De Groeten van Klaasje Lesbrief Erfgoedtraject Marum RHC Groninger Archieven • erfgoededucatie • Groep 3/4
Foto: www.geschiedenisdc.nl
Inhoudsopgave
Inhoud Lesbrief!
3
Les 1!
6
De klas ontvangt een mysterieuze envelop...
Les 2!
6
10
De leerlingen gaan op stap ...
Les 3!
10
13
De geschiedenis herhaalt zich...
Bijlage!
13
16
Aanvullende activiteiten
16
Activiteiten buiten school/excursie
16
Brief van Klaasje
17
RHC Groninger Archieven www.groningerarchieven.nl
2
Inhoud Lesbrief Beste leerkracht, Voor u ligt de lesbrief ‘De Groeten van Klaasje’, onderdeel van het erfgoedtraject voor de Gemeente Marum, een bijdrage van de Groninger Archieven. Deze lesbrief is bedoeld voor de leerlingen van groep 3 en 4 en bestaat uit drie basislessen. Deze basislessen kunnen uitgebreid worden met extra activiteiten waarvoor u suggesties vindt in de bijlage. Hoewel de lessen aangeboden worden in een duidelijke structuur bent u natuurlijk vrij deze structuur aan te passen indien u van mening bent dat dit de kwaliteit van de lessen ten goede komt. De lessen dienen vooral als leidraad en ter inspiratie en het zou fantastisch zijn wanneer deze lesbrief u aanzet tot het geven van een eigen invulling aan het onderwerp. Hieronder volgt een korte samenvatting van de lessen. Deze samenvatting en de lesdoelen die bij iedere les zijn geformuleerd bieden u voldoende houvast om met de leerlingen aan de slag te gaan. De tijd die bij de lessen wordt aangegeven is een gemiddelde. Wanneer u er voor kiest met de leerlingen presentaties te maken bent u natuurlijk meer tijd kwijt dan wanneer u besluit een korte verwerkingsopdracht aan te bieden. Aan het eind van iedere les vindt u meerdere verwerkingsopdrachten die rekening houden met het principe van meervoudige intelligenties. Het is geenszins de bedoeling dat u de voorgestelde activiteiten door alle leerlingen laat uitvoeren. U kunt de leerlingen laten kiezen welke opdracht zij willen doen. Maar, als u zich daar prettiger bij voelt, kunt u ook zelf een opdracht uitkiezen en deze klassikaal aanbieden. Hopelijk inspireren de voorbeelden u tot het bedenken van eigen verwerkingsopdrachten binnen de context van deze lesbrief. We wensen u en uw leerlingen veel plezier met dit lespakket!
RHC Groninger Archieven www.groningerarchieven.nl
3
Les 1 In de eerste les maken de kinderen kennis met Klaasje en met een archief. De klas ontvangt een mysterieuze envelop van een door u gekozen persoon. Dat kan de directeur zijn of een ouder ‘toevallig’ iemand kent bij het archief. Samen met de leerlingen zoekt u uit wat een archief is en wat er zoal in archieven wordt bewaard. (Als u een digibord heeft dan kunt u via Google/afbeeldingen gemakkelijk foto’s laten zien van hoe een archief eruit ziet, wanneer u zoekt op de term ‘archief’). De envelop bevat oude foto’s van het dorp waar de kinderen wonen en een brief van Klaasje. De brief biedt aanknopingspunten voor een kringgesprek, want uit de brief blijkt dat Klaasje in een andere tijd leefde dan de leerlingen nu. Zo schrijft Klaasje met een kroontjespen en inkt, zit ze in een bankje, en blijkt fotograferen nog een heel gedoe. In deze les staat het woord ‘vroeger’ centraal. Dit woord krijgt betekenis voor de leerlingen door de afbeeldingen op de oude foto’s, de datum op de brief van Klaasje, de inhoud van de brief en een kringgesprek waarin de leerlingen de afbeeldingen op de foto’s van vroeger vergelijken met de situatie in het heden. De eerste les eindigt met verschillende creatieve opdrachten waarin de leerlingen nadenken over het personage Klaasje. Voordat de leerlingen starten met de verwerkingsopdracht kunt u met de leerlingen bespreken dat Klaasje vroeger leefde en dat de wereld er toen anders uitzag dan nu. Zo was bijvoorbeeld de kleding die mensen toen droegen anders. Misschien kunt u hiervan voorbeelden laten zien voordat de leerlingen met de opdrachten aan de slag gaan. Les 2 In de tweede les vergelijken de leerlingen de straatbeelden op de oude foto’s met de straatbeelden van nu. Tijdens een wandeling maken de leerlingen foto’s van de straten waar zij doorheen wandelen. Zij fotograferen objecten die er vroeger niet waren en nu wel. Ten aanzien van het straatmeubilair is er heel wat veranderd ten opzichte van vroeger. Asfalt, een stoep, zebrapaden, stoplichten en lantarenpalen waren rond 1900 nog schaars, zeker in de dorpen. In de tijd dat Klaasje jong was waren de wegen vaak nog onverhard en waren auto’s nauwelijks aanwezig in het verkeer. Wandelaars, fietsers, paard en wagen en rijtuigen waren er wel. Verder kan er tijdens de wandeling gelet worden op de bebouwing. Sommige gebouwen zien er beduidend ouder uit dan andere gebouwen. De kerk is bij uitstek een gebouw dat onderdeel geweest kan zijn van de omgeving van Klaasje en dat nu deel uitmaakt van de RHC Groninger Archieven www.groningerarchieven.nl
4
omgeving van de leerlingen. Wellicht zijn er meer gebouwen/huizen te vinden die ook Klaasje gekend kan hebben. U kunt een groepje leerlingen de opdracht geven te zoeken naar gebouwen waarvan ze denken dat ze er al stonden in de tijd van Klaasje, en hen deze gebouwen laten fotograferen. U kunt met de leerlingen zoeken naar jaartallen op gebouwen/ huizen en deze later vergelijken met het jaartal op de brief van Klaasje. Les 2 eindigt met verschillende creatieve verwerkingen van de opgedane kennis, die allen uitmonden in een presentatie. De presentaties bestaan uit een vergelijking van de straatbeelden vroeger en nu. Voordat de leerlingen aan het werk gaan kunt u samen nog eens nagaan welke kennis er is opgedaan. Het helpt de leerlingen wanneer de resultaten genoteerd worden en duidelijk zichtbaar aanwezig zijn in de klas (bijvoorbeeld in een schema op het (digi)bord). Les 3 In de derde les stellen de leerlingen hun eigen envelop voor de toekomst samen. Er wordt een selectie gemaakt uit de foto’s die de leerlingen tijdens de wandeling hebben gemaakt. De leerlingen denken na over wat zij willen laten zien van hun omgeving aan een groep leeftijdsgenoten in de toekomst. U kunt de leerlingen tijdens een kringgesprek aan elkaar uit laten leggen waarom zij voor een bepaalde foto gekozen hebben. Na afloop worden de gekozen foto’s verzameld in een envelop. U kunt enkele leerlingen, net als Klaasje, een brief laten schrijven aan hun leeftijdsgenootjes in de toekomst. In deze les leren de leerlingen begrijpen dat de omgeving voortdurend verandert en dat deze verandering op verschillende manieren plaats kan vinden. Zo kunnen er objecten verdwijnen (bijvoorbeeld kleine arbeidershuisjes) die vervangen worden door iets anders, (bijvoorbeeld een parkeerplaats). Er zijn objecten die blijven bestaan maar die wel een ander uiterlijk krijgen (zoals bijvoorbeeld auto’s die er vroeger anders uitzagen dan nu) en er zijn nieuw uitgevonden objecten die in een eerdere periode nog niet bestonden maar nu wel (bijvoorbeeld een computer). De leerlingen kunnen in de verwerkingsopdrachten bij deze les hun verbeelding de vrije loop laten. Want misschien zijn er over honderd jaar geen lantarenpalen meer omdat daar andere oplossingen voor zijn bedacht, misschien zijn er nog wel auto’s maar zien deze er heel anders uit dan nu en wellicht kunnen de leerlingen voorwerpen bedenken die nu nog niet bestaan, maar die er in de toekomst wel zullen zijn.
RHC Groninger Archieven www.groningerarchieven.nl
5
Les 1 Post van Vroeger DE KLAS ONTVANGT EEN MYSTERIEUZE ENVELOP...
Lesdoelen
De leerlingen kunnen uitleggen wat een archief is en wat er in een archief wordt bewaard. De leerlingen kunnen in hun eigen woorden een omschrijving geven van het begrip ‘vroeger’. De leerlingen kunnen op basis van oude foto’s enkele verschillen aangeven tussen vroeger en nu. Tijd
Kringgesprek ca. 30 minuten, verwerkingsopdracht ca. 30 minuten. Materiaal
Envelop met foto’s en brief, tekenpapier, potloden/stiften/verf en restmateriaal zoals kleine stukjes papier, kraaltjes, lovertjes, stokjes etc. Organisatie
In de kring of in tafelgroepjes. 6
Voorbereiding
Contact opnemen met een persoon naar eigen keuze die de mysterieuze envelop komt afleveren in de klas. Klaarzetten introductiefilmpje. Klaarleggen tekenpapier, potloden/stiften/verf. Inleiding
Vertel de kinderen dat er iemand op bezoek komt in de klas en dat die persoon iets bijzonders bij zich heeft. Namelijk een pakketje uit het archief. Weten de leerlingen wat een archief is? Bekijk plaatjes van archieven op het digibord en vraag de leerlingen wat ze zien en waar het ze aan doet denken. Leg uit dat in een archief dingen van vroeger worden bewaard. Vaak papieren van lang geleden. Hebben de leerlingen een idee wat er op die papieren zou kunnen staan? Bewaren de leerlingen zelf wel eens iets? Waarom bewaren ze het ene wel en het andere niet? Bekijk dan samen met de kinderen het introductiefilmpje bij dit project. Zorg dat na het gesprek de envelop wordt binnengebracht. Vraag aan de persoon die de envelop komt afleveren hoe het pakketje in zijn/haar bezit is gekomen. Laat de envelop zien aan de klas. De envelop roept direct vragen op zoals: Is het oud? ‣ Wie heeft de envelop achtergelaten? ‣ Staat er iets op? ‣ Waar lag de envelop? ‣ Wat zit er in de envelop? ‣ Fantaseer met de leerlingen over de herkomst en de inhoud van de envelop. Het uitwisselen van ideeën verhoogt de spanning en de nieuwsgierigheid. Open de envelop of laat de leerlingen dit doen. Bekijk met de klas de inhoud van de envelop. Het blijkt om een brief en om verzameling foto’s te gaan. Kern
Bespreek samen met de leerlingen de foto’s en de brief. Vragen kunnen zijn: Zijn dit foto’s van nu of foto’s van vroeger? ‣ Hoe weten de kinderen dat? ‣ Zit er een overeenkomst in de foto’s? ‣ Herkennen de leerlingen dingen op de foto’s die er nu ook nog zijn? ‣ (Misschien herkennen ze gebouwen uit hun eigen omgeving maar het kan ook gaan om objecten zoals fietsen en auto’s). 7
‣ ‣ ‣ ‣ ‣ ‣ ‣ ‣ ‣ ‣ ‣
Zijn er objecten te vinden die we nu ook nog gebruiken maar die er vroeger anders uitzagen dan nu? Wie heeft deze foto’s bewaard? En waarom? Bewaren de kinderen zelf ook foto’s? Waarom? Wat kunnen de leerlingen vertellen over de brief? Is de brief oud of nieuw? Is de brief met de hand geschreven of op de computer gemaakt? Waaraan zien de leerlingen dat? Wanneer is deze brief geschreven, staat er een datum op? Waar is de brief geschreven? Wie heeft de brief geschreven? Wat vinden de leerlingen van het handschrift?
De brief ziet er oud uit. Kunnen de leerlingen aan de datum van de brief zien in welk jaar de brief is geschreven? De plaats waar de brief is geschreven maakt duidelijk dat de afzender woonde in dezelfde omgeving als de kinderen in de klas. De brief vertelt misschien meer over de inhoud van de envelop. Lees de brief voor aan de kinderen. De brief is geschreven door Klaasje die ongeveer honderd jaar geleden zelf op school zat. Samen met de andere kinderen heeft Klaasje gewerkt over het onderwerp ‘De Straat’. Een van de opdrachten was een envelop met foto’s samen te stellen om de kinderen die nu op school zitten te laten zien hoe de straat er toen uitzag. Opdracht: Vroeger en nu Teken op het (digi)bord twee kolommen. Boven de ene kolom staat ‘vroeger’, boven de andere ‘nu’. Bedenk samen met de leerlingen verschillen tussen vroeger en nu. Vul de kolommen in: Vroeger
Nu
Koets Zandweg Geen straatlantarens Lage bebouwing
Auto Asfalt Wel straatlantarens Hoge bebouwing
Bespreek daarna, aan de hand van de oude foto’s, de meest opvallende verschillen in het straatbeeld vroeger en nu. Wat vinden de leerlingen de grootste verandering ten opzichte van vroeger? Bewaar dit schema goed, want in de volgende lessen worden de kolommen verder ingevuld. Bovendien is het ingevulde schema het startpunt voor de volgende les.
8
Verwerking
In verschillende creatieve opdrachten denken de leerlingen na over de schrijver van de brief. Is Klaasje een jongen of een meisje? Wat denken de leerlingen zelf? Hoe zag Klaasje eruit? Leek hij/zij op jou? Wat voor kleren droeg Klaasje? Speelde Klaasje alleen of had hij/zij vriendjes/vriendinnetjes net als jij? En waar woonde Klaasje? Hoe zag zijn/ haar huis eruit? Maak een (verf)tekening van Klaasje en gebruik daarbij materialen als ‣ gekleurd papier, kraaltjes, veertjes, stokjes etc. ‣
Schrijf een verhaaltje over Klaasje waarbij je opschrijft hoe jij denkt dat Klaasje eruit heeft gezien, of Klaasje een jongetje of een meisje was, wat zijn/haar hobby’s waren, waar hij/zij woonde etc.
‣
Maak een strip over Klaasje waarbij je laat zien hoe jij denkt dat Klaasje eruit heeft gezien, of Klaasje een jongetje of een meisje was, wat zijn/haar hobby’s waren, waar hij/zij woonde etc. (Neem ongeveer vijf plaatjes voor de strip).
‣
Maak een woordveld over Klaasje. Schrijf ‘Klaasje’ in het midden en bedenk dan woorden die bij Klaasje passen. Schrijf die woorden eromheen. Maak tekeningen bij de woorden.
Laat, wanneer de werkstukken klaar zijn, verschillende leerlingen vertellen over hun ideeën over Klaasje. Hang de werkstukken en de foto’s op in de klas.
9
Les 2 De straat van Klaasje DE LEERLINGEN GAAN OP STAP ...
Lesdoelen
Op basis van informatie uit oude foto’s kunnen de leerlingen aangeven welke veranderingen zich hebben voorgedaan in hun eigen omgeving door de jaren heen. De leerlingen kunnen een straatbeeld uit het heden vergelijken met een straatbeeld uit het verleden. Zij kunnen drie verschillen noemen. De leerlingen leren begrijpen dat hun eigen omgeving een bron van informatie is. Tijd
Kennisoogst 10 minuten Locatieonderzoek 45 minuten Creatieve verwerking 60 minuten Presentaties ongeveer 5 minuten per groepje. (Deze les neemt ongeveer de hele ochtend in beslag). 10
Materiaal
De oude foto’s uit de envelop, zoveel mogelijk digitale camera’s (liefst een camera per twee leerlingen), computers, (digibord), grote vellen papier (A2 formaat). Organisatie
De leerlingen werken in groepjes. Begeleiding
Ouders die groepjes begeleiden tijdens de wandeling en tijdens het maken van de presentaties (1 ouder op 4 tot 6 leerlingen). Inleiding
Begin met een kennisoogst, een inventarisatie van dat wat de leerlingen nog weten van de vorige les. De foto’s en het schema uit de vorige les kunnen hierbij ondersteuning bieden. Zijn er leerlingen die een korte samenvatting van de vorige les kunnen geven? Als leerlingen nog toevoegingen hebben kunnen de kolommen aangevuld worden. Kern
In de vorige les hebben de leerlingen de foto’s globaal bekeken. Nu gaan ze de straat op om veldonderzoek te doen. Verdeel de leerlingen in groepjes. Per groepje is er een begeleider. Geef ieder groepje een foto uit de envelop. De groepjes gaan de straten op de oude foto’s nu bezoeken en fotograferen. Op locatie vergelijken de leerlingen de situatie van vroeger met de situatie van nu. Het is de bedoeling dat de leerlingen zo nauwkeurig mogelijk benoemen welke veranderingen in het straatbeeld zij waarnemen. Hierbij kan gelet worden op: Bebouwing: veranderingen in bouwstijl, hoogte van de woningen, tuinen, ‣ nieuwe woningen, speeltuinen, parken. Straatmeubilair: stoep, straatverlichting, stoplichten, verkeersborden, ‣ hekjes, paaltjes etc. Verkeer: aanwezigheid van auto’s, fietsen, wandelaars, paard en wagen. ‣ De straat: asfalt, klinkers of zand, zebrapaden etc. ‣ Van de dingen die er vroeger niet waren en nu wel maken de kinderen foto’s. Iedere leerling maakt tien foto’s. De begeleider noteert wat de kinderen opvalt. 11
Verwerking
Terug op school worden de beste foto’s uitgeprint en maken de leerlingen, met hulp van een ouder, een creatieve presentatie van hun bevindingen. ‣ ‣ ‣ ‣ ‣
Maak een muurkrant. Maak een powerpointpresentatie. Maak een mindmap Maak een Vroeger/Nu boek Maak een nieuwsuitzending over wat je bent tegengekomen.
De leerlingen presenteren hun waarnemingen aan elkaar met behulp van hun posters/ presentaties. Vul, tot slot de kolommen verder aan met de kennis die de leerlingen tijdens het locatieonderzoek hebben opgedaan. Hang de werkstukken op in de klas.
12
Les 3 Een envelop voor later DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH...
Lesdoelen
De leerlingen kunnen verwoorden en motiveren welke informatie over hun eigen omgeving zij zelf willen doorgeven aan hun leeftijdsgenootjes in de toekomst. De leerlingen kunnen objecten benoemen die in de toekomst nog aanwezig zouden kunnen zijn. De leerlingen kunnen in eigen woorden een omschrijving geven van de begrippen ‘verleden’, ‘heden’, ‘toekomst’. Tijd
60 minuten. Materiaal
Afdrukken van de beste foto’s die de leerlingen in de vorige les hebben gemaakt, een grote envelop. Organisatie
Klassikale bespreking, daarna werken in groepjes. Klassikale afsluiting.
Inleiding 13
Bespreek met de leerlingen nogmaals het schema uit de vorige twee lessen. Herhaal samen met de leerlingen welke veranderingen zij hebben waargenomen in het straatbeeld. Vraag de leerlingen na te denken over het idee dat over honderd jaar een klas met kinderen een envelop vindt met foto’s uit deze tijd. Als de leerlingen uit deze klas zo’n envelop zouden mogen vullen, welke foto’s zouden ze dan uitkiezen en waarom? Kern
Laat de leerlingen per tafelgroepje een selectie maken uit het fotomateriaal uit de vorige les. Zo mogelijk kiest iedere leerling een van de foto’s uit die hij of zij zelf heeft gemaakt. In een kringgesprek vertellen de leerlingen aan elkaar welke foto zij hebben uitgekozen en waarom. Laat hen de afbeelding op de foto beschrijven en laat hen vertellen waarom zij die foto willen bewaren voor de toekomst. Wat kunnen de kinderen in de toekomst van deze foto leren? U kunt de leerlingen vragen hun verhaal te doen met behulp van de volgende twee beginzinnen: Op deze foto is het volgende te zien:... Deze foto moet in de envelop omdat ik graag wil laten zien dat... Verwerking
Laat de leerlingen een mooie grote envelop zien. Hierin worden aan het eind van de les de geselecteerde foto’s verzameld. ‣
Maak een brief bij de foto’s.
Schrijf samen een brief. Laat de leerlingen zinnen bedenken en schrijf die onder elkaar op het bord. Ontstaat er een logische tekst? Wat moet er veranderd/verbeterd worden? ‣
Organiseer een eindpresentatie
Voordat de envelop voor later gevuld wordt kan het verzamelde materiaal gepresenteerd worden in school. Bijvoorbeeld door per les een presentatiewand in te richten. Het is leuk wanneer zoveel mogelijk mensen op de hoogte zijn van deze activiteit. Misschien wil de directeur van de school het project afsluiten door de envelop met het materiaal voor later officieel dicht te plakken. Laat de leerlingen uitnodigingen maken voor de eindpresentatie. Nodig de directeur uit, de leerlingen van de andere klassen en ouders. Laat een groepje leerlingen een 14
presentatie maken waarin voor de anderen duidelijk wordt waarover de leerlingen hebben gewerkt en wat ze hebben geleerd. ‣
Verzin een apparaat dat er nu nog niet is maar dat in de toekomst bedacht zal worden. Kies een manier om te vertellen over jouw uitvinding.
Wat doet dit apparaat? Waarvoor hebben we het nodig? Hoe wordt het bediend? Schrijf hierover een verhaal. Maak een voorbeeld van dit apparaat van kosteloos materiaal. Teken het apparaat. Maak een muurkrant over het apparaat.
15
Bijlage Aanvullende activiteiten Je eigen geschiedenis in beeld Vraag de leerlingen foto’s mee te nemen van zichzelf van verschillende periodes uit hun leven. (Baby, peuter, kleuter, schoolkind) Laat hen deze foto’s in de juiste volgorde leggen. De activiteit kan uitgebreid worden door de leerlingen te vragen om uit verschillende periodes uit hun leven een stuk speelgoed mee naar school te nemen. De vraag die bij deze activiteit centraal staat is: Bij welke periode uit je leven hoort dat speelgoed en waarom? Speel je er nu nog mee? Waarom wel/niet? Met welk speelgoed verwachten de leerlingen in de toekomst veel te zullen gaan spelen? Eventueel kunt u de leerlingen ook plaatjes van speelgoed uit speelgoedgidsen laten knippen. Een tijdlijn maken De leerlingen maken een tijdlijn. Zij plaatsen een tekening van Klaasje, een kinderfoto van hun opa/oma, een kinderfoto van hun vader/moeder en een foto van zichzelf op de juiste plek in de tijdlijn. Een diaserie bekijken Bekijk met de leerlingen de diavoorstelling Overgrootmoederstijd. U kunt de serie dia’s gemakkelijk vinden wanneer u in Google zoekt op ‘diaserie Overgrootmoederstijd’. In de zoekresultaten klikt u de volgende link aan: (ppt) (over)grootmoederstijd-de stad-OBS Erasmus. Dit is een Powerpointpresentatie. Opent de presentatie niet direct in uw scherm, dan kunt u de presentatie openen via de downloadmap op uw computer. De voorstelling heeft veel raakvlakken met de lessen uit dit lespakket. De platen in de diaserie geven een goede indruk van de periode waarin Klaasje leefde. Ot en Sien lezen Op http://www.antje2411.nl/jetses/indexjetses.html staan verhaaltjes en bewegende plaatjes uit de boeken van Ot en Sien. Leuk om op het digibord te laten zien. De verhaaltjes kunnen klassikaal gelezen worden, met rolverdeling!
Activiteiten buiten school/excursie Ot en Sien zijn tijdgenootjes van Klaasje. In Museum Ot en Sien krijgen de leerlingen een beeld van hoe het huis en de omgeving van Klaasje eruit heeft gezien. Bezoekadres Museum Ot en Sien Jan Binneslaan 84 9231 CC Surhuisterveen. In overleg met het museum is het mogelijk om een circuit te maken van ‘oude spellen’ en dit circuit te combineren met een rondleiding door het museum.
16
Brief van Klaasje
17
Marum Dinsdag, 23 mei, 1906 Hallo Jongens en Meisjes, Ik zit in mijn bankje in het klaslokaal en ik schrijf jullie deze brief. De inkt van mijn kroontjespen is bijna op, maar gelukkig mocht ik wat inkt van mijn vriendinnetje Truida lenen. Meester vroeg mij jullie iets te schrijven over de opdracht die wij deze week van hem te doen kregen. Een opdracht over onze Straat! Het begon zo. Maandag toen wij op school aankwamen stuurde meester ons gelijk weer naar buiten! Wij gingen een wandeling maken door het dorp, zei meester. Wij moesten goed om ons heen kijken en alles onthouden wat wij op straat zouden tegenkomen.. Gelijk verdeelden wij de taken onder elkaar. Ik mocht de voetgangers tellen, Piet telde de fietsers, Jan de rijtuigen en Mientje lette op de passerende automobielen. Al dachten wij niet dat wij die zouden tegenkomen, want slechts de rijke heren bezitten er een. En die zijn overdag aan het werk. Op dinsdag vroeg meester ons te vertellen wat ons de vorige dag was opgevallen in de straten waar wij doorheen gelopen waren. Wij vertelden meester over het verkeer, het mooie huis van de dokter en de dominee, de kar van de schillenboer, de winkels en uitstallingen en ook van de kleine meisjes die op straat speelden met hun tol, en alles wat wij verder nog tegenkwamen. Meester noteerde onze bevindingen met een krijtje op het bord. Woensdag kregen wij allen inkt en papier! Wij mochten een tekening maken van de straat! Wij deden ons best dunne lijnen te trekken en pasten er voor op klodders en vlekken te maken! Hebben jullie de foto’s al bekeken? De foto’s zijn van de straten in ons dorp. Dat was bijzonder! Donderdagochtend kwam eerst de fotograaf vertellen over hoe een foto gemaakt wordt. Daarna gingen we samen met de fotograaf op stap om foto’s te maken van de straten in ons dorp. De sterkste jongens van de klas droegen de spullen van mijnheer de fotograaf. Hij had een grote kist bij zich waar het fototoestel in zat. Anderen mochten een plek uitkiezen vanwaar de foto’s gemaakt werden. En ik mocht mijnheer de fotograaf assisteren bij het afdrukken van een foto! Hij verdween helemaal onder een doek! Vandaag (vrijdag) vroeg meester mij verslag te doen van de afgelopen week. Hij zegt dat hij een plan heeft met de foto’s. En ik mag hem daarbij helpen! Klaasje, zei meester, schrijf een brief aan een groep jongens en meisjes die je niet kent en vertel hen over de opdrachten van deze week. Straks, na de rekenles, vertelt meester verder over het plan. Wat zou het zijn? Nu moet ik stoppen, want meester wil beginnen! Dag hoor!. Hoogachtend, Klaasje
18
Dit lespakket is gemaakt door: Kim van Steenwijk Bloeii.nu www.bloeii.nu
[email protected] 06-81196707
19