~Q~
"A~
Gemeente Breda College van Burgemeester en Wethouders
www.breda.nl
[email protected] Twitter@breda Telefoon 14 076
Aan de raadsleden van de gemeente Breda Postadres Postbus 90156, 4800 RH Breda Bezoekadres Stadskantoor Claudius Prinsenlaan 10
Uw brief
Datum
Ons kenmerk
1 8 MEI Z016
1~m11111111111111111 n11m111111111 im ~~ • B R D 2 0 1 8 5 9 8 4 •
Onderwerp
Telefoon I Behandeld door
Bijlagen
Eerste Bestuursrapportage 2016
5294112 E.A.A. de Bonth
1
Geachte leden van de raad, Met deze brief informeren wij u conform afspraak over afwijkingen op de Begroting 2016, zijnde de eerste Bestuursrapportage 2016. Deze informatie heeft als peildatum 1 april 2016. In deze brief zijn alleen de onderwerpen opgenomen waarop momenteel al afwijkingen te melden zijn. Dit is beperkt mede gezien de geringe periode. Na het aantreden van het college vorig jaar hebben we vrij snel de eerste begroting (Begroting 2016) gepresenteerd. De Voorjaarsnota 2016, die op 16 juni in de gemeenteraad wordt behandeld, laat ook een actualisering van het begrotingsjaar 2016 zien en met de daarbij behorende aanvullende accenten aan voor 2016. Er wordt een beeld gegeven van onderwerpen die vanuit financieel perspectief tot een wijziging van de Begroting 2016 moeten leiden. Het betreft hier grotendeels technische wijzigingen. In de bijlage treft u conform afspraak de gegevensset Sociaal Domein waarin de ontwikkelingen in het Sociaal Domein worden gemonitord.
Aandachtpunten voortgangsrapportage Via Breda De bouw van de OV-Terminal verloopt voorspoedig. De huidige planning voorziet er in dat het complex enkele maanden eerder wordt opgeleverd en een formele opening plaats kan vinden op 8 september 2016. Het werk aan het Stationsplein kent een overschrijding van circa € 200.000,-. Dit is het resultaat van de aanbesteding in combinatie met meerkosten die zijn ontstaan door een aangetroffen verontreiniging en aanleg van nutsvoorzieningen (blusvoorzieningen). Hiermee treedt een van de gesignaleerde risico's op. Omwille van een tijdige oplevering van de buitenruimte en OV-terminal is het werk gecontinueerd. In de op te stellen actualisatie van de businesscase per 1 juli 2016 zal moeten blijken tot welk effect deze extra kosten leiden. Mogelijk vallen de meerkosten weg tegen gerealiseerde besparingen op andere projecten. De markttender Coulissen West is geslaagd. Voor de vraaggerichte ontwikkeling van het coulissenlandschap met een hoogstedelijke functiemix van circa 40.000 m2 zocht Breda een samenwerkingspartner met visie en vertrouwen in Breda én in deze locatie. Deze heeft zij gevonden in het 5TRACKS consortium, een ontwikkelcombinatie bestaande uit TBl-bedrijven SYNCHROON, J.P. van Eesteren en ERA Contour.
~Q~ Gemeente Breda ~A~
Ons kenmerk BRD/2016,5984
Paginanummer
2 van 13
Onderdoorgang HOV-viaduct spoor Doornboslaan Ondanks vertraging bij de uitvoering van de onderdoorgang/HOV-fiets in de Doornboslaan, als gevolg van zettingen van de bodem nabij het spoor, is de busbaan conform plan opengesteld in december 2015. Wij sturen op een zo spoedige mogelijke afronding van alle werkzaamheden. De vertraging van het algehele project bedraagt ruim 6 maanden. Dit heeft tot gevolg meer ureninzet en met name op de aanpassing van de onderdoorgang en bouw viaducten een overschrijding in de kosten. Het is nog onduidelijk wat de afwijkingen zullen worden in planning en kosten omdat dit afhankelijk is van de onderhandeling met de aannemer en ProRail. Onderhoudsvoorziening gebouwen -/- € 2.000.000 De onderhoudsvoorziening is voor de jaren 2016-2025 (tienjaarstermijn) op orde. Net als voor 2015 toen een eenmalige dotatie ad€ 5, 1 miljoen noodzakelijk was - is de verwachting dat ook voor 2016 een extra dotatie zal moeten plaatsvinden. De reden hiervoor is dat 2016 een relatief duur jaar is en de voorziening krimpt verder in 2016. Het totale tekort is mede afhankelijk van afstoten vastgoed, aanbesteding, uitvoering. Als alles verloopt conform het huidige programma dan is het geraamde tekort€ 2 miljoen. Dit kan nog wijzigen als gevolg van afstoten, aanbesteding voor- en nadelen en wijzigingen in uitvoeringsprogramma. In de loop van 2016 zal een visie op het gemeentelijk vastgoed worden vastgesteld . Deze visie zal effect hebben op de variabelen die de hoogte van het tekort bepalen. Heffingen Gezien de geconstateerde meeropbrengsten in 2015 voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing en de actuele informatie ontvangen van de Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB), zal de komende maanden in overleg met de BWB een beoordeling van de begrote versus de gerealiseerde heffingsopbrengsten 2016 plaatsvinden. Indien nodig wordt hierop in de tweede bestuursrapportage nader teruggekomen. Afvalservice -/- € 100.000 Als gevolg van latere investeringen in het programma VANG, wordt een kapitaallastenvoordeel verwacht. Noodvervanging en reparaties houten bruggen -/- € 280.000 Uit de vijfjaarlijkse inspectie van de civieltechnische kunstwerken (bruggen, tunnels en viaducten) is gebleken dat diverse houten bruggen en vlonders veel sneller aan het einde van hun levensduur zijn gekomen dan verwacht. Enkele hiervan moeten omwille van de veiligheid zo snel mogelijk vervangen en/of gerepareerd worden. De kosten hiervan zijn niet opgenomen in de onderhoudsvoorziening . Ook in de exploitatiebegroting is hiervoor onvoldoende ruimte . Daardoor zal noodgedwongen een overschrijding ontstaan op deze post. Elektriciteitskasten ten behoeve van evenementen en standplaatsen -/- € 160.000 De afgelopen jaren zijn op diverse plekken in de stad aansluitpunten aangelegd voor elektriciteit en water ten behoeve van evenementen. Uit recente inspectie is gebleken dat een aantal daarvan vanwege de veiligheid per direct vervangen dient te worden. Hiervoor is geen budget. Momenteel wordt onderzocht welke installaties met prioriteit vervangen moeten worden. Het nieuwe evenementenbeleid (o.a. locatiebeleid) en standplaatsenbeleid zal invloed hebben op de keuze welke kasten vervangen dienen te worden. In een volgende rapportage wordt een nadere analyse gegeven. Parkeerbedrijf -/- € 70.000 Het totaal resultaat wordt op basis van de parkeeropbrengsten van de eerste maanden van het jaar ingeschat op€ 0. Wel is relevant om te melden dat het effect van het 1° kwartier gratis straatparkeren groter is dan verwacht. Op basis van de eerste maanden, gaan we er momenteel vanuit dat dit€ 200.000 gaat kosten (in plaats van de begrote€ 130.000). Omdat de overige opbrengsten tot nu toe meevallen, wordt desondanks voor het totale Parkeerbedrijf geen tekort verwacht.
~Q~ Gemeente Breda ~A~
Ons kenmerk BRD/2016.5984
Paginanummer 3 van 13
Gevolgen CAO Recentelijk is een nieuwe CAO afgesloten. Daarin zijn onder andere afspraken gemaakt over de loonontwikkeling. In de Voorjaarsnota 2016 is met de gevolgen die hieruit voortkomen rekening gehouden. Grondexploitatie t.b.v. woningbouw en bedrijventerrein De commissie BBV heeft in maart 2016 een aantal nieuwe richtlijnen gepubliceerd over grondexploitaties. Gewijzigd is onder meer de manier waarop de voorziening negatieve planresultaten moet worden vastgesteld. De voorziening zal daardoor moeten worden verhoogd. De wijzigingen van de BBV worden meegenomen in de halfjaar herzieningen van de grondexploitatie. Hierover wordt in de tweede bestuursrapportage en het MPG gerapporteerd. De noodzakelijke verhoging van de voorziening wordt meegenomen in het resultaat van het grondbedrijf. Het uiteindelijke resultaat is onder meer afhankelijk van de (tussentijdse) winstnemingen en wijzigingen in de prognose van de grondexploitatieresultaten. In de eerste helft van 2016 worden de lotingen voor kavelverkopen van de Roosberg, Eikberg, Vinkenweide (Heilaarpark) en Meulenspie afgerond. Daarmee zijn de laatste kavels voor particulier opdrachtgeverschap vanuit de grondexploitaties op de markt gebracht.
Begeleiding Zorg in Natura De totaal verwachte uitgaven voor Begeleiding ZIN waren begin 2015 € 10,3 miljoen. De gerealiseerde uitgaven over 2015 zijn€ 7, 1 miljoen, waarbij het effect van de tussentijdse tariefsaanpassing voor de categorie Begeleiding licht van € 250 naar€ 500 een bedrag van ca € 200.000 was. De gevolgen van de huidige tariefsaanpassingen zijn volledig doorgerekend voor 2016. Op basis hiervan is berekend dat de verwachte kosten voor begeleiding in 2016 € 8,8 miljoen zullen zijn. Deze hogere kosten als gevolg van de onlangs gewijzigde tarieven worden opgevangen uit het beschikbare budget maatwerk Wmo binnen de Begroting 2016. We sturen op de uitgaven binnen het sociaal domein, indien er ontwikkelingen zijn dan houden we u op de hoogte. Overige Begrotingswijzigingen Op basis van de actuele stand van zaken op onderwerpen de noodzaak tot een technische aanpassing van de Begroting 2016 duidelijk geworden, waarvoor via de reguliere cyclus begrotingswijzigingen worden aangeboden. Dit betreft:
Kapitaallasten Bij de jaarafsluiting 2015 zijn de werkelijk in 2015 gerealiseerde investeringen vastgesteld. Naar aanleiding daarvan moeten de kapitaallasten voor de komende jaren worden geactualiseerd. Hiervoor wordt een begrotingswijziging 2016 gemaakt en aan de gemeenteraad voorgelegd. Kabels en leidingen Het betreft hier een verhoging van de lasten en baten als gevolg van een upgrading van de netwerken telecombedrijven en netwerkbeheerders. De begroting wordt op basis van de actuele inzichten gewijzigd. Overslag kunststof verpakkingen Het betreft hier een verhoging van zowel de lasten en baten van€ 1,052 miljoen. Dit, evenals in 2015, als gevolg van de samenwerking met diverse gemeenten die ook gebruik maken van de in Breda aanwezige infrastructuur en logistiek. Areaaluitbreiding In het kader van de oplevering en het in beheer nemen van nieuwe of gewijzigde openbare ruimte in de stad (delen van) Waterdonken, dr. lngenhouszplein, Driesprong, Bouverijen, dr. Struyckenplein, Heuvelplein, Doornboslaan, Grote Dijk, Viandenlaan, natuurontwikkeling Emer Noord, bedrijventerreinen Chaamsebaan en 't Hoekske), dienen daarvoor de beheerbudgetten
~Q~ Gemeente Breda
Ons kenmerk
~A~
BRD/2016.5984
Paginanummer 4 van 13
aangepast te worden. Hetzelfde geldt voor de ingebruikname van de nieuwe Stationsterminal. In het meerjarenperspectief zijn hier middelen voor opgenomen. De nu benodigde budgetten (€ 106.000) passen binnen dit perspectief. Wij hopen u voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Breda,
, burgemeester,
Ons kenmerk BRD/2016.5984
Paginanummer
5 van 13
Bijlage 1: Rapportage Gegevensset Sociaal Domein Inleiding Met de gemeenteraad is overeengekomen dat het college ten tijde van de bestuurlijke rapportages de gemeenteraad op de hoogte brengt van gegevens die beelden geven over de impact van de nieuwe taken die de gemeente vanaf 2015 in het sociaal domein hebben gekregen. Ook voor onze transformatiedoelen is het nodig dat we gegevens en ervaringen gaan opbouwen. Van transitie naar transformatie: Breda Doet Vorig jaar was het eerste jaar na de transitie op het sociaal domein, in 2016 geven we vorm aan de ambities die we als college hebben op het sociaal domein. In Breda Doet formuleerden we deze ambities voor de komende jaren. Samen met onze partners in stad en samen met inwoners bepalen we hoe we zorg en ondersteuning voor hen die dat nodig hebben nabij, tijdig, integraal en op maat kunnen bieden. En dat met een beroep op de eigen kracht van mensen. Dat betekent dat we als gemeente met onze partners in gesprek zijn over hoe we dit streven in onze, vernieuwde, subsidierelaties met hen kunnen concretiseren . Het betekent ook dat we als gemeente onszelf beter moeten organiseren. De verschillende teams met professionals, bijvoorbeeld de Wmo wijkteams, de Kredietbank {schuldhulpverlening) en het CJG, willen zo samenwerken dat meer dan in het verleden invulling kunnen geven aan het streven van 'één gezin, één plan, één regisseur'. Ook kijken we nog eens goed naar de administratieve basis onder de activiteiten in het sociaal domein, zodat regels en procedures de inhoudelijke ambities versterken en niet in de weg zitten. We stimuleren innovatie in het sociaal domein door partijen samen te brengen en te investeren in kansrijke ontwikkelingen. Ten slotte gaan we verder met de doorontwikkeling van een goede monitoring- en evaluatie systematiek om te leren en te verbeteren . Gegevens die een beeld geven over de uitvoeringspraktijk tot en met maart Breda kent momenteel drie ingangen voor inwoners en instellingen met informatie- en hulpvragen. In de periode van januari tot en met maart is er in totaal 14.091 maal door hen 1 contact gezocht. In 1126 gevallen met het CJG , 1102 maal met ZorgvoorElkaarBreda, en 11.863 maal met het gemeentelijke Servicepunt {ook Atea vragen) . Zodra een Bredanaar zich meldt met een zorg-of ondersteuningsbehoefte wordt er gezamenlijk gekeken welke mogelijkheden er zijn om op eigen kracht of met behulp van algemeen toegankelijke voorzieningen in deze behoefte te voorzien. Soms is dat niet voldoende en zal de Bredanaar daarna aanspraak willen maken op een individuele maatwerkvoorziening. {In de Jeugdzorg spreekt men van niet vrij toegankelijke zorg). Die dient dan, indien rechtmatig, snel toegekend te worden. In onderstaande tabel staat de werkelijke duur weergegeven van de perioden waarin de cliënt wordt geholpen:
1
Inclusief de hulpvragen vanuit Baarle-Nassau en Alphen-Chaam.
Ons kenmerk BRD/2016.5984
Paginanummer 6 van 13
Breda
Periode Wmo Participatie Schuldhulpverlening Jeugdwet
Werkelijke periode waarin gezamenlijk de mogelijkheden worden bezien Jan-mrt 2016 2015 36 dagen 37 dagen 11 dagen 13 dagen 29 dagen 28 dagen 125 dagen~ 69 dagen
Administratieve afwerkingsperiode van verzoek tot maatwerkvoorziening
Jan-mrt 2016
6 dagen 17 dagen 1 dagen 18 dagen
2015 8 dagen 21 dagen 1 dagen' 9 dagen
In de periode van 1 januari tot en met maart zijn er 29 klachten ingediend. Daarnaast zijn er in deze periode in totaal 177 bezwaarschriften binnengekomen, voornamelijk tegen besluiten op basis van de Participatiewet. Gemiddeld waren dit 59 bezwaarschriften per maand. Ook nu is het percentage bezwaarschriften WMO gering 13 bezwaarschriften in de eerste 3 maanden, ie. 7,3% van het totaal. Er zijn 30 signalen binnen gekomen bij de Zorgverbeteraars. Opgeteld met de klachten en de bezwaarschriften levert dat 236 signalen op die extra aandacht verdienden. Afgezet tegen het totale aantal contactmomenten (14.091) is dat een percentage van 1,7%. Het verbeterpunt Zorg Het verbeterpunt zorg is in 2015 bezig geweest met 200 zaken en in 2016 met 30 zaken tot eind maart. Er zijn zaken die een langere doorlooptijd hebben en/of geen incident zijn . Die worden besproken met beleidsmedewerkers of kwaliteitsmedewerkers van de betreffende afdeling of organisatie. Alle zaken worden besproken met de betrokken medewerker(s). In 2016 zijn er 23 zaken waarbij kinderen betrokken zijn. Sommige daarvan direct in verband met problemen met indicaties of vervoer, andere hebben betrekking op huisvesting en schuldenproblematiek van de ouder(s). Daarnaast zijn er diverse vragen vanuit het sociale domein over Atea (op gebied werk en inkomen), schuldenproblematiek, huisvesting. Beschermd Wonen komt ook meer in beeld evenals zaken waarbij Centraal onthaal en SMO een rol spelen. Huisvesting en met name het gebrek aan betaalbare woningen (voor bijvoorbeeld moeders met kinderen), is een probleem dat aandacht verdient.
In vrijwel alle casussen zijn er mogelijkheden om de situatie te verbeteren . Met name door meer de samenwerking te zoeken met andere collega's en door maatwerk te leveren. In het bieden van maatwerk maken we gebruik van het afwegingskader van het IPW (het instituut voor publieke waarde) . De burgers zijn onveranderlijk blij met de hulp om iets vlot te trekken. Niet altijd blij met de uitkomst, maar wel blij met het begrip en de tijd voor een gesprek. Het verder brengen van leerervaringen die we in de casussen opdoen is een aandachtspunt. De vraag hoe we meer als lerende organisaties kunnen functioneren wordt opgepakt in het plan 2 Vanaf september, eerder geen valide informatie De gemiddelde duur is toegenomen ten opzichte van eerdere cijfers omdat het eerste contact nu verder teruggaat (tot begin 2015) . Dit verlengt de doorlooptijd van het eerste contact tot een ondertekend plan van aanpak . 3
Ons kenmerk BRD/2016.5964 Paginanummer
7 van 13
'doorontwikkeling Verbeterpunt'. In dit plan wordt tevens gezorgd voor borging van de taken van het Verbeterpunt. Het plan wordt gemaakt en uitgevoerd in samenwerking met diverse betrokken organisaties. Gegevens die een beeld geven over de klantgroepen vanaf 1 januari 2016 Om steeds scherper beeld te krijgen hoe Breda er voor staat, is het nodig inzichtelijk te maken hoeveel Bredanaars met behulp van mantelzorgers in hun behoefte kunnen voorzien, hoeveel Bredanaars met behulp van algemeen toegankelijke voorzieningen in hun behoefte kunnen voorzien en hoeveel Bredanaars met behulp van een maatwerkvoorziening door de gemeente ondersteund worden . Mantelzorgondersteuning Vanuit Steunpunt informele zorg (StiB) worden 32504 mantelzorgers en zorgvragers (daar waar het sociale netwerk ontbreekt) ondersteund. Dit aantal is vanaf eind 2015 gestegen, omdat veel mantelzorgers in Breda zich hebben ingeschreven door de mantelzorgwaardering aan te vragen. Mantelzorgers kunnen de waardering via StiB aanvragen of kunnen via de sociale wijkteams een waardering op maat krijgen. Door de forse toename van het aantal mantelzorgers dat ondersteuning vraagt van StiB is besloten om de subsidie richting StiB te verhogen. StiB heeft hier een breed plan voor opgesteld dat is besproken met de partners van Zorg voor elkaar Breda. Naast extra ondersteuning door zorgvrijwilligers wordt extra ingezet op het delen van kennis via Zorg voor elkaar Breda. Het takenpakket van StiB is nu als volgt : ondersteuning vindt plaats door middel van voorlichting (preventie) en het geven van informatie en advies (Vraagbaak en ziektebeeld-gerelateerd). Daarnaast zijn er intensieve begeleidingstrajecten voor mantelzorgers op maat door middel van cursussen en bijeenkomsten, lotgenotencontacten en familiegesprekken. Om mantelzorgers te ontlasten en daar waar het netwerk ontbreekt, zet StiB zorgvrijwilligers in ter ondersteuning (respijtzorg). Daarnaast vervult StiB een rol als kenniscentrum naar samenwerkingspartners om samen zoveel mogelijk mantelzorgers in Breda te ondersteunen. Het aantal vrijwilligers dat met Steunpunt informele zorg Breda {StiB) werkt aan de ondersteuning van mantelzorgers is 443. StiB heeft in het eerste kwartaal 296 keer een vrijwilliger gekoppeld aan een mantelzorger of zorgvrager (in 2015 totaal 650 keer). Samen met StiB werken we aan de opgave zoals omschreven in Actieprogramma Informele Zorg, zoals speciale aandacht aan jonge mantelzorgers, werkende mantelzorgers en niet-westerse mantelzorgers en het ontwikkelen van nieuwe vormen van respijtzorg en logeervoorzieningen. Inzet van deskundige zorgvrijwilligers Doordat mensen langer thuis blijven wonen en de zorgsituaties daarmee complexer is dan voorheen, werkt StiB intensief aan het trainen en begeleiden van haar zorgvrijwilligers om ervoor te zorgen dat ze hun werk goed kunnen vervullen . Ook het bewaken van eigen grenzen en de scheidslijn tussen formele en informele zorg krijgt hierbij aandacht. In de wijk IJpelaar Overakker is een buurtinitiatief van kracht dat de sociale kracht in de wijk stimuleert, door hulpvraag en hulpaanbod met elkaar te verbinden. Mooie voorbeelden van samenwerking mede met Zorg voor elkaar Breda.
4
Peildatum 1 april
Ons kenmerk BRD/2016.5984
Paginanummer 8 van 13
Nieuwe ontwikkelingen In Teteringen hebben vrijwilligers van de Stichting Kruiswerk Teteringen een infopunt geopend. Hier kunnen mensen terecht met al hun vragen rondom wonen, zorg en andere voorzieningen. Ook is het een ontmoetingsplek voor mensen die behoefte hebben aan sociaal contact. Een mooi voorbeeld dat de kracht van vrijwilligerswerk aangeeft. Individuele maatwerkvoorzieningen Informatie over het gebruik van algemeen toegankelijke voorzieningen is nog niet volledig en vergelijkbaar. Voor wat betreft de individuele maatwerkvoorzieningen zien we het volgende beeld momenteel (peildatum 1 april):
Wmo
4312 HV voorzieningen 1968 Arbeidsbemiddeling (aantal uitkeringen)
2.105 begeleiding 2850 Zorg en activering
7.357 overig Participatie 1196 (oude) SW 313 1 883 intern extern Jeugdzorg 393 maatwerkarrangementen (niet vrij toegankelijke zorg) Kwetsbare groepen 643 (beschermd wonen en tijdelijk verblijf), aantal klanten HV: Huishoudelijke Verzorging Herindicaties Voor wat betreft de herindicaties Wmo is er een plan gemaakt om deze gedurende dit jaar allemaal te doorlopen. De wijkteams Wmo zijn gestart met de 56 uit te voeren herindicaties PGB begeleiding en de 122 PG B's (zorg in natura) beschermd wonen, welke voor 1 maart 2016 reeds zijn afgerond . Op dit moment lopen de 1344 herindicaties ZIN. Er is gekozen om alle herindicaties met eigen klantmanagers te gaan doen, zodat klant en klantmanager bij elkaar in beeld komen en blijven. Opvallend is dat een groot aantal van de indicaties, overgekomen vanuit de AWBZ, niet meer gebruikt worden. Binnen herindicaties ZIN bijvoorbeeld worden c.a. 500 indicaties van de 1344 niet verzilverd en in overleg met cliënt beëindigd. In het kader van jeugdhulp is er ingezet op het realiseren van herindicaties voor PGB's voor 1 oktober 2015. Over de resultaten daarvan bent u geïnformeerd middels brief 201513240. Zoals aangegeven in deze brief heeft het CJG Breda in oktober wederom contact gezocht met de 13 van de 145 cliënten die zij daarvoor nog niet had kunnen bereiken. Zij hebben uiteindelijk nog 5 cliënten kunnen bereiken. In de resterende weken in 2015 heeft het CJG wederom contact gezocht met de resterende 8 cliënten. De PG B's van cliënten die niet bereikt zijn, zijn op 1 januari 2016 afgesloten . Wet BUIG In december 2015 heeft uw raad kennis genomen van het geactualiseerd meerjarenperspectief Wet BUIG inclusief P-budget (SW). Het geprognosticeerde resultaat voor 2016 was in december, rekening houdend met het maatregelenpakket, een bedrag van€ 0,287 miljoen positief (Pbudget SW € 0,511 negatief/ Buig€ 0, 798 positief).
Ondanks de genomen maatregelen is in 2016 de instroom in de bijstand hoger dan de uitstroom . We zien dat het aantal uitkeringsgerechtigden in Breda stijgt ten opzichte van de eerdere prognose. Ook de opbouw van het klantenbestand is het afgelopen jaar veranderd. Door een
Ons kenmerk BRD/2016.5964
Paginanummer
9 van 13
toename van het aantal statushouders met een gemeentelijke uitkering en de toename van 65+ers als gevolg van de leeftijdsverhoging van de AOW. De stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden in Breda is in lijn met de landelijke trend, ook daar zien we een toename van het aantal bijstandsuitkeringen. We blijven de komende maanden daarom fors inzetten op het uitvoeren van de genomen maatregelen. 5
Naar verwachting zal binnenkort het voorlopig budget Buig 2016 nog nader worden vastgesteld (daarna definitief in september). Ook komen er vanuit het "Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom" extra middelen beschikbaar voor de verhoogde instroom van statushouders in de uitkering. De (voor)financieringssystematiek wordt nog nader uitgewerkt in overleg met gemeenten . Nog voor de zomer zal de gemeenteraad hierover worden geïnformeerd. Ook zal er dan meer informatie worden gegeven over het effect van het maatregelenpakket en zal de prognose voor het resultaat 2016 worden geactualiseerd. Re-integratie proeftuin en effectiviteit Ook dit jaar gaan we verder met de re-integratie proeftuin. Tot 31 december 2015 konden projectvoorstellen ingediend worden voor de tweede periode (2015) van de proeftuin . In het eerste kwartaal van dit jaar zijn 5 projecten van start gegaan die nog in 2015 waren ingediend. In totaal zijn in de tweede periode (2015) 10 projecten toegekend. Acht van deze tien zijn projecten waarin individuele trajecten voor deelnemers worden georganiseerd, de andere twee betreffen het opzetten van een community en het bieden van workshops. Bij deze acht projecten is plaats voor in totaal ongeveer 70 deelnemers. Eén van deze projecten, het glazenwassersproject van Stichting Nelis, hebben we bij gebleken succes onlangs verlengd.
De evaluatie van de tweede periode (2015) van de proeftuin wordt momenteel voorbereid en zal plaatsvinden in het derde kwartaal van dit jaar. Eén van de aanbevelingen van de evaluatie van de eerste periode (2013-2014) was om het lerend vermogen van de re-integratie proeftuin te versterken. Daarom worden we bij de evaluatie van de tweede ronde (2015) ondersteund door TNO. Daarnaast werken we aan het openstellen van een nieuwe periode (2016) van de reintegratie proeftuin . Vanaf de zomer van dit jaar zal het weer mogelijk zijn om nieuwe voorstellen in te dienen. Ook hierbij ondersteunt TNO om de regeling en de criteria voor deze derde periode (2016) van de proeftuin aan te scherpen met als doel om de effectiviteit en het lerend vermogen te vergroten. In het verlengde van de evaluatie van de re-integratie proeftuin en de ondersteuning die we daarbij vanuit TNO krijgen werken we aan het verbeteren van het inzicht in de effectiviteit van re-integratie in brede zin . De klant in beeld en de kwaliteit van stuurinformatie zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. Belangrijker is nog dat we hierbij als organisatie een lerende houding aannemen en het methodisch handelen van professionals in de uitvoering versterken. Deze uitgangspunten worden de komende periode meegenomen in de ontwikkelingen rondom ATEA en de toegang sociaal domein.
5
Afgelopen 26 april is het voorlopige budget Buig 2016 nader vastgesteld . Voor Breda een positieve bijstelling van € 0,37 miljoen ten opzichte van het voorlopige budget.
Ons kenmerk BRD/2016.5984
Paginanummer 10 van 13
Ambitie extra banen Het realiseren van extra banen voor mensen met een beperking bij reguliere werkgevers is een belangrijke ambitie binnen de Participatiewet. Deze extra banen zijn bedoeld voor mensen die arbeidsvermogen hebben, maar als gevolg van een ziekte of handicap niet minimaal het minimumloon kunnen verdienen. In het sociaal akkoord is afgesproken om in totaal 125.000 extra banen te creëren tot 2026, werkgevers hebben toegezegd om 100.000 extra banen te creëren in marktsector en de overheidssector heeft 25.000 extra banen toegezegd, dit wordt de baanafspraak genoemd. De genoemde extra banen voor arbeidsbeperkten zijn regionaal en sectoraal vertaald voor de periode 2014 t/m 2016. Voor West-Brabant gaat het daarbij om 715 extra banen die in de periode 2014 t/m 2016 gerealiseerd moeten worden, waarvan 570 door de marktsector en 145 door de overheid.
Om deze extra banen te realiseren is het Werkgeversservicepunt West Brabant in 2015 van start gegaan. Binnen dit team zijn de werkgeversadviseurs van de verschillende Gemeenten en het UWV werkbedrijf gepositioneerd. Het uitgangspunt van het Werkgeversservicepunt is om een adequate dienstverlening te bieden aan de werkgevers in de regio met als thema's Social Return, Mvo (Maatschappelijk verantwoord ondernemen), Pso (prestatieladder vanuit schoonmaakbranche), etc. Voor het jaar 2016 ligt met name de focus op het verder professionaliseren van het Werkgeversservicepunt door onder andere het ontwikkelen van een ICT structuur en verdere werkafspraken/ werkprocessen. Daarnaast ligt de focus op het invullen van de baanafspraken . Het UWV toetst wie in aanmerking komt voor de baanafspraak en neemt deze personen op in het doelgroepregister. Sinds de invoering van de Participatiewet (1 januari 2015) zijn er 185 mensen uit Breda toegevoegd aan het doelgroepregister. Een groot deel hiervan (110) heeft geen uitkering. Sinds januari 2016 worden de jongeren < 27 jaar in het doelgroepenregister zonder uitkering actief benaderd en ondersteuning naar werk/participatie aangeboden. Het UWV meet regionaal hoeveel baanafspraken gerealiseerd zijn. In onderstaande tabel staat de stand van zaken binnen West-Brabant tijdens de tussenmeting op 1 januari 2015 en de laatste update over het 3e kwartaal 2015. Het grootste deel van de extra banen voor de doelgroep in West-Brabant is gerealiseerd door extra WSW detacheringen. Deze tellen slechts gedeeltelijk mee als baanafspraak. Uitgaand van het landelijk beeld zullen ongeveer 463 WSW detacheringen uiteindelijk meetellen. Bovendien is van de WSW detacheringen nog niet duidelijk hoe deze verdeeld zijn over de marktsector en overheidssector. De metingen van het UWV geven dus nog geen volledig beeld van de voortgang op de doelstellingen. Op het totaal lijkt het erop dat we in deze regio op koers zitten, maar de overheidssector lijkt nog achter te blijven. In de zomer van dit jaar zullen de resultaten van de eerste meting van de baanafspraak bekend gemaakt worden. Pas dan weten we zeker hoe de verdeling precies uitvalt.
Ons kenmerk BRD/2016.5984
Paginanummer 11van13
Doelstelling eind 2016 Marktsector Overheidssector WSW detachering6 Totaal
570 145 715
Tussenmeting 1 januari 2015 144 0 724 {463) 868 {726)
Update t/m 3e kwartaal 2015 259 4 onbekend
Beschut werken Het begrote aantal beschut werken werkplekken, totaal 17, is afgelopen jaar gerealiseerd. De meeste van deze werkplekken zijn gerealiseerd bij een externe werkgever op basis van detachering. Net als vorig jaar zal in 2016 worden gewerkt aan de realisatie van opnieuw 17 werkplekken. Bij het invullen van plekken voor beschut werken wordt voorrang gegeven aan kwetsbare jongeren. Ontwikkelingen 'Zo doen we het in Breda' Met het project 'Zo doen we het in Breda' wordt de jaarlijkse subsidie uitvraag vernieuwd. Het gaat om 'voorliggende, algemene voorzieningen' {de onderkant van de piramide). De gemeente wil anders 'sturen' in het sociaal domein. Nu dienen individuele organisaties ieder jaar een subsidie aanvraag in, die door ambtenaren wordt beoordeeld. Vanaf 2017 werken partijen samen aan het realiseren van de gewenste maatschappelijke resultaten {op het terrein van leren, werken, ontmoeten, opgroeien, betrokken zijn en leven). We starten 'thema tafels', waaraan partijen gezamenlijk tot een plan komen dat meerjarig wordt gefinancierd. Daarnaast maken partijen een ontwikkel agenda. Nieuwe initiatieven /partijen kunnen gedurende het jaar aanschuiven. Door deze aanpak ontstaan meer samenhang in het aa~bod van partijen, kan er geen sprake zijn van dubbelingen en voeren partijen onderling discussie over interventies die het beste bijdragen aan het gewenst maatschappelijk effect. Tot slot maken we het eenvoudiger om {financiële) ondersteuning te krijgen voor een buurt of dorpsinitiatief. De wijk beslist zelf over de inzet een {bescheiden) flexibel wijkbudget. Dit leidt ertoe dat de buurt zelf meer betrokken is bij de afweging van inzet en het leidt tot meer maatwerk in de ondersteuning van initiatief Aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt Afgelopen jaren is de samenwerking met de scholen voor speciaal onderwijs {VSO) en Praktijkonderwijs in Breda {PrO) geïntensiveerd. Met als doel leerlingen van deze scholen preventief te ondersteunen, waar nodig, richting de arbeidsmarkt. We hebben expertise en informatie met deze scholen uitgewisseld en hebben we onze gezamenlijke ambitie en doelstellingen geformuleerd. Ook hebben we samen bepaald wat nodig is aan ondersteuning voor deze jongeren en hoe onze samenwerking er uit zou moeten zien. Dit heeft in 2015 geleid tot de notitie "Baan Brekend Breda" tot stand gekomen door de scholen Pro, VSO in Breda en de gemeente Breda. 6
De extra WSW detacheringen tellen gedeeltelijk mee voor het realiseren van de baanafspraak. Pas bij de eerste 1 meting van de baanafspraak wordt duidelijk hoeveel WSW detacheringen meetellen in de regio WestBrabant en hoe de WSW detacheringen verdeeld zijn over markt en overheidssector.
Ons kenmerk BRD/2016.5964
Paginanummer 12 van 13
Op verzoek van de scholen heeft de gemeente Breda haar regierol gepakt en deze werkwijze verbreed naar een regionaal project "West Brabant leert of werkt! met daarin ook nadrukkelijk de verbinding met het VMBO en het MBO (Entreeopleiding en niveau 2) en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Op 27 januari 2016 is de notitie "West-Brabant leert of werkt! na een uitgebreide consultatie met gemeenten in West-Brabant, onderwijs (Regionale Samenwerkingsverbanden, ROC W-Brabant, scholen PrO/VSO), UWV, SW organisaties en werkgevers- en werknemersorganisaties vastgesteld door het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid West-Brabant. Samen gaan we de jongeren die kwetsbaar zijn, ondersteunen waar nodig, om onze gezamenlijke ambitie "iedere jongere in West-Brabant leert, werkt en/of krijgt de nodige zorg" te realiseren. Aanpassing tarieven Wmo In samenwerking met de dienstverleners en de klankbordgroep Wmo en met instemming van het College is besloten om met ingang van 23 mei 2016 een wijziging door te voeren in de tariefsopbouw begeleiding Wmo. Met dit besluit wordt beter rekening gehouden met de verschillende zorgvormen die de dienstverleners bieden (persoonlijke begeleiding of zinvolle dag invulling) en met deze wijziging wordt een eerlijkere verdeling van de beschikbare middelen tussen de dienstverleners onderling bewerkstelligd . De beschikking richting de cliënt hoeft hier niet op aangepast te worden. De maatwerkvoorziening begeleiding Wmo met de resultaatgebieden blijft in stand. De wijziging geldt niet voor indicaties die op grond van het overgangsrecht zijn afgegeven. Huishoudelijke hulp toelage (HHT) Voor 2015 en 2016 heeft het Rijk aan Breda een bedrag voor de huishoudelijke hulp toelage (HHT) toegekend. Deze toelage is toegekend op basis van een aanvraag van de gemeente en de huidige gecontracteerde aanbieders huishoudelijke verzorging (HV). De HHT betreft een landelijke regeling die bedoeld is om de werkgelegenheid voor huishoudelijke hulpen te behouden. Om invulling te geven aan de HHT is Breda in 2015 gestart met inzet op de zachte landing van uren naar resultaat. En een pilot in de vorm van een algemene voorziening. De pilot bestaat naast de maatwerkvoorziening. De pilot loopt nog steeds en is momenteel gericht op het bedienen van mantelzorgers en gebruikers van de maatwerkvoorziening die de algemene voorziening in willen zetten voor de grote schoonmaak. We zien dat de uitgaven van de HHT-middelen achterblijven en dat er nog een ruim budget over is om in te zetten (dit beeld wordt ook landelijk gezien). Eind 2015 heeft het Rijk de mogelijkheden van de inzet van de HHT-middelen verruimd. Deze nieuwe mogelijkheden bieden ruimte om breder naar de doorontwikkeling HHT te kijken. Daar zijn we momenteel mee bezig. Client ervaringsonderzoek Momenteel bereiden we het eerste integrale cliënt ervaringsonderzoek over de toegang tot zorg & ondersteuning voor. Als basis hiervoor dient een door het Rijk verplicht gesteld cliënt ervaringsonderzoek Wmo. We zien mogelijkheden dit onderzoek te verbreden naar het sociale domein, om zo inzicht te verkrijgen over de cliënt ervaringen over de toegang tot de zorg en ondersteuning.
Ons kenmerk BRD/2016.5984
Paginanummer 13 van 13
Regionale monitor Jeugd Binnen de regio West Brabant Oost zijn de 9 betrokken gemeenten gestart met de transformatiemonitor Jeugd. Hierbij worden verschillende onderzoekmethodieken gehanteerd zoals groepsinterviews bij Ueugd)professionals van de toegang organisaties en gespecialiseerde zorgaanbieders, analyse van gegevens uit bestaande registraties, analyse van de gegevens van het CBS en een digitale enquête onder ouders over veerkracht en inzet van het sociale netwerk. De eerste monitor is medio 2015 opgeleverd maar bevatte nog te weinig betrouwbare cijfers. De tweede monitor is recent opgeleverd. Hierover is een factsheet (Factsheet Transformatiemonitor Jeugd 2 Breda) opgesteld die naar de raad is verzonden met verwijzing naar het originele rapport op de website. In deze factsheet staat onder meer dat als het gaat om de samenwerking met de verschillende ketenpartners de OG medewerkers positieve ontwikkelingen zien: naarmate er meer wordt samengewerkt op casusniveau groeit het vertrouwen en wordt het contact intensiever. Voor wat betreft de bekendheid met opvoedingsondersteuning blijkt bovendien 60% van de ouders in Breda het CJG te kennen. Dit percentage ligt significant hoger dan in de jeugdzorgregio West-Brabant Oost. Van de ouders in Breda blijkt tevens dat 16% ook daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van professionele hulp of advies.