De hofstede Scheijbeek
Inleiding De buitenplaats Scheijbeek ligt in het zuiden van Beverwijk tegen de grens met Velsen. Tot aan het begin van de 19e eeuw ligt de buitenplaats, toen een hofstede genoemd in de gemeente Velsen. Aan het begin van de 19e eeuw is het grondgebied van Scheijbeek toegewezen aan Beverwijk. Scheijbeek ligt tot aan het begin van de 20e eeuw in een rustig landelijk gebied. Nu is de buitenplaats een groene enclave temidden van drukke verkeersaders en een verstedelijkt gebied. De omgeving van de buitenplaats is er niet op vooruitgegaan. Maar toch is het van belang om deze groene enclave met zijn monumentaal herenhuis te bewaren als cultuurmonument en rustpunt in onze drukke maatschappij. Met het beschrijven van de geschiedenis van deze buitenplaats waarover beroemde dichters hebben geschreven hoop ik een bijdrage te leveren tot een nieuwe opwaardering van dit cultuur monument en het behoud er van.
Een huijs met plantagie aan de schouwbeeck Het oudste bekende gegeven over Scheijbeek vinden we in het belasting cohier van Velsen uit 1584. In de Kerckbuert ligt dan een zate met erf en zes morgen geestland achter deze zate of hofstede. Deze wordt bewoond en gehuurd door Aernt Hendricxzoon. Hij huurt de zate van Pieter Janszoon Kies uit Haarlem.1 Aernt is eigenaar van de herberg het Roedehardt (Rode Hert) in de Kerckbeurt die hij in 1592 verkoopt.2 Het is mogelijk dat hij met de opbrengst van deze verkoop de zate koopt van Pieter Janszoon Kies. In 1606 is hij de eigenaar van de zate en noemt zich dan Aernt Heijndricxzoon Brouwer. Onder de Kerckbuert wordt dan verstaan het gebied dat ongeveer het huidige Velsen-noord omvat met uitzondering van het industriegebied aan de westzijde. Op drie maart van dit jaar verkoopt Aerndt Heyndricx Brouwer aan Aris Auwelszoon uit Schoten een huis met 1,5 morgen land. Het land heeft de naam de Allevers croft en ligt in Velsen. Het land wordt in het oosten begrensd door de Heerewech, in het westen en zuiden door de Beurwech en in het noorden door de Schouwbeeck van de banscheiding.3 De Beurwech in het westen heeft door de tijd heen de naam Lij of Lijdwech, Achterwech, Holland op t Smalst en Beecksanglaan. De naam Lij of Lijd is een oude naam voor een plaats waar men voorbij komt of door gaat. De Beurwech in het zuiden heeft door de tijd heen de naam Alewerswech, Tusschenwech en Schulpweg. Met de Schouwbeeck wordt de Scheijbeeck bedoeld waaraan de hofstede zijn naam ontleent. Deze beek vormt de grens tussen Velsen en Beverwijk. Als laatste de Heerenwech, dit is nu de huidige Velserweg. Uit de begrenzende wegen en beek maken we op dat we hier te maken hebben met de latere hofstede Scheijbeek. Aris houdt de zate tot 1613 in bezit. Op 11 februari van dit jaar verkoopt hij het noordelijk gedeelte met huis en plantage aan zijn broer Cornelis Auwelszoon. Het noordelijk deel is een halve morgen groot, zijn broer betaalt 800 carolusgulden voor het geheel.4 Het zuidelijke deel verkoopt hij in dit zelfde jaar op één augustus aan Cornelis Dirckxzoon uit Beverwijk.5 Om de aankoop te nancieren leent Cornelis geld bij Aerien Claes Jonge dochter uit Heemstede. Hij is aan haar schuldig een losrente van 12 carolusgulden per jaar. Schijnbaar zijn de schulden die hij gemaakt heeft te groot en is hij genoodzaakt zijn nieuw verworven bezit te verkopen.6 Op 26 april 1614 verkoopt hij het huis met de plantage en de halve morgen land aan Wouter Goverts uit Haarlem.7 Ook Wouter houd het huis met toebehoren maar enkele jaren in bezit. Op 10 oktober 1617 verkoopt hij het geheel aan Louris Joostzoon uit Amsterdam. Bij deze verkoop noemt Wouter zich Wouter Govertzoon van Weent, hij verkoopt het geheel voor 975 carolus gulden.8 Louris Joostzoon die zich later Laurens Joosten Baeck gaat noemen is in 1570 geboren in Vlaanderen, in het land van Waes. Hij is suikerbakker en koopman en heeft zich gevestigd in Amsterdam. Hij is lid van de Oude Vlamingen , een orthodoxe Doopsgezinde groep. Hij trouwde in 1596 met Dieuwertje Jacobsdochter van Harencarspel. Hij is zeer vermogend, zijn suikerbakkerij staat in de Keizerstraat waar hij aanvankelijk ook woonde. Hij heeft ook gewoond aan de Kloveniersburgwal, vermoedelijk heeft de dichter Joost van den Vondel hier ondergedoken gezeten in 1625. Joost moest hier onderduiken toen de magistraten het hem lastig maakte na zijn publicatie van zijn Palamedes. Hierin heeft hij kritiek uitgeoefend op de inmiddels in het zelfde jaar overleden prins Maurits vanwege de betreu-
7
renswaardige terechtstelling van Oldebarneveld. Later heeft hij in een vers zijn dank uitgesproken aan Jacob, een zoon van Lourens Joosten. Dit luid:9 `Doen ick vervloeckte waerheyd sprack, Verstreckte mij Uw vaders dack Een toevlught, als selfs magen weecken En deinsden morrend en verstoort, En weigerden ter noot een woordt, Voor mijn onnoselheit te spreken.´ Joost van den Vondel verbleef regelmatig op Scheijbeeck waarover hij verzen schrijft. Één van de schoonste verzen is het volgende: O Hofsteé, lustprieel der wijzen, Hoe heerlijck’ zien wij’ nu alree Uw hoogh geboomt ten hemel rijzen, En kijcken over duin in zee De klare Beeck, uit schorre duinen, Gesproten, om uw achterkant Uw vijvers, bosch en groene tuinen, Langs oevers, dicht met ooft beplant Te laven, met een lieijck morren Tot datze valt in ’t Wijcker meer, Die magh verdrooghen en verdorren Door ongelegenheit van weer; Maar ’t elckens zal haar bron ontspringen Doorluchtiger als Peneus bron, En ruischen op dit deftigh zingen Daar Baeck zich bakert in de zon, Al komt die grijze man te sterven, Zijn naam zal roem noch leven derven In dit vers sprak ook de Scheijbeeck die langs de hofstede stroomde tot de verbeelding van Vondel. Tevens geeft hij in het gedicht aan dat er in de hofstede een bos ligt. Lourens Joosten heeft van voor 1625 op Scheijbeek een fraai herenhuis in bezit. Het is niet bekend wanneer dit gebouwd is. In 1625 wordt dit huis afgebeeld in een verzen bundel van Joost van den Vondel. We zien een huis met twee bouwdelen, waar op het rechter deel een toren staat. Rond het
Afbeelding 1 Scheijbeek in 1625. Anonieme ets uit “Minneplicht ende Kuysheyts-kamp”etc. door Joost van den Vondel. Foto archief Museum Kennemerland, Beverwijk .
8
Afbeelding 2 Scheijbeek in 1648. De Stede Beverwijck affghetekent door Daniel van Breen 1648-1649. J. van Venetien en R.M.T. Verwer, Amsterdam 1974. Foto archief Museum Kennemerland, Beverwijk .
Afbeelding 3 Kaart uit de 17e eeuw met daarin het westelijk tracé van de Scheijbeek. J. Morren, naar een kaart uit het Oudarchief Beverwijk, inv. Nr. 491., Archiefdienst voor Kennemerland Haarlem.
huis ligt een Italiaanse renaissancetuin die in deze tijd in de mode zijn.10 Het huis is ook gebouwd in de renaissancestijl, het voorste linker bouwdeel is vermoedelijk het oorspronkelijke huis. Het voorste rechtse bouwdeel is ook gebouwd in de renaissancestijl met een typisch hals-geveltje. Dit deel is vermoedelijk in opdracht van Lourens Joosten gebouwd. Daar op is een toren gebouwd, vermoedelijk om het geheel te samen met de kantelen een kasteelachtig uiterlijk te geven. Tevens heeft men van af de toren en het dakterras een prachtig uitzicht op de tuin, de omgeving en het nabij gelegen Wijkermeer. Voor het begin van de 17e eeuw is Scheijbeek ten opzichte van het merendeel van de omliggende hofsteden een riante hofstede of buitenplaats, wat de rijkdom aangeeft van Lourens Joosten. Lourens Joosten heeft drie zonen, genaamd Joost of Justes, Jacob en Laurens. Joost trouwt in 1623 met Magdalena van Erp, Jacob komt op jongere leeftijd in 1639 te overlijden en Laurens blijft ongehuwd. Hij heeft ook twee dochters, Catharina en Dieuwertje. Dieuwertje trouwt in 1637 met Cornelis Schouten van Cleeff en Catharina in 1639 met Hillebrant Bentes. Lourens Joosten kan tot zijn 72ste jaar genieten van zijn fraaie zomerverblijf. In 1642 wordt Lourens Joosten ernstig ziek, hij laat op 26 oktober 1642 nogmaals een testament opmaken. Hij is dan nauwelijks in staat om zijn handtekening te plaatsen. Op 12 november vind hij zijn laatste rustplaats in de Oude Kerk te Amsterdam. Zijn echtgenote volgt hem op 21 december 1645. Bij de scheiding van de nalatenschap worden de bezittingen in Beverwijk en de Zijpe toegewezen aan de jongste zoon Laurens. Hij vestigde zich op Scheijbeek waar hij het gehele jaar woonde. De suikerbakkerij wordt toebedeeld aan de drie kinderen van zijn dochter Dieuwertje. De overige bezittingen worden toebedeeld aan de andere nabestaanden. De hofstede Scheijbeek wordt in 1648 in plattegrond afgebeeld door Daniël van Breen. Op de plattegrond is de naam Joosten doorgestreept en alleen de naam Lourus (Lourens) Baeck blijven staan. Hieruit mogen we aeiden dat de afbeelding al gemaakt is tijdens het leven van zijn vader. Het herenhuis en de tuin zijn ten opzichte van de afbeelding uit 1625 veranderd. Het herenhuis heeft nu drie bouwfasen. Aan de achterzijde van de eerste twee bouwdelen is een smal bouwdeel aangebouwd dat gedekt is door een zadeldak. De tuin is in hoofdlijnen gelijk gebleven maar in detail gewijzigd. In het noorden loopt in rechte lijn de Scheijbeeck langs de hofstede. Op een kaart uit de 17e eeuw betreffende het gebied de Meerweide ten oosten van Scheijbeek is te zien hoe de Scheijbeeck loopt in de richting van het Wijkermeer. In 1649 laat Laurens bij zijn notaris verschillende akten passeren waaronder zijn testament. Hij gaat een lange verre reis maken. Zijn broer Joost of Justus en de kinderen van zijn inmiddels gestorven zusters Catharina en Dieuwertje zouden ieder 1/3 part van zijn bezit erven. Hieronder een verzameling horens en prenten. Heyltgen Arents van de Beest die zijn steun en toeverlaat is op Scheybeek, wordt een jaarlijkse uitkering van 200 gulden toebedeeld en zij mag haar kamertje op Scheijbeek blijven bewonen. Waarheen de reis van Laurens naar toe gaat is niet bekend, maar hij keert niet meer terug. In 1652 worden bij de Amsterdamse weeskamer voogden
9
over zijn minderjarige erfgenamen aangewezen. De roerende goederen worden onderhands verdeeld maar de onroerende goederen blijven gemeenschappelijk bezit, vermoedelijk vanwege de lasten die er op drukken. Binnen de familie ontstaan enige meningsverschillen over de erfenis, maar deze worden bijgelegd. Uiteindelijk zal het enig nog levende kind van zijn zuster Catharina, Albert Bentus de hofstede Scheijbeeck in bezit krijgen.11 Hiervoor koopt Albert van Justus Baecke de gerechte 1/3 part van Scheijbeek. De hofstede wordt bij de verkoop omschreven als een hofstede met boomgaard en plantage. De hofstede wordt in het westen begrensd door het Achterwegchje, in het noorden door de Schouwbeeck, in het oosten door de Heerewech en in het zuiden door de Duijnderwech. De Duijnderwech is de latere Schilp of Schulpwech, Deze begrenzing geeft aan dat de hofstede weer zijn oorspronkelijke grootte heeft, het zuidelijk deel behoort weer bij de hofstede. Bij de hofstede behoort nog een stuk Meerweide tussen de Heerewech en het Wijckermeer en een stuk land genaamd de Acker. Dit laatste wordt in het noorden begrensd door de Schouwbeek en in het oosten door de Schouwbeeck of de banscheiding met Wijck aen Duijn. Voor het 1/3 part betaald Albert 1.478 gulden.12 Door verblijf op Scheijbeeck leert Albert, Brigitta Geelvinvinck kennen, en hij trouwt met haar. Zij is een dochter van Cornelis Geelvinck Janszoon die in 1662 als weduwnaar hertrouwt met de weduwe Margaretha Bicker van Swieten die de eigenaresse is van Akerendam. Albert is hartstochtelijk verzamelaar van boeken, ook moet hij eigenaar zijn geweest van de beroemde serie tekeningen van de Nederlandse kastelen die gemaakt zijn door Roelant Rochman.
Scheijbeek groeit uit tot een fraaie hofstede Albert overlijdt in 1701, hierna gaat Scheijbeek over naar zijn enige zoon Hillebrant. Deze overlijdt op 21 februari 1708 als laatste van zijn geslacht. Scheijbeek is dan verhuurd aan Jacob Brouwer en wordt toebedeeld aan zijn moeder Brigitta, die enig erfgenaam is. Als Brigitta in 1721 overlijdt, zijn haar neef Lieve en nicht Catharina Clara Geelvinck, die weduwe is van Willem Boreel de erfgename. Zij krijgen ieder de helft van Scheijbeeck toebedeeld. Lieve is weduwnaar van de in 1713 overleden Agatha Theodora van Bambeeck. In 1730 hertrouwt hij met Anna de Haze. Catharina Clara komt in 1730 kinderloos te overlijden. Zij laat haar helft in de hofstede na aan Lieve. Hij verkoopt de hofstede Scheijbeek op 9 juni 1730 aan Nicolaas Pancras voor 8.000 gulden.13 Nicolaas is in 1725 getrouwd met Anna Elisabeth. Zij is de dochter van Lieve die afkomstig is uit zijn eerste huwelijk. Voor 1729 heeft het herenhuis op Scheijbeek weer en ander gedaante gekregen. We zien een strak
Afbeelding 4. Scheijbeek gezien van af de Heerenwech. H. de Leth, uit B.M. van Nidek, Het Zegepralent Kennemerlant, Amsterdam 1728-1732. Bibliotheek Museum Kennemerland, Beverwijk.
10
ontworpen huis met aan de oostzijde de bijgebouwen. In de benedenverdieping zijn kozijnen aangebracht met schuiframen die in de mode kwamen aan het eind van de 17e eeuw. De vrij lage bovenverdieping heeft kleine ramen met luiken die dateren uit het midden van de 17e eeuw of daarvoor. Het voorste deel van het huis wordt nu gedekt door één dakkap. Te samen zijn dat aanwijzingen dat het huis ontstaan is uit een verbouwing van de oude bouwdelen. De tuin moet een nieuwe aanplant gekregen hebben gezien de geringe hoogte van de bomen in de tuin. Nicolaas gaat in het zelfde jaar van aankoop de hofstede uitbreiden. Hij koopt een stuk land genaamd Roosentree dat gehuurd wordt door Jacob Moerbeek en gebruikt wordt als enterij. Het stuk land wordt in het noorden begrensd door de Auwelswech, in het westen door de Achterwech, in het oosten door de Heerenwech en in het zuiden door de Schilpcroft bij de boerderij het Valckje. De Roosentree ligt dus ten zuiden van Scheibeek en wordt een onderdeel van de hofstede. De naam Auwelswech wordt van uit de eerste helft van de 17e eeuw afgewisseld met de naam Schilpwech. Ten tweede koopt hij een stuk land in de Meerweide tegenover Scheijbeek aan de andere kant van de Heerenwech. Nicolaas verkoopt in het zelfde jaar een stuk land genaamd de Suijckeracker aan Pieter Pels die eigenaar is van de hofstede Rooswijck en Westerwijck in Velsen. De Suijckeracker ligt ten westen van Scheijbeek, nabij de voornoemde hofsteden. We mogen aannemen dat de naam gerelateerd is naar de Suikerbakkerij van de familie Baeck en is mogelijk dezelfde akker die genoemd wordt bij de verkoop in 1669.13 Met de loop van de wegen langs zijn hofstede is Nicolaas niet tevreden. In 1730 vraagt hij aan de schout en schepenen van Velsen toestemming voor het rechttrekken van de weg ten zuiden van de hofstede. Het recht getrokken gedeelte komt te lopen over het land Rosentree. Ten tweede vraagt hij of de bocht in de Heerenwech langs de hofstede recht getrokken mag worden over het land de Meerweid. Het verzoek wordt bekend gemaakt aan de bewoners van Velsen die eventueel bezwaar kunnen maken. Er worden geen bezwaren ingediend en voor beide veranderingen krijgt hij toestemming op 19 november van dat jaar.14 Met het rechttrekken van de weg ten zuiden van de hofstede, de Auwels of Schilpwech, wordt de kruising van die weg met de Heerenwech verplaatst naar het zuiden. Hierdoor wordt de tuin bij het herenhuis nagenoeg rechthoekig en kan men formele geometrische tuin aanleggen die kan voldoen aan de ontwerp eisen uit die tijd. In 1732 koopt hij een stuk tuinland genaamd de Schilpcroft, tussen de Achterwech en de Heerenwech. Als laatste uitbreiding koopt hij in 1735 een stuk tuinland ten westen van Scheijbeek dat in het oosten wordt begrensd door de Achterwech.15 Nicolaas overlijdt in 1739 waarna Anna op 11 december 1740 hertrouwt met Jan Lucas Pels heer van Hogelande. Lucas is weduwnaar van Susanna de Wildt en eigenaar van de nabij liggende hofsteden Akerendam, Overbeek en het Blauwselhuijs. Al tijdens de wittebroodsweken wordt Jan Lucas ziek, tijdens deze ziekte laat hij zijn testament opmaken op 4 januari 1741. Drie dagen later overlijdt hij en laat aan zijn prille echtgenote 4 hofsteden en 432.000 gulden na. Bovendien erfde zij nog van Pieter Pels de oom van Jan Lucas. Kort hierna wordt zij beleend met de ambachtsheerlijkheid van Hogelanden en wordt zij vrouwe van Hogelanden.16 Nog in het zelfde jaar breidt zij op 26 april de hofstede uit door de aankoop van de hofstede Holland op ’t Smalst die ten westen ligt van Scheijbeek aan de Achterwech.17 In 1742 verkoopt zij Akerendam aan haar broer Nicolaas Geelvinck. Anna Elisabeth blijft hierna ongehuwd en schenkt in 1756 aan de Hervormde Kerk in Beverwijk een prachtig rococo orgel dat gebouwd is door de beroemde Christiaan Müller. Op dit nog steeds bestaande orgel bevinden zich de wapens van het echtpaar PelsGeelvinck en het schild van Hogelande. In 1744 laat Anna Elisabeth het herenhuis ingrijpend verbouwen en uitbreiden. Aan de achterzijde van het herenhuis verrijst de grote zaal waarin plafondschilderingen van Louis Fabritius Dubourg worden aangebracht.
Afbeelding 5. De plafondschildering in de grote zaal. Foto archief Museum Kennemerland, Beverwijk.
De grote zaal wordt over de Scheijbeek heen gebouwd. Nog steeds stroomt de beek onder de kelders van het gebouw door.
11
Het herenhuis krijgt een fraaie voorgevel in Lodewijk de XV stijl. Ook worden dan de vestibule en het grote trappenhuis gemaakt in de Lodewijk de XV stijl. Ook de tuinaanleg wordt gewijzigd naar de Franse formelestijl die in deze tijd in de mode is. Tevens laat zij de nog steeds bestaande bijgebouwen en de tuinmanswoning bouwen aan de Heerenwech. Aan de oostzijde wordt een koepel gedeelte gebouwd met een verhoogd vloer niveau waardoor een goed uitzicht wordt verkregen over de Heerenwech en het Wijkermeer.18 Anna Elisabeth breidt op 13 december 1747 de hofstede uit door de aankoop van de boerderij het Valkje die ligt ten zuiden van het land Roosentree. Op 11 april 1753 breidt zij Scheijbeek nogmaals uit door de aankoop van de hofstede Schulpen die ligt ten zuiden van de boerderij het Valkje.19 Zo heeft zij een aaneen gesloten deel van het huidige Velsen-Noord in bezit gekregen dat globaal ligt tussen de huidige Melklaan en de oorspronkelijke grens tussen Beverwijk en Velsen die gevormd wordt door de Scheijbeek. Anna Elisabeth overlijdt op 13 januari 1757 en laat geen kinderen na. De hofstede Scheijbeeck en Holland op ’t Smalst, Het Blauwselhuis en Overbeek gaan over naar haar neef Nicolaas Geelvinck. Haar erfgenamen verkopen de hofstede Schulpen op 25 december van dit jaar aan Catharina Justina Valckenier voor 4.550 gulden.20 De boerderij Het Valckje wordt voor 525 gulden verkocht aan Jacobus van Kalkar die schout en secretaris is van Velsen.21 Nicolaas is heer van Stabroek en getrouwd met Johanna Geertruy van de Poll. In zijn tijd wordt de hofstede met zijn huis en tuin door Philip Zweerts uitgebreid in dichtvorm beschreven in Scheijbeeck en Mengelpoëzie;22
OPDRACHT aan den weledelen gestrenge heer NICOLAAS GEELVINCK, de jonge, Secretaris der stad Amsterdam, En zyn weledelh: gemaalinne, De weledele geboore vrouw JOHANNA GEERTRUY van de POLL. Kon ’t bosryk Scheibeek, zo bekoorlyk aan de zinnen, Van ouds het zoet verblyf der blyde zanggodinnen, Myn lust verwekken, om al ’t schoon, dat myn gezicht Zo aangenaam verscheen, te brengen in gedicht: Dan u Wel Edele Twee, die zich daar steeds verblyeden? Dan u, die als ge zelv’’t gewoel dar Stad onttrekt, By Scheibeeks hoog geboomte uw’lust voelt opgewekt. Daar uw gewenschte rust uw zorg niet wil beletten Om ’t altoos meer en meer sieraaden by te zetten. Ik heb ’t gebloemte, uit zulk een ‘ryke grond gerukt, Feltonnen toegevoegd, ô Edele Welgepaarden! Dees zaam gevlochte tuil goedgunstig aan te vaarden. Licht vind ge’er wel een bloem die zyne geuren draagt, Licht vindt gy eenig kruid dat uwen reuk behaagt. Gelust het zomstyds, wanneer de momeelen, Met haaren schoonen galm, in ’t stille bosch u streelen, En gy u nederzet, gedekt door dichte blaên, Op dit schakeersel uw gezicht te laaten gaan, Myn gansch verpligt gemoed zal niets meer begeeren Van uwe vriendsschap, die ik altoos zal waarderen. P. ZWEERS AAN DEN BESCHEIDEN LEEZER
Afbeelding 6. De vestibule en het grote trappenhuis met een doorkijk naar de voordeur. Foto archief Museum Kennemerland, Beverwijk.
12
Hofdicht O Scheibeek! zoet verblyf der schele nachtegaalen, Waar vindt men heuvelen, waar vindt men groene daalen By welke vrou natuur bekoorlyker streelt? Waar is meer lieykheid meer schoonheid voortgeteeld Dan by uw bosschen en uw uitgestrekte dreeven? Dan by’uw laanen, die het oog wellust geeven? Gy landstreek, zyt gy met recht een zalig oort, Dewyl dien naam ’t verblyf der zoete rust behoort? Gelyk by al het fraai daar Holland op mag roemen, Men ’t Beverwyksche Tempe, en Velzen ’t eerst hoort noemen, Zo wordt ô Scheibeek! ook uw naam al vroeg gespeld, By zo veel hoven als hier pronken langs het veld. O Vondel! Die wel eer by ’t lieyk loof der linden Van Scheibeek zelve kon zagte rustplaats vinden, Wanneer men in de stad u ,t leven maakte bang, Om dat gy de onschuld hadt verdedigd in uw zang, Toen gy “de waarheid, die vervloekt wierdt” op de wegen, Met schilderende pen en dicht niet hebt verzweegen: Hier dookt gy de beek, hier vondt gy ademtocht Als gy vergeefs uw heil by eige vrienden zogt. Hier heeft uw schoon vernuft het fraai tapyt geweeven Dat reeds een eeuw heugt, en nog eeuwen lang zal leeven, Waar gy al ’t vermaak van ’t land zo kunstig maalt, Datr niets by uw sieraad en edle kleuren haalt, De landman, dien gy roemt,äls een gezegend Koning” Was Scheibeeks hofheer , Bake, uw vriend, en zijne woning Die hy bevestigde “in dees lieffeluk streek, Het landhuis dat hy sticht by’t ruisschen van een beek” By Eik, en Olmen, daar beeknat lieykstroomt, Daar wy het voorplein zien zo vol bekoorlykheên. ’T geboomte belommert hier twee sierlyke perken, Waar van het eene pronkt met ingeleide werken. Daar zich drie laanen op het heerlykst meê beleén, Waar nevens’t eikenboschje is slingerend onder een.
Afbeelding 7 Gezicht op het herenhuis. Uit de gedichten van Philip Zweerts. Bij Gerrit Tielenburg, boekverkoper in de Gasthuismolenstraat Amsterdam 1759. Bibliotheek Museum Kennemerland, Beverwijk.
13
Afbeelding 8. Het gezicht van het huis door de drie lanen in de richting van Velsen. Uit de gedichten van Philip Zweerts.
Het Voorbosch, fraai beplant, schijnt ons nu ’t eerst te trekken, Waar blyven wy nu ’t liefts, of in dees slingerlaanen, Of daar zich de oogen zien een ruimer uitzicht baanen In ’t gintsche kabinet op dien verheven grond? O Roozentree! Gy strooit hier roozen in den mond. Vaarwel, ô groen Toneel, en Vyver met uw visschen, En ruime Waterkom, by ’t vorstelyk Terras. Gy ziet van achteren ’t Huis, gelykl een koepel, ryzen, En met veel majesteit zich spiegelen in het nat Dat deeze wyde Kom, zo fraai geschulpt, bevat. Hoe dartlen in deez’vloed met zwieren, springen, duiken, De karpers, hier bevryd voor hongere buiken. Men treê, al ryzende, in dit vrolyk Kabinet, Van wederzyden met een dichte haag bezet. ’k Zie over deeze kom, en heb van ver vernomen Een breede Laan, beplant met schoone lindeboomen.
Afbeelding 9. Gezicht van achter het huis op de waterkom en het terras. Uit de gedichten van Philip Zweerts.
14
Zal voor den smaak en quer den Moeshof ook behagen. Hoe leiyk is de lucht als hier de tuinboom bloeit, En door een regen, zo verkwiklyk, wordt besproeid! Hier wassen uit den grond de smaakelykste kruiden, Nu weer de laan vervolgt, maar, eer wy zyn aan’t end, Het oog geslagen op vyf laanen voor dees Tent. De Trekkas zal den lust door druif en persik tergen: Daar ons de boomgaard wenkt met vruchtbre Karseboomen. Hier vindt men eerst geplant, by ander smaaklyk ooft, Den gouden’ pipling, die alreê zo veel belooft. Wy treên de Boomgaart uit, om, tusschen Deze boomen Al voort te wandelen, en de laan ten eind te komen Die ons, ter zyde af, weêr doet zien een’ dubblen rei Van ryzende Ypen, opgesiert met haar livrei. Doch, eer wy verder treên, laat ons met lust beschouwen Vier schoone beelden, met den beitel uitgehouwen, Naar ’t sierlyk Vogelhof, daar alles leeft en zweeft. Hoe vrolyk is het langs dees ronde galleryen, Hier achter grenst een hof, voorzien met ruime Hokken, Alwaar de Klokhen (kloeken) weet het kieken (kuiken) op te fokken. Nu voert des Olmelaan ons verder, tot wij vinden Dees uitgestrekte met haar hooggetakte Linden, Geplant, gegroeid, besnoeid, in zulk een regelmaat, Wy willen voor een poos dees wandeling nu staaken, En aan deez’ Driesprong, die zich opdoet, ons vermaken. Tot dat wy komen daar starbosch ons verrukt, Daar zeven laanen met hun hoog geboomte ryzen, Die uit dit middelpunt zoveel verschiet wyzen. Vaarwel Boschaadje! Ik moet in’t eind my t’huiswaard spoeijen: Verhef uw ere kruin. wil altoos heerlyk bloeyen.
Afbeelding 10. Gezicht van af het terras op de kom en het huis. Uit de gedichten van Philip Zweerts.
15
Deze dichtverzen geven te samen met de afbeeldingen een goede indruk van de fraaie hofstede Scheijbeek. Het is een lust paradijs geweest voor de eigenaren die hier zomers vertoefden om de drukke en stinkende stad te ontvluchten. De genoemde Roozentree ligt op de plaats van de voormalige enterij ten zuiden van de hofstede, tussen de Schulpwech, de Achterweg, de Heerenwech en de boerderij het Valckje. Het herenhuis heeft bij de verbouwing in 1744 een fraaie voorgevel gekregen in Lodewijk de XV stijl. De bovenverdieping is aan de voorzijde verhoogd en heeft ook kozijnen gekregen met schuiframen. Aan de achterzijde is de bovenverdieping laag gebleven en heeft de kleine ramen gehouden. Daar tegen aan staat de grote zaal met de bovenverdieping in de Lodewijk de XV stijl. Het niveau verschil in de vloeren in het voorste en achterste deel van de boven-verdieping zijn goed te zien door het niveau verschil van de ramen. De eigenaren van land en gebouwen moeten in deze tijd zelf de aangrenzende wegen onderhouden. Zo besteedt Nicolaas op 5 november 1774 het verbeteren van de Heerenwech langs zijn hofstede uit aan een aannemer. De uitvoering hiervan wordt gecontroleerd door de tuinmansbaas op de hofstede, Anthonij van den Bunt. In de zelfde maand is de familie Geelvinck in diepe rouw gedompeld, op 23 november is Johanna Geertruij, de echtgenote van Nicolaas, overleden. Nicolaas kan zijn verdriet snel overwinnen en vindt een liefde in de persoon van Elisabeth Juliana gravin van Rechteren tot Gramsbergen. In 1776 trouwde hij met haar en ging wonen in ’s-Gravenhage. Het fraaie Scheijbeek behoudt niet meer hun interesse als zomer verblijf.23 Op 2 mei 1780 verkoopt Nicolaas de vier hofsteden aan Paul Christiaan Fuchs. Scheijbeek wordt dan beschreven als een hofstede met herenhuis, stalling, koetshuis, oranjerie (het voormalige huis van Moerbeek), koepel, tuinmanshuis, boomgaarden, bossen, plantage’s, bepoting en beplanting. Bij de hofstede behoort de gehele Tusschenwech die loopt van af de Heerenwech tot Holland op ’t Smalst en het voorbos dat van ouds de naam Roosentree heeft. Tevens behoort bij de hofstede een plein en een snipje land bij de hofstede Schulpen. De hofstede ligt grotendeels in de banne van Velsen en deels in de stede Beverwijk. De hofstede is belast met ‘zes duijten Memorie geld ten behoeve van de Armmeesteren van de steede Beverwijk, voor weegens het geweesene huijs van Moerbeek, nu het Orangehuijs zijnde’. De bij de verkoop behorende hofsteden Holland op ’t Smalst, Het Blauwselhuis, Overbeek en het bos de Gier liggen grotendeels in Velsen en deels in Wijk aan Duin. Paul Christaan betaalt voor het geheel 31.000 gulden. Aan Daniël Hooft Gerritsz worden twee stukken land in de Meerweide verkocht voor 14.000 gulden. Paul Christiaan is vrijheer van Haringcarspel en Dirkshorn en schepen en raad in de vroedschap van Haarlem.24 Hij laat het herenhuis opnieuw verbouwen, waarbij de voorgevel opgetrokken wordt in de Lodewijk XVI stijl.25 Het huis krijgt dan het aanzicht zoals we dat nu kennen. Paul Christiaan houdt de hofstede 12 jaar in zijn bezit. Dan verkoopt hij het plein en het snipje land bij de hofstede Schulpen op 28 november 1792 aan de voornoemde Daniël Hooft Gerritsz, die eigenaar is van deze hofstede. Op dezelfde dag worden de hofsteden Scheijbeek, Holland op ’t Smalst, Het Blauwselhuis, Overbeek, het bos de Gier, drie stukken land en een stuk geestland genaamd de
Afbeelding 11. Scheijbeek na de verbouwing in de Lodewijk XVI stijl. Op de voorgrond de kruising van de Heerenwech en de Tusschenwech. Aquarel door A. Staats, tweede helft van de 18e eeuw. Privé collectie J. Morren.
16
Afbeelding 12. Gezicht op de Heerenwech van de oprijlaan van Scheijbeek. Rechts het bos Roosentree en rechtdoor een laan met aan het eind een sierelement in het bos Roosentree. Aquarel door A. Staats, tweede helft van de 18e eeuw. Privé collectie J. Morren.
Belt of Nest en het Bond dat voor de hofstede Westerhout die in Wijk aan Duin ligt, verkocht aan Matthias Temminck. Voor het geheel wordt 37.000 gulden betaald. Matthias is een oud lid van de raad en de vroedschap van Amsterdam en bewindhebber van de Oost Indische Compagnie.26 Matthias houdt de hofsteden tot 8 november 1800 in bezit. Dan woont hij in Leiden en verkoopt de hofsteden aan Evert Jacop van Royen uit Katwijk voor 32.000 gulden.27
Scheijbeek op Beverwijkse bodem
Afbeelding 13. De voorgestelde grenswijziging tussen Velsen en Beverwijk. J. Morren, naar de schets der grensafscheiding behorende bij het procesverbaal van de grensbepaling 8-1-1818.
Op 11 november verkoopt Evert Jacob de hofsteden met een aanzienlijk verlies door aan Christiaan Stumphuis een makelaar uit Beverwijk voor 12.000 gulden.28 Christaan verkoopt Scheijbeek, de Tusschenwech en het voorbos Roosentree gelijk door aan Johann Werner Cristiaan Barensveld uit Amsterdam. Johann Werner Cristiaan betaalt 14.000 gulden voor de hofstede.29 De andere hofsteden en stukken land houdt Christiaan Stumphuis in bezit. Johann Werner Christiaan koopt op 6 februari 1809 de hofstede Schulpen en de gronden waarop de boerderij het Valckje heeft gestaan voor 6.000 gulden.30 De boerderij het Valckje is als eigendom van Jacobus Kalker in 1760 afgebrand.31 Opnieuw zijn de hofsteden Scheijbeeck en Schulpen met elkaar verenigd. Johann Werner Christiaan verkoopt op 14 januari 1822 een partij hout en afbraak op de hofstede Scheijbeeck.32 Mogelijk gaat het hier om het afbraakmateriaal van het gesloopte herenhuis op de hofstede Schulpen. Op 13 juli 1826 wordt in de Oprechte Haarlemsche Courant vermeld dat de hofstede Scheijbeek en de voormalige hofstede Schulpen op 19 mei van dat jaar verkocht zijn aan Pieter Alzaar Portielje Abraham. Deze woont in Amsterdam en is getrouwd met Clara van Aken. De bebouwing op de hofstede Schulpen bestaat dan uit het koetshuis, de stalling, de boerderij, de koepel en de arbeiderswoning. Pieter Alzaar betaalt voor het geheel 25.945 gulden.33 Pieter Alzaar laat op de voormalige hofstede Schulpen de nog bestaande bebouwing slopen, met uitzondering van de boerderij. Op 31 januari 1827 wordt het sloopmateriaal verkocht.34 In 1817 heeft de gemeente Velsen een geschil met de gemeente Beverwijk over de grenscorrectie tussen de beide gemeenten. Beverwijk heeft voorgesteld de grens zodanig te wijzigen dat Scheijbeek binnen de gemeente Beverwijk komt te liggen. Maar de gemeente Velsen stelt voor om de grens van hun gemeente te verleggen naar de Sparsielaan. De beide voorstellen worden vastgelegd op een schets bij het proces-verbaal van 18-1-1818. Het is de gemeente Velsen die het onderspit delft in dit geschil. Niet lang na 1818 wordt Scheibeek bij de gemeente Beverwijk gevoegd en komt de grens tussen de beide gemeenten bij de Tusschenwech te liggen.35
17
De hofstede Scheijbeek en de voormalige hofstede Schulpen bestaat in 1832 uit de volgende percelen:36 Beverwijk, sectie A1; Scheijbeeck Perceel 537 ,, 538 ,, 539 ,, 540 ,, 541 ,, 542 ,, 544
bosch tot vermaak, moestuin, moestuin, huis en erf, vijver, huis en schuur, tuin.
Velsen, sectie B; Boerderij Schulpen en het bos Roosentree Perceel 149 ,, 157 ,, 157a ,, 157b ,, 158 ,, 158a ,, 159 ,, 160 ,, 161 Perceel ,, ,, ,, ,, ,,
162 164 165 166 167 172
bouwland, tuin, bosch, bouwland, weiland, weiland, tuin, tuin, huis, (boerderij) en plein bosch opgaande bomen en aanleg tot vermaak, bosch hakhout, plaisier als bosch, hakhout, laan tot vermaak, bosch hakhout, opgaande bomen.
Op het kadastrale minuutplan zien we dat de tuinaanleg deels gewijzigd is naar de landschappelijke stijl. Deze veranderingen zullen plaats gevonden hebben in de laatste kwart van de 18e eeuw. Op 5 november 1837 verkoopt Pieter Alzaar de hofstede Scheijbeek en de voormalige hofstede Schulpen aan Jan Jacob de Bruyn Prince voor 20.000 gulden. Jan Jacob is fabrikant in Beverwijk en heeft hier een zeepmakerij, een kleurenververij, een weverij, een zijde en katoendrukkerij en een katoenspinnerij. De fabriek is gevestigd aan de Breestraat en strekt tot de Meerstraat. Het is van ouds een herenlogement geweest. Jan Jacob is getrouwd met Jacoba Petronella Elout. Scheibeek is een waardig woonhuis voor dit Beverwijkse echtpaar. In deze tijd zullen de ramen in de voorgevel van de nog aanwezige luiken zijn voorzien, dit type luiken komt in deze tijd in de mode. Op 7 juni 1849 verkoopt het echtpaar de hofstede Scheijbeek, de voormalige hofstede Schulpen en de fabriek aan Klaas Koopmans. Klaas is grondeigenaar en speculant en woont in Amsterdam aan de Singel bij de Bergstraat. Op de hofstede staan een herenhuis, stalling, koetshuis, koepel, en een tuinmanshuis. In de tuin vinden we een goudvissenkom, volière, boomgaard, bos met opgaand geboomte, percelen hakhout. Een klein hoekje van de hofstede ligt in Wijk aan Duin. Voor het geheel betaalt Klaas 24.000 gulden.37 In 1850 zijn de voormalige hofstede Schulpen en het bos Roosentree al geheel omgezet in akkerland.38 Klaas houdt de hofstede Scheijbeek tot 1859 in bezit. In dit jaar verkoopt hij de hofstede en de voormalige hofstede Schulpen op 18 september aan Jan Adriaan Koopmans die wethouder is in Beverwijk. Betreffende het bedrijf aan de Breestraat raken we in de archieven het spoor bijster. Jan Adriaan laat wijzigingen in de tuinaanleg aanbrengen. Als hij de hofstede en de voormalige hofstede Schulpen op 30 maart 1867 verkoopt wordt de koepel niet meer genoemd maar wel een brug. De nieuwe eigenaar wordt Marie Prosper Theodore Prevenaire, een fabrikant die woont aan de Zijlweg in Haarlem. Hij betaalt 28.000 gulden voor het geheel.39 Hij is al eigenaar van de hofstede Duinlust In Santpoort. In Haarlem bezit Marie Prosper Theodore een turksroodververij die
18
Afbeelding 14. Scheibeek en de voormalige hofstede Schulpen in 1832. J. Morren, naar de kadastrale minuutplans.
Afbeelding 15. Scheibeek door P.J. Lutgers. Op de plaats van de veeweide ligt nu de landschapvijver. Uit Gezigten in de omstreken van Haarlem 1837-1844. Privé verzameling J. Morren.
hier in 1834 gesticht is door zijn vader Jean Baptiste Theodore aan de Garenkokersvaart bij de Kinderhuissingel. Jaarlijks worden hier tienduizenden calicots en wrongen katoenen garen turksrood geverfd. Ook maakten zij in hun katoendrukkerij goede imitatie’s van de Indische batik. De vraag hiernaar wordt sterk bepaald door de vraag in Indië. In de jaren ’50 van de 19e eeuw werkten er 510 arbeiders op de fabriek. Maar in 1870 is dit aantal door de katoencrisis in Indië gedaald tot 337. In 1867-1868 stortte de markt in Indië geheel in en moest het bedrijf enige maanden stilgelegd worden. In 1867 zijn in het bedrijf nog nieuwe machines geplaatst maar deze investering heeft geen effect op de afzet van het bedrijf.40 Dit alles zal er toe geleid hebben dat hij nancieel gezien genoodzaakt is om de hofstede Scheijbeek op 9 oktober 1867 te verkopen. De hofstede Duinlust in Santpoort houdt hij in bezit tot 1877. Dan moet hij deze hofstede ook voor een deel verkopen wegens een schuldenlast van 10.000 gulden. De nieuwe eigenaar van Scheijbeek wordt Carel Frederik Quien een koopman uit Amsterdam, hij betaalt 25.000 gulden voor de hofstede. Hij woont in Amsterdam aan de Herengracht bij de Hartenstraat. De hofstede wordt dan omschreven als de hofstede Scheijbeek aan de Velserstraatweg en de weg Holland op het Smalst. De hofstede bestaat uit en herenhuis, koetshuis en stalling, tuinmanswoning, oranjerie, schuur, bloem en broei-
Afbeelding 16. Het herenhuis en de vijver na de wijzigingen. Foto uit 1905, archief Museum Kennemerland, Beverwijk.
19
Afbeelding 17. Het herenhuis. Uit A. Loosjes, Noord Holland in beeld, Amsterdam, een niet gedateerde uitgave uit de eerste helft van de 20e eeuw. Privé verzameling J. Morren.
bakken, vijver, opgaande bomen en een stukje bosgrond aan de weg Holland op het Smalst onder de gemeente Wijk aan Zee.41 Hoe het verder gaat met de voormalige hofstede Schulpen is niet geheel bekend. De boerderij en het land op de voormalige hofstede zijn rond 1922 in bezit van de familie Langendijk. Het landschap ten oosten van Scheijbeeck is er intussen niet op vooruit gegaan. Het uitzicht is verminderd door de aanleg van de spoorlijn Haarlem-Uitgeest en de drooglegging van het Wijkermeer ten behoeve van het Noordzeekanaal. Beide projecten komen in 1867 gereed. Carel Frederik breid de hofstede op 23 januari 1880 uit door de aankoop van een stuk grond ten noorden van de tuinmanswoning en de bijgebouwen. Na zijn overlijden op 10 maart 1892 verkopen zijn erfgenamen op 12 mei van dit jaar de hofstede aan Arend Johannes Gaykema een koopman uit Haarlem. Bij de hofstede behoort een stuk weiland aan de Velserweg in Velsen.
Afbeelding 18. De tuin voor het Herenhuis gezien in de richting van Velsen. Uit A. Loosjes. Privé verzameling J. Morren.
20
Scheijbeek in zijn laatste glorierijke periode Arend Johannes houdt de hofstede niet lang in bezit want op 8 september van het zelfde jaar verkoopt hij de hofstede door aan Pauline Constance Eleonore Victor voor 28.410 gulden.42 Zij is getrouwd met Gerard Thomas Daniël Slaap. Zij brengen grote veranderingen aan in de tuinaanleg op Scheijbeek. Ten zuiden en westen van het herenhuis wordt een grote landschapsvijver aangelegd die de tuin een totaal ander aanzien geeft.4 Mogelijk zijn zij het geweest die aan de achterzijde aan de oostkant van de grote zaal het herenhuis hebben uitgebreid met een aanbouw. Het echtpaar koopt op 20 december 1893 een stuk weiland ten noorden van Scheijbeek (perceel A 544) en trekt dit bij de hofstede. Op 28 april 1897 is het feest op Scheijbeeck, dan trouwt de dochter Rolina Cornelia Petronella met Gerrit Daniël Boerlage en telg van het bekende notaris geslacht in Velsen.44 In 1905 koopt het echtpaar van een failliet destilleerbedrijf 28.000 lege jeneverkruiken. Deze worden aangebracht in de oevers van de Scheijbeek. De unieke kruikenwand is hier nog steeds bewonderen dankzij een restauratie met nieuwe kruiken in de jaren ’70 van de 20e eeuw en in 1997.45
Afbeelding 19. Het herenhuis aan de westzijde met de vijver na de wijzigingen. Uit A. Loosjes. Privé verzameling J. Morren.
Afbeelding 20. De Scheijbeek met de oeverwand die bekleed is met jeneverkruiken. Foto J. Morren.
Afbeelding 21. Het dierenverblijf en de volières. Foto Museum Kennemerland, Beverwijk.
Het echtpaar Slaap verhuist naar Nijmegen waarna zij Scheijbeek op 15 maart 1911 voor 86.082 gulden verkopen aan Dr. Cornelis Johannes Karel van Aalst.46 Hij heeft de titel van heer van Hoevelaken en is getrouwd met Tjalda Anna Petronella Hoorweg. In zijn carrière is hij opgeklommen tot directeur en later president directeur van de Nederlandsche Handels Maatschapij.47 Hij woont in Amsterdam aan de Herengracht en is de laatste die Scheijbeek gebruikt als zomerverblijf. Hij breidt de hofstede uit door de aankoop van de volgende percelen;48 Op 30 maart 1911 een perceel tuingrond genaamd Sophia aan de Sparsielaan. Op 5 mei 1911 een stuk bosgrond aan de westzijde van de weg Holland op zijn Smalst. Op 3 juli 1912 de villa Delta met tuin en erf op de hoek van de Sparsielaan en Holland op zijn Smalst. Op 14 december 1913 een strook bermgrond langs de Sparsielaan.
Scheijbeek strekt nu tot aan de Sparsielaan, dit is de huidige Vondellaan. Cornelis Johannes laat op Scheijbeek een dierenverblijf en volières bouwen, hij houdt Scheijbeek tot 1924 in bezit.
21
In dit jaar brengt hij het buiten (intussen wordt er niet meer over een hofstede gesproken) in openbare veiling. De buitenplaats bestaat dan uit een herenhuis, koetshuis en stalling, tuinmanswoning, garage, chauffeurs en knechtswoning, moestuin, kassen met centrale verwarming, bakken, volières, tennisbaan, weiland en verdere aanhorigheden waaronder en weiland in Velsen. De gemeente Beverwijk wordt de nieuwe eigenaar voor het bedrag van 200.100 gulden. Bij de verkoop zijn niet inbegrepen de garage met de chaufeurs en knechtswoning aan de Vondellaan en enkele percelen grond. Van de verkoper krijgt de gemeente een schenking van 40.000 gulden als bijdrage om het historisch gebouw en het park voor de toekomst te bewaren. Met deze doelstelling heeft het gemeentebestuur Scheijbeeck aangekocht.49 Na de aankoop gaan er stemmen op om de buitenplaats te bestemmen als openbaar wandelpark en het huis in te richten als Vondelhuis. Het Architectenbureau Granpré Molière, Verhagen en Kok uit Rotterdam kreeg de opdracht tot het maken van een exploitatieplan. Zij adviseerde om de buitenplaats te bestemmen tot openbaar wandelpark en het huis in gebruik te nemen als stadhuis. In dit plan wordt voorgesteld om de vijver die globaal de vorm van een vraagteken heeft door te trekken zo dat er een eiland ontstaat. Het rosarium, de moestuin en de boomgaard worden veranderd in een speelweide. Een klein gedeelte van het rosarium blijft gehandhaafd en hier wordt een koepeltje gepland. In de padenaanleg worden de nodige veranderingen aangebracht. In het weiland tegenover Scheijbeeck is een wandelbaan en een waterpartij ontworpen met daarbij een muziektent. Het noordelijk deel van de buitenplaats langs de Sparsielaan en Holland op zijn Smalst krijgt de bestemming als bouwterrein. Op dit gedeelte wordt de Akerendamlaan van de Sparsielaan tot Holland op zijn Smalst doorgetrokken. Op de hoek van de Schulpweg en de huidige Beecksanghlaan is een gebouw gepland. Als we dit plan bezien is het de vraag of de verkoper deze bedoeling heeft gehad met de verkoop en de schenking aan de gemeente. De plannen om de buitenplaats te bestemmen als wandelpark en het huis als stadhuis in gebruik te nemen gaan niet door omdat de exploitatie lasten voor de gemeente zwaarder zijn dan verwacht. Voor zover bekend zijn alle voorgenomen wijzigingen in de tuin, die vermeld zijn in het plan, niet uitgevoerd. Op 27 mei 1925 verkoopt de gemeente de buitenplaats aan mevrouw A.A. van Hatttum Dekker voor 102.222 gulden. Bij de verkoop zijn niet inbegrepen: -‘de stukken grond voor ter verkeersverbetering van de spoorwegovergang’, -‘percelen bestemd als bouwterrein en doortrekking van de Akerendamlaan en verbreding van de Sparcielaan die in augustus 1924 de naam Vondellaan heeft gekregen. De percelen mogen alleen onder bepaalde voorwaarden bebouwd worden’, -De percelen op het buiten worden belast met ‘een erfdienstbaarheid dat het niet mag worden bebouwd dan met gebouwen van denzelfden aard en strekking als de tegenwoordige en dat ten allentijde in zijn geheel als buitenplaats of park gebezigd moet worden, onder de uitdrukkelijke bepaling, dat voor het verwijderen van meer dan 1/10 der op het buiten staande boomen, het dempen van water, alsmede voor uitbreiding of
22
Afbeelding 22. Het rosarium in volle glorie. Uit A. Loosjes. Privé verzameling J. Morren.
Afbeelding 23. Het ontwerpplan. J. Morren, naar een afbeelding uit het blad Kennemerland 12-4-1949.
uitwendige verbouw van het bestaande Heerenhuis, voor het verplaatsen of splitsen van bijgebouwen, als garage, tuinmanswoning en dergelijke, de toestemming van B en W van Beverwijk wordt vereischt, zullende het nochtans geoorloofd zijn, gedeelten langs de openbare weg voor wegverbreding te bestemmen’, -‘de garage met chauffeurs en knechtswoning aan de Vondellaan’, -het weiland in Velsen. De gemeente is verplicht voor haar rekening het hek te verplaatsen op de hoek van de Velserweg en de Schulpweg (voorheen de Tusschenwech). Afbeelding 24. Scheijbeek en de Velserweg voor de wegverbreding. Foto Museum Kennemerland, Beverwijk.
In de transportakte wordt ook bepaald dat het weiland voor Scheijbeek in Velsen (sectie C perceel 657) niet mag worden bebouwd en bestemd moet blijven als wei en hooiland. Wel mag het deels gebruikt worden voor de verbreding en aanleg van wegen. De koopster verklaart bekend te zijn met de verplichting die de gemeente Beverwijk heeft aangegaan met de vroegere eigenaar de heer van Aalst, om de plafondschildering in de benedenzaal (Dubourg) voortdurend in goeden staat te onderhouden. Bij niet nakoming van deze verplichting of het verwijderen van het plafond, de plafondschildering af te staan aan de vorige eigenaar of zijn familie. Zo staan er nog vele bepalingen in het koopcontract die in het kader van dit verhaal niet direct van belang zijn. Na de verkoop wordt opgemerkt; ‘En al is “Scheijbeeck” dan ook slechts luttele maanden gemeenschappelijk bezit geweest en al zijn het wandelpark-ideaal en het raadhuis-plan onvervuld gebleven, de hoofdzaak van het streven van den raad-het behoud van het historisch monument- is echter volkomen en op zeer gelukkige wijze in vervulling gegaan’.50 Dit is politiek gezien een redelijke verklaring voor de verkoop, maar niet meer dan dat. De nieuwe eigenaresse is de weduwe van M.J. van Hattum. M.J. van Hattum was eigenaar van M.J. van Hattums Havenwerken N.V. te Beverwijk. De rma heeft in 1890 het pand Velserweg 10 in gebruik genomen als kantoorpand. Door een fusie met de rma Blankevoort komt de rma van Hattum en Blankevoort tot stand. Later wordt het pand Velserweg 10 gesloopt om plaats te maken voor de verbreding van de Vondellaan. De rma heeft een nieuw kantoorpand in gebruik genomen dat gebouwd is achter de bijgebouwen aan de Velserweg.51 Op 23 februari 1925 heeft mevrouw van Hattum Dekker een vergunning aangevraagd voor de verbouwing van het huis Scheijbeek.
Afbeelding 25. Velserweg 10, links het pand waar de rma Van Hattum zijn kantoor in vestigt. Foto archief Museum Kennemerland, Beverwijk.
23
Rechts: Afbeelding 26. Interieur van het herenhuis. Foto Museum Kennemerland, Beverwijk.
Afbeelding 27. Interieur van het herenhuis. Foto Museum Kennemerland, Beverwijk.
De aangevraagde wijzigingen bestaan uit: - het in het inbrengen van een ‘oeuil-de-boeuf’ (een ovaal raam) in den gevel tijmpan met een in laat 17e eeuwse wijze geproleerde deklijst, - het veranderen van de balkondeuren op de eerste verdieping, - het veranderen van de balkontoegang vanuit de studeerkamer op de begane grond. Een als deur dienstdoend schuifraam wordt vervangen door een dubbel draaiende deur, - in verschillende bovenramen wordt een ventilatie mogelijk aangebracht door het inbrengen van stalen klepramen, - De schoorsteen wordt gewijzigd ten behoeve van de aanleg van centrale verwarming, - het aanbrengen van een schouw in de biljartkamer op de tweede verdieping en de uitbreiding van het schoorsteenkanaal, - een mogelijke wijziging van de deur- en raampartijen in de voorgevel met de mogelijke herstelling van de oude roede verdeling. Of alle aangevraagde wijzigingen zijn aangebracht is niet duidelijk, wel is het ovale raam aangebracht. Voor zover is na te gaan aan de hand van foto’s is de oude roede verdeling niet aangebracht. In ieder geval is het college van Burgemeester en Wethouders tevreden over het resultaat. Op 31 oktober brengt zij een gelukwens en een bloemengroet aan mevrouw van Hattum-Dekker op de dag dat zij de buitenplaats betrekt. Tevens brengen zij hulde uit voor ‘Uw daad van piëteit en voor Uwe zorg, waardoor de restauratie van dit historische monument in onze gemeente, op even deskundige als onbekrompen wijze is tot stand gebracht’.52
24
Afbeelding 28. Interieur van het herenhuis. Foto Museum Kennemerland, Beverwijk.
Scheijbeek raakt bekneld tussen de stedelijke ontwikkeling Mevrouw van Hattum woont vele jaren op Scheijbeek tot haar overlijden op 9 oktober 1945. Haar kinderen zijn de erfgenamen, dit zijn de ongehuwde Pauline van Hattum die woont in Groesbeek en haar broer Ir. Fredericus Wilhelmus Diederik Cornelis Adrianus van Hattum die woont aan de Stationsweg in Velsen. Scheijbeek komt toe aan haar dochter tegen de verrekening van de getaxeerde waarde van de nalatenschap. Van 31 mei 1946 verhuurt zij het buiten Scheijbeek aan de gemeente Beverwijk voor 5000 gulden per jaar. Het herenhuis wordt in gebruik genomen als stadhuis en enkele bijgebouwen worden verbouwd. De broeikassen en omliggende tuingrond worden in gebruik genomen bij de gemeentelijke plantsoenendienst. De tuin wordt opengesteld als openbaar wandelpark. Pauline blijft in Groesbeek wonen en op 5 september 1950 verkoopt zij de buitenplaats aan de gemeente Beverwijk. De gemeente koopt de buitenplaats op overwegingen van culturele en praktische aard en heeft nu genoeg middelen in de gemeentekas om het beheer van de buitenplaats te nancieren. De gemeente betaald 150.000 gulden voor het geheel. De buitenplaats bestaat dan uit een herenhuis dat als stadhuis fungeert, een dubbel woonhuis, het voormalige koetshuis aan de Velserweg waarin de secretarie is gevestigd, park, weiland, tuin met kassen, berm en verdere aanhorigheden. Het geheel wordt verkocht met een erfdienstbaarheid die nagenoeg gelijk is aan die bij de verkoop in 1924. De erfdienstbaarheid van het wei en hooiland in Velsen tegenover Scheijbeek (sectie C nummer 657), inhoudende dat daarop niet mag worden gebouwd en het weiland of hooiland moet blijven, komt te vervallen. De erfdienstbaarheid van het recht van afwatering blijft op de bestaande wijze in stand.53 Het herenhuis op Scheijbeek blijft tot 1965 functioneren als stadhuis. De gemeentelijke diensten verhuizen dan naar het nieuwe Stadskantoor aan het President Kennedyplein. Daarna worden hier de Beverwijkse Sociaal Culturele Raad en de Kennemer Oudheidkamer in gevestigd. Ook de Algemene Hulpdienst, telefoon 5x2 en de Jeugdtelefoon, Microtheater, de Stichting Rechtshulp en de
25
Modelbouwclub “Kennemerland” zijn hier gevestigd. De Kennemer Oudheidkamer heeft op Scheijbeek een permanente expositie van een verzameling Kennemer Potterie uit de jaren dertig, oud verwarmings- en verlichting materiaal, dames en heren utensilien (gebruiks voorwerpen) kinderspeelgoed en schoolmateriaal.54 In 1986 wordt het voormalige herenhuis opgeknapt, de muren worden opnieuw gevoegd en de bestrating van het bordes wordt gerepareerd.55 Maar in het zelfde jaar wilde men een aanslag plegen op het oude buiten. Er zijn dan plannen om ten behoeve van het Rode Kruisziekenhuis een groot parkeerterrein aan te leggen in het park. Er wordt fel geprotesteerd en het plan wordt gelukkig niet uitgevoerd in het park, maar op een terrein aan de hoek van de Akerendamlaan en de Vondellaan. In 1987 wordt de Beverwijkse Sociaal Culturele Raad opgeheven en komt de bovenverdieping leeg te staan. In maart van dat jaar neemt de gemeenteraad het besluit dat ook de Kennemer Oudheidkamer Scheijbeek moet verlaten. In 1989 verhuist de Kennemer Oudheidkamer naar het voormalige raadhuis van Wijk aan Zee en Duin aan het Westerhoutplein. Scheijbeek wordt daarna door de gemeente in erfpacht gegeven aan de Stichting Scheijbeek. De stichting is een samenwerkingsverband tussen de plaatselijke ondernemers en de Industriegroep IJmond onder de heren Lokhorst, Muller en Witkamp. De stichting gaat er een vergader- en ontmoetingscentrum voor het bedrijfsleven in vestigen, met een restaurant, kantoren en secretariaat. Tevens kunnen er huwelijken worden gesloten. Het voormalig herenhuis wordt inwendig gerestaureerd en aangepast voor zijn nieuwe bestemming. Op 28 maart 1990 is de restauratie en aanpassing gereed en wordt het gebouw ofcieel geopend door burgemeester mevrouw Velders-Vlasblom. Het kantoor wordt gehuurd door de Kamer van Koophandel en het Maatschap Rijs, Poncin.56 Vanaf 1991 wordt het park Scheijbeek gerenoveerd op basis van een plan dat vijf jaar duurt. De slechte bomen en beplanting worden vervangen door jonge aanplant en er komen vakken met verschillende soorten rozen en andere vaste planten. Tevens worden de wandelpaden hersteld.57
Afbeelding 29. Een fraai doorzicht over de landschapsvijver naar het herenhuis. Foto J. Morren.
Afbeelding 30. De muur van de voormalige moestuin, de moestuin is nu ingericht als speelweide. Foto J. Morren.
26
Afbeelding 31. De bijgebouwen nog in oorspronkelijke staat. Foto J. Morren.
Op de hoek van de Vondellaan en de Velserweg staat achter de bijgebouwen van Scheijbeek het eerder genoemde kantoor van de rma van Hattum en Blankevoort. In 1994 komt een plan gereed om dit kantoor te slopen en te vervangen door 12 luxe appartementen met daar bovenop 2 riante penthouses. Het complex krijgt de naam Résidenence Scheijbeeck en bestaat uit 5 bouwlagen die vernoemd zijn naar voormalige eigenaren van de buitenplaats. De bijgebouwen, het tuinmanshuis en de koepel worden hier in opgenomen als restaurant met een nieuwe serre er voor. De serre wordt in een goede aangepaste stijl aangebouwd zonder het gebouw zelf aan te tasten.58 Scheijbeek is nog steeds in bezit van de stichting die nu de naam de Stichting Erfpacht en opstalrecht Scheijbeek heeft. De stichting heeft certicaten uitgegeven, die op 1-1-1999 zijn overgedragen aan de heren Hoedjes en Belleman. Sinds 19-1-2001 zijn de certicaten in bezit van de heer D. Burger en consorten.59 De stichting heeft nog steeds dezelfde doelstellingen en draagt hiermee bij aan het in stand houden van één van de fraaie monumenten in Beverwijk. Van de eeuwenoude Scheijbeek is een deel ten oosten van en in de tuin van Scheijbeek bewaard gebleven. In het park is de muur van de moestuin, het dierenverblijf, de volière, de fraaie landschapsvijver en een deel van rozarium bewaard gebleven. Een deel van het oude bomenbestand siert nog steeds het wandelpark dat aan de zuidzijde matig wordt onderhouden. Het is jammer dat Scheijbeek klem is komen te liggen tussen de verbrede drukke Velserweg, de Rijk de Waalweg en de hoge nieuwbouw ten noorden van het park. Dit is een verstoring voor het totaalbeeld en de rust in Scheijbeek. Maar toch blijft het voormalige buiten nog één van de belangrijke monumenten in Beverwijk waarmee in de toekomst met zorg moet worden omgegaan en gewaakt moet worden om verdere aantasting van het geheel te voorkomen.
J. Morren, februari 2003.
Met dank aan: J. Camfferman, Beverwijk. A. van Dongen, Beverwijk. J. van der Linden jr., Velsen-Noord. J van Venetien, Santpoort.
27
Bronvermelding 1. AVK. Ambachtsbestuur van Velsen, inv. nr. 11. 2. AVK. ORA. Velsen, inv, nr, 955 fo. 49. 3. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 956 fo. 87v. 4. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 957 fo. 138r. 5. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 957 fo. 137r. 6. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 957 fo. 135r. 7. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 958 fo. 17v. 8. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 958 fo. 207r. 9. Ir. R Meischke, Amstelodanum, juni 1958, blz. 124 en 125. 10. Christopher Thacker, Tuinen door de eeuwen heen, Londen 1979 blz. 121 t/m 125. 11. Ir. R Meischke, Amstelodanum, juni 1958 blz. 126 t/m 131. Beverwijk in de Literatuur, Het blad Kennemerland 3-3-1941. 12. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 962 fo. 131r. 13. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 968 fo. 49v , 50v, 51v, 56r en Ambachtsbestuur van Velsen inv. nr. 174. 14. AVK. Ambachtsbestuur van Velsen, inv. nr. 9 fo. 68r. 15. AVK. ORA. Velsen, inv. 968 nr. 99r en 155v. 16. Ir. Meischke, Amstelodanum, juni 1958 blz. 126 t/m 132. 17. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 968 fo. 96r. 18. Ir. Meischke, Amstelodanum, juni 1958 blz. 131 en 132. Ellen Broersen, Akerendam, Zutphen 1992 blz. 62 t/m 65. Handschrift J. v.d. Linden sr. Beverwijk. 19. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 969 fo. 198v en inv. nr. 970 fo. 64r en 66r. 20. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 970 fo. 133v. 21 AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 970 fo. 134v. 22. Philip Zweerts, Gerit Tielenburg boekverkoper in de Gasthuismolenstraat, Amsterdam 1759. 23. Ir. Meischke, Amstelodanum, juni 1958 blz. 132. AVK. Ambachtsbestuur van Velsen, inv. nr. 604. 24. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 971 fo. 142r en 143r. 25. De periode van de verbouwing is gebaseerd op de periode van de bouwstijl. 26. AVK. ORA. Velsen, inv. 972 nr. 131r en 131v. 27. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 973 fo. 6v. 28. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 973 fo. 8r. 29. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 973 fo. 79v en inv,. nr. 1014 akte 14. 30. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 973 fo. 165v. 31. AVK. ORA. Velsen, inv. nr. 971 fo. 110v. AVK. Ambachtsbestuur van Velsen inv. nr. 117 fo. 175. 32. AVK. Notarieelarchief Velsen, inv. nr. 42 akte 2. 33. AVK. Eigendomsbewijzen Scheijbeeck, Beverwijk 1815-1978, map nr. 129. 34. AVK. Notarieelarchief Velsen, inv. nr. 42 akte 2. 35. Algemeen Rijks Archief Den Haag, familiearchief van Hoeufft, toegangs nr. 3.20.26 inv. nr 478. Met dank aan Gerárd van Wijk uit Heemskerk voor de aangeleverde informatie. 36. Rijksarchief voor Noord-Holland, Haarlem, Kadastrale Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel van Velsen en Beverwijk. 37. Handschrift J. v.d. Linden sr., Beverwijk. AVK. Notarieelarchief Velsen, inv. nr. 72 akte 7-6-1849. 38. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, Grote Historische Provincie Atlas, Noord-Holland 1849-1859, Groningen 1992. 39. AVK. Eigendoms bewijzen Scheijbeeck 1815-1978, Beverwijk, map 129 depot 449B3-6. 40. Freek Baars en anderen, Haarlem ging op Wollen zolen, Haarlem 1995 blz. 130 t/m 153. 41. AVK. Eigendoms bewijzen Scheijbeeck 1815-1978, Beverwijk, map 129 Depot 449B3-6. 42. G.J. Bremerkamp, Oude foto’s en prentbriefkaarten IJmuiden, Velsen, Driehuis, Santpoort, IJmuiden 1971, blz. 102. Handschrift J. v.d. Linden sr. Beverwijk. 43. Afgeleid uit de verandering van perceelnummers in de kadastrale registratie en het kaartblad nr. 310 uit de Historische Atlas Noord-Holland, Robas Produkties, den Ilp 1989. 44. Nederlands patriciaat 22e jaargang 1935/36 blz. 26.
28
45. Kennemerdagblad 20-2-1997. 46. AVK. Eigendoms bewijzen Scheijbeeck 1815-1978, Beverwijk, map 129 Depot 449B3-6. 47. Nederlands patriciaat 27e jaargang 1948. 48. AVK. Eigendoms bewijzen Scheijbeeck 1815-1978, Beverwijk, map 129 Depot 449B3-6. 49. AVK. Eigendoms bewijzen Scheijbeeck 1815-1978, Beverwijk, map 129 Depot 449B3-6. Gemeentearchief Beverwijk. 50. Gemeentearchief Beverwijk. 51. Nederlands Patriciaat 33e jaargang 1947. W.A. Spruit, Het dorpse Sint-Aagtenkerke en het stedelijk Beverwijk, Beverwijk 1998 blz. 88 en 89. Informatie van J. van der Linden jr. Velsen-Noord. 52. Gemeentearchief Beverwijk. 53. Gemeentearchief Beverwijk. Handschrift J. v.d. Linden sr., Beverwijk. 54. Handschrift J. v.d. Linden sr., Beverwijk. Kennemerdagblad 2-12-1986 en City 28-1-1984. Informatie van de heer J. van Venetien, Santpoort. 55. Kennemerdagblad 2-12-1986. 56. Kennemerdagblad 10-2-1989 en 16-2-1990. Handschrift J. v.d. Linden sr., Beverwijk. 57. Kennemerdagblad 1-1-1993 en 18-1-1993. City 13-11-1991. 58. Kennemerdagblad 15-9-1994 en 7-6-1995. 59. Informatie van J. van der Linden jr. Velsen-Noord.
29