De judobondscoach is geen meesterbrein : individuele sport versus ploegsport en de macht van de bondscoach Essay
DE JUDOBONDSCOACH IS GEEN MEESTERBREIN Individuele sport versus ploegsport en de macht van de bondscoach ESSAY
verhouding tussen bondscoach en personal coach in topjudo. Verder behandel ik de vragen: wat zijn terechte selectiecriteria bij individuele sporten? Wat mag men verwachten van de omgang tussen teamgenoten? Denk je met mij mee?
Raf Tits 6de dan maart 2005
[email protected] judoLabo
Ik wil vooraf benadrukken dat dit essay niemand persoonlijk viseert! Wel wil ik een legitimerende filosofische basis geven aan de verzuchting van personal coaches in de judosport tot een betere erkenning van hun werk door bestuurders en bondscoaches.
1. Inleiding 2. Wat is een team?
“Topsport is geen democratie” was een van de vele dooddoeners van ex-bondscoach Jean-Marie De Decker. De Decker had gelijk voor zover de training voor een topprestatie inderdaad bepaald wordt door een aantal fysieke wetmatigheden waar men niet rond kan, wars van de voorkeuren van de atleten. De Decker heeft echter ongelijk wanneer hij deze leuze misbruikt als claim voor de almacht van een bondscoach in een individuele sport.
Om te beginnen moet het begrip „team‟ afgelijnd worden. Wat is een team? Wat is een bondsteam? Een team is een groep sporters die onder een overkoepelende naam deelnemen aan een wedstrijd, bijvoorbeeld Judoteam Duffel, zwemclub Poseidon, wielerploeg Lotto-Davitamon, voetbalclub KV Mechelen, Basketbalclub Duvel Willebroek… Een bondsteam is dan zo‟n team dat een land of een federatie vertegenwoordigt, bijvoorbeeld De Rode Duivels, het Belgisch judoteam (alle judoka‟s die geselecteerd zijn door de judofederatie voor een internationaal toernooi of kampioenschap), de nationale selectie voor het WK veldrijden… Ik ben me er van bewust dat „team‟ een vertaling is van „ploeg‟. Ik gebruik het hier echter juist om een onderscheid aan te geven met het woord „ploeg‟ in ploegsport.
Volgens het nieuwe beleidsplan 2005-2008 van de Vlaamse Judofederatie wil men wat betreft topsport voor de volgende Olympiade werken volgens het CEPT-principe: centralisatie, elite, professionalisme en teamspirit. Met teamspirit wordt bedoeld dat de bondscoaches zich zullen laten bijstaan door medici, diëtist, sportpsycholoog … Nergens valt er iets te bespeuren over samenwerking met personal coaches. (Behalve, indien je wil, één item: het top-down voornemen „train de trainer‟.)
3. Wat is het wezenlijke onderscheid tussen een individuele sport en een ploegsport?
In een evaluatiegesprek met Leen Dom na haar stage in Japan van november/december 2004 met het Vlaamse bondsteam kwam het volgende verhaal naar voor: alle zeven meisjes van het bondsteam zaten samen op een kamer en het gesprek kwam op het onderwerp „persoonlijke trainer‟. Zes van de zeven kampioenen meenden dat zij hun prestaties niet zouden behaald hebben of kunnen behalen zonder hun persoonlijke trainer. Waarom wordt deze belangrijke partner in het succes van de individuele topjudoka over het hoofd gezien? Is dit terecht?
Hoewel coaches in verschillende sporten min of meer dezelfde taken vervullen, zijn er ook verschillen. Hét grote verschil hangt volgens mij niet samen met het onderscheid tussen balsporten of vechtsporten of watersporten... Het verschil in opdracht tussen coaches hangt volgens mij in de eerste plaats af van het wezenlijke onderscheid tussen een individuele sport en een ploegsport tijdens de wedstrijd. Wat is dan dat wezenlijke onderscheid tussen een ploegsport en een individuele sport? De eenvoudige vaststelling dat een prestatie in het ene geval door een ploeg geleverd wordt en in het andere geval door één persoon kan
In dit artikel wil ik nadenken of er vanuit de sport redenen zijn voor de erg ongelijke cop. Raf Tits maart 2005
[email protected] judoLabo
1
De judobondscoach is geen meesterbrein : individuele sport versus ploegsport en de macht van de bondscoach Essay
niet volstaan. Want wat doe je dan met wielrennen op de weg waar er één renner voorop blijft en wint omdat een teamgenoot afstopwerk verricht?
tussen de deelnemers van eenzelfde team, maar waarbij het individueel succes toch afhankelijk is van mekaars prestatie. Bijvoorbeeld: judowedstrijden per ploeg, landencompetitie turnen, Daviscup tennis…
Het verschil tussen een ploegsport en een individuele sport heeft mijn inziens in de eerste plaats te maken met de mate van interactie tussen teamgenoten tijdens een wedstrijd en met de mate waarin ze van die interactie en van mekaars prestatie afhankelijk zijn voor hun individueel succes.
Een semi-individuele sport is een sport waarbij er tijdens de wedstrijd interactie mogelijk is tussen de deelnemers van eenzelfde team en waarbij die interactie en de prestatie tijdens de wedstrijd van andere teamleden mogelijk bepalend kan zijn voor individueel succes. Bijvoorbeeld: wielrennen op de weg, loopnummers atletiek niet in banen, aflossingsnummers atletiek (een voorbeeld van interactie: Marion Jones zorgt voor een slechte stokwissel tijdens de 4x100 op de OS in Athene), marathon, veldrijden…
Individueel succes staat hier dan gelijk met „op het podium komen‟, „de beker winnen‟, „in de prijzen vallen‟, „een medaille veroveren‟. Voor het succes van het team zijn de leden vanzelfsprekend steeds afhankelijk van mekaars prestatie.
Een individuele sport is een sport waarbij er tijdens de wedstrijd geen interactie is tussen leden van eenzelfde team en waarbij de leden van dat team niet afhankelijk zijn van mekaars prestatie tijdens de wedstrijd voor hun individueel succes. Bijvoorbeeld: judo, atletiek in banen, kampnummers atletiek, boksen, zwemmen, tijdrit wielrennen, turnen, karabijn schieten, pingpong enkelspel…
Op basis van deze uitgangspunten kom ik tot een definitie van vier „sportsoorten‟: ploegsporten, semi-ploegsporten, semi-individuele sporten, individuele sporten. Interactie Afhankelijkheid Afhankelijkheid tussen van interactie van prestatie leden tijdens andere teamzelfde wedstrijd voor leden tijdens team individueel wedstrijd voor tijdens succes individueel wedstrijd succes Ploegsport maximaal maximaal maximaal Semigeen ploegsport
geen
maximaal
Semimogelijk individuele sport Individuele geen sport
mogelijk
mogelijk
geen
geen
5. Wezenlijk verschil in taak tussen de coach van een ploegsport en de coach van een individuele sport Figuur 1 maakt duidelijk dat er, gezien de verschillende aard van de sport, tussen coaches van ploegsporten en van individuele sporten dus een wezenlijk verschil moet zijn wat betreft taak. Immers, hoe meer interactie er is tijdens de wedstrijd, hoe meer de interactie moet geregeld worden. Beslissingen over de interactie en over de bijhorende communicatie tussen teamleden tegen de achtergrond van de tegenstanders en van de omstandigheden heten strategie. Het ontwikkelen van die strategie is de bevoegdheid van en gebeurt door de coach. Hierdoor wordt de coach in een ploegsport eigenlijk een teamlid, een medespeler tijdens de wedstrijd. (Ook omdat hij door spelerswissels kan inspelen op het spelgebeuren.) Hij is de schaker, de generaal, het meesterbrein aan het hoofd van de bende.
Fig. 1 Interactie en afhankelijkheid in de vier sportsoorten
4. Vier sportsoorten Een ploegsport is een sport waarbij tijdens de wedstrijd de interactie tussen de deelnemers van eenzelfde team maximaal en bepalend is voor het teamsucces en waarbij de teamleden van mekaars prestatie tijdens de wedstrijd afhankelijk zijn voor hun individueel succes. Bijvoorbeeld: voetbal, basketbal, waterpolo, veldhockey… Een semi-ploegsport is een sport waarbij er tijdens de wedstrijd geen interactie mogelijk is cop. Raf Tits maart 2005
[email protected] judoLabo
In een individuele sport, zonder interactie en afhankelijkheid, heeft de coach deze functie
2
De judobondscoach is geen meesterbrein : individuele sport versus ploegsport en de macht van de bondscoach Essay
niet. Hij is geen teamlid. Hij is geen meesterbrein. Zijn taak is bijgevolg voorbereidend en ondersteunend. Dit kan niet anders dan gevolgen hebben voor (de legitimering van) zijn macht. Het al of niet afhankelijk zijn van de interactie en van mekaars prestatie voor individueel succes zal moeten doorwerken in de verantwoording van selectiecriteria en in de eisen die gesteld kunnen worden aan de omgang met mekaar van teamgenoten. 6. Gevolgen voor de macht en de taak van de bondscoach in individuele sporten, c.q. judo
Opleidingen aanbieden aan personal coaches om zijn visie door te geven.
Trainingsmogelijkheden aanbieden.
Overleg plegen met personal coaches en atleten.
Carrièretrajecten topatleten.
Atleten selecteren voor het bondsteam op basis van objectieve criteria (zie paragraaf 7).
uitwerken
voor
Zijn eigen visie imperatief door te drukken.
Te werken zonder overleg met de personal coaches.
Zich in de plaats te stellen van de personal coaches. (Ook niet op de coachstoel naast de wedstrijdmat)
7. Gevolgen voor selectiecriteria in individuele sporten, c. q. judo In ploegsport kiest de coach voor een bepaalde interactie tussen de teamleden, de strategie. Bij de selectie van sporters voor zijn team kan en moet hij hiermee rekening houden: welke spelerstypes heeft hij nodig om zijn strategie te realiseren? Welke spelers zijn het best op elkaar afgestemd om de strategie te realiseren?…
Een coach in individuele sporten moet geen beslissingen nemen die de individuele atleet overstijgen; er is geen 5de dimensie in individuele sporten. Het is dan ook de vraag of de beslissingen over een individuele atleet wat betreft de vier resterende dimensies moeten genomen worden door de bondscoach. Kunnen deze niet beter genomen worden door de personal coach die de atleet het best kent? De macht van een bondscoach in een individuele sport als judo is extern gegeven (door het bondsbestuur). Ze gaat uit van het predikaat dat de bondscoach het ‟t best weet, dat hij het meest kundig is. Op zijn minst kan dit in vraag gesteld worden.
Bij de selectiecriteria in een ploegsport zijn er dus criteria (geschiktheid in het licht van de beoogde interactie) die de puur individuele kwaliteiten van een sporter overstijgen. Voor zover ik weet zijn er nog geen processen gevoerd over niet-selecties voor een team in ploegsporten (wel over contractbreuken omdat een speler niet opgesteld wordt door de coach). Voor een rechtbank kan een coach immers altijd terecht argumenteren vanuit zijn strategie en vanuit de ongeschiktheid van de sporter in kwestie voor het realiseren ervan. In individuele sporten zijn er die processen wel
Uit het voorgaande volgt dat de taak van een bondscoach in een individuele sport en naar de individuele atleten toe ondersteunend is en niet prescriptief. Hij moet o.a.: Een visie aanbieden over het omgaan met de vier dimensies van coaching.
cop. Raf Tits maart 2005
[email protected] judoLabo
Ontwikkelingslijnen aanbieden i.v.m. de vier dimensies.
Uit het voorgaande volgt dat een bondscoach in individuele sporten geen in de sport gefundeerd recht heeft om o.a.:
In ploegsporten, semi-ploegsporten en semiindividuele sporten heeft de coach, c.q. de bondscoach een taak die beslissingen over individuen overstijgt en die daarom niet kan worden overgelaten aan de personal coach(es). Naast beslissingen over fysiek, techniek, tactiek en het mentale heeft een coach in ploegsport vooral de leiding over de 5de dimensie: de strategie, de interactie tussen de leden van eenzelfde team in het licht van de tegenstanders en de omstandigheden. Hieraan ontleent de ploegsportcoach zijn (al)macht. Deze macht komt vanuit de aard van de sport zelf; ze is intern gegeven.
3
De judobondscoach is geen meesterbrein : individuele sport versus ploegsport en de macht van de bondscoach Essay
(De zaak Deliège, de zaak Flagothier). Niet verwonderlijk!
aan de samenwerking en de teamspirit buiten de wedstrijd ook hoge eisen gesteld.
Omdat een bondscoach in een individuele sport geen beslissingen moet nemen die het individu overstijgen, kunnen niet-individuele criteria niet gelden bij het maken van een selectie. Enkel de naakte prestatie mag meetellen. In andere gevallen bezondigt de bondscoach zich aan favoritisme of discriminatie of voorkeur om wat voor reden dan ook. Er is dus mogelijkheid voor onrechtvaardigheid en dus mogelijkheid tot een zaak voor een rechtbank.
Interactie en teamspirit vormen bij individuele sporten geen bepalende factor voor teamsucces en individueel succes. Het kan bijgevolg enkel een bevorderlijke factor zijn. (Denk aan de bekende situatie waarbij iemand van een team individuele sporters een knappe prestatie levert. De andere trekken zich hier aan op om zich ook te overtreffen.) Als gevolg van het bovenstaande kan o.a. geëist worden van de omgang van teamleden met mekaar in individuele sporten:
Uit het voorgaande volgt dat o.a. onderstaande selectiecriteria geldig zijn bij individuele sporten:
Vooraf vastgelegde en openbaar gemaakte minima met een batige rangschikking bij een beperking van het aantal plaatsen in het team. De beste prestatie uit een vooraf vastgelegd en openbaar gemaakt selectieparcours met bij beperking van het aantal plaatsen in het team een batige rangschikking aan de hand van een op voorhand bepaalde onderscheidende prestatie.
Omgang volgens de geldende normen van beleefdheid, respect en (judo)etiquette.
Het naleven van een minimale, geschreven en gecommuniceerde gedragscode.
Het samen-doen kan heel bevorderlijk zijn voor de prestatie en moet gestimuleerd worden, maar kan niet geëist worden. Wat kan o.a. nog niet geëist worden van de omgang van teamleden met mekaar in een individuele sport:
Uit het bovenstaande volgt dat als criteria niet kunnen gelden o.a.:
Enthousiasme bij het succes van andere teamleden.
Leeftijd (de voorkeur geven aan de jongere of aan de oudere is discriminatie).
Dwang om een groepsmens te zijn (hoe sociaal en extravert iemand is, is niet relevant voor zijn prestatie).
Aanwezigheid op trainingen.
Collectief straffen of belonen.
Teamspirit (Kan enkel een criterium zijn indien het gedrag van de individuele sporter actief negatief is, d.w.z. indien de atleet in woorden en daden agiteert tegen bondscoach en/of teamgenoten. Let op, agiteren is niet hetzelfde als het stellen van kritische vragen.)
9. Slotbedenkingen In dit essay wou ik aantonen dat de macht van een bondscoach in individuele sporten geen „natuurgegeven‟ is. Ze is niet zoals bij ploegsporten intern gegeven. Om dit te bereiken moest ik een zwart-wit beeld ophangen van de tegenstelling ploegsportindividuele sport. Hierbij heb ik enkel gezocht naar het wezenlijk verschil tussen beiden, niet naar alle verschillen en ook niet naar overeenkomsten. Hoe het zit met de macht van de bondscoach in semi-individuele sporten en in semi-ploegsporten kan je zelf afleiden uit het aangeboden denkkader.
8. Gevolgen voor de vereiste omgang tussen teamleden van individuele sporten, c. q. judo Interactie tussen leden van eenzelfde team is in ploegsport tijdens de wedstrijd bepalend voor het resultaat. Logischerwijze wordt er
cop. Raf Tits maart 2005
[email protected] judoLabo
4
De judobondscoach is geen meesterbrein : individuele sport versus ploegsport en de macht van de bondscoach Essay
Een aantal tegenargumenten op mijn stellingen zijn te voorspellen. Ze nu reeds counteren, zou het artikel te lijvig maken. Je meedenkende commentaar is echter steeds welkom. Dit essay is géén pleidooi om personal coaches de zaak alleen te laten leiden. De bondscoach heeft wezenlijke taken. Wel zou ik graag zien dat het in Vlaanderen tot een échte samenwerking komt. Raf Tits maart 2005 5de dan
[email protected] users.skynet.be/judolabo
cop. Raf Tits maart 2005
[email protected] judoLabo
5