Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
Creatine als voedingssupplement bij sporters AUTEUR
Verbeiren K.
REDACTEUR
Verbeiren K.
INSTITUUT
Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie ABSTRACT
Creatine is een populair ergogeen middel dat als voedingssupplement verkocht wordt om kracht, spiermassa en snelheid te verbeteren. Uit onderzoek blijkt dat creatine supplementatie bij sommige proefpersonen een verhoogde lichaamsconcentratie creatine tot gevolg heeft. Anderen tonen geen verandering in hun waarden. Het effect bleek het grootst te zijn bij de proefpersonen die aanvankelijk de laagste concentratie creatine in hun lichaam hadden, zoals vegetariërs. Dit wijst er mogelijk op dat er ‘responders’ en ‘nonresponders’ zijn. Een gestegen concentratie creatine in het lichaam en meer bepaald in de skeletspieren wordt geassocieerd met een verbeterde sportieve prestatie door de mogelijkheid om meer energie te genereren op korte termijn en door een sneller herstel tijdens rustpauzes. Creatine supplementatie lijkt dan ook een positieve invloed te kunnen hebben op sportieve prestaties aan hoge intensiteit. Wat betreft langdurige inspanningen lijken er geen positieve effecten te zijn en zelfs eerder negatieve. Er is maar weinig informatie terug te vinden over mogelijke bijwerkingen, aangezien hier amper onderzoek op lange termijn naar uitgevoerd werd. Ook naar doelgroepen (ouderen, kinderen, zwangere vrouwen, mensen met diabetes of nierproblemen) werd weinig onderzoek gedaan. Het innemen van deze supplementen wordt voor deze groepen mensen dan ook afgeraden.
Sleutelwoorden
creatine, voedingssupplement, sportieve prestaties
Datum
01/01/2014
Extra bronnen
zie bronnenlijst
Contactadres
[email protected]
Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden gedupliceerd. Indien men dit wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht.
1
Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
Creatine als voedingssupplement bij sporters Verbeiren K. Vrije Universiteit Brussel Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie Historische achtergrond Creatine werd voor de eerste keer geïdentificeerd door de Franse wetenschapper Chevreul in 1835, toen hij rapporteerde een nieuw organisch onderdeel van vlees gevonden te hebben. Hij noemde dit onderdeel ‘creatine’. Toch duurde het nog tot 1847 tot Liebig kon bevestigen dat creatine een vast onderdeel in vlees is.[1]. Liebig ontdekte ook dat het vlees van vossen gedood tijdens de jacht tien keer meer creatine bevatte dan het vlees van vossen in gevangenschap. Hij concludeerde dus dat inspanning resulteert in een stijging van de hoeveelheid creatine. Rond deze tijd ontdekten de onderzoekers Heintz en Pettenkofer een substantie in de urine, die later door Liebig als creatinine zou geïdentificeerd worden, een bijproduct van creatineafbraak. De concentratie van creatinine in de urine bleek rechtstreeks verband te houden met de spiermassa, wat ook een link met creatine deed vermoeden.[2] Aan de start van de 20e eeuw, werd er meer en meer onderzoek gedaan naar creatineinname. Studies gaven aan dat niet al de ingenomen creatine terug te vinden was in de urine, wat erop wees dat het lichaam een gedeelte van de creatine bijhield. In 1912 en 1914 rapporteerden Denis en Folin dat de concentratie creatine in de spieren van katten toenam met 70% na de inname van creatine. In 1923 maakten Hahn en Meyer de schatting dat de totale creatine-inhoud van een man van 70kg ongeveer 140g bedraagt.[2] Niet veel later schreven Schlossmann en Tiegs dat ‘diffuus’ creatine steeg tijdens
spiercontractie.[1] In 1927 en 1929 ontdekten Fiske en Subbarow een labiele fosforverbinding in de rustende spieren bij katten. Ze noemden het fosfocreatine of creatine fosfaat (CP). Ze toonden aan dat de concentratie CP tijdelijk daalde tijdens elektrische stimulatie van de skeletspieren en na een herstelperiode terug steeg tot het niveau voorafgaand aan de stimulatie.[2] Deze onderzoeken leidden tot de identificatie van vrij creatine (Crvrij) en CP en hun belangrijke rol bij het metabolisme van skeletspieren.[3] Nieuwere technieken zorgden er later voor dat de afbraak en resynthese van adenosine trifosfaat (ATP) en CP bij het metabolisme in de skeletspieren bestudeerd konden worden en dat de rol die CP speelt benoemd kon worden.[4] Er wordt dus al heel lang onderzoek gedaan naar creatinesupplementatie. Toch is het slechts recentelijk dat de invloed ervan op de mens onderzocht werd.[3] De metabole rol van creatine Creatine wordt geproduceerd in verschillende organen, waaronder de lever en de alvleesklier, maar voornamelijk in de nieren.[9,11] Naast de eigen aanmaak, kunnen we ook creatine innemen via de voeding. Deze creatine wordt dan opgenomen via de darm en door de bloedbaan in het plasma vervoerd naar de verschillende weefsels. Ongeveer 9598% van het creatine in ons lichaam bevindt zich in de skeletspieren: 40% als vrij creatine en 60% als CP. Het overige creatine vinden we terug in hart, hersenen en testikels. Ongeveer 1,6% van het totaal aan creatine in ons lichaam wordt dagelijks omgezet naar creatinine en via de nieren uitgescheiden.[5,11] 2
Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
Dit dagelijks verlies wordt gecompenseerd door de dagelijkse inname van creatine in dierlijke producten en de aanmaak in onder andere nieren, lever en alvleesklier. Bij vegetariërs en andere mensen die weinig dierlijke producten innemen (en dus ook een stuk minder creatine binnen krijgen via hun voeding), wordt er meer geproduceerd door de verschillende weefsels.[11] Deze mensen hebben wel een lagere totale hoeveelheid creatine in hun lichaam.[16] Huidig onderzoek bevestigt volgende zaken: 1. De volledige hoeveelheid creatine in het lichaam kan beïnvloed worden door de inname van creatine via de voeding. 2. De snelheid van de aanmaak van creatine kan verhoogd worden door bepaalde aminozuren in te nemen. 3. De uitscheiding van creatinine is een constante fractie van de totale hoeveelheid creatine in het lichaam en kan veranderen onafhankelijk van de vetvrije lichaamsmassa.[5] Onderzoek toont aan dat geslacht, leeftijd, noch training een invloed zou hebben op de hoeveelheid creatine in het lichaam.[11] Bij snelle spiercontracties aan hoge intensiteit (tot max 5 seconden), kan de CP-concentratie snel dalen tot bijna 0.[14,15] Dit omdat de CP gebruikt wordt om de voorraad ATP aan te vullen die op zijn beurt nodig is om de energie te leveren voor de spiercontracties. De concentratie CP wordt dan ook gezien als een mogelijke beperkende factor bij het volhouden van de spierspanning tijdens korte inspanningen aan zeer hoge intensiteit.[15,18]
Creatine supplementatie Harris et al.[6] onderzocht of creatine supplementatie kon zorgen voor een stijging van de concentratie creatine in het plasma en uiteindelijk van de totale concentratie creatine in de skeletspieren. Bij een inname van 6g creatine, zagen Harris et al.[6] een gemiddelde stijging van 795 µmol creatine per liter plasma na één uur. De concentratie zakte weer naar de beginwaarden (50 tot 100µmol/l) na zes tot zeven uur tijd. Uit verder onderzoek bleek dat deze stijging in het plasma ook resulteerde in een stijging van de totale concentratie creatine. De ATP concentratie in de spier was evenwel niet gestegen. De mate waarin de creatine concentratie steeg, bleek sterk verschillend van proefpersoon tot proefpersoon, waarbij de proefpersonen met de laagste concentratie bij aanvang van het onderzoek de grootste stijgingen vertoonden. Uit dit onderzoek bleek ook dat bij drie proefpersonen de uitscheiding van creatinine evenredig toenam met de extra inname van creatine. Deze resultaten wijzen erop dat de grootste opname van creatine in de spieren bij aanvang van de supplementatie plaats vindt en dat er een bovengrens is wat betreft de hoeveelheid creatine die in de spieren kan opgeslagen worden. Ze concludeerden dat 155 mmol/kg droge spiermassa waarschijnlijk de maximale hoeveelheid is voor de totale creatineconcentratie bij doses van 20-30g per dag. Harris et. al.[6] onderzochten ook de effecten van inspanning op de opname van creatine in de spier. De stijging die ze bij hun proefpersonen waarnamen, schreven ze toe aan de gestegen bloedstroom naar de werkende spieren of een verandering in het transport van de creatine door het celmembraan.
3
Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
Er is ook onderzoek dat erop wijst dat de inname van koolhydraten een stijging van de concentratie creatine in de skeletspier tot gevolg heeft.[27] Andere studies tonen ook in meer of mindere mate een effect aan van creatine supplementatie op de concentratie creatine in de skeletspieren.[28,29] Het feit dat sommige proefpersonen een groter effect vertoonden dan andere, deed de onderzoekers de mogelijkheid opperen dat er bij het innemen van creatine supplementen ‘responders’ en ‘niet-responders’ zijn. Greenhaff et al.[29] rapporteerden dat alle proefpersonen die na inname van creatine een verhoogde concentratie creatine hadden in hun spierweefsel, bij de start een creatine concentratie hadden van minder dan 120mmol/kg, terwijl de proefpersonen waarbij de creatine concentratie in de spieren niet gestegen was na inname van creatine een initiële creatine concentratie hadden van meer dan 130 mmol/kg. Deze resultaten geven een mogelijke uitleg voor de vele tegenstrijdige resultaten uit andere onderzoeken in de literatuur. Ze verklaren ook waarom bij de twee vegetarische proefpersonen in de studie van Harris et. al.[6] de grootste stijging in creatine concentratie vastgesteld werd. In een studie waarbij 2 verschillende protocols gebruikt werden (20g/dag gedurende 6 dagen en 3g/dag gedurende 28 dagen), toonden Hultman et al.[45] aan dat beide doses een gelijkaardige stijging van de totale hoeveelheid creatine teweeg brachten. Deze studie wees ook uit dat de verhoogde creatine concentraties behouden konden blijven door een dagelijks creatine supplement van slechts 2g. Zonder deze voortgezette dagelijkse supplementatie, zakte de creatine concentratie in de spier terug totdat deze na
30 dagen terug gelijk is aan de beginwaarden voorafgaand aan de supplementatie. De onderzoekers concludeerden dat er twee manieren zijn om een verhoogde creatine concentratie te bekomen ter hoogte van de spieren en dat beide manieren even efficiënt zijn. Een tweede studie[30], die de effecten onderzocht van het langdurig gebruik van creatine, maakt melding van een significante stijging in maximale kracht en vetvrije massa na het volgen van volgend protocol: 4 dagen 20g/dag, gevolgd door een lage inname van 5g/dag tijdens een tien weken durende trainingsperiode. Net zoals Hultman et al.[45], vond deze studie de creatine levels na het stoppen met de supplementatie binnen de vier weken naar de beginwaarden terugkeerden. Bijwerkingen bij creatine supplementatie Een veelvoorkomende bijwerking bij het innemen van grote doses creatine (20-30g) is de stijging van het lichaamsgewicht.[28,29,3234,46,47] Bij de meeste gepubliceerde onderzoeken gaat het om creatine supplementatie gedurende een relatief korte tijd: gewoonlijk minder dan een week. Poortmans et al.[48] onderzochten het effect van supplementatie van een hoge dosis creatine (20g/dag gedurende 5 dagen) op de werking van de nieren en zagen geen nadelige effecten. Over de effecten van creatine supplementatie op het lichaamsgewicht op lange termijn zijn maar weinig gegevens terug te vinden. In hun studie waarbij een dosis werd gebruikt van 20g/dag gedurende 28 dagen, meldden Earnest et al.[31] een stijging in lichaamsgewicht van 3,8kg. Andere studies die een dosis creatine hanteerden van 20-30g/dag voor maximum 7 dagen, rapporteerden een 4
Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
gemiddelde stijging van het lichaamsgewicht van 0,9 tot 1,8kg. Deze stijgingen worden meestal toegeschreven aan het ophouden van water[3] aangezien creatine een invloed kan hebben op de hydratatie ter hoogte van de spiercellen. Dit ter behoud van de osmotische waarde: meer deeltjes (in dit geval ‘creatinedeeltjes’ in de cel zorgt voor een toename van de waterretentie). Anderen suggereren dan weer dat creatine een rol zou spelen bij de aanmaak van eiwitten in de spieren.[49] De exacte wijze waarop creatine zorgt voor een stijging in het lichaamsgewicht is nog niet volledig duidelijk. De meeste onderzoeken vermelden geen gevaarlijke bijwerkingen bij creatine supplementatie. De te onderzoeken hypothesen zijn dat langdurige creatine supplementatie mogelijk een dubbel nadeel inhoudt: 1. De eigen aanmaak van creatine wordt stilgelegd. 2. De nieren worden te zwaar belast door de verhoogde creatine uitscheiding Zoals gezegd, kunnen deze hypotheses vooralsnog niet bevestigd of ontkend worden. De invloed van creatine supplementatie op sportprestaties Het idee dat een voedingssupplement kan zorgen voor een stijging in spierkracht en vermoeidheid kan uitstellen is uiteraard verleidelijk voor sporters van alle niveaus en in alle sporttakken. Veel sporters zijn voor hun energie in (aspecten van hun) sport afhankelijk van de (her)aanmaak van CP. Het verbaast dus niet dat creatine supplementatie in veel verschillende sporten een wijdverbreid gebruik is. Dit gaat van bodybuilders, gewichtheffers en voetballers tot zwemmers,
roeiers en sprinters. Verschillende onderzoeken hebben al gepoogd een antwoord te formuleren op de vraag hoe creatine supplementatie een sportprestatie positief kan beïnvloeden. Deze onderzoeken focusten echter veelal op matig actieve of sedentaire proefpersonen en niet op de effecten van creatine bij sportspecifieke prestaties in competitie bij getrainde atleten of topsporters.[8,10] Creatine en inspanning aan hoge intensiteit Verschillende studies ondersteunen de idee dat creatine supplementatie een hulp kan zijn bij inspanningen waarbij CP nodig is als energiebron en waarbij een snelle heraanmaak van ATP tijdens het herstel noodzakelijk is. Het gaat om inspanningen van korte duur, aan hoge intensiteit en intermitterend van aard. De studies die hiernaar kijken, maken meestal gebruik van een protocol met gewichtheffen en/of opeenvolgende fietsinspanningen aan zeer hoge intensiteit met korte rustpauzes ertussen. In verschillende studies zag men na 5-7 dagen creatine supplementatie een stijging in o.a. kracht en sprintsnelheid. [21,22,26,33,40,41,58] Studies die gebruik maakten van langere perioden van supplementatie (28 dagen tot 10 weken) rapporteerden een gestegen spierkracht bij het gewichtheffen en verbeterde prestaties bij sprintinspanningen op de fiets.[31,32,34] Aan de andere kant zijn er ook studies die geen verbetering vonden in de sportprestatie na één week creatine supplementatie.[42-44] Mogelijk was de periode van supplementatie niet lang genoeg om een verbetering in de sportprestatie te bekomen. Hoewel de totale concentratie creatine in het lichaam wel gestegen was.[42] Daar komt nog bij dat Cook et al.[43] enkel 2 fietsinspanningen onderzocht en dat Redondo et al.[44] hun proefpersonen 5
Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
de creatine lieten innemen met koffie of thee. Hiervan is later bewezen dat ze verbeteringen in prestatie tegenwerken.[26] Er zijn dus sterke aanwijzingen dat creatine supplementatie de prestatie verbetert wanneer het gaat om korte herhaalde inspanningen aan hoge intensiteit.[7] Net zoals het geval is bij onderzoek naar de effecten van creatine supplementatie op langere termijn, is er ook weinig onderzoek gedaan naar de invloed hiervan bij vrouwen, jongeren, ouderen en topsporters. Het weinige onderzoek dat er gedaan is bij bovenstaande doelgroepen wijst wel in de richting van een prestatieverbetering na supplementatie met creatine.[22, 30, 34, 41, 44, 50-53, 57, 60-62]
We kunnen besluiten dat creatine supplementatie de prestatie verbetert in volgende gevallen: -
Korte sprints (vb. 100m) Snelle, explosieve bewegingen (vb. gewichtheffen) Intervaltraining (vb. zwemmen)
Creatine supplementatie lijkt geen positieve invloed te hebben op de prestatie bij enkelvoudige inspanningen aan hoge intensiteit (vb. 15-30” fietsen of 90-120” sprint).[43, 54–58] Bovenstaande resultaten kunnen verklaard worden door het feit dat creatine als functie heeft om de voorraad ATP aan te vullen, vermoeidheid uit te stellen (door verzuring in het spierweefsel tegen te gaan) en herstel te bevorderen. Verder ondersteunen de verschillen in de literatuur de idee dat elk individu anders reageert op creatine supplementatie en dat de invloed ervan op hun sportieve prestaties dus ook individueel verschilt.
Creatine en submaximale inspanning of langdurige inspanning CP wordt niet beschouwd als een primair energiesubstraat tijdens langdurige inspanning. Toch tonen studies aan dat de concentratie CP daalt tijdens aerobe inspanning aan hoge intensiteit. Weliswaar niet in dezelfde mate als tijdens inspanningen aan hoge intensiteit. Deze daling ten spijt, blijkt uit onderzoek dat supplementatie met creatine niet zorgt voor een verbetering van de prestaties bij ononderbroken [24,29,59] uithoudingstraining. Bovenstaande resultaten kunnen verklaard worden door het feit dat CP ook niet als een beperkende factor gezien wordt bij dit type van inspanning. Conclusies Creatine is een component van vitaal belang voor de energielevering bij korte inspanningen aan maximale intensiteit zoals de 100m sprint in de atletiek, de 25m sprint in het zwemmen en krachttraining. Hoewel het dagelijks verbruik van creatine normaal gecompenseerd kan worden door de aanmaak van creatine in het eigen lichaam en de inname ervan via de voeding, is bewezen dat creatine supplementatie voor een stijging zorgt van de concentratie creatine in het spierweefsel. Deze stijging is er echter niet bij elk individu. Onderzoek toont immers aan dat sommige proefpersonen een reactie vertonen na supplementatie met creatine, terwijl anderen ‘non-responders’ genoemd kunnen worden. Het lijkt erop dat personen met een natuurlijk lage concentratie aan creatine – zoals vegetariërs – de grootste reactie vertonen na het innemen van creatie supplementen, terwijl personen die van zichzelf een hoge concentratie creatine hebben, dikwijls geen significante veranderingen tonen. 6
Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
Creatine supplementatie van 20 tot 30g per dag gedurende 3 dagen of langer kan tot een verbeterde sportieve prestatie leiden op twee manieren: 1. De initiële CP concentraties in de spier worden verhoogd waardoor er bij de start van de inspanning een grotere energiebron is. 2. Doordat er meer vrij creatine gecreëerd wordt, wordt de heraanmaak van CP tijdens het herstel versneld. Toch is er nog steeds geen consensus: hoewel verschillende onderzoeken significante effecten aantonen, zijn er ook studies die geen verschil zien tussen creatine en placebo. Ook lijkt creatine geen of zelfs een negatief effect te hebben op langdurige inspanningen zoals marathons of triatlons. Dit waarschijnlijk door de gestegen lichaamsmassa. De enige bijwerking die in verband gebracht kan worden met creatine supplementatie op korte termijn is een stijging van de lichaamsmassa, die vooral te wijten is aan het ophouden van water.
Referenties 1. Needham DM. Machina carnis: the biochemistry of muscular contraction in its historical development. Cambridge: Cambridge University Press, 1971 2. Hunter A. Monographs of biochemistry: creatine and creatinine. London:Longmans, Green and Co., 1928 3. Balsom PD, Soderlund K, Sjordin B, et al. Skeletal muscle metabolism during short duration high-intensity exercise: influence of creatine supplementation. Acta Physiol Scand 1995; 154: 303-10 4. Hultman E, Bergstrom T, Anderson NM. Breakdown and resynthesis of phosphorylcreatine and adenosine triphosphate in connection with muscular work in man. Scand J Clin Lab Invest1967; 19:56-66 5. Volek JS & Kraemer WJ. Creatine supplementation: its effect on human muscular performance and body composition. J Strength Cond Res. 1996;10:200 210. 6. Harris RC, Soderlund K, Hultman E. Elevation of creatine in resting and exercised muscle of normal subjects by creatine supplementation. Clin Sci 1992; 83: 367-74 7. Williams MH & Branch JD. Creatine supplementation and exercise performance: an update. J Am Coll Nutr. 1998;17:216 234. 8. Andres, LPA., Sacheck, J. and Tapia, S. A Review of Creatine Supplementation: Side Effects and Improvements in Athletic Performance. Nutrition in Clinical Care 1999; 2: 73–81 9. Maughan RJ. Creatine supplementation and exercise performance. Int J Sports Nutr. 1995;5:94 101.
7
Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
10. Demant, TW & Rhodes, EC. Effects of Creatine Supplementation on Exercise Performance. Sports Medicine 1999; 28(1): 49-60 11. Balsom PD, Soderlund K, Ekblom B. Creatine in humans with special reference to creatine supplementation. Sports Med. 1994;18:268 280. 14. Karlsson J & Saltin B. Lactate, ATP, and CP in working muscles during exhaustive exercise in man. J Appl Physiol. 1970;29:596 602. 15. Wallimann T, Wyss M, Brdiczka D, Nicolay K, Eppenberger HM. Intracellular compartmentation, structure and function of creatine kinase isoenzymes in tissues with high and fluctuating energy demands: the ‘phosphocreatine circuit’ for cellular energy homeostasis. Biochem J. 1992;281:21 40.
24. Greenhaff PL. Creatine and its application as an ergogenic aid. Int J Sports Nutr. 1995;5(suppl):S100 S110. 26. Vandenberghe K, Gillis N, Van Leemputte M, Van Hecke P, Vanstapel F, Hespel P. Caffeine counteracts the ergogenic action of muscle creatine loading. J Appl Physiol. 1996;80:452 457. 27. Green AL, Hultman E, MacDonald IA, et al. Carbohydrate ingestion augments skeletal muscle creatine accumulation during creatine supplementation in humans. Am J Physiol 1996; 271: E821-6 28. Soderlund K, Balsom PD, Ekblom B. Creatine supplementation and high intensity exercise: influence on performance and muscle metabolism. Clin Sci 1994;87 Suppl.: 120
16. Crim MC, Calloway DH, Margen S. Creatine metabolism in men: creatine pool size and turnover in relation to creatine intake. J Nutr. 1976; 106: 371 381.
29. Greenhaff PL, Bodin K, Soderlund K, et al. Effects of oral creatine supplementation on skeletal muscle phosphocreatine resynthesis. Am J Physiol 1994; 266:E725-30
18. Bogdanis G, Nevill M, Boobis L, Lakomy H, Nevill A. Recovery of power output and muscle metabolites following 30s of maximal sprint cycling in man. J Physiol (Lond). 1995;482:467 480.
30. Vandenberghe K, Goris M, Van Hecke P, et al. Long-term creatine intake is beneficial to muscle performance during resistance training. J Appl Physiol 1997; 83 (6): 2055-63
21. Casey A, Constantin-Teodosiu D, Howell S, Hultman E, Greenhaff PL. Creatine ingestion favorably affects performance and muscle metabolism during maximal exercise in humans. Amer J Physiol. 1996;271:E31 E37. 22. Greenhaff PL, Casey A, Short AH, Harris R, Soderlund K, Hultman E. Influence of oral creatine supplementation of muscle torque during repeated bouts of maximal voluntary exercise in man. Clin Sci (Colch). 1993;84:565 571.
31. Earnest CP, Snell PG, Rodriguez R, Almada AL, Mitchell TL. The effect of creatine monohydrate ingestion on anaerobic power indices, muscular strength and body composition. Acta Physiol Scand. 1995;153:207 209. 32. Dawson B, Cutler M, Moody A, et al. Effects of oral creatine loading on single and repeated maximal short sprints. Aust J Sci MedSport 1995;27(3):56-61 33. Volek JS, Kraemer WJ, Bush JA, et al. Creatine supplementation enhances muscular performance during high-intensity resistance exercise. J Am Diet Assoc. 1997;97:765 770. 8
Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
34. Kreider RB, Ferreira M, Wilson M, et al. Effects of creatine supplementation on body composition, strength, and sprint performance. MedSci Sports Exerc 1998;30 (1):73-82 41. Prevost MC, Nelson AG, Morris GS. Creatine supplementation enhances intermittent work performance. Res Q Exerc Sport. 1997;68:233 240. 42. Febbraio MA, Flanagan TR, Snow RJ, Zhao S, Carey MF. Effect of creatine supplementation on intramuscular TCr, metabolism and performance during intermittent, supramaximal exercise in humans. Acta Physiol Scand. 1995;155:387 395. 43. Cooke WH & Barnes WS. The influence of recovery duration on high-intensity exercise performance after oral creatine supplementation. Can J Appl Physiol. 1997;22:454 467.
48. Poortmans JR, Auquier H, Renaut V, et al. Effects of short-term creatine supplementation on renal responses in men. Eur J Appl Physiol 1997; 76 (6): 566-7 49. Ingwall JS, Weiner CD, Morales MF, et al. Specificity of creatine in the control of muscle protein synthesis. J Cell Biol 1974; 63: 145-51 50. Grindstaff PD, Kreider R, Bishop R, et al. Effects of creatine supplementation on repetitive sprint performance and body composition in competitive swimmers. Int J Sports Nutr. 1997;7:330 346. 51. Rawson ES, Clarkson PM, Melanson EL. The effects of oral creatine supplementation on body mass, isometric strength, and isokinetic performance in older individuals. Med Sci Sports Exerc. 1998;30(suppl):S140. 52. Bosco C, Tihanyi J, Pucspk J, et al. Effect of oral creatine supplementation on jumping and running performance. Int J Sports Med. 1997;18:369 372.
44. Redondo DR, Dowling EA, Graham BL, Almada AL, Williams MH. The effect of oral creatine monohydrate supplementation on running velocity. Int J Sports Nutr. 1996;6:213 221.
53. Jones AM, Atter T, George KP. Oral creatine supplementation improves multiple sprint performance in elite ice-hockey players. Med Sci Sports Exerc. 1998;30(suppl):S140.
45. Hultman E, Soderlund K, Timmons JA, et al. Muscle creatine loading in men. J Appl Physiol 1996; 81(1): 232-7
54. Cooke WH, Grandjean PW, Barnes WS. Effect of oral creatine supplementation on power output and fatigue during bicycle ergometry. J Appl Physiol. 1995;78:670 673.
46. Balsom PD, Harridge SDR, Soderlund K. Creatine supplementation per se does not enhance endurance exercise performance. Acta Physiol Scand 1993; 149: 521-3 47. Stoud MA, Holliman D, Bell D, et al. Effects of oral creatine supplementation on respiratory gas exchange and blood lactate accumulation during steady-state incremental exercise and recovery in man. Clin Sci 1994; 87: 707-10
55. Terrillion KA, Kolkhorst FW, Dolgener FA, Joslyn SJ. The effect of creatine supplementation on two 700-m maximal running bouts. Int J Sports Nutr. 1997;7:138 143. 56. Odland LM, MacDougall JD, Tarnopolsky MA, Elorriaga A, Borgmann A. Effect of oral creatine supplementation on muscle [PCr] and short-term maximum power output. Med Sci Sports Exerc. 1997;29:216 219. 9
Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
57. Burke LM, Pyne DB, Telford RD. Effect of oral creatine supplementation on single-effort sprint performance in elite swimmers. Int J Sports Nutr. 1996;6:222 233.
60. Rossiter HB, Cannell ER, Jakeman PM. The effect of oral creatine supplementation on the 1000-m performance of competitive rowers. J Sports Sci. 1996;14:175 179.
58. Mujika I, Chatard JC, Lacoste L, Barale F, Geyssant A. Creatine supplementation does not improve sprint performance in competitive swimmers. Med Sci Sports Exerc. 1996;28:1435 1441.
61. Larson DE, Hunter GR, Trowbridge CA, Turk JC, Harbin PA, Torman SL. Creatine supplementation and performance during offseason training in female soccer players. Med Sci Sports Exerc. 1998;30(suppl):S264.
59. Stroud MA, Holliman D, Bell D, Green AL, Macdonald IA, Greenhaff PL. Effect of oral creatine supplementation on respiratory gas exchange and blood lactate accumulation during steady-state incremental treadmill exercise and recovery in man. Clin Sci (Colch). 1994;87:707 710.
62. Jacobs KA, Leenders NYJM, Sherman WM, Nelson TE, Lamb DR, Miller EC. Creatine (Cr) supplementation and swimming. Med Sci Sports Exerc. 1998;30(suppl):S264.
10