Coöperatie Eno U.A. Jaarverslag 2012
Inhoudsopgave 1. Verslag van de Raad van Bestuur ....................................................................................................................... 3 1.1 Algemene informatie ...................................................................................................................................... 3 1.2 Toestand per balansdatum ............................................................................................................................ 4 1.3 Ontwikkeling gedurende het boekjaar en resultaten ...................................................................................... 4 1.4 Risicobeheersing ........................................................................................................................................... 6 1.5 Verantwoording Governance Principes ......................................................................................................... 9 2. Verslag van de Raad van Commissarissen ....................................................................................................... 12 3.Jaarrekening ....................................................................................................................................................... 14 3.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 (voor resultaatbestemming) ............................................ 14 3.2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2012 ................................................................................ 16 3.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012 ................................................................................................... 17 3.4 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening ......................................................................................... 18 3.4.1 Toelichting algemeen ........................................................................................................................... 18 3.4.2 Toelichting op de geconsolideerde balans ........................................................................................... 29 3.4.3 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening............................................................... 34 3.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 (voor resultaatbestemming) .................................................. 42 3.6 Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2012 ...................................................................................... 43 3.7 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening 2012...................................................................................... 44 3.7.1 Toelichting algemeen ........................................................................................................................... 44 3.7.2 Toelichting op de enkelvoudige balans................................................................................................. 45 4. Overige gegevens ............................................................................................................................................. 47 4.1 Statutaire bepalingen inzake het resultaat ................................................................................................... 47 4.2 Bestemming van het resultaat ..................................................................................................................... 47 4.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ................................................................................. 48
2
1. Verslag van de Raad van Bestuur 1.1 Algemene informatie Juridische structuur Eno Zorgverzekeraar N.V. te Deventer maakt deel uit van de groep Eno. Van deze groep maakt naast Eno Zorgverzekeraar N.V., Coöperatie Eno U.A., Eno Holding B.V., Eno Aanvullende Verzekeringen N.V., Salland Zorgkantoor B.V., Eno Zorg B.V., Pegasus Kennis B.V., Salland WMO+ B.V., Medipay B.V. en Stichting Regizorg Nederland deel uit. In Eno Zorgverzekeraar N.V. zijn de zorgverzekeringsactiviteiten ondergebracht. De activiteiten van het zorgkantoor zijn ondergebracht in Salland Zorgkantoor B.V. De activiteiten van de aanvullende verzekeringen worden uitgevoerd in Eno Aanvullende Verzekeringen N.V. Aan het hoofd van de groep staat de Coöperatie Eno U.A. De coöperatie heeft een dochtermaatschappij Eno Holding B.V. Deze vennootschap houdt alle aandelen van de werkmaatschappijen en is ook bestuurder van de werkmaatschappijen. Eind 2012 heeft de groep Eno 151 medewerkers (fte) in dienst die de activiteiten van de groep uitvoeren. De groep Eno wordt bestuurd door de Raad van Bestuur van de Coöperatie Eno. Op de groep wordt toezicht gehouden door de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen leggen verantwoording aan de ledenraad van de Coöperatie Eno. Activiteiten en doelstelling en beleid De coöperatie heeft tot doelstelling om de belangen van haar leden te behartigen op het gebied van Zorgverzekeringen. Binnen de groep is Eno Zorgverzekeraar N.V. de zorgverzekeraar die valt onder de bepalingen van de Zorgverzekeringswet. Het grootste deel van deze activiteiten wordt uitgevoerd in de regio Salland. Daarnaast wikkelt Eno Zorgverzekeraar N.V. de verplichtingen af die nog volgen uit de voormalige Ziekenfondswet. Eno Aanvullende Verzekeringen N.V. voert de aanvullende verzekering uit, alleen voor verzekerden van Eno Zorgverzekeraar N.V. De aanvullende verzekering sluit aan op de verplichte verzekering van de Zorgverzekeringswet en omvat vergoedingen die niet zijn opgenomen in de basisverzekering. De belangrijkste vergoedingen binnen de aanvullende verzekering zijn: tandheelkundige hulp, fysiotherapie, hulpmiddelen, alternatieve geneeswijze en buitenlanddekking. De activiteiten van Zorgkantoor Midden IJssel zijn opgenomen in Salland Zorgkantoor B.V. Zij is de uitvoerder van de algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De activiteiten worden uitgevoerd voor de regio Salland. Eno Zorg B.V. voert een tweetal activiteiten uit. In de rol van intermediair worden ziektekosten– en reisverzekeringen verkocht. Voor de ziektekosten verzekeringen treedt De Goudse verzekeringen op als risicodrager, voor reisverzekeringen Allianz Global Assistance (voorheen Mondial Assistance). Medio 2012 is de intermediair over gegaan van De Friesland zorgverzekeraar naar Allianz Global Assistance.
3
Pegasus Kennis B.V. is de consultancy tak van Eno. In deze vennootschap worden consultancy activiteiten uitgevoerd op het gebied van implementatie van samenwerkingen tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Salland WMO+ B.V. voert activiteiten uit voor gemeenten. Zij verzorgt de uitvoering van Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) voor diverse gemeenten. In Medipay B.V. en Stichting Regizorg worden geen activiteiten meer gevoerd.
1.2 Toestand per balansdatum Uit de balans blijkt dat Coöperatie Eno ultimo het boekjaar een financieel gezonde organisatie is. Coöperatie Eno heeft ultimo 2012 een eigen vermogen van € 59,0 miljoen (2011: € 53,3 miljoen). In 2012 is een positief resultaat behaald van € 5,7 miljoen (2011: € 7,6 miljoen).
1.3 Ontwikkeling gedurende het boekjaar en resultaten Gezond resultaat De grote uitdagingen op economisch vlak waar onze maatschappij nu al een aantal jaren mee te maken heeft, zijn nog niet verdwenen. Europese begrotingsregels, waar ook Nederland zich aan gecommitteerd heeft, dwingen de overheid tot nieuwe en veelbesproken ingrepen. Eno beweegt zich daarin nog steeds vooruit, maar kiest voor gepaste ontwikkelstappen. Het voorzichtige financieel beleid is in 2012 gehandhaafd en het productaanbod is voor klanten een stuk overzichtelijker geworden. Via de premie hebben onze klanten geprofiteerd van besparingen op zorginkoop. Het financieel en maatschappelijk rendement van Eno is opnieuw gezond te noemen. Tempoversnelling De rol van zorgverzekeraars is door de nieuwe regering verder bekrachtigd. Dat schept toenemende verplichtingen, waar via een toezichtstelsel over gewaakt wordt. We zien dat het tempo daarbij omhoog gaat. Steeds sneller worden nu concrete resultaten verwacht op het menselijk en betaalbaar houden van de zorg. Contractonderhandelingen met ziekenhuizen, apothekers, GGZ-aanbieders en andere zorgaanbieders verscherpen. Er is ruimte gekomen voor maatschappelijke discussie over gepaste zorg en nieuwe type afspraken met zorgaanbieders, bijvoorbeeld in de vorm van belonen voor gezondheidswinst. Eind 2012 heeft Eno de eerste aanzet gedaan om haar controles op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de gedeclareerde zorgverlening te intensiveren. Begin 2013 is een verbeterplan aan de NZa aangeleverd. In dit plan is nader uitgewerkt hoe Eno de materiële controles verscherpt gaat uitvoeren. Periodiek rapporteert Eno de voortgang aan de NZa. Driehoeksverhouding Nieuwe overheidsmaatregelen en verhoogde aandacht voor zorgverzekeraars in de media maken klanten meer betrokken bij hun zorgverzekering. Door het verhoogde verplicht eigen risico en nieuwe eigen bijdragen betalen klanten meer en sneller zichtbaar voor zorg. Het resultaat is een steeds inniger interactie tussen klant, zorgaanbieder en zorgverzekeraar, waarin afwegingen over en toezicht op gepaste zorg, tijdige contractafspraken en inzicht in gemaakte zorgkosten een grote rol spelen. Eno vult vanuit een groot
4
verantwoordelijkheidsbesef haar rol in door onder andere het contracteerproces verder te versnellen en verhoogde aandacht voor toezicht op kwaliteit in te richten. Eno beweegt vooruit Het tempo van Eno beweegt met deze ontwikkelingen navenant mee, voorzien van een voorwaartse blik. In de Raad van Bestuursamenstelling zijn wijzigingen doorgevoerd en een nieuw managementteam bouwt gestructureerd en in gepaste versnelling verder aan de toekomst. De Raad van Bestuur en het MT hebben de koers nog verfijnder afgesteld op het bieden van diensten en producten voor specifieke doelgroepen (multi-label aanpak), door bestaande producten en processen te optimaliseren en een flexibele basis te leggen voor nieuw aanbod. De Raad van Commissarissen en de Ledenraad hebben deze strategie bekrachtigd. Resultaten in 2012 In het afgelopen boekjaar heeft Eno een aantal grote projecten succesvol afgerond en een start gemaakt met de verdere professionalisering van de organisatie. Een greep uit de resultaten:
Vernieuwd productaanbod; Nieuwe offertemodule is veelvuldig gebruikt; Nieuwe Raad van Bestuursamenstelling en installatie van managementteam; Multi-labelstrategie verder uitgewerkt en vastgesteld door RvC en Ledenraad; Kostenbesparingen op zorginkoop teruggesluisd naar de verzekerden; Nieuwe collectiviteiten en zakelijke samenwerkingen; Succesvolle overgang naar een nieuw administratief systeem voor Zorgkantoor Midden IJssel; Actuele scholing (o.a. WfT en Permanente Educatie) voor medewerkers; Verruimde openingstijden voor klanten; Procesverbeteringen in operatie en IT.
Evenals vorige jaren blijven de onzekerheden met betrekking tot de bepaling van de financiële resultaten. Deze onzekerheden zijn onder paragraaf 1.4 Risicobeheersing en in de toelichting op de jaarrekening nader uiteengezet. In de jaarrekening is op een prudente wijze een inschatting gemaakt van de risico’s. De overige financiële beleggingen zijn in 2012 toegenomen van € 87 miljoen naar € 126 miljoen. De belangrijkste oorzaak is dat Eno in 2012 een groot deel van haar liquiditeiten is gaan beleggen in staatsobligaties met een triple A rating. Hiermee is tegen een laagrisicoprofiel een verdere spreiding van de beleggingen aangebracht. Het rendement op deze staatsobligaties was in 2012 gering. In 2012 was het rendement op de beleggingsportefeuille € 2,5 miljoen. De technische voorziening bedraagt per 31 december 2012 € 137 miljoen (31 december 2011 € 117 miljoen). De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van declaraties GGZ en ziekenhuiszorg vanwege landelijke problematiek naar aanleiding van de overgang per 1 januari 2012 van budgetbekostiging naar prestatiebekostiging op basis van gedeclareerde DOT’s. Coöperatie Eno U.A. heeft het jaar 2012 afgesloten met een positief resultaat van € 5,7 miljoen (2011 € 7,6 miljoen). Ten opzichte van 2011 is het resultaat met € 1,9 miljoen gedaald. De resultaatsdaling wordt onder meer
5
veroorzaakt door de toegenomen beheerskosten maar ook door het vormen van een premietekortvoorziening en het verhogen van de prudentievoorziening. Daartegenover staat een de daling van de zorgkosten. Deze effecten hebben geleid tot een technisch resultaat van € 2,8 miljoen positief. Door een positief niettechnisch resultaat van € 2,8 miljoen bedraagt het resultaat € 5,6 miljoen positief. Het label Holland Zorg heeft een positieve bijdrage geleverd aan het resultaat van Eno. Het label Energiek heeft een geringe bijdrage geleverd aan het resultaat van Eno. Het label Salland heeft een licht positieve bijdrage geleverd aan het resultaat van Eno. De goede zorginkoop en een verbeterde werking van het risicovereveningsmodel heeft hiertoe geleid. De samenstelling van het resultaat van de Coöperatie Eno is: Naam Eno Holding B.V. Eno Zorgverzekeraar N.V. Eno Aanvullende Verzekeringen N.V. Salland Zorgkantoor B.V. Eno Zorg B.V. Pegasus Kennis B.V. Salland WMO+ B.V. Medipay B.V. Multizorg VRZ B.V. Trajectzorg Nederland B.V. Stichting RegiZorg Nederland Totaal
Aandeel in het resultaat (bedragen x € 1.000)
-39 2.907 2.726 63 22 1 -34 21 -13 5.654
1.4 Risicobeheersing Algemeen Het beheersen van bedrijfsprocessen ziet de Raad van Bestuur als een kritische succesfactor voor het bieden van zekerheid gericht op continuïteit op lange termijn van zowel Eno verzekerden als medewerkers. De Raad van Bestuur aanvaardt de volledige verantwoordelijkheid voor de opzet en werking van de Eno risicobeheer- en controlesystemen. Hieronder worden de belangrijkste risicocategorieën omschreven en wordt aangegeven hoe deze risico’s worden bewaakt. Strategische risico’s De huidige governance structuur (de Raad van Commissarissen, de Raad van Bestuur en het managementteam) waarborgt dat de strategische risico’s worden bewaakt. Jaarlijks worden de strategische risico’s gedefinieerd en geanalyseerd. Waar nodig worden beheersmaatregelen benoemd, welke worden bewaakt. De compliance officer rapporteert twee keer per jaar aan de Raad van Commissarissen omtrent de voortgang van de risicomanagement vraagstukken.
6
Tactische risico’s De Raad van Bestuur en het managementteam zijn verantwoordelijk voor de inventarisatie van tactische risico’s. Per aandachtsgebied is een inventarisatie gemaakt, waarna beheersmaatregelen worden geïmplementeerd. Omtrent voortgang en bewaking wordt per kwartaal gerapporteerd aan het Audit & Risk Committee en de Raad van Bestuur. Operationele risico’s Binnen het In Control programma zijn alle kritische processen in kaart gebracht. Op processtapniveau is aangegeven welke risico’s een rol kunnen spelen. De key risks zijn voorzien van beheersmaatregelen en hierop vindt dossiervorming plaats. De Interne Audit Dienst bewaakt de beheersmaatregelen. De handmatige controles zullen zoveel mogelijk worden vervangen door systeemcontroles, waardoor de controlecyclus efficiënter zal verlopen. Politiek risico Eno opereert in een branche waar politiek invloeden zichtbaar aanwezig zijn. Eno mitigeert dit risico door continu de politieke besluitvorming en de daarmee samenhangende wijzigingen in wet- en regelgeving nauwgezet te volgen en haar beleid en organisatie daarop tijdig aan te passen. Tevens wordt dit risico gemitigeerd door in ZN en VRZ verband de politieke besluitvorming pro actief te volgen. Marktrisico Het marktrisico betreft de gevoeligheid voor veranderingen in de rente. Eno loopt gezien de omvang van de obligatieportefeuille een beperkt risico. Dit risico wordt beheerst door de duration in de portefeuille te matchen met de duration van de verplichtingen. Kredietrisico Om het kredietrisico op de uitstaande liquide middelen zo veel mogelijk te beperken heeft Eno haar liquide middelen in 2012 zoveel mogelijk gespreid over de verschillende bancaire instellingen. Solvency II De nieuwe Solvency II wetgeving stelt hoge eisen aan de interne beheersomgeving van Eno. Binnen Eno is het Solvency II project voortvarend van start gegaan. Het traject met betrekking tot de kwantitatieve eisen (Pillar 1), alsmede de kwantitatieve eisen (Pillar 2) zijn grotendeels afgerond. Voor deze twee trajecten is deelgenomen aan de zgn. parallel run en de ‘Own Risk Solvency Assessment’ (ORSA). Met betrekking tot de rapportage (Pillar 3) is beleid vastgesteld welke in 2013 verder wordt geïmplementeerd. Binnen Eno heeft de Interne Audit Dienst zijn beslag gekregen. Ook zijn de sleutelfuncties vanuit actuariaat, risk en compliance ingevuld en actief. Alhoewel de deadline voor implementatie van Solvency II waarschijnlijk tot 1 januari 2016 wordt doorgeschoven, kiest Eno voor een proactieve aanpak en zullen de resterende aspecten in 2013 worden aangepakt. Dit betekent dat de risicomanagementcyclus en de ORSA triggers actief blijven.
7
Recapitulatie van onzekerheden Met betrekking tot de jaarrekening 2012 kunnen de belangrijkste risico’s en onzekerheden als volgt worden samengevat: de Hoge Kosten Compensatie 2009 t/m 2012 zijn nog niet definitief afgerekend; er vindt nog macronacalculatie plaats van de kosten over 2009 t/m 2011 en flankerend beleid 2012; de bijdrage van het CVZ over de jaren 2005, 2009 t/m 2012 wordt nog gedeeltelijk nagecalculeerd; naar verwachting wordt in het vierde kwartaal 2013 de definitieve onder- en overfinanciering ziekenhuizen 2010 afgerekend. De afrekening van de onder- en overfinanciering 2009 heeft nog niet definitief plaatsgevonden. Mogelijk volgen naar aanleiding van ingediende bezwaren nog correcties. Als gevolg hiervan is de schadelast over 2009 tot en met 2012 onzeker; de inschatting van de schadelast ziektekosten 2011 en 2012 wordt bemoeilijkt doordat belangrijke spiegelinformatie omtrent DBC’s respectievelijk DOT’s ontbreekt; de definitieve verhouding tussen de vaste en variabele kosten van ziekenhuiszorg moet over de jaren 2011 en 2012 nog bepaald worden; het budget eigen risico 2012 is nog niet definitief vastgesteld; de inschatting van de kosten GGZ 2011 en 2012 wordt bemoeilijkt vanwege het ontbreken van belangrijke spiegelinformatie; Al deze onzekerheden zijn op basis van een best estimate schatting opgenomen in de jaarrekening. Daarnaast is voor al deze risico’s een prudentievoorziening gevormd van € 7,8 miljoen (2011: 5,0 miljoen). De Raad van Bestuur acht deze voorziening toereikend voor een eventueel negatief scenario. De risico’s met betrekking tot de invoering van de basisverzekering en de werking van het risicovereveningssysteem worden uitvoerig toegelicht in de toelichting op de jaarrekening. Verzekeringsrisico Eno is primair een zorgverzekeraar en richt zich voornamelijk op eigen zorggerelateerde producten als zorgverzekeringen. Het verzekeringsrisico voor Eno wordt beperkt doordat de inkomsten uit het landelijke budget op basis van risicoverevening, verevening, nacalculatie-effecten en effect bandbreedteregeling toegekend worden aan de zorgverzekeraars. Het resterende risico wordt beperkt door maatregelen op het gebied van schadelastbeheersing en aanpassing van de premie. Beleggingsrisico Eno heeft een beleggingsstatuut waarbinnen de Raad van Bestuur het mandaat heeft om te handelen. Risicovolle c.q. speculatieve beleggingen worden vermeden. Er werd in 2012 belegd in onroerend goed, aandelen, obligaties en liquiditeiten. Het onroerend goed betreft het eigen pand. Er is in 2012 besloten om een aanzienlijk deel van het te beleggen vermogen te beleggen in staatsobligaties van landen met een triple A-rating. De beleggingsadvies-commissie adviseert Eno over het te voeren beleggingsbeleid.
8
Informatie en communicatie De communicatie van financiële en managementinformatie vindt plaats volgens vaste richtlijnen. Eno zet hiervoor mondelinge en schriftelijke communicatiemiddelen in. Maandelijks vinden business reviews plaats van de Raad van Bestuur met de managers. Dit houdt een maandelijks bilateraal overleg in en een rapportage per kwartaal. Informatiebeveiliging Beveiliging van geautomatiseerde systemen en diensten vraagt bijzondere aandacht. In 2012 is daar verdere aandacht aan gegeven doordat de kantoor ICT systemen zijn vernieuwd naar de meest moderne platformen. Het ICT beheer is in 2011 uitbesteed aan hosting partner Vancis. Deze hosting partner is gecertificeerd naar de Code voor Informatiebeveiliging. In 2012 is gestart met een gezamenlijk traject tussen Eno en Vancis, om specifieke eisen vanuit privacy, continuïteit en veranderingsmanagement nog verder vorm te geven.
1.5 Verantwoording Governance Principes Coöperatie Eno onderschrijft de regulering zoals opgenomen in de Governance Code van het verbond van Verzekeraars zoals die geldt voor Eno Zorgverzekeraar N.V. en Eno Aanvullende Verzekeringen N.V. Hierin zijn gedragsregels opgenomen over de volgende onderwerpen. 1. Raad van Commissarissen a. Samenstelling en deskundigheid b. Taak en werkwijze 2. Raad van Bestuur a. Samenstelling en deskundigheid b. Taak en werkwijze 3. Risicomanagement 4. Audit 5. Beloningsbeleid
Onderstaand wordt per onderdeel toegelicht in hoeverre de groep Eno voldoet aan de code en welke punten zij een eigen invulling geeft aan de code. 1. Raad van commissarissen a. Samenstelling en deskundigheid Eno voldoet volledig aan dit onderdeel van de code. In 2012 is gestart met het permanente educatie programma voor de leden van de raad van commissarissen. In 2012 is een aantal bijeenkomsten georganiseerd waarbij aandacht is gegeven aan de deskundigheid van de commissarissen met betrekking tot de impact van Solvency II. Ook hebben de commissarissen individueel gewerkt aan de verdieping van hun deskundigheid.
9
b. Taak en werkwijze Eno voldoet op dit onderdeel aan de code. In 2012 is het onderdeel risicomanagement besproken in de vergaderingen van het Audit & Risk Committee. In de 1e helft van 2012 is een separate risicocommissie ingesteld welke onderdeel wordt van het Audit & Risk Committee. 2. Raad van Bestuur a. Samenstelling en deskundigheid Eno voldoet volledig aan dit onderdeel van de code. In 2012 is gestart met het permanente educatie programma voor de Raad van Bestuur. In 2012 is een aantal bijeenkomsten georganiseerd waarbij aandacht is gegeven aan de deskundigheid van de Raad van Bestuur met betrekking tot de impact van Solvency II. Ook hebben de Raad van Bestuurleden individueel gewerkt aan de verdieping van hun deskundigheid. b. Taak en werkwijze Eno voldoet op dit onderdeel volledig. 3. Risicomanagement Eno voldoet eind 2012 volledig aan de code. Per 1 september 2012 is een risicocommissie actief binnen de Raad van Commissarissen en de risicobereidheid is eind 2012 definitief vastgesteld. 4. Audit Eno voldoet aan de code. Met ingang van 2012 is de interne audit dienst gestart met haar werkzaamheden. 5. Beloningsbeleid Op dit onderdeel voldoet Eno volledig aan de code.
1.6 De verwachte gang van zaken De ontwikkelingen in de zorg en het toezichtkader van de overheid hebben als risico dat de klant vergeten wordt. Dat mag niet gebeuren, de focus van Eno blijft gericht op het belang van de leden. In grote lijnen richt de projectmatige aanpassing van Eno zich op de volgende activiteiten:
Klanten en services: de inhoud van alle producten wordt de komende jaren gemoderniseerd zoals door de aanpassing van de polis, het opnemen van de AWBZ onderdelen, een duidelijker positionering van de premie en meer regionaal gericht maatwerk. Een moderne mijn omgeving zal dit gaan ondersteunen.
Operationeel: de komende jaren zullen de modernisering van de administratieve werkprocessen en de ICT ondersteuning daarvan veel aandacht krijgen. In 2012 zijn we daarmee begonnen en zullen in 2013 hiermee verder gaan.
Alle onderdelen van Eno dragen bij aan de continuïteit van het bedrijf. Het vraagt een ondernemende en professionele werkhouding. Een scherp bewustzijn van de toenemende risico’s en uitdagingen en grote aandacht voor de kwaliteit van de uitvoering zijn daarbij onontbeerlijk voor het toekomstig succes. De continuïteit van het bedrijf is alleen mogelijk met een duurzaam rendement om binnen de wettelijke kaders een stabiele basis te blijven bieden aan de leden. De financiële basis was en is altijd goed geweest bij Eno. En dat blijft ook zo. De door Eno ontwikkelde plannen voldoen aan de wettelijke eisen waarmee Eno voor haar klanten ook een betrouwbaar bedrijf is.
10
Begin 2013 is een tienjarige huurovereenkomst aangegaan ten behoeve van het kantoorpand Munsterstraat 7. De huur bedraagt € 230.208,- per jaar en heeft een opzegtermijn van 1 jaar. De indexering van de huurprijs zal voor het eerst per 1 mei 2016 plaatsvinden. De directie verwacht dat in 2013 opnieuw materiële investeringen noodzakelijk zijn om ambities van de organisatie te realiseren. Deze investeringen worden grotendeels in ICT gedaan. Er zullen zich naar verwachting geen wijzigingen voordoen in de financiering en de personeelsbezetting van Eno. De Raad van Bestuur is positief gestemd voor het jaar 2013. Door alle onzekerheden is het moeilijk om een goede inschatting te geven van het te verwachten resultaat 2013. De Raad van Bestuur verwacht echter op basis van de huidige inschatting van de risico’s dat er een positief resultaat wordt behaald voor 2013.
Deventer, 23 mei 2013 De Raad van Bestuur
F. Blankers Algemeen directeur
drs. E.L. Hooiveld RA Financieel Directeur
11
2. Verslag van de Raad van Commissarissen Over de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft meerdere taken: - de rol van toezichthouder vervullen inzake het beleid van het Bestuur en de algemene gang van zaken in de Coöperatie en de onderliggende bedrijven - een klankbord zijn voor het Bestuur - de werkgeversrol voor het Bestuur Om zijn taak goed te kunnen vervullen is de Raad van Commissarissen met zes personen breed samengesteld. In het jaar 2012 hebben zich geen personele wisselingen voorgedaan. De heren Schepers en Berkemeijer zijn beiden per 1 januari 2012 voor een nieuwe zittingstermijn van 3 jaar benoemd. De zes commissarissen hebben gezamenlijk specialistische kennis van verzekeringen, zorg, financiën, politiek en het besturen van organisaties. Zij volgen maatschappelijke ontwikkelingen op de voet. De opinievorming komt tot stand op basis van onafhankelijkheid en een kritische houding. Om aan hun toezichthoudende taak verdieping te geven zijn binnen de Raad van Commissarissen twee commissies samengesteld: - het Audit & Risk Committee richt zich op de activiteiten, verslaglegging en beheersing van de financiële en operationele risico’s, die uit de bedrijfsvoering voortvloeien. De externe accountant en compliance officer zijn directe gesprekspartners voor het Audit & Risk Committee, maar ook voor de Raad van Commissarissen als geheel. - de Remuneratiecommissie houdt zich bezig met de functionerings - en beoordelingsgesprekken en het daarmee gepaard gaande beloningsbeleid van het Bestuur. Gezien het toenemende belang van risicobeheersing is in 2012 besloten om het Audit & Risk Committee de formele status van Audit & Risk Committee te geven. Informeel fungeerde het Audit & Risk Committee feitelijk ook al als Risk Committee. De Raad van Commissarissen werkt volgens de governance principes, zoals die door brancheorganisatie zijn vastgelegd voor zorgverzekeraars en onderschrijft de principes en de wenselijkheid van transparantie in bestuur, het toezicht en het afleggen van verantwoordelijkheid daarover aan belanghebbenden. Mede in dat kader evalueert de Raad van Commissarissen zijn eigen functioneren. In lijn met de governance principes heeft de Raad van Commissarissen deze zelfevaluatie onder externe begeleiding uitgevoerd. De totale honorering voor de Raad van Commissarissen over 2012 is € 61.200,-- geweest, exclusief € 4.188,-onkostenvergoedingen. Het aanwezigheidspercentage van de commissarissen bij de plenaire vergaderingen bedroeg in 2012 98%. Daarnaast heeft een afvaardiging van de Raad van Commissarissen twee bijeenkomsten van de overlegvergaderingen van de ondernemingsraad met de bestuurder bijgewoond. Onderwerpen 2012 In en over 2012 zijn veel onderwerpen de revue gepasseerd. Zonder een volledig en uitputtende opsomming te doen, zijn de thema’s duidelijk aan te geven. Het thema bestuur en organisatie is in 2012 het belangrijkste thema geweest. De samenstelling van het Bestuur is gewijzigd door het vertrek per 1 augustus 2012 van de heer J.W. de Jong, voorzitter van het Bestuur. Verder is het Bestuur teruggebracht van drie naar twee leden. De heer de Jong is vanaf 1 juli 2005 eindverantwoordelijk geweest als respectievelijk algemeen directeur en voorzitter van het Bestuur. Wij danken hem voor zijn grote inzet en betrokkenheid. In mei 2012 is als tijdelijk opvolger in de functie van voorzitter van het Bestuur aangesteld de heer F. Blankers. Na een interim periode is de heer F. Blankers in februari 2013 aangesteld als voorzitter van het Bestuur.
12
Het thema beleid betreft onderwerpen zoals het meerjarenbeleid, het jaarplan, het commercieel beleid, het zorginkoopbeleid en ICT en uiteraard de realisatie van de doelstellingen, zowel inhoudelijk als financieel. Een zwaartepunt ligt echter bij de ontwikkeling en vaststelling van de strategie van Eno en de risico’s, verbonden aan haar activiteiten. In november heeft de Raad van Commissarissen zijn goedkeuring gegeven aan een vernieuwde strategie. In december heeft vervolgens de Ledenraad de strategienota vastgesteld. Het thema financieel beleid verdient een aparte vermelding met onderwerpen als het jaarverslag (inclusief jaarrekening) en financiële resultaten, de Beleggingsadviescommissie en het vermogensbeheer. Een volgende thema is toezicht met onderwerpen als de contacten en samenwerking met De Nederlandse Bank en de externe accountant. Een vijfde thema is Solvency II. De invoering hiervan raakt de organisatie in al haar geledingen. In vervolg op de aparte bijeenkomsten onder externe begeleiding in 2011 heeft de Raad van Commissarissen de ontwikkelingen terzake van dit onderwerp nauwgezet gevolgd. Om hier nog verder vorm aan te geven is het Audit & Risk Committee in de tweede helft 2012 omgevormd tot het Audit & Risk Committee. Verder is de Raad van Commissarissen ook nadrukkelijk met het eigen functioneren bezig geweest. Dit betreft onder meer de zelfevaluatie onder begeleiding van een extern bureau. Zoals aangegeven heeft de Raad van Commissarissen twee commissies, namelijk het Audit & Risk Committee en de Remuneratiecommissie. Deze laatste commissie heeft de reguliere functioneringsgesprekken met de Raad van Bestuur gevoerd. Verder is een nieuw beloningsbeleid voor het Bestuur en het management aan de orde geweest. Deze wordt afgestemd op de sectorale beloningscode, die overigens nog wel door het Ministerie van VWS moet worden goedgekeurd. De besproken onderwerpen zijn vervolgens in de voltallige Raad van Commissarissen besproken en geaccordeerd. Het Audit & Risk Committee heeft vooral de verdieping aangebracht in de onderwerpen die meer financieel, compliance en risk georiënteerd zijn. Met name is aandacht besteed aan de interne risicobeheersing- en controlesystemen. Ook over deze onderwerpen heeft verslaglegging aan de voltallige Raad van Commissarissen plaatsgevonden. Onderwerpen die bij het Audit & Risk Committee op de agenda hebben gestaan zijn onder meer: jaarrekening 2011, accountantsverslag 2011, managementletter KPMG, Audit Serviceplan KPMG, de kwartaalrapportages met financiële en andere ken- en stuurgetallen, prudentiebeleid, begroting 2013, beleggingen en vermogensbeheer, Beleggingsadviescommissie en ALM studie, Solvency II, de kwartaalrapportages compliance, risk & fraude, interne audit dienst, interne audits en de contacten en samenwerking met De Nederlandse Bank. Tot slot De Raad van Commissarissen merkt verder op, dat in 2012 niet alleen de omgeving waarin Eno werkzaam is zeer sterk in beweging is, maar ook de interne organisatie de nodige turbulentie heeft doorgemaakt. Dat heeft van alle medewerkers veel inzet, flexibiliteit en aanpassingsvermogen vereist. Dat de medewerkers ook in deze lastige tijden toch met veel passie en grote loyaliteit hun bijdrage aan de ontwikkeling van Eno hebben geleverd verdient daarom een groot compliment. Jans Schepers, Voorzitter Raad van Commissarissen
13
3.Jaarrekening 3.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 (voor resultaatbestemming) Activa (x €
31 december 2012
1.000)
Beleggingen Terreinen en gebouwen Beleggingen in deelnemingen Overige financiële beleggingen
(1) (2) (3)
2.000 98 126.321
31 december 2011
2.000 90 86.714 128.419
Vorderingen Vorderingen uit directe verzekering College voor zorgverzekeringen Overige vorderingen
(4) (5) (6)
14.892 25.314
88.804
10.247 11.404 13.872 40.206
Overige activa Materiële vaste activa Liquide middelen
(7) (8)
737 65.213
35.523
395 60.498 65.950
60.893
234.575
185.220
14
Passiva (x €
31 december 2012
1.000)
Groepsvermogen Geconsolideerd vermogen Onverdeeld resultaat
(9)
53.351 5.654
31 december 2011
45.724 7.612 59.005
53.336
Technische voorzieningen
(10)
137.219
117.430
Voorzieningen Overige
(11)
1.261
905
Schulden Schulden uit directe verzekering College voor zorgverzekeringen Overige schulden
(12) (13) (14)
8.456 17.405 11.229
8.914 4.635 37.090
13.549
234.575
185.220
15
3.2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2012 2012
(x € 1.000)
Technische rekening Verdiende premies eigen rekening en bijdragen Overige omzet
(15) (16)
238.293 9.632
2011
257.855 10.176 247.925
Schaden eigen rekening Betaalde schaden Wijziging technische voorziening schade Overige lasten
(17) (18) (19)
177.460 12.884 35.214
268.031
209.346 1.256 34.290 225.558
244.892
19.546
16.100
2.821
7.039
2.530
-861
303
1.434
Resultaat niet technische rekening
2.833
573
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
5.654
7.612
Bedrijfskosten
(20)
Resultaat technische rekening
Niet technische rekening Opbrengsten uit beleggingen Rentebaten en -lasten
(21)
16
3.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012 2012
(x € 1.000) Verloop liquide middelen Stand per 1 januari Stand per 31 december Mutatie liquide middelen
60.498 65.213
2011 73.234 60.498
4.715
-12.736
5.654
7.612
Deze mutatie is als volgt te verklaren: Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutatie technische voorziening Mutatie voorzieningen overig Mutatie in werkkapitaal
105 19.789 356 18.858
293 201 202 31.312 39.108 44.762
Kasstroom uit investerings- en beleggingsactiviteiten Investeringen en waardeveranderingen beleggingen Mutatie deelneming rechtstreeks in eigen vermogen Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
Mutatie liquide middelen
32.008 39.620
-39.615
-52.269
15 -459
-27 -67
12
7 -40.047
-52.356
4.715
-12.736
17
3.4 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 3.4.1 Toelichting algemeen Algemeen Activiteiten De activiteiten van de Coöperatie Eno U.A., statutair gevestigd te Deventer, en haar groepsmaatschappijen bestaan voornamelijk uit het activiteiten op het gebied van zorgverzekeringen en verzuimbegeleiding. Groepsverhoudingen Coöperatie Eno te Deventer staat aan het hoofd van een groep rechtspersonen. Een overzicht van de gegevens vereist op grond van de artikelen 2:379 en 2:414 BW is onderstaand opgenomen: Geconsolideerde maatschappijen: Naam Eno Holding B.V. Eno Zorgverzekeraar N.V. Eno Aanvullende verzekeringen N.V. Salland Zorgkantoor B.V. Eno Zorg B.V. Pegasus Kennis B.V. Salland WMO+ B.V. Medipay B.V. Stichting RegiZorg Nederland Niet meegeconsolideerde belangen: Multizorg VRZ B.V. Trajectzorg Nederland B.V.
Statutaire zetel Deventer Deventer Deventer
Aandeel in het geplaatste kapitaal 100% 100% 100%
Deventer Deventer Deventer Deventer Deventer Deventer
100% 100% 100% 100% 100% De Coöperatie is bestuurder van de Stichting
Houten Deventer
19,99% 33,33%
Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor de consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening van Coöperatie Eno zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Coöperatie Eno.
18
Toepassing van artikel 402 boek 2 BW De financiële gegevens van Coöperatie Eno zijn verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening zodat, gebruikmakend van artikel 2:402 BW, is volstaan met een verkorte winst-en-verliesrekening in de enkelvoudige jaarrekening. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Voor Eno Holding B.V. wordt geen jaarrekening opgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de vrijstelling zoals opgenomen in artikel 408 boek 2 BW. De vergelijkende cijfers zijn waarnodig voor vergelijkingsdoeleinden aangepast. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Invoering basisverzekeringen, budgettering en risicoverevening Eno Zorgverzekeraar N.V. is een zorgverzekeraar die valt onder de bepalingen van de Zorgverzekeringswet. Onzekerheden in de zorgbranche Basisverzekering Het huidige private zorgverzekeringsstelsel bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft de basisverzekering, een verplichte verzekering voor alle ingezetenen in Nederland en alle niet-ingezetenen die ter zake van in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid aan loonbelasting onderworpen zijn. De invulling van de dekking van de basisverzekering wordt door de overheid bepaald. De zorgverzekeraar is verplicht alle onder de kring der verzekerden vallende personen, ongeacht leeftijd en gezondheidsrisico’s, te accepteren. Tevens moet de nominale premie die de verzekeraar bij de verzekerde in rekening brengt voor alle verzekerden gelijk zijn. Het tweede deel van het systeem betreft de (vrijwillige) aanvullende verzekering. De dekking van deze verzekering is niet gebonden aan overheidsbepalingen. Voorts heeft de verzekeraar de mogelijkheid van premiedifferentiatie voor deze verzekering. Onzekerheden ten aanzien van kosten ziekenhuiszorg en GGZ-zorg Het huidige financieringsstelsel voor de ziekenhuis- en GGZ-zorg leidt tot een aantal onzekerheden voor de zorgverzekeraars. Deze worden hierna geschetst. Daarbij zij opgemerkt dat deze paragraaf zich beperkt tot het in 2012 vigerende systeem. A. Het systeem van DOT en registratie-/declaratieregels vanaf 2012 In 2012 zijn de tot dan bestaande circa 30.000 DBC’s vervangen door circa 4.400 DBC-zorgproducten. Tevens is het aandeel vrij onderhandelbare DBC’s (b-DBC’s) in de kosten ziekenhuiszorg toegenomen van 30 naar 70%.
19
Tegelijkertijd is de budgetfinanciering van ziekenhuizen vervangen door prestatiebekostiging. Deze drie majeure veranderingen in de bekostiging van ziekenhuizen hebben in 2012 tot een aantal onzekerheden voor de ziekenhuizen geleid. Dat kan deels ook de zorgverzekeraars raken. Zorgverzekeraars hebben hun afspraken met ziekenhuizen op basis van het schadejaar echter veelal gefixeerd door middel van aanneemsommen en plafondcontracten en hebben daarmee hun risico's in belangrijke mate ingeperkt. Het nieuwe DBC-declaratieproces van de ziekenhuizen is traag op gang gekomen. Om de ziekenhuizen tegemoet te komen in de financiering heeft bevoorschotting plaatsgevonden, waarbij rekening wordt gehouden met de financiële omvang van de reeds geleverde zorg. De informatie, verkregen ten behoeve van de bevoorschotting, kan mede worden gebruikt voor de bepaling van de technische voorzieningen per jaarultimo. Een complicerende factor is dat het schadejaar van een verzekeraar parallel loopt aan het openingsmoment van de DBC, terwijl het budgetjaar van een ziekenhuis gelijk loopt met het kalenderjaar. Zorgverzekeraars moeten voor de nog niet-gedeclareerde zorgkosten, die wel ten laste komen van 2012, een raming maken. Vanwege de aanpassingen in 2012 in het stelsel, is het in eerste aanleg gecompliceerder om deze raming te maken. Daarentegen beperkt het type inkoopcontracten deze onzekerheden. B. Bepaling verhouding vast/variabel De verhouding tussen de vaste component ziekenhuiskosten (die 100% nagecalculeerd wordt) en de variabele component (die niet nagecalculeerd wordt) is van essentieel belang voor de zorgverzekeraars. Met ingang van 2012 geldt per segmentonderdeel een van te voren vastgesteld vast/variabel-percentage voor het gereguleerde segment van de ziekenhuiszorg. Deze zijn niet-ziekenhuisspecifiek en daarmee kan de zorgverzekeraar de omvang van de vaste en variabele kosten zelf vaststellen per ontvangen declaratie. Daarmee is de zorgverzekeraar op dit onderdeel niet langer afhankelijk van informatie van CVZ of NZa. Tegelijkertijd is er nog wel onzekerheid over de verhouding vast/variabel voor de nog te ontvangen declaraties. C. Over/onderfinanciering GGZ In 2012 is bij de ziekenhuiszorg alleen nog sprake van over/ onderfinanciering voor het (kleine) deel dat niet is overgegaan op prestatiebekostiging. Voor de GGZ-instellingen geldt nog wel een budgetfinanciering. Over/ onderfinanciering van een GGZ-instelling is het verschil tussen het budget van een GGZ-instelling en de door GGZ-instelling via gedeclareerde DBC’s gerealiseerde opbrengst. Zodra een GGZ-instelling een hogere opbrengst heeft dan het budget is sprake van een opbrengstoverschot (overfinanciering) en vice versa. Dit verschil moet door GGZ-instelling met de zorgverzekeraars worden verrekend. Voor 2011 zijn de opbrengstverschillen 2011 op instellingsniveau door de NZa vastgesteld. Het verschil wordt op basis van schadelastgegevens 2011 van de zorgverzekeraars in 2013 verrekend met de individuele zorgverzekeraars. Voor de GGZ is het verzekeringstechnische risico beperkt als gevolg van de bandbreedteregeling (zie hierna). D. Onzekerheden door de werking van het risicovereveningssysteem De werking van het risicovereveningssysteem brengt met zich mee dat het circa drie jaren duurt voordat tot een definitieve afrekening met de individuele zorgverzekeraars overgegaan kan worden. Dat betekent een cumulatie van onzekerheden in die periode. Het College voor zorgverkeringen (CVZ) heeft de resultaten van de
20
risicoverevening tot en met 2009 vastgesteld. Hierdoor heeft de zorgverzekeraar inzicht in de uitkomsten van de eerste jaren risicoverevening onder de Zorgverzekeringswet en daarmee tevens een beter beeld voor de jaren na 2009. Ook zijn als gevolg van de beschikbaarheid van de resultaten van deze jaren de onzekerheden over de effecten van verdeelfouten in het model afgenomen. Anderzijds zijn voor 2012 en volgende jaren maatregelen genomen, waaronder afschaffing van de macro-nacalculatie (zie hierna) die andere onzekerheden oproepen. De hiervoor weergegeven onzekerheden kunnen invloed hebben op het resultaat over 2012 en de hoogte van de technische voorzieningen voor de basisverzekering per eind 2012.
Mechanismen ter mitigering van de onzekerheden De branche staan, naast de contractbepalingen, twee mechanismen ter compensatie van vorengenoemde onzekerheden te beschikking: het risicovereveningsmodel en versnelde informatievoorziening. Deze twee systemen worden hierna toegelicht.
1.Het risicovereveningsmodel Verzekeringstechnisch is de combinatie van acceptatieverplichting en verbod op premiedifferentiatie onmogelijk tenzij er een systeem van inkomstenverrekening buiten de verzekerde om is. Ook is een risico mitigerend systeem nodig in verband met de hiervoor genoemde onzekerheden bij de financiering van de ziekenhuiszorg en de GGZ. Dit systeem, het risicovereveningsmodel, bestaat uit twee delen: het ex-ante en het ex-post deel. In 2012 is dit systeem op twee punten gewijzigd. De macronacalculatie is vervangen door een flankerend beleid en de (ex-post) Hoge Kosten Compensatie is bij de somatische kosten vervangen door het (ex-ante) Meerjarige Hoge Kostenregeling. Gedurende een jaar (ex-ante) krijgt een zorgverzekeraar per verzekerde een bijdrage uit het vereveningsfonds , dat is gebaseerd op een aantal vereveningscriteria. Op deze bijdrage wordt een rekenpremie in mindering gebracht. Deze rekenpremie is de basis voor de vaststelling van de nominale premie van de zorgverzekeraar. Door de ex-ante-bijdrage ontvangt de zorgverzekeraar per saldo een bijdrage per verzekerde die overeenkomt met de vooraf verwachte zorgconsumptie van die verzekerde. Hoewel hierdoor op verzekeraar niveau de verwachte schaden grotendeels gedekt worden door de verwachte opbrengsten, wijken de werkelijke schaden af van de verwachting. Daarom wordt de bijdrage uit het vereveningsfonds achteraf deels aangepast aan de werkelijke schaden. Daarmee wordt ook een aanzienlijk deel van de onzekerheden in de ziekenhuiszorg- en ggzfinanciering gemitigeerd. Dit is het ex-post deel, bestaande uit een aantal stappen. Ex-post compensatiemechanismen De precieze vormgeving en de mate van inzet van de ex-postcompensatie-mechanismen ligt vooraf vast. Zorgverzekeraars kunnen dus bij de premie-calculaties rekening houden met de consequenties van de ex-post compensatiemechanismen. Deze mechanismen zijn in 2012 aanzienlijk afgebouwd op grond van de veranderingen en verfijningen in het ex-ante model en bestaan in 2012 uit de volgende vier componenten: a. Flankerend beleid macrokosten De macronacalculatie per deelbudget (kosten b-DBC’s, overige variabele ziekenhuiskosten, overige prestaties en geneeskundige GGZ) is in 2012 afgeschaft en vervangen door flankerend beleid. Een onderdeel van het flankerend beleid is dat, nadat een verzekerdennacalculatie plaatsgevonden heeft, de verzekerde kosten in kaart
21
gebracht worden, waarna de vereveningsbijdrage wordt opgehoogd naar het niveau van de macrokosten. Vervolgens wordt het verschil tussen macrokosten en macrovereveningsbijdrage na verzekerdennacalculatie in mindering gebracht op de vereveningsbijdrage van de zorgverzekeraars op basis van een gelijk bedrag per premiebetalende verzekerde. Door deze correctie wordt voorkomen dat overschrijdingen onevenredig doorwerken naar zorgverzekeraars met een sterk afwijkend risicoprofiel. b. Hoge kosten compensatie op geneeskundige GGZ Op de kosten geneeskundige GGZ voor verzekerden vanaf 18 jaar wordt HKC (Hoge Kosten Compensatie) toegepast. Kosten boven een drempelbedrag van € 10.000 worden voor 90% verevend. De HKC voor de somatische zorg is vervangen door een Meerjarige Hoge Kosten (MHK)-regeling in het ex-ante deel van de risicoverevening. c. Bandbreedteregeling variabele ziekenhuiskosten en geneeskundige GGZ Indien het resultaat per premiebetalende verzekerde van een verzekeraar voor de variabele ziekenhuiskosten en kosten b-DBC’s na toepassing van vorengenoemde compensatiemechanismen meer dan € 22,50 per premiebetalende verzekerde ten opzichte van het marktgemiddelde bedraagt (hetzij positief, hetzij negatief), wordt het meerdere voor 90% nagecalculeerd met het vereveningsfonds. Indien het resultaat van een verzekeraar voor de kosten geneeskundige GGZ na toepassing van alle compensatiemechanismen meer dan € 7,50 bedraagt (hetzij positief, hetzij negatief), wordt het meerdere voor 90% nagecalculeerd met het vereveningsfonds. d. Integrale nacalculatie vaste kosten ziekenhuisverpleging en kosten geneeskundige GGZ voor verzekerden jonger dan 18 jaar De vaste kosten van ziekenhuisverpleging en de kosten van de geneeskundige GGZ voor verzekerden jonger dan 18 jaar ten slotte worden voor 100 procent nagecalculeerd. 2.Versnelde informatievoorziening Om genoemde onzekerheden terug te dringen zijn afspraken met partijen gemaakt om buiten de formele afrekenmomenten van het CVZ informatie beschikbaar te stellen. In 2011 is gestart met dit traject van versnelling van informatievoorziening. Het traject bevat vier elementen: 1. Inzake de opbrengstverrekening ontvangen zorgverzekeraars in het najaar voorinformatie over het voorgaande jaar van de NZa op basis van de meest recente marktaandelen en opbrengstbedragen van ziekenhuizen. 2. Het CVZ stelt actualisaties van de vereveningsbijdragen aan de zorgverzekeraars beschikbaar. 3. Vektis raamt de macro poolomvang van de HKC. 4. ZN verzorgt de schadelastramingen.
22
De bepaling van het resultaat 2012 van Eno Zorgverzekeraar N.V. wordt bemoeilijkt door risico’s en onzekerheden die hiervoor ondermeer genoemd zijn. Met betrekking tot de jaarrekening 2012 kunnen de belangrijkste risico’s en onzekerheden als volgt worden samengevat: de Hoge Kosten Compensatie 2009 t/m 2012 zijn nog niet definitief afgerekend; er vindt nog macronacalculatie plaats van de kosten over 2009 t/m 2011 en flankerend beleid 2012; de bijdrage van het CVZ over de jaren 2005, 2009 t/m 2012 wordt nog gedeeltelijk nagecalculeerd; naar verwachting wordt in het vierde kwartaal 2013 de definitieve onder- en overfinanciering ziekenhuizen 2010 afgerekend. De afrekening van de onder- en overfinanciering 2009 heeft nog niet definitief plaatsgevonden. Mogelijk volgen naar aanleiding van ingediende bezwaren nog correcties. Als gevolg hiervan is de schadelast over 2009 tot en met 2012 onzeker; de inschatting van de schadelast ziektekosten 2011 en 2012 wordt bemoeilijkt doordat belangrijke spiegelinformatie omtrent DBC’s respectievelijk DOT’s ontbreekt; de definitieve verhouding tussen de vaste en variabele kosten van ziekenhuiszorg moet over de jaren 2011 en 2012 nog bepaald worden; het budget eigen risico 2012 is nog niet definitief vastgesteld; de inschatting van de kosten GGZ 2011 en 2012 wordt bemoeilijkt vanwege het ontbreken van belangrijke spiegelinformatie; Al deze onzekerheden zijn op basis van een best estimate schatting opgenomen in de jaarrekening. Daarnaast is voor al deze risico’s een prudentievoorziening gevormd van € 7,9 miljoen (2011: 5,1 miljoen). De Raad van Bestuur acht deze voorziening toereikend voor een eventueel negatief scenario.
23
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatsbepaling Algemeen Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld . Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld . Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de onderneming. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Vergelijkende cijfers De vergelijkende cijfers zijn waarnodig voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, RC CVZ, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). De onderneming maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde.
24
Beleggingen Terreinen en gebouwen De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde wordt bepaald door een erkend externe taxateur of op basis van een uitgevoerde analyse van het bruto aanvangsrendement waarbij wordt gerekend met marktconforme huurprijzen. De terreinen en gebouwen zijn voor het laatst getaxeerd per 31 december 2010. Waardemutaties worden direct ten laste van het resultaat gebracht. De terreinen en gebouwen zijn geclassificeerd als vastgoed voor eigen gebruik. Een gedeelte van het pand wordt door Eno Zorgverzekeraar N.V. verhuurd aan de overige groepsmaatschappijen van Eno. Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen De deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de netto-vermogenswaarde maar niet lager dan nihil. Deze netto-vermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Coöperatie Eno. Deelnemingen zonder invloed van betekenis worden gewaardeerd tegen kostprijs. Coöperatie Eno aanvaard geen aansprakelijkheid voor het negatieve vermogen van Salland Zorgkantoor B.V. Derhalve is geen voorziening voor deze negatieve deelneming getroffen. Overige financiële beleggingen De beursgenoteerde effecten worden gewaardeerd op de beurswaarde per balansdatum, waarbij zowel ongerealiseerde als gerealiseerde waardeveranderingen direct in het resultaat worden verantwoord. De deposito’s bij kredietinstellingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde of lagere marktwaarde. Vorderingen Vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De Centrale kassen betreffen de vorderingen die zijn te verrekenen met het het Zorgverzekeringsfonds. De Centrale kassen worden beheerd door het CVZ. De vordering op het Zorgverzekeringsfonds is opgesteld op basis van het voor het betreffende boekjaar geldende risicovereveningsmodel.
Overige activa Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde, verminderd met lineaire afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd - Kantoor inventaris: 7-25% - Bedrijfswagens : 25% Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de
25
boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Groepsvermogen Algemeen Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als eigen vermogensinstrumenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. Uitkeringen aan houders van deze instrumenten worden in mindering van het eigen vermogen gebracht na aftrek van eventueel hiermee verband houdend voordeel uit hoofde van belasting naar de winst. Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerd onder schulden. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord als kosten of opbrengsten. Wettelijke en statutaire reserve Dit betreft de reserve Ziekenfondswet (ZFW). De reserve ZFW is gevormd per 1 januari 2006 ten laste van de agio. Het betreft een wettelijke reserve welke op basis van de bepalingen in de zorgverzekeringswet tot 31 december 2015 moet worden aangehouden. Tot die datum is de reserve niet vrij uitkeerbaar aan de aandeelhouders. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: - een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en - waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en - het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.
Technische voorziening Voorziening te betalen schaden De voorziening te betalen schaden bestaat uit nog te ontvangen declaraties en schade afwikkelingskosten. De nog te ontvangen declaraties betreffen vergoedingen van ZVW zorg van behandelingen van verzekerden, welke zijn gestart voor balansdatum. De schattingen zijn gebaseerd op reeds gedeclareerde kosten op basis waarvan vervolgens de nog te declareren verrichtingen en kosten zijn geschat. De schattingen 2012 zijn bijgesteld op basis van het inzicht dat verkregen is uit de reeds verwerkte declaraties tot en met 31 maart 2013. Reeds betaalde voorschotten in 2012 en betrekking hebbend op de schaden 2012 zijn onder de overige vorderingen verantwoord. De schade afwikkelingskosten betreffen de geschatte beheerskosten die benodigd zijn in verband met de afwikkeling van schaden die in het boekjaar zijn ontstaan maar per einde boekjaar nog niet zijn betaald.
26
Personeelsbeloningen en pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Overige voorzieningen Personeelsvoorzieningen De voorziening is gevormd voor afvloeiingen met betrekking tot individuele medewerkers waarvan, voor ultimo boekjaar 2012, bekend is dat Eno Zorgverzekeraar N.V. de arbeidsovereenkomst beëindigt. De gevormde voorziening is individueel bepaald op basis van de kantonrechtersformule of de overeengekomen beëindigingsovereenkomsten. De gevormde voorziening heeft een kortlopend karakter. Vut voorziening Onder de overige voorzieningen is een VUT-voorziening opgenomen. Hierbij is rekening gehouden met de toekenning conform de huidige CAO. Deze voorziening heeft een looptijd van 10 jaar. Deze voorziening is bepaald op basis van te betalen salariskosten en pensioenkosten in verband met toegekende VUT-afspraken aan werknemers. Op deze voorziening wordt in mindering gebracht de VUT-uitkeringen die door het bedrijfspensioenfonds zal worden uitgekeerd. Jubileavoorziening De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode.
27
Verdiende premies eigen rekening en bijdragen De verdiende premies eigen rekening bestaan uit de bruto premies ontvangen van verzekerden. De bijdragen bestaan uit de bedragen van het Zorgverzekeringsfonds ZVW welke ontvangen zijn van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Hieronder is tevens opgenomen de premie die betaald wordt aan het CVZ inzake de hoge-kosten-compensatie. Bijdragen CVZ bestaan uit bijdragen uit de AWBZ voor beheerskosten, rechtstreeks betaalde kosten van AWBZverstrekkingen en subsidies. De subsidies worden verantwoord op basis van beschikkingen van het CVZ. Betaalde schaden Onder betaalde schaden wordt verstaan de vergoedingen aan verzekerden en instellingen wegens in het verslagjaar verrichte leveringen en diensten op grond van de bepalingen van de Zorgverzekeringswet en de aanvullende richtlijnen van het College voor zorgverzekeringen. Schadebehandelingskosten worden onder de schaden eigen rekening opgenomen. Tevens is de bijdrage van het CVZ voor hoge-kosten-compensatie hieronder opgenomen. Overige lasten Onder de overige lasten zijn de kosten subsidieregelingen AWBZ opgenomen. Hieronder wordt verstaan de vergoedingen aan verzekerden, en instellingen wegens in het verslagjaar verrichte leveringen en diensten op grond van de bepalingen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Tevens zijn hieronder de bestedingen in het kader van de WMO opgenomen en de inkoopwaarde van de overige omzet. Bedrijfskosten De bedrijfskosten worden aan het resultaat toegerekend voor zover zij betrekking hebben op de verslagperiode. Opbrengsten uit beleggingen Dit betreft de opbrengst uit beleggingen uit hoofde van terreinen en gebouwen, leningen u/g, effecten en andere financiële beleggingen. Deze worden volledig toegerekend aan de niet-technische rekening. Andere baten en lasten Rentebaten en –lasten Dit betreft interest op de rekening- courant verhouding met het College voor zorgverzekeringen, op langlopende leningen, op overige vorderingen en op liquide middelen. Grondslagen voor het bepalen van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld conform de indirecte methode.
28
3.4.2 Toelichting op de geconsolideerde balans
Activa (x €
1.000)
Terreinen en gebouwen
(1)
Stand 1 januari Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 1 januari Mutaties boekjaar Investeringen Desinvesteringen Herwaardering
Stand 31 december Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 31 december
2012
2011
6.684
6.684
-4.684 2.000
-3.684 3.000
-
-1.000 -1.000
6.684
6.684
-4.684 2.000
-4.684 2.000
Het pand zal in de loop van 2013 niet, of niet meer volledig, voor bedrijfsactiviteiten van Eno worden gebruikt. Eno heeft begin 2013 een huurovereenkomst voor 10 jaar gesloten voor het pand Munsterstraat 7. De waarde van het pand en de grond van de huidige locatie is bepaald op € 2 miljoen. Dit is gebaseerd op de grondprijs van de huidige locatie.
Beleggingen in deelnemingen Andere deelnemingen
31 december 2012
31 december 2011
98
90
(2)
De deelnemingen betreffen belangen in Mutizorg B.V. en Trajectzorg Nederland B.V.
Overige financiële beleggingen Effecten Deposito’s bij kredietinstellingen
31 december 2012
31 december 2011
111.321 15.000 126.321
81.714 5.000 86.714
(3)
29
Effecten Aandelen Obligaties
Aanschafwaarde 7.821 101.948
Boekwaarde 1 januari 5.140 76.574 81.714
Aankopen
Verkopen
3.373 96.549 99.922
692 71.174 71.866
Herwaardering 549 1.002 1.551
Boekwaarde 31 december 8.370 102.951 111.321
De effecten worden belegd in beschikbaar gestelde middelen volgens de uitgangspunten, die Eno heeft geformuleerd ten aanzien van de asset mix, de duration en risico's. Deposito’s bij kredietinstellingen
Stand per 1 januari Stortingen Opnamen Stand per 31 december
2012
2011
5.000 15.000 5.000 15.000
17.500 12.500 5.000
De deposito’s hebben een looptijd van 3 maanden en een interestpercentage van 1,8% en zijn direct opeisbaar.
Vorderingen uit directe verzekering Premievorderingen op verzekeringnemers Te vorderen eigen bijdragen
College voor zorgverzekeringen Rekening-courant boekjaar 2005 Rekening-courant boekjaar 2009 Rekening-courant boekjaar 2010 Rekening-courant boekjaar 2011
31 december 2012
31 december 2011
8.909 5.983 14.892
7.683 2.564 10.247
31 december 2012
31 december 2011
-
5.080 8.162 -7.426 5.588 11.404
(4)
(5)
Per ultimo 2012 heeft Eno een schuld aan het College voor zorgverzekeringen. Deze schuld is opgenomen en toegelicht onder de overige schulden.
30
Overige vorderingen Te vorderen op PGB-houders AWBZ Te vorderen op PGB-houders WMO Te vorderen overige debiteuren Voorschotten zorgaanbieders Overfinanciering Overige vorderingen
31 december 2012
31 december 2011
1.215 41 35 17.140 971 5.912 25.314
968 276 58 8.472 2.057 2.041 13.872
(6)
De vorderingen op ziekenhuizen en GGZ instellingen zijn voorschotten die verzekeraars verstrekken ter compensatie van liquiditeitstekorten bij deze instellingen. Dit is het gevolg van de DOT/DBC-systematiek, waarbij pas na afronding van de behandelperiode gedeclareerd kan worden. Deze voorschotten zijn kortlopend en worden voldaan onder andere door verrekening met declaraties. De overige vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar. Materiële vaste activa
Stand 1 januari Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 1 januari Mutaties boekjaar Investeringen Desinvesteringen aanschafwaarde Desinvesteringen afschrijvingen Afschrijvingen boekjaar
(7)
KantoorInventaris
Bedrijfswagens
Totaal 2012
Totaal 2011
2.860
308
3.168
3.131
-2.595 265
-178 130
-2.773 395
-2.520 611
203 -1.073 1.073 -48 155
256 -79 67 -57 187
459 -1.152 1.140 -105 342
67 -30 25 -278 -216
Stand 31 december Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 31 december
1.990
485
2.475
3.168
-1.570 420
-168 317
-1.738 737
-2.773 395
Afschrijvingspercentage
7-25%
25%
Liquide middelen (8) De liquide middelen staan ter vrije beschikking aan Coöperatie Eno.
31
Groepsvermogen (9) Voor de toelichting op het groepsvermogen wordt verwezen naar de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening. 31 december 2012
31 december 2011
11.987 122.732 2.500 137.219
5.082 109.848 2.500 117.430
117.430 128.581 108.792 137.219
117.229 100.362 100.161 117.430
(10)
Technische voorziening Premievoorziening Voorziening te betalen schaden Schade afwikkelingskosten Verloopoverzicht Saldo per 1 januari Dotatie Onttrekking Saldo 31 december
Uitloopresultaat van nog te ontvangen declaraties
Schadejaar 2008 Schadejaar 2009 Schadejaar 2010 Schadejaar 2011
Boekjaar 2012 182 617 -6.302 -11.302
Boekjaar 2011 936 -584 -7.568 -
Boekjaar 2010 -4.206 -1.450 -
Boekjaar 2009 -10.522 -
Een negatief bedrag betekent een positief resultaat. Het positieve uitloopresultaat over het schadejaar 2010 is ontstaan doordat de afrekening overfinanciering GGZ lager is uitgevallen dan verwacht. DBC-financiering brengt met zich mee dat later dan voorheen inzicht bestaat in de werkelijke kosten, doordat DBC’s maximaal een jaar kunnen openstaan, maar verantwoord moeten worden op de openingsdatum.
Overige voorzieningen (11)
Vut voorziening Personeelsvoorziening Overige voorzieningen
Saldo 1 januari 489 325 91 905
Dotatie
Onttrekking
400 406 481
125 325 125
Saldo 31 december 364 400 497 1.261
Van de voorzieningen heeft een bedrag € 432.000 euro een looptijd korter dan een jaar. De personeelsvoorziening is een voorziening voor te betalen loonkosten aan personeelsleden die in 2013 geen arbeidsprestatie meer verrichten.
Schulden uit directe verzekering Vooruitontvangen premies
31 december 2012
31 december 2011
8.456
8.914
(12)
32
College voor zorgverzekeringen
31 december 2012
31 december 2011
-5.080 12.667 11.439 -1.621 17.405
-
(13)
Rekening-courant boekjaar 2005 Rekening-courant boekjaar 2010 Rekening-courant boekjaar 2011 Rekening-courant boekjaar 2012
-
De schuld aan het College voor zorgverzekeringen heeft primair een kortlopend karakter. Een deel van de schuld heeft een looptijd van langer dan een jaar. Dit is afhankelijk van de afrekeningsystematiek van het College voor zorgverzekeringen. De schulden zijn rentedragend.
Overige schulden Belastingen en premies sociale verzekeringen Diversen
31 december 2012
31 december 2011
4 11.225 11.229
-1 4.636 4.635
(14)
De overige schulden hebben een looptijd korter dan een jaar. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Er zijn geen activa en verplichtingen die niet uit de balans blijken.
33
3.4.3 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening Verdiende premies eigen rekening en bijdragen Brutopremies Herverzekeringspremie bijdrage hoge-kosten-compensatie
2012
2011
144.088
145.370
-14.814 -6.905 126.537 -10.613 238.293
-29.183 1.055 143.396 -2.783 257.855
2012
2011
119.574 24.514 144.088
119.034 26.336 145.370
(15)
Wijziging technische voorziening premie Bijdrage CVZ boekjaar Bijdrage CVZ voorgaande jaren
Brutopremies Premies basisverzekering Premies aanvullende verzekeringen
Op de brutopremies is € 1.129.000 in mindering gebracht ter dotatie aan de voorziening debiteuren. Daarnaast is € 4.099.000 aan provisies in mindering gebracht op de brutopremies. In 2011 was dit € 3.276.000 en was daarnaast nog € 107.000 opgenomen onder de overige bedrijfskosten.
Bijdrage CVZ boekjaar Budget verstrekkingen Effect nacalculatie Macro nacalculatie en bandbreedte regeling Overige renteopbrengsten Budget beheerskosten 18Wettelijk eigen risico Vergoeding AFBZ rechtstreeks te verrekenen baten en lasten Subsidies AWBZ
2012
2011
135.994 -4.996
133.331 -174
-19.882 2 4.277 -14.631
-5.753 1 3.978 -12.575
25.773 126.537
6 24.582 143.396
Premies eigen rekening en bijdragen vereveningsfonds Een zorgverzekeraar maakt voor zijn jaarrekening een zo goed mogelijke schatting van de vereveningsbijdragen van het CVZ. In deze schatting zijn ook alle geschatte te verrekenen bedragen begrepen uit hoofde van ex-post compensatiemechanismen. Een voorlopige afrekening over 2012 is op zijn vroegst mogelijk in de zomer van 2015. Bij het opstellen van de jaarrekening moet derhalve nog gewerkt worden met schattingen van de bijdragen betrekking hebbend op vooral de kosten ziekenhuis- en GGZ-zorg, waaronder de splitsing in vaste kosten, variabele kosten en b-DBC’s en de effecten van hoge kosten compensatie en nacalculaties.
34
Onder de bijdragen vereveningsfonds is tevens begrepen de bijstelling van de schattingen over voorgaande jaren.
Overige omzet Omzet verzuimdiensten Omzet preventiestart Omzet WMO activiteiten Provisies reisverzekeringen Provisies zorgverzekeringen Overige opbrengsten
(16)
Betaalde schaden Brutoschaden Bijdrage CVZ hoge-kosten-compensatie Schadebehandelingskosten
(17)
2012
2011
7 1 9.547 52 12 13 9.632
230 6 9.819 56 13 52 10.176
2012
2011
187.360 -13.500 3.600 177.460
228.246 -22.500 3.600 209.346
Als gevolg van de DBC-systematiek is de hoogte van de post medische zorg in ziekenhuizen en GGZ-instellingen met onzekerheid omgeven. Door de overgang naar DBC-zorgproducten zijn ervaringscijfers uit het verleden minder relevant. Echter, door het karakter van de afspraken met de ziekenhuizen worden deze onzekerheden voor een belangrijk deel weggenomen. Omdat bij het opmaken van de jaarrekening een groot deel van de totale jaarlast nog niet gedeclareerd is en er onzekerheden zijn met het bepalen van de nog te verrekenen over- of onderdekking van de ggz-instellingsbudgetten is het moeilijk om een goede schatting van de totale kosten te maken. Op het moment van opmaken van de jaarrekening was al wel helder dat de grouper gecertificeerd is, waardoor op die specifieke grond geen belemmering bestaat voor de rechtmatigheid van de gedeclareerde ziekenhuiskosten. Uiteindelijk kunnen de DBC’s nog steeds niet rechtmatig zijn als bijvoorbeeld de basisregistratie niet in orde is. Het financieel risico wordt vervolgens substantieel gemitigeerd als gevolg van de contracteringsbepalingen en het risicovereveningssysteem.
Wijziging technische voorziening Wijziging voorziening voor te betalen schaden Wijziging voorziening afwikkelingskosten
2012
2011
12.884 12.884
1.227 29 1.256
(18)
35
Overige lasten Kosten subsidieregelingen AWBZ Bestedingen WMO Inkoopwaarde overige omzet
2012
2011
25.773 9.441 35.214
24.588 9.697 5 34.290
2012
2011
11.946 731 2.281 73 8.115 -3.600 19.546
10.424 529 1.422 293 7.032 -3.600 16.100
2012
2011
7.070 1.006 1.019 2.851 11.946
7.532 904 1.068 920 10.424
(19)
(20)
Bedrijfskosten Personeelskosten Huisvestingskosten Automatiseringskosten Afschrijving bedrijfsmiddelen Overige kosten Schadebehandelingskosten
Personeelskosten Brutolonen Sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten
Hieronder is een bedrag van € 7.682 opgenomen aan crisisheffing. De vennootschap heeft 151 (fte) werknemers in dienst (2011: 162 fte). Pensioenlasten De pensioenlast betreft de premie die door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars bij Eno Zorgverzekeraar N.V. in rekening is gebracht. Belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling: De pensioenregeling is een middelloonregeling. De pensioengrondslag wordt bepaald door het jaarsalaris van de deelnemers te verminderen met de franchise. De franchise bedraagt in 2012 € 14.954 ( 2011: 14.791) bij een fulltime dienstverband. Het ouderdomspensioen bedraagt voor elk deelnemersjaar 2,25% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks op 1 januari toeslag verleend van maximaal de stijging van het prijsindexcijfer. Het bestuur van het pensioenfonds beslist jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor de actieve deelnemers geldt echter dat jaarlijks op 1 januari een toeslag wordt verleend conform het in de CAO overeengekomen percentage van de loonontwikkeling van het voorafgaande jaar. Belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst: In de uitvoeringsovereenkomst is overeengekomen dat alle bij de in dienst van Eno Zorgverzekeraar N.V. zijnde
36
werknemers aangemeld kunnen worden bij het pensioenfonds. Daarnaast is overeengekomen dat Eno Zorgverzekeraar N.V. binnen bepaalde termijnen de verschuldigde premies moet voldoen. Wijze waarop de pensioenregeling is ondergebracht bij de pensioenuitvoerder De uitvoering van de pensioenregeling is door het SBZ ondergebracht bij Syntrus Achmea. Door Syntrus Achmea wordt de pensioenadministratie uitgevoerd. Dit is vastgelegd in een overeenkomst tussen SBZ en Syntrus Achmea. Dekkingsgraad pensioenfonds De dekkingsgraad bedraagt, conform opgave van het SBZ, per ultimo december 2012 114% (2011: 104,5%).
Opbrengsten uit beleggingen Ongerealiseerd resultaat uit beleggingen Gerealiseerd resultaat uit beleggingen
Rentebaten en -lasten Overige rentebaten en -lasten
2012
2011
2.400 130 2.530
28 -889 -861
303 303
1.434 1.434
(21)
Vergoedingen aan commissarissen De vergoedingen aan commissarissen over 2012 bedragen € 61.200 (2011 € 51.500).
37
Honoraria accountant Specificatie van het honorarium accountants conform artikel 382a lid 3 Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Honorarium 2012 Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet-controlediensten
Honorarium 2011 Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet-controlediensten
Bezoldiging bestuurders Totale inkomen zittende bestuursleden Totale inkomen voormalige bestuursleden
KPMG Overig Overig Totaal Accountants KPMGPWCN.V. Netwerk netwerk 140 218 136 58 11 11 69 69 276 69 11 356 KPMG Overig Accountants KPMGN.V. Netwerk 100 144 11 255
Overig PWCnetwerk -
Totaal -
100 144 11 255
2012
2011
€ 637.272 € 575.738
€ 566.403 €0
De leden van de Raad van Bestuur die werkzaam zijn voor de Eno groep, werken voor meerdere juridische entiteiten. De salariskosten zoals bovenstaand weergegeven, worden via een verdeelsleutel toegerekend aan de verschillende entiteiten. Noot: het totale inkomen bestaat uit de volgende onderdelen: brutosalaris, tantièmes, pensioenpremie, bijtelling leaseauto en normbijtelling.
38
Toelichting op de risicobeheersing Algemeen Het beheersen van bedrijfsprocessen ziet de Raad van Bestuur als een kritische succesfactor voor het bieden van zekerheid gericht op continuïteit op lange termijn van zowel Eno verzekerden als medewerkers. De Raad van Bestuur aanvaardt de volledige verantwoordelijkheid voor de opzet en werking van de Eno risicobeheer- en controlesystemen. Hieronder worden de belangrijkste risicocategorieën omschreven en wordt aangegeven hoe deze risico’s worden bewaakt. Strategische risico’s De huidige governance structuur (de Raad van Commissarissen, de Raad van Bestuur en het managementteam) waarborgt dat de strategische risico’s worden bewaakt. Jaarlijks worden de strategische risico’s gedefinieerd en geanalyseerd. Waar nodig worden beheersmaatregelen benoemd, welke worden bewaakt. De compliance officer rapporteert twee keer per jaar aan de Raad van Commissarissen omtrent de voortgang van de risicomanagement vraagstukken. Tactische risico’s De Raad van Bestuur en het managementteam zijn verantwoordelijk voor de inventarisatie van tactische risico’s. Per aandachtsgebied is een inventarisatie gemaakt, waarna beheersmaatregelen worden geïmplementeerd. Omtrent voortgang en bewaking wordt per kwartaal gerapporteerd aan het Audit & Risk Committee en de Raad van Bestuur. Operationele risico’s Binnen het In Control programma zijn alle kritische processen in kaart gebracht. Op processtapniveau is aangegeven welke risico’s een rol kunnen spelen. De key risks zijn voorzien van beheersmaatregelen en hierop vindt dossiervorming plaats. De Interne Audit Dienst bewaakt de beheersmaatregelen. De handmatige controles zullen zoveel mogelijk worden vervangen door systeemcontroles, waardoor de controlecyclus efficiënter zal verlopen. Politiek risico Eno opereert in een branche waar politiek invloeden zichtbaar aanwezig zijn. Eno mitigeert dit risico door continu de politieke besluitvorming en de daarmee samenhangende wijzigingen in wet- en regelgeving nauwgezet te volgen en haar beleid en organisatie daarop tijdig aan te passen. Tevens wordt dit risico gemitigeerd door in ZN en VRZ verband de politieke besluitvorming pro actief te volgen. Marktrisico Het marktrisico betreft de gevoeligheid voor veranderingen in de rente. Eno loopt gezien de omvang van de obligatieportefeuille een beperkt risico. Dit risico wordt beheerst door de duration in de portefeuille te matchen met de duration van de verplichtingen.
39
Kredietrisico Om het kredietrisico op de uitstaande liquide middelen zo veel mogelijk te beperken heeft Eno haar liquide middelen in 2012 zoveel mogelijk gespreid over de verschillende bancaire instellingen. Solvency II De nieuwe Solvency II wetgeving stelt hoge eisen aan de interne beheersomgeving van Eno. Binnen Eno is het Solvency II project voortvarend van start gegaan. Het traject met betrekking tot de kwantitatieve eisen (Pillar 1), alsmede de kwantitatieve eisen (Pillar 2) zijn grotendeels afgerond. Voor deze twee trajecten is deelgenomen aan de zgn. parallel run en de ‘Own Risk Solvency Assessment’ (ORSA). Met betrekking tot de rapportage (Pillar 3) is beleid vastgesteld welke in 2013 verder wordt geïmplementeerd. Binnen Eno heeft de Interne Audit Dienst zijn beslag gekregen. Ook zijn de sleutelfuncties vanuit actuariaat, risk en compliance ingevuld en actief. Alhoewel de deadline voor implementatie van Solvency II waarschijnlijk tot 1 januari 2016 wordt doorgeschoven, kiest Eno voor een proactieve aanpak en zullen de resterende aspecten in 2013 worden aangepakt. Dit betekent dat de risicomanagementcyclus en de ORSA triggers actief blijven. Verzekeringsrisico Eno is primair een zorgverzekeraar en richt zich voornamelijk op eigen zorggerelateerde producten als zorgverzekeringen. Het verzekeringsrisico voor Eno wordt beperkt doordat de inkomsten uit het landelijke budget op basis van risicoverevening, verevening, nacalculatie-effecten en effect bandbreedteregeling toegekend worden aan de zorgverzekeraars. Het resterende risico wordt beperkt door maatregelen op het gebied van schadelastbeheersing en aanpassing van de premie. Beleggingsrisico Eno heeft een beleggingsstatuut waarbinnen de Raad van Bestuur het mandaat heeft om te handelen. Risicovolle c.q. speculatieve beleggingen worden vermeden. Er werd in 2012 belegd in onroerend goed, aandelen, obligaties en liquiditeiten. Het onroerend goed betreft het eigen pand. Er is in 2012 besloten om een aanzienlijk deel van het te beleggen vermogen te beleggen in staatsobligaties van landen met een triple A-rating. De beleggingsadvies-commissie adviseert Eno over het te voeren beleggingsbeleid. Informatie en communicatie De communicatie van financiële en managementinformatie vindt plaats volgens vaste richtlijnen. Eno zet hiervoor mondelinge en schriftelijke communicatiemiddelen in. Maandelijks vinden business reviews plaats van de Raad van Bestuur met de managers. Dit houdt een maandelijks bilateraal overleg in en een rapportage per kwartaal. Informatiebeveiliging Beveiliging van geautomatiseerde systemen en diensten vraagt bijzondere aandacht. In 2012 is daar verdere aandacht aan gegeven doordat de kantoor ICT systemen zijn vernieuwd naar de meest moderne platformen. Het ICT beheer is in 2011 uitbesteed aan hosting partner Vancis. Deze hosting partner is gecertificeerd naar de Code voor Informatiebeveiliging. In 2012 is gestart met een gezamenlijk traject tussen Eno en Vancis, om specifieke eisen vanuit privacy, continuïteit en veranderingsmanagement nog verder vorm te geven.
40
Deventer, 23 mei 2013 De Raad van Bestuur
F. Blankers Algemeen directeur
Drs. E.L. Hooiveld RA Financieel directeur
Raad van Commissarissen
J. Schepers Voorzitter
J.N. Berkemeijer AAG
N.W de Boer RE RA RC
J. Dijkstra
Drs. M.G.E. Koomen
Dr. P.J.Q. van der Linden
41
3.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 (voor resultaatbestemming) Activa (x €
1.000)
Beleggingen Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen
Passiva (x €
(1)
1.000)
Eigen vermogen Waarborgkapitaal Reserve ZFW Overige reserve Onverdeeld resultaat
(2) (3) (4) (5)
31 december 2012
31 december 2011
59.119
53.513
59.119
53.513
31 december 2012
31 december 2011
681 15.330 37.517 5.591 59.119
681 15.332 29.711 7.789 53.513
59.119
53.513
42
3.6 Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2012 (x € 1.000)
2012
2011
Opbrengsten uit beleggingen Resultaat uit deelnemingen
5.591
7.789
5.591
7.789
43
3.7 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening 2012 3.7.1 Toelichting algemeen Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Voor de algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening, de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat, alsmede voor de toelichting op de onderscheiden activa en passiva en de resultaten wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening, voor zover hierna niet anders wordt vermeld. Financiële vaste activa De deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de netto-vermogenswaarde maar niet lager dan nihil. Deze netto-vermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Coöperatie Eno.
44
3.7.2 Toelichting op de enkelvoudige balans
Activa (x €
1.000)
Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen (1) 2012 Eno Holding B.V. Stichting Regizorg Nederland
2011 Eno Holding B.V. Stichting Regizorg Nederland
Passiva (x €
Boekwaarde 1 januari
Resultaat deelneming
Overige mutaties
Verwerving deelneming
Boekwaarde 31 december
53.477
5.591
15
-
59.083
36 53.513
5.591
15
-
36 59.119
Boekwaarde 1 januari
Resultaat deelneming
Overige mutaties
Verwerving deelneming
Boekwaarde 31 december
45.715
7.789
-27
-
53.477
36 45.751
7.789
-27
-
36 53.513
1.000)
Eigen vermogen 2012
Waarborg kapitaal (2)
Wettelijke reserve ZFW (3)
Overige reserve (4)
Onverdeeld resultaat
Jaartotaal
(5)
Saldo 1 januari Resultaatbestemming 2011 Resultaat 2012 Overige mutaties Saldo 31 december
681
15.332
29.711
7.789
53.513
-
-2
7.789 17
-7.789 5.591 -
5.591 15
681
15.330
37.517
5.591
59.119
Het eigen vermogen in de enkelvoudige jaarrekening wijkt af van het groepsvermogen in de geconsolideerde jaarrekening. Dit wordt veroorzaakt door het negatieve eigen vermogen van de groepsmaatschappij Salland Zorgkantoor B.V., welke enkelvoudig op nihil is gewaardeerd.
45
2011
Waarborg kapitaal (2)
Wettelijke reserve ZFW (3)
Overige reserve (4)
Onverdeeld resultaat
Jaartotaal
(5)
Saldo 1 januari Resultaatbestemming 2010 Resultaat 2011 Saldo 31 december
681
15.332
25.482
4.256
45.751
-
-
4.229 -
-4.256 7.789
-27 7.789
681
15.332
29.711
7.789
53.513
46
4. Overige gegevens 4.1 Statutaire bepalingen inzake het resultaat In artikel 43 van de statuten van de coöperatie is bepaald dat omtrent bestemming van een eventueel positief resultaat, de Ledenraad besluit op voorstel van het Bestuur, gehoord de Raad van Commissarissen. Uitkeringen kunnen slechts plaatshebben voor zover het eigen vermogen groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Uitkeringen kunnen bovendien slechts plaatshebben voor zover zij niet anders zullen worden aangewend dan voor instellingen ten bate van de volksgezondheid. Uitkering van winst geschiedt na de vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is.
4.2 Bestemming van het resultaat De bestemming van het resultaat van 2011 € 7.789.000 is conform het voorstel in de jaarrekening vastgesteld. Het resultaat van 2012 is vooruitlopend op het besluit van de algemene ledenvergadering als onverdeelde winst opgenomen onder het eigen vermogen. Aan de algemene ledenvergadering wordt voorgesteld het resultaat € 5.591.000 als volgt te bestemmen. Overige reserves
5.591.000 5.591.000
47
4.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Bestuur van Coöperatie Eno U.A.
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2012 van Coöperatie Eno U.A. te Deventer gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2012 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de coöperatie is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de Raad van Bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als hij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de coöperatie. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van de coöperatie gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
48
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Coöperatie Eno U.A. per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de Raad van Bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de Raad van Bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 23 mei 2013 KPMG Accountants N.V.
A.R.B. de Bruin RA
49