MAART 2011
WWW.FONDSNIEUWS.NL
alle nominaties voor de fd morningstar awards
Outperformers De beste beleggingsfondsen van 2010 ● De kenmerken van de alpha-managers PAGINA 6 ● Gatekeepers over fondsselectie PAGINA 12 ● Alle 39 genomineerde fondsmanagers PAGINA 14-30
Was het maar waar. Gelukkig kunt u met BNP Paribas Hoog Dividend fondsen toch op een extraatje rekenen.
Onze Hoog Dividend fondsen beleggen in aandelen met een relatief hoog dividendrendement. Deze dividenden keren wij vervolgens aan u uit. Zo kunt u jaarlijks rekenen op extra inkomsten. Ga voor meer informatie naar bnpparibas-ip.nl of vraag ernaar bij uw bank of financieel adviseur. BNP Paribas Investment Partners, marktleider in beleggingsfondsen (bron: onderzoeksbureau Lipper Feri 2010). www.bnpparibas-ip.nl
MAART 2011
VOORWOORD
D Outstanding thinking.
Outstanding performance.
2009: Beste Fondshuis in alle Assetcategorieën Beste Grote Fondshuis Aandelenfondsen 2010: Beste Fondshuis in alle Assetcategorieën Beste Grote Fondshuis Aandelenfondsen 2011: Nominatie Beste Fondshuis in alle Assetcategorieën Nominatie Beste Grote Fondshuis Aandelenfondsen Threadneedle is in 2009 en 2010 verkozen tot Beste Fondshuis in alle Assetcategorieën en Beste Grote Fondshuis Aandelenfondsen, en heeft in 2011 een nominatie voor dezelfde categorieën. Een unieke prestatie waar wij bijzonder trots op zijn. Wilt u ook beleggen bij Threadneedle? Kijk voor meer informatie op www.threadneedle.nl of neem contact op met uw adviseur.
e uitreiking van de FD Morningstar Awards beleeft dit jaar zijn zevende jaargang. Anders dan voorheen laten we dit jaar het licht niet alleen op de winnaars, maar op alle 39 genomineerde fondsen schijnen. Want dat er maar één kan winnen, betekent niet dat de anderen slecht zijn. Integendeel, het gezelschap van fonds managers dat voor een FD Morningstar Award in aanmerking komt, doet het veelal structureel beter dan de markt. Hoewel passief beleggen snel aan aanhang wint, is er wel degelijk een kleine, beperkte groep die consistente prestaties weet te behalen. Het zijn kwaliteiten en vaardigheden waar de industrie omwille van zijn eigen geloofwaar digheid dringend om vraagt. Anthony Bolton, de levende legende van de fondsindus trie die pakweg 20 jaar de markt wist te verslaan, heeft de kunst van het fondsbeleg gen in meerdere geboden neergelegd: heb een scherp oog. Kijk er verder mee in de toekomst dan anderen en ben intellectueel nieuwsgierig. Ben een generalist met oog voor detail. Ga tegen de heersende mening in, maar heb toch de flexbiliteit om je overtuiging bij te stellen. Ken je sterke en zwakke kan ten, ben integer, vertrouw op je gezonde verstand en je ervaring. En zorg dat je altijd, maar dan ook altijd wilt winnen. Eitje, niet?
Cees van Lotringen
FD Morningstar Awards De beste fondsen van 2010 PAGINA 6
3
Selectie van producten en fondsmanagers
threadneedle.nl
4
Tactische asset allocatie: inspelen op actuele ontwikkelingen, onder- en overwegen in portefeuille
!
Foto: Nico Kroon
Verdeling (en aanpassing) van vermogen over verschillende asset classes
2
‘De benchmark is niet relevant’Hoogconjunctuur De lijstjes en verder
Grondstoffen, Laat-cyclische bedrijven, Freddy van Mulligen, hoofd research van Morningstar Benelux, Large capslicht
de selectiecriteria toe van de genomineerde beleggingsfondsen voor de FD Morningstar Awards 2011. Niet de positie ten opzichte van de benchmark is relevant, maar de positie tegenover de categorie, zegt hij.
Afvlakking
PAGINA 9
Staatsobligaties, defensieve sectoren, kwaliteitsaandelen
Strategische asset allocatie: wat zijn de doelstellingen?
1
Staatsobligaties, Groeiaandelen, Bedrijfsobligaties (aan eindeenvan recessie) Ondanks de veel gehoorde mening dat risicmanagement vermogens
behoud belangrijker zijn geworden voor particuliere beleggers, leggen de mensen die bij de banken verantwoordelijk zijn voor de fondskeuze nog altijd een zwaar accent op het rendement en de manager. Een rondgang.
PAGINA 12
5
Wat zijn de favorieten van de banken? Fondsnieuws vroeg ernaar.
Herstel PAGINA 11 bedrijfsobligaties,
beursgenoteerd MKB, Vroeg-cyclische bedrijven
Het keurkorps De analisten van Morningstar belichten de genomineerde fondsen.
PAGINA 14-30 RUBRIEKEN
infographic............................12 genomineerden op een rij.....14
In het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde van beleggingen kan fluctueren. Threadneedle Asset Management
Limited (TAML) is opgericht in Engeland en Wales onder registratie nummer 573204. Gevestigd: 60 St Mary Axe, EC3A 8JQ, Londen. TAML staan onder toezicht van en zijn goedgekeurd door de Financial Services Authority in het Verenigd Koninkrijk Threadneedle is een handelsnaam, en de Threadneedle naam en logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de Threadneedle groep. © Threadneedle 2011. AD0022
Klantgesprek: van risicoprof
van de bank
Gatekeepers focussen op een rij Recessie nog altijd op rendement
Hoofdredacteur fondsnieuws
[email protected]
5
COLOFON
fondsnieuws
hoofdredacteur fondsnieuws cees van lotringen ontwerp antoine hamers Vormgeving mariska schotman Beeldbewerking Binh Tran Aan deze special werkten mee oliver kettlewell,freddy van mulligen, Barbara Nieuwenhuijsen, Maarten van der Pas, Corina Ruhe, frederik ruys, Han de Vries sales thijs pessers (
[email protected]) contact
[email protected]
fondsnieuws is een initiatief van de FD mediagroep dat zich richt op gestandaardiseerde beleggingsproducten.
6
Vermo op klan
6
MAART 2011
MAART 2011
goede beleggers managen vooral het risico foTO: Hh
outperformers genomineerd voor de FD Morningstar Awards
● Actieve managers hebben wel degelijk vaste karakteristieken ● Ze hebben moed, maar zijn vooral ook behoedzaam tekst: cees van lotringen van de FD Morningstar Awards beleefde in 2010 in het Krasnapolsky hotel in Amsterdam een primeur: iShares werd gekozen tot het ‘Beste Kleine Fondshuis’. Het was een uitverkiezing die in het aanwezige gezelschap van actieve fondsaanbieders de wenkbrauwen deed fronsen. iShares was de ander, de aanbieder van passieve, laaggeprijsde producten die het feestje van de actieve managers kwam verstoren. Bij de toelichting op de uitverkiezing zei Freddy van Mulligen, hoofd research van Morningstar Benelux, dat ‘het aantal trackers in Nederland met een rating nu nog laag is, vandaar deze prijs’. Een soort van aanmoedigingsprijs dus, die door Roel Thijssen, de managing director van iShares Benelux, zuinigjes in perspectief werd geplaatst: iShares beheert $ 500 mrd. Daar kunnen maar weinig fondshuizen in Europa aan tippen. Maar iShares was op het moment van de uitverkiezing al geen buitenstaander meer; het was enkele maanden daarvoor overgenomen door BlackRock – de in de jaren negentig opgerichte vermogensbeheerder, die nu met de overname van de wereldmarktleider van passieve producten meer dan 3.000 miljard dollar onder
De jaarlijkse uitreiking
beheer heeft en de grootste asset manager ter wereld is. De overname van iShares was een wake up call geweest voor de industrie: het onderstreepte hoe revolutionair de veranderingen in deze industrietak zullen zijn: of je wordt heel groot, of je blijft heel klein. Of je kiest ervoor te concurreren op schaal, of je onderscheidt je in de niche. BlackRock heeft daar nog een strijdwagen aan toegevoegd: passief en actief onder één dak. Zowel de hamer als het aambeeld in bezit hebben, is prettig in een sector waar de businessmodellen onder vuur liggen nu grote institutionele beleggers lagere kostenvergoedingen afdwingen en een voorkeur voor prestatiegerelateerde vergoedingen opgang doet. In dat krachtenveld, waar de toegevoegde waarde van actief beleggen discutabel is geworden, is het hebben van de wereldmarktleider iShares een waar-
Of je wordt heel groot, of je blijft heel klein, of je zoekt de schaal of je blijft in de niche
devolle verzekering op de toekomst. De kredietcrisis heeft bijgedragen aan de versnelde opmars van indextrackers. Veel beleggers zijn teleurgesteld geraakt in actieve fondsen, die nog altijd de pavlov-reactie hebben van het verslaan van de benchmark. Dat werd ook als argument aangegrepen om hun resultaten in het rampjaar 2008 te vergoelijken: het fonds was dan wel zwaar in de min, maar het had het wél de index weten te verslaan.
Trackers: Wind in de zeilen
Voor beleggers klonk dat als: oké, we hebben de oorlog verloren, maar de slag hebben we echter wel gewonnen! Dat argument verloor, in veel gevallen, het laatste restje overtuiging, toen klanten ook nog eens een beheervergoeding van 1,5% of meer voor de koersverliezen van soms wel 50% in rekening werd gebracht. Sinds die kredietcrisis, die ook een vertrouwenscrisis werd voor actieve managers, hebben passieve producten als indextrackers de wind in Europa in de zeilen gekregen. In 2010 nam het beheerde vermogen toe met bijna 30% tot $ 1480 mrd. De inschatting is dat de komende drie jaar het vermogen dat onder beheer is, zal toenemen met gemiddeld 20 tot 30% per jaar. Hierdoor zal deze bedrijfstak begin 2012 meer dan $ 2.000
mrd onder beheer hebben in Europa. De opmars van indexproducten blijft niet beperkt tot de markt. Passieve producten dringen nu ook door tot de eregalerij van de FD Morningstar Awards: Vanguard EUR Gov Bond Index is genomineerd in de categorie Obligaties overheid, terwijl iShares Markit iBoxx Euro Corporate Bond meedingt naar een prijs in de categorie Obligaties bedrijven. ‘Dit geeft te denken’, zegt van Mulligen van Morningstar. Obligatietrackers verslaan per definitie niet de benchmark die zij volgen, omdat zij hetzelfde rendement halen, maar ook nog kosten in rekening brengen. Actieve obligatiefondsen verslaan volgens Van Mulligen na aftrek van kosten ook zelden de index. Indextrackers worden, met uitzondering van Rabobank, nog maar beperkt aangeboden door de grootbanken. Dat heeft vooral met het bestaande businessmodel te maken: voor beleggingsfondsen wordt wel, en voor trackers wordt geen distributievergoeding betaald. Daarom zijn zowel de aanbieders van trackers als van beleggingsfondsen voorstander van afschaffing van de retrocessie en van invoering van een adviesfeemodel, zodat de eindklant een jaarlijkse vergoeding voor zijn diensten bij de bank betaalt. De eerste verwacht er een groter marktaandeel van, de ander denkt dat hij de con
7
8
MAART 2011
MAART 2011
fd morningstar awards 2011
genomineerde beleggingsfondsen Periode
Aandelen Nederland BNP Paribas Small Companies Netherlands Delta Lloyd Deelnemingen Fonds Kempen Orange
1 jaar
3 jaar
5 jaar
26,3 20,4 27,3
4,9 0,8 6,4
7,3 9,2 11,4
Aandelen Europa Large Cap Invesco Pan European Structured Equities Prifund European Equities Threadneedle Pan Europe
15,2 18,0 26,0
-0,6 -1,8 0,2
4,9 3,4 4,8
Aandelen VS Large Cap Morgan Stanley US Advantage Neuflize USA Opportunités Optimix America
24,7 25,5 22,8
6,4 4,4 7,1
1,6 5,1 2,6
Aandelen Azië Aberdeen Asia Pacicfic Fidelity Funds Asian Special Situations JF Asia Alpha Plus
36,2 28,9 32,9
8,4 5,1 2,9
11,1 12,4 12,9
18,3 19,1 27,6
0,3 -2,6 3,1
6,0 -3,5 7,2
Aandelen Emerging Markets Aberdeen Global Emerging Markets Equity Magellan Vontobel Emerging Markets
34,4 27,6 37,7
11,4 4,2 3,7
14,6 12,3 10,3
Aandelen wereldwijd Aphilion Q² Equities Credit Suisse EF (Lux) Global Value Sarasin EquiSar - Global
29,1 30,1 21,2
0,8 5,5 -1,6
2,9 3,8 2,4
Mixfondsen Carmignac Profil Réactif 50 Ethna-AKTIV E JPMorgan Global Balanced (EUR)
10,0 9,9 11,8
1,8 6,6 2,2
3,5 6,8 3,6
4,0 1,1 1,2
6,0 5,2 4,6
3,7 3,1 3,0
15,1 21,8 16,5
7,5 11,3 10,9
5,3 7,5 7,4
Obligaties Euro High Yield AXA WF Global High Yield Bonds EUR Sparinvest SICAV High Yield Value Bonds EUR UBS (Lux) BF Euro High Yield Obligaties Wereldwijd ING Global Obligatie Fonds PIMCO GIS Global Bond EUR Hedged Templeton Global Bond
foTO: HH
‘Goed rendement is geen toeval, maar gevolg van skills’ De uitreiking van de FD Morningstar Awards is een jaarlijks hoogtepunt voor de in Nederland actieve fondshuizen. Freddy van Mulligen, hoofd research van Morningstar Benelux, licht de criteria van het selectieproces toe.
tekst: Barbara Nieuwenhuijsen
Freddy van Mulligen
FOTO: fd/binh tran
Morningstar Award te winnen moet een beleggingsfonds aan heel wat criteria voldoen. ‘We willen geen fonds laten winnen dat het toevallig een jaartje goed gedaan heeft.’ ‘Negen van de dertien winnaars van vorig jaar, presteerden ook dit jaar beter dan het gemiddelde van hun categorie. Natuurlijk kun je dan ook inzoomen op die vier fondsen die het slechter deden, maar ik voel mij hier comfortabel bij.’ Aan het woord is Freddy van Mulligen hoofd research van Morningstar Benelux. ‘Voor mij bewijst dit dat een goed rendement geen toeval is, maar toch het gevolg is van skills.’ Om te voorkomen dat er eendagsvliegen in de prijzen vallen, is een van de voorwaarden voor nominatie dat een fonds vijf jaar moet bestaan. Dit is meteen de reden dat het Add Value-fonds van Willem Burgers niet genomineerd is, terwijl het van meerdere kanten werd uitgeroepen tot het best presterende beleggingsfonds in 2010 in Nederlandse aandelen. ‘Blijft het fonds goed presteren dan komt het vanzelf in beeld’, aldus Van Mulligen. Een andere voorwaarde is dat een fonds actief is in een van de 13 categorieën waarin fondsprijzen worden uitgeloofd. ‘Van het universum van 50.000 fondsen, blijven er op basis hiervan nog ongeveer 5.000 over. Daarvan maken we een ranglijst op basis van rendement en risico, waarbij rendement voor tachtig procent meetelt en risico voor twintig procent. Het risico wordt bepaald door de volatiliteit in de afgelopen vijf jaar, de afgelopen drie jaar en het afgelopen jaar, waarbij het laatste jaar extra zwaar mee telt omdat dit het jaar is waarvoor de prijs wordt toegekend. Neerwaarts risico krijgt ook extra gewicht.’ Bij het maken van de lijst gaat Morningstar niet uit van het hoogste absolute rendement, maar van de best presteren-
Om een FD
Aandelen sector ASN Milieu & Waterfonds Davis Financial Pictet-Digital Communication
Obligaties Euro Overheid AEGON Rente Parvest Bond Euro Government Vanguard EUR Gov Bond Index
Benchmark als fictie
ishares, aanbieder van trackers, heeft de wind in de zeilen.
14,2 9,0 19,5
9,7 6,5 15,8
4,2 4,7 9,6
Obligaties Bedrijven Euro iShares Markit iBoxx Euro Corporate Bond M&G European Corporate Bond Schroder ISF Global Corporate Bond EUR Hedged
4,3 4,7 5,2
6,2 5,3 6,9
3,4 2,5 4,4
Obligaties Euro gediversifieerd Carmignac Sécurité Parvest Bond Euro Short Term Schroder ISF Euro Bond
2,7 1,0 5,2
5,3 4,0 7,4
4,1 3,2 3,9
currentiestrijd beter aankan als het kostenniveau tussen actief en passief relatief gelijk(er) wordt. Maar een level playing field is niet alleen een kwestie van kosten. De prestaties van fondsmanagers moeten wel degelijk verbeterd worden. Outperformance is daar een graadmeter voor, maar het is niet de enige graadmeter. Fondsaanbieders moeten ook meer transparantie bieden over het aantal transacties dat ze doen en de samenstelling van de portefeuille en ze moeten de belegger meer bescherming bieden door het neerwaartse risico beter – en vooral ook actiever – te managen dan ze tot nu veelal hebben gedaan. Dat houdt een flexibel mandaat in, zodat niet de (out)performance ten opzichte van de index de maat is, maar het managen van het absolute risico in de portefeuille.
Actieve managers
Maar het is een misvatting te denken dat actieve managers dat niet zouden kunnen. Onder de genomineerde fondsen die Morningstar dit jaar heeft geselecteerd voor de Awards, bevinden zich managers die in hun categorie al jarenlang tot de besten behoren. Het zijn vrijwel altijd mensen die over een zeer lange ervaring beschikken, samenwerken met een hoog opgeleid en hecht team, moed koppelen aan eigenzinnigheid, in hun processen stringente checks & balances kennen en het aan hun toevertrouwde geld zeer behoedzaam managen. Ze zijn
Outperformers behalen de pieken niet, maar vallen ook niet terug naar de diepe dalen erop gespitst de volatiliteit in hun portefeuilles laag te houden. Tegelijkertijd hebben vrijwel alle genomineerde aandelenbeleggers een hoge active share – wat betekent dat ze de vrijheid en de moed hebben om relatief fors van de benchmark af te wijken. De genomineerde fondsmanagers zijn doorgaans mensen die niet genoemd worden als pieken zijn behaald of naar diepe dalen is teruggevallen. Ze zijn noch van de snelle ritjes, noch van de eendagsvliegen. Het zijn doorgaans de mensen die altijd als eersten de feestjes verlaten. Eigenlijk zijn het oersaaie beleggers, die luisteren naar namen als Hugh Young, François Mouté en Hans van Zwol. Alle 39 managers, verdeeld over 13 categorieën, vindt u terug in deze special. De besten onder hen worden over twee weken als winnaars gelauwerd met de uitreiking van de FD Morningstar Awards. cees van lotringen is redacteur bij fondsnieuws.
de fondsen binnen een Morningstarcategorie. ‘Wij vergelijken fondsen met andere fondsen uit de peergroup. Dat is de beste benchmark die je kunt nemen. Want dit is de keuze die de belegger heeft; een benchmark is maar fictie.’ Het gevolg hiervan is wel, dat er in 2009 fondsen konden winnen, die het weliswaar in 2008 beter hadden gedaan dan hun concurrenten, maar nog altijd een flink verlies hadden gemaakt. ‘Niet leuk’, erkent Van Mulligen. ‘Wij hebben de uitreiking toen ook sober gehouden.’ Dit keer hebben alle genomineerden een positief rendement behaald (en is de uitreiking in het Krasnapolsky-hotel). De ranglijst op basis van risico en
criteria
morningstar awards Sinds zeven jaar reiken Morningstar en Het Financieele Dagblad de FD Morningstar Awards uit: de prijs voor het beste fonds in 13 categorieën. De selectiecriteria zijn: - 5 jaar bestaan - In één van de categorieën passen - Rendement 80 % - Risico 20 % - Retailfonds - In Nederland verkrijgbaar
rendement komt gewoon uit de computer rollen. Vervolgens begint de achterafcontrole. Van Mulligen: ‘Alle institutionele fondsen gooien we eruit. De prijs is alleen voor retailfondsen. Ook kijken we hoe de euro share class het gedaan heeft. Staat die onderaan, dan slaan we het fonds ook over. Dan gaan we na of het ook echt in Nederland verkrijgbaar is. Ligt het bij de private banks en de grote Nederlandse banken op het schap? Is er een Nederlandse vertegenwoordiger? Is er een Nederlandse website?’ Dit jaar scoorde het Amerikaanse MFS Investment Management bijvoorbeeld in een paar categorieën hoog, maar werd toch niet genomineerd. ‘Deze vermogensbeheerder heeft wel een ver-
9
MAART 2011
achtergrond
Banken: Favoriete fondsen voor 2011
Hoe het gaat? Business as usual, dank u.
vervolg van pagina 9
gunning van de AFM, maar ik ben er nog nooit iemand van tegengekomen’, aldus Van Mulligen. ‘Dan moeten onze analisten de fondsen van voldoende kwaliteit vinden. Het kan bijvoorbeeld wel zijn dat een fonds het afgelopen jaar een heel goed rendement heeft behaald, maar als het net zijn kosten verhoogd heeft, het hele managementteam is weggegaan of het om een andere reden een goede historie heeft , maar niet bepaald fatsoenlijke vooruitzichten heeft, dan zijn we terughoudend. Ook dit jaar is er om die reden nog een fonds van de lijst gehaald, maar ik weet niet zeker of ik wel wil zeggen om welk fonds dit gaat. Ik ben altijd erg veel tijd kwijt met het beantwoorden van vragen van fondsen die niet gewonnen hebben.’
Het Kempen Orange Fund voor de zesde keer genomineerd door Morningstar.
Kempen Capital Management N.V. is de beheerder van Kempen Orange Fund en is als zodanig opgenomen in het register van de Autoriteit Financiële Markten.
Passief rukt op
Dat wil overigens niet zeggen dat fondsen met hoge kosten niet genomineerd kunnen worden. Carmignac Profil Réactif 50 genomineerd in de categorie mixfondsen heeft met 4,51% een behoorlijke expense ratio. Van Mulligen: ‘Als het rendement hoog genoeg is om de kosten goed te maken –wij kijken naar het rendement na kosten – dan kan dat. Al moet het natuurlijk niet te gortig worden.’ Fondsen die behoren tot de kleinste 10% in een categorie vallen ook af, net als fondsen die minder dan € 10 mln aan assets under management hebben. Ook moeten fondsen ten minste twee keer per jaar rapporteren wat er in hun beleggingsportefeuille zit. ‘Dat is een nieuwe regel die we dit jaar hebben ingevoerd. We willen inzicht hebben in wat een fonds doet’. Van Mulligen: ‘Al met al sluiten we best wat uit. Maar dat is omdat we niet een fonds willen laten winnen dat het toevallig een jaar goed gedaan heeft. Je wilt wel een beetje consistentie.’ Opvallend is dat er tussen alle actieve fondsen, die tot doel hebben het beter te doen dan de markt, ook twee Exchange Traded Funds, ofwel index-
‘Al met al sluiten we best wat uit. Je wilt wel een beetje consistentie’
trackers genomineerd zijn: Vanguard EUR Gov Bond Index in de categorie Obligaties overheid en iShares Markit iBoxx Euro Corporate Bond in de categorie Obligaties bedrijven. ‘Dit geeft te denken’, beaamt Van Mulligen. Indextrackers verslaan per definitie de benchmark die zij volgen niet, omdat zij hetzelfde rendement halen, maar ook nog kosten - al zijn die niet hoog - in rekening brengen. Obligatiefondsen verslaan volgens Van Mulligen de index echter nooit. ‘Dit komt doordat obligaties minder hoge rendementen halen dan aandelen, maar er wel ook kosten in rekening worden gebracht. Bedenk je dat dan is het wel logisch dat ETF’s bovengemiddeld presteren. Zij hebben immers lage kosten’, aldus Van Mulligen. In Nederland heeft volgens Van Mulligen echter nog nooit een ETF een Morningstar Award gewonnen. In andere landen wel. Wel won ETF-verstrekker iShares vorig jaar bijvoorbeeld de prijs voor het beste kleine fondshuis aandelenfondsen. ‘Dat zegt dat de iShares fondsen in doorsnee redelijk presteren. Van actief beheerde fondshuizen doen er altijd een paar fondsen het heel goed, maar ook een paar het heel slecht.’ Uiteraard is het in het verleden ook wel eens voor gekomen dat een fonds dat een prijs kreeg een jaar later helemaal door het putje ging. ‘Ja, zes jaar geleden reikten we ook een prijs uit aan het fonds met het hoogste absolute rendement. Hier hebben we van geleerd.’ De winnaar was toen het Intereffekt Japanse Warrants. Dit fonds behaalde in 2005 een rendement van ruim 125%, maar in de drie jaren die volgden was het rendement respectievelijk -15,63, - 35,78 en -84,27%. ‘Daarom geven we nu ook geen awards meer weg aan specifieke landen fondsen, anders dan de thuismarktfondsen. In deze categorie zitten vaak de fondsen met het hoogste absolute rendement in een bepaald jaar, maar ook die met het laagste en vaak is het ook nog zo dat hetzelfde fonds dat het ene jaar bovenaan staat, het volgende jaar helemaal onderaan staat en omgekeerd.’ Voor de categorie Nederlandse aandelenfondsen geldt dit overigens niet. Het Delta Lloyd Deelnemingen Fonds en het Kempen Orange fonds staan vaak in de top 3. Van Mulligen: ‘Dit zijn gewoon hele goede beleggingsfondsen.’ Barbara Nieuwenhuijsen is redacteur bij Fondsnieuws.
tekst: Barbara Nieuwenhuijsen
O
p verzoek van Fondsnieuws geven banken jaarlijks, op basis van hun macro-economische analyse en hun asset allocatie, hun favoriete beleggings fondsen. Voor 2011 tipten de banken vooral fondsen die beleggen in opkomende markten. Ook bedrijfsobligatiefondsen, Noordameri kaanse aandelen- en hoogdividendfondsen staan meer dan eens op de favorietenlijstjes. Vorig jaar had ING als enige bank geen emerging marketsfonds in zijn favorietenlijst staan. Naar nu blijkt ten onrechte, want dit waren in 2010 juist de fondsen die de hoogste absolute rendementen behaalden. Dit jaar tipt ING met het Fidelity China Focus Fund wel een emerging markets-fonds. Aan kop ging vorig jaar het door Van Lanschot Bankiers als favoriet bestempelde Aberdeen Global - Asia Pacific Equity Fund met een jaarrendement 36,2%. Dit fonds is genomi neerd voor een FD Morningstar Award in de categorie Aandelen Azië. Voor 2011 tipt Van Lanschot een ander emer ging marketsfonds: het Hamon Asian Market Leaders Fund, een fonds dat zich volgens de bank binnen deze regio op minder bekende bedrijven richt, die aan het begin staan van een periode van bovengemiddelde groei. Insinger de Beaufort zet zijn geld op het Franse Comgest Growth Emerging Markets, ABN Amro MeesPierson gaat voor het Aber deen Global - Emerging Markets Equity Fund. Rabobank zet in op Rusland en wijst BNP Paribas Equity Russia als favoriet aan. ‘Rusland is de goedkoopste aandelenmarkt wereldwijd. Het land heeft een relatief slechte pers in het Westen. Hoewel de dagelijkse feitjes mogelijk wel kloppen is het totale beeld dat wordt geschetst verkeerd’, zegt Chief Investment Officer Han Dieperink van Rabobank Private Banking Nederland.
Hij ziet er positieve ontwikkelingen. ‘Het inkomen van Rusland is in de afgelopen tien jaar nominaal met een factor 4,5 gestegen.’ Net als vorig jaar heeft ING ook het eigen ING Global Opportunities Fund als favoriet. ‘Wegens succes herhaald’, zegt Bob Homan, hoofd van het ING Investment Office. Het fonds behaalde tot 15 december 2010 een absoluut rendement van 20,7%. ING had vorig jaar ook het BlackRock New Energy op zijn lijst staan. Dit fonds was met een negatief rendement van 5,1% het slechtst presterende fonds van alle favorieten. Insinger de Beaufort had ook een minder gelukkige hand. De bank zette weliswaar een goed presterend emerging marketsfonds op zijn lijstje, maar tipte ook het eigen Real Estate Equity-fonds dat een mager plusje haalde van 1,35%. Het eveneens op het lijstje voorkomende Parvest Step 90 Euro haalde een resultaat van -2,98%. Deze fondsen zijn nu uit de top 3-en verdwenen. Insinger kiest nu voor onder meer high yield bedrijfsobligatiefonds, het BlueBay High Yield Bond Fund. Dit fonds belegt in Europese
Nadruk op large caps VS, high yield obligaties en hoog dividend high yield bedrijfsleningen. Ook ING kiest met Sparinvest High Yield Value Bonds voor een high yield-obligatiefonds. Dieperink van Rabobank ziet veel in grote Amerikaanse bedrijven. W.P. Stewart, het fonds dat Rabobank als favoriet noemt, heeft volgens hem ook een aantrekkelijke management fee. ‘De basisvergoeding voor de manager is 0,25%, wat extreem laag is.’ ABN Amro kiest verder voor een hoogdivi dendfonds: het DWS Top Dividende. Insinger tipt het ING Premium Dividend Fund. Direc teur Vermogensadvies San Lie van Insinger: ‘Bezien over een kortere periode vertegen woordigt het dividend vaak al de helft van het totale rendement op aandelenbeleggingen. Over de zeer lange termijn, kunnen dividen den, mits herbelegd, meer dan 90% van het totale beleggingsrendement opleveren.’ Een langere versie van dit artikel heeft op maandag 10 januari 2011 op de fondsen pagina van Het Financieele Dagblad gestaan.
11
12
MAART 2011
MAART 2011
3
winnaars gezocht
tekst: corina ruhe Waar let een vermogensbeheerder op als hij een beleggingsfonds adviseert? Sinds de introductie van de open architecture zijn beleggers allang niet meer gebonden aan de huisfondsen van hun eigen bank. Het aanbod van beleggingsfondsen in Nederland lijkt bijna oneindig en loopt op tot enkele duizenden. Hoe groter het aanbod, hoe moeilijker het is om te kiezen. Waarom beveelt een beleggingsadviseur een Europees aandelenfonds van Schroders aan en niet van Robeco? Sommige deskundigen uit de fondsenindustrie zeggen dat banken zich bij deze adviezen vooral laten leiden door de kickback, oftewel de distributievergoeding. Beleggingsfondsen betalen immers een vast bedrag aan de banken om op het schap te mogen komen. De banken zelf ontkennen dit ten stelligste. Uit gesprekken met personen die verantwoordelijk zijn voor dit selectieproces bij banken, blijkt dat in het verleden behaalde rendementen het belangrijkste criterium zijn bij de selectie van een fonds. Vaak wordt daarbij een extra
zwaar gewicht gehangen aan het meest recente verleden. Tegelijkertijd zijn ze zich er maar al te goed van bewust dat deze resultaten geen garantie bieden voor de toekomst. Door intensieve gespreken en analyses proberen ze deze risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten. ‘Om de rendementen van fondsen goed te kunnen beoordelen, is het belangrijk om appels met appels te vergelijken’, zegt Dirk-Jan Schuiten van ABN Amro Advisors, het bedrijfsonderdeel van ABN Amro dat zich bezighoudt met de selectie van beleggingsfondsen voor de private banking en retailklanten van de bank. Als voorbeeld noemt bij BNP Obam en Skagen Kontiki. ‘Iedereen denkt dat het goed gespreide wereldwijde aandelenfondsen zijn. Maar beide fondsen hebben een hele forse exposure naar opkomende markten. Ze zijn dus minder gespreid dan vaak gedacht wordt. Daarom zijn deze fondsen niet zonder meer vergelijkbaar met andere wereldwijde aandelenfonds’, zegt hij. De analisten van AA-advisors struinen de hele markt af en maken een analyse van de aangeboden fondsen’, zegt Schuiten. Vervolgens kijken zij binnen
een bepaalde beleggingscategorie welke fondsen het beste rendement hebben gerealiseerd ten opzichte van vergelijkbare fondsen en de zelf gekozen benchmark. ‘Bij de keuze voor een beleggingsfonds gaat het natuurlijk niet alleen om het rendement’, zegt Bob Homan, hoofd van het Investment Office bij de ING. Homan is bij de ING verantwoordelijk voor de fondsselectie en asset allocatie. ‘Naast rendement, letten we ook heel goed op de beleggingsfilosofie van een fondsmanager’, zegt Homan. ‘Het is belangrijk dat zijn of haar visie aansluit bij die van ons.’ Als voorbeeld noemt hij dat ING op dit moment wegblijft uit schuldenlanden als Griekenland, Ierland, Spanje en Portugal. ‘We zoeken dan een fonds dat dezelfde normen hanteert en onderwogen is in deze landen.’ De macro-economische verwachtingen worden bij de
‘We zijn op zoek naar de herhaalbaarheid van resultaten’
4
Tactische asset allocatie: inspelen op actuele ontwikkelingen, onder- en overwegen in portefeuille
!
Klantgesprek: opstelling van risicoprofiel
5
Verdeling (en aanpassing) van vermogen over verschillende asset classes
2
Hoogconjunctuur Grondstoffen, Laat-cyclische bedrijven, Large caps
Afvlakking
De selectiecriteria van de gatekeepers ● Van asset allocatie tot fondsselectie ● Nadruk op rendement en manager
Selectie van producten en fondsmanagers
Strategische asset allocatie: wat zijn de doelstellingen?
1
Dynamisch proces
Herstel
Staatsobligaties, defensieve sectoren, kwaliteitsaandelen
bedrijfsobligaties, beursgenoteerd MKB, Vroeg-cyclische bedrijven
Recessie
Staatsobligaties, Groeiaandelen, Bedrijfsobligaties (aan einde van recessie)
6
Vermogensverdeling op klantniveau
infographic: infographic: frÉdÉrik ruys, remy jon ming
ING bepaald door het ING Economisch Bureau. Deze visie is het uitgangspunt bij de asset allocatie en de fondsselectie. Na een afvalrace waarbij uit duizenden fondsen een selectie wordt gemaakt, blijft er bij de ING een lijst over van 300 beleggingsfondsen die giraal worden aangeboden.
Consistentiecheck
Een ander belangrijk selectiecriterium voor de ING is de liquiditeit van een fonds. Hetzelfde geldt voor ABN Amro. ‘Over het algemeen zitten we niet voor meer dan 15% in een bepaald fonds’, zegt Schuiten van ABN Amro. Verder werkt ABN Amro voor zowel de adviesactiviteiten in Nederland als het discretionair beheer alleen met fondsen die een registratie hebben bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Naast de focus op rendement is het selectieproces verder vooral kwalitatief.
De manager van het fonds speelt bij dit selectieproces een essentiële rol. ‘Waar zit de toegevoegde waarde van een fonds?’, zegt Schuiten. Ook wil hij iets weten over het karakter van een fondsmanager. ‘Is hij behoudend of juist agressief?’ Vervolgens hangt de keuze van de beleggingsstijl ook weer af van de plek in een portefeuille. ‘Beleggers stappen in India of China omdat ze groei verwachten. Voor deze regio selecteren we eerder fondsen met een hogere bèta (fondsen die relatief veel afwijken van de benchmark), dan voor Europese aandelenfondsen. Op de lijst van ABN Amro prijken 130 namen van beleggingsfondsen. De lijst voor retailklanten is iets korter. ‘We doen bij de selectie ook een consistentiecheck’, zegt Marjolijn Breeuwer, die bij Insinger de Beaufort beleggingsfondsen beoordeelt. ‘We willen uitsluiten dat bepaalde fondsen alleen maar
goed hebben gepresteerd vanwege een toevalstreffer.’ Breeuwer wil vooral weten waarom een fonds in het verleden zo goed heeft gepresteerd.. ‘Het gaat ons daarbij vooral om de kans op herhaalbaarheid van de goede resultaten.’ Insinger neemt graag managers op die het lef hebben om af te wijken van de benchmark. Voor de kwantitatieve beoordeling kijkt Insinger standaard drie jaar terug en in sommige gevallen zelfs vijf jaar. Breeuwer beoogt daarmee ook inzicht te krijgen in hoe de fondsen door verschillende economische cycli heen hebben gepresteerd. Voordat een fonds bij Insinger de Beaufort op het schap komt, wil de bank goed inzicht krijgen in het beleggingsteam bij het fonds. ‘We willen weten wie de sleutelposities innemen’, zegt Breeuwer. Soms ligt de kern van de besluitvorming bijvoorbeeld bij het research-team,
Onze managers hoeven niet allemaal op hetzelfde moment een outperformance te laten zien.’ Bij ING gaat aan het proces van fondsselectie een proces van asset allocatie vooraf. ‘We stellen ons in de eerste plaats de vraag of we in obligaties of aandelen stappen. Daarbij kiezen voor een over- of onderweging ten opzichte van de neutrale positie waarbij bijvoorbeeld de helft wordt geïnvesteerd in zakelijke waarden zoals aandelen en grondstoffen en de andere helft wordt belegd in vastrentende waarden.
terwijl de portfoliomanager naar voren wordt geschoven. In dat geval proberen we ook in gesprek met de belangrijke analisten te komen.’ Voor Stefan Lecher, verantwoordelijk voor multi-asset strategieën bij de Zwitserse bank UBS, telt risico net zo zwaar als rendement. Een multi-asset fonds selecteert voor zijn klanten verschillende managers en komt zo tot een gespreide portefeuille-indeling. UBS Global Asset Management beheert wereldwijd meer dan €100 mrd middels deze strategieën. Bij de samenstelling van de beleggingsportefeuille kijkt Lecher uitdrukkelijk naar de volatiliteit van de portefeuille en tevens naar de correlatie tussen de verschillende beleggingen. ‘We zoeken naar een spreiding in onze beleggingen’, zegt Lecher. ‘We beleggen dus bij voorkeur niet in twee managers die op hetzelfde moment outperformen’, zegt hij. ‘We hebben ook geduld.
‘De volgende stap is hoe we vervolgens in aandelen gaan beleggen’, zegt Homan. Bij een invulling naar verschillende sectoren, is de visie van het ING Investment Office bepalend. Op basis van de visie wordt de keuze gemaakt voor een onderof een overweging ten opzichte van de MSCI World Index. Vervolgens wordt de portefeuille ook op regio’s ingericht. De asset allocatie is bij de ING een dynamisch proces. De invulling van een beleggingsstrategie verandert regelmatig van samenstelling. Bij de keuze van de invulling van een beleggingsportefeuille kijkt ABN Amro onder meer naar hoe de fondsen zich ten opzichte van elkaar verhouden en in hoeverre fondsen complementair aan elkaar zijn. ‘Als twee fondsen na analyse erg op elkaar blijken te lijken, dan heeft het weinig zin ze alle bei in een beleggingsportefeuille op te nemen’, zegt Schuiten van ABN Amro. In die asset allocatie wordt maar beperkt gebruik gemaakt van indextrackers. UBS maakt wel gebruik van ETF’s in de multi-asset strategie. De verantwoordelijken voor de fondsselectie Insinger de Beaufort, ABN Amro en ING richten zich vooral op beleggingsfondsen die met actief management een outperformance kunnen laten zien. ‘Wij geloven bovenal in actief management’, zegt Schuiten. ‘Maar ik geloof ook in een plaats in de portefeuille voor ETF’s. Onder sommige omstandigheden is het een efficiënt middel om exposure naar een specifieke markt of sector te krijgen.’
corina ruhe is redacteur van fondsnieuws.
13
14
MAART 2011
MAART 2011
aandelen nederland
Aandelen europa large cap
BNP Paribas Small Companies Netherlands Benchmark: Aandelen Nederland
Delta Lloyd Deelnemingen Fonds Benchmark: Aandelen Nederland
Kempen Orange Benchmark: Aandelen Nederland
200
200
200
200
150
150
150
150
100
100
100
100
50 Dec05=100 2006
2010
50
2006
2010
50
2006
BNP Paribas Small Companies Netherlands Delta Lloyd Deelnemingen Fonds Kempen Orange
2010
50
2006
2010
zoeken naar de juiste prooi
Invesco Pan European Structured Equities Benchmark: Aandelen Europa Large Cap Gemengd
Prifund European Equities Benchmark: Aandelen Europa Large Cap Gemengd
Threadneedle Pan Europe Benchmark: Aandelen Europa Large Cap Gemengd
150
150
150
150
100
100
100
100
50 Dec05=100 2006
2010
50
2006
2010
50
2006
2010
Invesco Pan European Structured Equities Prifund European Equities Threadneedle Pan Europe
50
2006
2010
rendement buiten eurozone
De Nederlandse aandelenmarkt werd in 2010 gekenmerkt door overnames en splitsingen. Small- en midcaps deden het beter dan largecaps.
Het beheren van Europese aandelen is gezien de concurrentie geen sinecure. De nominaties zijn divers: een klassiek beheerd fonds, een fonds met een modelmatige inslag en een fund of funds.
tekst: Maarten van der Pas en Han de Vries
tekst: Oliver Kettlewell/ Freddy van Mulligen
Aandelen Nederland bevat zowel largecap, midcap en smallcap fondsen. De categorie boekte over 2010 een rendement van 13,8%. Dat is goed, maar fors minder dan 2009 toen er nog een winst van 50% kon worden genoteerd, maar dat was de vrucht van het eerste herstel na de zware klap van 2008. Ondanks de goede prestaties waren Nederlandse aandelen vorig jaar niet populair onder beleggers. De categorie zag een uitstroom van € 182 mln. Naast onduidelijkheid over de snelheid van het herstel van de Nederlandse economie is er voor beleggers nog een andere onzekerheid: ondernemingen in de hoofdgraadmeter AEX, zoals ING en TNT, veranderen wezenlijk van aard door de voorgenomen splitsingen. De drie genomineerde beleggingsfondsen in deze categorie zijn BNP Paribas Small Companies Netherlands, Delta Lloyd Deelnemingen Fonds en Kempen Orange Fund. Alle drie fondsen richten zich op small- en midcaps, een segment dat het in 2010, net als in 2009, beter deed dan largecaps. De AMX en AscX schreven respectievelijk 25 en 11% bij waar de AEX (dividenden herbelegd) op 9% bleef steken. De absolute uitschieter in smallcap-land was Gamma
De Morningstar categorie
De uitschieter onder de small caps was Gamma dat in waarde verdrievoudigde
Holding, waarvan de koers in 2010 bijna verdriedubbelde. Dit was grotendeels te danken aan het overnamebod van Gilde Buy Out van €29 per aandeel. Het biotechbedrijf Crucell steeg met 70% dankzij met name het overnamebod van Amerikaanse farmaciereus Johnson & Johnson. Beleggingsfondsen die dergelijke aandelen in portefeuille hadden, verzekerden zich daarmee in één klap van een groot deel van het jaarrendement.
Overnameprooien
Het eerste genomineerde fonds, BNP Paribas Small Companies Netherlands, was een van de fondsen die bij uitstek profiteerde van de overnames. Portefeuillebeheerder Holger Weeda had naast Crucell ook de door een overnamebod gestegen kabelfabrikant Draka. Het is het tweede jaar op rij dat Weeda een flinke outperformance boekt ten opzichte van de categorie. We vinden dit knap, aangezien het fonds veel veranderingen in de organisatie heeft ondergaan. Het komt oorspronkelijk uit de stal komt van ABN Amro Asset Management, maar is via een tussenstop bij Fortis onder de paraplu van BNP Paribas gevallen. Ook het genomineerde Kempen Orange Fund kende een prima 2010. Het boekte een rendement van 27,3%, het hoogste van de drie genomineerden. Ook de lange termijn resultaten zijn goed, met een gemiddeld jaarrendement over de afgelopen 5 jaar van 6,5%. We denken dat dit geen toeval is. Het vierkoppige managementteam, bestaande uit Joop Witteveen, Peter Beijers, Michiel van Dijk en Jan Willem Berghuis, heeft veel ervaring. De aanpak van het team onderscheidt zich doordat de nadruk ligt op de middellange termijn. Het team is ervan overtuigd dat veel analisten wel naar het korte termijn potentieel
BNP Paribas Small Companies Netherlands standard Sterren/rating: Manager: Holger Weeda Fondsvermogen: ¤ 70 mln TER: 1,81% Rendement in 2010: 26,3%
van een aandeel kijken, maar minder aandacht besteden aan de periode die daarop volgt. Door echter veel met het management van ondernemingen te praten, proberen de beheerders een beter zicht te krijgen op de toekomst van een onderneming. Een voorbeeld is TomTom. Het team vindt dat het bedrijf goed doet aan de grotere focus op het leveren van extra diensten. Na een gesprek met de top bestond er het gevoel dat het in 2009 geplaagde aandeel niet meer zou verliezen, en werd besloten om in het aandeel bij te kopen. Dat pakte goed uit.
Universum
Delta Lloyd Deelnemingen Fonds superior Sterren/rating: Manager: Alex Otto en Jack Jonk Fondsvermogen: ¤ 932 mln TER: 1,44% Rendement in 2010: 20,4%
Kempen Orange superior Sterren/rating: Manager: Jan Willem Berghuis Fondsvermogen: ¤ 91 mln TER: 1,72% Rendement in 2010: 27,3%
Delta Lloyd Deelnemingen Fonds had een iets minder jaar dan de twee andere genomineerden, maar het lange termijn track record blijft uitstekend: het jaarrendement over de afgelopen 5 jaar is gemiddeld 9,2% tegen -0,2% voor de categorie. Er zit veel ervaring het vierkoppige team, dat wordt aangevoerd door Alex Otto en Jack Jonk. Nu Otto echter CEO van het fondshuis is geworden, zal hij minder aandacht aan het fonds kunnen besteden. De bijzondere beleggingsstijl blijft echter onveranderd: nog steeds wordt in elke onderneming waarin wordt belegd een belang genomen van minimaal 5%. Dit zorgt ervoor dat het team een serieuze gesprekspartner van het management kan zijn. Binnen het kleine belegbare universum van Nederlandse small- en midcaps kijkt het team streng naar het lange termijn potentieel van de ondernemingen. Posities worden voor de lange termijn aangehouden, waardoor de omloop in de portefeuille laag is. Maarten van der Pas is redacteur en Han de Vries is fondsanalist bij morningstar.
‘Aandelen Europese large caps’ behaalde in 2010 een rendement van 12%. Het grootste deel van dit positieve rendement is te danken aan de solide prestaties van ondernemingen in niet-eurolanden: Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk deden het veel beter dan hun evenknieën uit de eurozone. Zo behaalden Zweedse aandelen een rendement van 41%. De eurozone blijft een belangrijk segment van de Europese aandelenmarkt. Eén van de vermeende voordelen van een belegging in de eurozone is, dat beleggers niet zijn blootgesteld aan valutarisico. Maar van een blok is zeker geen sprake en er zijn tussen de landen grote verschillen in fiscaal beleid. De eurozone is begin 2011 weer in trek, maar in 2010 was het een van de minder presterende regio’s. De reddingspakketten voor Griekenland en later Ierland en geruchten over de toekenning van financiële steunmaatregelen aan Spanje, Portugal, Italië en zelfs België, sloegen kraters in de aandelenmarkten van deze landen. Internationale beleggers reageerden negatief op beelden van de blokkades die door Griekse dokwerkers werden opgeworpen, de stakingen in Parijs en
De Morningstar-categorie
De eurozone is nu weer in trek, maar was in 2010 een van de mindere regio's
de verlaten bouwplaatsen in Spanje. De aandelenmarkten van de zogenaamde PIGS-landen (Portugal, Italië, Griekenland en Spanje) sloten het jaar allemaal af in rode cijfers. Duitsland was de redder van Europa met een rendement van 18%. Duitser mopperen op hun zwakkere eurobroeders, maar profiteerden wel van een lagere euro. Dat is inmiddels bevestigd door goede groeicijfers. Voor 2011 zijn de ogen gericht op de ECB nu de inflatie de norm van 2% heeft overschreden. Maar dit probleem is niet exclusief voor de eurozone, en veel beleggers lijken voor 2011 hun kaarten op de eurozone als come back kit gezet te hebben.
Invesco Pan European Structured Equities superior Sterren/rating: Manager: Michael Fraikin en Thorsten Paarman Fondsvermogen: ¤ 300,34 mln TER: 1,64% Rendement in 2010: 15,2%
Absolute top
Beperkt risico
Het in deze categorie genomineerde en door Morningstar als 'Superior' gerate Invesco Pan European Structured Equities, belegt voor 30,9% in het Verenigd Koninkrijk en bijna 20% in WestEuropese niet-eurolanden. Onder de top vijf posities bevinden zich naast Shell en Roche drie Scandinavische bedrijven. Het fonds verslaat op de lange termijn het categoriegemiddelde en de MSCI Europe. Het risico voor beleggers is kleiner dan bij vergelijkbare mandaten. Met de sterk modelmatige – gestructureerde- aanpak wordt gestuurd op een portefeuille met een lage volatiliteit, wat in recente jaren de prestaties geholpen heeft. Het Prifund European Equities is een zogenoemd fund of funds van de Franse vermogensbeheerder Edmond de Rothschild. Het belegt in andere fondsen die na een zorgvuldige screening van het team, de performance, de strategie als ook de organisatie worden toegelaten. In de top van het fonds vinden we Henderson European Special Sits, Ridley Park
Paragon, Lansdowne UK Strategic, IVI European en Alken European Opportunities. Het fonds profiteerde van zijn positie in mid en small caps en in 2010 ook van zijn tilt naar Oost-Europa. Ook bij dit fonds zijn de risico’s vrij beperkt ten opzichte van de categorie. In 2010 werd een rendement van 18% behaald. De managers Alexandre Col en Marc Sbeghen staan al meer dan tien jaar aan het roer van dit fonds. Een fund of funds met goede resultaten en beheerders met langdurige ervaring is een zeldzaamheid, maar ze bestaan wel.
Prifund European Equities geen rating Sterren/rating: Manager: Marc Sbeghen en Alexandre Col Fondsvermogen: ¤ 186,18 mln TER: 2,71% Rendement in 2010: 18%
Threadneedle Pan Europe geen rating Sterren/rating: Manager: Ann Steele Fondsvermogen: ¤ 226 mln TER: 1,71% Rendement in 2010: 26%
Het Threadneedle Pan Europe belegt voor bijna 39% in het Verenigd Konink rijk en ruim 18% in West-Europese niet-eurolanden. In 2009 kwam fondsmanager Ann Steele over van Pictet waar ze leiding gaf aan het Europese aandelenteam naar Threadneedle over om daar als senior manager te gaan werken. Haar toen 24-jarige ervaring kwam van pas en resulteerde in een goede voortzetting van bovengemiddelde rendementen bij dit fonds. Over 1, 3 en 5 jaar behoort dit fonds tot de absolute top (beste 5%) renderende fondsen in zijn categorie. De risico’s zijn daarbij ook nog eens benedengemiddeld. In 2010 behaalde het fonds een rendement van 26% in euro’s, over de laatste 5 jaar resteert een rendement van gemiddeld 4,8% per jaar. In 2010 onderwoog het fonds financials, nutsbedrijven en telecom. De sector keuzes droegen positief bij aan het goede resultaat. Ultimo 2010 had het fonds 73 posities en Rio Tinto was daarvan de grootste. Oliver Kettlewell is Fondsanalist en Freddy van Mulligen is Hoofd Research bij morningstar.
15
16
100
100
50
50
MAART 2011
MAART 2011
Aandelen vs large cap
Aandelen azië
Morgan Stanley US Advantage Benchmark: Aandelen VS Large Cap Gemengd
Neuflize USA Opportunités Benchmark: Aandelen VS Large Cap Gemengd
Optimix America Benchmark: Aandelen VS Large Cap Gemengd
150
150
150
150
100
100
100
100
50 Dec05=100 2006
2010
50
2006
2010
50
2006
2010
Morgan Stanley US Advantage Neuflize USA Opportunités Optimix America
50
2006
2010
Aberdeen Asia Pacific Benchmark: Aandelen Azië
Fidelity Funds Asian Special Situations Benchmark: Aandelen Azië
JF Asia Alpha Plus Benchmark: Aandelen Azië
200
200
200
200
150
150
150
150
100
100
100
100
50 Dec05=100 2006
2010
50
2006
2010
50
2006
Aberdeen Asia Pacific Fidelity Funds Asian Special Situations JF Asia Alpha Plus
2010
50
2006
2010
VS, de onmisbare schakel
vermijdt De klippen van groei
Hoewel 2010 een sterk jaar was voor Amerikaanse large caps, is het ook voor dit jaar voor de meeste beleggers een goed idee om een deel van de portefeuille te blijven beleggen in de Amerikaanse large caps.
De meeste Aziatische beurzen kenden een weinig bijzonder 2010 gehad, maar de zwakke euro hielp fondsen in deze categorie aan een mooi rendement.
tekst: Oliver Kettlewell
tekst: han de vries
Amerikaanse ondernemingen vertegenwoordigen circa de helft van
de wereldaandelenindex MSCI World. Dat betekent dat, ondanks de problemen van de Amerikaanse economie, het nog steeds gerechtvaardigd is om een grote positie Amerikaanse aandelen in de portefeuille te hebben. Hoewel vorig jaar vooral werd gesproken over de opkomende markten als de drijvende kracht achter de wereldeconomie, is het vooralsnog de VS die de toekomst van de wereldwijde groei bepaalt. Het land is de grootste consument ter wereld.
Kwantitatieve verruiming
Een van de meest besproken gebeurtenissen van 2010 was de aankondiging door de Amerikaanse centrale bank van een tweede ronde van kwantitatieve verruiming, waarvan de komst al maandenlang werd gesuggereerd. Hoewel het nog onduidelijk is of het plan zal werken, en of er onbedoelde gevolgen zullen ontstaan, hebben de markten het beleid over het algemeen uitstekend onthaald. De categorie van de Amerikaanse aandelen sloot het jaar dan ook af met een stijging van 19%. Hoewel het een gok blijft welke sector of regio in 2011 'hot' zal zijn, is Morningstar van mening dat het voor de meeste beleggers dit jaar
Amerikaanse markt bespelen met top down of juist een bottom up benadering
opnieuw een goed idee is in brede Amerikaanse aandelen belegd te blijven. Genomineerd voor een Morning star Award in deze categorie zijn Optimix America, Morgan Stanley US Advantage en Neuflize USA Opportunités. Optimix America is gelanceerd in 2006 en wordt beheerd door Ivan Moen, die in 2008 overkwam van APG Investments waar hij senior portfoliomanager was. Optimix America was in 2010 goed voor een rendement van 22,8% en versloeg daarmee de S&P500. Het fonds volgt een top-down benadering en kijkt vooral naar macro-economische ontwikkelingen. In die zin vindt Moen kwartaalwinsten en koers/winstverhoudingen als graadmeter ook minder interessant. 'De goede bedrijfscijfers zijn vooral te danken aan kostenreducties, en aan de enorme fiscale en monetaire stimulans, die nu in kracht afneemt. Voor 2011 wordt is wederom een stijging van de bedrijfswinsten met 30% ingeprijsd, maar het is met name moeilijk om vanaf hier een verbeterende topline te verwachten', verklaarde Moen in 2010 in een interview. Het fonds dat in sterrenrating van 5 heeft, behaalde in 2010 een uitstekend rendement.
Morgan Stanley US Advantage geen rating Sterren/rating: Manager: Dennis Lynch Fondsvermogen: $ 958 mln TER: 1,79% Rendement in 2010: 24,7%
Neuflize USA Opportunités superior Sterren/rating: Manager: François Mouté Fondsvermogen: ¤ 292 mln TER: 3,08% Rendement in 2010: 25,5%
Merknaam
Morgan Stanley US Advantage Fund belegt bij voorkeur in aandelen die een sterke merknaam hebben. In de porte feuille vindt je dan ook namen als Apple, Google en Amazon. Het uitgebreide beleggingsteam werkt vanuit New York, is gedisciplineerd, let sterk op waarde en is bottom up gedreven. Ondernemingen in de portefeuille hebben zogenoemde ‘intangible assets' die moeilijk te kopiëren zijn. Daarvoor is een sterk management nodig. Een indicatie voor zulke
Optimix America standard Sterren/rating: Manager: Ivan Moen Fondsvermogen: ¤ 62,6 mln TER: 0,35% Rendement in 2010: 22,8%
ondernemingen is een hoge vrije kasstroom. Het heeft een zware weging in consumentengoederen en over drie jaar tijd behoort het tot de beste 1% in zijn categorie qua rendement. De risico’s waren in verhouding tot zijn vergelijkingsgroep beperkt (de laagste 10% over 3 en 5 jaar). Het behaalde rendement in 2010 bedroeg 24,7%.
Meest consistent
Neuflize USA Opportunités is een fonds, dat uniek is in zijn soort. Het blijft goede resultaten leveren. De Franse beheerder François Mouté heeft 35 jaar ervaring. Hij is tevens president bij Neuflize Private Assets, dat weer onderdeel is van Neuflize Banque, eigendom van ABN Amro. De geschiedenis van de prestaties van het fonds is zeer goed, wat voor het Britse fondsenplatform Citywire reden is geweest om hem tot beste en meest consistente aandelenbelegger in de VS te bestempelen. Morningstar gaf hem een superior rating. De laatste vijf jaar doet hij het consequent beter dan de markt. Te danken is deze sterke performance mede te danken aan het uit 2006 daterende besluit om uit financiële waarden te stappen. In 2010 behaalde het fonds een rendement van 25,5%. Hoe flexibel Mouté bij het behalen van dat rendement kan beleggen, bewijst het feit dat hij al langere tijd goud als een bescherming tegen moge lijke inflatie in zijn portefeuille heeft opgenomen.
Oliver Kettlewell is fondsanalist bij morningstar.
In het geheel genomen waren aandelen
uit de regio Azië-Pacific in 2010 wederom een goede belegging. Door de sterke lokale munteenheden ten opzichte van de verzwakte euro zagen de prestaties van veel aandelen er beter uit dan werkelijk het geval was. De Japanse Nikkei 225 daalde bijvoorbeeld met 4%, maar door de sterke yen ten opzichte van de euro wist het gemiddelde fonds in de Morningstar categorie Aandelen Japan toch een winst van 23% te boeken. Japan was in 2010 overigens niet het beste land om in te beleggen. De Morningstar categorie Azië-Pacific inclusief Japan steeg met 23%, terwijl de Morningstar categorie Azië-Pacific exclusief Japan met 27% steeg. Dat de drie fondsen die genomineerd zijn voor een Award binnen de laatste, beter presterende, categorie vallen is dus niet verrassend. Het genomineerde JF Asia Alpha Plus rekent Australië niet tot zijn beleggingsuniversum. De twee andere genomineerden, Aberdeen Asia Pacific en Fidelity Asian Special Situations, zijn sterk onderwogen in dit land. Dit was in 2010 een belangrijke bijdrage aan de goede prestaties van de fondsen. Australische aandelen kenden een moeizaam jaar. De dure Australische dollar zorgde voor achterblijvende bin-
De genomineerde fondsmanagers blinken uit door hun consistente aandelenselectie
nenlandse vraag. Dit drukte de winstverwachtingen voor menig onderneming down under. Het is niet alleen de landenallocatie die de goede prestaties van de genomineerden verklaart. Al jaren blinken de beheerders van de drie fondsen uit in aandelenselectie. Op zich is dit niet vreemd. Fondshuis JF Asset Management is bijvoorbeeld al sinds 1969 acief in Azië en heeft ervaren beheerders in dienst die bijgestaan worden door diverse specialisten in de regio. De beheerders van JF Asia Alpha Plus, Mayur Nallamala en Victor Lee, hebben een uitgesproken actief beheer. Het fonds is daardoor niet zonder risico, maar de rendementen op zowel korte termijn als over vijf jaar wegen daar wel tegen op.
hiermee nog steeds achter in de Aziëregio.
Jarenlange ervaring Aberdeen Asia Pacific elite Sterren/rating: Manager: Management team olv Hugh Young Fondsvermogen: £ 1,08 mrd TER: 1,84% Rendement in 2010: 36,2%
Stermanager
De reden achter de goede prestaties van Fidelity Asian Special Situations is beheerder Joseph Tse. Hij is sinds 2001 zeer succesvol met dit fonds, en we rekenen hem tot de beste beheerders in de regio. Zijn risicobeheer is op orde: in 2008 verloor het fonds weliswaar 46% waarde, maar dit was nog altijd beter dan 90% van de andere fondsen in de categorie. Een ander knap feit is dat hij in 2010 het fonds in de bovenste helft van de categorie wist te behouden, ondanks zijn grote positie in Chinese aandelen. De Chinese aandelenmarkt kende namelijk een teleurstellend jaar, ondanks de grote rol die het land speelde in het economisch herstel voor andere landen. Het inflatiespook en een wat restrictiever beleid van de overheid zorgden voor een verlies van de Shanghai Composite Index van 14%. Hoewel de Morningstar categorie Aandelen China, dankzij de aansterkende valuta ten opzichte van de euro, met bijna 13% steeg, bleef het
Fidelity Funds Asian Special Situations elite Sterren/rating: Manager: Joseph Tse Fondsvermogen: $ 1,85 mrd TER: 1,98% Rendement in 2010: 28,9%
JF Asia Alpha Plus geen rating Sterren/rating: Manager: Victor Lee en Mayur Nallamala Fondsvermogen: $ 105,32 mln TER: 1,90% Rendement in 2010: 32,9%
Aberdeen Asia Pacific zag medio 2010 fondsveteraan Peter Hames vertrekken. Dit vertrek heeft Morningstar’s mening over de sterkte van het team niet veranderd. Zijn opvolger Hugh Young is al sinds 1985 betrokken bij het fonds, woont en werkt vanuit Singapore en heeft de beschikking over een groot en getalenteerd team. Daarnaast zet Aberdeen in op samenwerking binnen een groot team in plaats van één sterbeheerder die de meeste beslissingen maakt. Hierdoor wordt het fonds al jaren op een consistente en gedisciplineerde manier beheerd. Zo was Young in zijn beleggings beleid ten aanzien van China zeer behoedzaam: de underperformance van de Chinese aandelenmarkt gaf hem gelijk dat jaar. Mede door deze goede inschatting presteerde het fonds in 2010 voor het derde jaar op rij beter dan het gemiddelde fonds in de categorie. In 2010 had het managementteam een goede hand met de keuze van onder andere de selectie van Thaise aandelen. Thailand was een van de toppers in de regio. Beleggers negeerden de politieke onrust in het begin van het jaar en richtten zich op de verbeterende fundamentals van de Thaise economie. De MSCI Thailand steeg met 67% (in euro’s). Overigens is de instroom in het fonds in de afgelopen jaren zo sterk geweest dat er is besloten tot een zogenoemde 'soft closure': er wordt geen actieve sales en marketing meer op het Aberdeen Asia Pacific Fund gedaan. Han de Vries is fondsanalist bij Morningstar.
17
18
100
100
50
50
MAART 2011
MAART 2011
Aandelen sector
Aandelen Emerging Markets
ASN Milieu & Waterfonds Benchmark: MSCI World NR EUR
Davis Financial Benchmark: MSCI World NR EUR
Pictet-Digital Communication Benchmark: MSCI World NR EUR
150
150
150
150
100
100
100
100
50 Dec05=100 2006
2010
50
2006
2010
50
2006
ASN Milieu & Waterfonds Davis Financial Pictet-Digital Communication
2010
50
2006
2010
Aberdeen Global Emerging Markets Equity Benchmark: Aandelen Emerging Markets Wereldwijd
Magellan Benchmark: Aandelen Emerging Markets Wereldwijd
Vontobel Emerging Markets Benchmark: Aandelen Emerging Markets Wereldwijd
200
200
200
200
150
150
150
150
100
100
100
100
50
Dec05=100
2006
2010
50
2006
2010
50
2006
2010
Aberdeen Global Emerging Markets Equity Magellan Vontobel Emerging Markets
50
2006
2010
Jongeren stuwen consumptie
onbekende pareltjes gezocht
Onder de sectorfondsen deden in 2010 vooral fondsen het goed die zich richten op consumptiegoederen en consumentendienstverlening. Met name de groei in opkomende landen als China zorgde voor sterke rendementen.
De toenemende populariteit van beleggen in opkomende landen vergroot de aandacht voor ‘nieuwe’ opkomende landen, de zogenoemde 'frontier markets'.
tekst: maarten van der pas Edelmetalen en grondstoffen waren
vorig jaar sectoren waar beleggers grote winsten konden halen. Een rendement van deze beleggingscategorieën van ruim 40% was geen uitzondering. De fors gestegen grondstofprijzen zijn daar debet aan. Het zijn cyclische sectoren die meeliften op de aantrekkende economie. Van de twaalf sectoren die Morningstar volgt, blijkt dat in 2010 de sector ‘consumptiegoederen en consumentendienstverlening’ de top tien echter domi neerden. Er werden rendementen van dik 40 tot 50% behaald. Daarnaast blijkt dat het niet om gewone consumptiegoederen gaat, maar vooral om producenten van luxe-artikelen die in trek waren.
Luxegoederen
De jaarcijfers laten zien dat het goed gaat met producenten van luxe merkartikelen als LVMH, Tiffany & Co, Estee Lauder, Porsche, BMW, PPR en Burberry. Een constante factor in hun presentaties is de opkomende markten. Neem alleen al de recordverkopen van autofabrikanten in China. Waarin het Westen bestedingen mondjesmaat op gang komen en consumenten zuinig zijn, kopen Chinezen er lustig op los. Ze verlangen naar een gelijkwaardig welvaart- en consumptie niveau als het Westen.
Naast consumptie heeft belegger oog voor rendement van duurzame beleggingen
In de staart van het sectorenklassement zijn fondsen in de sector ‘alternatieve energie’ oververtegenwoordigd. Deze fondsen hebben vorig jaar allemaal een negatief rendement geboekt. Met name windenergie was rendementtechnisch een drama door overcapaciteit aan windturbines in de VS en de lage gasprijs aldaar. Uitzondering is het in deze categorie genomineerde ASN Milieu & Waterfonds dat het overgrote deel van zijn portefeuille sinds een strategiewij ziging in maart 2005 in waterbehandeling en recycling heeft belegd. Bas Jan Blom, directeur beleggingsfondsen van ASN Bank, zegt: ‘Water is levensbron nummer één in de wereld. Hoewel je dat in Nederland niet zo merkt, neemt het watertekort toe vanwege klimaatverandering, vervuiling en het gebruik van water voor landbouwdoeleinden. Dat maakt het tot een heel interessant thema.’ Het fonds is dan ook een prima keuze voor wie ecologisch wil beleggen. De aandelenselectie is uitbesteed aan het Engelse Impax Asset Management, dat hiervoor een groot en ervaren team inzet. Het rendement bedroeg 18,3% in 2010. Over de afgelopen drie jaar werd, inclusief 2008, een gemiddeld jaarrendement behaald van 3,53%. Pictet Global Communication Fund is een van de succesvolle fondsen van het Zwitserse Pictet, dat zich heeft gespecialiseerd in themabeleggen. Het fonds, dat geleid wordt door Bruno Lippens en Sylvie Sejournet, worden bij het beheer bijgestaan door een adviescomité bestaande uit wetenschappers en andere specialisten die vanuit een top down perspectief industriële thema’s identificeren. De brede benadering en resources geven Pictet het vertrouwen om verder af te wijken van de index dan veel andere fondsen.
ASN Milieu & Waterfonds superior Sterren/rating: Management ASN Bank: Bas Blom Fondsvermogen: ¤ 208 mln TER: 1,85% Rendement in 2010: 18,3%
De aanpak van Pictet betaalt zich terug. In 2010 werd een rendement behaald van 27,6%, en daarmee behoorde het tot de beste 10% in zijn categorie. Manager Sejournet ziet de toekomst zonnig in voor haar fonds. Ze schat dat de markt voor digitale en interactieve communicatie en diensten de komende vijf jaar kan groeien met 1.000 miljard dollar. ‘Dat is vanwege de megatrend van jongeren die steeds meer gebruik maken van interactieve diensten en producten. Dat is goedkoper, efficiënter, milieuvriendelijker.’ Het fonds profiteert met name sterk van de (consumenten)groei in Azië.
Grote onbekende
Davis Financial geen rating Sterren/rating: Manager: Kenneth Feinberg en Christopher C. Davis Fondsvermogen: ¤ 10 mln TER: 2,50% Rendement in 2010: 19,1%
Pictet-Digital Communication geen rating Sterren/rating: Manager: Sylivie Sejournet , Bruno Lippens Fondsvermogen: ¤ 188 mln TER: 2,71% Rendement in 2010: 27,6%
De grote onbekende onder de genomineerde fondsen in deze categorie is Davis Financial. Dit fonds maakt deel uit van Davis Funds, een familiebedrijf dat in de VS een reputatie geniet als waardebelegger, maar in Nederland nauwelijks nog bekend is. Het fonds zoekt naar duurzame, goedgeleide, maar vooral ook ondergewaardeerde financiële bedrijven. Portfoliomanagers Kenneth Feinberg and Charles Cavanaugh denken dat, ondanks de gevolgen van de kredietcrisis, financële waarden interessant zijn, omdat alleen al in de VS 76 miljoen babyboomers met pensioen gaan, hetgeen voor een grote vraag naar financiële producten en diensten zorgt. Daarnaast denken ze dat sterke merken marktaandeel winnen van zwakke concurrenten en dat zal gepaard gaan met consolidatie in de vorm van fusies en overnames. Afgelopen jaar hadden de twee managers het gelijk aan hun zijde: het fonds behaalde een rendement van 19,1%. maarten van der pas is redacteur bij morningstar.
tekst: Han de Vries
‘Opkomende markten’ was in 2010 opnieuw een bijzonder populaire categorie onder beleggers. Europese beleggingsfondsen die wereldwijd in emerging markets beleggen zagen een instroom van ruim € 25 mrd (per ultimo november) en daarmee stond deze categorie op de eerste plaats gemeten naar instroom. De categorieën ‘obligaties uit opkomende markten’ en ‘wereldwijde aandelen’ staan overigens op twee en drie, wat de populariteit van opkomende markten nog eens onderstreept.
Track record
De instroom is een gevolg van het succes van deze beleggingscategorie. Net als in 2009 zagen de meeste opkomende landen ook in 2010 hun beurskoersen stijgen. Wel waren er grote onderlinge verschillen tussen de landen te bespeuren. De Chinese vraag naar basismaterialen deed de grondstofprijzen stijgen, waardoor netto grondstofexporteurs als Chili, Colombia, Indonesië en ZuidAfrika tot de best presterende opkomende landen behoorden. De Braziliaanse beurs bleef achter. Dit kwam vooral door de slechte beurs prestaties van oliegigant Petrobras, die
Chili, Colombia en Zuid-Afrika behoorden tot de best presterende aandelenmarkten
te maken had met moeizame financiering van haar diepzeeboringen. Chinese fondsen hadden een voor hun doen rustig jaar. De Morningstarcategorie ‘Aandelen China’ steeg ove rigens wel met 13%, maar dit was grotendeels dankzij de sterkte van de yuan ten opzichte van de euro. Zorgen over toenemende inflatiedruk hielden de koersstijging beperkt. Voor de meeste landen gold overigens dat hun munteenheden aan kracht wonnen ten opzichte van de euro. De in deze categorie genomineerde fondsen laten dan ook mooie rendementen zien. Vontobel Emerging Markets haalde een rendement van 37,7%, Aberdeen Global Emerging Markets Equity van 34,4% en Magellan van 27,6%. Hoewel het door het Franse fondshuis Comgest uitgegeven Magellan fonds het vorig jaar iets minder deed dan de andere twee genomineerden, blijft Morningstar vinden dat dit fonds voor de lange termijn een van de beste keuzes binnen de categorie is. De beheerders Vincent Strauss en Wojciech Stanislawski worden ondersteund door een solide en ervaren team dat uitstekend met elkaar samenwerkt. De samenwerking zorgt voor een grote diversiteit in beleggingsideeën en heeft geleid tot een indrukwekkend track record van hoge rendementen tegen benedengemiddelde volatiliteit. Morningstar denkt echter dat er ook veel redenen zijn om het Aberdeen Global Emerging Markets Equity in de portefeuille op te nemen. Een eveneens goed samengesteld en sterk team van beheerders en analisten is grondig getraind in de typische Aberdeen filosofie, die zich kenmerkt in een consistente, gedisciplineerde focus op kwaliteitsaandelen met een lage waardering. Dit heeft geleid tot outperformance ten opzichte van het categoriegemiddelde voor het derde jaar
op rij. Het proces wil nog weleens leiden tot underperformance in opwaartse markten, maar daar was de afgelopen twee jaar geen sprake van.
Benchmark vreemd Aberdeen Global Emerging Markets Equity elite Sterren/rating: Manager: Management team, olv Devan Kaloo Fondsvermogen: $ 4,56 mrd TER: 1,99% Rendement in 2010: 34,4%
Magellan elite Sterren/rating: Manager: Vincent Strauss en Wojciech Stanislawski Fondsvermogen: ¤ 4,45 mrd TER: 2,04% Rendement in 2010: 27,6%
Vontobel Emerging Markets geen rating Sterren/rating: Manager: Rajiv Jain en Matthew Benkendorf Fondsvermogen: $ 1,2 mrd TER: 2,06% Rendement in 2010: 37,7 %
De beheerders van Vontobel Emerging Markets trekken zich niet veel aan van veelgebruikte benchmarks en keuzes worden fundamenteel bepaald. De prestaties van het fonds liggen dan ook dikwijls niet in lijn met de prestaties van de categorie. Net als de twee andere genomineerden is ook hier een groot en ervaren team aanwezig dat zich richt op kwaliteitsaandelen. Ook hier heeft dit zich vertaald in een relatief laag risiconiveau, gekoppeld aan bovengemiddelde rendementen over de lange termijn. De toenemende populariteit van beleg gen in opkomende landen vergrootte de aandacht voor ‘nieuwe’ opkomende landen als Vietnam en Nigeria. Economieën waarvan beleggers hopen dat ze dezelfde groei gaan doormaken als Brazilië en China. Aandelen uit deze zogenaamde frontier markets zijn nog maar mondjesmaat terug te vinden in emerging markets fondsen en indices. Vaak zijn de aandelen te weinig liquide om in aanmerking te komen voor fondsmanagers, waardoor het vooral de kleinere fondsen zijn die er hun oog op laten vallen. Er waren maar weinig opkomende markten die in 2010 echt teleurstelden: Hongaarse en Tsjechische beurs, werden geraakt door de door de Griekse schuldencrisis ontstane risicoaversie, terwijl Vietnam achterbleef door vrees over het tekortschietende inflatiebeleid van de overheid. han de vries is fondsanalist bij Morningstar.
19
MAART 2011
Aandelen wereldwijd Aphilion Q² Equities Benchmark: Aandelen Wereldwijd Large Cap Gem.
Credit Suisse EF (Lux) Global Value Benchmark: Aandelen Wereldwijd Large Cap Gem.
Sarasin EquiSar - Global Benchmark: Aandelen Wereldwijd Large Cap Gem.
150
150
150
150
100
100
100
100
50 Dec05=100 2006
796-0;,,9 =(5+,
.96,0,5+,(A0(;0:*/, *65:<4,5;,54(92; “Aziatische landen vertegenwoordigen een groot deel van de wereldbevolking en dit werelddeel heeft een enorme consumentenmarkt. De hedendaagse Aziatische consument is rijker dan de voorgaande generaties, hebben een hoger besteedbaar inkomen en een groeiende vraag naar Westerse-stijl consumptiegoederen. Daarom is het consumptie thema in Azië een enorm groeipotentieel voor beleggers.” – Joseph Tse, fondsmanager Fidelity in Azië. Joseph Tse en zijn lokale analistenteam spelen in op dit enorme groeipotentieel van de Aziatische markt. De beste beleggingskansen en ideeën zijn bijeengebracht in het Fidelity Funds - Asian Special Situations Fund. Het Fidelity Funds - Asian Special Situations Fund is genomineerd voor een FD Morningstar Award 2011 in de categorie “Aandelen Azië” en is beloond met de hoogste ratings van Morningstar.
WILT U MEER TE WETEN KOMEN OVER DIT FONDS OF ONZE ANDERE FONDSEN, KIJK DAN OP WWW.FIDELITY.NL Deze publicatie is niet bestemd voor inwoners van het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten en is uitsluitend bestemd voor personen die gevestigd zijn in rechtsgebieden waar de betreffende fondsen voor distributie zijn toegelaten of waar een dergelijke toestemming niet vereist is. Fidelity/Fidelity International wordt gebruikt voor FIL Limited, gevestigd in Bermuda, en haar dochterondernemingen. Tenzij anders aangegeven zijn alle hier gegeven meningen en visies afkomstig van Fidelity. Fidelity verstrekt uitsluitend informatie over haar eigen producten en diensten en geeft geen beleggingsadviezen die gebaseerd zijn op persoonlijke omstandigheden. Fidelity, Fidelity International en het Pyramid Logo zijn handelsmerken van FIL Limited. Fidelity Funds is een “open-ended” beleggingsmaatschappij gevestigd in Luxemburg, met verschillende aandelenklassen. Wij raden u aan uitgebreide informatie aan te vragen alvorens te besluiten tot enige belegging. Beleggingen dienen te geschieden op basis van het op dit moment geldige prospectus dat kosteloos verkrijgbaar is tezamen met het laatste jaarverslag en halfjaarverslag bij onze distributeurs, bij ons Europese Service Centre in Luxemburg, 2A rue Albert Borschette, BP 2174, L-1021 Luxemburg (tel. 0800 – 022 47 09) en in Nederland: FIL Investments International, Netherlands Branch (geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten), World Trade Center, Toren H 6e etage, Zuidplein 52, 1077 XV Amsterdam (tel. 020 – 797 7100). [Fidelity Funds/Fidelity /Fidelity MultiManager SICAV] is/zijn gerechtigd deelnemingsrechten aan te bieden in Nederland op grond van artikel 2:66 (3) jo. 2:71 en 2:72 Wet op het financieel toezicht. Fondsen die in buitenlandse markten beleggen, kunnen onderhevig zijn aan schommelingen van de valutakoersen. Valutatransacties kunnen worden uitgevoerd in een zakelijke, objectieve transactie door of via Fidelity-bedrijven, die uit deze transacties inkomsten kunnen genereren. Copyright - © 2011 Morningstar, Inc. All Rights Reserved. Morningstar Rating™ as of 01.01.2011 in the Morningstar Category™ Benchmark MSCI AC Asia Ex Japan NR USD. Beleggingen in kleine en opkomende markten kunnen sterker schommelen dan beleggingen in ontwikkelde markten. Als gevolg van een gebrek aan liquiditeit in kleinere aandelenmarkten, kunnen sommige Country Select-fondsen volatiel zijn en kan het recht om deze effecten in te wisselen onder bepaalde omstandigheden beperkt zijn. In bepaalde landen en voor bepaalde typen beleggingen zijn de transactiekosten hoger en is de liquiditeit lager dan elder s. Mogelijk zijn er ook beperkte kansen om alternatieve manieren te vinden om kasstromen te beheren, voornamelijk indien de nadruk voor beleggingen wordt gelegd op kleine en middelgrote ondernemingen. Voor fondsen die zich in dergelijke landen en beleggingstypen specialiseren, hebben transacties - vooral transacties van grotere omvang - waarschijnlijk een grotere impact op de kosten om een fonds te beheren dan vergelijkbare transacties in grotere fondsen. Toekomstige beleggers dienen dit voor ogen te houden wanneer zij fondsen selecteren. Handelsmerken, copyrights en andere intellectuele eigendommen van derden zijn en blijven het eigendom van hun respectievelijke eigenaars. Uitgegeven door FIL Investments International, in het Verenigd Koninkrijk geautoriseerd en gereguleerd door de Financial Services Authority. Deze publicatie is niet bestemd voor inwoners van het Verenigd Koninkrijk. SSL1103A01/062011
2010
50
2006
2010
50
2006
2010
Aphilion Q² Equities Credit Suisse EF (Lux) Global Value Sarasin EquiSar - Global
50
2006
2010
Zoveel smaken, zoveel return Wereldwijd beleggende fondsen konden wederom goede rendementen bijschrijven. Dat was vooral te danken aan de VS, Japan en ook het VK. De eurozone bleef achter. tekst: Oliver Kettlewell/ Freddy van Mulligen Morningstar’s referentiegroep van
wereldwijde largecaps heeft het jaar afgesloten met een solide rendement van 17%. Zogenoemde groeiaandelen waren meer in trek, want fondsen die zich in dit segment specialiseerden behaalden een rendement van 17,8% tegenover 15,5% voor wereldwijde beleggers in waarde aandelen. Ook in dit segment valt op dat fondsen die beleggen in kleinere en middelgrote aandelen wederom hogere rendementen behaalden; gemiddeld 22% in 2010. Een voorkeur voor technologieaandelen, waaronder een grote participatie in Apple, droeg bij tot de mooie resultaten voor veel fondsen. Ook sommige Chinese aandelen stegen flink door, Longhai Steel was met een rendement van 380 procent de aanvoerder. Maar ook het slechtst presterende aandeel van 2010 was afkomstig uit China: de financiële dienstverlener Hong Kong Exchanges and Clearing daalde bijna de helft in waarde. Een gevoel van veiligheid dat groei in China de garantie vormt voor goede rendementen, is onterecht. Bij wereldwijd beleggende fondsen is het Brits-Nederlandse Shell de vaakst voorkomende en grootste positie
Fondsmanagers selecteren op basis van de overtuiging dat 'the strong get stronger'
in de referentiegroep, op de voet gevolgd door ExxonMobil. De populariteit van deze energiereuzen kan deels worden toegeschreven aan het feit dat fondsbeheerders hun posities in BP inruilden voor andere aandelen om hun sectorale spreiding in de olie- en gassector aan te vullen.
Thematisch beleggen
Genomineerd in deze categorie zijn Credit Suisse EF (Lux) Global Value dat in 2010 een rendement maakte van 30,1 procent, Sarasin EquiSar - Global (+ 21,2) en Aphilion Q² Equities (+ 29,1). Credit Suisse Global Value, heette vroeger ‘World’ in plaats van ‘Global Value’. De nieuwe naam is inderdaad een betere want de beheerders zijn belijdende volgelingen van Graham en Dodd, de uitvinders van de fundamentele analyse. Dat betekent dat bedrijfsonderzoek voorop staat, zo niet de enige bepalende factor is en dat enkel aandelen die ondergewaardeerd zijn in portefeuille worden opgenomen. Dit is een fonds dat zwaar in Japan zat (38% ultimo 2010). Dat is vier maal zoveel dan gemiddeld in de categorie. En dat hielp de rendementen in 2010, vooral ook door de appreciatie van de Japanse yen. Qua sectoren schoot het fonds goed met zijn liefde voor consumentengoederen en industriële mate rialen. De rendementen over 1 jaar en 3 jaar behoren tot de allerbeste in de categorie. Over vijf jaar behoort het fonds met zijn prestaties ook tot de beste 10%. Sinds 2001 zijn Harry Talbot Rice en Guy Monson beheerders van Sarasin Equisar Global. Sarasin is een oude naam en is sinds 2007 grotendeels eigendom van de Nederlandse Rabobank. Sarasin heeft zich de afgelopen
Aphilion Q² Equities geen rating Sterren/rating: Manager: Nico Goethals en Jan Holvoet Fondsvermogen: ¤ 33 mln TER: 1,92% Rendement in 2010: 29,1%
20 jaar in toenemende mate gespecialiseerd in strategieën voor duurzame beleggingen (SRI) en het spectrum aan SRI-criteria en -strategieën is voortdurend uitgebreid. In 2009 werd de knoop door gehakt en werd in alle producten rekening gehouden met SRI-criteria. Voor dit fonds is een thematische beleggingsstrategie gekozen die belangrijker is dan traditionele geografische sectorspreiding. Het fonds onderkent vier tot zes trends als ‘Corporate Restructuring’, ‘The Strong get Stronger’ en ‘Pricing Power’ en kiest per thema de aandelen in zijn portefeuille.
Manager en pc
Credit Suisse EF (Lux) Global Value geen rating Sterren/rating: Manager: Gregor Trachsel Fondsvermogen: ¤ 380 mln TER: 2,15% Rendement in 2010: 30,1%
Sarasin EquiSar - Global geen rating Sterren/rating: Manager: Harry Talbot Rice en Guy Monson Fondsvermogen: ¤ 5,3 mrd TER: 1,81% Rendement in 2010: 21,2%
Aphillion Q2 is niet het enige wereldwijde fonds uit België dat zich positief onderscheidt, maar wel het enige dat genomineerd is. Aphillion belegt kwantitatief. Ongeveer 700 aandelen worden door het model gehaald en consensusverwachtingen en bedrijfsnieuws spelen een rol om te bepalen of een aandeel op korte termijn onder- dan wel overgewaardeerd is ten opzichte van de lange termijn waardeschatting. Naast voor de selectie van aandelen, geeft het model ook een raamwerk voor risicobeheer. Het model is belangrijk, maar uitkomsten worden gecontroleerd door analisten. Hoewel het model niet stuurt op regio’s, hebben de posities in de VS en Japan het fonds geholpen. Het fonds is niet zonder risico’s voor wie het koersverloop vergelijkt met andere fondsen, maar het rendement van 29,1% over 2010 was meer dan uitstekend en bezorgt het fonds een nominatie. Oliver Kettlewel is fondsanalist, Freddy van Mulligen is hoofd research bij morningstar.
21
MAART 2011
mixfondsen
Altijd een stap
vooruit lopen Schroders, opgericht in Londen in 1804, richt zich vandaag de dag volledig op vermogensbeheer. Met in totaal meer dan € 200 miljard* beheerd vermogen en een internationaal netwerk van 32 kantoren in 25 landen* hebben we de mensen én de middelen om veelbelovende beleggingskansen op te sporen. Met maar één doel: maximaal rendement voor onze klanten behalen. Het kan dan ook geen toeval zijn dat Schroders onlangs voor het tweede achtereenvolgende jaar is uitgeroepen tot European Asset Management Company of the Year**.
Carmignac Profil Réactif 50 Benchmark: Mixfondsen Euro Neutraal
Ethna-AKTIV E Benchmark: Mixfondsen Euro Neutraal
JPMorgan Global Balanced (EUR) Benchmark: Mixfondsen Euro Neutraal
150
150
150
150
100
100
100
100
50
Dec05=100
2006
2010
50
2006
2010
50
2006
Carmignac Profil Réactif 50 Ethna-AKTIV E JPMorgan Global Balanced (EUR)
2010
50
2006
2010
flexibiliteit is het recept Mixfondsen zijn de ruggengraat van de fondsindustrie. Jaarlijks stroomt er veel geld toe. De uitschieters zijn vooral die fondsen die er een flexibele strategie op nahouden.
* Bron: Schroders. Per 30-09-2010 ** Funds Europe Awards 2009 en 2010, zie www.funds-europe.com/awards
tekst: Freddy van Mulligen De top tien van categorieën beleggingsfondsen met de grootste instroom aan vers beleggingsgeld werd in 2010 aangevoerd door opkomende markten. Maar de plaatsen 8 tot en met 10 zijn voor de drie categorieën mixfondsen in euro: defensief, neutraal en offensief. Waar de belangstelling voor risicovolle beleggingscategorieën als opkomende markten groot is, maar aan schommelingen onderhevig, zijn mixfondsen een stabiele beleggingscategorie waarin jaar na jaar veel geld wordt gestoken.
Beleggersgemak
Schroders. Trusted heritage Advanced thinking
www.schroders.nl Belangrijke informatie: Dit document is uitsluitend bedoeld ter informatie en is niet bedoeld als promotiemateriaal. Het is geen aanbod of verzoek om een financieel instrument te kopen of te verkopen. Het materiaal is niet bedoeld als en mag niet worden gebruikt als basis voor boekhoudkundig, juridisch of fiscaal advies of beleggingsadvies. Schroders aanvaardt geen aansprakelijkheid voor onjuiste feiten of meningen, zulks onverminderd de plichten en aansprakelijkheden die Schroders jegens zijn klanten heeft krachtens wettelijke voorschriften. Dit document geeft de meningen en opvattingen van Schroders weer. Deze kunnen veranderen. De opvattingen en informatie in dit document zijn niet bedoeld als basis voor afzonderlijke beleggings- en/of strategische beslissingen. Uitgegeven door Schroder Investment Management Benelux, De Entree 260/18, 1101 EE Amsterdam Zuidoost, Nederland en alle distributeurs.
Een reden dat mixfondsen in trek zijn, is dat beleggers ze gemakkelijk kunnen gebruiken als maandelijkse belegging al dan niet via een pensioenverzekering of hypotheekplan. Het wat suffe imago ten spijt leverden mixfondsen vorig jaar ook goede rendementen. Fondsen in de meest defensieve eurocategorie behaalden een rendement van 3,2%. Op het eerste gezicht niet spectaculair, maar toch beduidend hoger dan wat een spaarder aan rente boekt. De neutrale eurocategorie behaalde een rendement van 5,8% terwijl de offensieve mixfondsen gemiddeld 8,9% winst konden bijschrijven in 2010. De fondsen die in deze categorie genomineerd zijn voor een FD Mor
Mixfondsen presteerden sterk, dankzij een goed jaar voor aandelen én obligaties
ningstar Award zijn Carmignac Profil Réactif 50, JPMorgan Global Balanced (EUR) en Ethna-AKTIV E. Het Carmignac-fonds wordt aangevoerd door de ervaren Frédéric Leroux. Carmignac Profil Réactif 50 behaalde vorig jaar een rendement van 10%, omdat tijdig werd ingezet op emerging markets en grondstoffen. Het fonds is een combinatie van onderliggende Carmignac-fondsen. De exposure naar aandelen kan 0 tot 50% zijn. Leroux stelt dat het fonds een flexibele strategie heeft. Het risicoprofiel is gematigd binnen de categorie. Op dit moment blijft het fonds iets achter bij de index, doordat te laat uit emerging markets is gestapt. Ook het JPMorgan Global Balanced (EUR) is een fonds met een gemiddeld risicoprofiel, maar hiermee laat dit fonds zowel in de voorbije jaren als in 2010 (+ 11%) goede resultaten zien. De fondsmanagers Talib Sheikh en Gareth Witcomb hebben een lange professionele ervaring. Het Ethna-AKTIV E, dat sinds vorig jaar wordt aangeboden op de Nederlandse markt, heeft beleggers echt verrast. Dit fonds zet uitstekende resultaten neer: 9,9% in 2010, 14,5% in 2009 en -3,9% in rampjaar 2008. De beheerders gebruiken een flexibele aanpak om risico’s te omzeilen, waarbij maximaal 50% belegd kan worden in aandelen, maar ook 100% in cash. Chief investment officer Guide Barthels benadrukt dat ‘uitsluitend belegd wordt in simpele beleggingen, zoals aandelen en obligaties’. De aantrekkelijke rendementen zijn niet verwonderlijk, want zowel aandelen als obligaties beleefden een prima beleggingsjaar. Aandelen deden het behoorlijk goed. De hoogste winsten werden behaald in opkomend Azië, waar nationale munten zich wisten te versterken.
Risico's lonend
Carmignac Profil Réactif 50 geen rating Sterren/rating: Manager: Frédéric Leroux Fondsvermogen: ¤ 628,11 mln TER: 4,51% Rendement in 2010: 10,0%
Ethna-AKTIV E geen rating Sterren/rating: Manager: Management team, olv Guido Barthels Fondsvermogen: ¤ 1,56 mrd TER: 3,47% Rendement in 2010: 9,9%
JPMorgan Global Balanced (EUR) geen rating Sterren/rating: Manager: Talib Sheikh en Gareth Witcomb Fondsvermogen: $ 293 mln TER: 1,65% Rendement in 2010: 11%
De crisis in de periferie van de eurozone liet zich echter voelen en fondsen die beleggen in Italië, Spanje, Portugal en/ of Griekenland deden niet mee met de verder bijna wereldwijde opleving van aandelenkoersen. Al met al stegen fondsen in de categorie ‘Aandelen Eurozone Large Cap’ gemiddeld met 2,7%. Opvallend was dat wereldwijd small- en midcaps hogere rendementen lieten zien. Hiervan profiteren vooral de mixfondsen die flexibel kunnen zijn in hun keuze van segmenten in de aandelenmarkten. Onder obligaties waren de prestaties divers, maar ook hier gold: hoe risicovoller, hoe hoger de rendementen. Fondsen uit obligatiecategorieën in opkomende markten en high yield obligaties behaalden de hoogste rendementen. De schuldencrisis sloeg over van ondernemingen naar soevereine staten. Uiteindelijk resteerde voor de categorie ‘Overheidsobligaties Euro’ een rendement van 1,1%. Kredietwaardige bedrijfsobligaties presteerden beter en fondsen die zich specialiseren in eurouitgiftes behaalden een gemiddeld rendement van 4,4%. De beste resultaten waren in de eurozone weggelegd voor high yield obligaties: een risicovol segment, met gemiddeld een rendement van 13,1%. Voor komend jaar zijn de ogen gericht op aandelen- en obligatiemarkten. Als aandelen hun stijging kunnen voortzetten zullen meer risicovolle gemengde fondsen profiteren. Voor de meer veilige mixfondsen met hoofdzakelijk obligaties zal de belangrijkste vraag zijn of een verder stijgende kapitaalmarktrente gecompenseerd kan worden door positieve opbrengsten op bedrijfsobligaties. Freddy van Mulligen is hoofd research bij morningstar.
23
24
MAART 2011
MAART 2011
Obligaties Euro Overheid
Obligaties Euro High Yield
AEGON Rente Benchmark: Obligaties Euro Overheid
Parvest Bond Euro Government Benchmark: Obligaties Euro Overheid
Vanguard EUR Gov Bond Index Benchmark: Obligaties Euro Overheid
125
125
125
125
100
100
100
100
75 Dec05=100 2006
2010
75
2006
2010
75
2006
AEGON Rente Parvest Bond Euro Government Vanguard EUR Gov Bond Index
2010
75
2006
2010
AXA WF Global High Yield Bonds EUR Benchmark: Obligaties Euro High Yield
Sparinvest SICAV High Yield Value Bonds EUR Benchmark: Obligaties Euro High Yield
UBS (Lux) BF Euro High Yield Benchmark: Obligaties Euro High Yield
150
150
150
150
125
125
125
125
100
100
100
100
75 Dec05=100 2006
2010
75
2006
2010
75
2006
AXA WF Global High Yield Bonds EUR Sparinvest SICAV High Yield Value Bonds EUR UBS (Lux) BF Euro High Yield
2010
75
2006
2010
2010, de wilde achtbaanrit
zoektocht naar rendement
Voor 2010 werden staatsobligaties beschouwd als een saaie en vrijwel risicoloze belegging. Dat is nu anders. Bij de genomineerden vinden we een indexfonds, een bastion van veiligheid en een klassiek beheerd fonds.
Veel beleggers in obligaties zoeken het risico op: de vraag naar high yields is hoog, vooral nu de spread ten aanzien van staatspapier nog altijd vrij hoog is.
tekst: Sander Kleine/ Freddy van Mulligen
tekst: Sander Kleine
vorig jaar twee gezichten. Enerzijds zijn er veilige landen als Nederland en Duitsland en ander zijds landen als Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje met grote financiële problemen en die inmiddels een stuk risicovoller worden geacht. Behalve een gezond wantrouwen jegens Griekenland, begon het jaar 2010 rustig. Het land had in het najaar van 2009 al toegegeven dat zijn begrotingstekort zou verdubbelen. Daarna begon de markt voor staatsobligaties echter aan een wilde achtbaanrit om in april weer wat te kalmeren na een pakket leningen voor Griekenland. Maar tegen eind april en begin mei was de paniek weer helemaal terug, nadat Griekenland officieel de junk status had gekregen van de ratingbureau’s. De EU zag zich genoodzaakt om aanvullende maatregelen te treffen en ging over tot het verstrekken van leningen aan Griekenland voor een bedrag van € 110 mrd. Beleggers begonnen in de zomer hun pijlen meer en meer te richten op Portugal en Ierland, waar de sterke daling van de huizenprijzen voor grote problemen bij banken zorgde. Ook Spanje kwam onder vuur te liggen na een neerwaartse beoordeling van kredietbeoordeDe eurozone kreeg
De junk status dringt met Griekenland door tot de Europese obligatiemarkt
laar Fitch en problemen bij de regionale spaarbanken. Begin november was de Ierse spread al opgelopen tot meer dan 5%, nadat Ierse banken wederom meer geld nodig bleken te hebben. Ierland moest in november aankloppen bij de EU voor steun. Tijdelijk bracht het rust, maar de landen in de periferie zijn nog niet verlost van de wantrouwende ogen van beleggers. Daarbij komt dat gesproken wordt over het einde van de 30-jarige bullmarkt voor staatsobligaties.
Passief doet mee
De problemen rond de overheidstekorten in de Eurozone misten hun weerslag op de categorie ‘Obligaties Overheid Euro’ niet. Het rendement was een schamele 1,1% waarmee het na geldmarktfondsen tot de slechtst presterende categorieën behoorde in 2010. Beleggers hadden dit goed door, want er stroomde meer dan € 4,5 mrd uit de categorie. Maar er waren uitzonderingen. Zoals het Aegon Rente Fond, een bastion van veiligheid. Er wordt alleen belegd in euro-obligaties en dan ook nog eens van overheden die een AAA-rating hebben. Fondsmanager Erik Leseman maakt alleen een uitstapje naar nietstaatspapier als deze gegarandeerd zijn door de overheid. Om tot een visie te komen hanteert Aegon al 15 jaar lang een vier kwadrantenmodel waarmee de beleggers zich een beeld vormen over sentiment, de technische situatie, waardering en de macroeconomische omgeving. Aegon is niet de meest flitsende vermogensbeheerder, maar dat neemt niet weg dat het een grote speler is. Het team van Leseman heeft de nodige miljarden onder handen, afkomstig van Aegon zelf, van fondsbeleggers en van institutionele klanten. Het Vanguard EUR Gov Bond In-
Aegon Rente Sterren/rating: Manager: Erik Leseman Fondsvermogen: ¤ 3 mrd TER: 0,39% Rendement in 2010: 4,0%
dex belegt fysiek in euro-obligaties en is een index fonds. Het koopt niet de hele index, maar zoveel als nodig is om een goede afspiegeling te zijn. Het is daarbij behoorlijk goedkoop met een expense ratio van 0,3%, wat helpt in de verschraalde omgeving van staatsobligaties. geen rating
Parvest Bond Euro Government geen rating Sterren/rating: Manager: Claude Guérin Fondsvermogen: ¤ 805 mln TER: 0,72% Rendement in 2010: 1,1%
Vanguard EUR Gov Bond Index geen rating Sterren/rating: Manager: Didier Haenecour en Gregory Davis Fondsvermogen: ¤ 197,83 mln TER: 0,30% Rendement in 2010: 1,2%
Timing essentieel
Ruim 80% van het fonds is belegd in echte staatsobligaties, de rest in papier dat gerelateerd is aan en gegarandeerd wordt door de overheden. Het fonds valt op doordat het in zijn categorie in de diverse perioden consistent behoorlijk goede prestaties laat zien. De meeste van zijn actief beheerde sectorgenoten laten het ene goede jaar volgen door een slecht jaar. Van de perifere landen profiteerde dit fonds natuurlijk niet, maar de gewichten van deze landen zijn beperkt in de index. De derde genomineerde Parvest Bond Euro Government wist als een van de weinigen ook na kosten zijn benchmarkindex behoorlijk bij te houden. Niet door het behalen van spetaculaire resultaten, maar door stabiel degelijke prestaties te laten zien. Claude Guérin beheert het fonds sinds 2005 en gidste het met vaste hand door een interessante periode. Het belegt in euro overheids obligaties of obligaties die door de overheid worden gegarandeerd. Het heeft een klassieke top down aanpak, rente voorspellingen, landenselectie en op kortere termijn positionering op de yield curve. Het fonds is actief en in de top tien posities vinden we ook Portugal, Italië en Spanje. Ook in die landen is, mits men een goede timing heeft, volgens Guérin, rendement te behalen.
Sander Kleine is fondsanalist en Freddy van Mulligen is hoofd research bij morningstar.
Genomineerd voor een award in deze categorie zijn Sparinvest High Yield Value Bonds EUR, UBS (Lux) BF Euro High Yield en AXA WF Global High Yield Bonds EUR. Hoogrenderende obligaties zetten hun opmars voort. De genomineerden behaalden in 2010 een bovengemiddeld rendement. Na de extreem hoge rendementen die high yield-obligatiefondsen in 2009 behaalden, kreeg deze beleggingscategorie in 2010 behoorlijk veel nieuw kapi taal te verwerken. Gecorrigeerd voor rendement stroomde ruim € 9 mrd in, waarmee per eind 2010 in totaal ruim € 38 mrd in Europese high yield fondsen was belegd. Voor het tweede jaar op rij presteerden de obligaties in deze categorie beter dan leningen met een investment grade kredietbeoordeling. Al werden de uitzonderlijke winsten van 2009 – rendementen boven de 50% procent waren meer regel dan uitzondering - niet herhaald. Toch konden de fondsen gemiddeld 13% in waarde stijgen, waarmee het wederom een goed jaar was voor beleggers in minder kredietwaardige obligaties. De lage rentestand, de Euro pese landencrisis en toegenomen risico bereidheid lagen hieraan ten grondslag. Ook hebben ondernemingen hun
High yields in trek nu rendement hoog is en risico relatief laag ten opzichte van staatspapier
schuldenlast veelal afgebouwd, wat de kans op een faillissement verkleint.
Winstcijfers
Het waren vooral achtergestelde bankleningen die wisten te profiteren van sterk verbeterde winstcijfers. Daarnaast daalden de spreads van deze leningen op het nieuws dat ze onder de nieuwe Basel III regelgeving niet meer meetellen voor het kernkapitaal van banken. Dit vergroot de kans dat banken overgaan tot vervroegd aflossen, wat gunstig is voor beleggers. Ook voor 2011 zijn de verwach tingen voor high yield obligaties positief, omdat spreads historisch gezien nog redelijk hoog zijn en voor de komende jaren gematigde economische groei wordt verwacht. Wel is het zaak voor beleggers om het prospectus van high yield fondsen goed te lezen, omdat het mandaat van fonds tot fonds behoorlijk kan verschillen. Zo zijn er fondsen die niet in financiële dienstverleners als banken beleggen en ook op gebied van het afdekken van valutarisico’s zijn er grote verschillen. Het Sparinvest High Yield Value Bonds EUR zette een rendement van 21,8% neer, het UBS (Lux) BF Euro High Yield van 16,5% en het AXA WF Global High Yield Bonds EUR van 15,1%. Het gemiddeld rendement in de Morningstar categorie was 13,2%. Sparinvest High Yield Value Bonds wordt sinds eind 2005 beheerd door Klaus Blaabjerg. Ondanks het bovengemiddelde risicoprofiel is het fonds dit jaar toch genomineerd voor een award, wat volledig toe te schrijven is aan het buitengewoon hoge rendement dat Blaabjerg heeft gerealiseerd. Hij heeft dit mede weten te bereiken door sterk te beleggen in banken, die konden profiteren van
AXA WF Global High Yield Bonds EUR geen rating Sterren/rating: Manager: Andrew Wilmont en Carl Whitbeck Fondsvermogen: ¤ 402 mln TER: 1,41% Rendement in 2010: 15,1%
Sparinvest High Yield Value Bonds EUR geen rating Sterren/rating: Manager: Klaus Blaabjerg Fondsvermogen: ¤ 312 mln TER: 1,57% Rendement in 2010: 21,8%
UBS (Lux) BF Euro High Yield geen rating Sterren/rating: Manager: MT, olv Konstantin Leidman Fondsvermogen: ¤ 581 mln TER: 1,31% Rendement in 2010: 16,5%
nieuwe regelgeving. Daarnaast kon hij profiteren van overnames in de energiesector, waarin het fonds overwogen was. Nadat UBS (Lux) Euro High Yield de Morningstar award al eerder in de wacht wist te slepen, is het voor 2011 wederom genomineerd. Qua rendement was het fonds terug te vinden bij de beste 10% van de categorie. Mede door deze goede prestaties wist het fonds 85% van de categorie over de afgelopen vijf jaar voor te blijven, maar ook hier is het risicoprofiel bovengemiddeld. Beheerder Konstantin Leidman is verantwoordelijk voor een breed gespreide porte feuille, die overwogen is in de meest risicovolle leningen uit het spectrum maar ook een positie van enkele procenten houdt in investment grade leningen. Leidman heeft positieve verwachtingen voor high yield leningen. Daarvoor verwijst hij naar het feit dat de economie aantrekt, veel ondernemingen gezond zijn en goed gefinancierd en het aantal 'defaults' tot een minimum is gedaald. De sterke instroom van nieuw geld bewijst dat ook veel beleggers geloven dat de risico's thans beperkt zijn. De derde genomineerde is AXA WF Global High Yield Bonds. De beheerders, Andrew Wilmont en Carl Whitbeck, werken respectievelijk vanuit London en Greenwich (VS). Net als de andere genomineerden belegt het fonds ook in Amerikaanse leningen, maar wordt het valutarisico afgedekt. Het rendement van ruim 15% was goed voor een plek in het bovenste quintiel van de Morningstar categorie. Qua risicoprofiel is het fonds vergelijkbaar met soort gelijke fondsen. sander kleine is Fondsanalist bij morningstar.
25
(I YPXMIQI PY\I MR LIX PIZIR MW XMNH
MAART 2011
Obligaties Wereldwijd
&IRYX IPOI WIGSRHI
/VEGLX0Y\I)\GPYWMZMXIMX&VIMXPMRKIR&IRXPI]HIPIRLYRFIMHIVFIPERK MR TIVJIGXMI )R HI^IPJHI ZIIPIMWIRHI RSVQIR ZSSV FIXVSY[FEEVLIMH IR TVIGMWMI -R HI EXIPMIVW ZER &VIMXPMRK ^SEPW SSO MR HI JEFVMIOIR ZER &IRXPI] MR 'VI[I KEEX TVSKVIWWMIZI XIGLRSPSKMI LERH MR LERH QIX HI QIIWX RSFIPI XVEHMXMIW (I &VIMXPMRK JSV &IRXPI] GSPPIGXMI MW KIFSVIR YMX IIR TEWWMI ZSSV JMNRI QIGLERMIO IR FMIHX PMIJLIFFIVW LMIVZER IIR VIIOW I\GITXMSRIPI GLVSRSKVEJIR (I FIWXI IWXLIXMWGLI ZIVJMNRMRK LIIJX IV XSI KIPIMH HEX HI^I YYV[IVOIR [SVHIR EERKIHVIZIR HSSV LMKLTIV JSVQERGI ±QSXSVIR² REY[KI^IX KIEWWIQFPIIVH HSSV HI IPMXI SRHIV HI LSVPSKIQEOIVW 8MNH MW IIR YPXMIQI PY\I
ING Global Obligatie Fonds Benchmark: Obligaties Wereldwijd
PIMCO GIS Global Bond EUR Hedged Benchmark: Obligaties Wereldwijd
Templeton Global Bond Benchmark: Obligaties Wereldwijd
150
150
150
150
125
125
125
125
100
100
100
100
75 Dec05=100 2006
2010
€
FVIMXPMRKJSVFIRXPI]GSQ
2010
75
2006
2010
75
2006
2010
Met de lage rentestanden en de kans op een oplopende inflatie hebben wereldwijde obligatiefondsen met risicovollere strategieën de beste vooruitzichten. Maar wees op je hoede, waarschuwt fondsmanager Scott Mather.
gemengde obligatiefondsen waren in 2010 sterk afhankelijk van het gevoerde valutabeleid van de fondsen. Zo konden fondsen in de Morningstar-categorie ‘Global Bond’ gemiddeld 13% aan rendement bijschrijven, terwijl de categorie ‘Global Bond – EUR hedged’ het met minder dan 4,5% moest doen. De daling van de euro ten opzichte van de dollar, pond, yen en valuta uit opkomende markten ligt hieraan ten grondslag. Vooral fondsen die sterk in Japanse obligaties belegden, konden hiervan profiteren: de yen steeg tegenover de euro ongeveer 20% in waarde. Van de Nederlandse fondsen hebben overigens alleen het Allianz Holland Internationaal Rentefonds en het in deze categorie voor een Award genomineerde ING Global Obligatie Fonds een grotendeels onafgedekt valutabeleid. Naast de waardestijging van de yen droegen vooral de risicovollere vastrentende strategieën bij aan de goede prestaties van fondsen in deze categorie. Zo stegen obligaties met een slechte kredietbeoordeling (high yield) 14 tot 15% en leningen uit opkomende landen 20 tot 25%, afhankelijk of ze al dan niet in lokale valuta zijn genoteerd. Beleggingsfondsen die een sterke hang hadden naar obligaties uit de eurozone moesten mede
*Advies winkelverkoopprijs
De prestaties van
)\GPYWMIZIWIGSRHIRGLVSRSKVEEJQIXYYVXMNH^SRIQIGLERMWQI 3JJMGMIIPGLVSRSQIXIVKIGIVXMJMGIIVHHSSVHI'37'
2006
misken politieke risico's niet tekst: Sander Kleine
(I&IRXPI]+18'LVSRSKVEEJ
75
ING Global Obligatie Fonds PIMCO GIS Global Bond EUR Hedged Templeton Global Bond
Obligatiefondsen werden sterk beinvloed door de wereldwijde onrust op de valutamarkt
vanwege de schuldencrisis met een rendement van 3 tot 5% genoegen nemen. Naast ING Global Obligatie Fonds zijn in deze categorie ook PIMCO GIS Global Bond EUR Hedged en Templeton Global Bond genomineerd. Het ING Global Obligatie Fonds behaalde in 2010 een rendement van 14,2% en doet dat met een strategie waarin zowel in staatsobligaties en bedrijfsobligaties als leningen in onderpand wordt belegd. Het grootste gedeelte heeft een hoge kredietbeoordeling (AAA en AA). De tracking error tegenover de benchmark, de Barclays Capital Global Aggre gate Index, was de afgelopen drie jaar gemiddeld 1,54%. De beheerders Hans van Zwol en Sylvain de Ruijter hebben veel ervaring en werken al lang samen. Ondersteuning komt van verschillende teams binnen de organisatie. Sinds de oprichting in 1988 is een gemiddeld jaarrendement behaald van 5%.
Risicovolle strategieën
Templeton Global Bond behaalde in 2010 een rendement van 19,5%. Morningstar is van mening dat dit fonds een interessante keuze is voor beleggers die de risico’s ervan begrijpen, omdat valutaverwachtingen van grote invloed zijn op dit fonds. Zo raadde fondsmanager Michael Hasenstab beleggers eind vorig jaar aan om dollar tegen de Japanse yen te kopen, omdat de yield op Amerikaanse staatsobligaties steeg tegenover Japans schuldpapier. Hasenstab rekent op stijgende rente in de VS, vanwege het herstel van de economie, maar ook omdat beleggers zich zorgen maken over de financierbaarheid van de Amerikaanse overheidsfinanciën en een hogere risicopremie verlangen. Templeton Global Bond weet de laatste vijf jaar 95% van de categorie achter zich
ING Global Obligatie Fonds standard Sterren/rating: Manager: Hans van Zwol en Sylvain de Ruijter Fondsvermogen: ¤ 519 mln TER: 1,39% Rendement in 2010: 14,2%
PIMCO GIS Global Bond EUR Hedged geen rating Sterren/rating: Manager: Scott Mather Fondsvermogen: ¤ 77 mln TER: 0,84% Rendement in 2010: 9,0%
Templeton Global Bond superior Sterren/rating: Manager: Michael Hasenstab en Sonal Desai Fondsvermogen: $ 36 mrd TER: 1,43% Rendement in 2010: 19,5%
te houden en profiteerde vorig jaar dan ook van een recordinstroom. Het derde fonds dat in deze categorie is genonimeerd is PIMCO GIS Global Bond EUR Hedged. Dit fonds, geleid door Scott Mather, behaalde in 2010 een rendement van 9%. Mather is op dit moment zeer terughoudend met staatsobligaties: zowel in de VS en Japan als in de eurozone ziet hij zorgwekkende ontwikkelingen. Hij denkt dat de schuldencrisis in Europa blijft doorgaan. Mather focust zich dan ook op andere soorten leningen zoals covered bonds, bankleningen met bijzondere zekerheden, hypotheekleningen, asset backed securities en bedrijfsobligaties. Geinteresseerd is hij ook in opkomende landen. De risico’s zijn de laatste jaren sterk verminderd. ‘Maar’, voegt hij er met verwijzing naar het Midden-Oosten aan toe, ‘de risico’s zijn in veel landen van deze landen nog steeds groter dan in veel westerse landen. Een ander nadeel is dat de economieën minder gediversifieerd zijn en dus kwetsbaarder zijn voor ontwikkelingen binnen de sectoren waar de landen op draaien. ‘Soms zijn de waarderingen volledig verwerkt in de prijzen, maar dat is niet altijd het geval.’ De goede prestaties en lage rentestand zorgden voor een sterke toestroom van nieuw kapitaal. De categorie Global Bond kreeg in totaal € 10 mrd aan nieuw kapitaal te verwerken. Met de lage rentestanden en de kans op een oplopende inflatie is te verwachten dat fondsen die de mogelijkheid hebben om in risicovollere strategieën als high yield en leningen uit opkomende markten te beleggen de beste vooruitzichten hebben. sander kleine is fondsanalist bij morningstar.
27
FDMorningstarAwards2011 Donderdag 24 maart
Prijsuitreiking in Krasnapolsky Amsterdam
Op donderdag 24 maart aanstaande is het weer zo ver. De FD Morningstar Awards worden uitgereikt voor de best presterende beleggingsfondsen en fondsbeheerders van 2010. Met Het Financieele Dagblad, BNR Nieuwsradio en Fondsnieuws is de FD Mediagroep in Nederland marktleider op het gebied van informatie over én analyse van beleggingsproducten. Voor het zevende achtereenvolgende jaar organiseert de FD Mediagroep in samenwerking met Morningstar de succesvolle FD Morningstar Awards.
MAART 2011
Obligaties Bedrijven Euro iShares Markit iBoxx Euro Corporate Bond Benchmark: Obligaties Bedrijven
M&G European Corporate Bond Benchmark: Obligaties Bedrijven
Schroder ISF Global Corporate Bond EUR Hedged Benchmark: Obligaties Bedrijven
125
125
125
125
100
100
100
100
75 Dec05=100 2006
2010
75
2006
2010
75
2006
2010
iShares Markit iBoxx Euro Corporate Bond M&G European Corporate Bond Schroder ISF Global Corporate Bond EUR Hedged
75
2006
2010
Achterover leunen kan niet Helaas voor beleggers hebben bedrijfsobligaties in 2010 niet de rendementen laten zien die in 2009 werden gehaald. Maar de genomineerde fondsen hoeven zich niet te schamen voor hun prestaties.
Event van het jaar voor top Nederlandse beleggingsindustrie
De stijlvolle uitreiking vindt plaats op donderdag 24 maart aanstaande, tijdens een middagprogramma met aansluitend diner. Ook dit jaar vindt het evenement plaats in Hotel Krasnapolsky te Amsterdam. De uitreiking van de FD Morningstar Awards wordt in goede banen geleid door Bas van Werven, voormalig presentator van BNR Nieuwsradio en inmiddels verbonden aan het actualiteitenprogramma EenVandaag. De bijeenkomst is een uitstekende gelegenheid om professionals in de fondsen- en beleggingsindustrie te ontmoeten. Denk aan beslissers op het gebied van fondsmanagement, fondsselectie, vermogensbeheer, fondsdistributie, sales en marketing, beleidsmakers en toezichthouders. Kortom het netwerk event van het jaar voor top management in de Nederlandse beleggingsindustrie.
Een avondvullend programma
Het officiële programma start om 16.00 uur en duurt tot 18.00 uur met aansluitend een borrel en een diner. De avond zal rond 22.00 uur worden afgesloten. De dag na afloop van het event worden de winnaars bekend gemaakt in Het Financieele Dagblad. Met daarbij ook aandacht aan het event. Kaarten voor het event en het diner kosten € 450,- per persoon of € 3.200,- per tafel voor 8 personen. Deze prijs is exclusief BTW. Wilt u kaarten bestellen voor het event of adverteren rondom de FD Morningstar Awards? Neem dan contact op met Thijs Pessers via
[email protected] of 06 - 265 12 492.
Nog enk besc ele k hikb aarte aar! n
tekst: sander kleine voor investment grade bedrijfsobliga-
ties was 2010 een redelijk jaar. Gemiddeld konden deze fondsen zo’n 4% winst bijschrijven, terwijl high yield fondsen – die in leningen met een lage kredietwaardigheid beleggen – zelfs 13% omhoog gingen. Ook wat betreft instroom van nieuw kapitaal kan de fondsindustrie tevreden zijn. Nadat in 2009 al veel geld naar bedrijfsobligatiefondsen was gegaan, bleef deze trend voortduren in 2010. De nog steeds aantrekkelijke risico-opslag en de lage vergoeding die beleggers krijgen op staatsobligaties waren hier de oorzaak van. Als we kijken naar fondsen die vanuit Nederland worden beheerd, valt op dat met name het Delta Lloyd Euro Credit Fund en Robeco Investment Grade Corporate Bonds een sterke groei meemaakten. In het laatste fonds – dat in tegenstelling tot de meeste andere fondsen in de Morningstar categorie niet in bankobligaties belegt – is sinds de oprichting in 2009 al bijna €900 mln belegd, een groeitempo dat wij in Nederland niet eerder gezien hebben. Bedrijfsobligaties zijn een segment geworden waarmee rekening gehouden moet worden. Was het dan alleen maar hosanna op de obligatiemarkten? Nee. Leningen
Fondsmanagers van bedrijfsobligaties moeten weer hun best doen om zich te onderscheiden
uitgegeven door banken en bedrijven uit de getroffen perifere landen van Europa stonden onder druk. Opvallend is, dat in sommige gevallen bedrijven in een bepaald land door de markt als kredietwaardiger worden gezien dan de staat. Dit was het geval bij de Spaanse telecomaanbieder Telefonica en de Spaanse staat.
High yields
Opvallend is dat veel beleggingsfondsen in de categorie de belangrijkste indices op dit gebied konden bijhouden in 2010. In voorgaande jaren was dat anders. Vooral in 2008 werden er diepe gaten geslagen in de lange termijn prestaties ten opzichte van de benchmark. De laatste had niet te maken met geringe liquiditeit en grote spreads, waar fondsmanagers in de praktijk wel mee werden geconfronteerd. De genomineerden in deze categorie zijn: Schroder ISF Global Corporate Bond EUR Hedged, M&G European Corporate Bond en de tracker iShares Markit iBoxx Euro Corporate Bond. Met een rendement van ruim 5% presteerde Schroder ISF Global Corporate Bond beter dan bijna 75% van de Morningstar categorie in 2010. Het team onder leiding van portefeuillebeheerder Jamie Stuttard kon dit bereiken door gebruik te maken van de ruimte die het mandaat biedt. Zo mag tot 20% worden belegd in high yield obligaties, een sterk stijgende categorie in 2010. Ook nam men de beslissing om niet te beleggen in leningen uit in Griekenland, Ierland en Portugal. Uiteindelijk resulteren de beslissingen van de beheerders over de laaste jaren in hoge rendementen met een gemiddeld risicoprofiel. M&G European Corporate Bond werd ook geholpen door een mandaat
iShares Markit iBoxx Euro Corporate Bond Sterren/rating: Manager: Management team olv Alex Claringbull Fondsvermogen: ¤ 3,4 mrd TER: 0,20% Rendement in 2010: 4,3%
dat toestaat om in junk bonds te beleggen, al is hier het maximale gewicht 10%. Dankzij overwegingen in high yield en achtergestelde leningen uitgegeven door financiële instellingen kon het fonds zich zowel in 2009 als 2010 bij de beste 30% scharen. Ook mag beheerder Stefan Isaacs in staatsobligaties beleggen, wat in 2008 hielp de verliezen beperkt te houden. Mede hierdoor kunnen de bovengemiddelde prestaties worden gecombineerd met een gemiddeld risicoprofiel.
Risico-opslag
M&G European Corporate Bond geen rating Sterren/rating: Manager: Stefan Isaacs Fondsvermogen: ¤ 228 mln TER: 1,66% Rendement in 2010: 4,7%
Schroder ISF Global Corporate Bond EUR Hedged geen rating Sterren/rating: Manager: Jamie Stuttard Fondsvermogen: $ 1,88 mrd TER: 1,10% Rendement in 2010: 5,2%
Dankzij de lage kosten en lage risicoprofiel en goede prestaties over drie en vijf jaar heeft indextracker iShares Markit iBoxx Euro Corporate Bond ook een nominatie verdiend. De prestaties zijn voor deze tracker niet ieder jaar spectaculair, maar de indexbenadering en de lage kosten leveren op termijn een degelijk plaatje op. De huidige risico-opslagen bieden nog een kans op een positief rendement voor de categorie bedrijfsobligaties. Zeker als die in het perspectief worden geplaatst van de lage vergoedingen die de meest veilige staatsobligaties bieden. Na de goede jaren die bedrijfsobligaties achter de rug hebben, kunnen portefeuillebeheerders niet langer achterover leunen om mee te liften met de markttrend. Ze moeten zich weer onderscheiden. Of door de selectie van obligaties met bovengemiddelde prestaties of door het beperken van risico’s en kosten die de fondsbeleggers in rekening worden gebracht.
sander kleine is fondsanalist bij morningstar.
29
30
MAART 2011
Obligaties Euro Gediversifieerd Carmignac Sécurité Benchmark: Obligaties Euro Gediversifieerd
Parvest Bond Euro Short Term Benchmark: Obligaties Euro Gediversifieerd
Schroder ISF Euro Bond Benchmark: Obligaties Euro Gediversifieerd
125
125
125
125
100
100
100
100
75 Dec05=100 2006
2010
75
2006
2010
75
2006
2010
Carmignac Sécurité Parvest Bond Euro Short Term Schroder ISF Euro Bond
75
2006
2010
anticiperen op schuldencrisis De mate waarin fondsen qua rentegevoeligheid afwijken van de marktindex, wordt steeds bepalender voor het rendement in deze categorie. tekst: Sander Kleine
ISF Euro Bond en Parvest Bond Euro Short Term zijn genomineerd voor een award in deze categorie waarin fondsen zijn opgenomen die zowel in staatsobligaties als bedrijfsobligaties beleggen. Fondsen die beleggen in ‘Obligaties Euro Gediversifieerd’ hadden te lijden onder de schuldencrisis die 2010 domineerde. Het rendement was sterk afhankelijk van zowel de mate waarin in staatsobligaties werd belegd als de landenselectie. Waar het jaren onbelangrijk was in welke landen binnen de Eurozone werd belegd, konden obligatiefondsen in het afgelopen jaar het verschil maken door de juiste landen te selecteren. Duitsland bleek temidden van alle onrust weer de veilige haven waar beleggers konden schuilen. Fondsen die een groot gedeelte van de portefeuille konden alloceren naar bedrijfsobligaties, behaalden hogere rendementen dan fondsen die sterk in staatspapier (moesten) beleggen. Omdat fondsen in deze categorie beleggen in leningen genoteerd in euro’s of het valutarisico afdekken, konden ze niet profiteren van de waardestijging van de dollar en de yen. Het gemiddelde fonds in de categorie
Carmignac Sécurité, Schroder
De Europese landencrisis trok in 2010 een zware wissel op het rendement
op de steun van het team van analisten die de fundamentals van de bedrijven onderzoeken, zowel vanuit het standpunt van de aandeelhouders als vanuit dat van de schuldeisers.
moest genoegen nemen met een rendement van 2,4%. Het genomineerde Carmignac Sécurité schreef 2,7% bij en Parvest Bond Euro Short Term – dat in kortere obligaties belegt, behaalde een rendement van 1%.
Flexibel raamwerk
Het genomineerde Schroder ISF Euro Bond behaalde echter een rendement van 5,2%. Het heeft daarmee dus een uitstekend jaar achter de rug. Fondsmanager Jamie Stuttard komt van de bekende obligatiebelegger Pimco en werkt sinds 2003 voor Schroders. Hij behaalt zijn superieure rendementen door te beginnen met een flexibel macro-economisch raamwerk waarin hij bepaalt welk gedeelte van de portefeuille in staatsobligaties en welk gedeelte in bedrijfsobligaties wordt belegt. Vervolgens wordt de portefeuille ingericht met behulp van specialisten die waardevolle specifieke informatie aan Stuttard aanleveren. Carmignac Sécurité is een gediversifieerd obligatiefonds dat naar onze mening bijzonder interessant blijft voor beleggers met een langetermijnhorizon. Manager Rose Ouahba heeft 11 jaar ervaring en beheert dit fonds sinds mei 2007. Het fonds presteert onder haar goed. De duration en de positionering op de rentecurve zijn de belangrijkste elementen van de strategie, maar in 2010 wist het fonds wederom het verschil te maken door zeer offensief in bedrijfsobligaties te beleggen (wel alleen investment grade) en door binnen staatsobligaties de nadruk te leggen op het veilige Duitsland. Ouahba en haar team maken groot voorbehoud met betrekking tot de vooruitzichten van de landen aan de rand van de eurozone. Bij de selectie van bedrijfsleningen kan de beheerder rekenen
Carmignac Sécurité superior Sterren/rating: Manager: Rose Ouahba Fondsvermogen: ¤ 6,3 mrd TER: 1,15% Rendement in 2010: 2,7%
Parvest Bond Euro Short Term geen rating Sterren/rating: Manager: Vito Cavaliere Fondsvermogen: ¤ 603 mln TER: 0,62% Rendement in 2010: 1,0%
Schroder ISF Euro Bond geen rating Sterren/rating: Manager: Adam Cordery Fondsvermogen: ¤ 539 mln TER: 0,70% rendement in 2010: 5,2%
Risicolanden
Parvest Bond Euro Short Term is een fonds dat niet bang is om ook in risicolanden als Italië, Griekenland en Spanje te beleggen. De prestaties behoorden vorig jaar tot de beste 33% van de Morningstar categorie Obligaties Euro kort. Maar over langere termijn (3 tot 5 jaar) behoort het fonds tot de top in zijn categorie. Dat gecombineerd met een matig risico levert een nominatie op. Het fonds wordt beheerd door Vito Cavaliere en hij houdt de gemiddelde looptijd van de portefeuille onder de drie jaar. Het grootste deel van de portefeuille bestaat uit schatkistpapier, maar we vinden ook genoeg ander obligaties in de portefeuille. Door de gedaalde rentevergoeding op zowel staatsobligaties als bedrijfsobligaties zijn de vooruitzichten voor deze categorie allengs verslechterd. Toch weerhield dit beleggers niet om in deze categorie te beleggen, er kwam in totaal €3,5 mrd aan nieuw vermogen bij in 2010. Gezien de lage rentestanden en kans op oplopende inflatie ligt het in de lijn der verwachting dat fondsen die de mogelijkheid hebben om in sterk in bedrijfsobligaties te beleggen de beste vooruitzichten hebben. Ook de mate waarin een fonds wat betreft duration (rentegevoeligheid) van de benchmark af kan en wil wijken, wordt steeds bepalender voor het rendement.
sander kleine is fondsanalist bij morningstar.