Symposium Green Office 2015 •
Green Office 2015, project - proces - innovatie Roald Vandepoel, innovatie TNO
•
Integraal ontwerpproces Green Office 2015 Wim Kleingeld, adjunct directeur Climat Green / R&D Ballast-Nedam
•
Integraal duurzaam concept wonen en werken Thomas Rau, directeur Rau architects
•
Innovatie in werkplek, milieu en duurzaamheid Luck Westerbaan, directeur Special Market Solutions Imtech Nederland
•
Integraal duurzame kantoor / gebiedsontwikkeling, hoe samen verder? Aart van Gelder, initiatiefnemer Green Office 2015 / algemeen directeur Imtech Nederland
Green Office 2015, project - proces - innovatie Roald Vandepoel, innovatie TNO Wij hebben iets gedaan wat in het begin niet voor mogelijk gehouden werd. En ik denk dat ik namens iedereen van het team spreek als wij als team ongelofelijk trots zijn als wij dit vandaag presenteren. Binnen een half jaar, daar waar ander normaal 2 jaar voor nodig zouden hebben.
Maar makkelijk was het niet, de heer Van Delden heeft aangegeven hoe complex eigenlijk de probleemstelling is, multidisciplinair, integraal, het gaat over wijken, het gaat over duurzaamheid. Hoe doe je dat; dat doe je met heel veel mensen en heel veel partijen. De appelboom is eigenlijk een heel aardig beeld als je het hebt over duurzaamheid. Want hoe kan duurzaamheid vertaald worden in wijkontwikkelingen, wij hebben dat gedaan. Er is al een paar keer het woord gevallen, passie. Aart van Gelder is met passie begonnen, en we hebben dat allemaal overgenomen. Maar passie is heel belangrijk, passie is een drijfveer hoe leidt je dat in banen, hoe zorg je dat die passie op een manier tot stand komt, opdat we uiteindelijk een concreet resultaat hebben. En daar ga ik u iets over vertellen.
Die appelboom is eigenlijk heel aardig, want de natuur heeft iets bedacht, waar we allemaal van kunnen leren.
Dat is namelijk de 4 jaargetijden en de bloesem. Iedere appelboom geeft 1 keer of om de 2 jaar appels dat kan omdat er een bloesem aan vast zit, is er geen bloesem komt er geen appel. En omgekeerd, komt er een bloesem, dan komt er ook een appel. En dat is een hele aardige. En dat hebben we gebruikt. Het idee van de appelboom.
We hebben dat niet zelf verzonnen, Marinus Knoope heeft dit vertaald. Wat nl alles wat in een boom aanwezig is, om na de bloesem door de jaargetijden heen een appel te creëren dat zit eigenlijk ook in mensen en zit ook in groepen. En dat hebben we gebruikt. Want met de ambitie, de overtuiging en het geloof waar de mensen aan de gang zijn. Vanochtend vroeg was ik om half 6 op, en misschien u ook wel, en zag ik het letterlijk op de televisie gebeuren. En dat is de passie en overtuiging, en dat klinkt wel wollig, maar dat is eigenlijk niet wollig, het is nl cruciaal. En Aart is daarmee begonnen en we hebben het allemaal overgenomen. En als je vertaald naar een groepsproces, dat zijn we gaan doen, met heel veel partijen zijn we om de tafel gaan zitten Dan heb je iets nodig, je hebt een aanpak nodig. We hebben dat de innovatiecyclus genoemd in analogie met de appelboom cyclus En je ziet dan ook
dat de 4 jaargetijden terug te vinden zijn in de aanpak.
Je hebt het begin, wat wil je bereiken, daar waar de winter is, is het de geest En vervolgens ga je verder door de jaargetijden heen. En dat leidt er toe dat je uiteindelijk op een gestructureerde manier door het proces heen kan. Het heeft er ook toe geleid dat we in het begin, best wel veel tijd gebruikt hebben voor die winterperiode, voor die geest. Om met elkaar op een beeld te komen. Om met elkaar helder te krijgen, wat willen we nou bereiken. Want we kunnen, en dat is bekend in de sector natuurlijk gaan bouwen en dan gaan we eerst praten, maar het gaat erom wat gaan we nou doen. Iedereen roept dat ook altijd, wat gaan we nou doen.
We hebben daar heel bewust tijd voor genomen. En dan zie je ook dat je door de cyclus heen het wel voor elkaar krijgt om op enig moment te zeggen oké, we weten wat we willen bereiken, nou kunnen we het vertalen naar doelstellingen, nou kunnen we aan de gang. En wat ik u mee wil geven in dit verhaal zijn daar belangrijke randvoorwaarden mee. En die liggen op een paar plaatsen.
En de eerste plaats is eigenlijk het begin. Het is de droom waar Aart eigenlijk mee begon, overigens is die droom mag ik wel zeggen iets anders dan waar wij als groep mee verder gingen. Wat belangrijk als je zegt duurzaamheid, dan moet je natuurlijk met elkaar weten waar gaat dat over. Wat is dan die duurzaamheid en daar hebben we veel tijd aan besteed, althans relatief veel tijd, maar het was cruciaal. Want
duurzaamheid en binnenstedelijke herstructurering gaat niet over energie, daar waren we vrij snel achter en het gaat ook helemaal niet over techniek, dat is er allemaal wel, maar het gaat erover hoe kun je er voor zorgen dat je een gebouw in een omgeving zet, dat je de omgeving faciliteert, dat je de mensen die in dat gebouw gaan werken of gaan wonen faciliteert en dat je ze daarmee de gelegenheid geeft over nu, 20 en 30 jaar daar goed in te functioneren. Dat is duurzaamheid, en dat hebben wij zo ook met elkaar benoemd. Duurzaamheid is dus eigenlijk de mens centraal zetten. En dat hebben we ook al eerder gehoord, dat was toen Paul zei nou dan wil ik dat wel eens horen en wij hebben dat vertaald naar 3 redelijke ambities.
Wat wij ook gaan doen, het moet leefbaar zijn
Leefbaar, in de zin van: het moet de gebruikers van dat gebied faciliteren Die er wonen, werken, winkelen recreëren en verderop in de dag zullen ervaren nog heel veel meer Maar we hebben ook gezegd samenwerking. Er moet een vorm van samenwerking in zitten. Niet alleen in onze groep, het is complex het is centraal, je moet ook faciliteren dat mensen kunnen samenwerken. Want als we naar de toekomst kijken en je gaat inzoomen op hoe wij er over 15 jaar zullen gaan werken, dan doen we dat niet meer op de manier zoals we dat nu doen. De ideeën om de kantoorconcepten te veranderen, nieuwe gebruikers en kantoren. We werken heel anders. We hebben diverse scenario’s bedacht en hoe moet je daar dan op inspelen. Het gaat heel erg over samenwerking, maar ook samenwerken in wijken.
En het derde is een maatschappelijk belang, ook dat klinkt vaag. Maar het gaat erom wat dragen wij bij het creëren van een binnenstedelijke aanpak voor de maatschappij. Dat zijn voor ons leidinggevende aspecten geweest. Het was ons kompas en wij hebben ons daar voortdurend aan gehouden. Wij hebben dat vertaald naar doelstellingen, mijn verhaal is wollig, maar het gaat om het proces en niet over de cyclus van een appelboom. Maar het gaat erom wat je ermee bereikt en we hebben veel bereikt. Het volgende wat ik u mee wil geven is, hoe doe je dat dan. Waar haal je in zo’n korte tijd de energie vandaan. En die heb ik verwoord in een viertal bronnen.
De appelboom maakt ook gebruik van grondstoffen in de grond, de appelboom maakt ook gebruik van 4 bronnen en die ik u toch meegeven. Wat het is cruciaal om in zo’n ongelofelijk lastig innovatief proces zoals wij dat doorlopen hebben aan de gang te blijven en te zorgen dat je uiteindelijk met elkaar dat resultaat bereikt. En het zijn deze 4 bronnen die ik wil toelichten
. Als eerste het loslaten. Dat is een hele moeilijke voor heel veel mensen. Aart, die begon met dat idee, maar moest gaande de rit dit loslaten. Want we gingen als groep dit verbreden, we gingen het vergroten. Maar iedere deelnemer, die ook een stuk van de bouwkolom vertegenwoordigd moest loslaten. Het is ook binnen organisaties loslaten, want als je stuurt op controle, en als je stuurt op datgene dat je al weet, en
op de procedures die je al ingericht hebt om de toekomst vast te houden, dan weet je ook dat er geen vernieuwing komt. En vernieuwing was nodig, het geldt voor iedereen steeds weer opnieuw, laat los. Ook vandaag weer moet je dus loslaten. Dat is niet makkelijk en je moet dus met elkaar de bereidheid vinden en kennen en leert kennen dat je kunt loslaten.
Het is je bewust worden van je rol en je verantwoordelijkheid in dit proces. Vrijblijvendheid is een lastige daarin. Iets roepen in de groep, van we doen het toch met elkaar, het is integraal proces is heel lastig. Wat doe je dus als je echte duurzaamheid zoals wij dat deden integraal hebt benaderd, dan zit met zijn allen aan de voorkant van het proces, eigenlijk op de stoel van de architect. Hoe doe je dat dan? Dit betekent dat je rol vervult als medeontwerper. Dat is lastig voor iemand die eigenlijk gewend is iets opgedragen krijgt achterin het proces. Of te horen, als jij nu maar dat doet, dan komt het goed. Het vergt dat mensen bewust worden van hun rol en van datgene wat ze inbrengen. Hun rol en verantwoordelijkheid dragen bij aan het maatschappelijk belang. Ook deze is heel belangrijk, moesten we ook op sturen
Open zijn en leren., heeft alles te maken met ruimte daar voor hebben. Met luisteren, we hebben veel met elkaar gecommuniceerd in deze afgelopen 6 maanden. We hebben veel bij elkaar gezeten Het is onwaarschijnlijk intensief geweest en heel veel tijd is gaan zitten in het luisteren naar elkaar. En het leren van elkaar. Het is cruciaal op je open te stellen. Ook daar zit weer dat aspect in van loslaten, als je niet loslaat kun je ook niet luisteren. En we hebben best weel eens last gehad van iemand die vond dat hij best wel eens iets kon overdragen aan de ander. Dat is de ene kant van het verhaal, de andere kant is het open staan voor luisteren. Doe je dat niet zit je in de clinch. Maar we hebben het wel gedaan en dat heeft tot heel veel vernieuwingen geleid,het heeft to heel veel inspiratie geleid om nieuwe ideeën. In dit project en in dit proces te implementeren. Als we het niet hadden gedaan, hadden we het over een gebouw gehad, maar het gaat over veel meer. Het gaat over een wijk, het gaat over revitalisering. Als laatste een energiebron, ook dat is een open deur. Maar o zo lastig, je moet willen delen, je moet willen gunnen. In de sector waarin alles, en werkelijk alles afgetimmerd is in hokjes, in regels, in vakjes met heggen en processtappen en donder het er maar overheen en werkelijk we hebben alle contractvormen bedacht die het mogelijk maken om het goed terug te herleiden moeten we dus het openlaten en moet je dus bereid zijn met elkaar te delen.
Je moet bereid zijn om een ander dat ook te gunnen. Het is lastig, want je moet het ook nog eens doen in een zakelijk context en dat vergt dus eigenlijk dat je als organisatie de bereidheid moet hebben om naar voren te kijken Als je dit doet en je wilt daadwerkelijk in een duurzame maatschappij leven dan vergt dat dus eigenlijk dat je de verantwoordelijkheid neemt om als organisatie te willen vernieuwen en als organisatie ook de ander het te willen gunnen. Dit zijn cruciale factoren geweest, alle 4 die bronnen Die in een dergelijk proces aan de gang zijn. En wij hebben de appelboom cyclus hiervoor gebruikt, of de innovatie cyclus, noem het maar zoals u wilt. En we zijn daar door heen gekomen. En het is een kompas voor ons geweest en deze energiebronnen hebben ons geholpen in deze hele korte tijd, in 6 maanden tijd, van een idee, we gaan met een groepje ergens bij elkaar zitten om te komen tot waar we vandaag staan. Niets werkt zonder een goede structuur.
Nu is dit een heel ingewikkeld plaatje, maar wat er eigenlijk staat is dat we gezegd hebben is :Het is leuk ambities perfect, kompas, dit is onze richting we hebben doelstellingen geformuleerd. Hoe gaan we dit aansturen. Het is een hele belangrijke geweest, want we hebben een projecttrekker kunnen inzetten, die samen met de coördinatoren van subgroepen als een dolle aan dit project getrokken heeft. We hadden een duwer, we hadden een groep die duwde en we hadden trekkers en die trokken. En die concrete projectaanpak, deze sturing van het project heeft wel degelijk gebracht tot waar wij hier nu staan.
Al met al ongelofelijk inspirerend ik heb veel van dit soort integrale projecten meegemaakt. En integraal, daar wordt straks nog veel meer over verteld. Maar de component, hoe doe je dat nou? De component van visie, de component van ambitie en eigenlijk zoals we aan de overkant van de plas hebben gezien: ” Yes we can”, het hebben van een droom als voorbode voor het kunnen realiseren hebben we denk ik als groep en als team waargemaakt. Bedankt voor ieders inzet en ambitie
Integraal ontwerpproces Green Office 2015 Wim Kleingeld, adjunct directeur Climat Green / R&D Ballast-Nedam Dames en Heren, beste mensen, Ik zat me net te bedenken, wellicht moet ik wel gaan beginnen met een aantal conclusies, maar door mijn verhaal heen zult u merken dat er allerlei conclusies zijn en op het einde probeer ik die te herhalen. En anders weet ik dat Aart van Gelder op het eind, die zeker met u zult delen. Namens Ballast Nedam ben ik als leider van de Realisatie groep betrokken bij de ontwikkeling van Green Office 2015. Mij is gevraagd om mijn ervaringen ten aanzien van het integrale proces met u te delen Voor de bouwvakvakantie werd mij gevraagd of ik mee wilde werken,de titel was toen nog geen Green Office 2015, maar het werd het kantoor van de nabije toekomst genoemd. Mij werd gevraagd of ik vooral de rol van de realisator, de bouw en de aannemer wilde oppakken. Echter …..ik ben een ontwikkelaar en op enig moment werd ik een onderzoeker Research & Development. In die rol heb ik mij op diverse netwerken ingezet voor juist dat integrale proces in de totale bouwkolom. We hebben het dan over financieringen, ontwerpen, realiseren, beheren, onderhouden en over de exploitatie. De uitnodiging was dus zeer welkom en wat mij betreft op het juiste adres. Zoals mijn voorganger Roald van de Poel aanhaalde zijn er een aantal rand voorwaarde waaraan je moet voldoen wil je met een grote groep mensen aan dit soort processen beginnen.
Deelnemers moeten open staan om hun kennis te delen, halen en kennis gaan brengen. Je moet vooral niet achterover gaan zitten.
Het proces moet dan ook transparant zijn, en gebaseerd zijn op wederzijds vertrouwen. Ik heb al eens in een ander verband gezegd, vertrouwen komt te voet, en gaat te paard. Het is een heel broos iets en daar moet je aan werken. Daarvoor moet je van tevoren dingen met elkaar afspreken. Je moet ook het vertrouwen waar ik het net over had, gaan opbouwen De groep moet ook een gemeenschappelijk doel hebben. Van uit de eerder geformuleerde ambities zijn deze doelen geformuleerd, ik neem deze met u door.
Het ‘’Green Office 2015’’ moet Flexibel en multifunctioneel gebouw te maken, Een van mijn stokpaardjes, ik zal het verderop in het verhaal nog noemen is het open bouwen. ik ben blij met woord solids, wat zonet genoemd is van Frank Bijdedijck, een van de grondleggers van het open bouwen, buiten professor Habraken, daar wordt de klant centraal gesteld. De klant moet invloed hebben op zijn product dat hij afneemt. De bouw is heel lang zo arrogant geweest om te denken we bouwen iets en we gaan de klant daarna zoeken. Nee, je moet dit proces omdraaien, je moet de klant zoeken, en vragen wat hij wil en dan ga je bouwen. In dit geval is het flexibel en maakt het open bouwen mogelijk om ook in een later stadium de klant gelegenheid te geven om datgene wat hij wil te realiseren met jouw drager te geven wat hij wil en warin hij zijn inbreng kwijt kan.. Je moet een maximaal comfort bieden, ligt bijna voor de hand, maar het was wel een doelstelling.
Duurzaam gedrag stimuleren, een voorbeeld hiervan kan zijn dat je de lift verstopt in het gebouw en de trap heel zichtbaar laat zien, zodat mensen de trap nemen i.p.v. dat ze de lift pakken. Het gebouw moet energieleverend zijn, straks werd gezegd energieneutraal, maar wij stellen die ambitie hoger, het moet leverend zijn. Het moet volgens de geijkte methodieken hoge scores halen en minimaal onderhoud vragen,een duurzame gebiedsoplossing bieden, een minimale lifecycle kosten per werkplek opleveren
Van deze tijd (of is het nog niet ingeburgerd) is het om te denken in de exploitatie van een gebouw, de realisatie immers is slechts een klein deel van de totale kosten van een gebouw. Op het moment dat je een gebouw realiseert en je gebruikt onderhoudsarme materialen, die wellicht wat duurder zijn, kun je daar in de
levenscyclus van het gebouw heel veel plezier hebben. Onderhoud kost heel veel geld. Je ziet een verdeling die ongeveer aangeeft waar nou de kosten van een gebouw opdrukken en je ziet dat huisvesting is 40-45 % en ICT 25- 35% Het is dus zaak om heel goed na te gaan wat kost mij dat gebouw en ik kan u verklappen dat de realisatie van een gebouw niet meer is dan 20% van de totale kosten, uitgesmeerd over 25 a 30 jaar wat dat gebouw in totaliteit zal gaan kosten, We realiseren natuurlijk maar 1 keer en onderhoud moet je vele malen vaker doen. Waar in herkende je nu een integraal proces? Al in een vroeg stadium zijn uitgangspunten als stramienmaat en verdiepingshoogte van het gebouw met de architect doorgenomen en vastgesteld, en vastgesteld dat dit is gedaan vanuit het ruimtelijk programma van eisen van de opdrachtgever.. Ik zeg bewust ruimtelijk programma van eisen, want we hebben het nog niet over de toepassing van materialen. Onze ambitie als realisatiegroep was om in die fase onze kennis van bouwmethodieken, technieken en materialen in een zo vroeg mogelijk stadium te kunnen inbrengen. In de loop van deze dag heb ik een gesprek gevoerd met een aanwezige en hij wees me er op van je kunt dit nu wel zo zeggen, maar die bouwkolom is zo gewend om te wachten tot een ander wat gedaan heeft en daar dan op te reageren. Het bijzondere van dit proces is dat we van het begin af aan met zijn allen en met alle partijen bij elkaar al onze kennis op tafel legden. En alle kennis bij de ander wegzogen.
U ziet hier enkele belangrijke moment dat we bij elkaar kwamen, u ziet hier de architect, de aannemer, de constructeur en installateur die allemaal hun gegevens uitwisselden. En op dat moment ook bewust waren waarom dat gebeurde. We kunnen dus stellen dat deze principiële keuzes gedurende het proces overeind zijn gebleven. Juist omdat ze in het begin zo zorgvuldig zijn doorgenomen.
De wisselwerking van dat intensieve overleg heeft daar zeker bijgedragen aan het uiteindelijke product. Om de twee weken kwam de stuurgroep bij elkaar, en wekelijks werd er een telconference gehouden. We gingen niet met de auto op weg om de CO2 uitstoot vergroten, maar we bleven op onze werkplek zitten. We pakten de telefoon en begonnen met elkaar te vergaderen. Dit was zeer effectief. Ik merk bij onze kantoren dat er overal in de vergaderruimten televisietoestellen en camera’s staan en ik heb het deze week aan den lijve moet ondervinden. Ik moest er om 10 uur zijn, ik ben er om 7 uur weggegaan en ik was er om 10.10. Drie uur rijden in Nederland is bijna een gewoonte geworden. Dus maak ook gebruik van dat soort middelen zou ik zo zeggen.
Hier ziet u, min of meer in beeld gebracht, dat u met ICT middelen dit project goed kunt begeleiden. De digitale database is daarbij onmisbaar, bij Imtech heet dat Quikplace en bij Ballast Nedam noemen wij het Sharepoint, het is een grote bak met gegevens, waar iedereen zijn spulletjes instopt en elkaar er op attent maakt dat het er in zit. Je bent dus, het vraagt enige discipline, op de hoogte wat anderen voor inbreng hebben.
Doe je dat niet dan verval je in het oude gedrag en zijn het allemaal eilandjes of bootjes en dan los je dus niets op. Het vraagt dus heel veel inzet van betrokken.
Samenwerken, levert meer op dan vechten dit is een bouwer en een opdrachtgever die tot deze conclusie zijn gekomen en de bouwer is toevallig Ballast Nedam.
Een van mijn stokpaardjes is cradle-to-cradle. Wij hebben niet de illusie dat we alle bouwmaterialen die in dit gebouw zitten kunnen opeten, wat dat is cradle to cradle, laat staan dat we het allemaal kunnen hergebruiken. Ik beweer wel dat we heel veel kunnen hergebruiken en alles wat we daarna nog overhouden kunnen we zonder dat daar giftige stoffen bij vrijkomen ook nog eens verbranden. Dus we doen mee aan cradle to cradle Open Bouwen en Multifunctioneel Gebruik zijn uitgangspunten geweest. Ik vind het zo logisch, Open Bouwen staat immers voor dat de gebruiker centraal staat en dat hij dan ook kan aangeven hoe hij het wil gebruiken en dat dit gebouw dan ook de mogelijkheid biedt. En multifunctioneel, het is eeuwig zonde dat er zoveel gebouwen leeg staan, als je daar van te voren rekening mee had gehouden, dan had je dat opnieuw kunnen gebruiken als woning, als hotel, als school. Een van die doelstellingen was dat we ook multifunctioneel zouden zijn.
In de aanloop van het proces riep ik meerdere malen ‘’Het kantoor van de toekomst is thuis” of ‘’Het kantoor van de toekomst is een bouwkeet’’. Want je creëert op het moment dat daar behoefte aan is een werkplek en op het moment dat je klaar bent ga je met die werkplek ergens anders heen. Die invulling is uiteindelijk ook gegeven aan GO 2015. Het multifunctionele karakter, het uitwisselen van ruimtes maakt het mogelijk om een soort bouwkeet te worden, maar die bouwkeet blijft dan permanent staan, alleen zijn de gebruikers wisselend. Dat betekent dat de ministeries die nu allemaal in 1 gebouw zitten maar mogelijk ook projectmatig in 1 gebouw kunnen kruipen. Het gebouw is dan dusdanig ingericht dat daar gebruiksruimtes zijn en ook stilteplekken. Straks wordt hier iets meer over gezegd. Waarom is er dan gekozen voor een integraal ontwerpproces, de bouwers roepen heel vaak, dat doen we om de faalkosten te reduceren. Het maakt mij niet zoveel uit, waarom we het doen, als we het maar doen, maar het is wel een vaak gehoorde kreet.
Wat u hier ziet is een typisch voorbeeld als je niet met elkaar overlegt dat kan in de oude situatie overigens ook. Dan ontstaat er een windverband, dat is dat kruis dat u ziet en daar wil een leidingkoker, dat heet falen, dat kost geld. Want dat kun je voorkomen met een integraal proces.
Daarbij, het woord is nog niet genoemd en ik ga er straks iets meer over zeggen, moet je gebruik maken van BIM een building information system. Of methode Dat zijn digitale hulpmiddelen Ik heb er al een genoemd, dat is die grote database sharepoint, Quickplace zijn onmisbaar in het integrale samenwerkingsproces.
Eerder in mijn verhaal is al gesteld dat een goede afstemming en samenwerking leidt tot een kwalitatief beter product. Het kost tijd en tijd is geld, maar als je daar mee meer kwaliteit kunt leveren, dan heft zich dit elkaar op. De kruisbestuiving van de manier van werken is inspirerend, van elkaar weten waarom bepaalde oplossingen gekozen is, is heel helder. Als voorbeeld als bouwer zijn wij gewend allerlei alternatieven aan te dragen. Op het moment dat je tijdens het proces weet waarom een bepaald type vloer wordt gebruikt, in het geval van Green Office 2015 is dit een vloer met een holle ruimte waar allerlei leidingen doorheen kunnen, dan haal je het wel uit je hoofd om tijdens dat proces goedkopere, want dat is het vaak, alternatieven voor te stellen. Je bent je bewust van het feit waarom het er in zit. Je bent deelgenoot van die keuze. Een van de belangrijke winstpunten van integraal ontwerpen Ik ben er van overtuigd, als we dit hadden gedaan volgens een traditionele proces, dan had er een modern kantoorgebouw “gestaan’’met veel technische snufjes, maar juist omdat er heel invloeden waren van de architect, de stedenbouwkundige een constructeur, de gebruiker, mensen die onderzoek gedaan hebben hoe er met licht, kleur en geur gewerkt moet worden, is het Green Office 2015 resultaat ontstaan. Ik vond de afgelopen maanden bijzonder verfrissend. Zoals ik al zei, ik ben er jaren mee bezig en dit initiatief geeft goede hoop dat een groot deel van bouwend Nederland, en straks toen iemand mij daar naar vroeg, van hoe staat het nu met die innovatie en ik zei dat waarschijnlijk 30% van bouwend Nederland voorop loopt en binnen die 30% van bouwers, zijn het 30% van die mensen die aan die zaken sleuren. Dus we hebben nog een lange weg te gaan, maar als ik een paar jaar terugkijk was die 30% misschien maar 10%. Dus er is een enorme versnelling er is een enorme behoefte en dit is alleen maar een heel goed antwoord.
Integraal duurzaam concept wonen en werken Thomas Rau, directeur Rau architects Dames en heren, goedemiddag, U zult denken dat ik de architect ben, maar u hebt het volledig mis . Eigenlijk hadden hier 30 mensen moeten staan want al de mensen uit de Green Office 2015 stuurgroep hebben de rol vervuld van de architect. Dit betekent dat we met Green Office 2015 een stap willen maken om een andere cultuur te introduceren, waarin ook de architect onderdeel vormt van een totaal team en waarin ook de rol van de architect zou moeten veranderen. Maatschappelijk gezien, om tot dit soort resultaten te komen,
Toen wij allen een half jaar geleden met dit project zijn begonnen wist nog niemand hoe het Green Office 2015 eruit zou komen te zien. Wat we vandaag presenteren t.o.v. al deze mensen, t.o.v. van de andere architecten, die misschien niet wisten dat ze zich ook architect mogen noemen, laat zien dat we eigenlijk een antwoord hebben gegeven op een heel andere vraag. Want de vraag was eigenlijk een gebouw te maken, en er is iets heel anders uit voortgekomen.
Van begin af aan zaten de leden van de stuurgroep Green Office 2015 niet in een positie, maar in een rol aan tafel In allereerste instantie als mens.
De vraag was een gebouw, maar de oplossing was eigenlijk een gebiedsontwikkeling. We wilden een oplossing ontwikkelen die op allerlei plekken toe te pasbaar is.
We hebben een aantal steden in Nederland genoemd waar u het concept Green Office 2015 kunt toepassen maar u kunt dit concept uiteindelijk internationaal toepassen. Over de hele wereld hebben we steden met een soortgelijke problematiek en dat is ook een vrij complexe problematiek. Daarom hebben wij geprobeerd exemplarisch voor al die steden hebben een universeel concept voor gebiedsontwikkeling te ontwikkelen en dat hebben we vervolgens toegepast op één specifieke locatie.
U ziet hier het concept, het gaat in principe om het gebruik van luchtrechten. We weten dat Nederland redelijk vol is, de grond is al bijna helemaal verdeeld aan de grote tafel, maar hoe staat het nu eigenlijk met de lucht? Hebben we nog gebieden in dit land die we nog kunnen hergebruiken? We hebben net iets gehoord over binnenstedelijke ontwikkelingen, waarom moeten we het allemaal buiten de steden zoeken? We hebben prachtige gebouwen, prachtige gebieden op binnenstedelijke locaties. De hele infrastructuur ligt daar, maar op de een of andere manier zijn de gebieden dan onbespreekbaar. Omdat hier b.v. toevallig al sinds 50 jaar een trein langs loopt. Stel nou dat we iets zouden kunnen doen, om over die treinen heen te bouwen. Dat betekent dat we de footprint, die nu alleen gebruikt wordt door de NS, door de spoorwegen, dat we deze footprint op meerdere manieren kunnen gebruiken. We kunnen er een park van maken, we kunnen hier fietsen, wonen, we kunnen een kantoor maken, we kunnen winkelen, recreëren en uitaard ook een spoorwegennet gebruiken. Bij de ontwikkeling van Green Office 2015 hadden we helemaal geen programma, we hadden alleen maar een visie. Het programma gaat zich nu heel langzaam concretiseren, maar ook hier hebben we het principe omgedraaid dat we gevraagd hebben, dat programma hoort eigenlijk gewoon bij die plek.
Het sprookje van de Bremer Stadsmuzikanten ligt ten grondslag van het idee voor Green Office 2015. In dit sprookje wordt er gekozen voor een hele kleine footprint om daarmee heel erg groot te worden. Zoals u weet hebben de dieren de rovers dan ook overmachtigd. We hebben de triple P´s, economisch, sociaal en ecologisch. En iedereen vraagt zich af, kan dit allemaal?. Horen economie en ecologie, überhaupt bij elkaar? Laten we naar de race auto’s kijken, de formule 1 race van afgelopen weekend, de laatste race, en in de laatste bocht is de beslissing genomen. Zo´n coureur zal natuurlijk niet in de auto stappen als veiligheid en snelheid tegenstrijdig zijn. Als we dus in staat zijn om met een raceauto met 300 km tegen een muur te rijden, en de coureur stapt eruit alsof hij net een kopje koffie heeft gehad, dan weten we dat die 2 dingen prima met elkaar kunnen verbinden. Ecologie en economie zijn een en hetzelfde. Wij hebben daar twee begrippen voor gevonden, voor een en hetzelfde fenomeen. Dus het werd een overbouwing. Toen wij in het proces zaten kregen wij allen in juli een inzinking. We waren bij een punt aangekomen waarin men zich af vroeg “wordt dit nog iets, moet ik niet afhaken, kunnen we nog wel verder? “ Maar als je op zo’n punt bent in een ontwerpproces ben je op de goede weg want dan kan je n.l. het verleden achter je laten en open zijn voor nieuwe dingen. Het is gewoon een fase waar je als groep doorheen moet. Toen kregen wij de Randstad nota 2040 te zien en we begrepen dat Green Office 2015 perfect paste in het vlekkenplan van het ministerie van VROM. Het gebied waarin wij Green Office 2015 hebben geprojecteerd is zo groot dat het onmogelijk is om dit in een keer te verwezenlijken. Een van de voorwaarde die wij onszelf gesteld hebben is dat wij dit project in fases moeten kunnen ontwikkelen en dat elke fase
zelfstandig is.
De reden hiervan is dat misschien alleen fase I en II gerealiseerd worden. Dat is de reden waarom elke fase zelfstandig moet zijn. Elke fase moet zelfstandig zijn, alle fases bij elkaar moeten een geheel vormen, elke fase (en het geheel) moeten financierbaar zijn en het hoeft in principe niet verder ontwikkelt te worden.
We zien het spoorwegnet van Amersfoort. Aan de rechterkant ziet u het centraal station. Dit is een groot spoorgebied opgesloten door twee wijken. Beide wijken zijn helemaal afgekoppeld van de binnenstad. Als u van hier naar hier wilt, kunt u niet de rechtstreekse weg nemen, maar moet een lange weg om het spoor rijden. Dus iedereen moet de auto nemen om de binnenstad te bereiken, terwijl de binnenstad misschien maar zo´n 200 meter verderop is. Wij hebben gezegd. Wij willen heel graag in deze stedenbouwkundige context deze 2 wijken met het centrum zodanig verbinden dat we met de fiets of lopend gewoon naar de binnenstad kunnen komen. Hoe is nu deze structuur opgebouwd, we hebben net gehoord, de footprint is redelijk klein, we hebben de vierkante meters 7 keer gebruikt. Dit is de huidige situatie.
U ziet het spoorwegnet van Amersfoort, maar nogmaals het kan iedere andere stad in Nederland of Europa zijn, waar infrastructuur in een binnenstedelijke gebied is. Door deze lokatie lopen treinen met daarnaast nog andere verkeersstromen. Deze verkeersstromen hebben we naast het spoor gelegd.
Zoals u ziet hebben wij rekening gehouden met veel parkeervoorzieningen in combinatie met winkels want we durfden niet echt de stap te maken door te denken dat de mobiliteit in de toekomst af neemt. Dus we hebben het parkeren en de winkels, en vervolgens hebben we daaroverheen een soort groene structuur gelegd. We hebben een 2e maaiveld niveau gecreëerd, het eerste maaiveld is n.l. al bezet door het spoor.
Het 2e maaiveld is niet alleen een groen tapijt, maar het 2e maaiveld is een compleet volume dat we helemaal over het spoor hebben gebouwd en dat vol zit met parkeren en winkels. Het groen tapijt over deze winkels en parkeren verbindt de ene wijk met de andere wijk. We kunnen er met de fiets overheen en is tevens een mooi recreatiegebied.
Het gebied waar op dit ogenblik niemand zou willen vertoeven maar in de Green Office 2015 uitvoering je er op een bank kunt zitten, kinderen kunnen spelen of een broodje eten. Alles in
de binnenstedelijke situatie waar we geen enkele extra infrastructuur hoeven aan te leggen, want we zitten op het spoor.
Over dit maaiveld heen hebben we een tweede laag van gebouwen geplaatst, die komt op het 2e maaiveld niveau te staan. Dit vraagt een geheel andere gebouwstructuur want we maken niet maar een gebouw. We maken een ruimtelijke infrastructuur waarin je kunt wonen, werken en recreëren. Door deze combinatie hebben we ook afstand genomen van een aantal onderwerpen in het bouwbesluit en tevens ook afstand genomen van de EPC norm. Omdat we tot de conclusie gekomen zijn dat de tools die we van de overheid gekregen hebben om bepaalde performance te waarderen zeer hinderlijk zijn om een waardevol gebouw te maken.
Over deze gebouwen hebben we trouwens weer een 3e maaiveldniveau gelegd, dus we hebben 3 maaiveldniveaus boven elkaar zodat er een soort groene long, midden in de binnenstad ontstaat waar zuurstof geproduceerd wordt.
Die groene structuur ziet u op deze slide. Naast deze groene structuur ligt het nieuwe treinstation dat misschien over een aantal jaren door pro rail wordt verwezenlijkt. In dit geval kan het station onderdeel worden van het totale complex, dus beneden met de trein
aankomen en boven gaan we wonen en werken.
Op deze slide ziet u hoe het spoor onder het gebouw loopt, we hebben daar goed over na gedacht. In de structuur worden openingen gecreëerd voor het geval van brand of andere calamiteiten. Door middel van deze openingen kan de brandweer bij de ramp komen. Al deze zaken zijn afgewogen en meegenomen in het ontwerp.
Op deze slide ziet u een soort pad dat over het gebouw heen loopt, het gebouw is hier vier bouwlagen hoog waarover u van de ene wijk naar de andere kan lopen of met de fiets via de fietspaden van de binnenstad naar huis kunt fietsen. Hoe is zo´n complex opgebouwd? Het complex is zodanig opgebouwd dat het gebouw zelf een brugfunctie heeft, we maken geen zware tafel waar we alles gewoon bovenop zetten, maar we maken een lichte tafel en alles wat we daarop zetten wordt een onderdeel van de
tafel zodanig dat het net nog het gewicht aankan. M.a.w. we gaan niet te veel investeren in een tafelniveau, waar we later geen gebruik van kunnen maken. We hebben kantoorgebruikers aan tafel gehad die op bepaalde manieren met elkaar willen gaan werken in dit kantoorconcept. We hebben gesteld dat de stramien maat van het gebouw zodanig moest zijn dat diverse kantoorconcepten mogelijk zijn. Het moet zodanig multifunctioneel zijn dat je er 15, 20 zelfs 30 jaar in kunt blijven. Op dit moment hebben wij een cultuur, waarin grote bedrijven om de 10 jaar bedenken, laten we ons hoofdkantoor maar gaan verplaatsen en dan gaat de hele handel eruit en gaan we alles weer opnieuw bouwen.
Hier ziet u een heel open structuur, het gebouw is ongeveer 15 meter diep, we hebben geïntegreerde vergaderplekken, open werkplekken en zogenoemde werkcoupe´s. Binnen dezelfde plattegrond, hier ziet u hem in 3D,
Vanwege de structuur opbouw kan een van de bouwlagen, binnen dezelfde plattegrond heel anders worden ingevuld.
Deze slide van een bouwlaag kan b.v. groepswerkplekken bevatten, maar ook kleinere units, cellenkantoren of vergaderruimtes. Alles past in deze structuur.
En als we dan in 3D kijken, ziet het er ongeveer zo uit. Het interessante is ook dat wij vergelijkgetallen bij elkaar gezocht hebben en we hebben geconstateerd dat we eigenlijk veel minder BVO nodig hebben om dezelfde hoeveelheid werkplekken te hanteren. We hebben de getallen van de RGD genomen en daaruit bleek inderdaad ook dat we minder BVO nodig om dezelfde netto vierkante meters te realiseren.
Dit is weer een ander kantoorconcept, weer met een open structuur. Een mooi voorbeeld van een andere kantoorconcept dat ook in deze structuur past.
Dit alles is fase 1, waarin wij aan kunnen tonen dat dit project financieel dragend is . 2015 is eigenlijk 2008
Op deze slide ziet u de straat die er onderlangs gaat. Het zal u misschien wel of niet verbazen, maar Green Office 2015 is een volledig energieneutraal gebouw. Voor ons is het vanzelfsprekend dat wij een complex bouwen die niet alleen energie-neutraal is, maar die bovendien meer energie produceert dan het zelf nodig heeft.
U kunt zich voorstellen wat een enorme culturele impact zelfvoorziend, energie leverende gebouwen zullen hebben. Wij staan aan de vooravond van de totale ombouw van de bouwcultuur en van de maatschappelijke cultuur als we dit soort dingen bedenken Dankzij projecten als Green Office 2015 hebben we straks een aantal bedrijven niet meer nodig of hebben we om dit project te verwezelijken nieuwe soorten bedrijven nodig die nu nog niet bestaan . Nogmaals, het biotoop Green Office 2015 is volledig energetisch zelf voorziend
We hebben net gehoord, de mens staat centraal in dit project en daar gaat het natuurlijk uiteindelijk om. Als ik u nu zou vragen om over 80 jaar een afspraak te maken, dan is uw agenda absoluut leeg, niemand van u heeft over 80 jaar een afspraak in zijn agenda staan. Daar ben ik absoluut zeker van, en waarschijnlijk zult u er over 80 jaar niet meer zijn. Ik ook niet, want dan zijn we n.l. Dood. Ons verblijf op deze planeet is zeer tijdelijk en je kunt het misschien meer benaderen van nou ja misschien zijn we hier eigenlijk alleen maar op een lange vakantie. Met andere woorden, we moeten nog meer verantwoordelijkheid ontwikkelen voor dingen die we op dit moment aan het doen zijn. Daarom is Green Office 2015 zodanig ontworpen dat hetenergetisch volledig neutraal is Daarnaast is het complex volledig flexibel indeelbaar. Ruimtes die nu als kantoren worden gebruikt kunnen later woningen worden of horeca of heel andere functies innemen. Alle stijgpunten zijn zo gekozen dat we het gebouw van het ene op het andere moment om kunnen bouwen in een woningbouw complex.
Hier ziet u een van de binnenhoven. Er loopt een fietspad langs, we zien een buitenterrasje en er is een restaurant.
Op deze slide zien we de winkels en de horeca, ook in de structuur opgenomen.
Hier ziet u Green Office 2015 als de wijk die de bestaande wijken in Amersfoort aan elkaar gaat koppelen., Green Office 2015 kan ook ingevuld worden met recreatie- en sport- en andere vrije tijd voorzieningen , dus alle dingen die we graag in de binnenstedelijke context willen hebben. Functies waarvoor ieder van ons in het weekend even de auto pakt om naar buiten te gaan. Deze functies kunnen we straks op een hele luxe plek in de binnenstad aanbieden.
Maar dan was er ook de vraag het gaat niet alleen over de maatschappelijke dimensie. Wat vindt je nu van al die milieuindices? indices? Ook hier willen we een kleine kanttekening maken.. Green Office 2015 scoort outstanding bij Breeam. Zoals u waarschijnlijk weet is Breeam een milieu index. Daarmee kun je meten of een gebouw voldoet aan allerlei eizen wat betreft energie-efficientie en milieuvriendelijkheid. Het Breeam score is outstanding, dus hoger kan het niet. Leed is een Amerikaans index, hier scoort Green Office 2015 platinum, hoger kan niet. Bij Greencalc ligt de score boven de 1000, we wilden niet schrijven oneindig, dat kwam ongeloofwaardig over, maar hoger kan ook hier niet. Voor de energieopwekking van Green Office 2015 hebben we geen olie of benzine nodig. In plaats daarvan winnen we bijvoorbeeld energie van de afval die in het complex ontstaat en vangen we de lichaamswarmte van de mensen binnen het complex op en zetten we hun bewegingsenergie in elektrische energie om.
Green Office 2015 is het eerste gebouw dat gebruik maakt van alle beschikbare Cradle to Cradle materialen. We hebben net iets over cradleto cradle gehoord. Laten we ons niet gek maken, een Cradle to Cradle gebouw bestaat (op dit moment) niet. Ook al staan de kranten daar mee vol, het bestaat niet Ook al beweren heel wat mensen dit, het is gewoon niet zo. Maar 5 % van alle beschikbare bouwmaterialen hebben op dit moment een Cradle to Cradle certificaat. Met deze 5% bouwstoffen kun je geen volledig gebouw bouwen. Niettemin maken wij bij Green Office 2015 gebruik van alle materialen die op dit moment C2C gecertificeerd zijn. Natuurlijk is Green Office 2015 allergievrij, het is ook CO2 vrij, en het heeft zijn eigen waterkringloop. Daarnaast maken we optimaal gebruik van daglicht, en heeft afval vermijding hoogste prioriteit. De afval die ondanks alle maatregelen wel onstaay dient als grondstof voor energieopwekking binnen het complex via biomassa. Green Office 2015 is verkeervermijdend omdat veel mensen binnen het complex wonen en werken. De bestaande infrastructuur wordt optimaal gebruikt, dus we hoeven geen nieuwe infrastructuur aan te
leggen. Green Office bevordert gezond gedrag, de uitstoot van fijnstof wordt tot een minimum gereduceerd en en en en. Misschien bent u onder de indruk, maar dat hoeft helemaal niet. Want het is namelijk heel makkelijk om deze maatregelen te nemen en deze technologieën toe te passen. En hoe het gaat heeft u net gehoord. Wat wij tijdens het ontwerpproces van Green Office 2015 ook hebben geleerd: we moeten met elkaar aan tafel, we moeten onze ideeën uitwisselen, elkaar respecteren in onze know how en niet posities in nemen door te denken hoe bepaalde dingen gedaan te horen worden. Ik wil afsluiten met een anekdote die symboliseert hoe wij binnen het Green Office team met elkaar samen hebben gewerkt: U moet zich voorstellen u ziet een beeldhouwer en die staat op een steen te kloppen en dan vraagt u die beeldhouwer wat doe je eigenlijk? Nou zegt hij, ik ga een steen uithouwen. En dan komt u bij de 2e beeldhouwer en vraagt wat doe jij eigenlijk? Nou zegt hij, ik maak een engel. En dan komt u bij de 3e beeldhouwer, die ook een steen staat te kloppen. U vraagt wat sta jij eigenlijk te doen? Nou zegt hij, ik werk mee aan een kathedraal. Ik dank u zeer.
Innovatie in werkplek, milieu en duurzaamheid Luck Westerbaan, directeur Special Market Solutions Imtech Nederland U heeft net Thomas Rau en andere sprekers gezien die een heel interessant betoog hebben gehouden over hoe het Green Office 2015 er uit ziet. Het komt misschien heel futuristisch over maar aan mij de eer om uit te leggen dat het helemaal niet futuristisch is en dat het heel eenvoudig is. Ik beperk me tot de highlights van dit Green Office 2015 project. Mijn naam is Luck Westerbaan ik ben directeur van Imtech Special Market Solutions en toen de heer A van Gelder bij mij kwam met de vraag: ”ik wil dit project starten”, kunt u zich voorstellen dat wij vanuit Special Market Solutions kijkend naar vraaggestuurde opdrachten vanuit de markt, wij heel enthousiast waren om onze bijdrage te leveren. Wat hebben we gerealiseerd via een, integrale aanpak, is een park te ontwikkelen waar gebouwen zijn geïntegreerd waar mensen werken, wonen en recreëren, waar openbaar vervoer- en parkeervoorzieningen zijn en waar duurzame energie wordt opgewekt. De ideale werk- en leefomgeving, met een honderd procent duurzame energievoorziening. Hoe krijg je dat voor elkaar, zie ik u denken. Ik neem u mee naar 2015. Ten eerste ga ik aangeven hoe het energieproces er totaal uitziet en hoe we de voorzieningen hebben ingericht. Daarna kom ik terug naar de mens. Eerst het energieconcept: Green Office 2015 is een zelfvoorzienend gebied met een eigen duurzame energieopwekking. Wat we hebben gerealiseerd in dit kantoor concept is een jaarlijks verbruik van 42 kiloWatt-uur per vierkante meter aan elektriciteit, terwijl het huidige verbruik tegenwoordig ongeveer 85 kiloWatt-uur per vierkante meter per jaar is. Green Office 2015 scoort dus erg goed! Dat komt onder andere doordat we •
daglicht goed benutten; Door slimme gebouwindeling te kiezen
•
OLED verlichting toepassen; vlakverlichting die heel weinig energiegebruik heeft en bovendien een heel goed beeld geeft
•
zeer zuinige gebouwinstallaties toegepast met daarin hele innovatieve sensortechnologie daarin,
•
en naast het 230 volt spanningsnet brengen we een additioneel 48-Volt laagspanningscircuit in het gebouw aan; om daarmee trafo verlies te voorkomen.
Dat is het elektrisch verbruik, maar daarnaast hebben we ook gekeken naar het gasverbruik. En wellicht heel verbazingwekkend hebben wij het gebruik van 10 kuub per m2 teruggebracht naar nul kuub! Ter vergelijking: de huidige generatie gebouwen verbruikt zo’n 10 kuub gas per vierkante meter per jaar. Die warmtereductie krijgen we voor elkaar door onder andere •
de gevels goed te isoleren, onder andere met vacuüm glas;
•
door betonkern activering in de holle beton staal vloeren;
•
we gebruiken gevel- en wandafwerking materialen die zijn voorzien van PCM’s, Phase Chanching Materials, die schommelingen in de ruimtetemperatuur kunnen voorkomen en opvangen.
•
en we leggen een warmte/koude ringleidingsysteem aan.
Maar we zetten niet alleen techniek en materialen in om het energieverbruik in Green Office 2015 te beperken. We stimuleren ook duurzaam gedrag, bijvoorbeeld door •
uitnodigende trapingang; Zodat de gezondheid van de mensen wordt bevorderd, zodat ze niet de lift maar de trap gebruiken en daarnaast het energieverbruik minimaliseren.
•
door functiemenging in gebouwen, want dat betekent minder afstanden afleggen;
•
en als je dit op meso-niveau bekijkt, zie je dat we duurzaam gedrag stimuleren doordat we de gebruikstijden van het kantoor en het gebied verlengen. Bedrijfsrestaurants gebracht in de publieke ruimte zodat het een restaurant wordt, dat voor publiek toegankelijk is.
We beperken het energieverbruik dus drastisch en dat is de eerste stap. De nog resterende energiebehoefte wekken we op een volledig duurzame wijze op. Het gebied heeft geen eigen gas aansluiting en is ”all-electric”. Een gebiedsgerichte aanpak, zoals Green Office 2015, biedt daarvoor veel meer mogelijkheden dan een enkel gebouw. We hebben berekend dat er een energiebehoefte is van ongeveer 2700 megaWatt-uur per jaar voor zo’n 65.000 vierkante meter. Daar gaan we in 2015 in voorzien door onder andere •
nieuwe hr-zonnecellen te integreren in het gebouw en de gevels en in het landschap.
•
we plaatsen ook in het landschap zuilen waarop geluidsarme windturbines – een soort wokkels - zijn geïnstalleerd en daar kunnen we ook elektriciteit mee opwekken. Bovendien zijn die ook voorzien van zonnepanelen. Die meebewegen met de stand van de zon;
•
we maken gebruik van biomassa, doordat we het afval genereren en scheiden en kunnen we elektriciteit opwekken vanuit het vergisten van dat materiaal en gebruik te maken van gasturbine.
•
Daarnaast zijn er vele toekomstige energiebronnen. Op zich hebben we die gevolgd maar in onze berekeningen hebben we die niet mee genomen dat we op een duurzame manier aan deze behoefte van het gebied kunnen voldoen. Wij letten natuurlijk wel op deze ontwikkelingen zoals algenvijvers waarmee elektrische energie wordt opgewekt, kinetische energie van mensen, diepe geothermie, allemaal mogelijkheden die wellicht van toepassing zijn. Maar voor uw beeld is belangrijk te weten dat zelfs in de situatie als we gebruik maken van de huidige technologie, die zeker in 2015 nog een hoger
rendement oplevert dan waar wij mee gerekend hebben het mogelijk is om een duurzame gebiedsontwikkeling te realiseren. Door een combinatie van wind, zonnecellen en biomassa hebben we ruimschoots in de energiebehoefte van het gebied voorzien. Er wordt zelfs meer energie opgewekt dan nodig is! En daar kunnen de omliggende woonwijken van profiteren. Dat kan gebeuren door de ‘overtollige’ energie door middel van elektrolyse, daar hebben we een mogelijkheid voor gecreëerd. Door middel van elektrolyse zetten we het om in waterstof en dan kunnen we d.m.v. brandstofcellen weer elektriciteit produceren. Een bijkomend voordeel van deze decentrale opwekking is dat Green Office 2015 en de omliggende woonwijken zo minder afhankelijk zijn van energieleveranciers. En sommige mensen zijn daar zeker blij mee. Deze grafiek geeft de energie situatie nog eens goed weer. U ziet hier dat 10.000 vierkante meter van de nieuwe generatie PV-zonnecellen, die jaarlijks 3000 MegaWatt-uur oplevert in 2015. Zes windmolens hebben we gepland en die leveren 150 MegaWatt-uur per jaar op. Biomassa-vergisting levert 500 MegaWatt-uur per jaar op. Dat maakt samen 3650 MegaWatt-uur per jaar en dat betekent dat we circa 30 procent meer produceren dan de energiebehoefte van Green Office 2015. Zoals Thomas RAU al aangaf ligt hier ook de reden dat we duurzaamheids scores, die gedefinieerd zijn zoals Breeam en greencalc eenvoudig zullen bereiken. En hoewel die extreem hoog lijken, kunnen we die realiseren. We kunnen zelfs stellen dat die energie certificering methodieken zelfs geen rekening houden met zeer relevante innovaties die wij realiseren; zoals recyclebaar glas wordt niet meegenomen in de calculaties en het groene karakter waardoor wij bijdragen aan het beperken van fijnstof en zorgen voor CO2 productie. Of dat door de overkapping van het spoor bijdraagt aan het terugdringen van de geluidsoverlast van het treinverkeer. Ik wil u ook nog even wijzen op de manier waarop we de afvalstromen in Green Office 2015 beperken. Dat doen we bijvoorbeeld door: • watervijvers aan te leggen die meerdere functies hebben, zoals recreatie, regenwater opvangen, de opslag van bluswater en het afvoeren van het teveel aan warmte in gebouw; • door GFT-afval en zwart water te vergisten, wat de rioolbelasting verkleint; • en een mooi systeem, waarbij al GFT-afval dat in Green Office 2015 wordt geproduceerd in kokers te deponeren en op een centrale plaats te shredderen en te scheiden. Uit de restproducten wordt energie onttrokken, of er wordt energie aan toegevoegd, zodat dit afval een nieuwe bestemming krijgt. Dit zijn allemaal technische oplossingen en uiteindelijk gaat niet om deze technische oplossingen, maar wij zijn begonnen in onze integrale aanpak van onze ambities met de mens en daar wil ik eigenlijk naar terugkeren. Want uiteindelijk hoe ziet de mens er nou uit in deze woon, werk en recreatie omgeving.
Als je wilt bepalen wat de ideale werk- en leefomgeving is, dan moet je je ook afvragen, wie zijn de gebruikers en is dat afhankelijk van onze gedachten. Wij zijn te rade gegaan bij Philips en TNO en we hebben gevraagd of zij daar een idee over hebben. Philips en TNO hebben een onderzoek gedaan naar wat voor mensen in de toekomst woonachtig en werkzaam zijn in deze omgeving en wat wij zien is dat informatie een steeds belangrijkere grondstof wordt voor het werk. Mensen willen steeds meer werken wanneer het hun uitkomt en het kantoor als ontmoetingsplek wordt steeds belangrijker. Bovendien wordt het steeds wenselijker om gebouwen en ruimten langer dan tijdens kantooruren te gebruiken; zo houd je een gebied vitaal, gebruik je de schaarse vierkante meters efficiënter en profiteer je van hogere exploitatieopbrengsten. Kortom, er vindt een verschuiving in kantoorgebruik plaats, waardoor de kantooromgeving van 2015 afwijkt van de situatie van nu. In de impressies die u ik zo meteen laat zien, is de Rijksgebouwendienst modelgebruiker. Het geplande kantoorvolume bedraagt ca. 50.000 vierkante meter op basis van de werkplekken in 2008. Dit oppervlak is inclusief facilitaire diensten, zoals kantine, repro en kinderopvang. In 2015 zullen de overeenkomstige werkplekken niet kleiner zijn dan dat ze nu zijn, maar de absolute ruimtebehoefte zal wel afnemen door verandering in het gebruik. We zien dan minder 9-tot 5-functies en meer projectmatig of kortdurend werkplekgebruik. Daarbij worden de facilitaire ruimtes in 2015 naar het publieke gebied geplaatst, om deze ruimtes beter te kunnen exploiteren; ze worden dan immers langer gebruikt, bijvoorbeeld een kantine die bedrijfsrestaurant wordt en ‘s avonds voor publiek ook geopend is. TNO en Philips hebben de gebruikers van Green Office 2015 nauwkeurig in beeld gebracht. Daarvoor hebben zij gebruik gemaakt van persona’s die representatief zijn voor de groep werkelijke gebruikers. Persona’s zijn fictieve personen met een naam, een foto, eigen werkstijlen. Die hebben wij gebruikt om te komen tot een oplossing. Zo heb je ‘Betty’ en ‘Carolien’ die veel op kantoor werken. ‘Betty’ is bijvoorbeeld secretaresse. Je hebt ‘Arno’ en ‘Daan’ die veel onderweg zijn. Of ‘Xander’ die projectmatig werk verricht en alleen op kantoor aanwezig is als zijn werk daar aanleiding toe geeft. Bij onze uitwerking hebben wij deze persona centraal gesteld om, te komen tot een integrale oplossing. Hoe ziet de werk- en leefomgeving van deze persona’s er dan uit? Ik laat u drie werkplekken zien: die van Betty, Xander en de mogelijkheden voor videoconference. De werkplek heeft invloed op ons welbevinden en de arbeidsproductiviteit. Zeker voor Betty, die per dag veel bureauwerk verricht, is dit belangrijk. In Green Office 2015 is daarom een thermisch actief vloersysteem geplaatst op basis van bouwdeel kernactivering, waarbij Betty het comfort heeft van de stralingswarmte van de topvloer en koeling van boven, dus van het plafond. Warmte komt van onderen en de koeling van boven.
Zij kan op alle plekken waar zij verblijft een raam openen, ook al is dit vanuit technisch oogpunt niet nodig. Maar vanuit beleving is het belangrijk dat zij alle ramen kan opendoen. En met sensortechnologie zijn we dan op de hoogte of het raam open of dicht is. En wanneer Betty het raam sluit dan activeren we pas de mechanische ventilatie voor haar werkplek. Alle werkplekken zijn uitgevoerd met een microklimaat, waarbij de verse ventilatielucht middels verdringingsventilatie tot de werkplek wordt toegelaten, zonder dat vermenging optreedt met verontreinigde lucht. Op basis van Peltier elementen in het kantoormeubilair vindt persoonsgebonden nabehandeling plaats van de voorbehandelde verse buitenlucht. Kortom, Betty kan kiezen op haar werkplek of zij het warmer of kouder wil hebben. En als zij van werkplek veranderd zullen we dat merken en daar worden automatisch haar instellingen meegenomen. Hierdoor is het comfort op haar werkplek hoger dan bij traditioneel mengende systemen. De verontreinigde lucht wordt met verdringingsventilatie aan de plafondzijde uit het vertrek afgevoerd. Er vindt dus geen menging plaats. Door deze thermische gelaagdheid wordt lucht afgevoerd met een temperatuur die hoger is dan die in de verblijfzone. En dat is natuurlijk heel positief, waardoor het systeem energie-efficiënter werkt. Betty heeft geen vaste werkplek, maar wel een persoonlijke werkplek. Zij kan overal inloggen, waarbij er bijvoorbeeld digitale fotolijstjes en een digitaal prikbord op haar flexplek verschijnen, waardoor ze toch haar persoonlijke omgeving kan creëren. Voor Xander, de jonge man, die veel als projectleider weg is, die komt binnen en heeft een totaal andere behoefte. • • • • •
Behoefte aan gestuurde persoonlijke microklimaatsering, vergelijkbaar met Betty, maar als hij binnenkomt weet het systeem dat het Xander is en zal het zijn instellingen overnemen. ICT gebruik onafhankelijk van de werklocatie oplaadmat: snoerloos opladen van zijn laptop gesproken informatie die hij meeneemt met behulp van slimme software eenvoudig omzetten in geschreven notulen. Continue bereikbaarheid en locatie kennis over zijn persoonlijke netwerk en waar zijn collega’s zijn op dat moment.
Alle gebruikers van Green Office 2015 kunnen gebruikmaken van videoconference. Een groot voordeel van dit virtueel vergaderen is de beperking van de mobiliteitsbewegingen. In de video conference ruimtes is geen daglicht nodig. Ik zou nog meer voorbeelden kunnen noemen van hoe wij de ideale werk- en leefomgeving en duurzame energievoorziening in 2015 kunnen realiseren, maar ik moet afsluiten. Zoals u ziet zijn wij niet uit gegaan van een enkel gebouw, maar van een gebiedsontwikkeling en hebben de mens en zijn behoeften op het gebied van veilig werken, wonen en recreëren centraal gesteld. Door de integrale aanpak zijn wij
instaat om een energieproducerend gebied te ontwikkelen die bovendien positief bijdraagt aan het milieu. Ik dank u voor uw aandacht
Integraal duurzame kantoor / gebiedsontwikkeling, hoe samen verder? Aart van Gelder, initiatiefnemer Green Office 2015 / algemeen directeur Imtech Nederland Hoe nu verder? Het Green Office 2015 project zoals vanmiddag aan u gepresenteerd vraagt om een vervolg, het mag toch niet zo zijn dat het na vanmiddag over is. Ik voel mij gesteund door mevrouw Cramer om verder te gaan, en met mij vele anderen. Ik denk dat dit studieproject een geweldige ambitie in zich heeft. Het is begonnen vanuit de techniek, ik ben terug gefloten en het is geworden wat het nu is. Het Green Office 2015 project zoals dat vanmiddag is gepresenteerd vraagt om een vervolg en dat krijgt het ook. Wij hebben gisteren met de partners van Green Office 2015 afgesproken dat we een convenant gaan opstellen, een samenwerkingsovereenkomst, waarin staat dat wij in 2009 verder gaan. Dus over 4, 5 a 6 maanden gaan we weer een mini symposium organiseren en gaan we kijken waar we gekomen zijn. Het Green Office 2015 voelt zich gesteund door de vele positieve reacties vanuit de overheid zoals het Ministerie van VROM, met de RGD, maar ook door de reacties vanuit NS-poort, Prorail en gemeentes. Dat geldt ook voor de brancheorganisaties uit de bouwsector en kennisinstituten zoal TU’s en TNO. We kunnen dus niet meer weglopen. Als je met alle partijen zo commit aan een project dan zul je daar ook een vervolg aan moeten geven. Er zijn 3 thema’s die in deze maatschappij van ontzettend belang zijn. Green Office 2015 kan aan deze thema’s een versnelling geven.
1. De oplossingen voor binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen in Nederland Er zijn veel van deze plaatsen, er zijn veel mobiliteitsproblemen. Daar ligt gewoon een oplossing. En je kan dus gisteren beginnen als je wilt . In aansluiting op de
woorden van minister Cramer, waarin zij ons uitdaagt om met innovatieve oplossingen te komen: hier ligt er een. En daar zullen wij invulling aan gaan geven. Anderzijds willen wij die niet voor ons zelf houden. De groep heeft gezegd: wij willen dit delen in de sector en met collega’s om dit verder op een hoger niveau te tillen. Anderzijds, en daar is het niet mee begonnen, maar het heeft een positief afgeleid element in zich; met integraal ontwerpen gaat de kwaliteit omhoog en gaan de faalkosten naar beneden. Wij verbranden als bouwsector in Nederland in 2007 5 tot 6 miljard aan faalkosten. Denk eens dat je daar 10 tot 20% van kan terughalen, dat is ook onze verantwoordelijkheid 2. Integraal ontwerpen en bouwen (ketenintegratie) Green Office 2015 wil een bijdrage leveren aan de zo noodzakelijke ketenintegratie in de bouwsector. Wat zijn wij verkokerd. Roald zei dat de sector er aan toe is, dat is zo, maar hij is er absoluut niet klaar voor. Dat kan je zeggen, want je zit niet in de bouwsector op die manier, maar wij moeten nog zoveel doen. Ik denk als we op die manier aan de gang gaan, kunnen we het op die manier in gang zetten. Er zijn al een aantal bewegingen geweest. Het feit alleen al dat de branche organisaties achter dit verhaal staan, betekent ook iets voor 2009 en de komende jaren, omdat voor ons beter te gaan faciliteren. Dan kom je echt op het woord change uit, dat natuurlijk al heel veel gevallen is deze dag. Maar dan heb je het echt over change management. Het gaat helemaal niet om technische innovatie, absoluut niet. Dit krijg je alleen maar voor elkaar als je sociale innovatie invult in je onderneming. En dat heeft alles te maken met awareness, dat heeft alles te maken met mindsetting en heeft alles te maken hoe je op een andere manier wilt denken. Daar hebben de CEO’s van onze participerende bedrijven ook een verantwoordelijkheid in, niet alleen de directielagen daaronder, die naar seminars gaan en naar congressen. Nee daar ligt een verantwoordelijkheid in de sector zelf. Daarnaast ligt er ook een bij de overheid, die dit zou kunnen stimuleren. Minister Cramer heeft daar al een voorbeeld van gegeven. 3. Het onderwijs Dit gaat over onze kinderen en kleinkinderen. Deze manier van innoveren start in het onderwijs. Innoveren kun je leren. En dan heb ik het over de hele onderwijs kolom, van de technische universiteiten die zich af en toe als koninkrijkjes gedragen tot aan het vakonderwijs en alles wat daar tussen zit. Toen ik de afgelopen maanden bij de TU in Delft en Eindhoven was, heeft mij dit gesterkt, dat daar de wil ook is. De wil om dit op te pakken. Ik ga het nu samenvatten, dat is best lastig maar ik doe het wel
Conclusies
De mens centraal, dat hadden we gezegd. Het energieleverend gebouw, dat staat er Het duurzaamste kantoor ter wereld Een hele belangrijke, is dit allemaal betaalbaar en haalbaar? Want de markt vindt alles prachtig, maar als we een gebouw gaan huren dan zien we de m2 prijs, maar als het bij een duurzaam kantoor hoger is, dan gaan we er over nadenken. Ik geef u de verzekering dat dit gebouw, in deze omgeving voor dezelfde huurprijs neergezet kan worden als de traditionele gebouwen. Dan moet je als belegger of ontwikkelaar wel heel sterk in je schoenen staan, als je dit Green Office 2015 voorbij laat gaan. Misschien dat u mij uitdaagt en vraagt waar zijn die berekeningen, en vraagt wie heeft dat gedaan en mag ik dat even zien? Niet vanmiddag, de berekeningen zijn er wel, maar we hebben hier een belegger aan laten rekenen en die staat hier ook compleet achter. Dat was voor mij de reden om dit absoluut te laten staan, anders had ik hem weggehaald. Maar we hebben nog wat aan elkaar uit te leggen en dat gaan we de komende weken doen. GO geeft een stukje hart terug aan de steden, creëert landschappen, reduceert de CO2 en ontlast het milieu en het is flexibel en multifunctioneel. En het past ook nog, in het boekje van Bert van Delden, dus we komen bij de VROM terecht. Goed, nou het is prachtig, en nu , dan moet je in een congres een aantal aanbevelingen geven, en even kijken wat we er echt mee doen.
Aanbevelingen er zijn er een paar. Wij gaan in ieder geval met Ducht Green building council praten om de Breeam en Greencalc normen gesitueerd te krijgen op een locatie zoals wij nu bedacht hebben. Want niet vanuit de theorie, maar vanuit de praktijk zou dit moeten werken, en eigenlijk zou je dit binnen Europa moeten afspreken, maar laten we maar hier beginnen. We gaan in ieder geval de brancheverenigingen mobiliseren met een aantal mensen. Wij gaan ze op hun verantwoordelijkheid drukken, dus de voorzitters en directeuren van een BNA een Bouwend Nederland, een Uneto VNI, noem het maar op. U zult de komende maanden iets van ons horen. De overheid, daar wordt heel veel over gezeurd, we vinden alles prachtig maar het moet altijd voor de laagste prijs, daar doet iedereen aan mee, de gemeente, de overheid, particulieren. Een ding, van mij mag je het woordje laagste laten staan, maar dan gaan we dat andere woord veranderen, de prijs gaan we veranderen in Total costs of ownership. Daarmee gaan wij werken, want daarmee leg je de verantwoordelijkheid bij de ontwerpers en bij de exploitatiefase. Dan kan je dit soort dingen ontwikkelen en in beweging krijgen. Maar er moet nog veel gebeuren, dit is een aanbeveling in deze terminologieën, daar moet elke aanbesteder over denken wil hij nog enig maatschappelijk belang in zich zelf naar voren brengen. Dus daar zullen wij een groot beroep op gaan doen. Een ander verhaal is wij zijn in Nederland een beetje een uitzondering, als je in Amerika een kantoor huurt, zijn er altijd 2 vragen. Wat is de m2 prijs en wat zijn de energiekosten. In Nederland vergeten we dat gewoon, nee de laagste m2 prijs en de rest zien we wel. Wist u dat over gehele exploitatiefase van een gebouw, de energiekosten meer dan 20 tot 40% zijn. Dus je hoort je als huurder af te vragen, wat betaal ik aan m2s en wat betaal ik aan mijn energie. Wij hebben een stelsel bedacht waarin we een all-in prijs in op de markt brengen. Een all-in prijs waarvoor een belegger het wil verhuren, een all-in prijs waar in zit een m2 prijs en een energieprijs. Dwz dat de verantwoordelijkheid voor het energieverhaal voor hem is, zo simpel is het natuurlijk
niet, er zitten een aantal aanhangsels bij, maar dat zou onze markt een stuk kunnen verlichten en een stuk meer awareness opleveren Wij zouden aan de overheid willen vragen, geef ons wat meer ruimte, probeer deze ideeën en concepten meer ruimte te geven. Die mensen zitten in de zaal, maar buiten de zaal zijn er toch wel eens teleurstellingen. Prijsvragen die naast ons neergelegd worden, ongevraagde adviezen waarvan gezegd wordt, prachtig, leuk, maar we gaan toch de andere kant uit. Dat werkt natuurlijk niet motiverend in deze sector. Daar zou nog wel eens iets aan moeten gebeuren. De overheid zou ons ook kunnen helpen met een duwtje in de rug door bv visie en de BIM systematiek, ik ga daar niet op in, maar het zijn hulpmiddelen om integraal te denken en integraal te ontwerpen. Dat is niet moeilijk, er zijn gemeentes die doen dat al. Rotterdam en Breda zijn daar een voorbeeld van. Maar het zou eigenlijk wat meer verder in het land weggezet moeten worden, zodat andere gemeentes dit ook gaan doen. Want dit helpt ons zo. Niemand hoeft ons de trap op te helpen, maar een duwtje in de rug is soms ook wel prettig. Het bouw besluit zal hier en daar moeten worden aangepast, daar komen wij ook mee, daar hebben wij vanuit de studie ook ervaringen mee opgedaan en dat geldt ook voor bouwen, nabij en over spoorzones. Dit is wel nodig, wil je dit soort projecten van de grond kunnen krijgen. We hebben een aantal conclusies gegeven, we hebben een aantal aanbevelingen gedaan en daar zou ik het bij kunnen laten. Maar zo wil ik niet afsluiten. Er komt er dus nog eentje bij. Wat gaan wij nu zelf als Green Office 2015 doen. Wij gaan vanaf nu gewoon aan het werk . Allereerst de partnerovereenkomst , dan moet je het wel over 3 dingen hebben, een stukje ontwikkeling, een stukje realisatie en een stukje innovatie. En dan koppel je dit aan elkaar en misschien moeten we wat delen. Uit elkaar trekken omdat we de hele keten er bij willen houden, maar wij willen een kennisplatform worden in Nederland op dit gebied, maar met de integrale gedachte. Dat gaat dus gebeuren Wij gaan binnenkort een aantal gemeentes bezoeken, gevraagd of ongevraagd en we gaan de overheid hierbij hulp vragen. Krijgen we die niet dan gaan we toch. Samen is beter en het eerste belletje is naar Bert van Delden, want Bert heeft gezegd ik ga jou helpen. We gaan in gesprek met Dutch Green Building council om die aanbevelingen wat scherper te krijgen. We gaan in ieder geval een samenwerkingsnotitie opstellen , voor de branche organisaties , ze zitten allemaal hier in de zaal . Een week geleden was er een bouw event , daar kwam dezelfde vraag boven tafel: waarop lukt het gewoon niet die ketenintegratie. Het heeft alles te maken met wie gaat op wie zitten wachten. Nou deze tijd is over, we gaan met de brancheorganisaties aan de slag. Ze krijgen brieven, notities en gesprekken met ons. Ik zal me druk gaan maken, met een aantal mensen in de zaal, wij gaan daar voor knokken. Want als je dat allemaal niet voor elkaar krijgt, dan lukt het gewoon niet. Het kan , de tijd is rijp. Wij willen ook een BIM case organiseren. Een BIM case is eigenlijk een week dat je met alle partijen rond de tafel zit en laat zien hoe zo’n model werkt. Wij willen een transparant huis, waarin iedereen kan komen kijken hoe zo’n proces nu verlopen, daar gaan we zelf aan werken. We gaan alle mensen uit de sector uitnodigen om hier met ons een week door heen te lopen. Daarmee kunnen zij ook
kennis opbouwen en kun je zien dat dit een tool is om integraal ontwerpen een paar stappen verder te krijgen. En wij gaan een nota voor het onderwijs opstellen, maar dat doen wij niet alleen als Green Office 2015, daar hebben wij die brancheorganisaties voor nodig. Ik heb in de afgelopen vergadering van de Regieraad van de taskforce die pas is opgericht onder leiding van Hans Blankert, gezegd: je hoort van ons. Hij wist dat dit symposium er was en ik zeg wij zullen voor het onderwijs een aantal initiatieven opstellen, waar we hiervan geleerd hebben. Daarnaast zijn er in Nederland nog een aantal initiatieven op methodisch innoveren, dat zullen we verzamelen en binnen die case brengen. Wij brengen ons deel in vanuit onze tak . Maar we proberen dat wat breder weg te krijgen. Nu ik het in een volle zaal heb gebracht, is dit natuurlijk niet vrijblijvend meer, maar ik voel me gesteund door 20-30 mensen van dit platform en ik ga volgend jaar met Rene, mijn CEO mijn lijstje doornemen want ik blijf wat doen, Green Office 2015 zal ook op deze lijst staan.