BELEIDSREGEL II-582 Bijlage 1 bij circulaire II/140/142/02/10c Loonkosten
1.
ALGEMEEN
a.
Deze beleidsregel is van toepassing op organen voor gezondheidszorg, zoals vermeld in artikel 1. onder A, nummer 12 (verpleeghuizen met uitzondering van voorzieningencentra voor lichamelijk gehandicapten) van het Besluit werkingssfeer WTG 1992 (Stb. 1991, 732), dat laatstelijk gewijzigd is bij Besluit van 18 oktober 2001 (Stb. 2001, 525).
b.
Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2003 en werkt terug tot die datum indien de bekendmaking van de nederlegging van de beleidsregel in de Staatscourant na deze datum plaatsvindt.
c.
De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: onbepaald.
d.
De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op loonkostenniveau ultimo 2002.
e.
De termijn waarvoor de goedgekeurde beleidsregel II-530 met betrekking tot onderstaande onderwerpen en de onder 1.a aangeduide categorieën van organen voor gezondheidszorg geldt, wordt gewijzigd van 'onbepaald' in 'tot en met 31 december 2002'.
f.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel loonkosten'.
Definities Toegelaten bed/toegelaten dagbehandelingsplaats: Eenheid van capaciteit als zodanig bepaald in de toelating ingevolge artikel 8 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Verpleegdag (eenheid voor het maken van productieafspraken): Elke dag welke de patiënt in een verpleeghuis is opgenomen. Tijdelijke afwezigheid van de patiënt tot een maximum van zeven etmalen per keer (te beginnen op de eerste dag na vertrek uit de instelling) wordt - behoudens bij afwezigheid wegens opname in een ziekenhuis - tevens als verpleegdag(en) aangemerkt. Dagbehandeling (eenheid voor het maken van productieafspraken): Elke (volledige) dag waarop de (niet opgenomen) patiënt voor behandeling in een verpleeghuis verblijft. 2.
DE LOONKOSTENBELEIDSREGELS
I Onder loonkosten dient te worden verstaan de bruto salarissen vermeerderd met alle sociale kosten. De loonkosten hebben betrekking op het totale personeel (directie, administratie, huishouding, onderhoudspersoneel, therapeutisch personeel, laboratoriumpersoneel, medisch sociaal wetenschappelijke staf, verplegend en verzorgend personeel, geestelijke verzorging, opleidingspersoneel en overig personeel), exclusief het wasserijpersoneel. De kosten wasserij zijn onderdeel van de genormeerde materiële kosten. De loonkosten hebben eveneens betrekking op de kosten van personeel niet in loondienst en diensten van derden. II
De bedragen per toegelaten bed/dagbehandelingsplaats gelden op jaarbasis.
III Bij het vaststellen van de beleidsregel is rekening gehouden met een afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid van 5%.
2
BELEIDSREGEL II-582
3.
HET TOTALE PERSONEEL
Voor de totale loonkosten gelden de volgende maxima: +
€ €
24.508,37 43,16
* per toegelaten bed * per verpleegdag.
Voor een als kloosterbejaardenoord toegelaten instelling: € 24.120,02 per toegelaten bed + € 42,49 per verpleegdag Voor de voorheen als voorzieningencentra voor blijvend gehandicapten toegelaten verpleeghuizen: € 28.849,28 per toegelaten bed + € 52,14 per verpleegdag. OPBOUW De loonkostenmaxima (waarbij de voorheen bestaande normatieve opslagen voor sociale kosten ongedifferentieerd zijn toegerekend) bestaan uit de navolgende samenstellende delen: Particuliere instellingen Per toegelaten bed
Kloosterbejaardenoorden Per verpleegdag
Per toegelaten bed
Voorzieningencentra
Per verpleegdag
Per toegelaten bed
Per verpleegdag
Ondersteunende Diensten *)
6.228,46
6,03
6.134,12
5,96
6.228,46
6,03
Onderhoudspersoneel
1.082,70
0,00
1.066,30
0,00
1.926,40
0,00
13.636,23
31,34
13.412,56
30,81
15.775,09
37,40
3.560,98
5,79
3.507,04
5,72
4.919,33
8,71
24.508,37
43,16
24.120,02
42,49
28.849,28
52,14
Verpleging Overige Diensten **) TOTAAL
*) Ondersteunende diensten omvatten: Economische directie en administratie, huishouding, receptie. **)
Overige diensten omvaten onder andere: (Overige) MW-functies, geestelijke verzorging enz.
directie,
MSW-functies
PM-,
TP-,
3
BELEIDSREGEL II-582
4.
DAGBEHANDELING
Voor de totale loonkosten gelden de onderstaande maxima: − Per toegelaten dagbehandelingsplaats: € 384,54 − Per volledige dagbehandeling : € 75,37 Toelichting
Particulier
Ondersteunende diensten
€
8,15
Verpleging
€ 38,89
Overige diensten
€ 28,33
TOTAAL beleidsregel exclusief onderhoudspersoneel
€ 75,37
Eventuele kosten van chauffeurs zijn niet in deze beleidsregel begrepen. Deze loonkosten dienen te worden bestreden uit de in de aanvaardbare kosten onder de materiële kosten begrepen component vervoerskosten dagbehandeling. 5.
POLIKLINISCHE FYSIOTHERAPIE
Voor de loonkosten poliklinische fysiotherapie gelden de onderstaande bedragen: Per E001-zitting : € 13,63 Per E002-verrichting : € 16,15 Per E004-verrichting : € 7,68 (per persoon per uur) 6.
REGIOTOESLAG IN VERBAND MET ARBEIDSMARKT-OMSTANDIGHEDEN
I a. De NZI-regio's zijn onderverdeeld in een drietal categorieën: Categorie 1 Amsterdam ’s-Gravenhage Rijnmond
Categorie 2 14 16 19
Groningen Drenthe Twente Utrecht Flevoland ’t Gooi Alkmaar Kennemerland Leiden Delft Gouda Zeeland Zuid-Limburg
Categorie 3 1 3 5 9 10 11 12 13 15 17 18 21 27
Friesland Zwolle Stedendriehoek Arnhem Nijmegen Dordrecht Breda Tilburg ’s-Hertogenbosch Eindhoven Noord-Limburg
2 4 6 7 8 20 22 23 24 25 26
b. Voor verpleeghuizen, uitgezonderd de zogenaamde 'kloosterbejaardenoorden', die in een bepaalde NZI-regio geëxploiteerd worden geldt de volgende toeslag aan loonkosten per toegelaten bed: Categorie 1: € 286,60 Categorie 2: € 239,06 Categorie 3: € 192,17
4
BELEIDSREGEL II-582
II a. Voor verpleeghuizen die geëxploiteerd worden in een onder II b. genoemde NZI-regio, uitgezonderd de zogenaamde "kloosterbejaardenoorden", geldt een separate toeslag van € 97,58 per toegelaten bed aan loonkosten. b. De NZI-regio's waarvoor deze separate toeslag geldt zijn: Zwolle Utrecht ’t Gooi Amsterdam ’s-Gravenhage Delft Gouda Rijnmond Tilburg Eindhoven 7
4 9 11 14 16 17 18 19 23 25
TOESLAG IN VERBAND MET AIDS-PATIËNTEN
1. Voor onderstaande verpleeghuizen, die zijn aangewezen ter verpleging van de in hun regio voorkomende Aids-patiënten met een verpleeghuisindicatie, geldt een toeslag van € 5.059,67 per instelling. Regio 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
Categorie/ Nummer
Naam verpleeghuis
Plaatsnaam
140/6510 140/6500 140/6970 140/6570 140/4980 140/4250 140/4280 140/5460 140/4110 140/6850 140/5431 140/5437 140/6870 140/5020 140/4190 140/4210 140/6270 140/4820 140/4890 140/4480 140/4653 140/5630 140/5661 140/4535 140/5420 140/4420 140/5761 140/5520 140/5125 140/5500 140/6480
Coendershof Bornia Herne Reggersoord/De Schiphorst De Weezenlanden Het Wiedenbroek Randerode De Braamberg Margriet De Blinkert Rosendael ’t Laar De Beukenhof Lindendael Boerhave Vreugdehof Flevohuis Sint Elisabeth Gasthuishof Nieuw Berkendael Bosch en Duin De Bieslandhof Bloemendaal Antonius Binnenweg Rustenburg De Sterrenlanden Der Boede Elisabeth De Hazelaar Maria-oord Keyserinnedael Camillus Schuttershof
Groningen Leeuwarden Meppel Zwolle Haaksbergen Apeldoorn Arnhem Nijmegen Baarn Utrecht Lelystad Nieuw Loosdrecht Hoorn Haarlem Amsterdam Amsterdam Leiden ‘s-Gravenhage ‘s-Gravenhage Delft Gouda Rotterdam Rotterdam Dordrecht Koudekerke Breda Tilburg Rosmalen Helmond Roermond Brunssum
5
BELEIDSREGEL II-582
2. Voor zover daadwerkelijk Aids-patiënten zijn opgenomen geldt voor overeengekomen productieafspraken, een toeslag van € 112,03 per verpleegdag.
de
daarvoor
3. In het onder punt 2. genoemde bedrag worden alle extra kostencomponenten, waaronder de verstrekking van medicamenten, begrepen geacht. 8.
TOESLAG IN VERBAND MET OPLEIDING VERPLEEGHUISARTS
1. De toeslag bedraagt per bij het Centraal Instituut voor Beroepsopleiding tot Verpleeghuisarts in opleiding zijnde cursist, op jaarbasis € 35.978,00. 2. In het onder 1. genoemde bedrag worden alle extra kostencomponenten zoals cursusgelden, reisgelden en loonkosten van de opleider en opgeleide begrepen geacht. 3.
De toeslag kan aan het verpleeghuis uitsluitend worden toegekend indien:
a. De instelling voor een langere periode als zogenaamd verpleeghuis voor opleiding wenst te fungeren, hetgeen inhoudt dat aldaar gedurende opeenvolgende opleidingsperioden artsen in opleiding tot verpleeghuisarts werkzaam zullen kunnen zijn. b. Met het oog daarop een toelating als verpleeghuis voor opleiding voor langere duur, te verstrekken door de Huisarts- en Verpleeghuisarts Registratie Commissie (HVRC) van de KNMG is verkregen c.q. is of zal worden aangevraagd. c. Door één (of meer) arts(en), aan de instelling verbonden ten einde de beroepsopleiding te kunnen volgen, daaraan ook daadwerkelijk wordt deelgenomen. d.
De instelling is geplaatst op het jaarlijkse overzicht van de opleidingsplaatsen van Arcares. De lijst kan in 2003 2004 2005 en later
de genoemde jaren maximaal het aangegeven aantal bevatten: 192 186 180
9. TOESLAG DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING VOOR VERPLEGING VAN JONGEREN MET NIETAANGEBOREN HERSENLETSEL (NAH)
Definitie: Een jongere met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) is een patiënt tussen 12 en 45 jaar, waarbij sprake is van hersenletsel in welke vorm dan ook, anders dan rond of vanwege de geboorte ontstaan, dat leidt tot een onomkeerbare breuk in de levenslijn en die op verpleeghuiszorg is aangewezen (dus een verpleeghuisindicatie heeft). De toeslag voor verpleging van jongeren met niet-aangeboren hersenletsel per instelling bedraagt: Categorie
Aantal patiënten
Bedrag
1
6 – 11
€ 41.283,00
2
12 – 17
€ 57.796,00
3
18 – 23
€ 68.805,00
4
>=24
€ 74.309,00
BELEIDSREGEL II-582
6
De toeslag kan uitsluitend worden toegekend indien: – Specifieke zorg geleverd wordt aan een groep van tenminste zes jongeren met NAH, die op een aparte afdeling gehuisvest zijn. – De zorg is ingebed in het beleid van het verpleeghuis. – De instelling tenminste een jaar expertise heeft opgebouwd met de functie verpleeghuiszorg voor jongeren met NAH. – De instelling actief participeert in een regionaal zorgcircuit voor deze categorie patiënten. – De afdeling voor jongeren met NAH niet begrepen is in een specifiek in de toelating reeds genoemde afdeling, waarop individueel beleid van toepassing is. – Uit een overeenkomst met het aangewezen zorgkantoor blijkt dat aan deze voorwaarden voldaan wordt. Dit impliceert dat eenzijdige vaststellingsverzoeken zonder inhoudelijk oordeel worden afgewezen. 10.
TOESLAG IN VERBAND MET CVA-PATIËNTEN
Definitie: De patiënt die voor de toeslag in aanmerking komt is recent getroffen door een CVA, is medisch en verpleegkundig stabiel, heeft een verpleeghuisindicatie en heeft intensieve zorg en behandeling nodig gericht op reactivering en revalidatie die volgens een lokaal overeengekomen ketenprotocol gegeven wordt. 1.
De toeslag bedraagt per gerealiseerde dag intensieve zorg aan CVA-patiënten € 96,61.
2.
In het onder punt 1. genoemde bedrag worden alle extra kostencomponenten begrepen geacht.
3.
De toeslag kan aan het verpleeghuis uitsluitend worden toegekend indien:
a. b. c.
De instelling specifieke zorg kan leveren aan een groep van tenminste vijf CVA-patiënten. De zorg is ingebed in het beleid van het verpleeghuis. Tussen zorgaanbieder en het aangewezen zorgkantoor overeenstemming bestaat over de productieafspraak voor CVA-patiënten. Uit de overeenkomst blijkt dat aan de voorwaarden voldaan wordt. Dit impliceert dat eenzijdige vaststellingsverzoeken zonder inhoudelijk oordeel worden afgewezen.
4.
De toeslag wordt toegekend voor een maximumperiode van acht weken per patiënt.
5.
De toeslag kan niet voor dezelfde patiënt tegelijkertijd met de toeslag voor verpleging van jongeren met niet-aangeboren hersenletsel (NAH-toeslag) in rekening worden gebracht.
6.
Na afloop van het jaar wordt voor 100% nagecalculeerd op werkelijke productie. Bij het indienen van de productieafspraken voor het jaar t bij het CTG (uiterlijk 1 maart van het jaar t) dient de werkelijke productie over het jaar t-1 opgegeven te worden. Op basis van deze gegevens zal voorlopige nacalculatie plaatsvinden op het budget t-1. Bij de afhandeling van de nacalculatie over het jaar t-1 wordt deze voorlopige afhandeling, onder voorbehoud van eventueel uit de definitieve afhandeling voortvloeiende correcties, definitief.
ih/3 december 2002 w:\seck2\word\beleidsregel\nummer\582.doc