Vlissingen

‘vlechtwerk van eigentijds onderwijs, opvangvoorzieningen en voorschoolse educatie’

KOERS vs.1.0 Stichting Christelijk Primair Onderwijs Middelburg/Vlissingen 2014-2017

26 april 2013

Inhoud Inleiding

Wat beoogt dit document?

Missie

Wie zijn wij, waar staan wij voor, wat is de grond van ons bestaan?

Kernwaarden

Welke waarden geven inhoud aan ons handelen?

Visie

Wat is onze collectieve ambitie?

Sterktes & zwaktes

Welke sterktes dragen bij aan het realiseren van de visie en welke zwaktes belemmeren dit?

Strategie

Welke wegen leiden tot realisatie van onze visie?

Speerpunten

Welke aanpak staat de komende jaren centraal?

Bijlage

-1-

Inleiding ‘Perspectief, Vereniging Protestants Christelijk / Rooms-katholiek Basisonderwijs Vlissingen’ en ‘Vereniging Christelijk Onderwijs Middelburg’ zijn voornemens te komen tot een fusie tussen beide organisaties. Met het oog hierop heeft de Werkgroep fusie in samenspraak met de directeuren besloten om op een beleidstweedaagse de eerste contouren uit te zetten voor de koers van de nieuwe organisatie. Op donderdag 28 en vrijdag 29 april 2013 heeft deze beleidstweedaagse plaatsgevonden onder leiding van een senior-adviseur van KPC Groep. Bij de beleidstweedaagse waren alle directeuren en bovenschools managers / interimbestuurders aanwezig. Tevens was er van iedere school één extra vertegenwoordiger aanwezig. Deze vertegenwoordigers bestonden uit leraren, intern begeleiders en adjunctdirecteuren / teamleiders. Deze koersnota is een resultaat van deze beleidstweedaagse. De koersnota (verder te noemen ‘KOERS’) is geen statisch document. Jaarlijks zal bekeken moeten worden of de nieuwe organisatie ‘op koers ligt’. In het najaar van 2013 zal de strategie zoals verwoord in de KOERS, uitgewerkt dienen te worden in het BestuursOntwikkelPlan 2013-2017 (=BOP). De doelen in dit plan zullen leidend zijn voor de SchoolOntwikkelPlannen 2013-2017 (=SOP). In deze plannen worden de verbeterprojecten en klussen beschreven voor dat kalenderjaar. KOERS is een praktisch document dat de richting van de nieuwe organisatie aangeeft. Het helpt ons bij de inrichting van de organisatie en het plannen van de verrichtingen met het oog op de bedrijfsvoering én innovatie. Tevens laten we hiermee aan ouders, leerlingen, scholen en partners in de regio zien waar we voor staan en waar we voor gaan.

Middelburg, Vlissingen, mei 2013

Jannie Sandee, Verenigingsdirecteur VCO Middelburg Thomas Landman, voorzitter Raad van Bestuur a.i. Vereniging Perspectief Alfons Flik, interim manager VCO Middelburg Felix Razenberg, senior-adviseur KPC Groep

-2-

1.

MISSIE

In onze missie beantwoorden we de vragen: Wie zijn wij, waar staan wij voor, wat is de grond van ons bestaan?

De Stichting heeft als missie om kinderen van 0 t/m 14 jaar op Walcheren vanuit de Christelijke identiteit een vlechtwerk van eigentijds onderwijs, opvang en educatie te bieden zodat zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke burgers. ‘vlechtwerk van eigentijds onderwijs, opvangvoorzieningen en voorschoolse educatie’

2.

KERNWAARDEN

Welke waarden geven inhoud aan ons handelen? Kwaliteitgericht Betrokkenheid Veiligheid Respectvol Toekomstgericht

Kwaliteitgericht Medewerkers van de Stichting staan voor kwaliteit. Voor ons betekent dit werken aan de professionalisering van de medewerker met als doel de professionele organisatie verder vorm te geven. Dat vereist kennis en deskundigheid van medewerkers en het besef dat zij verantwoordelijk zijn voor de eigen ontwikkeling, die van de school én die van de organisatie. Deskundigheid is daarbij een sleutelwoord. Betrokkenheid Medewerkers van de Stichting zijn gedreven en gepassioneerd en tonen dit door enthousiasme vóór en plezier ín hun werk. Zij zijn een bron van inspiratie voor kinderen, ouders en collega’s. Respectvol Medewerkers van de Stichting gaan respectvol om met de kinderen, elkaar en alle bij het onderwijs betrokkenen. We zijn als mensen heel verschillend, maar ook gelijkwaardig. Integriteit en verdraagzaamheid versterken onze respectvolle omgang met anderen en hun omgeving. -3-

Veilig Medewerkers van de Stichting creëren een sfeer van veiligheid door vertrouwen te geven, ondersteuning te bieden, waardering te tonen, rust en ruimte te bieden, zelfredzaamheid te stimuleren en inlevingsvermogen te tonen. Deze sfeer van veiligheid is het fundament van ons onderwijs. Toekomstgericht Medewerkers van de Stichting dragen zorg voor eigentijds en toekomstgericht onderwijs. Dit betekent dat zij nieuwe ontwikkelingen op de voet volgen, het belang van nieuwe ontwikkelingen bekijken vanuit het perspectief van de ontwikkelingskansen van kinderen, zich flexibel opstellen om snel te kunnen inspelen op deze ontwikkelingen en creativiteit aan de dag leggen om de ontwikkelingen ook daadwerkelijk een plek te geven binnen het onderwijs. Bovenstaande kernwaarden zijn leidend voor het handelen van alle medewerkers van de Stichting. Alle betrokkenen bij de organisatie streven ernaar dat deze kernwaarden leidend zijn voor de wijze waarop medewerkers, kinderen en ouders onderling met elkaar omgaan.

3.

VISIE

Onze visie geeft antwoord op de vraag Wat is onze collectieve ambitie? Onze collectieve ambitie richt zich op de verschillende aspecten van onze organisatie, te onderscheiden naar de actoren (leerlingen, leraren, belanghebbenden [ouders, ketenpartners, gemeente, e.a.) en de factoren (resultaten, onderwijsinhoud, organisatie en middelen). We belichten ze hieronder. Onderwijskundige dimensie Binnen onze stichting realiseren wij een professionele cultuur. Wij denken vanuit kansen. Vertrouwen, verantwoordelijkheid en verbeeldingskracht zijn daarbij het uitgangspunt om te komen tot een lerende organisatie. Dit houdt o.a. in:  Professionele autonomie;  Investeren in mensen;  Situationeel leiderschap;  Kwalitatief en resultaatgericht verantwoorden;  Heldere managementstructuur;  Toekomstgericht denken;  Betrekken van belanghebbenden bij het onderwijs.

-4-

Pedagogische dimensie Onze scholen investeren in een goed pedagogisch klimaat op basis van christelijke waarden en normen waarin kinderen zich veilig en geborgen voelen, met als doel kinderen op te voeden tot zelfstandige en verantwoordelijke burgers. We doen dit o.a. door:  Duidelijke schoolafspraken en leefregels;  De inzet van de methode sociaal-emotionele ontwikkeling met bijbehorend leerlingvolgsysteem;  Open communicatie op basis van vertrouwen;  Aan te sluiten bij de talenten van kinderen;  Ouders te betrekken bij het onderwijs aan hun kind(eren);  Te investeren in een goede relatie met kinderen zodat hun competentie en autonomie groeit. Levensbeschouwelijke dimensie Onze scholen denken en werken vanuit christelijke waarden en normen gebaseerd op de Bijbel. Daarbij leren onze kinderen respect te hebben voor de wereld om hen heen, zorg te hebben voor anderen en zichzelf en bekend te worden met de Bijbelverhalen. Belangrijke waarden en normen zijn:  Respect;  Saamhorigheid;  Duurzaamheid;  Eerlijkheid;  Openheid. Maatschappelijke dimensie Onze scholen positioneren zich midden in de gemeenschap vanuit de verantwoordelijkheid die zij voelen voor de samenleving met het oog op de harmonische ontwikkeling van kinderen. Het ‘leit’-motief van onze scholen is dan ook proactief ondernemen. Dit houdt o.a. in:  Openstaan voor andere schooltijden;  Zorgdragen voor professionele tussen- en naschoolse opvang;  Samenwerken binnen Integrale Kindcentra;  De school positioneren als ‘hart van de wijk’;  Een voorbeeldfunctie in sociale betrokkenheid.

-5-

SWOT-analyse1

4.

Met het oog op de bepaling van de speerpunten van het strategisch beleid voor de Stichting voor de periode 2013-2017 hebben we dié kansen & bedreigingen en sterktes & zwaktes in beeld gebracht die mogelijk stimulerend of belemmerend kunnen werken bij de realisatie van onze collectieve ambitie (onze visie, zoals verwoord in hoofdstuk 3). Hierbij hebben we gebruik gemaakt van de systematiek van de confrontatiematrix. Hierin worden kansen & bedreigingen (=externe analyse) gewogen in relatie tot de sterktes & zwaktes van de organisatie (= interne analyse). Op grond van deze weging (verwoord in de bijlage ‘confrontatiematrix) zijn een viertal speerpunten geformuleerd.

5.

Strategie

De strategie geeft aan op welke wijze de organisatie de komende vier jaar wil werken aan het verwezenlijken van haar visie. Daartoe hebben we de visie van de nieuwe organisatie gerelateerd aan de SWOT-analyse van hoofdstuk 4. Op grond hiervan hebben we een viertal speerpunten geformuleerd die richting geven aan de inrichting van de organisatie. Tijdens de beleidtweedaagse van de directies zijn de volgende speerpunten benoemd en uitgewerkt:    

1

Naar excellent onderwijs met topprofessionals; Met moderne middelen en naar nieuwe inzichten; In samenwerking met elkaar én de omgeving; Met het oog op een uitdagende en veilige thuishaven voor kinderen.

Speerpunt 1:

Naar excellent onderwijs met topprofessionals.

Omschrijving:

We willen binnen vier jaar doorgroeien naar een organisatie waar de kinderen onderwijs krijgen van professionals die in hun werk betrokkenheid tonen, aanspreekbaar zijn op proces en opbrengsten. Professionals ontwikkelen zichzelf voortdurend en zijn daarin binnen kaders zelfsturend. Zij werken vanuit een professionele cultuur waarin taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor alle betrokkenen duidelijk zijn.

Kern:

Professionele cultuur

Kernbegrip:

Ontwikkeling van competenties van professionals.

Strengths-Weaknesses-Opportunities-Threats -6-

Speerpunt 2:

Onderwijs met moderne middelen en naar nieuwe inzichten

Omschrijving:

Op onze scholen benutten we evidenced based inzichten en moderne middelen om ons onderwijs boeiend en eigentijds te houden. We streven naar het benutten van talenten van de kinderen. Dit alles leidt tot hoge opbrengsten.

Kern:

Denken, durven, dromen doen

Kernbegrip:

Eigentijds, boeiend, uitdagend, multimedia, samen,

Speerpunt 3:

Samen kun je meer

Omschrijving:

Kern:

Door het bundelen van krachten, willen we komen tot een efficiënt en beter onderwijskundig en financieel beleid van onze stichting. Dit doen we door bijvoorbeeld:  Gebruik te maken van elkaars (competenties) expertise  Gebruik te maken van netwerken  Gezamenlijk inkoop van middelen Samenwerken is de sleutel tot succes

Kernbegrip:

Samenwerken

Speerpunt 4:

Alle kinderen een uitdagende en veilige thuishaven

Omschrijving:

Op onze scholen voelen kinderen zich:  Thuis  Veilig  Gekend  Op hun gemak  Dat ze er mogen zijn  Dat ze er zelf mogen zijn

Kern:

Rust, regelmaat en reinheid Aandacht Uitdaging Waardering Achtergrondkennis van de thuissituatie

Kernbegrip:

Veiligheid uitdaging

-7-

6. Speerpunten vertaald naar de strategische agenda Hieronder worden de speerpunten vertaald naar de strategische agenda voor de periode 2013-2017. Nadere concretisering zal later worden uitgewerkt in het BestuursOntwikkelPlan (B.O.P.) 2

Onderwijs 

  

         

Binnen de organisatie worden de toetsgegevens geanalyseerd en vergeleken met op school- en stichtingsniveau vastgestelde normen. Waar nodig worden interventies geformuleerd en uitgevoerd om de opbrengsten te verbeteren. Uit tevredenheidsonderzoek blijkt dat 90% van de ouders en de kinderen tevreden zijn over het pedagogisch klimaat. Er wordt afgestemd en aangesloten op de onderwijsbehoefte van de kinderen door gebruik te maken van groepsplannen binnen HGW. Eigentijds en vernieuwend onderwijs wordt aangeboden, aansluitend bij de belevingswereld van de kinderen. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van nieuwe inzichten en / of middelen. De leerkrachten stimuleren de groei en ontwikkeling van de kinderen door aan te sluiten bij hun onderwijsbehoeften. Kinderen kunnen effectief samenwerken Kinderen zijn in staat om zelfstandig met de leer/lesstof om te gaan Kinderen tonen betrokkenheid bij de lesstof Komen tot hogere opbrengsten Aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen Kinderen leren keuzes maken Kinderen krijgen meer vertrouwen in eigen kunnen Verhogen van leeropbrengsten door het inzetten en delen van elkaars (kwaliteiten)expertise Uitgaan van Relatie (leerkracht-kind; kind-kind, leerkracht-ouder, leerkrachtleerkracht), Competentie en Autonomie

1

2

3 4

Personeel             

2

Er wordt gewerkt met goed omschreven en vastgelegd taakbeleid (normjaartaak). Er wordt gewerkt met leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. In het scholingsbeleid stimuleren we specialisatie van medewerkers, passend bij de behoefte van de Stichting. 50% van de medewerkers heeft een Post HBO / masteropleiding afgerond. Alle medewerkers reflecteren op het eigen handelen door o.a. collegiale consultatie / intervisie / netwerken. Voor alle leerkrachten is er de gelegenheid om zich te ontwikkelen d.m.v. coaching. De gesprekkencyclus (begeleiding / beoordeling) is geïntegreerd in de organisatie en werkt stimulerend op de ontwikkeling van het personeel. Binnen de stichting is beleid geformuleerd met uitstekende secundaire arbeidsvoorwaarden voor de medewerkers. Leerkrachten zijn in staat om nieuwe middelen te benutten (bijscholing). Leerkrachten leren om te gaan met de ‘nieuwe’ rol (coachend). Leerkrachten zijn in staat om nieuwe inzichten toe te passen in de dagelijkse praktijk. verhogen en verbreden van competenties van personeel door het inzetten, inventariseren en delen van elkaars kwaliteiten. Pedagogische competenties vertalen naar zichtbaar (voorbeeld)gedrag zodanig dat

Verwijzing naar speerpuntnummer -8-

1

2 3 4

de periodieke leerlingtevredenheidsonderzoeken minimaal 80% voldoende oplevert.

Organisatie          



Binnen de organisatie wordt gebruik gemaakt van de competenties die er zijn. Medewerkers hebben de mogelijkheid binnen de organisatie om door te groeien naar functies die bij hun ambitie passen. Binnen de organisatie wordt gewerkt met een goed omschreven functiebouwwerk. In de organisatie wordt gezorgd voor ruimte (in formatie) voor collegiale consultatie en netwerkoverleg. Nascholing Intervisie Personal coaching Facilitering Verhogen van competenties door het organiseren van samenwerkingsverbanden/netwerken. Intern afstemmen en communiceren over wat je samen onder die veilige omgeving verstaat zodanig dat een ieder dat consequent kan uitdragen. Beleid en spelregels opstellen en deze borgen (bijv. in de gesprekscyclus ter sprake brengen) zodanig dat een ieder kan terugvallen op de procedure. Meetinstrument: periodiek schooltevredenheidsonderzoeken uitvoeren.

1

2

3 4

Huisvesting     

In de scholen wordt gezorgd voor studieruimtes en gespreksruimtes. Op alle scholen van de stichting zijn ( ict) voorzieningen die up tot date zijn. Werkplekken ICT netwerken/aansluitingen Meer financiële ruimte door samen gebruik te maken van ruimtes.

1



Schoolgebouw en -terrein jaarlijks laten controleren op eisen Arbo-wet (RI&E), brandveiligheid zodanig dat we de vereiste veiligheidscertificaten ontvangen. De inrichting dient rust uit te stralen zodanig dat het voldoet aan de geldende normen voor geluid (decibels), licht (lumen), CO2, hygiëne, enz. die bewezen gezond zijn voor kinderen.

4



2 3

Financiën      

Er is beleid gericht op investering in professionalisering van de medewerkers. Er wordt jaarlijks een ICT-budget begroot i.v.m. een goede communicatiestructuur. Binnen het beleid is er financiële ruimte voor seniorenbeleid. Investeren in ICT middelen Investeren in scholing Efficiënter omspringen met schaarse middelen door centraal inkoopbeleid.

1



Er zullen middelen vrijgemaakt worden om alle facetten van een veilig pedagogisch klimaat te realiseren.

4

-9-

2 3

PR-marketing  

1



In PR beleid nadruk op bekwaam en zich ontwikkelend personeel. In werving en selectie omschrijving zorg voor begeleiding en ontwikkeling van personeel. Er is een modern communicatieplatform voor alle ouders, leerlingen, leerkrachten, directie, bestuurders en stakeholders. Hierin is de mogelijkheid om (in een social media context) informatie en expertise uit te wisselen. Dit platform is op maat en eenvoudig aan te passen aan ontwikkelingen (gebruik van open source software, administrator op stichtingsniveau). Profilering, uitdragen naar buiten



Concurrentiepositie verbeteren door samen uit te dragen waar wij sterk in zijn.

3



Als voorgaande facetten van veilig pedagogisch klimaat gerealiseerd zijn dan straalt dit vanzelf positief af op de ‘klanten’.

4



- 10 -

2

7. Bijlage confrontatiematrix