versie 30 mei 2013 Dossiernummer Behandelnummer
De Schoonheid van Amsterdam 2013 Nota van beantwoording Voorstellen Dagelijks Bestuur stadsdeel Amsterdam Zuid, voorstellen uit de stadsdeelraden en inspraakreacties Versie 30 mei 2013 Project De Schoonheid van Amsterdam 2013
Herikerbergweg 290
Postbus 922
1101 CT Amsterdam
1000 AX Amsterdam
020-254 37 23
[email protected]
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 2 van 138
Samenvatting
De ontwerpnota De Schoonheid van Amsterdam 2013 heeft tot en met 19 november 2012 ter inzage gelegen. Bij de inzagelegging in stadsdeel Zuid heeft het Dagelijks Bestuur een wijzigingsvoorstel als oplegger toegevoegd (de beantwoording daarvan is opgenomen in hoofdstuk 1). De conceptnota van beantwoording en de ontwerpnota zijn in april 2013 parallel ter bespreking aan de betrokken commissies uit de gemeenteraad en de stadsdeelraden voorgelegd, om te onderzoeken of de nota (al dan niet na amendering) stadsbreed op voldoende draagvlak kan rekenen. Deze ronde heeft geleid tot een aantal wijzigingsvoorstellen, die in de nota van beantwoording zijn verwerkt. De beantwoording kan (de belangrijkste naar voren gebrachte thema’s volgend) als volgt 1 worden samengevat : Excessenregeling Van verschillende zijden is naar voren gebracht dat de excessenregeling door het noemen van allerlei bouwkundige details niet het karakter van een excessenregeling heeft. Dit bezwaar treft doel. Veranderingen van bouwkundige details leiden niet per definitie tot ernstige strijd met redelijke eisen van welstand. Het gaat er om hoe het totaalbeeld na de verandering er uitziet. De toevoeging van “ernstige strijd” kan het beperkte toepassingsbereik van dit criterium verduidelijken. Repressief toezicht brengt met zich mee dat hierop uitsluitend in uitzonderlijke omstandigheden mag worden aangeschreven. De tekst is dan ook gewijzigd. Dwingende afwijzingsgronden De nota kent een aantal criteria dat bepaalde bouwkundige oplossingen voorschrijft en andere bij voorbaat uitsluit. De daartegen ingediende bezwaren zijn gegrond, voor zover de criteria (onbedoeld) als dwingende afwijzingsgrond kunnen worden gelezen, terwijl zij volgens de toelichting slechts bedoeld zijn als criterium voor het doorlaten van bouwplannen (goedkeuringscriteria), zonder dat een gewogen oordeel van de welstandscommissie nodig is. De naamgeving van hoofdstuk 6 is daarom gewijzigd in “Standaardtoets veel voorkomende bouwplannen”. Ook de criteria zelf zijn gewijzigd daar waar zij te dwingend waren geformuleerd. Trendsetter 1
Wij hebben ingediende de zienswijzen in de hoofdstukken hierna integraal weergegeven.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 3 van 138
Ook het begrip trendsetter werd als te dwingend ervaren. De werking van het begrip is daarom in de nota verduidelijkt: een trendsetter is een plan, dat in vergelijkbare situaties als uitgangspunt gehanteerd kan worden, dus voor een bouwblok, ensemble of een buurt met een vergelijkbare architectuur. Een plan dat een trendsetter volgt kan op eenvoudige wijze getoetst en vergund worden. Daarmee is niet gezegd dat kleine afwijkingen van trendsetters niet mogelijk zijn. Als een afwijkend plan voldoende ‘familie’ is van de trendsetter, zal dit met grote zekerheid positief beoordeeld worden. Niet ieder bouwwerk is automatisch een trendsetter. Een eerder op dezelfde woning of hetzelfde bouwblok goedgekeurd plan is dit in de regel wel. Welstandscriteria duurzame stad De criteria in dit hoofdstuk zijn al verwerkt in de rest van de nota en daarom is door een aantal indieners naar voren gebracht dat ze evengoed kunnen vervallen. Wij nemen dit voorstel niet over. In het betrokken hoofdstuk wordt verduidelijkt hoe duurzaamheidsingrepen in de bestaande bebouwing worden beoordeeld. Er is grote vraag naar een apart overzicht met betrekking tot duurzaamheidsingrepen.Ook in de digitale versie van de nota komt er een aparte ontsluiting.Opneming van dit hoofdstuk onderstreept bovendien de ambitie van Amsterdam om de CO2-uitstoot te reduceren en in het bijzonder de bestaande woningvoorraad te verduurzamen. Wel is de redactie gewijzigd om duidelijker te maken dat het hoofdstuk geen zelfstandige criteria of richtlijnen bevat. De zoekfunctie van de webapplicatie zullen wij zo inrichten, dat alleen degene die via de duurzaamheidingang zoekt de doorverwijzingen in beeld krijgt. Naar aanleiding van een suggestie in de stadsdeelraad van het stadsdeel Amsterdam Centrum is ook een criterium voor de toelating van "verticaal groen" opgenomen.
Welstandsbeleid zou alleen een achteruitgang in beeldkwaliteit mogen tegengegaan en zich niet mogen richten op verbetering van de kwaliteit Naar voren is gebracht dat het welstandsbeleid zich uitsluitend moet richten op het voorkomen van een aantasting van de bestaande kwaliteit. Die visie is niet juist. Op grond van de wetgeschiedenis van de welstandsbepaling kan bij de beoordeling van verbouwingen zowel worden verwezen naar vroeger in het bouwwerk aanwezige kwaliteiten (bijvoorbeeld door de eis van een restauratieve benadering bij het vervangen van kozijnen), als op de te verwachten ontwikkeling van de bouwkundige en architectonische kwaliteit in een buurt (de eis van een positieve bijdrage aan die kwaliteit). Het wetsontwerp (Ww 1962) sprak op enig moment over voorschriften "betreffende het voorkomen van naar uiterlijk aanzien aanstoot gevende bebouwing". De Tweede Kamer achtte deze formulering echter te negatief en gaf de voorkeur aan een positiever gestelde formulering. Dit leidde tot wijziging van het wetsvoorstel, waarin werd gesproken over
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 4 van 138
voorschriften "betreffende het uiterlijk, zowel op zich zelf als in verband met de omgeving (welstand)". Het moet daarbij wel gaan om redelijke eisen.
Stedenbouwkundige zones Voorgesteld wordt het begrip stedenbouwkundige zone te schrappen. In de ontwerpnota ontbreekt een toelichting op de functie van de stedenbouwkundige zones, waardoor de zin ervan bij de toetsing van bouwplannen bij niet duidelijk is. Zij kunnen echter niet gemist worden. Bij stedenbouwkundige zones gaat het om de ruimtelijke samenhang en de daarmee verband houdende kwaliteit van het stadsbeeld. Ze maken onderdeel uit van de gebiedsgerichte criteria van het ruimtelijk systeem en geven bij de beoordeling van verbouwingen, uitbreidingen en nieuwbouw een belangrijk houvast bij de beoordeling van de ingreep in relatie tot zijn omgeving. Zo mag van nieuwbouw in zone A (hoogste waardering) meer verwacht worden dan van nieuwbouw in een basiszone. De nota is op dat punt verbeterd. Afbakening ten opzichte van andere terreinen
Een aantal indieners ziet graag een specifiek belang in het welstandsbeleid verwerkt. Genoemd worden onder andere de kwaliteit van de openbare ruimte (waaronder de buitenreclame), de monumentenzorg, het beheer van particuliere tuinen, de toegankelijkheid van bouwwerken voor mindervaliden, de vogelbescherming en de lichtvervuiling. In de beantwoording is steeds aangegeven dat het welstandsbeleid zich uitsluitend mag richten op de aanvaardbaarheid van een bouwwerk uit oogpunten van welstand (het “welstaan” van een bouwwerk op zich zelf en in de context van de omgeving). De voorstellen hebben dan ook niet geleid tot wijziging van de teksten. In de beantwoording hebben we nog eens aandacht gegeven aan de mogelijkheid om in strijd met redelijke eisen van welstand toch een vergunning te verlenen. In het kader van deze bevoegdheid mag het bestuur het welstandsbelang afwegen tegen andere belangen (bijvoorbeeld de toegankelijkheid, de duurzaamheid van een gebouw, of het beleid om wonen boven winkels te realiseren). Afbakening ten opzichte van de planologie Een aantal indieners heeft zorg geuit over een onvoldoende afbakening ten opzichte van de ruimtelijke ordening (het bestemmingsplan). De welstandstoets moet worden onderscheiden van de planologie. De welstandsnota gaat uit van een respect voor rooilijnen en verkaveling, “opgevat in de betekenis van het feitelijke en op het terrein waarneembare verloop van de te handhaven bebouwing”, om de juridische literatuur te citeren. De nota gaat uit van het planologisch vastgelegde stedenbouwkundige kader en niet andersom. Zij geeft dus geen antwoord op de vraag of een stedenbouwkundige transformatie en een daarmee samenhangende wijziging van de rooilijnen en de verkaveling aanvaardbaar is, ook al is een gebied stedenbouwkundig en
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 5 van 138
architectonisch van hoge kwaliteit. Met deze beantwoording kan de zorg worden weggenomen. Het is niet nodig de teksten daarover in de nota te wijzigen. Het voorstel welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid te verlagen, zodat een vereenvoudiging van de welstandstoets wordt bereikt (voorstel Stadsdeel Amsterdam Zuid) De wens om het niveau te verlagen, kwam niet voort uit een afwijkende beoordeling van de waarde van het gebied die aan de welstandsnota ter grondslag ligt. Zij komt voort uit streven van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuid naar zo eenvoudig mogelijke criteria. Uit de nadere toelichting blijkt, dat het bestuur het oog heeft gehad op het onderscheid tussen een eenvoudige en een zorgvuldige beoordeling bij veel voorkomende bouwplannen. De door het bestuur beoogde eenvoudige beoordeling van veel voorkomende bouwplannen, kan worden bereikt door verlaging van het niveau van "bijzonder" naar "gewoon". Dit is mogelijk, zonder de stedelijke systematiek van de welstandsnota te doorbreken. De welstandsniveaus zijn een sturingselement van het stadsdeelbestuur: zij visualiseren de beoogde ontwikkelingsrichting en ambitie voor een bepaald gebied. Bij de indieners van de zienswijzen is ongerustheid ontstaan over het mogelijk afwaarderen tot het laagste niveau, een niveau dat geldt voor haven en industrie gebieden. Dat is niet de intentie van het bestuur geweest. De discussie in de raadscommissie van het stadsdeel Zuid, heeft geleid tot het afzien van het voornemen om uit oogpunt van deregulering het kwaliteitsniveau te verlagen. Met name speelt hierbij een rol dat een niveauverlaging ook doorwerkt bij grote nieuwbouwplannen en dat bij de beoordeling (bijvoorbeeld oprichten van nieuwbouw na sloop) geen beroep meer kan worden gedaan op het bijzondere karakter van het gebied.
Het verzoek om in de nota een meer genuanceerde beschrijving in het kader van de aanwijzing tot Werelderfgoed van de Amsterdamse binnenstad op te nemen, zonder al te stellige uitspraken op over de onwenselijkheid van historiserend bouwen en reconstructies. Er moet inderdaad duidelijker naar voren komen dat de welstandsnota reconstructies niet uitsluit. Hetzelfde geldt voor vormen van bouwen die gebruik maken van historische referenties.
Met de aanwijzing tot Werelderfgoed behoren ook de "Uitzonderlijke universele waarde" en de authenticiteit en integriteit tot de ‘context’ waarin
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 6 van 138
nieuwbouwplannen moeten worden ingepast. Herbouw mag nog steeds plaatsvinden, ook volgens Unesco. Als er zekerheid is te geven over een ooit aanwezige en dus historische toestand van een bouwwerk dan is herbouw goed mogelijk (bv een topgevel is eraf gewaaid en reconstructie is mogelijk omdat er foto's zijn en betrouwbare opmetingen). Bij deze minder grootschalige opgaven- in bestaande bouw – speelt het besef van de historische gelaagdheid van het pand of de gevel een cruciale rol bij beoordeling van de reconstructie. Waar authenticiteit en integriteit in het geding komen is bij herbouw/reconstructies van enige omvang (bv hele gevels of zelfs hele bouwwerken) Dan gaat het in feite om 'nieuwbouw'. Grootschalige reconstructies van architectuur zijn geen restauratieopgaven. Nieuwe functionele eisen geven afwijkingen van oorspronkelijke maatvoering. En bij dergelijke reconstructies kunnen in de materialisatie en techniek de traditionele oude bouwtechnieken en materialen niet worden toegepast. Bij reconstructies worden altijd compromissen gesloten ten koste van de geloofwaardigheid en echtheid. Behalve de onmogelijkheid in de materialisatie en 'het maken’ speelt ook de onzekerheid over de historische toestand een belangrijke rol. Die onzekerheid leidt tot tijdgebonden interpretaties met een a-historische toestand tot gevolg. Dan bestaat het gevaar van aantasting van de authenticiteit en integriteit van het Werelderfgoed. Bij de beoordeling of daarvan sprake is, speelt een rol dat bij iedere reconstructie compromissen gesloten moeten worden. Het gaat dus per definitie om een genuanceerd oordeel. De taak, de werkwijze en de samenstelling van de Commissie
De taak, de werkwijze en de samenstelling van de Commissie zijn op zich geen onderwerpen van de welstandsnota. Wel is het zo dat de nota een andere werkwijze van welstandstoetsing mogelijk maakt: de ambtelijke toetsing op de stadsdelen. In overleg met managers van de stadsdelen wordt deze nieuwe werkwijze momenteel uitgewerkt. De ingangsdatum is afhankelijk van besluitvorming van het Rijk over de zogenaamde ‘kanbepaling’. De afspraak is dat de hiermee samenhangende bezuiniging van 15% per 2014 ingaat (onder voorwaarde dat dit wettelijk mogelijk is). In de uitwerkingsnotitie over de nieuwe werkwijze zullen wij de in de zienswijzen naar voren gebrachte opmerkingen betrekken. Inhoudelijke wijzigingen Ten slotte bevatten de zienswijzen de nodige voorstellen tot inhoudelijke wijziging van criteria. Op een enkel punt is de nota daarop aangepast.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 7 van 138
Inhoud Samenvatting
2
1 Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuid 1.1 Excessenregeling in de regel niet van toepassing op allerlei details 1.1.1 Beantwoording 1.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 1.2 Stedenbouwkundige zone's kunnen vervallen 1.2.1 Beantwoording 1.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 1.3 Welstandscriteria duurzame stad’ kan vervallen 1.3.1 Beantwoording 1.3.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 1.4 Veel voorkomende kleine bouwplannen’, schrappen van een aantal criteria. 1.4.1 Beantwoording 1.4.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 1.5 Het begrip trendsetter schrappen: 1.5.1 Beantwoording 1.5.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 1.6 Verlagen van het welstandsniveau 1.6.1 Beantwoording 1.6.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
18 18 18 18 18 19 19 19 19 19 20 20 20 21 21 21 22 22 23
2 Martijn van der Schaaf 2.1 Algemeen: Gemiste kans tot versoepeling welstandseisen 2.1.1 Beantwoording 2.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 2.2 Architectuurorde, orde 2 van mijn pand op geen enkele manier te rechtvaardigen 2.2.1 Beantwoording 2.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
24 24 26 28 28 28 29
3 Werkgroep buitenreclame en individuele burgers, verbonden aan het Wijkcentrum d'Oude Stadt 30 3.1 Algemeen 30 3.2 Onvoldoende integratie beleid buitenreclame in de open ruimte en gevelreclame 30 3.2.1 Beantwoording 34 3.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 36 Voorgesteld wordt de regeling buiten stadsdeel Centrum aan te vullen met een excessenregeling. 36 3.3 Aanlichten van gebouwen 36 3.3.1 Beantwoording 37
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 8 van 138
3.3.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
37
4 Tamar Frankfurther 4.1.1 Beantwoording 4.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 4.2 Foto's verwisseld 4.2.1 Gevolgen voor de ontwerpnota
38 40 41 41 41
5 Het bestuur van de Vogelwerkgroep Amsterdam 5.1.1 Beantwoording 5.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
42 42 43
6 Centrale Dorpenraad Landelijk Noord 44 6.1 Gevelreclame op hoge gebouwen alleen indien niet zichtbaar is in het landelijk gebied 44 6.1.1 Beantwoording 44 6.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 44 6.2 Aanvulling maken waarbij wordt vanuit het landschap wordt gekeken/ landschapsarchitect in welstandscommissie 44 6.2.1 Beantwoording 45 6.2.2 . Gevolgen voor de ontwerpnota 45 7 Clientenbelang 7.1 Visie op toegankelijkheid opnemen in welstandsnota 7.1.1 Beantwoording 7.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
46 46 47 47
8 Gemeente Landsmeer 8.1 Nota aanpassen zodat de ring A10 als geheel als één systeem kan worden gezien. 8.1.1 Beantwoording 8.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
48 48 48 49
9 Ymere 50 9.1 Positief oordeel 50 9.2 Duidelijkheid over de status van bestaande bebouwing en welstandscriteria vooraf om willekeur bij planbeoordeling te voorkomen. 50 9.2.1 Beantwoording 50 9.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 50 9.3 Geen specifieke oplossingen voorschrijven of uitsluiten maar algemene prestatieeisen formuleren; te gedetailleerde voorschriften gaan niet uit van de professionaliteit van welstandscommissies en opdrachtgevers. 50 9.3.1 Beantwoording 50 9.3.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 51 9.4 Schrappen van criteria e.d. die geen betrekking hebben op welstand (zoals bijvoorbeeld de doelmatigheid van duurzaamheidsvoorzieningen). 51
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 9 van 138
9.4.1 Beantwoording 51 9.4.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 51 9.5 Een evenwichtige afweging tussen het belang van welstand, duurzaamheid en consumentgericht bouwen moet mogelijk zijn. Nu lijken duurzaamheid en consumentgericht bouwen ondergeschikt aan algemene welstandseisen. 51 9.5.1 Beantwoording 51 9.5.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 51 9.6 •Particulier opdrachtgeverschap is "soms welstandsvrij maar soms ook niet. 52 9.6.1 Beantwoording 52 9.6.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 52 9.7 Strikte regels in de nota bieden geen ruimte voor consumentgericht bouwen 52 9.7.1 Beantwoording 52 9.7.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 52 9.8 Discrepatie kaart en bijlage transformatiegebieden 52 9.8.1 Beantwoording 53 9.8.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 53 9.9 Stelling "van de ontwerper of aanvrager een grotere inspanning mag worden verwacht om de kwaliteit van het gebied te helpen opbouwen" is discutabel 53 9.9.1 Beantwoording 53 9.9.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 53 9.10 Hoe om te gaan met nieuwe transformatiegebieden? 53 9.10.1 Beantwoording 53 9.10.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 54 9.11 Onafhankelijkheid supervisor 54 9.11.1 Beantwoording 54 9.11.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 54 9.12 Zijn de algemene criteria ook van toepassing indien de specifieke criteria voldoen? 54 9.12.1 Beantwoording 54 9.12.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 55 9.13 Wat wordt bedoeld met een positieve bijdrage? 55 9.13.1 Beantwoording 55 9.13.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 55 9.14 "voldoende doelmatig" en/of "rendabel" is geen welstandscriterium 55 9.14.1 Beantwoording 55 9.14.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 55 9.15 Te gedetailleerde criteria duurzaamheid 55 9.15.1 Beantwoording 56 9.15.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 56 9.16 Kwaliteitstoets achteraf, in het kader van een bouwinitiatief strijdt met de rechtszekerheid. 56 9.16.1 Beantwoording 56 9.16.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 57 9.17 Bouwinitiatieven dienen bij te dragen aan herstel van de samenhang is discutabel 57 9.17.1 Beantwoording 57 9.17.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 57
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 10 van 138
9.18 Transformatie alleen mogelijk bij "een combinatie van geringe architectonische en stedenbouwkundige waarden" is discutabel 57 9.18.1 Beantwoording 58 9.18.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 58 9.19 Beleid Binnenstad in strijd met "De invulling met flora maakt geen onderdeel uit van de welstandstoets ..." 58 9.19.1 Beantwoording 58 9.19.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 58 9.20 Toepassing van zonnepanelen vooral bij smalle panden in het centrum vrijwel onmogelijk 58 9.20.1 Beantwoording 59 9.20.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 59 9.21 Hoogstens één afvoerkanaal aan, op of bij een pand te beperkend. 59 9.21.1 Beantwoording 59 9.21.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 59 9.22 Pandsgewijze ontsluiting behouden onduidelijk wonen boven winkels, om de leefbaarheid te bevorderen, kunnen hierdoor nauwelijks nog gerealiseerd worden 59 9.22.1 Beantwoording 60 9.22.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 60 9.23 Geen dakloggia's waarom principieel uitsluiten. 60 9.23.1 Beantwoording 60 9.23.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 61 9.24 Het strikt hanteren van duurzame materialen (geen plaatmateriaal) en kozijnen in hout (p. 109) schiet zijn doel voorbij. 61 9.24.1 Beantwoording 61 9.24.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 61 9.25 Wat zijn grote projecten? 61 9.25.1 Beantwoording 61 9.25.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 61 9.26 Wat is de status van een beoogd stadsgezicht? 61 9.26.1 Beantwoording 62 9.26.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 62 9.27 AUP en Post-AUP Bij grootschalige veranderingen is het respecteren van de stedenbouwkundige structuur van het ruimtelijk systeem uitgangspunt Noorderhof is niet meer mogelijk? 62 9.27.1 Beantwoording 62 9.27.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 62 9.28 De criteria onder het kopje Materiaal en kleur zijn te gedetailleerd. 62 9.28.1 Beantwoording 63 9.28.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 63 9.29 Uit een oogpunt van rechtszekerheid zou een klein bouwplan dat volgens de betreffende ambtenaar niet is gebaseerd op de concrete criteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen, en dus een negatief advies krijgt, altijd voorgelegd moeten worden aan de commissie. 63 9.29.1 Beantwoording 64
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 11 van 138
9.29.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
64
10 Buurt Zeven 10.1 Reclame 10.1.1 Beantwoording 10.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 10.2 Zonneschermen 10.2.1 Beantwoording 10.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
65 65 65 65 65 65 66
11 Amsterdamse Federatie van woningcorporaties 67 11.1 Een stap in de goede richting 67 11.2 Afhankelijk van de interpretatie van de welstandscommissie 67 11.2.1 Beantwoording 67 11.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota. 68 11.3 Dwingende voorschriften voor specifiek materiaalgebruik 68 11.3.1 Beantwoording 68 11.3.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 68 11.4 Criteria duurzaamheid. Doelmatigheid of de vraag of een toepassing rendabel is kan geen overweging zijn bij Welstand. Het detailniveau van de negen richtlijnen is ook te hoog. 68 11.4.1 Beantwoording 68 11.4.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 69 11.5 Wens 69 12 Satellite Sportscafé B.V. / 70 12.1 Gevelreclame 70 12.1.1 Beantwoording 74 12.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 75 12.2 Uitnodiging om gezamenlijk tot een visie te komen op reclamemogelijkheden op het Leidseplein. 75 12.2.1 Beantwoording 75 12.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 76 13 Belangenvereniging Horeca Leidsepleinbuurt 13.1 In de ter inzage gelegde Welstandsnota wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van het Beelkwaliteitsplan (BKP) leidsestraatjes 13.1.1 Beantwoording 13.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
77 77 79 79
14 Vereniging Wonen Willemspark 80 14.1 In de nieuwe welstandsnota wordt de bescherming van de achterkant ten onrechte zonder meer ondergeschikt aan de bescherming van de voorkant 80 14.1.1 Beantwoording 81 14.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 81
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 12 van 138
14.2 Waarom laat de aanwijziging tot beschermd stadsgezicht zo lang op zich wachten? 81 14.2.1 Beantwoording 81 14.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 82 15 Projectgroep Westpoort, 15.1 Reclame op daken in Westpoort 15.1.1 Beantwoording 15.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 15.2 De reclame-uiting loskoppelen met de functie in het gebouw 15.2.1 Beantwoording 15.2.2 Gevolgen voor de nota
83 83 83 83 83 84 84
16 Sjirk de Romph Voorzitter Het Leidsepleintje 85 16.1 De welstandsregels houden onvoldoende rekening met het historisch karakter van het Leidseplein, met name in de avonduren (horeca-karakter enerzijds, monumententale karakter van de Binnenstad anderzijds). Wil meewerken aan beeldkwaliteitsplan voor het Leidseplein. 85 16.1.1 Beantwoording 86 16.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 86 17 Ir Anke Zeinstra, architect 87 17.1 Ernstig bezwaar tegen verlagen van het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid van zorgvuldig naar eenvoudig 87 17.1.1 Beantwoording 88 17.1.2 Gevolgen voor de nota 88 17.2 De waarderingskaarten bij concept welstandsnota zijn niet juist tot stand gekomen (Er lijkt hier in het zuiden van Buitenveldert een zekere waarderingsmoeheid te zijn opgetreden... maar misschien moeten we eens samen rondwandelen....) 88 17.2.1 Beantwoording 88 17.2.2 Gevolgen voor de nota 89 18 ir. B. Wellerdieck, beeldend kunstenaar, architect 18.1 Bezwaar tegen: het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig. 18.1.1 Beantwoording 18.1.2 Gevolgen voor de nota
90 90 92 92
19 ir Hugo Caron, architect, ir Marloes van Haaren, architect, ir Ben Wellerdieck, architect, Ir Anke Zeinstra, architect 93 19.1 Bezwaar tegen de door het stadsdeel Zuid voorgestelde aanpassingen op de concept welstandsnota, met name die het welstandsniveau van Buitenveldert terug brengt van’zorgvuldig’ naar ‘eenvoudig’ , het laagste niveau, een niveau dat geldt voor haven en industrie gebieden! 93 19.1.1 Beantwoording 94
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 13 van 138
19.1.2 Gevolgen voor de nota 20 ir. B. Wellerdieck, beeldend kunstenaar 20.1 Bezwaarschrift waarderingskaart: Is er wel goed gekeken? 20.2 Buitenveldert lijkt me ook veel meer stedenbouwkundig interessant dan architectonisch. 20.2.1 Beantwoording Zie 17.2.1. wat betreft Marquette 30-44 De opmerkingen over de ruimtelijke ordening van Buitenveldert hebben inderdaad geen relevantie voor de welstandsnota. 20.2.2 Gevolgen voor de nota
94 95 95 96 97 97 97 97
21 Stichting Monumenten Amsterdam-Noord 99 21.1 Hoofdopzet overtuigend 99 21.2 Na een jaar evaluatie 99 21.2.1 Beantwoording 99 21.2.2 Gevolgen voor de nota 99 21.3 Probleem door rijksbemoeienis met vrijstelingen 99 21.3.1 Beantwoording 99 21.3.2 Gevolgen voor de nota 99 21.4 De omgeving van het bouwwerk meenemen bij de beoordeling (de tuin, paden en de berging etc.) 100 21.4.1 Beantwoording 100 21.4.2 Gevolgen voor de nota 100 21.5 Niet alleen het uiterlijk van bouwwerken, de houten draagstructuur of plattegrond is ook belangrijk 100 21.5.1 Beantwoording 100 21.5.2 Gevolgen voor de nota 101 22 Heemschut, afdeling Amsterdam Ing. L.J. Eelman, voorzitter en de stichting Monumenten Amsterdam-Noord, Ir C.A. Alberts, voorzitter 22.1 Kritiek op de beoordeling en het hanteren van de welstandsnota door de welstandscommissie 22.1.1 Beantwoording 22.1.2 Gevolgen voor de nota
102 102 103 103
23 De Commissie Ruimtelijke Ordening van het wijkontmoetingscentrum Buitenveldert, Mw.M. Disselhoff, voorzitter 104 23.1 Bezwaar: Stadsdeel Zuid wil afwijken van de centrale Welstandsnota. Wij verwijzen met name naar punt F. van de zienswijze van het Stadsdeel ten aanzien van de Welstandsnota waarin het DB van het Stadsdeel voorstelt het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid te verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig (pag. 24). Dit is in tegenspraak met het advies van het Bureau Monumenten en Archeologie en de opgestelde kaarten. 104 23.1.1 Beantwoording 105
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 14 van 138
23.1.2 Gevolgen voor de nota
105
24 Stichting monumenten Amsterdam - Noord 106 24.1 We missen een adviescommssie voor de openbare ruimte in gebieden met een hoge waardering. 106 24.1.1 Beantwoording 107 24.1.2 Gevolgen voor de nota 107 25 A.H.Vonk 108 25.1 De nota is in grote lijnen opgesteld volgens een standaardmatrix: maatwerk kan daardoor niet worden geleverd, ook al omdat een goede onderliggende inventarisatie ontbreekt. Het lijkt een mathematische beoordeling. 108 25.1.1 Beantwoording 108 25.1.2 Gevolgen voor de nota 109 25.2 Het valt op, dat in algemene zin wel wordt verwezen naar de vigerende welstandsnota's van de stad en haar stadsdelen. 109 25.2.1 Beantwoording 109 25.2.2 Gevolgen voor de nota 109 25.3 Inzake de welstandstoets Ik vraag mij af, of een welstandscoördinator als ambtenaar alleen wel de juiste persoon is om inhoudelijk e.e.a. te kunnen beoordelen. 109 25.3.1 Beantwoording 110 25.3.2 Gevolgen voor de nota 110 25.4 Welstandsnota's van de stadsdelen KUNNEN worden omzeild 110 25.4.1 Beantwoording 110 25.4.2 Gevolgen voor de nota 111 25.5 De gewijzigde erfgoedverordening: gemeentelijke monumenten het lijkt het mij juister, dat meer volledig wordt aangegeven de status ervan in deze welstandsnota. 111 25.5.1 Beantwoording 111 25.5.2 Gevolgen voor de nota 111 26 Marina Roosebeek 112 26.1 Verheugd over het vaststellen een (1) nota voor de hele stad en vaststellen kaarten AUP 112 26.2 Pas een echte vereenvoudiging toe voor een aantal gebieden/ ruimtelijke systemen 112 26.3 29 criteria noordelijke linten geven nauwelijks informatie gevende context (het landschap of de kwaliteit van de landelijke omgeving) waarin een bouwwerk moet passen. 112 26.3.1 Beantwoording 112 26.3.2 Gevolgen voor de nota 113 26.3.1 Negentiende eeuwse Ring. Drie gebiedstypen: ingetogen blokbebouwing, gedecoreerde blokbebouwing villa’s en herenhuizen sluiten elkaar niet uit: Waardering van de orden is niet in de criteria verwerkt.Gordel 20-40, onderverdeling in oost en west en een aparte categorie voor zuid komt niet terug in ordekaarten. 113 26.3.2 Beantwoording 113
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 15 van 138
26.3.3 Gevolgen voor de nota 26.4 AUP onderverdeeld in elkaar niet uitsluitende gebiedstypen 26.4.1 Beantwoording 26.4.2 Gevolgen voor de nota
113 113 114 114
27 De Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, Minne Dijkstraen Dingeman Coumou 115 27.1 Welstandstoezicht in de praktijk.De afgelopen jaren zijn weer diverse bouwwerken in de binnenstad verrezen die afbreuk doen aan die kwaliteiten. Regelmatig hebben wij met verbazing geconstateerd dat de Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM) bouwplannen een positief advies geeft die in strijd zijn met de door u vastgestelde welstandscriteria of slechts met moeite daarmee in overeenstemming zijn te brengen. 115 27.1.1 Beantwoording 117 27.1.2 Gevolgen voor de nota 118 27.2 Er is een opvallende verschuiving naar een verbod op ‘pseudo-historische’ reconstructies. Reconstructies zijn echter wenselijk wanneer ‘eigentijdse’ nieuwbouw een storende onderbreking zou vormen in een aaneengesloten reeks van historische gebouwen die duidelijk een aaneengesloten eenheid vormen. 118 27.2.1 Beantwoording 121 27.2.2 Gevolgen voor de nota 121 27.3 Ontbreken van welstandseisen in de openbare ruimte 122 27.3.1 Beantwoording 122 27.3.2 Gevolgen voor de nota 122 27.4 Gevelreclame op de grachten: Niet toelaten: Mede gelet op de aanbeveling die de Unesco bij de aanwijzing in 2010 deed, om de reclameregels voor de grachten aan te scherpen. 122 27.4.1 Beantwoording 123 27.4.2 Gevolgen voor de nota 123 27.5 Stadsvernieuwingsarchitectuur: indien geen sprake is van een in architectuurhistorisch opzicht waardevolle invulling, niet de aanwezige kwaliteiten van de stadsvernieuwingsbouw, maar juist de waardevolle architectonische karakteristieken in de directe omgeving leidend dienen te zijn, zodat het stadsbeeld hersteld kan worden. 123 27.5.1 Beantwoording 124 27.5.2 Gevolgen voor de nota 124 27.6 Historische winkelpuien: . Indien sprake is van een nieuwbouw-winkelpui zou meer moeten worden getracht deze een meer traditioneel Amsterdams karakter te geven 124 27.6.1 Beantwoording 125 27.6.2 Gevolgen voor de nota 125 27.7 Openbaarheid van vergaderingen: op die wijze zou de toegang tot de Comissie van de VVAB als belanghebbende kunnen worden hersteld 125 27.7.1 Beantwoording 126 27.7.2 Gevolgen voor de nota 126 27.8 Op een enkele plaats wordt gesproken over ‘stadhuis’, terwijl ‘stadshuis’ wordt bedoeld (p. 109). 126 27.8.1 Beantwoording 126
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 16 van 138
27.8.2 Gevolgen voor de nota 27.9 De foto’s 0201 (Schellingwoude) op p. 116 en 0214 (Sloterweg) op p. 118 zijn identiek. 27.9.1 Beantwoording 27.9.2 Gevolgen voor de nota
126 126 126 126
28 Erfgoedvereniging Heemschut, Commissie Amsterdam Dhr. N.W.A. Vervat Vereniging Promotie Westelijke Tuinsteden (ProWest) Erik Swierstra, Tineke Rombout 127 28.1 Zeer te spreken over de nota 127 28.2 Meer aandacht is nodig voor winkelpuien in met name binnenstad 127 28.2.1 Beantwoording 128 28.2.2 Gevolgen voor de nota 128 28.3 Gevelreiniging toevoegen dat reeds bestaande pleisterlagen of verflagen (olielagen) gerespecteerd moeten worden. 128 28.3.1 Beantwoording 129 28.3.2 Gevolgen voor de nota 129 28.4 AUP-gebieden: Open verkaveling behouden. We moeten van sloop naar renovatie. Wij verzoeken u dit helder te omschrijven in de nieuwe welstandsnota. 129 28.4.1 Beantwoording 129 28.4.2 Gevolgen voor de nota 129 29 Dorpsraad Sloten Oud-Osdorp , Sjoerd Jaasma, voorzitter Dorpsraad 129 29.1 De Cultuurhistorische verkenning zou deel moeten uitmaken van de welstandsnota 129 29.1.1 Beantwoording 129 29.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota 129 Bijlage Nota met wijzigingen (t.o.v. versie 8 jan. 2013
129
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 17 van 138
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 18 van 138
1 Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuid
1.1 Excessenregeling in de regel niet van toepassing op allerlei details Excessenregeling: pag. 30. Het betreft het laatstgenoemde exces: specifieke aanvulling voor de ruimtelijke systemen: Voor Zuid kan komen te vervallen vanaf ‘Dit is onder meer van toepassing... Voorgesteld wordt in de zin daarvoor na architectuureenheid toe te voegen ’in ernstige mate‘ Reden: de te schrappen tekst bevat allerlei bouwkundige details waarvan een wijziging volgens het dagelijke bestuur van Stadsdeel Zuid in de regel niet tot een exces kan leiden. 1.1.1 Beantwoording
Dit bezwaar treft doel. Veranderingen van bouwkundige details leiden niet per definitie tot ernstige strijd met redelijke eisen van welstand. Het gaat er om hoe het totaalbeeld na de verandering er uitziet. De toevoeging van “ernstige strijd” kan het beperkte toepassingsbereik van dit criterium verduidelijken. Repressief toezicht brengt met zich mee dat hierop uitsluitend in uitzonderlijke omstandigheden mag worden aangeschreven. 1.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Redactie wijzigen, met toevoeging van "in ernstige mate": specifieke aanvulling voor de ruimtelijke systemen Binnenstad, 19de-eeuwse Ring, Gordel ‘20-‘40 en Tuindorpen: Er is sprake van ernstige mate van strijd als: (...) specifieke en/of waardevolle kenmerken van de (oorspronkelijke) gevel of kozijnen zodanig zijn aangetast, genegeerd of onzichtbaar gemaakt, dat de samenhang van de architectuureenheid in ernstige mate verloren is gegaan.
1.2 Stedenbouwkundige zone's kunnen vervallen Geen stedenbouwkundige zones in stadsdeel Zuid in de 19eeeuwse ring en gordel ’20 – ’40. Dit betreffen de pagina’s 44 en 46 van de nota. Reden: De stedenbouwkundige zones spelen noch in de gebiedsomschrijvingen noch in Hoofdstuk 6 ‘Veel voorkomende kleine
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 19 van 138
bouwplannen‘ een rol bij de welstandscriteria. Deze zones zijn daarom niet echt nodig. 1.2.1 Beantwoording Ook dit bezwaar treft doel. Helaas ontbreekt in de ontwerpnota een toelichting op de functie van de stedenbouwkundige zones, waardoor de zin ervan bij de toetsing van bouwplannen niet duidelijk is. Zij kunnen echter niet gemist worden. Bij stedenbouwkundige zones gaat het om de ruimtelijke samenhang en de daarmee verband houdende kwaliteit van het stadsbeeld. Ze maken onderdeel uit van de gebiedsgerichte criteria van het ruimtelijk systeem en geven bij de beoordeling van verbouwingen, uitbreidingen en nieuwbouw een belangrijk houvast bij de beoordeling van de ingreep in relatie tot zijn omgeving. Zo mag van nieuwbouw in zone A (hoogste waardering) meer verwacht worden dan van nieuwbouw in een basiszone. 1.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Een toelichting op de werking van de stedenbouwkundige zone's opnemen.
1.3 Welstandscriteria duurzame stad’ kan vervallen Schrappen van Hoofdstuk 4: ‘Welstandscriteria duurzame stad’. Pagina’s 31-36. Reden: De criteria in dit hoofdstuk zijn al verwerkt in de rest van de nota met name in Hoofdstuk 6 en daarom is dit hoofdstuk overbodig. 1.3.1 Beantwoording In dit hoofdstuk wordt verduidelijkt hoe duurzaamheidsingrepen in de bestaande bebouwing worden beoordeeld. Het is op materiële gronden inderdaad mogelijk dit hoofdstuk te schrappen, omdat de criteria in de andere hoofdstukken zijn verwerkt. Toch nemen wij het voorstel niet over. Er is grote vraag naar een apart overzicht met betrekking tot duurzaamheidsingrepen.Ook in de digitale versie van de nota komt er een aparte ontsluiting.Opneming van dit hoofdstuk onderstreept bovendien de ambitie van Amsterdam om de CO2-uitstoot te reduceren en in het bijzonder de bestaande woningvoorraad te verduurzamen. 1.3.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Termologie wijzigen. "Richtlijn" vervangen door "Doorverwijzing " of "Verwijzing" om aan te geven dat het hoofdstuk geen zelfstandige criteria of richtlijnen bevat. De zoekfunctie van de webapllicatie zodanig inrichten, dat allleen degene die via de doorzaamheidsingang zoekt de doorverwijzingen in beeld krijgt. Toevoegen: Dit hoofdstuk bevat geen letterlijke criteria voor duurzaamheid. Het bevat wel verwijzingen die
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 20 van 138
uitsluitend bedoeld zijn als verduidelijking van en toelichting op de welstandscrite¬ria in de volgende hoofdstukken, toegespitst op duurzaamheids ingrepen.Er zijn negen verwijzingen met toelichting naar de criteria in de volgende hoofdstukken. Zij vormen een leeswijzer hoe duurzaamheidsingrepen in de bestaande bouw worden beoordeeld:
1.4 Veel voorkomende kleine bouwplannen’, schrappen van een aantal criteria. Schrappen van een aantal criteria in hoofdstuk 6 ‘Veel voorkomende kleine bouwplannen’. Zie hiervoor de aparte bijlage met de gescande pagina’s. Reden: Nadere beschouwing van de criteria in dit hoofdstuk heeft bij het dagelijks bestuur van Zuid tot de conclusie geleid dat niet alle criteria van wezenlijk belang zijn voor dit niveau van toetsing aan welstand. 1.4.1 Beantwoording
De nota kent zo nauwkeurig mogelijke criteria voor de meest voorkomende bouwwerken. Van deze criteria mag volgens de toelichting worden afgeweken bij bouwplannen die een uit oogpunt van welstand gelijkwaardige of betere oplossing bieden. Op deze wijze voorkomt de nota dat starre formuleringen, die alleen voor bepaalde gevallen optimaal zijn, kwalitatief hoogwaardige oplossingen in de weg staan. Voor het bepalen of het afwijkende bouwwerk aan redelijke eisen van welstand voldoet, is het gewogen oordeel van een deskundige (in beginsel de welstandscommissie) nodig. De bezwaren zijn in die zin gegrond, aangezien de criteria (onbedoeld) als dwingende afwijzingsgrond kunnen worden gelezen, terwijl ze slechts bedoeld zijn als criterium voor het doorlaten van bouwplannen (goedkeuringscriteria), zonder dat een gewogen oordeel nodig is. Ook de inhoud van de criteria zelf is in een enkel geval voor dit doel te beperkend. Het bestuur kan bepalen in welke gevallen het een advies wil inwinnen omtrent redelijke eisen van welstand bij de welstandscommissie. In dit hoofdstuk is in feite beschreven voor welke bouwplannen het inwinnen van advies niet nodig is. 1.4.2 Gevolgen voor de ontwerpnota a. Wijzigen titel en inleiding van de nota: Standaardtoets veel voorkomende kleine bouwplannen.
Het doel van de criteria in dit hoofdstuk is om veel voorkomende kleine bouwplannen eenvoudig te kunnen toetsen en indieners van deze plannen zekerheid te geven over een positief resultaat van deze toets. Voor vele kleine ingrepen aan de bestaande bebouwing worden
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 21 van 138
standaardoplossingen genoemd. Plannen die deze standaardoplossingen volgen, kunnen op eenvoudige wijze getoetst en vergund worden. Daarmee is niet gezegd dat andere, specifiekere oplossingen niet aan redelijke eisen van welstand kunnen voldoen. In dergelijke gevallen wordt niet getoetst aan de absolute criteria in dit hoofdstuk, maar aan de relatieve criteria van het ruimtelijk systeem in hoofdstuk 8 en de context van het plan. b. Wijzigen van een aantal criteria. 1.5 Het begrip trendsetter schrappen: pagina’s 27-29; 51, 54, 56, 66, 68, 70, 74, 76, 82. Reden: Het Dagelijks bestuur wil niet dat een willekeurige eigenaar gedwongen wordt een kleine verbouwing net zo uit te voeren als iemand die dat daarvoor op een bepaalde manier heeft gedaan. Het enige wat van belang is dat het conform de welstandsnota wordt uitgevoerd. 1.5.1 Beantwoording
Wij onderschrijven dat het begrip trendsetter niet mag leiden tot het voorschrijven van een exacte kopie van een ander bouwwerk. Niet het gehele bouwwerk is trendsettend, maar elementen daaruit. Bijvoorbeeld een doorlopende daklijst of materiaalgebruik bij een bepaalde dakopbouw. Trendsetters komen in de praktijk tot stand en bewijzen daarmee hun toepasbaarheid. De trendsetter is onderdeel van het beoordelingssysteem voor veel voorkomende bouwwerken. Is een trendsetter eenmaal door de welstandscommissie aangewezen, dan is een gewogen toets niet meer nodig. Dan geldt deze als goedkeuringscriterium (en niet als dwingend afwijzingscriterium, zoals bij de beantwoording onder punt 1.4 is toegelicht). Redactie aanpassen, maar het voorstel tot het schrappen niet overnemen. 1.5.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
De werking van het begrip "trendsetter" wordt in de nota verduidelijkt:Een trendsetter is een plan, dat in vergelijkbare situaties als uitgangspunt gehanteerd kan worden, dus voor een bouwblok, ensemble of een buurt met een vergelijkbare architectuur. Een plan dat een trendsetter volgt kan op eenvoudige wijze getoetst en vergund worden. Daarmee is niet gezegd dat kleine afwijkingen van trendsetters niet mogelijk zijn. Als een afwijkend
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 22 van 138
plan voldoende ‘familie’ is van de trendsetter, zal dit met grote zekerheid positief beoordeeld worden. Niet ieder bouwwerk is automatisch een trendsetter. Een eerder op dezelfde woning of hetzelfde bouwblok goedgekeurd plan is dit in de regel wel. 1.6 Verlagen van het welstandsniveau Het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig (pag. 24). ‘Dat houdt in dat de kaart op pag. 24 moet worden aangepast. Dat geldt dan voor Buitenveldert en de Veluwebuurt. Deze welstandsniveaus zijn een sturingselement: zij visualiseren de beoogde ontwikkelingsrichting en ambitie voor een bepaald gebied. Voor Buitenveldert en de Veluwebuurt geldt dat veel van de gebouwen in Buitenveldert en de Veluwebuurt als erfgoed opgenomen in de waarderingskaarten voor het AUP c.q. aangewezen als (potentieel) monument. Een eenvoudig welstandsniveau heeft zo geen effect, maar zou ook niet in overeenstemming zijn met de kwaliteit van het gebied’ Reden: Ook kan worden geredeneerd dat in deze buurten nog een aantal panden als gemeentelijk monument zullen worden aangewezen en dat daarmee op termijn al de belangrijkste architectonische kwaliteiten in deze buurten worden gewaarborgd en het welstandsniveau als geheel wel kan worden verlaagd naar eenvoudig. 1.6.1 Beantwoording De wens om het niveau te verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig, kwam niet voort uit een afwijkende beoordeling van de waarde van het gebied die aan de welstandsnota ter grondslag ligt. Zij komt voort uit streven van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuid naar zo eenvoudig mogelijke criteria. Uit de nadere toelichting blijkt, dat het bestuur het oog heeft gehad op het onderscheid tussen een eenvoudige en een zorgvuldige beoordeling bij veel voorkomende bouwplannen. De door het bestuur beoogde eenvoudige beoordeling van veel voorkomende bouwplannen, kan worden bereikt door verlaging van het niveau van "bijzonder" naar "gewoon" (in plaats van "eenvoudig"). Dit is mogelijk, zonder de stedelijke systematiek van de welstandsnota te doorbreken. De welstandsniveaus zijn een sturingselement van het stadsdeelbestuur: zij visualiseren de beoogde ontwikkelingsrichting en ambitie voor een bepaald gebied. Bij de indieners van de zienswijze was ongerustheid ontstaan over het mogelijk afwaarderen tot het laagste niveau, een niveau dat geldt voor haven en industrie gebieden. Dat is niet de intentie van het bestuur geweest.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 23 van 138
De discussie in de raadscommissie van het stadsdeel Zuid, heeft geleid tot het afzien van het voornemen om uit oogpunt van deregulering het kwaliteitsniveau te verlagen. Met name speelt hierbij een rol dat een niveauverlaging ook doorwerkt bij grote nieuwbouwplannen en dat bij de beoordeling (bijvoorbeeld oprichten van nieuwbouw na sloop) geen beroep meer kan worden gedaan op het bijzondere karakter van het gebied. 1.6.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Welstandsniveau van Buitenveldert en de Veluwebuurtblijft ongewijzigd..
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 24 van 138
2 Martijn van der Schaaf
2.1 Algemeen: Gemiste kans tot versoepeling welstandseisen Met goede hoop keek ik uit naar de nieuwe Welstandsnota Amsterdam, aangezien aangekondigd werd dat daarin meer ruimte zou komen voor individuele vrijheden bij kleine wijzigingen aan woningen. Helaas moet ik constateren dat het strikte welstandsbeleid in de ontwerp-Welstandsnota nauwelijks wordt versoepeld. In het algemeen ben ik van mening dat de welstandsnota nog steeds teveel prioriteit geeft aan behoud van details, ten koste van het creëren van mogelijkheden tot aanpassingen van woningen. De woningen in Amsterdam zijn over het algemeen klein, en mensen die hun kinderen graag zouden zien opgroeien in de stad zijn daarom -vanwege ruimtegebrek- vaak gedwongen te verhuizen naar buiten de stad, of in elk geval naar buiten de ring. Een gevolg hiervan is dat de bevolkingsamenstelling van (bepaalde delen van) de stad zeer eenzijdig is, en ook zal, blijven. Al met al een gemiste kans om daar wat aan te doen, en aan te sluiten bij bijvoorbeeld het beleid in Den Haag, waar wel oog is voor dergelijke overwegingen. Ik verzoek u daarom in de Welstandsnota alsnog om een (verdere) versoepeling aan te brengen in het welstandsbeleid, opdat meer mogelijkheden worden gecreëerd om wijzigingen aan te brengen aan woningen, en vloeroppervlak uit te breiden of in elk geval beter te kunnen gebruiken. Ik denk dan met name aan het in het algemeen toestaan van dakuitbouwen en -opbouwen aan de achterkant van een pand. Dergelijke wijzigingen aan de achterkant hebben nauwelijks consequenties voor de "schoonheid" van Amsterdam, en liggen bovendien in de lijn met de achterkant-benadering in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Een tweede punt betreft het beleid bij wijzigingen, en zelfs bij onderhoud, terug te grijpen op de originele staat van een pand. Zoals de titel van ontwerpnota aangeeft is het doel van het welstandsbeleid de schoonheid van Amsterdam te behouden. Echter komt de realisatie van dit doel in de praktijk naar mijn mening te vaak neer op het laten herstellen van fouten van de gemeente uit het verleden-voor rekening van de burger. Zo zijn eind vorige eeuw, als gevolg van een blunder van de gemeente Amsterdam, door eigenaren op grote schaal vergunningsvrij wijzigingen aangebracht aan panden, waarmee vaak het historische karakter deels
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 25 van 138
verloren ging. Nu aan de technische levensduur van de destijds geplaatste onderdelen een einde is gekomen, zien de eigenaren zich gesteld voor de verplichting om bij onderhoud -voor eigen rekening!- de zaak terug te brengen naar de originele staat. Duidelijk moge zijn dat deze eis hoge(re) kosten met zich meebrengt. Dit is mijns inziens zeer onterecht, en ik verzoek u dan ook de eisen met betrekking het terugbrengen naar de originele staat in de Welstandsnota te nuanceren, opdat de kosten van herstel van fouten van de gemeente niet op de burger worden afgewenteld. Voorts kent de ontwerpnota nog steeds veel "interpretabele" criteria, waarmee een doorsnee burger niet uit de voeten kan, en -ook voor eenvoudige aanpassingen- in de praktijk vaak gedwongen is ter advisering een architect in te huren. Dit is naar mijn mening een zeer onwenselijke situatie. Mijn ervaring is bovendien dat welstandbeoordelaars stukken die niet door een architect zijn opgesteld niet in behandeling nemen, terwijl voor een dergelijke weigering een wettelijke basis ontbreekt. Het moge duidelijk zijn dat dat eenvoudigweg onacceptabel is. Tenslotte is het goed te memoreren dat er niet of nauwelijks rechtsbescherming openstaat voor een burger die met welstandsbeoordelaars te maken krijgt. Aan al deze bezwaren kan tegemoet worden gekomen door enkel heldere criteria op te stellen, opdat details van bouwplannen niet meer ter discussie hoeven te worden gesteld in het kader van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Ik verzoek u de Welstandsnota hierop aan te passen. Verder is het zo dat de het beleid in de ontwerp-Welstandsnota in de praktijk op bepaalde punten nog steeds zorgt voor zeer ongelukkige en bovendien inconsistente situaties. De ontwerpnota kent helaas nog steeds een algemeen verbod op dakuitbouwen voor panden in orde 1 en 2. Uiteraard is er wat voor te zeggen om deze panden zoveel als mogelijk te beschermen, echter een dergelijk algemeen verbod leidt in de praktijk wei tot een ongelukkige beleids-inconsistentie: Enerzijds wordt namelijk de bouw van een (hekwerk t.b.v. een) dakterras op een uitbouw aan de achterkant toegestaan (hiervoor heb ik al in 2010 een vergunning gekregen). Anderzijds blijft het -vanwege een algemeen verbod op dakuitbouwen voor orde 1 en 2 panden- onmogelijk een fatsoenlijke toegang (een kozijn met daarin een deur, waar je zonder te bukken door kunt) tot dit dakterras te creëren. Dit is mijns inziens een zeer inconsistent beleid. Het creëren van een dergelijke toegang op een bescheiden en bij het pand passende wijze is uitstekend mogelijk, indien bijvoorbeeld materiaalgebruik, kleur en vorm op de rest van het pand worden afgestemd, en niet meer ruimte wordt ingenomen dan voor een toegang redelijkerwijs noodzakelijk is. Bovendien komt de realisatie van een toegang tot het dakterras in de praktijk slechts neer op een zeer beperkte verhoging van de -bij vrijwel alle panden in de 19e eeuwse ring reeds
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 26 van 138
bestaande- dakuitbouw. Een dergelijke aanpassing van het welstandsbeleid ligt volledig in lijn met de "achterkant-benadering" in de Wabo. Ik verzoek u daarom de Welstandsnota zodanig aan te passen dat een dergelijke toegang mogelijk wordt, en daarmee de hierboven beschreven inconsistentie wordt weggenomen. 2.1.1 Beantwoording
Het algemeen toestaan van dakuitbouwen en -opbouwen aan de achterkant van een pand. De rechtszekerheid is vanzelfsprekend het best gediend bij heel ruime criteria, zodat praktisch alle in aanmerking komende ontwerpen er door worden gedekt. Maar ruime criteria zijn zinloos als er ontwerpen onder vallen, die uit oogpunt van welstand als onvoldoende moeten worden beschouwd. Dat is de reden dat wij niet het voorstel overnemen, om bepaalde dakopbouwen per definitie goed te keuren.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 27 van 138
Algemeen verbod op dakopbouwen. Het bezwaar is gegrond, voor zover de criteria als dwingende afwijzingsgrond kunnen worden gelezen. Zie verder de beantwoording onder punt 1.4. Interpretabele criteria Het is niet mogelijk in elke denkbare omstandigheid te voorzien en voor elk geval een passend en sluitend welstandscriterium te geven. Het streven naar volledigheid heeft in het verleden geleid tot omvangrijke en moeilijk te hanteren nota’s. Daarnaast leidt uitgebreidheid tot een bron voor eindeloze meningsverschillen over de juiste uitleg. Ook daar is de rechtszekerheid niet mee gediend. Willekeur bij de interpretatie van welstandscriteria wordt in beginsel voorkomen door inschakeling van de onafhankelijke Welstandscommissie. Hoe meer interpretatieruimte, hoe eerder de Commissie gevraagd zal worden te oordelen. In geval van bezwaar en beroep wordt de Commissie altijd ingeschakeld. Uit het voorgaande blijkt dat voor het oordeel of een bouwwerk voldoet aan redelijke eisen van welstand, deskundigheid nodig is. Het is echter niet zo dat de gemeente plannen die niet door een deskundige zijn opgesteld buiten behandeling laat. Het enige dat telt is de vraag of het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Het beleid om bij wijzigingen, en zelfs bij onderhoud, terug te grijpen op de originele staat van een pand. Op grond van de wetgeschiedenis van de welstandsbepaling kan bij de beoordeling van verbouwingen zowel worden verwezen naar vroeger in het bouwwerk aanwezige kwaliteiten (bijvoorbeeld door de eis van een restauratieve benadering bij het vervangen van kozijnen), als op de te verwachten ontwikkeling van de bouwkundige en architectonische kwaliteit in een buurt (de eis van een positieve bijdrage aan die kwaliteit). Het wetsontwerp (Ww 1962) sprak op enig moment over voorschriften "betreffende het voorkomen van naar uiterlijk aanzien aanstoot gevende bebouwing". De Tweede Kamer achtte deze formulering echter te negatief en gaf de voorkeur aan een positiever gestelde formulering. Dit leidde tot wijziging van het wetsvoorstel, waarin werd gesproken over voorschriften "betreffende het uiterlijk, zowel op zich zelf als in verband met de omgeving (welstand)". Het moet daarbij wel gaan om redelijke eisen. De ontwerpnota gaat alleen bij het verbouwen (zoals het vervangen van de bestaande kozijnen) uit van de vroeger in het pand aanwezige beeldkwaliteit. Daarbij zijn afwijkingen van het origineel volgens de criteria in beperkte mate toegestaan (zie hoofdstuk 6 voor de nuances).
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 28 van 138
2.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie wijzigingsvoorstel onder 1.4: Tekst wijzigen: •Monumenten, orde 1 en orde 2 Initiatieven die monumenten betreffen of bouwwerken van grote cultuurhistorische waarde (orde 1 en 2) worden niet eenvoudig getoetst, maar krijgen een gewogen oordeel waarbij de onder erfgoed vermelde criteria worden gebruikt als richtlijn.
2.2 Architectuurorde, orde 2 van mijn pand op geen enkele manier te rechtvaardigen Daarnaast maak ik van deze gelegenheid om uw aandacht te vestigen op het feit dat aan mijn woning naar mijn mening een te hoge architectuurorde is toegewezen. In het verleden heb ik daar bij het stadsdeel Zuid tegen proberen te protesteren, maar daar is helaas op geen enkele manier serieus mee omgegaan, zoals u ook uit bijgevoegde briefwisseling kunt opmaken. Op 12 november 2010 heb, mede namens alle andere eigenaren in het pand -na overleg met de betrokken portefeuillehouder, en op diens advies (!)- een brief geschreven aan het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid, met daarin het verzoek om een wijziging van de architectuurorde van het pand waarin mijn woning is gevestigd. Dit omdat aan het pand orde 2 is toegekend, maar in de praktijk dit op geen enkele manier te rechtvaardigen is. Voor de onderbouwing daarvoor verwijs ik kortheidshalve naar de bijgevoegde briefwisseling. Nadat hier 5 maanden op geen enkele manier op is gereageerd, werd ik uiteindelijk afgescheept met een kort en nietszeggend antwoord, zonder dat er daadwerkelijk terplekke naar de situatie is gekeken. Ik verzoek u één en ander alsnog te heroverwegen, en daarbij de feitelijke staat van het pand te betrekken. Daarbij word ik ook graag geïnformeerd over de rechtsbescherming, aangezien m.i. zowel het toewijzen van een architectuurorde aan een pand, als ook een antwoord op dit verzoek, besluiten zijn met rechtsgevolgen. 2.2.1 Beantwoording De waardering is gebaseerd op de feitelijk aanwezige situatie. De aanwezigheid van niet passende kozijnen staat een orde 2 waardering niet in de weg. De rechtvaardiging is gelegen in het feit dat het complexgedeelde deel uitmaakt van een waardevolle architectuureenheid volgens het ontwerp van de architect A. L. van Gend (1835 -1901). Het pand maakt deel uit van een grotere architectuureenheid, waarnaar een toekomstige verbouwing zich moet richten. Tegen de vaststelling van de welstandsnota en de daarin opgenomen waardering als orde 2 pand, staat geen bezwaar of beroep open. Wel is bezwaar en/of beroep mogelijk tegen
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 29 van 138
beschikkingen die (mede) op de welstandsnota zijn gebaseerd (zoals een besluit op een aanvraag om omgevingsvergunning). Een rechter kan in een dergelijke procedure alsnog oordelen over de rechtsmatigheid van de toekenning van orde 2 aan het complexgedeelte. Het stadsdeel Zuid heeft in de jaren negentig in de aanpak van niet passende kozijnen niet stilgezeten. De handhaving werd bemoeilijkt door onduidelijke jurisprudentie. Pas in het begin van deze eeuw is duidelijk geworden, dat gevelwijzigingen aan de voorzijde die het beeld ingrijpend wijzigen, vergunningplichtig zijn. 2.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 30 van 138
3 Werkgroep buitenreclame en individuele burgers, verbonden aan het Wijkcentrum d'Oude Stadt
3.1 Algemeen Het streven naar vereenvoudiging van regels en de toepassing ervan op ruimtelijke systemen in plaats van op stadsdeelgrenzen, zoals tot nu toe, lijkt ons over het algemeen een goed uitgangspunt. Echter, op details doen wij graag suggesties ter verbetering van de nota. De vereenvoudiging van regels wordt nogal eens opgevat als, daar waar iets tot nu toe niet is toegestaan, het voortaan wel wordt toegestaan, soms met allerlei technische aanwijzingen inzake vorm, afmeting, afstand, loopdoorgang, etc. Dat is een misverstand bij het streven naar eenvoudiger regels. Het in het geheel niet toestaan van een bepaald soortreclame valt evenzeer onder het hoofdstuk vereenvoudiging. 3.2 Onvoldoende integratie beleid buitenreclame in de open ruimte en gevelreclame Daarnaast wordt wederom een vaak kunstmatig onderscheid gemaakt tussen reclame aan de gevel en reclame tegen de gevel aan. Vaak betreft het hier dezelfde soort reclameobjecten. Wat bijvoorbeeld te denken van het oprukkende fenomeen beachflags, ooit begonnen als een soort rechtopstaand, surfboardvormig object in het fijne zand van verre subtropische beaches, veroveren ze sinds kort in snel tempo winkelstraten, op het trottoir, en steeds vaker zelfs aan (!) gevels. Dergelijke reclame zou onder één noemer moeten vallenwanneer we over "welstand" praten in relatie tot buitenreclame. "Buitenreclame" betreft zowel reclame aan de gevels als in de publieke ruimte er omheen. Ook welstand zal dit kunstmatige verschil eindelijk moeten overstijgen als men tot een weloverwogen visie wil komen. Al in de jaren negentig werd dit probleem erkend en vervolgens trokken de wethouders openbare ruimte en ruimtelijke ordening dan ook gezamenlijk op met als uiteindelijk doel integratie wanneer het buitenreclamereclamebetreft. Zijn we anno 2012 weer terug bij af?
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 31 van 138
Een dergelijk kunstmatig onderscheid alsmede verwarring geldt blijkbaar ook voor steigerdoekreclame. Waar wethouder Gehrels eerder dit jaar ( 15 februari 2012) o.i. terecht nog meldde dat in de komende welstandsnota voor geheel Amsterdam ook de veelbesproken steigerdoekreclame een plaats zal vinden, blijkt dit opeens nietniet meer het geval. Daarvoor wordt in de inleiding van de nota als reden opgegeven dat alleen reclame aan onroerend goed wordt behandeld. Wederom de vraag: steigerdoekreclame, die geheel een gevel bedekt is geen gevelreclame ? De stad doet zichzelf tekort, als ze met een doorwrochte visie op visuele aspecten van welstand, onlosmakelijk verbonden met buitenreclame, wil komen, dit wel/geen onroerend goedonderscheid handhaaft, of zelfs opgedane ervaring van de afgelopen decennia niet meeneemt. Wij doen bij deze suggestie om buitenreclame integraal te behandelen. (...) Ziedaar enkele suggesties. Buitenreclame hoort o.i. integraal benaderd te worden, of op zijn minst parallel bij een onderscheid tussen wel/geen onroerend goed . Het wijkcentrum is sinds meer dan 25 actief op dit niche-onderwerp dat toch heel belangrijk is voor "De Schoonheid van Amsterdam". Uw streven is wat dat betreft ook het onze. Dat in de jaren '90 de wildgroei aan vlaggen werd aangepakt, had een simpele reden. Met name winkelstraten hadden, doordat grote aantallen bedrijfsvlaggen (zelfs per pand) aan de gevels waren aangebracht, een dermate rommelig aanzicht gekregen, zo zeer ten nadele van de uitstraling van de vaak fraaie gevels en de straat in zijn geheel, dat er consensus groeide om daar vanaf te willen. De toen ingevoerde stricte geen-vlaggen politiek werd overigens sindsdien verlaten.( Er kwamen uitzonderingen voor hotelvlaggen, gay vlaggen, landenvlaggen ). Met die redelijke compromis-politiek wordt nu o.i. weinig doordacht korte metten gemaakt. Bezinning is geboden. Wij pleiten ervoor om niet alleen de huidige redelijke compromisregeling in "beschermd" gebied te handhaven , maar ook in "bijzonder" gebied. Om door velen gewaardeerde, in dertig jaar opgebouwde, beproefde, kleine verbeteringen nu zo maar rücksichtslos over boord te zetten, is ondoordacht. Als al vermeld beantwoorddewethouder Gehrels 15 februari 2012 raadsvragen over reclame op steigers. (zie bijlage 1).Zij wees erop dat het feit dat bijvoorbeeld in het ene stadsdeel steigerdoekreclame is toegestaan, dit geenszins betekent dat in de welstandsnota komt te staan dat voortaan in het andere, of zelfs overal in de stad ( lees: Centrum) deze megareclames zullen worden toegestaan, zoals de vragen van een van de politieke partijen, gesteund door desteigerdoekreclame-exploitant suggereren. Immers,zo stelt zij, de nagestreefde harmoniseringis iets anders als uniformering. Dat is nou juist wat de welstandsnota niet wil. Men
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 32 van 138
wil individuele keuzes op basis van ruimtelijke systemen als grachtengordel, Beschermd Stadsgezicht,Unesco's Werelderfgoed, de 19e eeuwse Ring, de Gordel '20-'40 etc. en bijbehorende waarderingen : "beschermd", "bijzonder" etc. Zij vermeldt dan ook dat "het de bedoeling is om te komen tot een geharmoniseerd beleid voor de gevelreclame én de steigerdoeken." Als gezegd, steigerdoeken komen in deze concept welstandsnota nu niet meer voor. Wij stellen voor dit in de lijn van de brief van de wethouder wel te doen. Dat geldt overigens o.i.ook voor reclame-objecten in de openbare ruimte als sandwichborden, beachvlaggen, vlaggen op standaards, banieren op bruggen e.d. Wij verzoeken zo snel mogelijk om duidelijkheid inzake de steigerdoekreclame-politiek. Immers, nog onlangs, 19 juni 2012, is het besluit gepubliceerdter uitvoering van het deelraadsbesluit van 29 maart 2011 van deelraad Centrum om steigerdoekreclame af te schaffen, wat we toejuichen. Die duidelijkheid willen we ook in de welstandsnota terug zien, of in een paralelle nota betreffende buitenreclame voor zover niet bevestigd aan onroerend goed. We voegen bij:het besluit van 19 juni jl. ter afschaffing (bijlage 2). PS. De UNESCO heeft juni 2011 in een decision, gestuurd aan Amsterdam, nogmaals opgeroepen to stop the practise of advertisments on scaffolding. Sandwichborden zijn sinds vele jaren niet toegelaten. Achtergrond was dat met name winkelstraten in de jaren '90 volledig dichtslibden op de trottoirs. Niet alleen nadelig voor voetgangers, rollators, kinderwagens etc. maar vaker dan gedacht zagen ook veel winkeliers in dat dat voor de kwaliteit van hun winkelstraat geen goede zaak was. Hoe nu alles in het kader van liberalisering, deregulering, minder betutteling e.d. een meer dan twintig jaar goed functionrende, eenvoudige regel : "geen sandwichborden", met van de ene op de andere dag met het badwater is weggegooid kunnen we sinds een jaar zien in stadseel Zuid. Daar zijn hoofdwinkelstraten als de Rijnstraat, van Woustraat, Ceintuurbaan binnen een jaar na introductie van nieuwe deregulerende reclameregels verworden tot een voor voetgangers -waaronder winkelend publiek-haast niet te nemen horde aan reclameobjecten; sandwichborden, beachvlaggen, vlaggen etc. (zie foto nieuwe situatie in winkelstraten Zuid) Het bestuur van Zuid denkt hiermee ondernemersvriendelijke maatregelen te hebben genomen. Van echte deregulering is bij sandwichborden bovendien geen sprake, want de simpele regel : geen borden op de trottoirs, is verlaten voor allerlei schrijftafelregels inzake afstand tot de gevel, minimale doorgang etc. Hoezo vereenvoudiging? Bovendien heeft het verleden geleerd dat handhaving met de meetlat inzake afstand, doorgang e.d voor handhavers onbegonnen werk is. Handhavers die er overigens steeds minder zijn en die bovendien hiervoor niet meer worden ingezet. Wilt u dereguleren?
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 33 van 138
Loopt u eerst eens door Zuid, dat u het afgelopen jaar voorging. Bekijk de recente foto uit Zuiden kom hopelijk met ons tot de conclusie: handhaaf de eenvoudige regel: geen sandwichborden in Amsterdamse winkelstraten. Zeker niet in de als "beschermd" en "bijzonder" aangegeven wijken.. Een regel die de afgelopen twintig jaar goed heeft gewerkt voor burgers én veel winkeliers die de kwaliteit van hun straat ter harte nemen. Wij hebben niet kunnen ontdekken waar vigerende buitenreclameregelgeving deze metershoge banieren zou toestaan, maar opeens waren ze er. Tientallen, met name in het hart van het Werelderfgoed. Doorgaans semi-cultureel, maar daarmee niet minder commercieel. De eerste banieren golden bijvoorbeeld al een Welcome aan deelnemers van een ICT-congres in de RAI, in hondervoud op de bruggen van de grachtengordel, Unesco's werelderfgoed. We willen behalve, Amsterdam als rentmeester van de grachtengordel, toch ook graag dat als toeristische bijvangst dat die gordel er fantastisch blijft uitzien? Vanwaar dan opeens die paar honderd banieren, een of twee weken later gevolgd door weer een volgende aktie.En onlangs is het aantal banieren zelfs verdubbeld! Bijgaande foto's van het Rokin tonen dat waar onder vorige besturen de binnenstad enigszins was geschoond van allerlei commerciële vlaggen er nu wederom batterijen bedrijfsvlaggen ( Bonneterie) hangen, naast tientallen rondvaartvlaggen ( voorheen niet toegestaan), en nu voor het eerst vele banieren aan lantaarnpalen, kortom een vlaggenzee, Amsterdam pretpark Niet alleen terug naar de jaren tachtig, nee, minstens een verdubbeling van het altijd-feestpakket, met instemming van het huidige bestuur van stadsdeel Centrum dat haast met één pennestreek twintig jaar redelijke buitenreclamepolitiek buiten werking heeft gesteld. Dit alles onder de nogal ondoordachte visie dat veel vlaggen vrijheid voor burger en indernemer uitstralen, en weinig vlaggen vertrutting, betutteling en onvrijheid symboliseren. Is het ergens in een Europese hoofdstad van culturele importantie, van Stockholm tot Lissabon, van Bern tot Rome, zo'n vlaggenzooi als Amsterdam Centrum sinds een jaar of twee de wereld weer toont? Een paar honderd banieren die reclame maken voor congressen e.d. horen beslist niet op de bruggen van de beschermde binenstad. Wij roepen op tot terughoudendheid. Plaats ze in de directe omgeving van het gebouw waar het congres, de manifestatie, de tentoonstelling plaatsvindt en breidt de tijdelijke banierenreeks niet uit tot een permanent wisselende vlaggenzee gedurende praktisch het gehele jaar. Neem een voorbeeld aan veel andere Europese steden. Ga evenmin verder met het onlangs geïntroduceerde fenomeen van banieren aan lantaarnpalen. Hier is het hek werkelijk van de Dam. Een hybride woord, maar zo noemt de vlaggenindustrie het object nu eenmaal. Geïntroduceerd aan zonnige californische stranden, zwiepend in
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 34 van 138
de zoele wind, vonden ze ook hun weg naar strandpaviljoens aan de Noordzee en al snelontdekten ook benzinestations aan snelwegen de opvallende eyecatchers. Juist daarom horen ze vanwege hun grote visuele impact totaal niet in binnensteden thuis. Sinds één, twee jaar is hun opmars in Amsterdamse straten en op pleinen met winkels en horeca niet te stuiten. Terwijl we pas sinds twintig jaar in lijn met andere Europese cultuur- en toeristensteden een regelgeving hebben (Minder reclame, meer kwaliteit) die ook de "schoonheid van Amsterdam",beter doet uitkomen, komt de stad tegen de trend in met een deregulering die een abrupt einde betekent aan de reclamepolitiek van de afgeloen decennia. We willen erop wijzen dat deregulering niet betekent dat een nieuw fenomeen als beachvlaggen geen aandacht verdient.Het aanzicht van Amsterdam zal sterk verrommelen , er zullen nog honderden van dit soort objecten verschijnen in de stad. Wij stellen de eenvoudige regel voor: geen beachvlaggen in gebieden gemarkeerd als "beschermd"en "bijzonder". PS. Zelfs bij een onderscheid wel/geen onroerend goed, wijzen wij erop dat de eerste beachvlaggen (Damrak, bakkerij met Segafredoflags ) al verschenen zijn, niet op standaard voor de winkel, maar opgehangen aan de gevel ! Vier jaar geleden werden de megaletters van I Amsterdam, een leuke taalkundige vondst en originele toeristentrekker tijdelijk geplaatst op het Museumplein. Ze verstoorden weliswaar opvallend de fraaie zichtlijn Concertgebouwgrasvlakte- vijver- Rijksmuseum, maar het was inderdaad een leuke gimmick en maar tijdelijk. Tijdelijk werd zoals zo vaak permanent. Dat gevaarte gaat er nooit meer weg. Leuk, voor altijd, of toch liever voor een paar weken ?Wij kiezen voor het laatste. Zeker nadat nu ook, midden in het mooiste aanzicht van de gehele werelderfgoedzone:de aanblik van Amstel, Magere brug en de in al haar eenvoud prachtige façade van de Hermitage, nog zo'n I Amsterdam mastodont is geplaatst. Toeristentrekker of -afstoter ? In het logboek van het museum staan in ieder geval geschokte reacties van bezoekers genoteerd, maar zo vernemen we van de directie, veel mensen vinden het hartstikke leuk. De eeuwige keus tussen patattoerisme en cultuurtoerisme. Wij stellen voor: zet deze megareclame nergens neer in de binnenstad, in ieder geval niet in de werelderfgoedzone, en overigens ook niet permanent op het Museumplein. Neem passende locaties als de IJ-oevers en de Zuidas. 3.2.1 Beantwoording
Onderscheid tussen gevelreclame en buitenreclame Het onderscheid tussen gevelreclame en buitenreclame hangt samen met het verschil in doelgroep van de regelling.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 35 van 138
De regels over gevelreclame richten zich in de eerste plaats op de burger als eigenaar of gebruiker van het onroerend goed. • De regels over buitenreclame hebben vooral betrekking op het handelen van de gemeente als beheerder van de openbare ruimte. Zij hangen samen met de inrichting van het publiek domein door de gemeente zelf. Het onderscheid is op praktische en juridische gronden nodig. Het staat een integraal kwaliteitsbeleid met betrekking tot de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte en de gebouwde omgeving niet in de weg. •
Steigerreclame De toezegging om te komen tot een stedelijk beleid met betrekking tot de steigerreclame, zal de vorm krijgen van een aparte beleidsnotitie, opgesteld door de stad en de stadsdelen gezamenlijk. Wij hebben ervoor gekozen het steigerdoekenbeleid niet in de welstandsnota vast te leggen, omdat het gaat om beleid over het gebruik van de openbare ruimte. Verruiming beleid buiten het stadsdeel centrum, excessenregeling Buiten het stadsdeel Centrum geldt dat reclamevlagen en dergelijke ter hoogte van de plint van een gebouw zonder meer zijn toegestaan op voorwaarde dat zij alleen tijdens openingstijden aanwezig zijn (art.12). Met deze verruiming worden de handhavingslasten verminderd. Naar aanleiding van deze zienswijze is de mogelijkheid geopend om vlaggen, winkelwaren en andere losse voorwerpen die aan de gevel worden aangebracht te onderwerpen aan excessenregeling (beoordeling vindt in beginsel achteraf plaats). Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de vrees dat wildgroei gaat ontstaan. Via de stuurtabel in kunnen de stadsdelen kiezen voor één van de volgende drie regelingen: • de uitputtend beschrijvende en strenge regeling (overeenkomstig de huidige regels in stadsdeel centrum); • de excessenregeling ontworpen in reactie op de discussie in het stadsdeel Oost; • de ruime regeling conform de tekst die ter visie is gelegd. Een exces is een “evidente en ook voor niet-deskundigen duidelijk kenbare buitensporigheid van het uiterlijk van een bouwwerk”. Nadeel van deze regeling is dat deze interpretatie behoeft. Het bestuur kan de welstandscommissie vragen of er naar haar inzien, met toepassing van de bovenstaande criteria, inderdaad sprake is van een exces. Wanneer dat het geval is, kan het bestuur via een aanschrijving en daarop volgende bestuursdwang eisen dat aan de buitensporigheid een eind gemaakt wordt. Voordeel is dat een winkelier een zekere mate van vrijheid en verantwoordelijkheid behoudt. Er wordt niet op detailniveau voorgeschreven wat is toegestaan. Daarbij komt
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 36 van 138
nog dat het precies omschrijven van wat is toegestaan zou leiden tot een oneindig gedetailleerde regeling. De systematiek van de nota laat via de methode van stuurtabellen keuzevrijheid voor de stadsdelen toe. Het is wel een lichte inbreuk op het principe dat de (steden)bouwkundige kwaliteit leidend is voor de criteria, in plaats van de stadsdeelgrenzen. Maar die inbreuk is aanvaardbaar omdat het niet gaat om permanente bouwkundige veranderingen. Het is nog niet gelukt om de stadsdelen op dit punt op één lijn te krijgen. In het proces wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat de stadsdelen op dit ondergeschikte punt alsnog tot overeenstemming komen. Mogelijk volgt na de zomer nog een wijzigingsvoordacht met één uniforme regeling voor alle stadsdelen buiten Amsterdam Centrum. 3.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Voorgesteld wordt de regeling buiten stadsdeel Centrum aan te vullen met een excessenregeling. Vlaggen, wimpels en andere dundoeken, winkelwaren of voorwerpen die als reclame op of aan een bouwwerk zijn aangebracht zijn toegestaan, op de voorwaarden dat zij alleen tijdens openingstijden aanwezig zijn en dat zij niet leiden tot ernstige strijd met redelijke eisen van welstand van het bouwwerk: • het bouwwerk dan wel een gezichtsbepalend deel van het bouwwerk mag niet fysiek of visueel worden afgesloten van zijn omgeving; • er mag geen gebruik worden gemaakt van te opdringerige of te veelvuldig herhaalde of te grote reclames. Deze regeling gaat gelden in Amsterdam Oost. In de overige stadsdelen blijft de regeling ongewijzigd ten opzichte van de ter visie legging.
3.3 Aanlichten van gebouwen In 2009 ontstond er in stadsdeel Zuidveel commotie rond de voormalige school van het ROC , nu het College Hotel, gebouwd in 1898 als schoolgebouw. De fraaie landschapstuin werd door de nieuwe eigenaar omgeploegd, bomen illegaal gekapt, de oorspronkelijke gebeitelde tekst boven de ingang illegaal weggehakt en als kers op de taart werd het fraaie Rijksmunument voortaan aangestraald, niet met zoals doorgaans warm geel-wit licht, maar tot op de dag van vandaag met naargeestig, spookachtig paars-rood ( zie foto). Van sprookjes- naar spookkasteel.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 37 van 138
In de raad van Zuid werden door enkele partijen voorstellen gedaan om - in navolging van o.m. Maastricht- een eenvoudige regelgeving te introduceren voor het aanlichten van gebouwen die erop neer komt dat slechts monumenten hier in aanmerking voor komen, uitsluitend aan te lichten inwarm geel-wit licht, met ook aanwijzingen inzake een maximale lichtsterkte (regels op te vragen bij de gemeente Maastricht). De wethouder toentertijd ( dhr. de Vries, ook nu nog wethouder) raadde het voorstel af met verwijzing naar een welstandsnota die er aan stond te komen voor de gehele stad. Nu, bijna vier jaar later is het zover. Uit Zuid vernemen we op het ogenblik niets meer, en ook de concept welstandsnota zwijgt erover. Wij leggen u voor: vindt u het gifgroene licht aan the Grashopper, het opvallende 17e eeuwse gebouw in het water van de Amstel naast de Beurs, alsmede bijvoorbeeld het paarse licht bij het College Hotelpassend of bent u bereid de regelgeving a la Maastricht in uw nota te betrekken ? 3.3.1 Beantwoording In de afgelopen jaren is de kwaliteit van de aanlichting van gebouwen verbeterd. Mede op basis van de Lichtvisie van de gemeente Amsterdam (december 2010) wordt meer aandacht besteed aan de esthetische kwaliteit van verlichting in de openbare ruimte. Dat geldt vooral voor de aanlichting van gebouwen vanuit de openbare ruimte. De lichtvisie is een overkoepelend document dat moet gaan dienen als leidraad bij de uitwerking van allerlei maatregelen. Vooralsnog gaan wij ervanuit, dat verdere verbetering mogelijk is, zonder een nieuw stelsel van regulering van de esthetische kwaliteit. Bovendien leidt een nieuw stelsel tot een toename van de bestuurslasten. In een extreem geval kan bij niet passende kleuren een beroep worden gedaan op de criteria "ernstige strijd" als aanschrijvingsgrond. 3.3.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 38 van 138
4 Tamar Frankfurther
In mijn zienswijze op de concept-Welstandsnota hecht ik eraan om u allereerst te complimenteren. Het is mooi en goed om te merken hoe zorgvuldig de gemeente Amsterdam met haar rijkdom omspringt. Het is ook een winstpunt dat de nota nu voor de hele stad geldt. Daardoor kan — denk ik — hoe tegenstrijdig dat ook klinkt — beter beleid op maat gemaakt worden. Het is een goed stuk, maar ik denk dat het te grofmazig is. Het is in dit concept alles of niets. Waarbij een gebied weliswaar in naam bijzonder kan zijn, maar in de praktijk geen passende bescherming vanuit het welstandsbeleid zou genieten. Dat klopt niet. Ik leg uit. Ik heb de conceptnota gelezen als bewoner van het dorp Sloten. Mij valt op dat u het dorp en de lintbebouwing langs de Sloterweg waardeert. Op pagina 24 waar u de welstandsniveaus vermeldt, krijgt dit gebied het predicaat 'bijzonder' mee. Daarnaast is dit gebied op de kaart op pagina 28 lila/paars gekleurd (historische kernen, linten en fragmenten). Dit verbaast me niet, omdat bureau Monumentenzorg indertijd een prachtige cultuurhistorische verkenning over dit unieke stukje Amsterdam heeft opgesteld. Maar, aangezien het dorp Sloten (nog) geen officiële beschermde status heeft, worden deze kwalificaties nergens omgezet in bescherming. Dat is wonderlijk: gebieden die u als bijzonder bestempelt, biedt u in dit concept geen extra bescherming. Ik weet natuurlijk niet hoe dat elders in de stad gesteld is, maar in het geval van Sloten is in het recente verleden helaas keer-op-keer gebleken dat het kwetsbare gebied willens en wetens verstorend geweld is aangedaan. Ik ervaar het dorp Sloten in uw concept als tussen tafellaken in servet in. In twee betekenissen gaat dit gezegde op. Aan de ene kant is het gebied blijkbaar niet bijzonder genoeg om te beschermen, aan deandere kant noemt u het gebied wel als bijzonder. Het gevolg is dat niet het hele gebied (het tafellaken), maar slechts de losse rijks- en gemeentemonumenten hier echt beschermd worden. Pal naast of tegenover een monument kan er dus van alles verstoord worden, zoals helaas recentelijk sinds de jaren negentig op verschillende plekken in het dorp gebeurd is. Ondanks het bestaan van de CHV, en ondanks toetsing door Welstand, zijn er toch recentelijk o.a. een paar veel te grote en hoge woonboerderettes in Sloten gebouwd (en zichtlijnen dichtgezet), is er een volkomen niet-passende stijl een appartementencomplex gebouwd, is langs de Osdorperweg een veel te groot huis gebouwd dat aan de Vecht niet zou misstaan en zijn
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 39 van 138
verschillende voorgevels van huizen in het oude dorp geheel verminkt. De dagelijkse realiteit leert ons dat extra bescherming in formele zin geen overbodige luxe is! In de hoofdstukken vanaf 6 is ook volkomen onduidelijk of en in welke mate wat van toepassing is op Sloten. Naast de terechte vermeldingen op de kaartjes op de pagina's 24 en 28 komt Sloten nog sporadisch voor in het hele verhaal. Onder paragraaf 5.1 (39) wordt Sloten vreemd genoeg niet genoemd. Zelfs in de bijlagen ontbreekt een kaartje of verdere nuancering. De status van het dorp Sloten en de lintbebouwing aan de Sloterweg is volkomen onduidelijk. Ik ben er zeker van dat dit in de toekomst dus weer discussie oplevert, terwijl dit voor het behoud van het dorp essentieel is. Waarschijnlijk kunt u beter dan ik beoordelen welke welstandseisen van kracht zouden moeten zijn bij de nieuwe categorie die ik als werktitel even 'Bijzonder en historisch' meegeef. Maar, u zult begrijpen dat ik u wel mijn gedachten hierover meegeef. Voorbeelden van algemene bepalingen voor deze nieuwe categorie
1. Zonnepanelen en zonnecollectoren. Ik vind dat hier dezelfde regels als in de Binnenstad zouden moeten gelden en dan bedoel ik vooral de regel dat "plaatsing alleen is toegestaan voor zover niet zichtbaar vanaf de openbare ruimte". (pagina 79) 2. Reclame-uitingen. Stadsdeel Nieuw-West heeft nu ook een reclamenota in procedure. Inmiddels is bekend dat het DB ervoor kiest dat er in Sloten, langs de Sloterweg en in groengebieden geen neonlichtreclame gebruikt mag worden; in plaats daarvan wel aangelichte reclame-objecten. Het landelijke karkarakter van de gebieden dient namelijk beschermd te worden. Het lijkt mij heel passend om dit ook voor deze categorie over te nemen. (pagina 86)Ik weet overigens niet hoe beide beleidsstukken zich straks tot elkaar verhouden. Ik neem aan dat de welstandsnota prevaleert, omdat u vermeldt dat afzonderlijke nota's over gevelreclame zullen worden ingetrokken (bijlagen pagina 6). Verwijzingen over en weer voorkomen straks discussie voor een rechter. 3. Materiaalbehoud (bakstenen) van gevels zichtbaar vanaf de openbare ruimte. Om verschillende redenen (vocht, isolatie, persoonlijke voorkeur) willen huiseigenaren soms de bakstenen gevels van hun huizen stuken. Dit is ongewenst. 4. Verbouw (binnen grenzen) verdient de sterke voorkeur boven nieuwbouw. 5. Als er sprake is van nieuwbouw, dan verdient historiserende bouw (die bijvoorbeeld verticale raampartijen kenmerkt) de voorkeur boven moderne vormgeving. Aangezien de nieuwe categorie 'Bijzonder en historisch' verschillende gebieden omvat die onderling sterk verschillen, zou er ook ruimte moeten zijn voor specifieke verwijzingen, die van toepassing zijn voor één speciaal
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 40 van 138
gebied. Voor Sloten en de Sloterweg zou ik hierbij graag vermeld zien een tekst in de lijn van: Het dorp Sloten was vroeger het winkelcentrum van de landelijke gemeente Sloten. Deze functie is nog altijd herkenbaar in veel voorgevels in het dorp en dat moet zo blijven. Het is niet toegestaan winkelruiten bij verbouwing te verwijderen. Voor het dorp Sloten en de Sloterweg is een uitgebreide Cultuurhistorische verkenning gemaakt. Bij ruimtelijke veranderingen biedt deze notitie duidelijke handvatten en richtlijnen om verstoringen van het dorp te voorkomen. Ik hoop van harte dat u openstaat voor de toevoeging van deze nieuwe welstandscategorie in het Amsterdamse welstandsbeleid. De grotere schaal van deze nota maakt zichtbaar dat u verschillende kwetsbare bijzondere gebieden nu kunt bundelen in verscheidenheid. Daarmee voorkomt u dat gebieden —die in de toekomst wellicht ook nog voor de status van gemeentelijk monument in aanmerking komen, nu al (verder) worden verpest. Door instelling van deze categorie met bijpassende regelgeving biedt u bescherming en zijn deze gebieden niet zoals voorheen vogelvrij en overgeleverd aan toeval en willekeur. Tegelijkertijd voorkomt u met duidelijke eisen voor toelating van gebieden tot deze categorie een wildgroei (en daarmee onoverzichtelijkheid) in uw welstandsbeleid. Stadsdeel Nieuw-West heeft nu ook een reclamenota in procedure. Inmiddels is bekend dat het DB ervoor kiest dat er in Sloten, langs de Sloterweg en in groengebieden geen neonlichtreclame gebruikt mag worden; in plaats daarvan wel aangelichte reclame-objecten. Het llandelijke karkarakter van de gebieden dient namelijk beschermd te worden. Het lijkt mij heel passend om dit ook voor deze categorie over te nemen. (pagina 86)Ik weet overigens niet hoebeide beleidsstukken zich straks tot elkaar verhouden. Ik neem aan dat de welstandsnota prevaleert, omdat u vermeldt dat afzonderlijke nota's over gevelreclame zullen worden ingetrokken (bijlagen pagina 6). Verwijzingen over en weer voorkomen straks discussie voor een rechter. 4.1.1 Beantwoording Wij nemen dit voorstel niet over. Een belangrijke vereenvoudiging is dat er geen gedetailleerde beschrijvingenvan deelgebieden op buurtniveau meer in de nota zijn opgenomen. Alleen waar dat nodig is, is binnen het ruimtelijk systeem een verdergaand geografischonderscheid gemaakt naar type bebouwing. In het ruimtelijk systeem "historische kernen, linten en fragmenten" volstaan wij met het onderscheid tussen Noordelijke linten, Zuidelijke linten, Oude dorpen en Fragmenten. Wij zijn overigens van mening dat de criteria in de ontwerpnota, dezelfde mate van bescherming van de kwaliteit bieden, als de criteria in de cultuurhistorische verkenning van het dorp Sloten.Sommige
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 41 van 138
dorpen hebben een extra bescherming doordat zij door het Rijk als beschermd dorpsgezicht zijn aangewezen. Dat geldt niet voor het dorp Sloten. Het is niet juist via de welstandsnota die bescherming op oneigenlijke wijze alsnog toe te kennen. De Reclamenota Nieuw-West is niet van toepassing op gevelreclame maar op reclame in de openbare ruimte. Dit staat aangegeven in figuur 1 (pagina 11) van de reclamenota. Voor gevelreclame is de welstandsnota van kracht. 4.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
4.2 Foto's verwisseld P. S. Nog een klein puntje: uw vormgever heeft wat foto's verwisseld. De foto onder 2B (0214, nummer 118) is niet op de Sloterweg genomen. 4.2.1 Gevolgen voor de ontwerpnota Correctie doorvoeren.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 42 van 138
5 Het bestuur van de Vogelwerkgroep Amsterdam
Op p. 224 van de concept welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam 2013 zijn dewelstandscriteria voor geluidsschermen infrastructuur opgenomen. Wij missen hier een criterium dat wel in het Welstandskader A10-Oost is opgenomen, te weten dat op alle transparante constructies vogelmarkeringen conform de DWW wijzer 2004-104 van Rijkswaterstaat moeten worden aangebracht. Wij verzoeken u dit criterium toe te voegen aan de welstandscriteria voor geluidsschermen infrastructuur. Voorts missen wij een welstandscriterium ten aanzien van transparant glas in de buitenruimte behorende bij gebouwen. Hierover is wel iets opgenomen in de Welstandsnota Zuidas, zie p. 17: Glas dient transparant te zijn, niet reflecterend. Het betreft glas dat onderdeel uitmaakt van de gebouwen inclusief de bij het gebouw behorende buitenruimte. Indien noodzakelijk ter beveiliging, dient glas, toegepast in de buitenruimte, voorzien te zijn van enige vorm van glasmarkering: de toepassing van glas wordt getoetst aan de ‘Checklist natuurvriendelijke maatregelen aan gebouwen’ van Vogelbescherming Nederland (2009). Bij permanente transparante constructies zoals geluidschermen, luchtbruggen of galerijen wordt altijd glasmarkering toegepast. Wij verzoeken u als welstandscriterium op te nemen dat de toepassing van transparant glas inde buitenruimte behorende bij gebouwen, waaronder begrepen balustrades, hekwerken, geluids- en windschermen, luchtbruggen en galerijen, moet worden getoetst aan de ‘Checklist natuurvriendelijke maatregelen aan gebouwen’ van Vogelbescherming Nederland (2009). Wellicht is het mogelijk dit criterium toe te voegen aan de algemene welstandscriteria als bedoeld in § 3.3. Ten slotte verzoeken wij u als algemeen welstandscriterium toe te voegen dat glas niet reflecterend/spiegelend mag zijn. 5.1.1 Beantwoording Het argument van vogelbescherming, mag niet aan de grondslag van welstandcriteria worden gelegd. Rijkswaterstaat is wel bevoegd deze voorwaarde in de Publicatie van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde op te nemen, zodat deze eis bij geluidschermen die door het Rijk worden aangelegd feitelijk wel van toepassing is. Wij zien geen welstandsgronden om gespiegeld glas generiek tegen te gaan.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 43 van 138
5.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 44 van 138
6 Centrale Dorpenraad Landelijk Noord
6.1 Gevelreclame op hoge gebouwen alleen indien niet zichtbaar is in het landelijk gebied Het eerste punt; het Noordelijk buitengebied van Amsterdam grenst direct aan het stedelijk gebied, is circa 3000 ha groot en wordt bezocht door meer dan een miljoen bezoekers. Het gebied is bijzonder omdat de scheiding tussen stad en land zo helder is. Stedelijk hoge gebouwen zijn zichtbaar in het gebied. De gebouwen dragen in sommige gevallen (lichtgevende) gevelreclame en schijnen de gehele nacht. Wij willen benadrukken dat deze gevelreclame een negatieve uitstraling heeft op het gebied. Wij vragen u, geef duidelijk aan in de welstandsnota waar gevelreclame op hoge gebouwen geplaatst dient te worden waarbij deze niet zichtbaar is in het landelijk gebied. 6.1.1 Beantwoording Uit oogpunt van welstand is deze eis niet te rechtvaardigen. Het probleem van lichthinder en lichtvervuiling wordt overigens wel door de gemeente onderkend. Op grond van de Lichtvisie van de gemeente Amsterdam (december 2010) probeert de gemeente lichthinder en lichtvervuiling zoveel mogelijk tegen te gaan (zie hierboven onder 3.3). 6.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
6.2 Aanvulling maken waarbij wordt vanuit het landschap wordt gekeken/ landschapsarchitect in welstandscommissie Het tweede punt; in de welstandsnota beschrijft u in hoofdstuk 11 de karakteristiek van het Noordelijke buitengebied. Vanuit landschappelijk oogpunt missen wij in uw aanbeveling/toestemming vaakhet perspectief van een landschapsarchitect. Er wordt voornamelijk geredeneerd vanuit stedenbouwkundig perspectief. Hierbij vragen wij u om een aanvulling te maken waarbij ook daadwerkelijk gekeken wordt vanuit het landschap. Wij vragen u in overweging te nemen om een landschapsarchitect in uw commissie op te nemen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 45 van 138
6.2.1 Beantwoording De werkwijze en de samenstelling van de welstandscommissie zijn geen onderwerpen van de welstandsnota. Bij het in werking treden van de nota zal ook een nieuwe werkwijze worden geïntroduceerd. De uitwerking hiervan vindt momenteel nog plaats. In de uitwerking zal ook aandacht worden gegeven aan de samenstelling van de Commissie en aan dit voorstel. 6.2.2 . Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 46 van 138
7 Clientenbelang
7.1 Visie op toegankelijkheid opnemen in welstandsnota Cliëntenbelang Amsterdam is een onafhankelijke belangenbehartiger met als doel: de kwaliteit van het leven verbeteren van chronisch zieken, ouderen, mantelzorgers, en mensen met een psychische aandoening of een lichamelijk of verstandelijke beperking. Wij behartigen de belangen op het gebied van zorg en welzijn, onderwijs, arbeid en inkomen, vervoer en toegankelijkheid. Graag willen we gebruik maken van de gelegenheid om een reactie te geven op de concept Welstandsnota 2013. In het eerste hoofdstuk lezen wij: Het welstandsbeleid komt voort uit de overtuiging dat de (lokale) overheid zich moet inzetten voor een aantrekkelijke leefomgeving. De toegankelijkheid van die leefomgeving bepaalt voor mensen met fysieke beperkingen voor een groot deel of zij maatschappelijk kunnen participeren. Wij zijn van mening dat een goede toegankelijkheid niet alleen mensen met beperkingen ten goede komt, maar iedereen. Vanuit dat oogpunt is dat aspect van de aantrekkelijkheid van de leefomgeving een belangrijk thema, dat in de Welstandnota niet zo benoemd is. Wij gaan ervan uit dat u met ons van mening bent dat iedereen, ongeacht zijn of haar beperking (gebouwen in) de mooie stad Amsterdam moet kunnen bezoeken en gebruiken, en dat beleid en uitvoering gericht moet zijn op het wegnemen en voorkomen van belemmeringen. Daarom verzoeken wij om uw visie daarop expliciet in de Welstandsnota te vermelden. Over de geformuleerde welstandscriteria heeft Cliëntenbelang Amsterdam geen standpunt. Wel zijn wij van mening dat "redelijke eisen van welstand" geen belemmering vormen om een gebouw voor iedereen toegankelijk te maken. De praktijk leert dat hier soms een spanningsveld ontstaat. Daarom hebben wij de volgende verzoeken: Voor gebouwen die geen (gemeentelijk of rijks)monument zijn en die niet onder cultureel erfgoed vallen: 1.Laat toegankelijkheid zonder meer prevaleren voor publieke gebouwen en bij kleine aanpassingen aan gebouwen en woningen, gericht op het verbeteren van de toegankelijkheid (bijvoorbeeld als WMO-voorziening). 2.Laat B&W of het DB van een stadsdeel in dat geval contrair vergunnen. In de jaren 90 zijn veel gebouwen in de binnenstad mede voor gehandicapten toegankelijk gemaakt, waaronder monumenten en beeldbepalende gebouwen. Van recentere datum zijn De Hermitage en het
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 47 van 138
Scheepvaartmuseum voorbeelden van goed toegankelijke monumentale gebouwen, maar ook het Monument op de Dam is aangepast. Dit bewijst dat ook monumenten goed toegankelijk gemaakt kunnen worden, maar dit is niet altijd eenvoudig en zeker geen vanzelfsprekendheidi. Ten aanzien van monumenten verzoeken wij u daarom: 3.De aanvrager te vragen om het gebouw mede toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers, al is er op grond van het Bouwbesluit en de Monumentenwetgeving ontheffing mogelijk. 4.Referentiemateriaal te verzamelen en beschikbaar te stellen van goed toegankelijke en esthetisch verantwoorde oplossingen. 7.1.1 Beantwoording Cliëntenbelang Amsterdam is van mening dat "redelijke eisen van welstand" geen belemmering mogen vormen om een gebouw voor iedereen toegankelijk te maken. Er bestaat een mogelijkheid om, indien een toegang binnen de eisen van welstand niet mogelijk is, met voorbijgaan aan het welstandsoordeel vergunning te verlenen. Het bestuur zal daarover van geval tot geval beslissen. 7.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen, de toelichting op de nota is duidelijk over de mogelijkheid om vergunning te verlenen met ter zijde legging van het welstandsadvies.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 48 van 138
8 Gemeente Landsmeer
8.1 Nota aanpassen zodat de ring A10 als geheel als één systeem kan worden gezien. Sinds enige tijd zijn wij bezig om aan de kant van Landsmeer een geluidscherm neer te zetten voor de nieuwe wijk Luijendijk-Zuid. De eerste bouwaanvraag is in 2009 na negatief advies van de welstandscommissie geweigerd. Sindsdien is er overleg geweest met RWS, de gemeente Amsterdam en stadsdeel Noord over een nieuw ontwerp. U stelt in de welstandnota ook nieuwe criteria op voor geluidsschermen binnen het onderdeel Infrastructuur. Bij het eerste punt binnen dit criterium van massa en vorm beschrijft u dat geluidschermen in vormgeving zo veel mogelijk op elkaar aangepast dienen te worden, binnen het uitgangspunt eenheid in verscheidenheid. Dit criterium geeft geen duidelijkheid of dit geldt voor Amsterdam Noord of de hele Ring. Dient een nieuw scherm ter hoogte van Landsmeer zich te vormen naar het huidige scherm in Noord? Kenmerkend voor de ring in A10 is het huidige parabol scherm. Dit scherm is bijna aan vervanging toe, niet graffiti vrij, zonder zicht op het landschap en duur in onderhoud. Of dient een geluidscherm in noord zich aan te passen de overige schermen rond de ring, die voor het grootste gedeelte uit moderne modulaire glazen schermen bestaan? Gezien uw beschrijving van de kenmerken dat de schermen in Noord aan elkaar verwant zijn, gaan wij er van uit dat een welstandscommissie toetst aan de eerste interpretatie. De gemeente Landsmeer ziet liever een modulair scherm, zoals deze op meerdere plaatsen langs de Ring A10 al staan, met een eigen uitstraling voor de noordkant. Dit komt overeen met de eenheid in verscheidenheid, zoals dit ook in hetzelfde criterium is opgenomen. Wij hopen dat u ons uitleg kunt geven over de mogelijke meerdere interpretaties en u de nota aanpast zodat de ring A10 als geheel als één systeem kan worden gezien. 8.1.1 Beantwoording Wij houden vast aan de lijn die bij de behandeling van de bouwplannen voor geluidsschermen in Amsterdam Noord is aangehouden. Dat betekent uitgaan van de herkenbare vorm van de bestaande schermen als uitgangspunt nemen voor de nieuwe; zie de beoordeling van de Commissie onder volgnummer 56154 (Ringweg Noord,
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 49 van 138
http://www.welstand.amsterdam.nl/zoek_een_advies_behandelstatus?id=56154). Het is dus van belang dat de thematiek van de naastliggende schermen wordt overgenomen en de aansluiting van de bestaande schermen overtuigend wordt vormgegeven. Dit betekent dus uitdrukkelijk niet dat de schermen overal dezelfde vormgeving moeten hebben. Plaatsing van standaardschermen zou de relatie met de omgeving loslaten.
8.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 50 van 138
9 Ymere
9.1 Positief oordeel Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de nieuwe welstandsnota "De schoonheid van Amsterdam 2013". Dat nu vijftien verschillende welstandsnota's zijn samengevoegd tot één nieuwe nota voor heel Amsterdam, met bovendien een helder kader, duidelijke uitgangspunten, onderscheid naar ruimtelijke systemen enaandacht voor actuele thema's als duurzaamheid, verdichting en transformatie is heel positief. We zijn ook verheugd over de professionalisering van de welstandscommissies door de gemeente en wij gaan er van uit dat dit zal leiden tot verbetering van overleg en advies met betrekking tot vergunningsaanvragen. Heldere kaders, duidelijkheid vooraf, zullen bijdragen aan een vlottere ontwikkeling van bouwplannen waardoor ook Ymere zich als opdrachtgever kan professionaliseren. Dit legt ook een verplichting op aan Ymere, welke wij graag oppakken. 9.2 Duidelijkheid over de status van bestaande bebouwing en welstandscriteria vooraf om willekeur bij planbeoordeling te voorkomen. 9.2.1 Beantwoording Zoals hierboven vermeld is het niet mogelijk in elke denkbare omstandigheid te voorzien en voor elk geval een passend en sluitend welstandscriterium te geven. 9.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.3 Geen specifieke oplossingen voorschrijven of uitsluiten maar algemene prestatie-eisen formuleren; te gedetailleerde voorschriften gaan niet uit van de professionaliteit van welstandscommissies en opdrachtgevers. 9.3.1 Beantwoording Met het onder punt 1.4.1 beschreven voorstel wordt dit bezwaar ondervangen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 51 van 138
9.3.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 1.4.2.
9.4 Schrappen van criteria e.d. die geen betrekking hebben op welstand (zoals bijvoorbeeld de doelmatigheid van duurzaamheidsvoorzieningen). 9.4.1 Beantwoording Deze criteria zijn inderdaad geen welstandscriteria. Het zijn criteria die kunnen worden gebruikt bij de afweging om in strijd met redelijke eisen van welstand toch een vergunning te verlenen. Het bestuur (het bevoegd gezag) bepaalt of, al is het bouwwerk in strijd met redelijke eisen van welstand, toch vergunning kan worden verleend. Criteria op grond waarvan dit gebeurt, horen inderdaad niet thuis in de welstandsnota. De opsomming van de elementen op pagina 34 die bij de afweging een rol spelen is daarom geschrapt. 9.4.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Als volgt: Stap 4 Het bestuur (het bevoegd gezag) bepaalt of, al is het bouwwerk in strijd met redelijke eisen van welstand, toch vergunning kan worden verleend.
Elementen die bij de afweging een rol spelen zijn: - is een duurzaamheidvoorziening voldoende doelmatig gelet op de duurzaamheidsdoelstellingen? - is een duurzaamheidsvoorziening rendabel: kan die worden terugverdiend uit de (huur-)opbrengst of uit de besparing op energiekosten? De betrokken milieuambtenaar voorziet de vergunningaanvraag van advies.
9.5 Een evenwichtige afweging tussen het belang van welstand, duurzaamheid en consumentgericht bouwen moet mogelijk zijn. Nu lijken duurzaamheid en consumentgericht bouwen ondergeschikt aan algemene welstandseisen. 9.5.1 Beantwoording Met het onder punt 1.4.en 9.4 beschreven voorstellen wordt dit bezwaar ondervangen. 9.5.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 1.4.2. en 9.4.2.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 52 van 138
9.6 •Particulier opdrachtgeverschap is "soms welstandsvrij maar soms ook niet. Particulier opdrachtgeverschap is "soms welstandsvrij maar soms ook niet. De keuze ... wordt per situatie bepaald op basis van de context." (p. 21) Dit is wel heel vaag geformuleerd en werkt willekeur in de hand. Van belang is bovendien dat de (potentiële) koper weet waar hij aan toe is voor zijn aankoopbeslissing. 9.6.1 Beantwoording Zie 9.2.1. Welstandsvrije gebieden worden door de Raad vastgesteld. Er is dus van te voren bekend of het welstandsvrij is of niet. 9.6.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 9.2.2.
9.7 Strikte regels in de nota bieden geen ruimte voor consumentgericht bouwen Meer en meer worden bouwplannen ontwikkeld in nauw overleg met toekomstige bewoners. Bij consumentgericht bouwen krijgen toekomstige bewoners de gelegenheid naar eigen smaak accenten in de architectuur, materialisering en kleurgebruik aan te brengen. Dit gebeurt o.a. in het project aan het Marktplein in Zuidoost. De supervisor staat hier positief tegenover, maar strikte regels in de nota (zie verderop) bieden hiervoor weinig ruimte. 9.7.1 Beantwoording Met het onder punt 1.4.1 beschreven voorstel wordt dit bezwaar ondervangen. 9.7.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 1.4.2.
9.8 Discrepatie kaart en bijlage transformatiegebieden Op de kaart op p. 28 zijn slechts weinig gebieden in stedelijk gebied als transformatiegebieden aangegeven. in de bijlage zijn meer transformatiegebieden genoemd. Wanneer komt een gebied in aanmerking voor transformatie c.q. wanneer kwalificeert een gebied als transformatiegebied?
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 53 van 138
9.8.1 Beantwoording In transformatiegebieden is het bestaande patroon en het beeld van het gebied aan veranderingen onderhevig. Daar gelden in de regel specifiek voor de verandering geschreven criteria. Die zijn in de lijst opgenomen (zie ook punt 9.10.1). 9.8.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.9 Stelling "van de ontwerper of aanvrager een grotere inspanning mag worden verwacht om de kwaliteit van het gebied te helpen opbouwen" is discutabel De stelling dat in transformatiegebieden "van de ontwerper of aanvrager een grotere inspanning mag worden verwacht om de kwaliteit van het gebied te helpen opbouwen" (p. 25) is discutabel. Ook daar zal hetontwerp beoordeeld dienen te worden op het vastgestelde "ruimtelijkkwaliteitsbeleid en de gewenste ontwikkelingen". Duidelijkheid vooraf!
9.9.1 Beantwoording Onder punt 2.1 hebben wij uiteengezet dat op grond van de wetgeschiedenis van de welstandsbepaling een positieve bijdrage mag worden verwacht. 9.9.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.10 Hoe om te gaan met nieuwe transformatiegebieden? Het is niet duidelijk hoe met nieuwe transformatiegebieden moet worden omgegaan. Vallen deze binnen de nota of is het mogelijk om hiervoor ook afwijkende welstandscriteria op te stellen? 9.10.1 Beantwoording Nieuwe transformatiegebieden ontstaan daar waar de stedenbouwkundige structuur ingrijpend wordt gewijzigd. In het wijzigingsproces worden samen met de stedenbouwkundige plandocumenten ontwikkelingscriteria opgesteld, die in de bijlage van de nota worden opgenomen. Is de ontwikkeling voltooid, dan wordt het gebied in de
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 54 van 138
hoofdnota opgenomen, met beheercriteria die zijn gebaseerd op de nieuwe (gerealiseerde) stedenbouwkundige structuur. 9.10.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.11 Onafhankelijkheid supervisor In Nieuw-West speelt de vraag of de supervisor door het stadsdeel zelf geleverd kan worden of dat een onafhankelijke supervisor door het stadsdeel en de ontwikkelaar gezamenlijk wordt ingehuurd. Ymere is voor het laatste. Mensen die aan het project hebben meegewerkt kunnen het niet ook nog eens objectief toetsen. 9.11.1 Beantwoording De werkwijze en de samenstelling van de Commissie zijn geen onderwerpen van de welstandsnota.Bij het in werking treden van de nota zal ook een nieuwe werkwijze worden geïntroduceerd. De uitwerking hiervan vindt momenteel nog plaats. In de uitwerking zal ook aandacht worden gegeven aan de samenstelling van de Commissie. Ook aan de relatie tot de supervisie zal aandacht worden gegeven. 9.11.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.12 Zijn de algemene criteria ook van toepassing indien de specifieke criteria voldoen? Op pag. 29 wordt een uitleg gegeven van de systematiek van de algemene welstandscriteria. In de middenkolom onderaan staat: "Ook bij een juridisch geschil tussen vergunningaanvrager en —verstrekker spelen de algemene criteria een belangrijke rol; hierbij wordt vaak teruggegrepen op de basisprincipes van welstand, die in deze criteria verwoord zijn". Betekent dit dat de algemene criteria het aanknopingspunt (kunnen) worden om een bouwplan toch als bezwaarlijk te beoordelen, ook al zou toepassing van de gebiedsgerelateerde criteria tot een positief oordeel (moeten) leiden? 9.12.1 Beantwoording Dit is juist, al zal dit in de praktijk niet veel voorkomen aangezien de gebiedsgerichte criteria kunnen worden beschouwd als een uitwerking van de algemene criteria.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 55 van 138
9.12.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.13 Wat wordt bedoeld met een positieve bijdrage? Pag. 29 sub B: "Van een bouwwerk wordt een positieve bijdrage verwacht aan de kwaliteit van de openbare (stedelijke of landschappelijke) ruimte". Wat wordt bedoeld met een "positieve bijdrage"? Zou een neutralere norm niet meer op zijn plaats zijn? Het bouwwerk moet passen in de ruimtelijke context en samenhang vertonen met de omgeving. Of wordt dat met "een positieve bijdrage" bedoeld? 9.13.1 Beantwoording Hiermee wordt bedoeld dat het welstandsoordeel verder gaat dan het voorkomen van het aantasten van de “kwaliteit van de openbare (stedelijke of landschappelijke) ruimte". Het bouwplan moet de kwaliteit versterken. 9.13.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.14 "voldoende doelmatig" en/of "rendabel" is geen welstandscriterium Of een duurzaamheidsvoorziening "voldoende doelmatig" en/of "rendabel" is (p. 34) mag geen rol spelen bij de beoordeling of aan redelijke eisen van welstand wordt voldaan. De beoordeling of een bepaalde voorziening doelmatig of rendabel is, is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, wordt bovendien nogal beïnvloed door de stand van de ontwikkeling, en hoort zeker niet thuis in een welstandsnota. 9.14.1 Beantwoording Zie 9.4. 9.14.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
Zie 9.4. 9.15 Te gedetailleerde criteria duurzaamheid
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 56 van 138
Door middel van 9 richtlijnen zijn welstandscriteria voor de duurzame stad geformuleerd (p. 35 en 36). Deze zijn in een aantal gevallen bijzonder gedetailleerd. Voorbeelden: de plaatsing van aan- en afvoerkanalen voor cv-installaties en ventilatieroosters. Deze mate van detaillering schiet zijn doel voorbij. 9.15.1 Beantwoording Met het onder punt 1.4.1 beschreven voorstel wordt dit bezwaar ondervangen. 9.15.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 1.4.2.
9.16 Kwaliteitstoets achteraf, in het kader van een bouwinitiatief strijdt met de rechtszekerheid. "Binnen de Orde 3 panden is sprake van grote kwaliteitsverschillen. Op basis van een kwaliteitstoets wordt bepaald of sprake is van panden met cultuurhistorische, bouwhistorische, architectonische en/of stedenbouwkundige waarden. Wanneer dat het geval is, is behoud het uitgangspunt." (p. 41) In feite worden orde-3-panden in dat geval als orde2-panden beschouwd. Dit is oneigenlijk, 'onwelgevallige' ontwikkelingen kunnen met een beroep op de bijzondere waarde worden tegengehouden. Als er inderdaad sprake is van zo'n bijzondere waarde dient een pand vooraf als orde 2 te worden aangemerkt. Uit een oogpunt van (rechts)zekerheid (voor eigenaar, initiatiefnemer en/of potentiële koper) dient vooraf duidelijk te zijn welke ordewaardering een pand heeft. Immers, de onderscheiden orden worden toegekend in het kader van een bestemmingsplan en ook in het bestemmingsplan vastgelegd door middel van de ordekaart. Als een belanghebbende het niet eens zijn met de betreffende ordetoekenning dient deze in het kader van het bestemmingsplan bezwaar te maken. Als in het kader van het bestemmingsplan een orde 3 is toegekend, dan zou de eigenaar, initiatiefnemer en/of potentiële koper niet achteraf nog geconfronteerd moeten kunnen worden met een de facto orde-2 kwalificatie. Als de gemeente bepaalde panden een hogere bescherming wenst te geven dan behoort de kwaliteitstoets vooraf door haar te worden uitgevoerd. Een kwaliteitstoets achteraf, in het kader van een bouwinitiatief strijdt met de rechtszekerheid. 9.16.1 Beantwoording
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 57 van 138
De stelling dat de orde 3 panden de facto als orde 2 panden worden aangeduid, is niet juist. Het gaat er om dat bij orde 3 sprake is van zeer uiteenlopende cultuurhistorische, bouwhistorische, architectonische en/of stedenbouwkundige waarden die niet generiek kunnen worden vertaald in criteria. De Commissie zal dit van geval tot geval moeten beoordelen. Zoals hierboven vermeld is het niet mogelijk in elke denkbare omstandigheid te voorzien en voor elk geval een passend en sluitend welstandscriterium te geven (zie hierboven onder 2.1). 9.16.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.17 Bouwinitiatieven dienen bij te dragen aan herstel van de samenhang is discutabel "Bij ensembles en seriebouw waar de samenhang door eerdere verbouwingen of kozijnvernieuwing is aangetast, dienen bouwinitiatieven bij te dragen aan herstel van de samenhang". Dit kan feitelijk neerkomen op een plicht om te herstellen wat eerder kennelijk door het gemeentebestuur is toegestaan en vergund (en dus kennelijk niet als "verstoring" of onaanvaardbare "verstoring" werd beschouwd), c.q. uit een oogpunt van welstand niet is tegengehouden. Uit een oogpunt van rechtszekerheid gaat het te ver om in het kader van een bouwplan van de initiatiefnemer te eisen die eerdere, toegestane "verstoring" van de samenhang te herstellen. In zijn algemeenheid is het met betrekking tot ordes enstedenbouwkundige zones de vraag of het terecht is over de band van een welstandsoordeel dat een restauratieve aanpak en herstel worden gevergd van de initiatiefnemer van een bouwplan. Uit een oogpunt van rechtszekerheid gaat het niet aan om herstel te eisen van iets wat eerder door het gemeentebestuur is toegestaan. 9.17.1 Beantwoording Onder 2.1 hebben wij uiteengezet dat op grond van de wetgeschiedenis van de welstandsbepaling een positieve bijdrage mag worden verwacht. 9.17.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.18 Transformatie alleen mogelijk bij "een combinatie van geringe architectonische en stedenbouwkundige waarden" is discutabel
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 58 van 138
In AUP en Post-AUP-gebieden is transformatie alleen mogelijk bij "een combinatie van geringe architectonische en stedenbouwkundige waarden". (p. 47) In geval van sloop van andere combinaties zal de nieuwbouw dus volgens het oorspronkelijke stedenbouwkundige plan gebouwd moeten worden!? Daarmee is vervanging van portieketageflats door eengezinswoningen zoals nu gebeurt in de Confuciusbuurt in Nieuw-West in de toekomst waarschijnlijk niet meer mogelijk. 9.18.1 Beantwoording Zie hieronder 9.27.1 9.18.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 9.27.1
9.19 Beleid Binnenstad in strijd met "De invulling met flora maakt geen onderdeel uit van de welstandstoets ..." "De Binnenstad hanteert ten aanzien van dakterrassen en daktuinen een terughoudend beleid(p. 74); "het groene dak mag het daklandschapniet aantasten" (p. 75). Een groen dak zal — zeker in de Binnenstad — opvallend zijn, en is zo absoluut als hier gesteld in strijd met de toelichting op p. 35: "De invulling met flora maakt geen onderdeel uit van de welstandstoets ...". 9.19.1 Beantwoording De geciteerde zin luidt in haar geheel: “De Binnenstad hanteert ten aanzien van dakterrassen en daktuinen een terughoudend beleid, met name wat betreft de toegangen”. Zij verwijst dus naar de bouwkundige onderdelen. De invulling met flora maakt geen onderdeel uit van de welstandstoets, wel de bouwkundige massa, die nodig is om het geheel te dragen. 9.19.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.20 Toepassing van zonnepanelen vooral bij smalle panden in het centrum vrijwel onmogelijk In de Binnenstad en bij Erfgoed mogen zonnepanelen niet breder zijn dan 30% van het dakvlak. (p. 79) Deze regel maakt toepassing van zonnepanelen vooral bij smalle panden in het centrum vrijwel onmogelijk,
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 59 van 138
waardoor geen recht wordt gedaan aan het uitgangspunt Amsterdam duurzamer te maken (p. 33). 9.20.1 Beantwoording Het klopt dat zonnepanelen niet overal kunnen worden toegepast, met name niet op met pannen gedekte kappen van voor 1940, die gezamenlijk voor een belangrijk deel het aanzicht van het waardevolle daklandschap bepalen. Er zijn vooral mogelijkheden op platte daken. Stadsdeel Centrum wil graag meedenken over het verduurzamen van de Binnenstad, zo is het stadsdeel bezig met een studie naar groene daken en zonnepanelen, waarbij proactief wordt aangegeven waar plaatsing van zonnepanelen mogelijk is.Verder schrijdt de techniek voort enzijn er nu al dakpannen met zonnecellen (dus zeer klein oppervlak) en dan moet men per situatie afwegen wat mogelijk is. 9.20.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.21 Hoogstens één afvoerkanaal aan, op of bij een pand te beperkend. "Hoogstens één afvoerkanaal aan, op of bij een pand." (p. 81) Dit kan bij verbouwing e.d. heel beperkend zijn; de welstandsnota zou in het algemeen criteria aan afvoerkanalen e.d. moeten stellen. Te denken valt aan prestatie-eisen als niet zichtbaar vanaf de straat of geïntegreerd in het ontwerp. 9.21.1 Beantwoording Afvoerkanalen hebben doorgaans een behoorlijke afmeting. Beperking tot één afvoerkanaal is gericht op het behoud van het gevelbeeld. Indien voor een grotere architectonische eenheid meer afvoerkanalen gewenst zijn, kan dit worden voorgelegd aan de Commissie (een gewogen oordeel). 9.21.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.22 Pandsgewijze ontsluiting behouden onduidelijk wonen boven winkels, om de leefbaarheid te bevorderen, kunnen hierdoor nauwelijks nog gerealiseerd worden "Pandsgewijze ontsluiting behouden; bij nieuwbouw is dit uitgangspunt." (p. 109) Hoewel de formulering niet geheel duidelijk is, lijkt het alsof hier
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 60 van 138
bedoeld wordt in geval van nieuwbouw een ontsluiting per voormalig perceel te realiseren. Zo'n regel maakt het toepassen van bijvoorbeeld een lift en eventueel een galerij die verschillende naast elkaar gelegen woningen ontsluit onmogelijk. Voorbeelden waar een nieuwe invulling thans tot forse discussies leidt zijn Cluster Bloem en Lange Niezel 25-27. Beleidsdoelstellingen zoals ouderenhuisvesting, waaraan in de Binnenstad zoveel behoefte is, en wonen boven winkels, om de leefbaarheid te bevorderen, kunnen hierdoor nauwelijks nog gerealiseerd worden. Alleen bij ensembles (het betreft blijkbaar alleen bestaande ensembles!) zijn horizontale of verticale samenvoeging en een gemeenschappelijke ontsluiting onder voorwaarden mogelijk. (p. 111) Ook deze regel maakt een lift vrijwel onmogelijk. 9.22.1 Beantwoording Deze regel is inderdaad te beperkend en moet worden genuanceerd. Daarnaast geldt het volgende: Indien een bouwplan niet overeenkomstig de welstandsnota is uit te voeren, is het bestuur bevoegd om in strijd met redeijke eisen van welstand vergunning te verlenen. 9.22.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Wijzigen van de nota, zodat aan dit bezwaar tegemoet wordt gekomen:Toevoegen bij stadshuizen op pagina 102: “Pandsgewijze ontsluiting is een cultuurhistorisch gegeven en een kenmerk van het stadshuis. Er is sprake van een relatie tussen historische parcellering en de ontsluiting. “ En toevoegen bij pag. 109: “Pandsgewijze ontsluiting is uitgangspunt bij nieuwbouw, maar in specifieke gevallen is maatwerk bespreekbaar.”
9.23 Geen dakloggia's waarom principieel uitsluiten. "In het dakvlak zijn geen dakloggia's toegepast." (p. 109) Waarom zo'n vergaande beperking indien het dakvlak niet vanaf de straat zichtbaar is? Behoud van het daklandschap dient toch te worden gezien in het kader van de welstand, en is dus gekoppeld aan de beleving van de openbare ruimte. Behoud van het daklandschap zou geen abstract uitgangspunt behoren te zijn, dat uit een oogpunt van welstand loggia's principieel en categorisch uitsluit. Zo'n loggia is voor sommige panden de enige mogelijkheid om in een buitenruimte te voorzien. 9.23.1 Beantwoording Dakloggia’s doen afbreuk aan het stadsbeeld en vormen een ongewenste onderbreking van de straatwand. Dit is ook zo vastgelegd in de meeste bestemmingsplannen van de Binnenstad.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 61 van 138
9.23.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.24 Het strikt hanteren van duurzame materialen (geen plaatmateriaal) en kozijnen in hout (p. 109) schiet zijn doel voorbij. Het strikt hanteren van duurzame materialen (geen plaatmateriaal) en kozijnen in hout (p. 109) schiet zijn doel voorbij. Goed gedetailleerde kunststof of metalen kozijnen en beplating zouden — mits passend bij de architectuur — niet bij voorbaat uitgesloten moeten worden. De ontwikkeling zowel wat betreft detaillering als duurzaamheid staat niet stil. 9.24.1 Beantwoording Met het onder punt 1.4.1 beschreven voorstel wordt dit bezwaar ondervangen. 9.24.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 1.4.2.
9.25 Wat zijn grote projecten? "De welstandsnota bevat geen specifieke welstandscriteria voor grotere projecten." (p. 111) Wanneer sprake is van grotere projecten is niet duidelijk. Voor de duidelijkheid en rechtszekerheid is het juist van belang voor de gehele Binnenstad dezelfde criteria te hanteren, mits nieuwe ontwikkelingen door te gedetailleerde regels niet onmogelijk worden. 9.25.1 Beantwoording Grote projecten zijn grootschalige nieuwbouwingrepen in het stedelijk weefsel, die niet met de uniforme welstandscriteria kunnen worden afgedekt. De criteria gebaseerd op de typologie van het stadshuis en het waardevolle daklandschap zijn niet van toepassing op dergelijke grootschalige bouwwerken. Dat betekent echter niet dat ze welstandsvrij zijn, maar dat er aparte criteria voor de locatie worden ontwikkeld. Voorbeelden van dergelijke grote projecten zijn het voormalige C & A gebouw en Roeterseiland. 9.25.2 Gevolgen voor de ontwerpnota
Geen. 9.26 Wat is de status van een beoogd stadsgezicht?
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 62 van 138
De tuindorpen en de Van der Pekbuurt worden aangemerkt als beoogd beschermd gezicht. De status hiervan is onduidelijk (beschermd of niet?) en zeker de gevolgen van deze beoogde status voor de welstandsbeoordeling. 9.26.1 Beantwoording Een beoogd beschermd stadsgezicht heeft formeel geen status. Er geldt (nog) niet de verplichting om een beschermend bestemmingsplan vast te stellen. Ook gelden er de standaardregels over het vergunningsvrij bouwen. De kaart op pagina 24 is informatief bedoeld. De tuindorpen en de Van der Pekbuurt behoren tot het welstandsniveau Bijzonder (sterk)als bedoeld op pagina 25. 9.26.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.27 AUP en Post-AUP Bij grootschalige veranderingen is het respecteren van de stedenbouwkundige structuur van het ruimtelijk systeem uitgangspunt Noorderhof is niet meer mogelijk? "Bij grootschalige veranderingen is het respecteren van de stedenbouwkundige structuur van het ruimtelijk systeem uitgangspunt." (p. 153) Conclusie: een project als Noorderhof is niet meer mogelijk; dat is te betreuren. 9.27.1 Beantwoording De welstandstoets moet worden onderscheiden van de planologie. De welstandsnota gaat uit van een respect voor rooilijnen en verkaveling, “opgevat in de betekenis van het feitelijke en op het terrein waarneembare verloop van de te handhaven bebouwing”, om de juridische literuur te citeren. De welstandsnota gaat uit van het planologisch vastgelegde stedenbouwkundige kader en niet andersom. De nota geeft dus geen antwoord op de vraag of een stedenbouwkundige transformatie en een daarmee samenhangende wijziging van de rooilijnen en de verkaveling aanvaardbaar is, ook al is een gebied stedenbouwkundig en architectonisch van hoge kwaliteit. De Welstandsnota staat een project als Noorderhof niet in de weg. 9.27.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
9.28 De criteria onder het kopje Materiaal en kleur zijn te
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 63 van 138
gedetailleerd. De criteria onder het kopje Materiaal en kleur zijn te gedetailleerd: "gevels in hoofdzaak uitvoeren in (lichtbruine en rode) baksteen, hellende daken met keramische pannen" (p. 155, 157, 161, 163). Volstaan dient te worden met het criterium "materialen en kleuren zijn in harmonie niet belendingen en passen in het straatbeeld". Het toepassen van nieuwere bouwmaterialen moet niet angstvallig worden geblokkeerd. 9.28.1 Beantwoording Met het onder punt 1.4.1 beschreven voorstel wordt dit bezwaar ondervangen. 9.28.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 1.4.2.
9.29 Uit een oogpunt van rechtszekerheid zou een klein bouwplan dat volgens de betreffende ambtenaar niet is gebaseerd op de concrete criteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen, en dus een negatief advies krijgt, altijd voorgelegd moeten worden aan de commissie. Pag. 7: "Als bouwplannen aan de beschreven criteria voldoen c.q. deze standaardoplossingen volgen, zullen deze in de regel een positief advies krijgen en snel vergund kunnen warden. Deze toetsing kan uitgevoerd worden door een door het stadsdeel aangewezen ambtenaar (bijvoorbeeld een welstandscotirdinator). Als bij deze toets blijkt dat een klein bouwplan niet op de concrete criteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen is gebaseerd, kan dit bouwplan voorgelegd warden aan de commissie." Is het afhankelijk van de betreffende ambtenaar of een bouwplan dat volgens diezelfde ambtenaar - niet voldoet aan de in de Welstandsnotageformuleerde criteria aan de commissie wordt voorgelegd voor een gewogen oordeel? Als dat zo is dan lijkt dat rechtsonzeker en dreigt gevaar van willekeur. Het zou ook strijdig zijn met het gestelde in de Welstandsnota, dat afwijking van toepasselijke criteria niet per definitie betekent dat het plan uit een oogpunt van welstand niet acceptabel is. In zo'n geval werken de algemene welstandcriteria immers als vangnet, onverwachte interpretatie, bijzondere schoonheid enz. (zie pag. 29 van de Welstandsnota). Uit een oogpunt van rechtszekerheid zou een klein bouwplan dat volgens de betreffende ambtenaar niet is gebaseerd op de concrete criteria voor
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 64 van 138
veel voorkomende kleine bouwplannen, en dus een negatief advies krijgt, altijd voorgelegd moeten worden aan de commissie. 9.29.1 Beantwoording Dit is inderdaad de methodiek die aan de ontwerp-welstandsnota ten grondslag ligt. Er geldt één uitzondering op de regel. De toetsende deskundige ambtenaar vraagt geen advies, indien hij tot het oordeel komt dat afkeuring door de Commissie aannemelijk is. In geval van bezwaar en beroep wordt de Commissie altijd ingeschakeld. 9.29.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 65 van 138
10 Buurt Zeven
10.1 Reclame Onder Reclame Bijlage 5 viel mij op dat onder grachten de Leliegracht niet genoemd werd. Hier is ook wel wat te doen qua uithangborden. Dus zou dit toegevoegd moeten worden. 10.1.1 Beantwoording Voor de Leliegracht is niet het regime van kracht voor reclame in gebieden met een bijzonder karakter (zie bijlage 5). Reden voor deze uitzondering is dat de Leliegracht deel uitmaakt van een doorgaande looproute tussen de Jordaan, de Westelijke grachtengordel en het kernwinkelgebied van de binnenstad. Aan de noordzijde van de Leliegracht is daarom in het bestemmingsplan detailhandel in de eerste bouwlaag toegestaan. 10.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
10.2 Zonneschermen De zonneschermen kon ik niet vinden. Dit is toch ook een toevoeging aan de gevel. Het zou een plaats in het rapport dienen te hebben, i.h.b. voor panden in de binnenstad. Er bestaat de mogelijkheid zonneschermen in het raamkozijn te plaatsen, zodat zij in opgerolde stand onzichtbaar zijn. Een voorschrift voor niet aantasten van de gevel, onzichtbaarheid, maar ook bescheiden kleur zou toch passend zijn voor de Welstandsnota. Een uitsterf beleid voor bestaande uitstekende zonneschermen in schreeuwend oranje zou toegevoegd dienen te worden. 10.2.1 Beantwoording Specifieke eisen ten aanzien van zonneschermen (markiezen) staan opgenomen op pagina 62 onder het kopje “Markiezen Monumenten Binnenstad”. Deze beleidsregel heeft de deelraad onlangs vastgesteld, er is dus niet gekozen voor een uitsterfbeleid. Een zonwering is vergunningvrij bij niet monumenten. Bij monumenten mogen kleine uitwendige veranderingen plaatsvinden mits het geen monumentale onderdelen betreft.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 66 van 138
10.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen wijziging.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 67 van 138
11 Amsterdamse Federatie van woningcorporaties
11.1 Een stap in de goede richting De corporaties hechten in dezelfde mate als de stad Amsterdam aan de kwaliteit van de gebouwde ruimte en juichen het initiatief van de gemeente om tot één eenduidige Welstandsnota te komen dan ook toe. De corporaties zijn dan ook unaniem in de waardering voor de wijze waarop de grote opgave om te komen tot één Welstandsnota voor Amsterdam is opgepakt. Heldere kaders, onderscheid naar ruimtelijke systemen en aandacht voor andere aspecten waar gemeente en bouwende partijen mee te maken hebben (duurzaamheid bijvoorbeeld), laten zien dat de nota goed doordacht is en opgesteld met oog voor de procesmatige context. Bij lezing overheerst het gevoel dat met deze concept-nota een beter werkbare situatie is ontstaan dan voorheen. Al was het maar omdat het (toch nog kloeke) boekwerk de vijftien voorgaande stadsdeelnota’s vervangt en heldere uitspraken doet over de stad en haar ruimtelijke systemen. En hoewel het voorliggende concept dus een flinke stap in de goede richting is, voldoet dit concept nog niet volledig aan haar eigen doelstellingen, noch houdt het voldoende rekening met andere beleidsuitgangspunten van de gemeente, alsmede de rol van corporaties als opdrachtgever voor bouwprojecten. 11.2 Afhankelijk van de interpretatie van de welstandscommissie De concept-nota is, logisch gezien het brede veld dat zij beschrijft en het feit dat het een samenvoeging is van de stadsdeelnota’s, op vele punten algemeen van toonzetting. Daarvoor is weinig alternatief, maar het neemt daardoor niet weg dat opdrachtgevers en ontwerpers in hoge mate afhankelijk zijn van de interpretatie van de welstandscommissieleden van dienst. De zekerheid (en daarmee de uitsluiting van procesrisico’s) in het ontwerpproces wordt met deze nota dan ook nauwelijks vergroot ten opzichte van de vroegere situatie. Als houvast bij de start van een project zou meer duidelijkheid over de status van ruimtelijke systemen of (bijvoorbeeld) het kader voor een project op of aan de grens tussen twee ruimtelijke systemen wenselijk zijn. 11.2.1 Beantwoording
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 68 van 138
De aangewezen weg om de bedoelde procesrisico’s te beheersen, is vooroverleg met de gemeente (het stadsdeel) en de welstandscommissie. Daarover zijn recent met de corporaties afspraken gemaakt. 11.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota. Geen.
11.3 Dwingende voorschriften voor specifiek materiaalgebruik Een verder punt van kritiek is dat de nota op plekken op dwingende wijze voorschriften hanteert voor specifiek materiaalgebruik. Dit is onnodig beperkend. De nota geeft immers zelf aan dat iets “wel moet staan”. Door daadwerkelijk specifieke materialen voor te schrijven gaat de nota voorbij aan haar eigen opdracht. Je kan het ook lezen als een motie van wantrouwen aan de opdrachtgevers, de ontwerpers en (last-but-not-least) de leden van de beoordelende welstandscommissie zelf. 11.3.1 Beantwoording Met het onder punt 1.4.1 beschreven voorstel wordt dit bezwaar ondervangen. 11.3.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 1.4.2.
11.4 Criteria duurzaamheid. Doelmatigheid of de vraag of een toepassing rendabel is kan geen overweging zijn bij Welstand. Het detailniveau van de negen richtlijnen is ook te hoog. Ook in het hoofdstuk Welstandscriteria Duurzame Stad schiet de nota haar doel voorbij. Doelmatigheid of de vraag of een toepassing rendabel is kan geen overweging zijn bij Welstand. Het detailniveau van de negen richtlijnen is ook te hoog. In dit kader is het goed te wijzen op de pilotprojecten Welstand en Duurzaamheid. Deze pilot waarin uw Bureau CWM en de Amsterdamse corporaties samenwerken om het proces rondom Welstandstoetsing bij renovatie- en verduurzamingsprojecten in bestaande bouw te stroomlijnen, zou goede aanknopingspunten kunnen bieden voor de praktijk, maar wellicht ook voor de nota zelf. Wij zijn benieuwd hoe u deze pilot ziet in het licht van de nieuwe nota en zien graag dat een opening wordt geboden om de uitkomsten van de pilot op één of andere wijze in de nota te verwerken of eraan te koppelen. 11.4.1 Beantwoording
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 69 van 138
Met het onder punt 1.4.1 beschreven voorstel wordt dit bezwaar ondervangen. Wij onderschrijven de zienswijze dat het proces rondom welstandstoetsing bij renovatie- en verduurzamingsprojecten in bestaande bouw te stroomlijnen, goede input kan leveren.Bij de beantwoording onder punt 9.4 is al duidelijk geworden dat de vraag of een toepassing rendabel is, niet bedoeld is als welstandscriterium. 11.4.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Zie 1.4.2.
11.5 Wens De AFWC en de Amsterdamse woningcorporaties hebben waardering voor de nieuwe nota, maar vragen u om de nota met bovengenoemde kritiekpunten in ogenschouw genomen nogmaals kritisch te bezien of diezelfde nota op punten zou moeten worden aangepast. Dat zou, ons inziens, een beter functionerende Welstand opleveren, die beter tegemoet komt aan de verdeling verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de partijen betrokken bij het bouwproces.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 70 van 138
12 Satellite Sportscafé B.V. /
12.1 Gevelreclame Ten aanzien van de regels omtrent gevelreclame valt allereerst op dat de onderbouwing van deze regels volledig ontbreekt. Het is niet duidelijk waarom voor bijvoorbeeld een uithangbord een maximum oppervlak van 0,65 m2 is opgenomen. Dit komt als het ware uit de lucht vallen. Waarom zou een oppervlak van bijvoorbeeld 1 m2 niet geoorloofd zijn? Dit wordt niet onderbouwd. Daarbij wordt er ook geen rekening gehouden met bijvoorbeeld de omvang van het betreffende, individuele pand waarop de reclame mag worden aangebracht. Voor de ene gevel kan 0,65 m2 groot zijn, voor het andere pand juist weer heel klein. Het zelfde geldt overigens voor de omvang van reclame plat op de gevel. Het opnemen van één grootte voor alle verschillende soortenhistorische panden die Amsterdam rijk is gaat ten koste van de proportionaliteit en lijkt 'eenheidsworst' in de hand te werken. Deze 'standaard' kan volgens cliënte de welstand dan ook niet ten goede komen. In de meeste gevallen zal een ieder immers de maximale omvang benutten. Cliënte is dan ook van mening dat de welstandsnota in elk geval op het punt van de gevelreclame ondeugdelijk (niet) gemotiveerd is en op deze wijze geen stand kan houden. Zonder te weten waarom tot bepaalde regelgeving/keuzes is gekomen maakt het lastig deze te accepteren en in voorkomend geval gemotiveerd te bestrijden. Daarbij is motivering van welstandsbeleid des te belangrijker nu het in deze gaat om welstandscriteria die door de meeste mensen als zeer subjectief en aan willekeur onderhevig worden ervaren. Ook in dat kader verzoekt cliënte u de regels omtrent gevelreclame nader te onderbouwen. Cliënte is het met de gemeente eens dat hoekpanden een bijzondere positie innemen in het straatbeeld. Het zijn panden die de overgang markeren van het ene gebied (plein/straat) naar het andere gebied. Het zijn in die zin essentiële schakelpunten. Dat wordt met zoveel woorden ook in de Welstandsnota aangegeven. Dat gesteld hebbend biedt de Welstandsnota vervolgens weinig aanknopingspunten om tot een goed reclame- en lichtontwerp voor deze zo belangrijke panden te komen. Dit is helemaal het geval bij het aan het Leidseplein gelegen Satellite sportscafé. In de eerste plaats neemt het Satellite Sportscafé een bijzondere positie in als schakelpunt tussen een beroemd plein en de achterliggende straatjes. Één gevel staat aan het Leidseplein, één in de Korte Leidsedwarsstraat.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 71 van 138
Voor Leidseplein en Korte Leidsedwarsstraat gelden volgens de Welstandsnota verschillende regels t.a.v. gevelreclame terwijl het wel gaat over één pand met één bedrijfsvoering. Cliënte verkeert op het standpunt dat het Satellite sportscafé uiteindelijk haar hoofdentree aan het Leidseplein heeft, dat dit historisch gezien ook altijd zo geweest is en zodoende in ieder geval de regelgeving omtrent reclame voor het Leidseplein voor haar hele pand van toepassing zou moeten zijn. Vanuit de straat komend vormt het hoekpand dan een logische overgang naar de grotere pleinruimte. Voorts is cliënte van mening is dat, hoewel het Satellite sportscafé in functioneel-bedrijfsmatige zin meer bij het Leidseplein hoort, de architectuur van het pand -met name de maat en schaalweer meer aansluit op de architectuur van de Korte Leidsedwarsstraat. Tegelijkertijd moet het pand, het bedrijf, met name aan de zuidzijde 'concurreren' met veel grotere bouwvolumes waarin ook horeca gevestigd is. Cliënte is van mening dat hier sprake is van een complexe inhoudelijke situatie die zich niet in enkele beleidsregels uit de Welstandsnota laat vangen. Verder heeft het pand heeft sinds de jaren '50 van de vorige eeuw altijd spectaculaire reclame-en lichtuitingen gehad. Welk historisch beeld, uit welk tijdsgewricht, heeft de Welstandnota voor ogen gehad bij het opstellen van de beleidsregels op het gebied van gevelreclame? En wat zijn daarvoor de argumenten? Cliënte vindt dat het reclame- en lichtbeeld uit de jaren '50 ook van historisch belang is. Het geeft immers de opkomst en populariteit van bijv. elektriciteit, de mogelijkheden daarvan en de experimenten ermee, goed weer. Op zijn minst een bruikbaar historisch gegeven bij het ontwikkelen van een maatwerkplan voor het pand. Nederland is de helft van het jaar donker. We zijn dan voortdurend aangewezen op kunstmatig licht en ook de afhankelijkheid van lichtreclame is in die zin dan groter. De Welstandsnota besteedt weinig aandacht aan lichtarchitectuur. De stad in de schemer en bij avond komt in woord en beeld nauwelijks voor. Zo kan straks voldaan worden aan de afmetingen van een reclamebord maar zorgt vervolgens een te sterke lamp, verkeerde kleur of een tot verblinding leidende positie van de lamp alsnog voor een matig lichtbeeld. Dit lichtbeeld heeft veel invloed op de sociale veiligheid van het uitgaansgebied Leidsepleinbuurt: goede en doelgerichte verlichting draagt bij aan een aangenaam en ontspannen uitgaansklimaat. Cliënte realiseert zich dat het hoekpand een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het lichtbeeld van het Leidseplein als van de Korte Leidedwarsstraat. Ze is bereid een kwalitatief hoogwaardig lichtplan te ontwikkelen voor het hoekpand -inclusief feestverlichting- maar dat kan alleen als de gemeente ruimte biedt om (op basis van argumenten) af te wijken van de beleidsregels.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 72 van 138
In essentie kan cliënte zich vinden in het algemene streven van de gemeente om er zorg voor te dragen dat elke gevel een uitstraling krijgt die zo goed mogelijk recht doet aan de architectonische, monumentale en stedenbouwkundige kwaliteit ervan, waarbij in de Leidsepleinbuurt rekening wordt gehouden met het bijzondere gebruik als horecauitgaansgebied. Echter, om dat streven voor wat betreft het Satellite Sportscafé werkelijkheid te laten worden, is meer nodig dan het onverkort toepassen van de beleidsregels zoals nu verwoord in de Welstandsnota. Om aan de diverse belangen te voldoen (ook belangen vanuit Welstandsperspectief) is er vooral behoefte aan maatwerk dat recht doet aan de unieke karakteristieken, zowel ruimtelijk als functioneel, van het hoekpand zelf en de omgeving. Als de gemeente ruimte biedt voor dit maatwerk wil cliënte zich inzetten voor een integraal plan voor gevelreclame en lichtuitingen, ook in samenwerking met andere ondernemers uit de Leidsepleinbuurt én uiteraard de gemeente. Indien deze ruimte niet geboden wordt wil cliënte in ieder geval dat de beleidsregels voor gevelreclame van het Leidseplein op haar hele pand van toepassing zijn inclusief de zijde van het pand in de Korte Leidsedwarsstraat. Overigens past deze zienswijze ook in het beleid dat uw stadsdeel hanteert aangaande de horeca. In het horecabeleid wordt, simpel gezegd, een onderscheid gemaakt tussen de uitgaansgebieden en de nietuitgaansgebieden. Kort gezegd zijn op grond van uw beleid de horecaactiviteiten in de uitgaansgebieden intensiever en dienen die activiteiten daarbuiten (enigszins) te worden beperkt. Hierin wordt verwezen naar het Horecabeleid 2008 waarin (de omgeving van) het Leidseplein expliciet wordt genoemd als een gebied van stedelijke, regionale en nationale betekenis en waar ruimere mogelijkheden voor horeca zijn. Bij een dergelijk stempel horen navenante mogelijkheden om als ondernemer zichtbaar te zijn. Zeker nu de horeca een groot deel van de aantrekkingskracht van het gebied bepaalt. Stadsdeel Centrum voert qua gevelreclame echter een (welstands)beleid dat daar haaks op staat. Voor het Leidseplein zijn immers maar heel beperkt ruimere mogelijkheden in de welstandsnota opgenomen. Daarbij heeft de beperking van de gevelreclame op bijvoorbeeld de lange gevel van het pand van cliënte die aan de Korte Leidsedwarsstraat is gelegen veel weg van de "vertrutting" die in de tijd van voormalig stadsdeelvoorzitter mevrouw !ping is ingezet en waar veel kritiek op is geweest en nog steeds is. Cliënte is van mening dat het niet die kant op dient te gaan. Daarbij lijkt er qua mogelijkheden voornamelijk gekeken te zijn naar de situatie zoals deze overdag is. En dat is opmerkelijk. Het gaat bij gevelreclame in uitgaansgebieden immers met name om het straatbeeld zoals dat 's avonds bestaat. Dan immers vindt er de meeste activiteit
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 73 van 138
plaats, dan komen er de meeste bezoekers. Als het donker is, is het beeld van de straat evenwel volstrekt anders dan overdag. Cliënte is van mening dat er, niet alleen vanwege de veiligheid, maar ook vanwege de uitstraling van het gebied meer verlichting zou moeten kunnen worden toegestaan dan op dit moment het geval is. Daarbij zal er wel een duidelijk kader moet komen waarbinnen verlichting mag worden aangebracht. Deze ontbreekt in de welstandsnota. Daarbij zal enerzijds rekening moeten worden gehouden met de monumentale status van panden, maar anderzijds zeker ook rekening gehouden moeten worden met de belangen van ondernemers om goed zichtbaar te zijn alsmede met het horecakarakter van het betreffende gebied. In een uitgaansgebied pur sang past nu eenmaal een andere sfeer en meer verlichting dan in een gemengd gebied met verschillende functies. In het uitgaansgebied is veiligheid een groot goed. Aangetoond is dat de veiligheid alsmede het gevoel van veiligheid toeneemt als er meer verlichting aanwezig is. In dat kader verwijs ik u naar het rapport 'Ingenomen en Uitgehaald' dat onlangs in de raad van stadsdeel centrum is besproken en waarin onder andere de gunstige werking van licht is aangehaald. Daarnaast verwijs ik u naar de site van stadsdeel centrum waarin het volgende aangegeven wordt: 'Op het Rembrandtplein wordt er tijdens de donkere perioden in het jaar rond de sluitingstijden van café's en discotheken extra *velligheidsverlichting• ingeschakeld om te bevorderen dat uitgaanspubliek rustig en sneller naar huis vertrekt' Verlichting is dus, ook volgens eigen zeggen van de gemeente Amsterdam, van belang voor de veiligheid. In de welstandsnota is hier evenwel geen rekening mee gehouden, dan wel er wordt niet in voorzien terwijl er wel behoefte is aan duidelijkheid hieromtrent. Verlichting zorgt er eveneens voor dat het publiek beter herkenbaar is voor de portiers en zij de hun bekende herrieschoppers er makkelijker uit kunnen halen. Daarnaast is het voor de veiligheid van belang om voldoende ruimte te bieden voor het ophangen van camera's. Verlichting is ook in dat kader van belang. Zonder voldoende verlichting kan er op de beelden immers weinig worden teruggezien. Het verzoek is dan ook om meer verlichting toe te staan in de uitgaansgebieden (o.a. Leidseplein en omgeving). In de Welstandsnota is aangegeven dat in beginsel op bouwlagen met een bedrijfsbestemming zonder publieksfunctie op de hogere bouwlagen een tekst in losse letters op basis van een oordeel van de commissie wordt toegestaan. Cliënte is van mening dat daarmee niet tegemoet gekomen wordt aan horecabedrijven die (uiteraard) een publieksfunctie hebben, en die zijn gelegen op bijvoorbeeld de eerste verdieping. Deze horecabedrijven
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 74 van 138
hebben op grond van het huidige beleid niet de mogelijkheid hun activiteiten kenbaar te maken middels reclame op de gevel. Voor deze bedrijven zou het mogelijk moeten zijn om reclame te kunnen maken. Overigens is deze leemte in het huidige beleid gevelreclame door de stadsdeelvoorzitter van stadsdeel Centrum ook erkend. Het verzoek is dan ook om voor horeca gelegen op hogere bouwlagen de mogelijkheid te bieden om reclame te voeren op deze hoger gelegen lagen. In het Welstandsbeleid is aangegeven dat historische reclame, ouder dan 50 jaar, niet aan de criteria hoeven te voldoen. Cliënte kan zich in dit standpunt vinden. Echter is cliënte van mening dat indien historische reclame niet meer op het pand aanwezig is, deze reclame, indien deze aantoonbaar 50 jaar geleden op het pand heeft gezeten, deze opnieuw mag worden aangebracht. Dit zou dan moeten gelde zowel voor reclame in de vorm van bijvoorbeeld uithangborden, maar ook voor schilderingen op de gevel. Tevens zou cliënte graag de mogelijkheid in het beleid willen zien waarbij historische reclame mag worden aangebracht welke een link heeft met de oorspronkelijke functie van het pand, waarbij het niet noodzakelijk is dat deze reclame er ooit daadwerkelijk gezeten heeft. In artikel 13 van hoofdstuk 7 Gevelreclame is aangegeven dat een uitzondering op de standaard regeling mogelijk is in verband met de bijzondere architectuur. Daarbij is aangegeven dat reclame aan gebouwen waarbij in het ontwerp rekening is gehouden met het plaatsen van reclameuitingen kan worden toegestaan. Cliënte is van mening dat dit ook voor bestaande panden zou moeten kunnen gelden. Immers kan ook bij bestaande panden een door een architect gemaakt ontwerp worden geïntegreerd in het pand, waarbij als het ware achteraf rekening is gehouden met het plaatsen van een reclameuiting. Het verzoek is deze mogelijkheid ook voor bestaande panden op te nemen.
12.1.1 Beantwoording Satellite sportcafé wil voor beide gevels dezelfde gevelreclamemogelijkheid. De regel voor hoekpanden is ingegeven vanuit de gedachte dat een dergelijk pand zich in twee ruimtelijke systemen kan bevinden, waarbij het regime dat het meest beperkend is wordt toegestaan om aantasting te voorkomen. Daarom is ook bepaald dat gevelreclame één meter uit de hoek moet worden geplaatst. Het Satellite sportcafé ziet dat er in zijn geval sprake is van een complexe inhoudelijke situatie. Die laat zich niet in enkele
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 75 van 138
welstandsregels vangen. Voor situaties die om een afwijking van de standaardregels vragen, kan een advies aan de Welstandscommissie worden gevraagd. Herstel van historische reclame is alleen gewenst wanneer de historische reclame onderdeel is geweest en nog steeds is van de specifieke architectuur van het gebouw (zoals Cineacgebouw van architect Duiker). Het verzoek om meer verlichting toe te staan valt buiten het bereik van de concept welstandsnota (zie ook hierboven onder 3.3). 12.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
12.2 Uitnodiging om gezamenlijk tot een visie te komen op reclamemogelijkheden op het Leidseplein. Zoals bekend is de Belangenvereniging Horeca Leidsebuurt op dit moment doende om een visie neer te leggen omtrent reclame in de straatjes rondom het Leidseplein. Daar is overigens ook overleg over geweest met stadsdeel Centrum. Cliënte zou graag in de huidige Welstandsnota terug willen zien dat er op dit moment gewerkt wordt aan deze visie. Wordt overeenstemming bereikt over deze visie dan zal deze visie in de Welstandsnota dienen te worden geïntegreerd. In feite betekent dit dat ook deze straatjes een bijzondere status zullen krijgen. Op 21 augustus 2012 is door Meester Advocaten namens cliënte een verzoek om informatie naar u verzonden waarbij om diverse stukken zijn gevraagd. U heeft in uw schrijven d.d. 22 augustus 2012 gesteld dat binnen 4 weken een reactie zal worden verkregen. Deze inhoudelijke reactie is nooit gekomen. Zonder deze informatie is een volledige zienswijze niet mogelijk. Ik verzoek u dan ook cliënte een nadere termijn te gunnen om haar zienswijze aan te vullen. Zoals aangegeven is cliënte bereid zich in te zetten om in samenwerking met andere ondernemers van het Leidseplein tot een visie te komen op reclamemogelijkheden op het Leidseplein. Daarbij zal rekening moeten worden gehouden met de belangen van zowel de gemeente alsmede de belangen van de horeca. Deze belangen lopen echter in elkaar over. Cliënte gaat daar graag met u over in gesprek.
12.2.1 Beantwoording Bij het opstellen van de nota zijn wij uitgegaan van het welstandsbeleid dat gereed is om vastgesteld te worden. Dat betekent dat niet alle lopende beleidstrajecten zijn
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 76 van 138
opgenomen. De resultaten van het genoemde overleg in de buurt, zal in de toekomst kunnen leiden tot wijziging van de welstandsnota. 12.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 77 van 138
13 Belangenvereniging Horeca Leidsepleinbuurt
13.1 In de ter inzage gelegde Welstandsnota wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van het Beelkwaliteitsplan (BKP) leidsestraatjes In januari en februari 2012 heeft stadsdeel Centrum middels de zgn 'straatgerichte aanpak' in de Korte en Lange Leidsedwarsstraat en Leidsekruisstraat een handhavingsactie m.b.t. gevelreclame gehouden. Veel ondernemers bleken niet aan de huidige regelgeving (Beleidsregels Gevelreclame 2008) te voldoen. In reactie daarop heeft de Belangenvereniging Horeca Leidsepleinbuurt (BHL) bij het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum bezwaar gemaakt en aangegeven op een aantal punten, voor wat betreft deze drie straatjes, van de huidige regelgeving af te willen wijken. Het Dagelijks Bestuur heeft aangegeven hier begrip voor te hebben gezien bepaalde specifieke omstandigheden in die drie straten. Zodoende heeft ze de BHL uitgenodigd om met een eerste inhoudelijk voorstel te komen. De BHL heeft in april 2012 mij gevraagd hen te helpen bij het ontwikkelen van dit inhoudelijke voorstel. Tijdens vervolgoverleggen bleek dat het stadsdeel behoefte heeft aan een integraal 'Beeldkwaliteitsplan' waarin zowel het avond- als nachtbeeld worden uitgewerkt. Een eerste aanzet hiertoe is op 16 mei 2012 bij het stadsdeel gepresenteerd; de bijbehorende presentatie 'Presentatie BKP_16 mei 2012b' is achtergelaten bij stadsdeel Centrum. Op 24 mei 2012 is op de eerste aanzet en presentatie een schriftelijke reactie ontvangen (d.d. 24 mei 2012, onderwerp: Beelkwaliteitsplan (BKP) leidsestraatjes, opsteller: Dirk Jense namens stadsdeel Centrum). Uit de reactie blijkt dat het stadsdeel zich kan vinden in de hoofdopzet en ingezette koers maar dat het nog ontbreekt aan verdere uitwerking en bijbehorende argumentatie. Over de wijze waarop het BKP verder wordt uitgewerkt bestaat bij zowel bij gemeente als de BHL nog onduidelijkheid. Zodoende wordt, na verder overleg, afgesproken dat door de BHL eerst een projectvoorstel aangeleverd wordt waarin duidelijk wordt vastgelegd wat de wederzijdse verwachtingen en verantwoordelijkheden zijn, aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan, wat voor soort eindproduct er verwacht wordt etc.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 78 van 138
Op 13 juli 2012 levert 5F10 namens de BHL het afgesproken projectvoorstel aan ÇProjectvoorstel_fase 2', versie 1_12 juli 2012, per email verzonden aan Dirk Jense, d.d. 13 mei 2012). Tijdens informele contacten heeft het stadsdeel aangegeven zich te kunnen vinden in de koers zoals die in het projectvoorstel wordt uiteengezet maar tot een formele reactie is het tot nu toe niet gekomen. De verdere uitwerking van het BKP ligt zodoende al 4 maanden stil terwijl het stadsdeel zelf bij start van de ontwikkelingen heeft aangegeven dat er sprake is van een zeer krap tijdspad. Het laatste bericht van het stadsdeel dateert van 23 oktober en hierin wordt plots aangegeven dat het stadsdeel nu de relatie tussen het BKP en de ter inzage gelegde Welstandsnota 2013 'De Schoonheid van Amsterdam' beter in beeld wil krijgen voordat een beslissing wordt genomen over het ingediende projectvoorstel. De BHL constateert dat: •in de ter inzage gelegde Welstandsnota de Beleidsregels Gevelreclame 2008 van stadsdeel Centrum grotendeels zijn overgenomen en dat de BHL in het concept BKP en het daarna ingediende projectvoorstel al heeft aangegeven wat de kritiek op die beleidsregels is; •in de ter inzage gelegde Welstandsnota op geen enkele wijze melding wordt gemaakt van de hiervoor geschetse ontwikkelingen. Er wordt zelfs geen melding gemaakt van de uitzonderingspositie van de Lange en Korte Leidedwarsstraat en de Leidsekruisstraat terwijl deze uitzonderingspositie 'erkend' is door het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum in die zin dat het bestuur zelf aan de BHL heeft gevraagd om met een inhoudelijk voorstel / beeldkwaliteitsplan te komen; •de BHL zich onder hoge tijdsdruk heeft ingespannen een inhoudelijk voorstel te leveren en nu de verdere voortgang van het project al maanden op zich laat wachten omdat het stadsdeel niet in staat is vervolgstappen te nemen; •het stadsdeel nu het BKP en het bijbehorende projectvoorstel wil afstemmen op een Welstandsnota die, toen voor de zomer van 2012 aan het BKP en het projectvoorstel werd gewerkt, nog niet ter inzage lag; •het een ongepaste omkering van de situatie is dat de BHL nu noodgedwongen moet reageren op de ter inzage gelegde Welstandsnota, niet het stadsdeel op het ingediende projectvoorstel. Bovenstaande leidt bij de BHL tot de volgende twee voorstellen ten aanzien van de ter inzage gelegde Welstandsnota en de verdere uitwerking daarvan. Ten eerste stelt de BHL dat het concept BKP en het ingediende projectvoorstel onderdeel uitmaken van deze zienswijze (het projectvoorstel is ten overvloede als bijlage toegevoegd). Voorgesteld wordt dat het stadsdeel op korte termijn met een serieuze, formele reactie komt op het projectvoorstel en dat die reactie vervolgens ook wordt
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 79 van 138
gebruikt als basis om in de Nota van Beantwoording te reageren op deze zienswijze. Ten tweede stelt de BHL voor dat in de verdere uitwerking van de Welstandsnota aandacht wordt besteed aan de uitzonderingspositie van de Lange en Korte Leidedwarsstraat en de Leidsekruisstraat, o.a. door dit op te nemen in Hoofdstuk 7, Categorieën, Gevelreclame en in bijlage 5, Reclame. Op termijn betekent dit dat de inhoud van het BKP moet worden verwerkt in, of in ieder geval vastgelegd in de Welstandsnota. 13.1.1 Beantwoording Bij het opstellen van de nota zijn wij uitgegaan van het welstandsbeleid dat gereed is om vastgesteld te worden. Dat betekent dat niet alle lopende beleidstrajecten zijn opgenomen. De resultaten van het genoemde overleg in de buurt, zal in de toekomst kunnen leiden tot wijziging van de welstandsnota. 13.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 80 van 138
14 Vereniging Wonen Willemspark
14.1 In de nieuwe welstandsnota wordt de bescherming van de achterkant ten onrechte zonder meer ondergeschikt aan de bescherming van de voorkant In het Willemspark zijn veel monumenten aanwezig maar ook zijn er in ieder geval 3 bouwbloksensembles (orde 3) gezien bijlage I blz 50. Dit zijn karakteristieke bouwwerken met architectonische en/of stedenbouwkundige meerwaarde, mede bezien vanuit het gehele ensemble. In de nieuwe welstandsnota wordt de bescherming van de achterkant zonder meer ondergeschikt aan de bescherming van de voorkant, zonder rekening te houden met: - de karakteristieke elementen van een bouwblokensemble; - het feit dat sommige delen van achtergevels ook zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte; - maar juist ook de bescherming van de achtergevels kan raken aan de bescherming van oorspronkelijke stedebouwkundige karakteristieken en de oorspronkelijke groene binnentuinen. In de huidige welstandsnota staat dat bij orde 3 panden een onderzoek moet worden gedaan en dat afhankelijk van de bevindingen, een bepaalde beschermingsregime geldt. Het is niet duidelijk waarom en overigens onjuist dat dat thans wordt los gelaten. Immers van een bouwwerk wordt verwacht dat sprake is van een samenhangend stelsel van maatverhoudingen dat beheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen. Bij een bouwbloksensemble zou dat juist ook voor de achterkant moeten gelden. Zo is de Prins Hendriklaan thans benoemd totzone A (hetgeen blijft gehandhaafd) , hetgeen inhoudt dat deze zone moet worden gezien als de dragende structuur van een hooggewaardeerd en/of potentieel beschermd stadsgezicht. De bebouwing en/of het groen en/of het water zijn van uitzonderlijke kwaliteit en/of gaafheid en het gebied is gerealiseerd volgens een belangrijk stedenbouwkundig ontwerp of maakt deel uit van een bijzondere ruimtelijke structuur. Voor deze zone geldt een restauratieve aanpak van de ruimtelijke structuur en architectuur. Uitgangspunt is handhaving en indien nodig herstel van de kwaliteit van het oorspronkelijke stedenbouwkundig concept en de historische bebouwing.Het is echter
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 81 van 138
zonder nadere inventarisatie van de orde 3 bouwblokensembles gelegen aan die straat, ongeloofwaardig om zonder meer de achterkant niet te beschermen voor de toekomstige generaties. Daarbij komt dat de achterkant van het bouwbloksensemble Prins Hendriklaan 2 - 20 onjuist is ingetekend op de kaart. Daar zijn door stadsdeel en kadaster fouten gemaakt. Ook de welstandscommissie is hierop geattendeerd. Er is namelijk geen sprake van een doorgaande lijn maar van verschillende karakterstieke uitbouwen volgens een bepaalde ritmiek (uit 1903), geen over de volle breedte/hoogte, maar van terugliggende beschermenswaardige achtergevels. Het is niet uitgesloten te achten dat meer van dit soort fouten zijn gemaakt. Het heeft te maken met de digitaliseringsslag uit de jaren negentig van het kadaster, waar geen budget was om de achterkant van gebouwen goed in kaart te brengen. De fouten die toen zijn gemaakt zijn 1 op 1 overgenomen in bestemmingsplannen die de kadastrale kaarten als onderlegger gebruiken en ook in de welstandsviewer bijvoorbeeld. 14.1.1 Beantwoording De verandering van het regime aan de achterzijde van gebouwen hangt samen met de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht per 1 oktober 2010, die meer bouwwerkzaamheden aan de achterzijde vergunningvrij laat. Overigens is het systeem gehandhaafd dat op basis van een kwaliteitstoets wordt bepaald of sprake is van panden met cultuurhistorische, bouwhistorische, architectuurhistorische en/of stedenbouwkundige waarden. Wij zullen de kwestie van de verkeerde achtergevelrooilijn verder onderzoeken en zo nodig aanhangig maken bij het kadaster, zodat het kan doorwerken in het gebruikte kaartmateriaal. De indiener van de zienswijze ontvangt hierover apart bericht. 14.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
14.2 Waarom laat de aanwijziging tot beschermd stadsgezicht zo lang op zich wachten? Overigens vragen wij ons af hoe het komt dat de aanwijziging tot beschermd stadsgezicht zo lang op zich laat wachten. Bij totstandkoming van het huidige bestemminsgplan (2002) was daar al sprake van. Waarom wordt dat nu niet hierbij meegenomen ? 14.2.1 Beantwoording
De procedure tot aanwijzing heeft enige vertraging opgelopen, maar zij is inmiddels gestart. Met het beschermd stadsgezicht is rekening gehouden.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 82 van 138
Dit komt tot uitdrukking in de ordekaarten en de waardering van het gebied als “bijzonder” (zie pagina 24). 14.2.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 83 van 138
15 Projectgroep Westpoort,
15.1 Reclame op daken in Westpoort Met de in gebruikname van de Westrandweg wordt verwacht dat er veel nieuwe aanvragen op het gebied van reclame zullen worden gedaan. De weg wordt verhoogd in het gebied aangelegd, 6, 18 en 12 boven maaiveld. Dit betekent dat gevels langs de weg niet altijd meer in het zicht zullen zijn en daarmee is de vindbaarheid van het bedrijf verminderd. Reclame op daken zijn vaak wel zichtbaar vanaf de Westrandweg. Om deze reden willen wij dakreclame in dit gebied toestaan. Maatwerk voor dakreclame is nodig omdat de zone langs de Westrandweg het visitekaartje van Westpoort vormt. Wij stellen voor om de volgende regel op te nemen in de Welstandsnota voor Westpoort: Het toestaan van reclame op daken in de vorm van losse letters, al dan niet verlicht. De reclame-uiting moet qua kleur, vorm en verhouding een relatie hebben met de bestaande gevelcompositie en de karakteristiek van de het gebouw. Om dakvervuiling te voorkomen is in totaal één uiting met de bedrijfsnaam en /of logo mogelijk. Voorbeelduitwerking zie bijlage Eneco. 15.1.1 Beantwoording In voorkomende gevallen kan op basis van een gewogen oordeel van de welstandscommissie dakreclame worden toegelaten. Bij de zichtbaarheid moet het wel gaan om zichtbaarheid vanaf de weg waaraan het bedrijf is gelegen (voor het bestemmingsverkeer). Het is niet de bedoeling dat de reclame zich richt op het doorgaande verkeer op de Westrandweg. 15.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
15.2 De reclame-uiting loskoppelen met de functie in het gebouw Daarnaast stellen wij voor om de reclame-uiting los te koppelen met de functie in het gebouw maar wel te koppelen aan het gebied Westpoort. Reden is dat er vaak meerdere bedrijven in één gebouw gehuisvest zijn. Het bedrijf moet in Westpoort gehuisvest zijn
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 84 van 138
15.2.1 Beantwoording
In voorkomende gevallen kan op basis van een gewogen oordeel van de welstandscommissie meer dan één reclame worden toegelaten. Bijvoorbeeld in de vorm van een bescheiden bedrijvenbord bij de ingang, of een zuil op het terrein bij het gebouw. Het loslaten van de relatie met de vestiging van het bedrijf waarvoor reclame wordt gemaakt leidt tot wildgroei. Wij nemen dit voorstel niet over. 15.2.2 Gevolgen voor de nota
Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 85 van 138
16 Sjirk de Romph Voorzitter Het Leidsepleintje
16.1 De welstandsregels houden onvoldoende rekening met het historisch karakter van het Leidseplein, met name in de avonduren (horeca-karakter enerzijds, monumententale karakter van de Binnenstad anderzijds). Wil meewerken aan beeldkwaliteitsplan voor het Leidseplein. Hoewel de concept Welstandsnota een onderscheid maakt tussen de Welstandseisen op het Leidseplein en de overige gebieden (ten aanzien van gevelreclame in de ruimste zin des woords) menen wij dat het (historisch) karakter van het Leidseplein onvoldoende in deze regels tot uiting komt. Daarbij wordt in onze ogen onvoldoende rekening gehouden met de Regionale en Landelijke functie van ons plein. Daarbij doelen wij niet alleen op de uitstraling van ons plein overdag, maar ook (met name) in de avonduren. Bereid om mee te denken met beeld Wij zijn bekend met het feit dat de gemeente Amsterdam c.q. het Stadsdeel Centrum openstaat voor een alternatieve/ruimere invulling van de Welstandsregels in de Leidsebuurt hiertoe is een Beeldkwaliteitsplan in voorbereiding. Dit plan ziet voor alle duidelijkheid op de omgeving van het Leidseplein en nog niet op het Leidseplein zelf. Wij zijn bereid om in overleg met uw gemeente te treden over de Welstandseisen die in de toekomst op het Leidseplein zouden moeten gaan gelden. Deze regels dienen wel recht te doen aan enerzijds het horecakarakter en anderzijds rechtdoen aan het monumentale karakter van de Amsterdamse Binnenstad. In dit kader zijn wij bereid na te denken aan een Beeldkwaliteitsplan voor het Leidseplein. DIVV Documenten Inkomend - 9448 C.V. Het Leidsepleintje Graag nodigen wij u uit om in nader overleg met ons te treden over Welstandseisen voor het Leidseplein die op voldoende draagvlak kunnen rekenen. Daarbij zou aan bod kunnen komen welke investeringen nodig zouden zijn om de door ons gezamenlijk op te stellen visie te realiseren en hoe deze dergelijke investeringen tussen partijen verdeeld zouden kunnen worden.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 86 van 138
16.1.1 Beantwoording Bij het opstellen van de nota zijn wij uitgegaan van het welstandsbeleid dat gereed is om vastgesteld te worden. Dat betekent dat niet alle lopende beleidstrajecten zijn opgenomen. De resultaten van het genoemde overleg in de buurt, zal in de toekomst kunnen leiden tot wijziging van de welstandsnota. 16.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 87 van 138
17 Ir Anke Zeinstra, architect
17.1 Ernstig bezwaar tegen verlagen van het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid van zorgvuldig naar eenvoudig A. bij deze teken ik ernstig bezwaar aan tegen de door het stadsdeel Zuid voorgestelde aanpassingen op de concept welstandsnota. Citaat: F. Het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig (pag. 24). Dat houdt in dat de kaart op pag. 24 moet worden aangepast. Dat geldt dan voor Buitenveldert en de Veluwebuurt. Deze welstandsniveaus zijn een sturingselement: zij visualiseren de beoogde ontwikkelingsrichting en ambitie voor een bepaald gebied. Voor Buitenveldert en de Veluwebuurt geldt dat veel van de gebouwen in Buitenveldert en de Veluwebuurt als erfgoed opgenomen in de waarderingskaarten voor het AUP c.q. aangewezen als (potentieel) monument. Een eenvoudig welstandsniveau heeft zo geen effect, maar zou ook niet in overeenstemming zijn met de kwaliteit van het gebied Reden: Ook kan worden geredeneerd dat in deze buurten nog een aantal panden als gemeentelijk monument zullen worden aangewezen en dat daarmee op termijn al de belangrijkste architectonische kwaliteiten in deze buurten worden gewaarborgd en het welstandsniveau als geheel wel kan worden verlaagd naar eenvoudig. Als een tevreden bewoner van Buitenveldert en als betrokken architect maak ik mij ernstig zorgen over wat deze buurt te wachten staat als bovengenoemde wijziging doorgevoerd zou worden die het welstandsniveau terug brengt van’zorgvuldig’ naar ‘eenvoudig’ , het laagste niveau,.een niveau dat geldt voor haven en industrie gebieden.... Als burger voel ik me belazerd als er onlangs ter ere van het 50 jarig bestaan van Buitenveldert nog gesproken wordt van ‘Tuinstad in optima forma’, ik citeer uit de flaptekst op de kaart:’ de wijk heeft een uitermate heldere rechthoekige structuur en is prachtig ingepast tussen .. Amsterdamse Bos en Amstel. En er nu 4 jaar later plotseling ‘Wild West’ mogelijk moet worden... Deze ontwikkeling gaat lijnrecht in tegen mijn (beroepsmatige) opvatting van stedenbouw en zorgvuldige inpassing in bestaande structuren.. Buitenveldert is een mooie tuinstad, een prachtig samenhangend geheel van stedenbouw en architectuur Deze wijziging levert allerlei mogelijkheden op van planontwikkelingen die het aanzien van deze wijk voorgoed kunnen aantasten. De welstand
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 88 van 138
commissie heeft dan geen handvat meer om ongewenste, laagwaardige architectuur bij te sturen of af te keuren. Als lid van welstandscommissies in andere steden weet ik uit ervaring hoe weinig er dan te sturen is op kwaliteit. Als eigenaar bewoner tenslotte maak ik me ook zorgen over de waardeontwikkeling van ons huis en onze buurt.: ik vrees dat deze in waarde achteruit zullen gaan als het hier ‘Wild West’ mag worden. 17.1.1 Beantwoording
Zie 1.6.1 17.1.2 Gevolgen voor de nota
Zie 1.6.2 17.2 De waarderingskaarten bij concept welstandsnota zijn niet juist tot stand gekomen (Er lijkt hier in het zuiden van Buitenveldert een zekere waarderingsmoeheid te zijn opgetreden... maar misschien moeten we eens samen rondwandelen....) Ook heb ik bezwaar tegen de ‘waardering’ van onze directe woonomgeving: Marquette, ter Kleef, de woonstraatjes dwars op de Cuserstraat.. . Ik begrijp dat het niet eenvoudig is alle blokken individueel te waarderen, maar hier komt het mij vrij ongenuanceerd over. Er lijkt hier in het zuiden van Buitenveldert een zekere waarderingsmoeheid te zijn opgetreden. É - De drive in woningen aan Marquette zijn identiek aan die aan van Nijenrode weg, en liggen deels zelfs opener aan een speelveld, en deze worden als orde 3 beoordeeld, een orde lager dan die aan van Nijenrode weg - het korte blokje met de 8 ‘woon-werkwoningen’ uit de jaren 60 van ir.G.A.Spoor waar wij in wonen is gesteld op orde 3, evenals de rest van de buurt. Terwijl dit typologisch juist heel uniek en vooruitstrevend is: een hoge ruimte op bg en een woonruimte op verdieping: alle mogelijke combinaties van wonen en werken zijn hierin mogelijk. - de woonstraatjes dwars op de Cuserstraat , orde 3, vind ik juist stedenbouwkundig heel sterk omdat het straatprofiel zo prachtig en uniek is met het brede trottoir aan een kant met daarop een dubbele rij bomen. Zo kan ik nog lang doorgaan, maar misschien moeten we eens samen rondwandelen.... 17.2.1 Beantwoording
Het woonblokje tussen Ter Kleef en Marquette maakt samen met de haak vormige woningbouw ertegenover en de strook woningen langs de
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 89 van 138
Buitenveldertse laan deel uit van een niet geheel geslaagde verkaveling ten oosten van de Noordhollandstraat. De architectonische vormgeving is door opeenvolgende verbouwing aangetast hetgeen de lage architectonische waardering verklaart. In de zienswijze wordt terecht gesteld dat de typologische waardering gelijk is aan die van de andere woningen met bedrijfruimten en om die reden een punt hoger moet worden gewaardeerd De woningen aan de Van Nijenodeweg en ook aan Oudaen maken deel uit van een U–vormige haak die een ensemble vormt met de drie stroken die dwars op de De Cuserstraat liggen. Dit ensemble wordt ten westen van de Buitenveldertselaan vier keer herhaald, ten oosten daarvan vijf maal. De bebouwing van deze ensembles scoren typologisch en wat de bijdrage aan het tuinstedelijk karakter betreft hoog, in architectonisch opzicht en op het gebied van de verkaveling minder. De waardering van de in de zienswijze genoemde woningstroken kwam tot stand vanuit een analyse van de verkaveling van Buitenveldert Zuid als geheel. In die zin was er geen sprake van waarderingsmoeheid. De waardering voor het brede straatprofiel van de drie straatjes die loodrecht op de De Cuserstraat liggen, is verdisconteerd in de hoge waardering van de bijdrage aan het tuinstedelijk karakter.
17.2.2 Gevolgen voor de nota
De typologische waarden van Marquette 30-44 moet een punt hoger gewaardeerd worden. Voor de nota heeft dit geen gevolgen, wel voor de waarderingskaart AUP gebieden.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 90 van 138
18 ir. B. Wellerdieck, beeldend kunstenaar, architect
18.1 Bezwaar tegen: het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig. (citaat:) Het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid stelt voor de volgende aanpassingen aan te brengen op de concept welstandsnota de Schoonheid van Amsterdam 2013 : F.Het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig (pag. 24). Dat houdt in dat de kaart op pag. 24 moet worden aangepast. Dat geldt dan voor Buitenveldert en de Veluwebuurt. Deze welstandsniveaus zijn een sturingselement: zij visualiseren de beoogde ontwikkelingsrichting en ambitie voor een bepaald gebied. Voor Buitenveldert en de Veluwebuurt geldt dat veel van de gebouwen in Buitenveldert en de Veluwebuurt als erfgoed opgenomen in de waarderingskaarten voor het AUP c.q. aangewezen als (potentieel) monument. Een eenvoudig welstandsniveau heeft zo geen effect, maar zou ook niet in overeenstemming zijn met de kwaliteit van het gebied Reden: Ook kan worden geredeneerd dat in deze buurten nog een aantal panden als gemeentelijk monument zullen worden aangewezen en dat daarmee op termijn al de belangrijkste architectonische kwaliteiten in deze buurten worden gewaarborgd en het welstandsniveau als geheel wel kan worden verlaagd naar eenvoudig. (einde citaat) Je gelooft je ogen niet!! In 2008, bij de viering van haar vijftigjarig bestaan was Buitenveldert nog een Tuinstad in Optima Forma. Vier jaar later vindt het bestuur dat voor deze meest succesvolle naoorlogse wijk de eisen van welstand verlaagd moeten worden tot de allerlaagste categorie, 'eenvoudig', een categorie die verder in Amsterdam uitsluitend geldt voor... industrieterreinen...! Wat betekent eenvoudig? Eenvoudig (licht) In gebieden met het niveau eenvoudig (licht) zijn de ambities beperkt. Het welstandsbeleid is hier gericht op het voorkomen van incidenten, die de kwaliteit van het gebied of een gebouw onredelijk ver naar beneden halen. Hier is de bandbreedte ruimer, zodat zowel beheer
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 91 van 138
als veranderingen een optimale wendbaarheid van het gebied mogelijk maken. Dat, zo vindt ons dagelijks bestuur, moet dus gaan gelden voor deze succesvolle en door haar bewoners hoog gewaardeerde wijk... De ambities zijn beperkt, oftewel laag. Het beleid is gericht op het voorkomen van incidenten die de kwaliteit van het gebied of een gebouw onredelijk ver naar beneden halen (...een beetje is kennelijk niet erg, en wie zal uitmaken wat onredelijk ver is?...). De bandbreedte is ruimer, zodat zowel beheer als veranderingen een optimale wendbaarheid van het gebied mogelijk maken. (...?...) En wordt met het (eventueel, ..er zal wel..!) aanwijzen als gemeentelijk monument van een aantal panden de belangrijkste architectonische kwaliteit in deze buurten gewaarborgd? Meent het stadsdeelbestuur dat ècht? Wordt architectonische kwaliteit in een buurt gewaarborgd door een enkel individueel monument? Gaat het in Buitenveldert niet veeleer om de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten van de wijk als samenhangend geheel èn als onderdeel van Amsterdam? Dat is toch wat Buitenveldert tot de meest succesvolle naoorlogse wijk van Amsterdam maakt! Telkens wordt dit weer gezegd en daar is ook vrijwel iedereen het over eens. Deze wijk wordt door haar bewoners zeer hoog gewaardeerd. Reden temeer om uiterst zorgvuldig en behoedzaam te werk te gaan zou ik denken. Maar een grondige analyse waar—m Buitenveldert zo succesvol is ben ik helaas nog nergens tegengekomen... Er is geen enkele visie. En dan een dergelijke kans bieden voor verval en verloedering? Ik mag toch hopen dat het tij gekeerd wordt... B. Wellerdieck PS Een en ander is des te verontrustender daar er ook een nieuw bestemmingsplan op komst is. Op de voorlichtingsavond hierover, maandagavond 5 november l.l., (waarbij het aandeel van het stadsdeelbestuur van een voor haar geïnteresseerde burgers beledigend niveau was...) werd aangekondigd dat daarin soepeler met regels zal worden omgegaan (...'deregulering'...). Wonderlijk ook, dat op deze avond de nieuwe welstandsnota (en de inspraak daarover) zelfs niet één keer ter sprake gekomen is, ik ben er bij toeval achter gekomen. Zo veel waarde hecht het bestuur aan de mening van haar burgers... (Over samenhang en visie gesproken...) Samenvattend zien wij het volgende beeld:
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 92 van 138
welstandseisen op het allerlaagste niveau; een bestemmingsplan met soepele regelgeving; een terugtredende overheid. Ergo: Vrij spel voor Economisch Machtigen en Krachtigen. De burger heeft het nakijken... Het neoliberale gedachtegoed in Optima Forma en wettelijk vastgelegd! Ik vrees dat dit de - niet uitgesproken - 'visie' is waaruit dit beleid opborrelt... 18.1.1 Beantwoording
Zie 1.6.1 18.1.2 Gevolgen voor de nota
Zie 1.6.2
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 93 van 138
19 ir Hugo Caron, architect, ir Marloes van Haaren, architect, ir Ben Wellerdieck, architect, Ir Anke Zeinstra, architect
19.1 Bezwaar tegen de door het stadsdeel Zuid voorgestelde aanpassingen op de concept welstandsnota, met name die het welstandsniveau van Buitenveldert terug brengt van’zorgvuldig’ naar ‘eenvoudig’ , het laagste niveau, een niveau dat geldt voor haven en industrie gebieden! Bij deze tekenen wij ernstig bezwaar aan tegen de door het stadsdeel Zuid voorgestelde aanpassingen op de concept welstandsnota. Citaat uit de aanpassing: F. Het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig (pag. 24). Dat houdt in dat de kaart op pag. 24 moet worden aangepast. Dat geldt dan voor Buitenveldert en de Veluwebuurt. Deze welstandsniveaus zijn een sturingselement: zij visualiseren de beoogde ontwikkelingsrichting en ambitie voor een bepaald gebied. Voor Buitenveldert en de Veluwebuurt geldt dat veel van de gebouwen in Buitenveldert en de Veluwebuurt als erfgoed opgenomen in de waarderingskaarten voor het AUP c.q. aangewezen als (potentieel) monument. Een eenvoudig welstandsniveau heeft zo geen effect, maar zou ook niet in overeenstemming zijn met de kwaliteit van het gebied Reden: Ook kan worden geredeneerd dat in deze buurten nog een aantal panden als gemeentelijk monument zullen worden aangewezen en dat daarmee op termijn al de belangrijkste architectonische kwaliteiten in deze buurten worden gewaarborgd en het welstandsniveau als geheel wel kan worden verlaagd naar eenvoudig. Als betrokken architecten en bewoners van Buitenveldert maken wij ons ernstig zorgen over wat deze buurt te wachten staat als bovengenoemde wijziging doorgevoerd zou worden die het welstandsniveau terug brengt van’zorgvuldig’ naar ‘eenvoudig’ , het laagste niveau, een niveau dat geldt voor haven en industrie gebieden! 1. Als burgers voelen wij ons belazerd: in 2008 ter ere van het 50 jarig bestaan van Buitenveldert werd nog gesproken van ‘Tuinstad in optima forma’, en onlangs op de informatie avond over het nieuwe bestemmingsplan werd Buitenveldert ‘de meest succesvolle na oorlogse uitbreidingswijk’ genoemd. Nu is er ineens geen kwaliteit meer aanwezig in
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 94 van 138
Buitenveldert en kan het welstandsniveau wel verlaagd worden naar ‘eenvoudig’... 2. Deze ontwikkeling gaat lijnrecht in tegen onze beroepsmatige opvatting van stedenbouw en zorgvuldige inpassing in bestaande structuren.. Buitenveldert is een mooie tuinstad, een samenhangend ontworpen geheel van gebouwde stedenbouw en groene ruimtes. 3. Deze voorgestelde wijziging levert allerlei mogelijkheden op van planontwikkelingen die het aanzien van deze wijk voorgoed kunnen aantasten. De welstand commissie heeft dan geen handvat meer om ongewenste, laagwaardige architectuur bij te sturen of af te keuren. Of om een halt toe te roepen aan stedenbouwkundige aantastingen aan de structuur. Er is kortom geen instrument meer om te sturen op kwaliteit... 19.1.1 Beantwoording
Zie 1.6.1 19.1.2 Gevolgen voor de nota
Zie 1.6.2
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 95 van 138
20 ir. B. Wellerdieck, beeldend kunstenaar
20.1 Bezwaarschrift waarderingskaart: Is er wel goed gekeken? Laat ik beginnen met het pand waarin ik werk en woon, dat ken ik toch het best. Dit bevindt zich in het rijtje Marquette 30-44 / ter Kleef 1-15. Deze 8 panden dateren uit 1965 en zijn van een uitzonderlijke typologie. Elk pand heeft aan beide gevels een toegang, aan de Marquettezijde (voorzien van ruime plantsoenen, compensatie voor het ontbreken van een tuin) via een 90 cm hoog bordesje, aan de ter Kleef zijde in oorsprong via een pui, geheel bestaande uit vouwdeuren zodat deze in zijn geheel open kon. (Een paar panden hebben dit nog). De Begane Grond heeft een plafondhoogte van 3,60 m, de verdieping 2,66. De hoofddraagconstructie bestaat uit een skelet van betonnen balken en kolommen. De Begane Grondvloer is een betonvloer, de verdiepingsvloer een betonnen systeemvloer ('balken en broodjes'), het platte dak is van hout. Mijns inziens is dit een prototype voor de ideale woon/werkwoning, elke indeling is mogelijk en ook verticaal kunnen eenvoudig doorbraken worden gemaakt. Het verbaast mij dan ook zeer te zien hoe weinig waardering dit unieke rijtje op de Waarderingskaart krijgt : Orde: Waardering Bouwtype: Waardering Architectuur: Waardering Verkaveling: Waardering Bijdrage aan Tuinstadkarakter:
3
3 (???????) 2 (??) 3 (..?..) 3 (mag er in de Tuinstad niet gewerkt worden
Is er wel goed gekeken? De omschrijving portieketagewoningen per 2 met in plint bedrijfsruimtenroept namelijk een totaal ander beeld bij mij op... (Hoezo portieketagewoning per 2 ???) De architectuur is niet uitzonderlijk, maar functioneel en zeker niet slecht, met aan beide gevels op de verdieping een mooie ruime buitenruimte, gedeeltelijk balkon gedeeltelijk loggia, karakteristiek voor Buitenveldert.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 96 van 138
Wanneer ik deze architectuur bijvoorbeeld eens even vergelijk met de zeer middelmatige architectuur van de flatgebouwen Cronenburg, Egelenburg, Nijenburg en Assumburg (flats met kropgezwel, zoals wij ze destijds in Delft noemden) en ik zie dat die de hoogste waardering krijgen, een 5 (een punt meer zelfs dan Rietvelds Joods Cultureel Centrum!!??), dan krab ik mij toch wel even van verbazing achter de oren.... De drive-in woningen van Zanstra, waar ik hier op uitkijk scoren qua architectuur met 4 punten liefst 2 punten hoger. Helaas is de architectuur van deze woningen veel te zwak om alle puiwijzigingen, individuele fantasievoordeuren, kortom de zaken die de woning een persoonlijk tintje geven, te kunnen verdragen. Het totaalbeeld is van een treurige armoedigheid. (Wèl mooi (maar merkwaardig genoeg met dezelfde architectonische waardering) zijn de sterke plastische gevels van ditzelfde type aan de van Boshuizenstraat, helaas ook daar verzwakt door allerlei individuele ingrepen.) Dit bouwtype is zeker interessant met zijn mogelijkheden als woon/werkwoning,alleen is het jammer dat de BG zo'n geringe verdiepingshoogte heeft. Met 4 punten scoort dit type toch weer een punt hoger dan het onze... Zo blijf ik me verbazen en ik kan in dit gebied nog wel even doorgaan (de relatief hoge waardering bijvoorbeeld voor de afschuwelijke zadeldakßats langs de van Boshuizenstraat, of de overdreven hoge architectuurwaardering voor de zeer middelmatige galerijßats rond de winkelhoven in de Kastelenstraat, en had de woning van Herman Haan op Aldengoor 10 niet tot monument verklaard moeten worden om de gevels weer in originele staat te kunnen herstellen? Hulde voor de hoge waardering van het oude Nicolaaslyceum, maar het mag helaas niet baten, voor het 'stadsdeel met de kettingzaag' is niets veilig...), maar ik wilde het niet al te lang maken en het ook nog over iets anders hebben. 20.2 Buitenveldert lijkt me ook veel meer stedenbouwkundig interessant dan architectonisch. (...) Dat is een meer stedenbouwkundig aspect. Buitenveldert lijkt me ook veel meer stedenbouwkundig interessant dan architectonisch. (Ik zou niet veel individuele gebouwen weten die als architectonisch monument moeten worden aangewezen, terwijl het Stadsdeelbestuur daarmee juist haar voorstel 'van zorgvuldig tot eenvoudig'beargumenteert...) De grote oost-west verbindingen, de Boelelaan en de Van Nijenrodeweg hebben beide aan de zuid-zijde een 8 verdiepingen hoge gevelwand. Dat
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 97 van 138
betekent dat zeer grote stukken openbare weg permanent in de slagschaduw van deze gebouwen liggen. Gelukkig is het wel zo neergezet dat hier geen andere woningen last van hebben. Maar hoe mooi (de Van Nijenrodeweg langs het Gijsbrecht van Aemstelpark!, De Boelelaan is ronduit lelijk,) het wegprofel hier soms ook is, deze straten zijn altijd duister, kil en onaangenaam (behalve op zeer warme zomerdagen). Daarom wil je als Þetser zo graag een groene oost-west route door het Gijsbrecht van Aemstelpark met een goede verbinding naar het Amsterdamse Bos en naar de Amstel door het Amstelpark. Erg jammer is het ook dat er kennelijk nooit is nagedacht over een groene noord-zuid route, de Minervalaan doortrekken naar de Kalfjeslaan en Amstelveen! Ook zou eens nagedacht kunnen worden of er niet iets gedaan moet worden aan de brute doorsnijding van de Kalfjeslaan door de Buitenveldertselaan. Ik hoop niet dat u me kwalijk neemt dat ik inmiddels ben terechtgekomen op een terrein dat meer tot de taken van de DRO's behoort dan die van de welstand. Dit komt een beetje omdat ik voor deze onderwerpen eigenlijk geen gesprekspartner weet, er is geen podium en de DRO ventileert ideeën die ik eerder ervaar als een nachtmerrie. Ideeën bijvoorbeeld, als een route voor de pleziervaart van Amstel naar Nieuwe Meer over de Kalfjeslaan(je ziet de blauwe uitlaatgaswolken op mooie zomerse dagen al hangen...) of deSportboulevardlangs het museumtramlijntje (lekker veel parkeerplaatsen en volop overlast veroorzakendeevenementen). Waar blijft toch die Groene Fietsroute langs die tramlijn, zoals die in Amstelveen wèl is gerealiseerd, en doorlopend langs de Kostverloren Kade naar het Y met een aftakking naar het Vondelpark? Ik twijfel er niet aan of u weet uit dit schrijven te halen wat voor de Welstand relevant is. Vergeeft u mij dat ik even doordraaf, maar misschien is het toch niet geheel zinloos voor het grotere verband... 20.2.1 Beantwoording Zie 17.2.1. wat betreft Marquette 30-44 De opmerkingen over de ruimtelijke ordening van Buitenveldert hebben inderdaad geen relevantie voor de welstandsnota. 20.2.2 Gevolgen voor de nota
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 98 van 138
Zie 17.2.2.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 99 van 138
21 Stichting Monumenten AmsterdamNoord
21.1 Hoofdopzet overtuigend De nieuwe hoofdopzet van de nota vindt ons bestuur overtuigend, (...) 21.2 Na een jaar evaluatie (...) maar in de procedure na vaststelling zou tenminste na een jaar een evaluatie kunnen worden gehouden. 21.2.1 Beantwoording
Het voornemen bestaat om de nota een jaar na de vaststelling te evalueren.
21.2.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 21.3 Probleem door rijksbemoeienis met vrijstelingen Er is een probleem ontstaan door de rijksbemoeienis met vrijstellingen voor ruim aanbouwen aan de achterkant en ook nog dakkapellen bij woningen met een kap. Bij wooncomplexen type tuindorp doemt een ruimte probleem op bij geknikte hoeken en aan einden van bouwblokjes. Zolang beoogde bescherming nog niet van kracht is en al veel woningen zijn verkocht, kan dit probleem ontstaan. 21.3.1 Beantwoording
Het vergunningsvrij bouwen betekent inderdaad dat er geen preventief welstandstoezicht bestaat. Dat zal veranderen nadat de Van der Pekbuurt door het Rijk als beschermd stadsgezicht is aangewezen. 21.3.2 Gevolgen voor de nota
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 100 van 138
Geen. 21.4 De omgeving van het bouwwerk meenemen bij de beoordeling (de tuin, paden en de berging etc.) De beoordeling van de omgeving van een bouwwerk kan sterker worden verwoord. Bij renovatie van woningen wordt de tuin en de berging soms meegenomen. Bij een potentieel te beschermen gebied toetst Bouwtoezicht deze onderdelen niet. Wie doet het wel? Het aanzien van een tuindorp kan door dit gat in de controle schade oplopen. Als de corporatie de open structuur van achterpaden door afsluiting wijzigt is er sprake van aantasting van een wooncomplex. Een bestemmingsplan regelt de aard van de achterpaden niet. Hier schiet de beoordeling alleen op bouwvergunning voor renovatie tekort. 21.4.1 Beantwoording
De welstandsnota heeft alleen betrekking op bouwwerken. Het gebruik van tuinen is "vrij", voor zover dit geen hinder of overlast als bedoeld in het Bouwbesluit 2012 oplevert. 21.4.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 21.5 Niet alleen het uiterlijk van bouwwerken, de houten draagstructuur of plattegrond is ook belangrijk De schoonheid is geheel gebaseerd op de werking van de buitenkant van bouwwerken. Bij houten huizen en stolpboerderijen is het wezen de houten draagstructuur, Over het respectvol behandelen mag wel een zin worden opgenomen. De stabiliteit neemt af als men korbelen wegzaagt, of een schoor uit het vierkant wegneemt. De vraag rijst ook of men in beoogd te beschermen wooncomplexen ingrijpende plattegrond wijzigingen kan toestaan. Voorbeeld: hoort een aparte keuken in vroege sociale woningbouw tot de erfgoedwaarde? Zoja dan geen kaalslag binnen de bouwmuren. Zonee dan kan de initiatiefnemer alles achter de ramen herindelen maar dan is de renovatie nieuw wonen binnen een oude schil en is de cultuurhistorische waarde aangetast. 21.5.1 Beantwoording
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 101 van 138
Het welstandsbeleid heeft uitsluitend betrekking op het uiterlijk van bouwwerken. Het binnenwerk van een gebouw is alleen bij monumenten beschermd. 21.5.2 Gevolgen voor de nota
Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 102 van 138
22 Heemschut, afdeling Amsterdam Ing. L.J. Eelman, voorzitter en de stichting Monumenten Amsterdam-Noord, Ir C.A. Alberts, voorzitter
22.1 Kritiek op de beoordeling en het hanteren van de welstandsnota door de welstandscommissie Onze zienswijze richt zich op de beoordeling en het hanteren van de welstandsnota door de welstandscommissie, waarover niets in de nota wordt gemeld. Tot nu is in ons stadsdeel de deskundigheid en ervarenheid met die verschillende bouwstijlen helaas niet altijd gebleken. Amsterdam Noord is het enige stadsdeel met 4 markante en verschillende bouwperiodes. De welstandsbeoordeling en advisering vindt tot nu plaats door de commissie die gaat over nieuwbouwgebieden. In het verleden is geklaagd bij de welstandscommissie en zijn voorbeelden van slechte adviezen getoond. Helaas was het toen niet mogelijk om in de bijzondere en kwetsbare gebieden een commissie in te schakelen met meer affiniteit tot die oudere gebieden. Zodat er nog steeds ernstige aantastingen mogelijk zijn en ook plaatsvinden. Via deze zienswijze leggen wij het probleem voor. Onze kennis en ervaring betreft Amsterdam Noord waar eerder twee en nu drie bouwperiodes op een hoog niveau zijn vertegenwoordigd en beschreven: •De gordel 20-40, een potentieel rijksbeschermd stadsgezicht, de procedure is gestart. •Het AUP gebied, na vaststelling; inmiddels zijn de belangrijke delen ervan benoemd. •De bebouwing van de Waterlandse zeedijk waarvoor de procedure is gestart om deze aan te wijzen als rijksbeschermd stadsgezicht. De drie beschermde dorpsgezichten Durgerdam, Ransdorp en Holysloot passen daarbij en zijn inhoudelijk niet te vergelijken met de 19e eeuwse ring of centrum Amsterdam. Natuurlijk willen wij graag dat de bijzondere waarden van de drie genoemde gebieden worden gerespecteerd. Dat het gezicht van de dijkbebouwing niet verder wordt ontluisterd door het toestaan van niet-
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 103 van 138
passende maar eerder nostalgische vervanging of te veel zichtbare dakkapellen. Wij hebben als erfgoedinstellingen in de loop van jaren zienswijzen ingediend tegen ontoelaatbare aantastingen van (rijks)monumenten, omdat het bouwplan ernaast werd goedgekeurd na een positief advies van Welstand. We gingen enkele malen in beroep en we kregen altijd ongelijk omdat de welstandscommissie het met het plan eens was. Onze wens is dat de gebieden in rood-paars op de welstandsniveau-kaart door een aparte deskundige commissie wordt beoordeeld en niet door een op nieuwbouw georiënteerde commissie. Uw motto “Sterk waar nodig” is hier nodig. 22.1.1 Beantwoording De zienswijze richt zich op de beoordeling en het hanteren van de welstandsnota door de welstandscommissie. De werkwijze en de samenstelling van de Commissie zijn geen onderwerpen van de welstandsnota. Bij het in werking treden van de nota zal ook een nieuwe werkwijze worden geïntroduceerd. De uitwerking hiervan vindt momenteel nog plaats. In de uitwerking zal ook aandacht worden gegeven aan de samenstelling van de Commissie. 22.1.2 Gevolgen voor de nota
Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 104 van 138
23 De Commissie Ruimtelijke Ordening van het wijkontmoetingscentrum Buitenveldert, Mw.M. Disselhoff, voorzitter
23.1 Bezwaar: Stadsdeel Zuid wil afwijken van de centrale Welstandsnota. Wij verwijzen met name naar punt F. van de zienswijze van het Stadsdeel ten aanzien van de Welstandsnota waarin het DB van het Stadsdeel voorstelt het welstandsniveau van het AUP-gebied in Zuid te verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig (pag. 24). Dit is in tegenspraak met het advies van het Bureau Monumenten en Archeologie en de opgestelde kaarten. Allereerst verwijzen naar de volgende documenten: e-mail van Mw. De Bruin van 2 november jl., waarin ons werd toegestaan een zienswijze in te dienen tot 19 november omdat Stadsdeel Zuid die datum op haar website heeft vermeld; de zienswijze die Stadsdeel Zuid op deze concept nota heeft ingediend; het voorontwerpbestemmingsplan Buitenveldert 2013 dat het Stadsdeel per 19 november ter inzage zal leggen; de nieuwe AUP kaart; Buitenveldert in Balans uit 2009; Buitenveldert Tuinstad in optima formauit 2008. Onze Commissie Ruimtelijke Ordening behartigt belangen van bewoners in Buitenveldert en tracht de bijzondere kwaliteit van Buitenveldert te beschermen. Buitenveldert is immers de meest succesvolle naoorlogse wijk van Nederland, ontworpen door van Eesteren en bewoond sinds 1958. Onze wijk is bijzonder harmonisch, groen en ruim van opzet, bovendien zeer gevarieerd en dus geliefd bij de diverse bevolkingsgroepen. Echter, de komst van de Zuidas, de verstedelingsopgave uit de Structuurvisie Amsterdam en al te nonchalant beleid bedreigen het succes van deze wijk, een wijk waar Amsterdam trots op moet zijn en beschermen. Stadsdeel Zuid wil afwijken van de centrale Welstandsnota. Wij verwijzen met name naar punt F. van de zienswijze van het Stadsdeel ten aanzien van de Welstandsnota waarin het DB van het Stadsdeel voorstelt het welstandsniveau van het AUP-gebiein Zuid te verlagen van zorgvuldig naar eenvoudig (pag. 24). Dit is in tegenspraak met het advies van het Bureau Monumenten en Archeologie en de opgestelde kaarten.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 105 van 138
Het Stadsdeel is recent door de Ombudsman op de vingers getikt voor de omgang met burgers vanwege onvoldoende informatieverstrekking, communicatie, - handhaving en - inzet bij problemen als gevolg van bouwwerkzaamheden. Wat betreft het nieuwe concept Bestemmingsplan Buitenveldert wil het Stadsdeel niet te veel beperkingen, want al dat toetsen en handhaven kost maar tijd is de mening van het Stadsdeel.Deze opstelling betreuren wij. Concluderend bepleiten wij: dat het Stadsdeel zich conformeert aan de thans voorliggende centrale Welstandsnota; dat het aanstaande Bestemmingsplan Buitenveldert 2013 dienovereenkomstig wordt aangepast dat burgers adequaat en tijdig worden geïnformeerd en geassisteerd bij bouwwerkzaamheden; dat de aanbevelingen van de Ombudsman worden overgenomen; dat onze bewoners kunnen rekenen op behoud en bescherming van de schoonheid van Buitenveldert. 23.1.1 Beantwoording
Zie 1.6.1 23.1.2 Gevolgen voor de nota
Zie 1.6.2
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 106 van 138
24 Stichting monumenten Amsterdam Noord
24.1 We missen een adviescommssie voor de openbare ruimte in gebieden met een hoge waardering. In de nota op blz. 85 staan als welstandsvrije objecten onder meer genoemd: De inrichting van de openbare ruimte, met inbegrip van kleine bouwwerken tot maximaal 3 meter hoog. Als het doel "De schoonheid van Amsterdam behouden en bevorderen" serieus wordt genomen is het gewenst om deskundigen in te schakelen in die gebieden waar een hoge waardering geldt voor de stedenbouw en de openbare ruimte. Want deze hangen nauw samen. De waarde is duidelijk aangegeven in de waarderingskaarten van de gordel 20-40 en bij de te beschermen AUP- gebieden. Tijdens de inspraakavond op 15 oktober jl. werd meegedeeld dat "straatmeubilair valt onder vergunningsvrije bouwwerken. De kwaliteit van de openbare ruimte waarborgt de gemeente als beheerder van de openbare ruimte". . We zien echter regelmatig aantastingen van de ruimtelijke kwaliteit in gebieden met een hoge waardering door: •Niet passend straatmeubilair en bestrating, •Containers, borden, reclame, mobiele gebouwtjes en vaste afvalcontainers op kwetsbare en prominente plaatsen "omdat er ruimte is", •Tijdelijke gebouwen op plaatsen waar niet gebouwd mag worden en in openbaar groen. Bij de (ook potentiële) beschermde stads-en dorpsgezichten is daartoe een speciale advies commissie gewenst, die een brede ervaring opbouwt in zaken als verharding, afwatering, riolering, openbare verlichting, nutsgebouwen en straatmeubilair, een commissie die meedenkt en adviseert. De invoering van de Puccini methode met gebruik van een beperkt pakket straatmaterialen is nuttig. Het is zeker mogelijk passende materialen te gebruiken in beschermde gebieden, zoals de stads-en dorpsgezichten, de gordel 20-40 en de AUP-gebieden, omdat de genoemde gebieden elk een grote oppervlakte hebben. Bij een herprofilering of grote verandering kan de openbare ruimte, bestrating en straatmeubilair samenhangend en passend worden uitgevoerd.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 107 van 138
Burgemeester en Wethouders kunnen een ontheffing geven, ze zijn via het bestemmingsplan bevoegd. Meestal is de nood in tijd en plaats hoog en wordt de welstandscommissie niet geraadpleegd. Wij adviseren om bij tijdelijke plaatsing van snelbouw-eenheden bij scholen de plannen door Welstand te laten toetsen. Zij kunnen dan B&W of stadsdeelbestuur adviseren bij de ontheffing. Nu tast een dergelijk gebouw vaak de ruimtelijke beleving en/of het openbaar groen aan. In steden met weinig openbare ruimte en speelruimte is het langdurig onbruikbaar maken van speelplaatsen nadelig voor de opvoeding van kinderen. 24.1.1 Beantwoording
Straatmeubilair en tijdelijke bouwwerken zijn door de wetgever uitgezonderd van het welstandstoezicht. De zienswijze richt zich ook op de taak van de welstandscommissie. De taak, de werkwijze en de samenstelling van de Commissie zijn geen onderwerpen van de welstandsnota. Bij het in werking treden van de nota zal ook een nieuwe werkwijze worden geïntroduceerd. De uitwerking hiervan vindt momenteel nog plaats. In de uitwerking zal ook aandacht worden gegeven aan de samenstelling van de Commissie. 24.1.2 Gevolgen voor de nota
Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 108 van 138
25 A.H.Vonk
25.1 De nota is in grote lijnen opgesteld volgens een standaardmatrix: maatwerk kan daardoor niet worden geleverd, ook al omdat een goede onderliggende inventarisatie ontbreekt. Het lijkt een mathematische beoordeling. Het valt op, dat in algemene zin wel wordt verwezen naar de vigerende welstandsnota's van de stad en haar stadsdelen. Maar dat dit in bijna alle omschrijvingen van stadsdelen aan woningbouw,kantoren bouw, en zo verder niet specifiek wordt genoemd. Terwijl in tegenspraak wel expliciet de welstandsnota "Zuid-as" wel In grote lijnen blijkt mij, dat bijna alles opgesteld is volgens een standaardmatrix, waardoor de nota blijkt een eenheidsworst te worden. De kwaliteit van de wijze van welstandsbeleving wordt hiermede inhoudelijk verlaagd. Maatwerk over het stadsgebied, stadsdeel, wijk, of buurt kan wegens het ontbreken van een goede onderliggende inventarisatie niet worden gevonden. Een kwalitatieve inhoud volgens de matrix houdt hiermee geen rekening. Juist door deze indeling aan hoofdpunten, zijnde: - Uitgangspunten: - Waardering: - Beoordeling: - Criteria •Ligging •Massa •Architectonische uitwerking •Materiaal en kleur Hierdoor komt naar voren, dat de beoordeling van welstand slechts een mathematische beoordeling schijnt te worden. Als je spreekt van "de schoonheid van Amsterdam", doet deze nota geen goed om Amsterdam te beschermen tegen het oprichten van en verbouwen van gebouwen in Amsterdam in samenhang met haar of zijn omgeving vanuit architectonisch inzicht.wordt genoemd !!! 25.1.1 Beantwoording
Een zekere systematisering is nodig om het welstandkader toegankelijk te maken. Wij menen dat gelet op de mogelijkheden om op grond van
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 109 van 138
gebiedsgerichte en algemene criteria maatwerk te bieden, de beoordeling op deskundige wijze op inhoudelijke gronden kan geschieden.
25.1.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 25.2 Het valt op, dat in algemene zin wel wordt verwezen naar de vigerende welstandsnota's van de stad en haar stadsdelen. Het valt op, dat in algemene zin wel wordt verwezen naar de vigerende welstandsnota's van de stad en haar stad sdelen. Maar dat dit in bijna alle omschrijvingen van stadsdelen aan woningbouw,kantoren bouw, en zo verder niet specifiek wordt genoemd. Terwijl in tegenspraak wel expliciet de welstandsnota "Zuid-as" wel wordt genoemd !!! Het zou juister zijn, dat alle vigerende welstandsnota's worden benoemd in een aparte bijlage. Dit is dan ook mijn verzoek. 25.2.1 Beantwoording
Met de vaststellling van de nota komen de stadsdeelnota's te vervallen. Van kracht blijven de welstandscriteria die samenhangen met sterke ruimtelijke ontwikkelingen (transformaties). Zij zijn opgenomen in bijlage 4. Daar valt ook de welstandsnota Zuidas onder. 25.2.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 25.3 Inzake de welstandstoets Ik vraag mij af, of een welstandscoördinator als ambtenaar alleen wel de juiste persoon is om inhoudelijk e.e.a. te kunnen beoordelen. : Per 1 januari 2013 wordt een wijziging van het Besluit Omgevingsrecht verwacht waardoor B&W of het dagelijks bestuur van een stadsdeel niet meer verplicht zijn voor elk bouwplan advies te vragen aan een onafhankelijke welstandscommissie: het verplichte advies door een welstandscommissie kan in voorkomende gevallen ook vervangen worden door een ambtelijke welstandstoets. Zie ook de "Toets door het stadsdeel" In hoofdstuk 6 van de welstandsnota, 'Welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen, zijn voor vele kleine ingrepen aan de
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 110 van 138
bestaande bebouwing concrete criteria opgenomen. Deze criteria zijn niet per definitie dwingend, maar hebben vooral als doel aan aanvragers zo veel mogelijk zekerheid te geven over het verkrijgen van een positief welstandsadvies. Als bouwplannen aan de beschreven criteria voldoen c.q. deze standaardoplossingen volgen, zullen deze in de regel een positief advies krijgen en snel vergund kunnen worden. Deze toetsing kan uitgevoerd worden door een door het stadsdeel aangewezen ambtenaar (bijvoorbeeld een welstandco&dinator). Ik vraag mij af, of een welstandscoördinator als ambtenaar alleen wel de juiste persoon is om inhoudelijk e.e.a. te kunnen beoordelen. Met andere worden, zo'n ambtenaar 'kan' niet alleen beoordelen, Dit dient te geschieden door een driehoofdige commissie, welke bestaat uit een deskundige met kwalitatief historisch inzicht, een deskundige met een inzicht inzake schoonheid, verhoudingen, en architectonisch kunnen beoordelen, en een burger met hart voor de stad. 25.3.1 Beantwoording
De taak, de werkwijze en de samenstelling van de Commissie zijn geen onderwerpen van de welstandsnota. Bij het in werking treden van de nota zal ook een nieuwe werkwijze worden geïntroduceerd. De uitwerking hiervan vindt momenteel nog plaats. In de uitwerking zal ook aandacht worden gegeven aan de samenstelling van de Commissie en de kwaliteit van de ambtelijke toetsing. 25.3.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 25.4 Welstandsnota's van de stadsdelen KUNNEN worden omzeild Ook blijkt mij, dat welstandsnota's van de stadsdelen KUNNEN worden omzeild !!!Gezien de toepassingsvoorwaarden. Er blijft een mogelijkheid, dat het bestuur de adviezen in de wind kan slaan. Ik ben van mening, dat dit niet wenselijk is. In deze dient dit democratisch e.e.a. te worden beoordeeld en beslist Er dient dus beter onderscheid te worden gemaakt naar belangrijkheid en grootte van op te richten bouwwerken en renovaties. 25.4.1 Beantwoording
De nota kent zo nauwkeurig mogelijke criteria voor de meest voorkomende bouwwerken. Van deze criteria mag worden afgeweken bij bouwplannen die een uit oogpunt van welstand een gelijkwaardige of betere oplossing
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 111 van 138
bieden. Dat is nodig. Op deze wijze voorkomt de nota dat starre formuleringen, die alleen voor bepaalde gevallen optimaal zijn, kwalitatief hoogwaardige oplossingen in de weg staan. 25.4.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 25.5 De gewijzigde erfgoedverordening: gemeentelijke monumenten het lijkt het mij juister, dat meer volledig wordt aangegeven de status ervan in deze welstandsnota. Ten slotte maak ik mij zorgen de het hoofdstuk waarin "gemeentelijke monumenten" worden genoemd. Gezien de gewijzigde erfgoedverordening van de gemeente Amsterdam, welk binnenkort door de gemeenteraad wordt behandeld, lijkt het mij juister, dat meer volledig wordt aangegeven de status ervan in deze welstandsnota. Juist, omdat in de nabije toekomst steeds vaker dit soort "monumenten" worden benoemd. De verordening zou mijn inziens integraal als hoofdstuk in het kader van de welstandsnota dienet te worden opgenomen. Ook dient dan mede te worden aangegeven, dat er een verschil dient te worden bepaald voor de buitenzijde en de binnenzijde van zo'n gemeentelijk monument. Als bestuurder van een kerkgenootschap in Amsterdam-Buitenveldert zie ikmet angst en beven, dat gebouwen ongerijmd worden opgezadeld met dit soort 'benoemingen' zonder, dat er rekening wordt gehouden met het huidig en toekomstig gebruik. 25.5.1 Beantwoording
De "erfgoed" verordening heeft vooral betrekking op procedurele aspecten, bij de welstandsnota gaat het om inhoudelijke beoordelingscriteria. Wij menen dat hoofdstuk 5 (Welstandscriteria voor erfgoed) goed weergeeft welke inhoudelijke aspecten bij de beoordeling van een verandering van een monument een rol spelen. 25.5.2 Gevolgen voor de nota
Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 112 van 138
26 Marina Roosebeek
26.1 Verheugd over het vaststellen een (1) nota voor de hele stad en vaststellen kaarten AUP Na lezing van de concept welstandnota: de schoonheid van Amsterdam 2013 moet ik zeggen verheugd te zijn dat er één nota voor de gehele stad is gekomen. Ook is het vaststellen van de AUP waarderingskaarten een goede zaak evenals het streven naar vereenvoudiging. 26.2 Pas een echte vereenvoudiging toe voor een aantal gebieden/ ruimtelijke systemen Concluderend verzoek ik u een echte vereenvoudiging voor de [onderstaande] gebieden toe te passen, met minder criteria, maar wel met criteria die passen bij een heldere typologie van bouwwerk of gebied en zodanig dat deze goed herkenbaar zijn voor gebruikers. 26.3 29 criteria noordelijke linten geven nauwelijks informatie gevende context (het landschap of de kwaliteit van de landelijke omgeving) waarin een bouwwerk moet passen. De waterlandse zeedijk in Amsterdam Noord is een belangrijke structuurdrager en binnenkort rijksbeschermd gezicht. De structuur wordt bepaald door de landschappelijke ondergrond, dit geldt niet alleen voor de dijk, maar voor de meeste historische linten en kernen. De beschrijving en criteria van de linten zijn ondergebracht in de rubriek noordelijke linten en voorzien van 29 criteria, die nauwelijks informatie geven over de context (het landschap of de kwaliteit van de landelijke omgeving) waarin een bouwwerk moet passen. Wendbaar zijn de criteria misschien wel (het zijn er zoveel) maar toepasbaar voor dit Rijksbeschermd gezicht niet. Criteria voor bebouwing op het dijktalud bij woonboten ontbreken ook. 26.3.1 Beantwoording De gebiedsgerichte criteria moeten steeds worden gelezen in samenhang met de in de inleiding beschreven uitgangspunten, waarin de context van de omgeving is beschreven. Een belangrijke vereenvoudiging ten opzichte van de bestaande nota's is dat er geen gedetailleerde beschrijvingen van deelgebieden op buurtniveau meer zijn opgenomen. Alleen waar dat nodig is, is binnen het ruimtelijk systeem een verdergaand geografisch
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 113 van 138
onderscheid gemaakt naar type bebouwing. In het ruimtelijk systeem "historische kernen, linten en fragmenten" volstaan wij met het onderscheid tussen Noordelijke linten, Zuidelijke linten, Oude dorpen en Fragmenten. De criteria in dit hoofdstuk zijn anders van karakter dan de criteria voor veel voorkomende bouwplannen. Zij geven steun aan de gewogen deskundige beoordeling door de welstandscommissie. De criteria voldoen ook voor de beoordeling voor de bebouwing op het dijktalud, met name de eis om doorzichten naar het landschap te behouden (pag. 117). 26.3.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 26.3.1 Negentiende eeuwse Ring. Drie gebiedstypen: ingetogen blokbebouwing, gedecoreerde blokbebouwing villa’s en herenhuizen sluiten elkaar niet uit: Waardering van de orden is niet in de criteria verwerkt.Gordel 20-40, onderverdeling in oost en west en een aparte categorie voor zuid komt niet terug in ordekaarten.
De bebouwing van de negentiende eeuwse Ring is onderverdeeld in drie gebiedstypen: ingetogen blokbebouwing, gedecoreerde blokbebouwing villa’s en herenhuizen. Deze categorieën sluiten elkaar niet uit. Daarbij is bij de waardering van de panden op de ordekaart niet in de criteria verwerkt. Hoe weet een leek in welke categorie zijn pand valt? De bebouwing van de gordel 20-40 is ondergebracht in oost en west en een aparte categorie voor zuid. De ordekaarten zijn erop gericht het gebied als een geheel te zien, nu wordt er een onderverdeling gemaakt die niet in de ordekaarten is opgenomen. 26.3.2 Beantwoording Zoals hiervoor vermeld is een belangrijke vereenvoudiging dat er geen gedetailleerde beschrijvingen van deelgebieden meer zijn. Alleen waar dat nodig is, is binnen het ruimtelijk systeem een verdergaand geografisch onderscheid gemaakt naar type bebouwing. De door Marina Oosterbeek genoemde onderverdelingen naar gebiedstypen, zijn dan ook niet bedoeld als criteria op pandniveau, maar als beschrijvingen van de overheersende gebouwtypen in een bepaalde buurt. Alleen indien nodig werken deze typen door in de toetscriteria van hoofdstuk 6. 26.3.3 Gevolgen voor de nota
Geen. 26.4 AUP onderverdeeld in elkaar niet uitsluitende gebiedstypen
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 114 van 138
De bebouwing van de AUP gebieden is op dezelfde manier als de 19de eeuwse Ring onderverdeeld in elkaar niet uitsluitende gebiedstypen. Hoe moet je weten dat het huis behoort tot oorspronkelijke strook, een vernieuwde strook of open blok? De criteria van de kenmerkende gebouwtypen zijn op een hoop gegooid en dat leidt tot een lange lijst criteria, die niet duidelijk zijn voor de verschillende bouwtypen ( vrijstaande villa’s, hoogbouw, schoolgebouw et cetera). De bij de AUP waarderingskaarten genoemde optelsommem A+S maken onvoldoende duidelijk wat de waardering van een pand is. 26.4.1 Beantwoording
Ookhier moet weer een onderscheid worden gemaakt tussen de criteria voor de veel voorkomende bouwplannenen de gebiedsgerichte criteria. Voor veel voorkomende kleine bouwplannen (zie hoofdstuk 6) geldt alleen de Welstandskaart Architectuur (de tussenwaarderingskaart B). De criteria die voortkomen uit de waardering van de bebouwing op deze kaart (Ordes WA-basis, WA3, WA2 en WA1) zijn verwerkt in de criteria voor kleine veel voorkomende bouwplannen (hoofdstuk 6).Bij de welstandsbeoordeling van de overige plannen worden zowel de criteria die horen bij de architectonische waardering als ook de criteria die horen bij de stedenbouwkundige waardering gebruikt.De verschillende elementen mondden uit in een totaalwaardering, die iets zegt over deruimte die er is om de bestaande gebouwencomplexen al dan niet ingrijpend te wijzigen. Wij menen dat met name de corporaties die veel bezit hebben in het AUP gebied hiermee een goed hulpmiddel hebben, om de strategie ten aanzien van hun bezit te bepalen. De toelichting kan duidelijker. 26.4.2 Gevolgen voor de nota Tekst is aangepast en verduidelijkt.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 115 van 138
27 De Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, Minne Dijkstraen Dingeman Coumou
27.1 Welstandstoezicht in de praktijk.De afgelopen jaren zijn weer diverse bouwwerken in de binnenstad verrezen die afbreuk doen aan die kwaliteiten. Regelmatig hebben wij met verbazing geconstateerd dat de Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM) bouwplannen een positief advies geeft die in strijd zijn met de door u vastgestelde welstandscriteria of slechts met moeite daarmee in overeenstemming zijn te brengen. Met de welstandsregels is eigenlijk niets mis. Maar hoe staat het met het welstandstoezicht aan de hand van deze regels? De afgelopen jaren zijn weer diverse bouwwerken in de binnenstad verrezen die afbreuk doen aan die kwaliteiten. Regelmatig hebben wij met verbazing geconstateerd dat de Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM) bouwplannen een positief advies geeft die in strijd zijn met de door u vastgestelde welstandscriteria of slechts met moeite daarmee in overeenstemming zijn te brengen. Een recent voorbeeld betreft RokinPlaza (zie afb. 1). De nieuwe vormgeving van dit gebouw is in strijd met de welstandscriteria: zo zijn onder andere setbacks aan de voorkant niet toegestaan en wordt de toepassing van hout, baksteen of natuursteen als gevelmaterialen voorgeschreven. Na de beoogde transformatie heeft Rokin-Plaza straatgevels in hoofdzakelijk metaal (brons) en glas, setbacks en een onverhuld plat dak gekregen, door het wegslopen van de schuine dakschilden aan Rokin en Kalverstraat. Hierdoor zal het complex zich bovendien van enige afstand bezien hoger voordoen dan thans het geval is. Kortom: genoeg zwaarwegende redenen om dit plan op basis van de welstandsnota af te keuren. De CWM was echter enthousiast en sprak van “een bescheiden en rustig ontwerp”. De artist's impression spreekt voor zichzelf dat het hier allesbehalve om een bescheiden en rustig ontwerp gaat, maar om een aanslag op de historische binnenstad. Het betreft hier helaas geen incident. Het komt regelmatig voor dat bouwplannen worden goedgekeurd die ons inziens niet voldoen aan 'redelijke eisen van welstand' en zelfs in strijd zijn met de door u vastgestelde criteria of slechts met grote moeite daarmee in
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 116 van 138
overeenstemming te brengen zijn. Daarbij kan het net zo goed gaan om relatief kleine bouwplannen. Recente voorbeelden zijn de goedgekeurde ontwerpen voor Elandsgracht 92 (nog niet gebouwd) en Elandsstraat 101 (inmiddels voltooid) (zie afb. 2 en 3). De CWM hanteerde in het eerste geval als wens een bepaalde 'weerbarstigheid' (een term die niet in de welstandsnota voorkomt), terwijl in het tweede geval de commissie het plan omschreef als 'spannend' (evenmin een eis waaraan nieuwe bouwwerken volgens de door u gestelde criteria in de binnenstad moeten voldoen). De gebouwen contrasteren met de omgeving omdat in het eerste geval de vijandige geslotenheid of weerbarstigheid botst op de traditionele openheid van Amsterdamse gevels waarin vensters een relatief groot oppervlak innemen, in het tweede geval door de schreeuwerige referentie aan de 'geveltjes' van de Jordaan door de golvende bovenlijn, de atypische vensterindeling (vergelijk Elandsgracht 92: een nieuwe trend?), degeheel glazen 'onderpui' en het materiaalgebruik. Voldoet deze nieuwbouw aan de belangrijkste eis die wordt gesteld voor 'veel voorkomende kleine bouwplannen', namelijk 'passend binnen de samenhang en ritmiek van de straatwand'? De door de CWM gebezigde temen geven een modernistische grondhouding weer, waarin nieuwbouw moet contrasteren aan in plaats van passen in de gevoelige context van de historische binnenstad. Ons inziens is er momenteel een te grote afstand tussen de welstandsregels en de uitvoering. welstandscommissies hebben een zekere vrijheid om af te wijken van het beleid, maar ons inziens verschijnen er momenteel teveel gebouwen die afbreuk doen aan het bijzondere karakter van de binnenstad. Uitzonderingen mogen ons inziens alleen worden gemaakt wanneer er sprake is van een exceptioneel goed ontwerp. Dat valt in verreweg de meeste gevallen waarin wordt afgeweken van de criteria niet te verdedigen, zoals de genoemde voorbeelden ons inziens afdoende aantonen. De vereniging zal in de toekomst de strijdigheid van bouwplannen met de welstandscriteria kritisch bezien en verzoekt u het werk van de CWM jaarlijks te evalueren, waarbij de ervaring van onze vereniging met het welstandsbeleid kan worden benut. Immers, onze vereniging beschikt over een werkgroep Waakhond die wekelijks de ter visie gelegde bouwplannen bekijkt en daarover aan het verenigingsbestuur rapporteert. Uit het jaarverslag van 2009 lijkt de commissie zelf ook van oordeel te zijn dat er van een strijdigheid tussen de regels en de welstandspraktijk sprake is: “Er zijn geen opmerkelijke vernieuwende projecten in de historische binnenstad gerealiseerd en ook niet in voorbereiding. Dit ligt niet aan de economische bedrijvigheid, maar wellicht aam het pragmatisme om de wijzigingen onopvallend in de historische context in te passen. Hiertegen is op zich geen bezwaar indien hierbij geen geschiedvervalsing aan de orde
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 117 van 138
is, zoals imitatie of erger nog: toevoegingen die cultuurhistorisch niet in de Amsterdamse context passen. Gelukkig wordt hier in de planbeoordeling in de breedte voor gewaakt. Een tweede reden voor het uitblijven van vernieuwing is wellicht verstarrende regelgeving en/of de interpretatie daarvan. Hierdoor dreigt uiteindelijk het ontbreken van een nieuwe laag in de historische ontwikkeling van de historische binnenstad.” 1 Ons inziens is sprake van een modernistische opvatting wanneer men van mening is dat een ‘nieuwe laag in de historische ontwikkeling slechts kan worden bereikt door ‘vernieuwende’ architectuur die uitdrukkelijk hedendaags is, zonder ‘imitatie’. Beneden gaan wij in op de vraag of nieuwbouw in de binnenstad historiserend mag zijn en reconstructies zijn toegestaan. Hier wijzen wij op een tegenstrijdigheid met de essentie van de door u vastgestelde welstandscriteria, namelijk dat nieuwbouw passend moet zijn in de context. Wat is beter voor de binnenstad: ‘saaie’nieuwbouw die zich goed voegt in de samenhang en ritmiek van een gevelwand of ‘vernieuwende’ architectuur die nadrukkelijk wil opvallen? Uiteindelijk is het een kwestie van respect en beschaving. Bij vacatures moet het bestuur ons inziens kandidaten beoordelen of er werkelijk een bereidheid aanwezig is de criteria naar letter en geest uit te voeren. Hoe denkt men over de nieuwbouw in de binnenstad? Wat is belangrijker: de wens om nadrukkelijk en dwangmatig ‘eigentijds’ te zijn of de houding om het stadsgezicht zoveel mogelijk te ontzien door aan te sluiten bij bestaande kwaliteiten? Het is ons inziens de verantwoordelijkheid van het bestuur om niet alleen criteria vast te stellen, maar ook toe te zien op de naleving. Bij de aanstelling van commissieleden zou de geschiktheid van kandidaten vóór en ‡chteraf moeten worden beoordeeld. Als uit de jaarlijkse evaluatie een strijdigheid tussen de regels en de uitvoering blijkt, moeten niet de regels worden aangepast, maar moet een andere commissie worden aangesteld. De vereniging vraagt u niet alleen deze toetsing uit te voeren, maar ook daarover aan de raad te rapporteren. 27.1.1 Beantwoording De werkwijze en de samenstelling van de Commissie zijn geen onderwerpen van de welstandsnota. Bij het in werking treden van de nota zal ook een nieuwe werkwijze worden geïntroduceerd. De uitwerking hiervan vindt momenteel nog plaats. De samenstelling van de commissie vindt plaats op basis van een openbare sollicitatieprocedure, die wordt bekrachtigd met een benoeming door de (centraal stedelijke) gemeenteraad. De stadsdelen zijn vertegenwoordigd in de sollicitatiecommissie.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 118 van 138
27.1.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 27.2 Er is een opvallende verschuiving naar een verbod op ‘pseudo-historische’ reconstructies. Reconstructies zijn echter wenselijk wanneer ‘eigentijdse’ nieuwbouw een storende onderbreking zou vormen in een aaneengesloten reeks van historische gebouwen die duidelijk een aaneengesloten eenheid vormen. De oude welstandsnota maakte uitdrukkelijk geen keuze tegen historiserende nieuwbouw of reconstructie. Niet de architectuur wordt voorgeschreven, maar er wordt getracht te beoordelen of de gekozen architectuur of vormgeving kwaliteit heeft. Niet subjectieve smaakoordelen prevaleren maar objectieve kwaliteitseisen. In de conceptnota is deze benadering voor Amsterdam als geheel nog steeds aanwezig. Zo wordt voor Amsterdam Noord opgemerkt dat traditionele houtbouw de voorkeur heeft, een aanbeveling tot historiserend bouwen of zelfs reconstructie. Voor de historische binnenstad, met name het gebied van het Unesco Werelderfgoed, is er echter een opvallende verschuiving waar te nemen naar een verbod op ‘pseudo-historische’ reconstructies (p. 107). Het lijkt erop dat het hierboven geciteerde ontboezeming over de onwenselijkheid van ‘imitatie’ de prelude was op de thans voorgestelde aanpassing van de welstandsregels. Een expliciet verbod hoort ons inziens echter niet thuis in de welstandsnota. De opvatting dat elke vorm van reconstructie ontoelaatbaar is, bestaat al zo lang als de monumentenzorg bestaat. De introductie van de Grondbeginselen in 1917 betekende bijvoorbeeld geenszins een einde aan de praktijk van restauratie en reconstructie die men met deze beginselen de pas wilde afsnijden.2 Integendeel, bijna de gehele twintigste eeuw worden er in Amsterdam monumenten geheel of gedeeltelijk herbouwd. Het is niet overdreven om te stellen dat de historische binnenstad zonder deze inspanning niet zou hebben kunnen voortbestaan, laat staan de status van ‘beschermd stadsgezicht’ zou hebben verworven. In zijn afscheidscollege in 1999 brak prof. dr. Temminck Groll, hoogleraar in de restauratie en conservering van gebouwen, een lans voor een nuancering van het ‘non-reconstructiedogma’.3 Volgens Temminck Groll zijn architectuurhistorici doorgaans tegen reconstructie, terwijl architecten en monumentenzorgers vaak minder principiële bezwaren hebben, eenvoudig omdat de laatsten meer vertrouwd zijn met het ‘materialiseren van abstracties’ dan met de ‘authentieke materiaal’ waarop de eersten de nadruk leggen. Het is duidelijk dat de conceptnota door architectuurhistorici is geschreven, zonder rekening te houden met andere opvattingen. Dat is jammer, want
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 119 van 138
architectuurhistorici en monumentenzorgers hebben elkaar nodig. Steeds weer moet een afweging worden gemaakt, zonder dat restauratieprincipes als ‘behoud gaat voor vernieuwing’ tot dogma’s verworden. In de praktijk dient dus, volgens Temminck Groll, elk bouw- of verbouwopgave op zichzelf te worden bekeken. Een voorbeeld van een situatie waarin een reconstructie zeer zinvol was, is Raamgracht 17, exact in de belangrijke zichtas vanaf de Groenburgwal naar de Zuidertoren (zie afb. 3 en 4). Gezien vanaf de brug van de Staalstraat over de Groenburgwal vormt deze reconstructie de beëindiging van de zichtas over de Groenburgwal en staat deze visueel onder de Zuidertoren. Een ‘eigentijds’ gebouw op deze locatie zou het authentieke stadsbeeld ernstig verstoren. Met de insteek van de conceptnota zijn dergelijke ingrepen niet langer mogelijk. Reconstructies zijn echter wenselijk wanneer ‘eigentijdse’ nieuwbouw een storende onderbreking zou vormen in een aaneengesloten reeks van historische gebouwen die duidelijk een aaneengesloten eenheid vormen. Met reconstructies moet, ook in het oordeel van de vereniging, uiterst voorzichtig worden omgegaan, maar het gaat te ver deze geheel uit te sluiten. De vereniging vraagt om een wijziging van de conceptnota waaruit blijkt dat reconstructie, ook in de Amsterdamse binnenstad, niet op voorhand wordt uitgesloten. De binnenstad, zelfs de grachtengordel, is qua bebouwing niet zeventiende-eeuws. Tweederde van de bebouwing dateert van n‡1850. De verdienste van het Eclectiscisme tussen 1850 en 1900 was dat dit een hulpmiddel vormde om de harmonie van het oude stadsbeeld in stand te houden. Wim Denslagen stelt dat ‘het beroemde centrum van Amsterdam bij nader inzien helemaal niet het stedenbouwkundige kunstwerk (is) dat de toeristen bewonderen, maar een negentiende-eeuwse evocatie van de zeventiende-eeuwse stad, een typisch voorbeeld van invention of tradition’.4Echter, het tijdperk van het Eclecticisme loopt in de Amsterdamse binnenstad na 1900 gewoon door, alsof de vernieuwing geïntroduceerd rond 1900 niet van toepassing is op de binnenstad. Dit is aangetoond door de inventarisatie van de architectuur uit de periode 1850-1940 in het kader van de selectie van objecten voor de gemeentelijke monumentenlijst. Dit betekent ook dat de rechtlijnige geschiedschrijving, gekenmerkt door vooruitgang, geen recht doet aan de veel complexere werkelijkheid voor Amsterdam.5 Er is overigens wel een verschil tussen het Eclecticisme van v——r 1900 en het traditioneel bouwen van na 1900: traditionele historiserende gebouwen in de periode 1900-1940 worden gekenmerkt door een vereenvoudiging en vaak ook rationalisering van de vormentaal waardoor, in de woorden van J.H.W. Leliman, ‘de geest der overgeleverde stijlvormen’ werd getroffen. Hier herkennen we een invloed van de modernisering van de architectuur van Berlage op de meer conservatief ingestelde architecten. Een belangrijk
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 120 van 138
kenmerk van deze periode is de wisselwerking tussen de verschillende stromingen. Ook al wilde men de Avantgarde-architectuur niet navolgen, men werd wel beïnvloed door het idee dat architectuur ‘eerlijk’ dus eenvoudig moest zijn. Aangezien de officiële architectuurgeschiedenis niet van toepassing lijkt op de Amsterdamse binnenstad, is een nadere studie naar de jongere bouwkunst voor de verdere ontwikkeling van de wetenschap niet onbelangrijk. Vooralsnog is er nog weinig onderzoek gedaan naar de vele timmerbazen, aannemers en architectenbureaus die in Amsterdam actief waren. Daardoor is er weinig bekend over de vooroorlogse Amsterdamse bouwpraktijk. Dit zijn allemaal mogelijke nieuwe onderzoeksonderwerpen. Uit het onderzoek dat inmiddels wel is gedaan, is vastgesteld dat er in binnenstad een lange traditie bestaat van historiserend bouwen. Zonder deze traditie zou Amsterdam veel moderner ogen dan zonder deze bouwwerken. Vrijwel al deze historiserende bouwwerken onttrekken zich niet aan de geschiedenis, zoals de nota op p. 107 stelt, maar zijn als historiserende gebouwen duidelijk in de geschiedenis te plaatsen. Historiserende gebouwen en reconstructies uit de jaren twintig hebben een wat rustieke uitstraling en zijn duidelijk te onderscheiden van reconstructies uit de jaren zeventig. Historiserend bouwen betekent in de eerste plaats ook aanpassen aan de bestaande historische omgeving en moet zonder meer toegestaan zijn. De eigentijdse elementen die als vanzelf hierbij insluipen en die niet gemeden hoeven te worden, zullen deze historiserende tendensen vanzelf ook eigentijds maken. Latere generaties van architectuurhistorici zullen er net zo over praten als de huidige doet over de vooroorlogse nieuwbouw. Verbod zou dus een bestaande traditie bruut afbreken en is op theoretische gronden onhoudbaar. De conceptnota onderbouwt het verbod op historiserend bouwen en reconstructie met uitspraken van de Unesco. Echter, het is zeer de vraag of alle vormen van reconstructie vallen onder de omschrijving van ‘pseudohistorische’ bouwwerken. 'Pseudo-historisch’ is niet hetzelfde als ‘historiserend’ bouwen. Het gebruik van historische middelen om een nieuw gebouw te maken, is niet per definitie ‘pseudohistorisch’. Historiserend bouwen kan een aanpassing betekenen aan de kwalitatief hoogwaardige omgeving en een bijdrage vormen tot een samenhangend stadsbeeld. Bovendien is er sprake van een locale traditie op dat gebied die onderdeel is van de redengevende omschrijving van het Unesco Werelderfgoed. Zolang een ‘nieuwe en niet geretoucheerde architectuurgeschiedenis’7 van de binnenstad niet beschikbaar is, moet sowieso opgepast worden met het opleggen van normatieve waardeoordelen. De conceptnota dient op dit punt te worden aangepast. De vereniging vraagt om een meer genuanceerde beschrijving van de Amsterdamse binnenstad, zonder al te stellige uitspraken over de onwenselijkheid van historiserend bouwen en reconstructies.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 121 van 138
27.2.1 Beantwoording Met de aanwijzing tot Werelderfgoed behoren ook de "Uitzonderlijke universele waarde" en de authenticiteit en integriteit tot de ‘context’ waarin nieuwbouwplannen moeten worden ingepast. Herbouw mag nog steeds plaatsvinden, ook volgens Unesco. Als er zekerheid is te geven over een ooit aanwezige en dus historische toestand van een bouwwerk dan is herbouw goed mogelijk (bv een topgevel is eraf gewaaid en reconstructie is mogelijk omdat er foto's zijn en betrouwbare opmetingen). Bij deze minder grootschalige opgaven- in bestaande bouw – speelt het besef van de historische gelaagdheid van het pand / gevel een cruciale rol bij de wijze van reconstructie. Waar authenticiteit en integriteit in het geding komen is bij herbouw/reconstructies van enige omvang (bv hele gevels of zelfs hele bouwwerken) Dan gaat het in feite om 'nieuwbouw'. Grootschalige reconstructies van architectuur zijn geen restauratieopgaven. Nieuwe functionele eisen geven afwijkingen van oorspronkelijke maatvoering. Enbij dergelijke reconstructies kunnen in de materialisatie en techniek de traditionele oude bouwtechnieken en materialen niet worden toegepast. Bij reconstructies worden altijd compromissen gesloten ten koste van de geloofwaardigheid en echtheid Behalve de onmogelijkheid in de materialisatie en 'het maken’ speelt ook de onzekerheid over de historische toestand een belangrijke rol, die onzekerheid leidt tot tijdgebonden interpretaties met een a-historische toestand tot gevolg. Dan bestaat het gevaar van aantasting van de authenticiteit en integriteit van het Werelderfgoed. Bij de beoordeling of daarvan sprake is, speelt een rol dat bij iedere reconstructie compromissen gesloten moeten worden. Het gaat dus per definitie om een genuanceerd oordeel. In de nota moet worden verduidelijkt dat de welstandsnota reconstructies niet uitsluit. Hetzelfde geldt voor vormen van bouwen die gebruik maken van historische referenties. 27.2.2 Gevolgen voor de nota Voorgesteld wordt een nieuwe alinea toe te voegen aan de beschouwing over het Vienna Memorandum op pagina 109. "Eigentijdse architectuur dient in principe als zodanig herkenbaar te zijn. Dit sluit reconstructies niet uit, noch vormen van bouwen die gebruik maken van historische referenties. De beoordeling van het risico voor instandhouding van de authenticiteit hangt af van de kwetsbaarheid van de context en de omvang van de reconstructie. Daarbij is zekerheid over een ooit aanwezige en dus historische toestand van groot belang. Waar het vooral om gaat is of een ontwerp passend is binnen de context en logica van de binnenstad en de hoge kwaliteit bezit die van nieuwbouw binnen een beschermd
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 122 van 138
stadsgezicht en werelderfgoed verwacht mag worden. Maat, schaal, ritmiek, textuur, materiaal en kleur spelen daarin een belangrijke rol. De voor de binnenstad geldende welstandscriteria geven de bandbreedte aan waarbinnen de kwaliteit van nieuwbouw wordt beoordeeld."
27.3 Ontbreken van welstandseisen in de openbare ruimte In de concept-welstandsnota ontbreken bepalingen ten aanzien van reclame in de openbare ruimte, zoals banieren op bruggen, reclameborden aan lantaarnpalen, sandwichborden, steigerdoekreclame, etc. Dit is een ernstig gemis. Wij verwijzen hierbij naar de gedegen zienswijze van de Werkgroep Buitenreclame van het Wijkcentrum d’Oude Stadt. De conclusie dat welstandsbeleid inzake buitenreclame nodig is om de ‘schoonheid van Amsterdam’ in stand te houden, delen wij geheel. Ook ontbeert de nota criteria ten aanzien van objecten in de openbare ruimte, bijvoorbeeld terrasmeubilair als plastic stoelen, houten schotten en kleurige parasollen, die vaak een ernstige aantasting betekenen van het beschermd stadsgezicht. Het heeft er alle schijn van dat ondernemers in het publieke domein doen wat zij aan de gevels niet mogen doen. Andere gemeenten zijn op dit terrein veel verder dan Amsterdam. In sommige gemeenten zijn zelfs alleen terrassen met rieten stoelen toegestaan. Alhoewel wij ons afvragen of dat in Amsterdam mogelijk of gewenst is, zou er ons inziens zeker meer aandacht moeten komen voor de openbare ruimte, ook in het welstandsbeleid. 27.3.1 Beantwoording
Zie de beantwoording onder punt 3.2.1 27.3.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 27.4 Gevelreclame op de grachten: Niet toelaten: Mede gelet op de aanbeveling die de Unesco bij de aanwijzing in 2010 deed, om de reclameregels voor de grachten aan te scherpen. In de passage over de gevelreclame staat in bijlage 5 dat niet-verlichte reclame in de vorm van tekst in losse letters aan de grachten is toegestaan (p. 37). De genoemde grachten bestaan doorgaans uit grachtenhuizen waarop reclame van oudsher niet is toegepast (zelfs gevelstenen bleven afwezig). Reclame, ook niet-verlicht en in de vorm van losse letters, tast het historisch beeld van de grachten aan. Sinds de reclameregels zijn opgesteld, die thans worden genomen in de concept-welstandsnota, is de
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 123 van 138
grachtengordel Unesco Werelderfgoed geworden. Het ligt daarom in de rede, zeker gelet op de aanbeveling die de Unesco bij de aanwijzing in 2010 deed, om de reclameregels voor de grachten aan te scherpen. De vereniging stelt voor reclame op panden aan de grachten helemaal niet meer toe te staan. 27.4.1 Beantwoording Sinds de reclameregels zijn opgesteld, die thans worden genomen in de conceptwelstandsnota, is de grachtengordel Unesco Werelderfgoed geworden. Het ligt daarom in de rede, zeker gelet op de aanbeveling die de Unesco bij de aanwijzing in 2010 deed, om de reclameregels voor de grachten aan te scherpen. De vereniging stelt voor reclame op panden aan de grachten helemaal niet meer toe te staan. Antwoord: De gevelreclame voor de grachten is veel strenger dan regulier is toegestaan. De huidige regels doen naar ons oordeel recht aan het Werelderfgoed. De grachtengordel is op de werelderfgoedlijst geplaatst vanwege de Uitzonderlijke universele waarde als historisch stedelijk landschap. Daarbij is getoetst of het staande beleid voldoende is om de door UNESCO gesignaleerde Outstanding Universal Values te waarborgen. Plaatsing op de werelderfgoedlijst is tevens een erkenning dat Amsterdam (gemeente en stadsdeel, maar ook eigenaren, ondernemers en bewoners) de grachtengordel op een goede manier in stand houdt en beschermt. Plaatsing op de Werelderfgoedlijst brengt geen nieuwe regels met zich mee. 27.4.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 27.5 Stadsvernieuwingsarchitectuur: indien geen sprake is van een in architectuurhistorisch opzicht waardevolle invulling, niet de aanwezige kwaliteiten van de stadsvernieuwingsbouw, maar juist de waardevolle architectonische karakteristieken in de directe omgeving leidend dienen te zijn, zodat het stadsbeeld hersteld kan worden. Voor wat betreft de transformatie van de stadsvernieuwingsarchitectuur in de binnenstad, op p. 110, wordt de aanwezige kwaliteit als ‘leidend’ aangemerkt, waarbij voorafgaand aan de transformatie in eerste instantie een architectuurhistorische analyse opgesteld dient te worden. Dit criterium zou naar het oordeel van de vereniging echter uitgebreid moeten worden met een passage, dat, indien geen sprake is van een in architectuurhistorisch opzicht waardevolle invulling, niet de aanwezige kwaliteiten van de stadsvernieuwingsbouw, maar juist de waardevolle
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 124 van 138
architectonische karakteristieken in de directe omgeving leidend dienen te zijn, zodat het stadsbeeld hersteld kan worden. 27.5.1 Beantwoording De nota heeft een algemeen instrument om de kwaliteit te sturen: het welstandsniveau. Dit is een uitdrukking van de mate van inspanning, die bij het opstellen van een plan wordt verwacht ten aanzien van de omgeving en van het bouwwerk op zichzelf. Voor elk gebied is het gewenste welstandsniveau aangegeven. Het welstandsniveau van de Binnenstad is in de hoogste categorie ingedeeld (zie ook de beantwoording onder 2.1.1). Een apart instrument in verband met de verandering van stadsvernieuwingsbouw in een historische omgeving is niet nodig (zie over de historische context ook de beantwoording onder 27.2.1). 27.5.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 27.6 Historische winkelpuien: . Indien sprake is van een nieuwbouw-winkelpui zou meer moeten worden getracht deze een meer traditioneel Amsterdams karakter te geven Onder ‘gevelwijzigingen’ worden op p. 61-62 onder het kopje ‘Erfgoed’ voor ordepanden architectonische elementen benoemd, die behouden moeten blijven. Hierbij worden echter de historische winkelpuien niet genoemd. De vereniging dringt er op aan deze wel expliciet te noemen, omdat telkens weer blijkt dat deze ingrijpend gewijzigd of gesloopt kunnen worden. Een recent voorbeeld betreft de waardevolle pui van de firma Bonebakker, Rokin 88-90 (zie afb. 4), welke geheel onverwacht werd gesloopt. De historische winkelpui vormt momenteel een frontlijn in de strijd voor behoud van de binnenstad. Indien sprake is van een winkelpui met historische of monumentale waarde zou deze behouden moeten blijven. Indien sprake is van een nieuwbouw-winkelpui zou meer moeten worden getracht deze een meer traditioneel Amsterdams karakter te geven, bijvoorbeeld een houten onderpui met verticale stijlen en een afsluitende kroonlijst die beter past bij de daarboven gelegen gevel (zie afb. 6). Een historiserende benadering hoeft daarbij niet te worden uitgesloten, zodat de onderpuien zich onderscheiden van de winkels in de rest van Nederland (die immers overal hetzelfde zijn). Het beschermd stadsgezicht vraagt om een dergelijke benadering. De criteria voor de ordepanden, zouden, voor wat betreft de winkelpuien, daarom als volgt kunnen worden uitgebreid: ‘herstel, ook voor winkelpuien, in of naar de oorspronkelijke karakteristiek met gebruik van de oorspronkelijke materialen en detaillering’ (p. 61).
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 125 van 138
27.6.1 Beantwoording De winkelpui als architectonische opgave is tot op heden in de welstandsnota onderbelicht gebleven, zoals de VVAB terecht stelt. Het onderwerp staat echter volop in de schijnwerpers en het is de planning in 2013 de winkelpui beleidsmatig een plaats te geven. De welstandsnota zal dan worden gewijzigd. 27.6.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 27.7 Openbaarheid van vergaderingen: op die wijze zou de toegang tot de Comissie van de VVAB als belanghebbende kunnen worden hersteld In bijlage 1 wordt onder het kopje ‘Openbare commissievergaderingen’ gesteld dat de vergaderingen van de CWM openbaar zijn en door belanghebbenden kunnen worden bijgewoond (p. 8). ‘De CWM publiceert de vergaderdata en agenda’s op haar website’. De VVAB zou als belanghebbende graag gebruik willen maken van de mogelijkheid haar zienswijze in de commissie kenbaar te maken. De noodzaak hiertoe wordt door de vereniging meer dan voorheen gevoeld, doordat belangrijke beslissingen steeds eerder in het planproces worden genomen en bij de wettelijk verplichte ter visie legging eigenlijk geen mogelijkheid meer bestaat invloed uit te oefenen. Besluiten ter goedkeuring of weigering liggen dan al klaar. Echter, de vereniging kan in de praktijk pas achteraf beoordelen of het noodzakelijk was ter vergadering te verschijnen en een zienswijze uit te brengen. De openbaarheid van het welstandstoezicht is erbij gebaat wanneer niet alleen de vergaderdata en agenda’s vooraf worden gepubliceerd, maar ook de bouwplannen zelf die ter vergadering komen. De vereniging verzoekt u hiervoor zorg te dragen, zodat de openbaarheid van de vergaderingen feitelijke betekenis krijgt. Terzijde merken wij op dat de erfgoedorganisaties vroeger een officiële vertegenwoordiger hadden in de welstandscommissie. Daar is een einde aan gekomen toen de gemeente ervoor koos om in de statuten van de welstandscommissie een bepaling op te nemen dat de commissieleden onafhankelijk dienen te zijn. Daardoor hebben de erfgoedorganisaties geen invloed meer op het welstandstoezicht. Alhoewel de gemeente in principe de mogelijkheid heeft de statuten te wijzigen om bijvoorbeeld bewoners of lekenleden toegang te verschaffen tot de commissie, welke weg door onze vereniging zou kunnen worden benut (andere gemeenten voorzien daar wel in), zou bovenstaand model ook een mogelijkheid zijn om het gevoelde tekort op te heffen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 126 van 138
27.7.1 Beantwoording De werkwijze en de samenstelling van de Commissie zijn geen onderwerpen van de welstandsnota. Bij het in werking treden van de nota zal ook een nieuwe werkwijze worden geïntroduceerd. De uitwerking hiervan vindt momenteel nog plaats. In de uitwerking zal ook aandacht worden gegeven aan de samenstelling van de Commissie. 27.7.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 27.8 Op een enkele plaats wordt gesproken over ‘stadhuis’, terwijl ‘stadshuis’ wordt bedoeld (p. 109). - Op een enkele plaats wordt gesproken over ‘stadhuis’, terwijl ‘stadshuis’ wordt bedoeld (p. 109). 27.8.1 Beantwoording
Stadshuis. 27.8.2 Gevolgen voor de nota
Corrigeren. 27.9 De foto’s 0201 (Schellingwoude) op p. 116 en 0214 (Sloterweg) op p. 118 zijn identiek. - De foto’s 0201 (Schellingwoude) op p. 116 en 0214 (Sloterweg) op p. 118 zijn identiek. Ook dit berust ongetwijfeld op een vergissing. 27.9.1 Beantwoording
Corrigeren. 27.9.2 Gevolgen voor de nota Corrigeren.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 127 van 138
28 Erfgoedvereniging Heemschut, Commissie Amsterdam Dhr. N.W.A. Vervat Vereniging Promotie Westelijke Tuinsteden (ProWest) Erik Swierstra, Tineke Rombout
28.1 Zeer te spreken over de nota Bij deze reageren wij op de concept welstandsnota De schoonheid van Amsterdam 2013. Deze ligt tot en met 19 november 2012 ter inspraak. De Bond Heemschut en ProWest (Vereniging Promotie Westelijke Tuinsteden) zijn zeer te spreken over de nota. Het stuk bevat vele waardevolle elementen. Toch hebben wij nog een aantal opmerkingen. Wij verzoeken u op basis van deze brief de concept nota aan te passen. 28.2 Meer aandacht is nodig voor winkelpuien in met name binnenstad In de Welstandsnota is de aandacht voor winkelpuien, en dan met name voor winkelpuien in de binnenstad, zeer beperkt. Dat is zorgelijk. Ondanks de bescherming van een groot deel van de bebouwing van de binnenstad als monument en de hoge waardering van veel andere panden op de ordekaarten en de toekenning van de status van beschermd stadsgezicht gaat er nog heel veel fout op dit gebied. In de afgelopen jaren zijn er diverse bijzondere puien gesloopt of sterk aangepast. Dieptepunt is de sloop van demonumentwaardige pui van de firma Bonebakker aan het Rokin. De panden van Bonebakker hadden een orde 2-waardering. Toch kon de bijzondere pui vervangen worden door een laagwaardige nieuwe pui. In het algemeen constateert Heemschut dat nieuwe puien in de hoofdwinkelstraten in het centrum (Nieuwendijk, Kalverstraat, Damrak, Rokin etc.) van een laagwaardige kwaliteit zijn. Vaak is het niet meer dan een natuurstenen lijstje met een perforatie. Dit type pui toont geen enkel respect voor de uitstraling van het pand en het karakter van de beschermde binnenstad. Opvallend is dus ook dat ze wel de goedkeuring van Welstand krijgen. Vanwege het gebrek aan aandacht voor het behoud van oude puien en de vormgeving van nieuwe winkelpuien heeft
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 128 van 138
Heemschut in september 2012 samen met de VVD-centrum een raadsnotitie in de deelraad van centrum ingediend over winkelpuien. Wij vragen het stadsdeelin deze notitie om met een plan van aanpak te komen voor behoud en herstel van oude puien. Tevens willen wij strengere richtlijnen voor de vormgeving van nieuwe puien. Nieuwe puien moeten wat betreft indeling, vorm en materiaalgebruik beter passen bij de betreffende panden en de omgeving. Dat betekent overigens niet dat wij alleen voor historiserende puien zijn. Wel moet het weer een architectenopgave worden.Wij vragen u daarom in de nieuwe Welstandsnota ruimte te maken voor strengere richtlijnen voor nieuwe puien. Wellicht kunt u samen met de betrokkenen binnen het stadsdeel (ambtenaren Ellen van Kessel en Erik Mattie) met een voorstel komen voor een aanscherping van de richtlijnen. 28.2.1 Beantwoording
Zie beantwoording onder 27.6.1. 28.2.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 28.3 Gevelreiniging toevoegen dat reeds bestaande pleisterlagen of verflagen (olielagen) gerespecteerd moeten worden. Op diverse plekken in de nota wordt aangegeven dat gevelreiniging alleen mogelijk is indien de karakteristiek van de betreffende gevel niet wordt en aangetast en het patina behouden blijft. Daar stemmen we mee in, gevelreiniging richt namelijk nog steeds veel schade aan in de stad. Wij zouden echter willen toevoegen dat gevelreiniging ook zo veel mogelijk wordt ontmoedigd. Wij verzoeken u de opmerkingen over gevelreiniging dus nog iets krachtiger te formuleren. In hoofdstuk 6, op pagina 61 (gevelwijzigingen) zegt u dat gevels in de binnenstad niet dichtgesmeerd mogen worden met pleisterwerk of verf. Hier willen wij graag aan toevoegen dat reeds bestaande pleisterlagen of verflagen (olielagen) gerespecteerd moeten worden. Geconstateerd moet worden dat dergelijke lagen veelal in de achttiende of negentiende eeuw op panden zijn aangebracht, bijvoorbeeld om reparaties te maskeren. Met name de bruin- en zwart geoliede panden zijn karakteristiek voor de binnenstad. Dergelijke verflagen moeten ook bij niet beschermde panden gerespecteerd worden, ook omdat verwijdering vaak grote schade toebrengt aan het metselwerk.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 129 van 138
28.3.1 Beantwoording
Voor gevelreiniging aan monumenten is vergunning nodig, voor overige niet. Gevelreiniging is schoonmaken; het verwijderen van een verf- of olielaag is een gevelwijziging, dus van een andere orde. Bij orde 2 panden moet de bestaande karakteristiek dus inclusief olie/verflaag, behouden blijven. Aparte regels zijn daarom niet nodig. 28.3.2 Gevolgen voor de nota
Geen. 28.4 AUP-gebieden: Open verkaveling behouden. We moeten van sloop naar renovatie. Wij verzoeken u dit helder te omschrijven in de nieuwe welstandsnota. Op dit moment staan de kwaliteiten van de AUP-gebieden sterk onder druk. Geconstateerd moet worden dat de grootschalige vernieuwing van met name de Westelijke Tuinsteden in de afgelopen jaren met weinig respect voor de stedenbouwkundige kwaliteiten van dit gebied is gedaan. Veelal wordt bij de vernieuwing gekozen voor sloop, vervolgens wordt de open verkaveling vervangen door een meer gesloten verkaveling of zelfs gesloten bouwblokken. De verantwoordelijkheid voor het verkavelen van vernieuwingsgebieden lag in de afgelopen jaren vooral bij de woningcorporaties. Nu de cultuurhistorische kwaliteiten van dit gebied steeds meer worden erkend, zoals u ook stelt, is een omslag nodig. We moeten van sloop naar renovatie. Mocht er toch gekozen worden voor sloop dan is het zaak om de open verkaveling van het gebied te behouden. In ieder geval in het beschermde stadsgezicht het Van Eesterenmuseum in Slotermeer en het op de korte termijn aan te wijzen Rijksbeschermde gezicht de Westelijke Tuinsteden dient de open verkaveling behouden te blijven, aantastingen zijn onbespreekbaar. Wij verzoeken u dit helder te omschrijven in de nieuwe welstandsnota. Wij dringen er op aan dat onder andere deze nieuwe welstandsnota bij draagt aan een omslag. Een steviger grip van de overheid op de verkaveling van vernieuwingsgebieden is noodzakelijk. Ook is duidelijk dat op dit moment het behoud van het Van Eesterenmuseum sterk onder druk staat. In het bestemmingsplan voor dit gebied is opgenomen dat van sloop in dit gebied pas sprake kan zijn als er een aangetoonde technische of woontechnische noodzaak is. Wij dringen er op aandit criterium ook op te nemen in de welstandsnota, en als
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 130 van 138
uitgangspunt te gebruiken bij de toetsing van alle bouwplannen in dit gebied. 28.4.1 Beantwoording
De welstandstoets moet worden onderscheiden van de planologie. Het criterium dat van sloop in dit gebied pas sprake kan zijn als er een aangetoonde technische of woontechnische noodzaak is, is een planologische eis die in het bestemmingsplan thuishoort. De welstandsnota gaat uit van het vastgelegde stedenbouwkundige kader. De waarde van de open verkaveling in dit gebied is bevestigd in de waarderingskaarten. 28.4.2 Gevolgen voor de nota
Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 131 van 138
29 Dorpsraad Sloten Oud-Osdorp , Sjoerd Jaasma, voorzitter Dorpsraad
29.1 De Cultuurhistorische verkenning zou deel moeten uitmaken van de welstandsnota Namens de Dorpsraad Sloten Oud-Osdorp wil ik u het volgende vragen. Bent u bekend met de Cultuurhistorische verkenningvan ons dorp? Zo ja dan zouden wij het op prijs stellen als deze verkenning onderdeel gaat uitmaken van de welstandsnota. Zo nee dan zal ik zorgen dat u deze alsnog zult ontvangen en zouden wij graag zien dat u een en ander meeneemt in de welstandsnota. 29.1.1 Beantwoording Uiteraard is de projectgroep bekend met de Cultuurhistorische Verkenning Sloten en OudOsdorp (2007). Deze is onderlegger geweest voor de Welstandsnota Osdorp. Deze Welstandsnota is op haar beurt verwerkt in de nieuwe welstandsnota. 29.1.2 Gevolgen voor de ontwerpnota Geen.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 132 van 138
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 133 van 138
Bijlage Nota met wijzigingen
(t.o.v. versie 8 jan.
2013
Naar aanleiding van voorstellen ingebracht door de fractie van GroenLinks in het stadsdeel Centrum wordt het volgende toegevoegd.. • Elementen ten behoeve van verticaal groen, die geen schade teweeg brengen aan de gevel, zijn toegestaan op blinde muren en achtergevels van panden, niet zijnde Orde 1 en 2 (opnemen als standaardcriterium in het hoofdstuk 6 Veel voorkomende kleine bouwplannen) Binnenzijde kaft, stroomschema: Onder Criteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen: … hoofdstuk 6 ‘Veel voorkomende kleine plannen’ … vervangen door … hoofdstuk 6 ‘Standaardtoets voor veel voorkomende kleine bouwplannen’ ….
Inhoudsopgave Toevoegen onder hoofdstuk 5 Welstandscriteria voor erfgoed, in plaats van ‘Waarderingskaarten en ordepanden’ 41 • Waarderingskaart beschermd stadsgezicht Centrum 41 de • Waarderingskaart 19 -eeuwse Ring 43 • Waarderingskaart Gordel ’20-’40 45 • Waarderingskaart AUP en Post-AUP 47 Vanaf pag. 52(moet zijn pag. 54)klopt paginanummering niet meer!
Hoofdstuk 1 Welstand en beleid Pag. 13, rechter kolom, onder 1.2 Hoe werkt welstand: eerste alinea vervangen door de volgende 2 alinea’s: Door een wijziging van het Besluit Omgevingsrecht is het bevoegd gezag - B&W of het dagelijks bestuur van een stadsdeel – per 1 maart 2013 niet meer verplicht om elk bouwplan om advies voor te leggen aan een onafhankelijke welstandscommissie, maar kan het er ook voor kiezen om ambtelijk te laten toetsen of een bouwplan al dan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. De gemeente Amsterdam heeft besloten deze ‘kan’-bepaling constructief in te vullen en afspraken te maken over welke aanvragen door een stadsdeel zelf ambtelijk zullen worden getoetst op basis van hoofdstuk 6 Standaardtoets voor veel voorkomende kleine bouwplannen en voor welke aanvragen advies zal worden gevraagd aan de welstandscommissie.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 134 van 138
Gaat het bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning om een meer ingrijpend plan, dan vragen de gemeente of het stadsdeel altijd advies aan de Commissie voor Welstand en Monumenten. De commissie adviseert over de architectonische kwaliteit en inpassing van een plan in de omgeving of de gevolgen van een bouwkundige ingreep op de cultuurhistorische waarden van een monument. Zij bekijkt of het plan voldoet aan de criteria die zijn vastgelegd in deze welstandsnota en, als het om een monument gaat, ook of het plan aan de Monumentenwet of de erfgoedverordeningen van gemeente of stadsdelen voldoet. Het advies wordt uitgebracht aan B&W of aan het Dagelijks Bestuur van de stadsdelen, die vervolgens een besluit nemen over het al dan niet verlenen van een vergunning.
Stroomschema. pag. 26 Onder Criteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen: … hoofdstuk 6 ‘Veel voorkomende kleine plannen’ … vervangen door … hoofdstuk 6 ‘Standaardtoets voor veel voorkomende kleine bouwplannen’ ….
Hoofdstuk 3 De welstandscriteria Pag. 27, middenkolom, onder ‘Veel voorkomende kleine bouwplannen’: ‘Wie hoofdstuk 6 ‘Standaardtoets voor veel voorkomende kleine bouwplannen’ ter hand neemt …’ Pag. 29 Middenkolom, bovenaan: ‘ … en dienen vijf doelen’.
Hoofdstuk 4Welstandscriteria duurzame stad Pag. 43, rechter kolom onderaan: onder stap 4 vervalt ‘- is een duurzaamheidsvoorziening …. de besparing op energiekosten?’
Hoofdstuk 6 Standaardtoets voor veel voorkomende kleine bouwplannen Pag. 57 Bijgebouwen de Binnenstad/19 eeuswse Ring/Gordel 20-40/Tuindorpen: Onder Vorm toevoegen: ‘ …. voorzien van een licht hellend dak (eventueel uitgevoerd als groen dak) of voorzien van ….’ Overige systemen: Onder Vorm toevoegen: ‘ …. voorzien van een licht hellend dak (eventueel uitgevoerd als groen dak) of voorzien van ….’ Pag. 63 Gevelwijzigingen de Binnenstad/19 eeuswse Ring/Gordel 20-40/Tuindorpen:
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 135 van 138
linker kolom, Zorgvuldig, onder Vorm toevoegen: • elementen ten behoeve van verticaal groen , die geen schade teweeg brengen aan de gevel, zijn toegestaan op blinde muren en achtergevels van panden, niet zijnde Orde 1 en 2 Pag. 65 Gevelwijzigingen Historische fragmenten/Noordelijk buitengebied/Groen en water linker kolom, onder Zorgvuldig toevoegen: • elementen ten behoeve van verticaal groen , die geen schade teweeg brengen aan de gevel, zijn toegestaan op blinde muren en achtergevels van panden, niet zijnde Orde 1 en 2 Pag. 66 Gevelwijzigingen AUP en Post-AUP, Woonerven en meanders, woongebied na 1985, IJ-landen Linker kolom, onder Zorgvuldig toevoegen: • elementen ten behoeve van verticaal groen , die geen schade teweeg brengen aan de gevel, zijn toegestaan op blinde muren en achtergevels, niet zijnde Orde 1 en 2 Pag. 81, Zonnepanelen en –collectoren Linker kolom, Binnenstad, bij op een na laatste bullit toevoegen: ‘ op schuine daken vlak aanbrengen …., waarbij het materiaal niet (noemenswaardig) spiegelt Rechter kolom, laatste bullit ‘ … andere toegevoegde elementen’ vervangen door ‘… dergelijke’ Pag. 83 Installaties: Voor alle installaties geldt: Linker kolom, bij eerste bullit toevoegen: ‘geen installaties aan gevels grenzend aan de openbare ruimte (m.u.v. reversibele terrasverwarmingsinstallaties)’ Toelichting: de andere bullits zoals plaatsing, vorm, detaillering etc. hieronder gelden dus ook voor terrasverwarmingsinstallaties! Pag. 84 Groene daken Rechter kolom, i.v.m. afstemming op duurzaamheidshoofdstuk (waarin staat dat max. hellingshoek 25 graden is, GL heeft tijdens gesprek op deze tegenstrijdigheid gewezen). Eerste bullit en eerste criterium vervangen door: • aanleggen op platte en licht hellende daken - bij een maximale hellingshoek ten opzichte van de horizontaal kleiner of gelijk aan 25 graden
Hoofdstuk 7 Gevelreclame Pag. 89 Middenkolom, onder kopje Minder strenge regels.
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 136 van 138
e
1 bullit Na ‘Vlaggen, wimpels, ….. aanwezig zijn (art.21)’ wordt toegevoegd: Via de stuurtabel kunnen de stadsdelen kiezen voor het toepassen van een excessenregeling: de reclame mag niet leiden tot ernstige strijd met redelijke eisen van welstand van het bouwwerk.
e
Bij 2 bullit wordt laatste zin ‘Ook hier zijn er geen inhoudelijke criteria vastgesteld (art. 21) vervangen door: Hier zijn géén inhoudelijke criteria vastgesteld (art. 21). Pag. 91 Linker kolom Onderdeel d wordt onderdeel e. Tekst onder d komt te luiden (via stuurtabel van toepassing in het stadsdeel Amsterdam Oost). d. Vlaggen, wimpels en andere dundoeken, winkelwaren of voorwerpen die als reclame op of aan een bouwwerk zijn aangebracht zijn toegestaan, op de voorwaarden dat zij alleen tijdens openingstijden aanwezig zijn en dat zij niet leiden tot ernstige strijd met redelijke eisen van welstand van het bouwwerk: • het bouwwerk dan wel een gezichtsbepalend deel van het bouwwerk mag niet fysiek of visueel worden afgesloten van zijn omgeving; • er mag geen gebruik worden gemaakt van te opdringerige of te veelvuldig herhaalde of te grote reclames. Hoofdstuk 8 Ruimtelijk systeem Binnenstad: e Pag. 108, rechter kolom, in op een na laatste zin, 3 regel van onderen, toevoegen: …. goede staat van onderhoud, waarbij de geschiedenis van bouwen, herstellen en vernieuwen vanaf de bouwtijd tot nu is doorgegaan. Pag. 109 Middenkolom, boven, zin ‘Eigentijdse architectuur dient in principe als zodanig herkenbaar te zijn’ vervalt. Aan einde van alinea na ‘Het welstandsbeleid sluit hierop aan’ nieuwe alinea toevoegen: Eigentijdse architectuur dient in principe als zodanig herkenbaar te zijn. Dit sluit reconstructies niet uit, noch vormen van bouwen die gebruik maken van historische referenties. De beoordeling van het risico voor instandhouding van de authenticiteit hangt af van de kwetsbaarheid van de context en de omvang van de reconstructie. Daarbij is zekerheid over een ooit aanwezige en dus historische toestand van groot belang. Waar het vooral om gaat is of een ontwerp passend is binnen de context en logica van de binnenstad en de hoge kwaliteit bezit die van nieuwbouw binnen een beschermd stadsgezicht en werelderfgoed verwacht mag worden. Maat, schaal, ritmiek, textuur, materiaal en kleur spelen daarin een belangrijke rol. De voor de binnenstad geldende
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 137 van 138
welstandscriteria geven de bandbreedte aan waarbinnen de kwaliteit van nieuwbouw wordt beoordeeld.
Achterkant: nieuw datum (nog bepalen) BIJLAGE 1 Hoe werkt welstand Pag. 7, middenkolom: Kopje ‘Voorinformatie inwinnen’ vervangen door ‘Conceptaanvraag indienen’ e In 1 zin ‘Een verzoek om voorinformatie kan helpen …. ‘ vervangen door: ‘Een conceptaanvraag indienen kan helpen …’ e In 2 zin: ‘ … is het belang van voorinformatie alleen maar toegenomen. Voorinformatie geeft meer zekerheid …. ’ vervangen door ‘is het belang van een conceptaanvraag alleen maar toegenomen. Een conceptaanvraag geeft meer zekerheid … ‘ e In 2 alinea ‘Naar aanleiding van een verzoek om voorinformatie kan een bouwinitiatief ….’ vervangen door ‘Naar aanleiding van een conceptaanvraag kan een bouwinitiatief …’ e In 3 alinea “Het verzoek om voorinformatie kan ingediend worden …’ vervangen door ‘ Een conceptaanvraag kan ingediend worden …’ e
Onder kopje ‘Het adviestraject’ in rechter kolom, 1 alinea volgende wijzigingen: Per 1 maart 2013 iseen wijziging van het Besluit Omgevingsrecht van kracht waardoor B&W of het dagelijks bestuur van een stadsdeel niet meer verplicht zijn voor elk bouwplan advies te vragen aan een onafhankelijke welstandscommissie: het verplichte advies door een welstandscommissie kan in voorkomende gevallen ook vervangen worden door een ambtelijke welstandstoets.…… Onder kopje ‘Toets door het stadsdeel’ de volgende wijzigingen doorvoeren: In hoofdstuk 6 van de welstandsnota, ‘Standaardtoets voor veel voorkomende kleine bouwplannen’, zijn voor vele kleine ingrepen aan de bestaande bebouwing concrete criteria opgenomen. Deze criteria zijn niet per definitie dwingend, maar hebben vooral als doel aan aanvragers zo veel mogelijk zekerheid te geven over het verkrijgen van een positief welstandsadvies. Als bouwplannen aan de beschreven criteria voldoen c.q. deze standaardoplossingen volgen, zullen deze in de regel een positief advies krijgen en snel vergund kunnen worden. Deze toetsing zal in vele gevallenuitgevoerd door een door het stadsdeel aangewezen ambtenaar (bijvoorbeeld een welstandscoördinator). Rechter kolom, onder kopje ‘Toets door het stadsdeel’: In hoofdstuk 6 van de welstandsnota, ‘Standaardtoets voor veel voorkomende kleine bouwplannen’ …. Pag. 8 Linker kolom, onder kopje ‘Advies door de CWM’
Gemeente Amsterdam Dossiernummer Behandelnummer
Pagina 138 van 138
e
1 zin: ‘ … altijd ter beoordeling aan de Commissie voor Welstand en Monumenten voorgelegd. De CWM baseert … ’ e
2 alinea, vervallen de eerste 2 zinnen: ‘Deze adviezen ….. Stadsdeel Zuidoost’. De daarop volgende zin wijzigen in: ‘De CWM is een geïntegreerde commissie, dat wil zeggen …’ (Dit kan wellicht gelijk gekoppeld worden aan de alinea daarvoor?) In volgende alinea vervalt laatste zin: ‘In de Commissie …Zuidoost …. burgerleden opgenomen’. Middenkolom, onder kopje ‘Openbare commissievergaderingen’. Laatste alinea vervalt: ‘In stadsdeel Zuidoost …. toe te lichten’. Rechter kolom, onder kopje ‘Advies haven Amsterdam’, tekst vervangen door: Voor het gebied van Havenbedrijf Amsterdam NV, waar de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied verantwoordelijk is voor de omgevingsvergunningen, geldt vanwege de specifieke situatie – het betreft voornamelijk grote bedrijfscomplexen – een aparte regeling. Een secretaris van de commissie is door de commissie gemandateerd om bouwplannen van beperkte omvang te beoordelen. In een door Havenbedrijf Amsterdam NV georganiseerd overleg kunnen grotere plannen als conceptaanvraag worden besproken. Dit overleg, waarin naast de gemandateerde secretaris van de commissie ook de Dienst Ruimtelijke Ordening en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied zijn vertegenwoordigd, vindt plaats in het Havengebouw, De Ruijterkade 7. Pag. 9 Linker kolom, laatste alinea onder kopje ‘Advies monumenten’ vervalt: ‘De Commissie … Zuidoost … monumentenspecialist’. 2 Algemene welstandscriteria Pag. 13 Linker kolom, kopje ‘Vier doelen’ vervangen door ’Vijf doelen’ Na scharnierpunten toevoegen: • Kunst in de openbare ruimte In de derde plaats worden de algemene criteria gebruikt bij de beoordeling van kunstwerken in de openbare ruimte waarvoor een omgevingsvergunning activiteit bouwen nodig is. (= herhaling zin van pag. 29 uit hfdst. De welstandscriteria) Tenslotte: Achterkant: nieuw datum (nog bepalen)