Stichting Rechtsbescherming Beleggers
De Aandeelhouder Nieuwsbrief jaargang 26 Nummer 157 8 juli 2014 Redactie: C.M.A. Stevense
1
Redactie:
C.M.A. Stevense Beatrixstraat 44 5331 TE Kerkdriel Telefoon: 0418-631891 Mobiel: 06-28634699 Website: www.stichtingsrb.nl E-mail:
[email protected] ING bank: 7733888 K.v.K.: Rotterdam S 41129095 Stichting Rechtsbescherming Beleggers baseert zich op betrouwbaar geachte bronnen. Voor onjuistheden en gevolgen van het gebruik van de in deze nieuwsbrief genoemde informatie aanvaardt Stichting Rechtsbescherming Beleggers echter geen enkele aansprakelijkheid
2
Ten geleide. In deze nieuwsbrief brengen wij verslag uit van de door ons bezochte Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA’s) van de 2e helft van mei tot half juni. Voor bijzonderheden t.a.v. de excursies wordt u binnenkort geïnformeerd. Wij vinden de verslagen van de door ons bezochte AVA’s op dit moment belangrijker. De beurs. Wij vonden een mooi grafiekje. Volgens deze grafiek is de beurs bezig met topvorming. Daarom verwachten wij t.a.v. de beurs de komende tijd weinig.
maakt klein geld van de optiekketen.
Op 16 mei hield HAL Holding de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). HAL is een internationale houdstermaatschappij gevestigd in Curaçao. De aandelen van HAL Holding worden gehouden door HAL Trust en vormen het hele Trustvermogen. De nettowinst over 2013 was € 473 mln. (2012: € 409 mln.). De netto vermogenswaarde is in 2013 met € 143 mln. (2012 € 1.329 mln.) gestegen. Deze is gebaseerd op de marktwaarde van de beursgenoteerde minderheidsbelangen en de liquiditeitenportefeuille en op de boekwaarde van de niet-beursgenoteerde ondernemingen. Rekening houdend met het contante gedeelte van het dividend over 2012 (€ 59 mln.) en de verkoop van eigen aandelen (€ 1 mln.), bedroeg de nettovermogenswaarde per 31 december 2013 € 102,38 (2012 €104,35) per aandeel (p/a). Per 31 december 2012 is deze i.v.m. IAS 19R herzien. Hierdoor daalde deze met € 14 mln. 3
Het verschil van de nettovermogenswaarde tussen geschatte waarde en boekwaarde van de niet-beursgenoteerde ondernemingen wordt jaarlijks berekend en bedroeg eind 2013 € 9,82 p/a. (+6,5%). Eind 2012 € 8,95 p/a (+ 7,25%). Het dividend is gebaseerd op 4% van de naar volume gewogen gemiddelde decemberkoers in het jaar voorafgaan- de Figuur 1 Koersgrafiek HAL aan het jaar van de dividenduitkering. Over 2013 is deze € 4,10 p/a (2012: € 3,90). Naar keuze in contanten of aandelen. In januari 2013 heeft HAL voor 33,9% geparticipeerd in de kapitaalsuitbreiding van Boskalis. Van de totale kapitaalsuitbreiding ad € 320 mln. heeft HAL een bedrag van € 108,4 mln. voor zijn rekening genomen. In maart is het 31,6%-belang, inclusief de preferente aandelen in Dockwise, verkocht aan Boskalis. De totale opbrengst was € 273,7 mln. De gerealiseerde boekwinst was € 22 mln. In april heeft HAL voor € 29,4 mln. deelgenomen aan een claimemissie van SBM Offshore. Deze emissie was door HAL gegarandeerd. Het belang van HAL in SBM Offshore is hierdoor toegenomen van 13,3% naar 13,5%. De inkomsten uit deposito’s en effecten stegen naar € 16 mln. (+6 mln.) door hogere boekwinsten op de verkoop van aandelen. Het resultaat van de minderheidsdeelnemingen steeg naar € 311 mln. (+€ 44mln.), door hogere resultaten van Koninklijke Boskalis Westminster N.V. en een boekwinst op de verkoop van het belang (31,6%) in Dockwise. De inkomsten uit overige financiële activa stegen met € 13 mln. naar € 36 mln. Het grootste gedeelte van de stijging kwam door een boekwinst van € 26 mln. op de aflossing tegen nominale waarde van de € 68 miljoen Senior 9⅝% Notes uitgegeven door Safilo Group. Safilo is een Italiaans bedrijf dat ontwerpt, produceert en distribueert recept frames, zonnebrillen, sportbrillen, skibrillen, ski- en fietshelmen onder haar eigen merken (5) en in licenties (22). Het is genoteerd aan de beurs in Milaan. De onroerend goedactiviteiten lieten een daling zien van € 14 mln. door lagere gerealiseerde boekwinsten. Er waren bijzondere en incidentele lasten van € 17 mln. (2012: € 27 mln.). Dit zijn vnl. herstructureringslasten. De heer Land is afgetreden als commissaris. Hiervoor in de plaats is tijdens de AVA de heer Hans Wijers benoemd en is de heer Lodewijk Hijmans van den Bergh herbenoemd. Aan het einde van het eerste kwartaal (Q1) was de nettovermogenswaarde met € 1,44 p/a gedaald. (Dit is vóór betaling van het dividend over 2013). 4
Tussen 31 maart 2014 en 9 mei 2014 is de waarde van de belangen in beursgenoteerde minderheidsdeelnemingen (Vopak, Boskalis, SBM Offshore en Safilo Group en de liquiditeitenportefeuille met €1,68 p/a gedaald. Deze daling was voornamelijk het gevolg van een lagere aandelenkoers van Vopak. De omzet over Q1 bij de niet-genoteerde ondernemingen was € 1.073 mln. (2013, herzien voor IFRS 10: € 1.015 mln.). Kerncijfers HAL koers/winstverhouding winst per aandeel pay out ev per aandeel ultimo koers hoogste koers laagste koers
2013 14,1 6,70 61,19% 64,79 103,50 105,99 94,10
2012 16,33 5,80 65,67 % 62,87 96,95 98,89 81,00
2011 11,55 7,42 45,81 % 59,77 85,73 106,75 75,45
2010 14,04 6,69 56,02 % 55,70 94,00 95,69 71,30
2009 13,09 5,46 52,17 % 49,29 71,50 72,85 34,80
Dit is een stijging van € 58 mln. (5,7%). Exclusief het effect van acquisities (€ 8 mln.) en wisselkoersveranderingen (-€ 17 mln.) steeg de omzet met € 67 mln. (6,6%). De omzet van de optiek-retailondernemingen bedroeg over Q1 € 682 mln. (2013, herzien voor IFRS 10: € 645 mln.). Dit vertegenwoordigt een toename van € 37 mln. (5,7%). Exclusief het effect van acquisities(€ 8 mln.) en wisselkoersveranderingen (- € 15 mln.), steeg de omzet met € 44 mln. (6,8%). In Q1 steeg de vergelijkbare winkelomzet, gebaseerd op constante wisselkoersen, met 5,3% t.o.v. 2013. Toen was er een daling van 1,5%. Een groter aantal verkoopdagen in vergelijking met 2013 had een positief effect op de vergelijkbare winkelomzet van 1,1%. Het bedrijfsresultaat van de optiek-retailondernemingen (de winst vóór rentelasten, bijzondere en incidentele baten en lasten, belastingen en afschrijving immateriële vaste activa) bedroeg over Q1 € 79 mln. (2013, herzien voor IFRS 10: € mln.). Het positieve effect van de herziening voor IFRS 10 op de omzet in Q1 bedroeg € 35 mln. en op het bedrijfsresultaat € 4 mln. De omzet van de overige niet genoteerde ondernemingen bedroeg over Q1 € 391 mln. (2013: € 369 mln.). Dit vertegenwoordigt een stijging van € 22 mln. (6%). Exclusief het effect wisselkoersveranderingen (- € 2 mln.) steeg de omzet van de overige geconsolideerde deelnemingen met € 24 mln. (6,5%). Deze stijging is voornamelijk het gevolg van hogere verkopen van AudioNova International B.V. en PontMeyer N.V. Gedurende Q1 heeft GrandVision drie optiekketens in Colombia, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland verworven. Deze ketens exploiteerden 156 winkels met een gezamenlijke omzet over 2013 van € 33 mln. In april werd het volledige eigendom in Gispen Group B.V. verkregen. Vóór de transactie had HAL een belang van 49% in de onderneming. Gispen is gevestigd in Culemborg en produceert en verkoopt kantoormeubelen. De omzet over 2013 bedroeg € 57 mln. In april werd een kantoorgebouw in Seattle verkocht voor US$ 60 mln. (€ 43 mln.). Hierbij werd een boekwinst na belastingen gerealiseerd van € 6 mln. T.a.v. de optiek-retailaktiviteiten zullen strategische alternatieven worden onderzocht, waaronder een mogelijke beursgang. Bij de publicatie van de halfjaarresultaten op 28 augustus a.s., maakt men de plannen bekend. Er is geen uitspraak gedaan t.a.v. de voor5
uitzichten over de verwachte winst over 2014. Na de bekendmaking dat de optiekretailaktiviteiten mogelijk naar de beurs gebracht worden, is de koers van HAL in Figuur Figuur 3 koersgrafiek 2 koersgrafiek HAL 2011 HAL 2011 t/m 2014 t/m 2014 beweging gekomen. Het werd tijd ook. De afgelopen drie jaar moesten de aandeelhouders HAL het van het dividend hebben. Zoals de grafiek laat zien heeft de koers weinig gedaan. Wij denken dat er nu toch weer wat dynamiek in de koers komt. Optiek-retail is momenteel booming business. De totale waarde van HAL is bij de huidige beurskoers € 7,5 mrd. Er gaan geruchten dat de optiekwinkels een beurswaarde zouden vertegenwoordigen van € 5 mrd. Dan lijkt er nog wel wat perspectief in de koers van HAL te zitten. Een ander verhaal zijn de kantoormeubelbedrijven Ahrend en Gispen. HAL bezat 49 % van de aandelen in Gispen en meer dan 90 % van de aandelen Ahrend. Inmiddels is HAL volledig eigenaar van beide ondernemingen. Samen heeft men een groot marktaandeel, maar de concurrentie is groot en opdrachten weinig. Toch blijven beide bedrijven zelfstandig werken. Zoals we allemaal weten is er weinig vraag naar kantoorruimte. Dus ook naar inrichtingen. Op onze vragen hierover antwoordde Martijn van der Vorm (samen met de familie de grootste aandeelhouder in HAL) dat hij in de toekomst toch weer groei ziet in deze markt. Het is ongetwijfeld waar dat het ooit wel weer beter zal gaan in deze markt. Maar of het enkele miljarden business wordt zoals de optiekketens, dat wagen wij nog te betwijfelen.
Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) bij KLM op 23 april konden we niet aanwezig zijn doordat deze samenviel met Vopak en ASML. Daarom op 20 mei jl. afgereisd naar Parijs voor de AVA van Airfrance-KLM in het Louvre. Sinds 1 juli 2013 is de heer Alexandre de Juniac hier bestuursvoorzitter en CEO (Chief Executive Officer). Airfrance-KLM heeft een one tier board. Bij een one tier board is er één bestuur waarin zowel de directie als de toezichthouders zitten. Over het boekjaar 2013 was het operationeel resultaat € 130 mln. (2012: € 336). Zoals wij al vaker schreven is deze winst vnl. toe te schrijven aan KLM. Air France is wel dicht bij het break-even point. De omzet daalde in het 4e kwartaal met 2,2% maar over heel 2013 was er een klein plusje van 0,4%. Het netto verlies was € 1,8 mln. vnl. door een impairment op een belastingbate van € 0,9 mln. die echter geen invloed heeft op de liquiditeit of solvabiliteit. De schuld daalde van € 6 mrd. naar € 5,3 mrd., wat nog teveel is. Het eigen vermogen is € 2,3 mrd. Daarom zal Airfrance-KLM nog flink moeten bezuinigen. Welk deel hiervan voor KLM komt is nog onbekend. Volgens de geruchten 6
zou KLM de komende 3 jaar € 1mrd. moeten bezuinigen. Na het aflopen van het huidige herstructureringsprogramma genaamd “Transform 2015” zou er in september een nieuwe herstructurering van start gaan om de hoge schuldenlast af te bouwen, winst te maken en te kunnen investeren in vloot en product. De verhouding tussen nettoschuld en EBITDA is verbeterd van 4,3 naar 2,9 maar is nog niet wat het zou moeten zijn. Men denkt dat dit getal eind dit jaar 2 is. Ondanks het belang van 0,9 mrd in Amadeus (een vluchtboekingsite) wat nog eventueel verkocht zou kunnen worden, kan er toch een claimemissie van € 1 mrd. komen. Strategisch is men bezig om overeenkomsten af te sluiten met maatschappijen in snel groeiende regio’s. Een voorbeeld is de 1,5% deelname in het Braziliaanse GOL. Vanaf Amsterdam en Parijs kan men nu rechtstreeks op de drie grootste steden (Rio de Janeiro, Sao Paulo en Brasila) in Brazilië vliegen. Waarna men met GOL naar 28 bestemmingen in Brazilië kan vliegen. De resultaten over het eerste kwartaal van 2014 vallen tegen. Het resultaat is lichtjes verbeterd t.o.v. vorig jaar. Het operationele verlies daalde van € 532 mln. naar € 445 mln. De omzet daalde echter met 2,2% naar € 5,55 mrd. Onder de streep was er een tekort van € 608 mln., (Q1 2013:+ € 641 mln). Kerncijfers koers/winst verhouding winst per aandeel pay out ev per aandeel ultimo koers hoogste koers laagste koers
2013 - 1,72 - 5,76
2012 -1,74 -4,01
2011 -2,66 -1,50
2010 5,66 2,08
2009 -2,08 -5,30
7,63 7,60 11,94 5,464
16,64 7,00 7,60 3,01
20,44 3,97 15,30 3,41
23,21 11,75 15,30 8,61
18,22 11,00 13,08 6,22
Een van de oorzaken is het langzamere herstel van de vraag in de vrachtsector. Men gaat maatregelen nemen om dit te ondervangen. Door de sterke euro leverden tickets die in vreemde valuta's werden verkocht € 108 mln. minder op. Verder viel de belangrijke Paasperiode dit jaar in april. Dus in het 2e kwartaal. Geschoond voor deze effecten was de omzetontwikkeling vlak. De gestegen eurokoers drukte de brandstofkosten. Kerosine wordt in dollars afgerekend. Daardoor daalden de totale brandstofkosten 6% naar € 1,6 mrd. De personeelskosten lagen met € 1,8 mrd., meer dan 4 procent lager dan in het 1e kwartaal van 2013. Het aantal passagiers voor de lange afstand steeg met 2,2%. Net als in dezelfde periode van 2013 was ruim 85% van de stoelen op lange vluchten bezet. Voor de kortere vluchten was dat ruim 73% (+3% in Q1van 2013). Het passagiersvervoer binnen Europa steeg met 1,6%. Hier nam het aantal beschikbare stoelen met 2,2% af. Evenals bij andere maatschappijen zijn de kortere routes verlies latend. Air FranceKLM wil de resultaten verbeteren, zodat daarop geen verlies meer geleden wordt. Men houdt deze vluchten aan omdat deze zorgen voor aanvoer van passagiers voor het winstgevende intercontinentale netwerk. I.p.v. dat de schuld daalde is deze weer iets gestegen in het 1e kwartaal van € 5,3 mrd. naar € 5,5 mrd. 7
Inmiddels is het Ierse CityJet aan het Duitse Intro Aviation verkocht. Financiële details over de transactie zijn niet bekend gemaakt. De verkoop omvat ook het Vlaamse VLM. Air France-KLM en CityJet zullen bij vluchten van London City Airport naar Europese bestemmingen blijven samenwerken. De onderhoudsdivisie van Air FranceKLM heeft een contract met een waarde van € 1 mrd. met Air China gesloten. Figuur 4 koersgrafiek Airfrance-KLM Gedurende een periode van 15 jaar zal men het onderhoud doen aan de motoren van het type GE90 die aan de 28 Boeing777's hangen die Air China in zijn vloot heeft. Gedurende april heeft Air France-KLM 6,7 miljoen passagiers vervoerd. Dit is 1,8% meer dan vorig jaar in april. Het passagiersvervoer, inclusief de gevlogen afstand nam met 3% op jaarbasis toe. De toename van het passagiersvervoer kwam doordat de week voor Pasen vorig jaar in maart viel en dit jaar in april. Het aantal beschikbare stoelen nam met 0,7% toe. Daardoor nam de bezettingsgraad met 1,9% toe tot 84,7%. Door de herstructureringsmaatregelen bij Air France verbeterde de bezettingsgraad met 4,1%. De oplopende kerosineprijs heeft veel van de besparingen afgeremd. Wij hebben toch wel het idee dat de nieuwe topman de heer De Juniac de onderneming naar een winst gevende tijd aan het brengen is. Hoewel er nog een hele weg te gaan is. De koers is sinds de zomer van 2013 verdubbeld. Dat geeft ook aan dat de markt vertrouwen in de nieuwe topman heeft. Voor men toe is aan het uitkeren van dividend zal echter nog wel even duren. Op 5 juni werd bekend dat Air France-KLM voor € 600 mln. obligaties met een looptijd van 7 jaar heeft geplaatst. De jaarlijkse coupon is 3,875 procent. Door deze transactie is de looptijd van schulden verlengd.
de haven nog niet in zicht.
Enkele dagen later, t.w. op 22 mei jl. hield Imtech de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). Het jaar 2013 was geen goed jaar voor Imtech. De jaaromzet was € 4.995 mln. Het operationele resultaat oftewel de EBITDA was € 44 mln. negatief. Het orderboek was met € 4.726 mln., iets lager dan de omzet. Het netto negatief resultaat € 697 mln. is vnl. ontstaan door aangekondigde niet operationele aspecten. De netto rentedragende schuld was € 745 mln. Bij de strategie ligt de nadruk bij de organische groei, operationeel herstel en de 8
schuldvermindering van minstens € 400 mln. In Duitsland ligt de nadruk vooral op de tenuitvoerlegging van het gedetailleerd verbeteringsplan `NeueImtech'. Voorts is er een nieuwe overeenkomst met financiers, en zijn de bestaande overeenkomsten gewijzigd. Imtech is een geïntegreerde onderneming van multidisciplinaire technische diensten. Er zijn 26.000, hoogst bekwaam en specialistische werknemers in dienst. Voorts beschikt men over belangrijke marktposities. Specialistische technologieën zoals gezondheidszorg, groene technologie, watertechnologie en datacentra gaan door de groep heen. Na wat er in 2013 gebeurt is, ligt dit en volgend jaar (2014-2015) de strategische nadruk op vooral cultuur en ethiek en bestuur en controle. Verder het risicobeheer, projectleiding en project uitvoering, margeverbetering, cash en werkkapitaal beheer, de processen van de werving van technisch geschoolde mensen en de processen behorende bij offertes en verkrijgen van de opdrachten en tot slot operationele voortreffelijkheid. Bij de strategische herstructurering van Imtech Duitsland is de marge belangrijker dan het volume. Daarom ligt de nadruk op kwalitatieve in plaats van de kwantitatieve groei. Men moet de moed hebben om uit verliesgevende projecten met een hoog risico te stappen. De indirecte kosten moeten worden verminderd. Evenals directe en indirecte functies. Bij tenders moet men werken met minimum marges en selectief bieden op projecten die voortbouwen op de aanwezige technische deskundigheid. De nieuwe projectleiding moet gaan voor operationele voortreffelijkheid. De projecten moeten met eigen personeel uitgevoerd kunnen worden. Belangrijk is voor Duitsland dat er een nieuwe collectieve cultuur met nadruk op integriteit, transparantie en samenwerking ontstaat. De middellange termijn targets bestaan in eerste instantie uit organische groei. Extra groei uit acquisities, alleen in gefragmenteerde markten en als de hefboomwerking meer dan 2.0 is. De marge moet tussen de 4 en 6% van de operationele marge EBITDA zijn. Bij de kasstroom moet 90% van het contant geld omgezet worden (EBITA) Bij de hefboomwerking moet de nettodebt /EBITDA verhouding lager dan 2 zijn. Van de winst moet 40% aan dividend uitbetaald worden als de hefboomwerking lager dan 2.0 is. Imtech ziet geen prijsdruk, maar kampt nog wel met een hoge (indirecte) kostenbasis. Ook draaiden enkele projecten slechter dan verwacht. Kerncijfers
2013
2012
2011
2010
koers/winst verhouding
-0,91
-13,51
29,21
41,91
winst per aandeel
-2,34
-1,29
0,69
0,68
0,65
102,17 %
95,96 %
99,22 %
pay out
2009 29,20
ev per aandeel
1,02
2,68
3,72
3,92
2,55
ultimo koers
2,13
17,39
20,02
28,39
18,84
hoogste koers
8,18
25,49
28,48
28,39
19,22
laagste koers
1,71
15,02
15,60
18,53
9,19
Imtech begint op Wessanen te lijken. Steeds vallen de resultaten tegen. Zo ook de resultaten van het eerste kwartaal. De omzet was € 1,12 mrd. (-5% op jaarbasis). De omzetdaling kwam vnl. door een projectvertraging in het Verenigd Koninkrijk (VK). De orderinstroom, lag met € 1,18 mrd. iets boven de omzet. Belangrijker is wat er met de omzet verdiend wordt. Het nettoverlies was € 77 mln. (Q1 2013 € 60 mln.). 9
De operationele EBITDA was met € 6 mln. minder negatief. (Q1 2013€ 15 mln.). De EBITDA marge daalde op jaarbasis van - 1,3% naar - 0,5%. In het vierde kwartaal van 2013 was deze nog 0,4%. De hoge financieringskosten drukken als een loden last op Imtech wat daardoor dieper in de verliezen komt. Iets waar men maar geen vat op weet te krijgen zijn de resultaten in de Benelux die vallen al jaren tegen. Operationeel stelden vooral de marges in de Benelux teleur. De orderontvangst schijnt echter uitstekend te zijn. Tegen welke marges werd niet vermeld. Vreemd genoeg lijkt Imtech Duitsland beter te gaan. Sommige dossiers zijn echter lastig af te wikkelen. Men is nog steeds in gesprek met HSV uit Hamburg over beëindiging van het sponsorcontract. De samenwerking met Bayern München is inmiddels wel gestopt. De verkoop van de ICT-tak ligt volgens Imtech op schema. De belangstelling is afkomstig van zowel strategische als financiële partijen uit binnen- en buitenland. Van de Aast denkt de verkoop na de zomer te af te sluiten. Dit onderdeel kan ±€ 300 mln. opleveren. Dan zou een flink deel van de € 400 mln. die men voor juni 2015 af moet lossen binnen zijn. Imtech is daarmee nog niet uit de gevaren zone. Volgens de heer Van de Aast zijn er geen onderdelen afhankelijk van de ICT tak, zodat deze tak makkelijk los gemaakt kan worden van de rest en verkocht. Onlangs is er een nieuwe overeenkomst met de financiers gesloten. De kosten van de schuld, zijn daardoor fors opgelopen. Tijdens de AVA herhaalde Van de Aast dat alle opties op tafel liggen om de schuld met € 400 mln. te verlagen. Een nieuwe emissie wordt niet uitgesloten. Vorig jaar bracht de emissie € 500 mln. op. Imtech wil de opties om zijn financiële positie te versterken zo groot mogelijk houden. Dit is mede een reden om de nominale waarde van de aandelen Imtech te verlagen van € 0,80 naar € 0,01 per aandeel. Deze technische ingreep heeft geen gevolgen voor het bezit van de aandeelhouders omdat het verschil van € 0,79 naar de agioreserve gaat. Wij hebben echter tegen gestemd aangezien wij € 0,01 niets vinden. Men kan met eurocenten tegenwoordig niets meer kopen. Afwaarderen naar € 0,10 was beter geweest. Dit voorjaar werd ontdekt dat Imtech Figuur 5 koersgrafiek Imtech ook opgelicht is door de directie van de Zwitserse Imtech-tak Fritz & Macziol.Omkoping van ambtenaren, oplichting van het eigen bedrijf doordat directeuren hun “afgeragde sportwagens” voor teveel geld aan Fritz & Macziol verkochten. Ook werden op naam van bevriende 10
relaties spooknota’s verstuurd en geïnd. De bedragen liepen op tot meerdere tonnen Euro’s. Het geld verdween in de zak van de directie. Deze is inmiddels afgetreden. N.a.v. onze vragen hierover bleek dat Fritz & Macziol opgeheven is. De ICT-diensten worden ondergebracht bij een ander Zwitserse dochter IT&T. De andere werkzaamheden van F&M worden afgebouwd. De meeste activiteiten worden voortgezet, om de belangen van klanten te behartigen. Men denkt 20 van de 45 banen te behouden. Samengevat vinden wij dat Imtech in de gevarenzone terecht is gekomen. Gelukkig zitten er bestuurders die er alles aan doen om het bedrijf er weer boven op te helpen. De nadruk blijft op operationeel en financieel herstel. Het sentiment rond Imtech is wel erg negatief. Zou dit een voorbode zijn van betere tijden?
en het gepleegde telefoontje.
Zoals enkele jaren geleden is vastgelegd was ook dit jaar weer op de laatste maandag van mei (26 mei) de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). De Nationale Bank van België (Banque Nationale Belgique), neemt sinds 1 januari 1999 actief deel aan de bepaling en de uitvoering van het monetaire beleid van het Eurosysteem. Dit systeem bestaat uit de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de landen die de euro als munt hebben. BNB speelt daarnaast een belangrijke rol bij het verzamelen, opstellen, analyseren en verspreiden van economische en financiële informatie. De Nationale Bank verzamelt zowel macroeconomische gegevens over de Belgische economie als micro-economische gegevens over afzonderlijke bedrijven en economische agenten. Ze probeert deze informatie zo ruim en snel mogelijk te verspreiden. Zoals ieder jaar weer een AVA vol “vuurwerk”. Aangezien de gouverneur (de heer Luc Coene) zonodig elders moest zijn heeft mevrouw Françoise Masai als vicegouverneur de vergadering voor gezeten. Dit kan allemaal bij de NBB. In 1948 heeft de Belgische Staat BFR 35 mrd. tegen een rente van 0,1% geleend. De Belgische Staat is nooit zijn verplichtingen na gekomen. Alleen in 1991 heeft men BFR 1 mrd. terug betaald op voorwaarde dat de NBB ieder jaar € 24,4 mln. rente zou betalen voor de lening die de Staat terug zou moeten betalen aan de NBB. Deze schuld is toen omgezet in vrij verhandelbare stukken. Na de verandering van de wet (i.v.m. het dividend) in 2009 was de betaling van € 24,4 mln. eigenlijk niet meer nodig. Toch heeft men trouw ieder jaar dit bedrag overgemaakt aan de staat. Vorig jaar is er tijdens de AVA toegezegd dat men zou stoppen met de betaling van dit bedrag en de € 24,4 mln. 11
die gedurende 5 jaar is betaald terug zou vorderen. Deze bijna € 100 mln. zou dan ten gunste van de bij de Belgische Staat achtergestelde particuliere aandeelhouders komen als extra dividend. Nu blijkt dat men niets heeft teruggevorderd en weer netjes het betreffende bedrag heeft overgemaakt. Reden voor ons om te eisen dat we de toezegging zwart op wit zouden krijgen alvorens de vergadering begint. Nadat mevrouw Masai heeft gezegd dat het de wet is begon zij gewoon haar deuntje voor te lezen. Mevrouw Marcia De Wachter (directeur NBB) heeft op een goed moment verklaard dat men hierover naar de minister heeft gebeld maar als reactie kreeg dat dan de wet veranderd moet worden. Waarschijnlijk was dit een telefoontje voor de vorm. Ook de toezegging stond niet woordelijk in de notulen. Daarna heeft uw voorzitter geëist dat er een proces verbaal van de vergadering gemaakt zou worden. Ook dit kon volgens mevrouw De Wachter niet vanwege de wet. Ook was de definitie van notulen anders dan in Nederland. Ook op ons verzoek om het bandje van vorig jaar te komen beluisteren werd niet ingegaan. Ook de directeuren, de heren Jean Hilgers en Norbert De Batselier, probeerden het nog eens maar de mensen in de zaal waren onwrikbaar. In het blad van de Vlaamse Federatie van Beleggers (VFB) schrijft de Belgische Professor emeritus, de heer Roland Van der Elst, ook dat het grootste deel van de winst van de NBB naar de Belgische Staat gaat. Zijn mening is dat we ons dan kunnen troosten met de gedachte dat daarmee Belgische Staatsschuld verminderd. Omdat wij als Nederlanders niets te maken hebben met de Belgische Staatsschuld eiste één van de aanwezige Nederlandse aandeelhouders compensatie voor buitenlandse aandeelhouders. Ook dit werd genegeerd. De NBB realiseerde in 2013 een winst van € 947 mln. In 2012 was er een extreem resultaat (€ 1337 mln.). De winst is nu op het niveau van de jaren voor 2012. De organieke wet wijst het saldo van de winst (€ 643,9 mln.) toe aan de Belgische Staat. Hier komt nog € 115 mln. aan vennootschapsbelasting bij, plus € 24,4 mln. in totaal gaat er dus € 783,3 mln. naar de Belgische Staat. Dat is 82,7%. Dit terwijl de Belgische Staat net als de particuliere aandeelhouders 50% van het aandelenkapitaal in handen heeft. De particuliere aandeelhouders worden echter afgescheept met een fooi van € 24,84 mln. De oorzaken voor die daling zijn de op de verschillende effectenportefeuilles in Euro geboekte resultaten. Deze hebben de rentebaten gedrukt met € 124 mln.
12
Het uitstaande bedrag van de Held-To-Maturity-portefeuille (HTM portefeuille zijn de tot de vervaldatum aangehouden waardepapieren) en de monetairbeleidsportefeuille. Deze is ontstaan uit de aankoopprogramma’s (Covered Bonds Purchase Programmesen Securities Markets Programme) die verstreken zijn liep terug, terwijl de outrightportefeuille (vastrentende waardepapieren in deviezen) werd beïnvloed door de daling van de rentetarieven. De inkomsten uit Emergency Liquidity Assistance (ELA) (€-164 mln.) zijn bijna verdwenen. Deze ELA faciliteit geeft Nationale Centrale Banken in de eurozone de mogelijkheid om binnenlandse financiële instituten te ondersteunen, onafhankelijk van de maatregelen die het Eurosysteem als geheel neemt. Omdat de ELA geen deel uitmaakt van de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het lidmaatschap van de ECB liggen de hieraan verbonden risico’s bij de nationale centrale bank De in omloop gebrachte bankbiljetten namen sneller toe dan die van het Eurosysteem. Daardoor is het bedrag van de Eurosysteem-vorderingen uit hoofde van de bankbiljetten gedaald, evenals de daarop geldende rentevergoeding, waardoor de rentebaten met € 65 mln. verminderden. De aan de NBB toegedeelde monetaire inkomsten namen met € 88 mln. sterk af door de daling van de kortetermijnrente en de afname van de kredietverstrekking aan de kredietinstellingen door de vermindering van de liquiditeitsbehoefte binnen het Eurosysteem.
Figuur 6 Koersgrafiek NBB
In 2008 is in het Eurosysteem een voorziening aangelegd voor tegenpartijrisico's die voortvloeien uit monetairbeleidstransacties. Deze zijn in de daaropvolgende boekjaren teruggenomen en het
saldo (€11 mln.) is in 2013 aangezuiverd. Bij de winstverdeling vormt de raming van de becijferbare risico's het uitgangspunt voor de bepaling van het minimumbedrag van de reserves. De risico’s op de activa die de Bank voor eigen rekening beheert worden berekend volgens de value at riskmethodologie. Voor de raming van het risico op haar aandeel in de monetairbeleidstransacties en – portefeuilles, baseert de Bank zich op berekeningen van de ECB. De uitkomst van die ramingen geeft voor de risico's einde 2013 een bedrag een bedrag van ongeveer € 5,5 mrd. Dit is € 0,1 miljard hoger dan in 2012. Een dergelijke kwantitatieve oefening wordt daarna beoordeeld aan de hand van meer kwalitatieve overwegingen. De NBB heeft daarbij o.a. rekening gehouden met de impact van een hypothetische volledige verkoop voor € 1113 mln. van al haar 13
portefeuilles in eigen beheer op einde boekjaar. Daarnaast moet de NBB zeer voorzichtige risicoramingen hanteren, want het lopende resultaat moet de eerste buffer vormen om eventuele verliezen op te vangen. De laatste vijf jaar ligt dit tussen € 863 mln. en € 1370 mln. De NBB vindt dat haar reserveringsbeleid (zoals vastgelegd in 2009) onverkort verder dient te worden toegepast. Dit houdt in dat er een bedrag van € 236,7 mln. (25% van de winst over 2013), naar de beschikbare reserve moet. Verder houdt men bij de dividend vaststelling rekening met de opbrengst van de verkoop van onroerend goed. Omdat het dividendbeleid ongewijzigd is komt dit alles neer op een bruto dividend van € 165,60 per aandeel. (+ 7,5% t.o.v. 2012). Dit is € 124,20 netto. Ook de dividend belasting is in België verhoogd met een speciale tax. De reden is dat volgens de Belgische regering alle particuliere aandeelhouders speculanten zijn. Na de winstverdeling liggen de veiligheidsbuffers van de NBB rond € 5,65 mrd. Inmiddels heeft mevrouw Françoise Masai, haar ambt op 31 mei jl. neergelegd. Omdat zij sinds 1971 keurig aan de leiband van de Belgische Staat heeft gelopen (zoals tijdens de AVA) is zij bij koninklijk besluit van 10 april jl. erevicegouverneur geworden. De heren Didier Matray, Karel Van Eetvelt en Jean-François Cats zijn tijdens de vergadering tot regent herkozen en de heren Jan Vercamst en Jean Eylenbosch tot censor. Mevrouw Christine Lhoste en de heer Carl Devlies zijn tot censor verkozen om respectievelijk de heer Michel Moll en mevrouw Francine Swiggers op te volgen. Deze mandaten eindigen na de gewone algemene vergadering van 2017. Het mandaat van de bedrijfsrevisor Ernst & Young is hernieuwd voor drie jaar. Voor dat het op stemmen aan kwam zijn we weggegaan. Aan Noord Koreaanse stemmingen waarbij men of voor kan stemmen of zich kan onthouden, doen wij niet mee. Toch houden wij, ondanks alles, onze aandelen aan.
en de machinery.
Op 27 mei was het de beurt aan Reesink om aan de aandeel/certificaathouders uitleg te geven over de gerealiseerde resultaten tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). Royal Reesink heeft vorig jaar een grote overname gedaan. Deze ging gepaard met een forse emissie. Enkelen, waaronder uw Stichting, vonden het wel een beetje veel van het goede. Men is echter toch verbaasd over de manier waarop een en ander is gerealiseerd. Reesink heeft 2 poten t.w. Reesink Equipment en Reesink Industries. Reesink Equipment is onderverdeeld in Green Equipment, Construction Equipment, Material Handling 14
Bij Green Equipment is verdere invulling gegeven aan de voorwaartse integratie. Voorbeelden zijn hierbij Landtech Zuid en de Samenwerking met CT Agro. Landtech Zuid is een mechanisatie bedrijf dat verkoopt, verhuurt en repareert landbouw- en tuinmachines, van combine (maaidorsmachine) tot handsnoeischaar. CT Agro is een joint venture met het Duitse CT Agro GmbH en is gericht op de Kazachstaanse markt. Reesink houdt hierbij de meerderheid van de aandelen en heeft een call optie verkregen op de overige aandelen. CT Agro, levert landbouwmachines, en is de contractspartij voor afnemers en financieringsmaatschappijen. Kijkend naar de marktontwikkelingen dan zien we een goede investeringsbereidheid. Construction Equipment heeft het overgenomen Hans van Driel in Tiel geïntegreerd. Het bedrijf was verlieslatend, maar is met een nieuwe directeur weer winstgevend. Ook heeft men een contract om grondverzetmachines van het merk Kobelco te leveren. De afzet was in België goed. In Nederland terughoudendheid. Bij “Huur&Stuur” zagen we groei. Material Handling is druk geweest om de overname van Pon Material Handling Europe te integreren in Reesink Material Handling Equipment. De markt was uiterst competitief. Er was wel meer vraag naar service en verhuur. Reesink Industries merkte dat de staalmarkt nog steeds onder druk staat. De herstructurering en concentratie van de staalactiviteiten werpt zijn vruchten af. Bij Persoonlijke Beschermingsmiddelen had men nog last van de aanhoudende recessie in de bouw. Er is een nieuw kernassortiment van BATA (veiligheids)schoenen geïntroduceerd. Bij Hydraulics zijn de Duitse activiteiten geherstructureerd en verliepen de activiteiten bij de agri-sector goed. De overige markten stonden onder druk. Men is hier bezig met het op poten zetten van een 2e handsmarkt voor heftrucks. Dat men deze activiteiten nog niet in huis heeft verwondert ons zeer. Veel agrariërs kopen alleen bv. 2 e handsheftrucks aangezien men deze alleen in het hoogseizoen veelvuldig inzet. De rest van het jaar is het makkelijk dat men hem heeft om als het nodig is te gebruiken bv. bij het gebruik van “big bags” bij het kunstmest strooien. Ook 2e hands kraantjes kosten relatief weinig en zijn makkelijk om indien nodig bv. bij kleine graaf werkzaamheden er over te beschikken, of om een aanzuigslang uit de watergang te halen. Om voortgang met integratie/synergie-effecten te maken zijn er 3 werkgroepen t.b.v. ‘quick wins’ gevormd. Deze omvatten de supply chain (ketenbeheer), cross-selling en cross-rental (verkoop cq. leveringen en huurmogelijkheden door de afdelingen heen) en de derde houdt zich bezig met verwerving. De human recourses (HR)wordt versterkt evenals de afdelingen voor IT, Financiën en Communicatie. Hierdoor wordt er meer kennis uitgewisseld op managementniveau. Kerncijfers Reesink
2013
2012
2011
2010
koers/winst verhouding
8,7
-12,41
9,31
8,19
2009 24,47
winst per aandeel
4,85
-6,12
8,22
8,79
2,97
pay out
51,5%
72,98 %
79,60 %
134,80 %
ev per aandeel
68,21
103,67
117,52
108,50
109,58
ultimo koers
70.20
76,00
76,50
71,99
72,60
hoogste koers
80
83,89
94,99
73,50
74,50
laagste koers
62,90
73,01
68,50
57,00
55,00
15
Financieel heeft Reesink goed gepresteerd. De kasstroom uit de operationele activiteiten bedroeg € 12,6 mln. (Des)investeringen in vaste activa vertoonden een min van € 7,4 mln. Er is voor € 37,9 mln. aan nieuwe groepsmaatschappijen verworven. De winst per (certificaat van) gewoon aandeel was € 4,85 (2012: € 6,22 negatief). Na 1 januari 2014 is de volledige overname van CT Agro GmbH een feit. Het is een Activa/passiva¹) overname waardoor het risico beperkt is (inclusief aandelen CT Agro TOO). Onder CT Agro TOO vallen Verkoop, Marketing campagnes en Credit Management & Finance. De financieringsfaciliteit is uitgebreid van € 90 mln. naar € 110 mln. Deze uitbreiding met € 20 mln. (en de toetreding van Commerzbank) houdt verband met de afronding van de overname van de activiteiten van CT Agro GmbH, De koopsom wordt grotendeels gefinancierd met vanuit eerdere emissies beschikbaar gekomen gelden, aangevuld met bovengenoemde bankfinanciering. Aan Pon Holdings is een Earn-out betaald van € 17,0 mln. (exclusief € 1,2 mln. rente) Men verwacht t.a.v.Reesink Equipment behoorlijke omzet- en resultaatgroei. Bij Reesink Industries is men goed gepositioneerd om bij het aantrekken van de markt optimaal te profiteren. De focus komt te liggen op het reduceren van ‘total cost of ownership’ voor de klant. Niet strategische activa zoals bedrijfsgebouwen en –terreinen die niet voor de eigen bedrijfsuitoefening van belang zijn worden gedesinvesteerd. Tijdens de AVA is er besloten om de naam te wijzigen van Koninklijke Reesink naar Royal Reesink. I.v.m. met de internationalisatie van het bedrijf een goed besluit. Ook hier het voorstel om de nominale waarde te verlagen. Van € 4,00 naar € 0,04. Wij zijn van oordeel dat men beter met het voorstel om de certificering op te heffen kon komen. Met een verlaging naar € 0,40 konden we wel leven. Met 0,04 kan men 1 keer 1: 4 splitsen. T.a.v. onze opmerking hierover was de reactie dat men niet wil splitsen. Wij hebben toch tegengestemd. We zijn positief over Royal Reesink. De verhandelbaarheid is nog een vraagteken. Euronext wil het handelsplatform Figuur 7 koersgrafiek Royal Reesink Alternext Amsterdam eind 2015 sluiten. De reden is dat er te weinig gebruik van wordt gemaakt. Er zijn maar 4 noteringen. Alternext Brussel en Alternext Parijs blijven bestaan. Reesink kan kiezen voor een notering op één van de laatste 2 of een notering op Euronext. T.a.v. de Euronext is zowel een prospectus als het gebruik van boekhoudmethode IFRS nodig. Op de middellange termijn wilde men wel naar de Euronext beurs. Daar was altijd al een deel van de strategie op afgestemd. Anderhalf jaar is voldoende om IFRS te adopteren. 16
Men kan ook besluiten om de aandelen op een minder courante beurs te verhandelen zoals de veevoeder producent ForFarmers. Wij denken dat het uiteindelijk toch wel Euronext wordt. Als men dan toch een prospectus moet schrijven kan men gelijk de certificering beëindigen. ¹)Hierbij worden de activa en de passiva gekocht (de machines, voorraden, inventaris, het personeel en zaken als leasecontracten). De banksaldi, debiteuren, crediteuren bankschulden en (fiscale) claims blijven bij de verkoper.
Het nieuwe HAL?
Woensdag 28 mei was in het Rosarium in Amsterdam Zuid de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van Kardan. Kardan is een Israëlisch-Nederlandse investeringsmaatschappij in vastgoed, financiële dienstverlening en aan water gerelateerde infrastructuur. Het bedrijf is opgericht in 1994 en in 2003 naar de Amsterdamse beurs gegaan. Daarnaast heeft Kardan een beursnotering in Tel Aviv. De AVA’s worden daarom steeds simultaan met Israël gehouden. Dit jaar waren er in Amsterdam 5 en in Tel Aviv geen (2013: 2) aandeelhouders aanwezig. In het verleden waren er forse afboekingen op vastgoedprojecten en leningen. Door de grote schuld en het lage eigen vermogen ging Kardan tijdens de kredietcrisis bijna failliet. Gedurende 2013 is hier verbetering in gekomen. In januari 2013 heeft Tahal de onroerend goederenactiva in Tel Aviv verkocht. Tijdens de AVA in februari zijn er vier nieuwe leden in de Raad van Bestuur benoemd. en is de obligatie lening serie A afgelost en verschuldigde rente betaald. KLC is onderhandelingen begonnen om 50% van Europark Dalian te verkopen. In maart moest men hiervan af zien. Vanaf Q1 2013 worden de resultaten van GTC SA niet meer geconsolideerd. In november is het belang in GTC Real Estate Holding (27,5%) voor € 157 mln. verkocht aan een dochterbedrijf van Lone Star Funds. Dit belang was in onderpand bij de bank gegeven. Van de opbrengst heeft men € 107 mln. van de bankschuld afgelost. In juni wil TBIF Financial Services, een volle dochter Kardan, het belang van 66% in de Oekraïense leasemaatschappij Avis Ukraine verkopen aan mede-eigenaar Kardan Vehicle. De onderhandelingen over de verkoop lopen nog. De verkoopprijs zal ± $ 8,6 mln. bedragen. Daarnaast stelt Kardan Vehicle zich garant voor een lening van $ 5 mln., die TBIF heeft verstrekt aan Avis Ukraine en die men voor eind 2013 wil terugbetalen. In november blijkt dat Avis Europe tegen de verkoop van het belang van TBIF Financial Services in leasemaatschappij Avis Ukraine aan mede-eigenaar Kardan 17
Vehicle is. TBIF is zich aan het beraden welke stappen er nodig zijn om de transactie toch te realiseren of het belang aan een derde partij te verkopen. Als er een definitieve deal ligt, moeten de aandeelhouders van zowel Kardan als Kardan Vehicle die goedkeuren, omdat het een transactie tussen aan elkaar gerelateerde partijen betreft. Kardan zal dan een buitengewone vergadering van aandeelhouders houden. De verkoopopbrengst van de leasingactiviteiten in Oekraïne worden gebruikt om leningen aan moederbedrijf Kardan terug te betalen. TBIF wil zich toe leggen op financiële dienstverlening in Bulgarije en Roemenië. In augustus heeft Maalot (een dochteronderneming) van kredietbeoordelaar Standard & Poor's (S&P) de rating van Kardan verlaagd van iLBB naar iLB. In september koopt Hutchison Water International Holdings 50% van Tahal’s deelname (81%) van een project voor de opslag van het opgepompte water. Kerncijfers Kardan koers/winst verhouding
2013
winst per aandeel
2012 -2,68
2011 -1,49
2010 -16,62
2009 -4,98
-0,29
-1,33
-0,27
-0,82
pay out ev per aandeel
0,64
1,53
1,82
3,31
2,62
ultimo koers
0,34
0,78
1,98
4,44
4,10
hoogste koers
0,622
1,95
4,86
4,86
5,62
laagste koers
0,295
0,41
1,45
3,12
1,38
In het 4e kwartaal boekte Kardan € 5.2 mln. netto winst door een sterkere omzet en een verbetering van het operationeel resultaat. Ook de samenwerking op het gebied van Chinees vastgoed boekte sterke resultaten. Over heel 2013 was het verlies € 101,4 mln. (€ 27,8 mln. in 2012). In het derde kwartaal van 2013 was er een verlies van € 65,6 mln. door de afschrijving op de marktwaarde van het in november verkocht belang in GTC. In Azië boekte het vastgoed onderdeel een winst van € 18,3 mln. (€ 14,1 mln. in 2012). Het onderdeel waterinfrastructuur verdrievoudigde de winst naar ruim € 3 mln. Bij de waterinfrastructuurprojecten nam het verlies af van € 7,4 mln. naar € 2,9 mln. Bij de bank- en kredietdiensten was het verlies € 18,8 mln. (in 2012: € 18,8 mln). Bij KLC (Kardan Land China) was de EBIT € 22.2 mln. (+45%). Dit zijn vastgoedprojecten zoals appartementen en winkels vnl. gelegen in de rijkere delen in het oosten van China. Bij Tahal (Kardan Water China) is minder aangelegd dan in 2012. De omzet was lager, echter de brutowinst was hoger (48% versus 36%, 2012). De EBIT steeg met 27% naar € 8.5 mln. De winst was € 3.1 mln. (2012: € 1 mln.). De Taal Projecten zagen de opbrengsten stijgen met 14% naar € 122 mln. bij een bruto winstmarge van 14% (2012: 8%). Kostenbesparingen bedroegen 11%. EBIT € 3.9 mln. (2012: verlies € 6.2 mln.) Men is begonnen met projecten (waterirrigatie) in Afrika (Angola) Op 31/12/2013 had men een orderboek van $ 320 mln. (2012: $ 391mln). Bij Kardan de Financiële Diensten ging de omzet met 49% omhoog. Door de betere kwaliteit van de portfolio verbeterde het bruto resultaat sterk. De impairments op de goodwill bedroegen € 17.5 mln. TBI bank is begonnen in Roemenië. De groei 18
(detailhandel) is het sterkste in Bulgarije en Roemenië. Men wil de aangekondigde verkoop van Avis Ukraine doorzetten. Voor 2014 zal voortdurend de nadruk op verlaging van de schuldpositie liggen. De operationele winst zal moeten toenemen. Bij Real Estate Asia moeten nog 1.500 flats opgeleverd worden en nog ± 1.200 flats verkocht. Het detailhandelscentrum van Europark Dalian wordt in het 4e kwartaal van 2014 geopend. Water Infrastructure zal de opbrengst van waterbehandeling (kweek gebruik) verhogen De gebouwde installatiecapaciteit wordt uitgebreid naar 695.000 m3/dag. Er zijn contracten ondertekend om de capaciteit van de waterbehandeling te verhogen tot 20% t.o.v. eind 2013. Banking and Retail lending in Bulgarije en Roemenië zal een positief operationeel resultaat bij TBIF laten zien. Er worden in beide landen per land 5 nieuwe kantoren geopend. TBIF doet er alles aan om het 66% belang in Avis Ukraine te verkopen. De eerste kwartaalcijfers waren goed, maar is daarmee alle kou uit het recente verleden uit de lucht? Kijken we naar het koersverloop van de afgelopen 10 jaar dan zien we hoge pieken en diepe dalen. (zie grafiek). In het Q1 was er Figuur 8 koersgrafiek Kardan vanaf 2004 een winstje van € 5,2 mln.(Q1 2013 - €22 mln.). De inkomsten stegen naar € 56,3 mln. (Q1 2013 € 41,7 mln.). Alle belangrijke deelnemingen lieten positieve operationele resultaten zien, door hogere omzetten en kostenbeheersing. Er is voor € 68 mln. aan schuld afgelost. De financiële activiteiten hadden een sterk Q1. Men wil in 2014 de schulden verder af lossen. Kardan onderhandelt nog om onderdelen te desinvesteren. Zo is eind 2013 het belang in GTC (Globe Trade Center) voor € 160 mln. verkocht. In april van dit jaar heeft Kardan Land China een intentieverklaring getekend voor de verkoop van pand A2 aan een Chinese investeerder voor ± € 39 mln. De definitieve overeenkomst is inmiddels getekend. Dit pand maakt deel uit van het Europark Dalianproject in China. Tahal Group International (projectorganisatie waterinfrastructuur) heeft een grote infrastructuur-opdracht gekregen van een klant in een Oost-Europees land ter waarde van € 62 mln. Het gaat om het managen van een deel van een landbouwontwikkelingsproject gedurende 4 jaar en kan telkens met een jaar worden verlengd, tegen een extra vergoeding. Kardan maakte geen details bekend over de identiteit van de klant en het land waarin het project plaats vindt. Ook bij navraag door ons tijdens de AVA wilde men, op verzoek van de klant, er niet meer over kwijt. 19
In Polen heeft Watek Polska Sp. z o.o, (een dochteronderneming van Tahal) bij een Poolse rechtbank eind 2013 faillissement aangevraagd. Dit bedrijf kon aan zijn verplichtingen niet voldoen. Eind juni 2013 was de investering van Tahal in Watek € 6 mln. Tahal had een garantie aan Watek afgegeven van € 5 mln. Men heeft € 8,2 mln. afgeschreven. Kardan richt zich dit Figuur 9 koersgrafiek Kardan jaar volledig op het terugdringen van haar schuldenlast. Men probeert contante middelen te genereren via het aflossen van aandeelhoudersleningen, dividend uit belangen en de verkoop van onderdelen. Daarom is tijdens de AVA goedkeuring verleend om onder strikte voorwaarden aan de heer Shouky Oren een bonus van € 725.000. uit te keren eind 2014. Deze betaling is afhankelijk van het hebben van voldoende contant geld na terugkoop op 15 februari 2015 van de obligaties. Verder moet van het bancaire krediet € 28 mln. terugbetaald zijn voor eind 2014. Ook moet er een aantal terugbetalingen gedaan zijn van ± € 125 mln. Het niet uitvoerend Comité heeft de beslissing genomen om met dit voorstel te komen vanwege de uiterst moeilijk financiële situatie van Kardan. De heer Oren gaf aan dat de resultaten bij de dochterondernemingen dit jaar verder zullen stijgen, maar gaf geen prognose voor de rest van het jaar. Op 27 juni jl. heeft Kardan een ontwerpvoorstel voor een algemeen prospectus (shelf prospectus), ingediend bij de Israëlische toezichthouder. Met dit prospectus kan Kardan alle soorten effecten die erin beschreven staan, indien men dit nodig acht, uitgeven. De looptijd van het prospectus is 2 jaar. Deze termijn kan, na goedkeuring door de Israeli Securities Authority, nog een jaar verlengd worden. Men kan hiermee, indien nodig, op korte termijn verschillende soorten effecten aanbieden. Het definitieve prospectus zal waarschijnlijk voor eind augustus zijn ingediend. Wij vinden dit toch een verkeerd signaal naar de markt. Het kan betekenen dat men aan ziet komen dat er na eind augustus geld nodig is. Het kan ook positief zijn. Mogelijk ziet men kansen voor mooie projecten. Duidelijkheid naar de markt is in deze wel gewenst. Er ging die dag € 0,06 (14%) van de koers af. Al met al blijft het toch een speculatief aandeel.
een agrarische onderneming.
Zoals gebruikelijke was op de 2e woensdag van juni (11/6 jl.) in kasteel Calesberg in het Belgische Schoten de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van Sipef. 20
SIPEF is een agro-industriële vennootschap en bezit voornamelijk meerderheidsparticipaties in tropische plantagebedrijven die zij beheert en uitbaat. De groep is geografisch gediversifieerd en produceert een aantal basisgrondstoffen zoals palmolie, rubber en bananen. De investeringen gebeuren meestal op lange termijn in landen als Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust. In de eerste 5 maanden van 2013 waren de volumes zwak. Dezelfde maanden van dit jaar was de productie in Indonesië en Maleisië opwaarts. Dit weerspiegelde zich in de rendementen op de volgroeide plantages in Noord-Sumatra. Januari en februari waren bijzonder droog. Echter, daarna viel er voldoende regen om de grond voldoende vochtig te houden. Hierdoor steeg de productie met 14%. Sipef verwacht gedurende het tweede halfjaar van 2014 een hogere productie dan over het eerste halfjaar. Men is begonnen met een intensief herplantingsprogramma in Agro Muko in de provincie Bengkulu (Zuid Sumatra). De omvang van de mature palmaanplanten is hierdoor meer dan 10% teruggebracht naar 15 518 ha (hectare). Toch zijn de olievolumes tot juni met 9,7% gestegen. Dit is het gevolg van optimalisatie van de jonge aanplant. Hierdoor stijgen de rendementen per hectare. Voorts investeert men in het verharden van de wegen en woningen voor de medewerkers. Deze zorgen voor de oogst en verwerking van de vruchten in de twee fabrieken. Een fabriek is vorig jaar uitgerust met een tanksysteem voor opvang van methaangassen uit het afvalwater. Deze gassen worden nu integraal gebruikt voor de energie levering. Hierdoor kan men de olie met premie leveren aan de Europese groene-energiesector. De productie van 8215 ha jonge oliepalmen in Noord- Sumatra komt geleidelijk op gang en zorgt voor een verhoogde bijdrage in de olievolumes. In mei is men gestart om de vruchten ter plaatse te verwerken in de nieuwe fabriek. Men is bezig met een duurzaamheids certificaat voor deze fabriek. Door het natte seizoen in Papoea-NieuwGuinea, (> 3000 mm regen in vier maanden) zijn de dagen dat men bij Hargy Oil Palms kon oogsten minder. Ook het transport verliep moeizaam. Dit natte weer had ook een negatief effect op de extractiewaarden. De eigen plantages herstelden vrij snel. Eind mei was de productie al 6,6% boven dezelfde periode in 2013. De omliggende boeren hadden meer moeite met de oogst. Daardoor ligt de productie onder het niveau van mei 2013. Door extra ondersteuning van deze boeren zijn de volumevooruitzichten voor de onderneming de komende tijd positief. De prijzen voor palmolie lagen de afgelopen maanden tussen de $ 850 en $ 950 USD/ton CIF Rotterdam. Door berichten over stijgende productievolumes in Zuid-OostAzië in mei en een relatief zwakke vraag vanuit de grote consumptielanden China en India liggen de prijzen aan de onderkant van deze prijsrange. Men denkt dat de verwachte grote oogsten van soja in Noord-Amerika in de tweede jaarhelft, al in de huidige prijsniveaus zijn opgenomen. De ruwe olieprijzen zijn stabiel en de discount van palmolie t.o.v. sojaolie neemt toe. Daardoor is de vraag vanuit de biodiesel gestegen. De vraag naar biodiesel in landen zoals Indonesië en Brazilië kunnen een verder daling van de prijs voorkomen. Door het weersfenomeen El Niño kan het productievolume van palmolie in Zuid-Oost-Azie in het tweede halfjaar tegenvallen. SIPEF heeft momenteel 68% van de verwachte productie verkocht voor gemiddeld 21
$ 987/ton CIF Rotterdam De rest van de palmolie productie wordt gedurende het tweede halfjaar geleidelijk in de markt geplaatst. Kerncijfer Sipef Koers winst verhouding Winst per aandeel inUSD Payout % Dividend Dividend rendement EV per aandeel Ultimo koers Hoogste koers Laagste koers
2008 3,00 4,00 16,00 0,80 4,30 21,00 19,00 53,00 16,00
2009 7,00 4,00 22,00 1,10 3,20 25,00 35,00 37,00 17,00
2010 9,00 7,00 20,00 1,50 2,10 34,00 71,00 72,00 34,00
2011 0.00 10,63 16,00 1,70 2,90 47,51 58,00 75,00 49,00
2012 0.00 7,69 22,10 1,70 2,90 52,80 59,00 72,00 54,00
2013 6,26 20,00 1,25 2,14 58,20 65,00 50,00
De rubberproductie lag eind mei 7,2% boven het volume van vorig jaar. De oorzaak hiervan is de jonge aanplant bij Agro Muko in Bengkulu. De productie steeg hier met 18,4%. In Papua- Nieuw-Guinea zijn de volumes van eigen plantages met 20,9% gegroeid en aankopen bij derden namen met 32,9% toe. De jonge plantages uit 2007 tot 2009 zijn nu volgroeid maar de vraag blijft zwak. Het gevolg is een grote voorraad van natuurlijke rubber op de markt waardoor de prijs op het laagste punt van de afgelopen 5 jaar is. Sipef heeft 63% van de verwachte productie verkocht tegen een gemiddelde prijs van $ 2106/ton. (-28,8% t.o.v. 2013). Verbetering van de prijs wordt in de komende maanden niet verwacht. Het gebrek aan zonneschijn de afgelopen maanden en schadelijke insecten hebben de bladontwikkeling en daardoor het productievolume van de Cibuni theeplantage in JavaIndonesië negatief beïnvloed. De zwarte theeproductie is hierdoor tegenover 2013 met 5,2% gedaald. Ook de grote aanvoer vanuit Kenia blijft de prijs negatief beïnvloeden. Mogelijk trekt de markt in Kenia in september (na de winterperiode) weer aan. Sipef wordt in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea geconfronteerd met door de overheid opgelegde stijgende lonen. Loonkosten vormen een derde van de kostprijs. In 2014 zijn deze loonstijgingen in zekere mate gecompenseerd door lagere meststofprijzen en de devaluatie van de lokale munten tegenover de Amerikaanse Dollar (USD). Recent is er een vaste koppeling van de Kina aan de USD opgelegd. Daardoor is de Kina (munteenheid van Papoea-Nieuw-Guinea) gerevalueerd met 18,2%. Dit heeft hier negatief effect op de kostprijsontwikkeling. In Ivoorkust was er geen periode van droogte. Daardoor is de bananenproductie t.o.v. dezelfde periode in 2013 met 19,9% gestegen. Nu komen wel de lage productiemaanden in de zomerperiode in zicht. Sipef heeft de prijzen vastgelegd in jaarcontracten met Europese distributeurs. De rentabiliteit is daarom verzekerd in zoverre de vereiste kwaliteit wordt geproduceerd. Fyffes neemt 60% van de bananen af. Fyffes is inmiddels gefuseerd met Chiquita. Het doel is om de grootste wereldproducent van bananen te worden. Men verwacht niet dat dit de vraag naar de Afrikaanse bananen zal beïnvloeden of dat Sipef hier nadeel van ondervindt. Na een periode van sterke groei in de premies, stabiliseren de inkomsten uit de verzekeringsactiviteiten in maritieme en industriële verzekeringen. Ook wordt de volatiliteit van de technische resultaten beperkt. 22
De expansieplannen in Zuid-Sumatra worden voortgezet. Sipef bezit nu vier licenties voor een totale oppervlakte van 31 809 ha die potentieel in aanmerking kunnen komen voor ontwikkeling. Verder heeft Sipef meer dan 4 500 ha gecompenseerd en inmiddels meer dan 400 ha hiervan ingeplant. Er worden de nodige middelen ter beschikking gesteld om dit proces in de volgende jaren voort te zetten. De helft van deze gronden kunnen gemaakt worden voor palm- en rubberplantages. Alles is afhankelijk van de bereidheid van de lokale gebruikers om, tegen compensatie, deze gronden aan Sipef in exploitatie te geven. Ook wordt er met de uitbreiding van de palmolieplantages in Hargy Oil Palms (PapoeaNieuw-Guinea) doorgegaan. In 2013 is ruim 1 000 ha bij gepland. De totale geplante oppervlakte is thans 12 387 ha in 2014 wordt er 600 ha bij geplant. Dit i.v.m. de kwaliteit van de uitbreiding. Grond is er voldoende. De beschikbaarheid van arbeid en machines in deze verafgelegen locatie vormen een rem op de ontwikkeling. De derde palmolie-extractiefabriek is voor proef met beperkte volumes in gebruik genomen. Men wil de installatie voor opvang van methaangassen geleidelijk opstarten. SIPEF heeft duurFiguur 10 koersgrafiek Sipef zaamheid hoog in het vaandel. Elke nieuwe uitbreiding wordt in het audit proces opgenomen, om een 100% duurzame Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO)-gecertifieerde plantageonderneming te blijven. In oktober 2013 is een research project opgericht voor de ontwikkeling van hoogrenderende palmen. Op de Timbang Deli plantage in Noord-Sumatra wordt een onderzoekscentrum gebouwd. Van hieruit worden de onderzoeksactiviteiten opgestart. Omdat de productievolumes hoger zijn en een groot gedeelte van de productie van rubber en palmolie is verkocht, verwacht SIPEF over 2014 een hoger resultaat dan in 2013. Het uiteindelijke resultaat zal afhangen van het bereiken van de verwachte jaarvolumes in palmolie en rubber en de prijs in het tweede halfjaar van 2014. Ook de effecten van de lokale munten tegenover de USD, op de productiekosten zijn hierbij van belang. De Indonesische presidentsverkiezingen begin juli kunnen een bepalende factor zijn. De beschikbare kasstroom moet voldoende zijn om het beperktere investeringsprogramma voor dit jaar af te werken. Het dividend over 2013 bedraagt € 1,25 (€ 1,70) p/a. Sipef heeft de laatste 10 jaar vnl. in Papoea-Nieuw-Guinea en in Noord-Sumatra een behoorlijke expansie ondergaan. In Noord-Sumatra is de ontwikkeling vertraagd doordat men duurzaam wil produceren en daarnaast de druk van de lokale grondbezitters. Verder is in Noord-Sumatra de productie later op gang gekomen door de grondsoort en de waterstand. De producties variëren tussen de 10 ton en 24 ton per ha. Men probeert met mineralen en meststoffen bij te sturen. 23
Sipef kan tot 2022 met de geplande oppervlakten uitbreiden. Men is echter afhankelijk van de duurzaamheidcriteria, de beschikbaarheid van arbeid en materialen en de bereidheid van de grondgebruikers om de grond aan Sipef ter beschikking te stellen. Wat zijn de arbeidsbehoeften t.a.v. producten die Sipef teelt? Bij thee is dit 1 medewerker per ha. Rubber is met 3 à 4 ha per medewerker minder arbeidsintensief. Eén medewerker kan 6 ha oliepalmen onderhouden. Mocht men de ter beschikking gestelde middelen niet kunnen inzetten dan gaat men over tot een hogere dividend uitkering. Een ruwe schatting laat zien dat de factor arbeid ⅓ van de kostprijs uitmaakt. Verder ⅓ van de kostprijs zijn de meststoffen en de andere ⅓ bestaat uit brandstoffen, transport, afschrijvingen van productieactiva In de oudere plantages heeft men last van de z.g. Ganoderma schimmel. Sinds 2006 worden de gronden na het rooien van oude plantages gezuiverd van oude wortelresten en laat men deze 6 maanden braak liggen. Verder gebruikt men tegen deze schimmel resistente zaden. De toekomstmogelijkheden van de verzekeringsactiviteiten die Sipef samen met Ackermans & van Haaren bezit worden nader bestudeerd en onderzocht. Wij houden onze aandelen aan. Er wordt een sober financieel beleid gevoerd. De koers zal mee deinen op de prijs van palmolie.
nieuw en onbekend.
Prosensa Group, is een Nederlandse biofarmaceutische onderneming die zich richt op de ontwikkeling van therapieën voor zeldzame erfelijke aandoeningen, naast de ziekte van Duchenne ook bijvoorbeeld de ziekte van Huntington. Men heeft twee nieuwe kandidaat- medicijnen tegen de ziekte van Duchenne geselecteerd voor verder onderzoek in de klinische fase. Daarnaast is aan twee andere kandidaat-medicijnen in Prosensa’s pijplijn de weesgeneesmiddelenstatus toegekend. Het bedrijf is sinds 28 juni 2013 aan de NASDAQ genoteerd en tegen een koers van $ 13,00 p/a naar de beurs gegaan. Bij de beursgang haalde het bedrijf € Figuur 11 koersgrafiek Prosensa 64 mln. op. Op 17 juni jl. hield het Group bedrijf op het kantoor in Leiden de eerste Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). Na de emissieprijs van $13 steeg de koers aanvankelijk naar $33. Prosensa behoorde toen tot de zeer goed presterende biotechbedrijven aan de Amerikaanse beurs. 24
Bij de eerste bekendmaking van publieke cijfers liet de omzet in het eerste halfjaar van 2013 een stijging zien van € 3,2 mln. in 2012 naar € 4,4 mln. De toegenomen omzet was voor een belangrijk deel het gevolg van een bijdrage van € 0,8 miljoen uit een overeenkomst met het Amerikaanse biotechconcern GlaxoSmithKline (GSK). Het verlies over deze periode nam echter toe naar € 8,2 mln (5,1 mln.). De algemene en administratieve kosten stegen van € 2,0 mln. naar € 3,9 mln. Vnl. door de kosten i.v.m. de beursgang. De kaspositie was op 30 juni 2013 € 30,8 mln. (€ 40,7 mln. eind 2012). Het keerpunt kwam echter op 20 september jl. Toen moest Prosensa melden dat de tests met kandidaat-medicijn drisapersen geen significante verbetering bij patiënten konden aantonen. Het ging toen om een zogenaamde 'fase III'-test. Het medicijn was getest in een groep met 186 jongens. Uit deze looptest bleek geen significante verbetering onder de 125 patiënten die het middel kregen toegediend ten opzichte van de 61 deelnemers die een placebo kregen toegediend. De partners verwachten voor het eind van het jaar met een volledige analyse van de werking en risico's van drisapersen te komen. Na deze mededeling stortte het aandeel op de Amerikaanse Nasdaq in. Daarna is men de resultaten van de betreffende studie, en van eerdere testen die wel positief waren, goed gaan evalueren. Als dit specifieke project mislukt, heeft men nog voldoende vet op de botten om voort te blijven bestaan. Eind 2013 is men met het evaluatierapport naar buiten gekomen. Het was nog te vroeg was om definitieve conclusies te trekken. Prosensa had financieel nog genoeg ruimte om tijd uit te zingen en ontwikkelingspartner GSK zou het bedrijf blijven steunen. Zolang er geen therapie voor patiënten met de ziekte van Duchenne voorhanden is die deze aandoening structureel kan aanpakken, blijven onderzoek en ontwikkeling van mogelijke behandelingen van het grootste belang. Dit is onze grootste motivatie voor de ontwikkeling van een breed portfolio aan kandidaatgeneesmiddelen. Men was vastberaden om in nauwe samenwerking met patiëntorganisaties zo snel als mogelijk alle beschikbare informatie over het drisapersenprogramma te publiceren. Prosensa had de financiële ruimte nog met de steun van ontwikkelingspartner GSK. Op 13 januari j.l. echter heeft GSK de samenwerkingsovereenkomst met Prosensa beëindigd. De twee bedrijven werkten sinds 2009 samen aan de ontwikkeling van een medicijn tegen de ziekte van Duchenne. Prosensa, behoudt alle rechten op drisapersen en alle overige ontwikkelingsprogramma's op het gebied van de ziekte van Duchenne. Er zijn nog vijf kandidaat-medicijnen waarvan er momenteel drie op patiënten worden getest. Men heeft nog samen met de Newcastler University een subsidie van € 6 mln. ontvangen van de Europese Unie voor onderzoek naar de spierziekte van Duchenne. Prosensa zat toen in een lastige periode, omdat een belangrijke en grote looptest van het meest vergevorderde medicijn (Prosensa heeft nog geen medicijn op de markt) mislukte en beleggers daarom massaal het Nasdaq-aandeel in de verkoop deden. In vergelijking met de beurswaarde die verdampt is, is de subsidie overigens een schijntje. De subsidie hoort bij een programma van de EU die innovatie moet aanmoedigen. Op 13 januari kwam het bericht dat nieuwe onderzoeksresultaten lijken aan te tonen dat de behandeling leidt tot een vertraging in de progressie van de ziekte van Duchenne. De behandeling moet in een vroeger stadium beginnen en een langer vervolg krijgen. 25
Dit was toch weer een extra impuls om met patiëntenorganisaties, onderzoekers en registratieautoriteiten de weg voor drisapersen verder te verkennen. Op 3 juni jl. kreeg Prosensa van de Amerikaanse variant van de voedsel- en warenautoriteit, de U.S. Food and Drug Administration (FDA) duidelijkheid over de mogelijke registratieprocedure voor het medicijn. De FDA zou het medicijn mogelijk via een 'versneld goedkeuringsregime' willen goedkeuren. Later dit jaar zal een registratie-aanvraag ingediend worden. Men verwacht nu op basis van verdere interacties dat men ook in Europa een registratieaanvraag in kan dienen. Dit betekent dat als alles goed gaat in de tweede helft van 2015 het medicijn op de markt gebracht zou kunnen worden. Voor Prosensa is dit dan het eerste medicijn. Dat de FDA nu op basis van deze zelfde informatie een looppad naar registratie aanbiedt, is zeer positief. Versnelde goedkeuring kan Prosensa goed gebruiken. Met de European Medicines Agency (EMA) wordt momenteel overlegd over een eventuele Europese registratie van het medicijn.
geduld is een schone zaak.
Een maand later dan gewoonlijk hield Pharming op 18 juni jl. de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) Het belangrijkste middel van Pharming is Ruconest. Een middel tegen erfelijk angiooedeem. Dit is een abrupte zwelling van weefsel in o.a. de keel. In 2010 heeft Pharming de eerste deal gesloten voor de Europese markt met Sobi in Zweden. Toen was de eerste betaling € 3 mln. Na Europese goedkeuring voor het op de markt brengen van Ruconest, kreeg Pharming een mijlpaalbetaling van € 5 mln. In vergelijking met de deal voor de Amerikaanse markt was de deal in 2010 klein. Kerncijfers koers/winst verhouding winst per aandeel pay out ev per aandeel ultimo koers hoogste koers laagste koers
2013 -2,05 -0,07
2012 -0,76 -0,33
2011 -2,25 -0,36
2010 -1,10 -1,89
2009 -1,63 -2,76
0,02 0,14 0,32 0,06
-0,10 0,25 1,02 0,15
-0,03 0,82 2,13 0,80
0,41 2,07 4,99 1,44
1,15 4,50 8,84 3,20
Over 2013 publiceerde Pharming zwakke cijfers. Positief is dat over 2014 een sterke verbetering van de verkopen worden verwacht. De kaspositie was eind 2013 sterk doordat de operationele kosten goed onder controle zijn. Begin 2014 heeft de Israëlische farmaceut MegaPharm toestemming gekregen voor de marktin-troductie van Ruconest in Israël. Volgens Pharming lijden ±250 mensen in Israël hier aan.MegaPharm koopt Ruconest in bij Pharming tegen een prijs die is gebaseerd op een percentage van de netto-omzet. In november zijn 2 concurrenten van Pharming samengegaan n.l. het Ierse farmacieconcern Shire en het Amerikaanse ViroPharma. Shire heeft ViroPharma 26
overgenomen voor circa $ 4,2 mrd. (€ 3,2 mrd.). Door de overname heeft Shire nu naast het eigen medicijn Firazyr ook het concurrerende middel Cinryze in handen. Met ViroPharma werkt men aan een experimentele behandelmethode tegen cytomegalovirus. Dat is een vorm van herpes die vooral patiënten treft van wie het immuunsysteem verzwakt is door andere ziektes of bijvoorbeeld een transplantatie. Met deze twee medicijnen vist Shire in dezelfde vijver als Pharming met Ruconest. Ook is in november Santarus, de Amerikaanse partner waarmee men samenwerkt, voor ongeveer $ 2,6 mrd. overgenomen door Salix Pharmaceuticals. De overname heeft geen gevolgen voor de afspraken van Pharming met Santarus. Alle afspraken blijven gehandhaafd. Bovendien kan Pharming profiteren van de ruime sales ervaring van Salix, dat meer ervaring heeft met de marketing van producten richting specialisten dan Santarus. Pharming is sinds juli vorig jaar ook actief in China. Men is een strategische samenwerking aangegaan met het Shanghai Institute of Pharmaceutical Industry (Sipi), een dochter van staatsbedrijf Sinopharm. Men heeft nu een kapitaalkrachtige partner voor productontwikkeling die er een groot belang bij heeft om voor China betaalbare biotechnologische producten te krijgen. De deal levert door de licentie voor Ruconest meteen cash op. Sipi neemt het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten op basis van technologie van Pharming voor hun rekening. In China weten artsen amper wat angiooedeem is. In de Verenigde Staten van Noord Amerika is de ziekte bij 60% van de patiënten al ontdekt. Pharming krijgt een betaling van € 840.000. Als Sipi een licentie heeft verworven om Ruconest inderdaad te gaan verkopen, volgt een mijlpaalbetaling van € 300.000. Naast de deal voor Ruconest heeft Pharming ook een deal gesloten voor productontwikkelingen die nog ver van de markt afstaan. Zo begint Sipi met factor Viii (FViii) voor behandeling van hemofilie en een andere indicatie voor de werkzame stof in Ruconest. Men onderzoekt ook nog andere mogelijkheden in de samenwerking zoals de mogelijkheid van een behandeling van kanker op basis van antilichamen. Als producten vervolFiguur 12 Koersgrafiek Pharming gens het registratietraject bij de Amerikaanse of Europese geneesmiddelenautoriteiten in gaan, trekken de partijen samen op. Sipi krijgt dan de rechten voor de Chinese markt, Pharming die voor de rest van de wereld. De deal met Sipi biedt perspectief op groei en inkomsten in de verdere toekomst.
27
De kwartaalcijfers over het 1e kwartaal van Pharming zagen er niet hoopvol uit. Dit is het gevolg van een boekhoudkundig verlies. Dit verlies heeft geen enkele invloed op de operationele activiteiten. De operationele uitgaven en het gebruik van cash beantwoorden aan de verwachting. Het bedrijf is sterk gefinancierd. Verder is het op het moment van schrijven afwachten op de goedkeuring van het middel Ruconest door de Amerikaanse toezichthouder FDA op 16 juli a.s. Dit zou aanvankelijk op 16 april gebeuren. De verwachting is dat het advies positief zal zijn. Toch is het mogelijk dat de FDA om meer informatie vraagt. De omzet steeg flink net als de operationele kosten en het verlies. De omzet (incl. andere inkomsten) ging met € 0,9 mln. omhoog naar € 1,4 mln. door de grotere vraag naar Ruconest in Europa. Het nettoverlies was € 10,6 mln. (+300%) door o.a. hogere kosten en boekhoudkundige wijzigingen. Het is dus een boekhoudkundig verlies door het uitoefenen van warrants (een soort opties op aandelen). Deze zijn door financiers opgenomen toen de aandelenkoers nog laag was. De koers is de afgelopen tijd fors gestegen. Er staan nog 28 miljoen warrants uit, waarvan 7 miljoen tegen lage prijzen. Er zijn 30 mln. aandelen geplaatst tegen 0,49 per aandeel ( € 14 mln). De investeerders hebben 21 mln. warrants gekregen van € 0,57/ warrant. Het verlies uit doorlopende activiteiten steeg met € 0,6 mln. naar € 3 mln. Door de lage volumes zijn de kosten van de productie van Ruconest hoog. Men denkt dit jaar een omzet te behalen van € 3 mln. van Ruconest in Europa. Er al is een deel van de toegenomen kasstroom in het 1e kwartaal besteed aan het opbouwen van voorraden om de Amerikaanse markt te betreden. Als Ruconest wordt goedgekeurd voor de Amerikaanse markt, krijgt Pharming een betaling van $ 20 mln. van de Amerikaanse partner Salix en van de verdere opbrengsten 30% tot 40%. De verkoop van het Ruconest is afhankelijk van konijnenallergie, de bijsluiter, prijsstelling, het overtuigen van de artsen om het medicijn voor te schrijven. Concurrerende medicijnen worden uit mensenbloed gemaakt. Ruconest uit konijnenmelk die ruimer aanwezig is. Hiervoor heeft men ook in China een bedrijf. Deze konijnen leven in ruimten die diervriendelijke zijn. Pharming bestaat sinds 1988 maar heeft tot nu toe nog nooit winst behaald. Met een koerswinst van 258% is het de grootste stijger op de Amsterdamse beurs. Desalniettemin degradeerde Pharming in maart uit de MidKap naar de overige fondsen, omdat Euronext de beurswaarde en een minimale aandelenprijs hanteert in plaats van het handelsvolume. Als Pharming in september wil promoveren naar de SmallCap-index moet de gemiddelde koers € 1 zijn. Het aandeel schommelt nu al een hele tijd rond € 0,52. Sommige banken hanteren als koersdoel € 0,70.
Denkt u aan onze Beleggersdag op 29 november 2014? NSI, Eurocommercial en Kendrion geven een presentatie!
28