De paardenhouderij zegt ja tegen zonnepanelen
Praktische gids voor ondernemers. Auteur: Dana ten Bokkel Huinink In opdracht van: LTO Noord vakgroep paardenhouderij Onder leiding van: Annet Schrijver & Wim Blokland
Pagina 1 van 19
Voorwoord Deze praktische gids voor ondernemers is ontwikkeld naar aanleiding van het onderzoeksrapport asbest, energie en zonnepanelen. Dit rapport beschrijft een onderzoek onder hippische ondernemers dat ik heb ontwikkeld in het kader van mijn afstudeerstage bij LTO Noord. Uit het onderzoek blijkt dat de interesse in zonnepanelen groot is onder hippische ondernemers en dat de mogelijkheden voor deze sector minstens zo groot zijn. In deze gids worden een aantal praktische zaken besproken waar aan gedacht moet worden als men overweegt zonnepanelen aan te schaffen. Voor de mogelijkheid tot het uitvoeren van het onderzoek en het maken van deze praktische gids wil ik de medewerkers en bestuurders van LTO Noord en DGB Energie bedanken die mijn van informatie en kennis hebben voorzien.
Dana ten Bokkel Huinink, Dronten 2012
Pagina 2 van 19
Inhoudsopgave
Inleiding 1. Energiebehoefte, belasting en salderen 2. Investering, subsidies en fiscale mogelijkheden 2.1 Subsidies 2.2 Fiscale mogelijkheden 3. Overige factoren 3.1 Keuze in zonnepanelen 3.2 Systemen 3.3 Aansluiting 3.4 Overige factoren 4. Conclusie 5. Advies
4 6 10 11 11 13 13 14 15 16 17 17
Pagina 3 van 19
Inleiding Naar aanleiding van het onderzoeksrapport; asbest, energie en zonnepanelen is deze gids ontwikkeld. De gids is gebaseerd op de uitkomsten van het onderzoek onder 133 hippische ondernemers. Zij hebben aan kunnen geven wat zij de belangrijkste punten en knelpunten vinden als het gaat om investeren in zonnepanelen. Dit is de reden dat een aantal onderwerpen uitgebreider aan bod komen en op andere zaken wat minder diep wordt ingegaan. Uit het onderzoek is gebleken dat 71% van de hippische ondernemers serieuze interesse heeft om te investeren in zonnepanelen of daar al plannen voor heeft. Van de respondenten wil 43 % de investering binnen 5 jaar terugverdienen en vindt 34% 5-7 jaar een acceptabele terugverdientijd. In het onderzoeksrapport staat beschreven dat er binnen de paardenhouderij gemiddeld 8.424 kWh energie wordt verbruikt per jaar. De uitkomst van de Quickscan (beschikbaar via vraagbundelingzonnepanelen.nl) geeft aan dat de gemiddelde terugverdientijd binnen de sector 6 jaar is en de gemiddelde investering €12.833,-. Terwijl 70% van de ondernemers aangeeft minder te willen investeren. Op de vraag hoe de ondernemers de investering zullen gaan financieren geeft 61% aan eigen middelen te willen gebruiken in combinatie met subsidies en fiscale mogelijkheden. Slechts 14% wil de investering financieren door een lening aan te gaan met de bank. De respondenten geven aan de prijs/kwaliteitverhouding, opbrengst en de vermogensgarantie de belangrijkste factoren te vinden als men zou investeren in zonnepanelen.
Pagina 4 van 19
De uitkomsten van het onderzoek geven veelal een positieve houding van hippische ondernemers aan tegenover de aanschaf van zonnepanelen. De afweging om wel of geen zonnepanelen aan te willen/kunnen schaffen kent verschillende factoren. De belangrijkste belemmerende factor is de financiering van de investering. Ook de terugverdientijd en gebrek aan vertrouwen in de investeing zijn belangrijke factoren, gevolgd door gebrek aan kennis en een afwachtende houding m.b.t. prijsdalingen in de toekomst. Bij de aanschaf van zonnepanelen komt nogal wat kijken. Daarom zullen bovenstaande factoren en andere in deze gids beschreven worden, om een beeld te schetsen van een aantal belangrijke bijkomstigheden van de investering.
Pagina 5 van 19
1. Energiebehoefte, belasting en salderen Het energieverbruik is een bepalende factor als het gaan om de keuze voor een zonnepanelensysteem. De gemiddelde paardenhouderij gebruikt op jaarbasis zo’n 8.424 kWh aan energie, variërend van bijna niets tot wel 123.500 kWh. Voordat zonnepanelen worden aangeschaft is het verstandig ervoor te zorgen dat de hoogte van de energiebehoefte bekend is om de grootte van de installatie te kunnen bepalen. Daarbij is het ook van belang om te bepalen of de gehele energiebehoefte met zonneenergie afgedekt moet worden de keuze wordt gemaakt een gedeelte van de energiebehoefte uit de zonnepanelen-installatie te halen, om de investeringskosten te drukken. Hierbij kan de energiebelasting een belangrijke rol spelen. De gebruiker betaalt namelijk energiebelasting via het schijvensysteem dat in figuur 2.1 is afgebeeld. Figuur 2.1 Energiebelasting naar verbruik kWh Elektriciteit per kWh
Tarief in 2012 excl btw
Tarief in 2012 incl btw
Bedrijven binnen sector
0 t/m 10.000
€ 0,1140
€ 0,1379
70,2%
10.001 t/m 50.000
€ 0,0415
€ 0,0502
25,2%
50.001 t/m 10 mln
€ 0,0111
€ 0,0134
4,6%
Bron: Rijksoverheid Binnen de hippische sector valt het gemiddelde verbruik en het verbruik van 70,2% van de bedrijven in de eerste schijf, waardoor de ROI (Return on Investment) erg voordelig is. Dit komt doordat het in verhouding om een kleine zonnepanelen-installatie gaat waar de relatief grote bedragen van de belasting tijdens het salderen
Pagina 6 van 19
teruggevraagd kunnen worden. Ten alle tijden is dit natuurlijk afhankelijk van uw energieleverancier. De opbrengst van het terugleveren van energie is afhankelijk van het verbruik, de hoeveelheid die wordt teruggeleverd en de energieleverancier waarbij de ondernemer is aangesloten. Op basis van artikel 31c van de elektriciteitswet 1998 wordt er verplicht om onbeperkt te salderen tot 5000 kWh per jaar. Energieleveranciers zijn dus verplicht om duurzaam opgewekte energie van kleinverbruikers te salderen tot een grens van 5.000 kilowattuur. Dit betekent dat de teruggeleverde energie mag worden verrekend met de verbruikte energie op hetzelfde net. Voorbeeld Wie 8.000 kWh stroom afneemt van het energiebedrijf en zelf met zonnepanelen 4000 kWh opwekt en teruglevert aan het energiebedrijf, hoeft slechts voor 4000 kWh afgenomen stroom te betalen. __________________________________________________________
De meeste hippische bedrijven zullen onder de kleinverbruikers vallen met een aansluiting van maximaal 3x80A. Mocht er meer dan 5.000 kWh per jaar worden teruggeleverd, moet de energieleverancier hier een redelijke terugleververgoeding voor betalen. De hoogte en voorwaarden van deze vergoeding verschillen sterk per energieleverancier. In figuur 2.2 op de volgende pagina zijn de terugleverprijzen en voorwaarden van een aantal leveranciers uitgelicht. Naast de eis dat men een kleinverbruiker is (max. 3x80A), heeft men een elektriciteitsmeter nodig die geschikt is voor terugleverregistratie.
Pagina 7 van 19
Figuur 2.2: terugleveringsvergoeding per energieleverancier Energielever ancier DGB Energie E.ON Eneco Greenchoice
Salderingsgrens
Terugleveringsvergoeding
Onbeperkt 5000 kWh Max. eigen verbruik Onbeperk
Energiedirec t.nl Essent
Onbeperkt
MAIN Energie NL Energie NUON Oxxio
50.000 kWh
100% 7 ct per kWh 9,2 ct per kWh Leveringstarief incl. btw en EB zoals in het contract tot 1000 kWh, daarboven kaal leveringstarief. 100% van het kale leveringstarief Het kale leveringstarief v.a. 5000 kWh is de vergoeding 70% van de gem. inkoopprijs (APX gemiddelde) 80% van het kale leveringstarief
5000 kWh
5000 kWh 5000 kWh 5000 kWh
Geen 5,88 ct per kWh Tot 5000 kWh het leveringstarief incl. btw en EB, vanaf 5000 kWh 70% van het kale leveringstarief
Bron: Energieleveranciers.nl, gaslicht.com, DGB energie 2012 Sommige energieleveranciers salderen ook boven de wettelijke grens van 5000 kWh per jaar. Dit is interressant voor ondernemers die meer dan 5000 kWh per jaar verbruiken en meer opwekken. Het is belangrijk om in acht te nemen dat aan de terugleververgoeding voorwaarden zijn verbonden. Deze verschillen per energieleverancier en kunnen veel verschil uitmaken. Zo is de salderingsgrens van DGB energie onbeperkt mits men de Pagina 8 van 19
zonnepanelen bij deze leverancier afneemt. Als men de zonnepanelen bij een andere leverancier afneemt wordt er 50% van het verbruik 100% gesaldeerd. Voor de andere 50% wordt het kale tarief ex btw minus een halve cent gesaldeerd. Nuon geeft met 5,88 ct de laagste prijs per kWh en Eneco met 9,2 ct de hoogste prijs als terugleververgoeding (september 2012).
Pagina 9 van 19
2. Investering, subsidies en fiscale mogelijkheden Voor de aanschaf van zonnepanelen zijn een aantal zaken waar men rekening mee dient te houden. Is er bijvoorbeeld een maximum budget vastgesteld, houd er dan rekening mee dat zonnepanelen verkocht worden naar de opbrengst in wattpiek. Deze wattpiek geeft aan wat de zonnepanelen opbrengen onder ideale omstandigheden. Omdat deze ideale omstandigheden in Nederland bijna nooit gehaald worden, moet het vermogen afgewaardeerd worden. Dit afwaarderen gebeurt met de factor 0,88, waardoor één wattpiek vermogen gelijk staat aan een vermogen van 0,88 watt. Voorbeeld Voor iemand die 8000 kWh energie per jaar verbruikt en 50% van de energie met een zonnepanelen systeem op wil wekken zal een installatie van 4000/0,88= 4545 Wattpiek aan moeten schaffen. __________________________________________________________
Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op de investeringsprijs van een zonnepanelen-installatie. De hoeveelheid elektriciteit die er benodigd is is hier een voorbeeld van. Ook het soort installatie die men wenst te installeren is van belang. Hierbij is bepalend of het om autonoom systeem gaat of om een installatie die aan het openbare elektriciteitsnetwerk is verbonden, wat wel wenselijk is. Dit omdat de zon niet altijd schijnt en het verbruik sterk kan variëren. Wat de installatie in gunstige tijden teveel levert wordt dan teruggeleverd aan het openbare net en op momenten dat de installatie niet voldoende levert gebruikt men weer stroom van het openbare net. Het zelf installeren van zonnepanelen is uiteraard goedkoper dan het laten doen, vaak heeft dit wel effect op de garantiebepalingen. Als de bereikbaarheid van het dak waarop u de zonnepanelen laat installeren groot is, kan dat voordelig uitpakken voor de kosten. Het gemak waarmee men de Pagina 10 van 19
installatie kan uitvoeren is hierbij van belang. Daarnaast kunnen subsidies en eventuele fiscale mogelijkheden van belang zijn. Deze worden besproken in de volgende paragrafen.
2.1 Subsidies De subsidie asbest er af zonnepanelen er op is beschikbaar voor boeren die asbesthoudende daken van hun agrarische bedrijven willen verwijderen en daarvoor in de plaats zonnepanelen installeren. Hiermee probeert Joop Atsma, staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu twee vliegen in één klap te slaan; het voor de gezondheid mogelijke risicovolle asbest saneren en duurzame energie produceren. Er wordt €20 miljoen verdeeld onder de provincies, waarvan de hoogte van het bedrag afhankelijk is van de hoeveelheid agrarische bedrijven in een provincie. Subsidies worden alleen verstrekt voor asbestsaneringen die gepaard gaan met een investering in zonne-energie. De provincies mogen daarnaast hun eigen regelingen treffen wat betreft de verdeling. De subsidieregeling is in werking getreden in oktober 2012 en eindigt op 31 december 2014 Om te controleren welke subsidies een bepaalde gemeente of provincie hanteert, kan men de volgende website raadplegen: www.energiesubsidiewijzer.nl
2.2 Fiscale mogelijkheden In veel gevallen is de investering in zonne-energie aftrekbaar van de inkomstenbelasting en zijn er voor bedrijven nog meer regelingen. Via de Energie Investerings Aftrek (EIA) kan er 41,5% extra van de investeringskosten worden afgetrokken van de fiscale winst. De investering moet dan minimaal €2.200 bedragen en de zonnepanelen mogen niet eerder zijn gebruikt. De EIA kan worden toegepast naast de ‘gewone’ investeringsaftrek. Gebruik maken van Pagina 11 van 19
de kleinschaligheidsaftrek is ook een mogelijkheid. Een voorwaarde is dat er een bedrag tussen de €2.200,- en €300.000,- wordt geinvesteerd in zonnepanelen en andere investeringen voor de onderneming. De hoogte van de aftrek hangt dus af van de totale investeringen binnen een jaar. Als er ook asbesthoudende beplating wordt verwijderd komt de asbest sanering in aanmerking voor de Milieu Investerings Aftrek (MIA) en VAMIL (willekeurige afschrijving). De hoogte van de aftrek is tevens afhankelijk van de fiscale bedrijfswinst. Via de MIA is 27% van de investeringskosten voor het saneren van asbest af te trekken en met de VAMIL kan het moment van afschrijven vrij worden gekozen. Wordt de asbestsanering gecombineerd met een investering in zonnepanelen op het zelfde dak dan komt ook de investering en zonnepanelen in aanmerking voor de VAMIL. Of de investering uit kan is afhankelijk van onderstaande factoren: • De investeringskosten van de panelen • De stijging van de stroomprijzen in de toekomst • De mate waarin men van de fiscale regelingen gebruik kan maken • De mate waarin men de stroom zelf gebruikt of terug levert • De mate waarin uw gebruikspatroon aansluit bij uw behoeftepatroon • De energieleverancier • Eventuele subsidie Deze factoren hebben elk op hun eigen manier invloed op het rendement van de investering. Als de stroomprijzen in de toekomst stijgen is het rendement hoger omdat deze niet of minder hoeven te worden betaald dan wanneer men niet zelf stroom opwekt. Als er gebruik kan worden gemaakt van fiscale mogelijkheden wordt de investering minder hoog. Hetzelfde geldt voor het gebruik maken van subsidies. Als men evenveel stroom opwekt als er verbruikt wordt is dit het voordeligst, er hoeft immers geen stroom gekocht te worden. Pagina 12 van 19
3. Praktisch Er zijn veel factoren die invloed hebben op het rendement van een zonnepanelen systeem. In dit hoofdstuk worden praktische invloeden besproken zoals de invloed van temperatuur, soorten panelen, systemen en de aansluiting.
3.1 Keuze in zonnepanelen Er zijn veel factoren die invloed hebben op het rendement van zonnepanelen. Het vermogen van zonnepanelen wordt uitgedrukt in wattpiek (Wp). Dit maximale vermogen wordt gemeten onder de ideale omstandigheden voor het rendement van een zonnepaneel. Bij 25°C en een lichtintensiteit van 1000W/m2 presteert een zonnepaneel het best. In de praktijk zullen deze omstandigheden nooit gehaald worden in Nederland. Een zonnepaneel presteert het best in de lente en zomer omdat de zon dan feller schijnt. Het is van belang dat een zonnecel goed geïnstalleerd is, waardoor de afname in vermogen in de herfst en winter relatief beperkt blijft. Als een zonnepaneel warmer dan 25°C wordt is het rendement lager. Dit houdt in dat er ongeveer 0,5% minder elektriciteit opgeleverd wordt per graad celcius boven de 25°C. Het is dus belangrijk dat de zonne-installatie zo geplaatst wordt dat wind voor afkoeling kan zorgen. Ook schaduw is een belangrijke factor tijdens het plaatsen van een zonne-systeem. Als zonnecellen serieel geschakeld zijn werkt het systeem op vermogen van de ‘’zwakste schakel’’. Beschaduwing van één cel leidt in dit geval dus al tot vermindering van opbrengst van het hele systeem. Er zijn verschillende soorten zonnepanelen op de markt bestaande uit monokristallijne zonnepanelen, polykristallijne zonnepanelen en amorfe zonnepanelen. Polykristallijne panelen zijn in Nederland het meest gangbaar omdat deze beter werken bij diffuus licht, waar in Nederland veel sprake van is.
Pagina 13 van 19
De kwaliteit van zonnepanelen bepalen is een lastige kwestie omdat verschillende panelen eenzelfde vermogen kunnen hebben, en het zelfde uiterlijk. Het is erg belangrijk om een betrouwbare leverancier te vinden die een goed advies kan formuleren tijdens het maken van een keuze. Dat er grote verschillen zijn tussen het rendement van verschillende zonnepanelen is te zien in figuur 3.1. Voor het berekenen van de opbrengst van de verschillende Europese en niet-Europese panelen is een objectieve vergelijkingsmethode gebruikt, Polysun 5,4. De methode heeft rekening gehouden met een vermogen van 4400 Wp, vermogenstolerantie, degradatie van het vermogen en de gevoeligheid voor diffuus licht.
Bron: duurzaamthuis.nl De grote verschillen tussen de zonnepanelen laten duidelijk zien hoe groot het verschil tussen technisch en daadwerkelijk vermogen van een paneel kan zijn. Daarom is de vermogensgarantie van panelen bij de aankoop een belangrijke factor.
3.2 Systemen Een PV-systeem (Photo-Voltaïsch) bestaat veelal uit een netgekoppeld systeem. Zo’n systeem bestaat uit een set Pagina 14 van 19
zonnepanelen(liefst aan de zuidzijde) die zonlicht direct omzet in elektriciteit. De opgewekte stroom gaat vervolgens naar de omvormer die van de gelijkstroom een 230V wisselspanning maakt. Deze kan worden aangesloten op het lichtnet. Het is belangrijk om een omvormer van kwaliteit aan te schaffen. Als de opgewekte stroom niet goed of onvoldoende wordt omgezet in wisselspanning heeft dit veel effect op de opbrengst. Keurmerken zoals ECE en CE zijn geen garantie op kwaliteit maar geven wel extra zekerheid. Een andere optie is een autonoom systeem. Deze systemen worden minder gebruikt en onderscheiden zich doordat ze niet op een stroomnet worden aangesloten. De door de panelen geproduceerde stroom word dus direct verbruikt, of opgeslagen in accu’s. Dit systeem belast het milieu door de het gebruik van accu’s en beperkt de hoeveelheid stroom die er opgeslagen kan worden.
3.3 De aansluiting Een ander belangrijk punt in de aanschaf van zonnepanelen is de huidige aansluiting. Veelal hebben bedrijven met een laag energieverbruik en onvoldoende hoge afzekering in de meterkast om het gehele verbruik op te wekken. De afzekering is afgestemd op de pieken die ontstaan in het energieverbruik van een bedrijf. Zonnepanelen kunnen in de zomer voor een hoge piek zorgen, waardoor de zekering uit kan slaan. Het aantal Wp van de panelen moeten daarom op de afzekering afgestemd worden. Een mogelijkheid is om de afzekering te verzwaren, hieraan zijn echter wel kosten verbonden. Deze acties mogen enkel door de netberheerder uitgevoerd worden. Tevens zullen hierdoor de jaarlijkse kosten voor het gebruik van het net omhoog gaan met een bedrag van ongeveer €300,-
Pagina 15 van 19
3.4 Overige factoren Naast de beschreven factoren zijn er nog een aantal dingen om rekening mee te houden voorafgaand aan het plaatsen van een zonnepanelen systeem. Zo moet bijvoorbeeld het dak beoordeeld worden. Deze moet groot genoeg zijn om een aantal panelen op te monteren. Ook vereisen verschillende daken een verschillend montagesysteem, waarbij de kosten uiteraard ook variëren. Zo vereisen golfplaten een duurder systeem dan bijvoorbeeld damwand, puur omdat er meer montagemateriaal benodigd is. Ook de hoogte van het gebouw speelt een rol. Hoe hoger het gebouw, hoe sterker de wind is en hoe meer druk er op de panelen komt te staan.
Pagina 16 van 19
4. Conclusie Bij een investering in zonnepanelen komen veel verschillende aspecten aan de orde. De energiebehoefte is een belangrijke factor bij de keuze in een PV-systeem. Hierbij is de belastinggroep waarin men valt belangrijk en de mogelijkheid tot salderen. Deze zijn tevens van invloed op de investering in zonnepanelen. Bij het investeren in zonnepanelen kan gebruik worden gemaakt van subsidies en fiscale mogelijkheden zoals de EIA, MIA, VAMIL en de kleinschaligheidsaftrek. Ook de keuze in zonnepanelen is belangrijk omdat deze in kwaliteit sterk van elkaar verschillen. Daarnaast zijn er veel factoren die invloed hebben op de opbrengst van het PVsysteem. Hieronder verstaan we bijvoorbeeld de omvormer, de huidige aansluiting, de dakconstructie en de hoogte van het dak.
Pagina 17 van 19
5. Advies Doordat er veel verschillende zaken zijn waarop men dient te letten voor het investeren in zonnepanelen is het verstandig om zich goed in te lezen in het onderwerp en een adviseur te raadplegen. Tevens omdat de investering per bedrijf uiteenloopt en zelfs een investering in eenzelfde systeem bijna nooit dezelfde opbrengst oplevert of eenzelfde investering vereist is een goede voorbereiding belangrijk. Dit wordt veroorzaakt door de sterk bedrijfsspecifieke aspecten die van invloed zijn op de investering, het PV-systeem, installatie en opbrengst. Er zijn een aantal zaken waar men zich zelf in kan verdiepen zoals de globale berekeningen (uit te voeren via vraagbundelingzonnepanelen.nl) en het kiezen van een betrouwbare zonnepanelen-installateur. Doordat er veel media aandacht en interesse vanuit de maatschappij en het bedrijfsleven is voor zonnepanelen zijn er de laatste jaren veel bedrijven bijgekomen die zich bezighouden met activiteiten rond het installeren van zonnepanelen. Logischerwijs is er veel verschil in prijs en kwaliteit tussen de verschillende bedrijven. Voor het selecteren van een betrouwbare installateur zijn de volgende tips geselecteerd: 1. Offertes: vraag bij diverse installateurs een offerte aan, de prijs (maar ook kwaliteit) kan sterk verschillen. Hierbij is het verstandig om te letten op eventuele keurmerken zoals het CE keurmerk, IEC certificaat, ISO, RoHS en TUV. 2. Voorlichting: Men dient zich goed voor te laten lichten over de investering door een (onafhankelijk) gespecialiseerd adviseur. Het type zonnepanelen is hierbij belangrijk. De monokristallijne zonnepanelen wekken meer energie op maar zijn tevens duurder.
Pagina 18 van 19
In Nederland worden voor het overgrote deel polykristallijne panelen gebruikt. 3. Voorwaarden: er gelden verschillende voorwaarden per bedrijf wat betreft de zonnepanelen installatie. Hierbij is de vermogensgarantie een belangrijke factor. Ook de voorwaarden van uw energieleverancier zijn belangrijk wat betreft het salderen van de duurzaam opgewekte energie. De garantie op de zonnepanelen beslaat meestal zo’n 25 jaar. Let tevens op het aantal jaren waarin het bedrijf al in de markt opereert. Een bedrijf met een goede garantie, die zo overschakelt naar een andere naam is een garantieloze onderneming.
Pagina 19 van 19