DE BRIEF VAN PAPA De Leeswelp, juni 2012, Jan Van Coillie
DE BRIEF VAN PAPA Pluizuit, 17.03.12, Eric Vanthillo
In Rosie en Moussa (van dezelfde makers, verschenen in 2010) leerden we de 2 stadskinderen en hun omgeving kennen. Rosie verhuisde met haar moeder naar een nieuw appartementsblok. Van de vader kwamen we toen niets te weten. Daar komt nu verandering in, want in dit nieuwe boek, dat daarop aansluit maar perfect apart kan gelezen worden, staat de papa van Rosie en hun reünie centraal. Mama wil niet praten over hem of liefst zo weinig mogelijk. Hij trekt volgens haar problemen aan als een magneet een stuk ijzer en is ergens in een ver land gaan wonen. Maar dan komen er op een dag geheimzinnige telefoontjes... Rosie krijgt papa onverwachts aan de lijn. Hij vertelt haar het hele verhaal: waarom hij toen verdwenen is en waar hij nu woont. En dat blijkt helemaal niet zo ver weg te zijn. Dus mama heeft heel de tijd gelogen? Rosie is in de war en deelt haar probleem met buurvrouw Hemelrijk en haar beste vriend Moussa. Als nog wat later een brief van papa arriveert, zal Rosie proberen om hem te ontmoeten zonder dat mama het weet... Net als in het eerste boek over dit onafscheidelijke duo, weet De Cock een verhaal te vertellen dat boeit van de eerste zin tot de laatste. Hij houdt het eenvoudig met korte zinnetjes en dito hoofdstukken. Maar in al die eenvoud slaagt hij erin om een hele wereld van emoties en gebeurtenissen te verwerken tot een innemend en coherent verhaal. De stedelijke achtergrond is zeer herkenbaar en de interculturele relatie van de hoofdpersonages wordt niet in de verf gezet, maar is er gewoon. Zoals zovele kinderen van verschillende nationaliteiten samenleven in de dagelijkse realiteit. Slechts één keer stoten zij op een verschil in cultuur, als zij over liefde en over trouwen praten. De illustraties van Vanistendael sluiten hier perfect bij aan. Met een zwierige tekenstijl, losjes ingekleurd met grijzige vlekken, vult zij het verhaal aan met vele te ontdekken details. Zoals je duidelijk herkent aan bepaalde gebouwen dat dit verhaal zich in Brussel afspeelt. De prenten zijn luchtig en speels, herkenbaar en expressief. Het eerste boek werd bekroond met een Vlag en Wimpel, een Boekenwelp en de Prijs voor Letterkunde 2011 van de provincie Antwerpen. Dit tweede deel staat ongetwijfeld reeds in de steigers voor dezelfde of andere prijzen. En dat er dan nog andere delen mogen volgen! Vandaar een aanrader.
SNEEUW IN DE LENTE **** De Standaard, 16.03.12, Veerle Vanden Bosch
Rosie en Moussa zijn twee kinderen die in dezelfde torenflat wonen en samen hun weg zoeken in de grote stad die Brussel is. Deze hartveroverende personages speelden de hoofdrol in het vorig jaar verschenen gelijknamige boekje van Michael De Cock en Judith Vanistendael, dat intussen werd bekroond met een Boekenwelp, een Vlag en Wimpel, en de Prijs voor het Kinderboek van de Provincie Antwerpen. In het vervolg, De brief van papa, woont Rosie nog steeds met haar moeder in de torenflat, trekt ze nog steeds met Moussa op en is ze nog steeds kind aan huis bij mevrouw Hemelrijk van de dakverdieping. Van haar vader heeft ze al maandenlang niets meer gehoord. Die is op een dag gewoon vertrokken, ‘zonder afscheid, zonder een woord’. Hij zit waarschijnlijk in een ver, heel ver land, zegt haar moeder, die verder niet zo veel over hem kwijt wil, behalve dan dat hij problemen aantrekt zoals een magneet een stuk ijzer. ‘Bij grote mensen kan liefde verdwijnen als sneeuw in de lente’, bedenkt Rosie. ‘Eerst is er nog een beetje sneeuw, maar dan is hij helemaal weg.’ Wat zijn grote mensen toch eigenaardig, bedenkt ze. Het doet denken aan de verzuchting van Guus Kuijers Madelief: ‘Grote mensen, daar kun je beter soep van koken.’ DICHTERBIJ Maar dan krijgt Rosie telefoon, en blijkt haar vader een flink eind dichterbij te wonen dan ze dacht. Maar naar haar toe komen kan hij niet, want hij is in de gevangenis beland. Enkele dagen later schrijft hij haar een brief. Met de hulp van mevrouw Hemelrijk en Moussa gaat ze hem in het geniep opzoeken, maar al die geheimen zijn voor een kind wel erg zwaar om dragen. Het is een levensgroot dilemma: Rosies moeder drukt haar altijd op het hart dat ze eerlijk moet zijn, maar heeft zelf gelogen: papa woont helemaal niet in een ver land. Rosie wil wel eerlijk zijn, maar is tegelijk loyaal aan haar vader, dus hoe moet dat dan allemaal? Uiteindelijk hebben ze alle drie gelogen: haar vader, haar moeder en zijzelf. Het leven is soms ingewikkeld. RINKELENDE TELEFOON Net zoals in het vorige boekje hanteert Michael De Cock een suggestieve, spaarzame taal en laat hij genoeg ruimte aan de verbeelding van de lezer. Hij schetst overtuigend de leefwereld van kinderen, zonder dat er valse volwassen noten in doorklinken. Waar in het vorige boekje de ontluikende vriendschap tussen de twee kinderen centraal stond, focust hij nu vooral op Rosie. De dingen die ze meemaakt, zijn behoorlijk heftig, maar nergens is er een spoor van sensatiezucht te bekennen. Met veel warmte en empathie schetst De Cock Rosies schaamte, verwarring en blijheid om het weerzien. Met Judith Vanistendael vormt Michael De Cock een uitstekende tandem. Zij hanteert in haar illustraties dezelfde empathie en suggestiviteit. Zo suggereert ze de dwingendheid van de rinkelende telefoon door die levensgroot te tekenen, groter dan Rosie zelf. Haar prenten zijn subtiel en fijngevoelig, en geven de emoties van de personages uitstekend weer. De brief van papa is een waardig vervolg op Rosie en Moussa. Als De Cock en Vanistendael dit niveau kunnen aanhouden, wordt dit een hele mooie reeks voor prille lezers.
MICHAEL DE COCK PRESENTEERT TWEEDE DEEL VAN 'ROSIE EN MOUSSA'-REEKS De Morgen, 04.02.12, JVB
MIJN VADER IS MIJN VADER Jaapleest.nl, 19.01.12 Michael de Cock won met het veelgeprezen eerste deel van Rosie en Moussa onlangs de Antwerpse provinciale prijs voor letterkunde. Het vervolg heet De brief van papa en is volledig nieuw en op zichzelf staand verhaal. Het eerste deel speelt zich grotendeels in de flat van Rosie en Moussa af. Nu gaat Rosie op zoek naar haar vader die in de gevangenis zit. Haar moeder wil niks meer weten van die man die alleen maar problemen aantrekt, maar Rosie is heel nieuwsgierig. Met hulp van mevrouw Hemelrijk, die we nog kennen uit deel 1, gaat ze bij hem op bezoek terwijl Moussa buiten wacht. Van de reis er naar toe, zonder kaartje met de tram, maakt De Cock al een spannend avontuur op zich. De ontmoeting met haar vader gaat goed. De mond van haar vader 'krult als een banaan' als hij haar ziet, zo breed is zijn glimlach. Het is niet fraai wat hij heeft gedaan ('weet je wat autozwendel is?') maar Rosie is opgelucht dat haar vader geen bank heeft overvallen of iemand heeft vermoord. Hier kan ze wel mee leven, iedereen liegt wel over iets. Dat deed haar moeder ook en ze heeft zelf ook een smoes opgehangen om op gevangenisbezoek te kunnen gaan. 'Mijn vader is mijn vader ook al trekt hij problemen aan'. Dan moet Rosie terug naar haar huis om aan haar moeder op te biechten waar ze is geweest. De Cock beschrijft subtiel grote thema's als loyaliteit en eerlijkheid en de dilemma's die daarbij horen. Rosie en Moussa is opnieuw een ontwapenend en innemend verhaal al haalt het het niet helemaal bij het vorige boek. Misschien omdat de rol van Moussa wat te beperkt is. Opnieuw dringt zich de vergelijking met het werk van van Guus Kuijer op, samengevat in de verzuchting: 'Grote mensen zijn zo ingewikkeld.' De Cock hanteert dezelfde compacte stijl: korte en zorgvuldige zinnen die genoeg ruimte laat voor jonge lezers. Een grote pluim voor de illustraties is op zijn plaats: er zijn weinig boeken waarin de tekeningen zo dicht op de tekst zitten, letterlijk en figuurlijk, en zo'n symbiose vormen. Op deze manier dragen illustraties heel veel bij, erg knap gedaan.
STADSSPROOKJE 'ROSIE EN MOUSSA', BRUSSELSE PREMIÈRE BIJ BRONKS Brusselnieuws.be, 12.01.12, Tuur De Moor Nu zondag beleeft ROSIE EN MOUSSA, DE BRIEF VAN PAPA bij Bronks zijn Brusselse première. Dit toneelstuk voor kinderen vanaf zes jaar wordt geregisseerd door Michael De Cock, artistiek leider en directeur van het Mechelse theatergezelschap 't ARSENAAL. De Cock, die ook Moussa speelt, zal op het podium geflankeerd worden door Ikram Aoulad L'Ahcen (Rosie), Steven De bruyn (muziek en spel) en Jasper Hautekiet (muziek en spel). De Cock schreef ook het boek waarop deze voorstelling is gebaseerd en dat op 13 januari verschijnt bij Querido. Bronks wil dat vieren. Na de matineevoorstelling op zondag 15 januari zullen De Cock en Judith Vanistendael - de bekroonde Brusselse tekenares die de schitterende zwart-witillustraties maakte hun gloednieuwe boek officieel voorstellen. Na de voorstelling houden de twee ook een signeersessie. Het zal de trouwe lezer van deze krant niet ontgaan zijn dat de avonturen van Rosie en Moussa al in 2008 begonnen, toen Michael De Cock speciaal voor Zazie, de kinderpagina van deze krant, tweewekelijks met de hoofdpersonages aan de slag ging. Deze feuilleton-vertelling vormde destijds de aanleiding voor een eerste boek, toen nog gewoon Rosie en Moussa. Waarover gaat het tweede boek nu? Rosie, een meisje met heel wat vragen, beleeft een nieuw avontuur in de grote stad - de tekeningen laten er geen twijfel over bestaan dat het hier om Brussel gaat. Opnieuw staat haar buurjongen Moussa aan haar zijde. Ze weet niet waar haar papa is. Het enige wat mama over papa kwijt wil, is dat hij 'problemen aantrekt als een magneet een stuk ijzer'. En dat hij heel ver weg woont. Een onverwachte telefoon stuurt Rosies gevoelswereld helemaal in de war. Even later ontvangt ze ook een brief. Waar Rosie en Moussa in het eerste boek nog naar het dak van het hemelshoge appartement op zoek gingen, omdat het uitzicht er zo mooi was, leidt hun zoektocht hen nu tot diep in de stad. Ze gaan op zoek naar Rosies papa, want die schijnt maar even verderop te wonen. Maar waar dat nu exact is, tja, dat valt niet zo eenvoudig uit te leggen. Met een empathische, beeldrijke stijl en veel gevoel voor harmonie schetst De Cock een intiem verhaal over een meisje dat de confrontatie aangaat. Vriendschap, schuld, verdriet en opluchting: al deze kleine grote gevoelens komen aan bod in dit vertederende stadssprookje. De Cock wordt nergens moraliserend. Integendeel, hij laat zijn personages mensen zijn. Door gedachtegangen af te wisselen met beelden en dialogen slaagt hij erin om veel schwung in zijn verhaal te brengen. De tekeningen van Judith Vanistendael zijn alweer zoveel meer dan louter opvulling of decoratie. Ze speelt met de tekst en voegt er nieuwe sferen aan toe, zonder dwingend of exhaustief te willen zijn. Haar expressieve stijl vloeit tussen de geschreven regels door. De Cock en Vanistendael leveren opnieuw een pareltje af. We zijn benieuwd naar de toneelbewerking, maar met een rasmuzikant als Steven De bruyn in de rangen mogen we het beste hopen voor wat een muzikaal begeleide theatervoorstelling belooft te worden.