Henk Knibbeler past perfect in de traditie van deze rubriek: hij woont op een heel bijzondere plaats. Een oud parochiehuis in het centrum van Hulst. De geschiedenis spat eraf, de muren hangen vol verleden. Ook Henk heeft maar aan één vraagje (Wie ben je?) voldoende om zonder onderbreking zijn verhaal te vertellen. “Ik ben een gepensioneerde man van 65, die zijn hele leven met de natuur is bezig geweest. Ik kom oorspronkelijk uit Dorst, bij Breda. Boswachterij Dorst was mijn speeltuin. Op mijn twaalfde verloor ik mijn vader, vorig jaar mijn moeder die 93 geworden is. Toen ze er alleen voor kwam te staan, met zeven kinderen, besloot ze terug te gaan naar haar geboortegrond. Zeeuws-Vlaanderen, Hengstdijk. Mijn opa, die daar woonde, heeft grote invloed gehad op mijn kennis van de natuur. We gingen vaak naar de Putting. Hij heeft me de kneepjes van het vak geleerd. In 1976 ben ik getrouwd. Ik heb twee zonen, de ene studeert economie, de andere is professioneel kunstfotograaf. Ik heb gewerkt voor Pelikan, van de vulpennen. Eerst als vertegenwoordiger, later als productontwikkelaar. Ook toen ik niet in Zeeuws-Vlaanderen woonde, maar in Brabant en later Limburg, was ik op allerlei manieren bezig met de natuur. Natuurkampen organiseren bijvoorbeeld heb ik jaren gedaan en binnen de KNNV met werkgroepen zoals planten, mossen en paddenstoelen gewerkt. 2015
Rob Kregting
schijnwerper
Ik heb fotocursussen gevolgd aan de academies van Breda en Antwerpen. Ook in het teken van de natuur, onder andere macrofotografie en digitale technieken. Voor die fotografie kom ik overal in het land, om lezingen te geven. In Breda zat ik al bij een natuurvereniging, en kreeg ik op mijn elfde het boekje: “Wat vliegt daar?”. Dat is de start geweest van meer te gaan studeren. Toen ik daarna in Hulst op school zat was Sponselee één van de leraren die mij een keer mee nam op een excursie naar Saeftinghe waar ik Hendrik van de Sande ontmoette, een vrijwillige gids. Met hem ben ik voor het eerst Saeftinghe in geweest. Zo kwamen ook de planten in mijn leven. Later heb ik meegewerkt aan boeken, en ben ik met poëzie begonnen. Pas geleden is er een boek uitgekomen van de Limburgse kunstenares Greet Boekholt. Ze heeft daarin werken van haar gecombineerd met poëzie. Diverse gedichten van mij heeft ze daarvoor uitgekozen. Met andere dichters als Claus en Kopland. Daar ben ik erg trots op. Regelmatig ben ik samen op stap met Bram en natuurvrienden. Ik deel graag dingen. Ik draag graag dingen uit. Ik vind het prachtig als mensen naar me luisteren, met grote ogen en open mond. Momenteel ben ik bezig voor Floron en Europese werkgroepen over paddenstoelen en wilde orchideeën. Zeeuws-Vlaanderen is nu Zuid-Limburg gepasseerd qua florarijkdom en (wilde)orchideeën. Met wel het gevaar dat orchideeën zo gewild zijn bij mensen. Op sommige plekken staan er duizenden, meer dan paardenbloemen! De natuur… Ik heb nu alle tijd, ’t is mijn leven. Ik zit overal in, krijg soms een prijs. Ik wil nog jaren door. Over de natuur kan ik vertellen van hier tot Tokyo.” Na afloop krijg ik een solopresentatie, multimediaal, van geheugenkaart tot eigen internetsite (www.henkknibbeler.nl). Dat hij soms meer dan drieduizend bezoekers per dag heeft verbaast hem. Mij niet.
De Steltkluut
Foto: Henk Knibbeler - Bram Vroegindeweij
Van Hulst tot Tokyo
1
Agenda:
De Steltkluut
1. Opening 2. Mededelingen 3. Verslag vorige ledenvergadering 4. Jaarrekening 5. Verslag kascommissie 6. Rondvraag 7. Pauze (om ca. 20.15 uur) met koffie ed. Na de pauze zijn er twee presentaties: *Dick de Jong trapt af met een verhaal over de geomorfologie van de Westerschelde. Het gaat hierbij over de vorming en afslag van zand- en slikplaten, het ontstaan en verleggen van nieuwe geulen en het hele natuur-
iets voor jou?
lijke systeem dat daarbij hoort. Uiteraard wordt stilgestaan bij de gevolgen van al dit natuurlijke geweld voor de flora en fauna van het hele gebied, bijvoorbeeld voor de talrijke vogels die in de Westerschelde fourageren. Dick is estuariene eco- en morfoloog en voorheen werkzaam bij Rijkswaterstaat.
Foto: Actief in het veld - Bert van Broekhoven
Aanvang: 19.30 uur, zaal open om 19.00 uur.
*We eindigen de avond met een wat luchtiger presentatie van Alex Wieland met een verhaal over de lange weg van de Patrijs naar het Patrijske. Het verhaal dat begint met het gezwoeg van vrijwilligers op de natuurakkertjes, waar gerst geteeld wordt en hopelijk ook patrijzen. We eindigen het verhaal met een wel heel speciaal biertje, uiteraard voor wie dat wil… Lucien Calle
Het lijkt Bram Vroegindeweij een leuk idee om, net zoals de vogelwerkgroep wel eens doet, uitstapjes te organiseren. Een natuurwandeling, beleef het mee. Alle leden met gezinsleden zijn welkom. Hoe zie je dat voor je Bram? “Ik er denk bijvoorbeeld aan om in het voorjaar een dagje Tien Gemeten te doen met een overtocht per pontje over het Haringvliet naar dit natuureiland. Organisatorisch moet zoiets best mogelijk zijn. Met auto’s er naar toe, met een rugzak met eten, water en fruit, lekker wandelen over dit prachtige natuureiland. Voor elk wat wils; mooie natuur, van alles te beleven, vogels in overvloed, prachtige
Natuurfotograaf Henk Knibbeler exposeert en schrijft over de 4 jaargetijden in Zeeuws - Vlaanderen
planten, vergezichten, vlinders, libellen, stukje historie in het landbouwmuseum, etc. Op het eiland kun je opsplitsen in kleine groepjes en afspreken wie waar wil gaan wandelen, meerdere routes zijn mogelijk. Je kunt er vervolgens na de wandeling ook nog even een kopje koffie nuttigen en eventueel ook nog wat eten. De kosten zullen zeker meevallen!” Dit is maar één idee. Bram wil graag van leden van de Steltkluut horen wat hún ideeën zijn voor een natuurwandeling. Wat vindt u interessante locaties om te bezoeken met een groep? Zijn er voorkeuren voor bepaalde data? We kunnen misschien het beste beginnen met een plek in de buurt. Wie wil meedenken en meedoen: stuur een mail naar Bram. Hij verzamelt de ideeën en wil graag het nodige regelen!
Panta rhei 29 april tot 27 juni 2015 Watertoren Axel
2015
Het mailadres van Bram is:
[email protected]. Rob Kregting
De Steltkluut
Op dinsdagavond 14 april houden we een korte ledenvergadering in Cultureel Centrum De Halle te Axel.
Foto: Wandelen in de Braakman - Bert van Broekhoven
voor de agenda! 2
Meelopers en meedenkers gezocht!
Uitnodiging Voorjaarsvergadering dinsdag 14 april
15 3
Wat in figuur 1 opvalt, is de sterke afname van de steenuil in het gebied tussen de Tractaatweg en het Kanaal Gent- Terneuzen in de periode 2007-2011. De soort komt hier nagenoeg niet meer voor. De reden hiervan is toe te
schrijven aan de uitbreiding van de industrie, de aantasting van het leefgebied van de steenuil en de komst van de glastuinbouw. De nieuw ingerichte natuur rondom de Autrichepolder en de uitgevoerde compensatie-
2015
...van Nederland
Maar we dienen een vinger aan de pols te houden. Uitbreiding van woonwijken, het omzetten van landbouwgronden voor industrie en andere doeleinden, boerderijen die een andere bestemming krijgen zijn allemaal factoren die kunnen leiden tot een bedreiging en afname van de steenuil populatie in Zeeuws-Vlaanderen. Om dit op de voet te kunnen volgen voeren we regelmatig tellingen uit. Aangezien de steenuil een standvogel is die zonder verstoring het jaren kan uithouden op dezelfde locatie is een telling met een frequentie van eenmaal per 4 jaar een goede graadmeter. De laatste telling dateert van 2011, dus tijd om in het voorjaar van 2015 weer het veld in te gaan om te kijken hoe het de steenuil na 4 jaar vergaat. Zo’n 40 vrijwilligers zijn weer bereid gevonden om in februari en maart in het schemer en donker, gewapend met de lokroep de steenuil, ons kleinste uiltje, uit zijn tent te lokken. Het zal als vanouds weer spannend zijn, ... zit hij er nog? Over 3 maanden weten we het antwoord hierop.
Mocht u door het lezen van dit artikel geïnteresseerd zijn om eens mee te doen aan een steenuil telling of heeft u het vermoeden dat er in uw tuin een steenuil zit of weet u een locatie waar een steenuil gevestigd is dan hoor ik dat graag van u. Elke melding is welkom. Alex de Smet
[email protected]
De Steltkluut
tot een van de kleinste uiltjes die in ons land voorkomt. Wat maakt de steenuil nu zo bijzonder voor Zeeuws-Vlaanderen. Allereerst komen in Zeeuws-Vlaanderen, vergeleken met de rest van Zeeland nog veel steenuilen voor. Uit de laatste telling uitgevoerd in 2011 bleken er in Zeeuws-Vlaanderen zo’n kleine 400 paartjes gehuisvest te zijn. Hiervan komen er 60% in
West Zeeuws-Vlaanderen voor. In de rest van Zeeland, uitgezonderd Zuid Beveland, is het slechter gesteld met de steenuil. Op ZuidBeveland leven er, mede door de inzet van Stichting Landschapsbeheer Zeeland, nog zo’n 50 paartjes. Op de overige eilanden komt de soort nagenoeg niet meer voor. De aantallen in Zeeuws-Vlaanderen kunnen wedijveren met de aantallen die in goede steenuil gebieden zoals de Achterhoek en de Betuwe voorkomen. Maar hoe komt het dat er in Zeeuws-Vlaanderen nog zoveel steenuilen leven? In dit artikel lichten we een tip van de sluier op, blikken we terug op de vierjaarlijkse tellingen die sinds 2003 worden uitgevoerd en zoomen we in op het onderzoek dat komend voorjaar van start gaat. Sinds 2003 wordt eenmaal per 4 jaar ZeeuwsVlaanderen onderzocht op het voorkomen van de steenuil. Het doel van dit onderzoek is om een goed beeld te krijgen van de verspreiding van de steenuil in Zeeuws-Vlaanderen. Aan de hand hiervan kunnen gerichte beschermingsmaatregelen genomen worden om de populatie op peil te houden en waar mogelijk uit te breiden. Dit doen we door voorlichting en gebiedsinrichting. Het telgebied beslaat een oppervlakte van 650 km². De tellingen worden uitgevoerd door zo’n 40 vrijwilligers van de natuurbeschermingsverenigingen de Steltkluut en ’t Duumpje en vinden plaats in februari-maart. De organisatie is in handen van Steenuil overleg Nederland (STONE). Om een impressie te geven waar de steenuilen in 2003-2011 zijn waargenomen zijn in figuur 1 de territoria weergegeven.
maatregelen als gevolg van de komst van de glastuinbouw hebben dit tij niet kunnen keren. Verder zijn in 2011 rondom Koewacht en Sint Jansteen aanzienlijk minder steenuilen geteld. De oorzaak hiervan is vooralsnog niet bekend. Het positieve bericht is dat ondanks de afname van het aantal territoria in 2011 de aantallen in Zeeuws-Vlaanderen nog steeds hoog liggen. Het aantal territoria wordt momenteel geschat op 360-390 territoria. Dit relatief hoge aantal is toe te schrijven aan o.a. de volgende factoren: - ondanks de ruilverkavelingen uitgevoerd in de jaren zeventig van de vorige eeuw is Zeeuws-Vlaanderen nog vrij authentiek gebleven, vooral West Zeeuws-Vlaanderen, hiermee is het halfopen landschap min of meer gehandhaafd gebleven; - in Zeeuws-Vlaanderen staan nog veel oude boerderijen waar het voor de steenuil goed toeven is. De oude schuren, en andere bij gebouwen zoals leegstaande kippen- en varkenshokken bieden de steenuil in ruime mate gelegenheid om hierin te schuilen, te broeden en jongen groot te brengen; - rondom de oude boerderijen komen we nog regelmatig hoogstamfruitbomen en oude knotbomen tegen. Deze, soms monumentale bomen, bieden de steenuil de ruimte om zich in de veelal holle bomen te verstoppen, beschutting te zoeken en te broeden; - in de rest van Zeeland hebben als gevolg van oorlogshandelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna de watersnoodramp in 1953 grote delen van het gebied onder water gestaan. Dit heeft er toe geleid dat oude fruitbomen, knotbomen maar ook vele oude boerderijen zijn verdwenen. Dat hier mee ook het leefgebied van de steenuil aanzienlijk werd verkleind moge duidelijk zijn. De littekens hiervan zijn tot op heden in het landschap waar te nemen. Zeeuws Vlaanderen is nagenoeg van overstromingen gespaard gebleven waardoor het leefgebied op dit vlak geen averij heeft opgelopen. De steenuilpopulatie is hierdoor redelijk op sterkte kunnen blijven; - verder is in dit verband belangrijk dat ZeeuwsVlaanderen aan Vlaanderen grenst. In Vlaanderen, vooral in de grensstreek, is de dichtheid aan steenuilen nog hoger dan in Zeeuws-Vlaanderen. Uit ringgegevens is bekend dat er uitwisseling is tussen Bel gische en Nederlandse steenuilen. Hierdoor kan een eventuele uitval aan de Nederlandse zijde aangevuld worden met vogels uit Vlaanderen.
Foto: Steenuiltje op hek bij de Val - Bert van Broekhoven
Zeeuws-Vlaanderen is in alle opzichten een landje apart. In het meest zuidwestelijke deel van Nederland is op vogelgebied veel te beleven. De kreken en schorren, het kleinschalige landschap, kronkelige dijkjes omzoomd met knotbomen, oude boerderijen afgewisseld met hier en daar een bos oefenen een enorme aantrekkingskracht uit op een groot aantal vogelsoorten. Van grutto tot slechtvalk, van zwarte specht tot baardman, ze komen hier allemaal voor. Voor een aantal soorten blijkt de Westerschelde een natuurlijke barrière te zijn. Een soort die hier een bijzondere plaats inneemt is de steenuil. De steenuil behoort
Figuur 1: bezette km-hokken 2003, 2007 en 2011
De Steltkluut 41
Foto: Steenuiltje tussen de takken - Edward Neve
kleinste uil ...
De steenuil, typisch Zeeuws-Vlaams
5
In onderstaand overzicht zijn alleen bijzondere waarnemingen van vogels vermeld. Vanaf juli 2013 worden de vogels op alfabetische volgorde gepresenteerd, dus niet meer op soortgroepen zoals voorheen. Appelvinken zijn gezien op 2 locaties. Op 9-10 (1), 4-12 (2) en 31-12 (1) bij St Jansteen (AW, JK) en op 28-10 (2) en 31-12 (1) bij Hulst (HB). Slechts 1 melding van een Beflijster die gezien werd bij Overslag door LB. Dit jaar werden er tijdens de najaarstrek in Nederland opvallend veel Bladkoningen gemeld. Ook hier enkele meldingen. Op 10-10 (1), in Terneuzen (MCa, JK), op 12-10 (1) bij TELH (HN) en op 22-10 (1) bij Hengstdijk (HB). Twee meldingen van het onopvallende Bokje, op 31-10 (1) bij Zandberg (HB) en op 12-11 (1) bij Sluiskil (AW). De tegenwoordig zeldzame Bonte Kraai (1) was van 21-12 tot 25-12 aanwezig in de polder bij Grauw (AvdW, HN, LB, MK). De Boomklever is gezien tussen 17-10 en 31-12 (1-2) bij St Jansteen (HB, HN) en op 28-10 (1) bij Hulst (HB). Trekkende Boomleeuwerikken zijn vooral op de telposten gezien. Op 11-10 (1), 12-10 (1), 18-10 (2) en op 26-10 (23) bij TELH (HB, HN). Op 19-10 (4) en op 7-11 (1) bij TELM (BvB). Verder nog 1 waarneming door MCa op 26-10 (1) bij Vogel-
waarde. Twee meldingen van de Bosruiter: op 1-10 (1) bij Hengstdijk (HB) en op 1-11 (1) bij VLVS (HB). De Buidelmees is een lastige soort die vooral op geluid gevonden wordt tijdens de najaarstrek. De meldingen: op 5-10 (1) bij TELM (AD, BvB, BV, HM), op 5-10 (1) bij TELH (HB), op 12-10 (1) bij VLVS (YB), op 26-10 (1) bij TELH (HB) op 26-10 (1) bij TELM (HM), op 30-10 (1) bij Othene (HM) en op 1-11 (1) bij VLVS (HB). Enkele meldingen van de Casarca: op 7-10 (3) bij Hoek (BdM), op 18-10 (1) bij TELM (BvB), op 31-10 (2) BN (HC), op 5-11 (1) bij Zandberg (HB), van 2-11 tot 26-11 (1-6) bij AP (MKa, RR, TdC, NW, TS, WdB, HH, HM, LC). De Cetti’s Zanger zat weer op de gebruikelijke plaatsen; van 9-10 tot 28-11 (1) bij Terneuzen (BvB), van 19-10 tot 23-11 (1) bij GE (AvdW, HN, RR, HB), van 2-11 tot 24-11 (1) bij Zandberg (HB, AvdW) en op 9-11 (1) bij Philippine (MCa). De Dwergmeeuw werd slechts 2 maal gezien op TELM, op 24-10 (1) en op 9-11 (1) (BvB). Een mannetje Eider werd tussen 20-10 en 28-12 werd bij PS gezien (MK, JeV, JaV). Een overvliegende Europese Kanarie is werd gezien op 26-10 bij TELH (HB). Op 28-11 zag LB bij AP een Geelpootmeeuw. De Goudvink is op 3 plaatsen waargenomen: Op 8-11 (1) bij Axel (HB), op 10-11(1) en op 28-12 (2) bij BN (MCr, JeV, JaV) en als laatste op 12-11 (2) bij Clinge (AW). De enige melding van de Graszanger is van HC op 8-11 bij VLVS. De Grauwe Gors is gezien op 1-11 (1) bij VLVS (HB), tussen 2-11 en 10-11 (3-4) bij PS (PD, MCr) en op 29-11 (2) bij Perkpolder (WvA). Ook slechts 1 melding van de Grauwe Vliegenvanger bij Hoek (1) (JK). Trekkende Grote Piepers zijn bij de telposten gezien. Op 10-10 (1) en 19-10 (1) bij TELM (BvB, BV) en op 26-10 (1) bij TELH (HB). Een late Grote Stern was bij PS aanwezig van 2-11 tot 10-11 (KS, MdC), MN, MK, PD, MCr). De Havik is gezien op 1-10 (1) bij Koewacht (LB), op 5-10 (1) bij Terneuzen (MC), op 20-10 (1) bij BZ (SP), op 21-10 (1) bij
Trekkende Roodkeelpiepers zijn alleen gemeld vanaf TELH, op 11-10 (1) (AvdW, HB), op 26-10 (1) (HB) en op 1-11 (1) (HN). Bij Terneuzen is op 22-10 een Rosse Franjepoot gezien (SL). Op en rond de Westerschelde verbleven 1-6 Rotganzen die werden gezien tussen 1-10 en 31-12 (HB, BvB, HM, YB, MvB, HH, HN, GB, PW). Door de zachte winter waren er slechts 2 locaties met een Ruigpootbuizerd; bij VLVS tussen 18-11 en 26-12 (GC, GS, HC,
MS, MJ, LV, KL, HN, AvdW, AD, SvdV) en op 6-10 (1) bij AP (RR). De Sneeuwgors is van 2-12 tot 31-12 (1-6) gezien bij Ossenisse en op 21-12 (4) bij VLVS (MJ). Bij PS zijn op 21-11 (3) en op 28-12 (1) Strandleeuwerikken gezien. Daar zijn prachtige foto’s van gemaakt, zie waarneming.nl. Slechts 2 meldingen van de Velduil; op 12-10 (1) bij VLVS (HB, MJ) en op 15-10 (1) bij TELM (AD). Behoorlijk wat meldingen van de Vuurgoudhaan, herken-
waarnemingen
op 20-10 (16) bij BZ (SP), op 24-10 (1) bij Clinge (HB) en op 21-12 (2) bij St Jansteen (HN). De tegenwoordig zeldzame Matkop is gezien op van 19-12 tot 21-12 (1) gezien bij Kloosterzande. De Middelste Bonte Specht bij St Jansteen is regelmatig gezien tussen 9-10 en 31-12 (1-3) (AW, HB, HN, JK). Twee meldingen van een Middelste Jager. Beiden gezien op TELM op 30-10 (1) en 6-12 (1) (AD, BvB). Op 7-10 was in VLVS een Ooievaar aanwezig (RR). Het Porseleinhoen is op 12-10 gezien door AvdW bij GE. Een late Purperreiger was op 14-10 aanwezig bij Hulst (JvG). Op 11-11 is de enige overtrekkende Rode Wouw gezien door (JK). De meldingen van de Roerdomp kwamen weer van de bekende locaties: op 12-10 (1) bij VLVS (YB), op 12-10 (1) en 15-11 (1) bij Axel (MA, TdC), tussen 16-11 en 26-12 (1-3) bij GE (AvdW, LB, RJ, YP, JvG, HN, LC), op 7-12 (1) bij Koewacht (JD), op 23-12 (1) en 26-12 (1) bij Terneuzen (HH, BvB). Roodhalsganzen zijn op de volgende plaatsen gezien: tussen 22-10 en 18-11 (1-4) bij Hulst (LB, HN, HB, RJ, BvB, RR), op 16-11 (2) bij Hoek (PM, TvW), op 21-11 (1) bij Lamswaarde (1) (KM) en op 29-12 (1) bij Axel (RR).
2015
De Steltkluut
De Steltkluut
Regio: Midden en Oost Zeeuws-Vlaanderen (Paulinaschor tot en met Saeftinghe). Nieuwe meldingen: Nieuwe meldingen kunt u sturen naar
[email protected]. De voorkeur gaat uit naar registratie via www.waarneming.nl. Bij de waarnemingen vermelden: datum, aantal, leeftijd, geslacht, ter plaatse of overtrekkend en dergelijke. Gebruikte afkortingen: Diverse waarnemers = Div.wrns, Braakman-Noord BN, Braakman-Zuid BZ, Telpost Margarethapolder TELM, Telpost ’t Hellegat TELH, Autriche Polder AP, Verdronken Land van Saeftinghe VLVS, Groot Eiland GE, Paulinaschor PS.
Koewacht (1) (EM), op 26-10 (1) bij BN (HC), op 1-11 (1) bij GE (HN), op 1-11 (1) bij Hulst (HB), op 13-12 (1) bij Philippine (RRe) en op 13-12 (1) bij Clinge (HN). De enige melding van een IJsgors is van HB op 12-10 bij VLVS. Tussen 19-10 en 22-10 was bij TELM een IJslandse Grutto aanwezig (BvB, LB). Tijdens een trektelling zagen BvB en HB op 2-11 bij TELH een jonge Jan van Gent boven de Westerschelde. 3 weken later vond HB een dode jonge nabij Terneuzen op de dijk, mogelijk was dit hetzelfde exemplaar. Op 11-12 zag JK een Kleine Barmsijs bij Axel. SP zag bij BN op 20-10 een Kleine Bonte Specht. LB zag op 22-10 een jagende Kleine Jager bij Ossenisse. Kleine Strandlopers werden van 2-10 tot 31-10 (1-7) gezien bij AP (WdB, YP, LB, RR, WdS). Drie meldingen van de imposante Kraanvogel: op 31-10 (3) bij VLVS (GD), op 26-11 (95) bij VLVS (PC) en op 3-12 (26) bij Terneuzen (JL). De Krooneend die hier zelden gezien wordt was van 4-12 tot 24-12 aanwezig bij Koewacht (LB, LP). Kruisbekken, vooral trekkende, zijn gezien op 8-10 (42) bij TELH (HB), op 9-10 (5) bij St Jansteen (AW), op 15-10 (3) bij TELM (BvB),
Foto: Roodhalsgans, Huub Bun
waarnemingen 6
Waarnemingen 1-10-2014 t/ m 31-12-2014
7
De Steltkluut
Hieronder volgen de namen van de personen, van wie ik gegevens heb verwerkt. De afkortingen kunnen in de tekst verwerkt zijn.
Bert van Broekhoven
Afscheid van de Walstraat waarbij er tijden lang zelfs om de twee weken een informatieavond werd georganiseerd. Het accent lag daarbij vooral op ontwikkelingssamenwerking, natuur en milieu. Het pand had een beetje het karakter van een actiecentrum, waarbij bijvoorbeeld ook het COS Zeeland (Centrum Ontwikkelingssamenwerking) en het Platform Zuid Afrika er activiteiten organiseerden.
Op 31 december 2014 sloten Wereldwinkel Terneuzen en de verenigingsruimte van De Steltkluut haar deuren. De voornaamste reden voor de sluiting is de verkoop van het pand aan de Walstraat in Terneuzen. Daarmee kwam er een eind aan een aanwezigheid van 30 jaar van beide clubs in het pand. We blikken terug op een lange en soms ook enerverende periode. Beginperiode Na aankoop van het pand in 1984 werd opgestart met verschillende groepen, naast Wereldwinkel en Steltkluut oa. ook het Nicaragua comité. In de beginperiode woonden er Marion Kindt, die tevens huiseigenaar was, samen met oa. Peter Maas, mensen die samen de schouders eronder zetten om het pand gebruiksklaar te maken. Er werd een gezamenlijk blad uitgegeven: “Onder één Dak”. De eerste 10 jaar was een actieve periode
Middenperiode Geleidelijk aan verminderde het aantal themaavonden en ook het aantal bezoekers van de activiteiten liep terug. Eind jaren 90 stopte het Nicaragua comité met haar activiteiten, zodat de laatste 15 jaar alleen de Wereldwinkel en De Steltkluut overbleven en samen verder gingen. De Steltkluut hield er vaak vergaderingen, met name van de Planologiewerkgroep en het bestuur. De Jeugdwerkgroep hield er haar binnenactiviteiten: de uilenballen pluisavonden werden vaak in de Wereldwinkel gehouden, terwijl het nestkastjes timmeren in de grote schuur werd gedaan. De wat oudere jeugd stroomde door naar de NJN (Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie) en was eveneens een tijdlang in het pand actief. Een nieuwe generatie jongeren besloot daarentegen om onder vlag van De Steltkluut verder te gaan. Daardoor had de jeugdgroep een tijd lang verschillende leeftijdsgroepen. Ook de Knotwerkgroep gebruikte de schuur voor opslag van haar gereedschap. Tijdens
de knotwerkdagen kwamen daarom steeds een aantal vrijwilligers gereedschappen in en uit laden. Een kortere periode had SLZ (Stichting Landschapsbeheer Zeeland) in het pand een kantoor, waar oa. Peter Maas en Frank Hamelink een werkplek hadden. Het IVN (Instituut voor Natuurbeschermingseducatie) had in het pand haar administratie en hield daar haar vergaderingen. In de Wereldwinkel was ook een informatiewand van De Steltkluut, waar alle tijdschriften waar we ruilabonnementen mee hebben, aanwezig waren. Dat waren met name natuur en milieubladen. Laatste periode Na het jaar 2000 begon ook SLZ met het huren van een deel van de schuur, om er gereedschap op te slaan. Omdat de SLZ vrijwilligers (de VLP) zelfs 4 doordeweekse dagen actief waren, was er vrijwel dagelijks een toeloop van vrijwilligers. Vaak was Wim Wisse als werkgroepleider daarbij aanwezig. Het bestuur en de planologiewerkgroep bleven er steeds vergaderen en de jeugdgroep was onverminderd actief. Ook andere organisaties gebruikten het pand voor overleg, bijvoorbeeld de ZMF (Zeeuwse Milieufederatie, met name voor regio overleg) en de Kanaalzone werkgroep. De laatste 5 jaar zakte het aantal thema-avonden verder en ook het bezoekersaantal van de Wereldwinkel. Toen in 2014 bleek dat er asbeststof was vrijgekomen bij het zetten van nieuwe kozijnen en dat die asbest gesaneerd moest worden, besloot Marion Kindt, die al die tijd de eigenaar was gebleven, het pand te willen verkopen. Samenwerking Steltkluut-Wereldwinkel Al die tijd waren beide organisaties wat verbonden met elkaar. De Stelkluut had in het pand ook haar administratie. Kees van de Velden en voorzitter Adri Paauwe waren vaak op woensdagen of zaterdagen aanwezig om de administratie te verzorgen, dagen dat ook de Wereldwinkel open was. Vaak werd er gezellig samen koffie gedronken. Vrijwilligers van de Wereldwinkel deden ook vaak wel klusjes voor De Steltkluut, zoals verkoop van spulletjes en het beantwoorden van allerlei telefonische vragen en ook van bezoekers van de verenigingsruimte. Daarnaast werd pakweg de laatste 20 jaar ook het blad van De Steltkluut er verzendklaar gemaakt zoals ook andere postzaken, zoals de acceptgiro’s. Dergelijke klusjes (de post in enveloppen vouwen) werden vaak 2015
door vrijwilligers van de beide clubs samen opgepakt. Veel personen hebben hier een lange tijd als vrijwilliger gewerkt, mensen als wijlen Jan Flagge, Harry Hamerlinck, Fons de Beijn, Tonnie van de Hauwe, Lidy en Jan Geelhoed mogen hier gerust eens genoemd worden. Bewoners en logees Een hele rij mensen hebben kortere of langere tijd achter of boven in het pand gewoond, daaronder een aantal leden van De Steltkluut. In de loop der tijd heeft een lange rij natuuronderzoekers er langere of kortere tijd en vaak meerdere keren gelogeerd. Daaronder Maurice Jansen, die zich bezig houdt met inventarisatie van microvlinders op de Zeeuwse schorren. Flip Pronk en Jan Delfos, die voor het eerst de zweefvliegenfauna van ZeeuwsVlaanderen in kaart brachten. Eddie Weeda, die zich bezig houdt met onderzoek naar flora en vegetatie. Eef Arnolds, die in Zeeland paddenstoelen in kaart brengt. Ad en Tinneke Mol, die aan bladwespen werken. Hans de Bruijn, die in heel Zeeland mossen karteert. Tijdens de twee door Het Zeeuwse Landschap georganiseerde symposia over Schorzijdebij logeerde er zelfs een flinke groep entomologen. Tijdens het onderzoek naar de meervleermuis, vonden vleermuisspecialisten uit Nederland en België, zoals Anne-Jifke Haarsma en Pieter Blondé er onderdak. De Zoogdiervereniging Zeeland hield in het pand twee keer haar “najaarskamp”. Een vijftiental zoogdieronderzoekers vertok hiervandaan om de zoogdieren te bestuderen. Zo heeft het pand aan de Walstraat drie decennia lang ook een nuttige rol gespeeld voor het natuuronderzoek in de streek. Zelf heb ik er bijna 30 jaar gewoond, de laatste jaren samen met Sandra Dobbelaar en onze dochtertjes Elisa en Sacha. We kijken terug op een hartstikke fijne en vaak enerverende tijd, waar we met enige weemoed afscheid van genomen hebben. Vele tientallen mensen zijn er kortere of langere tijd actief geweest, waarvoor we erg dankbaar zijn. Speciale dank gaat echter uit naar Marion Kindt, die als huiseigenaar altijd een zeer joviale houding had naar alle actieve organisaties. Lucien Calle
... een einde
M Aernout (MA), W v Assche (WvA), L Bekaert (LB), W d Block (WdB), G Boelens (GB), Y Bosteels (YB), B v Broekhoven (BvB), Bun (HB), M v Bunderen (MvB), L Calle (LC), P Calle (PC), G Carette (GC), T d Caluwe (TdC), M Capello (MCa), H Castelijns (HC), M d Ceuninck (MdC), M Crapoen (MCr), G Delaunois (GD), A Delzenne (AD), P Dhaluin (PD), J Dhollander (JD), E Dieleman (ED), J v Grimbergen (JvG), H Hiel (HH), M Jeurissen (MJ), R Joos (RJ), M Karreman (MKa), J v Kerckhoven (JvK), H Knibbeler (HK), M Knipping (MK), M Kiefer (MK), J Kolijn (JK), J Labeij (JL), S Lilipaly (SL), P Lusyne (PL), P Maas (PM), B d Maat (BdM), E Matthijs (EM), K Minnaar (KM), H Molenaar (HM), E Neve (EN), H Nijskens (HN), M Nollet (MN), L Persijn (LP), Y Pieters (YP), S Ploegaert (SP), H Remijn (HR), R Remijnse (RRe), R Remmerts (RR), K Samyn (KS), G Smet (GS), W d Smet (WdS), M Sponselee (MS), T Spuessens (TS), L Vandecruys (LV), Ja Vanheuverswyn (JaV), Je Vanheuverswyn (JeV), S vd Veken (SvdV), B Vroegindeweij (BV), T v Wezel (TvW), A vd Wiel (AvdW), A Wieland (AW), P Wijnsouw (PW).
De Steltkluut
aan alles komt ... 8
baar door de opvallende witte oogstreep: op 4-10 en 5-10 (1) bij TELH (HN, HB), op 5-10 (1) bij Terneuzen (MCa), op 12-10 (2) bij Axel (LB), op 25-10 (1) bij Terneuzen (MCa), op 1-11 (1) bij Kloosterzande (MCa), op 5-11 (1) bij Terneuzen (EN), op 13-11 (3) bij GE (HB), op 19-11 (1) bij Gat van Pinte (BvB), op 28-11 (2) bij GE (HB), op 13-12 en 16-12 (1) bij Axel (BvB), op 14-12 en 25-12 (2-4) bij BZ (HC) en op 30-12 (1) bij BN (PL). Overvliegende Wilde Zwanen zijn gezien op 26-12 (6) bij TELM (HM) en op 28-12 (2) bij Ossenisse (HB). Op 4-10 zag RR een heuse Zeearend bij Axel. De Zwarte Specht is alleen nabij Clinge waargenomen. Op 4-10 (1) (AW), op 28-10 (1) (AW) en op 27-11 (1) (PM).
9
ook daadwerkelijk in beeld te krijgen om de groepsgrootte te bepalen. Dat bleek nog niet zo eenvoudig.
De eerste vogel die we na diverse mislukte vangpogingen te pakken kregen was Eddie. De dag na het zenderen van Eddie werd er grootschalig gemaaid op braakliggende gronden op het industriegebied van Hulst. Sindsdien is er van Eddie niets meer vernomen. Of het nest is uitgemaaid en hij is een flink stuk (meer dan 5 kilometer) verder getrokken, of hij is dood gemaaid waarbij ook de zender vernield is. De volgende vogel die we te pakken kregen was Bert. Deze verging het beter. Na het vangen is Bert van het industriegebied naar de noordzijde van de Langeweg getrokken. Hier is succesvol gebroed op een rommelig boerenerf. Na uitkomst van de jongen verbleef Bert
Foto: Net gezenderde patrijs, vlak voor de vrijlating - Alex Wieland
In het voorjaar van 2014 zijn er in de omgeving van Hulst 3 patrijzen gezenderd. Het doel was meer te weten te komen over het leefgebied van de patrijs , het gedrag van de patrijs, en om ervaring op te doen met het zenderen en opsporen van de vogels. De resultaten kunnen gebruikt worden om in het agrarisch natuurbeheer de juiste maatregelen te nemen. Het vangen van de vogels bleek geen eenvoudige klus. Uiteindelijk is het ons gelukt 3 mannetjes te zenderen. Een zender weegt 5 gram, een patrijs ongeveer 300 gram. De zenders zouden ongeveer een half jaar mee gaan. Iedere zender heeft een aparte frequentie. Op de ontvanger moet je dan telkens switchen tussen de verschillende frequenties. Het is dan makkelijker de patrijzen een naam te geven: Eddie, Bert en Gert. Helaas is het niet gelukt om vrouwtjes te zenderen. Vrouwtjes leveren extra informatie over de exacte broedplek. Mannetjes broeden niet maar blijven wel waken in de buurt van de nestplaats. De gezenderde patrijzen werden tenminste 1 maal per week opgespoord, maar meestal meerdere keren per week. Afhankelijk van het weer en de aanwezige vegetatie kun je het signaal opvangen vanaf enige honderden meters tot 700 meter. Hoe dichter je bij de vogel bent des te sterker het signaal. Het geluid (piepje) wordt harder en het schaalbalkje slaat verder uit. Door kruispeilingen kan de positie zo nauwkeurig mogelijk bepaald worden. Dit vraagt behoorlijk wat oefening. In het najaar en winter is getracht de patrijzen
Kaart: Leefgebieden van de patrijzen
De laatste vogel die we gezenderd hebben is Gert. Deze vogel broedde in een ruige slootkant naast een complex van ponyweide, volkstuintjes en akkers. Na het uitkomen van de jongen verbleef de familie Gert in de directe omgeving van het nest (maximaal 500 meter van het nest). Een groot deel van het leefgebied lag op een biologische akker. Helaas is Gert in oktober dood gegaan. Het leefgebied is in het late najaar allemaal ge2015
ploegd het was wel interessant geweest om te weten te komen waar Gert dan naar uitgeweken zou zijn. Volg ons op facebook en kom meer te weten over patrijzen: https://www.facebook.com/ WerkgroepPatrijs Alex Wieland en Mark Dobbelaar
... de patrijs
heden werd de beschutting van een haag (langs een erf) en een boomgaard opgezocht. Vanaf begin februari is de groep uiteengevallen. De groep bestond toen nog uit 7 vogels. Op het einde van de winter verbleven Bert en zijn vrouw bijna altijd op dezelfde akker. De suikerbieten op deze akker zijn laat geoogst. Daarna is dit perceel gespitfreesd (diepe grondbewerking) en ingezaaid met wintertarwe. Door dit type grondbewerking zijn veel bietenresten aan de oppervlakte gebleven. De net opgekomen tarwe vormt niet zo’n strakke groene mat als het naastgelegen perceel met wintertarwe. Een ideale combinatie met voedsel en dekking. Het leefgebied van Bert is zeer groot dit wijst er op dat er te weinig goede biotopen aanwezig zijn. Patrijzen moeten dan grotere afstanden afleggen met meer risico.
De Steltkluut
in de omgeving van de drukke provinciale weg. Deze werd bijna dagelijks overgestoken. De voorkeur bestond uit graanvelden. Nadat deze geoogst en geploegd waren was er een sterke voorkeur voor een grote open akker om te slapen. Dit doen patrijzen graag in een open gebied. In het najaar verbleef Gert met zijn familie vooral op net geoogste percelen met veel oogstresten. Deze zorgen voor voedsel en dekking. Voor groenbemester (vanggewassen) bleek geen interesse. Groenbemesters worden in het kader van de vergroening van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid veel ingezaaid. Deze maatregelen zouden een positieve bijdrage moeten leveren aan de agrarische biodiversiteit. Voor akkervogels hebben ze geen positief effect. Naar gelang de winter vorderde ontstond sterkere interesse in wintertarwevelden. Bij koude omstandig-
Foto: Patrijs Bert met een deel van zijn familie - Alex Wieland
De Steltkluut
meer weten over... 10
Zenderonderzoek Patrijzen rondom Hulst
11
Bert van Broekhoven
Hof te Zande Foto: Henk Knibbeler in actie
2015
Niet altijd zijn er veel soorten aan te treffen. In de loop der jaren zijn veel van die plekken verwaarloosd, slecht onderhouden en is de flora er sterk op achteruit gegaan. Daar waar beheer wordt gepleegd is het een lust voor het oog om deze voorjaarsflora te bewonderen. Reeds enkele jaren volg ik de ontwikkelingen van de stinzenflora in Oost Zeeuws-Vlaanderen en probeer in de dorpen rondom Hulst en Hulst zelf uiteraard, oude tuinen, kerkhoven, pastorietuinen etc. te bezoeken om een beeld te krijgen van de aanwezige stinzenplanten. In dit artikel beperk ik mij verder tot de stinzenflora in Hof te Zande en de daar voorkomende soorten tot en met 2014. Deze zijn al vroeg aanwezig en in de kruidlaag begint het met een fors opkomen van de bladrozetten van de Italiaanse aronskelk (Arum italicum) in de herfst. Medio januari
De Steltkluut
De eerste waarneming van de jongen deed ik op 21 december 2014. Ik werd getriggerd door hun bedelroep. De leeftijd van de jongen is vanaf de eerste gemaakte foto’s geschat op drie tot vier weken. Als je dan terug gaat tellen – de broedduur bij Futen is 25-28 dagen – dan kom je op een ei-leg ergens eind oktober. In de weken daarna ben ik regelmatig gaan kijken of het goed met ze ging. Om alles goed vast te leggen heb ik mijn bevindingen op waarneming.nl gezet met foto’s en een filmpje. Factoren die hebben meegeholpen aan dit broedsucces zijn: een zachte winter met slechts enkele periodes met matige vorst; een beschutte plek grenzend aan snel stromend water; veel direct bereikbaar voedsel; het water is nooit helemaal dichtgevroren geweest. Het laatst punt is doorslaggevend geweest voor dit broedsucces. Koude deert de vogels niet zo. Voedselgebrek is funest. Mocht u in de winter ook Futen met jongen zien, geef dit svp door via bertusbvb@gmail. com.
De plantenwerkgroep van Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut organiseert op 28 maart a.s een excursie naar Hof te Zande in Kloosterzande. Op die bijzondere plek in Oost ZeeuwsVlaanderen gaan we de stinzenflora bekijken die daar voorkomt. Hof te Zande was vroeger een uithof van de Cisterciënzer Abdij Ten Duinen gelegen nabij het huidige Kloosterzande. Eromheen lag een boomgaard, een gracht en een parkachtige tuin met vijver waar verschillende bomen en heesters zijn aangeplant. Stinzenplanten zijn planten met een eeuwenlange geschiedenis. Kleurrijke bloemen in velerlei soorten die als bolgewassen, maar ook als knolgewassen, planten met wortelstokken en kruidachtige of vaste planten in dit milieu heel goed gedijen. De term ‘stinzenplanten’ is afgeleid van het Friese woord ‘stins’. In feite een benaming van een middeleeuwse woning. Vele stins- en steenhuizen werden gebouwd op terpen of verhoogde terreinen, dikwijls met een gracht eromheen. Een singel begaf zich daartussenin en die was beplant met bomen zoals Plataan, Beuk en Linde. Stinzenplanten worden ook wel ‘planten van adel’ genoemd. Essentieel is dat het planten betreft die oorspronkelijk door toedoen van de mens op een nieuwe plek zijn aangeplant. Zij behoorden niet tot de inheemse flora, maar zijn na aanplant verwilderd en op die wijze ingeburgerd in onze flora. Buitenplaatsen zoals pastorietuinen, boerenerven, kerkhoven, stadswallen en plantsoenen met eenzelfde biotoop herbergen nog steeds stinzenplanten.
Foto: Italiaanse aronskelk - Henk Knibbeler
Op 21 december 2014 deed ik een onverwachte waarneming tijdens een atlasbloktelling. In de vijvers bij Zomerlust in Axel ontdekte ik een Futenpaar met twee bedelende kleine jongen. Eén van de twee jongen was nog zo klein dat deze meeliftte op de rug van één van de ouders. Omdat ik zelf nog nooit Futen met jongen in de winter had waargenomen, heb ik deze ontdekking direct doorgegeven aan Henk Castelijns en Alex Wieland. Ook zij gaven aan dit nog niet eerder gezien te hebben. Henk Castelijns heeft de waarneming vervolgens doorgegeven aan Delta Vogelnet. Vrij snel kwamen er reacties op, het bleek toch wel heel bijzonder. Het is bekend dat Futen in zachte winters vroeg jongen kunnen hebben, soms al in januari en dan vooral in stedelijke gebieden in de Randstad. Broedgevallen in het late najaar zijn wel bekend, maar heel schaars en slecht of niet gedocumenteerd. Een speurtocht op waarneming.nl leverde twee waarnemingen op van Futen in het najaar met dons-jongen. Eén waarneming door Luc Bekaert in Hulst op 6 december 2012 van een Futenpaar met jongen van enkele weken oud en één waarneming in Amsterdam door Paul Marcus op 2 december 2013 van een jonge Fuut van ongeveer vier weken oud.
Foto: Futenpaar met twee jongen 16-2-2015, Bert v. Broekhoven
Foto: Futen in Axel - Bert v. B)roekhoven
De Steltkluut
Foto: kleinste jong op rug ouder 24-12-2014 - Bert v. Broekhoven
wel erg laat! 12
Stinzenplanten in Hof te Zande bij Kloosterzande
Succesvol broedgeval Fuut najaar 2014 bij Zomerlust in Axel
13
Hof te Zande
Bakker, Piet en Evert Boeve, Stinzenplanten, Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten/Terra’s Gravenhage/Warnsveld 1985 Ploeg, D.T.E van der, Stinzenplanten – Bloemenpracht rondom Friese stinzen en states Friese Pers Boekerij bv, 1988 Weeda, E.J,.R.Westra,Ch.Westra en T.Westra, Nederlandse Oecologische flora Deel 1 t/m 5, IVN, Amsterdam 1985-1995
Fotografie en Tekst Foto: Knikkende vogelmelk - Henk Knibbeler
Henk Knibbeler www.henkknibbeler.nl e-mail
[email protected]
Stadse huismus doet als stadse mens Omdat huismussen in de stad afhankelijk zijn van mensen, dachten Hongaarse onderzoekers dat ze dus veel meer aandacht voor individuele mensen zouden hebben dan de huismussen op het platteland. Een team bestudeerde mussen van allerlei stadsgedeelten, van drukke woonwijken tot busstations en rond dorpjes en boerderijen. Herkenbaar verklede teamleden gedroegen zich ‘neutraal’ of juist heel vijandig tegenover de vogels. De onderzoekers vroegen zich af of de mussen bij herhaalde tests neutrale mensen zouden onderscheiden van de vijandige mensen. En wat bleek? Juist de landelijke mus is daar veel sterker in. Eenmaal bekende personen met raadselachtige mussenhaat pikken ze er zo uit. En nieuwe proefmensen behandelen ze wantrouwiger dan de mensen waarvan ze al weten dat die gewoon doen. De stadse mussen vertonen dit gedrag helemaal niet. De onderzoekers denken dat dit komt omdat er in de stad zovéél mensen zijn en steeds andere, dat het voor de stadse huismussen simpelweg de moeite 2015
niet loont om onderscheid te maken tussen mensen. Komt dit je bekend voor? Als je zelf door een stad loopt, valt op dat de meeste mensen elkaar niet aankijken. Mensen van het platteland vallen bij stadsbezoek uit de toon door anderen in een straat of op een station aan te kijken, soms nog vriendelijk óók. Doorgewinterde stedelingen, of het nu mussen of mensen zijn, registreren nauwelijks mensen. Bron: Animal Cognition, januari 2015 en NRC 12 februari 2015. Hanneke Smulders
De Steltkluut
verschijnen iets later, samen met de bloei van de Wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus ssp.ps.). Het lenteklokje is duidelijk groter dan het gewone sneeuwklokje en heeft een
Als de Gewone bosanemonen (Anemone nemorosa) gaan bloeien in het meest noordelijke deel van de tuin is het een prachtig gezicht om de groepjes met deze bloemen te zien staan. De tuin bestaat nu uit een bont tapijt vol bloeiende planten. Anemoon betekent windbloem en dat komt omdat de bloemen zich ‘s morgens onder invloed van de zonnewarmte openen. Bij koude dagen blijven ze gesloten (slapen) en blijft het stuifmeel droog. Voor de plantenwerkgroep een mooi project om deze bijzondere en vroege flora eens wat nader en breder te gaan onderzoeken. Want er zijn nog verschillende andere plekken in Zeeuws-Vlaanderen waar je stinzenplanten kunt verwachten. Overigens zou ik het zeer op prijs stellen als lezers stinzenplanten weten te staan in hun omgeving op buitenplaatsen, tuinen, parken e.d, dit zouden willen melden bij mij. Daarnaast is een overleg met gemeente en of kerkbesturen e.d aan te bevelen om tot een beheersplan te komen voor deze bijzonder rijke groep stinzenplanten die uiteindelijk ook een flink stuk cultuurhistorische waarde uitdragen.
Geraadpleegde literatuur
Foto: Stadse huismus - Bert van Broekhoven
In de tuin staan gelukkig nog een aantal planten van het wonderschone Lenteklokje (Leucojum vernum) (foto lenteklokje). Ze
Foto: Bosanemoon - Henk Knibbeler
Foto: Sneeuwklokjes - Henk Knibbeler Foto: Winterakoniet - Henk Knibbeler
De Steltkluut
steken hun knalgele knopjes op de groene halskraag omhoog en ook deze soort is afkomstig uit Zuid-Europa.
Foto: Lenteklokje - Henk Knibbeler
Hof te Zande 14
melden zich de Gewone sneeuwklokjes (Galantus nivalis) massaal in de grote tuin tussen de bomen en struiken zoals Plataan, Hazelaar en Sneeuwbes. Een wit tapijt van deze fraaie planten die oorspronkelijk uit Zuid- en Midden Europa afkomstig zijn. Je zou kunnen zeggen dat de Gewone sneeuwklokjes de voorbode vormen van wat er daarna allemaal gaat komen. De Winterakonieten (Eranthis hyemalis)
helder wit kapje met een groengele vlek. Dit zeldzame bolgewas kan al begin februari ontluiken en verspreidt een zoete geur in zijn directe omgeving. Vooral bij de grote plataan middenin de tuin staan een paar mooie groepen met lenteklokjes. De Kleine maagdenpalm (Vinca minor) begint intussen ook te bloeien en staat verspreid door de gehele tuin tussen alle andere planten. Speenkruid (Ficaria verna) en het Fluitekruid (Anthriscus sylvestris) vergezellen de stinzenplanten en laten hun eerste bloei al begin maart zien. Vanaf het kleine kerkje, waar je omheen kunt lopen, tot aan de Cloosterstraat aan de andere zijde van het terrein staan verspreid vele planten. Zelfs in de pastorietuin hebben zich stinzenplanten gevestigd. De kern van het gebied ligt rond de grote vijver. In de tuin bij de grote plataan houden zich ook veel jongeren op, het is een hangplek waar ook veel zwerfafval e.d ligt.
15
mei
april
Tijd: 19.30 uur
Tijd: 13.45 uur
Plaats: Edvard Grieghof 113, Terneuzen
Plaats: Saeftinghe
Tijd: 19.30 uur
Plaats: Edvard Grieghof 113, Terneuzen
Tijd: 19.00 uur
Plaats: Reuzenhoeksedijk / Polderstraat Natuurgebiedje particulier
Plaats: Saeftinghe
Tijd: 12:30 uur Tijd: 19.00 uur
Zaterdag 16 mei: hoogwatertelling Dinsdag 19 mei: plantenwerkgroep
Tijd: 19.00 uur
Plaats: Vlaamse Kreek Plaats: start bij Kruispad 26, Koewacht
Tijd: 16.30 uur
Zaterdag 20 juni: hoogwatertelling
Plaats: Saeftinghe
Plaats: Groene Knoop
Plantenwerkgroep
Stekkertje
Tijd: 9.00 uur
Steltkluut
‘t Stekkertje
Kijk voor meer excursies in de natuur op de website van Natuur & Zo: http://www.natuurenzo.nl/agenda/
Vooraf uitleg over verschillende soorten grassen. Planologiewerkgroep
Plaats: Braakman Noord
De Agenda
Vogelwerkgroep
Zaterdag 27 juni: plantenwerkgroep
Zaterdag en zondag 20 en 21 juni: nachtdierenkamp Tijd: 20 juni van 19.00 tot 21 juni 12.00 uur Plaats: Braakman Zuid, tussen Philippine en Biervliet Contact: Hanneke Smulders,
[email protected] Voor ons avontuurlijke nachtdierenkamp gaan we dit jaar samen met de Visdiefjes uit West-Zeeuws-Vlaanderen kamperen in het natuurgebied Braakman Zuid. Ook benieuwd hoeveel muizen daar wonen? Als de tenten goed staan, gaan we eerst de muizenvallen vullen met heerlijke hapjes en ze op scherp zetten. ’s Avonds en ’s ochtends doen we een telronde. Ook vleermuizen en nachtvlinders gaan we tellen en bekijken. Natuurlijk is er ook tijd voor spelletjes en lekkere hapjes bij het kampvuur. We organiseren dit kamp (alleen) voor leden van 8 tot 15 jaar. Kampeerbenodigdheden en exacte locatie vermelden we in de uitnodigingsmail.
Tijd: 19.00 uur
Dinsdag 16 juni: plantenwerkgroep
Donderdag 11 juni: excursie naar het Groot Eiland Tijd: 19.00 tot 22.00 uur Plaats: vertrek vanaf de parkeerplaats aan de 8e Verkorting te Hulst Contact: vantevoren aanmelden is verplicht, via email: infoATsteltkluut.nl Stevige wandeling door weilanden en bossen.
Zondag 7 juni: natuurontwikkeling Noordkant Pereboomsgat bij Koewacht Tijd: 10.00 tot ca. 11.30 uur Contact: voor informatie kunt u terecht bij Luud Persijn 0114-362521 of persijnATonline.nl We kijken hoe de natuur zich in dit jonge natuurgebied (ingericht in 2010 en 2011) zich ontwikkelt.
Donderdag 4 juni: plantenwerkgroep
Zondag 31 mei: vlinderexcursie Tijd: 13.00 tot 15.00 uur Plaats: Wittebrugstraat, parkeerplaats zwembad Reynaertland Hulst Contact: Hanneke Smulders, jeugdgroepATsteltkluut.nl Samen met de experts van de insectenwerkgroep gaan we op zoek naar voorjaarsvlinders. Welke soorten vlinders verwacht je te zien? Als de lichtval heeft aan gestaan, kunnen we ook nachtvlinders van dichtbij bewonderen. Aanmelden verplicht, met vermelding van het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. Toegang: gratis voor leden, €2,50 voor niet-lid kinderen.
Plaats: Klein Eiland
Plaats: Dorpsweide Zaamslag
Woensdag 6 mei: plantenwerkgroep Tijd: 19.00 uur
Zaterdag 25 april: excursie naar het Groot Eiland Tijd: 9.00 tot 12.00 uur Plaats: vertrek vanaf de parkeerplaats aan de 8e Verkorting te Hulst Contact: vantevoren aanmelden is verplicht, via email: infoATsteltkluut.nl Stevige wandeling door weilanden en bossen.
Dinsdag 21 april: plantenwerkgroep
Dinsdag 21 april: planologiewerkgroep Tijd: 19.30 uur Plaats: Edvard Grieghof 113, Terneuzen Contact: Lucien Calle, 06-22792100, lucalleATzeelandnet.nl De planologiewerkgroep volgt de ruimtelijke ontwikkelingen in Oost Zeeuws-Vlaanderen. Nieuwe ontwikkelingen worden beoordeeld op hun effect voor het landschap en de natuur. Met veel organisaties wordt overleg gevoerd om de belangen van een mooi landschap en gezonde natuur te behartigen. U bent van harte welkom om mee te doen.
Zondag 19 april: waterdiertjes Tijd: 10.00 tot 12.00 uur Plaats: Veerstraat 76, Zaamslag (via Zaamslagsedijk, tegenover nr. 4) Contact: Anja van der Giessen, jeugdgroepATsteltkluut.nl Ja, het is weer lente! De temperatuur gaat omhoog en de dieren worden weer wakker en actief. Welke dieren zitten er in de poel? Is er al kikkerdril? Doe je laarzen aan, neem een schepnet mee, als je dat hebt en doe mee! Aanmelden verplicht, met vermelding van het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. Toegang: gratis voor leden, €2,50 voor niet-lid kinderen.
Zaterdag 18 april: hoogwatertelling
Zaterdag 18 april: ganzen en zwanentelling OZVL
Plaats: Margarethapolder zuid
Plaats: De Halle, Axel (Zie elders in deze Stelkluut)
Tijd: 19.00 uur
Donderdag 16 april: vergadering vogelwerkgroep
Dinsdag 14 april: ledenvergadering
Donderdag 9 april: plantenwerkgroep
Donderdag 2 april: vergadering kerkuilenwerkgroep Oost Zeeuws-Vlaanderen Terneuzen Tijd: 19.30 uur
Excursies, wandelingen, fietstochten
De Agenda juni
De Steltkluut
16 17
Ze bouwden een nest en kregen twee jongen. Maar het gekke is dat ze maar door bleven gaan met paren, terwijl dat voor de vorming van eieren toch niet meer nodig was. Heel geleerde vogelkenners zullen wel beweren dat deze dieren dat doen om de band tussen hen goed te houden, want ze moeten natuurlijk hard samenwerken om het kroost groot te krijgen. Maar volgens mij doen ze het vooral voor de lol. 2015
Foto: Bea en Bo zijn er klaar voor - Lucien Calle
Ons dochtertje Elisa had het meestal als eerste in de gaten dat de duiven`het` gingen doen. Ze rende dan opgewonden door het huis en riep iedereen erbij. Met de verrekijkers en fototoestellen konden we alle details vastleggen. Zoals het voorspel. De duiven gaan niet zomaar paren, nee ze gaan eerst uitgebreid knuffelen. We begrijpen nu waar het woord `tortelduifjes` vandaan komt. Eerst gaan ze een tijdje naar elkaar kijken, en steeds dichter bij elkaar zitten. Het heertje zet daarbij af en
toe een flink dikke borst op. Dan beginnen ze elkaar voorzichtig in de veren pikken in de nek en rond de kop. Dat kan best lang duren. Als ze er blijkbaar klaar voor zijn, buigt het vrouwtje zich voorover zodat meneertje er bovenop kan springen. De paring zelf duurt Foto: Bea en Bo in actie - Lucien Calle
Een van de vogelsoorten die talrijk aanwezig is, is de houtduif. Als je die dieren elke dag weer ziet, ga je op den duur de individuen een beetje herkennen. Een paartje houtduiven was kennelijk zo’n beetje de baas over alle andere duiven. En ze waren een hele zomer lang hartstikke verliefd op elkaar. We hebben ze Bea en Bo genoemd. In het voorjaar waren ze zelfs nog meer verliefd dan anders. En iedereen mocht dat weten ook. Want ze vreeën heel wat af, iedere dag opnieuw en soms wel een keer of 5 achter elkaar! Copuleren of paren heet dat met nette woorden. Ze schaamden zich er niks voor. Ze deden het zelfs meestal op de balustrade van het balkon van de buurtjes, zodat iedereen het goed kon zien. Foto: 2 jongen op het nest- Lucien Calle
De Steltkluut 18
deze pagina is leeg vanwege het layout, omdat het Stekkertje met een rechte pagina begint- is alleen bij de opmaak niet in het boekje
Foto: Houtduif Bea - Lucien Calle
Vanuit ons huis hebben we een mooi zicht op enkele tuinen van de buren. Hier zijn vaak veel vogels aanwezig, zodat we vanuit de huiskamer alle gewoontes van die dieren kunnen bestuderen. Wat wil een mens nog meer?
lentekribbels ...
Bea en Bo zijn verliefd
maar een paar seconden. Het naspel stelt weinig voor. Nog even naar elkaar kijken, veren uitschudden en weer netjes ordenen en wegvliegen maar. In de loop van de zomer werd de verliefdheid toch wat minder. Er werd minder vaak gepaard en vooral Bo leek er niet meer zoveel zin in te hebben. Bea moest hem meestal flink aansporen. Dat deed ze door steeds maar voor hem te bukken en als hij dan niet in actie kwam, pikte ze hem nog wat extra in zijn nek en boog dan weer voorover. In augustus was het echt afgelopen met de liefde. En nu maar hopen dat met het warme voorjaarsweer de lentekriebels weer toeslaan… Lucien Calle
1
Zie ook www.waterwereld.nu/zeeboontje.php en http://www.strandvondsten.nl/zeeegels/ zeeboon/index.html.
foto’s uilenballen Foto: zeepokken op een plank - Anja van der Giessen
Zeeboontje Lust jij die boontjes? Een zeeboontje is het kleinste zee-egeltje, dat op onze stranden te vinden is, 1 cm groot. Hij is, net als de meeste zee-egels, vaak ingegraven in de zeebodem. Met zijn zuignapvoetjes zoekt hij naar voedsel, met name naar algen en afval. Hij steekt daarvoor zijn voetjes uit naar de oppervlakte om daar voedsel te vinden. Wanneer jij ze vindt, zijn de korte grijs-groene stekeltjes er meestal al vanaf. Die stekels worden knalgroen als het zee-egeltje gewond of gestrest is! Aan de onderkant van het skelet, in het midden, zie je de mondopening. Bovenop zie je piepkleine gaatjes die samen de vorm van een vijfarmige ster hebben. Door die piepkleine gaatjes steken zijn voetjes. Dat zijn een soort buisjes die hij samen kan trekken en weer uitstrekken.
Foto: Lege zeeboontjes- Anja van der Giessen Foto: Levende zeeboontjes- Anja van der Giessen
waterwereld ...
Zeeboontje en zeepok
Zeepok
2
Anja van der Giessen
2015
Geconcentreerd aan het pluizen - foto: J. Dingemanse
Zie ook: www.ecomare.nl/ecomare-encyclopedie/organismen/dieren/ongewerveldedieren/geleedpotigen/kreeftachtigen/zeepokken
Foto: Gewone zeepok- Lucien Calle
De zeepok is familie van de … krab en garnaal! Hij kan groeien op hout, steen, ijzer, schelpen, krabben en zelfs op een walvis. Aan het strand zie je ze vaak op de palen en keien van de golfbrekers. Het ‘huisje’ is wit, keihard en scherp aan de randen. De vorm lijkt nog het meest op een vulkaan. Het is gebouwd van zes kalkplaatjes, met een dekseltje van twee kalkplaatjes. De zeepok hoeft nooit voedsel te zoeken. Hij opent zijn dekseltje onder water en strekt zijn lange vangpoten naar buiten en beweegt die heen en weer zodat het voedsel (meestal plankton) naar ze toe drijft. Als er meer pokken bij elkaar zitten dan gaat dat nog gemakkelijker, want dan ontstaat er een soort stroming door al die wapperende pootjes! Bij laag water doet de zeepok zijn klepjes dicht. Zo kunnen ze een tijdje boven water overleven.
Zelfs van uilenballen zijn de Stekkertjes niet vies - foto: J. Dingemanse
Braakballen CSI op de kinderboerderij in Clinge
3
productie, transport, gebruik en afvalverwerking. Milieukeur houdt rekening met de volgende milieuproblemen: • luchtkwaliteit • waterkwaliteit • bescherming van de bodem • beperking van afval • energiebesparing • beheer van de natuurlijke hulpbronnen • voorkomen van de opwarming van de aarde • bescherming van de ozonlaag • veiligheid van het milieu • geluidsoverlast en • biodiversiteit. Proefje met natuurlijk producten Je hebt nodig: Een ei, een pan, water, een horloge, een eetlepel, een kookplaat/gasfornuis, een glas (waar het ei in past) en witte azijn. Doe het ei in de pan, doe er water bij. Zet de pan op de kookplaat of het fornuis en laat het water tenminste 10 minuten koken. Zodat het ei hard is. Haal het ei met een lepel
uit het water. Doe dat heel voorzichtig! Doe het gekookte ei in het glas, vul het glas met witte azijn tot het ei onder staat.
De producent, die een ecolabel wil voor een zijn milieuvriendelijk product, kan daarvoor bij de overheid een aanvraag doen. In Nederland onderzoekt Milieukeur de invloed op het milieu van het product of de dienst “van wieg tot graf”. Dit omvat de hele levenscyclus: winning van de benodigde grondstoffen,
4
Wacht een paar uur. Wat gebeurt er?
Wilde Vossenclub
Wie poetst er bij jullie thuis? Papa, mama, iemand anders, jij? Welke schoonmaakmiddelen gebruiken jullie daarvoor? Voor de was, voor de WC, voor de keuken, voor de afwas? Er worden steeds meer natuurlijke schoonmaakproducten gebruikt i.p.v. chemische en giftige producten. Zo ook witte azijn, dat gemaakt wordt van een graansoort: gerst. Azijn wordt gebruikt om kalklagen op te lossen, zoals bijvoorbeeld in de badkuip, op de kraan of in de wasbak of om de ramen of spiegels te zemen. Veel andere huishoudelijke producten zijn heel giftig voor het milieu en daardoor ook voor ons. Zij verdampen in de lucht en wij ademen het in. Algemene tips voor het gebruik schoonmaakmiddelen: • Kies de juiste hoeveelheid. Dat staat op de verpakking. • Maak gebruik van compacte of geconcen treerde schoonmaakmiddelen, als het kan met Ecolabel. • Probeer chloorbleekmiddel, spuitbussen en producten met oplosmiddel niet te ge bruiken, die zijn giftig. • Verspil geen schoonmaakmiddelen. Ont smetting met desinfectiemiddelen is bijvoor beeld alleen nodig bij ziekte. Sommige vlekkenmiddelen, luchtverfrissers, glasreinigers en spiritus bevatten veel oplosmiddel. Dat draagt bij aan luchtvervuiling, omdat oplosmiddelen het ontstaan van smog versterken. Gebruik liever producten op waterbasis, zonder oplosmiddel. Water is een natuurlijk product. Ook producten met chloorbleekmiddel belasten het milieu relatief zwaar, zoals sommige toiletreinigers. Producten met een Ecolabel zijn herkenbaar aan een speciaal logo (zie hieronder) op het product of de verpakking.
Foto’s: Anja van der Giessen
poetsen zonder gif
Natuurlijke schoonmaakproducten
Anja van der Giessen
De Wilde Vossenclub Hoi, ik ben Wietse Coopman en 11 jaar. Ben lid van De Stekkertjes en de JNM (de jeugdgroep van Natuurpunt) en vind het superleuk om telkens mee te doen aan de activiteiten. Sinds het begin van dit schooljaar 20142015 heb ik zelf ‘De Wilde Vossenclub’ opgericht. Het leek mij leuk om ook zelf iets te organiseren om de natuur te verkennen. Ik vind het leuk om andere kinderen meer te laten ontdekken van de natuur via wandelingen, maar ook via presentaties. Zo houd ik regelmatig een presentatie in mijn klas over vogels in de tuin en binnenkort ook een over bomen. In de hoop dat er meer respect komt voor onze natuur. Ik wil graag mensen doen nadenken of het altijd wel een goed idee is om meer te bouwen en wegen aan te leggen. Wij mogen genieten van en leven in de natuur, dus daar moeten we voor blijven vechten. De wandelingen die we tot hier toe hebben gedaan zijn vooral in de Bourgoyen-Ossemeersen te Gent. Hier heb je verschillende uitkijkposten waar ook extra afbeeldingen hangen van de vogels die we er kunnen zien. Er zijn verschillende wandelroutes, korte en lange. En ook een centrum waar je allerlei info krijgt over het gebied, dit met foto’s en filmpjes. Maar ook andere natuurgebieden zullen aan bod komen. 2015
Het is belangrijk dat we de natuur zo min mogelijk bevuilen, daarom heb ik nog een wandeling in petto waarbij we zwerfvuil gaan opruimen. Ook fietstochten zullen nog er aan komen. Om meer informatie te geven over De Wilde Vossenclub heb ik een website gemaakt. Hierop vertel ik de activiteiten en wat we zoal hebben gedaan tijdens een wandeling. De eerst volgende wandeling is op zondag 5 april 2015 om 14.00 uur aan de ingang van de Bourgoyen. Dan zal er een gids ons rondleiden doorheen de Bourgoyen-Ossemeersen. Met nadruk op de vogels. Als je zin heb om mee te wandelen, dan mag je mij een mailtje sturen (
[email protected]). Er kunnen maximum 20 deelnemers meewandelen. De website is: http://dewildevossenclub.subite.eu Natuurvriendelijke groetjes, Wietse
5
Op zondagmiddag 11 januari kwamen de Stekkertjes met hun ouders bij elkaar in onze nieuwe clubruimte in Terneuzen. Bram Vroegindeweij, van de vogel- en de plantenwerkgroep, vertelde welke vogels je in de buurt waar je woont kunt tegen komen. Van de tuin en de straat via het stadscentrum naar de dijk, tot in de Margarethapolder. De Stekkertjes herkenden bijna alle vogels en in de quiz van Bram die we meteen daarna maakten, scoorden ze allemaal veel punten.
Lente ...
verhuurd ...
scherpe ogen ...
IJsvogels houden van Stekkertjes
Wel twintig verschillende vogelsoorten hebben we gezien. Plus sporen van reeën. Dankzij het scherpe oog van Fiene hebben we ook twee ijsvogels gezien. Vooral de tweede heeft iedereen goed kunnen bekijken, zo lang bleef die ijsvogel zitten! Het leek wel of hij ons zat te bekijken!
Daarna gingen we met z’n allen op pad. Over de dijk naar de telpost en door de Margarethapolder terug naar de parkeerplaats. De Stekkertjes bleken heel goede vogelaars. Een pluim voor Fiene! Bij het afscheid kregen alle Stekkertjes de lijst met de 40 dingen, die je moet doen voor je twaalfde. Blij van de mooie waarnemingen gingen we weer naar huis aan de warme chocolademelk. Hanneke Smulders Foto’s: Rob Kregting en Bram Vroegindeweij
6
2015
Foto’s: Jolien Vinke
7