de Oude Stad Vlissingen, 1953-2003
Omslag: Een overzichtsfoto van ongeveer 1954 laat zien waar de eerste speeltuin was gesitueerd, links voor de molen richting zee. Een foto gemaakt door Dert. De inzet geeft een beeld van de huidige situatie.
In dit boekje uitgegeven door de jubileumcommissie geven wij ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van buurt- en speeltuinvereniging de Oude Stad een overzicht van de geschiedenis. Een geschiedenis waarin de vereniging een betekenisvolle functie in de sociale structuur van de wijk heeft verworven. De vereniging heeft zich kunnen ontwikkelen door inzet van veel vrijwilligers die voor korte of langere periodes activiteiten hebben begeleid, bestuurslid zijn geweest of op andere wijze een rol hebben gespeeld in, zoals burgemeester Westerhout het verwoordde, ‘de ontwikkeling van deze wijk’. Aan hen willen wij dit boekje opdragen, in het vertrouwen dat ook in de toekomst medewerkers met dezelfde instelling zullen opstaan om dit werk voort te zetten in het belang van de wijk. Rob Francooy en Ton van den Akerboom
Vlissingen, april 2003
De geschiedenis van de Oude Stad 16 juni 1951 De eerste stappen om te komen tot de oprichting van een speeltuinvereniging worden gezet op zaterdag 16 juni 1951. “Ten huize van de heer Groeneberg, Emmastraat 2”, zo luiden de notulen, “kwamen bijeen de heren Van Zutphen, Vader, Goedbloed, Davidse en Groenenberg. De heer Van Zutphen nam na onderling goedvinden de leiding van deze bespreking.” De heer Vader neemt het secretariaat op zich. Dinsdag 19 juni vindt een vergadering plaats waarop het bestuur van de Vlissingse Speeltuin Vereniging (VSV) aanwezig is. De heer Heijboer, voorzitter van de VSV, geeft een overzicht van het ontstaan en de opbloei van zijn vereniging.
De uitnodiging aan B en W voor de oprichtingsvergadering in 1951 3
Belangrijk punt is de contributie: 15 cent per week per gezin. De voortvarendheid waarmee de initiatiefnemers aan de slag gaan moge blijken uit de afspraak op 26 juli met burgemeester Kolff. Het nieuwe bestuurslid Van Duuren en voorzitter Van Zutphen bespreken dan een situatieschets voor de toekomstige speeltuin. Thom van Zutphen Uit Beverwijk afkomstig, daar geboren op 8 januari 1893. Sinds 15 september 1928 werkzaam als stoker bij de Provinciale Stoomboot Dienst tot aan zijn pensionering op 1 mei 1958. Reeds in de jaren dertig is Thom van Zutphen actief onder de jeugd van Het Eiland in Vlissingen. Hij kreeg in de Oude Stad bekendheid door activiteiten te organiseren in de buurt- en Oranjevereniging. Verder had hij een belangrijk aandeel in het organiseren van uitstapjes en bustochten voor de jeugd. Via Filmclub de Posthoorn was hij mede-organisator van de maandelijkse filmvoorstelling voor de jeugd in de bioscoop. Voor speeltuinvereniging de Oude Stad was het van essentieel belang dat hij in juni 1951 het initiatief nam tot een overleg met de heren Vader, Goedbloed, Davidse en Groenenberg. Hij was toen reeds 58 jaar! Het overleg leidde ertoe dat de eerste stappen werden gezet die zouden uitmonden in de opening op 13 juni 1953 van een speeltuin bij de Oranjemolen en het landingsstrandje.
Oprichtingsvergadering De snelheid wordt erin gehouden als op donderdag 2 augustus 1951 de oprichtingsvergadering plaatsvindt. Volgens de notulen wordt in ’t Gebouw, Noordstraat 34, de vergadering gehouden. De opkomst is matig: het bestuur van de VSV, een lid van de pers (PZC) en drie belangstellenden. Voorzitter van Zutphen speekt daarover zijn teleurstelling uit en noemt “de slechte opkomst bij vergaderingen een typisch Vlissings verschijnsel”. Een constatering in 1951! Voorzitter Heijboer van de VSV is overtuigd van het welslagen van de plannen: “met de werkkracht van dit bestuur is succes verzekerd!”. Het initiatief wordt hier en daar met reserves ontvangen. Zo laat de Bond van Buurtverenigingen weten niet op de oprichtingsvergadering te kunnen komen op grond van bepalingen in hun reglement. Een en ander werd door de vergadering ironisch opgenomen, zo melden de notulen. Goedbloed vraagt zich reeds hardop af of het wenselijk zou zijn de speeltuinen samen te voegen, waarop VSV-voorzitter Heijboer zegt dat een vorm van samenwerking in de toekomst wenselijk is, maar de speeltuinen moeten wel zelfstandig blijven. De vereniging telt bij aanvang 9 leden, maar het bestuur zal ‘deur aan deur gaan’ met een ledenwerfactie. Er komt op 14 augustus toch een bespreking met de buurtverenigingen om te proberen een breder draagvlak voor de speeltuin te krijgen. De buurtverenigingen de Grote Markt, Nieuwstraat, Palingstraat en de Posthoorn komen in café Le Clercq aan de Walstraat bijeen om over eventuele steun te praten, terwijl de Spuistraat laat weten verhinderd te zijn. Het onderhoud met de burgemeester wordt medio september 1951 beantwoord met een schrijven waarin een “voor4
Helpen bouwen Kees Marijs, woont met z’n gezin dan een jaar of 5 in de Baljuwstraat op nummer 14 en herinnert zich goed dat buurman Groenenberg bij hem kwam met het verzoek of hij mee wilde helpen met de werkzaamheden die moesten leiden tot het inrichten van een speeltuin bij de Oranjemolen. “Ik zei ja, waarom niet”, wij hadden toen zelf drie kinderen. Maar ik was in die tijd visserman en had dan niet zoveel tijd om aan dergelijke activiteiten mee te doen. ’s Morgens vroeg op ’s avonds laat thuis, dus bleef de zaterdag over maar dan was er ook nog wel eens wat anders te doen.
lopige toezegging voor een terrein bij de landingsdam en toestemming om op eigen kosten genoemd terrein af te rasteren.” Zakelijk Om voldoende financiële middelen te krijgen wordt besloten een onderhoud aan te vragen bij ‘De Schelde’ met een verzoek aan de directie of men bereid is een renteloze lening te verstrekken. In ruil waarvoor de personeelsleden van de Schelde 50% reductie zullen krijgen op het lidmaatschap van de vereniging. Het nieuwe bestuurslid de heer Van Duuren zegt toe persoonlijk een gulden bij te leggen bij iedere honderd gulden die men krijgt. Het onderhoud levert het volgende resultaat op: “Materieel wordt alle medewerking toegezegd, de grootste moeilijkheid zit echter in de financiële steun.” Hiermee ontstaat vanaf de oprichting een vorm van samenwerking tussen de Schelde, in de uitvoering meestal met de bedrijfsschool, en de Oude Stad. Zo wordt ook een circulaire, die is opgesteld om mensen uit te nodigen iets te schenken voor de verkoopavond, gestencild........... bij de Schelde. Tijdens een spoedvergadering op 21 maart 1952 wordt de officiële toestemming van de gemeente voor het gebruik van het terrein besproken waarmee de plannen een stap dichter bij de uitvoering komen. Tweede oprichtingsvergadering Een merkwaardige ontwikkeling voltrekt zich op 20 april 1953 in het Concertgebouw aan de Emmastraat in Vlissingen. Een nieuwe oprichtingsvergadering binnen twee jaar wordt gehouden. Maar nadere beschouwing leert dat deze vergadering de eigenlijke start is van de vereniging. Tijdens deze vergadering reageert de voorzitter naar de aanwezige PZC-verslaggever op een beschouwing in de PZC over een gemeenteraadsvergadering waarin het bestuur van de Oude Stad als ‘niet actief genoeg’ werd bestempeld. Hij somt vervolgens de vele werkzaamheden op die door het bestuur zijn uitgevoerd, wijst ook op de moeizame onderhandelingen met de gemeente over financiële steun en het terrein en komt tot de conclusie: “Als wij echter over de nodige gelden zouden beschikken zou één en ander vlugger zijn gerealiseerd.” Niettemin hebben wij het aangedurfd een 5
bestaande speeltuinuitrusting over te nemen, aldus Van Zutphen. Met de gemeente is een afspraak gemaakt over een terrein bij de Oranjemolen. Er is door het bestuur ook een idee ontwikkeld over de opzet van de speeltuin. Naast de gebruikelijke toestellen als een schommel, wippen en een glijbaan moet er ook een auto, koets of een voertuig komen.............., om met dat laatste ‘de werkelijkheid zoveel mogelijk na te bootsen’. Als de voorzitter zelfs de openingstijden kan meedelen en de contributie op 15 cent per week, per gezin wordt bepaald, is het duidelijk dat deze tweede oprichtingsvergadering de echte start van de vereniging is. Een start met zeven bestuursleden, een batig saldo van ƒ 10,74 en bijna 40 leden! In de aansluitende bestuursvergadering worden de heren Sturm en Koops (beheerder van de jeugdherberg in de Willem III-kazerne) welkom geheten als nieuwe bestuursleden. Na de hoop te hebben uitgesproken op een prettige samenwerking zegt de voorzitter “ook te hopen dat zij hun beste krachten zullen inzetten om tot verwezenlijking te komen van ons mooie doel.” Steun gemeente Voor de gemeente is deze vergadering blijkbaar ook het signaal waarop men zit te wachten: er komt een lening van 500 gulden beschikbaar, af te lossen in 10 jaar tegen 4% rente. Een onderhoud met de wethouder van sociale zaken en de hoofdopzichter van de gemeente levert ‘alle steun op’ en ‘toezeggingen van verschillende materialen, zijnde gaas en paaltjes voor afrastering en andere werktuigen.................’. Ook de betonnen buizen welke op het terrein liggen, mogen wij behouden en kunnen naar eigen goeddunken gebruikt worden.
Uit de PZC van maandag 15 juni 1953 6
De Opening Na de definitieve toewijzing van een terrein bij de Oranjemolen beginnen de eigenlijke werkzaamheden die moeten leiden tot een speeltuin. Het terrein wordt gehuurd van de gemeente voor 10 gulden per jaar, maar na verdubbeling van de oppervlakte en de mogelijkheid gebruik te maken van
Burgemeester Kolff (links) met in het midden bestuurslid Sturm en rechts bestuurslid Groenenberg tijdens de opening van de eerste speeltuin in de Oude Stad
Een indruk van de speeltuin met op de achtergrond de Oranjemolen
een op het terrein aanwezige bunker wordt de huur bepaald op 25 gulden per jaar. De gemeente stelt dat het hier eigenlijk niet om huur gaat maar meer gezien moet worden als “een erkenning van het eigendomsrecht”. Zo nemen de voorbereidingen eind 1952 een aanvang die een tegenslag te verwerken krijgen tijdens de februaristorm die leidt tot de watersnoodramp in 1953. Het terrein, de beplanting en de omheining worden vernield, terwijl een groot deel van de op het terrein aanwezige rioolbuizen onbruikbaar is geworden. De vereniging krijgt ter lediging van de noden 215 gulden uitgekeerd uit de zogenaamde Zweedse Pot voor de geleden schade. Zoveel werk en energie, verzet door het bestuur om te komen tot een speeltuin in de (oude) binnenstad van Vlissingen, vinden een bekroning als op zaterdag 13 juni 1953 burgemeester Kolff samen met voorzitter Van Zutphen de speeltuin officieel opent. Op een verzoek om subsidie in december 1953 reageert de gemeente dat het verzoek in overweging wordt genomen omdat door B en W het speeltuinwerk zeer op prijs wordt gesteld. Aangezien de gemeente zelf een “ongunstige financiële positie inneemt, kan niet zo maar lukraak subsidie worden verstrekt, doch dienen er de nodige waarborgen te zijn”. Uiteindelijk financiert de gemeente de aanschaf van speeltoestellen waarop de vereniging zich verplicht jegens de gemeente de aankoop7
De koets beschikbaar gesteld door Stalhouderij Schout
De klimboom van de familie Groenenberg vertrekt vanaf de Zeilmarkt naar de speeltuin, op de achtergrond het belastingkantoor. De hulp was ingeroepen van verhuizer Vroegop en de Scouting!
som in een aantal jaren af te lossen en over het niet afgeloste deel jaarlijks rente te betalen. Omdat sinds de oprichting blijkt dat een speeltuin voorziet in een werkelijke behoefte stelt de gemeente een jaarlijkse subsidie vast. De ‘hoegrootheid van de subsidie’ wordt jaarlijks bepaald met een maximum van 250 gulden. Het aanstellen van een speeltuinwachter is dan een zorg van de eerste orde. De eerste officieel aangestelde speeltuinwachter is na bemiddeling van de gemeente, de heer Stetzenbach. De aanschaf van speeltoestellen heeft natuurlijk ook de aandacht. Als een idee wordt gelanceerd een glijbaan te laten maken zegt de heer Groenenberg: “kans te zien dit uit eigen middelen te doen geschieden.” De heer Goedbloed heeft bovendien een autowrak ter beschikking…………... Aan het eind van het seizoen 1954 wordt het wrak verkocht als oud ijzer voor 12 cent per kg. tot een bedrag van ƒ 10,–! Na de opening beschikt de speeltuinvereniging over de volgende speeltoestellen: 1 grote dubbele schommel, 1 kleine schommel met drie bakken, 5 kleine wippen, 2 grote wippen, 1 klimrek, 2 stel ringen, 1 roeiboot (niet zeewaardig), 14-persoons zweeftouw en 1 klimboom………………, een klimboom. Ja, de heer Groenenberg vindt het raadzaam om na de februaristorm een grote boom die in zijn tuin stond weg te halen. Met hulp van leden van de scouting en verhuisbedrijf Vroegop wordt de boom naar de speeltuin getransporteerd en de klimboom is een begrip. Einde locatie Oranjedijk Eind jaren ’50 wordt duidelijk dat de bunkers op het terrein van de speeltuin 8
De bootjesschommels, wippen en ringen.
moeten worden geruimd. Ook het terrein van de speeltuin moet geheel opnieuw worden ingericht. Dat betekent in eerste instantie een bijna definitieve nekslag voor de vereniging. Het bestuur ziet zich geplaatst voor de situatie dat alle toestellen van het terrein moeten worden gehaald en er geen nieuw terrein beschikbaar is. Door die ontwikkeling gaat de vereniging nagenoeg ter ziele, juist op een moment dat de gemeente met een plan komt voor de toekomst van de speeltuin in de binnenstad. Maar het is vervolgens opnieuw Thom van Zutphen die Henk van Uxem (als penningmeester) en Izaak Weug (als secretaris) vraagt hem te helpen bij het realiseren van de verhuizing van de speeltuin. De directeur der gemeentewerken komt op 31 december 1960 met het volgende voorstel: Als gevolg van de gedwongen verhuizing door de bunkeropruiming kan de vereniging worden geholpen met het verplaatsen van de toestellen (ƒ 1984,50) en een nieuwe afrastering (ƒ 1300,–), totale subsidie 3284,50 gulden. B en W, in de personen van wethouder voor o.a. jeugdzaken Ch.J. Gillissen-Verschage en burgemeester Kolff, spelen nu ook weer een rol bij de totstandkoming van de nieuwe locatie op het terrein van de voormalige gasfabriek aan de Paardenstraat en nemen het voorstel van de directeur gemeentewerken over. Het terrein is echter bezaaid met sintels, keien en andere obstakels voor een verantwoord speelterrein. De gemeente laat het terrein met grond ophogen en er wordt een hek omheen geplaatst. De vereniging kan ook gebruik maken van een deel van een loods die de reinigingsdienst gebruikt om strooipekel op te slaan. Buurtbewoners hebben inmiddels de speeltoestellen gerepareerd en opgeknapt, een voorbeeld van sociale betrokkenheid! 9
Burgemeester Kolff, met hoed, verricht de opening. Links van hem bestuurslid Henk van Uxem, rechts van hem voorzitter Thom van Zutphen. Charlotte Theunisse staat klaar met ‘de schaar’. (foto archief PZC)
Als op 2 mei 1964 burgemeester Kolff de speeltuin opent begint de ontwikkeling van speeltuinvereniging naar een vereniging met buurt- en clubactiviteiten, voor de hele wijk en alle leeftijden. In 1971 komt er een accommodatie beschikbaar met toiletten, een bestuurskamer, een werkplaats en zaaltje. Inmiddels is ook het aantal speeltoestellen uitgebreid met schommels, een hoge glijbaan en zelfs een trampoline. Na enige tijd koopt de gemeente het hele terrein en alle gebouwen. In de twee achterzalen kan een tafeltennisruimte worden gerealiseerd, de trimclub krijgt een kleedruimte en de fotoclub neemt z’n intrek in de op het terrein aanwezige bunker. Het voetbalveldje wordt afgegraven en van een nieuwe top-
Het voetbalveldje geeft aanleiding voor zowel de jeugd als de heren, als de dames om als voetballer actief te zijn. 10
Lange traditie Sjaan en Adrie Lobbezoo weten van het ontstaan van de speeltuin de Oude Stad bij de Oranjemolen. Nu nog altijd trouwe bezoekers van activiteiten in de speeltuin, al zijn ze inmiddels 79 en 85 jaar maar tijdens de klaverjasavond, bingo, koersbal en voor Sjaan het bloemschikken en het damesgym zijn zij nog steeds present. Die speeltuin was een pracht plaats voor de kinderen in de wijk, ook voor de kinderen Lobbenzoo. Een speeltuin met een draaimolen, een wip, schommels, een koets en een ingegraven boot waren toch aanwezig. Niet minder in trek waren doodgewone rioolbuizen die ook op het terrein aanwezig waren. De eerste speeltuinwachter was de heer Stetzenbach, die woonde in de Eedestraat weet Sjaan nog. Zij herinnert zich ook nog een inzamelingsactie door de kinderen van de speeltuin, toen de kanarie van Stetzenbach dood was gegaan en ze hem een nieuwe konden schenken. De familie Lobbezoo is één van de families die vaak betrokken zijn bij allerlei activiteiten. Moeder weet nog van de inrichting en aankleding van de zaal als de speeltuin wordt opgestart aan de Paardenstraat maar ook voor breien en haken kon een beroep op haar gedaan worden. Jannie, Addie en Corrie zijn jarenlang bij verschillende activiteiten betrokken geweest, terwijl de laatste twee dat nog steeds zijn.
laag voorzien, kortom een groot aantal activiteiten naast het instandhouden van een speeltuin. Als in 1965 een familieschommel wordt geplaatst, die door de Kon. Maatschappij de Schelde is vervaardigd, lijkt de speeltuin compleet.
v.l.n.r.: bovenste rij: dhr. Westerhout, Henk van Uxem, mevr. Westerhout, Rie van Uxem, Rinus Meijer, Marijke Meijer, Adri Klap. Staand: Job Meulmeester, Erik van Dijke, Lume Tuininga, Wim Houweling, Frans van Veenendaal, Jaqueline Tuininga, Mark de Nooyer, Paul van Dijke, Martin Kentin, Frank Vink. Zittend: Petra Weijermans, Fons Verbunt, Hans Gunter, Tom Colijn
Carnaval Een groep enthousiastelingen neemt in 1972 het initiatief tot de viering van carnaval. De activiteit slaat aan, wordt de Molenwuppers genoemd en groeit uit naar een volwaardige carnavalvereniging met praalwagens, waar vele maanden lang in een loods aan wordt gebouwd, een Raad van Elf, jeugdraad, dansmariekes en natuurlijk carnavalsmuziek. Op het hoogtepunt is jarenlang de carnavalsoptocht in de Vlissingse binnenstad met zo’n 35 eenheden en 500 deelnemers een bezienswaardigheid waar ieder jaar naar wordt uitgekeken. Daarbij laten o.a. burgemeester Westerhout en diens vrouw zich ook niet onbetuigd. Nadat in de jaren ’80 het bouwen van praalwagens problemen oplevert, lijdt het Boerenbal en de Carnavalsviering aan een tanende belangstelling en blijkt dat in Vlissingen niet een echte carnavalstraditie in stand te houden is. 11
Op de foto uit het PZC-archief: v.l.n.r dhr. Bollen (loodswezen), Joke v.d. Pompe, daarvoor zittend Marinella en Goesije,Gerrie Wijermans, Burgemeester Westerhout (met lange jas), Henk van Uxem, Izaak Weug, dochter Koper, Paul Jacqemijns, dhr. Mange (v.d. Akker), mevr. Dingemanse, mevr. Blokland, met stropdas dhr. Blokland, mevr. Lippens, Til Klap, Adri Klap, mevr. Brokking (wegkijkend) en de heer Lippens.
Een overzicht van de speeltuin rond 1974. Links de familieschommel ook wel de Vliegende Hollander genaamd en rechts de grote glijbaan.
Peuterbad Vernieuwen van de speeltuin loopt als een rode draad door alle activiteiten van de vereniging, iets dat er steeds maar weer bij hoort. Vernieuwingen die voor het overgrote deel gerealiseerd worden door vrijwilligers (leden van de vereniging en belangstellende buurtbewoners). Maar ook het bedrijfsleven steunt in meer of mindere mate door de jaren heen de activiteiten van de vereniging. Voor een peuterbadje, onderdeel van deze vernieuwing, levert Anker Desein ‘gratis het beton’ en geven het Loodswezen, Van den Akker en de PZC financiële ondersteuning. Met het opendraaien van een kraan vult burgemeester Westerhout op 14 mei 1973 het peuterbadje als openingshandeling van de vernieuwde speeltuin. Westerhout zegt de vere12
Bestuur met gif-problemen Het bestuur dat met de gifgrond-problemen wordt geconfronteerd, is in 1982 als volgt samengesteld: Henk van Uxem, Adri Klap, Addy Vrijenhoek, Addie Weijermans, Jos Klap, Hans van Veenendaal, Johan Verbunt, Marijke Meijer. Til Klap ‘opent’ jarenlang de bestuursvergadering als vertegenwoordigster van de Oude Stad in het Vlissings Speeltuinverbond met vragen van of mededeling uit het ‘Verbond’. Haar onderwerpen zijn o.a. de jaarlijkse kindermiddag in de Scheldehal voor de kinderen die lid zijn van de Vlissingse speeltuinen, contributie afstemmen tussen de speeltuinen, uitwisseling van de onderlinge activiteiten enz. Daarna verlaat zij de vergadering. Later zal ze lid van het bestuur worden.
Toen een auto nog iets ongewoons was, zeker als speelobject
niging van groot belang te vinden voor de ontwikkeling van de oude binnenstad en wijst op de vele activiteiten die naast het onderhouden van een speeltuin werden georganiseerd. Op zijn beurt prijst voorzitter Izaak Weug de gemeente voor haar medewerking. “Er is hier en daar veel kritiek op het beleid van de gemeente met betrekking tot het oude stadsdeel, maar dat geldt niet voor onze vereniging”, aldus Weug. Het initiatief tot een jaarlijks bustochtje als nieuwe activiteit wordt in 1977 genomen tijdens de damesgymactiviteit. Til Klap en Trui Verbunt nemen het voortouw in deze activiteit welke 10 jaar lang een groep van 40 tot 50 deelnemers, meest dames, een onvergetelijk uitstapje bezorgt. De eerste trip gaat met een bus van Carlier naar Volendam en Marken. Gifgrond De vereniging ontwikkelt zich steeds verder door allerlei activiteiten voor de wijk te organiseren. Wie vierde geen koninginnedag in de speeltuin, wiens kinderen speelden er niet of wie bezocht er als volwassene niet een activiteit. Het zullen weinig buurtbewoners uit de Oude Stad zijn. Maar dan slaat een nieuwe tegenslag toe: dan nog niet beseffend wat de vereniging boven het hoofd hangt moet in februari 1982 de speeltuin sluiten vanwege gif dat in de grond zit waarop de speeltuin en de bebouwing staan. Directe aanleiding is het aantreffen van het giftige cyanide op de muur van het Arsenaal. Het blijkt een begrijpelijke, maar impulsieve reactie van de gemeente te zijn en drie dagen later mag de speeltuin weer open, nadat de muur van het Arsenaal van een schutting is voorzien. Een woordvoerder van de gemeente merkt dan 13
Een blik op de speeltuin vanaf de grote glijbaan, met op de achtergrond de kranen van De Schelde en het dak van het oude stadhuis, het speeltuingebouw, daarvoor het peuterbadje, de schommels en de wippen.
nog op: “dat er geen aanleiding was om de grond af te graven, omdat de bovenste grondlaag nooit in aanraking is geweest met gevaarlijk stoffen………….”. Deze opvatting, weten we nu, zal maar een paar jaar standhouden want in 1985 wordt de speeltuin gesloten en zal het gebouw worden gesloopt en de speeltoestellen worden verwijderd om sanering van de verontreinigde bodem mogelijk te maken. Er vindt veel en langdurig overleg plaats waarbij het ministerie, de provincie, de gemeente en de Oude Stad gesprekspartners zijn. De vereniging heeft gelden, materiaal maar vooral veel energie gestopt in het pand aan de Paardenstraat waarvoor het bestuur voldoende compensatie eist. Maar hoe compenseer je een konijnenberg, een kippenren enz. Als tot afbraak van het gebouw wordt overgegaan is er nog steeds geen oplossing voor de toekomst van de vereniging. De Oude Stad vreest op dat moment dat alleen een speeltuin terug zal komen en alle club- en buurtactiviteiten gestopt moeten wor14
Onder voorwaarden Het bestuur bespreekt op 25 juni 1984 een aanbod van een beeld, voorstellende Michiel de Ruyter. De beeldhouwer stelt het beschikbaar aan de vereniging onder voorwaarde dat het beeld niet in eigendom van de gemeente zal worden gegeven.
Ledenvergaderingen worden regelmatig slecht bezocht, zo ook op 20 april 1982. De voorzitter opent de ledenvergadering en sluit deze direct: geen leden aanwezig. Na een half uur opent de voorzitter, zoals het huishoudelijk reglement voorschrijft, de ledenvergadering opnieuw. Met de constatering dat er slechts twee leden aanwezig zijn en omdat zo'n aantal te weinig is sluit de voorzitter de vergadering definitief. Dat laatste is volgens de huidige reglementen niet meer mogelijk! Overigens ging men in onderhavige gevallen verder met een bestuursvergadering, het bestuur was toch aanwezig.
den. In deze onzekerheid over de toekomst van de vereniging schenkt amateur-beeldhouwer K. Wingelaar een door hem vervaardigd beeld van Michiel de Ruyter, omdat hij een passende plaats wil voor zijn creatie. La Reine laat de zon schijnen Een opmerkelijk initiatief wordt genomen door Wil van Dijke van La Reine midden jaren tachtig. Hij wil een aantal verenigingen steunen waaronder speeltuinvereniging de Oude Stad. Activiteiten worden door Wil van Dijk georganiseerd waarbij de medewerkers van de deelnemende verenigingen helpen met de uitvoering van zulke activiteiten. Op een bepaald moment wordt de samenvoeging DIOS gebezigd die staat voor Dierenbescherming, Oude Stad. De verkoop van consumpties in La Reine levert de actie per verkochte consumptie ook een bedrag op voor de genoemde actie. Een jaarlijks terugkerend evenement is het ringrijden rond de Zeemanserve. Een paar marktkramen word bemand door medewerkers die drankjes en hapjes aan de man brengen. Een greep uit verdere activiteiten: Country festival, sponsor-fietstocht, Carnaval, enz. Een naamswijzing in DOP geeft aan dat de nieuwe samenstelling bestaat uit Dierenbescherming, Oude Stad en Ponyclub voor gehandicapten. Geleidelijk aan haken steeds meer medewerkers af zodat uiteindelijk alleen medewerkers van de Oude Stad overblijven die nog het jaarlijks ringrijden voor hun rekening nemen. De jaarlijkse mosselavond is de laatste activiteit voortkomend uit deze actie, welke nog wordt georganiseerd. Periode Willem III De periode die volgt op de ontruiming van het gebouw aan de Paardenstraat is één van de moeilijkste situaties in het bestaan van de vereniging. Een speeltuinvereniging zonder speeltuin…… Wat kan de vereniging de kinderen nog wel bieden. Hoe moeten de activiteiten voor volwassenen worden georganiseerd. Waar worden activiteiten als het carnavalfeest gehouden. Op welke manier houdt en motiveert de vereniging haar medewerkers. Hoe worden de leden nog aan de vereniging gebonden. 15
Misschien illustratief voor de situatie waarin de speeltuin zich bevond: het verleden wordt (gedeeltelijk) verbrand op het terrein van de speelruin om tijdelijk te verhuizen naar de Willem III kazerne.
Allemaal vragen die beantwoord moeten worden op het moment dat wordt afgesproken dat Addie Weijermans in november 1985 de sleutel ophaalt van de Willem III kazerne die als vervangend onderkomen moet gaan dienen voor de vereniging. Daarnaast zijn er de zorgen om goederen die verdwijnen uit de oude vismijn aan de Koningsweg waar zij tijdelijk zijn opgeslagen. Het voortdurend overleg over een nieuw gebouw, op enig moment zelfs met een verdieping, neemt veel tijd en energie in beslag en duurt het bestuur ook veel te lang. Men moet ook op zoek naar locaties waar grote activiteiten kunnen worden gehouden. Zo wordt het carnavalsbal in het clubhuis van Zeeland Sport gehouden en worden de kinderen per bus vervoerd naar speeltuin Lammerenburg voor hun carnavalsfeest. De vereniging komt ook in financiële moeilijkheden, getuige een brief van voorzitter Verbunt aan de gemeente Vlissingen. In deze brief geeft de vereniging aan dat de toegekende subsidie voor 1987 onvoldoende is aangezien de vereniging geen inkomsten heeft gehad omdat de activiteiten hebben stilgelegen. Het leden-aantal loopt bovendien sterk terug. Nadat de bodem is gesaneerd, wordt in juni 1986 begonnen met het terugplaatsen van de speeltoestellen en daarmee wordt een periode van herstel ingeluid. Uiteindelijk gloort het licht helemaal aan de horizon als op 2 november 1987 wordt begonnen met de bouw van het nieuwe verenigingsgebouw aan de Paardenstraat. 16
Er wordt een begin gemaakt met de bouw van het nieuwe onderkomen voor de Oude Stad
Het einde van een spectaculaire attractie in de speeltuin, de hoge glijbaan werd te gevaarlijk...................
Een nieuwe toekomst Na veel overleg over de uitvoering van de bouwplannen met bijsturingen en wijzigingen, besproken in de bouwcommissie, wordt op 10 juni 1988 de sleutel ontvangen om met de afwerking en inrichting van het gebouw te kunnen beginnen. Daarna kunnen alle activiteiten weer worden opgestart en worden nieuwe ideeën ontwikkeld. Zo wordt in maart 1990 een biljart in gebruik genomen. Maar ook de uitbreiding of vervanging van oude bestaande speeltoestellen wordt ter hand genomen. Zo komt er een kabelbaan en een loopbrug aan bestaande bebouwing bij de bunker. De positie van speeltuin in een nieuw gedeelte van de wijk moet ook nog even wennen getuige een overleg met buurtbewoners over geluidsoverlast van de trampoline, begroeiing en vooral het onderhoud van de groenvoorziening alsmede de openingstijden. Inmiddels kan worden gesteld dat de Oude Stad weer zijn vertrouwde plaats in de wijk heeft en worden de activiteiten door veel buurtbewoners bezocht. 17
Terugkeer naar de Paardenstraat In de Willem III bereidt het bestuur de terugkeer van de speeltuin en bouw van een nieuw clubhuis aan de Paardenstraat voor en probeert de vereniging draaiende te houden. In 1986 ziet dat bestuur er als volgt uit: Johan Verbunt, Til Klap, Jos Klap, Addie Weijermans, Marijke Meijer, Johan van Pelt, de heer Reg Quick, Kees Marijs, Addy Vrijenhoek.
Bij het 40-jarig bestaan in 1993 ontstaat het plan de speeltuin op en top in orde te brengen. Allereerst moeten ondeugdelijke toestellen worden weggehaald. De bootjesschommels, wippen, en vooral de grote hoge glijbaan zullen gesloopt moeten worden. Op 19 oktober 1994 is de speeltuin opnieuw ingericht en verrijkt met een glijbaan vanaf de bunker, een paviljoentje, een klauterbaan de bunker op en schommels. De kinderen van de Oude Stad houden, tijdens het 40-jarig jubileum, een eigen verkoopdag om geld in te zamelen waarvoor ze een speeltoestel willen kopen. Het wordt een duikelrek. De speeltuin lijkt weer voor een aantal jaren klaar te zijn. Als in 1993 de koersbalclub van start gaat met 16 deelnemers, is ook aan de activiteiten weer een uitbreiding gegeven.
Tafeltennisactiviteit in het oude gebouw
Roken………………. Een onderwerp dat reeds lang de aandacht heeft van het bestuur van de Oude Stad. In de koffiepauze tijdens de bestuursvergadering van 9 maart 1981 besluit het bestuur dat tijdens de bestuursvergaderingen niet meer gerookt mag worden………….een besluit in de pauze, misschien dat er daarom nog steeds gerookt wordt tijdens de bestuursvergaderingen.
Activiteiten Bij het opstarten en organiseren van activiteiten is o.a. Addie Weijermans-Lobbezoo vaak betrokken (geweest) en vooral het draaiende houden kost veel tijd en energie. Naast een periode als bestuurslid te hebben gefunctioneerd, zijn het vooral de activiteiten die haar belangstelling hebben. Meer dan 25 jaar bezig zijn met diverse activiteiten, wekelijks, maandelijks of incidenteel. Nog steeds heeft Addie een aantal activiteiten onder haar hoede: Kinderclub vanaf 1972-1997 Damesgym vanaf 1976 Fietsdag vanaf 1976 Gourmetavond vanaf 1976 18
Bijzonder jubileum In het verslag van de bestuursvergadering van 6 oktober 1987 staat dat Addie een geschenk ontvangt in verband met haar 16-jarig jubileum………….
Het kerstspel opgevoerd door kinderen van de Oude Stad is al vele jaren een vast onderdeel van alle activteiten
Avondvierdaagse vanaf 1976-2000 Bloemschikken vanaf 1983 Peutergym vanaf 1991 Activiteiten door anderen overgenomen en ‘actief’ gehouden: Koninginnedag vanaf 1973 Kerstspel vanaf 1975 St. Nicolaas vanaf 1976 Ook anderen namen initiatieven voor activiteiten met een langdurige periode: Kaarten vanaf 1976 Darten vanaf 1989 Biljarten vanaf 1994 Bingo vanaf 1990 Peutermorgen vanaf 1989-2002 Koersbal vanaf 1994 Kinderclub vanaf 2000 Zo groeit, vormgegeven met een groot aantal andere vrijwilligers, een flink aantal activiteiten. Keet Een houten keet, beschikbaar gesteld door Scheldebouw, is lang een onderwerp van gesprek tijdens vele bestuursvergaderingen. Het bouwsel komt in 1992 ter beschikking van de speeltuin. In de loop van 1993 worden stappen ondernomen om de keet op te bouwen. Een bestemming voor de Keet is nog onduidelijk. Voor de verdere afbouw wordt gewacht tot de huizen in de Gravestraat worden afgebroken en daar komt misschien hout vrij dat gebruikt kan worden voor de Keet. 19
De wijkwethouder Henk de Haas (achterin) heeft de Keet officieel geopend en brengt als cadeau een heleboel cd’s mee die hij samen met een groep Keet-bezoekers heeft uitgezocht.
Twijfel over de toestand waarin de Keet verkeert geeft in 1994 aanleiding tot nauwkeurig onderzoek. Over de uitkomst van dat onderzoek ontstaat sterk verschil van mening maar in oktober 1996 komt er een dak op de Keet! Uiteindelijk wordt op 9 december 1999 de Keet geopend door wijkwethouder Henk de Haas. De bestemming is dan ook duidelijk. Er blijkt een duidelijke behoefte te bestaan aan een eigen onderkomen bij jongeren die gezien hun leeftijd niet meer in de speeltuin terecht kunnen. De Keet wordt een jeugdhonk waar de jongeren zelf verantwoordelijk zijn voor programmering, onderhoud en openstelling, al zal er altijd begeleiding van volwassenen zijn. Veiligheidsbesluit speeltoestellen Juist op het moment dat onze speeltuin helemaal op orde is, komt in 1997 het Besluit Veiligheid voor Attracties en Speeltoestellen aan de orde. Voor onze speeltuin betekent dat een onderzoek door een erkend bureau van alle toestellen om duidelijkheid te krijgen of deze toestellen voldoen aan deze nieuwe eisen. De uitkomst voor de gezamenlijke Vlissingse speeltuinen is tamelijk catastrofaal. Er moet voor ruim 200.000 gulden aan toestellen worden vervangen. Voor de Oude Stad komt het bedrag neer op meer dan 50.000 gulden. Tel uit je winst! Na overleg met de gemeente Vlissingen komt ook de sanering van het aantal speeltuinen aan de orde. 20
Als gevolg van de veiligheidskeuring moesten een flink aantal toestellen uit de speeltuin verwijderd worden. Het betrof voornamelijk het deel van de speeltuin dat bestemd is voor de jongste bezoekers. Daar stond helemaal niets meer. Als tijdelijke oplossing werd een aantal kunststof speeltoestellen aangeschaft.
Paars? Op 9 augustus 1988 wil Marino weten of er 10 september paars gereden kan worden, dat is praktisch niet mogelijk………………
Deze twee zaken worden gezamenlijk onderwerp van gesprek om te komen tot enige vorm van mogelijke financiering van de ontstane problemen. Deltaplan Spelen Juist op het moment dat financiering van te vervangen speeltoestellen onderwerp van discussie is tussen de gemeente Vlissingen, de Oude Stad en speeltuinvereniging Lammerenburg meldt de NUSO zich als gesprekspartner en presenteert het Deltaplan Spelen. Een initiatief waarmee landelijk een aantal speeltuinen geheel opnieuw ingericht zal worden maar ook een andere financiële basis moeten krijgen. Tijdens een breed overleg met delegaties van de Oude Stad en Lammerenburg, de NUSO en de wethouder mevrouw Poppe-de Looff wordt uiteengezet wat het Deltaplan Spelen voor de betrokken speeltuinen kan betekenen. Belangrijk daarin is o.a. een nieuwe visie op de continuïteit van de speeltuinen, welke mogelijk gemaakt moet worden door een jaarlijkse reservering van 10% van de aan te schaffen speeltoestellen om zodoende na de afschrijvingsperiode nieuwe toestellen aan te kunnen schaffen. De projectgroep Delta Plan Spelen wordt geïnstalleerd waarin zitting nemen twee vertegenwoordigers van iedere speeltuin, Rinus Goedemondt namens de gemeente, Marlie 21
Speeltuingezin Dat je als gezin ook intens betrokken kan raken bij de Oude Stad, weten ze b.v. bij de familie Klap ook. Vader Adrie werd in 1964 gevraagd mee te willen helpen bij werkzaamheden in de speeltuin………… Dat wordt een jarenlange betrokkenheid op veel terreinen. Eenzelfde positie die Jos jarenlang zal innemen. Als jongen vergezelt hij zijn vader met name bij de werkzaamheden op het speelterrein, het gebouw en de toestellen. Ook hij was bestuurslid, maar vooral man van het onderhoud; verbouwingen en nieuwbouw hadden en hebben zijn voorkeur. Beiden hebben vele uren geïnvesteerd in de oude speeltuingebouwen en hebben de ontruiming daarvan met lede ogen aangezien. Aan de carnavals activiteiten hebben zij ook hun bijdragen geleverd. o.a. met het bouwen van de carnavalswagen. Til was zo’n 17 jaar de vertegenwoordigster van de Oude Stad in het Vlissings Speeltuin Verbond, waar zij jarenlang voorzitter van was. Bij iedere bestuursvergadering deed zij verslag van de ontwikkelingen vanuit het ‘Verbond’. Voor de vereniging haalde ze 25 jaar de contributie op waardoor ze het directe contact tussen het bestuur en leden was. Zij is nog steeds een vaste medewerkster achter de bar bij verschillende activiteiten, terwijl Jos nog bij o.a. verbouwingswerkzaamheden betrokken raakt.
Een begin van de werkzaamheden waardoor de speeltuin opnieuw zal worden ingericht
Blok, later vervangen door Harrie Been namens Scoop, terwijl P2O (opbouwwerk) Peter Gillissen als gespreksleider levert. Vaak is Willem van Os namens de NUSO (Nederlandse Unie Speeltuin Organisaties) aanwezig. Belangrijke subsidieverstrekkers zijn Commissie Geïntegreerd Spelen en Speel op Zeker, waarin een aantal landelijk hulporganisaties zijn vertegenwoordigd. Per project is een bedrag van 80.000 gulden beschikbaar. Het blijkt echter dat in alle andere projecten sprake is van één speeltuin per project! Na deze hindernis te hebben overwonnen onstaat de unieke situatie dat in Vlissingen eigenlijk twee projecten van start gaan: de Oude Stad en Lammerenburg, terwijl de eerste 15 projecten gelijkelijk over het land verdeeld zouden worden. Het betekent voor de beide verenigingen wel dat iedere speeltuin over de beoogde subsidiebedragen zal kunnen beschikken. Ook de gemeente Vlissingen neemt haar deel in de financiering van beide speeltuinen voor haar rekening. Nadat ook andere fondsen zich bereid hebben verklaard de beide projecten te steunen kunnen de plannen worden uitgevoerd. In het geval van de Oude Stad gebeurt dat onder leiding van speeltuinarchitect Jootje Vaas. De inbreng van de Oude Stad bestaat uit vele uren, dagen, weken van mankracht. Verschillende vrijwilligers nemen er vakantie voor op! De eerste werkzaamheden bestaan uit het verwijderen van speeltoestellen, of delen daarvan, die niet meer aan de veiligheidseisen voldoen. Daarna kan worden 22
Vrijwilligers van de Oude Stad aan het werk, soms onder slechte weersomstandigheden
begonnen met een gigantische klus van het opnieuw inrichten van de speeltuin, die een uniek beeld krijgt. Het is speeltuinwachter ‘ome’ Jan Veerman die de eer te beurt valt om op zaterdag 5 juni 1999 de hernieuwde en veilige speeltuin te heropenen. In een overvolle speeltuinzaal willen kinderen en volwassenen erbij zijn als de speeltuin weer in gebruik kan worden genomen.
23
Speeltuinverbond Al tijdens de oprichtingsvergadering van de Oude Stad oppert de heer Goedbloed de gedachte dat de Vlissingse speeltuinen samen moeten werken. Een overtuiging die gestalte krijgt in het ontstaan van het Vlissings Speeltuin Verbond. Het verbond is de gesprekspartner van de gemeente. Daarnaast was jarenlang het organiseren van de jaarlijkse kindermiddag door het Verbond een hoogtepunt voor de Vlissingse speeltuinverenigingen. Honderden kinderen waren aanwezig in Britannia of de Scheldehal. Maar van deze activiteit loopt eind jaren tachtig de belangstelling terug en zij stopt midden jaren ’90. Overleg met de gemeente blijft de belangrijkste taak. In 1997, tijdens een bijeenkomst op het stadhuis met de wethouder komt de sanering van de Vlissingse speeltuinen aan de orde. Ook daar is het Verbond partij in een ongemakkelijke situatie. De sanering resulteert in het sluiten van de speeltuin de Bloemenlaan (VSV) en de Irislaan (de Schommelaer). Uiteindelijk legt ook de speeltuin op ’t Fort het loodje, voornamelijk door interne strubbelingen. Strubbelingen waarin het Verbond ook heeft getracht te bemiddelen en oplossingen aan te dragen. Verder was er overleg over het afstemmen van de contributies, openingstijden en zaken die een gezamenlijk belang hebben.
De klimtoren op de bunker, een silhouet van een nieuwe speeltuin.
Gezien deze belangstelling is deze klus opnieuw niet voor niets geweest. Met de opening wordt opnieuw een periode afgesloten van enorme extra inzet, zowel organisatorisch als ‘ambachtelijk’ door medewerkers van de Oude Stad en buurtbewoners. Met veel voldoening is een grote klus geklaard, het zal niet de laatste zijn, maar dat kan alleen de toekomst ons leren. Daarmee bewijst zich ook hier de wijsheid: “Wie geen historie heeft, heeft ook geen toekomst.”
De kampeerweekenden behoren tot de laatste nieuwe activiteiten in de nieuwe speeltuin. 24