De Evangeliebazuin e e n tijds chrif t vo or g e lo of s o p b ou w
#1110
14 d e c em b er 2 0 11 | d e c - ja n | ja a rg a n g 62
Kerst … ! Dat wil zeggen God maakt een voor mensenogen zichtbaar begin met de uitvoering van Zijn heilsplan. > p.18 B i j b e l st u d i e
P r a k ti s c h C h r i st e n d o m
Artikel
Tijd voor een bruiloft pagina 04
Van je fouten kun je leren pagina 10
Keizer Gaius Octavius versus Jesus van Nazareth pagina 18
Vooraf Kerstfeest 2011! In een wereld vol onrust en onzekerheid viert deze aarde weer het Kerstfeest. “Viert” tussen aanhalingstekens, omdat dit vieren nauwelijks nog gericht is op het grote Geschenk van het Kind in de kribbe. Gode zij dank is er nog een schare van “overgeblevenen” is, die met dankbaarheid de geboorte gedenkt van haar Zaligmaker en Heiland. En nog dankbaarder mogen wij zijn als Gods Heilige Geest ons het zegel heeft opgedrukt, dat wij tot die schare behoren. Ook nu nog is Hij onveranderlijk onze Hoop en Zaligheid voor dit leven en onze Zekerheid voor de Eeuwigheid hierna. Laten we, broeders en zusters ,ons in deze tijd extra bewust zijn van het heerlijke voorrecht dat God ons in Christus heeft geschonken! Dan kunnen we werkelijk een gezegend Kerstfeest tegemoet zien! En dat wens ik u van harte toe! Het Kerstgedicht beschrijft ons een groot wonder. Het vertelt ons hoe in Bethlehem in een schamele stal een Kind, een Zaligmaker en Heiland geboren werd, die in het duister van de zondenacht als een heldere glans verscheen, om ons te redden en zalig te maken van alle ongerechtigheden! Naast de gebruikelijke vervolgartikelen hier een greep uit de verdere inhoud van deze Bazuin. In de rubriek Praktisch Christendom aandacht voor de lessen die we (kunnen en moeten) leren uit onze fouten. Het artikel laat ons zien dat we feilbare mensen zijn. We kunnen ons verspreken, in een gezelschap een blunder begaan, iemand ongewild kwetsen, e.d. meer. Het artikel wil ons leren hoe we met deze onzekerheden of onhandigheden moeten omgaan en de weg uit dit zich min of meer herhalende patroon kunnen vinden. In de jeugdrubriek wordt nu, aan het einde van het jaar, de levensbelangrijke vraag opgeworpen: Ben je gegroeid? Het gaat erom of de Heere in jou leven een grotere plaats is gaan innemen dan voorheen. Die vraag moet je voor God, die je hele leven doorziet en kent, beantwoorden! Moge God je helpen dat je op die vraag positief en blijmoedig kunt antwoorden. “De kleine ster” in de Kinderrubriek is een leerzaam artikel, gevat in een aanschouwelijke les. Het leert dat God nooit de beloften, gedaan aan Zijn kinderen, verbreekt! Het artikel over keizer Augustus versus Jezus van Nazareth (twee leiders, twee volken) beschrijft de achtergronden en de allesomvattende reikwijdte en betekenis van het Kerstverhaal voor ons mensen. Het gaat om oneindig veel meer dan een gevoelig verhaal, dat fijne gevoelens oproept. Dat is niet verkeerd, maar het artikel wil ons duidelijk maken dat het om veel meer gaat. Ik wens u bij het lezen Gods zegen toe. H.W. Asma
2
Inhoud 03 Wo o r d st u d i e Hoort hoe lieflijk 04 Bi j b e l st u d i e Tijd voor een bruiloft! 07 L i t e rat u u r Boodschappers van een “Heldere Dag” D.S. Warner - deel 8 10 P ra k t i sc h C h r i st e n d o m Van je fouten kun je leren
Bi j l ag e K i n d e r e n Knutselwerkje Isaï-boom 13 K i n d e r e n De klein ster 15 H a n d e l i n g e n De apostel Petrus op zendingsreis 17 Vo o r d e J e u g d Ben je gegroeid? 18 A rt i k e l Keizer Gaius Octavius versus Jezus van Nazareth 21 A rt i k e l Gebedsthema’s 2012
Hoort,
hoe lieflijk
Hoort, hoe lieflijk dringt daar door de zwijgende nacht, een hemelse zang naar de aarde. De herders zij horen die zang zo vol pracht, die jubelend Gods heil openbaarde.
zwijgende nacht...
Daar dringt in het duister een held’re glans door. en klinkt uit het zalige engelenkoor: Heden is uw Heiland geboren! O, gaat toch en ziet, daar, in Bethlehems stal, Ligt ‘t wonder dat God liet geschieden. O looft nu en prijst Hem met jubelgeschal, de macht van het duister moet vlieden! Vertelt toch aan allen van oord tot oord,
held’re glans
uw Heiland geboren
de zalige boodschap van ’t heilig Kind voort. Heden is uw Heiland geboren!
leert het voortaan
Ja., komt nu o armen, om niet neemt toch aan, Deze boodschap ten eeuwigen leven. O komt toch ook rijken en leert het voortaan, om arm met de armen te wezen. Dan is er geen tweedracht, geen vijandschap meer,
Gods liedfe breekt baan!
en koningen en herders vereend knielen neer. Heden is uw Heiland geboren! Nu komen de zondaars naar ’t Kind in de stal, zelfs tollenaars en moordenaars knielen, Voor ’t Kind in de kribbe dat heil brengen zal, de Redder van kostbare zielen. O wondere genade, Gods liefde breekt baan! Messias der wereld, Hij heerst nu voortaan. Heden is uw Heiland geboren!
I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
3
J e z u s | Tijd voor een bruiloft!
I
n het volgen van Jezus zijn we aangekomen bij het intermezzo van de bruiloft te Kana. Deze bruiloft vindt plaatst nog voordat Hij met Zijn
discipelen begint aan Zijn rondreizen door de landstreek van Galilea. Het is een tussenperiode die ligt tussen de gebeurtenissen bij de Jordaan en in de woestijn enerzijds, en anderzijds de bekende en veel besproken gebeurtenissen tijdens de rondreizen van Jezus door Galilea. Die rondreizen vormen wel het meest besproken deel van het openbare optreden van Jezus. Daar komen we de komende keren dan ook uitgebreider op terug. Nu willen we eerst nog even stilstaan bij de gebeurtenissen in het rustgevende levenstempo van het platteland van Galilea.
Bert Hage
Met de eerste discipelen trok Jezus bij de Jordaan vandaan naar de minder drukke delen van Galilea. Galilea was de landstreek waar Hij en deze discipelen waren opgegroeid. Levend in de haast van de moderne tijd is het heel lastig om ons in te leven in het toenmalige premoderne levenstempo. Terwijl we elkaar er best weer eens op kunnen attenderen dat het levenstempo wel degelijk invloed heeft op wie we zijn! Het maakt wel verschil voor de deelnemers aan een oorlog of deze te voet, te paard, of met tanks en raketten gevoerd wordt.
Bijbelstudie 4
Tijd is veelal een schaars goed en rusteloosheid lijkt het kenmerk bij uitstek van deze tijd. De samenleving draait op een tempo dat ertoe leidt, dat mensen behoefte krijgen aan onthaasten. Met de komst van de modernste communicatiemiddelen zijn we overal en altijd bereikbaar. De “gaten in de tijd” zijn weg. Jezus trad
de versnelling van het leven in Zijn tijd al vaak tegemoet door stille plekken op te zoeken – zoals de stilte van de nacht - waar de tijd stil lijkt te staan.
Hier is nog sprake van een tijd waarin Hij met Zijn volgelingen nog even de “normale” dagelijkse gang oppakt, synagogen bezoekt en Zijn boodschap verkondigt. Zo kwam hij op een zeker moment in het stadje Kana, niet ver van Nazareth gelegen, het dorp dat Jezus vanuit zijn kindheid zo vertrouwd was. Het was in deze regio en bij deze gelegenheid dat Hij zo’n 600 liter water in wijn veranderde. Hij ging nog even niet naar Jeruzalem. Hij bleef nog enige tijd in de luwte tot aan het jaarlijkse Pesachfeest. Na de bruiloft leeft Hij met Zijn familie en discipelen in het handels- en visserscentrum Kapernaüm aan het meer van Galilea. Daar is het dan ook waar
we lezen van een van Zijn eerste handelingen. Lees over deze periode eens Matth. 4:12-17; Mark. 1:21-37. Tijd en tijdelijkheid Iets dat uit het leven van Jezus zo duidelijk spreekt is, dat Hij respect had voor het juiste moment. De tijd speelt in het leven van elke wereldburger een heel duidelijke rol. Uit het leven van Jezus blijkt, dat Hij met de factor tijd heel bewust omging. Wanneer doe ik wat? Wanneer begin ik aan iets en wanneer houd ik ermee op? Alleen al met de komst van Jezus op aarde had God vanaf de schepping al gewacht tot Hij de tijd rijp achtte; Hij had die tijd ruimschoots van te voren aangekondigd. Vroeger werden de tijstippen ven het collectieve leven veel meer door vaste factoren bepaald. Al helemaal in de ijzeren regels van het kloosterleven. Vandaag moeten we veel meer zelf ons levensritme vinden. Wanneer sta ik op? Hoe deel ik mijn vrije tijd in? Hoe laat vertrek ik, zodat ik niet te laat kom? We moeten afspraken met onszelf maken om op het juiste tijdstip aanwezig te kunnen zijn. Hoe vaak praten we niet net te lang, eten we een hap teveel, komen we net te laat, of missen net de trein? Dat is een teken, dat we nog niet goed met de tijdelijkheid van ons aardse leven omgaan. Er mist nog wat respect en oog voor het juiste moment. Met name in het eerste deel van ons leven worden we door anderen gevormd en begeleid. Maar er komt een moment waarop we zelf van binnenuit moeten gaan leven. Dan moet I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
onder andere de besteding van onze tijd ingedeeld worden. De wijze Prediker wijdt er in zijn boek 15 verzen aan waarin hij benadrukt dat alles zijn bestemde tijd heeft. Hier in dit artikel is voor Jezus nu de tijd voor een bruiloft. Het leven op aarde is Gode zij dank eindig. Juist die tijdelijkheid - het feit dat er ooit een einde aan komt – geeft betekenis aan hetgeen we doen. Als u er bewust mee omgaat zult u merken dat u voor sommige dingen te laat bent. Voor andere dingen is de tijd nog niet rijp. En dan zijn er de dingen die vandaag gedaan moeten worden. Die dingen mag u uit Gods hand nemen en meteen gaan doen. Ef. 2:10 spreekt over goede werken die God voor ons heeft voorbereid om daarin te wandelen. Dat vers roept als het ware op om goed om ons heen te kijken om al zoekend te vinden wat God voor u en mij heeft voorbereid om op dit moment te doen. Met name dat woord “wandelen” geeft kleur aan dit vers. Daarin zit iets gemakkelijks en tegelijkertijd wijst het op een voortgaande beweging. Zowel stilstaan als hardlopen gaan problemen opleveren. Het wandelen wijst op het juiste tempo, op het juist omgaan met tijd en tijdelijkheid van het leven op aarde. Bij veel mensen lijkt de illusie dat voor iedereen op elk moment alles mogelijk is, hardnekkig aanwezig. Vandaar dat we elkaar met regelmaat de levensladder moeten voorhouden van zuigeling, kind, puber, jongeling, middelbare leeftijd, senior, bejaarde, grijsaard. Deze cyclus ondergaat ieder mens. Of je het leuk vind of niet, bij al die verschillende levensfasen horen passende bezigheden.
Het is feest in Kana Tijd voor een bruiloft in Kana. Vanuit de sfeer van de woestijn komen we nu op een bruiloft (lees Joh. 2:1-12). Het huwelijk was een gebeurtenis die in die tijd nog veel nadrukkelijker gemarkeerd werd dan wij vandaag gewend zijn. Gewoonlijk een feest dat 7 dagen in beslag nam en waarbij het gebruikelijk was dat bruid en bruidegom een paar dagen als koning en koningin behandeld werden. Nederlands beroemdste historicus Johan Huizinga brengt ons in zijn boek “Herfsttij der Middeleeuwen” wat in de sfeer van toen. In het hoofdstuk getiteld “ ‘s Levens felheid” staat het volgende kleurrijke citaat: “…alle levensgevallen hadden veel scherper uiterlijke vormen dan nu. Tusschen leed en vreugde, tusschen rampen en geluk scheen de afstand grooter dan voor ons; (…) Elke levensgebeurtenis, elke daad was omringd met nadrukkelijke en uitdrukkelijke vormen, was getild op de verhevenheid van een strakken, vasten levensstijl. De groote dingen: de geboorte, het huwelijk, het sterven, stonden (…)in den glans van het goddelijk mysterie. Maar ook de geringer gevallen: een reis, een arbeid, een bezoek, waren begeleid door duizend zegens, ceremonies, spreuken, omgangsvormen. Tegen rampen en gebrek was minder verzachting dan nu; zij kwamen geduchter en kwellender….” Het bovenstaande vormt een mooie overgang tussen het omgaan met de tijdelijkheid toen en nu en beeldt tevens iets uit van het grote contrast tussen enerzijds de heftige verzoeking in de woestijn en anderzijds de 5
warme bruiloftssfeer waar we het nu over willen hebben. Die uitersten van het leven tekende niet alleen het leven van Jezus maar kenmerkte door alle eeuwen heen het overgrote deel van de mensenlevens. De levensfelheid van het kwetsbare mensenleven is door uiteenlopende vormen van comfort voor ons verzacht. Laten we dat heel even noemen. Iets waar we zo vaak onbedachtzaam aan voorbijgaan, terwijl het nu juist een enorme reden vormt voor een dankbaar hart. Er mag best wat aandacht zijn voor de positie die wij genieten op grond van de verworvenheden van de generaties voor ons. Terug naar Kana, daar bleek Jezus niet de asceet die bruiloften verfoeide en alleen woestijnen opzocht. Hij kende het leven in heel zijn breedte. Het was Zijn innerlijke gezindheid die Hem in staat stelde op al de verschillende omstandigheden van dit leven passend te reageren. De Bijbel noemt dat ook wel de eenvoudigheid of enkelvoudigheid van het hart. Een hart dat in staat is om onder alle omstandigheden één doel te dienen: Dienstbaar aan het goede omwille van God, de naaste en jezelf. In de woestijn God dienen heeft zo zijn moeilijke kanten, zeker als je in dienst van de Heere daar in de woestijn 40 dagen niet kunt beschikken over voedsel. Maar God dienen op een bruiloft is zeker ook geen vanzelfsprekendheid. In alle gevallen is het zaak voor ogen te houden welk doel u op dat moment dient. Die eenvoudigheid van het hart maakt ons bekwaam om van ons leven te genieten zonder dat die genieting ons te gronde richt.
Er
mag best wat
aandacht zijn voor de positie die wij genieten op grond van de verworvenheden van de generaties voor ons.
Uiteindelijk zorgt Hij ervoor dat de wijnvoorraad wordt aangevuld met zo’n slordige 600 liter wijn die qua smaak de gasten verwonderd doet staan. Wijn heeft in de Bijbel een dubbele symbolische betekenis. Deze wordt zowel positief als negatief gebruikt. Hier is de wijn het symbool van de vreugde terwijl het ook in een heel negatieve context gebruikt wordt. Zie Jes. 51:22; Jer. 25:15,16; Ezech. 23:32,33; Openb. 14:8. Nu mag hier wel worden opgemerkt dat de fantasie van mensen door zo’n geschiedenis wel vaker wat op hol sloeg. Niet alleen bij deze geschiedenis. In zijn algemeenheid willen mensen om de één of andere reden bepaalde wensvoorstellingen geforceerd op Jezus projecteren. De beelden lopen dan uiteen van de zachte Jezus tot de vurige revolutionair. Vandaar dat de apostelen graag spraken over de Christus van de Schriften. Vraag de Emmaüsgangers eens hoe graag ze met Jezus wat hadden nagetafeld. Wat Hem in Zijn leven op aarde vooral tekende was de evenwichtigheid in Zijn persoonlijkheid. Hij blijft dan ook altijd en in alles ons grote voorbeeld. Het voorbeeldige in Maria Nog even over Maria. Ook tijdens dit bruiloftsgebeuren zit er een les in de manier waarop zij haar rol vervult. Als het probleem van het wijngebrek zich aandient, verwijst Maria direct door naar Jezus. Roept ze eerst nog op Hem iets te vragen, direct daarna adviseert ze om vooral te luisteren naar hetgeen Hij te zeggen heeft. Dat is voorbeeldig discipelschap, ze wijst van zichzelf weg, en richt de aandacht op Hem. Ook al reageert Jezus heel afwijzend naar Zijn moeder toe, toch vult Hij de drank aan. Waarom? Omdat de tijd er blijkbaar rijp voor was… <<
6
LIT E R AT U U R
1. Van mensen en bewegingen
John W.V. Smith †
2. D.S. Warner
3 . Enoch E. Byrum
4. Herbert M. Riggle
5. Frederick G. Smith
6. Nora S. Hunter
BOODSCHAPPERS VAN EEN “HELDERE DAG” Daniel Sidney Warner - deel 8
H
et was eveneens tijdens deze zomer dat er zich weer een groot verdriet voordeed in zijn leven. Na een langdurig ziekbed stierf op 16 juni zijn vader. Terwijl de begrafenis in voorbereiding was, kreeg hij een telegram
dat zijn dochtertje ernstig ziek was. Hij vertrok onmiddellijk en haastte zich naar het ziekbed van de 3 jaar oude Levilla. Een paar dagen later stierf ze. Haar begrafenis vond plaats op 25 juni, de dag van Warner’s 36e verjaardag.
In september daarna werd hijzelf zo ernstig ziek door, zoals hij het zelf beschreef, “zware koortsaanvallen en longbloedingen” dat zijn vrienden en zelfs een dokter zich ernstig zorgen om hem maakten. Maar God had nog veel werk voor hem, dat gedaan moest worden. In oktober was hij weer in staat zijn evangelisch werk te hervatten. Warner vond echter geen voldoening in het feit dat hij verder moest als een op zichzelf staande prediker. Hij kon en wilde absoluut niet worden beschouwd als een “onafhankelijke” Hij had al te vaak gebeden: “God, redt de Gemeente”. Om te concluderen dat hij zich wilde afscheiden van zijn broeders was onjuist. Een dagboekaantekening in maart 1878 lijkt een indicatie dat hij zelf zou overwegen een nieuwe groep gelovigen te vormen, want hij spreekt daar over het organiseren van een onafhankelijke groep van de Gemeente Gods. Er wordt verder niet meer aan die overweging van hem gerefereerd; we kunnen dus aannemen dat hij hieraan geen verdere uitvoering heeft gegeI D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
ven. Zijn voornaamste aandacht in deze periode scheen uit te gaan naar het vinden van een bestaande groep waarbij hij zich kon aansluiten en waar hij vrij zou zijn de boodschap te prediken die hem op het hart lag. Enkele uitnodigingen voor het houden van evangelisch gerichte samenkomsten in Indiana brachten hem in contact met een groep gelovigen die, naar het hem toescheen, aan zijn wens en behoefte beantwoordde. Deze groep was de “Northern Indiana Eldership of the Churches of God”, een afsplitsing van de Gemeente die eerder zijn predikerlicentie had ingetrokken. De “Northern Eldership” had de banden verbroken met de “General Eldership” (bij welke Warner vroeger was aangesloten) omdat deze zich niet duidelijk tegen allerlei geheime genootschappen had uitgesproken en omdat zij afwijzend stond tegenover de leer van de heiligmaking. De beter op de hoogte zijnde Warner raakte er meer en meer van overtuigd dat hij zich bij deze groep kon thuisvoelen. Daarom stelde hij alles in het werk om in okto7
John W.V. Smith †
Hij
was al lang erkend als een
schreef hij met een kracht en ex ber hun “Northern Eldership” bijeenkomsten te bezoeken, hoewel hij nog steeds leed onder zijn longkwaal. Het was tijdens deze bijeenkomsten dat hij in hun kring werd geaccepteerd en tevens benoemd werd tot mede-uitgever van de “Herald of Gospel Freedom”. In de tijd dat Warner zich verbonden had met de “Northern Indiana Eldership”, werd hij, via zijn werkzaamheden als mede-uitgever en evangelist de belangrijkste initiatiefnemer van pogingen de “Eldership” geleidelijk te verenigen met de “United Mennonite Church”. Hij was in contact gekomen met een aantal voorgangers van deze groep en was geïmponeerd door de grote overeenkomst tussen de opvattingen en ideeën van beide groepen. Sprekende over één van die contacten in augustus 1879, zegt Warner: “Ik bid God, dat we één kudde mogen worden”. In september bezocht hij bijeenkomsten van de “Mennonite”conferentie en hielp bewerkstelligen dat zij een delegatie zouden sturen naar een bijeenkomst van de Northern Indiana Eldership. Voor december was er een gezamenlijke bijeenkomst van de beide groepen gearrangeerd en er werden voorstellen uitgewerkt voor een volledig samengaan. Maar Warner’s aantekeningen bevatten geen verdere aanwijzingen over de uiteindelijke uitkomst hiervan. Kennelijk zijn de beide groepen nooit tot een passende overeenstemming gekomen. Warner bleef echter op goede voet met deze broeders, want zijn eerste boek: “Bible Proofs of a Second Work of Grace” (Bijbelse Bewijzen van een Tweede Genadewerk”) werd in 1880 gepubliceerd door de “Mennonite Publishing House” in Goshen, Indiana. In deze periode verloor Warner nooit zijn nieuwe opdracht uit het oog, want hij ging door met zich te kanten tegen het sektarisme en met het bevorderen van de heiligingsleer. Maar hij bleef steeds aarzelen over de juiste methode om te bereiken 8
die hij tevoren nooit had getoo waarvan hij voelde dat God hem ertoe geroepen had. Hoewel hij nooit vrij was van twijfel en onzekerheid, scheen de tweevoudige band met de “Northern Indiana Eldership”en de “National Holiness Association” tot volle tevredenheid te zijn, althans voor het moment. Geen van deze groepen trachtte hem in zijn prediking of zijn activiteiten als uitgever te belemmeren; hij had dus geen reden om over de contacten met deze groepen ontevreden te zijn. Warner verbreekt banden Vroeg in 1880 echter, begon hij zich ongemakkelijk te voelen over deze samenwerkingsrelaties. Het eerste punt dat hij voor zichzelf ter discussie stelde was zijn lidmaatschap van de “Holiness Association”. Bijzonder de voorwaarde in het organisatiereglement dat voorschreef dat: “het samenwerkingsverband zal bestaan uit leden van allerlei christelijke organisaties die in harmonie met elkaar de samenwerking moeten zoeken”. Op een dag in april, terwijl Warner in Hardinsburg, Indiana, verbleef, besteedde hij, samen met twee andere broeders, een dag van gebed voor deze zaak. Hij kwam uit deze dag van gebed met enkele uitgesproken conclusies. “De Geest des Heren toonde mij”, zo zegt hij, “de inconsistentie van het afwijzen van het sektarisme en het toch behoren bij een verband dat gebaseerd is op het erkennen van sekten. We beloofden God, dat we ons zouden terugtrekken uit dergelijke samenwerkings-verbanden”. Kort daarna bezocht Warner een bijeenkomst van de “Holiness Association” in Terre Haute (Indiana) en diende daar een motie in. Deze hield in, het verwijderen uit de reglementen van de clausule die het sektewezen binnen de “Association” accepteerde//goedkeurde. Hij stelde een aangepaste tekst voor die het lidmaatschap van de “Asso-
bekwaam schrijver, maar nu p ressie en positieve overtuiging, n d. ciation” openstelde voor ”alle ware christenen, overal op aarde”. De aangepaste clausule werd verworpen. Op 1 juni berichtte Warner over dit incident in de Gospel Trumpet en verklaarde: “Hierbij maken we bekend aan allen waarmee we tot redding van zielen willen samenwerken, dus alle ware christenen, dat we ons terugtrekken uit alle organisaties, die het sektewezen in het lichaam van Christus steunen en in stand houden”. In de maanden die volgden keek hij met dezelfde kritische blik ook naar zijn samenwerking met de “Northern Indiana Eldership” en hij kwam daarbij tot dezelfde conclusie. In oktober bezocht hij een bijeenkomst van de “Eldership” in Beaver Dam, Indiana. Hij vertelde van zijn innerlijke overtuiging en verklaarde dat hij niet langer zonder gewetensnood deel kon blijven uitmaken van het samenwerkingsverband. In een dramatisch ogenblik vroeg hij, of er nog anderen waren, die hun standpunt wilden bepalen en vrij wilden zijn van alle sektarische verdeeldheid. Vijf mensen stonden op. Samen verlieten zij de bijeenkomst en daarmee voor altijd het sektewezen. Dit kleine groepje uit Beaver Dam werd de eerste plaatselijke gemeente van de Gemeente Gods. Later in dezelfde maand deed een tweede groep uit Carson City, Michigan, dezelfde stap. Deze beide incidenten, van het verbreken van een langdurige samenwerking markeerden het begin van een nieuw tijdperk in Warner’s predikerloopbaan. De innerlijke worsteling met de diverse tegenstrijdigheden was voorbij. Hij ging nu rustig op zoek naar een geschikte plaats van samenkomst. Zijn geestelijke worsteling was nu voorbij. Hij I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
had de vrijheid in Christus gevonden waarnaar hij zo lang had gezocht. Een nieuwe realiteit was er in zijn leven gekomen. Het was alsof hij verlost was van een zware last en voor het eerst in zijn leven in staat was rechtop te lopen. Hij had het gevoel alsof hij uit zijn eigen zwarte schaduw en alle sektarische muren was getreden en dat hij nu stond in het volle licht van de waarheid, het “avondlicht” waarvan de profeet Zacharia eens had gesproken (14:7b). Er was inderdaad reden tot grote vreugde. God was een nieuw werk begonnen in Zijn Gemeente. Bijna onmiddellijk maakte zich een element van uitbundige vreugde bemerkbaar en een nieuwe geest van gedrevenheid werd duidelijk bij alles wat Warner deed. Hij wendde zich tot de Schrift voor verdere bevestiging en inzicht in de Bijbelse waarheid zoals hij die verstond. Hij had jarenlang de Bijbel bestudeerd, maar nu begon hij in haar bladzijden een zich ontvouwend epos van de geopenbaarde waarheid te zien, en in die waarheid zocht hij dieper en volmaakter door te dringen. Zijn manier van schrijven werd anders. Hij was al lang erkend als een bekwaam schrijver, maar nu schreef hij met een kracht en expressie en positieve overtuiging, die hij tevoren nooit had getoond. Hij had ook een nieuwe interesse voor de muziek. Zijn hele leven lang al zong hij graag, maar nu had hij een nieuw lied, in feite vele nieuwe liederen, die hij zelf componeerde. Dit nieuwe geestelijke “elan” bracht hij tot uitdrukking in het lied “There’s Music in My Soul”, (de (Engelse) beginwoorden van het koor van lied nr. 16 uit Sions Lofzangen: “Sinds Jezus werd mijn Redder”. Zelfs Warner’s prediking werd anders. De kwaliteit van zijn prediking werd algemeen erkend als voortreffelijk, maar nu had hij nieuwe redenen om de “goede boodschap” te verkondigen. Niet alleen had God Zich aan hem geopenbaard in Christus; Hij was nu bezig Zich opnieuw te openbaren aan de Gemeente van alle waarlijk verlosten. (Wordt vervolgd) 9
P r a k tisc h C h rist e n d om
V an
je fouten kun je leren ...
Blunders ‘Wat een ongelooflijke domkop ben ik toch’ zeg je tegen jezelf omdat je je vergiste in de persoon en dingen aan iemand vertelde die niet voor hem bestemd waren. Of als je je verspreekt bij een speech en iedereen lacht. Of wanneer je op het eerste etentje bij de ouders van je vriend een glas drinken omstoot. Allemaal blunders waarover je je kwaad maakt, omdat ze je imago in gevaar brengen (dat denk je toch). Blunders die je een vervelend gevoel geven omdat ze het ideaalplaatje van jezelf aantasten. Ze laten je zien dat je niet alles in de hand hebt, zelfs niet hoe je overkomt bij anderen. Spijt Het wordt nog pijnlijker als je nadenkt over zaken waarbij je anderen veel pijn hebt aangedaan. Een vriendschap die door jouw toedoen is stukgelopen. Ruzie met je ouders die je nu, omdat ze overleden zijn, niet meer kunt goed maken. Je ontrouw waardoor je part10
ner alle vertrouwen in jou verloor. De opleiding die je niet voltooid hebt. Deze fouten knagen veel dieper aan je omdat deze je integriteit aantasten. Ze ondergraven je gevoel dat je een goed mens bent en doen je twijfelen aan je eigen intenties.
Patronen ‘Waarom ontmoet ik altijd de verkeerde vrienden’? ‘Waarom laat ik de dingen altijd op het laatste moment mislukken?’ Sommige fouten zijn geen incidenten, maar vormen een soort patroon in je leven. Ze herhalen zich voortdurend. Ze geven je
Gerrit Houtman
het ellendige gevoel dat je er niet aan kunt ontsnappen, dat je bij wijze van spreken gedoemd bent zo te leven. Waarom vinden we fouten zo erg? Allereerst omdat we zo opgevoed zijn. Onze ouders gaven ons maatstaven van goed en kwaad mee. Ze leerden ons hoe we ons moesten gedragen en kleden, wat hoorde en niet hoorde. Zo leerden we beleefdheid en tafelmanieren, maar ook dat we gezag moesten gehoorzamen en hoe we met anderen moesten omgaan. Ze leerden ons hoe we goede mensen konden worden en dat we fouten in eerste instantie moesten vermijden of anders afleren. Ze beloonden ons als we ons gedroegen naar wat zij ons als goed voorhielden. Ze bestraften ons wanneer we dat niet deden. Onze eerste ervaring met fouten was dat we daardoor last kregen met onze opvoeders. Fouten, dat wil zeggen: ons niet gedragen zoals zij het verwachtten, leverden op z’n minst hun afkeuring op. Deze houding kan ons in onze volwassenheid nog parten spelen. We willen dan zó graag door anderen aardig gevonden worden, dat we in ons gedrag alles vermijden wat dit in gevaar zou kunnen brengen. Als we merken dat mensen ons niet altijd even aardig vinden, gaan we op zoek naar fouten bij ons zelf omdat we denken dat het wel aan ons moet liggen. Echter niet alleen onze ouders; maar ook de maatschappij heeft strenge beelden over wat ze van ons verwacht. Denk maar eens aan uw werksituatie. Er worden eisen gesteld aan uw gedrag, de omgang met uw collega’s en aan uw gespreksonder-
I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
werpen. U bent echt niet zo vrij als u wel zou willen. Om uw baan en het contact met uw collega’s niet te verliezen zult u snel wat water bij de wijn doen. Het sterkst zijn echter onze eigen ideaalbeelden. Vooral bij de categorie blunders spelen deze een grote rol. We willen bijvoorbeeld stoer en zelfverzekerd overkomen. Maar als we een keer onzeker reageren en niet goed uit onze woorden komen, gaan we tegen dit ideaalbeeld in. Of je hebt als ideaalbeeld dat je altijd vriendelijk en geduldig wilt zijn. Op een gegeven moment vaar je echter uit tegen je collega en komt er woede en frustratie te voorschijn in plaats van je geduldige glimlach. Niet beantwoorden aan je eigen verwachtingen geeft frustratie en doen je woedend worden op jezelf en dit kan leiden tot zelfverachting. Wat kan ons helpen? Om beter met je fouten om te kunnen gaan moet je eerst inzicht in jezelf krijgen. Inzicht over hoe je in elkaar zit, maar ook hoe je eigen gedrag zich ontwikkelt. Het belangrijkste dat je moet ontdekken is dat je leert door ervaring. Natuurlijk leren we ook door informatieoverdracht en het navolgen van anderen, maar toch het meest door wat we zelf meemaken en in de praktijk ontdekken. Door een keer een flinke boete op te lopen nadat ik door het rode stoplicht reed, heb ik veel meer geleerd dan duizend waarschuwingen. Wat goed en kwaad is leer je in de praktijk. Jonge kinderen die de wereld om zich heen verkennen zullen niet wachten tot ze daarvoor de gelegenheid krijgen. Ze willen hun grenzen ex-
ploreren. Tieners zijn daar nog sterker in en gaan daarin soms tot het uiterste. In deze ervaringen leren ze grenzen. Grenzen van wat de omgeving tolereert en wat niet, maar ook wat ze zelf goed en fijn vinden. Zo ontdekken ze stap voor stap hun eigen waarden en principes. Fouten zijn dus nodig als onderdeel van ons leerproces. Op die manier ontdekken we waar onze grenzen liggen. Wat ons in ieder geval niet helpt Wat we vaak doen, maar wat zeker niet helpt, is iets niet te doen. Bijvoorbeeld: we zeggen tegen ons zelf ‘Ik moet me het minder aantrekken’ of ‘Ik moet mezelf wat minder schuldig voelen’ of we maken goede voornemens als ‘Ik ga minder fouten maken’. Dit zijn allemaal negatieve opdrachten die niet werken. Echte verandering krijg je door iets anders, iets nieuws toe te voegen aan je leven. Mensen die bijvoorbeeld gestopt zijn met een verkeerde gewoonte hebben dit meestal gedaan samen met een ander besluit of gedragsverandering. De motivatie hiervoor was zo sterk dat ze het ervoor over hadden. Tips die wel helpen: Humor Zeker als het over blunders gaat, helpt het als je jezelf wat minder ernstig neemt, als je de lat wat minder hoog legt. De wereld vergaat niet als de mensen een keer om je lachen. Je imago verandert er misschien wel door, maar dat wil niet zeggen dat je daardoor minder waardevol bent voor anderen. Vind jezelf ook niet zo belangrijk dat jij denkt alle verant11
woording alleen te moeten dragen. Geef anderen de kans om hun steentje ook eens bij te dragen. Fouten als preventie Veel van onze fouten, ook die waar wij veel spijt van hebben, zijn eigenlijk leerzame tussenstops. Ze bereiden je voor op de volgende stap in je leven. Deze fout heb je eigenlijk nodig om een volgende grotere fout niet te maken. Een fout zoals het kwetsen van je partner, laat zien welke richting het daarmee uit kan gaan. Door van je fout te leren, kun je van richting veranderen. Door het kwetsen van je partner kun je zien dat je zo van el-
“Open
Je levensopdracht in stukjes delen Waarom zou je alles wat je in het leven doet onder één noemer brengen? Als je carrière vastloopt, hoe-
diepere geweten te ontdekken. Niet meer een geweten dat er op uit is om je schuldig te verklaren en te veroordelen. Maar een geweten dat je roept om jezelf te worden, je echte roeping te ontdekken. Om los te komen van je opvoeding en de druk van anderen en in vrijheid je eigen levensvisie te realiseren. Fouten genezen je van je ideaalbeeld Fouten bevrijden ons vooral van ons ideaalbeeld. Je dacht misschien dat je het goed deed en dat als het fout liep het de anderen waren die er voor zorgden dat iets mislukte. Maar eens zal je toch onontkoombaar moeten
relaties met vrienden helpen je om je fouten en onzekerheden te delen”
kaar vervreemdt en elkaar niet meer begrijpt. Omdat je deze weg niet op wilt besluit je het anders te doen en de pijn met je partner uit te praten. Relaties Open relaties met vrienden helpen je om je fouten en onzekerheden te delen. Je zult dan merken dat je niet alleen staat en dat anderen vaak over dezelfde dingen inzitten. Maar belangrijker is dat jij je niet langer fixeert op je eigen ideaalbeeld. Relaties met anderen zijn belangrijker dan het in stand houden van je eigen ideaalbeeld. De energie die je steekt in het in stand houden van imago kun je beter gebruiken voor het ontwikkelen van vriendschappen. Fouten wijzen op onze behoeften Je fouten, zelfs de heel ernstige, helpen je te ontdekken waar het werkelijk om gaat in je leven, wat je diepste behoefte is. We leven zo gericht op de prikkels die vanuit onze omgeving naar ons toekomen, dat we erg slecht naar ons zelf luisteren. Als je na een
12
gebroken vriendschap niet ontdekt wat er misliep, zul je waarschijnlijk in een volgende dezelfde fouten maken. Als je in de vorige vriendschap jezelf zo sterk liet verzorgen dat het verstikkend werd, dien je je af te vragen welke behoefte er genegeerd werd. Misschien wil je wel gestimuleerd en aangemoedigd worden, dan dien je bij een volgende relatie deze behoefte centraal te stellen wil je niet in hetzelfde hervallen.
ven je persoonlijke relaties toch niet te mislukken? Financiële problemen hoeven je persoonlijk leven toch niet te frustreren? Natuurlijk is ons leven een eenheid en kunnen we het niet in compartimenten opdelen. Maar we hebben niet overal dezelfde verantwoording en dezelfde rol. In het gezin worden er andere dingen verwacht dan op je werk. Met familie kun je anders omgaan dan met vrienden. Uitspraken als ‘overal misluk ik’ of ‘alles gaat verkeerd’ doen geen recht aan de werkelijkheid. Een veelheid aan activiteiten en relaties kunnen je beschermen tegen mismoed. Fouten vormen je geweten Natuurlijk zorgt je geweten er ook voor dat je je schuldig voelt bij je fouten en helpt het je om het goede te doen en het verkeerde te laten. Maar andersom vormen je fouten ook je geweten. Door fouten te maken ontdek je dat je geweten soms te scherp is afgesteld, teveel gericht op de waarden en normen van anderen. Fouten maken is soms nodig om je echte en
toegeven dat je er zelf ook voor een deel oorzaak van bent. Dat moment is het meest genezende moment in je leven. Het is de kans om de koers echt te verleggen. De Bijbel noemt die koerswijziging bekering. Natuurlijk er is ook de kans dat je snel tot een oppervlakkige schuldbekentenis komt. Je denkt dan door je fouten te belijden weer verder te kunnen gaan en zo je eigen ideaalbeeld in stand te houden. Petrus, die zichzelf als de militaire leider van het leger van Jezus zag, kwam niet verder dan Jezus bij de eerste en beste gelegenheid te verloochenen. Deze ervaring is echter de meest heilzame uit zijn leven geweest. Hij ontdekte dat hij diep in zijn hart laf en bang was, iets dat hij lange tijd had verdrongen. Met grote woorden overschreeuwde hij zijn eigen angst. Nu moest hij door de realiteit toegeven dat zijn werkelijke ‘ik’ doodsbang was. En deze wedergeboorte maakte hem tot een nieuw mens. Een echt mens die mild en zachtmoedig naar zichzelf werd, om het ook naar anderen te kunnen zijn. <<
Kinderen
De
kleine ster
M att aan .
Sandra Mutschmann
nestelt zich op de bank en leunt behaaglijk tegen zijn vader
H ij
is een beetje moe na een drukke dag en hij kijkt ernaar uit
onder de wol te kruipen en weg te zweven naar dromenland .
M aar
eerst
moet het gezin nog met elkaar lezen en bidden .
Vader leest uit de Psalmen, en Matt kijkt naar de geopende Bijbel. Plotseling ontdekt hij iets, waar hij nooit eerder op gelet heeft. Een klein, hol sterretje. Vreemd. Matt buigt zijn hoofd wat dichter naar de bladzijde toe, om het sterretje beter te bekijken. Het ziet er te mooi en te precies uit, dan dat iemand het zelf getekend kan hebben – het moet op de bladzijde gedrukt zijn. Maar wat betekent het sterretje? Matt wacht tot zijn vader klaar is met lezen en vraagt dan: “ Vader – is dit een speciaal vers? Waarom staat er een sterretje bij?” “Ik weet het niet zeker, Matt. Laten we eens naar het midden van de bladzijde kijken, hier in deze kolom. Onder Psalm 22, vers 1, staat wat genoemd wordt een verwijstekst. De verwijzing is naar Matth. 27:46. Maar eerst willen we Psalm 22:1 nog eens lezen, want verwijzingen gaan meestal over hetzelfde onderwerp of geven een verdere uitleg. Er staat: “ Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten, en bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklachten?” Matt slaat snel de bladzijden van de Bijbel om – hij weet waar hij “zijn” boek moet vinden: Mattheus. Opgewonden wijst Matt naar het vers. “Kijk, vader! Dit vers zegt aan het eind hetzelfde: “Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani. Dat betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? En toen ziet Matt wat er volgt -- opnieuw een ster. Maar deze ster is helemaal zwart, niet hol!
“Wel, dat is dan de verklaring! De holle ster die we bij Psalm 22 zagen, duidt op een belofte of profetie. De geheel zwarte ster waarover we lazen in Mattheüs toont ons waar de profetie werd vervuld. O, wacht, dat brengt me op een idee”. Matt en zijn broertjes en zusjes richten hun ogen gespannen op vader. Vaders ideeën en gedachten leiden meestal tot iets belangrijks. “Ïk hoorde eerder van deze gedachte….laten we Jesaja 11:1 eens opslaan. Zie je de ster daar, Matt?” Inderdaad bij het vers staat eveneens een ster. I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
13
Vader vervolgd: “Het vers zegt: ‘Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen’. Mijn idee is dat we als gezin dit jaar een “Isaï-boom” moeten gaan maken. Het is een soort combinatie tussen een kerstboom en een advents-herinneringskalender! De boom zelf is een herinnering aan een van Gods beloften welke vervuld werden: Jezus was een afstammeling van Isaï (de vader van David), precies zoals Jesaja profeteerde. Maar we kunnen de boom ook decoreren om ons te herinneren aan andere beloften van God en de vervulling ervan. Voor ons is er iets heel belangrijks dat we van dit alles kunnen leren. Ik ben blij, Matt, dat die kleine ster jou opgevallen is.” De volgende paar weken vind de avondlijke gezinsaandacht plaats bij de keukentafel, waar de gezinsleden “gewapend” zijn met de gezins-Bijbel, tekenpapier, markeerstiften, schaar en lint. De versierselen krijgen vaste vorm: een aardbol (Gen. 1); een appel en een slang (Gen. 3); een regenboog (Gen. 6). Vader vertelt de kerstgeschiedenis en de gezinsleden vertellen van Gods beloften aan de mensen en hun vervulling in het kerstverhaal. Soms komen ze “holle sterren” tegen, en soms ook niet. Vader verklaard: ´Sommige van Gods beloften laat Hij nog steeds in vervulling gaan. Bijvoorbeeld, God beloofde de aarde nooit meer te verdelgen door middel van water. We zien geen zwarte ster bij deze belofte staan, (als teken van voltooiing), omdat God nog elke dag bezig is deze belofte te houden en te vervullen’. Matt geniet ervan de papieren creaties die geleidelijk de takken van de boom vullen te bestuderen. Na het avond aan avond luisteren naar de Bijbelse geschiedenissen, begint Matt een vast patroon op te merken. Op een of andere manier probeert vader aan het einde van elk verhaal dat hij vertelt, de relatie die het met Jezus heeft, duidelijk te maken. Op een avond heeft Matt zich behaaglijk onder zijn dekens genesteld. Vader strijkt hem nog eens over zijn bol en wenst hem welterusten. Matt heeft nog een vraag; “vader, eindigt nu ELK verhaal met iets over Jezus?” Vader glimlacht, en zegt: “Het idee van de “Isaï-boom” is dat het ons in de Adventstijd wil helpen ons geheel te richten op Jezus. Op welke wijze ook, ik meen dat de hele Bijbel op Jezus gericht is, en waar we ook kijken in de Bijbel, daar kunnen we Hem zien. Jezus is de belangrijkste Persoon in de Bijbel, Matt. Hoe spannend en avontuurlijk sommige Bijbelse verhalen ook zijn, ze zijn niet alleen maar onderhoudend. Ze beleren ons over God en Zijn Zoon, Jezus. Maar nu heb ik een vraag voor jou! Heeft God ooit één belofte verbroken?” 14
Matt denkt er even over na: nee, God had geen van de beloften die zij tot nu toe met elkaar hadden bestudeerd, verbroken – maar tot dusver waren er nog maar zestien versierselen of ornamenten aan de boom (die naar Zijn beloften verwezen.) Er waren nog heel wat meer Bijbelse geschiedenissen te gaan in de Bijbel. Misschien….Vader opent de Bijbel op Matt’s nachtkastje en leest: “En zie, ik ga heden de weg van heel de aarde, en u weet met heel uw hart en met heel uw ziel dat er geen enkel woord van al de goede woorden de Heere, uw God, over u gesproken heef, onvervuld gebleven is. Alles is uitgekomen voor u, geen enkel woord ervan is onvervuld gebleven” (Joz. 23:14). En dat, mijn jongen, is voor ons de belangrijke les die we moeten leren van de “Isaï-boom”: God is honderd procent betrouwbaar. Al Zijn beloften heeft Hij gehouden. Er zijn veel meer beloften Gods in de Bijbel dan het aantal dagen dat ons tot aan het kerstfeest nog rest. Ik hoop dat je verder gaat met het bestuderen van Gods beloften, want hoe meer jij ze bestudeert en onderzoekt, hoe meer je beseft dat Gods daden in het verleden bewijzen, dat we op Hem kunnen vertrouwen en wij mogen weten dat Hij precies zal doen wat Hij zegt te zullen doen”. <<
Maak je eigen “Isaï-Boom” De hele familie mag t ijdens de adventst ijd mee knutselen! Benodigheden: - schaar - lijm - s t iften of kleurpotloden - s tev ig wit papier Werkwijze: 1. Kleur de boom en knip hem uit. 2. Plak de boom op het wit te papier. 3. Kies voor elke dag een ander Bijbelverhaal. Lees het voor uit de Bijbel of Kinderbijbel. (Je v indt een lijs t met verhalen op het act iv iteitenblad). 4. Teken je eigen s ymbolen of gebruik de ornamenten op het act iv iteitenblad. Kleur ze mooi in, knip en plak het ornament bij het bijhorende verhaal. Je kunt ook sleutelverzen van het verhaal op het ornament schrijven.
De apostel Petrus op zendingsreis LEESWIJZER
Handelingen 9:31-43
Jezus’getuigen in Judea en Samaria (Hoofdstuk. 8-12)
“De gemeenten dan in heel Judea, Galilea en Samaria hadden vrede en werden opgebouwd; en zij wandelden in de vreze des Heeren en de vertroosting door
Filippus, zending in Samaria Petrus en Johannes helpen Fillippus en de kamerheer
de Heilige Geest en namen in aantal toe. En het gebeurde dat Petrus, toen hij overal rondreisde, ook bij de heiligen kwam die in Lydda woonden. En daar
Saul, Saul, waarom vervolgt u mij
vond hij een man van wie de naam Eneas was, die al acht jaar op bed lag en
Saulus tot apostel geroepen
verlamd was. En Petrus zei tegen hem: Eneas, Jezus Christus maakt u gezond;
De tussentijd
sta op en maak voor uzelf uw bed op! En hij stond meteen op. En allen die
Saulus ontmoet Petrus Petrus op zendingsreis
in Lydda en Sarona woonden, zagen hem en bekeerden zich tot de Heere.
Heidenen vinden nieuw leven
En er was in Joppe een zekere discipelin van wie de naam Tabitha was, wat
Antiochië - zendingscentrum
vertaald Dorkas betekent.
Edmund Krebs † †
Gods oordeel over Agrippa I
Handelingen I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
Lees in de Bijbel vers 39-43 Een opwekking uit de doden (Gedachten over Hand.9:31-43) “De gemeenten dan in heel Judea, Galilea en Samaria hadden vrede...“ De gemeenten hadden vrede; maar de wereld had geen vrede. De politieke noch de religieuze wereld – de Hoge Raad, noch de koning, en ook de keizer, hadden vrede. Saulus, de vervolger van de Gemeente, was overwonnen, had zich aan de zijde van de Heere geschaard, maar trok zich echter aanvankelijk terug, om geen argwaan en vrees te wekken. De hogepriester was uit zijn ambt ontheven. Herodes Antipas had de strijd tegen Aretas verloren en werd door de keizer verbannen. Keizer Caligula werd vermoord en de strijd om de troon had alle aandacht van de overheid, bijgevolg kreeg de Gemeente rust. De “Gemeenten” in de deelstaten Judéa, Galilea en Samaria werden opgebouwd – dat betekent, de gelovigen waren niet passief. Hier werd voor de eerste keer de universele Gemeente genoemd en er werd ook voor het eerst van gemeenten in Galilea gesproken. Galilea was immers het middelpunt van Jezus’ werken en
het land van herkomst van de meeste apostelen. Enige jaren tevoren was Filippus, de diaken, met groot succes in Samaria werkzaam geweest. Petrus en Johannes werden daar te hulp geroepen. Filippus predikte verder in de steden en dorpen in de regio en in de steden aan de Middellandse Zeekust tot aan Caesarea toe, waar hij vervolgens bleef wonen en met zijn vier dochters verder het Evangelie verkondigde. Wederom werd de apostel Petrus geleid, om daar, zeker in overeenstemming met de andere apostelen, mee te helpen aan de opbouw van de gemeente. De apostel Petrus in Lydda en Joppe De bewoners van het voormalige gebied van de Filistijnen zouden Grieksgezinde Joden kunnen zijn geweest, waarvan zich velen door de predicaties van Filippus tot de Heere hadden bekeerd, waardoor zich op verscheidene plaatsen in de regio Joods-christelijke gemeenten hadden gevormd. Mogelijkerwijs hadden ook vele door de vervolging in Jeruzalem verstrooide gelovigen zich daar gevestigd. Men kan uit de tekst concluderen, dat 15
in Lydda al een gemeente was, evenals in de andere genoemde plaatsen, want Petrus kwam tot de “heiligen” in Lydda. De Gemeente werd opgebouwd, en nam in aantal gelovigen toe, zij wandelde in de vreze des Heeren en was vervuld met de vertroosting door de Heilige Geest, tekenen van een gezond christendom. Tijden van vrede behoeven niet onvermijdelijk onverschilligheid, lauwheid en traagheid in de gemeente te brengen. De apostel Petrus zal vermoedelijk de voettocht van ongeveer 18 km tussen Jeruzalem en Lydda, in enkele uren hebben afgelegd. Daar aangekomen, zag hij toevallig een aan jicht lijdende, verlamde man op zijn bed of mat liggen. De zieke kon zijn plaats al sinds acht jaren niet meer verlaten. Misschien lag hij op een plaats, waar veel mensen voorbij kwamen, zodat de een of de ander hem een milde gift zou achterlaten. Het wordt niet vermeld, of deze zieke een van de gelovigen van de plaats was. Toen Petrus daar aankwam en de verlamde Eneas (een Griekse naam) zag liggen, ging hij niet aan hem voorbij- evenmin als destijds bij de verlamde aan de tempelpoort. Petrus sprak: “Eneas, Jezus Christus maakt u gezond; sta op en maak voor uzelf uw bed op!” – En Eneas stond op. Dit zichtbare wonder had een grote uitwerking, want allen, die in Lydda en Sarona woonden en deze genezing meebeleefden, bekeerden zich tot de Heere. Het wonder van de genezing was de aanleiding tot hun bekering. Bedenk wel: Niet Petrus, maar Jezus Christus maakte de zieke gezond. Er was in Joppe een zekere discipelin van wie de naam Tabitha was Joppe is een oude, historische haven16
stad aan de Middellandse Zee. Tegenwoordig, bekend als Haïfa, is het de belangrijkste haven van de staat Israël. Ten tijde van Salomo werden de cederstammen voor de bouw van de tempel door de Phoeniciërs met vlotten naar Joppe gebracht en van daaruit naar Jeruzalem versleept. Op dezelfde wijze gebeurde het ook voor de tweede tempel in Ezra’s tijd. De profeet Jona wilde van Joppe uit naar Tarsis vluchten, om niet in Ninevé een strafpredicatie te hoeven houden. In Joppe was dus al een Gemeente, een bijzonder geliefde discipelin maakte er deel uit van de gemeente. De benaming “discipelin” wordt alleen hier gebruikt, voor de eerste keer in de geschiedenis van de Gemeente wordt een vrouw op de voorgrond geplaatst. Ze heette Tabitha, (wat vertaald Dorkas betekent). Dat was een bekende Griekse naam en betekent vertaald in het Aramees: ree of gazelle. Tabitha was in de gemeente alsook in de stad zeer geliefd. Ze was een zeer bekwame naaister. Ze naaide kosteloos jurken en rokken, boven- en onderkleding voor de weduwen en armen en schonk bovendien veel liefdegaven. “Deze was overvloedig in goede werken, en in liefdegaven die zij schonk.” Tabitha werd ziek en tot groot verdriet van allen, die haar kenden en liefhadden, stierf ze. Men vermoedt, dat zij een alleenstaande vrouw of jonge weduwe was, omdat er geen familieleden genoemd worden. Zoals gewoonlijk werd het lijk gewassen, en in de bovenzaal (ruimte of vertrek op het platte dak van het huis) gelegd, waar ze door rouwenden betreurd kon worden. Twee bereidwillige mannen van de gemeente werden verzocht, om Petrus op te halen, zodat hij aan de
begrafenis van hun geliefde Dorkas kon deelnemen. De stad Joppe ligt aan de Middellandse Zee ongeveer een uur gaans verwijderd van Lydda. Petrus en de twee mannen begaven zich onmiddellijk op weg en kwamen in het sterfhuis. Daar leidde men hem naar de bovenzaal, en de huilende weduwen toonden hem de kleding, die Dorkas voor hen gemaakt had. Petrus stuurde hen echter allen naar buiten, knielde neer en bad. Toen keerde hij zich naar de dode en sprak: “Tabitha, sta op!” En zij deed haar ogen open en ging overeind zitten. Vervolgens riep hij de heiligen en de weduwen en plaatste haar weer levend in hun midden. Handelingen wijst er niet op, dat men de opwekking van de gestorven Tabitha had verwacht. Derhalve was het voor allen een grote verrassing, haar weer levend te zien, vooral omdat een opwekking uit de doden geen alledaagse gebeurtenis is. Als een lopend vuurtje zal zich dit wonder in de stad en omgeving verspreid hebben en velen werden gelovig aan de Heere. Dit wonder van opwekking uit de doden herinnert ons aan het wonder, dat Jezus aan het dochtertje van Jaïrus verrichtte, toen Hij daar sprak: “Talitha, koemi!” dat betekent: “Meisje, (Ik zeg je), sta op!” En het meisje stond op. Petrus was destijds ooggetuige van de gebeurtenis. Petrus had zijn onderkomen in Joppe bij Simon, een leerlooier, die aan de zee woonde. Petrus bleef nog lange tijd in Joppe en was nederig genoeg, de gastvrijheid van de gelovige leerlooier aan te nemen. Hij achtte niet op de farizese opvattingen, dat een leerlooier verachtelijk en onrein zou zijn. (Wordt vervolgd)
Voor
Ben
de jeugd
Nico Ernst
je gegroeid?
Lees Lukas 2:40-52 Misschien vraag je je af, hoe deze, op de eerste blik, merkwaardige vraag, op de jeugdbladzijde terechtkomt. Laat me het je uitleggen. Enkele jaren geleden kreeg ik van mijn tante voor mijn verjaardag een CD, waarop een lied met de titel: “Kind, ben je gegroeid?” stond. Het gaat over een man, die als kind ieder jaar op zijn verjaardag in het kantoor van zijn vader ging, om daar op de deurpost zijn lichaamslengte te laten aantekenen, om zo zijn groei te kunnen vaststellen. Vol spanning werd deze gebeurtenis voltrokken. Jaren later – deze kleine jongen is een volwassen man geworden – keert hij naar de dezelfde plaats terug. Terwijl hij in herinneringen verdiept is en de strepen op de deurpost bestudeert, klinkt plotseling uit de ruimte ernaast de stem van zijn oude vader: “Kind, ben je gegroeid?” Enigszins ontdaan kijkt hij zijn vader aan en zegt hem, dat hij de vraag niet goed begrijpt. Daarop herhaalt de vader de vraag, en voegt eraan toe: “Ben je ook in het geloof al een volwassen man geworden?” Nu begreep hij wat zijn vader bedoelde. In het refrein van het lied staat dan:
van het jaar ons niet een goede gelegenheid, nog eenmaal stil te staan en daarover na te denken? Wij hebben in het begin van dit jaar, zeker ook doelen voor ons geestelijk leven gesteld. Wilden we in het geloof groeien? Wilden we bepaalde verzoekingen weerstaan? Of ging het ons erom, meer tijd voor Gods Woord en het gebed te nemen? Wilden we op een bepaald gebied meer vrucht dragen, een betere dienst verrichten? Of, of, of, … Je kent zelf je voornemens. Nu, hoe ziet het er bij jou uit? Ben je gegroeid?
Kind, ben je gegroeid? Het komt er niet op aan, hoe groot of klein, jongen of man. Hoe ziet het er van binnen uit? – Dat vraagt jou de Heere. Is Hij gegroeid in jou?
Maar, wanneer wij moeten vaststellen, dat wij niet gegroeid zijn of misschien zelfs verlies hebben geleden, wat moeten we dan doen? Opgeven? Nee, zeker niet! Dank God ervoor, dat Hij je dit getoond heeft en bid Hem ernstig, je nu in het bijzonder te helpen. Onderzoek, waar de oorzaak ligt en wees daarover eerlijk tegenover jezelf. Pas wanneer wij weten waaruit de hindernissen bestaan, kunnen wij ze ook uit de weg ruimen. Als dat gebeurd is, stel jezelf dan door het gebed, nieuwe doelen voor je geestelijke groei. Doelen, die binnen je bereik liggen en die ook uitvoerbaar zijn. Het is zeker een hulp, wanneer je een bepaalde dag van de maand kiest, waarop je je voornemens onderzoekt, zodat je op tijd correcties kunt aanbrengen. Laat je door je kalender daaraan herinneren. Misschien bereik je je doel al voor de jaarwisseling en kan je nog meer aan God vragen. Omdat onze geestelijke groei in overeenstemming met de wil van God is, mogen wij ook heel zeker op Zijn ondersteuning rekenen.
In deze tijd van het jaar herdenken wij, dat Jezus als Zoon van God op deze aarde kwam en aan ons, mensen, gelijk werd. Hij was kind, jongeling en werd volwassen. Wij lezen over Hem dat Hij al als Kind: “werd gesterkt in de geest” en “vervuld met wijsheid, en de genade van God was op Hem” (Luk.2:40). En altijd in overeenstemming met Zijn leeftijd, want er staat: “En Jezus nam toe in wijsheid en in grootte en in genade bij God en de mensen” (Luk.2:52). Dat betekent, dat er een groei plaatsvond, die ook naar buiten toe zichtbaar werd. Is Jezus ons daarmee niet tot een Voorbeeld geworden? Dit jaar 2011 gaat onomkeerbaar zijn einde tegemoet. Ieder van ons is in de afgelopen 365 dagen een jaar ouder geworden, misschien heeft de een of ander ook nog iets aan lichaamslengte gewonnen. Maar: hoe ziet het er van binnen bij ons uit? Zijn we daar (ook) gegroeid? Dat is toch waarom het eigenlijk gaat, of niet? Geeft het nabije einde I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
Beproef je antwoord met een diepgaand zelfonderzoek. Wanneer je deze vraag met een “Ja” beantwoorden kunt, heb je heel veel oorzaak God daarvoor te danken. Uiteindelijk is het alleen door Gods genade mogelijk, dat wij geestelijk groeien (1 Kor.3:5-7). Stel jezelf in dit geval zeker nieuwe doelen. Bid God, je hierin te leiden en je te tonen, waar en hoe je verder groeien kunt. Hij wil ons de volledige groei heel zeker ook verder geven, tot de “maat van de grootte van de volheid van Christus” (Ef.4:13).
Mag God jou en mij helpen, bovenstaande vragen in het komende jaar met een dankbaar “Ja” te kunnen beantwoorden. << 17
Artikel Keizer Gaius Octavius
versus
Jezus
van
Nazareth
K
erst … ! Dat wil zeggen God maakt een voor mensenogen zichtbaar begin met
de uitvoering van Zijn heilsplan. Dat wil op zijn beurt ons weer zeggen dat God er blijkbaar voor koos om de belangrijkste gebeurtenissen in de heilsgeschiedenis niet te laten plaatsvinden in de hemel maar tussen de mensen op de aarde. Om dat te kunnen doen wordt het eeuwige Woord vlees (lees de machtige openingswoorden van het Johannes-Evangelie 1:1-5). Degene die van eeuwigheid bestaat komt langs de weg van geboorte, als een baby op aarde.
Net zoals bij mensen vaak uit wat ze doen duidelijk wordt wie ze zijn, geldt dat ook voor God. Uit hetgeen God hier op aarde gaat doen leren we iets over het wezen van God. Vandaar dat Paulus het Evangelie - de Goede Boodschap – samenvat als “de heerlijkheid van de zalige God” (1.Tim.1:11). In het Evangelie staan niet het zondeprobleem en de zondaar centraal – aan zonde en zondaren is namelijk weinig heerlijks - maar God! Het Evangelie is in eerste instantie een boodschap over God en zegt ons iets over Zijn verheven en nobele wezen. 18
U vraagt zich wellicht af waar ik naartoe wil? Nou…, let maar eens op in uw eigen kring van geloofsgenoten, als mensen bij de heilsfeiten uit de heilsgeschiedenis stil staan gaan de gedachten opmerkelijk snel naar de praktische betekenis voor het individu, en dan wel voor het hier en nu. Het is dan altijd weer zaak te beseffen dat de heilsfeiten veel meer omvatten dan de praktische betekenis voor u en mij vandaag. Ik hoop van ganser harte dat het kerstgebeuren vandaag de dag nog veel betekenis heeft voor u en mij. Maar die betekenis gaat zo-
veel verder dan mijn eigen persoon en het afzonderlijke individu in het algemeen. Het kerstverhaal is veelal verschraald tot een vrome romance van twee (betreurenswaardige?) mensen die in een stal een kindje ter wereld brengen. Waar vervolgens herdertjes naartoe komen en later nog drie koningen. En dat gebeurd allemaal onder de armetierige omstandigheden van een koude en verlaten stal te midden van een boze buitenwereld. Dat zijn inderdaad ook wel de veelzeggende omstandig-
Op de afbeelding links wordt keizer Augustus ofwel Gaius Octavius Thurinus weergegeven.
heden waarbinnen het ook echt gebeurde. Maar achter deze zichtbare realiteit gaat een hogere werkelijkheid schuil. Wat we willen, lezer, is u bewust maken van de reikwijdte en de betekenis van het kerstfeest. Met als doel dat u de komende kerstdagen weer wat intenser beleeft door als persoon meer op te kunnen gaan in de heerlijke beloften en de triomf van de Godsregering. In de kerstgeschiedenis spelen geen mensjes de hoofdrollen maar heel andere machten, machten die beschikken over mensen. De mensen die we in de kerstgeschiedenis tegen- komen staan in dienst van een hogere macht. Wat ik bedoel is dit: God is sinds het begin van deze schepping verwikkeld in een strijd. Het boek Openbaring bericht daarvan. Die manier van berichtgeving waarvoor God koos laat ons mensen met de oren klapperen. Er zijn namelijk zoveel merkwaardigheden in de beschrijving van die strijd. De Bijbel spreekt van een reusachtige draak. Die draak - symbool van enorme fysieke kracht – vertegenwoordigt het kwaad en is in gevecht met het goede dat vertegenwoordigt wordt door een Lam. Los van alle overige symboliek wordt de ongelijkheid tussen de hoofdrolspelers nog eens sterk benadrukt door het beeld dat het Lam “staat als zijnde geslacht” (Openb. 5:6). En dan de uiteindelijke uitkomst: Het geslachte Lam komt als de onbetwiste overwinnaar triomfantelijk uit de strijd! Dat is toch “hogere wiskunde”… een beeldspraak die onze logica tart. Paulus vertelt ons in Efeze 6:12 dat die strijd nog steeds voortduurt. Ook onze strijd is niet in de eerste plaats tegen vlees en bloed maar tegen de I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
machthebbers in de lucht. In die strijd zet God stap voor stap zijn strategische zetten. Het kerstfeest is in deze strijd een uitermate bijzondere zet. Voor de uitvoering van Zijn plan vindt hij altijd weer bereidwillige mensen op aarde. Hier nu in de personen van Maria en Jozef. De draak heeft daarentegen ook zijn personeel. En nog niet eens de minste! In de kerstgeschiedenis is het zelfs de machtige en buitengewoon bekwame Keizer Gaius Octavianus, bij de meesten beter bekend onder de naam Augustus. Hoe is dat gegaan vanaf de schepping? Lees eens op uw gemak de gewichtige profetie die Noach op de zojuist gereinigde aarde uitspreekt in Genesis 9:25-27. Aanleiding voor de profetie is de bestraffing van Cham. Cham’s zoon Kanaän wordt vervloekt. Jafeth (d.i. “uitbreiding”) zal op aarde de getalsmatige overwinnaar worden. Met de komst van de Griekse en Romeinse wereldmacht is deze profetie dan ook vervuld; Jafeth is de wereldmacht geworden. Het Romeinse Rijk is een van oorsprong Jafetitisch rijk. Het beroemde Romeinse Rijk heeft alle kennis en kunde tot dan toe weten te bundelen. Het is dan ook terecht het verbluffende resultaat van de mens in het algemeen. Maar wel van de mens die zijn leven leeft in onafhankelijkheid van God. Maar, de zegen voor deze aarde ligt in de geslachtslijn van Sem; uit zijn nakomelingen zal uiteindelijk de Messias voortkomen. In Genesis 25 vertelt Rebecca over de onrust tussen de tweeling terwijl ze nog in de baarmoeder zijn. De Heere stelt haar in (vers 23) gerust en zegt dat het te maken heeft met de nog vóór haar liggende we-
reldgeschiedenis. Nog los van de hele merkwaardige geboorte van deze tweeling. Vergelijkbaar met Noach (Jafeth versus Sem) heerst ook in dit gezin de idee dat de meerdere de mindere zal gaan dienen! Iets waarop de apostel Paulus in Romeinen 9:1013 teruggrijpt. Prachtig hoe die verbanden in de hele Bijbel aangestipt worden. Jacob spreekt dan op zijn sterfbed een diepe profetie over zijn zonen (Gen. 49:1-28); van Juda wordt veel goeds gezegd; uit hem komt Silo voort. En dan opeens…, midden in dat verbluffende toenmalige machtscentrum van dat enorme Romeinse imperium van de Jafethieten wordt in een stalletje een kindje geboren uit de geslachtslijn van Seth. En op welk een verbazingwekkende wijze! Enerzijds verbluffend en anderzijds ook zo vertederend. Nog even het beleid van de draak tot hier toe. Hij heeft tot deze tijd niet stil gezeten. Zoveel als God ons inzage gegeven heeft van Zijn bestuur, zo weinig weten we van de “strategie” van de draak. Maar hij is een kundig bestuurder. Vandaar dat hij vaak “de overste van deze wereld” genoemd wordt. Als Jezus veel later aan Zijn openbare optreden begint komt hij bij Jezus in de woestijn en neemt Hem mee op een hoge berg om hem de koninkrijken van deze wereld en hun heerlijkheid te tonen (Matth. 3:8-9). Nu, na eeuwen van wereldgeschiedenis waren deze koninkrijken zijn eigendom. Wat een schrijnende realiteit! Jezus, de Schepper-Eigenaar kon ze van hem krijgen als Hij Zijn knieën boog voor hem. Hier staan de twee machten oog in oog. Heel pijnlijk wordt voor men19
senogen zichtbaar hoe de verhoudingen in de loop der tijd zijn komen te liggen. Hieruit blijkt dat het kwaad vele malen meer ingang gevonden heeft bij de mensen dan het goede. Dat de massa zich bij haar SchepperEigenaar vandaan heeft bewogen in de richting van de verleider. God geeft zijn schepselen vrijheid van wil. Hij wil gediend worden door mensen die daar vrij voor kiezen. De satan daarentegen wacht daar niet op. Zijn tactieken zijn gebaseerd op verleiding. Zo beschikt hij door de eeuwen heen over de meest bekwame mensen. In de kerstgeschiedenis maken we kennis met Gaius Octavianus (Augustus). En man waar je met recht “u” tegen zegt. Op zijn sterfbed zegt hij: “als ik het toneelspel dat leven heet goed heb gespeeld, klap in de handen als ik nu achter de coulissen verdwijn”. In zo’n uitspraak raakt hij iets van de idee dat hij hier op aarde in dienst heeft gestaan van iemand anders. De keizer was een hele onaardige man, maar ook een uitermate bewonderenswaardige man. Ieder jaar verschijnt nog wel een boek over deze keizer. De dictator Benito Mussolini nam hem als zijn persoonlijke grote voorbeeld. Als u wilt weten welk soort man deze keizer was, moet u iets weten over de omstandigheden waarin hij werkte en wat hij daarin bereikte. Achttien jaar is hij als zijn adoptievader, Julius Caesar, met 23 messteken om het leven wordt gebracht. In Rome wonen op dat moment zo’n 1 miljoen burgers. Het Romeinse Rijk was een chaos geworden en de republiek stond op het punt van instorten. Het leger was onderling sterk verdeeld. De senaat was alles behalve een eenheid. Allemaal van die “haantjes” die belangrijk meenden te moe20
ten zijn. Dat alles had uiteraard ook zijn weerslag op de burgerij. Er heerste een ware bestuurlijke chaos! Zulke enorme interne machtsproblemen dat het respectabele machtsimperium op het punt gekomen was onder te gaan. En te midden van die puinhopen bevindt zich die éne weesjongen. Deze eenling die de topprestatie levert door zich zo ver boven alles uit te werken, dat hij de leiding kan nemen. Uiteindelijk kan vriend en vijand niet anders dan hem vol bewondering gehoorzamen. Hij wordt dan degene die tegen alle verwachtingen in dat enorme machtsimperium weer tot een bestuurbare eenheid weet te maken. De weg die deze man bewandeld heeft is 2000 jaar later nog niet uitputtend beschreven. De man is mij zeer onsympathiek, maar zijn prestaties dwingen respect af. De betekenis die hij voor de toenmalige beschaafde wereld had besefte hij zelf ook heel goed. Hij liet zich dan ook ongestoord als godheid vereren. Hij droeg de titel “vredevorst”, “Heiland der wereld” (Pax Romana). Zo werd hij per slot van rekening ook gezien. Hij – deze Jafetiet - was schijnbaar de redder en verlosser van deze beschaving. Het begrip Evangelie is ook genomen uit de woordenschat van deze keizer. Als deze keizer iets te melden had dan hete die boodschap “evangelie” (euangelos d.i. goede-boodschap). Dat goede zat hem niet in de aangenaamheid van de boodschap, de boodschap kan zowel aangenaam als onaangenaam zijn. Maar iedereen was ervan overtuigd: alles wat van deze keizer komt is niet alleen informatie, maar behelst een boodschap die de wereld verandert ten goede. Is het niet prachtig en tegelijkertijd veelzeg-
gend dat de evangelisten deze term van de keizer overnemen en helemaal in verbinding brengen met Hem, die toen hulpeloos in een voerbak lag. Want in tegenstelling tot de keizer op zijn machtszetel in het majestueuze Rome verbleef een heel andersoortige Heerser in doeken gewikkeld in een voerbakje in een verlaten stalletje op de uitgestrekte velden van Efratha (Luk. 2:12). De keizer en het Kindje. Groter kon het contrast niet zijn; de Messias als zuigeling in doeken gewikkeld. De éne heft belasting de andere komt betalen met Zijn leven. Beiden werken aan vrede. De weg die daar naar toe gekozen wordt is totaal verschillend; de éne schreeuwt vanaf zijn hoge droge troon “vergelding” de andere fluistert bloedend aan een kruis “vergeving”. God is zo anders! Om zijn plannen te realiseren is hij niet afhankelijk van diplomaten en mensen met macht. Hij zoekt mensen die dienstbaar willen zijn. Mensen als Maria die in hun zwangerschap het kindje naar Bethlehem dragen om hem in de Stad van David geboren te laten worden. Dat zijn de voorbeelden in de Bijbel van hen die hun lichamen stellen tot een levend offer (Rom.12:1). Hoeveel mensen bezoeken niet de gemeenten voor hun persoonlijk nut? In het Evangelie gaat het over de heerlijkheid van de zalige God. Niet in de eerste plaats over wat de zondaar ontvangt, maar over God. Hij kan ook door uw leven tot Zijn recht komen. U hoeft daarvoor geen keizer te zijn. Het kan door de dienstbaarheid en de offerbereidheid van eenvoudige burgers. Dienstbaarheid en offerbereidheid maakt hen tot bruikbare organen in het lichaam van Christus. - - - G e ze g e n d e ke r s t d a g e n! - - -
G e b e d swe ek
Arthur E. Lange
2 t/m 6 januari 2012 Opnieuw staan we op de drempel van een nieuw jaar. Een zouden ook kunnen zeggen, dat
nieuwe, ongebaande weg ligt voor ons
het komende jaar een onbeschreven blad is.
voorbereiden op hetgeen op ons zal afkomen, en om
We
We willen ons met gebed
genade en kracht voor iedere dag smeken!
Maandag, 2 januari:
Maak een nieuw begin!
Jer. 4:1-3: (“Ploeg voor uzelf ongeploegd land om!”)
1. Het oude jaar ligt nu achter ons. De woorden die we gesproken hebben, kunnen we niet terughalen, de verrichte daden niet meer ongedaan maken. We kunnen ons verontschuldigen, om vergeving vragen en door Gods genade een nieuw begin maken.
Luk. 13:6-9 2.Kor. 5:17 Hebr. 12:12-15
2. Misschien is het woord van de Meester: “Heere, laat hem ook nog dit jaar staan” op uw leven van toepassing. God heeft geduld met ons. Hij wil niet de dood van de zondaar. Hoe mooi is het, als de verhouding tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen, tussen broeders en zusters in de gemeente in orde gemaakt wordt. Onverschillig, waardoor de verhouding verstoord werd, door de genade van God kan alles weer goed worden!
Dinsdag, 3 januari
We bidden God aan, en vragen om nieuwe kracht!
Jes. 40:31 Jes. 41:10 Hand. 1:8
1. Elk nieuw jaar brengt iets onverwachts met zich mee. Nieuwe taken kunnen ons worden toevertrouwd, nieuwe lasten opgelegd. Deze kunnen van financiële aard zijn, op ons gezin betrekking hebben, of zelfs met ziekte en nog vele andere dingen te maken hebben. 2. Nieuwe mogelijkheden zullen zich aandienen, om iets voor de Heere te doen. Deze mogelijkheden gaan over onze naasten. Zoek naar die mogelijkheden! Vraag de Heere: “Wat wilt u dat ik doen zal?” 3. Stel uzelf nieuwe doelen voor uw innerlijke “verzorging”, voor uw gebedsleven, uw Bijbelstudie. Zoek gelegenheden, om van de genade van God in uw leven te getuigen. 4. Wilt u het komende jaar overwinnend beëindigen, dan hebt u absoluut nieuwe kracht nodig van Boven!
I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
21
Woensdag, 4 januari:
We willen het nieuwe lied zingen!
Ps. 40:1-6 Ps. 96:1-9 Ps. 137:1-4
1. In onze tekst worden we opgeroepen: “Zingt voor de Heere een nieuw lied” (Ps. 98:1). Welk soort lied zingt u? 2. Sommige mensen zingen nog het oude lied van deze wereld. Jezus zegt: “Want uit de overvloed van het hart spreekt de mond” (zie Matth. 12:34). Israël kon het lied van de Heere niet zingen in gevangenschap. Het is ook onmogelijk het nieuwe lied der verlossing te zingen in de knechtschap van de zonde! 3. Anderen zingen klaagliederen. Bij voorbeeld: Het volk van God morde steeds weer tegen Mozes en de Heere (zie Exod. 16:1-8). Geklaag en gemor steekt aan. Denk maar aan de tien verspieders die een kwaad gerucht onder het volk verspreidden (zie Num. 13:32). We willen de invloed die er van ons uitgaat beproeven. 4. Kinderen Gods zingen door de genade van God het lied der verlosten. Zingen wij met vreugde van de overwinning?
Donderdag, 5 januari:
We willen het nieuwe gebod opvolgen!
Joh. 13:34-35 Matth. 24:12 1. Joh. 4:16-21
1. Jezus zegt, dat het herkenningsteken van het ware discipelschap de liefde onder elkaar is! 2. In Zijn rede over de eindtijd wijst de Heere Jezus erop, dat de liefde van velen zal verkillen (zie Matth. 24:12). Paulus onderstreept deze gedachte in zijn tweede brief aan Timotheus (3:1-5). 3. We willen onze liefde voor de naaste en voor God beproeven. Is de liefde die ik voor God, voor Zijn Gemeente, voor de broeders en zusters heb, vurig gebleven, of is ze in de loop der tijd verkild? 4. We willen Hebr. 10:24-25 opvolgen! “En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen”.
Vrijdag, 6 januari:
We bidden voor alle mensen!
Tim.2:1-4 Jak. 5:13-16
1. We bidden voor onze overheden. Gemeenteraden, burgemeesters, provinciale en landelijke leiders. Zij hebben wijsheid van Boven nodig, om de enorme problemen en opgaven van onze tijd te overmeesteren. 2. We bidden voor zieken en noodlijdenden. We denken aan de grote hongersnood in Afrika, de slachtoffers van de Tsunami in Japan, de politieke opstanden in de Arabische wereld en op vele andere plaatsen. 3. We bidden voor een door de Geest van God gewerkte opwekking! “Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest, zegt de Heere van de legermachten” (Zach. 4:6). “Zou Ú ons niet weer levend maken, zodat Uw volk zich in U verblijdt? Toon ons Uw goedertierenheid, Heere, geef ons Uw heil”(Ps.85:7-8). 4. We willen onze gebeden rijkelijk met dankzegging “kruiden!”
22
Volgende uitgave
De volgende uitgave verschijnt omstre eks 25 januari 2012.
Bericht: W ij
wensen alle lezers g e z e g e n d e k e r s t d a g e n en Zijn leiding voo r h e t n i e u we j a a r .
de redactie
Colofon Algemeen De Evangeliebazuin is een periodieke uitgave van de Gemeente Gods in Nederland en wordt eveneens in het Duits en Spaans uitgegeven. De grondslag voor dit blad is de Bijbel, het onfeilbare, geïnspireerde Woord van God. De Bijbel spreekt met absoluut gezag, zowel over het heil alsook waar zij spreekt over de geschiedenis, de kosmos en de natuur. Deze grondslag wordt in dit blad onverkort gehandhaafd. Eindverantwoordelijke Dhr. B. Hage
[email protected] Ontwerp en druk Gemeente Gods Nederland Reacties en inzendingen Reacties, inzendingen kunt u naar de onderstaande adressen versturen:
[email protected] Dhr. D.A.H. Rovers De Tichel 10 6374 NA Landgraaf
Abonnementen De Evangeliebazuin wordt gratis uitgegeven. Abonnementen kunnen op elk gewenst moment ingaan en worden automatisch verlengd. Geïnteresseerden kunnen zich schriftelijk aanmelden bij de redactie of via de website www.evangeliebazuin.nl Vrijwillige bijdragen Rabobank 15.17.82.725 t.n.v. Gemeente Gods Nederland, Landgraaf IBAN: NL55 RABO 0151 7827 25 BIC: RABONL2U De Gemeente Gods is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Internet De Evangeliebazuin kunt u ook downloaden van de volgende website: www. evangeliebazuin.nl Bronvermelding artikelen blz. 13-14, Foundation of Faith, Winter 2010, “The lesson of the Jesse tree # Bronvermelding illustratiemateriaal blz. 01, © shutterstock 49120933 # blz. 10, © shutterstock 70521655 # blz. 18, © Mengxu - flickr.com # blz. 4+23, © shutterstock 63163717#
De redactie behoudt zich het recht voor zonder opgaaf van redenen inzendingen in te korten of niet te plaatsen.
I D e E va n g e l i e b a z u i n I # 1 1 1 0
23
w w w.g e m e e nt e g o ds.co m
Contact gegevens G e m e e n t e G o d s L a n d g r aa f
G e m e e n t e G o d s L e e u wa r d e n
Bernadettelaan 78a 6374 BG LANDGRAAF +31 (0)45 - 531 5755
Eeskwerd 1 (hoek Dammenlaan) 8918 CA LEEUWARDEN +31 (0)511 - 432 492