INHOUD Blz. Voorwoord
2
Eindexamenreglement
3
1. Algemene bepalingen
4
2. Regeling van het eindexamen
6
3. Schoolexamen
6
4. Centraal examen
8
5. Overige bepalingen
10
Schoolexamen
14
Vak PTA
20
Bijlage 1: Reglement van orde
29
Bijlage 2: Examenregelement CIE/CSPE
30
Antwoordstrook
bijgevoegd
1
1. VOORWOORD
Maarssen, 19 september 2005
Geachte ouders/verzorgers, beste leerlingen, Dit is het reglement van het schoolexamen en het programma van toetsing en afsluiting voor de derde klas vmbo basisberoepsgerichte leerweg. Het reglement gaat in op alle zaken rond het schoolexamen, in het PTA staat per vak welke toetsen in een periode gegeven worden, welke praktische opdrachten en welke handelingen moeten worden uitgevoerd. Ook de wegingsfactor is opgenomen. Samen met de toetsen van komend jaar zal zo het eindcijfer van het schoolexamen worden berekend. Nieuw is het PTA-project. Het 3de leerjaar bevat 4 projectweken (periode 1,2,3 en 4). Het 4de leerjaar bevat 3 projectweken (periode 5,6 en 7). Deze projectweken moeten minimaal met een “voldoende” worden afgesloten. In de PTA-taakkaarten die de vakdocent per periode aan de leerlingen uitdeelt, staat wanneer dat nodig is- een toelichting of een nadere omschrijving van de stof. Ook krijgen leerlingen dan richtlijnen uitgedeeld waarin staat wat er precies verwacht wordt bij een handeling en bij praktische opdrachten. Tenslotte vraag ik uw aandacht voor de losse antwoordstrook die uiterlijk 26 september ingevuld weer ingeleverd moet worden. Namens alle docenten wens ik alle leerlingen een succesvol jaar toe.
H. Stollenwerck. Directeur
2
Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht
EINDEXAMENREGLEMENT Schooljaar 2005-2006
3
EINDEXAMENREGLEMENT 1.
Algemene bepalingen
1A
Begripsbepalingen
directeur:
de rector of de directeur van een van de scholen onder het bevoegd gezag van de stichting voor openbaar voortgezet onderwijs Utrecht
kandidaat:
een ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten
gecommitteerde:
een gecommitteerde in de zin van de wet, belast met het toezicht op het eindexamen of een deel daarvan
examinator:
degene die is belast met het geven van onderwijs in enig jaar waarover het schoolexamen zich uitstrekt, is examinator in dat jaar
examenstof:
de aan de kandidaat te stellen eisen
Eindexamenbesluit:
Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo
1B
Afnemen eindexamen
De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. De directeur wijst een van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. 1C
Indeling eindexamen
1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. 2. Het schoolexamen vwo en havo omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. 3. Het profielwerkstuk heeft betrekking op tenminste twee vakken, twee deelvakken of een vak en een deelvak. Deze vakken en deelvakken behoren tot het desbetreffende profieldeel, met dien verstande dat indien het betreft het profiel cultuur en maatschappij, tot deze vakken en deelvakken tevens worden gerekend Nederlandse taal en letterkunde en Engelse taal en letterkunde uit het gemeenschappelijk deel. 4. Het schoolexamen vmbo voor zover het betreft de theoretische leerweg, genoemd in artikel 10 van de wet, en de gemengde leerweg, genoemd in artikel 10d van de wet, omvat mede een sectorwerkstuk. De tweede volzin van het tweede lid is van overeenkomstige toepassing. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de leerling het onderwijs volgt.
4
1D
Onregelmatigheden
1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, c) het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, danwel ten overstaan van de staatsexamencommissie. 3. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. 4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur van een school voor voortgezet onderwijs in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. (zie tevens onder Overige bepalingen ‘Commissie van beroep’) Van de commissie van beroep mag de directeur geen deel uitmaken. In overeenstemming met artikel 30 a van de wet wordt het beroep binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk bij de commissie van beroep ingesteld. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie. 1E
Geheimhouding
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 2.
Regeling van het eindexamen 5
2A
Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting
1. Het bevoegd gezag stelt het examenreglement vast. De herkansingsregeling zoals vastgelegd in de nadere uitwerking van het examenreglement op schoolniveau wordt geacht deel uit te maken van het examenreglement. Ten aanzien van de herkansing wordt in elk geval bepaald, in welke gevallen een herkansing mogelijk is. 2. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks voor 1 oktober voor elke school of locatie een programma van toetsing en afsluiting vast. 3. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de directeur voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en verstrekt aan de kandidaten. 3.
Schoolexamen
3A
Schoolexamen
1. Het schoolexamen staat niet onder toezicht van door Onze Minister aan te wijzen gecommitteerden. 2. Voor een vak waarin geen centraal examen afgelegd wordt, bepaalt het bevoegd gezag het tijdstip waarop het schoolexamen aanvangt en het tijdstip waarop het schoolexamen wordt afgesloten. 3. Indien een kandidaat in een vak tevens centraal examen aflegt, stelt het bevoegd gezag de kandidaat in de gelegenheid het schoolexamen in het desbetreffende vak af te sluiten voor de aanvang van dat centraal examen. 3B
Mededeling cijfers schoolexamen
Voor de aanvang van het centraal examen deelt de directeur aan de kandidaat mee, voor zover van toepassing: a. welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen, b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, en c. de beoordeling van het profielwerkstuk of het sectorwerkstuk. 3C
Cijfer schoolexamen
1. Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. 2. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, worden de in het eerste lid genoemde cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. 3. In afwijking van het eerste lid, worden het deelvak culturele en kunstzinnige vorming 1 en het deelvak lichamelijke opvoeding 1 uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel, beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende deelvakken, zoals blijkend uit het examendossier. De eerste en tweede 6
volzin zijn van overeenkomstige toepassing op de kunstvakken en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elke leerweg. 4. In afwijking van het eerste lid wordt het profielwerkstuk beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’. Deze beoordeling geschiedt op de grondslag van het genoegzaam voltooien van het profielwerkstuk, zoals blijkend uit het examendossier. De eerste en tweede volzin zijn van overeenkomstige toepassing op het sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld door ten minste twee examinatoren die de kandidaat hebben begeleid bij de totstandkoming van het sectorwerkstuk.
3D
Herexamen schoolexamen vmbo
1. Het bevoegd gezag kan bepalen dat de kandidaat die eindexamen of deelexamen aflegt, voor één of meer vakken het schoolexamen waarin geen centraal examen wordt afgenomen, opnieuw kan afleggen, met dien verstande dat het bevoegd gezag dit recht in elk geval verleent voor het vak maatschappijleer behorend tot het gemeenschappelijk deel van de leerwegen, indien de kandidaat voor dat vak een eindcijfer heeft behaald lager dan 6. Het herexamen omvat door het bevoegd gezag aangegeven onderdelen van het examenprogramma. 2. Het bevoegd gezag stelt vast hoe het cijfer van het in het eerste lid bedoelde herexamen wordt bepaald. Het hoogste van de cijfers behaald bij het herexamen in een vak en bij het eerder afgelegde schoolexamen in dat vak geldt als het definitieve cijfer van het schoolexamen in dat vak. 3E
Examendossier
Het schoolexamen bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm. Het examendossier voor het vmbo omvat tevens de resultaten die de leerling heeft behaald voor de vakken, bedoeld in artikel 26g, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit WVO of artikel 26i, tweede lid, van dat besluit, voor zover in die vakken geen eindexamen is afgelegd. 4.
Centraal examen
4A
Tijdvakken Centraal examen
1. Het centraal examen voor de scholen voor voortgezet onderwijs kent een eerste, tweede en derde tijdvak. 2. Het eerste en tweede tijdvak worden afgenomen in het laatste leerjaar. 3. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door de staatsexamencommissie. 4. Onze Minister kan vakken aanwijzen waarin wegens het zeer geringe aantal kandidaten, het eindexamen in het tweede tijdvak eveneens wordt afgenomen door de staatsexamencommissie. 7
5. Bij toepassing van het derde of vierde lid, leveren de kandidaten de opgaven, de door hen gemaakte aantekeningen alsmede andere door hen gemaakte stukken in bij een van degenen die toezicht houden. De voorzitter van de staatsexamencommissie bepaalt, in welke gevallen wordt afgeweken van de eerste volzin, alsmede in welke gevallen en op welk tijdstip de opgaven, de aantekeningen en de andere stukken, bedoeld in die volzin, aan de kandidaten worden teruggegeven. 4B
Regels omtrent het centraal examen
1. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, uitgezonderd mededeling van door de Centrale Examencommissie vaststelling opgaven vastgestelde errata. 2. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. 3. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. 4C
Verhindering centraal examen
Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd bij een of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien.
4D
Uitslag, herkansing en diplomering
1. Eindcijfer Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 2. Vaststelling uitslag De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het gestelde in artikel 49 van het Eindexamenbesluit. 3. Uitslag 1. De kandidaat die eindexamen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien hij: a) voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of b) voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of c) voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, met 8
dien verstande dat het eindcijfer van het afdelingsvak of intrasectorale programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers. d) LWT-kandidaten moeten voor zowel Nederlands als het beroepsgerichte vak als eindcijfer tenminste het cijfer zes of hoger behalen. 2. In aanvulling op het eerste lid geldt tevens dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel en in de gemengde en de theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’ is behaald. 3. De kandidaat die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd indien hij: a) voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, b) voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 of 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, dan wel c) voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer een 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer een 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, met dien verstande dat van deze vakken waarvoor als eindcijfer 4 of 5 is behaald, niet meer dan één vak het profieldeel betreft. 4. In aanvulling op het derde lid geldt dat het profielwerkstuk, en bij scholen voor vwo en havo bovendien de deelvakken culturele en kunstzinnige vorming 1 en lichamelijke opvoeding 1 van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, moeten zijn beoordeeld als 'voldoende' of 'goed'. 5. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag is vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 van het Eindexamenbesluit bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid, van het Eindexamenbesluit geen toepassing vindt. 4. Herkansing centraal examen De kandidaat heeft voor een vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd het recht in het tweede tijdvak opnieuw dan wel alsnog deel te nemen aan het centraal examen. De kandidaat maakt zulks voor een door de directeur te bepalen dag en tijdstip schriftelijk bekend. 5
Overige bepalingen
5A
Afwijking wijze van examineren
1. De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een 9
kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a) het vak Nederlandse taal en letterkunde; b) het vak Nederlandse taal; c) enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. 3. De in het tweede lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. 4. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
5B
Bewaren examenwerk
1. Het werk van het centraal examen der kandidaten en de lijst, bedoeld in artikel 56 van het Eindexamenbesluit, worden gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de directeur, ter inzage voor belanghebbenden. 2. Een door de directeur en de secretaris van het eindexamen ondertekend exemplaar van de lijst, bedoeld in artikel 56 van het Eindexamenbesluit, wordt gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard. 3. De directeur draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school. 5C
Spreiding examen
1. Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het centraal examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daarop volgende schooljaar wordt afgelegd. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. 2. Het bevoegd gezag geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken centraal examen heeft afgelegd. 3. Artikel 51, eerste tot en met vierde lid, van het Eindexamenbesluit is ten aanzien van de kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid centraal examen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste 10
schooljaar ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het centraal examen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld. 4. Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de eindcijfers, behaald tot en met het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen, zendt het bevoegd gezag aan de inspectie een lijst waarop voor die kandidaat zijn vermeld de gegevens, genoemd in artikel 56, onderdelen a tot en met e, van het Eindexamenbesluit. 5. De directeur en de secretaris stellen op verzoek van de kandidaat de uitslag van het eindexamen reeds vast aan het einde van het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen of het gespreid schoolexamen, met overeenkomstige toepassing van artikel 49 van het Eindexamenbesluit.
5D
Commissie van beroep
1. De kandidaat, de gewezen kandidaat of, in geval van minderjarigheid, zijn ouders, voogden of verzorgers, zijn bevoegd beroep in te stellen bij de: Commissie van Beroep Eindexamens T.a.v. ambtelijk secretaris Postbus 1415 3500 BK UTRECHT 2. Het beroep kan worden ingesteld ter zake van de navolgende besluiten: a)
het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of zittingen van het schoolexamen of het centraal examen, c) het ongeldig verklaren van een of meer onderdelen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen,
meer
3. Niet ontvankelijk is het beroep wanneer het gaat om: a) b) c) d) e) f) g)
5E
de objectiviteit van de beoordeling; besluiten tot vaststelling van data of inhaaldata; besluiten tot vaststelling van de termijn, waarbinnen de uitslag bekend gemaakt wordt; de wijze van afnemen van het examen; besluiten tot vaststelling van het gewicht, dat aan de onderdelen van het schoolexamen moet worden toegekend; niet tijdig instellen van het beroep. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de schoolleider aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Slotbepaling
11
1. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de directeur. Hij/zij doet van de door hem genomen beslissing zo spoedig mogelijk melding aan de secretaris van het eindexamen. 2. Waar in dit reglement gelezen wordt ‘ouders’, kan onder bepaalde omstandigheden ook gelezen worden ‘verzorgers’. Bij meerderjarige en/of zelfstandig buiten het ouderlijk huis wonende leerlingen kan voor ‘ouders’ ook gelezen worden ‘de betreffende leerling’.
SCHOOLEXAMEN 1.0. OVERZICHT VAKKEN: 3 basisberoepsgerichte leerweg
VAK Nederlands Engels Wiskunde Economie Handel/administratie Maatschappijleer Kunstvakken 1 (CKV) LO
12
2.
HET SCHOOLEXAMEN
Wanneer begint het schoolexamen? Het schoolexamen begint in leerjaar 3 en wordt afgesloten na periode 7 in leerjaar 4. Daarna beginnen de Centrale Examens. De onderdelen in elk PTA mogen getoetst worden vanaf 22 september 2005 in leerjaar 3 en 4. Vanaf dat moment tellen alle hieruit voorkomende cijfers voor het examen mee. Het schoolexamen voor de vakken waarin geen centraal examen wordt afgelegd, moet uiterlijk één week voor het bekend worden van de uitslag, worden vastgesteld. Dat zijn de vakken Kunstvakken 1 (CKV), Lichamelijke Opvoeding en Maatschappijleer 1. 2.1
Praktische uitwerking
Waar en wanneer worden de PTA-onderdelen afgenomen? De onderdelen van het schoolexamen voor vmbo-kandidaten worden afgenomen tijdens de reguliere lesuren, tijdens een mogelijke repetitieweek (periode 4) en tijdens de projectweken . Mondelinge afsluitingen kunnen buiten de reguliere lessen vallen. Ook tijdens de verschillende soorten stages kunnen onderdelen van het PTA afgenomen en beoordeeld worden. Wat is een vak-PTA? Voor ieder vak wordt in het Programma van Toetsing en Afsluiting (= PTA) aangegeven: * periode waarin getoetst wordt * de omschrijving van de stof * exameneenheid * toetsnummer en toetsvorm * de lengte van de toets * eventuele herkansingsmogelijkheden * gewicht in % waarbij het totaal van het schoolexamen (leerjaar 3 + 4) 100% is Welke resultaten tellen wel mee en welke niet? In het PTA staan alleen die onderdelen die meetellen voor het schoolexamen. Daarnaast kunnen sommige vakken nog een aantal andere onderdelen toetsen, of van een onderdeel nog andere toetsen afnemen. Deze staan niet in het PTA en tellen dus niet mee voor het schoolexamen. Mag een leerling eenzelfde leerweg overdoen? Het overdoen van dezelfde leerweg van leerjaar 3 is niet mogelijk, met uitzondering van het volgende:
13
Sociaal-emotionele redenen en langdurig geoorloofd verzuim kunnen een reden zijn dat het derde leerjaar in dezelfde leerweg overgedaan kan/mag worden. Deze beslissing kan alleen genomen worden door de directeur. Voor deze leerling geldt het examenreglement en het PTA van het nieuwe schooljaar. Voor de vakken die deze leerling voldoende heeft afgesloten en waarvan de eisen gelijk zijn aan het voorgaande jaar, kan vrijstelling worden aangevraagd bij de directeur. Deze neemt hierover een besluit. Het is niet mogelijk (alleen na goedkeuring van het bevoegd gezag) om aan het einde van het schooljaar van leerweg te veranderen Het gezag bepaalt per vak welke onderdelen van het schoolexamen als afgerond beschouwd kunnen worden en welke nog afgerond moeten worden in het dan geldige PTA. Aan het einde van het derde leerjaar gemengde en theoretische leerweg wordt een examenpakket samengesteld. Wanneer mag ik een vak laten vallen? Voor de vakken die niet meegenomen worden in het examenpakket geldt dat ze afgesloten moeten worden in het 3de leerjaar met het volgend resultaat: • Het gemiddelde van deze vakken moet voldoende (6) zijn. • Als dit niet het geval is, moet de werkhouding zo geweest zijn, dat het behaalde resultaat het hoogst mogelijk is. Dit ter beoordeling van de vakdocenten die les gegeven hebben aan de desbetreffende leerling. De vakdocenten adviseert de directeur die uiteindelijk beslist. Deze beslissing wordt pas uitgevoerd wanneer de ouder/verzorger schriftelijke goedkeuring gegeven heeft voor het “laten vallen” van een vak. Afwijkingen van dit programma van toetsing en afsluiting kunnen alleen vastgesteld worden door de directeur.
Data In schooljaar 2005-2006 is de periode indeling als volgt:
Periode / Leerjaar
2.3
Van
Tot
Aantal lesweken
1 / lrjr 3 5 / ljr 4
Woensdag 24 augustus
Vrijdag 04 november
11
2 / ljr 3 6 / ljr 4
Maandag 07 november
Vrijdag 20 januari
11
3 / ljr 3 7 / ljr 4
Maandag 23 januari
Vrijdag 07 april
11
4 / ljr 3 8 / ljr 4
Maandag 10 april
Vrijdag 07 juli
13
Toets
Hieronder verstaan we alle mondelinge, schriftelijke en praktische proeven, werkstukken en practicum-proeven, stages die volgens de bijlagen per vak van deze regeling zijn aangemerkt als onderdeel van het schoolexamen. De proeven in een vak beslaan tezamen de stof waarover het schoolexamen zich volgens het eindexamenprogramma uitstrekt. Het aantal toetsen per dag is maximaal twee. 14
2.4
Mondelinge toets
De vakdocenten bepalen de tijdsduur. Aan een mondeling toets kan een voorbereiding voorafgaan om een voorgelegde tekst te bestuderen. Mondelinge toetsen kunnen buiten de reguliere lessen plaatsvinden. 2.5
Schriftelijke toetsen
De duur van deze toetsen wordt in het PTA per vak aangegeven. 2.6
Werkstukken
Het is mogelijk, dat de kandidaat een schriftelijk verslag dient te maken van een zelfstandig verricht onderzoek. Dit werkstuk kan een onderdeel van een mondeling toets zijn. 2.7 Vakoverstijgende P.T.A.’s Praktische opdrachten. In het derde en vierde leerjaar heeft de kandidaat de mogelijkheid een aantal praktische opdrachten uit te voeren die ieder minimaal 10 klokuren aan werktijd vergen. Deze mogelijkheden zijn terug te vinden in het PTA. Elke kandidaat moet er minimaal 2 uitvoeren. In de vorm van de arbeidsoriëntatie wordt minstens 10 klokuren besteed aan de voorbereiding, uitvoering en presentatie. Dit wordt vaak “stage” genoemd. De praktische opdracht dient met “ voldoende” of “goed” beoordeeld te kunnen worden. Het resultaat telt niet mee bij het schoolexamen, wel is een voldoende/goede beoordeling voorwaarde om aan het schriftelijk examen deel te nemen. 2.8
Afwezigheid (bij een deel) van het schoolexamen
Wat gebeurt er als een leerling te laat is bij een toets? De kandidaat dient er voor te zorgen dat hij/zij altijd bij een toets op tijd aanwezig is. Komt de kandidaat te laat, dan krijgt hij/zij geen extra tijd. Na aanvang van een luistertoets of een toets met gebruikmaking van een video krijgt de kandidaat geen toestemming het lokaal te betreden. Wat moet de ouder/verzorger doen als een leerling niet aanwezig kan zijn bij een toets? Als de kandidaat door wat voor reden ook niet aan een toets kan meedoen, laat de ouder/verzorger telefonisch of mondeling de teamleider onderwijs of diens plaatsvervanger zo snel mogelijk en in ieder geval vóór het begin van de toets waarschuwen. De kandidaat is zelf verantwoordelijk voor het tijdig melden (of laten melden) van ziekte e.d. tijdens de toetsperiode. Alle telefonische meldingen worden gecontroleerd! Wat moet je doen als je weer op school komt? Na terugkeer op school neemt de leerling binnen drie schooldagen een ondertekend briefje mee van de ouders of verzorgers van de kandidaat, waarin de reden van zijn afwezigheid genoemd staat en ook aangegeven is welke toets er gemist is (vak en toetsnummer). Deze brief dient bij de teamleider onderwijs ingeleverd te worden. Bij diens afwezigheid kan kan de brief ook persoonlijk overhandigd worden bij de mentor die de brief van inleverdatum voorziet en doorgeeft aan de teamleider. Mag je altijd een toets inhalen? De kandidaat mag een toets niet inhalen als hij/zij zich: • niet tijdig op de juiste wijze heeft afgemeld en • niet binnen drie schooldagen nadat hij/zij weer op school is gekomen, een brief van de ouders / verzorgers heeft ingeleverd. (Achteraf nog een brief inleveren heeft dus geen enkele zin!)
15
•
tijdens het verrichten van een opdracht fraude heeft gepleegd of er zich anderszins een door hem veroorzaakte onrechtmatigheid heeft voorgedaan. De beslissing ter zake wordt genomen door de directeur; deze hoort de betrokken kandidaat en de bij het afnemen van de opdracht aanwezig zijnde examinator(en), bijzitter(s) en / of surveillant (en). Wat moet de ouder/verzorger doen als hij/zij van te voren al weet dat een leerling niet aanwezig kan zijn bij een toets? Als een kandidaat om dwingende redenen, anders dan in geval van eigen ziekte, meent niet in staat te zijn deel te nemen aan één of meer zittingen van het schoolexamen, dan moet de kandidaat of zijn ouders of verzorgers, een verzoek tot uitstel met duidelijke redenen indienen bij de directeur. N.b. bij "dwingende" redenen wordt hier bijvoorbeeld gedacht aan een sterfgeval.
16
Wat is een inhaalkaart? Als de teamleider onderwijs de reden van verzuim accepteert, krijgt de kandidaat een inhaalkaart met datum waarmee hij / zij naar de vakdocent(e) moet gaan om een afspraak te maken voor het inhalen van de toets. Deze afspraak moet binnen 5 lesdagen gemaakt zijn. Mochten er zich problemen voordoen bij het maken van een afspraak voor het inhaalwerk, dan kan de kandidaat de hulp inroepen van de mentor of evt. de secretaris van het examen. 2 .9 Afwezig zonder geldige reden. Wat kunnen de consequenties zijn bij ongeoorloofde afwezigheid? Wanneer naar het oordeel van de directeur voor de afwezigheid van een kandidaat geen geldige reden bestaat, kan hij één van de onderstaande maatregelen nemen: • het toekennen van het cijfer 1.0 voor het gemiste examenonderdeel. • het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer zittingen van het schoolexamen. Voor de beroepsmogelijkheden wordt verwezen naar het Algemene deel én ad 2.16. 2.10 Niet tijdig inleveren van werkstukken, practicumverslagen e.d. Wat kunnen de consequenties zijn bij te laat inleveren van werkstukken etc.? Wanneer naar het oordeel van de directeur voor het niet tijdig (d.w.z. op het tijdstip dat in de PTA-taakkaart staat vermeld) inleveren van een boekverslag, practicumverslag, werkstuk e.d. geen geldige reden aanwezig is, kan hij één van de onderstaande maatregelen nemen: a. het toekennen van het cijfer 1.0 voor het gemiste examenonderdeel. b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer zittingen van het schoolexamen. 2.11 Herkansing van een onderdeel van het schoolexamen Hoeveel herkansingsmogelijkheden heeft de leerling per periode? Individuele herkansing: In elke periode 1 t/m 3 is er één herkansingsmogelijkheid. In periode 4 en 7 is er géén herkansingsmogelijkheid. In periode 5 en 6 zijn 2 herkansingsmogelijkheden mits ze van twee verschillende vakken zijn. In het PTA is aangegeven welke toetsen en praktische opdrachten herkanst kunnen worden. Groepsherkansing: Een vakgroep kan ter beoordeling van de directeur een verzoek indien voor een groepsherkansing. Voorwaarde is dat de gehele groep hiervoor in aanmerking komt. Wanneer moet de leerling aangeven welke herkansing hij/zij wil doen? Individuele herkansing: Indien de mogelijkheid tot herkansen bij een bepaald onderdeel aangegeven is, kan de kandidaat aangeven hiervoor in aanmerking te komen, binnen 10 lesdagen na beëindiging van de periode waarin de toets plaatsvond. Groepsherkansing: de vakdocent informeert betreffende groep en kandidaat geeft aan of hij in aanmerking wil komen. Wanneer worden de herkansingen afgenomen? Individuele herkansing: De herkansing vindt plaats uiterlijk in de derde lesweek van de nieuwe periode. Groepsherkansing: vakdocent bepaald in overleg met de betrokkenen. En als de herkansing een lager cijfer geeft? In geval van herkansing telt het hoogste cijfer. Wanneer bij de herkansing gefraudeerd wordt, dan wordt het cijfer een “1”
17
Kom een leerling altijd in aanmerking voor een individuele herkansing? Om gebruik te kunnen maken van het recht op herkansingsmogelijkheden moet een leerling: A Alle in het PTA genoemde handelingen van de periode waarover een herkansing wordt aangevraagd op de daar of in de PTA-taakkaart genoemde datum en tijdstip inleveren. B Eventuele onvoldoende uitgevoerde handelingen op het moment van aanvragen van de herkansing alsnog voldoende of goed uitgevoerd hebben. C In bijzondere gevallen kan de directeur uitstel geven. 2.12 Klachten over (een onderdeel van) het schoolexamen De leerling is het niet eens met bepaalde besluiten betreffende het schoolexamen. Wat kan hij/zij doen? A Geschillencommissie schoolexamen. Een kandidaat kan bezwaren maken tegen de gang van zaken tijdens het schoolexamen. B Hij/zij moet dit bezwaar door middel van een volledig ingevulde gestandaardiseerde brief (af te halen bij de administratie binnen 5 lesdagen na het betreffende voorval) schriftelijk bekend maken bij de 'Geschillencommissie Schoolexamen' in de persoon van dhr. B. van der Woude. Na deze 5 dagen is geen beroep meer mogelijk. Leerling en ouder/verzorger worden uitgenodigd door de Geschillencommissie. De commissie brengt een advies uit aan de directeur die uiteindelijk binnen één week een bindende uitspraak doet. De Geschillencommissie komt elke periode minimaal één keer bij elkaar. Deze commissie bestaat uit een * Docent * Secretaris examencommissie * Lid van de ouderraad 2.13 Het afnemen van de toetsen Aan welke regels moet een leerling zich houden tijdens het maken van een toets? Als bijlage is opgenomen een reglement van orde bij het afnemen van de toetsen en de instructies die de surveillanten hebben ontvangen. 2.14 Rapportage Hoe vaak krijgt de leerling een overzicht van de behaalde resultaten en kan de ouder/verzorger hierop nog reageren? A In het derde leerjaar zijn er vier momenten van rapportage over de behaalde resultaten, in leerjaar 4 zijn dat er drie. Hierin wordt ook de werkhouding van de leerling per vak weergegeven. De kandidaat zelf schrijft een commentaar (zelfreflexie). Door ondertekening van dit overzicht verklaart de wettelijke vertegenwoordiger zich akkoord met deze resultaten. Ook krijgt de wettelijke vertegenwoordiger een mogelijkheid om opmerkingen op deze rapportage te schrijven. Toetsen waarvoor alleen een cijfer gegeven is, worden daarna niet langer bewaard. B Na het afsluiten van het schoolexamen ontvangen de ouders c.q. de kandidaten een overzicht met de (gemiddelde) cijfers van het schoolexamen. 2.15 Beoordeling schoolexamen Om centraal examen te mogen doen, moet je een voldoende (of goede) beoordeling hebben gehad voor de volgende vakken:
18
* * *
3
Culturele en Kunstzinnige Vorming Lichamelijke opvoeding: het eindcijfer (of de eindbeoordeling) moet voldoende zijn! Maatschappijleer
CERTIFICAAT EN CIJFERLIJST
De directeur reikt aan de definitief voor het eindexamen v.m.b.o. afgewezen kandidaat die de school verlaat en die voor een of meer vakken van dat eindexamen een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, een certificaat uit, waarop - voor zover van toepassing - zijn vermeld: a. Het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald en b. Het thema van het sectorwerkstuk, voor zover beoordeeld met "goed" of "voldoende". De Minister stelt het model van het certificaat en de cijferlijst vast.
4
SLOTBEPALING
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de directeur. Hij voorziet zijn beslissing van een schriftelijke toelichting.
De dircteur,
De secretaris,
Dhr. J.H.J. Stollenwerck.
Dhr. B. van der Woude.
19
2005-2006
Programma van Toetsing en Afsluiting 3 VMBO Basisberoepsgerichte Leerweg
20
Schooljaar: 2005-2006 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Naam school: Vak : Leerweg: Methode:
Economisch College Maarssen Nederlands Basis Beroepsgerichte Leerweg Taallijnen
Periode Inhoud/ stofomschrijving Periode Toets hoofdstuk 1 1 Kijken en luisteren Fictie: boekverslag jeugdroman Schrijfvaardigheid
Exameneenheid Toetsnummer Toetsvorm Werktijd Herkansing Gewicht in % NE/K/2, 6, 7 1.1. S 60 min. Ja 5% NE/K/4 NE/K/8
1.2. 1.3.
S PO
Nee Nee
5% 5%
HO
60 min. 4 X 60 min. 60 min.
NE/K/7
1.4.
Nee
2.1.
S
60 min.
Ja
Naar behoren afgerond 5%
2.2.
M
10 min.
Nee
5%
2.3.
PO
60 min.
Nee
NE/K/7
2.4.
HO
60 min.
Nee
Periode Toets hoofdstuk 3 3 Leesvaardigheid Fictie: gedicht/ liedtekst Schrijfvaardigheid
NE/K/2, 6, 7
3.1.
S
60 min.
Ja
Naar behoren afgerond Naar behoren afgerond 5%
NE/K/6 NE/K/8
3.2. 3.3.
S PO
Nee Nee
5% 5%
NE/K/7
3.4.
HO
60 min. 3 X 60 min. 60 min.
Nee
Periode Toets hoofdstuk 4 4 Fictie: soapserie
NE/K/2, 6, 7
4.1.
S
60 min.
Nee
Naar behoren afgerond 5%
NE/K/8
4.2.
PO
Nee
5%
Spreekvaardigheid: NE/K/5 discussie
4.3.
M
3 X 60 min. 4 X 60 min.
Nee
Schrijfvaardigheid
4.4.
HO
Naar behoren afgerond Naar behoren afgerond
Periode Toets hoofdstuk 2 NE/K/2, 6, 7 2 Spreekvaardigheid: NE/K/5 presentatie Fictie: verhaal of NE/K/8 (foto)strip Schrijfvaardigheid
NE/K/7
21
60 min.
Nee
Schooljaar: 2005-2006 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Naam school: Vak : Leerweg: Methode:
Economisch College Maarssen Engels Basis Beroepsgerichte Leerweg Worldwide 3 vmbo
Inhoud/Stofomschrijving
Exameneenheid
Toetsnummer en toetsvorm
werktijd
Eng/K/3,4 Eng/K/2,3,4,6,7
1.1 1.2
S PO
50 min. 6 lesuren
J N
Eng/K/5,7
1.3
S
2 lesuren
N
Eng/K/1,3,7
1.4
S
3 lesuren
N
Periode 2 Schrijfvaardigheidstoets Leesverslag(en) (min. 100 p.) Kijkverslag Speelfilm of documentaire Wordfile part 2 (min. 50 woorden)
Eng/K/7 Eng/K/1,2,3,4,7
2.1 2.2
S S
55 min.
J N
Eng/K/5,7
2.3
S
2.5 uur
N
Eng/K/1,3,7
2.4
S
3 lesuren
N
Periode 3 Luistervaardigheidstoets Leesvaardigheidstoets Kijkverslag Speelfilm of documentaire Leesverslag(en) (min. 100 p.) Wordfile part 3 (min. 50 woorden
Eng/K/2,5 Eng/K/3,4 Eng/K/5,7
3.1 3.2 3.3
S S S
40 min. 50 min. 2.5 uur
N J N
Eng/K/1,2,3,4,7
3.4
S
Eng/K/1,3,7
3.5
S
3 lesuren
N
Periode 4 Project economie/engels
Eng/K/1,2,3,4,6, 7 Eng/K/1,2,6
4.1
PO
10 lesuren
N
O/V
4.2
M
10 min.
N
10%
Eng/K/1,3,7
4.3
S
3 lesuren
N
Eng/K/5,7
4.4
S
Naar behoren afgerond j/n Naar behoren afgerond j/n
Periode
Leerjaar 3 Periode 1 Leesvaardigheidstoets Project – performance (video of audio) Kijkverslag Speelfilm of documentaire Wordfile part 1 (min. 50 woorden)
Spreekvaardigheid over project economie/engels + boek- /kijkverslagen Wordfile part 4 (min. 50 woorden) Kijkverslag Speelfilm of documentaire
Herkansing j/n
N
N
TOTAAL Leerjaar 3
Gewicht in %
10% Naar behoren afgerond j/n Naar behoren afgerond j/n Naar behoren afgerond j/n 10% Naar behoren afgerond j/n Naar behoren afgerond j/n Naar behoren afgerond j/n 10% 10% Naar behoren afgerond j/n Naar behoren afgerond j/n Naar behoren afgerond j/n
50%
Verplicht aan te schaffen (tenzij reeds in bezit): - collegedictaatblok A4 voor ringband - woordenboek EN - woordenboek NE Aan vaardigheidstoetsen mag alleen worden deelgenomen als onderdelen van de periode zijn afgerond en per periode 2 hoofdstukken uit de lesmethode dienen te zijn afgerond en akkoord zijn bevonden.
22
Schooljaar: 2005-2006 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Naam school: Vak: Leerweg: Methode: Periode
Economisch College Maarssen Wiskunde Basis Beroepsgerichte Leerweg Getal & Ruimte delen 3B1 en 3B2
Inhoud/Stofomschrijving
Exameneenheid
Toetsnummer en toetsvorm
Werktijd
Herkansing ja/nee
Gewicht in %
Leerjaar 3
Periode 1
Inleiding Praktische Opdrachten en Handelingsopdrachten K1-2 t/m 6 + Handelingsopdracht (interview houden + verslag) Handelingsopdracht K4-1 t/m 2 (ICT-handelingsopdracht, te maken m.b.v. computer)
1.1
HO
2x60 min. Nee
1.2
HO
60 min.
Nee
1.3
S
50 min.
Ja
2.1
PO
2.2
S
K8
2.3
PO
3x 60 min. Nee
4%
K7-4
3.1
PO
3x60 min. Nee
4%
3.2
S
50 min.
8%
4.1
PO
4.2
S
Thema 1 Rekenen (incl. ICT) K5-2,4 Thema 2 Lineaire verbanden K4-1 t/m 6 (incl. ICT) Thema 3 Statistiek (incl. ICT) K7-1,2
periode 2
periode 3
periode 4
Praktische opdracht (keuze uit PO’s uit deel 3B1) Thema 4 Meetkunde (incl. ICT) Thema 5 Andere verbanden (incl. ICT) Geïntegreerde wiskundige activiteit (GWA) opdracht (= deel 3B1 GWA-opdracht) Thema 6 Kans en mogelijkheid: praktische opdracht Thema 7 Rekenen, meten en schatten (incl. ICT) Thema 8 Figuren, koers en route (incl. ICT: uitslagen)
Naar behoren afgerond Ja/nee Naar behoren afgerond Ja/nee
K2 en K3
8%
4x 60 min. Nee
6%
50 min.
8%
K6-1 Ja
K4-1 t/m 6
K5-1 t/m 4 Ja
K6-3
Geïntegreerde wiskundige activiteit (GWA) opdracht K8 (= deel 3B2 GWA-opdracht) Thema 9 Formule, tabel en K4-1 t/m 6 grafiek (incl. ICT) Thema 10 Meetkunde K6-1,2
3 x 60 min. Nee
4%
50 min.
8%
Nee
TOTAAL 50 % LEERJAAR 3
Bij de toets heb je nodig: passer 2 gewone
puntenslijper potloden
rekenmachine gum
geodriehoek 3 kleurpotloden (rood-blauw-groen)
23
Schooljaar: 2005-2006 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Naam school: Vak: Leerweg: Methode:
Periode
Economisch College Maarssen Economie Basis Beroepsgerichte Leerweg Praktische Economie: Handboek 3+4 BKGT; Werkboek VMBO- B-editie (Uitgeverij Malmberg)
Inhoud/Stofomschrijving
Exameneenheid
Toetsnummer en toetsvorm
Werktijd
Herkansing j/n
Gewicht in %
Leerjaar 3
periode 1
periode 2
periode 3
periode 4
Module 1 (Hoofdstuktoetsen) Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
EC/K/2 + EC/K/4 + EC/K/8
Module 1 (Hoofdstuktoetsen) Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
EC/K/2 + EC/K/4 + EC/K/8
Module 2 (Hoofdstuktoets) Hoofdstuk 5
EC/K/4
Praktische Opdrachten maximaal 10 uur
EC/K/2
Module 2 (Hoofdstuktoetsen) Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8
EC/K/4
Module 5 (Moduletoets) Hoofdstuk 17+ Hoofdstuk 18+ Hoofdstuk 19 en Hoofdstuk 20
EC/K/6
24
1.1 1.2
S S
60 min. 60 min.
Ja Ja
5 5
2.1 2.2
S S
60 min. 60 min.
Ja Ja
5 5
2.3
S
60 min.
Ja
5
2.4
PO
Max 600 min.
Nee
Naar behoren afgerond Ja/nee
3.1 3.2 3.3
S S S
60 min. 60 min. 60 min.
Ja Ja Ja
5 5 5
4.1
S
60 min.
Nee
10
TOTAAL LEERJAAR 3
50
Schooljaar: 2005-2006 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Naam school: Economisch College Maarssen Vak: Handel en Administratie Leerweg: Basisberoepsgericht Methode: Tendens, deel 1 Periode/datu m Inhoud/Stofomschrijving
Leerjaar3 periode 1 Oriëntatie
periode 2
Inkomende Goederen periode 3
Uitgaande Goederen periode 4
Verkopen
Exameneenhei Toetscod Werktijd Herkansing d e In min. j/n Toetsvor m
Gewicht in %
Professionele vaardigheden Accounting Bedrijfstheorie Bedrijfspraktijk
HA/K1/K2 HA/K9/K10 HA/K1/K8 HA/K1/K2/K4/ K8/K9/K10
1.1 VO 1.2 S 1.3 S 1.4 PO
60 120 240
N N J N
2 2 3 4
Professionele vaardigheden Accounting Bedrijfstheorie Bedrijfspraktijk
HA/K1/K2 HA/K9/K10 HA/K5 HA/K2/K4/K5/ K9
2.1 VO 2.2 S 2.3 S 2.4 PO
60 120 240
N N J N
2 2 3 4
Professionele vaardigheden Accounting Bedrijfstheorie Bedrijfspraktijk
HA/K1/K2 HA/K9/K10 HA/K6/K7 HA/K2/K4/K6/ K7/K9
3.1 VO 3.2 S 3.3 S 3.4 PO
60 120 240
N N J N
2 2 3 4
Professionele vaardigheden Accounting Bedrijfstheorie Bedrijfspraktijk
HA/K1/K2 HA/K9/K10 HA/K3/K8 HA/K2/K4/K6/ K7/K9
4.1 VO 4.2 S 4.3 S 4.4 PO
60 120 240
N N N N
2 2 3 6
TOTAAL LEERJAAR 3
46%
25
PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING
Naam school: Economisch College Maarssen Vak: Maatschappijleer Leerweg: Methode: Jaar: Docent: Periode/ datum Leerjaar 3
periode 1
periode 2
periode 3
periode 4
B,K,G,T. Blikopener 3+4 vmbo / bkgt-editie - Malmberg 2005 - 2006 D. Wories
Inhoud/Stofomschrijving
Exameneenheid
Toetsnummer en toetsvorm
Gewicht WerkHerkansing j/n in % tijd
Hoofdstuk 1.1 en 1.2
K4/K5/K7
1.1
S
30 min
Ja
5
filmverslag Hoofdstuk 1.3 en 1.4
K4/K5/K7 K4/K5/K7
1.2 1.3
S S
30 min 30 min
N ja
NB 5
Hoofdstuk 2.1 en 2.2
K4/K5/K6
2.1
S
30 min
Ja
5
Hoofdstuk 2.3 en 2.4
K4/K5/K6
2.2
S
30 min
ja
5
Krantenartikel verslag
K2
2.3
HO
60 min
nee
10
Hoofdstuk 3.1 en 3.2
K4/K6/K7
3.1
S
30 min
Ja
5
Hoofdstuk 3.3 en 3.4
K4/K6/K7
3.2
S
30 min
ja
5
Hoofdstuk 4.1 en 4.2
K5/K6/K7
4.1
S
60 min
nee
5
Hoofdstuk 4.3 en 4.4
K5/K6/K7
4.2
S
30 min
nee
5
K3
4.3
M
60 min
Spreekbeurt eigen onderwerp
nee
10 Totaal 60
%
26
Schooljaar: 2005-2006 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Naam school: Vak: Leerweg: Methode:
Economisch College Maarssen Kv 1 Basis Beroepsgerichte Leerweg De voorstelling 1-2-3
Periode
Exameneenheid Inhoud/Stofomschrijving
Leerjaar 3 periode 1 Kunstautobiografie 1
periode 2
Toetsnummer en toetsvorm
Werktijd
Herkansing j/n
Gewicht in %
Naar Behoren Afgerond Ja/nee Naar Behoren Afgerond Ja/nee
CKV1/K/5
1.1
HO
7 uur
Nee
Culturele activiteit
CKV1/K/5 CKV/K/4 KV1/K/2
1.2
HO
8 uur
Nee
Culturele activiteit
CKV1/K/5 CKV/K/4
2.1
HO
8 uur
Nee
Naar Behoren Afgerond Ja/nee
HO
8 uur
Nee
Naar Behoren Afgerond Ja/nee
8 uur
Nee
1 uur
Nee
Naar Behoren Afgerond Ja/nee Voldoende Goed
KV1/K/2 periode 3
Culturele activiteit
CKV1/K/5 CKV/K/4 KV1/K/1 KV1/K/2
3.1
periode 4
Culturele activiteit
CKV/K/4 CKV1/K/5 KV1/K/2
4.1 HO
Afsluiting van het kunstdossier
CKV1/K/5
4.2
HO
TOTAAL n.v.t. LEERJAAR 3
27
Schooljaar: 2005-2006 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Naam school: Vak: Leerweg:
Economisch College Maarssen Project Basis Beroepsgerichte Leerweg
Periode
Exameneenheid Inhoud/Stofomschrijving
Toetsnummer en toetsvorm
Werktijd
Herkansing Gewicht in % j/n
Leerjaar 3 periode 1 Veiligheid
K1 + K2
1.1
PO
25 uur
Nee
Voldoende/ Goed
periode 2
Oriëntatie op Beroepen
K1 + K2
1.2
PO
25
Nee
Voldoende/ Goed
periode 3
Week van de Onderneming
K1 + K2
1.3
PO
25 uur
Nee
Voldoende/ Goed
periode 4
Beweging
K1 + K2
1.4
PO
25 uur
Nee
Voldoende/ Goed
28
BIJLAGE 1
Reglement van orde bij het maken van toetsen en schoolexamens
Beste leerlingen, Wij willen graag dat de toetsen en schoolexamens zo rustig en eerlijk mogelijk verlopen. Daarom moet je je aan deze regels houden. Als je je niet houdt aan deze regels, bestaat - afhankelijk van de zwaarte van de overtreding - de mogelijkheid dat de toets ongeldig wordt verklaard en je het cijfer 1 krijgt. De regels zijn: 1. 2.
3. 4. 5.
6. 7. 8. 9. 10. 11.
12.
Je bent op tijd bij het lokaal. Bij te laat komen heb je geen recht op het inhalen van de gemiste tijd. Wanneer een leerling te laat komt door overmacht (dat is nooit het missen van de bus, maar bijvoorbeeld wel een staking bij het openbaar vervoer) kan de directeur toestemming geven de toets alsnog in te halen. Bij ziekte geldt de regeling van het examenreglement. Toetsen worden gemaakt met een pen, werken met potlood is alleen in bijzondere gevallen (tekeningen e.d.) toegestaan. Je gebruikt alleen pennen en andere nadrukkelijk toegestane hulpmiddelen (zoals tippex, liniaal, rekenmachine e.d.). Op je tafel ligt alleen de opgave, het papier en het schrijfmateriaal. Je hebt dus ook geen aantekeningen bij je in je zak. Het is niet toegestaan tijdens de toets van andere leerlingen rekenmachines, tippex e.d. te lenen. Mobiele telefoons en horloges die contact kunnen leggen laat je thuis. Als dat niet mogelijk is, lever je ze voor het begin van de toets in bij de docent. Je gaat op de plaats zitten die de docent je aanwijst. Je stelt geen vragen over de inhoud van de toets aan de docent. Als er fouten of onduidelijkheden zitten in de opgaven kunnen die bij de correctie hersteld worden. Je levert na afloop zowel het werk, de opgaven als het kladwerk in. Alle blaadjes zijn voorzien van je naam. Je zorgt ervoor dat je medeleerlingen geen last van je hebben; als je eerder klaar bent, ga je zo rustig mogelijk aan het werk met iets anders. Het gemaakte werk laat je op je tafel liggen op zo´n manier dat de andere leerlingen het niet kunnen lezen. Je volgt altijd de instructies van de docent op.
29
BIJLAGE 2 Examenregelement CIE/CSPE 1e tijdvak: Het praktijkexamen CIE/CSPE wordt 1 maal afgenomen binnen de daarvoor van de bevoegde autoriteiten gestelde termijn. Te laat Binnen de afnametijd van de onderdelen van het praktijkexamen CIE/CSPE wordt een leerling toegelaten. De leerling heeft geen recht op extra tijd op grond van te laat komen. Een onderdeel dat door te laat komen geheel gemist wordt zal met een score van 0 punten beoordeeld worden. Alle rechten op herkansing van dat onderdeel van het praktijkexamen CIE/CSPE vervalt. Afwezigheid Zie het algemene examenreglement 2e tijdvak: Herkansing Het praktijkexamen CIE/CSPE wordt in principe 1 maal herkanst binnen de daarvoor van de bevoegde autoriteiten gestelde termijn onder de volgende voorwaarden of een combinatie daarvan: 1. Als het totale eindcijfer voor handel en Administratie onvoldoende wordt met de behaalde score van het praktijkexamen CIE/CSPE 2. Als het praktijkexamencijfer een onvoldoende is Inhoud Herkansing De leerlingen herkansen alleen die onderdelen van het praktijkexamen CIE/CSPE waarmee de meeste punten behaald kunnen worden of waarmee überhaupt de score van het praktijkexamen CIE/CSPE verhoogd kan worden. Dat kan het gehele praktijkexamen CIE/CSPE zijn, dat kan een beperkt aantal onderdelen van het praktijkexamen CIE/CSPE zijn en dat kan per leerling verschillen. Tijdstip De herkansing vindt plaats na de bekendmaking van de definitieve normering van het praktijkexamen CIE/CSPE en het CSE binnen de daarvoor door de bevoegde autoriteiten gestelde herkansingstermijn. Te laat Binnen de afnametijd van de onderdelen van het praktijkexamen CIE/CSPE wordt een leerling toegelaten. De leerling heeft geen recht op extra tijd op grond van te laat komen. Een onderdeel dat door te laat komen geheel gemist wordt zal met een score van 0 punten beoordeeld worden. Het recht op herkansing van dat onderdeel van het praktijkexamen CIE/CSPE vervalt. Afwezigheid Bij afwezigheid, het niet verschijnen bij het praktijkexamen CIE/CSPE of onderdelen daarvan, zonder opgaaf van geldige reden wordt de score van 0 punten toegekend voor het gehele praktijkexamen CIE/CSPE of onderdelen daarvan en vervalt het recht op herkansing op het gehele praktijkexamen CIE/CSPE of onderdelen daarvan.
30