De geschiedenis van de Pionier De geschiedenis van de Pionier De Pionier startte met drie groepen. De leerlingen kwamen van de Jules Verneschool die uit zijn jasje was gegroeid. De school groeide ondanks de concurrentie van de Ichtus met welke school de Pionier in een gebouw gehuisvest was. In het begin moest de school gebruik maken van lokalen van de Ichtus. In oktober 1976 nam de Pionier de eigen lokalen in gebruik. Er was nog leegstand in het gebouw, vandaar dat de biljartvereniging Horna nog gebruik heeft gemaakt van een lokaal. In 1979 werden door de Ichtus en de Pionier noodlokalen in fase 4 in gebruik genomen (de Vijzelmolen). In de jaren die volgden was het goed werken op de Pionier. Een hecht team dat zich gestaag uitbreidde, een enthousiaste oudercommissie en vele festiviteiten. In 1985 werd de plaats van Henk Meijer als directeur ingenomen door Ed Ootes. In 1994 werden de eerste fusiegesprekken gevoerd met de Wichelaar. In november 1995 was de fusie een feit en werden Wichelaar en Pionier samen de Zonnewijzer. Door de brand op 1 januari 1996 waardoor zowel de Pionier als de Ichtus volledig in vlammen op gingen, kwam het fusieproces in stroomversnelling. Vanaf 1998 zit de Zonnewijzer in een verbouwd en vernieuwd gebouw.
De brand Een nacht om nooit te vergeten (gemaakt over de brand van 1996) In de nacht van 1 januari 1996 wordt de Grote Waal opgeschrikt door een felle, uitslaande brand. In de snijdende kou staat een groeiende menigte met geschrokken gezichten te kijken naar de vuurzee. Op het schoolplein van De Pionier voert de brandweer een ijsballet op. Met vallen en opstaan glibberen de Hoornse spuitgasten met slangen en gasmaskers af en aan. De strijd tegen de steeds hoger oplaaiende vlammen uit het dak van onze school en later ook van de buurschool De Ichthus wordt bemoeilijkt door een opstekende wind, kou en extreme gladheid. Uiteindelijk zal het grootste deel van het complex volledig uitbranden. Slechts het voorste deel, de lokalen van meester Henk, meester Aad en meester Gerrit blijven overeind. Ook in deze klassen is de rook, roet en waterschade evenwel enorm. Enkele dagen later worden ook de restanten in brand gestoken en kan het wijkcentrum ternauwernood worden gered. De maanden erna is door betrokkenen onvoorstelbaar veel werk verricht: er is veel energie. Flexibiliteit en positiviteit wordt gevraagd van meesters en juffen, maar ook van de leerlingen en ouders. Het verbranden van een school gaat niemand in de koude kleren zitten; De Pionier was voor velen jarenlang een vast baken in het (school)leven. Een plek die er altijd was en waar iedereen voor je klaar stond. Die plek is er niet meer en zal ook niet meer terugkeren. Dat dit emotionele ingrijpende gevolgen kan veroorzaken hebben we in de maanden erna gemerkt. In het vervolg op de brand hebben we bewust niet alleen aan de organisatorische zaken gedacht. Er is ook veel aandacht geweest voor de effecten die de brand op de kinderen heeft gehad. Na een half jaar konden we terugkijken op een periode waarin veel werk was verzet en waar we dan ook best trots op mochten zijn. Wat er allemaal gebeurd is, is in dit boekwerkje vastgelegd. Het is bedoeld als blijvende herinnering aan een periode die door niemand ooit zal worden vergeten. Een document je om nog eens in terug te bladeren. Het bestaat uit twee delen. In chronologische volgorde wordt de periode tussen 1 januari en de zomer van 1996 doorgewandeld. De brand in de eerste nacht van het nieuwe jaar. Het moment dat we met alle kinderen bij de verbrande Pionier bij elkaar zijn geweest. De inspanningen om de dakloze groepen kinderen weer onder te brengen. 'Het bussen' van de leerlingen naar De Tweemaster en De Prinsenhof. Denise Winkier kwam ermee in de krant. De eerste plannen voor wat later 'Het Witte Huis' zou worden. Het Feyenoordshirt van Ruud Heus voor Marco Elstrodt. De ondersteunende brieven en kaarten. De actie 'In de brand, uit de brand'. De actie 'Steunfonds Zonnewijzer', enzovoort, enzovoort.
1
In het tweede deel komen de herinneringen van de kinderen in beeld. Getekend, geschreven of 'gedicht'. Een terugblik naar die eerste dagen, het inwonen in de 'gastscholen' en de nieuwe start in de tijdelijke lokalen. Het verhaal omvat een afgeronde fase. Een fase die een vervolg krijgt in de permanente bouw van lokalen aan het bestaande gebouw van de vroegere Wichelaar. Na de fusie in augustus 1995 is de school de toekomst ingegaan onder de naam De Zonnewijzer. Toch hebben we bewust de naam De Pionier op de omslag gezet. Niet alleen voor de duidelijkheid. maar vooral omdat we door de verwoestende brand na bijna twintig jaar onherroepelijk afscheid hebben moeten nemen van een school die voor menigeen uitsluitend heeft geleefd onder de naam: De Pionier.
De eerste dagen na de brand In de eerste dagen na de brand heerst er grote verslagenheid onder iedereen die betrokken is en was bij De Pionier. De aanblik van de verbrande scholen zorgt voor een trieste sfeer. In het halletje bij de middelste ingang hangt gek genoeg een jasje dat de vuurzee heeft overleefd. Leerkrachten scharrelen door de school om te keuken of er nog iets te redden valt. Op de eerste dag van het nieuwe jaar worden in de ochtenduren al flink wat telefoontjes gepleegd. Sommige meesters en juffen weten nog van niets, anderen zoals meester Henk en meester Cees zullen het vanwege vakantie pas dagen later horen. De voorste lokalen zijn niet uitgebrand. Kinderen slenteren rond de school en willen hun klas in. Is mijn vulpen er nog'? Het poëziealbum dat ik van oma heb gekregen'? De rapporten, die laatste tekening'? Steeds schieten er dingen te binnen die in De Pionier tijdens de kerstvakantie zijn achtergebleven. En ook veellater horen we nog regelmatig verzuchten: Waar is...'? O ja, dat is ook al verbrand. De muurschilderingen van Hiawatha en de Smurfen, heel veel zelf gemaakt materiaal in de jongste groepen, de knuffels van Rayhana. Noem maar op. En natuurlijk ook veel administratief materiaal waar heel veel uren in zijn gestoken. Noodoplossingen De tweede vakantieweek is voor menigeen meteen ingevuld. Er wordt druk overleg gevoerd hoe de noodsituatie na de vakantie moet worden opgelost. Gezocht wordt naar 2
lege lokalen in Hoorn. De groep van juf Bea en Annemiek en de groep van juf Eline krijgen na wat schuiven onderdak in het gebouw van De Wichelaar. De klas van juf Wilma, juf Horriet en juf Suzan pendelen dagelijks naar De Prinsenhof in de binnenstad. Meester Henk, meester Aad en meester Gerrit gaan met een extra lange bus naar De Tweemaster. De organisatie wordt uitgebreid doorgesproken. Op de laatste donderdag van de vakantie komen alle meesters en juffen bij elkaar in de dependance aan de Vijzelmolen. Er is taart gebakken om de pijn te verlichten. De schooldokter Frank van Leerdam, is uitgenodigd om te praten over de gevolgen die een brand voor kinderen kan hebben. Het is overduidelijk dat niet alleen gedacht moet worden aan het zo snel mogelijk doorgaan met rekenen. lezen en taal. maar dat vooral aandacht geschonken moet: worden aan de gevoelens van de kinderen. We besluiten direct na de vakantie de kinderen per groep met de eigen leerkracht terug te laten komen bij de verbrande Pionier. Terug naar de verbrande school De ouderraad brengt de laatste vrijdag van de vakantie brieven naar alle gezinnen van de school. De vakantie wordt voor de kinderen verlengd om woensdag goed van start te kunnen gaan. Op maandagmiddag echter wordt iedereen uitgenodigd op het plein van De Pionier, tezamen met de meesters en juffen, kijken de kinderen naar de verbrande school. De stilte overheerst. Op het plein van De Pionier was het toch altijd een drukte van belang. Bij spelende kinderen hoort immers geluid. Nu is iedereen diep onder de indruk. Zwartgeblakerde resten van wat ooit die vertrouwde, dagelijkse werkplek was. De ijspegels hangen in fantastische creaties aan kromgetrokken constructies. Maar wie heeft oog voor schoonheid in een trieste omgeving? De brandlucht overheerst, maar vooral toch overheerst de stilte... Onder de indruk wandelen de groepen naar, het andere gebouw van De Zonnewijzer. De Wichelaar aan Het Gangwerk biedt een gastvrije plaats om te praten over de brand. De groepsgesprekken zijn van belang voor verwerking en ook om de kinderen uit te leggen hoe het verder gaat. Acties en... reacties Hartverwarmend zijn de eerste reacties. De telefoon staat roodgloeiend. In nood leert men zijn beste vrienden kennen, zegt het spreekwoord. En dat hebben we gemerkt. Ouders komen met spullen van zolder, scholen bellen of we leermateriaal nodig hebben. kaarten, brieven, kortom van alle kanten wordt ons een hart onder de riem gestoken. Als de kinderen onderdak zijn brengt de Montessorischool voor iedereen een bloembol in een potje. De Dobbelsteen reageert met een aantal knuffelberen. De Wingerd in Zwaag zamelt geld in net als Het Kompas, De Hoeksteen en De Rank. De directie wordt uitgenodigd op het stadhuis en ontvangt voor het team de Eenhoornzegel ter waarde van drieduizend gulden als blijk van waardering voor: 'de enorme inzet om het onderwijs na de brand weer op gang te krijgen'. Spontaan ontstaat een actiecomité dat al spoedig onder de naam 'In de brand, uit de brand' aan de slag gaat. Er is een openingsmanifestatie in het winkelcentrum met een playbackshow. De opbrengst van de Bingoavond in het wijkcentrum is voor de beide scholen. Er worden duizend pennen verkocht en dagenlang stoppen mensen hun statiegeldbonnetje in een daarvoor bestemde bus in het winkelcentrum. De actie wordt met een swingend slotfeest afgerond. Vervolgens wordt nog een zakenactie gehouden. Hoornse bedrijven worden aangeschreven in de hoop dat zij de gedupeerde school financieel willen ondersteunen. Het resultaat van al deze inspanningen is uitermate positief. Het levert De Zonnewijzer bijna vijftienduizend gulden op. Vanuit de school wordt contact gelegd met uitgeverijen. De bibliotheek van De Pionier herbergde bijna tweeduizend boeken. En dat wordt niet allemaal vergoed. Er worden enkele honderden boeken opgestuurd, waaronder prachtige prentenboeken. De opbrengst van de acties zal vooral besteed worden aan het opnieuw opbouwen van de bibliotheek. 3
Gaan we met de bus of... Voor schoolkinderen is het niet ongewoon om één keer per jaar met de bus te reizen. Want wie wil er nou niet mee op schoolreisje'? Het lijkt dan ook heel leuk om elke dag met de bus mee te mogen naar een andere school in de stad. Maar in de praktijk is het spannende, het nieuwe er al gauw weer af. Er zijn twee opstapplaatsen. Bij de dependance in de Vijzelmolen staan de kinderen in januari en februari in alle vroegte buiten te kleumen. Want in ons koude kikkerlandje is het nou net zo ongeveer de strengste winter van de eeuw. Leuk om te schaatsen maar die snijdende oostenwind... Bij het winkelcentrum staat een tweede groep te wachten. AI gauw schuilen de kinderen in het winkelcentrum zelf en als de bus wordt gesignaleerd rent iedereen naar buiten. Op De Weel komt de bus een aantal hobbels tegen en na een paar dagen weten de kinderen precies op welk moment dat is. De bus schiet een stukje omhoog en de hele groep gaat als in een heuse 'wave' mee. Tot groot plezier van een enkele buschauffeur... De organisatie loopt over het algemeen perfect. Tweemaal wordt de groep die naar De Tweemaster rijdt vergeten. Eén keer bij de Vijzelmolen en een andere keer, aan het einde van de dag, bij De Tweemaster, Pas een uur later worden ze opgehaald. Voor een periode van ruim twee maanden is er sprake van verplicht overblijven, "Het ging allemaal goed, maar het was mooi dat het afgelopen was", concludeert meester Henk later. Deze man van het eerste uur van De Pionier reist dagelijks mee heen en terug. "Op de terugweg waren de kinderen een stuk drukker", herinnert meester Henk zich nog. "Je kon merken dat ze het niet gewend waren om met een continurooster te werken" Voor de groepen die naar De Prinsenhof gaan, is de rit een stukje korter. En in de bus is het ook wat rustiger. Met ruim veertig kinderen gaat dat toch wat overzichtelijker dan met bijna negentig. Ook in deze school wordt iedereen bijzonder gastvrij onthaald. Na een paar maanden zijn beide scholen niet anders gewend en krijgen we bij het afscheid te horen dat ze het eigenlijk jammer vinden dat de gasten weer' onderdak hebben gevonden in de eigen wijk. Maar de kinderen, meesters en juffen zijn toch erg blij dat ze voortaan alleen nog maar op schoolreisje met de bus mee gaan.
4
Hoog bezoek voor Marco Er staat veel meer in een school dan je beseft. Wat je allemaal hebt wordt pas echt duidelijk als je het kwijt bent. Tafels en stoelen, ach dat is niet zo erg, zeker niet als ze al bijna twintig jaar oud zijn. Maar in de klassen van de jongste kinderen zijn onvervangbare dingen vernietigd. Materialen die door de juffen in de loop van vele jaren zijn gemaakt en bij elkaar gezocht. Het geld van de verzekering kan deze schade nooit vergoeden. Dat geldt ook voor persoonlijke spullen die sommige kinderen in hun kastje hebber laten liggen: Een poëziealbum waar oma nog in heeft geschreven. Die favoriete vulpen die je kreeg toen je slaagde voor je zwemdiploma. Voor Marco uit de klas van meester Gerrit is er ook iets dierbaars verloren gegaan: zijn Feyenoord shirt. In dit Ajax tijd is het natuurlijk al hartstikke stoer om fan van Feyenoord te zijn en te blijven. Nou kan Marco gelukkig altijd op steun van meester Gerrit rekenen, want die blijft zijn club ook trouw, door dik en dun. In de kerstvakantie heeft Marco zijn shirt op school gelaten. Dat zorgt voor een extra traantje. Maal er wordt contact gelegd met Feyenoorder Ruud Heus. En Hoornse Ruud vat de situatie geweldig op. Hij laat alle Feyenoorders hun handtekening op een echt shirt zetten. Op de vrije woensdag komt Ruud naar De Tweemaster om Marco persoonlijk in het zonnetje te zetten. Een perfecte actie van deze linksachter. En wat de maat betreft: Marco kan voorlopig vooruit... Het Witte huis De strenge winter speelt ons parten. Niet alleen voor wat betreft het wachten op de bus, maar ook de bouw van tijdelijke huisvesting wordt vertraagd. De vorst zit in de grond en dat geeft problemen. Het bouwbedrijf heeft dag en nacht doorgewerkt om de noodlokalen tijdig af te krijgen, maar zolang het vriest kan er niet worden gebouwd. Ook aan en afvoer van water en elektriciteit moeten door een dikke ijslaag heen. De terugkeer wordt met een week uitgesteld. Nog een weekje 'bussen' kan er wel bij. Maar dan, in de voorjaarsvakantie, wordt in één dag een gebouw van vijf lokalen neergezet. De afwerking neemt na de vakantieweek nog een aantal dagen in beslag. We plannen een vrije dag voor de kinderen op de vrijdag. Het is de bedoeling op deze vrije dag de spullen uit de gastscholen te verhuizen naar het nieuwe onderkomen en de klassen in te richten. Uiteraard doen zich onverwachte akkefietjes voor. Het meest in het oog springende is wel het feit dat het plein nog niet af is. Wel afgesproken en beloofd, maar niet uitgevoerd. Het spiksplinternieuwe meubilair moet door het zand naar het gebouw dat al spoedig voort zal leven onder de naam: Het Witte Huis. Een beetje mopperen Het zijn barre tijden, zoals in West-Friesland wel wordt gezegd. Er is gelukkig heel veel medewerking, maar het gaat ook wel eens mis. Aanvankelijk wordt er veel gemopperd op de brandweer. Veel mensen zijn er van overtuigd dat er niet goed is ingegrepen. Het glijden en glibberen van de spuitgasten op het spiegelgladde schoolplein krijgt flinke kritiek te verduren. Er komt echter een rapport van de brandweer en in een teamvergadering van de school wordt afdoende uitleg gegeven. Op een avond laten we dan ook vier taarten bij een bijeenkomst van deze vrijwilligers bezorgen. Tussen de bedrijven door worden de toekomstplannen gesmeed. Er is overleg op allerlei fronten: met de verzekering, met de gemeente, met het bouwbedrijf, met de schoolleverancier. Over geld, over spullen, over organisatie en vooral over de toekomst. Want nu er na de fusie één gebouw is afgebrand wordt al spoedig de vraag gesteld: waar gaan we nieuw bouwen'? Het wordt al snel duidelijk dat de voorkeur uitgaat naar bouwen onder het dak van de eigen school in plaats van samen met een andere school. De toekomst van Zonnewijzer ligt dus op Het Gangwerk. Om allerlei geruchten te voorkomen wordt afgesproken de informatie binnenskamers te houden. Ouders, kinderen en vooral de collega's bestormen de actie met vragen, maar die houden zich aan de afspraak. Maar als dan op 1 maart 1996 de afspraken plotseling via de krant naar buiten worden gebracht.. Ja, dan wordt er natuurlijk wel even gemopperd. 5
Tot slot En zo kwam er een verwoestend einde aan De Pionier. Ook het einde van dit verhaal is in zicht. Een indrukwekkende periode is afgesloten met onverwacht nieuwe toekomstplannen. Intussen wordt druk overleg gevoerd over de nieuwbouw. Er is door 'de school een programma van eisen opgesteld en de bouwcommissie is al een aantal malen bijeen geweest. Over een jaar zitten alle kinderen bij elkaar in een gebouw dat niet alleen voor wat betreft de nieuwbouw, maar ook als het om de bestaande bouw gaat aan moderne onderwijseisen moet voldoen. De naam De Pionier leeft voort in herinneringen. Vooral mooie herinneringen moeten de boventoon voeren. De brand maakte enorme indruk, maar twintig jaar onderwijs in een perfecte sfeer mogen nooit worden vergeten. Aan de nieuwe start werd al op 1 november 1995 een feestelijk tintje gegeven door de onthulling van de nieuwe schoolnaam. En met die zonnige naam gaat de school op weg naar een ongetwijfeld mooie toekomst.
De geschiedenis van de Wichelaar De geschiedenis van de Wichelaar De foto’s en teksten komen uit het boekje “de geboorte van de Wichelaar”, samengesteld door meester Aad en de kinderen van de 4de en 5de klas uit 1984. De teksten zijn door de kinderen en meester Aad geschreven.
Wanneer de Grote Waal gebouwd is. Nou, die is in gedeeltes gebouwd; deze huizen hierachter, fase 3 heet dat, die zijn 7 jaar 6
geleden gebouwd, en aan de andere kant van de Middelweg, Boogschutter, Waterman, dat is zeven a acht jaar geleden. Er waren in het begin helemaal nog geen huizen. Er was toen nog bush bush, (zo noemden ze dat, zie foto). Later waren ze huizen aan het bouwen aan de andere kant van de middelweg. Daarna kwamen de Boogschutter en de Waterman. Verder was het bosjes, struiken. Mooi om te spelen. Er was verder nog geen huis, maar de school hadden ze al neergezet, omdat ze wisten dat hier huizen zouden bouwen. Maar je weet hoe dat gaat, allemaal bouwverkeer en bouwmensen, modder en aarde, vrachtwagens. Het was hier vaak een behoorlijke viezigheid, rond de school en als het regent en al die aarde wordt natter maar de kinderen vonden het leuk om daar tussen door te spelen. Het gebeurde heel vaak dat kinderen met hele vieze broeken of natte sokken binnen kwamen doordat ze door die troep heen naar school toe moesten. Vanaf de andere kant van de Middelweg, je kon gewoon niet anders dan door die troep heenlopen. Dus het gebeurde wel eens dat ik een aantal broeken en sokken op de verwarming had liggen. De helft van de klas zat dan met zijn onderbroek in de klas. Er waren natuurlijk hoge zandbergen. Het was er allemaal zand en modder, maar je kon ook niet zeggen daar mag je niet spelen, want er was nog geen andere plek, zelfs geen schoolplein. Zo zag de school er in het begin uit en langzamerhand zijn al die huizen gekomen en ik denk dat het wel vijf jaar heeft geduurd, voordat het echt schoon was rond de school. Tja, wij vonden het wel vieze troep maar de kinderen vonden het natuurlijk leuk om op die bergen zand en aarde te spelen. De Sterrenwijk Dat is door de gemeente zo beslist, en ik weet niet of er nog mensen inspraak hebben gehad, maar een bepaalde wijk geven ze altijd een éénsoortige naam, en zo hebben ze voor fase 1, Kometenstraat, Neptuneshof, Jupiterhof, fase 2 Boogschutter, Waterman, en onze schaal stond toen net op de helft van fase 2, en vandaar dat wij ook nog zo'n naam hebben gekozen die in de buurt paste wat betreft de sterrenbeelden. Maar wij wisten toen nog niet dat fase 3 allemaal molens waren, dus later zeiden we dat we meer in fase 3 en 4 zaten dan bij de sterren.
7
Ontstaan van de school In het begin was er de Jules Verne school die groeide en groeide, de kinderen pasten niet meer in het gebouw, maar ze wisten al dat ze hier huizen zouden bouwen. Ze zouden hier alvast een school neerzetten, maar die hoorde dan nog wel bij de Jules Verne, dus een aantal kinderen gingen al naar deze school. In 1976 begon deze school en heette de Wichelaar. We hadden een lagere school met 5 klassen, er was nog geen kleuterschool aan. Een jaar later is er een kleuterklas bijgekomen; dat was juf Sineke. Daarna is de kleuterschool eraan gebouwd, en waren er twee kleuterklassen en inmiddels 6 lagere school klassen, en daarna kwamen er 3 kleuterklassen; er heeft zelfs nog een kleuterklas op de gang gezeten. Zodoende werden er noodlokalen bij gebouwd. Het is allemaal heel verschillend hoeveel klassen je hebt, want het is maar net hoeveel er van die leeftijd in een wijk wonen. Nu (1984) hebben we dus weer 5 lagere school klassen en 3 kleuterklassen. Interview met juf Els Het ontstaan van de Wichelaar. De Wichelaar is gebouwd in 1974. Eerst was de Wichelaar nog van de Jules Verne. In 1976 is de school de Wichelaar genoemd. Dat had juf Tineke Jes bedacht. Een Wichelaar is een man die aan de hand van de sterren een uitspraak probeert te doen, maar dat hoeft niet altijd goed te zijn. Hij kan soms precies zien aan de sterren wat voor een toekomstvoorspelling hij kan doen. Soms doet hij dat goed en soms ook niet. Zo is het ook met juffen en meesters die zeggen dat en dat is goed voor een kind. Vaak komt het uit en vaak ook helemaal niet. Het is altijd een beetje gissen. Sturen we hem naar een goeie school, ja of nee?! Doen we een goeie keus. Kinderen gaan over of blijven zitten. Je probeert altijd het beste te doen. Voorspellen voor een kind soms is het goed en soms zit je ernaast. Zo is de naam 'Wichelaar'
8
ontstaan.
Het team uit 1984
Zoekplaatje Op deze teamfoto staan vier leerkrachten die nog steeds op de Zonnewijzer werkzaam zijn: Juf Els (Jorritsma) Juf Sonja (Vlietstra), zij komt nog regelmatig inspringen op De Zonnewijzer Meester Aad (Besseling) Juf Marijke (Kay)
9
De geschiedenis van de Zonnewijzer De geschiedenis van de Zonnewijzer Met de brand van de Pionier op 1 januari 1996 valt er een zwarte schaduw over de fusie. De leerkrachten en kinderen komen eerder bij elkaar dan verwacht. Na de eerste weken met bussen naar noodlokalen in Hoorn te zijn vervoerd, komen veel kinderen in noodlokalen in de buurt terecht: het witte huis op het huidige voetbalveld en in noodlokalen aan de Vijzelmolen. Meer geschiedenis en verhalen staan bij de geschiedenis van de Pionier. Het gebouw van de Wichelaar is behoorlijk verouderd en wordt verbouwd. De verbouwing start in oktober 1997 en wordt in augustus 1998 opgeleverd. De oplevering nodigt uit tot feestelijkheden. Eindelijk is het gebouw, na een jaar van verbouwing en rotzooi, klaar. Het gebouw is behoorlijk veranderd: de ingang is verplaatst van het fietspad naar de huidige ingang. Op de plaats van de oude ingang zijn twee lokalen aangebouwd. Dit zijn de twee koplokalen die op het fietspad uitkijken. Naast de nieuwe, huidige ingang verschijnt eveneens een nieuw lokaal. Het vierde bijgebouwde lokaal is het kleuterlokaal van juf Eline. Bovenop de kleuterlokalen is de IB kamer en het handvaardigheidslokaal gebouwd. Binnenin heeft de school ook een metamorfose ondergaan: de keuken is verplaatst en er is een prachtige zijvleugel aangebouwd. In deze zijvleugel is de directie en lerarenkamer gehuisvest. De laatste verandering is de aanleg van onze prachtige patio. Ondertussen verlaten de meeste groepen het witte huis en vinden in de verbouwde school onderdak. Er zijn nog twee groepen in het noodgebouw aan de voordeur van de Zonnewijzer. Deze wordt in de zomer van 2001 gesloopt en vervangen door een nieuw noodgebouw. Het laatste noodgebouw vervult zijn functie ruim een jaar, en wordt in de zomer van 2002 weggehaald. Op deze plek worden speelatributen voor de kinderen aangelegd. Op dit moment zijn alle groepen in het gebouw van de Zonnewijzer. In het schooljaar 200-2004 zit de laatste lichting Wichelaar en Pionier nog op school.... Niet alleen de school verandert, de directie wisselt binnen twee jaar van samenstelling. Ed Ootes vertrekt per 1 augustus 1996 als directeur en wordt ruim een jaar later door Fred Wapstra opgevolgd. Een jaar na Fred later wordt Suzanne Laan adjunct directeur. De laatste wijziging vindt in mei 2002 plaats als Fred een baan in Zaanstad aanvaardt en Suzanne zijn plaats als directeur overneemt. Suzanne wordt op haar beurt door Sonja Vlietstra als adjunct opgevolgd.
In november 1995 wordt de fusie tussen de openbare scholen de Wichelaar en de Pionier een feit. Het directieteam wordt door Ed Ootes (directeur) en Sineke van der Sluis en Bea Bakkers (beiden adjunct) gevormd. De fusie gaat gepaard met feestelijke activiteiten. Er wordt een vlaggenlijn tussen beide scholen opgehangen. Deze lijn komt over de Weel te hangen. Er zijn ook uitwisselingen van groepen kinderen. Halve groepen gaan naar de locatie Wichelaar en omgekeerd. Naast deze activiteiten dient er ook een nieuwe naam 10
voor de school te komen. Hier wordt een prijsvraag voor uitgeschreven. Omdat de school tussen de planetenwijk en molenwijk ligt, dient de nieuwe schoolnaam met één van beiden te maken te hebben. De keuze valt op "de Zonnewijzer": een sprankelende naam.
Meer foto's, meer historie
11
Historie van de Zonnewijzer De geschiedenis van drie scholen OBS de Pionier + OBS De Wichelaar = OBS De Zonnewijzer Een mooie pagina over de geschiedenis van de drie scholen: de Wichelaar, de Pionier en de Zonnewijzer, zodat u ook nog eens kunt kijken hoe het vroeger ook alweer was op deze scholen. Of misschien bent u nieuwsgierig hoe jong de juffen en meesters er ooit uitzagen? Geniet van de historie van de scholen en vergeet niet te kijken of u, op de laatste foto van de geschiedenis van de Wichelaar, alle vijf de jonge leerkrachten kunnen herkennen!
De Grote Waal werd in vier fasen volgebouwd. In 1976 startten de Wichelaar en de Pionier om de leerlingen uit de fasen 3 en 4 op te vangen. In fase 3 werd gebouwd en fase 4 werd bouwrijp gemaakt. Aangezien er in die tijd nog schoolgrenzen bestonden, werd de Weel als grens genomen. Ten oosten ervan gingen de leerlingen naar basisschool de Pionier.
12