Ministerie van Justitie
Justitie
Justitiële Informatiedienst
Elektronisch BerichtenVerkeer
De Justitiële Informatiedienst en
EBV
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
De Justitiële Informatiedienst en
EBV
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Voorwoord
2
1
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Voorwoord “Zorg voor een breed opgezette ketenarchitectuur voor informatie-uitwisseling” Net als de meeste andere partijen in de strafrechtsketen is ook het OM de laatste jaren volop bezig met het grootscheeps vernieuwen van de eigen informatiehuishouding. Dat zijn vaak moeilijke trajecten, want het gaat meestal niet alleen om een stuk nieuwe technologie, maar juist ook om een verandering van de organisatie. Wat dat betreft is het volwassen worden van het OM - de verandering naar een steeds meer procesgeoriënteerde organisatie - cruciaal voor het bereiken van de doelstellingen die we onszelf gesteld hebben, maar ook voor de doelstellingen die we samen met de ketenpartners willen bereiken. Binnen het OM hebben we de neiging om steeds meer onze eigen processen te zien als onderdeel van ketenprocessen. We doen het niet louter zelf en voor ons zelf. Dat moet je ook weerspiegelen in de opzet van je informatiehuishouding en je ICT-strategie. Maar je creëert daardoor wel steeds meer afhankelijkheden. Om daar goed mee om te kunnen gaan moeten we misschien eerst nog wat verder door een proces, waarin we de eigen basisvoorzieningen goed op orde krijgen. Dat geldt voor ons, maar ook voor onze partners zoals de politie, het CJIB, DJI en vele anderen.
Henk van Brummen Procureur Generaal Openbaar Ministerie
Ik ben er echter heilig van overtuigd dat we bij het OM met de inrichting van GPS een omgeving creëren, waarmee we steeds beter kunnen aansluiten op allerlei ontwikkelingen in de keten.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
3
Ketenprocessen als de beslaglegging (landelijk beslaghuis), het uitwisselen van zaakgegevens met de politie, slachtoffergegevens, noem maar op. Daarvoor leggen we nu een solide basis. Als je dergelijke vaak logistieke processen in zowel de keten als in je eigen organisatie goed regelt, is het aardige dat er ook allerlei nieuwe ontwikkelingen beter realiseerbaar gaan worden. Ik doel daarbij op de zogeheten informatiediensten, die in tegenstelling tot de puur logistieke (keten)processen, meer uitgaan van een informatie-pull dan van een informatie-push. Denk daarbij aan het ondersteunen van ontwikkelingen als informatie verstrekken en vergaren over doelgroepen en de ondersteuning van de informatiedeling in veiligheidshuizen. De diensten en producten die EBV nu levert in de keten zijn belangrijke architectuurcomponenten, die we nu al met succes toepassen (of gaan toepassen) in onze logistieke processen met andere ketenpartners. Veel van die componenten zijn echter niet beperkt tot het gebruik in logistieke ketenprocessen. Een ketengegevenswoordenboek zorgt ook voor eenduidigheid in de interpretatie van informatie die we via een portal publiceren. Daar moeten we niet opeens weer heel andere dingen voor gaan bedenken. En juist dáár ligt volgens mij ook de uitdaging voor JustID en EBV. Ze moeten ervoor zorgen dat er een ketenarchitectuur
4
voor informatie-uitwisseling breed wordt neergezet en onderhouden. Producten en diensten, zo van de plank leverbaar en te gebruiken door elke ketenpartner. Zodat partijen geen gesloten systemen gaan ontwikkelen, die ons later weer nopen tot grootscheepse integratietrajecten. En nog een belangrijk aandachtspunt: belangrijke marktontwikkelingen steeds blijven monitoren en als die relevant zijn ook opnemen in de architectuur. De zin van de onzin scheiden en de afspraken die we gemaakt hebben op ketenniveau mede helpen bewaken. Uiteraard moeten we er als OM en andere organisaties in de keten wel voor zorgen dat we dit borgen in onze architectuur en in onze systeemontwikkeling. Ik verwacht dan ook dat wat ik de ‘handelsreizigersfunctie’ noem die EBV (en daarvoor ePV) tot nu toe vervult, voorlopig nog wel nodig zal zijn. Mijn boodschap aan JustID en EBV: zorg ervoor dat de business case van het maken van ketenafspraken over informatie-uitwisseling en berichtenverkeer goed op het netvlies blijft van zowel de bestuurders als alle andere betrokken medewerkers in onze organisatie. Henk van Brummen, Procureur Generaal Openbaar Ministerie, lid van de Coördinatiegroep Informatievoorziening Strafrechtsketen (CIS)
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Inhoudsopgave 1. Voorwoord Henk van Brummen, Openbaar Ministerie
2
2. EBV in vogelvlucht - Aanleiding - Doelgroep - Diensten en producten - Analyse en Ontwerp - Architectuur en infrastructuur - Beheer - Werkwijze
6 7 9 10
3. Gebruikers aan het woord - Hans van Buuren, vts Politie Nederland - Stoffel Heijsman, Politie Utrecht - André Regtop en Tjerk Zwanenburg, CJIB
16 17 20 22
4. De Justitiële Informatiedienst - Waar en hoe kunt u ons bereiken?
26 28
14
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
5
EBV in vogelvlucht
6
2
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
EBV in vogelvlucht De ketenorganisatie EBV (Elektronisch BerichtenVerkeer) ondersteunt justitie- en politieorganisaties op technisch en inhoudelijk gebied bij het implementeren van elektronisch berichtenverkeer. Daarbij maakt de ketenorganisatie gebruik van technische, syntactische en semantische standaarden, de zogenaamde EBV-standaarden. EBV draagt kennis over, geeft adviezen, begeleidt de analyse, het ontwerp en het beheer van koppelvlakken en ketenprocessen en ondersteunt ketenpartners op het gebied van architectuur-infrastructuur. EBV richt zich primair op partijen binnen het justitie- en het politiedomein én op die partijen buiten deze twee domeinen die onderdeel zijn van één of meerdere rechtsketens. EBV is ondergebracht bij de Justitiële Informatiedienst (JustID), die voor de justitie- en politie-organisaties ook andere diensten verzorgt. Een korte beschrijving van deze dienstverlening treft u aan in hoofdstuk vier van deze brochure.
Aanleiding Als we gegevensuitwisseling in een bepaald ketenverband digitaliseren, dan is het nog vaak de tendens dat partijen dit in het kader van een project oppakken en daar per interactie bilateraal afspraken over maken.
Dirk Scholten, productverantwoordelijke EBV bij JustID
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
7
Dit zijn afspraken die beperkt blijven tot het koppelen van een systeem van de ene ketenpartner met het systeem van de andere partner. Het maken van bilaterale afspraken en het beheer daarvan wordt per ketenpartner echter steeds complexer en is uiteindelijk erg ondoelmatig. Ketenpartners hebben veel informatieuitwisselingsrelaties te onderhouden en die relaties kunnen in de tijd ook nog eens behoorlijk van aard en omvang veranderen. De voortschrijdende digitalisering van onze werkprocessen zorgt er voor dat elk nieuw systeem naast de ondersteuning van het primaire proces ook nog eens een veelvoud van koppelingen met andere systemen van andere organisaties moet meenemen in de ontwikkeling. Het wekt geen verbazing dat de kosten en de doorlooptijd van een enkel systeem explosief zullen stijgen als we die koppelingen elk op een andere manier realiseren. Bovendien zal bij oplevering van die systemen en hun koppelingen ook de beheerlast navenant groot zijn. Het kan ertoe leiden dat organisaties niet meer in staat zijn om nog verder te innoveren en alleen nog maar tijd en geld aanwenden om hun bestaande applicatielandschap (legacy) draaiende te houden. Koppelen via elektronisch berichtenverkeer conform een aantal afspraken (standaarden) is een oplossing die met succes op grote, internationale schaal wordt toegepast in het bedrijfsleven.
8
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Als een aanpak van elektronische gegevensuitwisseling in complexe overheidsketens zoals de politie- en justitieketens niet minimaal op het niveau van die ketens belegd wordt op basis van ketenstandaarden en -afspraken, dan heeft dat desastreuze gevolgen. Zonder samenhang is het een onmogelijke klus om op efficiënte en ondubbelzinnige wijze gegevens met elkaar uit te wisselen zonder voortdurende tussenkomst van mensen. Het toepassen van standaarden bij het inrichten van elektronische berichtenuitwisseling zorgt voor: • de mogelijkheid om bestaande en nieuwe wetgeving effectief te implementeren door goed ontworpen ketenbrede werkprocessen en informatiestromen; • de mogelijkheid om centrale ketenvoorzieningen in te richten en optimaal te gebruiken; • lagere beheerlasten zowel op ketenniveau (centrale ketenvoorzieningen) als bij de ketenpartners afzonderlijk; • de mogelijkheid kant-en-klare oplossingen in de markt te kopen en intensieve eigenbouw-projecten in omvang en doorlooptijd sterk te reduceren; • betere beheersbaarheid en overzicht van inhoudelijke en technische koppelingen. De onbeheersbare spaghetti aan bilaterale afspraken en technische koppelingen kan tot het verleden behoren.
Gelukkig delen steeds meer overheidsorganisaties dit inzicht. Ontwikkelingen op centraal overheidsniveau op het terrein van de realisatie van de eOverheid, waaronder de Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA), de Overheidsservicebus (OSB) en andere eOverheidsbouwstenen, versnellen deze positieve kijk op het toepassen van standaarden bij het inrichten van elektronische berichtenuitwisseling. De manier waarop de ketenorganisatie EBV invulling geeft aan de inrichting van de gegevensuitwisseling binnen het politie- en het justitiedomein, sluit hier naadloos op aan.
Doelgroep EBV is, als voortzetting op het Programma Elektronisch Proces Verbaal (ePV), aanvankelijk gestart met het ondersteunen van ketenprocessen en -projecten die onderdeel uitmaakten van het primaire strafrechtsketenproces. Omdat veel justitie- en politiepartijen, die actief zijn in de strafrechtsketen, ook rollen vervullen in andere ketens en netwerken, is de focus van de EBV dienstverlening echter vanaf de start niet noodzakelijkerwijs beperkt gehouden tot die strafrechtsketen.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
9
De standaarden, methodieken en diensten zijn dusdanig generiek, dat ze ook toepasbaar zijn in andere ketens en domeinen. De beperking voor wat betreft de inzet van de EBV-diensten bij projecten en ketenprocessen is dat er een relatie moet zijn met politie- en/of andere justitiepartners. Inmiddels bedient JustID dan ook andere ketens en initiatieven zoals de Vreemdelingenketen, de Jeugdbeschermingsketen en de Civiele sector en de sector Bestuur van de Rechtspraak.
EBV diensten en producten Ketenprocessen zijn werkprocessen die zich uitstrekken over minimaal twee organisaties. De ene organisatie draagt na het afsluiten van het eigen werkproces informatie over aan de andere organisatie, die daarop haar eigen processen kan starten. Samen leveren ze zo een ketenproduct of -dienst. Het kan gaan om zeer eenvoudige, bilaterale processen, maar meestal is er sprake van complexe ketenprocessen met meerdere actoren, veel subprocessen, veel afhankelijkheden en restricties vanuit wetgeving. EBV richt zich bij zulke ketenprocessen niet op het implementeren van de interne werkprocessen bij ketenpartners - dat is een verantwoordelijkheid van de ketenpartners zelf - maar op de
10
afspraken die op het koppelvlak tussen twee organisaties gemaakt moeten worden. EBV brengt daarbij in principe een scheiding aan tussen de technische architectuur van gegevensuitwisseling en de inhoud en structuur van de uitwisseling zelf: voor de inhoud van berichten hoeft niet noodzakelijkerwijs bekend te zijn hoe de verzending georganiseerd is en de postbode is in principe niet geïnteresseerd in de inhoud. Door te werken vanuit een zogenaamd interoperabiliteitsraamwerk legt EBV een verbinding tussen die beide lagen. Voor een organisatie die voor de eerste keer gebruik gaat maken van berichtenuitwisseling volgens de EBVstandaarden, betekent dit in vergelijking met voorheen meestal een forse wijziging in de manier van verzenden/ontvangen van data. Een plezierig gevolg van deze aanpak is echter wel dat de gegevensuitwisseling in een volgend project in feite al voor een groot deel klaar ligt om opnieuw gebruikt te worden. Het hiernaast afgebeelde lagenmodel weerspiegelt alle niveaus waarop afspraken gemaakt moeten worden voor een specifiek koppelvlak/ketenproces. EBV heeft voor al die lagen standaarden, methoden, voorzieningen en diensten gerealiseerd, waarmee de implementatie van de elektronische gegevensuitwisseling vormgegeven kan worden.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
11
De bovenste lagen zijn gericht op de inhoudelijke afspraken van een bepaald ketenproces tussen twee (of meer) ketenpartners. Hier gaat het met name om de interactieprocessen, de daarin uit te wisselen bedrijfsdocumenten en de gegevens waaruit die documenten zijn opgebouwd inclusief hun betekenis en hun structuur. Binnen EBV houdt het Analyse en Ontwerp-team (A&O) zich bezig met de invulling van deze lagen. In de onderste lagen gaat het om de technische afspraken die gemaakt moeten worden om er zorg voor te dragen dat de uitwisselingen van de bedrijfsdocumenten die in de bovenste lagen zijn gedefinieerd, de zogeheten transacties, ook elektronisch uitgevoerd kunnen worden. Binnen EBV houdt het Architectuur en Infrastructuur-team (A&I) zich bezig met de invulling van deze lagen. Het Beheerteam van EBV is verantwoordelijk voor het beheer van de standaarden, methoden en de metadata en de inhoud (gegevenswoordenboek, berichtenboek, ketenprocesbeschrijvingen) van de ketenprocessen die daarmee gemodelleerd en geïmplementeerd zijn.
12
Analyse en Ontwerp Voor de analyse en het ontwerp van de inhoud van een ketenproces past het EBV A&O-team een vaste methode toe. Deze zogeheten EBV-methode start met het in kaart brengen van het overkoepelende ketenproces, het bepalen van de scope en het vaststellen van de actoren. Daarna modelleert het A&O-team de interactieprocessen waaruit het ketenproces is opgebouwd en werkt die weer verder uit tot bedrijfstransacties tussen telkens twee partijen. Ook werkt het A&O team de inhoud van de bedrijfsdocumenten stapsgewijs uit en legt dat vast in het berichtenboek. Als deze producten gevalideerd worden, dan is de laatste stap het genereren van de zogeheten XML schema’s, de technische representatie van de berichten, die daadwerkelijk door de applicaties worden uitgewisseld en verwerkt. Een zeer belangrijke standaardisatiebouwsteen hierbij is het zogeheten ‘Master Gegevenswoordenboek’, dat alle (veelal generieke) gegevens en hun definities bevat, die partijen in het justitie- en politiedomein met elkaar uitwisselen. Gebruikmakend van de elementen uit dit master gegevenswoordenboek worden de bedrijfsdocumenten samengesteld. Per keten en per ketenproces worden eigen gegevenswoordenboeken opgeleverd, die echter in nauwe samenhang met de ‘master’ worden beheerd.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Sommige gegevens en gegevensgroepen zijn namelijk zo generiek dat ze niet beperkt zijn tot één keten of één ketenproces, zelfs niet tot het justitie- en politiedomein. Gebruik maken van het gegevenswoordenboek levert veel tijdwinst op bij de implementatie van gegevensuitwisseling tussen partijen. Architectuur en Infrastructuur Essentieel voor de technische realisatie van de berichtenuitwisseling is de technische architectuur van de berichtenuitwisseling. De technische architectuur (de communicatielaag) is complementair aan de inhoudelijke standaarden en afspraken over gegevens, berichten en interactieprocessen (de gegevens- en proceslaag). Op het terrein van de technische architectuur ondersteunt EBV de ketenpartners bij het inrichten van een communicatie-infrastructuur, waarmee via een gestandaardiseerde en beproefde wijze betrouwbaar en veilig informatie tussen organisaties en over netwerken uitgewisseld kan worden. Componenten hierbij zijn onder meer een standaard berichtenprotocol (JAB, Justitiestandaard Asynchroon Berichtenverkeer) en een stelsel van elektronische ‘postkantoren’, waaronder de Justitie Berichten Service (JUBES) en de Externe Politiebroker (EPB).
In de beschrijving van de door het A&O-team opgeleverde producten is onder meer vastgelegd: • • • •
welke identificeerbare bedrijfsdocumenten tussen welke identificeerbare ketenpartners met welke foutafhandeling en met welke beveiliging (in en om de bedrijfsdocumenten) worden verstuurd.
Deze informatie resulteert in door het A&I-team automatisch gegenereerde Collaboration Protocol Agreements (CPA’s), die aan de verzendende en ontvangende kant betrouwbare communicatie mogelijk maken. Hiermee kunnen de ketenpartners hun messaging software (‘elektronische postkamers en postkantoren’) configureren. Andere componenten die op het niveau van de technische architectuur zijn ontwikkeld of in ontwikkeling zijn en ingezet kunnen worden voor elektronische gegevensuitwisseling zijn richtlijnen, standaarden en services voor Digitaal Waarmerken, Elektronische Handtekening en ketentesten.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
13
Beheer Alle ketenproducten die het analyse- en ontwerp traject oplevert, worden op ketenniveau beheerd door de ketenorganisatie EBV. De gegevenswoordenboeken en de berichtenboeken worden in samenhang beheerd in de professionele beheeromgeving Unicorn. De overige producten zoals interactieprocesdiagrammen, bedrijfstransacties, codeerinstructies en release notes in een speciale projectomgeving: http://epv.viadesk.com. Alle betrokken ketenpartners hebben of krijgen toegang tot deze omgevingen.
Werkwijze
Op het beheer is een aantal procedures van toepassing. Deze staan allemaal beschreven in het Handboek EBV. Aan de betrokken partijen wordt aan het begin van elk traject uitleg gegeven over het beheer.
Als partijen in het kader van een ketenproces op een verantwoorde en gestandaardiseerde manier berichten uit willen wisselen, dan is het aan te raden dat ze een ketenproject inrichten dat aan een aantal randvoorwaarden voldoet, hoe klein of groot de scope ook is van het ketenproject. Die randvoorwaarden zijn niet alleen inhoudelijk, maar ook procedureel van aard. Op basis van de ervaring die is opgedaan in het verlenen van diensten aan ketenprojecten en aan de daarbij betrokken organisaties, heeft EBV een aantal intakecriteria opgesteld waaraan een ketenproject zou moeten voldoen om de gegevensuitwisseling op een beheerste wijze uit te kunnen werken en te implementeren. Ze vormen de basis van de dienstverlening van de ketenorganisatie EBV.
Naast het beheer van ketenproducten die in het kader van ketenprojecten worden opgeleverd, is het Beheerteam van EBV ook belast met het beheren van de standaarden, de methoden en alle andere hulpmiddelen waarmee de EBVdiensten worden uitgevoerd en ondersteund.
14
Ketenprojecten komen niet uit de lucht vallen. Een organisatie zal niet op eigen houtje beslissen dat het tijd is om elektronische gegevensuitwisseling met een andere organisatie te starten. Daarvoor zullen partijen in een vroegtijdig stadium afspraken met elkaar moeten gaan maken. De planning van de EBV dienstverlening is gerelateerd aan de plancyclus van de ketenpartners over voorgenomen ketenprojecten en uitwisselingen. Dit vraagt om een voortdurende ketenbrede afstemming.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
In het kort komen die voorwaarden neer op de volgende drie hoofdzaken: •
•
•
Instemming bij alle partijen om het ketenproces qua eindresultaat, planning en fasering op een afgesproken manier uit te werken; Aanwezig zijn van bestuurlijke en projectmatige borging inclusief het in staat zijn om tijdig de ketenproducten te valideren; Committeren aan de standaarden en afspraken die gelden voor de keten en/of het domein waarin men opereert.
inrichting van het ketenproject en toetst zij of het project voldoet aan de voorwaarden om tot een succesvolle gegevensuitwisseling te komen. Ook wordt daarbij onderzocht wat de status is van de communicatievoorzieningen, de bestaande gegevensdefinities ten opzichte van de centrale ketendefinities, of er al gebruik wordt gemaakt van of voorzien is in het gebruik van de standaarden als JAB en of er reeds andere aansluitingen op JUBES en/of EPB zijn geregeld. Op basis hiervan wordt onder andere bepaald welke stappen de betrokken organisaties nog moeten zetten en welke specifieke diensten EBV de ketenpartners zal bieden.
De organisaties moeten hier voor zorgdragen, zodra zij gegevensuitwisseling via de elektronische weg willen gaan inrichten. Zij zijn verder autonoom in de beslissing hoe zij de uit te wisselen gegevens in hun eigen werkprocessen en systemen verwerken. Zo lang de gegevens die ze aanleveren en de wijze waarop dat geschiedt maar voldoen aan de overkoepelende afspraken. EBV is overigens niet verantwoordelijk voor het projectmanagement van een ketenproject, maar faciliteert slechts bepaalde onderdelen/activiteiten van het ketenproject. In de voorbereidende fase adviseert de EBVorganisatie op verzoek wel over bepaalde aspecten van de
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
15
Gebruikers aan het woord
16
3
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Hans van Buuren
“Elektronisch Berichten Verkeer maakt slim zoeken mogelijk” Als enterprise architect bij vts Politie Nederland heeft Hans van Buuren dagelijks te maken met informatiearchitectuur en is hij dag in dag uit bezig met het bedenken van slimme oplossingen voor lastige problemen met maar één doel: de kwaliteit van de opsporing en handhaving te verbeteren. Dat is bepaald geen abc’tje erkent hij volmondig. “Er zijn op dit moment meer dan 1.700 rechtstreekse koppelingen tussen applicaties. Het is niet verwonderlijk dat de hoeveelheid koppelingen en de afhankelijkheid van informatiesystemen met koppelingen het buitengewoon lastig maakt om te beheren of te innoveren. Dat moet echt anders!”, is zijn boodschap. Welke rol speelt elektronisch berichtenverkeer daarin? “Er worden veel gegevens uitgewisseld. Binnen het politiedomein, maar ook daar buiten met bijvoorbeeld justitie. Tot voor kort werd bij gegevensuitwisseling een scala aan methoden en technieken van datacommunicatie gebruikt. Op dit moment werken we hard om een fundament (Basis Voorziening Informatie) te plaatsen, dat op een tweetal belangrijke architectuurpeilers rust. Ten eerste het slim integraal en landelijk ontsluiten van informatie uit verschillende bronsystemen zonder die bronsystemen te veel te belasten.
Hans van Buuren: “Zo voorkom je Babylonische spraakverwarring.”
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
17
Dit doen we onder andere met BVI-BlueView en de BVIOperational Data Store (BVI-ODS). Daar zo meer over. Ten tweede is het gebruik van gestandaardiseerd berichtenverkeer essentieel om de communicatie tussen systemen snel en zo beheersbaar mogelijk te maken. We kunnen daardoor in de toekomst snel, zelfs op ad-hoc basis, partijen laten aanhaken en gewenste functionaliteiten realiseren.” BVI-BlueView, BVI-BlueSpot en BVI-ODS, wat zijn dat precies? “We zijn bij de politie druk bezig om uit oogpunt van homogenisering een aantal bestaande applicaties te vervangen zoals XPol, BPS en Genesys. Daarnaast hebben we nu ruim twee jaar BVI-BlueView in gebruik, een applicatie om het integraal zoeken naar informatie te vergemakkelijken en te verbeteren. Wat we in BlueView vooral doen is tot op de inhoud van PV’s zoeken naar partijen (groeperingen, natuurlijk- en rechtspersonen, organisaties), signalementen, voertuigen, locaties, goederen, communicatiemiddelen, gebeurtenissen (incidenten), modus operandi en alle onderlinge verbanden. Met als doel kennis in te brengen in recherche-onderzoeken. Dat zoeken gebeurt dus op landelijke schaal over een aantal politieapplicaties van alle regio’s heen. BlueView wordt gevoed door tachtig
18
implementaties van negen bronsystemen binnen het politiedomein en één binnen Justitie: het door JustID beheerde OM-systeem LURIS voor Internationale Rechtshulpverzoeken. Op korte termijn wordt ook de eerste afnemer van BVI-ODS gegevens binnen het justitiedomein aangesloten: JCO-Support (Jeugd Casus Overleg Supportsysteem).” “In de toekomst worden de gegevens uit de verschillende bronsystemen eerst in een tussenomgeving weggeschreven en daar verrijkt en geaggregeerd. Deze omgeving noemen wij de BVI-ODS. Een hele mond vol voor een grote landelijke verzamelbak met gegevens. BlueView zal vervolgens worden gevoed met informatie uit deze BVI-ODS. Het gebruik van BVI-ODS en het afnemeronafhankelijk aanleveren van gegevens betekent dat je zonder moeite gegevens via koppelingen kunt verspreiden om deze op verschillende manieren te gebruiken. Omdat de BVI-ODS ‘alles’ bevat kun je in de toekomst informatie gebruiken waar je vroeger geen toegang toe had. Technische complexiteit maakte dat voornemens om functionaliteit te realiseren vaak sneuvelden; het was te duur en kostte vaak te veel tijd. Ik weet vanuit de ervaringen met LURIS en JCO-Support dat met het gebruik van gestandaardiseerd berichtenverkeer de koppelingen veel eenvoudiger te realiseren zijn en we de mensen in het land sneller en beter kunnen bedienen.”
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Op welke wijze gebruikt u de EBV-standaarden? “Voor de uitwisseling tussen onze eigen bronsystemen zoals de Basis Voorziening Handhaving (BVH) en de BVI-ODS gaan we ons voordeel doen met de door EBV ontwikkelde methodiek en standaarden. De BVI-ODS is applicatie en functionaliteit onafhankelijk en werkt juist goed als we gebruik kunnen maken van uniforme koppelvlakken: dezelfde manier van aanleveren en uitlezen van gegevens. Bovendien zullen we het politie gegevenswoordenboek - we noemen dat het Canonical Datamodel (CDM) - waar mogelijk en praktisch afstemmen op het justitie gegevenswoordenboek. Wat voorkomt is dat wij velden zoals ‘straatnaam’ in een ander formaat opslaan als dat gebeurt bij justitie. Voor de uitwisseling met justitie gebruiken we de EBV-standaarden, zowel voor wat betreft de technische uitwisselingsstandaard JAB (de envelop) als de inhoud en opbouw van de documenten die we uitwisselen. We maken hierbij gebruik van de externe politiebroker (EPB), die de informatie doorstuurt naar - of ontvangt van - JUBES, de Justitie Berichten Service. In de toekomst verwacht ik dat er ook een berichtenmakelaar wordt geplaatst voor alle berichtenverkeer binnen het politiedomein.”
De eerste EBV-koppelingen met justitie zijn gereed. Wat waren je ervaringen in de samenwerking? “De koppeling tussen LURIS en BVI-BlueView was de eerste koppeling in de keten ‘Politie-Justitie’ die op basis van de ketenstandaarden is uitgevoerd en in productie is genomen. Bij de start van het project had ik mijn bedenkingen, maar nu ben ik zeer positief over het gebruik maken van de JABstandaard, de modelleringmethode die EBV heeft ontwikkeld voor dit soort klussen en het Gegevenswoordenboek Strafrechtsketen. Het helpt ons om ketenbreed informatieelementen te definiëren en er zo voor te zorgen dat iedereen dezelfde taal spreekt. Dit voorkomt Babylonische spraakverwarring. Volgens mij leveren in het bijzonder de semantische standaarden tijdwinst op bij toekomstige projecten waar systemen moeten worden gekoppeld. Je kunt immers al gebruik maken van bestaande elementen uit het gegevenswoordenboek. Als we alleen al minder overleg en afstemming nodig hebben en niet telkens opnieuw het wiel hoeven uitvinden levert dat al een behoorlijke tijdwinst op! En zo bleek het ook te zijn: de koppeling werd in mum van tijd gerealiseerd en draait sindsdien zeer stabiel. Ook de koppeling die we nu realiseren met JCO-Support laat dezelfde ervaringen zien. Een uitstekende samenwerking!”
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
19
Stoffel Heijsman
“De oriëntatie van de politie op ketens groeit” “Als korpschef in Utrecht ben ik doorgaans met heel andere dingen bezig dan met hoe elektronische uitwisseling van gegevens tussen de politie en andere partijen tot stand moet komen”, maakt Stoffel Heijsman meteen duidelijk. Toch is hij in dezelfde functie en als voorzitter van de Board Opsporing en Lid van de Coördinatiegroep Informatievoorziening Strafrechtsketen (CIS) op bestuurlijk niveau direct of zijdelings betrokken bij tal van ICT-ontwikkelingen bij de politie en op ketenniveau. Bovendien heeft hij als lid van de sponsorgroep EBV, een groep bestuurders uit de CIS die zich wat meer in detail buigt over EBV-gerelateerde zaken, extra goed inzicht van wat er in de keten speelt op dit gebied. Hoe moet de politie inspelen op ketenontwikkelingen? Stoffel Heijsman:
“We zitten midden in een grote homogeniseringsslag van al onze politiesystemen conform de strategie die in Wenkend Perspectief is neergezet. Dat wil zeggen dat we nu veel tijd en energie steken in een Basisvoorziening Opsporing (BVO), Basisvoorziening Handhaving (BVH) en een BasisVoorziening Capaciteitsmanagement (BVCM). In feite nog geen echte vernieuwing, maar intern homogeniseren en standaardiseren om daarna de bestaande functionaliteit verder uit te nutten.
20
“EBV is op vele terreinen voorwaardenscheppend.”
Naast deze ontwikkelingen komen er nog enkele speerpunten bij die we als politie nu al hard nodig hebben. Zoals Amazone/IB, BlueView en het ePV, ofwel het uitwisselen van procesdossiers met het OM.”
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Hoe past ‘de ketengedachte’ in deze ontwikkelingen?
Welke rol ziet u voor EBV weggelegd?
“Laat ik vooropstellen dat bij de politie allang niet meer alleen maar intern wordt gekeken hoe we de informatiehuishouding het beste kunnen inrichten. Onze oriëntatie op de buitenwereld is de laatste jaren sterk gegroeid. Dat komt onder andere door een sterkere procesoriëntatie bij de politie, waarbij we als korpsen qua processen steeds meer een standaardtaal gaan spreken. De afhankelijkheid met andere ketenpartners in veel processen wordt daarbij vanzelf meer zichtbaar en vastomlijnd. Daarbij worden we geconfronteerd met steeds meer uitwisselingen met andere partijen, die niet meer via papier zouden moeten verlopen, maar via digitale koppelingen. Het verleden heeft ons wel geleerd dat wanneer je ad-hoc iets regelt, je uiteindelijk alleen maar meer problemen krijgt. Uniformering zorgt ervoor dat we het hoofd kunnen bieden aan voorspelbare ontwikkeling en beheerlast, maar dat moet wel hand in hand gaan met de al eerder genoemde homogenisering van onze systemen.” En: “In ons ICT Jaarplan is overigens al ruimte voor een verdere ontwikkeling van Wenkend perspectief voor wat betreft ketenontwikkelingen. Onder andere door het gaan werken aan de Basisvoorziening Informatie (BVI). Dat moet ons in staat stellen om op vele vragen vanuit de ketens waarin we opereren te kunnen anticiperen. Niet per korps, maar als gehele Nederlandse politie.”
“EBV is op vele terreinen voorwaardenscheppend. We staan nu aan de vooravond van de mijlpaal dat we er ook met zijn allen, de politie inclusief, volop gebruik van gaan maken om de beloftes die de business case ons biedt daadwerkelijk te verzilveren. We moeten bij dat gebruikmaken wel voortdurend een afweging maken of het gaat om een voorspelbaar (keten)proces met een voorspelbare gegevensuitwisseling of een niet direct voorspelbare gegevensuitvraag. Op basis daarvan moeten we de juiste keuze maken over de inrichting van die uitwisseling. Overigens blijkt dat bij nadere bestudering zelfs bij een ogenschijnlijk ad-hoc gegevensuitvraag er toch vaak sprake is van een voorspelbaar en gestructureerd proces.” Wat ziet u verder nog als belangrijke uitdagingen voor de politie in relatie tot de keten? “Het validatieproces binnen de politie zal aan eenduidigheid moeten winnen. De infrastructuur voor het inrichten van zo’n proces ligt er in feite wel. Valideren van een afspraak op ketenniveau is één ding, maar het ook overal toepassen en bewaken is een tweede. Hoe stel je zo’n validatieproces in en hoe regisseer je dat? Daar zijn nog wel stappen in te maken.”
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
21
André Regtop en Tjerk Zwanenburg:
“EBV zou vanzelfsprekend moeten zijn” Directeur André Regtop en ICT-architect Tjerk Zwanenburg van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) zijn een luid voorstander van het gebruiken Justitie standaarden voor informatieuitwisseling met ketenpartners. Als geen ander weten zij wat voor een ellende het gebrek aan technologie, waarmee informatie gegarandeerd afgeleverd kan worden, bij geadresseerden kan veroorzaken. “Berichten die niet aankomen of niet adresseerbaar zijn. Tachtig procent van de burgers die met straf in aanraking komt, krijgt met ons te maken. Dat zijn miljoenen berichten. Als in de informatieuitwisseling tussen ons en onze ketenpartners zaken verkeerd gaan, dan is het leed niet te overzien! Wij hebben er alle belang bij dat de dingen goed geregeld zijn.” Geen wonder dat het duo de ontwikkelingen rondom de ketenorganisatie EBV omarmt. André Regtop: “Keteninformatisering is voor ons van levensbelang.”
Wat is het belang van uitwisselingsstandaarden voor het CJIB? “Keteninformatisering is voor ons van levensbelang. We zitten aan het einde van een uitvoeringsketen. We hebben er alle belang bij dat dingen goed geregeld zijn en dat we
22
efficiënt kunnen opereren. Het CJIB is druk doende haar interne legacy systemen te vervangen in een modern modulair platform, maar dat is geen sinecure en moet voorzichtig gebeuren” zegt André Regtop.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Tjerk Zwanenburg knikt hierbij instemmend. “Het mooiste is als je van vandaag op morgen over kunt. Maar zo werkt het niet. Zo hebben wij intern een groeipad voor de implementatie van de nieuwe koppelingen. Soms houden we de bestaande dingen in bevroren toestand. Dat kan niet altijd helemaal, maar het liefste doen we het wel. Het werk gaat namelijk door en we kunnen ons geen grote risico’s permitteren.” Dus iedereen maar zo snel mogelijk aan JUBES koppelen en alles via JAB uitwisselen? “Was dat maar waar, je moet je toch telkens afvragen in welk belang het is! Kijk maar eens naar de interactie tussen het CJIB en de Rijksdienst Wegverkeer (RDW),” zegt Tjerk Zwanenburg. “In de praktijk blijft het toch vaak een kwestie van keuzes maken op geschikte momenten. In het kader van de OM-afdoening hebben we in overleg met de RDW besloten JAB/JUBES in te zetten. Waarop de RDW heeft gezegd ‘maar dan willen we de andere uitwisselingen op dezelfde manier doen, omdat we daar allebei voordeel van hebben’. Dat betekent wel dat je al je informatiesystemen moet aanpassen, je wat moet doen met je bestaande interfaces en berichten moet gaan definiëren die daarbij horen. Een hels karwei, maar het kan dus wel als iedereen er maar mee instemt en het nut er van inziet,” aldus Tjerk Zwanenburg.
Tjerk Zwanenburg: “Naast infrastructuur vooral ook de berichtinhoud afstemmen.”
André Regtop vult aan: “EBV-standaarden zouden gemeengoed voor justitie, politie en alle andere betrokken ketenpartijen moeten zijn. Natuurlijk besef ik dat het gemakkelijker gezegd is dan gedaan.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
23
Binnen de politie en justitie is de nieuwe berichtenverkeerstandaard geaccepteerd en geïmplementeerd. Maar wij hebben ook nog eens een groot aantal contacten met gemeenten, waterschappen en andere zelfstandige bestuursorganen. Daar kunnen we EBV wel gaan promoten, maar opleggen dat is een ander verhaal. We hebben nu eenmaal te maken met ketenpartners in andere domeinen waarin we gevraagd worden iets te regelen voor een ander. Dan kun je wel gelijk hebben waar het gaat om de kwaliteit van de standaarden en techniek, maar gelijk krijgen is wat anders. Hoe krijgen we een ketenpartner mee, zeker als die organisatie al iets anders heeft geregeld? Dat moet groeien.” Op welke wijze kan de EBV ketendienst haar dienstverlening verbeteren? Tjerk Zwanenburg: “Als je nadenkt hoe het allemaal gegroeid is in de afgelopen vijftien jaar, dan kun je met recht zeggen dat er veel is bereikt. Maar we zijn er nog niet. Als je beziet hoe informatie-uitwisseling met behulp van voorzieningen zoals de JUBES berichtenmakelaar en op basis van de JABstandaarden kan verbeteren, dan zie ik kansen.”
24
“Volgens mij kunnen we binnen de strafrechtsketen zaken nog beter afstemmen door vooral op proces en inhoudelijk vlak te standaardiseren. In verschillende ketenprocessen wisselen we diverse berichten uit die soms erg op elkaar lijken. Daar kunnen we best nog winst halen als we één bericht gebruiken en slim combineren. Toen wij met dit traject begonnen, hebben we zelf iets te veel afstand genomen. Wij dachten al snel ‘EBV regelt het wel’. We hadden het ook erg druk met bijvoorbeeld het op technisch architectureel niveau maken van een JUBESkoppeling. We hadden zelf iets meer moeten sturen’’, steekt de ICT-specialist de hand in eigen boezem. “Maar zoiets is ook wel een beetje inherent aan de bottom-up benadering, die tot nu toe is gehanteerd.” “We kunnen een kwaliteitsslag maken, wanneer je top-down op architectureel niveau zaken kunt aansturen. We zien gewoon dat daar gebrek aan is. Logisch, omdat je zaken niet echt kunt opleggen. De ketenorganisatie EBV heeft geen macht om iets af te dwingen, maar moet proberen consensus te bereiken. Als je kijkt naar de ontwikkeling van OM-afdoening, hebben de mensen die deelnamen bij de invulling nog iets te veel vanuit de klassieke interactiepatronen en de legacy systemen gedacht.”
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
André Regtop: “Maar eigenlijk zou EBV zo vanzelfsprekend moeten zijn, dat het van nature dwingend is. Johan, jij bent ervoor. Doe het!” De boodschap van André Regtop aan zijn collega-directeur Johan Wiltvank van de Justitiële Informatiedienst is duidelijk. Als het aan André Regtop ligt, kruipt de ketenorganisatie EBV liever nog gisteren dan vandaag uit haar pure dienstverleningsschulp en krijgt de faciliterende en adviserende rol van de ketenorganisatie EBV een meer dirigerend karakter.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
25
Over de Justitiële Informatiedienst
26
4
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Over de Justitiële Informatiedienst Voor een goed functionerende strafrechtsketen is een optimale informatievoorziening erg belangrijk. De afzonderlijke partijen in de keten hebben er behoefte aan om op een aantal momenten in hun bedrijfsproces snel over alle informatie te kunnen beschikken die zij voor de uitoefening van hun taak nodig hebben. Bovendien moet deze informatie betrouwbaar zijn. De Justitiële Informatiedienst (JustID) speelt hierin een centrale rol. De primaire taak van JustID is het verstrekken van een integer en een integraal persoonsbeeld van justitiabelen aan daartoe gerechtigden. Om dit beeld samen te stellen verzamelt, bewerkt en beheert JustID op een efficiënte en effectieve manier gegevens in samenwerking met haar partners. JustID ondersteunt de partners in de keten op twee manieren: bij het opbouwen van de persoonsinformatie tijdens het traject door de keten en bij het ontsluiten van de persoonsinformatie ten behoeve van het primaire proces van de ketenpartners.
De ketenorganisatie Elektronisch BerichtenVerkeer (EBV) is onderdeel van JustID en ondersteunt justitie- en politieorganisaties op technisch en inhoudelijk gebied bij het implementeren van elektronisch berichtenverkeer. Het Centraal Digitaal Depot (CDD+) is één van de nieuwe diensten van de Justitiële Informatiedienst. Met het CDD+ biedt JustID een centrale voorziening voor de opslag van digitale dossiers, die voldoet aan de geldende wet- en regelgeving. Het CDD+ is te zien als een faciliteit om het papieren archief om te zetten in een digitaal archief. Verder is JustID een kenniscentrum op het gebied van informatievoorziening voor de strafrechtsketen. Meer weten over de producten en diensten van JustID? Kijk op www.justid.nl of vraag onze brochure aan.
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
27
Waar en hoe kunt u ons bereiken? Voor algemene informatie en vragen over de dienstverlening van de Justitiële Informatiedienst kunt u contact opnemen met de afdeling Relatiemanagement, telefoon 0546-83 41 00, internet: www.justid.nl, e-mail:
[email protected]. Bezoek- en postadres Locatie Leeuwarden Heliconweg 60 Postbus 1250 8900 CG Leeuwarden Locatie Almelo Egbert Gorterstraat 6 Postbus 337 7600 AH Almelo
28
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Colofon Deze brochure is een uitgave van de Justitiële Informatiedienst April 2008
Eindredactie SWS Teksten
Fotografie René Verleg De Beeldredactie
Vormgeving FEL WIT Grafisch Ontwerpers
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Ministerie van Justitie
Justitie
Justitiële Informatiedienst
EBV
Elektronisch BerichtenVerkeer
De Justitiële Informatiedienst ondersteunt met EBV (Elektronisch BerichtenVerkeer) ketenpartners op technisch en inhoudelijk gebied bij het tot stand brengen van efficiënte elektronische informatie-uitwisseling. Deze brochure geeft antwoord op de vijf w’s: wie, wat, waar, wanneer en waarom. Ook vertellen enkele partners over hun ervaringen met de EBV-organisatie.