Noord BN, Braakman-Zuid BZ, Telpost Margarethapolder TELM, Telpost ’t Hellegat TELH, Autriche Polder AP, Verdronken Land van Saeftinghe VLVS, Groot Eiland GE, Paulinaschor PS.
volgende plaatsen gezien; van 2-4 tot 21-6 (1) bij BN (MC, LB, PD, HM, JD), van 10-5 tot 29-6 (1) bij GE (HN, LB, HC), op 2-6 (1) bij TELM (PM, HM) en op 21-6 (1) bij Clinge (HB). De Kleine Bonte Specht is gezien op 12-5 (1) en op 25-5 (1) bij St Jansteen (HN). Bij AP zijn tussen 6-5 en 11-5 (1-2) Kleine Strandlopers gezien (LB, WdS). 1 melding van de Koereiger op 30-4 in BN (BV). Ook 1 melding van een Kraanvogel, ook in BN, op 6-5 (TL, JK, PB). De zeldzame Kwak is op 6-6 gezien bij Koewacht (LP). Kwartels zijn gemeld vanaf verschillende locaties. Op 2-4 (1) bij BN (MC), op 12-4 (1) bij BZ (JK), op 13-5 en 26-6 (1) bij Koewacht (LP), op 21-5 en 22-5 (1) bij Hulst (AW), op 31-5 en 3-6 (1) bij Zandberg (HB), op 3-6 (1) bij Heikant (AW), op 9-6 (1) bij Axel (AW), op 11-6 (1) bij Hoek (AW), op 17-6 en 21-6 (1) bij Hulst (HB), op 25-6 (1) bij Emmadorp (RH). Bij St. Jansteen is tussen 2-4 en 7-6 op de bekende locatie de Middelste Bonte Specht (1) weer diverse keren waargenomen (HN, HB, LC, BdM, AW, HH). Een Oehoe, waarschijnlijk een ontsnapte vogel, werd waargenomen op 31-5 en 27-6 bij Axel (AW, FL). Enkele meldingen van vooral overtrekkende Ooievaars. Op 6-4 (1) bij Emmadorp (HN), op 20-4 (1) bij TELM (BvB), op 21-4 (5) bij TELM (BvB), Op 29-4 (1) bij Axel (EM), op 29-4 (3) bij Koewacht (MS), op 30-4 (4) bij Heikant (AW), op 9-5 (15) bij VLVS (AW), op 16-5 (1) bij BN (JD), op 18-5 (1) bij BN (TL), op 24-5 (1-2) bij BN (MC, PM, GB) en op 7-6 (3) bij Terneuzen (BvB, BW). Een Paarse Strandloper is gemeld op 7-5 (1) bij Terneuzen (ST). De zeldzame Poelruiter was bij Ossenisse aanwezig van 15-4 tot 21-4 (Div.wrns). Een Porseleinhoen is gezien
Foto: Jonge Ransuilen in Terneuzen, Fam van Loo.
veldwaarneming 61
Waarnemingen 1-4-2014 t/m 30-6-2014
71
Bert van Broekhoven
Grote paniek onder de territoriale grutto’s en scholeksters, zorgde ervoor dat ik mijn kijker pakte. Ik was op 3 juni bezig met een korte inventarisatie bij de Vlaamse kreek o.a. om te kijken of het aanwezige Bruine Kiekendievenpaartje nog steeds op dezelfde plaats zou alarmeren, zoals enkele weken geleden. Wie schetst mijn grote verbazing toen ik een grote roofvogel in mijn kijker beeld kreeg. Op de plaats boven het rietveldje waar de kiekendieven normaal verbleven, zag ik dit keer geen kiekendief maar een grote buizerdachtige vogel die werd achterna gezeten door 2 held-
haftige grutto’s en een scholekster. Al heel snel had ik door dat dit ook geen buizerd was gegeven het contrastrijke zwart met witte onder vleugels en de brede gevingerde vleugels. De boven vleugels met een lichtbruin veld aan iedere kant en op de voorrand van de boven vleugel tegen het lichaam aan iedere kant een witte vlek, de zogenaamde landingslichten, lieten geen twijfel meer over. Dit was een lichte fase van de dwergarend, een soort die ik enkele jaren geleden in de Spaanse Pyreneeën voor het eerst had leren kennen. Dit beseffende deed mij snel grijpen naar mijn camera om te proberen de vogel op de gevoelige plaat vast te leggen. De vogel, geschrokken door zoveel aandacht van de steltlopers, begon langzaam wat te cirkelen in mijn richting, waarbij ook duidelijk zijn lichte kop en lichte buik met kleine roodbruine streepjes te zien waren. Navigerend met zijn gespreide staart als een wouw vloog hij uiteindelijk steeds hoger en hoger, cirkelend en opschroevend. De zesvingerige vleugels, 1 meer dan bij een buizerd, kon ik
zeldzame dwaalgast onder de roofvogels en broedt voornamelijk in bossen in heuvelachtig of bergachtig landschap in Zuid Frankrijk en Spanje. De foto’s op Waarneming.nl werden veelvuldig bekeken, wel meer dan 5000x. Hopelijk heb ik de leden van onze Roofvogelwerkgroep niet al te jaloers gemaakt. Huub Bun
Uit de planologiewerkgroep De afgelopen periode was de planologie werkgroep met diverse thema’s actief en hebben we twee keer een inspraakreactie gegeven. Een bezwaar tegen de bouw van een kippenstal vlak over de grens bij Heikant en een zienswijze over de RIB Rally op de Westerschelde. RIB Rally Westerschelde Bij de zienswijze voor de RIB Rally die op 26 en 27 september plaatsvindt, hebben we samen opgetrokken met Het Zeeuwse Landschap. Dit waren tevens de enige partijen die op de plannen hebben gereageerd. De Westerschelde is een Natura2000 gebied met heel hoge ecologische waarden. We zijn niet tegen de Rally, maar vinden dat die goed moest worden afgestemd op de aanwezige natuurbelangen. We hebben daarom gepleit om voor beide race-locaties een natuurtoets te laten uitvoeren, alleen op deze locaties hard te mogen varen en de zaak goed te monitoren. De vergunning is verstrekt, maar wel onder de volgende voorwaarden afkomstig uit de door ons verstuurde zienswijze: - Er mag tussen haven en wedstrijdlocaties alleen met langzaam tempo gevaren worden, om extra verstoring te voorkomen. - Voorafgaand, tijdens en na afloop moet er monitoring plaatsvinden (op basis door een door onze partijen goedgekeurd monito ringsplan) van de effecten van de RIB Rally op de natuur. De resultaten hiervan worden ons toegestuurd. Ook geldt deze monitoring als strikte voorwaarde voor het plaatsvinden 2014
van eventuele toekomstige RIB Rally’s in de Westerschelde. De kans op een aanvaring met zeezoogdieren acht de provincie minimaal ivm het lage tempo tussen haven en wedstrijdlocaties en dat deze zeezoogdieren de boten al op schijnen te merken voorafgaande aan de race. Ook hoeft er niet voor de tweede route een natuurtoets te worden uitgevoerd, omdat deze binnen een vaargeul plaats gaat vinden en daarmee valt onder het bestaande gebruik van het gebied. Kippenstal Heikant De voornaamste reden om hier bezwaar aan te tekenen is dat de stal heel dicht tegen het verzuringgevoelige natuurgebied de Wildelanden aan ligt. Juist door het voedselarme karakter van het dekzand heeft dit gebied zich heel mooi kunnen ontwikkelen, met tal van botanische bijzonderheden. Een dergelijke stal stoot heel wat ammoniak uit, en dat op minder dan 100 meter afstand. In deze zaak stonden we niet alleen, want ook de gemeenten Hulst en Stekene, Het Zeeuwse Landschap (beheerder van het gebied) en veel locale bewoners tekenden bezwaar aan. De aanvraag is inmiddels afgewezen. Actieve mensen gezocht De werkgroep is overigens nog op zoek naar versterking. Heeft u zin om mee te helpen de natuur actief te beschermen? Kom eens langs op een van de vergaderingen (eerst volgende op 14 okt. en 25 nov. om 19.30 uur, op Walstraat 7 te Terneuzen). Contact via Adri Paauwe (06-22699242) . Lucien Calle
aktief mee helpen
L Aandeweg (LA), C Beeke (CB), P Beeke (PB), L Bekaert (LB), W d Block (WdB), G Boelens (GB), J Bokelaar (JBo), A Borhem (AB), J Bosch (JB), N Nosch (NB), B v Broekhoven (BvB), Bun (HB), M v Bunderen (MvB), L Calle (LC), T d Caluwe (TdC), P Calle (PC), M Capello (MCa), H Castelijns (HC), A Delzenne (AD), P Dhaluin (PD), B Dijkstra (BD), E Dieleman (ED), J Dieleman (JD), M Doorn (MD), P Doorn (PD), a v Ghyseghem (AvG), J v Grimbergen (JvG), W Halfwerk (WF), A v Herrewege (AvH), H Hiel (HH), R d’Hondt (RD), T Jansen (TJ), M Kiefer (MK), M Knipping (MK), J Kolijn (JK), R Kraayeveld (RK), G Kurstjens (GK), J Labeij (JL), M Lieman (ML), Fam Luijten (FL), T Luiten (TL), P Maas (PM), B d Maat (BdM), E Matthijs (EM), D Minnebo (DM), H Molenaar (HM), E Neve (EN), H Nijskens (HN), L Persijn (LP), A Persoon (AP), Y Pieters (YP), H Reijnhoudt (HR), E Reinstra (ER), R Remmerts (RR), M Schot (MSc), W d Smet (WdS), M Sponselee (MS), D v Straalen (DvS), A Strootman (AS), E d Taey (EdT), S Terlouw (ST), R v Tiel (RvT), F Tombeur (FT), J Tramper (JT) P Verhelst (PV), B Verhoeven (BVe), R Verhoosel (RV), J d Vos (JdV), B Vroegindeweij (BV), B Wetstijn (BW), A vd Wiel (AvdW), A Wieland (AW), P Wolf (PW).
later op de gemaakte foto’s nog eens natellen. Zo snel dat de vogel gekomen was zo vloog hij even later weer snel hoog in glijvlucht in zuidelijke richting (België) weg met zijn gebogen vleugels en met de vleugelboeg naar voren. Dit alles in een tijdbestek van een 5 tal minuten. Gelukkig was het gelukt om een paar foto’s te maken met mijn camera, zodat heel vogel minnend Nederland niet hoefde te twijfelen over de juistheid van deze waarneming. Nadat ik de vogel met foto direct op Waarneming.nl had geplaatst, kwam de vraag om de waarneming aan te melden bij de commissie Dwaalgasten om daar de waarneming officieel te laten bevestigen. De dwergarend is in Nederland een zeer
De Steltkluut
Hieronder volgen de namen van de personen, van wie ik gegevens heb verwerkt. De afkortingen kunnen in de tekst verwerkt zijn.
Dwergarend in Zeeuws Vlaanderen Foto: Dwergarend - Huub Bun
De Steltkluut 8
op 26-4 (1) bij Philippine (JB), op 28-4 (1) bij Zandberg (HB), op 6-5(1) bij Koewacht (LP), op 8-5 (1) bij Lamswaarde (HB) en op 10-5 (1) bij Hulst (AvdW).
Foto: Dwergarend - Huub Bun
zeldzamer gast
het najaar, toch 2 meldingen tijdens de voorjaarstrek. Op 19-4 (1) bij GE (HN) en op 11-5 (1) bij PS (MK). De Wespendief is enkele keren gezien. Op 6-4 (2) bij Koewacht (EM), op 1-5 91) bij Hulst (HB), op 16-5 (1) bij Nieuwemolen (HC), op 20-5 (1) bij GE (RR), op 22-5 (1) bij Sluiskil (JK), op 22-5 (1) bij Terneuzen (JK), op 1-6 (1) bij BN (PD), op 1-6 (1) bij Clinge (AW), op 13-6 (1) bij Nieuwemolen (HC), van 23-6 tot 30-6 (1-2) bij Hiekant (LB, MK) en op 29-6 (1) bij GE (HB). Een zeldzame waarneming voor onze regio is die van de Witoogeend. Die werd gezien op 15-5 bij AP (YP). Tussen 18-5 en 6-6 was 1 Witwangstern aanwezig bij AP (AvG, TL, JB, RK, DvS, HN, MK, HH, PD, MD, AS, LA). Tussen 21-6 en 24-6 waren er 2 Zwarte Ibissen aanwezig in BN (LB, MC). 2 meldingen van de Zwarte Specht. Op 17-5 (1) bij St Jansteen (HC) en op 30-5 (1) bij Clinge (HC). Zwarte Sternen zien we hier alleen op doortrek. Ze zijn gezien op 20-4 (1) bij TELM (BvB) van 6-5 tot 20-5 (1-6) bij AP (LB, JK, MK, HH, AvG, JB, RK, BvB) en op 14-5 (1) bij Ossenisse (LB). Redelijk wat meldingen van de Zwarte Wouw. Op 20-4 (1) bij GE (AvdW), op 20-4 (1) bij Hoek (PW), op 20-4 (1) bij Hulst (RD), op 21-4 (1) bij Sluiskil (HR),
9
In 2014 is het 200 jaar geleden dat ZeeuwsVlaanderen bij Zeeland gevoegd werd. Dit jaar zijn er in dat kader tal van activiteiten. Wij willen niet achterblijven en gaan in dit stuk op zoek naar levende wezens die er destijds ook al bij waren. Oude knoerten van tenminste 200 jaar! Hoewel het denkbaar is dat er ook nog andere levensvormen zijn die al zo oud kunnen zijn zoals korstmossen of zwammen, beperken we onze speurtocht hier tot de bomen.
Terneuzen In Terneuzen wordt gewerkt langs de Otheense kreek. Er worden veel knotwilgen geknot en er wordt in bosjes gewerkt. Daarnaast zijn er weer speelse elementen als klimnetten. De deelnemende groepen zijn Natuurspeeltuin de Boomhut, Scouting EOS Hubertus, Scou-
ting Doormangroep en Scouting de Vier Ambachten, De Steltkluut, Stekkertjes en bezoekers. Het opstarten gebeurt in de kinderboerderij, daar worden ook de pauzes gehouden. Alle groepen kunnen opstarten op het moment van aankomst. Er wordt gewerkt tot een uur of 12, dan is er lunch, waarna er ‘s middags weer gewerkt wordt. De meeste speelse activiteiten vinden in de directe omgeving van de kreek en het bosje plaats. Contactpersoon is Lucien Calle (06-22792100). Clinge In Clinge wordt er weer gewerkt op het terrein van Stichting Tragel. De voornaamste klussen zijn het knotten van wilgen en het maken van een houtril rond de natuurvijver. Er wordt om 10.00 uur opgestart in of bij de plantenkas. Daar worden ook de pauzes gehouden. Contactpersoon is André IJsebaert (06-13644688). Lucien Calle
Uitnodiging voor de Euro Birdwatch zaterdag 4 oktober 2014 Op zaterdag 4 oktober wordt de traditionele Euro Birdwatch gehouden. In heel Nederland maar ook daarbuiten worden dan gelijktijdig vogels geteld. Ook de Vogelwerkgroep van de Steltkluut doet weer mee. Iedereen, jong en oud, is van harte welkom. Kennis van vogels is niet noodzakelijk. Op elke post zullen 1 of meerdere ervaren vogelaars aanwezig zijn. We tellen van 7.30 tot minimaal 10.00 uur. Mocht het een goede teldag zijn dan gaan we nog wat langer door. Als u komt, is het verstandig wat eten en drinken mee te nemen, evenals een kijker en warme kleding. Op de dijk kan het frisjes zijn. We tellen op 3 locaties: Kijkhut Land van Saeftinghe Contactpersoon Walter van Kerkhoven / email:
[email protected] ‘t Hellegat (bij gemaal Kampen) Contactpersoon Huub Bun / email:
[email protected] Telpost Margarethapolder (tussen Terneuzen en Griete) Contactpersoon Bert van Broekhoven / email:
[email protected] Wilt u meer informatie dan kunt u een van de contactpersonen benaderen voor meer inlichtingen. De tellingen kunt u raadplegen via www.trektellen.nl of via http://telpostmargarethapolder.jouwweb.nl
Zeeland boomarm Wie eens in andere provincies rondkijkt moet het wel opvallen: in vergelijking tot andere regio’s in met name Oost Nederland zijn in Zeeuws-Vlaanderen niet echt veel oudere bomen aanwezig. De vele grootschalige polders, de vette klei en gemiddeld genomen tamelijk harde zeewind maakt dat de toekomstkansen van de meeste bomen hier niet zo hoog zijn. Daarbij komt ook nog de soms weinig respectvolle omgang met de oudjes. Een mentaliteit van “die boom is versleten, die gaan we vellen”. Vervolgens is ook de beleidsmatige bescherming een heel eind uitgekleed. Waar vroeger voor iedere te kappen boom een kapvergunning nodig was, is die vergunningsplicht tegenwoordig in de meeste gemeenten (ook in Terneuzen en Hulst) beperkt tot een lijst van monumentale bomen. Daarbij was niet alleen de monumentaliteit of zeldzaamheid van de betreffende bomen een criterium, maar ook een getalsmatig maximum, waardoor bv. in Terneuzen diverse monumentale bomen niet eens beschermd zijn! Normaal gesproken halen de meeste bomen de tweehonderd jaar niet. Hoewel daar in de praktijk soms wel makkelijk over gesproken wordt (“o die boom is gemakkelijk 300 jaar”), is daar meestal weinig bewijs voor. Bij gevelde bomen kan je de jaarringen tellen. Een fors uitgegroeide buxus in Hulst en een “oeroude” iep in de Braakman bleken beide bijna 140 jaar oud. Er zijn echter een paar categorieën van bomen die een grotere kans maken een hoge leeftijd te bereiken. We maken een snelle en zeker geen volledige rondgang door de streek om te zien wat voor eeuwenoud geboomte hier nog aanwezig is. Daarbij wordt per categorie steeds slechts één typerend voorbeeld gegeven. 2014
boomspeurtocht
Zaterdag 1 november is weer de jaarlijkse Natuurwerkdag. Gezellig werken in groepjes op een mooie locatie ergens in de natuur. Doet u ook mee? Dit jaar vindt deze in onze regio weer plaats op twee locaties: in Terneuzen en in Clinge. Iedereen kan op beide locaties meedoen, graag wel liefst ruim van tevoren opgeven via www.natuurwerkdag.nl (dit is wel heel belangrijk, ivm gereedschap, catering etc.). Alle deelnemers krijgen wat te eten en drinken. U hoeft zelf geen gereedschap mee te nemen en er zijn ook handschoenen aanwezig.
Grensbomen Grensbomen zijn vooral bekend van de Zak van Zuid-Beveland. Het betreft bijna altijd linden. Omdat linden heel oud kunnen worden en grensbomen gekoesterd en meestal goed onderhouden worden, halen velen hiervan wel een uitzonderlijk hoge leeftijd. In onze regio staan bijna geen grensbomen. Bij de Oude Stoof te Hengstdijk staat echter wel een boom die gerust als grensboom door het leven mag. Het is echter geen linde maar een esdoorn, die op een landschappelijk fraaie locatie staat. Hoe oud deze knoert (met stamomvang van wel 390 cm) is, is niet precies bekend, maar die 2 eeuwen lijken hier wel haalbaar. Onder de boom is een bankje neergezet. Van hieruit is er een mooi uitzicht op het landschap en Hengstdijk.
Langzame groeiers Soorten als hulst en taxus zijn langzame groeiers, maar maken heel hard en sterk hout dat langzaam verteert. Geef deze soorten voldoende groeiruimte en laat ze verder met rust, dan worden ze vanzelf heel erg bejaard. Een mooi voorbeeld van zo’n oude taxus staat aan de Handelspoort, dichtbij het drukste kruispunt van Oost Zeeuws-Vlaanderen. Daar waar de Guido Gezellestraat in Terneuzen de N61 kruist, staat deze taxus op de plek waar vroeger een oud erfje aanwezig was. De boom stond aan de zuidzijde van het voormalige boerenhuis. Een tiental jaren geleden werd de boom heel grof opgesnoeid, tot wel halverwege de stamlengte. De stam is daar weer fors uitgeschoten, met een dichte hoeveelheid aan takken. Daardoor heeft de boom nu een wat merkwaardig uiterlijk. De onderzijde heeft korte maar vitale takken, terwijl de bovenzijde er wat los en verwaaid uitziet.
De Steltkluut
De Steltkluut
Op zoek naar 200 jarig leven
Foto: grensboom Oude Stoof - Lucien Calle
even noteren 10
De Natuurwerkgdag
11
Grootste boom Hoewel we ook van de grootste boom van Zeeland geen precieze leeftijd kennen mag deze gigant hier niet onvermeld blijven. Het gaat om een bijna 40 meter hoge reusachtige plataan in het bosje Hof ter Zande te Kloosterzande. Het totale gewicht van deze knoert werd wel eens 40.000 kilo geschat en de leeftijd op 275 jaar. Lucien Calle
2014
boomspeurtocht
De Steltkluut
Hakhout Bij hakhout gaat het om bomen die periodiek worden afgezet tot op de “stoof”. Het zijn net knotbomen, maar dan steeds op geringe hoogte geknot. De knotten of stoven staan
direct op de grond. Hoe groter de stoven, hoe ouder. Soms vind je hakhout met hele grote boomstammen erop. Die uitlopers alleen kunnen al bijna een eeuw oud zijn, zeker als het om zomereiken gaat die in het zandgebied staan. Soms is al een deel van de stoof weggerot en daardoor niet meer zo goed zichtbaar. In het bosgebied bij St Jansteen staan een aantal hakhoutstoven waarop de uitlopers wel 2 meter uit elkaar staan. Je kunt dan net nog aan een oude rand zien dat het toch nog een stoof betreft. Deze bomen behoren zeker tot de oudste levende wezens uit de wijde omgeving, ze kunnen de 200 jaar wel heel ruim overstijgen!
Foto: Uitlopers van zomereik op eeuwenoude oude stoof, ’t Jagertje Hulst - Lucien Calle
Foto: transport van de 2 leilinden - Lucien Calle Foto: nieuwe groeiplek van de 2 leilinden - Lucien Calle
Daar vlakbij in de Autrichepolder stond een boerderij die plaats moest maken voor de kassen. Voor het huis stonden twee oude knarren van Leilinden, die gelukkig verplaatst konden worden. Met een grote kraan zijn ze voorzichtig uitgegraven en op een dieplader geplaatst. De verplantactie is geslaagd. Nu staan ze heel vitaal te floreren op een erf aan de Reuzenhoeksedijk bij Zaamslagveer.
Foto: de plataan van Hof ter Zande - Lucien Calle
Knotbomen Een wilg is een snelgroeiende zachthoutsoort met een korte levensloop. Oudere wilgen krijgen al snel last van takbreuk, parasitaire zwammen, en ziektes als watermerkziekte.
Leibomen De meeste leibomen zijn linden, die zoals eerder gemeld, heel oud kunnen worden. Voor leibomen geldt in principe hetzelfde als voor knotbomen. Door het regelmatig snoeien zijn ze vaak niet zo fors. De bomen zijn daarom meestal veel ouder dan je op basis van de stamdiameter zou verwachten. Op de Hof van Autriche bij Westdorpe staat een leilinde met een formidabele stamomvang van wel 335 cm. Hier kunnen we tamelijk veilig stellen dat deze boom de samenvoeging van Zeeuws-Vlaanderen bij de rest van Zeeland wel meegemaakt moet hebben. De bebouwing dateert hier al van 1615. Is deze bejaarde boom misschien zelfs ook van deze tijd? Foto: De trotse eigenaar Saskia Bezemer voor de oude linde - Hans van Bokhoven
Foto: Monumentale taxus in Terneuzen - Lucien Calle
De Steltkluut
Foto: monumentale beuk in tuin te Zuiddorpe - Lucien Calle
boomspeurtocht 12
Beuken en eiken Echte taaie hardhoutsoorten zijn beuken en eiken. Als bossoorten hebben ze in onze bosarme streek echter niet zoveel kans. Beschutte groeiplaatsen zijn er ook in tuinen in stads en dorpskernen. Oudere beuken blijken daar veel te leiden te hebben aan veranderingen in de directe omgeving. Wanneer voor een nieuwbouw een periode het grondwater wat laag gehouden wordt, kan dat voor zo’n boom fataal zijn. Ook een plotseling iets te rigoureuze snoei, lijdt al snel tot zonnebrand gevolgd door afsterven. Zo is een groot deel van de monumentale beuken op dit soort plaatsen tijdens de laatste twee decennia verdwenen. Een heel mooie en waarschijnlijk ook wel de oudste van deze beuken staat in een tuin aan het Dorpsplein in Zuiddorpe. De omtrek bedraagt ca 450 cm en zijn leeftijd wordt wel op 3 eeuwen geschat.
In geknotte vorm houden de bomen het vaak langer vol. Door het regelmatig snoeien wordt takbeuk en watermerkziekte voorkomen. Hoewel de stam van gesnoeide bomen minder snel groeit (want er is immers minder assimilatievermogen door de klein gehouden kroon) kunnen vooral de knotten van die oude tronken enorme afmetingen halen. De knot groeit sneller dan de (onder) stam, omdat die ook alle afgezaagde takstompen bevat die met wondweefsel overgroeid worden. Knotten met een doorsnede van ruim 2 meter zijn niet zeldzaam. In de St Janstraat bij Zuiddorpe staat een knotwilg met een doorsnede van wel ruim 3 meter. Daar kan je gerust met je hele familie in picknicken. Ook over de leeftijd van deze oudjes valt alleen maar een grove schatting te maken.
13
De Steltkluut
Na een dramatische achteruitgang (vanaf 1945) van de dagvlinderfauna werden door de Conventie van Bern aan ons land verplichtingen opgelegd om een bijdrage te leveren aan het behoud en herstel van de dagvlinders.
strijdingsmiddelen, veranderingen in het beheer (o.a. klepelen), bezuinigingen en leemten in de kennis. Volgens prof. dr. Michiel Wallis de Vries (Interview Vlinders 2012) hebben we te weinig kennis om belangrijke vragen over achteruitgang en mogelijkheden voor herstel te kunnen beantwoorden. M.a.v. mogelijke oorzaken kunnen zijn: 1. Overmaat aan stikstof 2. Klimaatverandering 3. Verandering van het microklimaat door interactie tussen klimaatverandering en bemesting Een pijnlijke conclusie die aantoont hoe complex herstelmaatregelen zijn, want men dacht binnen enkele decennia de dagvlinderfauna te kunnen herstellen. Nu, 25 jaar later, kunnen we, na het dieptepunt in 2012, de tussenbalans opmaken. 17 soorten verdwenen 14 soorten ernstig bedreigd 9 soorten bedreigd 3 soorten kwetsbaar 5 soorten gevoelig 23 soorten thans niet bedreigd Uitgaande van de trend vanaf 1992 zijn in Nederland: 18 soorten toegenomen 7 soorten gelijk gebleven 28 soorten afgenomen 5 soorten onzeker 12 soorten, die niet in Zeeland voorkomen,
Er werd een beschermingsplan voor dagvlinders opgesteld en 1989 werd uitgeroepen tot het vlinderjaar. De toenmalige minister Braks deed een beroep op overheden, grondeigenaren, terreinbeheerders, organisaties en particulieren om zich in te zetten voor het behoud en herstel en ontwikkeling van de dagvlinders in hun omgeving. Ondanks alle maatregelen en nieuwe natuur kreeg men te maken met een klimaatverandering, verdroging, overbemesting, be-
worden ernstig bedreigd. Drie soorten balanceren zelfs op de rand van uitsterven. Door middel van de landelijke actie 10 voor 12 wil de Vlinderstichting over 10 jaar weer minstens 10 populaties van het Spiegeldikkopje, Bruin dikkopje, Iepenpage, Grote vuurvlinder,
trekkers/ zwervers atalanta distelvlinder gele luzernevlinder oranje luzernevlinder bosrandparelmoervlin. bruine vuurvlinder geraniumblauwtje gr. parelmoervlinder grote vos keizersmantel klaverblauwtje koningspage rouwmantel tijgerblauwtje
status trekvlinder trekvlinder trekvlinder trekvlinder zwerver/dwaalgast zwerver/dwaalgast zwerver/dwaalgast zwerver/dwaalgast zwerver/dwaalgast zwerver/dwaalgast zwerver/dwaalgast zwerver/dwaalgast zwerver/dwaalgast zwerver/dwaalgast
Zeeuwse standvlinders argusvlinder geelsprietdikkopje heivlinder zwartsprietdikkopje bruin blauwtje citroenvlinder dagpauwoog groot dikkopje groot koolwitje klein geaderd witje kl. parelmoervlinder koevinkje landkaartje oranje zandoogje bruin zandoogje klein koolwitje kleine vos eikenpage gehakkelde aurelia hooibeestje icarusblauwtje kleine vuurvlinder koninginnenpage oranjetipje bont zandoogje boomblauwtje
Land. trend 1992-2013 sterke afname sterke afname sterke afname sterke afname matige afname matige afname matige afname matige afname matige afname matige afname matige afname matige afname matige afname matige afname stabiel stabiel stabiel matige toename matige toename matige toename matige toename matige toename matige toename matige toename sterke toename sterke toename
2014
De Insectenwerkgroep ondersteunt het actieplan van harte en is bresser van de Koninginnenpage omdat die vooral in Oost ZeeuwsVlaanderen voorkomt. De vraag blijft of beschermingsplannen en actieplannen bijdragen aan het herstel of behoud. Blijkbaar weinig of niet, maar opgeven doen we niet.
Geef waarnemingen zeker door bij waarneming.nl of telmee.nl. Joop de Bakker
10 voor 12
Op grond van de resultaten van het Landelijk Dagvlinder Project (1986) werd bekend dat er ooit 106 soorten dagvlinders in Nederland zijn waargenomen. Van deze dagvlindersoorten waren er 71 soorten inheems en 4 soorten als trekvlinder te beschouwen Van de 71 inheemse soorten waren er: 15 soorten uitgestorven 29 soorten kwetsbaar of bedreigd 27 soorten niet bedreigd.
De sterkst bedreigde soort is de Argusvlinder. Deze vlinder is vanaf 2000 aan het verdwijnen uit bijna het hele land. Van 100 Argusvlinders in 2000 was er in 2012 nog 1 over. Dit was voor de Vlinder- en libellenwerkgroep Zeeland aanleiding voor het actieplan “OP DE BRES VOOR DE ZEEUWSE ZES”. Vier soorten, met een sterke of matige afname staan in het actieplan. Ook de Grote vos die mogelijk één of enkele populaties in Zeeland heeft is in het actieplan opgenomen. De enige soort met een positieve trend is de Koninginnenpage. De soort ging in Nederland tot 2011 in een kenmerkend zigzagpatroon vooruit, maar sindsdien zit de klad erin. Bijna overal daalden de aantallen en lijkt ook de uitbreiding in noordelijke richting tot stilstand gekomen. Het is moeilijk hier een oorzaak voor aan te wijzen. Natuurlijk was de zomer van 2012 slecht voor warmteminnende vlinders, maar ook de tweede generatie van 2013 was laag, en toen was het toch mooi weer.
De Steltkluut
LEIDEN BESCHERMINGSPLANNEN EN ACTIEPLANNEN TOT HERSTEL?
Pimpernelblauwtje, Donker pimpernelblauwtje, Grote parelmoervlinder, Veldparelmoervlinder, Veenhooibeestje, Veenbesblauwtje, Veenbesparelmoervlinder en Kleine heivlinder. Uit de provincie Zeeland zijn voor 1993, 55 soorten en na 1993, 40 soorten bekend. Van de 40 soorten na 1993 waren: 4 soorten trekvlinder 10 soorten zwerver/dwaalgast 26 soorten standvlinder
(soorten uit het actieplan: koninginnenpage, kleine parelmoervlinder, bruin blauwtje, heivlinder, grote vos en argusvlinder)
10 voor 12 14 1
Hoe gaat het met de (Zeeuwse) dagvlinders anno 2014
15 1
oktober november
Contact: Adri Paauwe, A3PaauweAThetnet.nl
Vooraf aanmelden is verplicht.
Zie bij 5 oktober voor de beschrijving.
Zie bij 14 oktober voor de beschrijving.
‘t Stekkertje
Zaterdag 13 december: knotwilgen knotten bij familie Goddemaer Tijd: 9.30 uur (tot 12.00 uur voor de Stekkertjes) Plaats: Mosselhuisstraat 1, Sas van Gent Contact Stekkertjes: Anja van der Giessen, jeugdgroepATsteltkluut.nl Contact knotwerkgroep: Bas de Maat, 06-53559422 of bas.demaatATgmail.com (graag van tevoren opgeven) We werken wederom op een mooi erf met veel natuurelementen als poelen, knotbomen, hoogstamfruitbomen en bomenrijen. Een poel en vaart kan worden vrij gezet van woekerende beplanting en knotbomen kunnen worden geknot. Iedereen is welkom. Voor drinken wordt gezorgd. Werkhandschoenen en laarzen aan, wanneer nodig: regenpak mee. Vrijdag 26 december: excursie Margarethapolder Tijd: 9.30 uur Plaats: verzamelen bij Café De Griete in buurtschap de Griete Contact: graag vooraf aanmelden bij: Hans Molenaar, 0115-612008, e-mailadres: jmmolenaATplanet.nl zie bij 5 oktober voor de beschrijving.
Zaterdag 29 november: knotwilgen knotten bij familie De Bont Tijd: 9.30 uur Plaats: Oude Zeedijk 9, Axel Contact: Bas de Maat, 06-53559422 of bas.demaatATgmail.com (graag van tevoren opgeven) We werken op een mooi erf met veel natuurelementen als poelen, knotbomen, hoogstamfruitbomen en bomenrijen. Er zijn veel verschillende klussen, maar knotbomen knotten is hier de belangrijkste activiteit. Iedereen is welkom. Voor koffie wordt gezorgd.
Dinsdag 25 november: planologiewerkgroep Tijd: 19.30 uur Plaats: Walstraat 7, Terneuzen Contact: Lucien Calle, 06-22792100, lucalleATzeelandnet.nl
Donderdag 20 november: vergadering vogelwerkgroep Tijd: 19.30 uur Plaats: lokaal schaakclub Terneuzen, Edvard Grieghof 113, Terneuzen Contact: Bram Vroegindeweij, vroegtolATzeelandnet.nl of 0115 612493
Zondag 16 november: excursie Margarethapolder Tijd: 14.00 uur Plaats: verzamelen bij Café De Griete in buurtschap de Griete Contact: graag vooraf aanmelden bij: Hans Molenaar, 0115-612008, e-mailadres: jmmolenaATplanet.nl
Zaterdag 15 november: knotten in het Land van Koewacht Tijd: 9.30 uur Plaats: de Fazantendreef of de Kievitendreef (beide aan de tweede verkorting aan de zuidzijde van de Langeweg), Axel Contact: Bas de Maat, 06-53559422 of bas.demaatATgmail.com (graag van tevoren opgeven). Iedereen is welkom om mee te helpen knotten.
Zaterdag 1 november: natuurwerkdag Tragel Clinge Tijd: vanaf 10.00 uur tot in de namiddag Plaats: start en pauzes in/bij de plantenkas van Tragel Contact: Andre IJsebaert 06-13644688 Er kan gewerkt worden in het bosje en rond de poel. Iedereen kan meedoen, opgeven via de website www.natuurwerkdag.nl. Voor een hapje eten en drinken wordt gezorgd. Zie ook elders in deze Steltkluut. Zaterdag 1 november: natuurwerkdag Tijd: 10.00 tot 15.00 uur (zolang je kunt, je mag ook tot 12.00 uur meedoen) Plaats: Evertsenlaan, Terneuzen bij de Kinderboerderij en de natuurspeeltuin ‘De Boomhut’ Aanmelden: Anja van der Giessen, jeugdgroepATsteltkluut.nl We gaan weer zagen, knotten en er zijn extra activiteiten. We werken samen met de scouting en iedereen die mee komt werken. Dus: vraag je vrienden en vriendinnen, vader, moeder, oom en tante! Houd zelf de weervooruitzichten in de gaten –> soms heb je een regenpak nodig, neem wel werkhandschoenen mee (als je die hebt) en doe je laarzen aan. Zie ook: www.natuurwerkdag.nl. Voor lunch wordt gezorgd.
Zaterdag 1 november: natuurwerkdag Kinderboerderij Terneuzen Tijd: vanaf 9.00 uur tot in de middag Plaats: start en pauzes bij de kinderboerderij, Evertsenlaan te Terneuzen Contact: Lucien Calle, 06-22792100, lucalleATzeelandnet.nl Er wordt een hele dag gewerkt langs de Otheense kreek, de Boomhut en in de bosjes in die omgeving. Bosjes worden gedund en knotwilgen geknot. Daarnaast zijn er recreatieve elementen. Iedereen kan meedoen, opgeven via de website www.natuurwerkdag.nl. Voor een hapje eten en drinken wordt gezorgd. Zie ook elders in deze Steltkluut.
Zaterdag 25 oktober: excursie Waterwingebied Tijd: 14.00 uur Plaats: start bij het infobord bij het pompstation aan het einde van de Heerstraat in St. Jansteen Contact: Fonny Roels, fonnyroelsATzeelandnet.nl Deelname voor donateurs van Het Zeeuwse Landschap en hun huisgenoten is gratis. Niet-donateurs betalen € 3,- pp, kinderen tot 16 jaar € 1,50.
Donderdag 16 oktober: presentatie Project Steenuil 2015 Tijd: 19.30 uur Plaats: Braakmanboerderij van Staatsbosbeheer Contact: Bram Vroegindeweij, vroegtolATzeelandnet.nl of 0115 612493 In samenwerking met vogelwerkgroep ‘t Duumpje wordt er door Alex de Smet (Stone) een presentatie gegeven over het geplande Steenuilen onderzoek 2015 voor geheel Zeeuws- Vlaanderen. Alex Wieland vertelt over het Jaar van de Patrijs en het vervolg project.
Dinsdag 14 oktober: planologiewerkgroep Tijd: 19.30 uur Plaats: Walstraat 7, Terneuzen Contact: Lucien Calle, 06-22792100, lucalleATzeelandnet.nl De planologiewerkgroep volgt de ruimtelijke ontwikkelingen in Oost Zeeuws-Vlaanderen. Nieuwe ontwikkelingen worden beoordeeld op hun effect voor het landschap en de natuur. Met veel organisaties wordt overleg gevoerd om de belangen van een mooi landschap en gezonde natuur te behartigen. U bent van harte welkom om mee te doen.
Zaterdag 11 oktober: bosexcursie Tijd: 15.00 tot 17.00 uur Plaats: Oude Axelse bossen, parkeerplaats schuin tegenover de watertoren Contact: Hanneke Smulders, jeugdgroepATsteltkluut.nl We gaan speuren naar paddenstoelen en mossen om ze met microscopen en loepen nauwkeurig te bekijken. Meld je aan en neem je vriendje of vriendinnetje mee.
Zaterdag 4 en zondag 5 oktober: Euro Bird Watch Plaats: telpost Margarethapolder Contact: Bert van Broekhoven, bertusbATzeelandnet.nl Zondag 5 oktober: excursie Margarethapolder Tijd: 9.30 uur Plaats: verzamelen bij Café De Griete in buurtschap de Griete Contact: graag vooraf aanmelden bij: Hans Molenaar, 0115-612008, e-mailadres: jmmolenaATplanet.nl Tijdens deze Staatsbosbeheer-excursie kunt u de ontwikkelingen in de Margarethapolder van nabij volgen. Sinds 2005 is deze polder omgetoverd tot een prachtig natuurgebied. Het is alleen toegankelijk onder begeleiding van een gids van Staatsbosbeheer, want we willen de dieren die hier zitten, in het bijzonder de vele vogels, niet storen. Deze vogels foerageren bij laagwater op de Westerschelde en komen bij hoogwater uitrusten in de Margarethapolder. Gezien de aard van het terrein is het gebruik van laarzen zeer aan te bevelen. Na afloop van de excursie is er gelegenheid tot het nuttigen van een broodje, koffie e.d. in het café (wel op eigen kosten). Deelname aan de excursie kost € 5,00 per persoon en € 2,50 voor kinderen tot 12 jaar.
Zaterdag 4 oktober: excursie Groot Eiland Tijd: 13.00 tot 16.00 uur Plaats: parkeerplaats 8e Verkorting te Hulst
Excursies, wandelingen, fietstochten
De Agenda
dec.
Knot Plano- Vogel Staats- Knot Knot werkgr. logie- werk- bosbe- werkgr. ‘t Stekkertje werkgroep
Knot werkgroep
Het Zeeuws Vogel Landschap werkgr.
Planologiewerkgroep
‘t Stekkertje
SteltStaatsbosbeheer Vogelwerk kluut
De Agenda StaatsKnot bosbe- werkgroep
De Steltkluut
16 17
deze pagina is leeg vanwege het layout, omdat het Stekkertje met een rechte pagina begint- is alleen bij de opmaak niet in het boekje
Met tien tenten hebben we het laatste weekend van juni lekker wild mogen kamperen op het terrein van Staatsbosbeheer bij Canisvliet. Achttien jeugdleden van ‘t Duumpje en van de Steltkluut waren van de partij. Ontzettend stoer zetten zij samen met hun ouders tijdens een regenbui toch hun tenten op. Ook al hebben we maar één bosmuis kunnen tellen, toch hebben we veel gezien en beleefd tijdens dit nachtdierenkamp. We zagen laatvliegers en gewone dwergvleermuizen vliegen en we hoorden ze ook via de vleermuizenbat. Met een lichtval hebben we mooie nachtvlinders kunnen lokken. De volgende ochtend hebben we ze goed kunnen bekijken: levervlek, gamma-uil, hopwortelboorder, vuursteenvlinder, vliervlinder, bonte brandnetelmot, gerande spanner, rietvink en verschillende zomervlinders.
Op de bomen langs de weg smeerden we een mengsel van banaan en stroop, hier kwamen schedeldragers, hooiwagens, oorwormen en pissebedden op af. Onder de bomen zaten bruine kikkers te wachten tot 2014
ontzettend stoer ...
Nachtelijk avontuur in Canisvliet
er een paar beestjes omlaag vielen. En in de waterfuiken zaten grote watertorren, een waterschorpioen en heel veel stekelbaarsjes.
Tijdens de kennisquiz die Noor had verzonnen, bleek hoeveel de Visdiefjes en de Stekkertjes al weten over de dieren die in dit natuurgebied voorkomen. Het kampvuur in de vuurkorven, waar we allerlei lekkers boven roosterden, zorgde ervoor dat we laat onze slaapzakken in kropen. Toen was het weer stil in Canisvliet, tot de vogels ‘s morgensvroeg begonnen te zingen.
Het was weer supergezellig! Anja van der Giessen en Hanneke Smulders
1
Het is nog heerlijk warm als we het bos in wandelen. De zon gaat al onder en vogels zingen uit volle borst. We praten niet tegen elkaar en lopen zo stil als het kan, want we willen graag dieren zien. Een vos of ree bijvoorbeeld. Je hebt het meest kans als je er in de schemering op uit gaat. Het pad slingert de heuvel af. Naast ons in het bos ritselt iets. Er klinkt gesnuif op nog geen twee meter afstand. Een zwijn? Terwijl we stokstijf blijven staan om te wachten of er misschien iets te voorschijn komt, zie ik ineens een diertje op ons af komen lopen. Gewoon midden over het pad. Het is donker van kleur met een witte band boven de ogen: het is een bunzing! Wat komt die dichtbij! Als het diertje 10 meter van me vandaan is, merkt het ons pas op en springt binnen een seconde het gras in naast het pad. Weg. Wat was dat prachtig! Mijn hart bonst nog een tijdje flink als we langzaam verder sluipen.
Hoe blijven vogels (en vliegtuigen) in de lucht? Met onderstaand proefje zie je hoe luchtdruk ervoor zorgt dat vleugels werken en hoe een papieren vliegtuigje kan vliegen. Luchtdruk is de druk die voortdurend drukt tegen jou en alles om je heen.
Even verderop is een weiland. Voorzichtig zoeken we vanuit de struiken de hele bosrand af. In de verte zien we een ree. Het kijkt onze kant op. En nog een. Als we ons fototoestel willen pakken, springen ze snel het bos weer in. Het begint al aardig donker te worden. Onder de bomen in het dichte bos, is het best goed zoeken waar het pad nu eigenlijk loopt. Hebben we wel de goede afslag genomen? Het lijkt wel of hier al heel lang niemand meer is geweest. Wat doen we? Terug of verder? Terug duurt langer dan verder gaan. Als we de juiste route hebben gekozen dan. In de schemering kan ik haast de kaart niet meer lezen. Toch maar verder gaan. De zwartkopjes zingen al een tijdje niet meer en ook de laatste zanglijsters houden er mee op. Het zou niet lang meer moeten duren, voor we bij een weg komen. Omdat het steeds donkerder wordt en we niet zeker
2
zijn of we wel goed gaan, lopen we niet meer zo langzaam en stil. Volgens de kaart zou er eerst nog een weiland komen. Het lijkt wat lichter te worden tussen de bomen. Een teken dat er een open vlakte of bosrand vlakbij is. Inderdaad komen we vlak langs een weiland. We gaan er stilletjes naar toe en zoeken voorzichtig met onze verrekijkers of er dieren lopen. En ja hoor: een vos!
Foto: Vos op pad - Lucien Calle
Een papieren vleugel 1. Knip een dunne reep karton (of papier) van 15 bij 5 centimeter. Vouw de reep, zodat de ene helft ongeveer 1 centimeter korter is dan de andere.
Een met een prachtige pluimstaart. Hij snuffelt, rent rondjes, kijkt af en toe op en maakt hier en daar een gekke sprong om een muis te vangen. Zijn staart gaat dan om hoog en de witte punt valt goed op in het schemerdonker. Geweldig om te zien! Nog geweldiger wordt het als we langs de bosrand ook nog twee jonge vossen zien zitten. Net of ze zitten te wachten tot mams iets lekkers komt brengen. We besluiten even te gaan zitten om rustig te kunnen genieten. We zitten onder de bomen en tussen de struiken. Naast ons springt een muis op en neer. Achter ons horen we een dier dichterbij komen, maar we krijgen niets te zien. En langs de bosrand vliegen verschillende vleermuizen druk heen en weer op jacht naar insecten. Plotseling zien we een uil langs vliegen. Je hoort daar helemaal niets van. De uil landt eerst in een boom veder op, maar komt dan in de boom boven ons hoofd zitten. Hij kijkt naar ons. We verroeren ons niet en durven haast niet te ademen. Dan vliegt hij weer weg, net zo stil als dat hij kwam. De vossen zijn ondertussen in het bos verdwenen. Het is nu echt al bijna donker en we gaan maar weer eens verder. Het laatste stuk van de wandeling gaat langs de weg. Gelukkig zijn er bijna geen auto’s. Een ree blaft ineens vlak bij. Ik krijg er rillingen van. Daar is het dorp. We zijn er. Net voor we naar binnen stappen, roept de steenuil nog een paar keer vanuit de notenboom. Wat een natuurbeleving! Sandra Dobbelaar
2. Plak de twee uiteinden aan elkaar. Het langste stuk zal nu opbollen, zodat er een vleugelvorm ontstaat.
3. Steek een potlood door de vleugel zodat deze met de platte (kortste) kant naar jou toe hangt.
4. Blaas dan net boven het potlood over de gebolde kant. Wat gebeurt er met de vleugel?
Een papieren vliegtuigje 1. Vouw een A4-papier dubbel zodat de lange kanten elkaar raken. Vouw het weer open en vouw de bovenste hoeken tot de vouw.
knutseltijd!
Vliegen
Foto: Jonge bunzing - Lucien Calle
zo stil als het kan
Wandeling in de schemering
2. Vouw dan de gevormde driehoek naar beneden, zodat de punt in de vouw kom te liggen.
3. Vouw nu de hoeken van de bovenkant zodat ze iets boven de punt van de driehoek komen. Kijk naar het voorbeeld.
4. Vouw dan de punt van de driehoek 1cm omhoog, zodat hij over de flappen komt. Zo blijven de flappen op hun plaats. 5. Keer het papier. Vouw het over de middelste vouw dubbel en strijk de vouwen glad. 6. Voor de vleugels vouw je nu beide kanten naar beneden zoals op de afbeelding. Gooi het vliegtuigje door de lucht!
Hoe kan dat? De lucht die je over de bolle kant van de vleugel blaast, beweegt sneller dan de lucht onder de rechte kant. Snelle lucht is hier lager van druk. Deze lage druk trekt de vleugel omhoog en houdt vogels en vliegtuigen in de lucht. 2014
Hoe kan dat? Omdat de voorzijden van de vleugels het dikste zijn, werken ze aerodynamisch en helpen ze het vliegtuig vliegen. Door de linkerpunt te krullen draait het vliegtuig naar rechts en omgekeerd. Door beide punten omhoog te krullen gaat het vliegtuig naar boven. Door ze allebei naar beneden te krullen duikt het vliegtuig omlaag. Anja van der Giessen
3
Foto: Een kruisspin heeft een bij gevangen en wikkelt hem in - Lucien Calle
4
Vloeibaar van binnen De rover die we het beste kennen is wel de spin denk ik. Op een goed plekje bouwen ze hun web. Kijk maar eens tussen de bloempotten, in een hoekje van het kozijn of tussen de takken van struiken. Prachtige kunstwerken zijn het. Tegelijk is een web een gemene valstrik. Vliegen, muggen of bijen die er tegenaan vliegen, plakken vast aan de draden. Heel handig maakt de spin er dan een pakketje van door er spinrag omheen te wikkelen. De vlieg of mug kan geen kant meer op. De spin bijt de prooi en spuit er een stof in. Daardoor lost het dier van binnen helemaal op. Het overgebleven papje zuigt de spin op.
Een heel interessante groep insecten zijn de graafwespen, spinnendoders en rupsendoders. Sommige daarvan bouwen hun nest onder de grond. Ze graven een tunneltje en leggen daar een eitje. Maar voor ze dat doen, vangen ze eerste een bepaalde prooi. Voor elke soort is dat anders. Het kan gaan om een spin, sprinkhaan, wants, bladluis, kever, vlieg of rups. Die prooi verlammen ze door hem te steken. Dan brengen ze het naar hun nest. Bij een grote vangst is dat een hele klus. De larve die uit het eitje komt, heeft zo heerlijk vers te eten.
Schattig Sommige rovers zien er schattig uit. Bijna niet voor te stellen dat ze eigenlijk niet zo schattig zijn. Egels bijvoorbeeld. Met hun fluwelen snuitje en grappige wiebelneus, snuffelen ze door je hele tuin. Op zoek naar wormen, slakken, pissebedden en andere kleine diertjes. En die kunnen niet zo hard rennen voor hun leven dan de egel. Vliegende doders Misschien heb je het wel eens gezien in je
eigen tuin: op de voederplank zitten wat vogeltjes, scheert er ineens een sperwer langs. Alle vogels vliegen van schrik op en de sperwer pakt er eentje uit de lucht en vliegt er mee weg. Van andere vogels zie je alleen de sporen. Denk maar aan een stapeltje gebroken slakkenhuisjes. De zanglijster slaat de huisjes kapot en eet de slakken op.
alles wordt benut...
Waterrover In het water is het ook niet altijd veilig. Spiedende ogen wachten op een lekker hapje dat voorbij komt. Niet alleen de geelgerande waterroofkever, maar ook de larven daarvan vallen allerlei waterdieren aan. Zelfs kikkers, salamanders en vissen pakken ze met hun sterke kaken.
Foto: Egels lusten graag slakken en wormen - Lucien Calle
Foto - Een hooiwagen met prooi - Sandra Dobbelaar
Foto: Geelgerande waterroofkever wacht op de bodem van de vijver zijn kans af…
Roofdier Wat bedoelen we eigenlijk met roofdier? Een roofdier is een dier dat op jacht gaat naar prooi: kleinere en zwakkere dieren, of groter en langzamer. Deze dieren doden ze en eten ze op. Een kleiner roofdier kan opgegeten worden door een groter roofdier.
Met 6 poten Onder de insecten leven ook echte rovers. Wat dacht je van libellen? Die kunnen tijdens het vliegen een ander insect uit de lucht grijpen. Bepaalde delen van hun mond, kunnen ze uitklappen. Wel oppassen geblazen, want libellen vormen zelf ook weer een smakelijk hapje voor andere rovers zoals zwaluwen of zelfs voor hun soortgenoten!
Foto: Een bruinrode heidelibel heeft een prooi gepakt en kauwt er eerst op voordat hij het inslikt
De vakantie is voorbij. De scholen zijn weer begonnen. Ieder vertelt over de leuke dingen die hij of zij tijdens de vakantie heeft gedaan. Speeltuin, strand en zee, pretpark, dierentuin, je kunt het zo gek niet verzinnen. Maar wist je dat je eigenlijk helemaal niet weg moet om iets spannends mee te maken? In je eigen tuin is ook van alles te beleven. Sterker nog, er gebeuren de meest enge dingen… Dieren worden er achtervolgd, gegrepen, doorboord, leeggezogen, kaalgeplukt, vleugels afgebeten en nog veel meer! Nu denk je natuurlijk dat het niet bij jou in je tuin gebeurt. O nee? Ga mee zoeken en je zult verbaasd zijn hoeveel roofdieren er bij jou in de tuin leven.
Foto Een Grote rupsendoder met prooi - Lucien Calle
spannend !!!
Rovers in je tuin
Worst met pootjes Wie een grote tuin heeft, zou best wel eens een wezel of bunzing op visite kunnen krijgen. Ze zijn heel schuw, dus je ziet ze niet gauw. Met hun korte pootjes en lange lijven, kunnen ze heel snel rennen. Ze jagen vooral op muizen, maar kikkers, vogels, eieren en kleine konijnen zullen ze ook niet voorbij lopen. Sandra Dobbelaar
Herfstvoedsel Als de gierzwaluwen zijn vertokken is voor veel mensen de zomer een beetje voorbij. Toch is het dan nog maar augustus en eigenlijk nog vol op zomer. Als je goed rondkijkt in de natuur, zul je zien dat voor veel planten, bomen en ook dieren de zomer wel al voorbij is. De herfst is een rijke tijd. Veel bloemen en planten dragen dan vruchten en zaden. Dieren eten zich dik en rond. Ze maken zich klaar voor de winter. Aan het begin van de herfst heb je nog veel fruit van de bomen. Als het blijft hangen of af valt en je ruimt het niet meteen op, kunnen veel insecten er nog van genieten. Vooral als het al een beetje begint te rotten, zijn ze er dol op. Vlinders drinken met hun lange tong van het sap en wespen knabbelen van het vruchtvlees. Vogels weten er natuurlijk ook wel raad mee. Maar een klokhuis laten ze toch liever achter. Pluk niet alles weg en maak je tuin dus niet te netjes voor de winter, want alles wordt benut. 2013
Foto: Atalanta’s drinken sap van rottende pruimen Sandra Dobbelaar
Foto: Alles op. Nou ja, alles…- Sandra Dobbelaar
5
Foto: Afgevallen hazelnoten, zitten vol met vetten en eiwitten, muizen zijn er dol op - Sandra Dobbelaar
Foto: Hazelnoot. Als de specht ze te pakken krijgt zet hij ze stevig vast - Sandra Dobbelaar
Foto: Ook de meeste sleedoornbessen worden pas diep in de winter gegeten - Sandra Dobbelaar
Foto: De mooie rode besjes van de heggenrank zijn voor de mens dodelijk giftig. Maar de heggenrankboorvlieg lust er wel pap van - Sandra Dobbelaar
Foto: Vlierbessen, een heerlijk hapje. Vogels zijn er dol op - Sandra Dobbelaar
Sandra Dobbelaar
Foto: Rozenbottels zitten tjokvol met vitamines - Sandra Dobbelaar
6
zo’n lange ladder dus met 3 vrouwen sterk halen we die tevoorschijn en zetten hem onder de boom. De buurvrouw heeft de duif in een doosje gestopt en terwijl de ene dochter de ladder vast houdt, kijkt de andere aan hun tuinzijde of het allemaal goed komt. Ik heb zelf ondertussen de fotocamera gepakt om dit alles vast te leggen. Bij het krakkemikkige nest gekomen probeert een ander jong te voorkomen dat het gevallen diertje terug in het nest komt en pikt naar de buurvrouw. Maar die staat haar “mannetje” en legt de ongelukkige terug. Als de buurvrouw weer met beide voeten op de grond staat vertel ik haar dat duiven altijd een krakkemikkig nest maken, een paar takjes bij elkaar en dat is het. En zoals met veel dieren, het recht van de sterkste telt, waarschijnlijk zal de sterkere wel weer proberen de zwakkere uit het nest te gooien. Dus laten we de ladder maar tegen de boom staan. En jawel, een paar uur later komt de buurvrouw weer met haar doosje en klimt opnieuw de boom in. We besluiten dat bij de 3de keer we het beestje misschien maar uit zijn lijden moeten helpen. ’s-Avonds om kwart over 8 is het zover, het arme beestje ligt weer op de grond. Maar om het diertje zelf te doden, nee dat zien we toch niet zitten. Dus besluiten we te wachten tot mijn wederhelft thuis is en hem het “vuile” werk te laten opknappen. Nog net voor donker komt hij thuis en krijgt het verhaal te horen van mij. Dus hup naar de buren en jawel daar zit het arme beestje nog steeds onder de boom. Maar nu blijkt mijn mannetje toch ook een “watje”, hij zet het diertje nog eens terug in het nest en maakt met takjes het 2014
ha, buurvrouw !
Op een mooie zomermiddag wil ik in de tuin thee drinken als ik aan de andere kant van de omheining de buurvrouw en haar 2 dochters zie staan. De buurvrouw vraagt of ik misschien een lange ladder heb. Uit de hazelnotenboom op onze tuinscheiding is een jonge duif uit het nest gevallen en ze wil hem terug in het nest zetten. Nu heb ik
nest wat hoger! Op hoop van zegen, voor hij morgenochtend naar zijn werk gaat zal hij kijken of er weer een duif onder de boom zit, zo ja dan zal hij het beestje uit zijn lijden verlossen. Nu kunnen de buurmeisjes met een gerust hart naar bed, die zagen het niet zo zitten dat het duifje niet zou opgroeien!
Foto : De buurvrouw boven bij het nest - Conny de Kramer
Foto: Bessen van de Gelderse roos, mooi maar pas lekker als ze bevroren zijn geweest. - Sandra Dobbelaar
Foto : Het duifje in de doos- Conny de Kramer
... en opgegeten
Verhaal met 2 einden
Het goede einde- van de buren aan de ene kant: Gelukkig hebben we tot op heden geen duif meer onder aan de boom gezien. Laten we hopen dat hij/zij het nu redt. Het minder goede einde- van de buren aan de andere kant: De volgende dag vertrokken de buren al vroeg op vakantie. De auto was al ingepakt en iedereen stond klaar om te vertrekken. Toch ging de buurvrouw nog snel onder de boom kijken of ze niet toch weer het duifje ziet zitten. En ja hoor, maar deze keer heeft het beestje de val jammer genoeg niet overleefd. De natuur heeft uiteindelijk toch zijn werk gedaan… Omdat de buren om deze tijd nog lekker sliepen kon ze het ook niet meer vertellen en heeft het beestje stilletjes opgeruimd. Hoofdrolspelers: Ik= Conny Buurvrouw= Elisabeth Buurmeisjes= Laura en Marie Wederhelft= Koos Conny de Kramer
7