Cornelis Dopper 1870 - 1939
“Schitterend op de tweede rang”
CORNELIS DOPPER, componist, dirigent, muziekpedagoog en musicograaf, is geboren in Stadskanaal op 7 februari 1870 en overleden te Amsterdam op 18 september 1939
‘De meest Nederlandse van de Nederlandse componisten’ werd Cornelis Dopper genoemd.
Alleen al de bijnamen van zijn symfonieën wijzen daarop: Rembrandt-symfonie, Amsterdamse symfonie, Zuiderzee-symfonie. Het zijn namen, die associaties oproepen met de schoonheid van het Hollandse landschap, de Amsterdamse kermis op Koninginnedag, kerktorens en carillons.
De ‘Hollandse boerenbruiloft’ uit de Zuiderzee-symfonie is zo suggestief dat men ‘de klompjes klotsen hoort en de rokken zwaaien ziet, de blauwe, strakke lucht boven het fris-blozende landschap.
’Op andere momenten weer is er sprake van ‘ernstige overpeinzingen, bedrukte stemmingen, van Hollandse zwaarwichtigheid ook, waarover de zingende torens hun klanken, die geschiedenis zijn, uitstralen’.
Of, zoals Willem Mengelberg het zo kernachtig verwoordde: ‘Doppers groot talent als componist herinnert mij aan onze schilderkunst der zeventiende eeuw. Hij is door en door Nederlander, in melodie en kleur. In ernst en humor de typische Hollandse meester. Als zodanig behoort hij tot de meest begaafde onder onze musici.’
Doppers werk
is door sommigen omschreven als gemoedelijk, humoristisch, volkseigen, Vlaams, maar ook als stug en boers, Hollandse boerenklompenmuziek die naar spruitjes ruikt, en doet denken aan keurig aangelegde tuintjes en een saai, zeer vlak polderlandschap.
Daarentegen vond Willem Pijper, dat als het lot Dopper niet in Amsterdam had geplaatst, maar ergens in Duitsland of Oostenrijk, hij ongetwijfeld uitgegroeid zou zijn tot een internationale figuur.
Hij was geen vernieuwer, ontdekte geen nieuwe wegen.
Willem Pijper schreef: ‘Dopper was een wandelaar, geen ontdekkingsreiziger’.
Hij was en bleef een omstreden figuur: door zijn afkomst, door zijn persoonlijkheid, door intriges, door onbegrip, door z’n conservatisme – een man, die zichzelf door zijn eenvoud, zijn aangeboren schuchterheid niet wist te verkopen, die zichzelf wegcijferde en nooit voor zichzelf opkwam, die zichzelf in de schaduw stelde van de grote Willem Mengelberg.
Opleiding in Leipzig Als 18-jarige werd Dopper toegelaten tot het Conservatorium van Leipzig, waar hij ongeveer anderhalf jaar doorbracht. Hij volgde lessen in viool, piano, theorie en compositie, ensemblespel, muziekgeschiedenis, muziekesthetiek en koorzang.
In Groningen schreef hij z’n eerste opera,
De blinde van Castel Cuillé
(1892). In 1894 nam de Nederlandsche Opera onder leiding van Cornelis van der Linden deze opera op het repertoire. Er volgden succesvolle uitvoeringen in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam. In 1895 voltooide Dopper een tweede opera:
Frithjof .
Zijn derde opera was
William Ratcliff,
die hij voltooide in 1901. Op 19 september 1909 beleefde deze opera onder leiding van dirigent Peter Raabe zijn wereldpremière.
in het Hoftheater te Weimar
Operadirigent in de V.S. In 1906 werd Dopper dirigent van een reizend operagezelschap in de V.S., de Opera Company van Henry W. Savage.
Met dit gezelschap introduceerde hij de opera Madama Butterfly van Puccini in Amerika, delen van Canada en Mexico.
Rembrandt-symfonie en vaste aanstelling Op 24 mei 1906 had Mengelberg de Rembrandt-symfonie met veel succes uitgevoerd en nodigde de componist uit het werk zelf te komen dirigeren. Dat gebeurde op 17 mei 1908, als gastdirigent van het Concertgebouworkest. In september van datzelfde jaar volgde zijn aanstelling als tweede dirigent onder Mengelberg van het Concertgebouworkest als opvolger van Heuckeroth. ‘Ik kwam er. En ik bleef er’, zou Dopper later zeggen. Hij bleef er 23 jaar. Intussen kreeg Dopper als componist steeds meer bekendheid en werd vooral bij het grote publiek razend populair. Zijn symfonieën werden op alle belangrijke concertpodia, niet alleen in Nederland, maar ook ver daarbuiten, gespeeld.
Zuiderzeesymfonie en Amsterdamse symfonie In 1917 voltooide Dopper zijn Zevende symfonie, de Zuiderzeesymfonie, die een van zijn meest bekende werken zou worden. Een uitvoering van deze symfonie onder leiding van Dopper op 24 november 1918 vormde de aanleiding tot een onverkwikkelijk incident met de aankomende componist en muziekrecensent Matthijs Vermeulen, nadat hij na afloop van de uitvoering van de symfonie luidkeels had geroepen: ‘Leve Sousa!’, een cynische verwijzing naar de Amerikaanse marsencomponist. Op 8 november 1918 voerde Richard Strauss Doppers zesde, de Amsterdamse symfonie, uit te Berlijn, terwijl de kogels van de Duitse novemberrevolutie door de straten vlogen.
Ciaconna Gotica Maar Doppers belangrijkste werk moest nog volgen: de C i a c o n n a g o t i c a (1920). Dit werk vormt ongetwijfeld het hoogtepunt in Doppers compositorisch oeuvre. In alle grote muziekcentra van Europa en Amerika werd het gespeeld: New York, Boston, Philadelphia, Berlijn, Parijs, Rome, Hamburg, Wenen, Londen, Glasgow, Edinburgh etc.
Het is een van de zeer weinige in druk verschenen werken van Dopper, ook nu nog regelmatig te beluisteren.
Ten slotte … Na zijn pensionering ging de gezondheid van Dopper zienderogen achteruit en na een langdurig ziekbed overleed hij op 18 september 1939. In het Handelsblad van 18 september 1939 schreef Herman Rutters:
‘Over het formaat, over de hoogte van het niveau van Doppers muziek kan men van mening verschillen. Maar dat het muziek is van onbekommerde eerlijkheid, zonder effectzoekerij, zonder geforceerde originaliteit, zonder onnatuurlijke hoogdravendheid, kan niemand ontkennen. Dopper heeft zich als componist steeds getoond, niet anders willen tonen, dan gelijk hij was. Hij is onbekommerd zijn eigen weg gegaan. (…) Van één, die het vak grondig kende. Muziek, die in het beste ervan een typisch Nederlands cachet heeft. Die hem een plaats geeft naast onze componisten van het laatst der negentiende eeuw. En, die Dopper, meer nog dan zijn geschilderd portret in het Concertgebouw of in de muziekgeschiedenisboeken, ook bij het nageslacht zal blijven doen leven.’
Biografie Joop Stam schreef een biografie over Cornelis Dopper: “Schitteren op de tweede rang”. ISBN 90-800932-2-2-X “Tel brille au second rang qui s’éclipse au premier” (Voltaire) (“Menigeen schittert op de tweede rang, die op de eerste niet zou opvallen”) www.cornelisdopper.nl
Scholenproject
ondersteund door de RABO-bank De Stichting Cornelis Dopper is een project gestart om leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs te stimuleren een werkstuk over Dopper te maken. Honderd scholen in Nederland zijn hiervoor gedurende de afgelopen maanden aangeschreven.