DE NEDERLANDSE PRIVATE EQUITY MARKT IN 2009 ONDERNEMEND VERMOGEN APRIL 2010
Ondernemend vermogen De Nederlandse private equity markt in 2009 april 2010
Private equity in nederland..... Nederlandse participatiemaatschappijen staan in 2009 voor …
1.300
1.060
ondernemingen wereldwijd
ondernemingen in Nederland
320.000 werknemers in Nederland
€ 81
€ 23,3
miljard gezamenlijke omzet, gelijk aan 14% van het bbp
miljard vermogen onder beheer
€ 776
miljoen investeringen, waarvan ruim 84% in Nederland
€ 214
miljoen investeringen in buyouts
2
68%
van het aantal investeringen in starters
Nederlandse ondernemingen ontvingen in 2009 …
€ 816
miljoen van participatiemaatschappijen ...
Waarvan buitenlandse participatiemaatschappijen …
€ 163
miljoen investeringen in Nederlandse ondernemingen
30
ondernemingen in Nederland in portefeuille met
30.000
werknemers in Nederland
€ 27
miljard gezamenlijke omzet, gelijk aan 4,7% van het bbp
3
inhoud
Ondernemend vermogen
inhoud 6 Toelichting op het onderzoek 8 Voorwoord 10 Samenvatting en conclusies 10 Volop geïnvesteerd in eigen portefeuilles – Steun aan MKB 11 Seed- en startfinancieringen op peil 11 Relatief veel expansiekapitaal 12 Veruit de meeste investeringen in innovatieve sectoren 12 Relatief veel participaties onder de € 5 mln 12 Verkopen van participaties beperkt gebleven 13 Fondsenwerving verminderd 14 Private equity: factor van groot sociaaleconomisch belang 14 Vooruitblik 2010 16 Summary and conclusions 16 PE players invest heavily in existing portfolios – Support for SME sector 17 Seed and start-up financing stable 17 Relatively large amount of growth capital 17 Majority of investments in innovative sectors 18 Relatively large number of investments below € 5 million 18 Divestments limited 19 Fund raising down 20 Private equity: factor of major socio-economic importance 20 Outlook 2010 22 1 Algemene ontwikkelingen 22 Meer investeringen van kleinere omvang 24 Licht herstel per kwartaal 24 Lager gemiddeld investeringsbedrag 26 Vermogen onder beheer gestabiliseerd 27 Fondsenwerving tijdelijk minder
4
De Nederlandse private equity markt in 2009
inhoud
29 2 Ontwikkelingen per financieringsfase 30 Seed- en startfinancieringen op peil 30 80% minder investeringen in buyouts 32 Aandeel expansiefinancieringen stijgt 32 Investeringen in Europa gedaald 34 3 Ontwikkelingen per bedrijfssector 34 Meeste kapitaal naar zakelijke en industriële producten 35 Grootste aantal investeringen in Gezondheidszorg, biotech en ICT-bedrijven 36 Participatiemaatschappijen creëren groei en werkgelegenheid 37 4 Ontwikkelingen in desinvesteringen 38 Meer afboekingen, minder strategische verkopen 40 5 Vooruitblik 40 Buyoutfondsen hebben voldoende kapitaal in kas 40 Meer investeringen 41 Expansiefinancieringen op peil 41 Voorzichtige stijging exits 41 Wisselend beeld fondsenwerving 44 Bijlage 1 Opzet van het onderzoek 47 Bijlage 2 N ederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen 48 Bijlage 3 Begrippenlijst
5
toelichting
Ondernemend vermogen
Toelichting op het Onderzoek De Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP) onderzoekt samen met het Corporate Finance team van PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. jaarlijks de belangrijkste ontwikkelingen in de Nederlandse private equity markt. De cijfers worden gebaseerd op PEREP Analytics, een pan-Europese dataverzameling, die wordt ondersteund door de Europese Private Equity & Venture Capital Association (EVCA), NVP en 17 andere Europese associaties. In deze opzet is het mogelijk om naast de analyse van de investeringen door in Nederland gevestigde participatiemaatschappijen (zogenoemde industrie-analyse) ook een analyse te maken van de private equity investeringen in in Nederland gevestigde bedrijven (markt-analyse). De Nederlandse private equity industrie omvat alle investeringen door de participatiemaatschappijen die in Nederland hun hoofdkantoor hebben en door de zelfstandig opererende kantoren van buitenlandse participatiemaatschappijen. Wanneer niet expliciet vermeld, wordt uitgegaan van de industrie analyse. De gegevens worden verzameld door middel van een enquête en uit betrouwbare publieke bronnen. Daarmee dekt het onderzoek over 2009 zo goed als 95% van de investeringen door Nederlandse partijen en eveneens ongeveer 95% van de investeringen in Nederlandse bedrijven. In voorgaande jaren zijn buitenlandse investeerders zeer actief geweest in de Nederlandse markt, maar omdat zij vooral incidentele, zeer grote transacties doen is hun effect op de totale investeringen in Nederland wisselend. In 2009 zijn dit soort transacties achterwege gebleven. Tenslotte is het bij de interpretatie van de cijfers van belang te weten dat de vermelde investeringen en desinvesteringen alleen de (des)investeringen van participatiemaatschappijen in private equity, dus in aandelenkapitaal, betreffen. De bankleningen die gebruikt worden om de transacties mede te financieren zijn buiten beschouwing gelaten. Metingen in andere onderzoeken betreffen meestal de totale transactiewaarde van participaties, die vaak hoger is dan de investering in private equity.
6
De Nederlandse private equity markt in 2009
toelichting
De manier waarop de investeringen en desinvesteringen gemeten worden is verder toegelicht in Bijlage 1. In Bijlage 3 is een begrippenlijst opgenomen waarin de meest voorkomende private equity termen worden toegelicht.
Private equity en venture capital De term private equity wordt gebruikt voor investeringen in niet-beursgenoteerde ondernemingen. Private equity omvat zowel investeringen in jonge, snel groeiende (technologie)bedrijven - ook wel aangeduid als venture capital - als investeringen in volwassen bedrijven. Participatiemaatschappijen zijn de belangrijkste verschaffers van private equity.
7
voorwoord
Ondernemend vermogen
Voorwoord 2009 kan worden gezien als een overgangsjaar. Door de economische recessie hebben onze leden en hun portefeuillebedrijven maatregelen moeten nemen. Het gevolg hiervan is dat er meer afboekingen en herstructureringen hebben plaatsgevonden in vergelijking met voorgaande jaren. Evenwel zijn participatiemaatschappijen blijven doorinvesteren in hun eigen portefeuilles. MKB ondernemingen hebben daardoor hun balansen kunnen versterken, werknemers kunnen behouden en kunnen groeien, zelfs in de huidige marktomstandigheden. Ook hebben vele venture capital fondsen geïnvesteerd in startende, innovatieve ondernemingen. Deze start-ups konden zodoende aan het broodnodige kapitaal komen om hun producten verder te ontwikkelen en om onderzoek te doen. Private equity speelt hierdoor een essentiële rol in de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomie, die een belangrijke bijdrage moet leveren aan economisch herstel. Daarom is het opmerkelijk dat er op Europees niveau plannen zijn om de dynamiek en meerwaarde van private equity en venture capital te beperken. Door middel van de zogeheten Directive on Alternative Investment Fund Managers (AIFM) wil het Europees parlement financiële stabiliteit vergroten en beleggersbelangen beschermen. In de praktijk blijkt echter dat private equity en venture capital fondsen geen systeemrisico te vormen en de voorgestelde maatregelen derhalve vooral zijn gericht op risico’s die niet voorkomen in onze sector. Beleggers in private equity en venture capital fondsen zijn derhalve bezorgd over de kosten van de voorgestelde maatregelen. Een dergelijke richtlijn kan zeer nadelige gevolgen hebben voor de financiering van ondernemerschap en innovatie in Nederland. Hier ligt dus wederom een taak voor de NVP om de politiek en het publiek duidelijk te maken dat het private equity model een structurele bijdrage levert aan een gezonde en dynamische economie.
André Olijslager Voorzitter NVP
8
De Nederlandse private equity markt in 2009
voorwoord
Voor de 12e keer in successie onderzocht de Corporate Finance afdeling van PricewaterhousehouseCoopers Advisory N.V. in samenwerking met de NVP en haar leden de Nederlandse private-equity markt. Wij zijn verheugd dit jaar wederom een hoge response te hebben ontvangen. 2009 is voor alle partijen in de private-equity markt een moeilijk jaar geweest met veel onzekerheid. Door de neergaande economische ontwikkeling zijn bij veel portefeuillebedrijven de resultaten onder druk komen te staan. Naast dat banken terughoudend waren met het verstrekken van (nieuwe) kredieten, werden zij geconfronteerd met een grote groep ondernemingen met financieringsproblemen. Voorgaande dreef in belangrijke mate de daling in totaal geïnvesteerd vermogen. Een belangrijk signaal uit het onderzoek is dat privateequity partijen hun portefeuille bedrijven zijn blijven ondersteunen, enerzijds ter versterking van de balans en anderzijds ter financiering van acquisities en groei. Momenteel zijn de eerste lichtpunten zichtbaar van een broos herstel. Om dit herstel vast te houden zal de focus bij de portefeuillebedrijven moeten blijven liggen op de investeringen in de ontwikkeling van nieuwe markten, research & development en een verdere optimalisatie van de organisatie. 2010 zal naar verwachting een goed investeringsjaar worden waarbij er kwaliteitsbedrijven en management teams beschikbaar zullen zijn die met behulp van privateequity hun groeipad versneld kunnen voortzetten.
Joris van de Kerkhof Director Corporate Finance bij PricewaterhouseCoopers Advisory N.V.
9
samenvatting Ondernemend vermogen
Samenvatting en conclusies Volop geïnvesteerd in eigen portefeuilles – Steun aan MKB Ook in 2009 heeft de economische recessie zich laten gelden op alle vlakken van de samenleving. Mede hierdoor heeft de private equity sector minder geïnvesteerd en gedesinvesteerd dan afgelopen jaren. Het totale vermogen onder beheer van Nederlandse participatiemaatschappijen is gestabiliseerd op € 23,3 mrd.
Opvallend is dat het aantal ondernemingen dat private equity aantrok gestegen is tot 308 in 2009 ten opzichte van 284 in 2008. Dit komt vooral doordat participatiemaatschappijen onverminderd hebben doorgeïnvesteerd in bedrijven uit hun eigen portefeuilles. Ze hebben er derhalve voor gezorgd dat deze bedrijven ten tijde van de economische crisis hun balansen hebben versterkt en kapitaal konden aantrekken ten behoeve van groei en acquisities. Het aantal bedrijven dat voor het eerst private equity aantrok is daarbij gelijk gebleven, wat aangeeft dat ook nu participatiemaatschappijen zijn ingesprongen op kansen in de markt. Het aantal seed- en start investeringen is gestegen ten opzichte van 2008 (141 tegen 117). Het aantal buyouts daalde echter scherp van 67 tot slechts 21. Bijna 92% van het totaal aantal investeringen lag onder de € 5 mln, wat hoger ligt dan het historisch gemiddelde van 80%. Hierdoor is het gemiddelde investeringsbedrag per onderneming gedaald tot € 2,5 mln in 2009. In 2008 was dit gemiddelde nog € 6,3 mln. In totaal bedroeg de omvang van de investeringen in private equity door Nederlandse participatiemaatschappijen in 2009 € 776 mln. Dit is een daling van 57% ten opzichte van 2008 en zelfs 81% ten opzichte van het recordjaar 2007. Deze daling in omvang is voornamelijk veroorzaakt doordat grote buyouts met een private equity investering boven de € 25 mln in 2009 vrijwel niet voorkwamen.
10
De Nederlandse private equity markt in 2009
en conlusies
Opmerkelijk is dat investeringen in de sectoren ICT en Gezondheidszorg vrijwel gelijk zijn ten opzichte van 2008, zowel wat betreft omvang als aantal. Daarentegen zijn investeringen in de sector Consumentengoederen sterk gedaald. Binnen- en buitenlandse participatiemaatschappijen investeerden samen € 816 mln aan private equity in Nederlandse ondernemingen, tegen € 2,7 mrd in 2008. Buitenlandse partijen deden nauwelijks nieuwe investeringen in Nederland, maar bleven investeren in hun bestaande portefeuilles. Seed- en startfinancieringen op peil De activiteit in startfinancieringen heeft zich sterk gehouden. 141 start-ups verkregen in 2009 een financiering van een venture capital fonds; in 2008 waren dit er 117. Het geïnvesteerde bedrag in deze categorie daalde wel, met 52% van € 228 mln tot € 112 mln. Dit is het gevolg van het feit dat er in 2008 een aantal uitzonderlijk grote startfinancieringen in de energiesector waren (in totaal voor € 135 mln) die in 2009 niet hebben plaatsgevonden. Los van deze grote investeringen bleven de startfinancieringen op peil. Omdat investeerders de meeste start-ups vooral op toekomstig potentieel beoordelen heeft de huidige economische crisis beperkte gevolgen op de waarderingen in deze sector. Bovendien wordt voor dit type investeringen geen bancaire financiering gebruikt.
De TechnoPartner Seedfaciliteit heeft ultimo 2009 tot de oprichting van 28 nieuwe fondsen geleid, en werpt haar vruchten af, met name door het beschikbaar stellen van kleine startfinancieringen. Zo investeerden deze fondsen in tenminste 23 bedrijven gedurende 2009. Relatief veel expansiekapitaal In absolute zin bleef de omvang van financieringen met expansiekapitaal vrijwel gelijk (€ 231 mln in 2009, € 233 mln in 2008). Dit is een teken dat private equity MKB ondernemingen blijft steunen in tijden van crisis. Participatiemaatschappijen hebben MKB ondernemingen geholpen om hun eigen vermogen te versterken en om verdere investeringen te doen.
11
samenvatting Ondernemend vermogen
Veruit meeste investeringen in innovatieve sectoren
Maar liefst 34% van het aantal investeringen vond plaats in de sectoren gezondheidszorg en biotechnologie en 25% in de sector ICT. Daarmee namen deze innovatieve sectoren de grootste aantallen investeringen en ongeveer 40% van het geïnvesteerde bedrag voor hun rekening. Hoofdoorzaak van deze verdeling is het relatieve grote aantal venture deals in 2009. Venture capital fondsen investeren relatief meer dan gemiddeld in de sectoren biotechnologie en ICT. Alle sectoren hadden te maken met teruglopende investeringsbedragen, maar de sector consumenten goederen meer dan andere. Hier was de daling met 84% het sterkste. Relatief veel participaties onder de € 5 mln Nederlandse participatiemaatschappijen hebben in 2009 gemiddeld minder grote participaties genomen. Maar liefst 69% van alle investeringen lag onder de € 1 mln, terwijl dit in 2008 nog zo rond de 50% lag. Daarbij lag 92% van het totaal aantal investeringen onder de € 5 mln. Historisch gezien was dit altijd 80%. Buyouts met een private equity investering boven de € 50 mln kwamen net als in 2008 nagenoeg niet voor. Dat kwam in de eerste plaats doordat de recessie veel onzekerheid over de toekomst van bedrijven veroorzaakte, waardoor er weinig transacties beschikbaar waren in de markt. Ten tweede waren bankfinancieringen die met dergelijke grote private equity investeringen gepaard gaan nauwelijks verkrijgbaar. Ten derde kwamen kopers en verkopers bij de aanwezige transactiemogelijkheden moeilijk tot overeenstemming betreffende de overnameprijs.
Het gemiddelde investeringsbedrag per onderneming daalde in 2009 van € 6,3 mln naar € 2,5 mln. Deze daling is het gevolg van de lagere bedragen bij nieuwe participaties en het relatieve hoge aantal vervolginvesteringen. Verkopen van participaties beperkt gebleven De desin-
vesteringen door Nederlandse partijen bedroegen in 2009 € 502 mln, wat een halvering is ten opzichte van 2008. Er werd weinig verkocht door de hoge onzekerheid in de markt, aangezien men wacht op betere economische tijden voor gunstige exits. Daarnaast hebben veel private equity huizen in 2009 hun portefeuilles geherstructureerd. Men heeft gezonde bedrijven gesteund met vers kapitaal zodat deze door de crisis geloodst konden worden.
12
De Nederlandse private equity markt in 2009
en conlusies
Opvallend was het relatief grote aandeel afboekingen. Het bedrag aan afboekingen is aanzienlijk gestegen tot € 252 mln in 2009, ofschoon de omvang van 2003 niet gehaald werd. Het aantal afboekingen in 2009 was 36, oftewel zo’n 2,8% van de in totaal 1.300 ondernemingen in portefeuille. Het merendeel van de afboekingen in private equity vond plaats in start-up investeringen, die per definitie risicovoller zijn. In een recessie wordt eerder duidelijk welke bedrijven op termijn levensvatbaar zijn en welke niet. De meeste desinvesteringen vonden echter plaats door terugverkoop van participaties aan andere aandeelhouders zoals het management. Dit type exit bedroeg circa 41% van het totaal aantal desinvesteringen. Strategische verkopen aan derden bedroegen 24% van het totaal aantal. Net zoals in 2008 speelde in 2009 de openbare kapitaalmarkt als exitkanaal een kleine rol, ofschoon deze in 2009 iets meer aanwezig was. Fondsenwerving verminderd Nederlandse participatie-
maatschappijen hebben in 2009 € 536 mln aan nieuwe fondsen geworven. Dit is een sterke daling ten opzichte van de € 1,9 mrd in 2008. Er zijn hier twee hoofdredenen voor. Enerzijds reflecteert de verminderde fondsenwerving de lagere investeringsactiviteit in de markt. Buyoutfondsen hebben in voorgaande jaren voldoende kapitaal opgehaald en zijn derhalve niet genoodzaakt om in de huidige economische omstandigheden nieuw kapitaal aan te trekken. Men wacht tot men een beter zicht heeft op de markontwikkelingen voordat men nieuwe fondsen werft. Anderzijds hebben vooral verzekeraars en pensioenfondsen minder belegd in private equity. Alhoewel bij veel verzekeraars en pensioenfondsen private equity een vast onderdeel van de beleggingsportefeuille is, konden deze door de economische crisis minder in alternatieve beleggingsvormen deelnemen. Ofschoon de meeste buyoutfondsen nog over voldoende kapitaal beschikken, dreigt er wel een tekort te ontstaan bij de grotere venture capital fondsen. Deze fondsen richten zich op later stage venture investeringen en hebben nu relatief weinig kapitaal beschikbaar om dergelijke nieuwe investeringen te doen. Dit kan nadelig uitpakken voor de ontwikkeling van innovatieve bedrijven in Nederland. Het totale vermogen onder beheer van Nederlandse participatiemaatschappijen heeft zich in 2009, mede door de verminderde fondsenwerving, gestabiliseerd op € 23,3 mrd.
13
samenvatting Ondernemend vermogen
Private equity: factor van groot sociaal-economisch belang Het vermogen dat participatiemaatschappijen investeren in Nederlandse ondernemingen is een factor van grote economische betekenis. Ultimo 2009 hadden de Nederlandse participatiemaatschappijen een bedrag van € 23,3 mrd onder beheer. Dit vermogen was geïnvesteerd in ruim 1.300 bedrijven die voor het overgrote deel (ongeveer 80%) in Nederland gevestigd zijn. Buitenlandse participatiemaatschappijen, in het verleden vrij actief in Nederland, hebben ruim 30 ondernemingen in portefeuille. De Nederlandse bedrijven die (mede) door Nederlandse participatiemaatschappijen worden ondersteund hebben een gezamenlijke omzet van € 81 mrd en tellen gezamenlijk ongeveer 320.000 werknemers in Nederland. De Nederlandse bedrijven die louter door buitenlandse participatiemaatschappijen gefinancierd worden hebben samen € 27 mrd omzet en ruim 30.000 werknemers in Nederland. In totaal verschaffen de met private equity gefinancierde bedrijven 6% van de werkgelegenheid in de Nederlandse particuliere sector en circa 19% van het bruto binnenlands product.1
Vooruitblik 2010 ■ Geleidelijk ■ Voldoende ■ Focus
een beter klimaat voor private equity kapitaal beschikbaar voor nieuwe investeringen
van participatiemaatschappijen zowel op beheer van
de bestaande portefeuille als op nieuwe investeringen ■ Het
aantal transacties op de Nederlandse buyout-markt lijkt
aan te trekken in het eerste kwartaal van 2010, maar vooralsnog onduidelijk of deze trend zich zal doorzetten voor de rest van komend jaar ■ Startfinancieringen
blijven op peil of zullen iets hoger liggen,
omdat lange-termijn perspectieven van starters redelijk goed zijn ■ Herstel
in verkopen van participaties
■ Nieuwe
fondsenwerving voor later stage venture capital blijft
moeizaam in 2010, onder meer doordat institutionele beleggers terughoudend zijn met beleggingen in categorieën met een hoger risico 1 Bron: PricewaterhouseCoopers Tax & Human Resource Services, 2010.
14
De Nederlandse private equity markt in 2009
15
summary and Ondernemend vermogen
Summary and conclusions PE players invest heavily in existing portfolios – Support for SME sector The economic recession was felt right
across society once again in 2009. This is partly why the private equity sector invested and divested less than in previous years. Total capital under management of Dutch private equity forms stabilised at € 23.3 billion. It is noteworthy that the number of companies that attracted private equity capital increased to 308 in 2009 from 284 in 2008. This is largely because private equity firms continued to invest heavily in their existing portfolio companies. Hence they ensured that these companies were able to strengthen their balance sheets in times of economic uncertainty and attract capital for growth and acquisitions. The number of companies that attracted private equity for the first time remained stable, which shows that even in these difficult times private equity firms were responding to opportunities in the market. The number of seed and start-up investments increased to 117 from 141 in 2008. However, the number of buyouts dropped sharply from 67 to merely 21. Almost 92% of all investments were less than € 5 million, which is more than the historic average of 80%. This reduced the average amount invested per company to € 2.5 million in 2009, compared with an average of € 6.3 million in 2008. Dutch private equity firms invested a total of €776 million in private equity in 2009. This is a drop of 57% compared with 2008 and 81% compared with the record year 2007. This drop in the overall figure is largely due to the fact that there were virtually no large buyouts with a private equity investment of more than € 25 million in 2009. It is worth noting that investments in the ICT and Health Care sectors remained virtually the same compared with 2008, both in terms of investment volume and number of investments. Investments in the Consumer Goods sector however dropped sharply.
16
De Nederlandse private equity markt in 2009
conclusions
Domestic and foreign private equity firms collectively invested a total of € 816 million in Dutch companies, compared with € 2.7 billion in 2008. Foreign players made virtually no new investments in the Netherlands, but instead continued to invest in their existing portfolios. Seed and start-up financing stable Activity in start-up
financing remained strong, with a total of 141 start-ups receiving funds from a venture capital firm in 2009, from 117 in 2008. The amount invested in this category did fall by 52% to € 112 million, from € 228 million. This is due to the fact that 2008 saw a number of exceptionally large start-up investments in the energy sector (a total of € 135 million), which were not observed in 2009. Excluding these large investments, start-up financing remained stable. Since investors judged most start-ups primarily in terms of future potential, the current economic crisis had a limited impact on valuations in this sector. In addition, no bank financing is used for these types of investment. The TechnoPartner Seedfaciliteit resulted in the foundation of 28 new funds by year-end 2009 and these are already bearing fruit, in particular through the availability of capital for small start-ups. These funds invested in at least 23 companies during 2009. Relatively large amount of growth capital In abso-
lute terms, the amount of financing with growth capital remained virtually unchanged (€ 231 million in 2009, € 233 million in 2008). This shows that private equity players continue to support small and medium-sized companies in times of crisis. Private equity firms have helped small and medium-sized businesses boost their shareholders equity and make further investments. Majority of investments in innovative sectors At least
34% of the number of investments was made in the healthcare and biotechnology sectors, with a further 25% in the ICT sector. These innovative sectors therefore accounted for the largest number of investments and around 40% of the overall amount invested. The main reason behind this division is the relatively large number of venture deals in 2009. Venture capital funds invested relatively more than average in the biotechnology and ICT sectors. All sectors were faced with falling investment volumes, but the consumer goods sector saw a greater than average decline of 84%. 17
summary and Ondernemend vermogen
Relatively large number of investments below € 5 million Dutch private equity firms on average acquired fewer large participations in 2009. No less than 69% of all investments were below € 1 million, while this figure was around 50% in 2008. A total of 92% of the total number of investments was below € 5 million. Historically, this figure has tended to be around 80%. As in 2008, there were virtually no buyouts with a private equity investment amounting more than € 50 million in 2009. This was primarily due to the fact that the economic recession created considerable uncertainty about the future of companies, which meant few transactions were available in the market. In addition, it was virtually impossible to obtain the bank financing needed for such major private equity investments. Buyers and sellers also had difficulty reaching agreement on the acquisition price in the transaction opportunities that were available.
The average investment amount per company fell to € 2.5 million in 2009, from € 6.3 million a year earlier. This drop is the result of the lower amounts invested in new participations and the relatively large number of follow-up investments. Divestments limited Divestments by Dutch players
amounted to € 502 million in 2009, half of the total seen in 2008. The lower divestments were due to the uncertainty in the market, with players waiting for the economic conditions to improve for better exits. In addition, many private equity firms restructured their portfolios in 2009 and supported healthy companies with fresh capital to help them through the crisis. Last year saw a relatively large proportion of write-downs. The amount of write-downs increased substantially to € 252 million in 2009, which was still below the 2003 total. The number of write-downs in 2009 was 36, or around 2.8% of the total of 1.300 companies in portfolios. The majority of the write-downs in private equity were in start-up investments, which by definition carry more risk. The recession clarifies more quickly which companies are viable in the longer term and which are not. Most divestments however were effected through the sale back of interests to others shareholders, such as the management. This type of exit accounted for around 41% of the total number of divestments. Strategic sales
18
De Nederlandse private equity markt in 2009
conclusions
to third parties accounted for 24% of the total. As in 2008, the public market played a minor role as an exit channel, although it was slightly more visible in 2009. Fund raising down Dutch private equity firms raised € 536 million in new funding in 2009. This is a sharp drop compared to the € 1.9 billion raised in 2008. This reduction can be attributed to two major factors. First of all, the reduced fundraising reflects the reduced investment activity in the market. Buyout funds have obtained sufficient capital in recent years and therefore have no need to attract new capital in the current economic climate. They are waiting to gain a clear view of market developments before attracting fresh capital. On the other hand, insurance firms and pension funds in particular invested less in private equity. Although private equity is a fixed part of the portfolio for many insurers and pension funds, these were less able to participate in alternative investment classes due to the economic crisis. While most buyout funds have sufficient capital available for now, there is a threat of a shortage among the larger venture capital funds. These funds focus on later stage venture capital investments and currently have relatively little capital available to make new investments of that type. This may have a negative impact on the development of innovative companies in the Netherlands.
The total capital under management of Dutch private equity firms stabilised at € 23.3 billion in 2009, partly due to the reduced funds acquisition.
19
summary and Ondernemend vermogen
Private equity: factor of major socio-economic importance The capital private equity firms invest in Dutch companies is a major economic factor. At the end of 2009, Dutch private equity firms had a total of € 23.3 billion under management. This capital was invested in more than 1.300 companies and the majority of these (around 80%) have their head offices in the Netherlands. Foreign private equity companies, which were very active in the Netherlands in the past, have around 30 companies in their portfolios. The Dutch companies that are (partly) supported by Dutch private equity firms have a combined turnover of € 81 billion and a total staff of 320.000 in the Netherlands. The Dutch companies that are financed solely by foreign private equity firms have a combined turnover of € 27 billion and more than 30.000 employees in the Netherlands. In total, companies financed by private equity provide around 6% of the total employment in the Dutch private sector and around 19% of gross domestic product.1
Outlook 2010 ■ A
gradual improvement in the climate for private equity
■ Sufficient ■ Private
capital available for new investments
equity firms to focus on both the management of exis-
ting portfolio and on new investments ■ Number
of transactions in the Dutch buyout market appears
to be on the rise in the first quarter of 2010, but so far unclear whether this trend will continue in the remainder of the coming year. ■ Start-up
financing to remain stable or increase slightly, as the
long-term outlook for start-ups is reasonably positive. ■ Recovery ■ New
in divestments of participations.
fundraising for later stage venture capital remains
difficult in 2010, partly because institutional investors are reluctant to make investments in higher risk categories.
1 Source: PricewaterhouseCoopers Tax & Human Resource Services, 2010.
20
21
hoofdstuk 1
Ondernemend vermogen
algemene Ontwikkelingen 1 meer iNvesteriNgeN vaN kleiNere OmvaNg 2009 laat een gemengd beeld zien. Opvallend is dat er in 2009 meer ondernemingen private equity hebben aangetrokken dan in 2008, 308 tegen 284. Deze stijging is vooral het gevolg van de toename in vervolginvesteringen. Participatiemaatschappijen hebben onverminderd doorgeïnvesteerd in bedrijven uit hun eigen portefeuilles. Ze hebben er derhalve voor gezorgd dat deze bedrijven ten tijde van de economische crisis toch over voldoende kapitaal beschikten ten behoeve van groei en acquisities. Het aantal bedrijven dat voor het eerst private equity aantrok is daarbij gelijk gebleven, wat een teken is dat ook nu participatiemaatschappijen zijn ingesprongen op kansen in de markt.
1.1a
Aantal investeringen gestegen van 284 naar 308
investeringen - desinvesteringen door Nederlandse participatiemaatschappijen 1997-2009 (industrie-analyse)
5
Investeringen Desinvesteringen
€ mrd
4
3
2
1
0 1997
22
1998
1999
2000
2001
2002'
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
de nederlandse private equity markt in 2009
Nederlandse participatiemaatschappijen investeerden voor € 776 mln
hoofdstuk 1
Wel is in 2009 de totale omvang van investeringen in private equity door Nederlandse participatiemaatschappijen gedaald van € 1,79 mrd naar € 0,78 mrd, een daling van 57% (zie grafiek 1.1a). De daling ten opzichte van 2007 bedraagt 81%. € 653 mln, ofwel 84% van het bedrag, werd geïnvesteerd in Nederlandse ondernemingen. De overige € 123 mln werd met name in de ons omringende landen geïnvesteerd. In 2009 heeft de economische recessie zich nog steeds laten gelden op alle vlakken van de samenleving. Mede hierdoor is er naar omvang minder geïnvesteerd in private equity dan in voorgaande jaren. Participatiemaatschappijen hebben zich geconcentreerd op hun bestaande portefeuilles. Onzekere economische vooruitzichten maakten het lastig om de waarde van ondernemingen te bepalen, waardoor kopers en verkopers moeilijker tot elkaar kwamen. Ook beoordeelden banken kredietaanvragen strenger, stelden zij meer voorwaarden en vroegen een hogere rente. Investeringen met vreemd vermogen daalden hierdoor en ook grote buyouts zijn in 2009 nagenoeg niet voorgekomen. Buitenlandse participatiemaatschappijen investeerden in 2009 € 163 mln in Nederlandse bedrijven, tegen circa
1.1b
investeringen - desinvesteringen in Nederlandse ondernemingen 2005-2009 (markt-analyse)
10
Investeringen Desinvesteringen
€ mrd
8
6
4
2
0 2005
2006
2007
2008
2009
23
hoofdstuk 1
Ondernemend vermogen
€ 1,1 mrd in 2008. In totaal werd in Nederlandse ondernemingen voor € 816 mln aan private equity geïnvesteerd, vergeleken met een bedrag van € 2,2 mrd in 2008 (zie grafiek 1.1b). Vaak fluctueert het totale bedrag aan investeringen in Nederlandse ondernemingen sterk, omdat het afhankelijk is van het al of niet doorgaan van een beperkt aantal soms zeer grote transacties per jaar. In 2009 is buitenlandse activiteit in Nederland dus zeer beperkt gebleven; men heeft vooral geïnvesteerd in bestaande portefeuilleondernemingen. licht herstel per kWartaal De uitsplitsing van investe-
ringen per kwartaal (grafiek 1.2) laat zien dat het aantal investeringen per kwartaal licht stijgt. Voornamelijk de verminderde onzekerheid over de economische vooruitzichten heeft deze stijging veroorzaakt. De expansiefinancieringen en met name venture capital investeringen gingen daarbij gewoon door, omdat het lange termijn perspectief van de betreffende ondernemingen hier een doorslaggevende rol speelt. Ook bij de desinvesteringen is hetzelfde patroon waar te nemen. lager gemiDDelD iNvesteriNgsBeDrag Het totaal aantal ondernemingen dat private equity wist aan te trekken was 308 (zie tabel 1.4). Het aantal investeringen boven de € 50 mln is net zoals in 2008 laag gebleven, zoals is
1.2 aantal investeringen per kwartaal 2008 - 2009 100
80
60
40
20
0
24
Q1 2008
Q2 2008
Q3 2008
Q4 2008
Q1 2009
Q2 2009
Q3 2009
Q4 2009
de nederlandse private equity markt in 2009
92% van alle investeringen onder de € 5 mln
hoofdstuk 1
weergegeven in grafiek 1.5. Het totaal aantal ondernemingen dat meer dan € 10 mln private equity aantrekt is echter vergeleken met 2008 sterk gedaald (15 ten opzichte van 41). 271 ondernemingen hebben minder dan € 5 mln opgehaald. Dit is ongeveer 90% van het totaal aantal ondernemingen, wat meer is dan het historisch gemiddelde (75%). Er is dus een sterke focus op kleine participaties geweest in 2009. Deze trends in de onderkant van de markt kunnen verklaard worden door drie hoofdoorzaken. Ten eerste lag de focus op de eigen portefeuilles, waarbij er veel kleine vervolginvesteringen zijn gedaan om vermogens te versterken. Ten tweede waren er minder grote transacties beschikbaar in de overnamemarkt. Ten derde zijn door het gebrek aan vreemd vermogen in de markt de geïnvesteerde bedragen lager geworden. Er ligt nu meer nadruk op operationele verbeteringen dan op optimalisering van de financieringsstructuur.
Gemiddelde investering per onderneming gedaald van € 6,3 mln tot € 2,5 mln
De gemiddelde investering per onderneming daalde van € 6,3 mln tot € 2,5 mln. Dit is een sterke daling ten opzichte van 2008, maar onderstreept vooral dat grote buyout investeringen uitbleven terwijl het aantal seed- en startfinancieringen juist steeg.
1.3 aantal desinvesteringen per kwartaal 2008 - 2009 60
50
40
30
20
10
0 Q1 2008
Q2 2008
Q3 2008
Q4 2008
Q1 2009
Q2 2009
Q3 2009
Q4 2009
25
hoofdstuk 1
Ondernemend vermogen
Het gemiddelde bedrag voor nieuwe investeringen lag op € 3,4 mln. De belangrijkste reden dat dit hoger ligt dan het algehele gemiddelde is dat met nieuwe investeringen vaak grotere bedragen gepaard gaan dan bij vervolginvesteringen. De transactiekosten voor nieuwe investeringen liggen relatief hoog, waardoor investeringen pas interessant worden bij een gemiddeld hoger bedrag dan vervolginvesteringen, welke relatief lage transactiekosten kennen. Tevens vinden vervolginvesteringen merendeels plaats bij start-ups en ventures. De gemiddelde vervolginvestering bedroeg in 2009 dan ook slechts € 2,0 mln. Het totaal aantal nieuwe investeringen bleef nagenoeg gelijk aan 2008, terwijl het aantal vervolginvesteringen steeg van 186 tot 207 (zie tabel 1.4). Vermogen onder beheer gestabiliseerd Ultimo 2009
bedroeg het totale vermogen onder beheer van de Nederlandse participatiemaatschappijen € 23,3 mrd, zoals blijkt uit grafiek 1.6. Dit is exact gelijk aan 2008. Deze stabilisering is hoofdzakelijk het gevolg van het lage volume fondsenwerving door de Nederlandse private equity huizen in 2009, zo’n € 536 mln. Daarbij was het volume aan desinvesteringen door Nederlandse partijen hieraan bijna gelijk met ongeveer € 502 mln. Sinds 2001 is de groei in vermogen onder beheer niet meer zo laag geweest.
Totaal vermogen onder beheer met € 23,3 mrd onveranderd
De grootste 10 fondsen beheren ongeveer driekwart van het totale vermogen. Evenwel zijn ook de grootste Nederlandse fondsen internationaal gezien slechts middelgroot. Het totale bedrag onder beheer is geïnvesteerd in ongeveer 1300 bedrijven, waarvan zo’n 1.100 in Nederland gevestigd zijn.
1.4 Geïnvesteerd bedrag versus aantal ondernemingen 2006-2009
26
2009
2008
2007
2006
Geinvesteerd bedrag (in € mrd)
0,78
1,79
4,02
2,35
Nieuwe investeringen
101
98
248
125
Uitbreidingsinvesteringen
207
186
157
215
Aantal ondernemingen
308
284
405
340
de nederlandse private equity markt in 2009
Slechts € 536 mln nieuwe fondsen geworven, waarvan 37% afkomstig van banken
hoofdstuk 1
fONDseNWerviNg tiJDeliJk miNDer Het totaal aan nieuw aangetrokken middelen bedroeg in 2009 € 536 mln, zoals te zien is in tabel 1.7. Dit is een daling van € 1,3 mrd ten opzichte van 2008. Vooral verzekeraars en pensioenfondsen stelden aanzienlijk minder nieuw kapitaal ter beschikking aan private equity fondsen dan in voorgaande jaren. Zo is er in tijden van economische recessie minder ruimte beschikbaar voor het beleggen van financiële middelen voor de lange termijn. Banken namen zo’n 37% van de totale nieuwe funding in 2009 voor hun rekening. In het algemeen dient opgemerkt te worden dat de herkomst van de fondsenwerving elk jaar een wisselend beeld laat zien, omdat deze zeer afhankelijk is van het altijd beperkte aantal fondsen dat in dat jaar geworven heeft.
Zo is de activiteit van fondsenwerving in 2009 een spiegeling van de totale investeringsactiviteit in 2009. Grotere fondsen hadden minder snel nieuw kapitaal nodig omdat deze in voorgaande jaren al voldoende middelen hebben opgehaald om ook nog in de komende jaren in private equity te kunnen blijven investeren.
1.5 aantal investeringen per onderneming naar omvang 2006-2009 (in mln) 250
2006 2007 200
2008 2009
150
100
50
0 € 0 tot 1
€ 1 tot 5
€ 5 tot 10
€ 10 tot 25
€ 25 tot 50
> € 50
27
hoofdstuk 1
Ondernemend vermogen
1.6 totale vermogen onder beheer 1997-2009 25
20
€ mrd
15
10
5
0 1997
1.7
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2005
2006
2007
2008
2009
herkomst verworven fondsen 2007-2009 (€ mln) 2009
Banken
2008
2007
Gem. 2007-2009
200
37,2%
239
12,7%
2306
79,4%
686
51,6%
43
8,1%
393
20,9%
76
2,6%
128
9,6%
0
0,0%
0
0,0%
20
0,7%
5
0,4%
Verzekeringsmaatschappijen
22
4,0%
84
4,5%
64
2,2%
43
3,2%
Niet-financiële instellingen
40
7,5%
81
4,3%
2
0,1%
31
2,3%
Fonds in fonds
90
16,8%
524
27,9%
44
1,5%
164
12,4%
Publieke sector
10
1,8%
32
1,7%
51
1,8%
23
1,7%
Privé personen
94
17,4%
388
20,7%
149
5,1%
158
11,9% 0,1%
Pensioenfondsen Kapitaalmarkt
Academische instellingen Overige Totaal
28
2004
0
0,0%
0
0,0%
4
0,1%
1
38
7,1%
134
7,2%
188
6,5%
90
6,8%
536
100,0%
1874
100,0%
2904
100,0%
1328
100,0%
De Nederlandse private equity markt in 2009
hoofdstuk 2
Ontwikkelingen per financieringsfase 2 Ondernemers kunnen op diverse momenten in de ontwikkeling van hun bedrijf een beroep doen op private equity verschaffers. Technologisch georiënteerde bedrijven, onder ander in de biotechnologie, hebben vaak in de vroege financieringsfase behoefte aan risicodragend vermogen, omdat zij nog geen omzet (laat staan winst of een positieve kasstroom) hebben, maar wel veel kapitaal nodig hebben voor onderzoek en ontwikkeling van hun product. Seedkapitaal wordt verstrekt aan beginnende ondernemers die onderzoek doen gericht op de ontwikkeling van een eerste productconcept. Startfinanciering is bedoeld voor verdere productontwikkeling en initiële marketingactiviteiten. Ondernemingen die deze fasen met succes doorlopen hebben, zoeken vaak vervolgfinanciering in de vorm van latere-fase venture capital om productie en verkoop verder te commercialiseren. Ook ondernemers met volwassen bedrijven werken veelvuldig samen met participatiemaatschappijen. In deze gevallen gaat het meestal om late-fase financieringen: buyout- of expansiefinanciering van volwassen bedrijven met een bewezen trackrecord en met voldoende groeipotentieel, bijvoorbeeld voor verbreding van het productenpalet, autonome groei in binnen- of buitenland of door overnames. Wanneer een buyout gepaard gaat met een reorganisatie en een extra financiering dan is sprake van een turn-aroundfinanciering. Financieringsfasen ■ Vroege-fase
financiering:
– Seedfinanciering
– Startfinanciering
■ Latere-fase
venture capital
■ Expansiefinanciering ■ Late-fase
financiering
– Buyoutfinanciering
– Turn-aroundfinanciering
29
hoofdstuk 2
Ondernemend vermogen
Seed- en startfinancieringen op peil Ook in 2009 heeft het aantal vroege-fase financieringen zeer goed stand gehouden. Hoewel deze investeringen samen slechts 14% van het geïnvesteerde vermogen uitmaakten, had 47% van het totale aantal investeringen betrekking op seed- of startkapitaal, tegen 42% in 2008.
47% van het totaal aantal investeringen in vroege-fase financieringen
Het geïnvesteerde bedrag daalde ten opzichte van 2008 met 55%, van € 228 mln tot € 112 mln. Evenwel waren in 2008 een aantal grote startfinancieringen in de energiesector, die in 2009 niet hebben plaatsgevonden. Afgezien van deze grote investeringen bleven de startfinancieringen op peil, ook in vergelijking met de jaren voor de crisis. Omdat investeerders start-ups vooral op lange-termijn perspectieven beoordelen heeft de huidige economische crisis beperkte gevolgen. Bovendien wordt voor dit type investeringen geen bancaire financiering gebruikt. De TechnoPartner Seedfaciliteit voor technostarters heeft inmiddels tot de oprichting van 28 nieuwe fondsen geleid, en werpt haar vruchten af, met name op het gebied van kleine startfinancieringen. Zo investeerden deze fondsen in tenminste 23 bedrijven gedurende 2009. De gemiddelde vroege-fase financiering per onderneming lag met € 0,8 mln op het historische gemiddelde van € 0,7-0,8 mln. 80% minder investeringen in buyouts In 2009 werd door Nederlandse participatiemaatschappijen € 214 mln geïnvesteerd in buyouts, oftewel 80% minder dan in 2008. Overige late-fase financieringen, zoals herfinancieringen, lagen met ongeveer € 164 mln gelijk aan 2008. Ook hier is de focus op huidige portefeuillebedrijven goed terug te zien. De laatste jaren vonden er door Nederlandse buyoutfondsen ongeveer honderd buyouts per jaar plaats, maar dit aantal is in 2009 gedaald tot 21. Buyoutfondsen hebben voldoende kapitaal beschikbaar, maar het is door de grotere economische onzekerheid moeilijker geweest om overeenstemming te bereiken tussen kopers en verkopers over het toekomstperspectief en derhalve de waarde van ondernemingen. Daarnaast was het moeilijk om de benodigde bancaire financiering aan te trekken.
30
Totaal aantal buyouts gedaald van 67 naar 21; afwezigheid grote buyouts
De Nederlandse private equity markt in 2009
hoofdstuk 2
Middelgrote buyouts vormden van oudsher het leeuwendeel van de Nederlandse private equity-investeringen. Door het wegvallen van grote buyouts nam de gemiddelde omvang af van € 27 mln in 2007 tot € 10 mln in 2009, zoals te zien is in grafiek 2.3. Angelsaksische partijen deden in 2009 nagenoeg geen grote buyouts en andere late-fase investeringen in Nederland. Het totaal aantal Nederlandse ondernemingen dat eind 2009 in handen was van buitenlandse participatiemaatschappijen bleef stabiel op ongeveer 30. Ter vergelijking; de Nederlandse participatiemaatschappijen hebben ongeveer 1.050 Nederlandse ondernemingen in hun portefeuille.
2.1 Investeringen naar financieringsfase 2007-2009 in procenten
investeringsbedrag
aantal
2009
2008
2007
0,2
0,6
0,1
0,8
10,7
3,5
Start/vroege-fase***
21,2
18,9
3,3
67,7
48,8
43,0
Expansie / Brugfinanciering*
29,9
13,0
11,5
15,4
8,1
24,9
Buyout
27,5
59,3
62,4
5,5
23,6
23,0
Overige**
21,2
8,2
22,6
10,7
8,8
5,7
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
2009
Seed
Totaal
in mln
Seed
2009
investeringsbedrag
2008
2007
aantal
2009
2008
2007
2
9
5
3
2008 29
2007 14
Start/vroege-fase
164
226
132
208
81
174
Expansie / Brugfinanciering
232
356
464
52
66
101
Buyout
214
805
2.511
21
62
93
Overige
164
161
911
33
26
23
Totaal
776
1.557
4.023
317
264
405
* Brugfinanciering: expansie-financiering voorafgaand aan een beursgang ** Turnaround, herfinanciering, (inclusief secondary financing, rescue / turnaround) in 2007 additioneel publicto-private, other PIPE *** Vanaf 2007; start-up, other early stage, en later stage venture
31
hoofdstuk 2
Ondernemend vermogen
aaNDeel expaNsiefiNaNcieriNgeN stiJgt De expansie-
financieringen zijn in 2009 vrijwel gelijk gebleven. Deze bedroegen € 232 mln in 2009, vergeleken met € 233 mln in 2008. In absolute zin lagen de uitbreidingsfinancieringen in 2009 wel onder het niveau van de activiteit tussen 2004 en 2007. Nochtans is het relatieve aandeel van expansiefinancieringen in het totale investeringen 30% ten opzichte van 13% in 2008. Het aantal ondernemingen met uitbreidingsfinancieringen steeg zelfs van 23 tot 59. De gemiddelde expansiefinanciering was daardoor € 4,5 mln per onderneming (tegen € 10 mln in 2008). De bedrijven die uitbreidingsfinancieringen aantrokken waren doorgaans kleine en middelgrote ondernemingen, die kapitaal nodig hadden om hun vermogen te versterken of om nieuwe investeringen te kunnen doen. Het ging hierbij ook om bedrijven in de ICT- en de energiesector die de startfase voorbij zijn. iNvesteriNgeN iN eurOpa geDaalD Voorlopige cijfers van EVCA2 geven aan dat in Europa de private equityinvesteringen in 2009 bijna 60% gedaald zijn tot € 21,3 mrd, vooral door een daling van het aantal en de omvang van buyouts. Dit is nagenoeg gelijk aan de trend in Nederland. Evenwel werd 52% van het bedrag nog geïnvesteerd in buyouts en andere late-fase financieringen, hoofdzakelijk in het mid-market segment.
2.2
€ 232 mln aan expansiefinancieringen, gestegen tot 30% van het totaal
Nederland volgt Europese trend met 60% daling in bedrag aan investeringen
2
Europese Private Equity & Venture Capital Association
Ontwikkeling vroege-fase financiering 1999-2009
350
300
€ mln
250
200
150
100
50
0 1999
32
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
de nederlandse private equity markt in 2009
hoofdstuk 2
Vervolginvesteringen maakten in Europa 56% van het aantal investeringen uit, tegen 48% in 2009. Het meeste werd geïnvesteerd in de sector gezondheidszorg en biotechnologie. De voorlopige uitkomsten lijken aan te geven dat de desinvesteringen in Europa met 29% daalden van € 13,1 mrd tot € 9,3 mrd. Daarbij was 33% van het totale bedrag aan desinvesteringen door middel van afboekingen en 28% door middel van strategische verkoop. Ook in de rest van Europa zijn de portefeuilles dus geherstructureerd. De provisionele cijfers geven aan dat in Europa € 11 mrd aan nieuwe fondsen geworven zijn, wat circa 80% minder is dan in 2008. De helft van de geworven fondsen is bestemd voor ventures. Ook in geheel Europa is er ten opzichte van 2008 relatief minder kapitaal opgehaald bij pensioenfondsen.
2.3 aantal buyouts versus bedrag per buyout 1999-2009
120
30
100
25
80
20
60
15
40
10
20
5
0
Bedrag per buyout
€ mln
aantal
Aantal
0 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
33
hoofdstuk 3
Ondernemend vermogen
Ontwikkelingen per bedrijfssector 3 Meeste kapitaal naar zakelijke & industriële producten
In 2009 hebben leveranciers van zakelijke en industriële producten en diensten € 228 mln private equity weten aan te trekken. Dit is 32% minder dan 2008, maar beter dan de gemiddelde daling van 60% betreffende alle investeringen. Op het totaal van € 776 mln neemt deze sector 29% van het totale geïnvesteerde vermogen en 18% van het aantal investeringen voor haar rekening.
€228 mln investeringen in de sector zakelijke en industriële goederen en diensten
Alle sectoren hadden in 2009 te maken met lagere investeringsbedragen vergeleken met 2008, maar in de sector consumenten goederen was de daling met 83% het sterkste (zie tabel 3.1). Deze sector was in 2008 nog de grootste stijger. Desalniettemin werd nog steeds zo’n 15% (€ 116 mln) van het totale kapitaal geïnvesteerd in deze sector, en bijna 10% van het aantal investeringen. Het totaal aan investeringen in ICT bedroeg € 164 mln
3.1 Investeringen naar bedrijfssectoren 2005-2009 (€ mln) 2009 Chemische producten en agrarische sector
2007
2006
2005
7
37
793
59
251
Zakelijke en industriële producten en diensten
228
337
1.577
758
773
Consumenten goederen, diensten en retail
116
694
680
783
1.019
54
180
87
92
19
4
34
144
37
46
Energy en milieu Financiële diensten (incl. vastgoed) ICT
164
190
378
295
311
Gezondheidszorg en biotechnologie
145
158
365
160
74
58
158
0
239
89
776
1.788
4.023
2.423
2.582
Overige Totaal
34
2008
hoofdstuk 3
De Nederlandse private equity markt in 2009
en dat in Gezondheidszorg en Biotechnologie € 145. Dat maakte deze sectoren de kleinste dalers ten opzichte van 2008, de investeringen daalden respectievelijk slechts met 14% en 8%. Grootste aantal investeringen in gezondheidszorg, biotech en ICT-bedrijven 34% van het aantal private
60% van aantal investeringen en 40% van bedrag aan investeringen in ICT en gezondheidszorg
equity investeringen vond plaats in de sectoren gezondheidszorg en biotechnologie en 25% in de sector ICT (zie tabel 3.2). Daarmee namen deze innovatieve sectoren samen de grootste aantallen investeringen voor hun rekening. Het aandeel in het totale geïnvesteerde kapitaal bedroeg tezamen 40%. De belangrijkste oorzaak van dit hoge aandeel is het hoge aantal venture deals in het algemeen. Venture capital fondsen investeren namelijk relatief veel in biotechnologie en ICT.
3.2 Investeringen naar bedrijfssectoren 2008-2009 (aantal ondernemingen) 2009 aantal
2008
procentueel
aantal
procentueel
Chemische producten en agrarische sector
10
3,2
6
2,1
Zakelijke en industriële producten en diensten
63
20,5
57
20,1
Consumenten goederen, diensten en retail
34
11,0
40
14,1
Energie en milieu
19
6,2
17
6,0
4
1,3
3
1,1
ICT
82
26,6
74
26,1
Gezondheidszorg en biotechnologie
86
27,9
74
26,1
Overige
10
3,2
13
4,6
308
100,0
284
100,0
Financiële diensten (incl. vastgoed)
Totaal
35
hoofdstuk 3
Ondernemend vermogen
Participatiemaatschappijen creëren groei en werkgelegenheid Participatiemaatschappijen verschaffen private equity, ofwel risicodragend vermogen voor niet-beursgenoteerde ondernemingen. Zij zijn betrokken aandeelhouders die samen met het management van de onderneming werken aan groei en de creatie van aandeelhouderswaarde. Participatiemaatschappijen nemen in beginsel een meerderheidsbelang of een aanzienlijk minderheidsbelang. Het overgrote deel van de participaties vindt plaats in middelgrote en kleine bedrijven, die dit kapitaal niet op de beurs of van een bank krijgen. Het gaat zowel om startende als volwassen bedrijven of bedrijfsonderdelen die verzelfstandigd worden. Gemiddeld zijn participatiemaatschappijen vijf jaar bij een onderneming betrokken. Onderzoek toont aan dat ondernemingen na een investering met private equity vaak sneller groeien – zowel wat betreft omzet als werkgelegenheid – en hun winstgevendheid verbeteren. Tegelijkertijd gaan deze bedrijven meestal meer investeren in productiemiddelen, marketing, R&D en opleidingen.3 Participatiemaatschappijen hebben verschillende specialisaties, richten zich op verschillende financieringsfases en sectoren, onderscheiden zich qua gemiddeld geïnvesteerd bedrag en qua grootte van de onderneming waarin zij investeren en verschillen in de eisen die zij stellen aan hun betrokkenheid
Portefeuilleondernemingen
bij ondernemingen. Deze specialisatie wordt niet alleen ingezet
verzorgen 19% van het bbp en
bij de investeringsselectie, maar sorteert vooral ook effect in de
6% van de werkgelegenheid in
betrokkenheid bij en begeleiding van portefeuillebedrijven.
Nederland
3 Economische en sociale effecten van buyouts in Nederland. NVP, 2008.
36
de nederlandse private equity markt in 2009
hoofdstuk 4
Ontwikkelingen in deSinveSteringen 4 De desinvesteringen door Nederlandse partijen bedroegen in 2009 € 502 mln (op basis van kostprijs). Dit is ongeveer een halvering ten opzichte van 2008 en een kwart van 2007. Net zoals in 2008 hebben veel participatiemaatschappijen er in 2009 voor gekozen om bedrijven langer in portefeuille te houden. Men heeft hierbij een herstructurering gemaakt in de eigen portefeuilles. Dit is ook te zien aan het feit dat van de desinvesteringen die er zijn gedaan het grootste aandeel toe te wijzen is aan afboekingen (50%).
50% van het totaal aan desinvesteringen door afboekingen
4.1
Ontwikkeling desinvesteringen 2001-2009 Overige/Niet gespecificeerd Afboekingen (Terug) verkoop aan aandeelhouders (incl. aflossing leningen) Verkoop aan andere beleggers*** Verhandeling via effectenmarkt** Verkoop aan derden*
2000
€ mln
1500
1000
500
0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
* Doorgaans verkoop aan strategische partijen ** Zowel beursintroductie als verhandeling van stukken na beursintroductie *** Zowel verkoop aan andere participatiemaatschappij alswel aan een financiële instelling
37
hoofdstuk 4
Ondernemend vermogen
Meer afboekingen, minder strategische verkopen Voor
€ 252 mln vonden er desinvesteringen plaats door middel van een afboeking. In absolute zin is dit aanzienlijk hoger ten opzichte van 2008. De meeste andere exitwijzen liepen in 2009 zowel absoluut als relatief terug ten opzichte van 2008. Desinvesteringen door verkoop aan derden, ofwel strategische partijen, zijn sterk afgenomen van € 284 mln tot € 46 mln en bedroegen daarmee slechte 9% van de totale exitwaarde. Ook de terugverkoop van aandelen aan portefeuillebedrijf (€ 60 mln) en de verkoop aan andere beleggers (€ 84 mln) had in 2009 een kleine omvang. Het slechte economische klimaat en de hoge onzekerheid met betrekking tot waardering lagen hier ten grondslag aan. Verhandeling via de effectenmarkt beleefde wel een bescheiden heropleving (€ 36 mln) vergeleken met 2008, toen het aandeel van deze exitroute nihil was. In 2009 bedroeg de hoogte van desinvesteringen via de effectenmarkt 7,2% van het totaal.
4.2 Methode van desinvesteringen 2007-2009 (€ mln) 2009
2008
2007
Verkoop aan derden*
46
9,2%
307
29,6%
321
Verhandeling via effectenmarkt**
36
7,2%
7
0,7%
106
16,8% 5,6%
Verkoop aan andere beleggers***
84
16,8%
314
30,2%
936
49,2%
(Terug) verkoop aan aandeel-houders
60
12,0%
231
22,3%
344
18,1%
252
50,1%
78
7,5%
40
2,1%
23
4,6%
101
9,7%
156
8,2%
502
100,0%
1.038
100,0%
1.903
100,0%
(incl. aflossing leningen) Afboekingen Overige/Niet gespecificeerd Totaal
* Doorgaans verkoop aan strategische partijen ** Zowel beursintroductie als verhandeling van stukken na beursintroductie *** Zowel verkoop aan andere participatiemaatschappij alswel aan een financiële instelling
38
de nederlandse private equity markt in 2009
hoofdstuk 4
4.3.a methode van desinvesteringen (industrie-analyse) (aantallen)
5,1% Verkoop aan derden*
21,0%
Verhandeling via effectenmarkt** 24,8%
Verkoop aan andere beleggers*** 7,0% 6,4%
(Terug) verkoop aandeelhouders (incl. aflossing leningen) Afboekingen Overige/Niet gespecificeerd
35,7%
4.3.b methode van desinvesteringen (markt-analyse) (aantallen)
6,1% Verkoop aan derden*
20,4%
Verhandeling via effectenmarkt** 25,2% 3,4%
Verkoop aan andere beleggers*** (Terug) verkoop aandeelhouders (incl. aflossing leningen)
8,2%
Afboekingen Overige/Niet gespecificeerd
36,7%
* Doorgaans verkoop aan strategische partijen ** Zowel beursintroductie als verhandeling van stukken na beursintroductie *** Zowel verkoop aan andere participatiemaatschappij alswel aan een financiële instelling
39
hoofdstuk 5
Ondernemend vermogen
Vooruitblik 5 Buyout-fondsen hebben voldoende kapitaal in kas
2010 wordt naar verwachting een overgangsjaar voor de Nederlandse private equity markt. In elk geval hebben de buyout-fondsen nog voldoende kapitaal in kas om ook 2010 investeringen te doen. Het wordt een tijd van voorzichtig herstel in investeringsactiviteit. Licht verbeterende economische omstandigheden en verminderde onzekerheid zal het aantal investeringen doen toenemen. Tevens worden er weer grotere investeringen verwacht. Ook de activiteiten in desinvesteringen en fondsenwerving zullen deze trend gaan volgen, ofschoon wellicht met wat vertraging en pas tot uiting komend na 2010. Tegelijkertijd zullen participatiemaatschappijen doorgaan met het herstructureren van hun eigen portefeuilles. Zij zullen blijven doorinvesteren in bedrijven die in de kern gezond zijn. En waar nodig worden schuldposities verder verlaagd. De tijd van grote liquiditeit in vreemd vermogen komt voorlopig nog niet terug. De economische weg naar boven zal moeten worden gevoed door innovatie en ondernemerschap. Venture capital gaat hier onvermijdelijk een fundamentele rol in vervullen. Meer investeringen In 2010 zal naar verwachting de inves-
teringsactiviteit weer doen toenemen in vergelijking met 2009. Onder meer het licht verbeterende economische klimaat en het verhoogde ondernemersvertrouwen zullen hieraan bijdragen. Daarbij hebben de meeste private equity huizen nog voldoende kapitaal in kas om nieuwe investeringen te doen. De dealactiviteit in het eerste kwartaal van 2010 is hier een goede voorbode van.
40
De Nederlandse private equity markt in 2009
hoofdstuk 5
Expansiefinancieringen op peil Het aantal expansiefi-
nancieringen zal naar verwachting gelijk blijven. Bedrijven die gezond zijn en veel potentie hebben, kunnen extra groeifinancieringen tegemoet zien. Voorzichtige stijging exits De verkoopmarkt zal de
stijging in het aantal investeringen met enige vertraging volgen, is de verwachting. Private equity huizen zullen niet direct hun participaties van de hand doen, maar wachten tot de economische vooruitzichten zullen verbeteren. De publieke markt als exitkanaal zal mogelijk wel een licht herstel laten zien. Wisselend beeld fondsenwerving Omdat private equity in veel beleggingsportefeuilles beter gepresteerd heeft dan andere beleggingscategorieën, heeft private equity momenteel een relatief groot gewicht in de portefeuilles. Daarom zal private equity het moeilijk hebben om fondsen te werven bij deze beleggersgroep. Fondsenwerving bij family offices en banken zal waarschijnlijk wel een beter beeld laten zien dan in 2009. Het licht positievere economische vooruitzicht zal hieraan bijdragen. Evenwel zal de focus hierbij vooral op buyout fondsen gaan liggen en minder op venture capital fondsen, die vaak wat meer volatiliteit kennen. De fondsenwerving door later stage venture fondsen blijft hierdoor problematisch, wat op den duur doorwerkt in de beschikbaarheid van kapitaal voor innovatieve bedrijven in het Nederland.
41
Ondernemend vermogen
42
BijlageN
43
bijlage 1
Ondernemend vermogen
Opzet van het onderzoek Bijlage 1 Doel Het onderzoek is uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. – Corporate Finance in opdracht van de NVP Doel is inzicht geven in de geworven fondsen, de investeringen en de desinvesteringen door in Nederland gevestigde participatiemaatschappijen (analyse van de Nederlandse private equity industrie, kortweg industrie-analyse) en van de investeringen en desinvesteringen in in Nederland gevestigde bedrijven (analyse van de Nederlandse private equity markt, kortweg markt-analyse). In alle landen van Europa wordt deze enquête op dezelfde wijze uitgevoerd. Aanpak Sinds 2007 wordt het onderzoek gebaseerd op
PEREP Analytics, een nieuwe pan-Europese dataverzameling, die wordt ondersteund door de Europese Private Equity & Venture Capital Association (EVCA), NVP en 17 andere Europese associaties. In januari 2010 zijn 92 in Nederland gevestigde participatiemaatschappijen uitgenodigd voor een on-line survey. Het betreft met name participatiemaatschappijen die in Nederland hun hoofdkantoor hebben. Daarnaast is een aantal buitenlandse partijen met een zelfstandig opererend Nederlands kantoor opgenomen om het beeld van de Nederlandse markt te completeren. 75 partijen hebben de survey ingevuld of hebben uit publieke informatie verzamelde gegevens gevalideerd (responspercentage 82%). De respondenten vertegenwoordigen samen € 23,3 mrd aan vermogen onder beheer. Aangezien het overgrote deel (95%) van het geïnvesteerde vermogen van in Nederland actieve participatiemaatschappijen in het onderzoek is vertegenwoordigd, en ook 95% van het in Nederlandse ondernemingen geïnvesteerde private equity, geeft het onderzoek een representatief beeld van de ontwikkelingen in Nederland.
44
De Nederlandse private equity markt in 2009
bijlage 1
De enquête verzamelde informatie over: ■ het profiel van de participatiemaatschappij, het aantal investment professionals, het type participatiemaatschappij (zelfstandig of captive); ■ geworven fondsen in 2009 (omvang, herkomst en verwachte besteding); ■ investeringen in 2009 (totale omvang, aantal ondernemingen en aantal investeringen, splitsingen naar financieringsfase, land en sector); ■ desinvesteringen in 2009 (totale omvang, aantal ondernemingen en aantal desinvesteringen, splitsing naar methode van desinvestering). Daarnaast is informatie verzameld over de individuele portefeuillebedrijven en de afzonderlijke investeringen en desinvesteringen. Aan de enquête is een begrippenlijst toegevoegd om ervoor te zorgen dat alle respondenten de vragen op dezelfde manier invullen. De verzamelde data zijn door PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. – Corporate Finance geanalyseerd en op consistentie getoetst. Waar nodig is bij de respondenten navraag gedaan om de juistheid en compleetheid van de gegevens te waarborgen. Meetmethode Voor de industrie-analyse worden van alle participatiemaatschappijen met een Nederlands hoofdkantoor alle geworven fondsen, investeringen en desinvesteringen gemeten. Van Nederlandse kantoren van buitenlandse private equity huizen worden alleen de Nederlandse activiteiten in ogenschouw genomen. Voor de markt-analyse worden de private equity investeringen en desinvesteringen in bedrijven die in Nederland gevestigde zijn (of hun hoofdkantoor hebben) gemeten. Bij geworven fondsen is gemeten hoeveel nieuw kapitaal de participatiemaatschappijen hebben aangetrokken. Voor onafhankelijke participatiemaatschappijen zijn alle nieuw aangetrokken middelen geteld. Voor captives zijn zowel de door het moederbedrijf gedurende 2009 gefinancierde investeringen geteld als eventueel door de captive extern aangetrokken middelen. De omvang van de (des)investeringen heeft slechts betrekking op de investeringen in private equity. Alle leningen waar zekerheden tegenover staan, zijn buiten beschouwing gelaten. Metingen in andere onderzoeken betreffen vaak de totale transactiewaarde van participaties, die een veelvoud van de investering in private equity
45
bijlage 1
Ondernemend vermogen
kan bedragen. De transactiewaarde omvat de waarde van 100% van de aandelen en de schulden van de onderneming. Het vermogen onder beheer is het fondsvermogen waarvoor een participatiemaatschappij verantwoordelijk is, tegen kostprijs: het bestaat voor het overgrote deel uit geïnvesteerd vermogen dat nog niet gedesinvesteerd is en voor een kleiner deel uit door beleggers gecommitteerd vermogen dat nog niet geïnvesteerd is. Dat laatste deel wordt niet door alle partijen bekend gemaakt.
46
De Nederlandse private equity markt in 2009
bijlage 2
Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen Bijlage 2 De Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP) behartigt de belangen van de participatiemaatschappijen in Nederland. De doelen van de NVP zijn: ■ Het klimaat voor private equity investeringen in Nederland bevorderen ■ Beleggers informeren over de kenmerken van private equity als asset class ■ Ondernemers informeren over de mogelijkheden van private equity voor ondernemingsfinanciering ■ De bekendheid en het imago van private equity verbeteren om bovengenoemde doelen te bereiken ■ Bijdragen aan verdere professionalisering van de private equity sector De NVP heeft ruim 60 leden. De leden zijn participatiemaatschappijen die als hoofdactiviteit hebben het verstrekken van risicodragend vermogen aan niet-beursgenoteerde vennootschappen. De investeringsactiviteiten van de NVP-leden strekken zich uit van financiering van de seed- en startfase, tot expansiefinanciering, tot financiering van buyouts en andere late-fase financieringen. Een aantal leden is onderdeel van een bank, verzekeraar of pensioenfonds. Anderen zijn onafhankelijk. Ook regionale ontwikkelingsmaatschappijen zijn aangesloten bij de NVP. Meer informatie over de activiteiten van de NVP en haar leden is te vinden op www.nvp.nl.
47
bijlage 3
Ondernemend vermogen
Begrippenlijst Bijlage 3 Brugfinanciering Investeringen om de groei die vooraf-
gaat aan een beursintroductie te financieren. Buyoutfinanciering Financiering van overnames waarbij
een deel van de aandelen wordt gekocht door het zittende management (management buyout, MBO) of door nieuw management (buy-in, MBI). Captive (fonds) Dochter van bank of verzekeraar of soms van een institutionele belegger. Een van de kenmerken van een captive fonds kan zijn dat het financieel een beroep doet op de moeder op het moment dat de captive een aantrekkelijk participatievoorstel heeft. Als gevolg hiervan is de omvang van het beschikbare vermogen bij deze fondsen niet altijd goed meetbaar. Desinvesteringen Gehele of gedeeltelijk afstand nemen van een participatie, door verkoop aan andere aandeelhouders of derden, danwel (terug)betaling van leningen, interest en dividend, danwel afschrijving op een participatie vanwege afwaardering of faillissement. EVCA European Private Equity & Venture Capital Association. De Europese brancheorganisatie voor private equity en venture capital. Exit Type desinvestering, namelijk verkoop van een participatie in een onderneming. Expansiefinanciering Financiering voor het verder commercialiseren van productie en verkoop bij ondernemingen die hun productontwikkeling voltooid hebben, maar nog geen winst genereren. Ook gebruikt voor groeifinanciering in volwassen bedrijven. Financieringsfase De fase waarin een onderneming zich bevindt, op het moment dat kapitaal verstrekt wordt. De volgende financieringsfasen worden onderscheiden: seed, start, expansie, buyout en overig (turn-around en herfinancieringen). Fund-in-fund Fonds dat in andere participatiefondsen deelneemt en derhalve indirect participeert. Investor buyout (IBO) Verkoop van een bedrijf of bedrijfsonderdelen aan een participatiemaatschappij.
48
De Nederlandse private equity markt in 2009
bijlage 3
Late-fase financiering Verzamelnaam voor buyout-
financiering en overige financiering voor volwassen ondernemingen. Management buyout (MBO) Verkoop van een bedrijf of bedrijfsonderdelen aan het zittende management. Bij grotere buyouts wordt vaak een deel van de aandelen door een participatiemaatschappij gekocht, die samenwerkt met het management. Marktkapitalisatie De waarde van het totale in aandelen geïnvesteerde vermogen. Private equity Investeringen in niet-beursgenoteerde ondernemingen. Private equity omvat zowel investeringen in jonge, snel groeiende (technologie)bedrijven - ook wel aangeduid als venture capital - als investeringen in volwassen bedrijven. Private equity-huis Participatiemaatschappij. Secondary buyout Buyout waarbij de participatie wordt overgenomen door een andere participatiemaatschappij of financiële instelling. Seedfinanciering/-kapitaal Financiering voor onderzoek, bepaling en ontwikkeling van het initiële concept voordat de start-upfase wordt bereikt. Startfinanciering/-kapitaal Financiering voor productontwikkeling en initiële marketingactiviteiten van beginnende ondernemingen. Turn-aroundfinanciering Investering in een bedrijf dat verlies lijdt en waarvan de continuïteit zonder extern vermogen niet is gewaarborgd. Door middel van een investering en een reorganisatie kan de onderneming weer levensvatbaar worden. Venture capital Investeringen in jonge, snel groeiende (technologie)-bedrijven, waaraan relatief hoge risico’s verbonden zijn. Vroege-fase financiering Verzamelnaam voor seed-en startkapitaal en overige financiering voor de eerste groeifasen van beginnende ondernemingen.
49
Ondernemend vermogen
50
De Nederlandse private equity markt in 2009
51
Ondernemend vermogen
52
ISBN/EAN: 978-90-812711-4-1 © 2010 NVP Overname is, met bronvermelding, toegestaan. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de grootst mogelijke zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s) geen aansprakelijkheid. Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen De Cuserstraat 87 1081 CN Amsterdam T +31 (020) 571 22 70 F +31 (020) 670 83 08 E
[email protected]