Cursus
Tiffany Stefan Roelofs
Wie was Tiffany? Louis Comfort Tiffany werd in 1848 in de Verenigde Staten geboren als zoon van de toenmalige kantoorboekhandelaar en latere beroemde diamantair Tiffany. Louis voelde er niets voor zijn vader bij te staan in diens diamanthandel maar wilde zich als kunstenaar een bestaan verschaffen. Hij begon als leerling van de schilder George Innes, een Amerikaanse volgeling van de Franse School van Barbizon. Al spoedig vertrok Louis naar Parijs waar hij enigetijd schilderde. Daarna trok hij geheel Europa en Noord-Afrika door op zoek naar inspiratie. In 1870 keerde hij terug naar Amerika waar hij werd benoemd tot lid van de Water Colour Society en in 1880 van de National Academy. In Parijs had Tiffany de Art Nouveau-beweging leren kennen en begon hij zich tevens te interesseren voor Japanse kunst. Eenmaal terug in Amerika ging Tiffany zich steeds meer bezighouden met de decoratieve kunst in al zijn uitingen, in het bijzonder voor de woninginrichting. Iets wat in die tijd geheel nieuw was. Tegen het einde van de eeuw begon Tiffany glas te gebruiken als decoratiemateriaal en verwierf hiermee in de volgende decennia grote roem. Hij ontwikkelde het zg. favrile-glas, wat nu opalescentglas heet, en gebruikte dit op alle mogelijke manieren: in vazen, tegels, presse-papiers etc. Ook ontwikkelde hij een nieuwe methode om stukjes glas aan elkaar te bevestigen. Zijkanten van gesneden stukken glas beplakte hij met dun koperband, bestreek dit band met een vloeimiddel en soldeerde daarna de glasstukken aan elkaar. Zijn faam groeide zeer snel en rond 1880 had hij de grootste glasstudio van Amerika. Enige beroemde kunstwerken van Louis Comfort Tiffany waren o.a. de opaalglazen wand in het Witte Huis, de luxueuze kapel van het Amerikaanse paviljoen op de wereldtentoonstelling in Chicago (van 1 miljoen stukjes glas vervaardigd) en het 20 ton wegende glasgordijn van het National Theatre in Mexico-City. Zijn lampen die eveneens van opalescentglas zijn gemaakt, zijn ook heel bekend. Let u maar eens op wanneer u Amerikaanse films ziet; in bijna elke film ziet u wel ergens in een interieur een Tiffany-lamp staan, ook al zijn deze waarschijnlijk nooit echt want de echte Tiffany-lampen brengen op de veilingen van bij voorbeeld Sotheby-Parke Bernet en Christie's enorme bedragen op. Louis Comfort Tiffany heeft, mede door de belangrijke glasfabrieken en -studio's die hij op grond van het succes van zijn uitvindingen en toepassingen heeft kunnen stichten, een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de glasindustrie in Amerika. Hij overleed in 1933.
Het maken van een Tiffany Werkstuk :
In de cursus ‘’Tiffany’’ behandelen we de volgende hoofdstukken :
INHOUD 1. De keuze van het werkstuk. 2. Het patroon + de vorm. 3. De glaskeuze + het uittekenen op het glas. 4. Het snijden van het glas. 5. Het slijpen van het glas. 6. Het omwikkelen van het glas met koperfolie. 7. Het solderen. 8. Het patineren. 9. Het presenteren van het werkstuk.
1. Keuze van het Werkstuk Je kiest het voorwerp dat je wil maken in de Tiffany Techniek. Dat kan zijn : Een glasraam, een spiegel, een lampenkap,....
2. Het patroon + de vorm Na een keuze te hebben gemaakt, moeten we eerst een patroon hebben, en eventueel een bepaalde vorm (mal), wanneer we een lamp willen maken. Meestal kiest men een bestaand ontwerp. Maar je kunt natuurlijk ook zelf een eigen ontwerp maken. Mal en patronen Nu ga je het gekozen ontwerp voorbereiden. Je vertrekt steeds van het origineel ontwerp of patroon. Hiervan maak je best wat fotokopies. Eén ontwerp maak je op wat dikker papier. Dit wordt het snijpatroon. Eventueel kan je gewoon fotocopiepapier verstevigen door het aan beide kanten met zelfklevend doorschijnend plastic te beplakken. Dit papier zal nu gebruikt worden om nadien de patronen uit snijden, zodat die stevig genoeg zijn om met een stift langs de randen de vorm over te kunnen trekken op het glas. De rest van de fotokopies dienen als referentiepatronen en kun je ook eventueel met plastic beplakken. Dit beschermt de tekening beter en je kan er gerust de nog natte geslepen glasstukjes opleggen zonder dat het papier opkrult. Nu ga je de kleurkeuze bepalen. Hiervoor kan je met kleurpotloden reeds de aangegeven stukjes op het patroon inkleuren. Dit zal je reeds een indruk geven van hoe je werkstuk ongeveer wordt. Als je een aantal fotocopies hebt gemaakt, kan je nu rustig een paar verschillende kleurcomposities uitproberen en het beste resultaat uitkiezen om verder te werken. Daarna moet je de afzonderlijke stukjes, die later in glas worden gesneden, een nummer geven, indien dit nog niet op het ontwerp stond. Dit is noodzakelijk wanneer de stukjes straks uitgeknipt zijn, zodat je weet waar je de delen moet leggen. Je kan nu ook op de stukjes een richtingpijltje aanbrengen. Dit zal nadien gemakkelijk zijn wanneer je de stukjes op het glas willen overtekenen. Want dan weet je meteen hoe we het sjabloontje moeten leggen, omdat de meeste glassoorten een looprichting hebben, en wanneer je daar geen rekening mee houdt, Sjablonen gaat je werkstuk er nadien nogal kris-kras en onnatuurlijk uitzien. Voor je nu verder kunt werken, moet je hebben : 1 stevig (gekleurd en genummerd) Snijpatroon en minstens 1 (gekleurd en genummerd) Referentiepatroon. Nu kan je het Snijpatroon verknippen. Het referentiepatronen bewaar je voor later. De zwarte lijnen op de snijpatronen zijn meestal + 1 mm dik. Deze breedte heb je nodig omdat je een ruimte dient te hebben van ongeveer 1 mm tussen de stukjes voor de koperfolie en voor de soldeertin te laten tussenvloeien. Dit betekent dat je de zwarte lijnen van de tekening op het snijpatroon moet wegsnijden. Zo krijg je automatisch voldoende ruimte tussen de afzonderlijke deeltjes. N.B. Bij sommige bestaande ontwerpen geeft men aan hoe de patronen moeten worden versneden, binnen of buiten de zwarte lijnen. Het uitsnijden van het snijpatroon, kan je met een goede scherpe schaar.
Beter, maar het vergt misschien wel wat oefening, is het patroon uit te snijden met een scherp breekmesje op een snijmat. Je hebt nu de afzonderlijke stukjes uitgeknipt of uitgesneden. Dit zijn nu de sjabloontjes die je straks op het glas kan leggen om over te tekenen. Soms is het raadzaam de gesneden stukjes eerst even te controleren zodat ze allemaal precies bij elkaar passen en er tussen de afzonderlijke sjablonen ca.1 mm brede tussenruimte overblijft. Zou dit niet het geval zijn, dan dien je nog kleine correcties te maken aan de sjablonen. Het is misschien handig de sjablonen nu te sorteren op kleur en in afzonderlijke zakjes te bewaren.
3. De glaskeuze + het uittekenen op het glas Bij het maken van een werkstuk, gelijk welk, zijn de geschiktheid, de juiste kleuren en kleurnuances van de verschillende soorten glas het allerbelangrijkste, veel belangrijker dan mooie zuivere naden tussen de afzonderlijke stukken. Dit bepaalt tenslotte het uiterlijk van je werkstuk. Dit betekent dat je nu voor een moeilijke keuze staat. Je zal moeten beslissen in welk glas (kleur, tint, structuur, transparantie,...) je het gekozen werkstuk gaat maken. Neem de tijd bij het uitkiezen. Zeker als je weet dat het vele werk nadien kan tegenvallen bij een te vlugge en onjuiste keuze. Er bestaat een enorm gamma aan soorten glas in alle kleuren, structuren en transparantie. Het originele Tiffanyglas is een opalascentglas en is een uitvinding van de meester zelf. Het glas is opaal d.w.z. : het laat licht door, maar is niet echt doorzichtig zoals het vroegere transparante kathedraalglas en bestaat in een grote hoeveelheid kleuren, tinten, structuren, enz... De meest bruikbare glassoorten voor Tiffany zijn ongeveer 3 mm dik. Amerika blijft leverancier nr. 1 voor Tiffanyglas. Een aantal merken maken speciaal Tiffanyglas en voeren dit uit over de hele wereld. Enkele van deze fabrieken leverden vroeger, rond de eeuwwisseling reeds glas aan de Tiffany-studio’s, die zelf ook hun eigen glasfabriek hadden. De glasfabriek van Tiffany zelf, ging failliet rond de jaren 30. Andere fabrikanten bleven dit glas gelukkig nog verder maken. Momenteel zijn o.a. de volgende merken in de handel :
Spectrum, Armstrong, Wissmach, Kokomo, die machinaal worden vervaardigd en Youghiogheny, Bullseye, Uroboros, Oceana en Lintz, die nog glas vervaardigen op de oude ambachtelijke manier. Bij hun samenstelling en verwerking komt er nog veel handenarbeid aan te pas. De prijs van het glas wordt bepaald door de samenstelling en de aard waarop het tot stand komt. Bij de duurdere merken zijn de grondstoffen meestal metaaloxides van een hoge kwaliteit en deze bepalen dan ook het prachtige resultaat, maar jammer genoeg ook de prijs.
4. Het snijden van het glas Voor het snijden van glas hebben we natuurlijk een geschikte glassnijder nodig. Een glassnijder bestaat altijd uit een handvat, met daarop een kop, die een heel klein wieltje bevat uit hard metaal (widea) of diamant. Dit wieltje zal over het glas rollen en hierin een kleine kerf maken. Er bestaat een enorm gamma van verschillende soorten glassnijders. Van eevoudig (goedkoop) tot degelijk (duurder). Met elke glassnijder kan met natuurlijk glas snijden, maar voor ons doel, hebben we beter een degelijke snijder nodig zoals : de Japanse Toyo of Nikken glassnijders. Deze glassnijders mogen gerust "De Beste" genoemd worden. Daarnaast zijn er nog enkele andere gemakkelijke gereedschappen ontwikkeld zodat glassnijden geen problemen meer mag geven. Maar daarover later meer. Als je nog nooit glas gesneden hebt, kun je de volgende oefeningen doen: - Hou de glassnijder zo dat hij makkelijk in de hand ligt. Voer de eerste oefening uit op een gewoon stuk papier. Het snijToyo glazensnijders met acryl of metalen handvat wiel moet loodrecht op het blad staan. Om de levensduur van de glassnijder te verlengen, dient men hem in een potje te bewaren, waarvan de bodem met in olie gedrenkte watten bedekt is. Daardoor blijft het snijwieltje steeds goed geolied, hetgeen het snijden van glas aanmerkelijk gemakkelijker maakt. DE EERSTE OEFENINGEN OP GLAS Gebruik voor deze oefening gewoon vensterglas met een dikte van 3mm. Leg een stuk glas van ca. 40 x 25 cm op een plat vlak. Bij het snijden van glas kunt je als ondergrond een stapel kranten gebruiken. Beter is een ondergrond van kurk. Maar je mag niet vergeten de ondergrond regelmatig schoon te vegen, zodat je je niet verwondt aan de glassplinters. In de handel is er een kunststofmatje verkrijgbaar, waarop je glas kunt snijden. Verkrijgbaar in 2 verschillende maten: 36 X 57 of 57 X 81cm. Door de rastervormige indeling wordt, bij het aankrassen de druk gelijkmatig verdeeld. Bij het breken van het glas, vallen de splintertjes in de uitdiepingen van het matje, zodat het oppervlak steeds splintervrij blijft. Morton rasterplaten Het schoonvegen met accesoires vervalt en daarmee klein : 36 X 57cm. groot : 57 X 81 cm. verdwijnt ook een groot deel van de kans op verwondingen. Het matje is gemaakt in een lichtdoorlatende plastic en kan daarom ook op een lichtbak gelegd worden. Een heel handig en vrij goedkoop accesoir.
N.B.: Je kan met dit systeem eventueel later nog een set accesoires bijkopen. Met deze onderdelen kan je onbeperkt, bijna alle mogelijke geometrische stukken heel nauwkeurig en in een mum van tijd uit glas snijden.
Plaats de glassnijder ongeveer 1 mm van de onderste glasrand en schuif met een gelijkmatige druk (ca. 1.5 kg) de glassnijder in een rechte lijn naar de tegenoverliggende glasrand. Een fout die beginners soms maken is dat ze veel te hard drukken op de snijder ofwel niet hard genoeg. Goed
Fout
Het is niet de druk op de glazensnijder die het glas doet breken, wel een gelijkmatige zuivere snijlijn. Stop op ongeveer 1 mm van de glasrand. De snijlijn op vensterglas ziet er zilverachtig uit. Belangrijk is, dat je de snede in één beweging moet kunnen maken en indien dit niet van de eerste maal lukt, je NOOIT EEN TWEEDE MAAL OP EENZELFDE AL INGESNEDEN LIJN mag snijden. Dit kan het snijwiel beschadigen en zal de snede niet verbeteren.
Snijden in 1 beweging van onder naar boven
GLASBREKEN MET DE JOKER Een ander nieuw en handig hulpmiddeltje is de Joker. De joker bestaat uit een plastic plaatje met een rubberlaagje en is elastisch. Het dient als steun om gemakkelijker glas te breken met de handen en om eventueel nauwkeuriger te breken met de breektang of te knabbelen met een knabbeltang. Leg de joker onder de snijlijn op het glas en neem het glas en de joker zo vast dat de duimen aan beide kanten van de snijlijn boven op het glas liggen, de andere vingers hou je aan de onderzijde van de joker. Buig de joker zo dat je duimen naar boven komen. Het glas zal gelijkmatig en plots breken. Probeer opnieuw totdat je de uitgeoefende kracht zo kunt doseren dat je het breken van het glas langzaam kunt volgen van de één naar de andere kant van het stuk glas. Dit laatste noemt een vakman het "openen" van de snit. Soms kan het nodig zijn om met een hard voorwerp tegen de onderkant van de snede op het glas te kloppen. Bij sommige glassnijders is hiervoor een metalen kogel voorzien aan het handvat. Klop altijd eerst aan het begin van de snede en nadien geleidelijk verder naar boven. De “scheur” zal zich nu beter aftekenen. Het afbreken van smallere repen glas gebeurt op dezelfde manier, behalve dat je een tweede joker aan de bovenzijde onder de duimen op de snijlijn legt en wel zo dat de snijlijn tussen de 2 jokers ligt en je ze niet meer kunt zien. Nog beter is, wanneer je geen kracht genoeg hebt, een tang te gebruiken. De af te breken strook wordt dan samen met de twee jokers tussen de tang geplaatst.
MEER OEFENINGEN In de volgende oefeningen doorlopen we systematisch de basistechnieken van hoe je glas kan snijden en breken. Ze zullen je meer vertrouwd maken met het glas, de glazensnijder en de Joker. Een goede raad : Overwin je glasangst en panikeer niet als het je niet van de eerste keer lukt. Glas is immers geen papier of textiel. Dat ervaart zelfs een ervaren hobbyist nog elke dag. 1. Snij een viertal stroken van ca. 5 cm uit een stuk vensterglas van 3 mm dik. Snijd van onder naar boven.
2. Verdeel enkele stroken uit de eerste oefening in trapeziumvormige stukjes. Hou de joker bij het breken zo, dat de langste zijde van de joker loodrecht op de snijlijn staan.
Goed
Fout
3. We gaan nu een boog snijden. Teken eerst de uit te snijden lijn op het glas met een stift. Let er op dat je minstens 3 cm van de glasrand blijft. Begin te snijden op ca. 1 mm van de glasrand en schuif de snijder gelijkmatig naar linksboven. Ook in een bocht moet het snijwiel loodrecht op het glasoppervlak blijven.
Plaats de joker onderaan de langste zijde en open de snit tot aan het begin van de bocht. Plaats dan de joker in het midden van de bocht en druk lichtjes totdat de snit opent. Herhaal deze oefening totdat je enkele bogen uit het glas hebt gehaald.
4. Neem opnieuw een strook van oefening 2 en snij een trapezium, maar dan zo dat één zijde slechts op ca. 1mm van de zijrand van het glas eindigt. Als je deze snit nu probeert de openen met de joker zie je dat het glas aan het smalle uiteinde naar links afbreekt, weg van de snit. Het glas neigt altijd naar de smallere, zwakkere zijde uit te breken. Dat zul je nog wel vaker vaststellen.
5. Nu snijden we een diepe boog uit het glas. Het is gevaarlijk om dit stuk er in één snede uit te halen. We gaan nu een aantal hulplijnen tekenen zoals op de figuur hieronder, zodat het glas niet langs de smalste zijde kan uitbreken, anders zou het stuk glas onbruikbaar worden.
We halen nu de stukjes glas één voor één uit de boog totdat het gewenste resultaat bereikt wordt.
Gebruik een knabbeltang en een joker voor het uitbreken van de smalle stroken.
6. De eigenschap van glas om naar de zwakste zijde uit te breken gebruiken we wanneer we een smal, spits, sikkelvormig stuk moeten snijden. Op volgende figuur zie je hoe gewerkt wordt. Eerst snijden we het glas volgens lijn C. Dan pas halen we de binnenbocht eruit, want zouden we de rechterlijn er rechtstreeks uithalen en niet volgens lijn C dan heeft het glas niet meer genoeg weerstand om de binnenbocht eruit te halen, en zal afbreken in de richting van de punt (het stuk is dan verloren en je moet opnieuw beginnen met een nieuw stuk glas).
Eens de binnenbocht eruit gehaald is kun je de rechterzijde snijden, al dan niet met een hulpsnede (zie figuur).
Nu je deze oefeningen onder de knie hebt ben je al een heel stuk gevorderd. Nu zullen we het snijden en breken van smalle stroken (minder dan 1cm breed) en het snijden van onregelmatig glas bespreken. Handen en joker zijn niet meer voldoende in dit stadium, om ons verder te helpen bestaan er gereedschappen : DE GRUISTANG of KNABBELTANG De gruistang verbrijzelt het glas aan de randen en bij gebruik van deze tang worden de stukjes glas geleidelijk verbrijzeld totdat het gewenste (afgetekende) stuk wordt bereikt. Men "knabbelt" alleen dan als er niet meer gesneden kan worden.
Zorg dat wanneer je het glas knabbelt met de gruistang, je steeds de platte kant van de tang aan de bovenkant moet houden. Het werken met deze knabbeltang wordt fel vereenvoudigd in combinatie met de Joker, er ontstaan dan minder onregelmatige breekranden. Gebruik dus steeds de Joker bij het knabbelen. DE BREEKTANG De breektang van Silberschnit is bijna onmisbaar en helpt ons bij het breken van smalle en onregelmatige stukken glas. We plaatsen de breektang met zijn breekbalk precies aan het begin en op het midden van de snijlijn zodat het openen van de snit regelmatig vanuit het midden gebeurt en dit van onder naar boven. Op de balk van de breektang staat een markeringstreepje, dat precies op het begin van de snijlijn moet worden gelegd aan de bovenkant. De balk die het stuk nu moet breken, dient vervolgens loodrecht op de snede te staan. De horizontale balk en de snijlijn moeten dus een hoek van 90° vormen. Indien je een lange strook moet breken, kun je na het openen aan de onderkant, vervolgens de snit verder openen, een beetje meer naar het midden toe. Je moet de breektang ook eens aan het andere uiteinden plaatsen om zo de snit aan de andere kant naar het midden te openen.
Opmerking: - Alle oefeningen (1 - 6) kunnen ook met de breektang gebeuren in plaats van met de handen, probeer dit eens uit. Dit gaat in ieder geval veel gemakkelijker ! - Bij onregelmatig glas is het aan te raden bijna steeds de breektang te gebruiken i.p.v. de handen omdat de druk uitgeoefend door de breektang veel gelijkmatiger is en meer regelbaar. Het verlies aan glas door kapotte stukken is dan veel kleiner, want onregelmatig glas is meestal handgemaakt en dus vrij duur.
Wat nog interessant is om weten: - Als je smalle stroken (ca. 5 mm) wil snijden, is het eenvoudiger een strook van 1 cm te snijden, en deze nadien te halveren. - Gekleurd en gestructureerd glas wordt altijd langs de gladste zijde gesneden ongeacht welke de voor- of achterkant is. Snij je langs de achterkant, vergeet dan niet de sjablonen omgekeerd te leggen alvorens ze op het glas te tekenen. - Als beginnende hobby-ist maak je best glaswerkjes of lampen met kleinere stukken, daar grote stukken (zeker in het begin) moeilijker te snijden zijn dan je denkt; immers het verlies aan glas bij grote stukken die mislukken is groot. - Teken en snij eerst de grootste stukken. Als die mochten breken, dan kan men uit deze scherven nog kleinere stukjes snijden, hetgeen aanzienlijk wat glas bespaart. - Bij het snijden van een stukje glas, begin je best met de moeilijkste zijde ( een binnenbocht bv.) Daar deze het meeste kans heeft om te mislukken. - Snij de stukjes glas eerder iets te klein dan iets te groot. Een stukje dat te groot gesneden is, kan nadien moeilijker gecorrigeerd worden. Je moet dan te veel glas wegslijpen. Een iets te klein stuk daarentegen kan door het aanbrengen van de loodnaad gecamoufleerd worden. Snij daarom de sjablonen uit langs de binnenzijde van de omtreklijnen.
5. Het slijpen het glas Als je nu alle sjablonen uit het glas gesneden hebt, die nodig zijn voor je werkstuk, dan kan je nu beginnen met deze stukjes te slijpen. Het is noodzakelijk dat we de stukjes glas slijpen, om tot een bevredigend resultaat te kunnen komen. Voor het slijpen gebruiken we een slijpmachine. Dit toestel maakt het werk erg eenvoudig. Een roterende slijpkop, waarop een laagje diamantstof is aangebracht, slijpt in een oogwenk de scherpe glasranden af. Besparing van tijd en van materiaal zijn slechts twee van de vele voordelen van dit apparaat. Wie bv. bij het uitsnijden van een moeilijk gevormd stuk glas constant last van breuk heeft, snijdt dit stuk het beste eerst grof uit en slijpt dan de definitieve contouren bij met de machine. Glasstar slijpmachine Dit gaat sneller dan wanneer je een binnenkromming met veel moeite stukje voor stukje uitsnijdt, waarbij uiteindelijk het stuk toch nog breekt. Bij het slijpen worden de randen egaal glad. Hierdoor kan ook de koperfolie optimaal op het glas aansluiten. De koperfolie krijgt op niet geslepen randen nauwelijks greep.
Er bestaan verschillende merken van slijpmachines. Een zeer degelijk en over de hele wereld gebruikt Amerikaans toestel is de Glasstar. Een ander degelijk toestel, met een zwaardere motor is van de Duitse fabricant Cristal.
Bij het slijpen werkt het gemakkelijker als je eerst alle gelijke stukjes sorteert in hoopjes, per nummer samen met het papieren sjabloontje ernaast. Leg ze eventueel op een aantal hardboardplaten van ongeveer 30X40 cm. Je neemt nu één van de hardboardplaten met de verschillende stukjes gesneden glas en gaat die nu vervolgens slijpen. Voor je de slijpmachine gebruikt, eerst even wijzen op het volgende : Je slijpt ALTIJD met water. Je vult hiervoor het voorziene reservoir met gewoon water. Een klein sponsje dat tegen de slijpkop staat zuigt dan het water op. Dit dient als koeling voor de slijpkop, maar tevens en vooral om het slijpsel (= glaspoeder) op te vangen dat nadien zal bezinken in het waterreservoir. De gaatjes in het slijpoppervlak zorgen ervoor dat het water en het slijpsel terrecht komen in dit ondergelegen reservoir, dat regelmatig moet worden schoongemaakt. Je kan de slijpkop verstellen in hoogte. Best begin je in de onderste (of bovenste) stand. Wanneer de slijpkracht afneemt, dan stel je hem in een lagere of hogere stand. Zo kun je een normale slijpkop ongeveer 5 maal verstellen. Je slijpt met deze slijpmachine ALLEEN GLAS. Dus nooit metaal, hout, ... dit maakt de slijpkop nadien onbruikbaar ! Je mag gerust de draaiende slijpkop met de vingers aanraken, dit kan geen kwaad, niet voor je slijpkop en ook niet voor je vingers. Wel moet je oppassen voor de glassplinters die vrijkomen tijdens het slijpen. Daarom moet je steeds je ogen goed beschermen ! Je maakt best een bruggetje met vensterglas over je slijpmachine zodat de splinters tegen het glas vliegen. Dit kan je eventueel zelf maken. Je zet 3 plankjes rond de slijpmachine. Eén links, één rechts en één van achter. Maak ze aan elkaar en leg hierop een stuk vensterglas. Er kan ook een speciaal staandertje worden aangeschaft. Dit werd speciaal voor dit doel ontworpen, en veroorzaakt weinig of geen hinder.
Speciale oogbeschermer
Je neemt nu een eerste stukje gesneden glas, samen met het sjabloontje dat diende als voorbeeld voor het snijden en zet nu de slijpmachine aan. De slijpkop draait nu met een toerental van ongeveer 3.500 keer per minuut rond zijn as langs de natte spons. Je duwt nu het bewuste stukje glas met de vingers horizontaal over het slijpoppervlak tegen de slijpkop aan. Je ziet nu dat de slijpkop beetje bij beetje het glas weghaalt en omvormt tot een heel fijn glaspoeder dat tegen de natte spons blijft kleven. Beweeg het glasstukje naar links of naar rechts, tot je de hele omtrek hebt afgeslepen. Het sjabloontje leg je naast de slijpmachine, zodat je regelmatig kunt terugkijken naar de vorm waarin het glasstukje moet worden geslepen. Slijpkop Leg er eventueel dit sjabloontje eens op, dan zie je waar hier of daar nog iets afmoet. Een gulden regel : beter iets te klein dan te groot. Natuurlijk mag je dit niet overdrijven. Vervolgens slijp je alle stukjes op deze manier. Soms zal de ronding van de standaardslijpkop (= 19 mm) te groot zijn om een kleine binnenbocht te slijpen. Dan moet je overgaan tot het gebruik van de slijpdoorn (= 6 mm). Deze kop zet je boven op de standaardkop en wordt bij sommige slijpmachines bijgeleverd. Ook hier moet je steeds zorgen dat een nat sponsje de slijpdoorn bevochtigt zodat je nooit droog slijpt. Nieuwe slijpkoppen, evenals een nieuw slijpoppervlak zijn nadien steeds apart te verkrijgen.
Sommige mensen vinden het moeilijk hele kleine stukjes glas te slijpen. Ze kunnen deze kleine stukjes niet zo goed vasthouden of tegen de slijpkop drukken. Hiervoor bestaan eenvoudige slijpstokjes die je dan tegen het stukje glas drukt. Dit spaart aanzienlijk de vingers.
Verder heeft men nog de Griffi. Dit is een speciale tang voor kleine stukjes glas te slijpen. Je klemt er de kleine stukjes glas in vast, die je dan zonder veel moeite geslepen krijgt. Deze tang is echter geen noodzakelijk accesoire ! Griffi slijptang
Wanneer nu alle stukjes geslepen zijn, maken we ze schoon met een vochtige doek, om het achtergebleven slijpsel te verwijderen. Wanneer we dit gedaan hebben, kijken we eveneens of de nummers er nog opstaan en niet zijn afgewist met het water tijdens het slijpen. Desnoods schrijven we ze bij. Dan verdelen we de stukjes en de sjablonen apart. De sjablonen hebben we nu niet niet meer nodig. Berg ze eventueel op in een plastic zakje, zodat je ze later nog kunt gebruiken. De geslepen stukjes glas leggen we nu op het referentiepatroon en we controleren of alle deeltjes goed in elkaar passen.
6. Het omwikkelen van glas met koperfolie De randen van de gesneden stukjes glas moeten nu worden beplakt met zelfklevende koperfolie. Deze koperfolie is verkrijgbaar in verschillende breedtes op rollen van ongeveer 30 m. Op de verpakking van de rollen koperfolie wordt de breedte in Amerikaanse maten weergegeven. Namelijk de inch. 1 inch (1”) = 2,54 cm. De volgende breedtes koperfolie zijn verkrijgbaar : 1/8 " 5/32 " 11/64 " 3/16 " 13/64 " 7/32 " 5/16 " 3/8 " 1/2 "
= = = = = = = = =
3,2 mm. 4,0 mm. 4,4 mm. 4,8 mm. 5,15 mm. 5,5 mm. 8,0 mm. 9,8 mm. 12,0 mm.
De koperfolie is voorzien van een beschermlaag, die we moeten afpellen. Aan de onderkant is de folie voorzien van een kleeflaag. Er bestaat ook koperfolie waarvan de klevende onderkant zwart is (of zilver). Deze folie moet gebruikt worden om transparant glas (of spiegel) te omwikkelen. Anders zien we door het transparante glas de koperkleur van de folie. En dit kan storend zijn wanneer alle naden nadien zwart zijn gepatineerd.
Alvorens je nu kan beginnen met de geslepen stukjes van je werkstuk te omwikkelen met folie, is het zeer aan te bevelen deze een beetje op te warmen. Dit zal de kleefkracht aanzienlijk verbeteren. Je kan de stukjes glas bijvoorbeeld onder een warme lamp leggen, maar nog beter is ze op een voorverwarmde elektrische schotelverwarmer uiteen te leggen. Je verwijdert nu eerst het beschermpapier van de folie. Dit kan je best doen door aan het begin van de folie het beschermpapier met de nagel van de duim los te treken en het gelijktijdig met het plakken te verwijderen. Het is nu de kunst om de folie aan beide zijden van het glas even ver te laten oversteken. Met duim en wijsvinger druk je nu de folie stevig tegen de geslepen snijrand van het glas aan zodat deze zich goed vasthecht. Wanneer je de folie geheel rond het stuk glas hebt bevestigd, moeten de uiteinden elkaar ongeveer 3 à 5 mm overlappen. Met een schaartje wordt de folie afgeknipt. Vervolgens moet met duim en wijsvinger de koperfolie worden aangedrukt aan beide zijden van het glas (omvouwen). Met een glad plastic (folie)vouwbeen, wordt de koperband dan stevig aan beide kanten gladgestreken. Vervolgens kan je eventueel de zijkanten ook even aanwrijven. Een rol koperfolie bevat zo’n 30 meter band. Als men direkt van de rol afwerkt, kan het een wirwar worden van koperfolie en beschermpapier. Daarom is het beter iedere keer een stuk van ongeveer een halve meter af te knippen en daarmee verder te werken. Ideaal is de rollen te bewaren in een speciale foliebox. Hier kunnen een aantal rollen van verschillende breedtes goed in bewaard worden. De koperbanden komen dan geleidelijk aan uit de gleuven onder aan de box. Dit werkt veel aangenamer en bespaart veel werk en koperfolie.
Een ander heel handig hulpmiddel is de foliehandafroller. Dit kleine plastic apparaatje werkt zeer praktisch en is niet duur. Het is veel handiger en werkt veel beter dan om het even welk duur folietoestel. Het bestaat voor vrijwel elke breedte koperfolie. De gebruiksaanwijzing staat op de verpakking. Je kan het in de losse hand bebruiken, maar het werkt veel vlugger wanneer je het ondersteboven monteert op een plankje, want dan heb je de handen vrij, en kun je de stukjes beter centreren op de foliebreedte. Met de wijsvinger duw je het begin van de folie eerst aan. Dan draai je precies vertikaal het glasstukje rond, over het gummirolletje van het apparaat tot + 2 à 4 mm over het begin. Je knipt vervolgens de folie af met een klein scherp schaartje. Nu nog de randen overlappen met duim en wijsvinger, aanwrijven met het vouwbeen en het stukje is gefolied. Op deze manier foliën we alle stukjes.
7. Solderen Als je nu zover bent, dat je alle glasstukjes naar behoren hebt omwikkeld met koperfolie kun je ze aan elkaar solderen. Dit is nu mogelijk geworden, want de soldeertin zal alleen hechten aan een ondergrond van metaal (= koperfolie). Voor het solderen van je werkstuk heb je een soldeerbout nodig van MINSTENS 75 W met aangepaste soldeerpunt. Ideaal is een soldeerbout van 200 W met aangepaste punt nr.8. Deze bout heeft een ingebouwde termostaat en werkt aanzienlijk beter. Verder hebben we naast soldeertin bij het solderen ook een vloeimiddel nodig : soldeerwater. Deze zuuroplossing zorgt ervoor dat de tin goed zal vloeien op het koper. Ook bruikbaar maar minder praktisch is soldeervet. De soldeertin mag geen vloeimiddel bevatten, zoals bijvoorbeeld voor de electronica wordt gebruikt. Voor dit werk is soldeertin op rol of in pijpjes met een tingehalt van 50 % aan te bevelen. Tin van 50/50, betekent dat deze soldeertin bestaat uit 50 % tin en 50 % lood. 60/40 tin, bestaat uit 60 % tin en 40 % lood en vloeit wel wat gemakkelijker, maar is ook iets duurder. Je zorgt dat, voor je begint te solderen alle glasstukjes tegen elkaar liggen met een kleine tussenruimte van + 1 mm. op het referentiepatroon of op een mal, als je een lampenkap maakt. Het ligt er nu aan welk werkstuk je bezig bent. Bij een glasraam, of gelijk welk ander plat voorwerp, werk je in één vlak. Het referentiepatroon ligt altijd onder de stukjes om de juiste plaats te bepalen. Dit patroon kan je bijvoorbeeld leggen op een dik stuk schuimrubber. Hier kun je eventueel glaskopspelden insteken, die we dan aan de randen van het werkstuk en tussen de aparte deeltjes plaatsen, zodat die goed op hun plaats blijven liggen. Met een andere methode kan je de losse stukjes op een glasplaat vasthouden. Hiervoor hebben je een potje magneetlak nodig. Dit is een witte melkachtige kleefstof die na opdrogen transparant en kleverig wordt. Je kan er dan de glasstukjes opplakken. Maar je kan ze ook gemakkelijk weer afnemen en verschuiven. De kleefkracht verdwijnt wanneer dit goedje met water nat wordt gemaakt. Als je nu een glasplaat over je referentiepatroon legt en het glas insmeert met magneetlak, dan kan je wanneer de lak na ongeveer een uur droog is, er de stukjes precies opleggen en ze eventueel nog corrigeren. Ze zullen dan niet verschuiven, wat gemakkelijk is wanneer je ze wilt aan elkaar solderen. De magneetlak breng je aan met een borstel die je daarna onmiddellijk en goed met water moet uitspoelen.
Hetzelfde produkt gebruik je altijd bij het maken van een lampekap, wanneer je de stukjes glas op een mal legt. Bij een lamp die gemaakt wordt op polystyreen, moet je glaskopspelden gebruiken om de deeltjes op hun plaats te houden. Voor je begint met de stukjes op de ingesmeerde mal te leggen, kan je ze best eerst sorteren en uiteenleggen op het papieren referentiepatroon. Insmeren van de mal met magneetlak en opleggen van de stukjes op de mal.
Als je nu alle stukjes op hun plaats hebt liggen, ga je deze eerst insmeren met een borsteltje dat je in het soldeerwater hebt gedompeld. Hierdoor komt het vloeimiddel op de koperfolie, zodat de soldeertin er nadien beter op kan hechten. Dan neem je een hete soldeerbout en gaat nu beginnen de stukjes één voor één te puntsolderen. Dat wil zeggen dat je aan elke zijde de stukjes met een druppeltje soldeertin aan elkaar hecht. Dit doe je bij alle stukjes. Vervolgens moeten nu de naden tussen de glasplaatjes met soldeertin worden dichtgevuld. Dit gaat het gemakkelijkst door langzaam met de soldeerbout langs de naden te gaan en een stuk soldeertin via de hete punt van de bout in deze naden te laten lopen. Ook kieren, ontstaan door onnauwkeurige aansluitingen, moeten zo worden dichtgevloeid. Wanneer je een lampekap op een mal soldeert, is het volgende aan te raden : Voor je alle naden dichtsoldeert, maak je de mal met de puntgesoldeerde stukjes eerst goed nat. Hierdoor kan er water tussen de naden lopen Solderen en zal je nadien de lampenkap beter van de mal kunnen afnemen. Nu je één kant van het werkstuk hebt gesoldeerd, draai je je werkstuk om, en begin je de achterkant (= binnenkant bij lampen) te solderen. Een mooi resulaat verkrijg je nog niet. Dit komt pas als we beginnen met op de naden een rug te zetten. Dit is het schoonsolderen. Dit kan je bereiken door met de soldeerbout onder toevoeging van soldeertin, deppende bewegingen op de gesoldeerde naden te maken. Hierdoor ontstaat een lijn van vloeibare hete soldeertin. Het werkstuk mag in dit geval niet op en neer bewogen worden, omdat dan, deze hete soldeermassa wegstroomt en oneffenheden gaat vertonen. Vooral als we een lamp solderen moeten we hierop letten. Zorg er dan voor dat de naden die je aan het solderen bent, steeds horizontaal liggen. De zijkanten moeten natuurlijk ook worden vertint, en vooral hier moet je letten op afvallende soldeerdruppels. Als je nu alles mooi hebt gesoldeerd en denkt dat je werkstuk af is, moet het in het bad. D.w.z. grondig afwassen, zodat alle soldeerwater en ander vuil weg is. Je neemt een huishoudreiniger b.v. Dreft of een schuurpoeder en voldoende water. Wrijf met een schuursponsje het geheel nu goed schoon en spoel het nadien ruim af met veel (warm) water. Verwijder nu eventueel nog de nummers die je met je stift op de stukjes had geschreven, met een oplosmiddel, bv. Aceton.
8. Patineren + Afwerking Je werkstuk is nu bijna zo goed als klaar, maar de afgewerkte naden zien er hel en blank uit. In de loop van de tijd worden deze naden echter doffer. Tiffany meende dat deze doffe loodkleur het effect van het opalascentglas verminderde en hij zocht naar een middel om de schoonheid van het glas beter te laten uitkomen. Met een vloeistof, een kopersulfaat en nu bekend onder de naam Tiffany-patina, smeerde hij de naden in. Deze werden dan snel donker tot zwart. Tegenwoordig heeft men patina die het tin zwart, koper of brons laat kleuren. Het mooiste resulaat verkrijg je echter met zwarte patina. Patineren is gemakkelijk. Je doet wat patina op een klein stukje spons en smeert dan de naden rijkelijk in met dit vocht.
De soldeertin zal dan meteen zwart uitslaan. Je moet wanneer alle naden zijn verkleurd, het geheel onmiddellijk en grondig afspoelen met zeep en veel water en laten drogen. Enige opmerkingen over het werken met Tiffanypatina. Tiffany-patina is giftig. Altijd rubber- of plastic handschoenen dragen terwijl je gaat patineren en na afloop je handen wassen met water en zeep. Na een paar dagen kun je de naden dan best nog eens insmeren met finish compound. Dit is een mengsel dat snel bezinkt, (dus goed schudden voor gebruik) en dat het oxyderen voorkomt en de patina een mooie glans geeft. Dit produkt moet je rijkelijk aanbrengen met een vod. Even laten indrogen en met een droge doek of klerenborstel goed opboenen. Een ander goed produkt is afsluitende vernisspray verkrijgbaar in spuitbussen van Hobby Time. Je werkstuk leg je best op wat oude kranten. De spray op het werkstuk spuiten, en nadien goed opblinken met een droge doek. De gepatineerde tin zal met de jaren mooier worden.
9. Presenteren van het werkstuk Eindelijk, ons werkstukje is klaar ! Heb je een raamhanger, een glasraam voor een deur, een spiegel of een lampekap,.... of iets anders ? Je moet je object steeds plaatsen zodat het goed tot zijn recht komt. Bij een raamhanger of spiegel moeten we voorzien, dat er haakjes aan gesoldeerd worden, zodat we dit glasraam kunnen ophangen aan een ketting of aan een draad. Ook kan je het glas of de spiegel inlijsten in een kader. Moet het glasraam in een deur geplaatst worden, kan het nodig zijn een vakman te vragen die de lijst in de deur een beetje kan aanpassen. Desnoods kun je het raam in thermopan laten zetten bij een vakkundig glazenier. Vooral bij onstabiele grote ramen en buitenramen is dit aan te bevelen. Wanneer we een lampekap hebben gemaakt, dient men er een lampevoet onder te monteren. In de handel bestaat er een enorm gamma van soorten en modellen van goedkope tot bijzonder kostelijke, met alle benodigheden om ze op uw lampenkap aan te passen. Harpen, wielen, afdekkapjes, fittingen, snoeren, moeren,... worden aangepast op de lampevoet in functie van uw afgewerkte lampenkap. Elke model lampekap heeft zo zijn eigen voet nodig. Daarom zijn er veel replica’s gemaakt van oude bestaande lampevoeten, speciaal ontworpen voor één bepaalde lamp. Ik hoop dat ik met dit overzicht, je een leiddraad heb gegeven van hoe je tewerk kunt gaan bij het maken van een werkstuk in de Tiffany-Techniek. Dit betekent niet dat alle wegen al bewandeld zijn. Nieuwe ontdekkingen, ontwerpen, en persoonlijke werkmethodes kunnen de moed om door te blijven gaan met deze toch bijzondere en mooie hobby alleen maar aanwakkeren. Voor alle vragen, opmerkingen en suggesties kan je steeds bij mij terecht. Stefan Roelofs, Kanaalstraat 6 , 3945 Ham - Tel. 013/66 17 46.