Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) Het plan voor Rampenbestrijding en Crisisbeheersing Schiphol
(RBP AFS valt onder het CBP-S)
4 december 2013 Versie 1.9 CBP Schiphol versie 1.9 treedt inwerking op 1 februari 2014 Voor opmerkingen en aanvullingen kunt u zich wenden tot het Veiligheidsbureau Kennemerland van de Veiligheidsregio Kennemerland (telefoon 023-5159 777 e-mail:
[email protected])
0.1 Inleiding en leeswijzer Verhouding CBP-S – Regionaal Crisisplan Kennemerland
Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) sluit aan op en is een specifieke uitwerking voor Schiphol van het Regionaal Crisisplan voor de gemeenten en hulpdiensten van Kennemerland. Door deze koppeling tussen het Crisisplan en het CBP-S ontstaat een samenhangend stelsel van planvorming met betrekking tot de voorbereiding van de gemeente en hulpdiensten op de bestrijding van (voorzienbare) crises. Het CBP-S is een plan op hoofdlijnen voor multidisciplinaire samenwerking.
Geografische afbakening
Het werkingsgebied van dit Crisisbestrijdingsplan is geografisch beperkt. De exacte grens is terug te vinden op de kaart die in deel 3 (hoofdstuk 3.4) van dit plan is opgenomen. Het werkingsgebied omvat onder meer (maar niet uitsluitend) het luchthavengebied. Binnen het 1 luchthavengebied heeft de KMar Schiphol rechtskracht , daarbuiten heeft de Politie Eenheid Noord-Holland rechtskracht.
CBP-S voor alle crises
Het CBP-S is van toepassing op alle soorten en verschijningsvormen van crises op het gebied van openbare orde, fysieke veiligheid en rechtsorde die zich binnen het werkingsgebied van het CBP-S kunnen voordoen.
Crisisbestrijding: multidisciplinair
Bestrijding vindt altijd multidisciplinair plaats. Uitsluitend indien de vertrouwelijkheid van de informatie dit vereist kan in een beperktere samenstelling worden overlegd.
CBP Schiphol = RBP AFS
Volgens de wet dient voor Aircraft Fuel Supply (AFS) een rampbestrijdingsplan (RBP) te worden opgesteld. Het CBP-S geldt als het RBP AFS.
Opbouw van het plan (raamwerk)
Het CBP-S is opgebouwd uit vier delen: • Deel 0 bevat algemene versiegegevens over het plan en de inhoudsopgave; • Deel 1 beschrijft de crisisbestrijdingsorganisatie op Schiphol; • Deel 2 bevat de scenariobeschrijvingen waarin een aantal mogelijke incidenten voor de functionarissen van CoPI, OT en BT nader is uitgewerkt; • Deel 3 bestaat uit beleid en naslagwerken.
1
Cf art 80a lid 2 Luchtvaartwet en art 4, lid 1c Politiewet.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
2
0.2 Versiebeheer & besluitvormingslijst Openbaarheid
Het CBP-S is een openbaar plan. Een uitzondering op deze openbaarmaking is informatie die krachtens artikel 10 Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) en artikel 25a tweede tot en met vijfde lid achterwege gelaten mag worden.
Vaststellingsdatum en datum inwerkingtreding
Deze versie van het CBP-S is vastgesteld op 4 december 2013 door de burgemeester van Haarlemmermeer, namens de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK). Het CBP-S treedt in werking op 1 februari 2014. Dit betreft versie 1.9.
Versiebeheer
Een overzicht van het versiebeheer van dit plan:
Besluitvormingslijst
Datum 05-12-12
Versie 1.8
04-12-12
1.9
Wijziging Vaststelling burgermeester in mandaat (van 21 maart 2011). Inwerkingtreding 1 februari 2012 Aanpassing CBP-S m.b.t. onderdelen: De informatiestroom tussen het CoPI en CVO is explicieter beschreven. Afstemming bij SSI Nieuwe besluitvormingsprocedure infectieziekten. Het scenario luchtvaartongevallen is aangepast conform bovenregionaal plan luchtvaartongevallen buiten de VRK. De passage over het bevriezen van het vliegverkeer is aangepast. In het plan is de afkortingenlijst bijgewerkt, zijn de locatiegegevens van het RCC Schiphol gewijzigd naar de nieuwe locatie (ook in de relevante figuren) en zijn functiebenamingen geactualiseerd
Auteur Veiligheidsbureau Kennemerland (C.R. Dollekamp) Veiligheidsbureau Kennemerland (M. Viveen)
De besluitvormingslijst bij dit plan is als volgt:
Besluitvormend/ adviserend Vergaderdatum orgaan Beheergroep CBP Schiphol 21 november 2013 Burgemeester in mandaat 4 december 2013 (van 21 maart 2011)
Resultaat Akkoord Vaststelling burgemeester
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
3
0.3 Inhoudsopgave Hoofdstuk
Onderwerp
Pagina
Deel 0
Algemeen deel
0.1
Inleiding en leeswijzer
0.2
Versiebeheer & besluitvormingslijst
0.3
Inhoudsopgave
Deel 1
Crisisbestrijdingsorganisatie op Schiphol
1.1
Gegevens object
1.2
Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol
1.3
Hoofdstructuur crisisbestrijdingsorganisatie Schiphol
1.4
Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme
Deel 2
Scenario’s
2.1
Scenariokeuze
2.2
Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan
2.3
Runway Incursion met ongeval tot gevolg
2.4
Botsing van treinen op wisselstraat
2.5
Treinbrand op ondergronds station
2.6
Treinbrand in tunnel
2.7
Brand in terminal
2.8
Bomaanslag in terminal
2.9
Aanslag met bomauto voor de terminal
2.10
Vliegtuigkaping
2.1
Gijzeling
2.12
Dreiging besmetting - Melding gezagvoerder van besmettelijke passagier
2.13
Dreiging besmetting - Besmetting t.g.v. kapotte verpakking
2.14
Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply
2.15
Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland
2.16
Verkeersongeval in tunnel
2 3 4
7 9 14 27
36 38 41 44 46 48 51 53 56 59 61 63 72 74 82 87
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
4
0.3 Inhoudsopgave, Vervolg Hoofdstuk
Onderwerp
Deel 3
Beleid en naslagwerken
3.1
Standaard matrix bepalen kwalificatie
3.2
3.4
Kwalificatiemogelijkheden en initiële inzetvoorstellen VOSstructuur Alarmering bij incidenten en calamiteiten Schiphol spoortunnel Kaart werkingsgebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol
3.5
Overzichtskaarten Aircraft Fuel Supply
3.6
Opschaling Brandweer, GHOR en KMar/Politie
3.7
Besluitvormingsprocedure scenario infectieziekten
3.8
Procedure luchtruimsluiting
3.9
Activeren ambassadeprotocol
3.10
Schipholspecifieke standaardafspraken
3.11
Wettelijke grondslag
3.12
Uitwerking, vaststelling en beheer
3.13
Samenhang met andere plannen
3.14
Afkortingenlijst
3.15
Begrippenlijst
3.16
Verzendlijst
3.3
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
Pagina
92 93 95 96 97 98 99 101 102 103 107 108 110 111 116 118
5
Deel 1 Crisisbestrijdingsorganisatie op Schiphol Inleiding
Dit deel bevat een beschrijving van Schiphol en de wijze waarop de crisisbestrijding binnen de begrenzing van het werkingsgebied CBP-S is geregeld en hoe de crisisbestrijdingsorganisatie is ingericht.
Inhoud
Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk
Onderwerp
Pagina
1.1.
Gegevens object
1.2.
Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol
1.3.
Hoofdstructuur crisisbestrijdingsorganisatie Schiphol
1.4.
Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme
7 9 14 27
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
6
1.1 Gegevens object Inleiding
Voordat nader ingegaan wordt op de inhoud van dit Crisisbestrijdingsplan, volgt hier eerst enige achtergrondinformatie over het werkingsgebied van het CBP-S en de daarbinnen gelegen risicovolle en kwetsbare objecten.
Schiphol
Schiphol is een bedrijventerrein waar tal van activiteiten plaatsvinden, die direct of indirect te maken hebben met het vervoer door de lucht van passagiers en vracht. Het bedrijvencomplex beslaat circa 2500 ha. Op dit terrein zijn circa vijfhonderd bedrijven gevestigd met circa 64.000 werknemers. Dagelijks passeren circa 100.000 (trein)passagiers en vele duizenden bezoekers, afhalers en wegbrengers de luchthaven. Jaarlijks reizen ongeveer 51 miljoen passagiers via Schiphol.
Risico’s
Op het terrein van Schiphol is een groot aantal verschillende functies en bedrijven samengebracht. Een gedeelte van de luchthaven heeft een intensieve bebouwing. De gebouwen hebben verschillende functies, zoals op- en overslag, kantoorfuncties, parkeerplaatsen, horeca, winkels en doorloop voor grote aantallen personen. Risico’s op het luchthavengebied strekken verder dan uitsluitend vliegtuigongevallen. Hieronder is een aantal risicofactoren genoemd: • De gebouwen In het bijzonder de Terminal is een complex gebouw met ter plaatse veel onbekende mensen. Een brand of explosie in dit gebouw kan grote gevolgen hebben voor de aanwezige mensen en de bedrijfsprocessen. • Het transport Er moet onder meer rekening worden gehouden met vliegtuigongevallen en ernstige ongevallen, brand in de spoortunnel, de Schipholtunnel (Rijksweg A4), de Buitenvelderttunnel en de Abdijtunnel (Zuidtangent). • Gevaarlijke stoffen Op de luchthaven is een grote opslag van kerosine voor de vliegtuigen met een daarbij behorend distributiesysteem. Deze inrichting valt onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) 1999. Tevens worden gevaarlijke stoffen op de luchthaven vervoerd en opgeslagen. Deze kunnen de bron zijn van een calamiteit met of zonder besmettingsgevaar. • Besmettelijke passagiers Vanaf de luchthaven vertrekken veel passagiers. Door de mondiale bestemmingen kunnen eventueel besmettelijke passagiers een wereldwijde pandemie veroorzaken. De luchthaven speelt hierin een belangrijke rol om de verspreiding van eventuele besmetting in te perken. • Terrorisme De luchthaven is een mogelijk doelwit voor terroristische dreiging en aanslagen.
Impact incident op Schiphol
Schiphol is een vitaal economisch knooppunt. Een incident op de luchthaven kan een kettingreactie tot gevolg hebben die effecten heeft tot ver buiten de grenzen van Schiphol. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
7
1.1 Gegevens object, Vervolg Diensten op Schiphol
2
2
De politietaken op het luchtvaartterrein op Schiphol worden uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee (KMar). Buiten het luchtvaartterrein worden deze uitgevoerd door de Politie Eenheid Noord-Holland. Amsterdam Airport Schiphol (AAS) beschikt over een uitgebreide BHV-organisatie en een luchthavenbrandweer voor vliegtuigbrandbestrijding. De luchthavenbrandweer heeft tevens een convenant met de VRK voor de uitvoering van basisbrandweerzorgtaken. Airport Medical Services (AMS) voorziet onder andere in een ambulance en een arts.
Waar luchtvaartterrein wordt gelezen, kan ook luchthavengebied worden gelezen.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
8
1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol Inleiding
Hieronder is de standaard werkwijze bij een crisis op Schiphol kort en bondig weergegeven. Het bevat daarmee de kern van het CBP-S.
Alarmering
Bij een alarmering op Schiphol zijn drie meldkamers direct betrokken, namelijk Regiecentrum Schiphol (RC-Schiphol), Schiphol Meldkamer Koninklijke Marechaussee (SMK) en het Meld- Informatie- en Coördinatiecentrum Kennemerland (MICK) van de VRK. Daarnaast zijn er indirect nog vier meldkamers betrokken. Onder een meldkamer wordt een organisatie-eenheid verstaan die rechtstreeks eenheden aanstuurt. Bij een melding die binnenkomt bij het RC-Schiphol alarmeert of informeert deze, indien nodig, rechtstreeks het MICK en de SMK. Indien de melding binnen komt bij het MICK of de KMar alarmeert of informeert, indien nodig, deze rechtstreeks de twee andere meldkamers. Nadere afspraken over deze meldkamers staan vermeld in het document “samenwerkingsafspraken meldkamerprocessen Schiphol” (maart 2012 versie 2.1) Het MICK leidt en coördineert de processen ten aanzien van alarmering, informatievoorziening en opschaling vanaf kwalificatie “middel” en GRIP 1. Indien de alarmering, informatievoorziening en/of de verwachte opschaling achterblijft, kan het MICK de regie overnemen van het RC-Schiphol en/of SMK door het afroepen van een hoger (GRIP) opschalingsniveau.
Standaard inzet per classificatie
Voor iedere classificatie heeft iedere discipline een standaard inzet waarbij de meldkamer ook tenminste één leidinggevende alarmeert. Elke discipline beschikt over eigen plannen die voorzien in hulpverlening per classificatie. Opschaling vindt plaats op grond van de bevindingen/inschatting van de hoogst leidinggevende ter plaatse.
Alarmering en kwalificatie
Er bestaat onderscheid tussen alarmering (o.b.v. de melding) en de kwalificatie (ernst, omvang) van een incident. De alarmering leidt tot een initiële inzet van hulpdiensten. De kwalificatie ter plaatse kan leiden tot opschaling waardoor meerdere eenheden gealarmeerd worden (zie onderstaand schema). Schema Standaard Alarmering en Kwalificatie Opschalen Naar naast gelegen hogere kwalificatie
Nee
Kwalificatie
Alarm (Classificatie VOS*, Brand, HV, OGS, SSI etc.)
Middel - Groot Zeer Groot.
Nader bericht (binnen 15 minuten)
Opschalen Naar afgegeven kwalificatie
Ja
Kwalificatie Klein
Niet opschalen
Toelichting schema: Indien er binnen 15 minuten na alarmering geen nader bericht met kwalificatie van het incident is gegeven, schaalt de meldkamer automatisch op naar de naast hoger gelegen kwalificatie. *Automatisch opschalen is niet van toepassing op Vooralarm incidenten.
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
9
1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Beslismatrices voor bepalen van de kwalificatie
Voor luchtvaartgerelateerde incidenten en calamiteiten zijn kwalificatiemogelijkheden en initiële inzetvoorstellen vastgesteld. Deze zijn nader uitgewerkt in Deel 3 (hoofdstuk 3.2).
Kwalificatie gekoppeld aan GRIP
De kwalificatie van een crisis op Schiphol is gekoppeld aan een minimum GRIP-niveau.
Kwalificatie gekoppeld aan teams
Kwalificatie Vooralarm klein Vooralarm groot VOS klein VOS groot Brand (> middel) Hulpverlening (> middel) Explosie (Groot) Kaping Gijzeling Ordeverstoring Besmetting Ongeval Gevaarlijke Stoffen (> middel) Schiphol Security Incident Luchtvaartongeval buiten VRK
GRIP-niveau (minimaal) 0 2 0 3 1 1 3 3 3 1 1 1
Teams STPI STPI – CoPI - OT STPI STPI – CoPI – OT - BT STPI – CoPI STPI – CoPI STPI – CoPI – OT - BT STPI – CoPI – OT - BT STPI – CoPI – OT - BT STPI – CoPI STPI – CoPI STPI – CoPI
-2
STPI OT
In het geval van verhoging van de terreurdreiging komen het Operationeel Team (OT) en het Beleidsteam (BT) bijeen (zie ook Hoofdstuk 1.4).
Kwalificatie Matige terreurdreiging Hoge terreurdreiging
Teams OT - BT OT - BT
Andere Luchtvaartgerelateerde incidenten buiten het werkingsgebied van Schiphol maar bínnen luchtvaartgerelate de grenzen van de gemeente Haarlemmermeer worden vanuit Schiphol (RCC Schiphol) erde incidenten OT/BT afgehandeld, tenzij de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer anders besluit. Bij luchtvaartgerelateerde ongevallen buiten de gemeente Haarlemmermeer is de regel dat vanuit het RCC van de VRK (Zijlweg) OT/BT wordt afgehandeld. De burgemeester(s) van de betreffende gemeente(n) kan gebruik maken van crisisruimte(n) op Schiphol (RCC Schiphol). Een verzoek daartoe verloopt via de Operationeel Leider. Zie voor de kwalificatiemogelijkheden de tabel in Deel 3 (hoofdstuk 3.2). Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
10
1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Opschaling conform GRIP
De opschaling bij incidenten binnen het werkingsgebied van het CBP-S geschiedt conform de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP). De bevoegdheid om op te schalen conform GRIP berust bij de Brandweer, GHOR, Politie, KMar, Gemeente.
Opschaling: GRIP 3 of 4
Bij een crisis op Schiphol wordt in principe opgeschaald tot maximaal GRIP 3. Indien de burgemeester van Haarlemmermeer besluit tot verdere opschaling naar GRIP 4 dan gaat de voorzitter Veiligheidsregio naar het RCC Schiphol.
Afschalen
In de herstelfase blijft de coördinatiestructuur intact totdat formeel is afgeschaald. Het hoogst in functie zijnde team of de hoogst leidinggevende bepaalt de wijze en de vorm van afschaling.
Afschalen na Vooralarm Groot
Indien vóór het ter plaatse arriveren van de hulpverleningsdiensten blijkt dat een melding Vooralarm Groot kan worden afgeschaald of geheel wordt ingetrokken, informeert de Airport Fire Officer de leider van het hoogst gealarmeerde team (Leider CoPI of Operationeel Leider). Deze kan vervolgens besluiten tot afschaling van de GRIP-fase. Het MICK communiceert de eventuele afschaling.
UGS
De eenheden van de betrokken disciplines die na opschaling zijn gealarmeerd, verzamelen op de opgegeven uitgangsstelling (UGS). In principe is dit UGS-A, tenzij in samenspraak met Airport Operations Manager/Airport Fire Officer de meldkamer een andere UGS (-B of -C) aangeeft. De hoogst leidinggevende communiceert met leidinggevende van het STPI/CoPI en coördineert de gewenste instroom op basis van de aangegeven behoefte vanuit het STPI/CoPI. Het eerst aankomende peloton is vrije instroom en wordt direct begeleid naar plaats incident. De UGS-en A, B en C worden het eerste half uur bemand door een commandant UGS van AAS. Na een half uur komt ook een functionaris van de VRK ter plaatse die de taak coördinatie UGS, voor wat betreft de overheidshulpdiensten welke niet gestationeerd zijn op Schiphol, op zich neemt. Deze functionaris is herkenbaar aan een hesje waarop vermeld staat “CUGS”. De commandant UGS van AAS blijft ook ter plaatse op de UGS voor coördinatie van de begeleiding van voertuigen over airside. UGS UGS-A UGS-B UGS-C
Locatie Romeo platform, bereikbaar via hek 90 aan de Pelikaanweg. Platform voor hangaar 14, bereikbaar via hek 2 aan de Piet Guilonardweg. Deicingplaatsen Papa 6 en 7, bereikbaar via hek 102 aan de Hoofdweg naast de algemene begraafplaats. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
11
1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Bevriezen vliegverkeer
Gelijk met een melding VOS Groot (afgegeven door de Airport Operations Manager) wordt het verkeer op Schiphol direct door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) bevroren. Onder verkeer bevriezen wordt verstaan; • Grondverkeer stilzetten (behalve grondverkeer dat een obstructie vormt voor de hulpdiensten); • Vertrekkend luchtverkeer niet meer laten starten; • Naderend luchtverkeer buiten 0,5 NM final een “go-around” geven. Vliegtuigen die een “go around” uitvoeren of zich verder van Schiphol vandaan bevinden, worden door de verkeersleiding verzocht tijdelijk in een ‘holding’ te wachten op een nieuwe klaring om (later) te kunnen landen, of wijken direct uit naar een andere luchthaven. Gedurende VOS Groot vindt er overleg plaats tussen Airport Operations Manager en LVNL over bewegingen op de luchthaven. Indien de crashsite is geïsoleerd met veilige aan- en afvoerroutes voor hulpdiensten is het van belang de baancapaciteit snel weer geleidelijk op te schroeven. Vanwege de grote mensenmassa’s in de terminal kunnen er bij langdurige stilstand van het vliegverkeer openbare orde en veiligheidsissues ontstaan. Het weer laten vertrekken van vliegtuigen heeft daarom hoge prioriteit. AAS kan in afstemming met LVNL het vliegverkeer opstarten als voldaan wordt aan de dekkingsnormen van de vliegtuigbrandweer. De Commissie van Overleg (CVO) geeft aan het OT/BT door wanneer de baancapaciteit weer verhoogd kan worden. De AOM zal de LVNL informeren wanneer het vliegverkeer kan worden hervat van en naar Schiphol.
Sluiten luchtruim
De burgemeester dan wel het (ministerieel) driehoeksoverleg kan hiertoe een verzoek indienen bij het Departementaal CoördinatieCentrum van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (DCC-I&M). Indien mogelijk consulteert de burgemeester vooraf het BT (Procedure Luchtruimsluiting). Zie hiervoor verder het schema in Deel 3 (Hoofdstuk 3.8).
Stilleggen luchthavenprocessen
De burgemeester kan besluiten de luchthavenprocessen stil te leggen. Indien mogelijk wordt hiertoe vooraf het BT geconsulteerd. De burgemeester houdt bij zijn besluit rekening met de veiligheid, openbare orde en de bedrijfsbelangen van de luchthaven. In geval dat de brandweer bij een grote calamiteit de dekking voor het overige vliegverkeer niet langer kan waarborgen, kan de CVO besluiten de luchthavenprocessen op operationele gronden stil te leggen.
Stilleggen treinverkeer
Bij incidenten op Schiphol kan het noodzakelijk zijn het treinverkeer door de Schipholspoortunnel stil te leggen of juist zonder stoppen door te laten rijden. De burgemeester van Haarlemmermeer kan hiertoe besluiten. Operationele procedures hiervoor zijn vastgelegd in het Calamiteitenbestrijdingsplan Schipholspoortunnel van ProRail.
Stilleggen wegverkeer
Bij incidenten op Schiphol kan het noodzakelijk zijn om het wegverkeer stil te leggen dan wel om te leiden. De burgemeester van Haarlemmermeer kan hiertoe besluiten. Operationele procedures hiervoor zijn vastgelegd in het Verkeerscirculatieplan behorend bij het proces Mobiliteit. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
12
1.2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg (Zelf)redzaamheid
Op Schiphol zijn altijd veel personen (reizigers, werknemers, etc.) aanwezig. Veel van deze mensen beschikken over kennis en vaardigheden die zeer bruikbaar kunnen zijn om de gevolgen van een crisis te beperken. Tegelijkertijd dienen de crisiscentra er rekening mee te houden dat de (zelf)redzaamheid van deze personen mogelijk wordt beperkt door de specifieke omstandigheden die zich op Schiphol voordoen (veel anderstaligen van uiteenlopende nationaliteiten, de afscherming van de Security Restricted Area etc.).
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
13
1.3 Hoofdstructuur crisisbestrijdingsorganisatie Schiphol Inleiding
Deze paragraaf bevat informatie over de crisisbestrijdingsorganisatie op Schiphol,
Hoofdstructuur
De hoofdstructuur van de crisisorganisatie op Schiphol ziet er bij volledige opschaling als volgt uit: RCC
BT RAC
OT
Team Bevolkingszorg
CVO
CoPI
MICK
Actiecentra Actiecentra STPI Actiecentra
Regionaal Crisis Centrum (RCC) Schiphol
Het RCC is bij crises op Schiphol bij de Koninklijke Marechaussee (Koningin Maxima kazerne KMar), Sloterweg 400 te Badhoevedorp.
Uitwijklocatie
Het RCC aan de Zijlweg en het RCC Schiphol bij de Koninklijke Marechaussee (Koningin Maxima kazerne) gelden als elkaars uitwijklocatie.
Taken en Taken en verantwoordelijkheden van het Beleidsteam (BT) op Schiphol, Operationeel Team verantwoordelijkh (OT) en het Commando Plaats Incident (CoPI) zijn conform het regionaal Crisisplan. eden BT / OT / CoPI
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
14
1.3.1 Beleidsteam (BT) Beleidsteam (BT)
Doel
Het Beleidsteam (BT) is belast met het bestuurlijk/beleidsmatig leiding geven aan de activiteiten voor de bestrijding van een ramp of crisis. Reikwijdte Strategische en bestuurlijke besluitvorming Opkomsttijd 60 minuten Alarmering GRIP 3 / GRIP 43 (Het BT wordt altijd ondersteund door een OT en een RAC) Opkomstlocatie RCC Schiphol, Koningin Maxima kazerne (KMar), Sloterweg 400 te Badhoevedorp (1e etage) Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken • Het bestuurlijk / beleidsmatig leiding geven aan de activiteiten voor de bestrijding van een crisis; • Het stellen van prioriteiten; • Het nemen van beleidsbeslissingen; • Het bepalen van het communicatiebeleid en het geven van persconferenties; • Bij GRIP 4 het in overleg met de burgemeesters van de getroffen gemeenten, afstemmen van de inzet ten aanzien van de crisisbestrijding; • Het geven van eenduidige opdrachten richting de Operationeel Leider; • Indien andere regio’s of de Noordzee betrokken zijn, draagt de voorzitter van het BT zorg voor afstemming met de (coördinerende) bestuurders van die gebieden; • Het verstrekken van informatie, zoals aangegeven in de wet; • Het contact houden met de landelijke coördinatiecentra en landelijk opererende instellingen; • Het geven van een aanzet voor de ontwikkeling van een nafasebeleid. Rollen Voorzitter Beleidsteam, bij ramp of crisis van plaatselijke betekenis of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan (GRIP 3) is de burgemeester van de getroffen gemeente: • Bevelhebber: het opperbevel over de rampbestrijdings- en crisisorganisatie; • Beslisser: het nemen van strategische beslissingen en het voorzitten van het BT; • Boegbeeld: het functioneren als boegbeeld in de crisiscommunicatie; • Burgervader: klaarstaan als burgervader voor de bevolking. De burgemeester van de getroffen gemeente kan besluiten om zich te laten ondersteunen door de Voorzitter Veiligheidsregio. Voorzitter Beleidsteam, bij ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan (GRIP 4) is de voorzitter Veiligheidsregio: • Bevelhebber: het opperbevel over de rampbestrijdings- en crisisorganisatie; • Beslisser: het nemen van strategische beslissingen, het voorzitten van het BT en het afleggen van verantwoording; • Boegbeeld: het functioneren als boegbeeld in de crisiscommunicatie; • Afstemmer: het afstemmen met betrokken burgemeesters. Adviseurs BT • Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de burgemeester(s) van de getroffen gemeente(n) met betrekking tot het door hem (hen) te voeren opperbevel; • Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de burgemeester over de door hem te geven opdrachten; • Het vanuit hun eigen discipline bijdragen aan beleidsvorming, daarbij rekening houdend met de operationele aspecten; • Adviseren de voorzitter BT over de uit te voeren processen, met name gericht op de middellange en lange termijn. Bevoegdheden • Bekrachtigen van GRIP 3 of 4; • Uitoefenen van opperbevelhebberschap inclusief besluiten in het kader van het noodstaatsrecht; • Besluiten nemen op de voorgelegde adviezen; • Prioriteiten stellen en de strategische beleidskaders bepalen; • Communicatiestrategie bepalen; • Regelen van de eigen aflossing; • Beslissen tot afschaling bij GRIP 3 of 4 en kaders bepalen voor verdere afschaling.
Vervolg op volgende pagina
3
Bij een crisis op Schiphol wordt in principe maximaal opgeschaald tot GRIP 3
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
15
1.3.1 Beleidsteam (BT), Vervolg Beleidsteam (BT) Vervolg
Verantwoordelijk heden in processen
Samenstelling van het team
Verhouding beleidsteam en driehoek
Eventueel uit te breiden met
Bepalen regionale kaders voor communicatiestrategie voor de bevolking en media; Het duiden van de gebeurtenissen ten behoeve van de bevolking (maatschappelijke impact); • Op bestuurlijk niveau contact leggen met de juiste crisispartners; • Informatie verschaffen aan de Hoofdofficier van Justitie; • Uitvaardigen van noodbevelen of noodverordeningen; • Besluiten tot evacuatie; • Bepalen van de regionale bestuurlijke kaders voor de bevolkingszorg; • Besluit nemen over een plan van aanpak voor de nafase; • Formeel aanvragen van bijstand bij minister; • Het bevorderen van informatie-uitwisseling door operationeel Informatiemanagement. De sleutelfunctionarissen van het BT zijn: GRIP 4 GRIP 3 • Betrokken burgemeester • Voorzitter Veiligheidsregio en betrokken burgemeester(s) • Hoofdofficier van Justitie (HOvJ); • Gemeentesecretaris BT; • Regionaal Brandweercommandant (tevens Informatiemanager BT); • Eenheidsleiding/Districtleiding Politie en/of Commandant Koninklijke Marechaussee4; • Directeur Publieke Gezondheid; • Communicatieadviseur BT; • Adviseur Openbare orde en Veiligheid; • Verslaglegger BT; • Vertegenwoordiger AAS BT; • Communicatieadviseur (gemeente). • Voorzitter betrokken waterschap (op uitnodiging, geen sleutelfunctionaris) Bij het scenario terrorisme worden het BT en de driehoek samengevoegd. In deze geïntegreerde BT / driehoek wordt alle informatie gedeeld, tenzij er grondige redenen zijn om dat niet te doen. Het OM weegt af of informatie gedeeld kan worden. Wanneer het OM in bepaalde gevallen besluit dat informatie niet gedeeld kan worden, vertrouwt het BT op het oordeel van het OM. Op verzoek kan het BT aangevuld worden met: • Directeur ProRail; • Directeur Luchtvaartmaatschappij; • Vertegenwoordiger LVNL; • Vertegenwoordiger Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV); • Vertegenwoordiger BuZa (voor advisering over internationale aspecten en communicatie met ambassades/consulaten)5; • Vertegenwoordiger(s) waterbeheer en scheepvaartzorg; • Rijksheren; • Andere deskundigen, op uitnodiging van de voorzitter van het Beleidsteam.
• •
4
Binnen het luchthaventerrein is de KMar op basis van de art. 4 Politiewet verantwoordelijk voor de politietaken. Het werkingsgebied van het CBP Schiphol is echter groter dan het luchthaventerrein. Omdat op het tijdstip van alarmering en opkomst niet altijd direct duidelijk is of een incident zich op of buiten het luchtvaartterrein voordoet, worden zowel de KMar als de Politie Eenheid Noord-Holland gealarmeerd. Indien en zodra er duidelijkheid bestaat over de precieze locatie van een incident wordt bepaald welk korps bevoegd gezag is. 5 Bij incidenten met een internationaal aspect wordt Buitenlandse Zaken gealarmeerd door NCC conform de afspraken van het ambassadeprotocol.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
16
1.3.2 Regionaal Actiecentrum Communicatie (RAC) RAC
Doel
Het Regionaal Actiecentrum Communicatie (RAC) is belast met het adviseren van de burgemeester, het BT en het OT over de te volgen voorlichtingsstrategie. Verder zorgt het RAC ervoor dat de bevolking, zo snel mogelijk via de media (pers) wordt geïnformeerd over de ontstane situatie en de handelingsperspectieven. Ook informeert het RAC verwanten, familie, omwonenden en direct betrokkenen. Reikwijdte Crisiscommunicatie Opkomsttijd en Het RAC bestaat uit verschillende functionarissen met verschillende opkomsttijden. De operationeel opkomsttijd is in principe 30 minuten. In het gemeentelijke deelplan Crisiscommunicatie zijn de opkomsttijden voor de verschillende functionarissen weergegeven. Alarmering Het RAC wordt gealarmeerd vanaf GRIP 2 Opkomstlocatie RCC Schiphol, Koningin Maxima kazerne (KMar), Sloterweg 400 te Badhoevedorp (1e etage) Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken Communicatie is een belangrijk (sturings)instrument van de crisisbeheersing en een strategisch instrument van de burgemeester om bij het publiek vertrouwen te verdienen en te behouden. Het gaat daarbij om: • Informeren en waarschuwen van de bevolking; • Bekendmaken van beschermingsmaatregelen die de bevolking zelf kan nemen; • Bekendmaken van maatregelen van de overheid; • Weten wat er leeft en speelt in de publieke perceptie en bij de media t.a.v. het managen van de crisis; • Het afstemmen van de communicatieactiviteiten op de publieke perceptie; • Stand van zaken met betrekking tot de voortgang van het incident; • Begeleiden van de terugkeer naar de normale situatie. Rollen • Adviseur: advisering aan BT en OT bij communicatievraagstukken; • Uitvoerder: het verzorgen van de mediacontacten en de publieksvoorlichting; • Beslisser: het nemen van gemandateerde beslissingen. Bevoegdheden • Het uitbrengen van een eerste ‘hold statement’; • Voorbereidingen treffen voor inrichten persruimte; • Voorbereidingen treffen voor activeren website gemeente; • Voorbereidingen treffen voor het inzetten van crisis.nl van het NCC; • Voorbereiden inrichten callcenter; • Opstarten rampenzender RTV-NH. Verantwoordelijk • Omgevingsanalyse op basis van reacties van publiek en media; heden in • Communicatiedoelen en communicatiestrategie opstellen; processen • Persvoorlichting verzorgen; • Publieksvoorlichting coördineren; • Advisering over communicatie in het BT en OT; • Afstemming van informatie en coördinatie van de uitvoering van communicatie tussen betrokken interne en externe partijen; • Het bevorderen van informatie-uitwisseling bij operationeel informatiemanagement. Samenstelling • Hoofd RAC; van het team • Strategisch communicatieadviseur; • Coördinator persvoorlichting; • Persvoorlichters; • Coördinator publieksvoorlichting; • Coördinator omgevingsanalyse; • Ondersteuning (verslaglegging, logger); • Communicatieadviseur VRK; • Voorlichtingsfunctionaris CoPI; • Communicatieadviseur OT; • Woordvoerder Corporate Communications Schiphol Group (CCSG); • Woordvoerder Koninklijke Marechaussee (KMar); • Vertegenwoordiger AAS OT.
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
17
1.3.2 Regionaal Actiecentrum Communicatie (RAC), Vervolg RAC vervolg
Eventueel uit te breiden met
Andere deskundigen en/of private partijen, op uitnodiging van het hoofd RAC, zoals bijvoorbeeld: • woordvoerder ProRail en woordvoerder NS (bij incident spoortunnel); • persofficier Openbaar Ministerie (bij ernstige openbare ordeverstoring/kaping/gijzeling); • woordvoerder Politie Eenheid Noord-Holland; • woordvoerder Politie Landelijke Eenheid; • woordvoerder LVNL; • woordvoerder betrokken airline; • woordvoerder NCTV.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
18
1.3.3 Operationeel Team (OT) Operationeel Team (OT)
Doel
Het OT is belast met de operationele leiding van het incident, de ondersteuning van het CoPI in het brongebied, de afstemming met andere bij de ramp of crisis betrokken partijen en het adviseren van het BT. Tactische en Operationele besluitvorming (effectgebied) 45 minuten
Reikwijdte Opkomsttijd en operationeel Alarmering GRIP 2, 3 en 46 Opkomstlocatie RCC Schiphol, Koningin Maxima kazerne (KMar), Sloterweg 400 te Badhoevedorp (1e etage) Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken • Het uitvoeren van de gegeven opdrachten binnen het vastgestelde beleid; • Het gevraagd en ongevraagd adviseren van het BT of burgemeester; • Het verzamelen en verwerken van informatie; • Het aansturen van alle bij de crisisbestrijding betrokken diensten en organisaties; • Indien OT’s in andere regio’s bij het incident zijn betrokken, is in principe het OT waarin het brongebied van het incident ligt, het leidende OT. Deze zorgt voor afstemming en informatie-uitwisseling tussen de OT’s; • Het regelen van bijstand, aflossing en logistiek van hulpverlenende eenheden; • Bij meerdere CoPI’s (ook interregionaal) zorgt het OT voor coördinatie en afstemming; • Het oplossen van multidisciplinaire dilemma’s; • Het denken in scenario’s; • Het beantwoorden van vragen vanuit het BT. Rollen Operationeel Leider: • Beslisser: het nemen van multidisciplinair afgestemde beslissingen (eenhoofdige leiding); • Adviseur: het adviseren van het BT; • Uitvoerder: het uitvoeren van de beslissingen van het BT. Algemeen commandant / hoofd sectie van de monodisciplinaire kolommen: • Beslisser: het nemen van (tactische) monodisciplinaire beslissingen; • Adviseur: het adviseren van de Operationeel Leider. Bevoegdheden • Bekrachtigen van GRIP 2; • Bepalen van de beslispunten die bij GRIP 3 of GRIP 4 aan de voorzitter van het BT worden voorgelegd; • Regelen van de eigen aflossing; • Beslissen tot afschaling bij GRIP 2 en het adviseren over afschaling bij GRIP 3 of GRIP 4; • Uitvoering geven aan de opdrachten van het BT, binnen de daartoe gestelde kaders; • Operationeel Leider: het geven van bindende aanwijzingen en/of opdrachten aan de eenheden en organisaties die betrokken zijn bij de ramp of crisis in lijn met het opperbevel van de voorzitter BT. Verantwoordelijk • Het leiding geven aan de bestrijding van een crisis waarbij (nog) geen CoPI hoeft te heden in worden ingericht omdat een brongebied ontbreekt: bijvoorbeeld bij een dreigende processen crisis door een giftige aswolk, storm of door een crisis op afstand; • Contact leggen met crisispartners; • Afstemming actiecentra van de verschillende diensten; • Leiding geven aan het CoPI en aansluiting van acties met actiecentra; • Bepalen welke crisisbestrijdingsprocessen aan de orde zijn en bepalen welke organisatie-eenheden ingezet moeten worden; • Invulling geven aan de eigen verantwoordelijkheid voor de operationele bestrijding in het effectgebied; • Ondersteuning CoPI ten behoeve van managen schaarste, faciliteiten etc.; • Kaders stellen voor de gecoördineerde aanpak van een incident door de actiecentra en in afstemming met crisispartners; • Bij GRIP 3 en GRIP 4 zorgen voor de voorbereiding en uitvoering van voorlichtingsactiviteiten aansluitend bij de voorlichtingsstrategie van het BT en onder
Vervolg op volgende pagina
6
Bij een crisis op Schiphol wordt in principe maximaal opgeschaald tot GRIP 3.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
19
1.3.3 Operationeel Team (OT), Vervolg Operationeel Team (OT) vervolg
Verantwoordelijk heden in proces
Samenstelling van het team
Eventueel uit te breiden met
Stafsecties
Bij GRIP 3 of GRIP 4 de besluiten van het BT vertalen in operationele kaders voor de Leider CoPI; • Het bevorderen van informatie-uitwisseling door operationeel informatiemanagement; • De informatiemanager van hetOT is eindverantwoordelijk voor het informatieproces. En tevens voor de koppeling met externe informatieprocessen en het gezamenlijk bijhouden van de data. De sleutelfunctionarissen van het OT zijn: • Operationeel Leider; • Hoofd Stafsectie Brandweerzorg; • Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg; • Algemeen Commandant Politiezorg / KMar7; • Algemeen Commandant Bevolkingszorg; • Communicatieadviseur OT (liaison RAC); • Informatiemanager OT; • Voorlichting AAS; • Vertegenwoordiger AAS OT; • Vertegenwoodiger LVNL.
•
Ondersteuning operationeel informatiemanagement: • Informatiecoördinator OT; • Plotter OT. Andere deskundigen en / of private partijen, op uitnodiging van de Operationeel Leider zoals: • ProRail; • Regiopolitie Amsterdam-Amstelland; • Politie Eenheid Noord-Holland; • Korps landelijke Politiediensten; • Liaison NCC en LOCC; • Liaison BuZA voor advisering over internationale aspecten en communicatie met ambassades/consulaten 8; • Vervoerder/afhandelaar; • Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) (bij terreur(dreiging)). De algemeen commandanten en informatiemanager OT worden ondersteund door medewerkers van de eigen stafsecties.
7
Binnen het luchthaventerrein is de KMar op basis van de art. 4 Politiewet verantwoordelijk voor de politietaken. Het werkingsgebied van het CBP Schiphol is echter groter dan het luchthaventerrein. Omdat op het tijdstip van alarmering en opkomst niet altijd direct duidelijk is of een incident zich op of buiten het luchtvaartterrein voordoet, worden zowel de KMar als de Politie Eenheid Noord-Holland gealarmeerd. Indien en zodra er duidelijkheid bestaat over de precieze locatie van een incident wordt bepaald welk korps bevoegd gezag is. 8 Bij incidenten met een internationaal aspect wordt Buitenlandse Zaken automatisch gealarmeerd.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
20
1.3.4 Commando Plaats Incident (CoPI) CoPI
Doel
Het CoPI is belast met de operationele leiding ter plaatse van het incident (brongebied), de afstemming met andere betrokken partijen en het adviseren van het OT. Operationele besluitvorming (brongebied) 30 minuten
Reikwijdte Opkomsttijd en operationeel Alarmering GRIP 1 of hoger GRIP niveau. Opkomstlocatie Nabij het incident Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken • Richt zich primair op de bronbestrijding; • Het bepalen van de te volgen tactiek om te komen tot een snelle en gecoördineerde aanpak van het incident; • Het gevraagd en ongevraagd periodiek informeren van de Operationeel Leider en de burgemeester over de ontwikkelingen binnen het brongebied; • Bij meerdere CoPI’s (ook interregionaal) wordt er afgestemd welke het zware of lichte CoPI is. Het OT wordt hiervan op de hoogte gesteld. Rollen Leider CoPI: • Beslisser: het nemen van multidisciplinaire afgestemde beslissingen (eenhoofdige leiding); • Adviseur: het adviseren van het OT. Bevoegdheden • Het geven van bindende aanwijzingen en/of opdrachten aan de eenheden en organisaties die betrokken zijn bij de ramp of crisis in het brongebied, in lijn met de eenhoofdige leiding van de Operationeel Leider; • Bekrachtigen van GRIP 1 of 2; • Beslissen van afschaling bij GRIP 1; • Bepalen welke operationele processen ter plaatse aan de orde zijn; • Bepalen welke operationele eenheden per discipline ingezet moeten worden; • Regelen van eigen aflossing. Verantwoordelijk • Het inzetten van eenheden in het brongebied; heden in • Het geven van leiding aan de ingezette eenheden; processen • Het bij het OT aanvragen van personeel en materieel; • Het bevorderen van informatie-uitwisseling bij operationeel informatiemanagement. Samenstelling De sleutelfunctionarissen voor het CoPI zijn: van het team • Leider CoPI; • Officier van Dienst Brandweer9; • Officier van Dienst Geneeskundig; • Officier van Dienst Politie/KMar10; • Officier van Dienst Bevolkingszorg, afhankelijk van de aard van het incident; • Voorlichtingsfunctionaris CoPI; • Informatiemanager CoPI; • Plotter CoPI; • Vertegenwoordiger AAS-CoPI. Eventueel uit te Andere deskundigen en/of private partijen, op uitnodiging van de Leider CoPI zoals: breiden met • Algemeen Leider ProRail; • Vertegenwoordiger LTFO (Politie Landelijke Eenheid); • Vertegenwoordiger Luchtvaartpolitie(Politie Landelijke Eenheid); • Vertegenwoordiger RWS; • Unit leider BHV; • Vertegenwoordiger luchtvaartmaatschappij / betrokken bedrijf; • Afhandelaar.
9
Bij het ter plaatse komen van de HOvD (CC) neemt deze de vertegenwoordiging van de brandweer in het CoPI over. Binnen het luchthaventerrein is de KMar op basis van de art. 4 Politiewet verantwoordelijk voor de politietaken. Het werkingsgebied van het CBP Schiphol is echter groter dan het luchthaventerrein. Omdat op het tijdstip van alarmering en opkomst niet altijd direct duidelijk is of een incident zich op of buiten het luchtvaartterrein voordoet, worden zowel de KMar als de Politie Eenheid Noord-Holland gealarmeerd. Indien en zodra er duidelijkheid bestaat over de precieze locatie van een incident wordt bepaald welk korps bevoegd gezag is. 10
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
21
1.3.5 Schiphol Team Plaats Incident (STPI) STPI
Doel
Bij een incident op Schiphol wordt ten behoeve van de bronbestrijding altijd11 een STPI gevormd. Het STPI opereert rechtstreeks onder het CoPI.
Reikwijdte Bron- en effectgebied Opkomsttijd 15 minuten Opkomstlocatie Nabij het incident Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken en rol • Het STPI stemt de inzet van de bij de directe bronbestrijding betrokken diensten af. Onder aansturing van een CoPI kan op meerdere plaatsen12 een STPI worden ingericht. In dat geval is het CoPI het team dat het incident coördineert en fungeren de STPI’s als de ogen en oren van het CoPI ter plaatse; • Afstemmen van de bij de directe bronbestrijding betrokken diensten. Bevoegdheden Het Schiphol Team Plaats Incident (STPI): • is belast met de bronbestrijding. • is een overlegstructuur gericht op de coördinatie van de hulpverlening ter plekke. Verantwoordelijk • Het leiding geven aan de voorbereiding van de bestrijding van een incident, ramp of heden in crisis, waarbij (nog) geen CoPI operationeel is; processen • Contact leggen met crisispartners; • Bepalen welke crisisbestrijdingsprocessen aan de orde zijn; • Invulling geven aan de ondersteunende activiteiten voor de operationele bestrijding in het effectgebied; • Ondersteuning CoPI ten behoeve van managen schaarste, faciliteiten etc.; • Kaders stellen voor de aanpak van een gecoördineerde hulpverlening door de actiecentra en in afstemming met crisispartners. Samenstelling Het STPI bestaat uit: van het team • Airport Fire Officer13/OvD-B; • OvD-KMAR (Kan ook OvD-P zijn); • OvD-G; • Unit Leider BHV (bij incident in Terminal en overige Schiphol gebouwen); • Duty Manager Security (DMS) (bij SSI). Eventueel uit te Andere deskundigen en / of private partijen. breiden met
11
De leider CoPI kan uit oogpunt van een efficiënte crisisbestrijding besluiten het STPI op te laten gaan in het CoPI. Dit geldt echter niet bij vliegtuigincidenten en; bij incidenten waarbij meerdere STPI’s actief zijn. 12 Bij meerdere STPI’s zijn de taken hetzelfde alleen in de samenstelling zijn de diensten aanwezig maar kunnen de functionarissen vertegenwoordigd zijn door een ander niveau dan beschreven. 13 AFO formeert het STPI en is verantwoordelijk voor de bronbestrijding tot de komst van de OVD-B. Bij vliegtuigincidenten geldt dat de AFO het STPI formeert en verantwoordelijk is voor de bronbestrijding tot de komst van de HOVD-B. • • •
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
22
1.3.6 Commissie van Overleg (CVO) Commissie van overleg (CVO)
Doel
De CVO komt bij elkaar bij verstoring van de reguliere bedrijfsprocessen op Schiphol. Afhankelijk van de mate waarin is opgeschaald, krijgt de CVO de informatie vanuit het STPI dan wel CoPI (tot de komst van de (H)OvD) dan wel OT (na de komst van (H)OvD). Reikwijdte Strategisch/besluitvormend Opkomsttijd 15 minuten Opkomstlocatie Gebouw Airside Operationele Dienst, ruimte 1005 Back-up Security Control Centre-vergaderruimte, Schiphol Hoofdgebouw Taken, rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Taken en rol • De CVO is het actiecentrum van AAS tijdens een crisis op Schiphol. De CVO houdt zich primair bezig met de herstart en continuïteit van de primaire processen van AAS en de goede orde en veiligheid op Schiphol. Bevoegdheden De CVO: • Is belast met het coördineren van de luchthavenactiviteiten; • Is belast met het faciliteren van de organisatie die wordt ingezet voor het bestrijden van de crisis; • Is belast met het afbouwen/in stand houden/en herstellen van luchthavenprocessen. Verantwoordelijk • Faciliteren van een crisisplatform voor ketenpartners in het luchthavenproces; heden in • Komen tot gezamenlijke beeldvorming en oordeelsvorming; processen • Komen tot gezamenlijke besluiten met betrekking tot de continuïteit van de luchthavenprocessen en de ondersteuning van de calamiteitenorganisatie. Samenstelling De CVO bestaat uit: van het team De samenstelling van de CVO is afhankelijk van de aard en de omvang van de calamiteit of verstoring. De volgende functionarissen hebben (mogelijk) zitting in de CVO: • Airport Manager (AM) – reguliere voorzitter (vast); • Airside Operations Manager (AOM)14 (vast); • Operationeel Manager Passengers (OM) (vast); • Informatiespecialist; • Plotter; • Operationeel Manager Bagage (OMB); • Security Operations Manager (SOM); • Voorlichter AAS. 15; • Piketofficier calamiteiten KMar (POCAL)16; • Airport Fire Officer (AFO) (alleen als hij niet in het CoPI zit); • Operationeel Technisch Manager (OTM); • Technisch specialist ICT/ST; • Accountmanager AAS (ACM) (als back-up van afhandelaren of vliegmaatschappijen); • Vertegenwoordiger betrokken luchtvaartmaatschappij / afhandelaar bij vliegtuigongevallen; • Vertegenwoordiger LVNL bij vliegtuigongevallen; • Vertegenwoordiger NS Reizigers/ProRail bij treinongevallen; • Vertegenwoordiger Gemeente Haarlemmermeer; • Vertegenwoordiger betrokken bedrijf. Eventueel uit te Andere deskundigen en / of private partijen. breiden met
Vervolg op volgende pagina
14
AOM is voorzitter CVO tot de komst AM. Voorlichter AAS neemt zitting in OT zodra dit wordt ingesteld. 16 De Piket officier Calamiteiten KMar (POCAL) is vanuit de CVO tevens liaison voor de Politie Eenheid Noord-Holland, ook in situaties waar politie Kennemerland leidend is. 15
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
23
1.3.6 Commissie van Overleg (CVO), Vervolg Samenwerking VRK en AAS
Ten tijde van crises is samenwerking tussen de VRK en AAS van essentieel belang. Om die reden vindt er informatie-uitwisseling en afstemming plaats tussen de crisisteams van de VRK en het crisisteam (CVO) van AAS. Deze afstemming en informatie-uitwisseling vinden plaats via de vertegenwoordigers AAS die in de crisisteams VRK plaatsnemen.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
24
1.3.7 Actiecentrum mobiliteit KMar Rolverdeling KMar/Politie
De KMar en de Politie Eenheid Noord-Holland kennen een specifieke, wettelijk geregelde verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen het werkingsgebied van het CBP-S. Wat betreft de taken en bevoegdheden van beide organisaties is een onderscheid gemaakt tussen optreden in het luchthavengebied en het gebied daarbuiten (maar bínnen het werkingsgebied van het CBP-S). Binnen het luchthavengebied is de KMar op basis van art. 4, lid 1c Politiewet verantwoordelijk voor de politionele taken, daarbuiten de Politie Eenheid Noord-Holland.
Actiecentrum Mobiliteit KMar
De KMar heeft een Actiecentrum Mobiliteit waarin partijen met de volgende taken en verantwoordelijkheden bijeen worden gebracht: • het coördineren van de uitvoerende activiteiten in de directe omgeving van het crisisgebied; • de uitwerking van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn opgenomen in het Verkeerscirculatieplan.
Samenstelling Actiecentrum Mobiliteit
Het Actiecentrum Mobiliteit bestaat uit: • Operationeel Commandant omgeving incident KMar (Chef mobiliteit KMar); • Twee vertegenwoordigers Politie Eenheid Noord-Holland en Regio Eenheid AmsterdamAmstelland); • Vertegenwoordiger Politie Landelijke Eenheid; • Vertegenwoordiger Rijkswaterstaat; • Medewerker ProRail (op verzoek - bij tunnelincident); • Liaison (LSO) verkeer (op verzoek); • LSO OOV (op verzoek); • LSO Brandweer (op verzoek); • LSO afzettingseenheid (op verzoek).
Opkomstlocatie AC Mobiliteit
RCC Schiphol (Koningin Maximakazerne).
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
25
1.3.8 Team Opvang & Registratie en Regionaal Beleidsteam Incidenten (RBI) ProRail Team Opvang & Registratie
Het Teamleidersoverleg Opvang & Registratie heeft tot doel de processen Opvang & Verzorging en Registratie slachtoffers te coördineren. In het draaiboek Opvang & Registratie CBP-S staan de taken en procedures omschreven.
Samenstelling Team Opvang & Registratie
De samenstelling van het teamleidersoverleg is: • Voorzitter (gemeente Haarlemmermeer); • Vertegenwoordiger AAS; • Vertegenwoordiger Acute Zorg en Publieke Gezondheid; • Afhankelijk van het incident: medewerker Registratie Slachtoffers (gemeente), KMar, het NRK, Luchthavenpastoraat en de betrokken luchtvaartmaatschappij.
Opkomstlocatie Team Opvang & Registratie
Afhankelijk van incident besluit de Operationeel Manager of de herenigingslocatie het Panorama restaurant of Wildenhorst wordt. Zie Draaiboek Opvang en Registratie Schiphol
RBI (ProRail)
ProRail heeft een Regionaal Beleidsteam Incidenten (RBISR) met als taak: • het ondersteunen en adviseren van de Algemeen Leider ProRail; en • het coördineren van de uitvoering van de beleidsbeslissingen.
Opkomstlocatie RBI
ProRail gebouw, De Ruijterkade 4 te Amsterdam.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
26
1.4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme Inleiding
Samenstelling lokale driehoek
Geïntegreerd BT/Driehoek bij scenario terrorisme
Ingeval van terrorisme gelden voor Schiphol een aantal bijzondere afspraken die in dit hoofdstuk zijn beschreven met betrekking tot leiding en coördinatie.
De lokale, bestuurlijke Driehoek Haarlemmermeer is als volgt samengesteld: Burgemeester; Hoofdofficier van Justitie; Districtscommandant Kmar; Eenheidsleiding / Districtsleiding Regio Eenheid Noord Holland. In geval van verhoogde dreiging kan de burgemeester of de Hoofdofficier de Driehoek bij elkaar roepen.
• • • •
Bij het scenario terrorisme wordt het BT en driehoek samengevoegd. In deze geïntegreerde BT/driehoek wordt alle informatie gedeeld, tenzij er grondige redenen zijn om dat niet te doen. Het OM weegt af of informatie gedeeld kan worden. Wanneer het OM in bepaalde gevallen besluit dat informatie niet gedeeld kan worden, vertrouwt het Beleidsteam op het oordeel van het OM. In de geïntegreerde BT/driehoek wordt constant afgewogen wat de verschillende bevoegdheden van de burgemeester, Officier van Justitie en eventuele ketenpartners in de functionele keten betekenen voor de besluitvorming. Het is mogelijk dat in deze situatie bij een besluit vanuit verschillende bevoegdheden een akkoord moet worden gegeven op een besluit, bijvoorbeeld door de burgemeester en Officier van Justitie i.v.m. onderscheid bevoegdheden opperbevelhebber en de verantwoordelijkheid voor opsporing.
Alertering
Schiphol is als onderdeel van de ‘Sector Burgerluchtvaart’ aangesloten op het nationale alerteringssysteem van de NCTV. Hierin worden vier niveaus onderscheiden: 1. Basisniveau; 2. Lichte dreiging; 3. Matige dreiging en; 4. Hoge dreiging. Het niveau wordt door de minister van Veiligheid en Justitie, op voordracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), vastgesteld. Voor de Sector Burgerluchtvaart geldt momenteel het niveau ‘lichte dreiging’.
Taken NCTV
De NCTV beschikt ten behoeve van de uitoefening van haar taken over de directie Bewaking, Beveiliging, Burgerluchtvaart (DB3).
NCTV
De NTCV heeft tot taak te adviseren en te coördineren. Eventuele maatregelen buiten het aangewezen luchthaventerrein dienen op basis van de adviezen te worden genomen door de lokale driehoek. De NTCV heeft namens de minister van Veiligheid en Justitie dwingende bevoegdheden op basis van de Luchtvaartwet (artikelen 37a t/m 37v) en de Politiewet. Stuurt daarbij de KMar, de luchthavenexploitant en de luchtvaartmaatschappijen aan. Maatregelen zijn niet openbaar. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
27
1.4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme, Vervolg NCTV: maatregelen algemeen
Ingevolge EU Verordening 300/2008, afdeling 3A van de Luchtvaartwet en de Politiewet is de Minister van Veiligheid en Justitie bevoegd aanwijzingen te geven aan de Koninklijke Marechaussee, de exploitant van de luchthaven, luchtvaartmaatschappijen en alle entiteiten die normen voor de beveiliging van de luchtvaart toepassen en die werkzaam zijn vanuit locaties die binnen of buiten luchthaven zijn gelegen en goederen en/of diensten leveren aan of via de luchthaven, om maatregelen te (doen) treffen bij terreurdreiging. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft deze bevoegdheid gedelegeerd aan de NCTV, DB3. De mogelijk te nemen maatregelen zijn gerelateerd aan het dreigingsniveau en zijn vastgelegd in het Risicomanagementmodel Amsterdam Airport Schiphol.
Aanwijzingen door Conform artikel 6 lid 3 van de Politiewet kan de Minister van Veiligheid en Justitie Min V en J aanwijzingen geven aan de KMar in het kader van de beveiliging burgerluchtvaart.
NCTV Toezicht
De NCTV is op Schiphol verantwoordelijk voor toezicht: • op het luchtvaartproces; • in de terminal; • in de nabijheid van zones waar vliegtuigbewegingen plaatsvinden; • in openbare gebieden zoals terrassen voor toeschouwers, luchthavenhotels, en parkeervoorzieningen; • op naar de terminal leidende en openbare toegangswegen; • op autoverhuurbedrijven; • op standplaatsen voor taxi’s en andere landtransportmiddelen en; • op eventuele op de luchthaven aanwezige hotelvoorzieningen.
Schema opleggen maatregelen
Onderstaand schema geeft aan welke instanties maatregelen op kunnen leggen aan disciplines die op Schiphol zijn gevestigd. KMar NCTV AAS
DCC I&M
Alarmering
LVNL
Indien de NCTV besluit om het alerteringsniveau te verhogen (naar minimaal “matige dreiging”), dan zal de alarmeringsprocedure worden uitgevoerd met behulp van het zogenaamde Quick Alert systeem van de NCTV. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
28
1.4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme, Vervolg Informeren overige instanties
Afhankelijk van de aard en de ernst van de melding, informeert en stemt de KMar af met de volgende diensten: • Regio Eenheid Noord-Holland; • Regiopolitie Amsterdam-Amstelland; • Landelijke Eenheid; • Openbaar Ministerie (parket Haarlem); • Amsterdam Airport Schiphol (Airport Manager); • Gemeente Haarlemmermeer; • ProRail/NS; • Inlichtingendiensten/NCTV; • Ministerie van Infrastructuur & Milieu; • Regionale brandweer en GHOR.
Schiphol Security Incident
In het geval (1) er indicaties zijn van een niet geverifieerd, security gerelateerd incident; (2) en er onder leiding van de KMar een onderzoek gaande is naar de aard van de dreiging; kan worden besloten het incidenttype ‘Schiphol Security Incident (SSI)’ af te geven. Dit betekent dat een STPI wordt geformeerd, hulpverleningsdiensten in gereedheid worden gebracht (op voldoende afstand), waar zij op nadere instructies van de KMar wachten. Deze incidentcode kan (na verificatie) worden opgeheven of overgaan in een alarmvorm van het CBP-S.
Opschaling alerteringsniveau
Bij een verhoogde dreiging op de gehele sector Burgerluchtvaart kan het UOA bij elkaar geroepen worden. Het Uitvoeringsoverleg Alerteren (UOA) is een afstemmingsoverleg waarin n.a.v. het gewijzigde alerteringsniveau voor de Sector Burgerluchtvaart de eventueel toe te passen maatregelen worden geformuleerd. Het UOA adviseert aan de NCTV. Het UOA bestaat uit een kernteam, dat afhankelijk van omstandigheden kan worden uitgebreid. Wanneer de dreiging zich specifiek richt op de luchthaven Schiphol of een specifieke luchtvaartmaatschappij wordt normaliter niet overgegaan tot alerteren. In dat geval kan NCTV direct besluiten tot het treffen van maatregelen. Indien de NCTV daartoe aanleiding ziet, kan zij de Werkgroep Beveiliging en Terrorisme (WBT) bijeenroepen, waarin onder voorzitterschap van de DB3 n.a.v. de specifieke dreiging de eventueel toe te passen maatregelen worden geformuleerd. De WBT adviseert aan de NCTV. De WBT bestaat uit een kernteam, dat afhankelijk van omstandigheden kan worden uitgebreid. Afhankelijk van de bevoegdheden over de te treffen maatregelen – en zover deze niet treden in de bevoegdheden van de NCTV – besluit de burgemeester Haarlemmermeer of de officier van justitie (parket Haarlem) om bepaalde beveiligingsmaatregelen in te stellen. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
29
1.4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme, Vervolg Verhouding OT en UOA
Wanneer de Minister van V en J besluit op het dreigingsniveau van de sector Burgerluchtvaart op te schalen, dan zal de VRK de GRIP-systematiek gebruiken om op te schalen. Dit betekent dat bij lichte, matige of hoge dreiging in de sector burgerluchtvaart een OT bijeen zal komen, voor de te nemen maatregelen op het gebied van rechtsorde, openbare orde en hulpverlening. Het UOA en OT zullen zoveel mogelijk gezamenlijk moeten opereren. Het landelijk UOA adviseert het NCTV over de beveiliging van de burgerluchtvaart. Het OT adviseert het BT (= burgemeester en Officier van Justitie als bevoegd gezag) over alle te nemen maatregelen die niet de ‘beveiliging burgerluchtvaart’ raken, bijvoorbeeld op het terrein van openbare ordehandhaving, mobiliteit, verkeerscirculatie en hulpverlening.
Samenstelling UOA en WTB
Het kernteam van het UOA en WBT bestaan uit: • DB3 van de NCTV (voorzitter); • Vertegenwoordiger AAS (Directeur SSE of plaatsvervanger); • KMar; • Regio Eenheid Noord-Holland (veiligheidscoördinator); • Gemeente Haarlemmermeer (adviseur openbare veiligheid) • Openbaar Ministerie parket Haarlem • Eenheid Bewaken Beveiligen/NCTV • DKA/NCTV • BC/ NCTV Op verzoek wordt het Uitvoeringsoverleg Alerteren aangevuld met derden. Het UOA komt bijeen op RCC Schiphol.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
30
Deel 2 Scenario’s Inleiding
Dit deel bevat een beschrijving en uitwerking van de scenario’s die aan het CBP-S ten grondslag liggen.
Inhoud
Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk
Inhoud
Pagina
2.1
Scenariokeuze
2.2
Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan
2.3
Runway Incursion met ongeval tot gevolg
2.4
Botsing van treinen op wisselstraat
2.5
Treinbrand op ondergronds station
2.6
Treinbrand in tunnel
2.7
Brand in terminal
2.8
Bomaanslag in terminal
2.9
Aanslag met bomauto voor de terminal
2.10
Vliegtuigkaping
2.11
Gijzeling
2.12 2.13
Dreiging besmetting - Melding gezagvoerder van besmettelijke passagier Dreiging besmetting - Besmetting t.g.v. kapotte verpakking
36 38 41 44 46 48 51 53 56 59 61 63
2.14
Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply
2.15
Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland
2.16
Verkeersongeval in tunnel
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
72 74 82 87
31
2.1 Scenariokeuze Inleiding
In dit deel zijn de scenario’s uitgewerkt die ten grondslag liggen aan het CBP-S. De scenario’s zijn zo beschreven dat zij een beeld geven van de ontwikkeling en het verloop van het incident. De scenariobeschrijvingen zijn gericht op de inzet van de operationele hulpdiensten (Brandweer, KMar, GHOR en Gemeente).
Uitgangspunten scenariokeuze
Uitgangspunt bij het ontwerpen van de scenario’s is dat er sprake moet zijn van redelijkerwijs te verwachten ongevallen (zogenaamde ‘realistische’ scenario’s). Een ongeval wordt beschouwd als ‘realistisch’ als het soort ongeval zich (gemiddeld) minimaal eenmaal per vijf jaar in Europa voordoet. De lijst met scenario’s is geen uitputtende lijst van mogelijke incidenten op Schiphol. De opgenomen scenario’s zijn de incidenten waar de hulpverleningsdiensten op en rond Schiphol zich met prioriteit op wensen voor te bereiden.
Beschrijving scenario
De scenario’s zijn beschreven volgens het volgende stramien: • Begingebeurtenis; • Eerste kwartier; • Eerste uur; • Eerste dag; • Herstelfase. Per scenario is aangegeven: • Het te verwachten slachtofferbeeld; • De benodigde eerste inzet van de hulpverleningsdiensten (operationele prestaties).
Uitwerkingsniveau
De scenario’s zijn zodanig uitgewerkt dat ze de gebruikers van dit plan in korte tijd een beeld geven van de te verwachten ontwikkeling van het incident en de benodigde inzet om (de gevolgen van) het incident adequaat te bestrijden. De scenario’s vliegtuigkaping en gijzeling zijn summier uitgewerkt vanwege het confidentiële karakter.
Terrorisme
De toegenomen dreiging van terroristische aanslagen heeft ertoe geleid dat in het CBP-S terreurscenario’s zijn opgenomen. Voor de terreurscenario’s is gekozen voor een bomaanslag in en nabij de terminal. Terroristische aanslagen hebben per definitie een onvoorspelbaar karakter. Een duidelijke trend is niet te geven. Om die reden kan uitdrukkelijk niet worden uitgesloten dat een werkelijke aanslag een ander en/of groter beroep doet op de hulpverleningsdiensten dan in dit plan aangegeven.
Maatscenario
Het maximale scenario in dit plan is een vliegtuigcrash. Bij de beoordeling op plaats incident van de daadwerkelijke grootte en omvang wordt door de hoogst leidinggevende afgewogen en bepaald welke noodzakelijke bijstand moet worden gealarmeerd. Een vergelijkbare problematiek doet zich bijvoorbeeld voor bij het scenario “aanslag met bomauto voor de terminal”. Dit scenario wordt echter niet als maatgevend beschouwd. De hulpvraag bij de overige scenario’s blijft binnen de beschikbare capaciteit. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
32
2.1 Scenariokeuze, Vervolg Relativering scenario’s
De realiteit houdt zich slechts zelden aan een vooraf opgesteld scenario. Om deze reden moeten de scenario’s – inclusief de slachtofferaantallen - in dit plan niet als absolute grootheden worden gezien. De scenario’s bieden de hulpverleningsdiensten echter wel een verantwoorde basis om zich voor te bereiden op incidenten die zich op en rond de luchthaven Schiphol kunnen voltrekken.
Algemene opmerking vooraf
Ieder incident van een zekere omvang veroorzaakt verstoring van de dagelijkse gang van zaken. Dit geldt zeker ook voor de processen op en rond Schiphol. Vanwege de leesbaarheid van de scenario’s is de verstoring van de normale gang van zaken niet telkens beschreven.
Toelichting scenario Vliegtuigongeval Buiten de VRK
Het scenario Vliegtuigongeval buiten de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) geeft aan hoe de VRK en Schiphol zullen omgaan bij de hulpvraag bij het neerstorten van een verkeersvliegtuig, met bestemming of vertrek Schiphol, in Nederland en daarbuiten (internationale wateren).
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
33
2.2 Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan Begingebeurtenis
Een vliegtuig met 500 inzittenden crasht tijdens de landing op of nabij de landingsbaan. Het vliegtuig vliegt in brand en breekt mogelijk in stukken.
Eerste kwartier
De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd met kwalificatie VOS Groot. De luchthavenbrandweer rukt uit met drie groepen vliegtuigbrandbestrijding. De eerst aankomende groep richt zich op het grootste deel van het landende vliegtuig. De brand is binnen 1 minuut na aankomst 90% knockdown. De tweede groep wordt ingezet voor de binnenaanval om een overleefbare situatie te creëren in het toestel. De derde groep wordt ingezet op aanwijzing van de Airport Fire Officer. Een groot deel van de inzittenden slaagt erin het vliegtuig, meer of minder gewond, zelf of met hulp van medepassagiers te verlaten. Aan boord bevinden zich beknelde, zwaargewonde en overleden passagiers. De eerst aankomende eenheden van brandweer, ambulancedienst en KMar starten met onderlinge coördinatie, waarna de hulpverlening wordt opgestart. De KMar richt zich op het uitvoeren van het circulatieplan gebruikt door het Mobiliteitscentrum (waarborgen aan- / afvoerroutes). De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. De CVO van de luchthaven komt bijeen en neemt de eerste coördinerende maatregelen. Het vliegverkeer is tijdelijk stilgelegd, De Airport Fire Officer geeft de kwalificatie door aan de Alarmcentrale Schiphol (AC/S) (nader bericht; bevestiging kwalificatie of op- / afschalen). Bron-effectbestrijding: VBB + 1 CIE Coördinatie: STPI vormt zich z.s.m. bij het incident Alarmering van bestuur en processen • GRIP 3 gealarmeerd; • Nader bericht (monodisciplinair).
Eerste uur
Ongedeerde en (licht)gewonde passagiers worden door de KMar verzameld, door AAS vervoerd naar de opvanglocatie en opgevangen en geregistreerd door de gemeente. De gearriveerde geneeskundige hulpverleners zorgen voor triage van de slachtoffers en het stabiliseren van de T1 en T2 slachtoffers. Er wordt een gewondennest ingericht. De brandweer richt zich op het redden van de gewonde personen in het vliegtuig. De betrokken ambassades zijn gealarmeerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en willen informatie. De afhalers in de terminal willen informatie. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over hun verwanten. Er is grote media-aandacht. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatie SPL een verkeerschaos te voorkomen. De bereikbaarheid van het incident voor de hulpdiensten wordt geregeld door de hoogst leidinggevende op de UGS. Het vliegverkeer is weer opgestart en de verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd.
Eerste dag
Een tweede groep verwanten komt aan op de luchthaven. Alle gewonden zijn uit het toestel bevrijd. De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. De overleden slachtoffers worden voor identificatie ondergebracht in het Sneeuwvlootgebouw naast brandweerpost Sloten. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door de gemeente op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun landgenoten. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het onderzoek naar de oorzaak van de crash is in volle gang. De crisis trekt wereldwijde media-aandacht.
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
34
2.2 Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan, Vervolg Herstelfase
De slachtoffers worden gerepatrieerd. Het identificatieproces loopt nog door, evenals het onderzoek naar de oorzaak van de crisis. Na afloop van de onderzoeken op de crisislocatie wordt het gebied opgeruimd en weer in gebruik genomen voor het vliegverkeer.
Slachtoffer-beeld
Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Doden Te hospitaliseren T1 Te hospitaliseren T2 Lichtgewonden T3 / ongedeerden
Aantal 125 75 113 187
Bron: Handreiking Crisisbeheersing op luchthavens (uitgave 2011)
Operationele prestaties
Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten in eerste instantie de volgende initiële inzet: Discipline Luchthavenbrandweer
Airport Medical Service GHOR
Regionale brandweer
KMar
Politie Eenheid NoordHolland
Hulpvraag VOS Groot 1 tot 3 Groepen Vliegtuigbrandbestrijding 1 Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 20 Ambu’s 2 Geneeskundige Combinatie (GNK-C) 2 Mobiel Medisch Team 1 Coördinator Gewonden Vervoer 1 HOvD1 (LCoPI) 1 HOvD2 (Compagnie Commandant) 1 Peloton VRK [HV] (OVD-B/PC, 4 TS, HV & RV) 1 Peloton VRAA [HV] (OVD-B, 4 TS, HV & RV) 1 Ondersteuningspeloton VRK (OVD-B/PC, TS, HAC+HCoPI, HAC+HVH-redding, HAC+HVH-instorting, HAC+VZH, DB-VZ) 1 Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) 1 OvD-P (KMar) 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied 1 OvD-P 2 Buiten Bewaking Schiphol eenheid 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
35
2.2 Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan, Vervolg Operationele prestaties vervolg
Gemeente
Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Hoofd AMCO Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg, Registratie Slachtoffers en AMCO Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
36
2.3 Runway Incursion met ongeval tot gevolg Begingebeurtenis
Bij het passeren van een baankruising botst een landende Boeing 747 met 500 passagiers en crew aan boord op een gesleepte Boeing 747 met 2 werknemers aan boord. Het landende vliegtuig schuift nog ongeveer 1 km door over de baan, laat een spoor van onderdelen en brandstof achter en vliegt in brand. Het gesleepte vliegtuig komt ondersteboven tot stilstand. Het crisisgebied is uitgestrekt. Het vliegverkeer is tijdelijk stilgelegd.
Eerste kwartier
De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd met kwalificatie VOS Groot. De luchthavenbrandweer rukt uit met drie groepen vliegtuigbrandbestrijding. De eerst aankomende groep richt zich op het grootste deel van het landende vliegtuig. De brand is binnen 1 minuut na aankomst 90% knockdown. De tweede groep wordt ingezet voor de binnenaanval om een overleefbare situatie te creëren in het toestel. De derde groep wordt ingezet op aanwijzing van de Airport Fire Officer. Ongedeerde en gewonde passagiers die kunnen lopen of geholpen worden, verlaten het vliegtuig. Aan boord bevinden zich beknelde, zwaargewonde en overleden passagiers. De eerst aankomende eenheden van brandweer, ambulancedienst en KMar starten met onderlinge coördinatie, waarna de hulpverlening wordt opgestart. De KMar richt zich op het uitvoeren van het circulatieplan (waarborgen aan- / afvoerroutes). De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. De CVO van de luchthaven komt bijeen en neemt de eerste coördinerende maatregelen. De Airport Fire Officer geeft de kwalificatie door aan het AC/S (nader bericht; bevestiging kwalificatie of op-/afschalen).
Eerste uur
Het optreden van de hulpdiensten is primair gericht op het toestel met passagiers aan boord. Ongedeerde en (licht)gewonde passagiers worden door de KMar verzameld en door AAS vervoerd naar de opvanglocatie. De gearriveerde geneeskundige hulpverleners zorgen voor triage van de slachtoffers en het stabiliseren van de T1 en T2 slachtoffers. Er wordt een gewondennest ingericht. De brandweer richt zich op het redden van de gewonde personen in het vliegtuig. De betrokken ambassades zijn gealarmeerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en willen informatie. De afhalers in de terminal willen informatie. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over hun verwanten. Er is grote media-aandacht. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatieplan SPL een verkeerschaos te voorkomen. De bereikbaarheid van het incident voor de hulpdiensten wordt – conform het deelproces coördinatie – geregeld door de hoogst leidinggevende op de UGS.
Eerste dag
Alle gewonden zijn uit het toestel bevrijd. De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. De overleden slachtoffers worden voor identificatie ondergebracht in het Sneeuwvlootgebouw naast brandweerpost Sloten. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door de gemeente op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun landgenoten. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het onderzoek naar de oorzaak van de crash is in volle gang. Het vliegverkeer is opgestart en de verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd. Er is wereldwijde media-aandacht.
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
37
2.3 Runway Incursion met ongeval tot gevolg, Vervolg Herstelfase
De slachtoffers worden gerepatrieerd. Het identificatieproces loopt nog door, evenals het onderzoek naar de oorzaak van de crisis. Wegens de uitgestrektheid van het crisisgebied duurt het lang voordat het onderzoek ter plaatse kan worden afgesloten en het terrein kan worden vrijgegeven. Dit heeft gedurende langere tijd gevolgen voor de afwikkeling van het vliegverkeer op Schiphol. Na het vrijgeven van de locatie, wordt het gebied opgeruimd en weer in gebruik genomen voor het vliegverkeer.
Slachtoffer-beeld
Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Doden Te hospitaliseren T1 Te hospitaliseren T2 Lichtgewonden T3
Aantal 440 8 39 13
Het slachtofferbeeld is gevormd op basis van de vliegtuigongevallen in Tenerife (1977) en Linate (2001).
Operationele prestaties
Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten de volgende initiële inzet: Discipline Luchthavenbrandweer
Airport Medical Services GHOR
Regionale brandweer
Hulpvraag VOS Groot 3 Groepen Vliegtuigbrandbestrijding 1 Tankautospuit 1 Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 20 Ambu’s 2 Geneeskundige Combinatie (GNK-C) 2 Mobiel Medisch Team 1 Coördinator Gewonden Vervoer 1 HOvD1 (LCoPI) 1 HOvD2 (Compagnie Commandant) 1 Peloton VRK [HV] (OvD-B/PC, 4 TS, HV & RV) 1 Peloton VRAA [HV] (OvD-B, 4 TS, HV & RV) 1 Ondersteuningspeloton VRK (OvD-B/PC, TS, HAC+HCoPI, HAC+HVH-redding, HAC+HVH-instorting, HAC+VZH, DB-VZ) 1 Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
38
2.3 Runway Incursion met ongeval tot gevolg, Vervolg Operationele prestaties vervolg
Discipline KMar
Regio Eenheid Noord-Holland
Gemeente
Hulpvraag VOS Groot 1 OvD-P (KMar) 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied 1 OvD-P 2 Buiten Bewaking Schiphol eenheid 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Hoofd AMCO Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg, Registratie Slachtoffers en AMCO Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
39
2.4 Botsing van treinen op wisselstraat Begingebeurtenis
Op de wisselstraat nabij het ondergrondse station komen twee passagierstreinen met elkaar in botsing. De ene trein raakt de andere in de flank. Ten minste één van de treinen heeft een lage snelheid. Er breekt geen brand uit.
Eerste kwartier
De melding komt via de Landelijke Eenheid DOC (Dienst Ondersteuning & Communicatie Landelijke Eenheid) binnen bij het MICK. Deze alarmeert de hulpverleningsdiensten. Ongedeerde en gewonde passagiers die kunnen lopen of geholpen worden, verlaten de trein en gaan naar het station. Een aantal van hen loopt door de tunnel op zoek naar een nooduitgang. Aan boord van de trein bevinden zich beknelde, zwaargewonde en overleden passagiers. De eerste voertuigen van brandweer, ambulancedienst en KMar komen ter plaatse en vangen de reizigers op het station op. De procedure ‘tunnel treinvrij maken’ uit het calamiteitenbestrijdingsplan van ProRail wordt in gang gezet. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI.
Eerste uur
Bij de melding TIS 3.4, stelt de brandweer de procedure ‘aarden bovenleiding’ in werking. Als deze is afgerond begint de brandweer samen met de ambulanceverpleegkundigen met de redding en triage van de beknelde en ernstig gewonde slachtoffers. Er wordt een gewondennest ingericht. Alle ambulante passagiers zijn verwijderd van de plaats van het ongeval. Een groot aantal van hen heeft de reis vervolgd. Een aantal passagiers wordt nog opgevangen en ontvangt zo nodig lichte medische verzorging. Hen wordt de gelegenheid gegeven zich te laten registreren. Er is veel media-aandacht. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over verwanten. Het treinverkeer van en naar Schiphol is stilgelegd. ProRail neemt in overleg met de OvD-B maatregelen om de gestrande treinen met reizigers aan boord uit de tunnel te halen conform procedure ‘Tunnel treinvrij maken’. Passagiers kunnen vanaf Schiphol niet per trein worden aan- of afgevoerd. Dit leidt tot grote drukte op Plaza. NS zetten bussen in. Op de wegen van en naar Schiphol ontstaat grote verkeersdrukte.
Eerste dag
De beknelde en ernstig gewonde passagiers zijn uit de trein bevrijd en ontvangen medische hulp. De overleden passagiers worden voor identificatie overgebracht naar een locatie, zo mogelijk het mortuarium op Schiphol. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. De relaties en ambassades worden geïnformeerd. Het onderzoek naar de oorzaak van de botsing is in volle gang. De treinloop is in de loop van de dag weer gedeeltelijk op gang gekomen. De verkeerssituatie rond Schiphol is grotendeels genormaliseerd. Het ongeval trekt voornamelijk nationale media-aandacht.
Herstelfase
De hulpdiensten zijn volledig afgeschaald. Het onderzoek naar de oorzaak van de ramp loopt door. Na afloop van het onderzoek op de locatie van de crisis, worden de wrakken afgevoerd. Dit kan enkele dagen duren. Het spoor wordt gerepareerd.
Slachtoffer-beeld
Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Doden Te hospitaliseren T1 Te hospitaliseren T2 Lichtgewonden T3
Aantal 3 10 20 20 Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
40
2.4 Botsing van treinen op wisselstraat, Vervolg Operationele prestaties
Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten de volgende initiële inzet: Discipline Luchthavenbrandweer + AAS Airport Medical Service GHOR
Regionale Brandweer
KMar
Politie Eenheid NoordHolland Gemeente
Deelplannen
Hulpvraag Airport Fire Officer Vertegenwoordiger AAS CoPI 2 unitleiders BHV 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 20 ambulances 1 MMT 1 GNK-C 1 Coördinator Gewonden Vervoer Peloton HV + HV-container OvD-B HOvD 6 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied -Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Hoofd AMCO Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg, Registratie Slachtoffers en AMCO Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Hieronder volgt het schema van de deelplannen voor zover van toepassing en afwijkend van het Crisisplan. Deelproces Acties Algemene en ondersteunende processen Alarmering van bestuur en • AL van ProRail stelt vast dat er geen treinbewegingen processen meer in tunnel plaatsvinden; • ProRail beoordeelt of tunnel ‘treinvrij’ is. Effect- en bronbestrijding • ProRail-procedure ‘Tunnel treinvrij maken’.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
41
2.5 Treinbrand op ondergronds station Begingebeurtenis
In, op of onder een trein die zich bevindt in het ondergrondse station, wordt brand ontdekt. De brand kan niet met de ter plaatse beschikbare blusmiddelen worden geblust.
Eerste kwartier
De brandmelding komt via de Landelijke Eenheid DOC (Dienst Ondersteuning & Communicatie Landelijke Eenheid) en/of het brandmeldsysteem in het station via het regiecentrum van de alarmcentrale AAS binnen bij het MICK. Deze alarmeert de hulpverleningsdiensten met kwalificatie Middelbrand. Alle passagiers zijn in staat om de trein te verlaten. Het station wordt ontruimd. Enkele tientallen passagiers hebben ademhalingsproblemen of ander licht letsel opgelopen tijdens de ontvluchting. De bemanning van de eerste tankautospuit van de brandweer komt ter plaatse. De brandweer stelt zo nodig de procedure ‘aarden bovenleiding’ in werking. Als de bovenleiding spanningsloos is en geaard begint de brandweer met de bluswerkzaamheden. In verband met de rookontwikkeling wordt Schiphol Plaza ontruimd. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI.
Eerste uur
De brand is na een half uur geblust. De passagiers met ademhalingsproblemen of verwondingen ontvangen medische hulp. Zij worden geregistreerd. De meeste andere reizigers vervolgen hun weg. ProRail neemt maatregelen om in overleg met de OvD-B gestrande treinen uit de tunnel te halen conform procedure ‘Tunnel treinvrij maken’. Het overige treinverkeer is gestaakt en de bovenleiding is spanningsloos. Er is veel mediaaandacht. Het treinverkeer van en naar Schiphol is stilgelegd. Passagiers kunnen vanaf Schiphol niet per trein worden aan- of afgevoerd. Dit leidt tot grote drukte op Plaza en verstoring van de Schipholprocessen.
Eerste dag
Het onderzoek naar de oorzaak van de brand is in volle gang. De treinloop is in de loop van de dag weer gedeeltelijk op gang gekomen. De verkeerssituatie rond Schiphol is grotendeels genormaliseerd. Het ongeval trekt voornamelijk nationale media-aandacht.
Herstelfase
De hulpdiensten zijn volledig afgeschaald. Het onderzoek naar de oorzaak van de crisis loopt door. Na afloop van het onderzoek op de crisislocatie, worden de wrakken afgevoerd. Dit kan enkele dagen duren. Het spoor wordt gerepareerd. NS vervoert gedurende de tijd dat het station onbruikbaar is de passagiers met bussen.
Slachtoffer-beeld
Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Doden Te hospitaliseren T1 Te hospitaliseren T2 Lichtgewonden T3
Aantal 0 0 2 50 Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
42
2.5 Treinbrand op ondergronds station, Vervolg Operationele prestaties
Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten de volgende initiële inzet: Discipline Luchthavenbrandweer
Airport Medical Service GHOR
Regionale Brandweer
KMar
Politie Eenheid Noord-Holland Gemeente
Deelplannen
Hulpvraag 1 Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 2 unitleiders BHV 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 4 ambulances 1 GNK-C 1 Coördinator Gewonden Vervoer 1 Peloton 1 HV 1 OvD-B 1 HOvD 6 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied -Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg en Registratie Slachtoffers Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Hieronder volgt het schema van de deelplannen voor zover van toepassing en afwijkend van het Crisisplan. Deelproces Algemene en ondersteunende processen Alarmering van bestuur en processen
Effect- en bronbestrijding
Acties • AL van ProRail stelt vast dat er geen treinbewegingen meer in tunnel plaatsvinden; • ProRail beoordeelt of tunnel ‘treinvrij’ is. • Procedure ‘Tunnel treinvrij maken’.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
43
2.6 Treinbrand in tunnel Begingebeurtenis
Terwijl de passagierstrein in de tunnel rijdt wordt een kleine brand ontdekt. Passagiers trekken aan de noodrem en de trein stopt in de tunnel. In de trein zitten op dat moment 800 passagiers.
Eerste kwartier
De conducteurs op de trein gaan op zoek naar de reden van het gebruik van de noodrem. Zij ontdekken binnen 2 minuten dat er brand is uitgebroken in een treinstel. Via het omroepsysteem wordt reizigers gevraagd de trein te verlaten via de deuren. De brandmelding komt via Landelijke Eenheid DOC (Dienst Ondersteuning & Communicatie Landelijke Eenheid) binnen bij het MICK. Deze alarmeert de hulpverleningsdiensten met kwalificatie Grote brand. De hulpdiensten rukken uit naar de in de buurt van de brandende trein gelegen nooduitgangen en tunneluitgang. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. Passagiers verlaten de trein en lopen de tunnel in op zoek naar een nooduitgang. De brand ontwikkelt zich relatief langzaam door de brandvertragende materialen die onder meer in het interieur zijn gebruikt. Na een kwartier staat het gehele treinstel in brand. Dit leidt tot behoorlijke rookontwikkeling. De meeste passagiers hebben reeds de nooduitgangen bereikt. Een vijftal minder valide passagiers kan de trein niet tijdig verlaten. Enkele tientallen passagiers uit het brandende treinstel hebben last van ademhalingsmoeilijkheden. Ook komen enkele vluchtende passagiers ten val bij het verlaten van de trein en worden mensen onder de voet gelopen. Er is sprake van grote onrust onder de passagiers van de trein.
Eerste uur
De hulpdiensten hebben de plaats van het incident bereikt. Hulpdiensten betreden de tunnel niet eerder dan zij van de eigen centralist het bericht hebben ontvangen dat het treinverkeer tot stilstand is gebracht, dit om aanrijdgevaar te voorkomen. ProRail neemt in overleg met de OvD-B maatregelen om gestrande treinen uit de tunnel te halen conform procedure ‘Tunnel treinvrij maken’. Het treinverkeer is gestaakt. De brandweer stelt de procedure ‘aarden bovenleiding’ in werking. De brandweer start met blussen. Passagiers die zich nog in of nabij de trein bevinden, zijn overleden. Enkele tientallen passagiers die via de nooduitgangen zijn ontsnapt, kampen met ademhalingsproblemen. Ook zijn er mensen met verwondingen (wonden, breuken). De opvang van passagiers is gestart. De gewonden en zij die aangeven dit te willen, worden geregistreerd. Er is grote media-aandacht en er komen veel verzoeken om informatie binnen. Het treinverkeer van en naar Schiphol is stilgelegd. Passagiers kunnen vanaf Schiphol niet per trein worden aan- of afgevoerd. Dit leidt tot grote drukte op Plaza en verstoring van de Schipholprocessen. Op de wegen van en naar Schiphol ontstaat een chaotische situatie. De brand is inmiddels onder controle.
Eerste dag
De brand is geblust. De dodelijke slachtoffers zijn geborgen. Met de identificatie is een begin gemaakt. De betrokken ambassades worden geïnformeerd. De tunnel is buiten dienst. Er is geen treinverkeer van en naar Schiphol mogelijk. Rond Schiphol is er nog steeds sprake van een chaotische verkeerssituatie. Er is internationale media-aandacht voor het incident. Het onderzoek naar de oorzaak van het incident loopt. De Schipholprocessen worden geleidelijk opgestart. De problematische aan- en afvoer van passagiers leidt wel tot ernstige vertragingen. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
44
2.6 Treinbrand in tunnel, Vervolg Herstelfase
De hulpdiensten zijn volledig afgeschaald. Het onderzoek naar de oorzaak van de crisis loopt door. Na afloop van het onderzoek op de locatie van het incident, worden de wrakstukken afgevoerd. Dit kan enkele dagen duren. Het spoor wordt gerepareerd. Zodra de reparatiewerkzaamheden zijn afgerond, komt de treinenloop weer op gang. De tunnelbuis is gedurende enkele dagen niet bruikbaar. Voor het transport van passagiers en werknemers van en naar Schiphol worden bussen ingezet. Het identificatieproces is afgerond.
Slachtoffer-beeld
Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Doden Te hospitaliseren T1 Te hospitaliseren T2 Lichtgewonden T3
Aantal 5 6 14 47
Gebaseerd op Calamiteitenmatrix-HSL (Project Railplan, scenario B3 (brand in meerdere bakken (1 treinstel) of brand die tot stop leidt of uitslaand is). Dit betreft de aantallen slachtoffers die volgens de Calamiteitenmatrix zullen optreden bij een treinstel met 400 reizigers. Het scenario gaat uit van 800 reizigers. De waarden van een treinstel met 400 reizigers wordt aangehouden, omdat wordt uitgegaan van zelfredzaamheid en een snelle detectie van en interventie bij brand. De brandpreventieve eisen in de HSLtunnel (15 minuten veilig leefklimaat om mensen voldoende ontsnappingstijd te geven) zijn anders dan die destijds aan de Schipholspoortunnel gesteld zijn, maar daar staat weer een hoger aantal nooduitgangen in de Schipholtunnel tegenover. N.B. De doden zullen met name vallen onder hen die niet tijdig het brandende treinstel kunnen verlaten (minder valide personen). Verwondingen ontstaan door inademen rook, ten val komen, verdrukt worden of onder de voet gelopen worden.
Operationele prestaties
Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten de volgende initiële inzet: Discipline Luchthavenbrandweer
Airport Medical Service GHOR
Hulpvraag 1 Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 2 unitleiders BHV 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 10 ambulances 1 GNK-C 1 Coördinator Gewonden Vervoer Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
45
2.6 Treinbrand in tunnel, Vervolg Operationele prestaties vervolg
Discipline Regionale brandweer
KMar
Regio Eenheid NoordHolland Gemeente
Deelplannen
Hulpvraag 1 OvD-B 1 HOvD 1 Compagnie 6 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied -Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Hoofd AMCO Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg, Registratie Slachtoffers en AMCO Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Hieronder volgt het schema van de deelplannen voor zover van toepassing en afwijkend van het Crisisplan. Deelproces Algemene en ondersteunende processen Alarmering van bestuur en processen
Effect- en bronbestrijding
Acties • AL van ProRail stelt vast dat er geen treinbewegingen meer in tunnel plaatsvinden; • ProRail beoordeelt of tunnel ‘treinvrij’ is. • Procedure ‘Tunnel treinvrij maken’.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
46
2.7 Brand in terminal Begingebeurtenis
In een technische ruimte ontstaat brand. Deze wordt aanvankelijk niet ontdekt. De brand verspreidt zich via doorgangen van leidingen.
Eerste kwartier
De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd met kwalificatie Grote brand. De brandweer rukt uit. De BHV-organisatie van AAS ontruimt in samenwerking met de KMar de omgeving van de brand. De brandweer begint met een eerste verkenning en maakt een start met de incidentbestrijding. De KMar richt zich op het uitvoeren van het circulatieplan (waarborgen aan-/afvoerroutes) vanaf UGS-A. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI.
Eerste uur
Een gedeelte van de terminal is ontruimd. Aan enkele mensen met ademhalingsproblemen wordt medische hulp verleend. Er worden geen extra ambulances opgeroepen. De brand wordt geblust. De aan- en afvoer van passagiers is problematisch. Afhankelijk van de plaats van de brand, worden delen van het terminalcomplex tijdelijk gesloten, waaronder mogelijk het treinstation. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatieplan SPL een verkeerschaos te voorkomen. Er is veel mediabelangstelling.
Eerste dag
De hulpverleningsdiensten zijn afgeschaald. Justitieel onderzoek naar de oorzaak van de brand is ingesteld. De terminal is grotendeels weer in gebruik. De aan- en afvoer van passagiers verloopt zo goed als normaal.
Herstelfase
De luchthaven herstelt de schade na het vrijgeven van de locatie.
Slachtoffer-beeld
Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Doden Te hospitaliseren T1 Te hospitaliseren T2 Lichtgewonden T3
Aantal 0 0 0 10 Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
47
2.7 Brand in terminal, Vervolg Operationele prestaties
Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten de volgende initiële inzet: Discipline Luchthavenbrandweer
Airport Medical service GHOR Regionale Brandweer
KMar
Politie Eenheid Noord-Holland Gemeente
Hulpvraag Grote Brand 1 Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 2 unitleiders BHV (op verzoek) eenheid VBB 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 5 ambulances 1 Peloton 1 HW of HV 1 OvD-B 1 HOvD OvD-P KMar 6 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied -Hoofd RAC Medewerkers RAC
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
48
2.8 Bomaanslag in terminal Begingebeurtenis
Er wordt een aanslag gepleegd met behulp van in tassen meegebrachte explosieven op een of meerdere plaatsen in het voor publiek toegankelijke deel van de terminal. De straal waarin slachtoffers vallen en schade wordt aangebracht is relatief beperkt.
Eerste kwartier
De BHV-organisatie van de luchthaven ontruimt, in samenwerking met de KMar, het voor publiek toegankelijke deel van de terminal en eventueel andere getroffen gebouwen. De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd op basis van kwalificatie Explosie. Er wordt begonnen met redding en hulpverlening. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse schalen volledig op en vormen een STPI. Omdat de mogelijkheid bestaat dat nog meer explosieven tot ontploffing worden gebracht, onderzoekt de KMar de rest van het gebouw en de omgeving. Indien uit dit onderzoek blijkt dat er inderdaad risico is op nog een bomaanslag, trekken de hulpdiensten zich op aangeven van de KMar terug. De KMar 'bevriest' in dat geval de situatie in afwachting van experts. De brandweer en het ambulancepersoneel verlenen in het veilige gebied hulp aan de slachtoffers. De CVO van de luchthaven komt bijeen en neemt de eerste coördinerende maatregelen. Het vliegverkeer wordt zo nodig stilgelegd overeenkomstig de procedure ‘Luchtruimsluiting’.
Eerste uur
De hulpdiensten schalen volledig op (zeer grote brand bij brand en zeer grote hulpverlening bij hulpverlening). De omgeving van de explosies wordt afgesloten voor publiek. Ambulante slachtoffers worden in een nader te bepalen locatie opgevangen en ontvangen medische en psychosociale hulp. Zij worden geregistreerd. Ernstiger gewonde slachtoffers worden verzorgd in een gewondennest en vervoerd naar ziekenhuizen. De brandweer en geneeskundige hulpverleners zijn bezig met redding en hulpverlening. De KMar stelt een sporenonderzoek in op de plaats van het delict. Het luchthavenproces is geheel ontregeld. De betrokken ambassades zijn gealarmeerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en willen informatie. De op de luchthaven aanwezige mensen willen informatie. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over hun verwanten. Er is grote media-aandacht. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatieplan SPL een verkeerschaos te voorkomen.
Eerste dag
De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. De overleden slachtoffers worden voor identificatie ondergebracht in het Sneeuwvlootgebouw naast brandweerpost Sloten. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door de gemeente op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun landgenoten. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het justitieel onderzoek is in volle gang. De niet-beschadigde compartimenten van de terminal worden afgescheiden van de getroffen gebieden. Daarna wordt het vliegverkeer weer opgestart (indien het stilgelegd is geweest). De verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd. De crisis trekt wereldwijde media-aandacht. Opmerking: • Bij dit scenario zal de minister van Veiligheid & Justitie via NCTV veiligheidsmaatregelen afkondigen. Deze kunnen een belemmering vormen voor de hulpverlening; • Er moet rekening worden gehouden met een verhoogde dreiging in het hele land en daarmee samenhangend een verhoogde staat van paraatheid. Dit heeft consequenties voor het beschikbare hulppotentieel. De GHOR kan in dat geval niet rekenen op integrale uitvoering van het ambulance bijstandsplan. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
49
2.8 Bomaanslag in terminal, Vervolg Herstelfase
De slachtoffers worden gerepatrieerd. Het identificatieproces loopt nog door. In verband met het justitieel onderzoek duurt het lang voordat de locatie kan worden vrijgegeven. Dit heeft gedurende langere tijd gevolgen voor de afwikkeling van het vliegverkeer op Schiphol. Na het vrijgeven van de locatie, wordt de schade hersteld.
Slachtoffer-beeld
Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Doden Te hospitaliseren T1 Te hospitaliseren T2 Lichtgewonden T3
Aantal 15 20 30 40
Opmerking: • bij een meervoudige gelijktijdige aanslag kan dit aantal slachtoffers ook tegelijkertijd elders in de terminal vallen; • het slachtofferaantal gaat uit van directe redding en start geneeskundige behandeling. Indien de hulpinzet wordt vertraagd door (dreiging) meerdere aanslagen, stijgt het aantal T1- en T2-slachtoffers.
Operationele prestaties
Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Noot: Het slachtofferbeeld komt overeen met een hulpvraag VOS Groot. Daarom is de hulpvraag in dit scenario daarop gebaseerd.
Discipline Luchthavenbrandweer
Airport Medical Service GHOR
Regionale Brandweer
Hulpvraag 2 Tankautospuit 1 Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 2 unitleiders BHV 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 20 Ambulances 2 GNK-C 2 Mobiel Medisch Team 1 Coördinator Gewonden Vervoer 1 HOvD1 (LCoPI) 1 HOvD2 (Compagnie Commandant) 1 Peloton VRK [HV] (OvD-B/PC, 4 TS, HV & RV) 1 Peloton VRAA [HV] (OvD-B, 4 TS, HV & RV) 1 Ondersteuningspeloton VRK (OvD-B/PC, TS, HAC+HCoPI, HAC+HVH-redding, HAC+HVH-instorting, HAC+VZH, DB-VZ) 1 Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
50
2.8 Bomaanslag in terminal, Vervolg
Discipline KMar
Politie Eenheid Noord-Holland
Gemeente
Deelplannen
Hulpvraag VOS Groot 1 OvD-P (KMar) 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied 1 OvD-P 2 Buiten Bewaking Schiphol eenheid 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Hoofd AMCO Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg, Registratie Slachtoffers en AMCO Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Hieronder volgt het schema van de deelplannen voor zover van toepassing en afwijkend van het Crisisplan. Deelproces Acties Cluster brandweer: bron- en effectbestrijding Bronbestrijding Inzet brandweer tenzij KMar bepaalt dat sprake is van onveilige situatie
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
51
2.9 Aanslag met bomauto voor de terminal Begingebeurtenis
Een auto met explosieven wordt op de voorrijweg van de vertrekhal tot ontploffing gebracht. Er ontstaat grote schade aan het gebouw. De ruiten van de gebouwen in de omgeving sneuvelen. Mensen in de directe omgeving van de explosie overlijden. Een groot aantal mensen loopt verwondingen op door rondvliegend glas en vallende voorwerpen. De straal waarin slachtoffers vallen en schade wordt aangebracht is relatief groot.
Eerste kwartier
De BHV-organisatie van de luchthaven ontruimt, in samenwerking met de KMar, het voor publiek toegankelijke deel van de terminal en andere getroffen gebouwen. De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd op basis van de kwalificatie Explosie. Er wordt begonnen met redding en hulpverlening. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. Omdat de mogelijkheid bestaat dat nog meer explosieven tot ontploffing worden gebracht, onderzoekt de KMar de rest van het gebouw en de omgeving. Indien uit dit onderzoek blijkt dat er inderdaad risico is op nog een bomaanslag, trekken de hulpdiensten zich op aangeven van de KMar terug. De KMar ‘bevriest’ in dat geval de situatie in afwachting van experts. De brandweer en het ambulancepersoneel verlenen in het veilige gebied hulp aan de slachtoffers. De CVO van de luchthaven komt bijeen en neemt de eerste coördinerende maatregelen. Het vliegverkeer wordt zo nodig stilgelegd overeenkomstig de procedure ‘Luchtruimsluiting’.
Eerste uur
De omgeving van de explosie wordt afgesloten voor het publiek. De hulpdiensten schalen volledig op (zeer grote brand/hulpverlening). Ambulante slachtoffers worden in een nader te bepalen locatie opgevangen en ontvangen medische en psychosociale hulp. Zij worden geregistreerd. De brandweer en geneeskundige hulpverleners zijn bezig met redding en hulpverlening. Ernstiger gewonde slachtoffers worden verzorgd in een gewondennest en vervoerd naar ziekenhuizen. De KMar stelt een sporenonderzoek in op de plaats van het delict. Het luchthavenproces is geheel ontregeld. Na vrijgave van het onderzochte gebied en afhankelijk van de locatie van de aanslag kunnen (delen van) de Schipholprocessen weer worden opgestart. De betrokken ambassades zijn gealarmeerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en willen informatie. De op de luchthaven aanwezige mensen willen informatie. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over hun verwanten. Er is grote media-aandacht. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatieplan SPL een verkeerschaos te voorkomen.
Eerste dag
De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. De overleden slachtoffers worden voor identificatie overgebracht naar het Sneeuwvlootgebouw, naast brandweerpost Sloten. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door de gemeente op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun landgenoten. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het justitieel onderzoek is in volle gang. De niet beschadigde compartimenten van de terminal worden afgescheiden van de getroffen gebieden. Daarna wordt het vliegverkeer weer opgestart (indien dit eerder was stilgelegd). De verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd. De ramp trekt wereldwijde media-aandacht. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
52
2.9 Aanslag met bomauto voor de terminal, Vervolg Herstelfase
De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. Het identificatieproces loopt nog door. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door het ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun landgenoten. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het justitieel onderzoek is in volle gang. De niet-beschadigde compartimenten van de terminal worden afgescheiden van de getroffen gebieden. Daarna wordt het vliegverkeer weer opgestart. De verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd. De crisis trekt wereldwijde mediaaandacht. Opmerking: • Bij dit scenario zal de minister van Veiligheid en Justitie via NCTV maatregelen afkondigen. Deze kunnen een belemmering vormen voor de hulpverlening; • Er moet rekening worden gehouden met een verhoogde dreiging in het hele land en daarmee samenhangend een verhoogde staat van paraatheid. Dit heeft consequenties voor het beschikbare hulppotentieel. De GHOR kan in dat geval niet rekenen op integrale uitvoering van het ambulance bijstandsplan.
Slachtofferbeeld
Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden 30 Te hospitaliseren T1 en T2 200 Lichtgewonden T3 200 Opmerking: op grond van de wereldwijde casuïstiek is geen betrouwbare schatting te maken van het aantal slachtoffers. In dit Crisisbestrijdingsplan wordt van de bovenstaande aantallen uitgegaan.
Operationele prestaties
Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten de volgende initiële inzet: Noot: Het slachtofferbeeld komt overeen met een hulpvraag VOS Groot. Daarom is de hulpvraag in dit scenario daarop gebaseerd.
Discipline Luchthavenbrandweer
Airport Medical Services GHOR
Hulpvraag 3 Groepen Vliegtuigbrandbestrijding 1 Tankautospuit 1 Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 2 unitleiders BHV 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 20 Ambulances 2 Geneeskundige Combinatie (GNK-C) 2 Mobiel Medisch Team 1 Coördinator Gewonden Vervoer Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
53
2.9 Aanslag met bomauto voor de terminal, Vervolg Operationele prestaties vervolg
Discipline Regionale brandweer
KMar
Gemeente
Deelplannen
Hulpvraag 1 HOvD1 (LCoPI) 1 HOvD2 (Compagnie Commandant) 1 Peloton VRK [HV] (OvD-B / PC, 4 TS, HV & RV) 1 Peloton VRAA [HV] (OvD-B, 4 TS, HV & RV) 1 Ondersteuningspeloton VRK (OvD-B / PC, TS, HAC+HCoPI, HAC+HVH-redding, HAC+HVH-instorting, HAC+VZH, DB-VZ) 1 Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AFS) 1 OvD-P (KMar) 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Hoofd AMCO Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg, Registratie Slachtoffers en AMCO Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Hieronder volgt het schema van de deelplannen voor zover toepasselijk en afwijkend van het Crisisplan. Deelplan Acties Cluster brandweer: bron- en effectbestrijding Bronbestrijding Inzet brandweer tenzij KMar bepaalt dat sprake is van onveilige situatie
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
54
2.10 Vliegtuigkaping Begingebeurtenis
De gezagvoerder van een Boeing 747, bezig aan een intercontinentale vlucht, meldt via instelling van alternatieve transpondercode dat het toestel is gekaapt en op Schiphol gaat landen. De LVNL waarschuwt de KMar, DCC (Infrastructuur & Milieu) en de Airside Operations Manager.
Eerste kwartier
De alarmering wordt doorgezet naar nationaal en lokaal niveau. Diverse specialistische eenheden starten hun processen en rijden richting Schiphol. Het STPI formeert zich op een veilige locatie (ergens in de nabijheid van het gekaapte toestel) op aangeven van de KMar. De KMar bepaalt de parkeerpositie van het gekaapte toestel en stelt de LVNL hiervan in kennis.
Eerste uur
Het gebied rond het gekaapte en geparkeerde toestel is ontruimd en afgezet. Hulpverleningseenheden verzamelen zich op een door de Airport Operations Manager aangegeven en door de KMar goedgekeurde locatie en blijven stand-by. Onderhandelingen worden gestart. Na tussenkomst van de minister van Veiligheid & Justitie arriveren de leden van de Dienst Speciale Interventies (DSI) en stellen zich in de directe omgeving van het vliegtuig op. Enkele tussentijds vrijgelaten passagiers worden opgevangen. Omdat zij kunnen beschikken over relevante informatie worden zij zo snel mogelijk gehoord. De betrokken ambassades zijn gealarmeerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en willen informatie.
Interventie
(Deze fase treedt in indien de onderhandelingen niet tot een uitkomst leiden). De interventie kan op willekeurig welk moment worden gepleegd en wordt uitgevoerd door leden van de DSI. De hulpverleningsdiensten bieden direct de noodzakelijke hulp. Aandachtspunten hierbij zijn: • De slachtoffers en daders dienen gescheiden te worden/blijven. • De hulpverleningseenheden treden tijdens de interventie op onder bevel van een Chef Interventie.
Herstelfase
De slachtoffers zijn opgevangen en herenigd met hun familieleden. Het strafrechtelijk onderzoek is in volle gang. De processen op Schiphol zijn genormaliseerd.
Slachtoffer-beeld
Het is niet mogelijk een realistische raming te maken van het aantal fysieke slachtoffers. Wèl kan op voorhand worden aangegeven dat er een groot beroep zal worden gedaan op de psychosociale hulpverlening. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
55
2.10 Vliegtuigkaping, Vervolg Operationele prestaties
De duur van een kaping is vooraf niet aan te geven. De bij de crisis betrokken (hulpverlenings)eenheden dienen rekening te houden met een langere periode (tot enkele dagen) waarin zij stand-by moeten zijn. Discipline Luchthavenbrandweer
Airport Medical Service GHOR
Regionale Brandweer
KMar
Politie Eenheid NoordHolland /Politie Landelijke Eenheid Gemeente
Deelplannen
Hulpvraag Airport Fire Officer 1 groep vliegtuigbrandbestrijding 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 5 ambulances 1 GNK-C OvD-B HOvD 1 peloton OvD-P (KMar) 6 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied DSI, pelotons Mobiele Eenheid 1 OCPI/OvD-P (bij inzet politie) Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Hoofd AMCO Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg, Registratie Slachtoffers en AMCO Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Hieronder volgt het schema van de deelplannen voor zover toepasselijk en afwijkend van standaardprocedures/Crisisplan regio Kennemerland. Deelplan Acties Cluster brandweer: bron- en effectbestrijding Toegankelijk/begaanbaar UGS vast te stellen door KMar maken
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
56
2.11 Gijzeling Begingebeurtenis
Na een mislukte overval op een waardetransport slaan de overvallers op de vlucht en gijzelen daarbij enkele personen. De melding van overval en gijzeling komt binnen bij het beveiligingsbedrijf, dat de melding doorgeeft aan Alarmcentrale/Regiecentrum AAS.
Eerste kwartier
Na verificatie van de alarmering wordt de alarmering doorgezet naar lokaal en nationaal niveau. Overleg tussen KMar, brandweer en AAS afwachten. Diverse specialistische eenheden starten hun processen en begeven zich naar Schiphol. De hulpverleningsdiensten vormen een STPI bij een locatie in de buurt van het object waar de overvallers en de gijzelaars zich bevinden.
Eerste uur
Het gebied rond het object is ontruimd en afgezet. Hulpverleningseenheden verzamelen zich op een door de Airport Operations Manager aangegeven en door de KMar goedgekeurde locatie en blijven stand-by. Onderhandelingen worden gestart. Na toestemming van (Hoofd)Officier van Justitie arriveren de leden van het arrestatieteam van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) KMar en houden zich in de directe omgeving van het object op. Enkele tussentijds vrijgelaten personen worden opgevangen. Omdat zij kunnen beschikken over relevante informatie worden zij zo snel mogelijk gehoord. De betrokken ambassades zijn gealarmeerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en willen informatie.
Interventie
(Deze fase treedt in indien de onderhandelingen niet tot een uitkomst leiden). De interventie kan op willekeurig welk moment worden gepleegd en wordt uitgevoerd door de BSB KMar. De hulpverleningsdiensten bieden direct de noodzakelijke hulp. Aandachtspunten hierbij zijn: • De slachtoffers en daders dienen gescheiden te worden/blijven. • De hulpverleningseenheden treden tijdens de interventie op onder bevel van een Chef Interventie.
Herstelfase
De slachtoffers zijn opgevangen en herenigd met hun familieleden. Het strafrechtelijk onderzoek is in volle gang. De processen op Schiphol zijn genormaliseerd.
Slachtoffer-beeld
Het is niet mogelijk een realistische raming te maken van het aantal slachtoffers. Aangenomen wordt dat het gaat om een klein aantal. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
57
2.11 Gijzeling, Vervolg Operationele prestaties
De duur van een gijzeling is vooraf niet aan te geven. De bij de crisis betrokken (hulpverlenings)eenheden dienen rekening te houden met een langere periode (tot enkele dagen) waarin zij stand-by moeten zijn. Discipline Luchthavenbrandweer Airport Medical Service GHOR Regionale Brandweer KMar
Politie Eenheid NoordHolland / Politie Landelijke Eenheid Gemeente
Hulpvraag Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 1 AMBU 1 Medic 3 ambulances 2 OvD-G 1 TS OvD-B 6 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Onderhandelaars DSI, pelotons Mobiele Eenheid 1 OCPI/OvD-P (bij inzet politie) Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Hoofd AMCO Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg, Registratie Slachtoffers en AMCO Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
58
2.12 Melding besmetting – melding gezagvoerder van een passagier met (het vermoeden van) een ernstige infectieziekte Inleiding
Via Schiphol komen dagelijks talloze reizigers vanuit alle delen van de wereld Nederland binnen. Indien er sprake is van een (mondiale) dreiging van een infectieziekte behorende tot groep A of een ernstig nieuw subtype humaan influenzavirus, dan is de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk voor de leiding van de bestrijding van de ziekte. Dit betekent dat de minister de maatregelen ter bestrijding van de ziekte kan vaststellen. De voorzitter van de veiligheidsregio blijft samen met de gemeentelijke gezondheidsdiensten verantwoordelijk voor de uitvoering van deze maatregelen voor de bestrijding. In dat kader kan de minister aan de voorzitter van de veiligheidsregio opdragen hoe de bestrijding ter hand moet worden genomen. De voorzitter van de veiligheidsregio dient de minister alle gegevens te verstrekken die hij nodig heeft voor zijn taak.
Doel inzet
Bescherming volksgezondheid, verspreiding van infectieziekten voorkomen, verstrekken van eenduidige en adequate voorlichting aan passagiers en omgeving.
Scenario Een intercontinentale vlucht met aan boord 400 passagiers landt op Schiphol. De 17 Besmettingsgevaar gezagvoerder van het vliegtuig meldt aan de verkeerstoren dat een passagier aan boord groot zeer ernstig ziek is geworden en bij aankomst op het vliegveld met spoed per ambulance vervoerd dient te worden naar het ziekenhuis. De gezagvoerder meldt tevens dat rekening moet worden gehouden met een ernstige overdraagbare ziekte gezien de herkomst van het vliegtuig (bijvoorbeeld een gebied waar recent gevallen van SARS zijn vastgesteld). De luchtverkeersleiding alarmeert de Airside Operations Manager . Op basis van de WPG zet de Airport Operations Manager de melding door naar Airport Medical Services (AMS) en deze informeert en consulteert direct de arts infectieziektebestrijding (IZB) van GGD Kennemerland. Indien mogelijk wordt een conference call georganiseerd tussen de gezagvoerder AMS en de arts IZB. De arts IZB waarschuwt vervolgens de Directeur publieke gezondheid (DPG). De arts IZB waarschuwt tevens de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI). De arts IZB adviseert de bemanning (evt. via AMS) over de te nemen maatregelen aan boord om verspreiding te voorkomen (zie draaiboek Infectieziektebestrijding WPG Schiphol protocol ‘maatregelen aan boord’).
Eerste kwartier
•
• •
Na de melding aan GGD Kennemerland stelt de DPG de voorzitter van de veiligheidsregio op de hoogte van de situatie. De voorzitter van de veiligheidsregio besluit als bevoegd gezag op grond van de WPG en aan de hand van het ‘besluitvormingsschema infectieziekten’ geen risico te nemen en het vliegtuig vast te houden. Risico niveau II of III wordt afgegeven door de GGD. Er wordt minimaal een GRIP 2 afgegeven; Het draaiboek Infectieziektebestrijding WPG Schiphol treedt in werking. Airside Operations begeleidt het vliegtuig naar een Emergency Location; De AOM start een Commissie van Overleg (CVO) op. Vervolg op volgende pagina
17
De melding van de gezagvoerder kan op verschillende manieren Airport Medical Services bereiken. Dit is afhankelijk van de positie van het vliegtuig, de luchtvaartmaatschappij en de tussenliggende tijd tussen het ziek worden van de passagier en de verwachte aankomsttijd.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
59
2.12 Melding besmetting – melding gezagvoerder van een passagier met (het vermoeden van) een ernstige infectieziekte, Vervolg Proces Alarmering van bestuur en processen
Toelichting Uitvoering processen draaiboek Infectieziektebestrijding WPG Schiphol, o.a.: • Gezagvoerder meldt vermoeden van infectieziekte aan luchtverkeersleiding, die via Airport Operations Manager en AMS de arts IZB informeert; • Arts IZB informeert DPG en de LCI; • DPG informeert burgemeester en in geval van een (vermoeden van een) A infectieziekte de voorzitter van de veiligheidsregio; • Arts IZB heeft regie over uitvoering processen conform Draaiboek Infectieziektebestrijding WPG Schiphol.
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
60
2.12 Melding besmetting – melding gezagvoerder van een passagier met (het vermoeden van) een ernstige infectieziekte, Vervolg Eerste uur
De arts IZB informeert het RIVM. Het RIVM informeert het ziekenhuis of het calamiteitenhospitaal over de situatie en verzoekt om voorbereiding voor opname en behandeling van een patiënt in strikte isolatie. Indien voldoende tijd regelt het MICK ambulancevervoer en informeert het personeel over te nemen beschermende maatregelen op basis van het advies van de GGD afdeling IZB (zie protocol ‘Oproepen ambulance’ in het Draaiboek Infectieziektebestrijding WPG Schiphol). 18
De arts IZB ziet samen met AMS de van SARS verdachte passagier en maakt opnieuw een risico-inschatting en zonodig wordt een herziene kwalificatie afgegeven. De patiënt wordt naar het desbetreffende ziekenhuis gebracht. GGD Kennemerland adviseert over verder te nemen (beschermende) maatregelen. Op basis van de situatie aan boord adviseert de arts IZB van GGD Kennemerland voor welk deel van de passagiers en crew bereikbaarheidsgegevens noodzakelijk zijn en welke passagiers voor eventuele (thuis)quarantaine in aanmerking komen. De passagiers blijven aan boord totdat dit advies er is. In geval van een quarantaine advies worden de desbetreffende passagiers geïnformeerd en onder begeleiding van de arts IZB en de KMar met een bus naar de tijdelijke quarantaineruimte op het J-platform gebracht (de zgn. skihut). Hier verblijft men, bij voorkeur, niet langer dan 8 uur. In overleg met de afdeling IZB van de GGD en de gemeente worden passagiers die niet kunnen of mogen doorvliegen of niet in thuisquarantaine kunnen worden opgevangen in een quarantaineruimte opgevangen die door de GGD is aangewezen (zie artikel 6.4 van de WPG). (Voor het inrichten van de quarantaineruimte maakt Schiphol gebruik van het stappenplan: inrichten WPG locaties door afd.: TOM) Internationaal is veel belangstelling voor het incident. Overige passagiers worden naar het busstation G-pier gebracht voor informatie en het opnemen van bereikbaarheidsgegevens van de passagiers. De verpleegkundigen infectieziektebestrijding en een OvD-G dienen daar aanwezig te zijn om de groep passagiers op te vangen. GGD Kennemerland informeert de passagiers over de ziekte en eventuele monitoring. Onder de passagiers in het betreffende vliegtuig is sprake van behoorlijke onrust. Zij hebben afhalers geïnformeerd, die de media op de hoogte hebben gebracht van verdenking van SARS bij een passagier en het mogelijk in quarantaine plaatsen van een deel van de passagiers. Vervolg op volgende pagina
18
Zie stroomschema triage aan boord. De van SARS verdachte passagier krijgt een mondkapje op en zal als eerste van boord gaan.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
61
2.12 Melding besmetting – melding gezagvoerder van een passagier met (het vermoeden van) een ernstige infectieziekte, Vervolg Eerste uur vervolg
Proces Alarmering van bestuur en processen
Publieke Gezondheidszorg / Preventieve Openbare Gezondheidszorg Opgeschaalde acute zorg / (Spoedeisende) medische hulpverlening
Communicatie
Overige processen Bewaken en beveiligen Ordehandhaving Publieke Gezondheidszorg / Psychosociale Hulpverlening
Toelichting Uitvoering processen Draaiboek Infectieziektebestrijding (IZB) WPG Schiphol, o.a.: • GROP wordt in werking gesteld en een crisisteam van de GGD komt op de GGD bij elkaar voor ondersteuning van de GGD processen; • Opbouw crisisorganisatie conform CBP-Schiphol, OvD-G, ACGZ e.v.. Minimale opschaling naar GRIP 2 Uitvoering processen Draaiboek IZB WPG Schiphol: • Werkproces 1 en 2; • Vorming van een Outbreak Coördinatie Team (team van de IZB waar o.a. de arts IZB is te bereiken). Uitvoering acute zorg: Oproepen ambulance van buiten indien voldoende tijd; Oproepen ambulance AMS indien acute zorg en geen tijd voor oproepen ambulance van buiten; • Oproepen medic, voor eerste contact met arts IZB en samen met arts IZB eerste risico-inschatting patiëntpatiënt. Uitvoering processen Draaiboek IZB WPG Schiphol, o.a.: • Protocol: persoonlijke beschermende maatregelen personeel; • Protocol: pers- en publieksvoorlichting; • Protocol: quarantaine van contacten; • Protocol: vervoer individueel getroffene; • Protocol: oproepen ambulance; • Protocol: actieve surveillance / monitoring van contacten. • Protocol pers- en publieksvoorlichting; • Afstemming communicatie GGD Kennemerland (IZB), communicatie Schiphol en communicatie gemeente in het RAC en CVO. • Afstemming met KMar; • Afstemming met security in het CVO. • •
• • •
Opvang en verzorging passagiers na monitoring; Opvang verwanten en overige betrokkenen, meeters en greeters; Draaiboek opvang en registratie Schiphol treedt in werking. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
62
2.12 Melding besmetting – melding gezagvoerder van een passagier met (het vermoeden van) een ernstige infectieziekte, Vervolg Eerste dag
In de quarantaineruimte worden de passagiers geïnformeerd door de arts IZB van de GGD. De passagiers verblijven hier, bij voorkeur, maximaal 8 uur na aankomst. Het ambassade protocol van de gemeente treedt mogelijk in werking bij het in quarantaine plaatsen van passagiers met een niet Nederlandse nationaliteit of die niet woonachtig zijn in Nederland. Het LCI protocol ‘gedwongen isolatie, quarantaine en medisch onderzoek’ treedt mogelijk in werking als passagiers niet op vrijwillige basis de quarantaine maatregelen in acht nemen.
Proces Publieke Gezondheidszorg / Preventieve Openbare Gezondheidszorg Opgeschaalde Acute Zorg / Spoedeisende medische hulpverlening
Toelichting Uitvoering processen Draaiboek IZB WPG Schiphol, o.a.: • Protocol maatregelen ten aanzien van toestel; • Opvang op Schiphol; • Het LCI protocol ‘gedwongen isolatie, quarantaine en medisch onderzoek’ treedt in werking. Uitvoering processen Draaiboek IZB WPG Schiphol, o.a.: • Reinigen en desinfecteren ambulance volgens WIP-richtlijnen of op advies van GGD Kennemerland.
Proces Publieke Gezondheidszorg / Preventieve Openbare Gezondheidszorg Opgeschaalde Acute Zorg / Spoedeisende medische hulpverlening Registreren van passagiers die als hoog risico passagier zijn aangewezen Schaderegistratie en afhandeling Psychosociale Hulpverlening
Toelichting Uitvoering processen Draaiboek IZB WPG Schiphol, o.a.: • Protocol maatregelen ten aanzien van toestel; • Opvang op Schiphol. Het LCI protocol ‘gedwongen isolatie, quarantaine en medisch onderzoek’ treedt mogelijk in werking. Uitvoering processen Draaiboek IZB WPG Schiphol, o.a.: • Reinigen en desinfecteren ambulance volgens WIPrichtlijnen of op advies van GGD Kennemerland.
De registratie wordt uitgevoerd door de GGD op basis van het protocol ‘Risicoanalyse direct getroffenen’ uit het draaiboek Infectieziektebestrijding WPG Schiphol. Uitvoering van de processen van deelplan CRAS • •
Opvang en verzorging passagiers na monitoring; Opvang verwanten en overige betrokkenen.
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
63
2.12 Melding besmetting – melding gezagvoerder van een passagier met (het vermoeden van) een ernstige infectieziekte, Vervolg Na de eerste dag
Na de eerste dag blijven, zo lang als nodig, alle voorgaande processen en activiteiten aan de orde. De GGD zorgt voor de monitoring van de passagiers die in quarantaine worden geplaatst of voor monitoring in aanmerking komen (zie 11.7 van het draaiboek Infectieziektebestrijding WPG Schiphol) die in (thuis) quarantaine zijn geplaatst en zorgt voor overdracht via het National Focal Point voor passagiers die niet in Nederland verblijven.
Herstelfase
Mogelijk zijn enkele secundaire besmettingsgevallen opgetreden. Alle personen die voldoen aan de casusdefinitie van de desbetreffende infectieziekte zoals opgesteld door de WHO worden gemonitord door de GGD. De quarantaine wordt opgeheven als de incubatietijd verstreken is en er geen symptomen zijn opgetreden bij de in quarantaine gehouden passagiers of als SARS door middel van laboratorium onderzoek bij de index passagier is uitgesloten. De volgende processen lopen door: • Nazorg; • Schaderegistratie en afhandeling. Proces Nazorg/nafase
Publieke Gezondheidszorg / Psycho Sociale Hulpverlening
Slachtofferbeeld
Toelichting Na de eerste dag stelt de gemeente op basis van deelplan Nazorg/Nafase in samenwerking met de overige partners een plan van aanpak Nafase op. Het Kernteam PSH maakt een voorstel t.b.v. de psychosociale nazorg op korte en langere termijn en communiceert dit met de betreffende gemeente en de afdeling IZB van de GGD.
Het aantal besmette(lijke) personen, patiënten en eventueel doden bij infectieziekteuitbraken is in de praktijk afhankelijk van vele factoren, waaronder de soort ziekte (morbiditeit, mortaliteit, besmettelijkheid, wijze van overdracht e.d.), alertheid van de gezagvoerder en hulpdiensten en de maatregelen die zijn genomen (snelle isolatie, quarantaineplaatsing, uitvoering monitoring onderzoek e.d.). Het is mogelijk dat de arts IZB alle passagiers die in de directe omgeving van de zieke passagier hebben gezeten als hoog risico (at risk) aanmerkt en alle overige passagiers als laag risico (not at risk). Dit maakt het mogelijk alle passagiers te monitoren en van hen contactgegevens te registreren. Passagiers
Totaal
T1
T2
T3
doden
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
64
2.12 Melding besmetting – melding gezagvoerder van een passagier met (het vermoeden van) een ernstige infectieziekte, Vervolg Opschaling GRIP bij een infectieziekte dreiging
Typering GRIP GRIP 1 Opschaling tot GRIP 1 zal bij een infectieziektedreiging niet voorkomen. In deze situatie betreft de geconstateerde infectieziekte een of meerdere personen, maar de dreiging voor besmetting van de omgeving is niet aanwezig en er is geen uitstraling naar de omgeving. GRIP 2: Grootschalig incident 1. Infectieziekte betreft vele personen (indexpatiënten en contacten) en/of; 2. Dreiging voor besmetting van de directe omgeving vraagt aanvullende acties van verschillende hulpdiensten en/of; 3. De uitstraling naar de directe omgeving betreft in het bijzonder ongerustheid onder passagiers en bemanning met het risico dat deze ongerustheid overslaat naar hun (directe) omgeving. GRIP 3: Incident binnen één gemeente 1. Infectieziekte betreft vele personen; 2. Dreiging voor besmetting van de omgeving vraagt aanvullende acties van verschillende hulpdiensten; 3. Multidisciplinaire coördinatie van bestuurlijke processen is noodzakelijk in een aangepaste structuur; 4. De uitstraling naar de omgeving is groot.
Toelichting Opschaling tot GRIP 1 zal bij een infectieziektebestrijding niet voorkomen. In deze situatie betreft de geconstateerde infectieziekte één of meerdere personen, maar de dreiging voor besmetting van de omgeving is niet aanwezig en er is geen uitstraling naar de omgeving. Niet noodzakelijkerwijs staat de ernst van de ziekte centraal, maar in het bijzonder de gevolgen van de infectie voor een groep mensen. Hierdoor moet er coördinatie plaatsvinden van operationele processen. Hierbij dient gedacht te worden aan (grootschalig) vervoer van getroffenen, opvang, nader medisch onderzoek etc. De uitstraling naar de omgeving is aanwezig; voorlichting en communicatie zijn belangrijk en verdere onrust moet voorkomen worden. De infectieziekte is ernstig en de (dreigende) gevolgen van de infectie betreft een grote groep mensen. Bestuurlijk zal coördinatie plaatsvinden. Evenals bij GRIP 2 zal (grootschalig) vervoer van getroffenen aan de orde zijn, evenals opvang, nader medisch onderzoek etc. De voorzitter van de veiligheidsregio zal mogelijk gebruik maken van zijn bevoegdheden (isolatie, quarantaine). De uitstraling naar de omgeving is groot; voorlichting en communicatie zijn belangrijk; media-aandacht is onontkoombaar. Onrust is reële mogelijkheid in de (directe) omgeving. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
65
2.12 Melding besmetting – melding gezagvoerder van een passagier met (het vermoeden van) een ernstige infectieziekte, Vervolg Opschaling GRIP bij een infectieziekte dreiging vervolg
GRIP 4: Incident overschrijdt gemeentegrens 1. Ernstige infectieziekte betreft vele De voorzitter veiligheidsregio is personen; bestuurlijk verantwoordelijk. Er is 2. Dreiging voor besmetting van de intensieve nationale bestuurlijke en omgeving vraagt uitgebreide acties operationele afstemming. In geval en een (vermoeden van) een Avan verschillende infectieziekte wordt de voorzitter van de (regionale/landelijke) hulpdiensten; 3. Multidisciplinaire, regionale en veiligheidsregio hiervan onverwijld door landelijke coördinatie van de DPG op de hoogte gesteld. bestuurlijke processen is noodzakelijk in een aangepaste structuur; 4. De uitstraling naar de omgeving is (inter)nationaal.
Operationele inzet De operationele prestaties zijn afhankelijk van de ziekte waarmee men te maken heeft. Quarantaine is een zeer zware maatregel die niet lichtzinnig kan worden genomen. Er dient een zeer sterk vermoeden te zijn dat de patiënt verdacht wordt van een ziekte uit groep A. Het incident vraagt in eerste instantie van de KMar en – na verplaatsing van de passagiers – van de politie een grote inspanning. Tevens zal een groot beroep worden gedaan op GGD Kennemerland en de GHOR ten aanzien van de medische controles van mogelijke passagiers at risk en andere contacten. Discipline Typering GRIP Luchthavenbrandweer Airport Medical Service
GHOR en GGD
Regionale Brandweer KMar
Hulpvraag Toelichting Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI Aanwezigheid van AMS op de opvanglocatie voor eventuele medische opvang van passagiers. Medic als eerste ter plaatse 2 ambulances 2 OvD-G Arts IZB, bij voorkeur 2 Sociaal verpleegkundigen infectieziektebestrijding, bij voorkeur 4 OvD-B 1 OvD-P 6 leidinggevenden 3 surveillance eenheden algemeen (bij de quarantaineruimte) 5 surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Security voor op de bussluis G pier Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
66
2.12 Melding besmetting – melding gezagvoerder van een passagier met (het vermoeden van) een ernstige infectieziekte, Vervolg Operationele inzet vervolg
Politie Eenheid NoordHolland/Politie Landelijke Eenheid Gemeente
-Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg * Hoofd Registratie Slachtoffers Locatiemanagers * Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke zorg* en Registratie Slachtoffers * alleen indien locatie toegankelijk is voor nietmedisch personeel voor invulling van dit proces Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter Team Bevolkingszorg
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
67
2.13 Dreiging besmetting – blootstelling aan een kapotte verpakking Begingebeurtenis
Een Cityhopper met aan boord 100 passagiers landt op Schiphol. Tijdens de vlucht is er vermoedelijk een verpakking met een gevaarlijke stof gaan lekken. Tientallen passagiers klagen over een zoetige stank. De passagiers raken geagiteerd, en klagen over hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid en irritatie van de ogen. De gezagvoerder meldt aan de luchtverkeersleiding dat in de NOTOC (Notification to Captain) van veel verschillende gevaarlijke stoffen melding wordt gemaakt, o.a. boterzuur, MMA en benzeen (5 liter verpakkingen).
Eerste kwartier
De GHOR alarmeert de GAGS en de brandweer de AGS. Er worden ambulances en een OvDG ter plaatse gevraagd. Airside Operations begeleidt het vliegtuig naar een platform op een afgelegen deel van de luchthaven. De KMar zet het gebied rond het toestel af.
Eerste uur
De leidinggevenden van de hulpdiensten vormen ter plaatse een STPI. De brandweer richt zich op het brongebied conform procedure ‘Ongeval Gevaarlijke Stoffen’ (kwalificatie OGS Middel). De brandweer verricht op basis van informatie in de NOTOC metingen en onderzoekt welke verpakking lekt. Vervolgens wordt de GHOR over de bevindingen geïnformeerd. De GHOR coördineert de effectbestrijding en de afhandeling van getroffenen. Met name passagiers met ernstige klachten of passagiers met klachten die tot een gevoelige groep behoren (zoals mensen met hart- en/of longaandoeningen, astma, kinderen, ouderen, zwangeren) worden door ambulancepersoneel onderzocht en eventueel vervoerd naar het ziekenhuis. Passagiers met lichte of geen klachten worden door AAS met bussen vervoerd naar een vooraf bepaalde opvanglocatie. Passagiers kunnen daar nog korte tijd geobserveerd worden door het ambulancepersoneel, alsnog worden verwezen naar de SEH of met instructies naar huis.
Eerste dag
Het incident is onder controle. Het vliegtuig moet worden ontsmet. Mogelijk is er sprake van enkele ziekenhuisopnames.
Herstelfase
Vervolg gezondheidsonderzoek kan aan de orde zijn op basis van de aard en de gevolgen van de besmetting. Dit wordt door gemeente en GGD besloten in onderling overleg.
Slachtoffer-beeld
Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Doden Te hospitaliseren T1 en T2 Lichtgewonden T3
Aantal Geen 2 20
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
68
2.13 Dreiging besmetting – blootstelling aan een kapotte verpakking, Vervolg Operationele prestaties
Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten de volgende initiële inzet: Discipline Luchthavenbrandweer Airport Medical Service GHOR
Regionale Brandweer
KMar
Politie Eenheid NoordHolland Gemeente
Hulpvraag Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI Medic / Ambu 2 OvD-G 3 ambulances 1 GNK-C 1 Coördinator Gewonden Vervoer OvD-B AGS 2 TS Ontsmettingseenheid 1 POCAL 1 OvD-KMar 2 koppels P&B 15 medewerkers afzetting -Hoofd RAC Medewerker RAC
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
69
2.14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS) Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het scenario tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS) beschreven. Dit scenario is maatgevend voor de inzet van personeel, materieel en middelen (waaronder schuimvormend middel en capaciteit bluswater).
CBP Schiphol = RBP AFS
Het betreft hier een uitgebreider beschreven multidisciplinair scenario aangezien voor AFS een rampbestrijdingsplan moet worden opgesteld. Door dit scenario op te nemen in CBP-S wordt hieraan voldaan. Het RPB AFS is opgenomen in dit CBP-S door middel van dit scenario en de aanvullende bijbehorende informatie. Er is geen separaat document ‘RBP AFS’.
Toelichting
Aircraft Fuel Supply B.V. (AFS) verzorgt de opslag en verpomping van vliegtuigbrandstof en het betanken van vliegtuigen op de luchthaven Schiphol. AFS ontvangt vliegtuigbrandstof via twee ondergrondse transportleidingen. De brandstof wordt opgeslagen in 15 tanks en kan vervolgens worden verpompt via een ondergronds leidingnet naar hydranten op het platform van Schiphol. Daarnaast vindt op beperkte schaal betanking van vliegtuigen plaats vanuit tankauto’s, die worden gevuld op het, naast AFS gelegen, Jetplein. Er zijn momenteel twee tankputten bij AFS in gebruik: Tankput Rijk 1 en het Van Tiendendepot. Voor dit scenario is uitgegaan van een incident in tankput Rijk 1. In Deel 3 (hoofdstuk 3.5.) is een kaart met de contouren van AFS opgenomen. Afhankelijk van het weerbeeld zal UGS-A of UGS-B de uitgangstelling zijn.
Locatie
Adres: Oude Vijfhuizerweg 6, 1118 LV Luchthaven Schiphol Tankput Rijk 1: opslagtanks T-106 t/m T-109; Capaciteit: 6700m³ per tank (max. 4 tanks) Soort opslag: Bovengronds, cone roof Ten noordwesten van AFS bevindt zich, op ca. 700 meter, het Terminalcomplex van Schiphol.
Kerosine
• • • • • • •
Bedrijfsbrandweer
AFS heeft met de Fire Brigade AAS (FB AAS) een overeenkomst waarin vermeld staat dat FB AAS wordt ingezet indien er een incident plaatsvindt bij AFS. De bedrijfsbrandweer dient binnen zes minuten na melding ter plaatse te zijn. FB AAS vervult de rol van bedrijfsbrandweer AFS. Deze bestaat uit 6 brandwachten en een bevelvoerder. De hieraan ten grondslag liggende aanwijsbeschikking is op 6 juli 2010 in werking getreden, de bedrijfsbrandweer is vanaf deze datum operationeel.
• • • •
Stofnaam: Temperatuur en druk: Dichtheid: Vlampunt: Tijdsduur uitstroom: Brandoppervlakte: Bronsterkte:
Kerosine (Jet A-1), een ontvlambare vloeistof, VN 1223 omgevingstemperatuur en omgevingsdruk 0,8 kg/l > 38°C enkele minuten 4.540m² ca. 200kg/s
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
70
2.14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS), Vervolg Voorzieningen
AFS heeft een intern alarmeringssysteem. In alle controlekamers is een mobilofoon aanwezig, waarmee in geval van een calamiteit de verantwoordelijke AFS-functionarissen kunnen worden gewaarschuwd. De leiding van de BHV-organisatie berust bij Unitleider BHV. Alle operators zijn gecertificeerde BHV-ers en worden via een oproep van de procesoperator via de mobilofoon gealarmeerd. Alle afsluiters en schakelaars worden door de operator bediend. Brandmeld-/ontruimingsalarminstallaties/noodstopinstallaties: • Branddetectie- en alarmeringssysteem voor detectie/lokalisatie brand in gebouwen; • Noodstopsystemen op de depots van AFS en bij de brandstofhydranten op de luchthaven om brandstofverpompingen te stoppen; • Handbrandmeldsysteem op de depots van AFS. Bluswatervoorziening: • Sprinklersysteem op alle verticaal staande Jet A-1 tanks, ten behoeve van koeling tijdens tank(put)branden; • Bluswaterleidingnet op het Rijk 1-depot en separaat bluswaternet op het Van Tiendendepot; • Handblusmiddelen op alle locaties; • Verspreid op het terrein AFS zijn ca. 30 bovengrondse brandkranen aangesloten op het bluswaternet (capaciteit 2000l/minuut); • Bluswatervoorziening kan gevoed worden met pompen wanneer stroom uitvalt. Schuimvormend middel: 3 AFS beschikt zelf over 9,5m svm op voorraad; AFS heeft een contract gesloten met een aantal olieopslagterminals in het westelijke havengebied van Amsterdam voor toevoer extra benodigd svm; • Brandweer Schiphol beschikt ook over svm (per crashtender ca. 800l). • •
Overige voorzieningen: Elke E&I-ruimte (Elektra- en instrumentatieruimte) heeft een apart UPS, bestaande uit batterijpakketten die maximaal 2 uur kunnen voorzien in elektriciteit. Bij stroomuitval is geen gebruik van de stationaire bluswatervoorzieningen mogelijk; • Op Schiphol-Rijk is een hemelwaterriool en een olie-/waterriool aanwezig; • Milieubeschermende materialen/maatregelen: absorbers, procedure kerosinelekkage, mogelijkheid om deskundig bedrijf in te huren; • EHBO-middelen en een behandelruimte; • Veiligheidstrailer Rijk 1 met brandblus- en calamiteitenbestrijdingsmiddelen. •
Start scenario
Op de volgende pagina start het scenario met de begingebeurtenis. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
71
2.14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS), Vervolg Begin gebeurtenis
Door het falen van één van de opslagtanks, gelegen op het Rijk 1-depot, stroomt de volledige tankput binnen enkele minuten vol met kerosine (Jet A-1). Door ontsteking van de brandstof ontstaat een brand. Het scenario zal zich binnen een kwartier (kunnen) ontwikkelen tot een tankputbrand.
Eerste kwartier
De alarmering is gestart met de melding brand op AFS, welke binnenkomt bij de controlekamer van AFS (melding noodstopsignalering, handbrandmelding of via intercominstallatie). Daarna vindt doormelding plaats naar het Regiecentrum Schiphol en van daaruit door naar het MICK. De CVO is gestart en behandelt operationele processen op de luchthaven. Het bedrijf AFS start conform het bedrijfsnoodplan maatregelen milieuzorg en sluit aan bij het gemeentelijk proces milieuzorg. Eerste eenheden: eenheid VBB, 1 TS, (AFO), HV, OvD Effecten brongebied: • Brandoppervlakte: 4.540m²; • Bronsterkte: ca. 200kg/s. Effecten in de omgeving: Brand 1 kW/m² 238 meter 3 kW/m² 115meter 10 kW/m² 45meter Rook X
Explosie X X X X
Toxische wolk X X X Overlast tot tientallen kilometers
De fysische effecten worden uitgedrukt in intensiteit van warmtestraling, weergegeven in Kilowatt per m². De afstanden gelden vanaf het midden van de tankput.
Proces Alarmering van bestuur en processen
Waarnemen en meten
Toelichting 1. AFS alarmeert RC AAS en eigen bedrijfsnoodorganisatie; 2. De melding komt via het Regiecentrum, welke brandweer Schiphol alarmeert, binnen bij de meldkamer(s) van de overheidshulpdiensten, deze verzorgen de operationele dooralarmering; 3. CBP-S van toepassing verklaren en minimaal GRIP 3 afkondigen; 4. Scenario Tankputbrand Rijk 1 te AFS van toepassing verklaren en daaraan gekoppelde opschaling; 5. De leidinggevende(n) van de overheidshulpdienst(en) bepalen daarna in overleg met de Airport Fire Officer op basis van de aangetroffen situatie zo snel mogelijk het definitieve opschalingsniveau; 6. Besluit tot inzet Amsterdam Ymond Mutual Aid (AYMA) loopt via de HOvD-B conform daarvoor geldende procedure. AGS bepaalt de inzet voor deze taken.
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
72
2.14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS), Vervolg Eerste kwartier (vervolg)
Proces Bron- en effectbestrijding
Redding
Mobiliteit Communicatie
Waarschuwen van de bevolking
Toelichting • Bovenwinds aanrijden en benaderen; • Brandweer Schiphol treedt op als bedrijfsbrandweer AFS en doet eerste inzet; • Er wordt direct gestart met de koeling. • Het is niet waarschijnlijk dat er door dit incident slachtoffers vallen. Enerzijds omdat de ontwikkeling tot volledige tankputbrand ca. 15 minuten duurt, anderzijds omdat de warmtestralingeffecten tot de grens van de inrichting reiken; • Mogelijk zijn er wel enkele dodelijke/niet te redden slachtoffers, die bij de bewuste tankput aan het werk waren; • Aanwezige werknemers AFS en werknemers contractors op de inrichting ca. 30, ontruiming conform bedrijfsnoodplan; • Bij meldkamer dienstgebouw AFS is bekend hoeveel personen op terrein aanwezig zijn; • AFS beschikt over unitleider BHV. • Actiecentrum Mobiliteit wordt geactiveerd. Communicatie over: • Zichtbaarheid van het incident (grote rookontwikkeling); • Stilleggen vliegverkeer Schiphol; • Luchtverontreiniging; • Overlast buurbedrijven. • Afhankelijk van de windrichting kan het noodzakelijk zijn omliggende bedrijven te ontruimen of ventilatie uit te laten zetten. Hiervoor kunnen de WAS-palen worden geactiveerd; • De WAS-palen in de directe omgeving van AFS: • WAS-paal 20: ten westen van AFS; • WAS-paal 21: ten oosten van AFS; • WAS-paal 23: ten zuidzuidwesten van AFS; • WAS-paal 206*: ten zuidoosten van AFS. • E.e.a. conform de procedure “Waarschuwen bevolking” van de VRK. * aansturing door RAC Amsterdam & omstreken.
Na eerste kwartier Na het eerste kwartier blijven, zo lang als nodig, alle voorgaande processen en activiteiten aan de orde.
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
73
2.14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS), Vervolg Eerste uur
Na eerste uur
De brand heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een volledige tankputbrand. De inzet van de brandbestrijding richt zich op het voorkomen van brandoverslag naar andere opslagtanks als gevolg van warmtestraling. Buiten de inrichting kan rookontwikkeling het vliegverkeer hinderen, wat zal leiden tot het stilleggen van het vliegverkeer op de landingsbanen die hiervan hinder ondervinden. Daarnaast kan de rook bij omliggende bedrijven, bebouwing en terminals van Schiphol tot overlast en ontruiming leiden. Proces Toelichting Spoedeisende • Inzet ambulances in verhouding tot het aantal slachtoffers; Medische • Mogelijk letsel a.g.v. inademing rook. Hulpverlening Preventieve • Inzet GAGS. Openbare Gezondheidszorg Bron- en • Inzet door zowel brandweer Schiphol als effectbestrijding overheidsbrandweer; • Voorbereiding blussing tankputbrand door overheidsbrandweer in gang zetten (logistiek regelen); • Koeling objecten binnen 10 kW/m²-contour om instorting en secundaire branden tegen te gaan; • Inzet van brandweerpersoneel in beschermende kleding is alleen mogelijk buiten de 3 kW/m²-contour; • Het gebied binnen de 1 kW/m²-contour wordt als “onveilig” beschouwd voor onbeschermde personen; • Warmtestraling heeft buiten de inrichting geen schadelijke effecten op woningen en bedrijven, aangezien zich binnen de invloedsfeer van de inrichting geen woningen en bedrijven bevinden; • Let wel: de contouren houden geen rekening met de wind, bijstelling vindt plaats op basis van actuele meteo-gegevens. Waarnemen en • Meetploegen onder leiding van LMPO, meten op CO, NOx; meten • RIVM alarmeren via meldpunt VROM voor het nemen van luchtmonsters; • Beleidsondersteunend team milieu-incidenten (BOT-MI) alarmeren voor ondersteuning; • Waternetbeheerder/ Rijkswaterstaat alarmering i.v.m. lozing bluswater op riool en/of oppervlaktewater. Communicatie Het Regionaal Actiecentrum Communicatie is operationeel. Mobiliteit
•
Overige processen
• • • • • • •
Actiecentrum Mobiliteit wordt opgestart i.v.m. rook overlast snelwegen. Ordehandhaving; Bewaken en beveiligen; Registreren van slachtoffers; Psychosociale hulpverlening; Logistiek (ramp)bestrijdingspotentieel; Opsporing; Milieuzorg.
Na het eerste uur blijven, zo lang als nodig, voorgaande processen en activiteiten aan de orde. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
74
2.14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS), Vervolg Eerste dag
De voorbereidingen ten behoeve van de blussing van de tankput zijn in volle gang. Alvorens de blussing te kunnen aanvangen, dient de totale benodigde hoeveelheid schuimvormend middel (svm) beschikbaar te zijn. Binnen vier uur zijn de middelen geregeld conform de samenwerkingsovereenkomst AYMA. Ook dient de benodigde hoeveelheid bluswater geborgd te zijn. De brandweerinzet is tweeledig: 1. koeling omliggende tanks/installaties om uitbreiding van de tankputbrand te voorkomen; 2. blussing van het brandend tankputoppervlak. Aandachtspunt betreft het tijdig wegpompen van het bluswater in de tankput, om te voorkomen dat deze overstroomt. Koeling omliggende opslagtanks Rijk 1 3 overige opslagtanks Automatische koelwatervoorziening bovenop tank, middels sproeikoppen Andere kritische Afscherming kan middels verplaatsbare hydroshields installaties of installatiedelen binnen de 10 kW/m²-contour Pompcapaciteit Rijk 1 366 m³ per uur (312m³ per uur nodig) Pompcapaciteit Van 1260m³ Tiendendepot (T-210 t/m T-206) Voor een effectieve koeling van aangestraalde tanks dient de koelwatercapaciteit minimaal 1000 liter/uur per strekkende meter tankomtrek (ca. 1 l/m²/min per aangestraald oppervlakte) te zijn. Voor aangestraalde installaties/installatieonderdelen dient de koelwatercapaciteit ten minste 10l/m2/min per aangestraald oppervlak. te zijn Blussing tankput Rijk 1 Bluswatercapaciteit Svm Totaal blussing Proces Publieke Zorg Milieuzorg
Nafase
Na de eerste dag
100 m³/ minuut 31 m³ (mengverhouding 1%, blustijd 60 minuten) 3100 m³ water en 86m³ svm Toelichting Start is afhankelijk van aantal ongedeerden. • Inschatten/bepalen risico’s voor het milieu; • Het nemen van maatregelen om het milieu te beschermen; • Zo nodig inschakelen van specialisten; • Conform deelplan milieu. In geval van slachtoffers, psychosociale hulpverlening bieden aan deze slachtoffers, die zowel in directe als indirecte zin bij het incident betrokken zijn geweest.
Na de eerste dag blijven, zo lang als nodig, alle voorgaande processen en activiteiten aan de orde. Aandachtspunt betreft de gevolgen van dit incident voor de doorgang van het vliegverkeer op de luchthaven. Een ernstige calamiteit bij AFS zal er zeer waarschijnlijk toe leiden dat er namelijk minder kerosine beschikbaar is. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
75
2.14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS), Vervolg Herstelfase
Voor de herstelfase geldt dat de plaats van het incident wordt vrijgegeven door de brandweer, middels het sein ‘veilig’. Dit gebeurt in afstemming met de KMar in verband met eventueel onderzoek. De CVO handelt conform het bedrijfsnoodplan met als doel herstel bedrijfsprocessen. De volgende processen lopen door: • Nazorg (indien er toch sprake is van slachtoffers); • Milieuzorg.
Slachtofferbeeld
Het is niet waarschijnlijk dat er door dit incident slachtoffers vallen, anders dan de mogelijk enkele werknemers die bij de bewuste tank(put) aan het werk waren. Zij zijn zeer waarschijnlijk direct dodelijk gewond geraakt, dan wel niet meer te redden.
GRIP 3
Bij het scenario tankputbrand wordt er opgeschaald naar GRIP 3.
Operationele inzetbehoefte
De operationele initiële inzet behoefte bij dit scenario is: Discipline Bedrijfsbrandweer (FB AAS)
Brandweer
Hulpvraag Eenheid VBB van Groep Rijk treedt op als bedrijfsbrandweer AFS TS 341 Airport Fire Officer 1 Vertegenwoordiger AAS CoPI Primaire inzet: 2 TS, HV, OvD e e (n.b. 1 TS betreft feitelijk eenheid VBB post Rijk, 2 TS 341 indien niet elders ingezet) Opschaling scenario o.b.v. nader bericht zeer grote brand: 1 HOvD1 (LCoPI) 1 HOvD2 (Compagnie Commandant) 1 Peloton VRK [Brand] (OvD-B/PC, 4 TS, HV & RV, DPU) 1 Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS)
GHOR Gemeente Kmar
Scenario tank(put)brand : Inzet AYMA (zie tabel hieronder) 2 ambulances 2 OvD-G Team Bevolkingszorg 2 leidinggevenden (incl. OvD-P) 3 surveillance eenheden algemeen 5 surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied
Aanvulling AYMA (m.i.v. 1-10-2010): inzet schuimblussing Bedrijfsbrandweer (FB AAS) Levert 2 functionarissen t.b.v. interregionaal inzetvoorstel VRK/ VRAA Brandweer Interregionaal inzetvoorstel VRK/ VRAA t.b.v. 2 units AYMA Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
76
2.14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS), Vervolg Doel inzet
Het blussen van de tankputbrand en voorkomen van herontsteking alsmede koeling van de omliggende tanks om uitbreiding van het incident te voorkomen is de eerste inzet van de bedrijfsbrandweer. Mocht deze inzet niet slagen, wordt gebruikt gemaakt van het samenwerkingsovereenkomt AYMA. De inzet van AYMA is binnen vier uur operationeel.
AYMA
Voor de bestrijding van tankbranden en tankputbranden van grote omvang participeert AFS in een samenwerkingsverband tussen een aantal olieterminals in het Westelijk Havengebied van Amsterdam (AMAS: Amsterdam Mutual Aid System). AMAS op haar beurt participeert sinds oktober 2011 in een samenwerkingsverband met de Veiligheidsregio’s AmsterdamAmstelland en Kennemerland: AYMA. In de 'Samenwerkingsovereenkomst brandbestrijdingsorganisatie AYMA' is onder andere opgenomen dat AMAS verantwoordelijk is voor aanschaf, beheer en onderhoud van het bestrijdingsmaterieel en zorg draagt voor adequate inzetplannen. Veiligheidsregio Kennemerland en Brandweer Amsterdam-Amstelland zijn verantwoordelijk voor het leveren van opgeleid en geoefend personeel. De samenwerkende organisaties zijn in staat om een incident dat de kenmerken heeft van het maatgevende scenario te kunnen bestrijden. Dit scenario betreft een tankputbrand met een oppervlakte van maximaal 21.000 m2. Wat betreft AFS zal het scenario Aircraft Fuel Supply Tankputbrand deel uit maken van het op te stellen AYMA-inzetplan AFS.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
77
2.15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het scenario Vliegtuigongeval buiten de Veiligheidsregio Kennemerland beschreven. Hier is ook een bovenregionaal plan voor vastgesteld. Het bovenregionale plan luchtvaartongevallen buiten de VRK is leidend. Het scenario is bedoeld om te gebruiken bij: • Vliegtuigongeval buiten de Veiligheidsregio Kennemerland binnen Nederland met bestemming of vertrek Schiphol; • Vliegtuigongeval op internationaal gebied (buiten Nederland) met bestemming of vertrek Schiphol. Belangrijkste uitgangspunt bij dit scenario is dat de bronregio leidend is.
Uitleg verschillende varianten in het scenario
De onderstaande tekening in combinatie met de tabel op de volgende pagina verduidelijkt voor het gebied waarin het vliegtuig terecht komt: • het van toepassing zijnde Crisisbestrijdingsplan; • de veiligheidsregio die eindverantwoordelijk is voor de aanpak; • de kwalificatie die uiteindelijk formeel van toepassing is; • de uitgangspunten voor de opschaling en bijstand. De tekening laat ook zien dat het gebied waarin de luchthavenbrandweer verplichte bijstand verleent over de grenzen van het CBP-S heen loopt.
Kaart Scenario’s Vliegtuigongeval
4
VR N-H-N
VR Za-Wa 3
3
2 5
VRK
6
4 1 2
3
VR A-A 5
VR H-M
4 3
3
NL
VRU
Dekkingsgebied luchthavenbrandweer tot 1 KM voor baankop
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
78
2.15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland, Vervolg
Locatie / variant 1
Regio verantwoordelijk VRK
Plan van kracht
2
VRK
3/4
Andere regio / zee
CBP-LO (Luchtvaartongeval) Bovenregionaal plan LO buiten VRK
5
VRK
6
VR A-A
• •
•
CBP-Schiphol
CBP-Schiphol en CBP-LO
Kwalificatie conform plan VOS Groot/Klein Vooralarm Groot/Klein LO in Kennemerland LO buiten Kennemerland
VOS Groot/Klein Vooralarm Groot/Klein
Opschaling / Bijstand Conform CBP-S, IRC-KAA Conform CBP-L, IRC-KAA GRIP 2 Schiphol, Bijstand VBB (inschatting door AAS), binnen 45 min aanrijtijd Conform-L / proces CBPS, Verplichte bijstand VBB, IRC-KAA GRIP 2 Schiphol, Verplichte bijstand VBB, IRC-KAA
CBP-Vliegtuigongeval LO in A-A Afspraken Int. Reg. Samenwerking Van de genoemde kwalificaties kan beargumenteerd afgeweken worden; Indien de Tower (TWR) melding doet dan alarmeert AAS met de kwalificaties uit CBP-S ook al is niet geheel zeker waar toestel zich op dat moment bevindt. Het betreft hier toestellen die al op de TWR-frequentie zitten. In andere gevallen (dus bij toestel elders in Nederland en op bijvoorbeeld de approach-frequentie kwalificeert de VRK met “Luchtvaartongeval in Kennemerland” of “Luchtvaartongeval buiten Kennemerland”. Mocht na alarmeren met VOS door AAS blijken dat het toestel buiten het werkingsgebied van het CBP-S ligt, dan kan op basis van de locatie alsnog voor een alternatieve kwalificatie gekozen worden die beter past bij het onderhavige scenario; Bij een luchtvaartongeval waarbij een betrokken luchtvaartuig onder controle vloog van de Approachverkeersleiding (arrival & departure) of het Area Control Center, zal de Crisis Coördinator LVNL altijd het MICK informeren m.b.t. het luchtvaartongeval, ongeacht of er al een alarmering via een andere veiligheidsregio bij het MICK heeft plaatsgevonden.
Opkomstlocatie GRIP 2 Schiphol
De opkomstlocatie bij GRIP 2 Schiphol is RCC Schiphol.
Proces opvang en registratie
Indien er relaties op Schiphol zijn van het vliegtuigongeval worden deze conform het CBP-S opgevangen.
Format-Vliegtuiggegevens
In alle varianten van het scenario is er een informatie behoefte met betrekking tot vliegtuiggegevens. Hiervoor is een Format-Vliegtuiggegevens opgesteld. AAS heeft binnen 45 minuten na het vliegtuigongeval de inspanningsverplichting om een Format-Vliegtuiggegevens te verstrekken aan de Veiligheidsregio brongebied. Dit format bevat: • Vliegtuigtype; • Vluchtnummer; • Luchtvaartmaatschappij; • Vliegtuigregistratie; • Bestemming; • Herkomst (vertrek); • Persons on board (aantal passagiers + bemanning aan boord); • Cargo / vrachtlijst (dangerous goods en high risk cargo); • Notoc (Notification to captain). Nadere informatie volgt zodra het OT Kennemerland actief is. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
79
2.15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland, Vervolg Belangrijke mededeling
Indien het verongelukte vliegtuig geen bestemming of herkomst Schiphol heeft kan AAS geen format-vliegtuiggevens verstrekken aan de Veiligheidsregio met het brongebied. In dat geval tracht AAS te achterhalen wie de vertegenwoordiger is van de betreffende luchtvaartmaatschappij.
Begin gebeurtenis
Een vliegtuig verongelukt in Nederland. De veiligheidsregio met het brongebied* neemt contact op met Meld-, Infomatie- en Coördinatiecentrum Kennemerland (MICK). Deze start het scenario: Vliegtuigongeval buiten de VRK. * Voor veiligheidsregio brongebied kan ook buitenlandse mogendheid gelezen worden.
Eerste kwartier
Veiligheidsregio brongebied en LVNL hebben het MICK benaderd. Indien het neergestorte vliegtuig binnen 45 minuten aanrijdtijd ligt, wordt namens de Veiligheidsregio brongebied het verzoek gedaan aan AAS om Hulpverlening VBB. Het MICK kondigt GRIP 2 Schiphol af zonder CoPI en stuurt op verzoek een Liaison VRK naar de Veiligheidsregio brongebied. Na alarmering door het MICK start AAS met de inspanningsverplichting te komen met een format-vliegtuiggegevens. Dit wordt gedaan door de CVO. De CVO biedt het formatvliegtuiggegevens binnen 45 minuten aan, aan het OT Kennemerland. Het OT Kennemerland verzorgt de informatievoorziening richting het ROT brongebied. Effecten op Schiphol: • Scenario Vliegtuigongeval buiten VRK opgestart (GRIP 2 zonder CoPI); • Relaties op Schiphol; • (Internationale) pers met vragen. Proces Op- en afschaling
Communicatie
Toelichting • MICK alarmeert conform het scenario vliegtuigongeval buiten de VRK, het MICK alarmeert daarmee GRIP 2 Schiphol (incl. RAC) en de AOV-er Haarlemmermeer (deze informeert de burgemeester); • Een volledig OT wordt gealarmeerd. Deze kan daarna naar behoefte worden afgebouwd; • MICK informeert Regiecentrum AAS. Regiecentrum informeert en alarmeert intern AAS. AAS schaalt op en alarmeert hulpverlening VBB bij <45 min aanrijdtijd; • In overleg met het ROT bronregio kan het OT VRK een liaison sturen naar het ROT bronregio; • AAS kan op verzoek van de bronregio een liaison naar CoPI bronregio sturen. De Operationeel Leider Kennemerland is bevoegd om het OT VRK af te schalen naar behoefte in personeel en stelt daar alle betrokken partijen van op de hoogte. Dit gebeurt in afstemming met de CVO. Het RAC wordt gealarmeerd. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
80
2.15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland, Vervolg Eerste kwartier vervolg
Informatiemanage ment
•
•
•
Opvang en registratie
•
Na alarmering door het MICK heeft AAS de inspanningsverplichting om binnen 45 minuten vliegtuiggegevens te verzamelen conform het Formatvliegtuiggegevens. Dit wordt gedaan door de CVO. De CVO biedt het format binnen 45 minuten aan aan het OT Kennemerland. De Operationeel Leider draagt zorg om het ingevulde format door te geven aan de veiligheidsregio brongebied; Indien het verongelukte vliegtuig geen bestemming of herkomst Schiphol heeft kan AAS geen formatvliegtuiggegevens verstrekken aan de bronregio. In dat geval tracht AAS te achterhalen wie de vertegenwoordiger is van de betreffende luchtvaartmaatschappij; Het OT Kennemerland staat binnen 45 minuten na alarmering in contact met het ROT bronregio. De informatiemanagers (R)OT stemmen de informatieuitwisseling met elkaar en de betrokken partners af (o.m. gebruik LCMS, sturen liaison, videoconferentie). Zolang het OT nog niet geformeerd is heeft CVO de bevoegdheid te starten met de opvang. De CVO stelt het MICK en de AOV Haarlemmermeer op de hoogte.
Eerste uur
De veiligheidsregio brongebied heeft binnen 45 minuten de format-vliegtuiggegevens doorgezonden gekregen door het OT Kennemerland. De Operationeel Leider heeft contact gehad met de veiligheidsregio brongebied en zal zorg dragen voor de verdere informatieoverdracht tussen de Veiligheidsregio’s. Proces Toelichting Communicatie Het RAC staat in contact met de veiligheidsregio brongebied. InformatieHet OT Kennemerland staat in contact met de veiligheidsregio management brongebied, de liaison VRK ondersteunt hierin. Opvang & Zodra het OT Kennemerland actief is, ligt de formele verzorging verantwoordelijkheid voor het proces opvang & registratie Schiphol bij de gemeente Haarlemmermeer.
Eerste dag
De eerste dag blijven, zo lang als nodig is, alle voorgaande processen en activiteiten aan de orde. Prognose tijdsduur incident voor Schiphol: 6 uur Proces Toelichting Communicatie Het inlichten van relaties wordt afgestemd door het RAC, OT Bronregio en OT Kennemerland. Opvang & OT Kennemerland en OT Bronregio maken afspraken over de verzorging opvang en verzorging van relaties. Op- en afschaling De Operationeel Leider Kennemerland is bevoegd om af te schalen naar behoefte in personeel. Dit gebeurt in afstemming met de CVO. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
81
2.15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland, Vervolg Herstelfase
Uitgangspunt van herstel is dat de VRK en Schiphol terug gaan naar hun reguliere bedrijfsvoering. Proces Toelichting Op- en afschaling De Operationeel Leider is bevoegd om af te schalen en stelt daar alle betrokken partijen van op de hoogte. Onderzoek Het OT maakt afspraken over een procesplan over hoe wordt omgegaan met externe en interne onderzoeken.
GRIP 2
Het OT van Kennemerland staat in contact met het OT van de veiligheidsregio brongebied.
Operationele inzetbehoefte
De operationele inzetbehoefte voor dit scenario is: • VBB op verzoek, indien vliegtuigongeval binnen 45 minuten aanrijdtijd; • Operationeel team (GRIP 2); • CVO; • Regionaal Actiecentrum Communicatie (RAC); • Actiecentrum Opvang & Registratie (Teamleidersoverleg).
Doel inzet
De veiligheidsregio brongebied voorzien van één kanaal voor het halen van informatie (format-vliegtuiggevens). Daarnaast één kanaal voor het leveren van expertise (o.b.v. hulpvraag) en bijstandsverzoeken voor VBB en hulpverlening.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
82
2.16 Verkeersongeval in tunnel Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het scenario verkeersongeval in tunnel beschreven. Binnen het werkingsgebied van het CBP-S bevinden zich meerdere tunnels. Enkele tunnels worden zeer frequent gebruikt en voldoen (nog) niet volledig aan alle veiligheidseisen. Er is daarom behoefte aan voorbereiding op tunnelincidenten. Dit scenario beschrijft een incident in de Abdij(bus)tunnel. Het scenario is echter zo uitgewerkt dat het ook voor andere tunnels kan worden gebruikt.
Begingebeurtenis
Op een werkdag, vlak voor de middagspits, rijden twee Zuidtangent bussen van Connexxion elkaar met een snelheid van 70 km/uur tegemoet in de Abdtijtunnel. Bus A heeft 40 en Bus B heeft 80 passagiers aan boord. Eén van de bussen raakt op de verkeerde weghelft en rijdt in de bocht van de tunnel frontaal tegen de tegemoet komende bus. Beide bussen raken ernstig beschadigd en veroorzaken een blokkade in de tunnel. Er breekt geen brand uit.
Eerste kwartier
Door één van de inzittenden wordt alarm geslagen via een noodtelefoon/GSM in de tunnel. • Brongebied: gehele tunnel; • Effectgebied: tunneluitgangen + verzamelplaats bij nooduitgang(en). De effecten op de plaats van het incident zijn (brongebied): • Dode en gewonde passagiers in en in de nabijheid van de bus; • Ambulante passagiers verlaten de bus en lopen de tunnel in (eventueel via nooduitgangen); • Ernstige beschadiging van de bussen; • Blokkade van tunnel door ravage; • De tunnel wordt onveilig door verminderde luchtkwaliteit, instortingsgevaar e.d.. De effecten in de omgeving zijn (effectgebied): Er ontstaat binnen enkele minuten een opstopping van bussen aan beide tunneluiteinden. Binnen 15 minuten staan aan beide zijden 5 bussen met passagiers te wachten. Mogelijk staan er ook bussen stil in de tunnel; • Ambulante passagiers zullen via de nooduitgang bovengronds komen; • Door opstellen voertuigen nabij nooduitgangen in nabijheid van (snel)wegen, mogelijk filevorming. •
De volgende acties moeten worden ondernomen: Proces Alarmering van bestuur en processen (A1)
Toelichting • De noodtelefoons in de tunnel komen uit bij Frontoffice Beheer en Uitvoering. Hier worden de hulpdiensten, Regiecentrum Openbaar Vervoer Connexxion, en de (hoofd)kantonnier (weginspecteur provincie) gealarmeerd; • Alarmeren van hulpdiensten en CBP-S van toepassing verklaren. Tevens wordt GRIP 1 afgekondigd; • Bij ongevallen binnen het werkingsgebied van het CBPS komt het OT en evt. het BT bijeen op Schiphol (RCC Schiphol). Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
83
2.16 Verkeersongeval in tunnel, Vervolg Eerste kwartier Vervolg
Proces Alarmering van bestuur en processen (A1) vervolg Bron- en effectbestrijding (B1)
Redding (B5)
Mobiliteit (P2)
Eerste kwartier
Toelichting • De leidinggevende(n) van de overheidshulpdienst(en) bepalen daarna op basis van de aangetroffen situatie zo snel mogelijk het definitieve opschalingsniveau. • Tweezijdig benaderen van tunnel door hulpdiensten; • Opstellocatie wordt bepaald door hulpdiensten. Er zijn mogelijkheden voor opstelplaatsen bij beide tunnelmonden en bij de nooduitgangen; • Eerste brandweereenheid start verkenning, overige voertuigen wachten buiten de tunnel tot na bericht eerste brandweereenheid; • De brandweer geeft de tunnel vrij aan andere hulpdiensten en bewaakt voortdurend de veiligheid (o.a. door verrichten van CO-metingen). Brandweer geeft inrijdrichting(en) aan, o.a. op basis van windrichting; • Schakel optische- en geluidssignalen in de tunnel uit en houdt bij het opstellen van de voertuigen rekening met de bereikbaarheid. • Bereikbaarheid tunnel en incident; • Redding en inrichten van gewondennest en opvangplaats in veilig gebied. • Afzetten en afschermen; • Gidsen van aanrijdende hulpdiensten; • Omleidingsroute voor opvolgende bussen instellen.
In het eerste uur spelen dezelfde (operationele) processen en activiteiten een rol als welke in het ‘Eerste kwartier’ staan beschreven. Er ontstaat nu een duidelijker beeld van de situatie en redding, bron- en effectbestrijding en geneeskundige hulpverlening komen op gang. Proces Alarmering van bestuur en processen (A1)
Geneeskundige hulpverlening (GH2)
Toegankelijk en begaanbaar maken (B7)
Communicatie (GM1)
Toelichting • De crisisbestrijdingsorganisatie dient binnen het OT/BT te worden uitgebreid met vertegenwoordiging van de beheerder (i.c. de provincie, directe calamiteitenteam). • Zodra de situatie in de tunnel veilig is moet triage plaatsvinden; • Slachtoffers worden vervolgens naar een gewondennest of behandelcentrum gebracht waar registratie en verdere behandeling plaatsvindt. • De plaats van het incident moet toegankelijk worden gemaakt om andere processen effectief te kunnen uitvoeren; • Waar nodig zullen passagiers bevrijd moeten worden. • Informatievoorziening, publieks- en persvoorlichting moet worden afgestemd en opgestart. Hierbij dienen de tunnelbeheerder en vervoerder betrokken te worden. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
84
2.16 Verkeersongeval in tunnel, Vervolg Eerste kwartier vervolg
Proces Mobiliteit (P2)
Registreren van slachtoffers (GM5) Opsporing (P6)
Eerste dag
Psychosociale hulpverlening (GH3) Registreren van slachtoffers (GM5) Opsporing (P6) Nazorg (GM10)
Er wordt een (strafrechtelijk) onderzoek gestart naar de oorzaak van het ongeval.
Toelichting • Slachtoffers worden opgevangen ter plaatse van het incident en overgebracht naar ziekenhuizen/behandelcentra. • Het geven van hulp aan betrokkenen die als gevolg van het ongeval (mogelijk) psychisch getraumatiseerd zijn. • Het verzamelen en verifiëren van gegevens over de slachtoffers en het verstrekken van informatie over slachtoffers aan belanghebbenden. • Er wordt een (strafrechtelijk) onderzoek gestart naar de oorzaak van het ongeval. • Het bieden van nazorg aan alle betrokkenen (slachtoffers, relaties en hulpverleners).
De volgende processen lopen door: • Opsporing • Nazorg Proces Slachtofferidentificatie (P4)
Slachtofferbeeld
•
De eerste dag blijven, zo lang als nodig, alle voorgaande processen en activiteiten aan de orde. Prognose tijdsduur: Door de beperkte bereikbaarheid van het incident zal het redden van slachtoffers enige tijd in beslag nemen. Na ca. 4 uur zijn alle passagiers getrieerd, behandeld en/of overgebracht naar ziekenhuizen in de omgeving en kan de tunnel voor onderzoek worden overgedragen aan politie en eventuele andere onderzoeksinstanties. Proces Geneeskundige hulpverlening (GH2)
Herstelfase
Toelichting • Verkeer ter plaatse regelen, tevens afstemming Connexxion met betrekking tot omleidingsroutes busverkeer. • Het registreren van slachtoffers.
Toelichting • Het identificeren van overleden slachtoffers en persoonsgebonden goederen ten behoeve van relaties van slachtoffers, justitie en gemeente (zie proces GM5).
Voor dit scenario ziet het slachtofferbeeld er als volgt uit: Slachtoffers Bussen
Totaal 120 passagiers
T1
T2 15
T3 35
50
Doden 20
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
85
2.16 Verkeersongeval in tunnel, Vervolg GRIP
Bij dit scenario is GRIP 1 afgekondigd. Zodra duidelijk wordt dat er sprake is van dodelijke slachtoffers wordt opgeschaald naar GRIP 3 (conform CBP-S zeer grote hulpverlening).
Operationele inzet De operationele inzetbehoefte voor dit scenario is: Discipline Luchthavenbrandweer
Brandweer GHOR
Regio Eenheid NoordHolland
Gemeente
Doel inzet
Hulpvraag Airport Fire Officer 2 Tankautospuit 1 Vertegenwoordiger AAS-CoPI 1 Compagnie (taak HV)+ 2 OvD-G 20 ambulances 1 Geneeskundige Combinatie (GNK-C) 2 Mobiel Medisch Team 1 Coördinator Gewonden Vervoer OvD-P 7 leidinggevenden 3 surveillance eenheden algemeen 5 surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Hoofd RAC Hoofd Publieke Zorg Hoofd Registratie Slachtoffers Hoofd AMCO Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, Publieke Zorg, Registratie Slachtoffers en AMCO Alarmering overige Actiecentra wordt bepaald door voorzitter team Bevolkingszorg
De inzet van de hulpverleningsdiensten is gericht op het zo snel mogelijk veilig stellen van de tunnel en op de bevrijding van passagiers en het aanbieden van professionele medische hulp. Tevens wordt getracht de neveneffecten te beperken door aandacht voor het proces mobiliteit.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
86
Deel 3 Beleid en naslagwerken Inhoud
Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk
Inhoud
Pag.
3.1.
Standaard matrix bepalen kwalificatie
3.2.
80 81
3.4.
Kwalificatiemogelijkheden en initiële inzetvoorstellen VOSstructuur Alarmering bij incidenten en calamiteiten Schiphol spoortunnel Kaart werkingsgebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol
3.5.
Overzichtskaarten Aircraft Fuel Supply
3.6.
Opschaling Brandweer, GHOR en KMar/Politie
3.7.
Besluitvormingsprocedure scenario infectieziekten
3.8.
Procedure luchtruimsluiting
3.9.
Activeren ambassadeprotocol
3.10.
Schipholspecifieke standaardafspraken
3.11.
Wettelijke grondslag
3.12.
Uitwerking, vaststelling en beheer
3.13.
Samenhang met andere plannen
3.14.
Afkortingenlijst
3.15.
Begrippenlijst
3.16.
Verzendlijst
3.3.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
83 84 85 86 87 88 89 90 94 95 97 98 102 104
87
3.1. Standaard matrix bepalen kwalificatie Inleiding
Al naar gelang de aard en de plaats van het incident wordt een uitrukvoorstel gebruikt om voor een incident de hulpdiensten te alarmeren. Het uitrukvoorstel is een indeling van de situatie door de verantwoordelijke kolom. Op basis van deze indeling komen materieel en personeel van de hulpdiensten ter plaatse of deze begeven zich naar de uitgangsstellingen. Aanvullend aan een kwalificatie gebruiken de hulpdiensten van de overheid de GRIP-kwalificatie. De GRIP-kwalificatie regelt opschaling op operationeel niveau op de plaats van het incident en daarnaast op bestuurlijk niveau van gemeente tot waar nodig zelfs landelijk. In onderstaand overzicht vindt u de gebruikte kwalificaties die op Schiphol gebruikt worden. De hulpdiensten hebben op basis van onderstaande beslismatrices de bijbehorende hulpvraag op monodisciplinair niveau vastgelegd en vertaald in inzetvoorstellen.
Standaardmatrix
De incidenten op Schiphol zijn gekoppeld aan een vastgestelde standaard kwalificatie en kennen een bijbehorend standaard uitrukbericht voor de hulpverleningsdiensten. De matrix bevat tevens een verwijzing naar het minimum GRIP-coördinatieniveau. Op basis van het standaard uitrukbericht past brandweer Schiphol al dan niet verzwaarde inzetvoorstellen toe (op objectniveau). Dit staat los van de (later) vast te stellen kwalificatie.
Opmerkingen bij de tabel 1.
Voor enkele gebouwen, waaronder de terminal, geldt een verzwaard uitrukvoorstel. Indien het een bevestigde brand of rookontwikkeling in de Terminal betreft is op een kleine brand minimaal het uitrukvoorstel Middel Brand van toepassing. 2. Bij brand, Hulpverlening en OGS kan buiten de kwalificaties verdere opschaling in middelen en personeel mogelijk zijn door middel van bijvoorbeeld de inzet van een compagnie. 3. In kolom 3 is het minimaal gewenste GRIP niveau aangegeven dat gewenst is. deze is niet gekoppeld aan de hoeveelheid en inzet van middelen. Door de hoogst leidinggevende ter plaatse wordt op basis van aard en omvang van het incident bepaald of het GRIP niveau aangepast dient te wordt. Processtappen: 1. Melding komt binnen bij 2. Situatie ter plaatse wordt gekwalificeerd (en 3. Bijbehorend GRIPalarmcentrale: eventuele op- of afschaling) door middel van niveau wordt Alarmering wordt gecommuniceerd kwalificatie afgegeven Omschrijving aard Voorbeeld Alarmering Kwalificatiemogelijkheden: Minimaal GRIPincident de kwalificaties niveau Brand ‘Brand + lokatie’ o Kleine Brand 0 o Middel Brand 1 o Grote Brand o Zeer Grote Brand Hulpverlening ‘Hulpverlening + lokatie’ o Kleine Hulpverlening 0 o Middel Hulpverlening 1 o Grote Hulpverlening o Zeer Grote Hulpverlening Ongeval Gevaarlijke ‘Pallet met gevaarlijke stoffen lekt + o OGS- Klein 0 Stoffen (OGS) lokatie’ o OGS- Middel o OGS Groot 1 o OGS Zeer groot Explosie ‘Ontploffing + lokatie’ o Kleine Explosie 1 o Grote Explosie of 3 o kwalificaties zoals vermeld bij hulpverlening, Brand of SSI (Niet) geverifieerd ‘Verdacht pakketje + lokatie’ o Schiphol Security Incident (SSI) 0 security gerelateerd Of incident ‘verdacht gedrag + lokatie’ Of ‘Bommelding + lokatie’ Kaping ‘Mogelijk kaping in toestel x’ o Voorwaarschuwing Kaping 3 o Kaping 3 Gijzeling ‘Mogelijk gijzeling in toestel x’ o Voorwaarschuwing Gijzeling 3 o Gijzeling 3 Ordeverstoring ‘Grote vechtpartij + lokatie’ o Voorwaarschuwing Ordeverstoring 0 o Ordeverstoring 1 (vermoeden) ‘mogelijk besmettelijke passagier in o Mogelijk Besmettingsgevaar 0 Infectieziekte toestel x’ o Besmettingsgevaar Klein 1 passagier o Besmettingsgevaar Groot 2
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
88
3.2. Kwalificatiemogelijkheden en initiële inzetvoorstellen VOS structuur Tabel met voorbeelden
Kwalificatiemogelijkheden luchtvaartuig- gerelateerde incidenten en calamiteiten Schiphol Geen ongeval/ voorwaarschuwing
Kwalificatie
Hulpdiensten op Schiphol kunnen situatie zelf afhandelen Vooralarm klein
Hulpdiensten op Schiphol hebben ondersteuning vanuit regio nodig in de vorm van materieel en / of personeel
Vooralarm groot
VOS klein
VOS groot
• Piloot doet Pan-Pan call • Piloot vraagt om assistentie
• Piloot doet MayDay call • Gevallen met onduidelijke of tegenstrijdige informatie over de situatie terwijl toestel nog vliegt
• Aanrijding tussen voertuig en vliegtuig • Vliegtuigtrekker in brand nabij vliegtuig • Zakenjet landt en komt bij uitrollen naast de baan terecht • Transavia met ontplofte APU, geen gewonden • Correndon 737 met neuswiel in de modder (landingoverrun), geen gewonden • Cessna 172 slaat tijdens de landing over de kop
• Turkish Airlines ongeval (2009) • Saab 340 naast de baan (1994) • Transavia 757 (1997) (daarna direct afschalen naar VOS klein)
2
0
3
• Rook uit motor van vliegtuigtrekker die een vliegtuig trekt
Bijbehorend GRIP-niveau
Ongeval
0
Als bij een VOS klein een dodelijk slachtoffers betrokken is wordt GRIP 3 afgekondigd
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
89
Initiële Inzetvoorstellen betreffende Operationele inzet per kwalificatie en per discipline
Initiële Inzetvoorstellen per kwalificatie en per discipline Kwalificatie
Vooralarm klein 0
Vooralarm groot 2
VOS klein 0
VOS groot 3
1 Groep Vliegtuigbrandbestrijding 1 Tankautospuit 1 Airport Fire Officer 1 AMBU 1 Medic -
2 Groepen Vliegtuigbrandbestrijding 1 Tankautospuit 1 Airport Fire Officer 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 5 Ambu’s 1 MMT
2 Groepen Vliegtuigbrandbestrijding 1 Tankautospuit 1 Airport Fire Officer 1 AMBU 1 Medic 1 OvD-G 5 Ambu’s
Regionale Brandweer
-19
1 HOvD1 (LCoPI) 1 HOvD2 (Compagnie Commandant) 1 Peloton VRK [HV] (OvD-B/PC, 4 TS, HV & RV) en HAC+HVH-redding, HAC+ HVH-instorting en HAC+ HCoPI 1 Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS)
1 OvD-B 1 HOvD1 (LCoPI)
KMar
1 OvD-P (KMar) 1 Leidinggevenden 1 Surveillance eenheden algemeen
Politie Eenheid Noord-Holland
1 OvD-P 1 Buiten Bewaking Schiphol eenheid
1 OvD-P (KMar) 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied 1 OvD-P 2 Buiten Bewaking Schiphol eenheid
1 OvD-P (KMar) 2 Leidinggevenden 2 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied 1 OvD-P 1 Buiten Bewaking Schiphol eenheid
Gemeente
-20
Wordt bepaald door Voorzitter Team Bevolkingszorg21
-22
3 Groepen Vliegtuigbrandbestrijding 1 Tankautospuit 1 Airport Fire Officer 1 AMBU 1 Medic 2 OvD-G 20 Ambu’s 2 GNK-C 2 Mobiel Medisch Team 1 Coördinator Gewonden Vervoer 1 HOvD1 (LCoPI) 1 HOvD2 (Compagnie Commandant) 1 Peloton VRK [HV] (OvD-B/PC, 4 TS, HV & RV) 1 Peloton VRAA [HV] (OvD-B, 4 TS, HV & RV) 1 Ondersteuningspeloton VRK (OvD-B/PC, TS, HAC+HCoPI, HAC+HVH-redding, HAC+HVHinstorting, HAC+VZH, DB-VZ) 1 Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) 1 OvD-P (KMar) 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied 1 OvD-P 2 Buiten Bewaking Schiphol eenheid 6 Leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 Medewerkers actiegebied Wordt bepaald door Voorzitter Team Bevolkingszorg23
GRIP Luchthavenbrandweer Airport Medical Services GHOR
19
OVD-B informeren. AOOV gemeente wordt alleen geïnformeerd door Airport Manager in die gevallen waarbij ‘Vooralarm klein’ mogelijk een grotere uitstraling of effect heeft op de omgeving en het ook ‘media technisch’ interessant is. AOOV gemeente wordt geïnformeerd door Airport Manager. 22 Idem. 23 Idem. 20 21
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
90
3.3 Alarmering bij incidenten en calamiteiten in de Schipholspoortunnel Processtappen:
1. Melding komt binnen bij alarmcentrale: Alarmering wordt gecommuniceerd
Omschrijving aard incident
Voorbeeld ProRail Alarmering
Verstoring Treindienst ((deels) geen treinverkeer mogelijk)
‘Verstoring + locatie’
Brand
‘Brand + locatie’
Aanrijding & botsing Ontsporing met slachtoffers
‘Aanrijding + locatie
Verdacht gedrag, bommelding, bomvinding, bomexplosie
‘bommelding + locatie’
TIS
3. Situatie ter plaatse wordt gekwalificeerd (en eventuele op- of afschaling) door middel van kwalificatie Kwalificatiemogelijkheden: de kwalificaties o Mogelijk ‘Voorwaarschuwing o ‘Ordeverstoring’ of o ‘Ordeverstoring’ o Kleine Brand o Middel Brand o Grote Brand o Zeer Grote Brand o Kleine Hulpverlening o Middel Hulpverlening o Grote Hulpverlening o Zeer Grote Hulpverlening o Kleine Explosie o Grote Explosie of o Kwalificaties zoals vermeld bij hulpverlening, Brand of SSI
4. Bijbehorend GRIP- niveau wordt afgegeven
Minimaal GRIP- niveau
Zie standaardMatrix (paragraaf 3.1)
Zie standaardMatrix (paragraaf 3.1)
Zie standaardMatrix (paragraaf 3.1)
Zie standaardMatrix (paragraaf 3.1)
ProRail werkt met voor ProRail interne kwalificaties conform de matrix TreinIncidentScenario’s (TIS). Deze interne TIS-kwalificaties worden alleen binnen ProRail gehanteerd. Het MICK maakt de vertaling van de TIS melding die van ProRail wordt ontvangen naar de Landelijke meldkamer Classificaties. De meldkamers werken conform de vastgestelde procedures en stellen elkaar op de hoogte van de kwalificatie TIS en/of een verandering daarvan. De professionele hulpdiensten kwalificeren de situatie in de Schipholspoortunnel conform de reguliere kwalificaties.
3.4 Kaart werkingsgebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
92
3.5. Overzichtskaarten Aircraft Fuel Supply (AFS) Overzichtskaart omgeving AFS (straal 1,5 km)
Overzichtskaart AFS
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
93
3.6. Opschaling Brandweer, GHOR en KMar/ Regio Eenheid NoordHolland Opschaling Brandweer
Conform procedures.
Opschaling GHOR
Conform procedures.
Opschaling KMar/ Politie Eenheid Noord-Holland
Conform procedures.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
94
3.7. Besluitvormingsprocedure scenario infectieziekten Infectieziekten
Hieronder staat de besluitvormingsprocedure bij het scenario infectieziekten
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
95
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
96
3.8. Procedure luchtruimsluiting Luchtruimsluiting
In het schema op de volgende pagina is de procedure voor de sluiting van het Nederlandse luchtruim weergegeven.
A anvraag tot sluiting van (delen van) het N ederlandse luchtruim door B urgem eester dan wel het (m inisterieel) driehoeksoverleg D C C -V & W kern inform eert betrokkenen K LP D - Luchtvaart N e en
D C C -V & W kern inform eert direct M inister of S tas D C C -V & W
LV N L
IV W -L
Toestem m ing?
AOCS
Ja
Ja
Ja
S tas /M inister bereikbaar?
S poedeisend?
N een
N een
DG TL Luchtvaart
(E ventueel) afstem m en m et N C C
D C C -V & W M andaat
IV W stelt regeling op als basis voor N O T A M
per e-m ail via D irectie A lgem een B eleidsadvies (D A B )
D A B draagt zorg voor publicatie in S taatscourant en digitaal afsc hrift aan D C C -V & W
O ndertek ening door S tas
D C C verzoekt LV N L of N w .M ill. N O T A M uit te geven
N orm ale procedure P rocedure in geval van spoed (B innen een w eek) Luchtruim gesloten
D C C -V & W kern inform eert : -
IV W C lus term anager T O C U nitm anager Infra D H I IG -IV W LV N L K LP D A O C S N w . M illigen BZK / NCC
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
97
3.9. Activeren ambassadeprotocol Activering
Er zijn drie manieren om het ambassadeprotocol te activeren: • Bij de eerste alarmering door de adviseur Openbare orde en Veiligheid Haarlemmermeer door contact te zoeken met het NCC (deze zal het meest voorkomen); • Door de burgemeester in het BT; • Door de AC Bevolkingszorg in het OT.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
98
3.10. Schipholspecifieke standaardafspraken Inleiding
In deze paragraaf zijn per relevant deelproces de afspraken opgenomen die specifiek bij een crisis op Schiphol van toepassing zijn. Deelproces Standaardafspraken Algemene en ondersteunende processen Beeld-, oordeels-, en Er is per team één informatiecoördinator besluitvorming Alarmering van bestuur • MICK alarmeert de crisisbestrijdingsorganisatie en processen (disciplines buiten Schiphol) en geeft de kwalificatie door; • Regiecentrum/Alarmcentrale AAS alarmeert de diverse onderdelen van AAS (w.o. CVO); • Per kwalificatie geldt een standaard eerste inzet (gekoppeld aan het scenario). Verdere opschaling op basis van nader bericht. Logistiek (ramp) Verzorging hulpverleningseenheden: AAS (i.s.m. KMar) bestrijdingspotentieel Verbindingen • Verbindingen vinden plaats conform de operationele afspraken van de meldkamers; • AL van ProRail dient telefonisch bereikbaar te zijn. Coördinatie • Operationele leiding berust in beginsel bij brandweer; • CoPI nabij plaats incident; • STPI bevindt zich nabij de bron op plaats incident; • Eerste geneeskundige invulling van het STPI vindt plaats door de medici van AMS en wordt later overgenomen e door de 1 aankomende OvD-G. De Medic van AMS blijft vervolgens aanwezig als deskundige van de Schipholprocessen ter ondersteuning van de OvD-G; • Aansturing gewondennest door hoofd gewondennest; • Airport Fire Officer leidt bronbestrijding tot komst (H)OvD-B; • De CUGS AAS: − dirigeert op aanwijzing Airport Fire Officer/OvDB/CUGS-B de hulpdiensten naar de plaats van het incident en − coördineert de markering van routes en de begeleiding van hulpdiensten van de UGS naar de plaats van het incident en v.v. e − 1 Peloton brandweer wordt direct vanaf UGS naar plaats incident begeleidt. De hoogst leidinggevende van aanvullende opschaling van de brandweer stemt op de UGS af met de CUGS-AAS en de leiding STPI/CoPI over verdere doorstroming naar plaats incident. Verslaglegging • KMar stelt in de commandoruimtes de middelen beschikbaar voor verslaglegging; • KMar levert de verslagleggers in het OT en Actiecentrum Mobiliteit (RCC Schiphol); • Gemeente levert verslaglegger in het BT (RCC Schiphol); • Schriftelijke verslaglegging wordt opgenomen in LCMS; • Afspraken in BT, OT, CoPI, CVO, RAC en Actiecentrum Mobiliteit worden bijgehouden door verslaglegging. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
99
3.10. Schipholspecifieke standaardafspraken, Vervolg Deelproces Standaardafspraken Cluster brandweer: bron- en effectbestrijding Bron- en effectbestrijding • Vrije instroom eenheden: opschaling conform PEL/CIE structuur (IRC-KAA); • Vaste uitgangstellingen; • Bij vliegtuigongevallen creëert VBB overleefbare situatie en start redding; • Bij vliegtuigongevallen richt overheidsbrandweer zich op redding en bevrijding; • Bij treinongevallen in spoortunnel worden procedure ‘aarden bovenleiding’ en ‘tunnelvrij maken’ gestart; • Bij niet-VOS-alarmeringen is op verzoek een eenheid VBB beschikbaar. Waarschuwen van de • Waarschuwing in terminal gebouw door middel van bevolking omroepinstallaties AAS en (indien mogelijk) infoscherm nabij Plaza; • Ontruimingsinstallatie in terminal gebouw via Unitleider BHV; • Brandweer waarschuwt bewoners binnen het werkingsgebied CBP-S (o.a. IJweg, Hoofdvaart, Schipholdijk). Redding • Bij de meeste scenario’s wordt uitgegaan van zelfredzaamheid, rekening houdende met de beperkingen ter plaatse (zoals Security Restricted Area); • Na een terroristische aanslag vindt redding en hulpverlening plaats tenzij de politiediensten, dit in verband met concrete dreiging van meerdere aanslagen niet verantwoord vinden. Toegankelijk/ begaanbaar • De eenheden van eerste peloton gaan direct ter plaatse, e maken vanaf het 2 peloton verzamelen de eenheden op de toegewezen UGS (procedure interregionale compagnie); • Afhankelijk van de locatie van het incident wordt routering van de hulpdiensten bepaald door KMar, politie of AAS; • Bij ongevallen in en rond de spoortunnel (inclusief NSstation Schiphol) wordt standaard gebruik gemaakt van UGS-A (tenzij Airport Fire Officer/OvD-B anders bepaalt). Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
100
3.10. Schipholspecifieke standaardafspraken, Vervolg Deelproces Standaardafspraken Cluster gemeente: bevolkingszorg Communicatie Onder leiding van de gemeente Haarlemmermeer wordt een RAC ingesteld. Conform het gemeentelijk deelplan crisiscommunicatie. Evacueren Eventueel bewoners binnen het werkingsgebied CBP-S. Publieke Zorg • Verantwoordelijkheid gemeente; • Bij opvang op luchthavengebied uitvoering AAS onder eindverantwoordelijkheid gemeente; • Opstart Wildenhorst, alleen na nader bericht vanuit CVO; • Conform Draaiboek Opvang & Registratie CBP-S. • Er is op Schiphol een begrafenisondernemer, belast met repatriëring van overleden personen (bij vliegtuigcrash tevens rol bij uitvoering van luchtvaartmaatschappij); • Mogelijke locaties voor overleden slachtoffers (OT stemt dit af met de POLITIE LANDELIJKE EENHEID/RIT): − Het mortuarium op Schiphol biedt afhankelijk van bezettingsgraad plaats aan 20 overledenen. − Bij ≥ 20 overleden slachtoffers kan het Sneeuwvlootgebouw als locatie dienen. (standaardlocatie RIT, naast Post Sloten). • Proces voorzien in primaire levensbehoeften vindt plaats onder primaire verantwoordelijkheid van de gemeente Haarlemmermeer; • Gemeente Haarlemmermeer kan een beroep doen op AAS voor logistieke ondersteuning bij de uitvoering in dit proces. Ambassades en • De gemeente faciliteert de informatie-uitwisseling consulaten tussen de ambassades en consulaten en de crisisorganisatie. Conform het ambassadeprotocol en het draaiboek ‘Ambassades en Consulaten’. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
101
3.10. Schipholspecifieke standaardafspraken, Vervolg Deelproces Standaardafspraken Cluster / Politie Eenheid Noord-Holland KMar: rechtsorde en verkeer Bewaking & beveiliging • Safety gaat voor security; • De NCTV kan veiligheidsmaatregelen afkondigen die effect kunnen hebben op de hulpverlening. Mobiliteit • Geregeld vanuit het Actiecentrum Mobiliteit; • Er gelden specifieke afspraken met Rijkswaterstaat (afkruisen A4/A9/A5); • Er is een verkeerscirculatieplan; • De UGS wordt altijd opgegeven; • Afzetting van rampterrein/plaatsen afzettingen valt binnen proces ordehandhaving; • Op airside is altijd rijroute uitgezet (t.b.v. vrije instroom). Hulpverleningsdiensten worden begeleid in het landingsterrein; • Voor aan– en afvoer van hulpverleningsvoertuigen kan gebruik worden gemaakt van de Zuidtangent (i.o.m. Connexxion). Opsporing • Coördinatie KMar/POL/POLITIE LANDELIJKE EENHEID (afhankelijk van locatie incident); • Onderzoek wordt zodanig verricht dat daadwerkelijke hulpverlening niet in gevaar komt. Slachtofferregistratie en • Overleden slachtoffers kunnen worden overgebracht identificatie naar het Sneeuwvlootgebouw (naast Post Sloten). Ceremonieel • Standaardafspraken: bij staatsbezoeken en kleine bezoeken met ceremonieel coördinatie RMC West en Koninklijk Huis. Contacten lopen via KMar. Vreemdelingenzaken • Standaardafspraken: Schiphol is een Schengenbuitengrens, hierdoor gelden bijzondere afspraken. Coördinatie grenspassage door KMar. Cluster GHOR: geneeskundige hulpverlening Spoedeisende Medische AMS verleent eerste hulpverlening tot aan de komst van de Hulpverlening eerste ambulance. AMS start de spoedeisende medische hulpverlening. Psychosociale Bij uitvoering van dit proces wordt opgestart door de GHOR hulpverlening bij (conform Deelplan) en sluit aan bij AAS en de gemeente ongevallen en rampen Haarlemmermeer PSH. (PSHOR) Preventieve openbare In geval van verdenking of constatering besmettelijke gezondheidszorg (POG) passagiers wordt gewerkt conform Draaiboek WPG Schiphol van GGD Kennemerland
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
102
3.11 Wettelijke grondslag Wet VR
Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden.
RBP = CBP
In artikel 17.1 van de Wet veiligheidsregio’s staat: 17.1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën inrichtingen, categorieën rampen en luchtvaartterreinen worden aangewezen waarvoor het bestuur van de veiligheidsregio een rampbestrijdingsplan vaststelt. In dat plan worden de maatregelen opgenomen die bij een ramp in die categorieën dan wel op die luchtvaartterreinen moeten worden genomen. Het bedoelde rampbestrijdingsplan is dit Crisisbestrijdingsplan Schiphol. Het Crisisbestrijdingsplan behelst zowel rampbestrijding als crisisbeheersing op Schiphol.
Crisisbeheersing
Crisisbeheersing is het geheel aan maatregelen en voorzieningen die de overheid in samenwerking met andere organisaties treft ter voorbereiding op, ten tijde van (crisis)bestrijding en na afloop van de crisis(bestrijding). Artikel 172 van de Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde. Op grond van de artikelen 175 en 176 van de Gemeentewet heeft de burgemeester de bevoegdheid noodbevelen te geven of een noodverordening vast te stellen in geval van oproerige beweging, ernstige andere wanordelijkheden, rampen of zware ongevallen, dan wel ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. De Hoofdofficier van Justitie is onder meer belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Hieronder zijn begrepen de daadwerkelijke voorkoming, de opsporing, de beëindiging, de vervolging en de berechting van strafbare feiten. Ontvoering en gijzeling zijn specifieke vormen van het misdrijf wederrechtelijke vrijheidsbeneming (art. 282-282c WvSr). Met de inwerkingtreding van de Wet Terroristische misdrijven op 10 augustus 2004 zijn onder meer artikelen aan het Wetboek van Strafrecht toegevoegd, inhoudende de strafbaarstelling van (de samenspanning tot) het misdrijf wederrechtelijke vrijheidsbeneming gepleegd met een terroristisch oogmerk. In gevolge de regeling DSI is het de minister van Veiligheid en Justitie die beslist over de inzet van de DSI. Bij acute terroristische dreiging heeft de minister van Veiligheid en Justitie doorzettingsmacht en is hij bevoegd ook op terreinen van andere ministers maatregelen te nemen (zoals stilleggen van trein- of vliegverkeer en/of het staken van telecomverkeer in een bepaalde regio).
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
103
3.12. Uitwerking, vaststelling en beheer Kwaliteits bewaking en beheer
De Beheergroep en Stuurgroep CBP-S bewaken de kwaliteit van het CBP-S en de (afstemming met) onderliggende plannen en procedures, onder verantwoordelijkheid van de VRK. De Beheergroep CBP-S is de formele beheerder van het plan. Dit omvat de volgende taken en verantwoordelijkheden: • Beheer van het CBP-S; • Monitoren van actiepunten n.a.v. incidenten én oefeningen op Schiphol en deze in PDCA-cyclus-verband bezien; • Vaststellen multi-oefenschema Schiphol dat door MOK ontwikkeld is; • Toezicht en borging opleiden en oefenen van repressief functionarissen (relatie met MOK en hoe in praktijk geregeld en afgestemd); • Bespreken van evaluaties van incidenten (vanaf GRIP 2 niveau) en oefeningen (vanaf OT/BT niveau); • Als er aanleiding voor is worden ook voor GRIP 1 situaties evaluaties opgestart.
Beheergroep en Stuurgroep
Het beheer van het CBP-S, evenals het opleiden en oefenen van functionarissen is geborgd in de Beheergroep en Stuurgroep CBP-S. De verantwoordelijkheid voor het beheer van het plan ligt bij de VRK. De operationele uitvoering van deze taak ligt bij het Veiligheidsbureau Kennemerland (VBK). De volgende partijen zijn in de Beheergroep en Stuurgroep vertegenwoordigd: • Gemeente Haarlemmermeer (Voorzitter); • Veiligheidsbureau Kennemerland (Beheerder CBP-S); • Amsterdam Airport Schiphol; • Koninklijke Marechaussee district Schiphol; • Politie Eenheid Noord-Holland; • Brandweer Kennemerland; • Brandweer Schiphol; • GHOR Kennemerland; • Airport Medical Service; • ProRail; • Arrondissementsparket Haarlem; • Luchtverkeersleiding Nederland; • KLM (vertegenwoordiger van de luchtvaartmaatschappijen); • Provincie Noord-Holland; • Rijkswaterstaat (agendalid).
Actualisatie, frequentie en coördinatie
In opdracht van de Stuur- en Beheergroep CBP-S voert het VBK ten minste eenmaal per twee jaar of zoveel eerder indien daartoe aanleiding is een actualisatie van het CBP-S uit. Het Veiligheidsbureau toetst daarvoor jaarlijks bij betrokkenen of er aanleiding is tot een tussentijdse actualisatie van het plan en stemt de voorgestelde wijzigingen af.
Aandachtspunten actualisatie
Bij de actualisatie houdt het VBK rekening met: • veranderingen die zich in de inrichting of in de omgeving daarvan hebben voorgedaan; • veranderingen in de organisatie en taken van bij de bestrijding van crises betrokken diensten en organisaties; • nieuwe technische kennis; • inzichten over de bij crises te nemen maatregelen; • gewijzigde wetgeving. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
104
3.12. Uitwerking, vaststelling en beheer, Vervolg Oefenbeleid
Het CBP-S dient jaarlijks door de verschillende bestuurlijke en operationele teams en de operationele en gemeentelijke diensten te worden beoefend. Oefeningen vinden plaats in samenwerking en in overleg met AAS, KMar, AMS en de overige partners op Schiphol. De kaders waarbinnen geoefend wordt, worden neergelegd in een Regionaal Opleidings- en Oefenbeleidsplan dat wordt opgesteld en beheerd door het VBK van de VRK. Het bestuur van de VRK is er voor verantwoordelijk dat de oefeningen conform het Regionaal Opleidings- en Oefenbeleidsplan worden georganiseerd. Het MOK is het orgaan dat de oefeningen op Schiphol voorbereidt en coördineert. Het MOK bereidt tevens een voortgangsmonitor voor met actiepunten n.a.v. oefeningen voor de Beheergroep CBP-S. Deze wordt minimaal 2 maal per jaar besproken in de Beheergroep CBPS. De voortgangsmonitor bevat de belangrijkste aandachts- en verbeterpunten n.a.v. oefeningen, voorzien van een aanbeveling/actiepunt en een actiehouder en deadline. Punten die afgehandeld worden, worden verzameld in een historie-overzicht.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
105
3.13. Samenhang met andere plannen Crisisplan
Het CBP-S sluit aan op en is een specifieke uitwerking voor Schiphol van het Regionaal Crisisplan van Kennemerland.
Samenhangend stelsel
Door deze koppeling tussen het Crisisplan en het CBP-S ontstaat een samenhangend stelsel van planvorming met betrekking tot de voorbereiding van de gemeente op de bestrijding van (voorzienbare) crises.
Monodisciplinaire uitwerking
Het CBP-S is een plan op hoofdlijnen voor multidisciplinaire samenwerking. De operationele diensten zijn zelf verantwoordelijk voor monodisciplinair uitgewerkte draaiboeken, aanvalsplannen, inzetprocedures en werkinstructies.
Calamiteitenplan AAS
Het Calamiteitenplan Amsterdam Airport Schiphol (Calamiteitenplan-AAS) is afgestemd met het CBP-S.
Procedure ambassades
Om de informatievoorziening aan en de betrokkenheid van ambassades en consulaten bij ongevallen op Schiphol zo goed mogelijk te organiseren, is een procedure ambassades opgesteld door de gemeente Haarlemmermeer in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken en het NCC. De gemeente Haarlemmermeer heeft in aanvulling daarop een draaiboek ‘Ambassades en consulaten op Schiphol’ opgesteld.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
106
3.14. Afkortingenlijst Lijst
Onderstaand volgen specifieke afkortingen voor het CBP Schiphol: A A/AO AAS AC/S AC (KMar) ACGZ AFO AFS AGS A/SEC AIVD AM AMBU AMS AL AOE AOM AOV APD AYMA A/PS A/SEC
= Aviation/Airside Operations = Amsterdam Airport Schiphol = Alarmcentrale Schiphol = Algemeen Commandant Koninklijke Marechaussee = Algemeen Commandant Geneeskundige zorg = Airport Fire Officer = Aircraft Fuel Supply = Adviseur Gevaarlijke Stoffen = Airport Security = Algemene Inlichtingen en Veiligheids Dienst = Airport Manager (Voorzitter CVO) = Ambulance = Airport Medical Service = Algemeen Leider (ProRail) = Arrestatie- en Ondersteuningseenheden (onderdeel KMAR/regiokorpsen) = Airside Operations Manager = Adviseur Openbare Orde en Veiligheid = Algemene Politiedienst (KMar) = Amsterdam Ymond Mutual Aid = Aviation/Passenger Services = Aviation/Security
B BGM BHV BMI BRW BSB BT BuZa
= Burgemeester = Bedrijfs Hulp Verlening = Brandmeldinstallatie = Brandweer = Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten = Beleidsteam = Ministerie van Buitenlandse Zaken
C CBP-S CdK Cdt CHOP CIE CNS CoPI CPA CP-AAS CRAS CRIB CSR CVO
= Crisisbestrijdingsplan Schiphol = Commissaris van de Koningin = Commandant = Chef operatiën = Compagnie = Calamiteiten Netwerk Schiphol = Commando Plaats Incident = Centrale Post Ambulancevervoer = Calamiteitenplan Amsterdam Airport Schiphol = Centraal Registratie Afhandeling Schade = Centaal Registratie en Inlichtingen Bureau = Calamiteiten Staf Rail = Commissie van Overleg
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
107
3.14. Afkortingenlijst, Vervolg Lijst vervolg
D DB3 DC DCC (I&M) DEF DIR DKMarSpl DNRI DOC DSI DPG
= Directie Bewaking Beveiliging Burgerluchtvaart (onderdeel van NCTV) = Districts commandant = Departementaal Coördinatiecentrum (Infrastructuur & Milieu) = Discrete Emergency Frequency = Directeur = District Koninklijke Marechaussee Schiphol = Dienst Nationale Recherche en Informatie = Dienst Ondersteuning & Communicatie = Dienst Speciale Interventie = Directeur Publieke Gezondheid
E E-Loc EBB EHBO ERC
= Emergency Location = Eenheid Bewaken en Beveiligen van de NCTV = Eerste Hulp bij Ongelukken = Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie
G GAGS GGD GHOR GMS GNK-C GRIP
= Gezondheidkundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen = Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst = Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen = Geïntegreerd Meldkamer Systeem = Geneeskundige Combinatie = Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure
H HAC HOvD-B HOvJ HV HW
= Hoofd Actiecentrum = Hoofdofficier van Dienst (Brandweer) = Hoofdofficier van Justitie = Hulpverleningsvoertuig = Hoogwerker
I IvP ILT IRC-KAA IZB
= Inspecteur van Politie (=OVD-P) = Inspectie Leefomgeving en Transport = Interregionale Brw Compagnie Kennemerland/Amsterdam-Amstelland = Infectieziektebestrijding
K KLM KLPD KMar
= Koninklijke Luchtvaartmaatschappij = Korps Landelijke Politie Diensten Politie Eenheid Noord-Holland = Koninklijke Marechaussee
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
108
3.14. Afkortingenlijst, Vervolg Lijst Lijstvervolg
L LCI LCMS LO LOCC LHP LSO LVNL LFTO
= Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding = Landelijk Crisismanagement Systeem = Luchtvaartongeval = Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum = Luchthavenpastoraat = Liaison = Luchtverkeersleiding Nederland = Landelijk Team Forensische Opsporing
M ME MICK Min.BZK Min.I & M Min.V en J MMT MOK MIJ
= Mobiele Eenheid = Meld, informatie en Coördinatiecentrum Kennemerland = Ministerie / minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties = Ministerie / minister van Infrastructuur en Milieu = Ministerie / minister van Veiligheid en Justitie = Mobiel medisch team = Multi Oefen Keuken = Maatschappij
N NCC NCTV NOTOC NRK NS
= Nationaal CrisisCentrum = Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid = Notification to the Captain = Nederlandse Rode Kruis = Nederlandse Spoorwegen
O OCOI OCPI OGS OGS-proc. OL OM OM-AAS OMB OM OMT OOV OT OTM OvD-B OvD-G OvD-KMar OvD-P OvJ
= Operationeel commandant omgeving incident = Operationeel commandant plaats incident = Officier Gevaarlijke Stoffen = Ongevallen Gevaarlijke Stoffen-procedure = Operationeel Leider = Openbaar Ministerie = Operationeel Manager AAS = Operationeel Manager Bagage = Operationeel Manager = Outbreak Management Team = Openbare Orde en Veiligheid = Operationeel Team = Operationeel Technisch Manager = Officier van Dienst Brandweer = Officier van Dienst Geneeskundig = Officier van Dienst KMar = Officier van Dienst Politie = Officier van Justitie
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
109
3.14. Afkortingenlijst, Vervolg Lijst vervolg
P PC PCC POCAL POG POL PSH
= Pelotonscommandant = Provinciaal Coördinatie Centrum = Piket officier calamiteiten (KMar) = Preventieve Openbare Gezondheidszorg = Politie Eenheid Noord-Holland = Psychosociale hulpverlening
R RAC RC-Schiphol RCC RBI (ProRail) RBP RBT RBW RCVD RIT RIVM ROGS RWS
= Regionaal Actiecentrum Communicatie = Regiecentrum Schiphol = Regionaal Crisis Centrum = Regionaal Beleidsteam Incidenten = Rampbestrijdingsplan = Rail Beleids Team = Regionale Brandweer = Regionaal Commandant van Dienst = Rampen Identificatieteam = Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu = Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen = Rijkswaterstaat
S SE SHC SIGMA Sitrap SMK SPL SSI Stas STPI SOM
= Surveillance Eenheid = Security Handling Committee = Snel Inzetbare Groep Ter Medische Assistentie = Situatierapport = Schiphol Meldkamer Koninklijke Marechaussee = Schiphol = Schiphol Security Incident = Staatssecretaris (doorgaans: staatssecretaris Infrastructuur en Milieu) = Schiphol Team Plaats Incident = Security Operations Manager
T TIS TMB TS TWR
= Trein Incident Scenario = Team Manager Bagage = TankautoSpuit = Tower (Verkeerstoren Luchtverkeersleiding)
U UE&OO UGS A UGS B UGS C UI UIM UL UOA
= Unit Expertise & Operationele Ondersteuning (onderdeel DSI) = Uitgangsstelling A = Uitgangsstelling B = Uitgangsstelling C = Unit Interventie (onderdeel DSI) = Unit Interventie Mariniers (onderdeel DSI) = Unitleider = Uitvoeringsoverleg Alerteren
Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
110
3.14. Afkortingenlijst, Vervolg vervolg
V VAC VBB VBK VenW VHF VL VRAA VRK VOS
= Vertegenwoordiger AAS-CoPI = Vliegtuig Brand Bestrijding = Veiligheidsbureau Kennemerland = Ministerie van Verkeer en Waterstaat = Very High Frequency = Verkeersleiding = Veiligheidsregio Amsterdam & Amstelland = Veiligheidsregio Kennemerland = Vliegtuig Ongeval Schiphol
W WAS WBT WPG WVD WVR
= Waarschuwings- en Alarmeringssysteem = Werkgroep Beveiliging en Terrorisme = Wet Publieke Gezondheid = Waarschuwings- en Verkenningsdienst = Wet Veiligheidsregio’s
Z ZKHS
= Ziekenhuis
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
111
3.15. Begrippenlijst Lijst
Onderstaand volgen de gebruikte begrippen en hun betekenis. Airside Operations Office Zie Havendienst Airside (gebied) Dat gedeelte van het luchthavengebied voor Schiphol dat gebruikt wordt voor het starten, landen, opstijgen, taxiën, slepen, parkeren en afhandelen van vliegtuigen. Actiecentrum De plaats van waaruit een dienst of organisatie de eigen bijdrage aan de rampenbestrijding regelt. Actiegebied Een door de Airside Operations Manager ingesteld en afgebakend gebied op de plaats van het voorval/ongeval, waarbinnen de leiding van de uitvoering is gedefinieerd en autorisatie is vereist voor betreding van dit gebied. Afhandelen De werkzaamheden, die in en rond een vliegtuig moeten worden verricht na aankomst op een luchthavengebied, of voor vertrek van het luchthavengebied. Beheergroep CBP-Schiphol Groep samengesteld uit vertegenwoordigers van de direct bij de crisisbestrijding op Schiphol betrokken disciplines. De beheergroep is o.a. verantwoordelijk voor het beheer van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol en speelt een toezichthoudende rol bij de evaluatie van crises en –oefeningen. Bijstand Het optreden van de luchthavenorganisatie buiten het luchthavengebied of buiten de primaire eigen verantwoordelijkheid Bijstand (verplicht) Het optreden van de calamiteitenorganisatie Amsterdam Airport Schiphol buiten het luchthavengebied en binnen het werkingsgebied van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol (zie overzichtskaart). Commissie van overleg (CVO) De Commissie van Overleg komt direct na melding incident bijeen en zorgt voor de eerste coördinatie. Na opschaling tot CoPI wordt de CVO een actiecentrum. Havendienst Het bedrijfsonderdeel van de exploitant dat is belast met het dagelijks toezicht op de goede orde en veiligheid op het airside gebied. Havenmeester Een persoon, in dienst van de exploitant van een luchthavengebied, belast met de dagelijkse uitvoering van het toezicht op het luchthavengebied en in het bijzonder met het toezicht op de veiligheid en de goede orde daarop. Vervolg op volgende pagina
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
112
3.15. Begrippenlijst, Vervolg Lijst vervolg
Landingsterrein Het gedeelte van een luchthavengebied, met uitzondering van platforms, dat bestemd is voor het opstijgen, het landen en het taxiën van luchtvaartuigen en is begrensd door een rode klaringslijn. Landside (gebied) Die gedeelten van het luchthavengebied, die geen deel uitmaken van het terminal- of airsidegebied en voor het publiek toegankelijk is. Luchthavengebied Een terrein, dat is ingericht voor het opstijgen en het landen van alsmede de daarmede verband houdende bewegingen op dat terrein van luchtvaartuigen. Terminologie van ministerie van Justitie. Luchthavengebied Schiphol komt overeen met Luchthaventerrein Schiphol. Luchtvaartterrein Een op basis van de Luchtvaartwet aangewezen terrein ingericht voor het opstijgen en landen van luchtvaartuigen. Terminologie van ministerie van Verkeer en Waterstaat. Luchthaventerrein Schiphol komt overeen met Luchthavengebied Schiphol. Security Restricted Area De om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zone. Dit is de zone aan de luchtzijde waarvan de toegang wordt gecontroleerd teneinde de veiligheid van de burgerluchtvaart te waarborgen. Dergelijke zones zijn onder meer alle voor vertrek van passagiers bestemde zones gelegen tussen de controleposten en het vliegtuig, het platform, bagageafhandelingsruimten, vrachtloodsen, postcentra en schoonmaak- en cateringbedrijven die gelegen zijn aan de luchtzijde. Schiphol Team Plaats Incident Overlegstructuur nabij de plaats van het incident van leidinggevenden van de hulpverleningsdiensten die direct zijn betrokken bij de bronbestrijding. Terminal Het gebouwencomplex (van de voorgevel van het Stationsgebouw t/m de aviobruggen aan de pieren inclusief Skyport), speciaal ingericht met alle benodigde faciliteiten en personeel voor de afhandeling van vertrekkende en aankomende passagiers met hun bagage, recreanten en bezoekers. Uitgangsstelling Vastgesteld melding- en opvangpunt voor externe hulpdiensten en/of personen die betrokken zijn bij de afhandeling van een calamiteit. Veiligheidsregio Kennemerland (geografisch gebied) Het gebied van de 9 gemeenten van Kennemerland waarin de hulpdiensten met elkaar samen werken voor crisisbestrijding. Veiligheidsregio Kennemerland (organisatie) De organisatie zet zich in voor de gezondheid en veiligheid van de inwoners van haar werkgebied, het omvat de GGD Kennemerland en Regionale Brandweer Kennemerland, onder de VRK valt het multidisciplinaire Veiligheidsbureau Kennemerland.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
113
3.16. Verzendlijst Verzendlijst Crisisbestrijdingsplan
Een exemplaar van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol is verzonden aan • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Gemeente Haarlemmermeer; Amsterdam Airport Schiphol; Brandweer Schiphol/Firebrigade AAS; Veiligheidsregio Kennemerland; Brandweer Kennemerland; Brandweer Amsterdam-Amstelland; Airport Medical Services; Veiligheidsregio Kennemerland; Bureau GHOR Amsterdam e.o.; GGD Kennemerland; GGD Amsterdam; Koninklijke Marechaussee district Schiphol; Politie Eenheid Noord-Holland; MICK; CPA Amsterdam e.o.; Regionale Alarmcentrale Amsterdam-Amstelland; Politie Landelijke Eenheid; Politie Eenheid Amsterdam; Luchtverkeersleiding Nederland; Hoofdofficier van Justitie in het arrondissement Haarlem; Commissaris van de Koningin in de Provincie Noord-Holland; Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland; Aircraft Fuel Supply; Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; Ministerie van Veiligheid & Justitie; Ministerie van Infrastructuur & Milieu; MSC; Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV); ProRail; Waterschap Rijnland; Rijkswaterstaat dienstkring Noord-Holland; Digitaal is het CBP-Schiphol beschikbaar op de site van het Veiligheidsbureau Kennemerland.
Veiligheidsregio Kennemerland / Crisisbestrijdingsplan Schiphol / versie 1.9 / 4 december 2013
114