Kennis- en innovatieagenda
CLICK//Cultureel Erfgoed 19 december 2011
Inhoud 1.
Relevantie van Cultureel erfgoed
1.1
Trends
1.2
Internationaal perspectief
2.
Visie
3.
Kennis- en innovatieagenda
3.1
Ecosysteem Cultureel Erfgoed
3.2
Huidige programma’s en initiatieven
3.3
Nieuwe programmalijnen, ambities en relatie met innovatienetwerken CLICK
3.4
Implementatie en instrumentarium
4.
Begroting
Bijlage 1: overzicht lopende projecten en initiatieven Bijlage 2: overzicht betrokkenen werktafel Cultureel Erfgoed
Samenstelling werktafel erfgoed Hans Bennis, directeur Meertens Instituut (KNAW), voorzitter werktafel erfgoed Edwin Jacobs, directeur Centraal Museum Marco de Niet, directeur Digitaal Erfgoed Nederland Johan Oomen, hoofd onderzoek Beeld en Geluid Els van der Plas, directeur Premsela Cathy Brickwood, programma manager Virtueel Platform Jos Bazelmans, hoofd kennis sector Rijksdienst Cultureel Erfgoed Janneke Ottens, hoofd sector kennis roerend erfgoed Rijksdienst Cultureel Erfgoed Harry van Vliet, Lector Crossmedia Business, Hogeschool Utrecht Arjan den Boer, webontwikkelaar ab-c media Paul Stork, directeur Fabrique Jaap Kamps, universitair hoofddocent Capaciteitsgroep Mediastudies, Universiteit van Amsterdam Inger Leemans, hoogleraar Cultuurgeschiedenis, Vrije Universiteit Amsterdam Sonja de Leeuw, hoogleraar Film en Televisiestudies, Universiteit Utrecht Marlite Halbertsma, hoogleraar Kunst en Cultuurwetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam Renee vd Vall, hoogleraar Kunst en Media, Universiteit Maastricht onder redactie van: Hans Bennis (Meertens Instituut), Elske Gerritsen (NWO) en Johan Oomen (Beeld en Geluid) De innovatieagenda is daarnaast voor commentaar uitgezet in een bredere kring van betrokken uit zowel de erfgoedsector, de onderwijs- en kennissector en het bedrijfsleven. Voor een overzicht van alle betrokkenen zie bijlage 2.
2
Samenvatting Cultureel erfgoed is één van de onderdelen van het kennis en innovatiecontract Creatieve Industrie. Cultureel Erfgoed is een dynamisch en breed veld met een groot belang voor de Nederlandse samenleving. Een goede erfgoedzorg is een belangrijke randvoorwaarde voor het realiseren van een bloeiende creatieve industrie: het is tegelijkertijd een inspiratiebron en een vestigingsplaatsfactor, niet alleen voor de creatieve industrie, maar ook voor (andere) gespecialiseerde kenniswerkers. Daarnaast is de erfgoedzorg in de meest brede zin van het woord zelf een creatieve industrie, zowel vanuit economisch als sociaal-cultureel perspectief. Meerdere partijen zijn sterk betrokken bij dit onderwerp. Het gaat om de onderwijs- en kennissector, de erfgoedsector, de overheden en het bedrijfsleven. Deze innovatieagenda richt zich op erfgoed in brede zin, zowel materieel als immaterieel erfgoed. Een grotere zichtbaarheid van innovatie in de sector van het cultureel erfgoed, waar deze agenda aan bijdraagt, komt de aantrekkelijkheid voor marktpartijen hierin te investeren ten goede. De agenda biedt een uitgelezen kans de verschillende erfgoedsectoren en de uiteenlopende betrokken partijen uit de vierhoek bijeen te brengen. Ten dele zal voortgebouwd worden op bestaande, succesvolle samenwerkingsverbanden. Zodoende wordt efficiënt omgesprongen met beschikbare middelen, capaciteit en lopende (private en publieke) investeringen. Door de coördinerende werking van deze agenda wordt overlap en langs elkaar heen werken voorkomen en worden daarmee onderzoekskosten bespaard. Daarnaast zal gewerkt worden aan nieuwe innovatieve samenwerkingsverbanden, zowel in nationaal als in internationaal verband, waarmee kennislacunes en belemmeringen op het innovatievermogen worden geadresseerd. Het is noodzakelijk om te investeren in ontwikkeling en gebruik van innovatie technologie, in het gebruik van nieuwe media, in kennis over de betekenis van erfgoed, in de uitbreiding en harmonisatie van aanbod en in optimalisering en vernieuwing van de bijbehorende dienstverlening. Nederland verkeert in een uitstekende positie om internationaal een vooraanstaande rol op zich te nemen bij een innovatieve opstelling ten opzichte van cultureel erfgoed. Een goede samenwerking tussen de erfgoedsector, de kennissector, de overheid en het bedrijfsleven is daarbij van evident belang. De ambitie is om in 2012/2013 in het kader van de topsector creatieve industrie een nieuw erfgoedbreed onderzoeksprogramma te ontwikkelen in samenspraak tussen NWO/onderzoekers, overheden, de erfgoedsector én het daaraan verbonden bedrijfsleven. Het programma zal de Nederlandse poot vormen voor van het Europese Joint Programming Initiative Cultural Heritage and Global Change. Bouwstenen voor dit programma zijn de speerpunten voor cultureel erfgoed uit de andere CLICK//Networks en vier trends in de erfgoedwereld. 1. Genetwerkt erfgoed en het ontstaan van een ‘Commonwealth’. Erfgoedinstellingen dragen via het online beschikbaar stellen van collecties bij aan een nieuw informatie ecosysteem. 2. Nieuwe gebruikers en diensteninnovatie. Het algemene publiek neemt een steeds prominentere plaats in en lijkt de leidraad te gaan vormen voor het aanbod. 3. Ontstaan van nieuwe multidisciplinaire onderzoeksmethoden. Wetenschappers en professionals werken in toenemende mate multidisciplinair samen binnen alle domeinen van het erfgoed. 4. Techniek als nieuwe intermediair. Met name rond de snelle opmars van mobiele media, nieuwe vormen van mens-computer-interactie en inzet van semantisch webstandaarden is een nieuwe innovatiegolf ingezet. Een andere (technische) innovatiegolf is waarneembaar in het beheer, behoud en de ontwikkeling van erfgoed.
3
1. Relevantie van Cultureel erfgoed Cultureel erfgoed is één van de onderdelen van het kennis en innovatiecontract Creatieve Industrie. Cultureel Erfgoed is een dynamisch en breed veld met een groot belang voor de Nederlandse samenleving. Elke samenleving wordt er voor een belangrijk deel door gedefinieerd. Noties als identiteit, burgerschap, lokale, nationale en gedeelde historie en internationale culturele uitwisseling steunen sterk op cultureel erfgoed. Op het eerste gezicht lijkt er een tegenstelling te bestaan tussen erfgoedzorg en creatieve industrie. Het eerste gaat immers over behoud en het tweede over vernieuwing. Maar erfgoedzorg heeft altijd in meer of mindere mate een scheppend en innoverend karakter. Vernieuwing van waarde wordt op termijn erfgoed. Een goede erfgoedzorg is een belangrijke randvoorwaarde voor het realiseren van een bloeiende creatieve industrie: het is tegelijkertijd een inspiratiebron en een vestigingsplaatsfactor, niet alleen voor de creatieve industrie, maar ook voor (andere) gespecialiseerde kenniswerkers. Hun aanwezigheid is cruciaal in de locatiekeuze van bedrijven uit de andere topsectoren, waaronder hoofdkantoren. Daarnaast is de erfgoedzorg in de meest brede zin van het woord zelf een creatieve industrie, zowel vanuit economisch als sociaal-cultureel perspectief. Maar waar bestaat dat cultureel erfgoed uit? Het cultureel erfgoed is geen erfenis die ons 'overkomt', maar dát wat groepen mensen op persoonlijke, sociaal-maatschappelijk, politieke en economische gronden in het hier en nu als cultureel belangrijk ervaren. Erfgoed is datgene dat bewaard wordt of blijft en daarmee onderdeel wordt van ons individueel en/of collectieve geheugen. Niets wordt als erfgoed geboren, maar is datgene dat door een grotere of kleinere groep waard wordt geacht om te worden overgedragen naar de volgende generatie. Erfgoed geeft (regionale) betekenis en sense of belonging, juist in tijden van globalisering. Bovendien heeft erfgoed aantoonbare meerwaarde in termen van kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Het erfgoed levert een inhoudelijke bijdrage aan de inrichting van de (digitale) publieke ruimte en maakt burgers bewust van pluralisme, autoriteit en authenticiteit. In een veranderende wereld verandert het erfgoed mee. In feite kan het erfgoed in drie perspectieven worden gezien: 1.
als reservoir of voorraad (vaak onontgonnen en autonoom) vanuit een terugblik;
2.
als reflectie op onze identiteit in het hier en nu;
3.
als inspiratiebron voor creativiteit en planvorming, toekomstgericht.
Deze drie aspecten kunnen niet zonder elkaar en er dient naar een balans te worden gezocht, ook binnen de innovatieagenda Cultureel Erfgoed. Veel partijen, grote maatschappelijke impact Bij het brede veld van het erfgoed zijn meerdere partijen sterk betrokken. Allereerst de erfgoedsector zelf met musea, bibliotheken, (audiovisuele) archieven, sectorinstituten en science centra; daarnaast de onderwijs- en kennissector, bestaande uit onderwijsinstellingen zoals de Reinwardt Academie, hogescholen, universiteiten, KNAW instituten, erfgoedinstellingen met een onderzoeksopdracht, kennisinstellingen zoals Nicis Institute, en NWO met onderzoeksprogramma’s zoals Culturele Dynamiek, Catch, Science4Arts, Odyssee en de Oogst van Malta. Ook overheden spelen een belangrijke rol bij het erfgoedbeheer, van rijksinstellingen zoals de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) tot provinciale en lokale overheden. Tot slot is ook het bedrijfsleven sterk betrokken bij dit veld. Het gaat daarbij onder andere om bedrijven gericht op nieuwe media en op digitalisering van erfgoed, maar ook productiebedrijven, toeristische organisaties, merchandising, vaak zeer specialistische professionals gericht op restauratie van kunst en gebouwen, medialabs, opgravingsbedrijven, uitgevers, tentoonstellingsbouwers. Dergelijke partijen werken in opdracht van erfgoedinstellingen of -consortia en hebben zowel een rol bij innovatie als bij operationalisering. Cultureel erfgoed is van grote betekenis voor onderwijs en educatie, variërend van basis- en hoger onderwijs tot educatieve projecten, cursussen en andere activiteiten. Juist onderwijs en educatie vormden de laatste twee decennia een hoofdmotief voor grootschalige investeringen in o.a. digitalisering
4
van collecties. Ook vanuit economisch perspectief vertegenwoordigt het cultureel erfgoed een niet te onderschatten belang. In de periode 2007-2009 steeg bijvoorbeeld het museumbezoek van 20,5 naar ruim 22 miljoen.1 In de zorg voor gebouwde en archeologische monumenten gaat bijvoorbeeld per jaar meer dan 600 miljoen om. De toeristenindustrie behoort tot de grotere industrieën in Nederland. De interne toeristische bestedingen (som van bestedingen ten behoeve van inkomend toerisme, binnenlands toerisme) bedroegen in 2010 135,1 miljard.2 Deze laatste industrie bestaat uit een veelheid van participanten zoals musea, monumenteigenaren (denk bijvoorbeeld aan Stichting Werelderfgoed Kinderdijk), toeristenorganisaties als vvv’s, evenementenbureaus en reisorganisaties, festivals, mediaen IT bedrijven, die zich bezig houden met behoud, beheer, ontwikkeling en presentatie van het cultureel erfgoed. Een selectie van 127 cultuurproducerende instellingen was in 2009 al in staat om 30-37% van de omzet buiten reguliere subsidie om te realiseren.3 De verwachting is dat dit aandeel in de komende jaren uitgebreid kan worden door innovaties op het gebied van organisatie en ICT. Scope innovatieagenda Cultureel Erfgoed Deze innovatieagenda richt zich op erfgoed in brede zin, zowel materieel als immaterieel erfgoed. Het materiële erfgoed kan nader verdeeld kunnen worden in roerend erfgoed: museaal erfgoed, mode, vormgeving en tekstueel en audiovisueel erfgoed in o.a. archieven en bibliotheken, inclusief digital born erfgoed. En onroerend erfgoed: landschap en gebouwde omgeving, archeologisch (in situ) erfgoed. Een grotere zichtbaarheid van innovatie in de sector van het cultureel erfgoed, waar deze agenda aan bijdraagt, komt de aantrekkelijkheid voor marktpartijen hierin te investeren ten goede. De agenda biedt een uitgelezen kans de verschillende erfgoedsectoren en de uiteenlopende betrokken partijen uit de vierhoek bijeen te brengen. Ten dele zal voortgebouwd worden op bestaande, succesvolle samenwerkingsverbanden.4 Zodoende wordt efficiënt omgesprongen met beschikbare middelen, capaciteit en lopende (private en publieke) investeringen. Door de coördinerende werking van deze agenda wordt overlap en langs elkaar heen werken voorkomen en worden daarmee onderzoekskosten bespaard. Daarnaast zal gewerkt worden aan nieuwe innovatieve samenwerkingsverbanden, zowel in nationaal als in internationaal verband, waarmee kennislacunes en belemmeringen op het innovatievermogen worden geadresseerd. Hier worden de belangrijkste ontwikkelingen en trends kort geschetst, die van belang zijn voor het formuleren van het onderzoeks- en innovatiekader. 1.1
Trends
Op meerdere terreinen binnen het brede erfgoedterrein vinden belangrijke ontwikkelingen, veranderingen plaats. De wijze waarop over erfgoed wordt gedacht innoveert. In alle erfgoeddomeinen gingen de klassieke benaderingen uit van het fysieke object: boeken in de bibliotheek, archiefbescheiden in het archief, objecten in het museum enz. Mede door de digitalisering, maar ook ‘democratisering’ van erfgoed staan fundamentele zekerheden van het verleden (inclusief noties als origineel, of authenticiteit en criteria zoals leeftijd bij het bepalen van monumentenstatus) ter discussie. Het verschil tussen een object (voorheen fysiek) en beschrijvingen of representaties daarvan (voorheen een bibliotheekcatalogus, museumregister, of archieftoegang) verdwijnt. De digitale representatie bevat (voor bepaalde doeleinden) alle informatie uit, van, en over het object. Trend 1. Genetwerkt erfgoed en het ontstaan van een ‘Cultural Commonwealth’. De relatie tussen de beheerder van het fysieke object, en exclusiviteit hiervan, is verdwenen. De traditionele kennis-, informatie-, of erfgoedinstellingen (zoals archieven, bibliotheken, musea) hebben 1
http://www.museumvereniging.nl/Nieuwsoverzicht/Nieuwsdetailpagina/tabid/351/NewsListId/9/NewsItemId/4 14/Default.aspx 2 Toerisme en recreatie in cijfers 2011. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 2011. 3 J. van Kranendonk (2010). Kunst in cijfers. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Jan. 2010. 4 In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van lopende samenwerkingsprojecten.
5
voorgoed hun monopolie verloren aan alternatieve informatiebronnen op het Web. In reactie hierop wordt er massaal gewerkt aan het beschikbaar stellen van alle bronnen in digitale vorm, doorgaans nog beschreven en ontsloten volgens de eeuwenoude tradities uit het papieren tijdperk. Erfgoedinstellingen dragen, door het online beschikbaar stellen van collecties, bij aan een nieuw informatie ecosysteem waarbinnen digitale objecten en contextuele informatie een plaats krijgen binnen een steeds omvangrijker wordend netwerk van informatiebronnen. Op het web ontstaat zo een ‘Cultural Commonwealth’; waarbinnen erfgoedcollecties op een revolutionair nieuwe wijze bestudeerd, gecontextualiseerd en gerepresenteerd worden. Deze schaalvergroting biedt ook zeer veel problemen bij het samenvoegen van (sub)collecties uit verschillende instellingen en erfgoeddisciplines. Op het terrein van onderwijs en educatie ligt, wanneer het aankomt op innovatie, wel nog een enorm terrein braak. Zo blijkt er een kloof te gapen tussen erfgoed als potentiele bron en het feitelijk gebruik in onderwijs en educatie, die ook door bijvoorbeeld de uitgeverijen en andere instellingen op het terrein van methodieken niet wordt overbrugd. Dit pleit voor het ontwikkelen van projecten om de integratie van met name gedigitaliseerd erfgoed van musea, bibliotheken en archieven in onderwijs en educatie, in de vorm van omgevingen, apps, serious games, met bedrijven en instellingen in de sector onderwijs en educatie. Trend 2. Nieuwe gebruikers en diensteninnovatie Gebruikers van erfgoed zijn radicaal veranderd. Het algemene publiek neemt een steeds prominentere plaats in en lijkt de leidraad te gaan vormen voor het aanbod. Deze nieuwe erfgoedconsumenten hebben nadrukkelijk andere voorkeuren dan de professionele gebruikers, waar veel van het traditionele erfgoedaanbod op werd afgestemd. In toenemende mate worden in musea media gebuikt om te amuseren en de bezoeker interactief te betrekken bij tentoonstellingen. Nieuwe visualisatietechnologieën (bv. Augmented Reality) worden ingezet om de gelaagde betekenissen van erfgoed (collecties, landschap etc.) te tonen. Presentatievormen veranderen door online toegang tot erfgoedbronnen en veranderd mediagedrag. Gebruik van open licenties voor het vrij beschikbaar stellen van data, content en technologie krijgt ook meer en meer aandacht. Erfgoedinstellingen exploreren daarnaast kansen voor de inzet van nieuwe vormen van publieksparticipatie zoals crowdsourcing. Trend 3. Ontstaan nieuwe multidisciplinaire onderzoeksmethoden Wetenschappers en professionals werken in toenemende mate multi-disciplinair samen binnen alle domeinen van het erfgoed. Bijvoorbeeld op het terrein van roerend erfgoed werken conservatoren, restauratoren, alfa en betà-wetenschappen nauw samen. Mede door de opkomst van de erfgoedstudies ligt de nadruk van het onderzoek meer op de bredere context van creatie en gebruik dan alleen op het object. Er is een grote behoefte aan het ontwikkelen van nieuwe digitale onderzoeksmethoden voor de geesteswetenschappen, lijkend op de empirische sociale wetenschappen. Dit is van grote impact op het soort van onderzoeksvragen die toekomstige onderzoekers met behulp van ons digitale erfgoed gaan bestuderen. Moderne erfgoed definities gaan niet uit van de intrinsieke, objectieve waarde van “objecten” maar van de betekenis van erfgoed voor gebruikers, van de narratieve waarde. Dit leidt tot een omslag in het object van studie. Tegenwoordig is het object slechts een aanleiding voor een gelaagd verhaal over de context: wat was de functie, rol en betekenis van het object?, welke beschaving bracht deze voort en waarom? Waarom hebben onze voorouders deze objecten bewaard en verzameld? Wat leren wij van dit object in relatie tot onze culturele identiteit? Hoe kunnen we deze gegevens inzetten bij huidige maatschappelijke uitdagingen, denk aan identiteitsverschaffing in thematische woonwijken, en welke ethische dilemma’s levert dit op? Kortom, allerlei contextuele informatie over objecten wordt het feitelijk object van studie. Het studieobject is daarmee onbegrensd, zeker in de wereld van sociale media waar over ieder object niet alleen een traditionele objectbeschrijving bestaat, maar ook een veelheid van annotaties, ‘tags’, ‘likes’, links, door duizenden gebruikers (user-generated content). Trend 4. Techniek als nieuwe intermediair
6
Nederland behoort in Europa tot de voorhoede op het gebied van technologische innovatie in relatie tot erfgoed. Met name rond de snelle opmars van mobiele media, nieuwe vormen van mens-computerinteractie en inzet van semantisch web standaarden is een nieuwe innovatiegolf ingezet. Dit biedt geweldige kansen om juist de opleving in belangstelling voor geschiedenis en eigen locatie, en aandacht voor een betekenisvolle context, economisch te verzilveren. Een andere innovatiegolf is waarneembaar in het beheer, behoud en de ontwikkeling van erfgoed. Voorbeelden hiervan zijn 3D visualisatie van in-situ geconserveerde archeologische vondsten, het 3D documenteren van erfgoed objecten met scanning technieken en het digitaal ontsluiten van collecties etc.. Grootschalige digitale gegevens bieden veel mogelijkheden om nieuw erfgoedonderzoek mogelijk te maken. Alleen via effectieve grootschalige zoekmethoden kun je een dergelijke hoeveelheid data verkennen. Het is daarbij van belang om intensief samen te werken met de huidige onderzoekers, en hun grote kennis en inzicht te gebruiken om systemen te bouwen die recht doen aan het unieke karakter van de gegevens, en het unieke karakter van erfgoedgebruik en de unieke eigenschappen van gebruikers. 1.2
Internationaal perspectief
De aandacht voor door UNESCO erkend werelderfgoed (zowel materieel als immaterieel) geeft aan hoeveel waarde er wordt gehecht aan erfgoed en aan een goede omgang daarmee. Het erfgoedveld is op meerdere terreinen internationaal goed ingebed. Digital Agenda For Europe: Recentelijk werd “Europa 2020” gelanceerd, de groeistrategie van de EU voor de komende 10 jaar. Bij de implementatie van deze strategie staan zeven kerninitiatieven centraal, waaronder Digital Agenda For Europe. De EU en nationale overheden werken binnen deze kerngebieden intensief samen zodat de impact van maatregelen gemaximaliseerd wordt. Binnen de Digital Agenda For Europe is veel aandacht voor onderzoek op het gebied van ‘digital libraries’ en toegang tot het Europees erfgoed via Europeana. Ook wordt digitalisering gestimuleerd (ook ism private partijen) en is er aandacht voor de auteursrechtelijke situatie van cultureel erfgoed. De European Science Foundation is ook actief op dit gebied, onder meer door het ondersteunen van het project Inventing Europe’ waarbinnen relatie tussen techniek en samenleving in historisch perspectief geplaatst wordt. Joint programming Initiative Cultural Heritage: Nederland kent een actieve positie bij het opstellen en de implementatie van de Europese onderzoeksagenda voor het Joint programming Initiative Cultural Heritage and Global Change (JHEP). Dit onlangs door de Europese Commissie goedgekeurde JPI adresseert maatschappelijke uitdagingen die, vanwege hun omvang en impact, om een internationaal gecoördineerde aanpak vragen. Ook in Horizon 2020 worden maatschappelijke uitdagingen zoals demografische transitie, energie, klimaat/duurzaamheid en inclusive samenlevingen als sleutelprioriteit benoemd, naast industrial leadership en excellente wetenschap. JHEP draagt bij aan de noodzakelijkerwijs multi-disciplinaire aanpak van deze societal challenges. De actielijnen uit het innovatiecontract cultureel erfgoed sluiten daarmee nauw aan bij de substantiële Europese programma’s die financiering zullen verstrekken aan (publiek-publieke en publiek-private) projecten die gericht zijn op deze maatschappelijke uitdagingen. Infrastructuur en Competence Centres: Nederland speelt daarnaast een belangrijke rol binnen panEuropese infrastructurele projecten als Europeana, Clarin (waarin de Nederlandse overheid penvoerder is van het European Research Infrastructure Consortium (ERIC)), Dariah en consortia zoals Prestocentre en IMPACT, gericht op migratie en duurzame opslag van content. In het kader van het 7e kaderprogramma speelt online toegang tot erfgoed (Europeana), digitale duurzaamheid (Planets, PrestoPRIME) en visualisatievromen en V-MusT.net) een grote rol binnen de EU Information Society. Multimedia Information Retrieval: Nederland neemt op dit moment een wereldwijd toonaangevende positie in als het gaat om het ontwikkelen van nieuwe vormen van zoeken in– en ontsluiten van
7
multimediaal materiaal: beeld, video, spraak, handgeschreven manuscripten. Nieuwe computermethoden voor datering en de bepaling van authenticiteit nemen snel toe in bruikbaarheid.
2. Visie Het doel van de innovatieagenda is de competitieve kracht van de Nederlandse (kennis)industrie te versterken, door onderscheidende toegevoegde waarde te leveren. De enorme hoeveelheid informatie en culturele bronnen uit de afgelopen eeuwen bieden kansen voor gebruik in de creatieve industrie. Bij culturele bronnen gaat het ook om concepten, denkkaders en tradities, naast bijvoorbeeld kennis van materialen en toepassingen. Er liggen belangrijke kansen op de snijvlakken met de CLICK innovatienetwerken Zo is er een natuurlijke relatie aan te geven tussen onze grafische traditie, narratieve structuren en de recente ontwikkeling van games. Er is een relatie tussen onze rijke kunstschilders- en ‘engineering’-traditie en het moderne industrieel design en fashion, dat zowel esthetisch, conceptueel als functioneel en innovatief is. Media en ICT vormen een gouden combinatie in het inzichtelijk maken en ontsluiten van erfgoed en de daarmee verbonden dienstenontwikkeling. En een kansrijke combinatie ligt in de herontwerp opgave van monumentale architectuur. Het dichtbevolkte en –bebouwde Nederland kan hierin nieuwe wegen exploreren en exporteren door de combinatie van creatieve industrie (architecten, designers, media ontwikkelaars) met historisch en monumentaal vastgoed en duurzame innovatieve technologieën. Het is noodzakelijk om te investeren in ontwikkeling en gebruik van innovatie technologie, in het gebruik van nieuwe media, in kennis over de betekenis van erfgoed, in de uitbreiding en harmonisatie van aanbod en in optimalisering en vernieuwing van de bijbehorende dienstverlening. Nederland verkeert in een uitstekende positie om internationaal een vooraanstaande rol op zich te nemen bij een innovatieve opstelling ten opzichte van cultureel erfgoed. Een goede samenwerking tussen de erfgoedsector, de kennissector, de overheid en het bedrijfsleven is daarbij van evident belang. De ambitie binnen de voorliggende periode wordt in het volgend hoofdstuk nader toegelicht.
3. Kennis- en innovatieagenda 3.1
Ecosysteem Cultureel Erfgoed
De innovatieagenda Cultureel Erfgoed is tot stand gekomen met verschillende partijen uit de erfgoedsector, de onderwijs- en kennissector, de overheden en het bedrijfsleven. In de verdere uitwerking zal de betrokkenheid verbreed en vergroot worden, zowel in nationaal als internationaal verband. In deze eerste fase hebben de volgende partijen meegewerkt: -
Erfgoedinstellingen, zoals Beeld en Geluid, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, Centraal Museum
-
Koninklijke Bibliotheek
-
Nationaal Archief, Gelders Archief
-
Kenniscentra zoals Digitaal Erfgoed Nederland (DEN)
-
Strategische samenwerkingsverbanden als de “Nationale Coalitie Digitale Duurzaamheid”, “De
-
Sectorinstituten zoals Premsela en Virtueel Platform
-
Waag Society
-
Onderwijs en kennissector: HBO, UU, UvA, VU, UM, EUR, RUG, NWO, KNAW-instituten, NICIS
-
Bedrijven zoals XPEX Experience Experts, STAP, Fabrique, ab-c media
Utrecht, Allard Pierson Museum, Nederlands Openlucht Museum, Naturalis
Digitale Collectie in Europeana”, “Netwerk Erfgoed en Ruimte”
institute
8
3.2
Huidige programma’s en initiatieven
Er bestaan op dit moment reeds verschillende succesvolle programma’s waarin erfgoed, creatieve industrie en kennis bij elkaar zijn gebracht. Er is gekozen voor een indeling in: Fundamenteel vraaggestuurd onderzoek, domein-specifieke initiatieven en cross-domein initiatieven. Fundamenteel vraaggestuurd onderzoek NWO brengt in het innovatiecontract op het gebied van cultureel erfgoed in 2012 de lopende programma’s CATCH en Science4Arts in. In beide is sprake van samenwerking tussen academische en buiten-academische partners, de erfgoedsector. In CATCH zijn dat Rijksmuseum, Nationaal Archief, Koninklijke Bibliotheek, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Naturalis, Digitaal Erfgoed Nederland, Nederlands Theater Instituut, Rijksdienst Cultureel Erfgoed, Gemeentearchief Rotterdam, Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Haags Gemeentemuseum, Historisch Centrum Overijssel en Tresoar. CATCH loopt nog tot 2014. Het programma is internationaal ingebed via de Digging into Data Challenge. In Science4Arts wordt samengewerkt met de National Science Foundation en het Plateforme européenne matériaux anciens IPANEMA. Het programma is opgesteld door NWO in samenwerking met de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en een aantal musea. De eerste onderzoeksprojecten zullen in 2012 van start gaan. In elk onderzoeksproject is medefinanciering van musea voorgeschreven. Die komt tot uiting niet alleen in het geven van toegang tot relevante collecties, maar ook in de beschikbaarstelling van menskracht. De omvang van het programma is in totaal M€ 4,4 voor de periode 2011-2015. Recentelijk is het COMMIT programma van start gegaan, een M€ 50 investering in ICT onderzoek. Een van de sub-projecten binnen COMMIT is het project SEALINCMedia (Socially enriched access to cultural media) waarbij toegang tot multimedia content van uiteenlopende erfgoedcollecties centraal staat. Domein-specifieke initiatieven In onderstaand overzicht is een beknopt overzicht opgenomen van de lopende initiatieven en samenwerkingsverbanden binnen het brede erfgoedterrein. In bijlage 1 treft u een meer uitgebreide beschrijving aan van de lopende programma’s en initiatieven. Museaal erfgoed
Tekstueel erfgoed
Audiovisueel Erfgoed
Digitale Museale Collectie Nederland V-Must.net Nationaal Design Archief Modern Art: Who Cares Inside Installations Agora CATCH project Naturalis ++ IMPACT E-depot voor Regionale Historische Centra en het Nationaal Archief Genlias WieIsWie Nationaal Design Archief Target project Sailing Letters Metamorfose Riddle of Literary Quality Scratch CATCH project Open Access Publishing in European Networks Metamorfose Beelden voor de Toekomst Metadata Extraction Services Verteld Verleden PrestoPRIME Euscreen European Film Gateway
9
Archeologisch Erfgoed
Landschap en gebouwde omgeving
Immaterieel erfgoed
Archis DANS-EDNA Behoud Bodemarchief in Ontwikkeling (NWO-programma) Oogst van Malta (NWO-programma) Odyssee (NWO-programma) Netwerk Erfgoed en Ruimte, nationale onderzoeksagenda Erfgoed en Ruimte Visie Erfgoed en Ruimte Kennis voor Krachtige Steden Nationaal Programma Herbestemming CARARE Witchcraft CATCH project CoGITCH CATCH project Culturele Dynamiek (NWO programma) FACT Tunes and Tales
Een uitbouw en verbinding van deze initiatieven lijkt gezien het succes van de samenwerking tussen de partijen gewenst. Het gaat in het geval van erfgoed dan telkens om samenwerking tussen fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek, erfgoedinstellingen, overheden en bedrijfsleven. Cross-domein initiatieven Europeana. De erfgoedportal Europeana vertelt het verhaal van Europa. Bezoekers kunnen de rijkdom van het Europese verleden en heden ontdekken. Culturele en wetenschappelijke bronnen zijn via de portal online toegankelijk. Europeana is sinds de start in 2008 uitgegroeid tot een levendig Europees netwerk. De portal biedt toegang tot meer dan 20 miljoen gedigitaliseerde boeken, foto’s, films, schilderijen en muziek. Het ministerie van OCW ondersteunt dit initiatief sinds 2011. Diensteninnovatie. Binnen de projecten Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed van DEN en Nederland Kennisland (gefinancierd door OCW), het FES project Beelden voor de Toekomst en CATCHplus (PRIMA) wordt onderzoek gedaan naar nieuwe businessmodellen binnen de cultureel erfgoed sector. Recentelijk nog investeerde de overheid in succesvolle innovatieprogramma’s als Digitaliseren met Beleid en Innovatieve Cultuuruitingen. De lopende projecten binnen deze regeling worden in 2012 afgerond. Toegepast onderzoek Er zijn een aantal projecten die aan de hogescholen worden uitgevoerd in het kader het SIA-RAAK programma, zoals het project Museumkompas van de Hogeschool Utrecht en Culture Vortex van de HvA. 3.3
Nieuwe programmalijnen, ambities en relatie met innovatienetwerken CLICK
De ambitie is om in 2012/2013 in het kader van de topsector creatieve industrie een nieuw erfgoedbreed onderzoeks- en innovatieprogramma te ontwikkelen in samenspraak tussen NWO/onderzoekers, overheden, de erfgoedsector én het daaraan verbonden bedrijfsleven. Kennis-, erfgoedsector en overheden werken al langer samen. Voor het bedrijfsleven geldt dat in mindere mate; het is de uitdaging voor de komende jaren om die betrokkenheid te vergroten en te verankeren. Die mogelijkheden zijn er ook: zo gaat er in het archeologisch bedrijfsleven op jaarbasis 80 à 90 miljoen euro om en in de gebouwde erfgoedzorg gaat gemiddeld 449 miljoen per jaar om. Een vierde deel daarvan is herleidbaar op subsidies of fiscale aftrek. In beide sectoren gaat het vrijwel uitsluitend om midden- en kleinbedrijf. Ook voor het roerend erfgoed geldt dat er met het bedrijfsleven wordt samengewerkt: bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van nieuwe apparaten voor conservering en restauratie wordt er samengewerkt met onder meer Philips, Tatasteel, en Broecker. Shell participeert zowel in geld als in laboratorium capaciteit in het Van Gogh Atelierpraktijk onderzoeksproject. Bedrijven ontwikkelen ook nieuwe producten in samenwerking met musea, zoals de duurzame LED-verlichting van de Nachtwacht in het Rijksmuseum door Philips.
10
Het erfgoedbrede programma zal zijn gericht op innovatie in de wijze waarop erfgoed en culturele bronnen worden beheerd, (her)gebruikt en ontsloten en nader onderzoek naar de betekenissen die door de samenleving aan erfgoed worden toegekend en ontleend. Het programma zal de Nederlandse poot vormen voor van het Europese Joint Programming Initiative Cultural Heritage and Global Change. Bouwstenen voor dit programma zijn de geschetste trends, alsmede de speerpunten voor cultureel erfgoed uit de verschillende werktafels van de Creatieve Industrie. Joint Programming Initiative Cultural Heritage and Global Change Eind juli 2011 heeft de Europese Commissie (EC) het Joint Programming Initiative Cultural Heritage and Global Change (JHEP) goedgekeurd. Via het instrument van de JPI wordt internationale stroomlijning van nationale programma’s beoogd en JHEP is een van de weinige goedgekeurde JPI’s. Met de toegekende €2mln wordt sinds begin oktober 2011, gedurende drie jaar, gezamenlijke onderzoeksprogrammering voorbereid. De focus is erfgoed-breed: roerend, onroerend, digitaal en immaterieel erfgoed. Er zijn twaalf primair deelnemende landen. Nederland speelt een belangrijke rol in de inhoudelijke werkpakketen: de formulering en implementatie van een strategische onderzoeksagenda. Om de wetenschappelijke prioriteiten, sterke thema’s en onderzoekslacunes te bepalen, is op 7 november 2011 een Nederlandse netwerkbijeenkomst gehouden. Dit is de aanzet tot vorming van een ‘national consultation panel’. Na enige pilot-calls zal JHEP vanaf 2014 moeten resulteren in een meerjarig onderzoeksprogramma. Wanneer sprake is van een daadwerkelijk geïntegreerd internationaal programma, lijkt (ERA-NET+) financiering vanuit het EU kaderprogramma Horizon 2020 mogelijk. Ambities aansluitend bij de trends De hierboven geschetste trends in paragraaf 1.1 bieden goede aanknopingspunten om te komen tot strategische keuzes ten aanzien van onderzoek en innovatie. De werktafel Cultureel Erfgoed zal begin 2012 een grote bijeenkomst organiseren en samen met vertegenwoordigers uit de gouden vierhoek en de prioriteiten voor de komende jaren uitwerken en aanscherpen. Aansluitend bij trend 1 •
Alle Nederlandse erfgoedobjecten aan elkaar verbinden door gebruikt maken van open
•
Nederland als knooppunt voor erfgoed door een centrale rol in netwerken (zoals Europeana
standaarden en open technologie; en Clarin) en kenniscentra; •
Het stimuleren van het gebruik van hoogwaardige en voor zover mogelijk gestandaardiseerde technische mogelijkheden voor wat betreft duurzame opslag, interoperabiliteit, open metadata en doorzoekbaarheid. 5
Aansluitend bij trend 2 het ontwikkelen van een nadere visie op de relatie tussen de creatieve industrie en het cultureel • erfgoed, voor nu, maar vooral gericht op de toekomst; •
het ontwerpen van nieuwe businessmodellen gebaseerd op innovatieve vormen van samenwerking tussen publieke en private organisaties betrokken bij cultureel erfgoed;
•
Ondersteunen uitrol van innovatieve diensten waarbij publieksparticipatie en -beleving centraal staat en de Nederlandse cultuursector gebruiken als ‘living lab’ voor het uittesten van innovatieve dienstenconcepten.
Aansluitend bij trend 3 •
Gidsland bij het vormgeven van nieuwe onderzoeksmethoden voor het brede terrein van cultureel erfgoed (zowel voor behoud, beheer als toegankelijkheid) en binnen eHumanities;
5
In dit verband is ook de brief (7 december 2011) van minister Halbe Zijlstra aan de Tweede Kamer, aangaande de actualisering van de bibliotheekwetgeving relevant. Met name p. 6, waarin staat dat er wordt gestreefd naar een digitale publieke bibliotheek, die aansluit op de Europese digitale bibliotheek.
11
•
Ondersteunen van een nieuwe generatie onderzoekers in de geesteswetenschappen door aanbieden van nieuwe tools en verrijkte en gestandaardiseerde datasets;
Aansluitend op trend 4 •
Het zinvol verbinden van (nieuwe) technologieën met cultureel erfgoed;
•
Zorgdragen voor kennisoverdracht tussen fundamenteel en toegepast onderzoek en de
•
Duurzaam investeren in nieuwe manieren om content te ontsluiten en kennis te extraheren.
beroepspraktijk;
Relatie met CLICK innovatienetwerken Hieronder wordt per innovatienetwerk aangegeven waar de interactie met de innovatieagenda van Cultureel Erfgoed zich op toe zal spitsen. Cultureel Erfgoed en Games for Safety, Health, Education and Industry (GATHER). Erfgoed een van de vier domeinen waarbinnen games toegepast worden. Zo spelen games een rol binnen de muren van musea. Zo zijn het Scheepvaartmuseum, Beeld en Geluid en Nemo duidelijk gepositioneerd als ‘experiences’ waar interactie en beleving centraal staat. Maar ook buiten de muren van instellingen spelen games een belangrijke rol. Hierbij valt te denken aan mobiele games en games op websites van instellingen. Binnen GATHER wordt gewerkt aan innovatieve storytelling methoden, personalisatie, interface design en onderzoek naar manieren waarop games kunnen helpen bij het verrijken van de bezoekerservaring. Ook voorafgaand, en na afloop van het bezoek aan de museum. De combinatie tussen on-site (in museum), on-line (het web) en off-site (mobiel) belevingen is een belangrijk onderzoeksthema. Deze innovaties raken niet alleen en technische, maar ook meer cognitieve, en maatschappelijke onderzoeksthema’s. Cultureel Erfgoed en Media & ICT. Het gaat hierbij om het bewaren, (digitaal) toegankelijk maken en exploiteren van mediaproducties. Flexibele toegankelijkheid is cruciaal teneinde te kunnen dienen als bron voor media historisch onderzoek en heeft een grote sociale waarde door reflectie op identiteit (mediawijsheid) mogelijk te maken. Audiovisueel erfgoed is van grote financiële waarde gezien de auteursrechten die op werken berusten. Eerder geproduceerde content staat aan de basis van nieuwe producten) en diensten. Binnen Media & ICT wordt met name aandacht besteedt aan het ontwikkelen van nieuwe van cross-mediale diensten gebruikmakend van beschikbare data voor bijvoorbeeld educatieve toepassingen en uitgifteformats op uiteenlopende platforms (interactieve televisie, web-tv, second screen). Er is fundamenteel en toegepast onderzoek nodig aangaande automatische annotatie van grote hoeveelheden bronnen, het contextualiseren van collecties door ze op een slimme manier te verbinden met uiteenlopende externe bronnen. Cultureel Erfgoed en Built Environment, Architecture & Urbanism (BEAU). Nederland kent een rijke historie aangaande architectuur, stedelijke vernieuwing, ruimtelijke ordening en landschapsarchitectuur. Ook is veel kennis aangaande duurzaam beheer van onroerend erfgoed. Musea als het NAi werken aan actieve manieren kennis over architectuur naar een breed publiek over te brengen. Binnen ABE is het thema cultureel erfgoed op twee plaatsen ingebed: Dutch design culture export en The Cutting Edge programme . In beide gevallen is het op een betekenisvolle manier bijeen brengen van bestaande kennis van groot belang. Er zal onderzoek gedaan worden naar innovatieve visualisatietechnieken van objecten en landschappen, onder meer door gebruik te maken van 3D modelering en Augmented Reality. Thema’s als monumentenzorg en de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland zullen ook vanuit de geesteswetenschappen bestudeerd worden. Cultureel Erfgoed en Next Fashion. Mode-erfgoed wordt door verschillende musea beheerd, ook is er een groot historisch bewustzijn binnen de mode industrie. Het online toegankelijk maken en het maken van verbindingen tussen collecties is een belangrijk thema binnen Next fashion. Twee initiatieven staan hierbij gedurende looptijd van het innovatiecontract centraal:
12
[1] Modehuis.nl - hier komen uiteenlopende collecties met gedigitaliseerd mode-erfgoed centraal toegankelijk gemaakt worden de deelnemende musea zijn: Amsterdam Museum, Centraal Museum, Fries Museum, Museum Rotterdam, Paleis Het Loo Nationaal Museum en het Rijksmuseum. Opzet is om de site via participatie aantrekkelijk te maken voor een zo groot mogelijke doelgroep. [2] Modekern Arnhem - een regionaal ingebed initiatief met een landelijke en internationale uitstraling dat zich concentreert op het verzamelen van de archieven (‘lookbooks’, flyers, uitnodigingen, foto's, patronen) van de belangrijkste Nederlandse modeontwerpers. Initiatiefnemers zijn ArtEZ hogeschool voor de kunsten, Museum voor Moderne Kunst Arnhem, het Gelders Archief en Premsela, Nederlands Instituut voor Design en Mode. Binnen Next Fashion/modekern wordt onderzoek gedaan naar de manier waarop online archieven het beste toegankelijk gemaakt worden, te denken valt aan inzichtelijk maken van verbindingen tussen ontwerpers en ontwerpen, stadia in het productieproces en de hele visuele communicatie van een merk etc. Ook zullen er online educatieve programma's voor deze site worden ontwikkeld die voor VO en MBO aantrekkelijk zijn. Verder is er, bij beide projecten gezien de heel specifieke technische vraagstukken, onderzoek nodig voor het digitaliseren van mode-collecties. De ambitie van Premsela is om beide initiatieven op termijn onder een portal onder te brengen. 3.4
Implementatie en instrumentarium
Het onderzoekskader zal begin 2012 verder worden uitgewerkt en toegespitst, daarbij gebruikmakend van de volgende mix van instrumenten: fundamenteel vraaggestuurd onderzoek, toegepast onderzoek, activiteiten gericht op kennisbenutting en regelingen gericht op stimulering van innovatie gericht op publieksbereik. Hieronder volgt een eerste uitwerking van de onderdelen van deze mix. Fundamenteel vraaggestuurd onderzoek - NWO Het financieren van excellent wetenschappelijk onderzoek in multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s vanuit een nationaal en internationaal perspectief, waarbij publieke en private partijen samen investeren in kennisopbouw en valorisatie. Een internationale inbedding is cruciaal om de sector effectief te laten profiteren van internationale netwerken. Belangrijk aspect is daarnaast dat via NWO alle relevante wetenschapsdomeinen, van ICT tot humaniora, kunnen worden bereikt. Er kan hierbij voortgebouwd worden op bestaande programma’s en nieuwe initiatieven, zoals: •
CATCH Programma / Digging into data
•
Science4arts
•
Joint Programming Initiative Cultural Heritage and Global Change
Daarnaast kunnen in de komende jaren ook projecten vanuit bestaande subsidieinstrumenten, zoals de Vrije Competitie en de Vernieuwingsimpuls, toegerekend worden aan het innovatiecontract. Toegepast onderzoek – bestaande regelingen Naast fundamenteel vraaggestuurd onderzoek zal ook toegepast onderzoek uitgevoerd worden dat een bijdrage levert aan de hierboven geformuleerde programmalijnen. Hogescholen zullen ism met bedrijven en instellingen concrete innovatievragen definiëren en oplossen. Bij TNO zal de focus liggen op onderzoek naar alternatieve business- en verdienmodellen, in lijn met het lopende BMICE programma. Een ander belangrijk onderzoeksdomein is het gebruik van cultureel erfgoed in relatie tot nieuwe media. De erfgoedsector zit midden in een overgangsfase van aanbodgericht naar vraaggericht werken. De principes van open innovatie zijn hierbij van groot belang, maar er is binnen de erfgoedsector nog weinig kennis aanwezig over de werking van open innovatie ten gevolge van een gebrek aan inzicht in gebruikersgedrag en -wensen. Er zal hierbij gebruik gemaakt worden van bestaande regelingen, zoals: •
RAAK
•
TNO Co-financieringsregeling
Kennisbenutting –OCW, NWO, bedrijfsleven en cultureel erfgoedinstellingen
13
Binnen al het door NWO gefinancierde onderzoek heeft Kennisbenutting een belangrijke plaats. De deelnemers van de afzonderlijke projecten stellen een kennisbenuttingsplan op. Daarnaast worden binnen de algemene middelen van de multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s gelden gereserveerd om actief in te zetten op het geschikt en toepasbaar maken van de onderzoeksresultaten samen met en in de praktijk van instellingen in erfgoed en creatieve industrie. Alle stakeholders, inclusief bedrijfsleven en het cultureel erfgoedveld, zullen een aanzienlijke financiële bijdrage leveren aan de projectorganisatie die de kennistransfer tussen onderzoek en beroepspraktijk stimuleert. Een van de lopende programma’s aangaande kennisbenutting binnen de cultureel erfgoedsector is CATCHplus. Dit programma is er in geslaagd resultaten van fundamenteel vraaggestuurd onderzoek op een efficiënte en duurzame wijze te verankeren in werkprocessen van instellingen. Ook zorgt CATCHplus voor regie bij de bouw en institutionele verankering van gemeenschappelijke diensten CATCHplus heeft tot juni 2012 financiering. Begin 2012 vindt een evaluatie plaats (door CATCHplus stuurgroep alsmede de subsidieverstrekkers PRIMA en NWO) en wordt onderzocht in welke vorm activiteiten het beste ondersteund kunnen worden. Op het gebied van de monumentenzorg en restauratie is er een sterke kennistransfer onder andere via de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, maar ook via het RMIT instituut bij de TUDelft, en via de Universiteiten van Utrecht en Amsterdam, naar de architecten- en restauratiepraktijk. Ook het Nederlands Architectuur Instituut treedt op als (internationale) matchmaker tussen architectonische en stedenbouwkundige vraagstelling en de architectenpraktijk waarbij het zogenaamd 'ontwerpend onderzoek' een belangrijke rol speelt. Van oudsher vindt de conservering en restauratie van kunstobjecten, boeken en archieven plaats door gespecialiseerde bedrijven. Hierbij vormen de Reinwardt academie (het opleidingsinstituut voor museummedewerkers) en universitaire opleidingen in de kunsten en media, RCE en gespecialiseerde conserverings- en restauratiebedrijven de driehoek tot samenwerking. Mogelijke regelingen: •
PRIMA
•
Binnen reguliere programma’s van RCE en Reinwardt academie
Fundamenteel/toegepast onderzoek – EC financiering Het lopende Europese FP7 Kaderprogramma’s voor ICT alsmede Horizon2020 bieden mogelijkheden voor financiering van fundamenteel en toegepast onderzoek rondom het thema ‘Digital Libraries’. Binnen Horizon 2020 zijn naar verwachting ook mogelijkheden voor het JPI. Daarnaast is er het ICT-PSP programma, dat met name gericht is op het ontwikkelen van innovatieve diensten met een ICT component. Het HERA programma stimuleert Geesteswetenschappelijk onderzoek in de breedte. AgentschapNL biedt ondersteuning bij het zoeken naar partners en bij het opstellen van projectvoorstellen, onder meer door deze voor indiening te reviewen. Mogelijke regelingen: •
FP7
•
Horizon2020 (vanaf 2014)
•
Humanities in the European Research Area
•
Cost
•
Eurostars
Innovatieregeling cultureel erfgoed en creatieve industrie – EL&I Deze nieuw te concipiëren regeling is van cruciaal belang om kansen die voortkomen uit het topsectorenbeleid te verzilveren. De Cultureel Erfgoed sector zal tenminste 40% van de investering dragen. Deze regeling richt zich op het vergroten van het gebruik van de collecties en (daarmee) het realiseren van een breder bereik van cultureel erfgoed voor het publiek. Deze regeling moeten leiden door een meetbaar grotere waardecreatie van cultureel erfgoed binnen onderzoek, onderwijs, toerisme
14
en de vernieuwde publieke ruimte. Kennisdisseminatie is van groot belang. Net als voorheen bij de OCWregeling Digitaliseren met Beleid geldt een toetsingskader dat technologische, financiële en organisatorische duurzaamheid garandeert. Er wordt expliciet gekeken naar mogelijkheden voor samenwerking en netwerkvorming met andere domeinen binnen de Creatieve Industrie. Zo wordt een klimaat gecreëerd voor nieuwe kennis, producten of diensten die direct bijdragen aan de professionalisering van de deelnemende instellingen, de opbouw van de Digitale Collectie Nederland en de aansluiting bij Europeana. Het is van belang hierbij ook de innovatieve kracht die vaak bij middelgrote en kleine erfgoedinstellingen aanwezig is, recht te doen.
15
4.
Begroting
2012
2013
2014
2015
2016
OCW/EL&I
1,2
1,2
1,2
1,2
1,2
EC
4
4
4,5
4,6
4,6
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5
1,3
1,1
0,7
0,4
0,985
0,995
0,96
0,78
0,415
0,9
0,9
0,9
0,9
0,9
0,4
0,8
1,2
1,2
3,185
3,395
3,36
3,28
2,515
0,7
0,7
0,7
0,7
0,7
TNO
0,125
0,125
0,125
0,125
0,125
erfgoedinstellingen
1,2
1,4
1,6
2,1
1,9
bedrijfsleven
0,5
0,7
0,9
1,2
1,3
lokale/regionale overheden
0,6
0,9
1,2
1,5
1,4
totaal
14,01
14,92
16,085
17,205
16,24
2012
2013
2014
2015
2016
Fundamenteel
4,885
5,095
5,56
5,58
4,815
Toegepast
5,625
5,625
5,625
5,625
5,625
Valorisatie
2,3
3
3,7
4,8
4,6
Innovatieregelingen
1,2
1,2
1,2
1,2
1,2
14,01
14,92
16,085
17,205
16,24
HBO
6
NWO *CATCH/CATCH+
7
8
* Science4Arts
*Vrije competitie/VI
9
*nieuwe programma('s) JPI Totaal NWO KNAW
10
6
Inschatting op basis van projecten op terrein van Cultureel Erfgoed in het kader van de Raak subsidieregeling. 7 Reeds gecommitteerd 8 Reeds gecommitteerd 9 Dit is een inschatting op basis van de gelden die in de afgelopen jaren per jaar zijn uitgezet in de vernieuwingsimpuls en de vrije competitie. 10 De KNAW streeft ernaar in totaal M€2 jaarlijks in te zetten op de creatieve industrie. Het gaat daarbij om middelen die bij de instituten reeds zijn ingezet voor projecten die aansluiten bij Creatieve Industrie. Gegeven de aard van dat onderzoek zal een groot deel terecht moeten komen in de verbinding van cultureel erfgoed met Media & ICT en met Gaming. In de begrotingen van de innovatienetwerken Media & ICT en Gaming zijn daarvoor respectievelijk jaarlijks M€0,7 en M€0,6 gereserveerd. De resterende M€0,7 is in deze begroting opgenomen.
16
Bijlage 1: overzicht lopende projecten en initiatieven Deze bijlage biedt een eerste rudimentair overzicht van de lopende projecten en initiatieven en is tot stand gekomen na consultatie van de betrokken stakeholders. Hierbij wordt in indeling aangehouden van: Domein-overstijgende projecten Domein: museaal erfgoed Domein: tekstueel erfgoed Domein: audiovisueel erfgoed Domein: archeologisch erfgoed Domein: landschap en gebouwde omgeving Domein: immaterieel erfgoed In de komende periode zal dit overzicht worden aangevuld en verder gestructureerd worden. Domein-overstijgende projecten Digitale Collectie in Europeana. Het project ‘Digitale Collectie in Europeana’ stimuleert de aanwezigheid van Nederlands erfgoed in Europeana. Er wordt gebouwd aan een centrale aggregator waarbinnen een grote hoeveelheid content uit Nederlandse erfgoedinstellingen bijeen gebracht worden, en doorgestuurd worden aan Europeana. CATCHplus. Het belangrijkste doel van CATCHPlus is het verzilveren van onderzoeksresultaten tot bruikbare tools en diensten voor de hele Nederlandse erfgoedsector. Deze software leidt tot betere ontsluiting en grotere toegankelijkheid van collecties van erfgoedinstellingen. Door de unieke samenwerking tussen grote erfgoedinstellingen, universiteiten en bedrijfsleven die in CATCHPlus plaatsvindt, ontstaat een nieuw knooppunt tussen ICT en erfgoed. Recentelijk is het COMMIT programma van start gegaan, een M€ 50 investering in ICT onderzoek. Een van de sub-projecten binnen commit is het project SEALINCMedia (Socially enriched access to cultural media) waarbij toegang tot multimedia content van uiteenlopende erfgoedcollecties centraal staat. Domein: museaal erfgoed Voor het museale erfgoed vindt ook innovatie plaats op het gebied van de conservering en restauratie van objecten. Een nieuw programma dat zich hiermee bezig houdt betreft het NWO-programma Science4Arts waarin de samenwerking tussen de restaurator, de conservator, de geesteswetenschapper, de natuurwetenschapper, de scheikundige en de informaticus centraal staat. Met dit programma en deze integrale aanpak lopen we als Nederland voorop in de museumwereld. Nederlandse musea en erfgoedinstellingen vervullen internationaal gezien een voortrekkersrol op het gebied van de vernieuwing in theorie en praktijk van de conservering van nieuwe soorten kunst zoals installaties, performance en nieuwe mediakunst (SBMK, Modern Art: Who Cares?; INCCA, Inside Installations; NIMK, Inside Movement Knowledge), Op dit moment zijn er door NWO gefinancierde programma's actief waarin erfgoedinstellingen samenwerken met nationale en internationale universiteiten om uitgangspunten en gevolgen van conserverings- en documentatiestrategieën te onderzoeken. Tenslotte biedt de samenwerking van musea met bedrijven, die analytische apparatuur ontwikkelen, die gebruikt worden om antwoorden te kunnen geven op conserveringsvraagstukken, een innovatie-impuls aan dezelfde bedrijven. Het betreft hier vaak zeer waardevolle erfgoedobjecten, waardoor de eisen aan de analyse apparatuur heel hoog zijn. Het moet bij voorkeur heel nauwkeurig zijn, kunnen werken met minieme hoeveelheden en complexe mengsels, bij voorkeur niet destructief, of microdestructief,
17
apparatuur moet naar een object kunnen worden gebracht, mobiel zijn, en tenslotte met verouderingseffecten kunnen omgaan. Er is een grote behoefte aan innovatieve technieken om collectiegegevens van archiefinstellingen en musea onderling en aan publiek inzichtelijk te maken. Het verbinden van museale en archivistische (collectie)beschrijvingssystemen baant de weg voor betekenisvolle ontsluiting van archieven en collecties, en het benutten ervan door publiek. Een basis hiervoor is gelegd met het Nationaal Design Archief, waarmee Premsela, het (Nederlands Instituut voor Design en Mode, ) het verspreide erfgoed vormgeving en mode centraal registreert, in samenwerking met het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) en met lokale en regionale archieven en musea. V-MUST.net is een Europees kennisnetwerk op het gebied van virtuele collecties. Het network of Excellence zal de komende vier jaar meer inhoudelijke virtuele toepassingen ontwikkelen en zich daarbij focussen op interactiviteit en belevenis. Dit gebeurt aan de hand van een grondige evaluatie van bestaande on-line en on-site applicaties. Digitale Museale Collectie Nederland (DiMCoN). Hier komen uiteenlopende collecties samen uit architectuur en museale domein. DOMCoN wordt ok verbonden met het project Digitale Collectie in Europeana. Binnen natuurhistorische musea zijn recentelijk vernieuwingsprojecten gelanceerd. Zo werkt Naturalis aan een nieuw centrum voor kunst, wetenschap en bedrijfsleven onder de werktitel Naturalis ++. Een van de onderwerpen die daar een vaste plek krijgt is bio-art: kunst, geïnspireerd door of met gebruikmaking van levend materiaal. Een ander initiatief is Biomimicry Nederland, die ontwerpen ‘naar de natuur’ stimuleren. Domein: tekstueel erfgoed Voor geesteswetenschappelijk onderzoek op gebieden als geschiedenis, letterkunde en taalkunde is deze categorie van groot belang. Door onderzoeksinstellingen wordt nu reeds op grote schaal samengewerkt met erfgoedinstellingen als de Koninklijke Bibliotheek, de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, en Beeld en Geluid. In het kader van ESFRI (European Strategy Forum on Research Infrastructures) zijn er programma's op het terrein van Humanities waarin wordt gewerkt aan internationale infrastructuren, zoals CLARIN, DARIAH (beide op de 'roadmap') en CLARIAH (ingediend voor de roadmap), waarbij verrijking van data en interoperabliteit centrale thema's zijn. Belangrijke samenwerkingsverbanden op dit gebied zijn bijv.: •
E-Depot. Implementatie van een gemeenschappelijk e-Depot voor de Regionale Historische Centra (RHC’s) en het Nationaal Archief. In zijn Archiefvisie (juni 2011) meldt staatssecretaris Zijlstra dat hij een gemeenschappelijke toegang tot de archiefcollectie NL voorstaat, met aansluiting op Europeana
•
Rediscovering Landscape, Building a spatial data infrastructure for scientific research of the history and heritage of the Dutch landscape"
•
Het Nationaal Design Archief (NDA) beoogt de archieven en collecties van vormgevers virtueel bijeen te brengen in een centrale registratie Deze zijn verspreid over het land bij musea, archieven en particulieren. Het basisinstrument is het Centraal Register Vormgevingsarchieven, een samenwerkingsverband van Premsela, het Nederlands Instituut voor Design en Mode en RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie), dat wordt uitgebreid met museale vormgevingscollecties om een totaal overzicht te geven op het Nederlands design erfgoed aan de sector en het publiek.
•
Genlias en WieIsWie zijn grootschalige projecten die persoongebonden informatie uit samenwerkende erfgoedinstellingen (archiefbewaarplaatsen en andere instellingen) via een gedeelde portal beschikbaar stellen voor historisch en genealogisch onderzoek. In Genlias worden door vrijwilligers (crowdsourcing) en de samenwerkende archiefbewaarplaatsen
18
miljoenen persoonsgegevens gedigitaliseerd, dit gaat om handgeschreven akten die niet machine leesbaar zijn. Meer dan twintig erfgoedinstellingen werken aan het project van WieWasWie samen, de dagelijkse uitvoer ligt in handen van projectbureau STAP. •
De omvang van regionale projecten is kleiner dan de landelijke programma's, maar de economische impact is van groot belang. Het Groningse TARGET project (M€ 16,6) omvat naast een aantal andere toepassingen op het gebied van astronomie en bioinformatica een belangrijk onderdeel (een derde deel) betreffende de digitalisatie en ontsluiting van grote handgeschreven collecties van het Nationaal Archief, de Groninger Archieven, Gelders Archief en het Leuvens Stadsarchief. De collectie zal uiteindelijk tachtigduizend handgeschreven pagina's omvatten. Dit project leidt nu al, in het tweede jaar van uitvoering, tot valorisatie en concrete spin-off projecten. Looptijd: tot eind 2014
•
Early Dutch Books Online dat full-text toegang geeft tot meer dan twee miljoen bladzijden in 10.000 boeken uit het Nederlandse taalgebied uit de periode 1781-1800.
•
Nederlab dat beoogt een representatief en goed doorzoekbaar digitaal corpus te ontwikkelen van Nederlandse teksten vanaf de achtste eeuw.
•
Sailing Letters, een consortium van erfgoedinstellingen en kennisinstellingen (o.a. KB, Huygens/ING, Nationaal Archief, Meertens Instituut, Brill NV) die o.a. met behulp van crowdsourcing technieken een bijzondere collectie zeventiende-eeuwse en achtiende-eeuwse brieven digitaal beschikbaar gaan maken, voor wetenschap en voor het publiek.
•
Circulation of Knowledge and Learned Practices in the 17th-century Dutch Republic. A Webbased Humanities’ Collaboratory on Correspondences. Een samenvwerkingsproject tussen Huygens/ING, Descartes Centre (Universiteit Utrecht), Universiteit van Amsterdam (afdeling historische letterkunde), Koninklijke Bibliotheek, DANS en de Virtual Knowledge Studio (VKS).
•
The riddle of literary quality (KNAW eHumanities; conducted by Huygens-ING, Fryske Akademy and the Universiteit van Amsterdam) waarin nieuwe technieken worden ontwikkeld om literaire kwaliteit te helpen vaststellen.
•
Elaborate: Een Huygens/INGproject met als doel het ontwikkelen van software die tekstwetenschappers in staat stelt een online collaboratory op te zetten http://www.huygens.knaw.nl/elaborate/
•
Metamorfoze: het Nationaal Programma voor het Behoud van het Papieren Erfgoed, een samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Bibliotheek en het Nationaal Archief. Het programma is een initiatief van het Ministerie van OCW.
•
Een aantal Catch-projecten, zoals Scratch4All (handschriftherkenning), CHoral (spraakherkenning) and Stitch (semantische interoperabiliteit).
Al deze projecten hebben te maken met grote hoeveelheden data ('big data'), het toevoegen van gestandaardiseerde metadata en andere vormen van verrijking, interoperabiliteit, en conservering/ behoud van data en tools (sustainability). Technische innovatie, gebruikersinnovatie (bijv. de ontwikkeling van crowd-sourcing als instrument) in samenwerking met het bedrijfsleven (business innovation) zijn hierbij van groot belang om te komen tot goede, betrouwbare, publieksvriendelijke en duurzame producten rond het cultureel erfgoed. Op een deel van dit gebied zijn ook de uitgevers actief die zich opnieuw moeten positioneren, rekening houdend met een digitale context. In dat kader staat bijvoorbeeld het project OAPEN (Open Access Publishing in European Networks: a collaborative initiative to develop and implement a sustainable Open Access publication model for academic books in the Humanities and Social Sciences): Nederland heeft de ambitie één van de meest concurrerende economieën in de wereld te zijn. Een bijkans drempelloze toegang tot wetenschappelijke publicaties en data draagt wezenlijk bij aan de excellente onderzoeksomgeving waarin het mogelijk is vernieuwend onderzoek te doen. Een dergelijke omgeving is een essentiële voorwaarde om deze ambitie te verwezenlijken. Voor het bereiken van een zo groot mogelijke
19
maatschappelijke benutting van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek is het bovendien van belang dat niet alleen wetenschappers, maar ook burgers directe toegang krijgen tot wetenschappelijke publicaties. Van een andere orde is het project dat Premsela thans in samenwerking met de kennissector (VU-Design Cultures, ArtEZ) en verschillende uitgevers opzet. De kern van het Premsela Press-project is gelegen in het feit dat fundamenteel en contextueel onderzoek naar onderdelen uit de designgeschiedenis neerslaan in een reeks designstories. NAi-uitgevers treedt op als partner in dit project. Bouwend op de resultaten die inmiddels geboekt zijn met de positionering van Nederland als centrale spil in de innovaties rond tekst en beeld, is de ambitie ontstaan om deze voorsprong te benutten (Impact, Target projecten). Het is nu bijvoorbeeld mogelijk en wenselijk om in Nederland een Europese 'repository' te ontwikkelen voor schriftherkenning (handgeschreven en drukletters), met catalogi van lettervormen in de verschillende historische periodes, voor verschillende Europese geografische regio's, de (automatische) categorisatie van sierinitialen en de datering van documenten. De ontsluiting van historisch tekstmateriaal (scheepsjournalen) is al van groot belang gebleken voor klimaatonderzoek. Het is te verwachten dat op
diverse andere inhoudelijke gebieden nog veel meer te halen is, ook in
economische zin. Domein: audiovisueel erfgoed Dit domein heeft vele raakvlakken met tekstuele erfgoed, en de collecties maken onderdeel uit van eerder genoemde netwerken als CLARIN en Europeana. Specifieke technische uitdagingen voor het toegankelijk maken van audiovisueel erfgoed zijn de grote omvang van de bestanden, de vele soorten dragers en de eis om tijd gerelateerde metadata toe te voegen. Een uitdaging blijft het beheer van auteursrechten. Door de connectie met omroepen ne de vraag van het algemene publiek is het bereik van audiovisueel erfgoed groot. Grote spelers zijn Beeld en Geluid en Eye. Maar ook het NIAF, het NiMK, de regionale omroepen, en regionale en lokale archieven hebben aanzienlijke collecties audiovisuele content. Een selectie relevante projecten: •
Beelden voor de Toekomst: In totaal worden binnen dit project 91.183 uur video, 22.086 uur film, 98.734 uur audio en 2,5 miljoen foto’s uit de archieven van de instellingen gerestaureerd, geconserveerd, gedigitaliseerd en door middel van diensten toegankelijk gemaakt.
•
Het uitgangspunt voor dit project is een zo groot mogelijke beschikbaarheid van het audiovisuele materiaal voor de beoogde gebruikersgroepen (onderwijs, het brede publiek en de creatieve sector) te realiseren. Dit wordt bereikt door het ontwikkelen en aanbieden van innovatieve diensten en toepassingen.
•
Metadata Extraction Services zal een dienst ontwikkelen waarmee automatisch audiovisueel materiaal kan worden beschreven met metadata, waarbij gebruik zal worden gemaakt van spraakherkenning, full text retrieval, semantisch web en recommenation technologie.
•
Verteld Verleden is een project dat wordt gefinancierd in het kader van de subsidieregeling Digitalisering met Beleid. Doel van het project is om te laten zien hoe met behulp van moderne technologie interviewcollecties beter toegankelijk kunnen worden gemaakt. Uitgangspunt hierbij is dat het beheer van de collecties in handen blijft van de instellingen verspreid over Nederland.
•
Film in Nederland schetst een beeld van de ontwikkelingen in de Nederlandse filmgeschiedenis,
•
EUscreen is de Europeana domeinaggregator voor televisie erfgoed.
•
European Film Gateway is de Europeana domeinaggregator voor cinematografisch erfgoed
vanaf de eerste filmvertoning in Nederland (op 12 maart 1896).
Domein: archeologisch erfgoed Sinds de late jaren negentig is de archeologie in Nederland een florerende bedrijfstak geworden. Met de introductie van het verstoorder betaalt-principe en de integratie van archeologische onderzoek in de ruimtelijke ordening is de archeologie op fundamentele wijze van karakter veranderd. Deze vermaatschappelijking van de archeologie heeft intussen ook tot een groot publieksbereik geleid. Op het vlak van de digitale ontsluiting van gegevens is de archeologie een voorloper binnen de
20
geesteswetenschappen (ARCHIS en DANS-EDNA). Concurrentie zet aan tot de vroege adaptatie en innovatieve ontwikkeling van (semi)automatische vormen kartering, geografische informatiesystemen en 3D-modellering. Een recente evaluatie van de archeologische wetgeving maakt duidelijk dat op verschillende vlakken investeringen in nieuwe kennis en methoden en technieken nodig zijn in een streven naar een meer sobere en doelmatige vormgeving van behoud en onderzoek van archeologische resten. Hierbij is samenwerking tussen universiteiten, overheid en bedrijfsleven essentieel. NWO heeft in de afgelopen jaren met verschillende programma’s de ontwikkeling van de archeologie gesteund: Behoud Bodemarchief in Ontwikkeling, Oogst van Malta en Odyssee. Daarbij is het onder meer van belang de agenda voor architectuur en landschapsontwerp te koppelen aan de collectie opdracht van het NAi en de onderzoeksagenda van de verschillende TU’s en Universiteiten. Nederland heeft een belangrijke traditie van archeologisch onderzoek in het buitenland met name in het (oostelijke) Mediterrane gebied, Egypte en het Nabije Oosten, en bezit ook belangrijke aansprekende archeologische (studie)collecties. Het is zaak om onderzoek en collecties sterker te verbinden en nieuwe technologien te gebruiken om de geografische en culturele kloof met de herkomstlanden te overbruggen. Overige initiatieven: •
Het Netwerk Erfgoed en Ruimte verbindt wetenschappelijk onderzoek met kennisvraag vanuit het beleid en de (private) praktijk. De financiering van het netwerk - een voortzetting van het interuniversitaire onderwijsnetwerk Belvedere – reflecteert deze interactie en is afkomstig van ministeries (ELI, OCW en IenM), gelijk gematcht door de universiteiten VU, WUR en TUD. Het Netwerk schrijft momenteel een Nationale Onderzoeksagenda Erfgoed en Ruimte (gereed mid 2012), in samenwerking met vele partijen waaronder de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, ministeries, rijksadviseurs, de (programmaleiders) Visie Erfgoed en Ruimte en het Nationaal Programma Herbestemming. Ook decentrale overheden en erfgoedprofessionals bepalen mede de kennislacunes. De uitvoering van deze agenda is eveneens een co-productie.
•
Kennis voor Krachtige Steden: samenwerking tussen Nicis Institute, diverse universiteiten en steden: met projecten als ‘waardering van erfgoed’ (ism VU) en ‘verevening rond erfgoed’ (ism TU Twente.
•
CARARE staat voor Connecting Archaeology and Architecture. Het project is een aanvulling op Europeana, de Europese digitale bibliotheek. De digitale bibliotheek Europeana is tot nu toe ‘gevuld’ met materiaal uit archieven, bibliotheken en musea. Materiaal over monumenten, architectuur en archeologie ontbreekt echter nog. Via CARARE wordt dit gat met 2D en 3D materiaal gevuld.
Domein: landschap en gebouwde omgeving Van nieuwe creatieve industrie bestaat de verwachting dat het ook andere, nieuwe bedrijvigheid zal aantrekken. Als het gaat om een aantrekkelijk woon- en werkklimaat hebben andere aspecten van de gebouwde omgeving echter een bewezen track record: luxe winkels, cultuur, horeca én monumenten. In de laatste vijftien jaar is van de kant van de overheid 2,1 miljard - via subsidies en fiscale aftrek geïnvesteerd in de monumentenzorg. Met succes. Een restauratieachterstand van ca 40% in 1995 is teruggebracht naar minder dan 10%. Onze historische binnensteden staan er goed bij. De kamerbreed gedragen "Modernisering van de monumentenzorg" (MoMo) is bedoeld om deze verdienste te borgen. Dat vraagt om blijvende investeringen en de ontwikkeling van nieuwe kennis. Daarnaast probeert MoMo, inmiddels omgezet in de Visie Erfgoed en Ruimte (VER, welke nu voorligt in de Kamer), een antwoord te bieden op het omvangrijke probleem van functieverlies van veel monumentaal erfgoed: vooral boerderijen, kerken en industrieel erfgoed. In het kader van herbestemming wordt niet alleen gekeken naar de conversie naar woningen of appartementen maar ook naar veelal kleinschalige productie- en kantoorruimte. In veel gevallen blijken de monumentale complexen en de grote ruimtes een plaats te bieden aan clusters van kleinschalige, beginnende en innovatieve bedrijven die behoefte hebben aan een
21
combinatie van kantoor- en atelierruimtes. Deze vorm van gebruik blijkt vaak ook te kunnen fungeren als aanjager in het proces van herontwikkeling. De VER onderscheid ook de (potentiële) synergie tussen economie en bijvoorbeeld cultuurlandschap, bijvoorbeeld duurzaam toerisme rond werelderfgoed zoals Kinderdijk. Verder kan landschappelijk en gebouwd erfgoed bijdragen aan dreigende maatschappelijke problemen zoals klimaatverandering en energiecrisis, voortbouwend op een traditie van bijvoorbeeld inundatietechnieken en energieopwekking. Van huis uit heeft de erfgoedzorg een sterk ambachtelijk karakter. Het is niet overdreven om van bepaalde aspecten ervan te beweren dat ze teruggaan tot het middeleeuwse bouwambacht. De erfgoedzorger van vandaag wordt echter geconfronteerd met een reeks van problemen die vragen om een innovatieve aanpak waarbij geput wordt uit zowel het technische als het kunstzinnige domein. Het tegengaan van degradatie bij roerend en onroerend erfgoed is een voortdurend proces van trial and error waarin de 'sciences' een grote rol kunnen spelen. In het komende decennium moet er gezocht worden naar een combinatie van de klassieke uitgangspunten van de monumentenzorg en het realiseren van klimaat- en energieneutrale oplossingen (Duurzame monumentenzorg). Van een uitgesproken creatief karakter is ook de gewenste samenwerking tussen vastgoedontwikkeling en ontwerp enerzijds en de hierboven genoemde herbestemmingopgave anderzijds. In de huidige economische crisis is sprake van een enorme teruggang in de nieuwbouwopgave. Vooraanstaande architectenbureaus hebben zich al sterk op het terrein van herontwikkeling geprofileerd (Jo Coenen bijvoorbeeld). Nederland kan op dit vlak internationaal trendsettend worden. Binnen Europa lopen een aantal belangrijke projecten die een relatie hebben met landschap en gebouwd erfgoed, zoals de eerder genoemde CARARE en V-MUST. Domein: immaterieel erfgoed De Nederlandse overheid heeft de intentie om de UNESCO conventie voor het immaterieel erfgoed te ratificeren. Daarin wordt reeds samengewerkt door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE), het Nederlands Openluchtmuseum (NOM) en het Meertens Instituut. Ook op dit terrein is het van nationaal belang om samenwerkingsverbanden tussen erfgoedwereld, kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven verder vorm te geven in het kader van het innovatiecontract Creatieve Industrie. Er bestaan reeds verschillende vormen van samenwerking tussen kennisinstellingen en erfgoedinstellingen, waarbij wederom de rol van het ontwikkelen van een stabiele infrastructuur met goede interoperabiliteit in het kader van CLARIN, DARIAH en CLARIAH een cruciale factor is. Op dit gebied lopen enkele samenwerkingsprojecten zoals het eHumanities project Tunes & Tales (semantische interoperabiliteit, motiefherkenning), het door OCW gefinancierde Verteld Verleden, het CATCH-projecten Witchcraft (melodieherkenning), en de binnenkort startende projecten FACT (volksverhalen) en Cogitch (liederen). Ook de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is betrokken bij projecten om het immateriële erfgoed een nieuwe rol te geven in de samenleving door gebruik te maken van innovatieve technieken. In termen van onderzoek naar immaterieel erfgoed is het NWO programma Culturele Dynamiek een belangrijke bouwsteen. De dynamiserende rol van cultureel erfgoed voor de belevingswereld en de identiteit van personen, groepen en de nationale en internationale samenleving staat hierin centraal.
22
Bijlage 2: overzicht betrokkenen werktafel Cultureel Erfgoed Naam
Email-adres
Patricia Alkhoven (Meertens, Catch Plus)
[email protected]
Jos Bazelmans (RCE)
[email protected]
Voorzitter: Hans Bennis (Meertens Instituut)
[email protected]
Arjan den Boer (ab-c media)
[email protected]
Rens Bod (UvA)
[email protected]
Rene Dekker (Naturalis)
[email protected]
Dick van Dijk (Waag Society)
[email protected]
Gert-Jan van Dijk (TARGET HOLDING)
[email protected]
Paul Doorenbosch (KB, CATCH bestuur)
[email protected]
Peter Doorn (DANS)
[email protected]
Elske Gerritsen (NWO)
[email protected]
Pieter-Matthijs Gijsbers (Openluchtmuseum)
[email protected]
Louis Grijp (Meertens Instituut)
[email protected]
Anne van Grevestein (UvA)
[email protected]
Marlite Halbertsma (EUR)
[email protected]
Rob Hendriks (Rijksmuseum)
[email protected]
Rob van Hees (TU Delft)
[email protected]
Pieter Van Der Heijden (XPEX Experience Experts)
[email protected]
Manon Henzen (Openlucht Museum)
[email protected]
Jan van ’t Hof (RCE)
[email protected]
Wim Hupperetz (Allard Pierson Museum)
[email protected]
Edwin Jacobs (Centraal Museum)
[email protected]
Joks Janssen (WUR, netwerk Erfgoed en Ruimte)
'
[email protected]
Jaap Kamps (UvA)
[email protected]
Fred van Kan (Gelders Archief)
[email protected]
Jan Kolen (VU)
[email protected]
Frank Kresin (Waag Society)
[email protected]
Robert van Langh (Rijksmuseum)
[email protected]
Sonja de Leeuw (Universiteit Utrecht)
[email protected]
Inger Leemans (VU)
[email protected]
Susan Legene (VU)
[email protected]
Ronald Lenz (Waag Society) Leila Liberge (STAP)
[email protected] [email protected]
Mark Lindeman (Pictura)
[email protected]
Eric Luiten (TU Delft, netwerk Erfgoed en Ruimte)
[email protected]
Theo Meereboer (Stichting E30)
[email protected]
Marco de Niet (DEN)
[email protected]
Johan Oomen (Beeld en Geluid)
[email protected]
23
Janneke Ottens (RCE)
[email protected]
Robert Parthesius (Centrum Internationaal Erfgoed)
[email protected]
Els van der Plas (Premsela)
[email protected]
Eric Postma (Tilburg)
[email protected]
Hans Renes (VU/UU, Netwerk Erfgoed en Ruimte)
[email protected]
Dick Rijken (Steim)
[email protected]
Jan Rouwendal (VU)
[email protected]
Maarten Schenk (BRAIN)
[email protected]
Lambert Schomaker (RUG) Guus Schreiber (VU) Jaqueline Slats (NA)
[email protected] [email protected] [email protected]
Floor van Spaendonck (Virtueel Platform)
[email protected]
Paul Stork (Fabrique)
[email protected]
Jantje Steenhuis (GAR)
[email protected]
Eva Stegmeijer (NICIS/RCE)
[email protected]
Frank Strolenberg (RCE)
[email protected]
Eric Simon Thomas (Hypsos)
[email protected]
Renee vd Vall (UM)
[email protected]
Harry Verwayen (Europeana)
[email protected]
Harry van Vliet (Hogeschool Utrecht)
[email protected]
Paul Voogt (Naturalis)
[email protected]
Frank van Vree (UvA)
[email protected]
Saskia de Vries (AUP)
[email protected]
Daphne Wassink (Raad voor Cultuur met Creatieve industrie)
[email protected]
Wim Weijland (RMO)
[email protected]
Siebe van der Weide (Museumvereniging)
[email protected]
Willem Willems (Universiteit Leiden)
[email protected]
Erik Jan Zurcher (IISG)
[email protected]
24