Managementreview Milieu 2012 (23 april 2013)
Marc Fischer Adviseur Milieu & Duurzaamheid / Coördinator UM Green Office
FDu13.0468
Facilitaire Dienst – Milieu
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
Inhoud 1.
AUDITS EN INSPECTIES ________________________________________________________ 3 1.1. INTERNE AUDITS _________________________________________________________________ 1.1.1 Opslag gevaarlijke stoffen FHML __________________________________________ 1.1.2 Asbestbeleidsplan_________________________________________________________ 1.1.3 Onderhoud HCFK-apparatuur _____________________________________________ 1.1.4 Legionellabeleid __________________________________________________________ 1.1.5 Goederen Ontvangst Kantoor UM Randwyck _______________________________ 1.2. EXTERNE INSPECTIES _____________________________________________________________
2.
3 3 4 4 4 4 5
VERGUNNINGEN EN WETGEVING_______________________________________________ 6 2.1. VERGUNNINGEN _________________________________________________________________ 6 2.1.1 Milieuvergunning Wet Milieubeheer _______________________________________ 6 2.1.2 WVO-vergunningen _______________________________________________________ 6 2.2. ACTIVITEITENBESLUIT ____________________________________________________________ 6 2.3. AFVALWATER ____________________________________________________________________ 7 2.4. MEERJARENAFSPRAAK- 3 (ENERGIE) ________________________________________________ 8 2.5. EMISSIES NAAR DE LUCHT _________________________________________________________ 9 2.6. PGS15 ________________________________________________________________________ 9 2.7. BODEM _________________________________________________________________________ 9 2.8. SCIOS / BEES / HCFK-APPARATUUR ______________________________________________ 9 2.9. ASBEST ________________________________________________________________________ 9 2.10. VETPUTTEN EN OLIEAFSCHEIDER ________________________________________________ 10 2.11. LEGIONELLA _________________________________________________________________ 10 2.12. BIOLOGISCHE VEILIGHEID ______________________________________________________ 10 2.13. STRALINGSHYGIËNE ___________________________________________________________ 10
3.
COMMUNICATIE ________________________________________________________________ 11
4.
INCIDENTEN EN KLACHTEN____________________________________________________ 12 4.1. 4.2.
5.
INCIDENTEN ___________________________________________________________________ 12 KLACHTEN _____________________________________________________________________ 14
REGISTRATIES _________________________________________________________________ 15 5.1. ELEKTRICITEITSVERBRUIK ________________________________________________________ 5.2. GASVERBRUIK __________________________________________________________________ 5.3. WATERVERBRUIK _______________________________________________________________ 5.4. AFVAL ________________________________________________________________________ 5.4.1 Niet-gevaarlijk afval _____________________________________________________ 5.4.2 Gevaarlijk afval __________________________________________________________
6.
REALISATIE TAKEN EN DOELEN _______________________________________________ 22 6.1. 6.2.
7.
15 16 17 18 18 20
JAARPLAN EN DOELEN 2012 ______________________________________________________ 22 JAARPLAN 2013 ________________________________________________________________ 25
ORGANISATIE MILIEUZORG ___________________________________________________ 26
2
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
1. Audits en inspecties 1.1.Interne audits 1.1.1 Opslag gevaarlijke stoffen FHML Doelstelling van de audit was het beoordelen van de wijze van inrichting van de opslagvoorziening binnen de verschillende vakgroepen met betrekking tot gevaarlijke stoffen, in relatie tot de milieuvergunning. De audit is uitgevoerd door de adviseur milieu van UM. De resultaten zijn teruggekoppeld aan de vakgroepen, Arbocommissie Randwyck, CRISP-FHML en directeur FHML. Over het algemeen blijkt dat de inrichting van de opslag van gevaarlijke stoffen aanzienlijk beter voldoet aan de vergunning dan in de auditronde van 2010. Een aantal punten vraagt echter ook nu nog aandacht. Hierbij gaat het om de volgende punten: 1) Nog niet alle gevaarlijke stoffen staan in een brandveiligheidkast opgeslagen; 2) Compartimentering van verschillende klassen gevaarlijke stoffen is nog niet overal voldoende toegepast; 3) Opslag van ontvlambare stoffen in koelkasten vindt incidenteel plaats in niet-explosieveilige koel- en vrieskasten; 4) Werkvoorraad aan gevaarlijke stoffen (en afvalvaten) wordt nog niet voldoende in lekbakken geplaatst; 5) De gasflesvergunning wordt onvoldoende aan de gasfles bevestigd.
Figuur 1: Totaalscore vakgroepen audit opslag gevaarlijke stoffen 2012
3
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
De aandachtpunten voor de Facilitaire Dienst (FD), zijn besproken binnen FD. Hierbij ging het vooral om kleine gebreken met betrekking tot het zelf-sluiten van de brandveiligheidkasten, defecten aan dranger of smeltzekering, of het ontbreken van wettelijk vereiste signalering over de brandwerendheidsprestatie en NEN-normering. Om de opslag van gevaarlijke stoffen binnen de UM in te richten conform de vigerende milieuvergunning, zijn de vakgroepen verzocht om de genoemde aandachtpunten binnen de vakgroep op te pakken en op te lossen. Tijdens een vervolgaudit in 2013 zal de situatie opnieuw beoordeeld worden. 1.1.2 Asbestbeleidsplan Het asbestbeleidsplan en bijbehorende procedure zijn geaudit binnen de afdeling FD-Vastgoed. De resultaten van deze audit zijn besproken met Hoofd Vastgoed en zijn verder aan de orde geweest tijdens het overleg van tussen de afdelingen Vastgoed, Arbo en Milieu. In grote lijnen bleek uit de audit dat de afgesproken procedures beter worden nageleefd dan tijdens de vorige audit. Van alle panden zijn actuele inventarisaties aanwezig en de asbestbeheersplannen worden geschreven. 1.1.3 Onderhoud HCFK-apparatuur De audit op het beheer en onderhoud van HCFK apparatuur bij de afdeling FDVastgoed liet zien dat de apparatuur conform de wettelijke voorschriften wordt onderhouden en dat de logboeken goed worden bijgehouden. Enkele verbeterpunten, in voornamelijk de verwijzing naar de bewaarplaats van het logboek en kleine omissies in een logboek, zijn met de verantwoordelijken besproken. Belangrijk is dat nu al aandacht wordt besteed aan de uitfasering van HCFK-houdende koudemiddelen, zoals R22 en met R22 gemengde servicekoudemiddelen, waaronder de series van R401, R402, R403, R408 en R409. Per 1 januari 2015 is het in het geheel niet meer toegestaan om bestaande R22-installaties bij te vullen met R22 of de R22 gemengde servicekoudemiddelen. 1.1.4 Legionellabeleid De audit op de naleving van het legionellabeleid van de UM bij de afdeling FDVastgoed is doorgeschoven naar januari 2013, omdat in januari het jaarverslag van het onderhoud gereed zal zijn. 1.1.5 Goederen Ontvangst Kantoor UM Randwyck Door de ADR-Veiligheidsadviseur gevaarlijke stoffen azM en de adviseur milieu UM is een auditbezoek gebracht aan het Goederen Ontvangst Kantoor UM (GOKUM), dat gehuisvest is bij de goederenontvangst van het azM. Alle centrale bestellingen komen bij het GOK-UM binnen, en worden vervolgens verspreid naar de decentrale bestellers. Bij dit bezoek is vooral gekeken naar het binnenkomen, opslaan en verder distribueren van gevaarlijke stoffen, in het kader van de ADR-wetgeving (vervoer gevaarlijke stoffen). De constateringen tijdens het bezoek hebben enerzijds betrekking op het ontvangen van producten (en vallen onder verantwoordelijkheid van de afzender en transporteur) en anderzijds op de handelswijze binnen de verantwoordelijkheid van de UM.
4
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
De constateringen die uit het bezoek naar voren kwamen zijn: 1) ADR etikettering wordt nog onvoldoende toegepast door afzender; 2) Pakketten met gevaarlijke stoffen worden door de koeriers niet altijd vervoerd overeenkomend met de richtinggevende pijlen op de verpakking; 3) De temperatuur in het GOK-UM is niet constant en kan grote variatie tonen; 4) Restanten droogijs worden incidenteel via restafval afgevoerd; 5) Gevaarlijke stoffen staan in voorkomende gevallen ’s nachts buiten brandveilige en afgesloten voorzieningen in het GOK-UM. Inmiddels is een plan van aanpak opgesteld om interne knelpunten aan te pakken. Bouwtechnische aandachtpunten zullen opnieuw beoordeeld worden na de verhuizing van het GOK-UM in verband met de nieuwbouw van het azM op die locatie. 1.2.Externe inspecties In maart is een inspectie gehouden door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit bij de Faculty of Health Medicine and Life Sciences (FHML). Onderwerp van deze inspectie was voornamelijk de omgang met dierlijke bijproducten. De inspectie is hoofdzakelijk vanuit de afdeling Biologische veiligheid begeleid. Vanuit milieu en afval is de inspectie begeleid door de adviseur milieu van de UM. De aandachtpunten zijn door de Biologische Veiligheidsfunctionaris (BVF) van FHML gecommuniceerd met de direct betrokkenen. Deze inspectie staat verder beschreven in het jaarverslag Biologische veiligheid 2012. In 2012 is verder geen externe milieu inspectie bij UM geweest.
5
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
2. Vergunningen en wetgeving 2.1.Vergunningen 2.1.1 Milieuvergunning Wet Milieubeheer In 2007 is in samenwerking met de convenantpartners (azM, UM, stichting 3X, Maastro clinic, Servatius en Biopartners) een milieuvergunning, conform de convenantafspraken van 2005, voor het “Academisch terrein Randwyck” aangevraagd. Deze vergunning werd op 17 juli 2007 afgeleverd door de gemeente Maastricht. In 2012 heeft er 2 maal overleg plaatsgevonden met de gemeente in het kader van de vigerende vergunning en over een complexvergunning in het kader van de Wet Milieubeheer voor lozing van bedrijfsafvalwater. In 2012 is verder overleg geweest met de gemeente Maastricht over de opslag van kleine hoeveelheden explosieve en oxiderende stoffen binnen de laboratoria van de instellingen. Hiertoe is uiteindelijk een memo opgesteld door Royal Haskoning – DHV, die door de gemeente is goedgekeurd en die wordt opgenomen bij de vergunning. Ook is overleg geweest over de, van de voorschriften afwijkende, inrichting van een ML-II ruimte. De adviseur milieu UM en de milieucoördinator azM zijn de gemandateerde coördinerend milieudeskundigen voor de convenantpartners in het kader van de vergunning. Ze hebben een mandaat om bij de organisaties de naleving van wet- en regelgeving en de voorschriften van de vergunning te controleren. Daarnaast treden beiden in namens de organisaties in overleg met het bevoegd gezag, formuleren ze het milieubeleid en schrijven ze het milieujaarverslag Academisch terrein Randwyck. 2.1.2 WVO-vergunningen De UM heeft van het bevoegd gezag (Waterschap Roer en Overmaas) meerdere vergunningen gekregen voor het lozen van afvalwater. De vergunningen voor de diverse panden zijn als volgt verleend: Universiteitssingel 50 in 1992, Universiteitssingel 40 in 1999 en de panden Universiteitssingel 60 met Oxfordlaan 70 in 2002. Uit deze vergunningen volgt de verplichting om 1 maal per jaar het afvalwater in de inspectieputten te controleren op de volgende parameters: EOX (gehalogeneerde koolwaterstoffen) en de som van de zware metalen chroom, lood, koper, nikkel, zink, cadmium en kwik. Voor alle meetpunten werden geen afwijkingen geconstateerd in 2012. In 2012 is de conceptaanvraag van een complexvergunning in het kader van de Wabo ingediend bij de gemeente Maastricht. Doelstelling hiervan is het samenbrengen van de diverse losse vergunningen WvO tot een gezamenlijke vergunning voor de convenantpartners op het Academisch terrein Randwyck. De begeleiding van dit traject wordt uitgevoerd door Royal Haskoning-DHV. De planning is dat in 2013 de definitieve aanvraag wordt ingediend. 2.2.Activiteitenbesluit Sinds 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit van kracht. Voor de Randwyck locaties blijft de UM als type C bedrijf Wm- en WVO-vergunningsplichtig. Aanvullend geldt voor de Randwyck locaties en voor alle binnenstad locaties de regelgeving zoals beschreven in het Activiteitenbesluit. In 2012 is op 10 mei een melding in het kader van het Activiteitenbesluit gemaakt bij de Gemeente Maastricht, met betrekking tot de oplevering en in gebruik name van het pand Tongersestraat 6. De oplevering en in gebruik name van het pand Oxfordlaan 55 is, conform voorschrift 2.4 in de complexvergunning milieu, aan de gemeente gemeld in het Milieujaarverslag Academisch terrein Randwyck 2012. 6
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
2.3.Afvalwater In 2012 is de kwaliteit van het afvalwater in de verschillende monsterputten gecontroleerd door een extern bedrijf. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd. WVO-vergunning Controleput UNS50 Neerslag Chroom (Cr) Nikkel (Ni) Koper (Cu) Zink (Zn) Cadmium (Cd) Lood (Pb) Som 6 metalen (Cd, Cr, Cu, Ni, Pb, Zn) Nitriet+Nitraat-N Nitriet-N Orthofosfaat-P Sulfaat Chloride Ammonium-N Nitraat-N Kwik (Hg) EOX als organochloor
eenheid mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l
N N P
N N Cl
meting nee < 0,020 < 0,020 0,036 0,17 < 0,0050 < 0,0050 0,25 4,48 0,373 5,00 51,1 67,4 18,6 4,11 < 0,0001 0,0030
Tabel 1: controle afvalwater UNS50 WVO-vergunning Controleput UNS60 Neerslag Chroom (Cr) Nikkel (Ni) Koper (Cu) Zink (Zn) Cadmium (Cd) Lood (Pb) Som 6 metalen (Cd, Cr, Cu, Ni, Pb, Zn) Nitriet+Nitraat-N Nitriet-N Orthofosfaat-P Sulfaat Chloride Ammonium-N Nitraat-N Kwik (Hg) EOX als organochloor
eenheid mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l
N N P
N N Cl
meting nee < 0,020 < 0,020 0,10 0,57 < 0,0050 < 0,0050 0,73 0,37 0,191 9,60 60,2 66,9 38,5 < 0,20 0,0005 0,0030
Tabel 2: controle afvalwater UNS60 WVO-vergunning Controleput UNS70 Neerslag Chroom (Cr) Nikkel (Ni) Koper (Cu) Zink (Zn) Cadmium (Cd) Lood (Pb) Som 6 metalen (Cd, Cr, Cu, Ni, Pb, Zn) Nitriet+Nitraat-N Nitriet-N Orthofosfaat-P Sulfaat Chloride Ammonium-N Nitraat-N Kwik (Hg) EOX als organochloor
eenheid mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l
N N P
N N Cl
meting nee < 0,020 < 0,020 0,038 0,11 < 0,0050 < 0,0050 0,19 2,36 0,448 5,62 54,2 65,2 33,7 1,91 < 0,0001 0,0010
Tabel 3: controle afvalwater UNS70(OXF70)
7
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
2.4.Meerjarenafspraak- 3 (Energie) In 2012 is door de UM een nieuw Energie-efficiencyplan geschreven voor de periode 2013 – 2016. Dit plan is met een positief advies vanuit AgentschapNL aan de gemeente Maastricht voorgelegd. De gemeente heeft het EEP vervolgens goedgekeurd. De totale energie-efficiency van de zekere maatregelen bedraagt: 11,76 % en komt overeen met 1.562 ton CO2-emissie, daarmee wordt voldaan aan de vooropgestelde 8 %. De totale energie-efficiency van dit EEP bedraagt 15,61 % en komt overeen met 2.157 ton CO2-emissie. De UM werkt continu aan de optimalisatie van de instellingen van het Gebouw Beheer Systeem (GBS). Door deze procesoptimalisaties kan het energieverbruik beter worden afgestemd op de vraag vanuit de bedrijfsvoering. Maatregelen die de UM in het verslagjaar heeft genomen in het kader van de MJA3 zijn gerapporteerd in het Elektronisch Milieujaarverslag 2012. De UM neemt elektriciteit af van het azM (voor Randwyck) en koopt het overige deel in bij een energieleverancier. Voor het ingekochte deel van het elektraverbruik koopt de UM certificaten van oorsprong, om op die manier duurzaam opgewekte elektriciteit te gebruiken. Voor het jaar 2011 was de samenstelling van de certificaten 10% Nederlandse wind en 90% waterkracht uit Noorwegen. In het verslagjaar is de verhouding ten gunste van Nederlandse wind aangepast naar 40% Nederlandse wind en 60% Noorse waterkracht. Het gedeelte dat van het azM wordt afgenomen, bestaat uit zelf door het azM geproduceerde elektriciteit en door het azM ingekochte elektriciteit. De ingekochte elektriciteit wordt door het azM eveneens verduurzaamd door de aankoop van certificaten van oorsprong. In onderstaande tabel staan de maatregeling die de UM in het verslagjaar heeft uitgevoerd met betrekking tot energie. 2012 uitgevoerd energetisch
Pand
Inkoop groene stroom (40% Nederlandse wind / 60% waterkracht wkc)
UM breed
Inkoop warmte azM uit groene stroom
Randwyck-panden
Verlichting bouwdeel A en B, klok tijden gewijzigd (goed gecommuniceerd en gedacht aan veiligheid) Stippellijn verlichting gangen
Grote Looiersstraat 17
Upgrading Paarse en Bonte zaal
Universiteitssingel 50
Liften 9 stuks UNS50 en 1 stuk GG90 voorzien van LED verlichting en aanwezigheid Albron koffie automaten instellen op ECO stand
Universiteitssingel 50
Dakisolatie oostzijde vervangen
Universiteitssingel 40
Dakisolatie gedeeltelijk vervangen
Universiteitssingel 60
Upgrading blauwe zaal: verlichting en Danfoss installaties op aanwezigheid
Universiteitssingel 50
Bemeteren stoomgenerator en verrekend met Biopartners
Universiteitssingel 60
Upgrading koeling in zomermaanden van 24 naar 28 terug koelen
Tongersestraat 6
Warmtepomp met wandverwarming/koeling
Tongersestraat 6
Aanwezigheidsdetectie: klimaat verlichting (daglichtregeling/gangdetectie TL5) ,dubbel glas Verbouwen achterbouw, boiler met oude CV ketel vervangen door nieuwe HR ketel 35KW Koelmachines voorzien van wisselaar waardoor koeling aanvoer AZM
Tongersestraat 6
Stralingspanelen schlucht i.c.m. HR ketels:uit, alleen vorstbeveiliging
Zwingelput 4
Naden/kieren dichten (project)
Tongersestraat 53
Upgrade 11 stuks toiletten, op aanwezigheid en meerdere duurzame aanpassingen Openingstijden afstemmen naar effectief gebruik 2012
Universiteitssingel 50
CO2 neutrale postbezorging via TNT post
UM breed
CO2 neutrale verhuizers
UM breed
Duboisdomein 30
UM breed
Grote Gracht 86 Universiteitssingel 50
UM breed
Tabel 4: energetische maatregelen 2012
Mede door bovenstaande maatregelen weet de UM zich in de benchmark MJA3 tussen de Nederlandse universiteiten nog steeds te handhaven in de top-3 positie met betrekking tot een laag energieverbruik per fte, en een vierde positie per vierkante meter (gegevens benchmark 2012). 8
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
2.5.Emissies naar de lucht Emissies naar de lucht vanuit de UM zijn beperkt. In de binnenstad zijn alleen conventionele verwarmingsinstallaties en/of koelinstallaties aanwezig. Bij UM zijn wel diffuse emissies afkomstig van laboratoria in de Randwyckpanden. Dit betreft hier relatief geringe hoeveelheden van verschillende stoffen. De omvang van deze emissies is relatief gezien zeer klein, en hierop zitten geen meetverplichtingen. 2.6.PGS15 De publicatie van PGS 15: “Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen” uit december 2011 is in december 2012 aangepast. In versie 1.1 van PGS 15:2011 is de tekst op een aantal punten verbeterd: 1) Verwijzingen (naar wetgeving) die niet klopten zijn hersteld; 2) De definitie ven bedrijfsbrandweer is veranderd; 3) De definitie van CMR-stoffen is veranderd. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de opslag van gevaarlijke stoffen bij de UM. 2.7.Bodem De grondonderzoeken van de UM dienen als leidraad voor de bodembescherming. Bij alle bouwwerkzaamheden op het Academisch terrein Randwyck wordt een bodemonderzoek verricht. Bouwen vindt uitsluitend plaats volgens het bouwbesluit. Verder is voor alle panden van de UM een historisch bodemonderzoek beschikbaar. In 2012 zijn geen bijzonderheden geweest met betrekking tot de bodem. 2.8.SCIOS / BEES / HCFK-apparatuur Alle apparatuur van de UM wordt onderhouden conform geldende regelgeving. Onderhoudsrapporten van stookinstallaties (conform SCIOS) zijn gecontroleerd, en alle apparatuur is voorzien van een geldig certificaat. Koelinstallaties die chloorfluor koolwaterstoffen (HCFK) bevatten vragen speciale aandacht vanuit de regelgeving. Tijdens de audit (zie 1.1) is vastgesteld dat de UM-installaties conform wet- en regelgeving worden onderhouden. 2.9.Asbest In 2010 is voor alle UM binnenstad panden en het pand Debyeplein 1 in Randwyck een nieuwe asbestinventarisatie uitgevoerd. De overige UM panden in Randwyck zijn in de inventarisatie niet meegenomen omdat het bouwjaar geen aanleiding gaf tot het vermoeden van asbest. In 2012 is gestart met het opzetten van de asbestbeheerplannen, die in 2013 zullen worden afgerond. In 2012 hebben zich geen asbestincidenten voorgedaan binnen Randwyck panden van de UM. Wel is van een tweetal locaties een testmonster genomen om uit te sluiten dat het om asbest handelde, in het pand Duboisdomein 30 (dakbeplating en stucwerk betonlatei entree parkeergarage). In beide gevallen bleek het inderdaad geen asbesthoudend materiaal. In de binnenstad zijn ook geen echte asbestincidenten opgetreden. Wel bleek schilderwerk te zijn uitgevoerd bij ramen met asbesthoudende kit. Uit controles bleek hier geen sprake van een risico met betrekking tot het uitgevoerde werk. In 2012 zijn aanvullende inventarisaties met uitgevoerde saneringen uitgevoerd aan de panden Grote Gracht 76 (Lyceum) en Zwingelput 4 (Ketelhuis). Daarnaast is een asbesthoudend rooster uit het dakvlak van het pand Grote Looierstraat 17 gesaneerd, en zijn pakkingen uit het pand Tongersestraat 53 afgevoerd. Aanvullende inventarisaties zijn nog uitgevoerd aan het pand Brouwersweg 100 (Teikyo) en aan de Tapijnkazerne.
9
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
2.10. Vetputten en olieafscheider Conform wet- en regelgeving moeten de vetputten van de UM (Mensa Randwyck UNS40, Mensa binnenstad TS53, en keuken MBB4-6) periodiek worden gecontroleerd en schoongemaakt. De vetput UNS40 en MBB4-6 moet 4 keer per jaar worden gecontroleerd, de put TS53 6 keer per jaar. De controles zijn in 2012 conform regelgeving uitgevoerd. De olieafscheider in de parkeergarage UNS40 moet jaarlijks gecontroleerd worden. De controle in 2012 liet zien dat de afscheider correct werkt. Het afleveren van de begeleidingsformulieren aan FD-Milieu om de wettelijk verplichte registratie actueel te houden, is nog een aandachtpunt dat in 2013 moet worden verbeterd. 2.11. Legionella In 2009 is het legionellabeleidsplan van de UM geactualiseerd. Een extern bedrijf heeft daarna de opdracht gekregen logboeken voor alle panden aan te leggen van uitgevoerde werkzaamheden. Met ingang van 2012 zijn de resultaten van alle controles vastgelegd in een jaarverslag Legionella. Begin 2013 zal het beleidsplan weer worden geaudit. 2.12. Biologische veiligheid De wet- en regelgeving rondom biologische veiligheid en genetisch gemodificeerde organismen is bij de UM het aandachtsgebied van de biologische veiligheidsfunctionarissen bij FHML-CRISP. Aangezien biologische veiligheid ook raakt aan milieu en de milieuvergunning, vindt regelmatig overleg plaats tussen de afdelingen milieu en biologische veiligheid. 2.13. Stralingshygiëne De wet- en regelgeving rondom stralingsveiligheid is bij de UM het aandachtsgebied van de stralingsdeskundigen van de stralingsbeschermingseenheid bij FHML-CRISP. Voor stralingsveiligheid is een aparte complexvergunning leidend op het Academisch terrein Randwyck. Aangezien stralingsveiligheid ook raakt aan milieu en de milieuvergunning, vindt overleg plaats tussen de afdeling milieu en de stralingsbeschermingseenheid.
10
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
3. Communicatie De adviseur milieu van de UM heeft in het verslagjaar tijdens een bijeenkomst met de laboratoriumarmico’s in FHML de resultaten van de audit afvalstoffenregeling besproken. Daarbij is vooral ingegaan op de aandachtpunten voor de laboratoria. In 2012 is de actualisatie van de afvalstoffenregeling UM afgerond, en is de nieuwe versie goedgekeurd door het Discipline overleg Faciliteiten (DOF). Maandelijks heeft de adviseur milieu overleg gevoerd met de gebouwbeheerder / arbocoördinator van FHML over de afstemming van het milieubeleid op operationeel niveau. Het energieoverleg, waarin de key-players op het gebied van energiezorg samenwerken aan de uitvoering van het EEP, is in het verslagjaar 9 keer bijeengekomen. Het afvaloverleg met de key-players op afvalgebied, is 2 keer bijeengekomen. De adviseur milieu van de UM heeft verder onder andere bijeenkomsten bijgewoond van de VSNU (kennisuitwisseling asbest en MJA-symposia), de SAAZUnie (bijeenkomsten milieucoördinatoren/adviseurs van Universiteiten en Universitaire medische centra) en de Adviseurs Gevaarlijke Stoffen Brandweer Zuidelijk Limburg. Samen met studenten van het UM Green Office heeft 3 keer overleg plaatsgevonden met Wethouder A. Nuss in het kader van duurzaamheid, en zijn bijeenkomsten van het platform Cool Maastricht bijgewoond. In 2012 is door de adviseur milieu van de UM, onder begeleiding van een extern adviseur, gestart met de actualisatie van het milieumanagement systeem van de UM. De coördinerend milieudeskundigen van azM en UM hebben in 2012 11 keer overleg gehad over de afstemming van het milieubeleid. Daarnaast zijn de coördinerend milieudeskundigen 2 keer samengekomen met de gemeente Maastricht voor overleg over de complexvergunning. Aanvullend heeft tussen de UM en de gemeente Maastricht een overleg plaatsgevonden over de toestemming voor een afwijkende inrichting van een ML-II ruimte. Met het platform milieudeskundigen is in verslagjaar 2 keer vergaderd. Daarnaast heeft 4 keer afstemmingsoverleg plaatsgevonden tussen alle milieudeskundigen van het azM en de UM.
11
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
4. Incidenten en klachten 4.1.Incidenten Sinds 2010 is, mede door de adviseur milieu UM, binnen de UM gewerkt aan een (veilig) klimaat, waarin het melden van (kleine) incidenten meer wordt gestimuleerd. Dit beleid werpt duidelijk zijn vruchten af. Door medewerkers van zowel laboratoria als Vastgoed, worden incidenten nu veel beter gemeld. Hierdoor kan onder andere het milieubeleid worden verbeterd op basis van een grondige analyse van het incident en de oorzaken. De toename in het aantal incidenten die in het jaarverslag worden vermeld, moet dan ook veel meer gezien worden als een toename in het daadwerkelijk melden, en minder in het vaker optreden, van incidenten. In 2012 vonden in de UM een 8-tal (kleine) incidenten plaats die mogelijk een relatie tot milieu hadden. Een incident is bij de gemeente Maastricht en het CvB officieel gemeld via een “melding ongewoon voorval”. Dit betrof een lekkage van een koelinstallatie op 3 juli 2012 in Tongersestraat 53. -
8 maart 2012 Door waarschijnlijk overmatige schuimvorming in combinatie met een onvolledige afdichting op de headplate is in een ML-I ruimte (1.132, UNS50) een spil van ongeveer 3 liter medium met genetisch gemodificeerde organismen (ggo) ontstaan. Het merendeel van het medium was opgevangen in een opvangbak, een kleine hoeveelheid was echter op de grond terechtgekomen. Het lab werd afgesloten. De vervangend BVF heeft de afhandeling en schoonmaak begeleid. Het incident is gemeld via het “meldingsformulier incidenten ingeperkt gebruik” van het ministerie van infrastructuur en milieu. Het incident had verder geen gevolgen voor het milieu.
-
11 mei 2012 Op 11 mei is bij de koelmachine voor de 5 koelvitrines in de mensa Universiteitssingel 40 geconstateerd, dat schommelingen in de temperatuur waren in de koelvitrines. Vermoedelijk is de voornaamste oorzaak een gescheurde lasnaad, waardoor in korte tijd relatief veel koelmiddel heeft kunnen ontsnappen. De installatie bestaat uit 5 componenten, die onderling gekoppeld zijn. De totale inhoud van de installatie is 60 kg koudemiddel R404A (HFK). De installatie is buiten werking gesteld. Van de totale inhoud van 60,1 kg is 50,6 kg bijgevuld. Na reparatie en voorgeschreven controles is de installatie weer in bedrijf genomen.
-
11 juni 2012 Uit de opvangtank voor afvalwater verontreinigd met formaldehyde afkomstig van de afdeling Anatomie & Embryologie, in de kelder van UNS50 is als gevolg van een lekkende pakking ongeveer 30 liter afvalwater gelekt. De tank staat opgesteld in een opvangbak van voldoende volume, waardoor de lekkage beperkt gebleven is tot de opvangbak. Nadat de pakking vervangen is, is de uitgestroomde formaldehydeoplossing (lage concentratie) door een gespecialiseerd bedrijf opgeruimd en conform wet- en regelgeving afgevoerd. Daarna is de opvangbak schoongemaakt. Dit incident had verder geen gevolgen voor het milieu.
-
3 juli 2012 De koelmachine voor de koelvitrines in de mensa aan de Tongersestraat 53 bleek een lekkage te hebben. De installatie bestaat uit verschillende componenten, die onderling gekoppeld zijn. De totale inhoud van de installatie is 76,9 kg koudemiddel R507 (HFK). De installatie is hierop meteen buiten werking gesteld. De erkende installateur is ingeschakeld, waarna deze gestart is met het opsporen van de lekkage(s) en het repareren hiervan. De inspectie heeft 4 lekken opgeleverd, die gerepareerd zijn. De installatie bleek nog net op minimale druk te 12
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
hebben gefunctioneerd, waardoor het lek later is ontdekt en een grote hoeveelheid koelmiddel (63,5 kg) heeft kunnen lekken. De installatie is na reparatie op 5 juli door de installateur gevuld, op lekdichtheid getest en gekeurd, waarna deze weer in bedrijf is genomen. Dit incident is bij de Gemeente Maastricht en het CvB gemeld als een ongewoon voorval. -
4 juli 2012 Tijdens reguliere werkzaamheden is tijdens het transport een fles Methanol (1 liter) uit de hand op de grond kapot gevallen, waarbij de volledige inhoud in de ruimte is vrijgekomen. De vrijgekomen vloeistof is met behulp van tissues opgeruimd en afgevoerd als gevaarlijk afval. Ook het glasafval is via gevaarlijk afval afgevoerd. Na de opruimactie is de ruimte gesloten en afgezet voor 30 minuten. Bij het incident heeft alleen emissie van methanoldamp via de reguliere laboratoriumafzuiging plaatsgevonden. De milieugevolgen van dit incident zijn zeer beperkt.
-
6 augustus 2012 Voor diverse reguliere experimenten binnen de laboratoria van de UM, wordt picrinezuur als kleurstof voor biomedische experimenten gebruikt. In het verleden werd hiervoor droog picrinezuur aangeschaft, dat vervolgens zelf werd opgelost. Diverse aanwijzingen (onder andere vanuit de arbeidsinspectie 2009) heeft de UM doen besluiten, om een nieuwe inventarisatie te houden op de aanwezigheid en noodzaak van picrinezuur binnen de organisatie. Op basis van de registratie van de gevaarlijke stoffen, zijn de locaties met picrinezuur nader bekeken, en is aan de betreffende onderzoekers gevraagd of het stofje nog noodzakelijk is voor het onderzoek. Indien het nog noodzakelijk is, werd beoordeeld of de droge stof vervangen kan worden door een oplossing. Op twee plekken is gebleken dat picrinezuur niet meer nodig is, en dus kan worden afgevoerd. Op een van deze afdelingen betreft het droog picrinezuur (50 – 60 gr). Op de andere afdeling betreft het droge stof die onder water is bewaard, en dus niet risicovol is (ca. 15 gr picrinezuur onder water). Op 4 plekken binnen de UM wordt nog vast picrinezuur gebruikt. In alle potten wordt picrinezuur onder water bewaard, en conform regelgeving opgeslagen. De stoffen staan conform vergunning veilig en verantwoord opgeslagen volgens de richtlijnen van PGS15 in goedgekeurde brandveiligheidkasten, die 90 minuten brandwerend zijn. De stoffen zijn verder via compartimentering gescheiden gehouden van de overige klassen. In onderling overleg tussen brandweer, politie en de UM is afgesproken, dat de meest verantwoorde afvoer van het overtollige picrinezuur via de EOC dient plaats te vinden. Een en ander in verband met mogelijke restrisico’s. Op woensdag 8 augustus 2012 is de politie samen met het EOC ter plaatse gekomen om de bovengenoemde stoffen af te voeren. Beide potjes zijn door het EOC meegenomen en buiten het pand op een naastgelegen UM-terrein onschadelijk gemaakt. Vanuit milieu is verder communicatie geweest met de afdeling Handhaving milieu van de gemeente Maastricht.
-
17 september 2012 Tijdens reguliere werkzaamheden in ruimte G3.213 UNS50 (ML-I) is een afvalvat voor ggo-afval omgevallen. Hierdoor is ongeveer 100 ml vloeistof uit het vat gelopen. De vloeistof is opgeveegd met papieren doeken. Het opgeveegde afval is vervolgens in een afvalvat gedeponeerd. De vloer is ontsmet met 70% ethanol, het afvalvat is gesloten en ontsmet met 70% ethanol. Na melding van het incident aan de Verantwoordelijk Medewerker is de vloer gedweild met 5% Cidalsan oplossing. Ook de onderkant van de schoenen is hiermee afgenomen. Het incident is gemeld via het “meldingsformulier incidenten ingeperkt gebruik” van het ministerie van infrastructuur en milieu. Het incident had verder geen gevolgen voor het milieu. 13
Managementreview Milieu 2012
-
Maastricht University
18 december 2012 Bij de reparatie aan een koelmachine Peter Debeijeplein 1 te Maastricht bleek 12 kg koelvloeistof te moeten worden bijgevuld in de koelmachine. Het lek werd geconstateerd aan de kogelafsluiter en terugslagklep, en bleek een miniem lek dat bijna niet te traceren was. Het lek is gerepareerd, waarna de installatie is gecontroleerd conform voorschriften, en weer in gebruik is gesteld.
4.2.Klachten In 2012 zijn door de UM geen klachten van derden ontvangen met betrekking tot milieu.
14
Managementreview Milieu 2012
5.
Maastricht University
Registraties In dit hoofdstuk worden de meest relevante registraties in het kader van milieu beschreven. Ook de trend sinds 2008 wordt weergegeven. In het “Sustainability Progress Report” van het Maastricht University Green Office wordt verder in detail ingegaan op de registraties. 5.1.Elektriciteitsverbruik 2008
2009
kWh
Randwyck
12.267.275
12.200.625
12.242.630
5.386.336
5.538.094
5.680.757
17.653.611
17.738.719
17.923.387
Binnenstad Totaal Electriciteitsverbruik
kWh
2010
Electriciteit
kWh
2011 kWh
11.990.171 5.576.844
2012 kWh
12.370.948 5.407.536
17.567.015 17.778.484
Dankzij de inspanningen in het kader van het EEP is het relatief elektriciteitsverbruik van de UM sinds 2008 gedaald (zowel per m2 als per medewerker/student). Het absolute energieverbruik in Randwyck is in 2012 gestegen door onder andere nieuwe onderzoeksapparatuur. 15
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
5.2.Gasverbruik 2008 Gas
m3
Randw yck Binnenstad Totaal gasverbruik
2009 m3
2010 m3
2011 m3
2012 m3
1.580.922
1.411.711
1.408.239
708.018
751.686
905.688
1.048.927 679.645
1.063.353 768.241
2.288.940
2.163.397
2.313.927
1.728.572
1.831.594
Het absolute aardgasverbruik is nagenoeg constant gebleven. De lichte stijging (vooral in de binnenstad) kan verklaard worden door de winter in 2012, die iets meer graaddagen telde dan 2011 (2914 in 2012 t.o.v. 2568 in 2011). Uitgedrukt in stookenergie, gecorrigeerd voor het aantal graaddagen, per m2 of student/medewerker, is vooral in Randwyck een daling zichtbaar. Sinds 2010 is deze daling ook zichtbaar in de binnenstad.
16
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
5.3.Waterverbruik 2008 Water
m3
2009 m3
2010 m3
2011 m3
2012 m3
Randw yck
30.643
38.124
36.505
38.828
37.599
Binnenstad
17347
17.225
18640
18.109
18.170
47.990
55.349
55.145
56.937
55.769
Totaal waterverbruik
Het absolute waterverbruik is relatief stabiel. Het verschil in processen tussen de binnenstad en Randwyck verklaart het verschil in relatief verbruik tussen deze locaties. In Randwyck bevinden zich de laboratoriumactiviteiten van de UM.
17
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
5.4.Afval 5.4.1 Niet-gevaarlijk afval 2008 RW niet-gevaarlijk afval Organisch afval Papier en Karton Electronica Hout en houten pallets Metaal
Kg
11200 127999 3749 2412 2647
2009 BS
Kg
2010
RW Kg
11.600 74925 138.956 1291 3.765 1.985 1.928
BS Kg
2011
RW Kg
12.200 78.425 141.258 950 5.140 257 2.240
BS Kg
2012
RW Kg
BS Kg
24500
80.255 126.359 265 1.863
RW Kg
17500
BS Kg
19950
7750
89.990 106.700 931 2.259
66.441 968
Overig
Ongesorteerd bedrijfsafval Glas Beddingafval (niet-besmet) Totaal niet-gevaarlijk afval
173274 379 48820 370480
154240 191.012 153.840 187.552 196.235 217.491 205.869 211.835 179.699 2650 1.870 3.656 1.664 2.844 3.240 58.080 62.220 64438 81823 233106 407.326 235.085 410.867 280.411 436.315 314.290 425.411 258.098
Met betrekking tot niet-gevaarlijk afval zijn de UM de volgende bijzonderheden waar te nemen voor 2012: -
-
Restafval: Er is een stijging waar te nemen in de afgevoerde hoeveelheid restafval in Randwyck. Deze toename kan niet geheel verklaard worden door de toename van het aantal studenten in Randwyck. Wel is in de loop van 2012 een nieuw pand (Oxfordlaan 55) in gebruik genomen. Daarnaast blijkt dat steeds meer gebruik gemaakt wordt van disposables in het onderzoek, waardoor ook de afvoer van verpakkingsmateriaal hiervan via restafval toeneemt. In 2012 zijn verder meerdere interne verhuizingen geweest in het pand UNS50, waarbij ook meer (rest)afval vrijkomt door opruimacties. De stijging past verder in de trend van een toename restafval per student/medewerker, die bij de organisaties te zien is. Helaas is het met de huidige afvalverwerker nog niet gelukt om deze trend te keren. De afgevoerde hoeveelheid restafval in de binnenstad lijkt iets te zijn afgenomen ten opzichte van 2011. In 2013 wordt in de binnenstad gestart met een pilot om kunststof verpakkingen apart in te zamelen. Bij succes zal deze pilot verder worden uitgerold in de organisatie (ook naar Randwyck). Hiermee kan de restfractie verder worden gescheiden. Beddingafval: De toename van de afgevoerde hoeveelheid beddingafval kan verklaard worden door een strikter regiem rondom het voorkomen van 18
Managementreview Milieu 2012
-
Maastricht University
besmettingen. Verder is deze afvoer sterk afhankelijk van de uitgevoerde onderzoeken in een jaar. Papier/karton: De hoeveelheid papier en karton is bij de UM, zowel in Randwyck als in de binnenstad, afgenomen ten opzichte van 2011.
Als de ontwikkeling van het papier en kartonafval, en de ontwikkeling van het restafval wordt gerelateerd aan het totaal aantal studenten en fte, dan blijkt dat vooral het restafval in Randwyck flink is toegenomen. Dat kan onder andere verklaard worden door de toename van het gebruik van disposables. Betere scheiding in de stromen afval die nu in restafval verdwijnen, kan resulteren in een afname van de fractie restafval. Voor papier en karton is de afname ook te zien indien gerelateerd wordt aan studenten en medewerkers. Een duidelijke verklaring hiervoor is niet gevonden.
19
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
5.4.2 Gevaarlijk afval 2008 RW Gevaarlijk afval Grafisch afval Verfafval Garageafval
Kg
Ziekenhuis en laboratorium afval Oude medicijnen Specifiek Ziekenhuisafval chemisch afval / restanten lab chemicaliën ADR 3 ADR 6 ADR 8
2009 RW Kg
2010 RW Kg
2011 RW Kg
2012 RW Kg
91 5 926 24935 6
114 22 256 32078 24
75 13 817 40515 53
16.588
24.830
9.443
18.645
20245
26642
36423
7.145 6.756
6.185 5.051
4684 4325
5412 5008
4039 3731
314
427
144
218
165
75
707
215
186
143
3.302
4.206
6034
3775
2742
266
313
130
331
63
29.349
433 15 32.569
664 11 37.251
173 15 44.413
ADR Free Paklijst Ongesorteerd gevaarlijk afval (chemicaliënverpakkingen) (ecolab) Overig Batterijen Poetsdoeken Klein gevaarlijk afval TL-buizen Totaal gevaarlijk afval
20.156
Met betrekking tot gevaarlijk afval (grotendeels afkomstig uit Randwyck) zijn voor de UM de volgende bijzonderheden waar te nemen voor 2012: - Specifiek ziekenhuisafval: Er is een sterke stijging waar te nemen in de afgevoerde hoeveelheid Specifiek ziekenhuisafval. De oorzaak daarvan is een gestegen productie als gevolg van onderzoeksactiviteiten. Daarnaast worden steeds vaker disposables gebruikt in dit soort onderzoek (ook bijvoorbeeld 20
Managementreview Milieu 2012
-
-
Maastricht University
coveralls), waardoor ook de afvoer van potentieel besmet materiaal toeneemt. In 2012 is samen met de afvalinzamelaar gekeken naar reductiemogelijkheden in deze afvalstroom. In- en externe regelgeving maakt dit echter moeilijk. Chemicaliën: De afgevoerde hoeveelheid chemicaliën bij de organisaties blijkt in 2012 te zijn afgenomen. Dit is een trend die al enige jaren te zien is. Alleen 2011 liet een grotere hoeveelheid zien, mogelijk als gevolg van opruimacties van oude chemicaliën. Chemische emballage: De hoeveelheid afgevoerde lege chemische emballage is bij de organisaties afgenomen.
Radioactief afval van de instellingen moet naar de COVRA worden afgevoerd als de bewaartijd voor het vervallen van de radioactiviteit tot beneden de wettelijke vrijgavegrenzen voor afval besmet met radioactieve stoffen langer is dan 2 jaar (In 2012 betrof het 29 bronnen die uit de verschillende instellingen afkomstig zijn). Als de radioactiviteit binnen die tijd vervallen is mag het afval als gevaarlijk afval verwijderd worden. De hoeveelheden hiervan (totaal ongeveer 1800 kg) zijn dus verwerkt in de overige categorieën. Verdere gegevens over radioactief afval worden gerapporteerd in het Stralingshygiënisch jaarverslag Randwyck dat te raadplegen is op de website van Maastricht University (CRISP, SBE). Aantal bronnen 20 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Nuclide
Activiteit
C-14 Mn-54 Mn-54 Mn-54 Mn-54 Na-22 Na-22 Ge-68/ Ga-68 Ge-68 / Ga-68 Co-57
18.4 kBq 13.6 kBq 13.6 kBq 13.6 kBq 13.6 kBq 3.7 MBq 15 kBq 38 kBq 38 MBq 185 MBq
Referentie datum 26.11.2002 04.07.2011 29.05.2012 17.07.2012 18.09.2012 1.06.2009 Onbekend 06.04.2009 06.04.2009 01.05.2009
Herkomst RNL Maastro Maastro Maastro Maastro azM RNL azM azM azM
Clinic Clinic Clinic Clinic
Als de ontwikkeling van het gevaarlijk afval wordt afgezet tegen het (totaal) aantal medewerkers en studenten en wordt gerelateerd aan 2008, dan is in 4 jaar tijd een verdubbeling van de hoeveelheid afval te zien. Grotendeels wordt dit verklaard door de sterk gestegen hoeveelheid specifiek ziekenhuisafval. 21
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
6. Realisatie taken en doelen 6.1.Jaarplan en doelen 2012 Algemene doelstellingen 2012: -
Jaarlijkse controle afvalwater: De monsterputten van de UM en BPCM zijn conform voorschrift gecontroleerd. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd.
-
Controle onderhoud en schoonmaak vetputten en olieafscheider: Uit de controle van de inspectie- en ledigingsformulieren bleek dat de vetputten en olieafscheider conform voorschriften worden onderhouden.
-
Controle onderhoud stook- en koelapparatuur: Uit de steekproefcontrole op de logboeken en onderhoudsrapporten bleek dat de apparatuur conform voorschriften wordt onderhouden.
Milieubeleidsplan -
Overleg convenantpartners: In 2012 heeft er conform afspraak meermaals overleg plaatsgevonden tussen de instellingen die deel uitmaken van de complexvergunning. Daarnaast heeft de adviseur milieu UM structureel overleg gehad met de milieucoördinator azM over het afstemmen van het milieubeleid. In 2012 zijn verder oriënterende gesprekken gevoerd met de Academie Verloskunde Maastricht en Brains Unlimited.
-
Audits operationeel niveau: conform jaarplanning zijn in 2012 interne audits gehouden om de naleving van de werkinstructies en procedures te controleren. De resultaten van deze audits zijn beschreven in dit jaarverslag.
-
Uitvoeren EEP maatregelen: De UM heeft naast de beschreven maatregelen in het EEP, aanvullende maatregelen genomen om het energieverbruik te verlagen. Mede hierdoor weet de UM zich nog steeds te handhaven in een top-3 positie met betrekking tot een laag energieverbruik per fte in een benchmark tussen de Nederlandse universiteiten.
-
Uitrol project vervanging brandveiligheidskasten: In 2012 zijn de laatste brandveiligheidskasten voor de opslag van gevaarlijke stoffen vervangen door nieuwe kasten conform NEN-EN 14470-1. Alle nieuwe kasten hebben nu een brandwerendheid van 90 minuten. De toegang tot de kasten is geregeld door toekennen van autorisatie met de UM-card en pincode. De vervanging van de kasten is mede begeleid door de adviseur milieu van de UM, om ook de opslag van gevaarlijke stoffen meteen correct conform PGS15 in te richten.
-
Onderzoek mogelijkheden verdere afvalscheiding / afvalreductie starten: In 2012 heeft de UM, samen met Sita, onderzocht of een reductie kan worden bereikt in het specifiek ziekenhuisafval. De uitkomst was dat hierin helaas weinig reductie te bereiken was, onder andere door interne en externe regelgeving. Verder heeft de UM de voorbereidingen voor de pilot gescheiden kunststofinzameling verder uitgewerkt. In het voorjaar 2013 zal gestart worden met de pilot in de binnenstad (Universiteitsbibliotheek). Bij succes zal de pilot ook naar Randwyck worden uitgebreid voor locaties waar veel afval vrijkomt. Ook zijn optimalisaties doorgevoerd in het inzamelen van lege chemicaliënverpakkingen en breukglas binnen FHML. In 2012 is daarnaast gestart met het voorbereiden van een verbeterde inzameling van cartridges, die in het voorjaar 2013 zal worden uitgerold. 22
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
-
Herinrichten Milieuzorgsystemen: In 2011 is gestart met de aanpassing en actualisatie van het milieumanagement systeem. De doelstelling is het verkrijgen van een bij de praktijk aansluitend, compleet systeem voor de hele UM. Hierbij zullen ook de milieurelevante werkinstructies worden geïmplementeerd, en worden de decentrale milieuzorgsystemen verwerkt in het centrale systeem. Ook de documentatie over de energiezorg zal worden verwerkt in dit systeem. In het voorjaar 2012 is onder begeleiding van een externe adviseur gestart met het actualiseren van het handboek van het milieumanagement systeem. Eind 2012 is de eindconceptversie hiervan met de adviseur milieu UM besproken. Medio 2013 zal het nieuwe handboek, waarin energiezorg is geïntegreerd, gereed zijn, waarna gestart zal worden met communicatie hiervan binnen de organisatie. De individuele zorgsystemen van de faculteiten en servicecentra zullen hiermee komen te vervallen.
-
Audits op tactisch en strategisch niveau (2013): Deze doelstelling is opgenomen voor 2013.
-
Voorlichting en instructie / Armicocursus Laboratoria: In 2012 heeft de adviseur milieu UM de resultaten van de afvalaudit besproken tijdens een armicobijeenkomst. Hierbij werd vooral aandacht gevraagd voor de geconstateerde knelpunten en goede communicatie hierover binnen de vakgroepen.
-
UM-Green Office: Vanuit het UM-Green Office wordt de duurzaamheidgedachte binnen de UM verder uitgedragen. Dit unieke concept dat door studenten van de UM, samen met de adviseur milieu in 2010 is gestart, heeft 2012 een aantal projecten afgerond. Voor de UM is een duurzaamheidsvisie voor 2030 opgesteld, die door het CvB is onderschreven. Daarnaast is samen met ICTS een PC Powermanagement systeem ingesteld, waarmee een substantiële energiebesparing kan worden behaald. Verder is in samenwerking met Vastgoed een pilot gestart voor energiebesparing in een historisch pand. Voor de UM is daarnaast een Sustainability Progress Report geschreven.
-
Afronden aanbesteding afval: in 2011 is de aanbesteding afval afgerond. De aanbesteding gebeurde voor het eerst samen met het azM, en leverde een goed resultaat op voor beide partijen. In 2012 is verder gewerkt aan de optimalisatie van de organisatie van de afvalinzameling met en door de externe partij (Sita).
-
Mogelijkheden m.b.t. tot een “complex” WVO-vergunning nagaan: er is gebleken dat het mogelijk is om een “complex” WM-vergunning (lozingen) aan te vragen. De aanvraag is in concept in 2012 ingediend bij het bevoegd gezag (Gemeente Maastricht). Samen met een externe adviseur zal deze conceptaanvraag in 2013 worden besproken met de gemeente. De definitieve aanvraag staat gepland voor 2013.
Aanvullende doelstellingen 2012: -
Actualiseren Website: De informatie op de website Milieu is gecontroleerd en waar nodig geactualiseerd.
-
Adviseren afvalstoffenposters: Deze doelstelling is doorgeschoven naar 2013.
-
Actualiseren werkinstructies gevaarlijke stoffen (opslag, etiketteren en gevaarlijke reacties): Eind 2012 is gestart met de actualisatie van deze instructies. In 2013 zal deze actualisatie worden afgerond.
23
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
-
Audits BPCM bedrijven met laboratoria: In 2012 zijn deze bedrijven bezocht door de adviseur milieu UM. De resultaten van deze audit zijn beschreven in dit verslag.
-
Audits legionella, HCFK, asbest en stikstoftank: In 2012 zijn de audits HCFK en asbest uitgevoerd. De resultaten zijn in dit verslag beschreven. De audit legionella en stikstoftank zijn doorgeschoven naar begin 2013.
-
Actualiseren convenantpartners Academisch terrein Randwyck: In 2012 zijn de voorbereidingen getroffen met Academie Verloskunde Maastricht (Zuyd Hogeschool) en Brains Unlimited voor de toetreding tot het convenant. Begin 2013 zullen beide instellingen het convenant en bijbehorend mandaat ondertekenen en toetreden tot de complexvergunning.
-
Opstarten klankbordgroepen duurzaamheid in binnenstad en Randwyck faculteiten: Deze doelstelling is doorgeschoven naar 2013.
-
Milieuaudit binnenstad faculteiten: Deze doelstelling is doorgeschoven naar 2013.
-
Audit Goederen ontvangst Kantoor UM Randwyck: In 2012 is de audits bij het GOK-UM uitgevoerd. De resultaten zijn in dit verslag beschreven
-
Opstellen Energie Efficiency Plan 2013 – 2016: In 2012 is door de adviseur milieu UM en de energiecoördinator UM een nieuw EEP opgesteld voor de periode 2013 – 2016. De totale energie-efficiency van de zekere maatregelen bedraagt: 11,76 % en komt overeen met 1.562 ton CO2-emissie, daarmee wordt voldaan aan de vooropgestelde 8 %. De totale energie-efficiency van dit EEP bedraagt 15,61 % en komt overeen met 2.157 ton CO2-emissie. Dit plan is met een positief advies van Agentschap NL voorgelegd aan de Gemeente Maastricht.
24
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
6.2.Jaarplan 2013 (goedgekeurd door het CvB d.d. 28-01-2013, cvb13.0040)
Algemene doelstellingen: -
1x/jaar controlemeting afvalwater Randwyck Controle op schoonmaak/inspectie vetput en olieafscheider Controle op onderhoud apparatuur/installaties (brandveiligheidkasten, zuurkasten, stook- en koelapparatuur) Verslaglegging 2012 (Jaarverslag, managementreview, EEP2009 2012) Audits legionella, HCFK, asbest en opslagtank vloeibaar stikstof
aug - sep nov nov feb - april sep – nov
Milieubeleidsplan Academisch terrein Randwyck: -
-
Afstemmen milieubeleid tussen convenant partners Milieuaudit operationeel niveau (onderwerp: afval/energie/opslag gevaarlijke stoffen in FHML) Monitoren uitvoeren maatregelen EEP 2013 - 2016 Afronden update Milieumanagement systeem, laten goedkeuren door CvB/CBB, instellen klankbordgroepen milieu en duurzaamheid (Binnenstad / Randwyck) en opstarten communicatie in organisatie Voorlichting en instructie m.b.t. milieu en duurzaamheid Coördinatie en advisering UM Green Office (UMGO) Afronden indiening complexvergunning lozing bedrijfsafvalwater Academisch terrein Randwyck
jan – dec aug – dec jan – dec jan – aug
jan - dec jan – dec jan - mei
Extra plannen en doelstellingen: -
Actualisatie website milieu in afstemming met CRISP-FHML (beoordelen noodzaak) actualisatie afvalstoffenposters Actualisatie werkinstructies (opslag gevaarlijke stoffen, etiketteren gevaarlijke stoffen, Legionellabeleid en HCFK-installaties) Audits BPCM (Biopartner Center Maastricht BV), algemeen milieu Milieuaudit mensa’s (Albron) Afronden actualisatie convenant partners Academisch terrein Randwyck Begeleiden en evalueren pilot inzameling kunststofafval UB GL17 Milieuaudit Binnenstadfaculteiten (enquête m.b.t. afval en energie) Advisering duurzaamheid in eventuele nieuwe sportvoorziening Randwyck Opstellen advies uitfasering waterkoelers UM Starten inventarisatie verkeersstromen UM (studenten en medewerkers) met UMGO (Maastricht Bereikbaar)
april – jun feb - april jan – aug aug – nov okt - nov jan – mrt jan – sep mei – okt feb - mei feb - mrt mei - jul
25
Managementreview Milieu 2012
Maastricht University
7. Organisatie milieuzorg Compliance met het geformuleerde milieubeleid, het jaarplan milieu en de voorschriften uit wet- en regelgeving en de complexvergunning Wabo voor het Academisch terrein Randwyck, vormt de basis voor duurzame bedrijfsvoering binnen de UM. De verantwoordelijkheid voor de monitoring van deze compliance binnen de bedrijfsvoering van de UM is belegd bij de adviseur Milieu UM, die is ondergebracht bij de Facilitaire Dienst (1.0 fte, waarvan 0.4 fte voor ondersteuning, coördinatie en advisering van de activiteiten van UM Green Office). Daarnaast vertaalt de adviseur wet- en regelgeving in interne adviezen, instructies, procedures en documenten voor de UM. Advisering op alle milieurelevante onderwerpen en duurzaamheid behoort verder tot het takenpakket van de adviseur. Om de zorg voor het milieu zo goed mogelijk te organiseren, is een milieumanagement systeem opgezet conform ISO14001. De meeste aandacht gaat uit naar de Randwyck faculteiten, aangezien deze door de aard van hun processen de grootste impact hebben op het milieu, en deze faculteiten vergunningsplichtig zijn voor de Wet Milieubeheer. Een groot gedeelte van de compliance onderwerpen, die in dit review zijn beschreven, hebben dan ook betrekking op Randwyck. De activiteiten van de binnenstad faculteiten zijn nietvergunningsplichtig, maar vallen onder de algemeen van toepassing zijnde regelgeving in het Activiteitenbesluit. Ook deze compliance maakt deel uit van dit review, en worden verder met betrekking tot de bedrijfsvoering geregeld in het milieumanagement systeem.
26