Coöperatie Eno U.A. Jaarverslag 2011
Inhoudsopgave 1. Verslag van de Directie ....................................................................................................................................... 3 1.1 Algemene informatie...................................................................................................................................... 3 1.2 Toestand per balansdatum............................................................................................................................ 4 1.3 Ontwikkeling gedurende het boekjaar en resultaten...................................................................................... 4 1.4 Risicobeheersing ........................................................................................................................................... 6 1.5 Verantwoording Governance Principes ......................................................................................................... 9 1.6 De verwachte gang van zaken .................................................................................................................... 10 2. Verslag van de Raad van Commissarissen over 2011...................................................................................... 12 3.Jaarrekening....................................................................................................................................................... 14 3.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2011 (voor resultaatbestemming) ............................................ 14 3.2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2011 ................................................................................ 16 3.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2011................................................................................................... 17 3.4 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening ......................................................................................... 18 3.4.1 Toelichting algemeen ........................................................................................................................... 18 3.4.2 Toelichting op de geconsolideerde balans ........................................................................................... 28 3.4.3 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening............................................................... 34 3.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2011 (voor resultaatbestemming).................................................. 39 3.6 Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2011...................................................................................... 40 3.7 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening 2011...................................................................................... 41 3.7.1 Toelichting algemeen ........................................................................................................................... 41 3.7.2 Toelichting op de enkelvoudige balans................................................................................................. 42 4. Overige gegevens ............................................................................................................................................. 44 4.1 Statutaire bepalingen inzake het resultaat.................................................................................................. 44 4.2 Bestemming van het resultaat ..................................................................................................................... 44 4.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ................................................................................. 45
2
1. Verslag van de Directie 1.1 Algemene informatie Juridische structuur Coöperatie Eno is de moedermaatschappij in de groep Eno. Van deze groep maakt naast Coöperatie Eno U.A., Eno Zorgverzekeraar N.V., Eno Holding B.V., Eno Aanvullende Verzekeringen N.V., Salland Zorgkantoor B.V., Eno Zorg B.V., Pegasus Kennis B.V., Medipay B.V., Salland WMO+ B.V. en Stichting Regizorg Nederland deel uit. Eno Holding B.V. had een 50% dochteronderneming RegiZorg B.V. Eind 2010 is de samenwerking tussen Eno en de gemeente Deventer beëindigd en in 2011 is deze dochteronderneming geliquideerd. De groep Eno heeft ultimo 2011 162 medewerkers (fte) in dienst die de activiteiten van de groep uitvoeren. Op de groep Eno wordt toezicht gehouden door de Raad van Commissarissen. De directie en Raad van Commissarissen leggen verantwoording af aan de ledenraad van de Coöperatie Eno.
Activiteiten en doelstelling en beleid De coöperatie heeft tot doelstelling om de belangen van haar leden te behartigen op het gebied van Zorgverzekeringen. Binnen de groep is Eno Zorgverzekeraar N.V. de zorgverzekeraar die valt onder de bepalingen van de Zorgverzekeringswet. Het grootste deel van deze activiteiten wordt uitgevoerd in de regio Salland. Daarnaast wikkelt Eno Zorgverzekeraar N.V. de verplichtingen af die nog volgen uit de voormalige Ziekenfondswet. Eno Aanvullende Verzekeringen N.V. voert de aanvullende verzekering uit, alleen voor verzekerden van Eno Zorgverzekeraar N.V. De aanvullende verzekering sluit aan op de verplichte verzekering van de Zorgverzekeringswet en omvat vergoedingen die niet zijn opgenomen in de basisverzekering. De belangrijkste vergoedingen binnen de aanvullende verzekering zijn: tandheelkundige hulp, fysiotherapie, hulpmiddelen, alternatieve geneeswijze en buitenlanddekking. De activiteiten van Zorgkantoor Midden IJssel zijn opgenomen in Salland Zorgkantoor B.V. Zij is de uitvoerder van de algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De activiteiten worden uitgevoerd voor de regio Salland. Eno Zorg B.V. voert een drietal activiteiten uit. In de rol van intermediair worden ziektekosten– en reisverzekeringen verkocht. Voor de ziektekosten verzekeringen treedt “De Goudse verzekeringen” op als risicodrager, voor reisverzekeringen “De Friesland zorgverzekeraar”. Daarnaast vinden in Eno Zorg B.V. activiteiten op het gebied van preventiestart plaats. Tenslotte leverde Eno Zorg B.V. de dienst Verzuimdiensten. Deze activiteit is per 1 juli 2011 afgestoten. Pegasus Kennis B.V. is de consultancy tak van Eno. In deze vennootschap worden consultancy activiteiten uitgevoerd op het gebied van implementatie van samenwerkingen tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Salland WMO+ B.V. voert activiteiten uit voor gemeenten. Zij verzorgt de uitvoering van Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) voor diverse gemeenten.
3
Medipay B.V. is een vennootschap waar in 2010 een start is gemaakt met de ontwikkeling van online diensten op het gebied van de PGB.
1.2 Toestand per balansdatum Uit de balans blijkt dat Coöperatie Eno ultimo het boekjaar een financieel gezonde organisatie is. Coöperatie Eno heeft ultimo 2011 een eigen vermogen van € 53,3 miljoen (2010 € 45,8 miljoen). In 2011 is een positief resultaat behaald van € 7,6 miljoen.
1.3 Ontwikkeling gedurende het boekjaar en resultaten Eno past zich aan In korte tijd is een sterk veranderd economisch perspectief ontstaan. De financiële positie van Eno is onverminderd sterk. Het voorzichtige financieel beleid in combinatie met doelgerichte productontwikkeling gericht op een maatschappelijk verantwoord rendement heeft resultaat gehad. Eno heeft ondanks de economische crisis een goed uitgangspunt voor de verdere realisatie van de ambities. De economische crisis raakt Eno niet zozeer direct maar heeft wel grote indirecte gevolgen. Enerzijds veroorzaakt de overheid grotere onzekerheid door bezuinigingen (juist ook in de gezondheidszorg) en de nieuwe regels van verscherpt toezicht. Anderzijds zien we dat onze klanten andere keuzes maken. Beide ontwikkelingen versterken de druk op Eno om zich aan nieuwe omstandigheden aan te passen. De onderlinge verhoudingen in het zorgveld zijn de laatste jaren door de marktwerking ook sterk veranderd. Selectieve zorginkoop, de bezuinigingen en de eerste stappen op weg naar de herstructurering van de ziekenhuissector hebben het vertrouwen in elkaar binnen het zorgveld doen afnemen. Een positieve ontwikkeling is dat de kwaliteit van de zorg in toenemende mate onder de aandacht van het publiek komt. Ondanks deze belangstelling blijken ketenafspraken tussen zorgaanbieders nog steeds lastig te realiseren. De patiënt centraal, als ontwikkeldoel voor de inrichting van de zorg, staat nog ver van ons af. Eno past zich aan. Binnen de turbulentie van alle veranderingen richt Eno zich nadrukkelijk op dat waar ze goed in is: maatwerk voor specifieke doelgroepen. De onpersoonlijke "globalisering” van de zorg in Nederland met nog slechts vier grote spelers, versterkt de behoefte aan de menselijke maat. In het aanbod aan onze verzekerden zal dit maatwerk de komende jaren worden versterkt met als doel een duurzame relatie met elkaar op te bouwen gericht op gezondheidswinst voor de klanten. Het betekent ook veel voor de organisatie zelf. Ook de traditionele werkwijze van zorgverzekeraars zal worden aangepast. Modernisering van de administratieve werkprocessen en intensiever contact met de klanten via internet gaan bijdragen aan het realiseren van de doelstelling. De Eno verantwoordelijkheid De wereld vergrijst, ontgroent en wordt steeds complexer en vluchtiger. Voor mensen die hun persoonlijke behoeften, wensen en dromen willen waarmaken, is een optimale gezondheid essentieel. Zij zoeken naar de condities en adviseurs die hen helpen hun ambities te realiseren. Eno streeft naar gezondheidswinst voor haar leden. Het is onze missie om het leven van mensen te verbeteren zodat zij vanuit een optimale gezondheid hun ambitie kunnen realiseren. Duurzaamheid is een expliciet zichtbaar bedrijfsdoel omdat we er bewust voor kiezen dit in te bouwen in het beleid van Eno. We zien het als onze verantwoordelijkheid vanuit het creëren van waarde naar de samenleving, naar onze leden, naar onze medewerkers en naar de continuïteit van Eno.
4
Eno in 2011 De Eno organisatie en haar medewerkers hebben in 2011 hard gewerkt aan het realiseren van de doelstellingen. Er is veel energie gestoken in het opstarten van de veranderingen zoals hierboven reeds genoemd. Op hoofdpunten zijn de volgende resultaten bereikt: • Opnieuw een uitstekende klantwaardering van 8,1; • Een uitstekende beoordeling van de diensten van het Zorgkantoor; • Stabilisatie van het aantal verzekerden (in 2011 bedroeg het gemiddeld aantal verzekerden 124.831) waarbij er in de regio binnen het label Salland per einde 2011 een lichte daling ontstond van ongeveer 6.000 verzekerden en bij het landelijke label HollandZorg een stijging die het verlies bij Salland compenseert; • Een succesvol verlopen outsourcingsproject van de kantoorautomatisering; • Inrichting van de organisatie volgens de richtlijnen van Solvency II; • Inrichting van het integraal risicomanagement binnen Eno als basis voor de implementatie van Solvency II in 2012 en 2013; • Inrichting van een programma- en projectstructuur voor de projectmatige uitvoering van de aanpassing van Eno. Evenals vorige jaren blijven de onzekerheden met betrekking tot de bepaling van de financiële resultaten. Deze onzekerheden zijn hieronder en in de toelichting op de jaarrekening nader uiteengezet. In de jaarrekening is op een prudente wijze een inschatting gemaakt van de risico’s. In 2011 is gegeven de ontwikkelingen op de onroerend goed markt overgegaan tot verdere afwaardering van het gebouw dat in eigen beheer wordt gehouden. Op basis van de actuele waarde getoetst op basis van het bruto aanvangsrendement waarbij is gerekend met marktconforme huurprijzen, is de waarde van het gebouw bepaald op € 2 miljoen. Hiermee is een afwaardering van € 1 miljoen doorgevoerd. De overige financiële beleggingen zijn in 2011 toegenomen van € 33 miljoen naar € 87 miljoen. De belangrijkste oorzaak is dat Eno in 2011 een groot deel van haar liquiditeiten is gaan beleggen in staatsobligaties met een triple A rating. Hiermee is tegen met een laagrisicoprofiel een verdere spreiding van de beleggingen aangebracht. Het rendement op deze staatsobligaties was in 2011 zeer gering. Dit heeft in combinatie met de afwaardering van het gebouw in eigen beheer van € 1 miljoen tot gevolg gehad dat het rendement op de beleggingsportefeuille is uitgekomen op -€ 0,8 miljoen. De technische voorziening bedraagt zowel per 31 december 2011 als per 31 december 2010 € 117 miljoen. Er hebben zich in 2011 geen verdere achterstanden in het indienen van declaraties door zorgaanbieders voorgedaan. Coöperatie Eno heeft het jaar 2011 afgesloten met een positief resultaat van € 7,6 miljoen (2010 € 4,3 miljoen). Ten opzichte van 2010 is het resultaat met ruim € 3,3 miljoen gestegen. De resultaatsstijging wordt ondermeer veroorzaakt door de groei van het aantal verzekerden bij Eno. Deze groei betreft vooral een groot aantal flexwerkers dat zich bij Eno heeft verzekerd. Daarnaast is er meer informatie beschikbaar gekomen over de budgetjaren 2007 t/m 2010. Deze informatie heeft er toe geleid dat de inschattingen met betrekking tot het budgetresultaat van die jaren is aangepast. Dit heeft bijgedragen aan de
5
stijging van het resultaat. Deze effecten hebben er toe geleid dat het technisch resultaat is bepaald op € 7,0 miljoen positief. Door een positief niet-technisch resultaat van € 0,6 miljoen is het resultaat bepaald op € 7,6 miljoen positief. Het label Holland Zorg heeft een positieve bijdrage geleverd aan het resultaat van Eno. De combinatie van een goede zorginkoop voor deze doelgroep in combinatie met een lage schadelast van deze verzekerden is bepalend voor dit goede resultaat. Het label Energiek heeft een geringe negatieve bijdrage geleverd aan het resultaat van Eno. In 2011 zijn er veel verzekerden ingestroomd met relatief hoge schadelast waarvoor onvoldoende compensatie werd gekregen vanuit de risicoverevening. Het label Salland heeft een licht positieve bijdrage geleverd aan het resultaat van Eno. De goede zorginkoop en een verbeterde werking van het risicovereveningsmodel heeft hiertoe geleid. De samenstelling van het resultaat van de Coöperatie Eno is: Naam
Aandeel in het resultaat (bedragen x € 1.000)
Eno Holding B.V. Eno Zorgverzekeraar N.V. Eno Aanvullende Verzekeringen N.V. Salland Zorgkantoor B.V. Eno Zorg B.V. Pegasus Kennis B.V. Salland WMO+ B.V. Medipay B.V. Stichting RegiZorg Nederland Totaal
-102 6.518 1.452 -271 -4 29 -8 -2 0 7.612
1.4 Risicobeheersing Algemeen Het beheersen van bedrijfsprocessen ziet de directie van Coöperatie Eno als een kritische succesfactor voor het bieden van zekerheid gericht op continuïteit op lange termijn van zowel Eno verzekerden als medewerkers. De directie aanvaardt de volledige verantwoordelijkheid voor de opzet en werking van de Eno risicobeheers- en controlesystemen. Hieronder worden de belangrijkste risicocategorieën omschreven en wordt aangegeven hoe deze risico’s worden bewaakt. § Strategische risico’s De huidige governance structuur (de Raad van Commissarissen, de directie en het managementteam) waarborgt dat de strategische risico’s worden bewaakt. Jaarlijks worden risico’s gedefinieerd en geanalyseerd. Waar nodig worden beheersmaatregelen benoemd, welke worden bewaakt. De compliance officer rapporteert twee keer per jaar aan de Raad van Commissarissen omtrent de voortgang van de risicomanagement vraagstukken.
6
§ Tactische risico’s De directie en het managementteam zijn verantwoordelijk voor de inventarisatie van tactische risico’s. Per aandachtsgebied is een inventarisatie gemaakt, waarna beheersmaatregelen worden geïmplementeerd. Voortgang en bewaking worden vastgelegd in een rapport. § Operationele risico’s Binnen het Salland In Control programma zijn alle kritische processen in kaart gebracht. Op processtapniveau is aangegeven welke risico’s een rol kunnen spelen. De key risks zijn voorzien van beheersmaatregelen en er vindt dossiervorming plaats. De afdeling Interne Controle, welke een transformatie zal ondergaan naar een Interne Audit Dienst, bewaakt de beheersmaatregelen. De handmatige controles zullen op termijn worden vervangen door systeemcontroles, waardoor de controlecyclus efficiënt zal verlopen. § Marktrisico Het marktrisico betreft de gevoeligheid voor veranderingen in de rente. Eno loopt gezien de omvang van de obligatieportefeuille een beperkt risico. Dit risico wordt beheerst door de duration in de portefeuille te beperken. § Kredietrisico Om het kredietrisico op de uitstaande liquide middelen zo veel mogelijk te beperken heeft Salland haar liquide middelen in 2011 zoveel mogelijk gespreid over de verschillende bancaire instellingen. § Solvency II De nieuwe Solvency II wetgeving stelt hoge eisen aan de interne beheersomgeving van Eno. Door middel van het Salland in Control programma is een grote stap genomen. Het risicomanagement zal nog meer geborgd moeten worden binnen alle activiteiten. De deadline voor implementatie van Solvency II staat momenteel op 31 december 2013. Dit zal een behoorlijke weerslag hebben op de organisatie en projectenkalender. Daarnaast brengt Solvency II de zogenaamde ‘Own Risk Solvency Assessment’ (ORSA) met zich mee. Dit betekent dat op zeer regelmatige basis inzicht moet worden gegeven in de risico’s welke de organisatie loopt. De implementatie van ORSA zal een grote impact hebben op de projectenkalender en organisatie, met name omdat de implementatie-eisen pas in een later stadium worden vastgesteld. Recapitulatie van onzekerheden Met betrekking tot de jaarrekening 2011 kunnen de belangrijkste risico’s en onzekerheden als volgt worden samengevat: • de Hoge Kosten Verevening 2005 en de Hoge Kosten Compensatie 2007, 2009, 2010 en 2011 zijn nog niet definitief afgerekend; • er vindt nog macronacalculatie plaats van de kosten 2009, 2010 en 2011; • de bijdrage van het CVZ over de jaren 2005, 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011 wordt nog gedeeltelijk nagecalculeerd; • naar verwachting wordt in het vierde kwartaal 2012 de definitieve onder- en overfinanciering ziekenhuizen 2010 afgerekend. De afrekening van de onder- en overfinanciering 2006, 2007, 2008 en 2009 heeft definitief
7
plaatsgevonden. Hier komen echter mogelijk naar aanleiding van ingediende bezwaren nog correcties op. Als gevolg hiervan is de schadelast over 2006, 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011 onzeker; • de inschatting van de schadelast ziektekosten 2010 en 2011 wordt ernstig bemoeilijkt doordat belangrijke spiegelinformatie omtrent DBC’s ontbreekt; • de definitieve verhouding tussen de vaste en variabele kosten van ziekenhuiszorg moet over de jaren 2009, 2010 en 2011 nog bepaald worden; • het budget eigen risico 2010 en 2011 is nog niet definitief vastgesteld; • de inschatting van de kosten GGZ 2009, 2010 en 2011 wordt bemoeilijkt vanwege het ontbreken van belangrijke spiegelinformatie; • het CVZ heeft achterstanden in het verwerken van de kosten buitenland over de jaren 2006 t/m 2011, welke door het CVZ nog doorbelast moeten worden naar de zorgverzekeraar. Al deze onzekerheden zijn op basis van een best estimate opgenomen in de jaarrekening. Daarnaast is voor al deze risico’s een prudentievoorziening gevormd van € 5,1 miljoen. De directie acht deze voorziening toereikend voor een eventueel negatief scenario. De risico’s met betrekking tot de invoering van de basisverzekering en de werking van het risicovereveningssysteem komen uitvoerig aan de orde in de toelichting op de jaarrekening. Verzekeringsrisico Eno is primair een zorgverzekeraar en richt zich voornamelijk op eigen zorggerelateerde producten als zorgverzekeringen. Het verzekeringsrisico voor Eno wordt beperkt doordat de inkomsten uit het landelijke budget op basis van risicoverevening, verevening, nacalculatie-effecten en effecten bandbreedte regeling, toegekend worden aan de zorgverzekeraars. Het resterende risico wordt beperkt door maatregelen op het gebied van schadelastbeheersing en aanpassing van de premie. Beleggingsrisico Eno heeft een beleggingsstatuut waarbinnen de directie het mandaat heeft om te handelen. Risicovolle c.q. speculatieve beleggingen worden vermeden. Er werd in 2011 belegd in onroerend goed, aandelen, obligaties en liquiditeiten. Het onroerend goed betreft het eigen pand. Er is in 2011 besloten om een aanzienlijk deel van het te beleggen vermogen te beleggen in staatsobligaties van landen met een triple A-rating. In september 2010 is een beleggingsadviescommissie (BAC) geïnstalleerd. De BAC adviseert de directie over het beleggingsbeleid. Het bestuur blijft verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan. Informatie en communicatie De communicatie van financiële en managementinformatie vindt plaats volgens vaste richtlijnen. Eno zet hiervoor mondelinge en schriftelijke communicatiemiddelen in. Maandelijks vinden business reviews plaats van de directie met de managers. Dit houdt een maandelijks bilateraal overleg in en een rapportage per kwartaal. Informatiebeveiliging Beveiliging van geautomatiseerde systemen en diensten vraagt bijzondere aandacht. In 2011 is daar verdere aandacht aan gegeven doordat de ICT systemen en het ICT beheer in de loop van 2011 uitbesteed zijn aan hosting partner Vancis in Amsterdam. Het migratieproces naar Vancis is succesvol verlopen. De komende
8
periode is er nog sprake van nazorg. Daarna wordt het project Hosting & Uitwijk formeel afgesloten. In het vervolg daarop is het project voor de nieuwe inrichting van de ICT omgeving gestart.
1.5 Verantwoording Governance Principes Coöperatie Eno onderschrijft de regulering zoals opgenomen in de Governance Code van het verbond van Verzekeraars zoals die geldt voor Eno Zorgverzekeraar en N.V. en Eno Aanvullende Verzekeringen N.V. Hierin zijn gedragsregels opgenomen over de volgende onderwerpen: 1. Raad van commissarissen a. Samenstelling en deskundigheid b. Taak en werkwijze 2. Directie a. Samenstelling en deskundigheid b. Taak en werkwijze 3. Risicomanagement 4. Audit 5. Beloningsbeleid
Onderstaand wordt per onderdeel toegelicht in hoeverre de groep Eno voldoet aan de code en op welke punten zij een eigen invulling geeft aan de code.
1. Raad van commissarissen a. Samenstelling en deskundigheid Eno voldoet volledig aan dit onderdeel van de code met uitzondering van het feit dat er geen programma van permanente educatie voor de leden van de raad van commissarissen is opgesteld. In 2011 zijn er wel een aantal bijeenkomsten georganiseerd waarbij aandacht is gegeven aan de deskundigheid van de commissarissen met betrekking tot de impact van Solvency II. Ook hebben de commissarissen individueel gewerkt aan de verdieping van hun deskundigheid. b. Taak en werkwijze Eno voldoet op dit onderdeel aan de code. In 2011 is het onderdeel risicomanagement besproken in de vergaderingen van het audit committee. In de 1e helft van 2012 zal een separate risicocommissie worden ingesteld welke onderdeel wordt van het audit committee. 2. Directie a. Samenstelling en deskundigheid Eno voldoet volledig aan dit onderdeel van de code met uitzondering van dat er geen programma van permanente educatie voor de directie is opgesteld. In 2011 zijn er wel een aantal bijeenkomsten georganiseerd waarbij aandacht is gegeven aan de deskundigheid van de directie met betrekking tot de impact van Solvency II. Ook hebben de directieleden individueel gewerkt aan de verdieping van hun deskundigheid.
9
b. Taak en werkwijze Eno voldoet op dit onderdeel volledig aan de code met uitzondering van het feit dat de moreelethische verklaring in 2012 getekend is. 3. Risicomanagement Eno voldoet op dit onderdeel nog niet volledig aan de code. In 2011 was er nog geen risicocommissie actief binnen de Raad van Commissarissen en is de risicobereidheid in 2011 wel in concept besproken maar wordt de risicobereidheid in 2012 definitief vastgesteld. 4. Audit Eno heeft in 2011 op de volgende wijze invulling gegeven aan de code. De auditfunctie was deels belegd bij de afdeling “interne controle”. De externe auditfunctie was belegd bij de externe accountant. Met ingang van 2012 is de interne audit dienst gestart met haar werkzaamheden. Voor 2012 wordt voldaan aan dit onderdeel van de code. 5. Beloningsbeleid Op dit onderdeel voldoet Eno volledig aan de code.
1.6 De verwachte gang van zaken De ontwikkelingen in de zorg en het toezichtkader van de overheid hebben als zeer groot risico dat de klant vergeten wordt. Dat mag niet gebeuren, de focus van Eno blijft gericht op het belang van de leden. In grote lijnen richt de projectmatige aanpassing van Eno zich op de volgende activiteiten: •
Klanten en services: de inhoud van alle producten wordt de komende jaren gemoderniseerd zoals door de aanpassing van de polis, het opnemen van de AWBZ onderdelen, een duidelijker positionering van de premie en meer regionaal gericht maatwerk. Een moderne portaalfunctionaliteit zal dit gaan ondersteunen.
•
Operationeel: de komende jaren zullen de modernisering van de administratieve werkprocessen en de ICT ondersteuning daarvan veel aandacht krijgen. In 2012 wordt daarmee een begin gemaakt.
•
Vernieuwing: Eno zoekt samenwerking met andere partijen in een netwerk verband waardoor de Eno ontwikkelingen versterkt en versneld kunnen worden. Daarnaast zal Eno het aanbod aan gemeenten opnieuw vormgeven.
Alle onderdelen van Eno dragen bij aan de continuïteit van het bedrijf. Het vraagt een ondernemende en professionele werkhouding. Een scherp bewustzijn van de toenemende risico’s en uitdagingen en grote aandacht voor de kwaliteit van de uitvoering zijn daarbij onontbeerlijk voor het toekomstig succes. De continuïteit van het bedrijf is alleen mogelijk met een duurzaam rendement om binnen de wettelijke kaders een stabiele basis te blijven bieden aan de leden. De financiële basis was en is altijd goed geweest bij Eno. En dat blijft ook zo. De door Eno ontwikkelde plannen voldoen aan de wettelijke eisen waarmee Eno voor haar klanten ook een betrouwbaar bedrijf is. De directie is positief gestemd voor het jaar 2012. Door alle onzekerheden is het moeilijk om een goede inschatting te geven van het te verwachten resultaat 2012. De directie verwacht echter op basis van de huidige inschatting van de risico’s dat er een positief resultaat wordt behaald voor 2012.
10
Deventer, 24 mei 2012 De Directie
drs. J.W. de Jong Algemeen directeur
drs. E.L. Hooiveld RA Financieel Directeur
drs. A.G.C. Geerdink Operationeel Directeur
11
2. Verslag van de Raad van Commissarissen over 2011 Over de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft meerdere taken: -
de rol van toezichthouder vervullen inzake het beleid van de directie en de algemene gang van zaken in de Coöperatie en de onderliggende bedrijven; een klankbord zijn voor de directie; de werkgeversrol voor de directie.
Om zijn taak goed te kunnen vervullen is de Raad van Commissarissen met zes personen breed samengesteld. In het jaar 2011 hebben zich personele wisselingen voorgedaan. Vanwege het verstrijken van de zittingstermijn zijn de heren Kloeze (met ingang van 1-1-2011) en Schermerhorn (met ingang van 1-7-2011) afgetreden. Voor de opvolging is een extern bureau ingeschakeld. Daarbij is met betrekking tot de profielschets ook opdracht gegeven aandacht te besteden aan diversiteit met betrekking tot de samenstelling van de Raad van Commissarissen. Na een zorgvuldige selectie zijn de heren De Boer en Dijkstra voorgedragen aan de Ledenraad en zijn vervolgens per 1-10-2011 tot commissaris benoemd. De Raad van Commissarissen blijft daarmee uit 5 mannen en 1 vrouw bestaan. De zes commissarissen hebben gezamenlijk specialistische kennis van verzekeringen, zorg, financiën, politiek en het besturen van organisaties. Zij volgen maatschappelijke ontwikkelingen op de voet. De opinievorming komt tot stand op basis van onafhankelijkheid en een kritische houding. Om aan hun toezichthoudende taak verdieping te geven zijn binnen de Raad van Commissarissen twee commissies samengesteld: -
-
het Audit Committee richt zich op de activiteiten, verslaglegging en beheersing van de financiële en operationele risico’s, die uit de bedrijfsvoering voortvloeien. De externe accountant en compliance officer zijn directe gesprekspartners voor het Audit Committee, maar ook voor de Raad van Commissarissen als geheel. de Remuneratiecommissie houdt zich bezig met de functionerings- en beoordelingsgesprekken en het daarmee gepaard gaande beloningsbeleid van de directie.
Gezien het toenemende belang van risicobeheersing wordt overwogen om in 2012 een Risk Committee als derde commissie in te richten. Tot dat moment fungeert het Audit Committee feitelijk ook als Risk Committee. De Raad van Commissarissen werkt volgens de governanceprincipes, zoals die door de brancheorganisatie voor zorgverzekeraars zijn vastgelegd en onderschrijft de principes en de wenselijkheid van transparantie in bestuur, het toezicht en het afleggen van verantwoordelijkheid daarover aan belanghebbenden. Mede in dat kader evalueert de Raad van Commissarissen zijn eigen functioneren. In lijn met de governance principes wil de Raad van Commissarissen deze zelfevaluatie periodiek ook onder externe begeleiding laten uitvoeren. In 2011 zijn de voorbereidingen getroffen om deze evaluatie onder begeleiding van een gespecialiseerd bureau te laten uitvoeren. De evaluatie zal worden afgerond begin 2012. De totale vergoeding voor de Raad van Commissarissen over 2011 is € 68.060,-- geweest. Het aanwezigheidspercentage van de commissarissen bij de plenaire vergaderingen bedroeg in 2011 89%. Daarnaast heeft een vertegenwoordiging van de Raad van Commissarissen, waaronder de voorzitter, twee bijeenkomsten van de overlegvergaderingen van de ondernemingsraad met de directie bijgewoond.
12
Onderwerpen 2011 In en over 2011 zijn veel onderwerpen de revue gepasseerd. Zonder een volledig en uitputtende opsomming te doen, zijn de thema’s duidelijk aan te geven. Het thema beleid betreft onderwerpen zoals het meerjarenbeleid, het jaarplan, het commercieel beleid, het zorginkoopbeleid en ICT beleid (met name externe hosting en uitwijk en het projecten- en prioriteringsplan). Het thema financieel beleid verdient een aparte vermelding met onderwerpen als het jaarverslag, inclusief jaarrekening en financiële resultaten, de Beleggingsadviescommissie en het vermogensbeheer. Een derde thema is toezicht met onderwerpen als de contacten en samenwerking met DNB en de externe accountant. Een vierde thema is Solvency II. De invoering hiervan raakt de organisatie in al haar geledingen. De Raad van Commissarissen heeft daarom, onder externe begeleiding, hier aparte bijeenkomsten aan gewijd, onder meer om de strategische risico’s in kaart te brengen en deze in te delen op kans- en impactniveau. Zo is voor een riskmanagement training, inclusief vaststelling risk appetite gebruik gemaakt van externe specialisten. Verder is de Raad van Commissarissen ook nadrukkelijk met het eigen functioneren bezig geweest. Dit betreft onder meer de werving en benoeming van twee nieuwe commissarissen, de voorbereiding van de zelfevaluatie onder begeleiding van een extern bureau, de samenstelling en verdeling van de functies binnen de Raad van Commissarissen en onderliggende commissies. Daarnaast waren er lopende zaken die aandacht vroegen, zoals de huisvesting en de afbouw van RegiZorg. Zoals aangegeven heeft de Raad van Commissarissen twee commissies, namelijk het Audit Committee en de Remuneratiecommissie. Deze laatste commissie heeft de reguliere functioneringsgesprekken met de directie gevoerd en daarover verslag gedaan aan de voltallige Raad van Commissarissen. Het Audit Committee heeft vooral de verdieping aangebracht in de onderwerpen die meer financieel, compliance en risk georiënteerd zijn. Ook over deze onderwerpen heeft verslaglegging aan de voltallige Raad van Commissarissen plaatsgevonden. Onderwerpen die bij het Audit Committe op de agenda hebben gestaan zijn onder meer: jaarrekening 2010, accountantsverslag 2010, managementletter KPMG, Audit Serviceplan KPMG, de kwartaalrapportages met financiële en andere ken- en stuurgetallen, prudentiebeleid, begroting 2012, beleggingen en vermogensbeheer, Beleggingsadviescommissie, Solvency II, de kwartaalrapportages compliance, risk & fraude en de contacten en samenwerking met DNB.
Tot slot De Raad van Commissarissen merkt verder op, dat de omgeving waarin Eno werkzaam is zeer sterk in beweging is. Dat vereist van alle medewerkers veel inzet, flexibiliteit en aanpassingsvermogen aan de voortdurend veranderende omstandigheden. Het bestuur en de medewerkers leveren met veel passie en grote loyaliteit hun bijdrage aan de ontwikkeling van Eno in deze turbulente tijden. De organisatie en de medewerkers verdienen hiervoor een groot compliment.
Jans Schepers,
Voorzitter Raad van Commissarissen
13
3.Jaarrekening 3.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2011 (voor resultaatbestemming) Activa (x €
1.000)
Immateriële vaste activa Beleggingen Terreinen en gebouwen Beleggingen in deelnemingen Overige financiële beleggingen
31 december 2011
31 december 2010
-
17
(1)
(2) (3) (4)
2.000 90 86.714
3.000 74 33.461 88.804
Vorderingen Vorderingen uit directe verzekering College voor zorgverzekeringen Overige vorderingen
(5) (6) (7)
10.247 11.404 13.872
36.535
8.491 43.427 15.176 35.523
Overige activa Materiële vaste activa Liquide middelen
(8) (9)
395 60.498
67.094
611 73.234 60.893
73.845
185.220
177.491
14
Passiva (x €
31 december 2011
1.000)
Groepsvermogen Geconsolideerd vermogen Onverdeeld resultaat
(10)
45.724 7.612
31 december 2010
41.495 4.256 53.336
45.751
Technische voorzieningen
(11)
117.430
117.229
Voorzieningen Overige
(12)
905
703
Schulden Schulden uit directe verzekering Overige schulden
(13) (14)
8.914 4.635
8.578 5.230 13.549
13.808
185.220
177.491
15
3.2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2011 (x € 1.000)
2011
2010
Technische rekening Verdiende premies eigen rekening en bijdragen Overige omzet
(15) (16)
257.855 10.176
237.382 9.499 268.031
Schaden eigen rekening Betaalde schaden Wijziging technische voorziening schade Overige lasten
Bedrijfskosten
(17) (18) (19)
(20)
Resultaat technische rekening
209.346 1.256 34.290
246.881
183.233 13.717 30.228 244.892
227.178
16.100
16.401
7.039
3.302
-861
165
1.434
789
573
954
7.612
4.256
Niet technische rekening Opbrengsten uit beleggingen Rentebaten en -lasten Resultaat niet technische rekening Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
(21)
16
3.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2011 (x € 1.000) Verloop liquide middelen Stand per 1 januari Stand per 31 december Mutatie liquide middelen
2011
73.234 60.498
2010
78.651 73.234 -12.736
-5.417
7.612
4.256
Deze mutatie is als volgt te verklaren: Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutatie technische voorziening Mutatie voorzieningen overig Mutatie in werkkapitaal
293 201 202 31.312
438 14.595 -156 -22.180 32.008 39.620
Kasstroom uit investerings- en beleggingsactiviteiten Investeringen en waardeveranderingen beleggingen Mutatie deelneming rechtstreeks in eigen vermogen (Des-)investeringen in materiële vaste activa
Mutatie liquide middelen
-7.303 -3.047
-52.269
-2.337
-27
-
-60
-33 -52.356
-2.370
12.736
-5.417
17
3.4 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 3.4.1 Toelichting algemeen
Algemeen Activiteiten De activiteiten van de Coöperatie Eno U.A., statutair gevestigd te Deventer, en haar groepsmaatschappijen bestaan voornamelijk uit het activiteiten op het gebied van zorgverzekeringen en verzuimbegeleiding. Groepsverhoudingen Coöperatie Eno te Deventer staat aan het hoofd van een groep rechtspersonen. Een overzicht van de gegevens vereist op grond van de artikelen 2:379 en 2:414 BW is onderstaand opgenomen: Geconsolideerde maatschappijen: Naam Eno Holding B.V. Eno Zorgverzekeraar N.V. Eno Aanvullende verzekeringen N.V. Salland Zorgkantoor B.V. Eno Zorg B.V. Pegasus Kennis B.V. Salland WMO+ B.V. Medipay B.V. Stichting RegiZorg Nederland Niet meegeconsolideerde belangen: Multizorg VRZ B.V. Trajectzorg Nederland B.V.
Statutaire zetel Deventer Deventer Deventer
Aandeel in het geplaatste kapitaal 100% 100% 100%
Deventer Deventer Deventer Deventer Deventer Deventer
100% 100% 100% 100% 100% De Coöperatie is bestuurder van de Stichting
Houten Deventer
16,66% 33,33%
Grondslagen voor de consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening van Coöperatie Eno zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Coöperatie Eno. Toepassing van artikel 402 boek 2 BW De financiële gegevens van Coöperatie Eno zijn verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening zodat, gebruikmakend van artikel 2:402 BW, is volstaan met een verkorte winst-en-verliesrekening in de enkelvoudige jaarrekening. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Voor Eno Holding B.V. wordt geen jaarrekening opgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de vrijstelling zoals opgenomen in artikel 408 boek 2 BW. De vergelijkende cijfers zijn waarnodig voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
18
Algemene grondslagen voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Invoering basisverzekeringen, budgettering en risicoverevening Eno Zorgverzekeraar N.V. is een zorgverzekeraar die valt onder de bepalingen van de Zorgverzekeringswet. Basisverzekering Het huidige, private zorgverzekeringsstelsel is sinds 2006 van kracht en bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft de basisverzekering, een verplichte verzekering voor alle ingezetenen in Nederland en alle nietingezetenen die ter zake van in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid aan loonbelasting onderworpen zijn. De invulling van de dekking van de basisverzekering wordt door de overheid bepaald. De zorgverzekeraar is verplicht alle onder de kring der verzekerden vallende personen, ongeacht leeftijd en gezondheidsrisico’s, te accepteren. Tevens moet de nominale premie die de verzekeraar bij de verzekerde in rekening brengt voor alle verzekerden gelijk zijn. Het tweede deel van het systeem betreft de (vrijwillige) aanvullende verzekering. De dekking van deze verzekering is niet gebonden aan overheidsbepalingen. Voorts heeft de verzekeraar de mogelijkheid van premiedifferentiatie voor deze verzekering. Onzekerheden ten aanzien van kosten ziekenhuiszorg Het huidige financieringsstelsel voor de ziekenhuiszorg leidt tot een aantal onzekerheden voor de zorgverzekeraars. Deze worden hierna geschetst:
A. Het systeem van dbc’s De afrekening van de kosten van ziekenhuizen is gebaseerd op dbc’s. Deze afrekenmethode beslaat een gehele periode van medische behandeling en bevat alle afzonderlijke deelbehandelingen. De afrekening tussen ziekenhuis en zorgverzekeraar vindt plaats na afloop van de behandelperiode. De introductie van de dbc’s heeft verstrekkende gevolgen gehad op de tarifering van de ziekenhuiskosten omdat gebruik wordt gemaakt van uniforme gemiddelde tarieven voor een ziektebeeld, die onafhankelijk zijn van de mate waarin de verzekerde ook daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van alle in het dbc-tarief gecalculeerde diensten. Hoewel het dbc-systeem voortdurend wordt aangepast en er (door de lange doorlooptijd van dbc’s) veel tijd verstrijkt tot inzicht in de effecten van deze aanpassingen verkregen is, is al wel een reeks van schadegegevens beschikbaar, op grond waarvan betrouwbare schattingen verricht kunnen worden. Ook in 2011 worden nog declaraties van dbc’s ontvangen, die in de jaren daarvoor zijn geopend. De ontwikkelingen in de honoraria van de medisch specialisten en de maatregelen die hierop getroffen zijn, komen vanwege het dbc systeem ook vertraagd in beeld. Daarnaast is er enige onzekerheid omtrent de verschuiving van a-dbc’s (het a-segment, waarop een risicomitigering van toepassing is) naar b-dbc’s (het b-segment, dat geheel risicodragend is).
B. Over/onderfinanciering ziekenhuizen en GGZ Over- of onderfinanciering van een ziekenhuis is het verschil tussen: - het budget van een ziekenhuis en - de door het ziekenhuis via gedeclareerde dbc’s gerealiseerde opbrengst. Het betreft hier alleen de a-dbc’s. Zodra een ziekenhuis een hogere opbrengst heeft dan het budget is sprake van een opbrengstoverschot (overfinanciering) en vice versa. Dit verschil moet door het ziekenhuis met de
19
zorgverzekeraars worden verrekend via de zogenoemde opbrengstverrekening, welke tot en met 2009 afgerond zijn. Voor 2010 zijn de opbrengstverschillen 2010 op ziekenhuisniveau door de NZa definitief vastgesteld. Het verschil betreft voor 2010 een onderfinanciering van € 530 miljoen op macroniveau en wordt op basis van schadelastgegevens van de zorgverzekeraars in 2012 toegerekend aan de individuele zorgverzekeraars. Voor 2011 is het voor zorgverzekeraars moeilijk zelfstandig een inschatting te maken van de financieringsverschillen, onder andere vanwege de hierboven genoemde systematiek en de wijzigingen in het dbc-systeem. Een vergelijkbare situatie geldt voor de GGZ instellingen. Hier bedraagt de overfinanciering 2010 € 430 miljoen op macroniveau. Met ingang van budgetjaar 2010 wordt bij de GGZ dezelfde methodiek van verrekening van opbrengst toegepast als bij de curatieve zorg, waarmee de zorgverzekeraars niet meer afhankelijk zijn van het vaststellen van marktaandelen op basis van gegevens van de instellingen. Voor de GGZ is het verzekeringstechnische risico beperkt als gevolg van de bandbreedteregeling (zie hierna).
C. Bepaling verhouding vast/variabel Zoals hiervoor vermeld, is de afgelopen jaren meer informatie beschikbaar gekomen over de schadelast ziekenhuiszorg, waardoor de verhouding tussen de vaste component (die 100% nagecalculeerd wordt) en de variabele component (die deels nagecalculeerd wordt) nauwkeuriger kan worden bepaald. Voor de schadejaren 2010 en 2011 blijft deze verhouding, en daarmee de opbrengstverrekening, vooralsnog echter onzeker.
D. Onzekerheden door de werking van het risicovereveningssysteem De werking van het vorengenoemde systeem brengt met zich mee dat het drie tot vier jaren duurt voordat tot een definitieve afrekening met de individuele zorgverzekeraars overgegaan kan worden. Dat betekent een cumulatie van onzekerheden in die periode (waarbij dus ook de bevindingen van de afrekeningen na enige tijd meegenomen kunnen worden in de modellering voor toekomstige jaren). De resultaten van de risicoverevening tot en met 2008 zijn door het College voor Zorgverkeringen (CVZ) vastgesteld. Hierdoor heeft de zorgverzekeraar inzicht in de uitkomsten van de eerste jaren risicoverevening onder de Zorgverzekeringswet en daarmee tevens een beter beeld voor de jaren na 2008. Ook zijn als gevolg van de beschikbaarheid van de resultaten van deze jaren de onzekerheden over de effecten van verdeelfouten in het model afgenomen. Anderzijds zijn voor 2012 en volgende maatregelen genomen, waaronder afschaffing van de macro-nacalculatie (zie hierna) die onzekerheden kunnen oproepen met het risico van een ontoereikende premie. De hiervoor weergegeven onzekerheden kunnen invloed hebben op het resultaat over 2011 en de hoogte van de technische voorzieningen voor de basisverzekering per eind 2011. Mechanismen ter mitigering van de onzekerheden De branche staan drie mechanismen ter compensatie van vorengenoemde onzekerheden te beschikking: het risicovereveningsmodel, de AO/IC-kaderregeling en versnelde informatievoorziening. Deze drie systemen worden hierna toegelicht.
1. Het risicovereveningsmodel Verzekeringstechnisch is de combinatie van acceptatieverplichting en verbod op premiedifferentiatie onmogelijk tenzij er een systeem van inkomstenverrekening buiten de verzekerde om is. Ook is een risicomitigerend systeem nodig in verband met de hiervoor genoemde onzekerheden bij de financiering van de ziekenhuiszorg en
20
de ggz. Dit systeem (het risicovereveningsmodel) is in tegenstelling tot voorgaande jaren in 2011 niet gewijzigd. Het risicovereveningsmodel is in twee delen geknipt, het ex-ante en het ex-post deel. Gedurende een jaar (ex-ante) krijgt een zorgverzekeraar per verzekerde een bijdrage uit het vereveningsfonds, dat is gebaseerd op een aantal vereveningscriteria. Op deze bijdrage wordt een rekenpremie in mindering gebracht. Deze rekenpremie is de basis voor de vaststelling van de nominale premie van de zorgverzekeraar. Door de ex-ante-bijdrage ontvangt de zorgverzekeraar per saldo een bijdrage per verzekerde die overeenkomt met de vooraf verwachte zorgconsumptie van die verzekerde. Hoewel hierdoor op verzekeraarniveau de verwachte schaden grotendeels gedekt worden door de verwachte opbrengsten, wijken de werkelijke schaden af van de verwachting. Daarom wordt de bijdrage uit het vereveningsfonds achteraf deels aangepast aan de werkelijke schaden. Daarmee wordt ook een aanzienlijk deel van de onzekerheden in de ziekenhuiszorg- en ggzfinanciering gemitigeerd. Dit is het ex-post deel, bestaande uit een aantal stappen. De precieze vormgeving en de mate van inzet van de ex-postcompensatie-mechanismen ligt vooraf vast. Zorgverzekeraars kunnen dus bij de premie-calculaties rekening houden met de consequenties van de ex-post compensatiemechanismen. Deze bestaat in 2011 uit de volgende vijf componenten:
a. Macronacalculatie deelbijdragen De macronacalculatie compenseert afwijkingen tussen de vooraf door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geraamde macrokosten en de achteraf gerealiseerde macrokosten. Deze nacalculatie geschiedt per deelbudget (vaste ziekenhuiskosten, kosten b-dbc’s, overige variabele ziekenhuiskosten, overige prestaties en geneeskundige GGZ). Alle zorgverzekeraars samen lopen daardoor in het betreffende jaar geen risico op de totale kostenontwikkeling. Indien de macrokosten hoger uitvallen (bijvoorbeeld door een hogere zorgconsumptie of prijsstijgingen), wordt een hogere vereveningsbijdrage toegekend, als de macrokosten lager uitvallen (bijvoorbeeld door een scherper inkoop- of preferentiebeleid) gaat de totale vereveningsbijdrage omlaag. Een gevolg van de macronacalculatie is dat niet alleen de kosten van de zorgverzekeraar zelf maar ook van alle andere zorgverzekeraars relevant zijn voor de uiteindelijke hoogte van de macrodeelbijdragen. Hoewel door dit mechanisme voor de sector het verzekeringstechnisch risico teruggebracht wordt tot nihil, is er voor de individuele zorgverzekeraar wel een verzekeringstechnisch risico.
b. Hoge kosten compensatie op vier deelbudgetten Op de kosten van overige prestaties, de variabele ziekenhuiskosten en de kosten b-dbc’s wordt hoge kosten compensatie (HKC) toegepast, waarbij kosten boven een drempelbedrag van € 22.500 bij individuele verzekerden ten laste van een zorgverzekeringspool worden gebracht. Boven deze drempelwaarde worden de kosten voor 90 procent onderling verrekend. Op de kosten geneeskundige GGZ voor verzekerden vanaf 18 jaar wordt eveneens HKC toegepast. Kosten boven een drempelbedrag van € 10.000 worden voor 100% verevend.
c. Nacalculatie variabele ziekenhuiskosten De verschillen tussen de werkelijke en verwachte variabele ziekenhuiskosten na vorengenoemde stappen worden voor 30% nagecalculeerd, voor zover het a-dbc’s betreft, dat wil zeggen ten gunste dan wel ten laste van het vereveningsfonds gebracht.
21
d. Bandbreedteregeling variabele ziekenhuiskosten en geneeskundige GGZ Indien het resultaat van een verzekeraar voor de variabele ziekenhuiskosten en kosten b-dbc’s na toepassing van vorengenoemde compensatie-mechanismen meer dan € 22,50 bedraagt (hetzij positief, hetzij negatief), wordt het meerdere voor 90% nagecalculeerd met het vereveningsfonds. Indien het resultaat van een verzekeraar voor de kosten geneeskundige GGZ na toepassing van alle compensatiemechanismen meer dan € 7,50 bedraagt (hetzij positief, hetzij negatief), wordt het meerdere voor 100% nagecalculeerd met het vereveningsfonds.
e. Integrale nacalculatie vaste kosten ziekenhuisverpleging en kosten geneeskundige GGZ voor verzekerden jonger dan 18 jaar
De vaste kosten van ziekenhuisverpleging en de kosten van de geneeskundige GGZ voor verzekerden jonger dan 18 jaar ten slotte worden voor 100 procent nagecalculeerd.
2. Kaderregeling AO/IC inzake dbc-registratie en -facturatie Met de invoering van de dbc’s is tevens de kaderregeling AO/IC inzake dbc-registratie en -facturatie van kracht geworden. Deze kaderregeling verplicht instellingen die dbc’s leveren (met name ziekenhuizen en GGZ instellingen) aan minimale eisen voor de administratieve organisatie en interne controle te voldoen. Zij moeten hierover verantwoording afleggen middels een bestuursverklaring. Daarnaast wordt door de ziekenhuizen verantwoording afgelegd door middel van het zogenoemde ‘Verantwoordingsdocument totaalbedrag gefactureerd dbc’s’. De accountant van de zorgverlener geeft een juistheidverklaring af bij de in dit document opgenomen declaratiegegevens. Indien de voormelde juistheidsverklaringen tijdig beschikbaar zijn en kunnen worden gebruikt bij het opstellen van de jaarrekening levert dit een nuttige bijdrage aan het reduceren van de onzekerheden over de juistheid van de declaraties.
3. Versnelde informatievoorziening Om genoemde onzekerheden terug te dringen zijn afspraken met partijen gemaakt om buiten de formele afrekenmomenten van het CVZ informatie beschikbaar te stellen. In 2011 is gestart met dit traject van versnelling van informatievoorziening ten behoeve van de opbrengstverrekening, waarbij in het najaar van enig jaar voorinformatie verkregen wordt op basis van de meest recente marktaandelen en opbrengstbedragen van ziekenhuizen. Het CVZ stelt daartoe actualisaties van de vereveningsbijdragen aan de zorgverzekeraars beschikbaar. Vektis raamt de macro poolomvang van de HKC 2009. ZN heeft een actualisatie van de schadelastramingen 2009 tot en met 2012 beschikbaar gesteld. De bepaling van het resultaat 2011 van Eno Zorgverzekeraar N.V. wordt bemoeilijkt door risico’s en onzekerheden die hiervoor ondermeer genoemd zijn.
22
Met betrekking tot de jaarrekening 2011 kunnen de belangrijkste risico’s en onzekerheden als volgt worden samengevat: • de Hoge Kosten Verevening 2005 en de Hoge Kosten Compensatie 2007, 2009, 2010 en 2011 zijn nog niet definitief afgerekend; • er vindt nog macronacalculatie plaats van de kosten 2009, 2010 en 2011; • de bijdrage van het CVZ over de jaren 2005, 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011 wordt nog gedeeltelijk nagecalculeerd; • naar verwachting wordt in het vierde kwartaal 2012 de definitieve onder- en overfinanciering ziekenhuizen 2010 afgerekend. De afrekening van de onder- en overfinanciering 2006, 2007, 2008 en 2009 heeft definitief plaatsgevonden. Hier komen echter mogelijk naar aanleiding van ingediende bezwaren nog correcties op. Als gevolg hiervan is de schadelast over 2006, 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011 onzeker; • de inschatting van de schadelast ziektekosten 2010 en 2011 wordt ernstig bemoeilijkt doordat belangrijke spiegelinformatie omtrent DBC’s ontbreekt; • de definitieve verhouding tussen de vaste en variabele kosten van ziekenhuiszorg moet over de jaren 2009, 2010 en 2011 nog bepaald worden; • het budget eigen risico 2010 en 2011 is nog niet definitief vastgesteld; • de inschatting van de kosten GGZ 2009, 2010 en 2011 wordt bemoeilijkt vanwege het ontbreken van belangrijke spiegelinformatie; • het CVZ heeft achterstanden in het verwerken van de kosten buitenland over de jaren 2006 t/m 2011, welke door het CVZ nog doorbelast moeten worden naar de zorgverzekeraar. Al deze onzekerheden zijn op basis van een best estimate schatting opgenomen in de jaarrekening Daarnaast is voor al deze risico’s een prudentievoorziening gevormd van € 5,1 miljoen. De directie acht deze voorziening toereikend voor een eventueel negatief scenario.
23
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatsbepaling Algemeen De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Vergelijkende cijfers De vergelijkende cijfers zijn waarnodig voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
Beleggingen Terreinen en gebouwen De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde wordt bepaald door een erkend externe taxateur of op basis van een uitgevoerde analyse van het bruto aanvangsrendement waarbij wordt gerekend met marktconforme huurprijzen. De terreinen en gebouwen zijn voor het laatst getaxeerd per 31 december 2010. Waardemutaties worden direct ten laste van het resultaat gebracht. De terreinen en gebouwen zijn geclassificeerd als vastgoed voor eigen gebruik. Een gedeelte van het pand wordt verhuurd aan de overige groepsmaatschappijen van Eno en een gedeelte wordt verhuurd aan een externe partij. Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen De deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de netto-vermogenswaarde maar niet lager dan nihil. Deze netto-vermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Coöperatie Eno. Deelnemingen zonder invloed van betekenis worden gewaardeerd tegen kostprijs. Coöperatie Eno aanvaard geen aansprakelijkheid voor het negatieve vermogen van Salland Zorgkantoor B.V. Derhalve is geen voorziening voor deze negatieve deelneming getroffen.
24
Overige financiële beleggingen De beursgenoteerde effecten worden gewaardeerd op de beurswaarde per balansdatum, waarbij zowel ongerealiseerde als gerealiseerde waardeveranderingen direct in het resultaat worden verantwoord. De deposito’s bij kredietinstellingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde of lagere marktwaarde.
Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor oninbaarheid.
Overige activa Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde, verminderd met lineaire afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming.
Groepsvermogen Algemeen Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als eigen vermogensinstrumenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. Uitkeringen aan houders van deze instrumenten worden in mindering van het eigen vermogen gebracht na aftrek van eventueel hiermee verband houdend voordeel uit hoofde van belasting naar de winst. Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerd onder schulden. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord als kosten of opbrengsten. Wettelijke en statutaire reserve Dit betreft de reserve Ziekenfondswet (ZFW). De reserve ZFW is gevormd per 1 januari 2006 ten laste van de agio. Het betreft een wettelijke reserve welke op basis van de bepalingen in de zorgverzekeringswet tot 31 december 2015 moet worden aangehouden. Tot die datum is de reserve niet vrij uitkeerbaar aan de aandeelhouders.
Technische voorziening Voorziening te betalen schaden De voorziening te betalen schaden bestaat uit nog te ontvangen declaraties en schade afwikkelingskosten. De nog te ontvangen declaraties betreffen vergoedingen van ZVW zorg van behandelingen van verzekerden, welke zijn gestart voor balansdatum. De schattingen zijn gebaseerd op reeds gedeclareerde kosten op basis waarvan vervolgens de nog te declareren verrichtingen en kosten zijn geschat. De schattingen 2011 zijn bijgesteld op basis van het inzicht dat verkregen is uit de reeds verwerkte declaraties tot en met 30 april 2012. Reeds betaalde voorschotten in 2011 en betrekking hebbend op de schaden 2011 zijn onder de overige vorderingen verantwoord.
25
De schade afwikkelingskosten betreffen de geschatte beheerskosten die benodigd zijn in verband met de afwikkeling van schaden die in het boekjaar zijn ontstaan maar per einde boekjaar nog niet zijn betaald. Personeelsbeloningen en pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Overige voorzieningen Onder de overige voorzieningen is een VUT-voorziening opgenomen. Hierbij is rekening gehouden met de toekenning conform de huidige CAO. Deze voorziening heeft een resterende looptijd van 10 jaar. Deze voorziening is bepaald op basis van te betalen salariskosten en pensioenkosten in verband met toegekende VUT-afspraken aan werknemers. Op deze voorziening wordt in mindering gebracht de VUT-uitkering die door het bedrijfspensioenfonds zal worden uitgekeerd. Verdiende premies eigen rekening en bijdragen De verdiende premies eigen rekening bestaan uit de bruto premies ontvangen van verzekerden. De bijdragen bestaan uit de bedragen van het Zorgverzekeringsfonds ZVW welke ontvangen zijn van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Hieronder is tevens opgenomen de premie die betaald wordt aan het CVZ inzake de hoge-kosten-compensatie. Betaalde schaden Onder betaalde schaden wordt verstaan de vergoedingen aan verzekerden en instellingen wegens in het verslagjaar verrichte leveringen en diensten op grond van de bepalingen van de Zorgverzekeringswet en de aanvullende richtlijnen van het College voor zorgverzekeringen. Schadebehandelingskosten worden onder de schaden eigen rekening opgenomen. Tevens is de bijdrage van het CVZ voor hoge-kosten-compensatie hieronder opgenomen.
26
Overige lasten Onder de overige lasten zijn de kosten subsidieregelingen AWBZ opgenomen. Hieronder wordt verstaan de vergoedingen aan verzekerden, en instellingen wegens in het verslagjaar verrichte leveringen en diensten op grond van de bepalingen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Tevens zijn hieronder de bestedingen in het kader van de WMO opgenomen en de inkoopwaarde van de overige omzet. Bedrijfskosten De bedrijfskosten worden aan het resultaat toegerekend voor zover zij betrekking hebben op de verslagperiode. Opbrengsten uit beleggingen Dit betreft de opbrengst uit beleggingen uit hoofde van terreinen en gebouwen, leningen u/g, effecten en andere financiële beleggingen. Deze worden volledig toegerekend aan de niet-technische rekening. Andere baten en lasten Rentebaten en –lasten Dit betreft interest op de rekening- courant verhouding met het College voor zorgverzekeringen, op langlopende leningen, op overige vorderingen en op liquide middelen. Grondslagen voor het bepalen van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld conform de indirecte methode.
27
3.4.2 Toelichting op de geconsolideerde balans
Activa (x €
1.000)
Immateriële vaste activa
(1)
Stand 1 januari Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 1 januari Mutaties boekjaar Desinvesteringen Afschrijvingen
Stand 31 december Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 31 december
Terreinen en gebouwen Stand 1 januari Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 1 januari Mutaties boekjaar Investeringen Desinvesteringen Herwaardering
Stand 31 december Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 31 december
(2)
2011
2010
53
53
-36 17
-23 30
-17 -17
-13 -13
-
53
-
-36 17
2011
2010
4.508
4.508
-1.508 3.000
-738 3.770
-1.000 -1.000
-770 -770
4.508
4.508
-2.508 2.000
-1.508 3.000
Het pand is met 1 miljoen euro afgewaardeerd. De actuele waarde is bepaald op basis van een analyse van het bruto aanvangsrendement waarbij is gerekend met marktconforme huurprijzen. Hieruit is de afwaardering voortgekomen.
28
Beleggingen in deelnemingen Andere deelnemingen
31 december 2011
31 december 2010
90
74
(3)
De deelnemingen betreffen belangen in Mutizorg B.V., Trajectzorg Nederland B.V. en Regizorg B.V. Regizorg B.V. is geliquideerd in 2011.
Overige financiële beleggingen Effecten Deposito’s bij kredietinstellingen
31 december 2011
31 december 2010
81.714 5.000 86.714
15.874 17.500 33.374
(4)
Effecten Aandelen Obligaties
Aanschafwaarde 4.020 76.395 80.415
Boekwaarde 1 januari 4.384 11.490 15.874
Aan- en verkopen -122 65.039 64.917
Herbelegd dividend -2 -2
Herwaardering 880 45 925
Boekwaarde 31 december 5.140 76.574 81.714
De effecten worden belegd in beschikbaar gestelde middelen volgens de uitgangspunten, die Eno heeft geformuleerd ten aanzien van de asset mix, de duration en risico's. Deposito’s bij kredietinstellingen
Stand per 1 januari Stortingen Opnamen Stand per 31 december
2011
2010
17.500 12.500 5.000
27.500 10.000 17.500
Het betreft een deposito met een rentepercentage van 2,0%. De looptijd is korter dan een jaar.
Vorderingen uit directe verzekering Premievorderingen op verzekeringnemers Te vorderen eigen bijdragen
31 december 2011
31 december 2010
7.683 2.564 10.247
6.190 2.301 8.491
(5)
29
College voor zorgverzekeringen
31 december 2011
31 december 2010
5.080 8.162 -7.426 5.588 11.404
5.080 9.282 6.776 22.289 43.427
(6)
Rekening-courant boekjaar 2005 Rekening-courant boekjaar 2006 Rekening-courant boekjaar 2007 Rekening-courant boekjaar 2008 Rekening-courant boekjaar 2009 Rekening-courant boekjaar 2010 Rekening-courant boekjaar 2011
De vordering op het College voor zorgverzekeringen heeft primair een kortlopend karakter. Een deel van de vordering heeft een looptijd van langer dan een jaar. Dit is afhankelijk van de afrekeningsystematiek van het College voor zorgverzekeringen. De vorderingen zijn rentedragend.
Overige vorderingen Te vorderen op PGB-houders AWBZ Te vorderen op PGB-houders WMO Te vorderen overige debiteuren Voorschotten zorgaanbieders Overfinanciering Overige vorderingen
31 december 2011
31 december 2010
968 276 58 8.472 2.057 2.041 13.872
743 1.332 22 9.494 841 2.744 15.176
(7)
De voorschotten aan zorgaanbieders hebben een looptijd langer dan een jaar. De overige vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar.
30
Materiële vaste activa
Stand 1 januari Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 1 januari Mutaties boekjaar Investeringen Desinvesteringen aanschafwaarde Desinvesteringen afschrijvingen Afschrijvingen boekjaar
(8)
KantoorInventaris
Bedrijfswagens
Totaal 2011
Totaal 2010
2.862
244
3.106
3.214
-2.378 484
-117 127
-2.495 611
-2.211 1.003
-219 -219
67 -30 25 -59 3
67 -30 25 -278 -216
33 -141 141 -425 -392
Stand 31 december Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 31 december
2.862
281
3.143
3.106
-2.597 265
-151 130
-2.748 395
-2.495 611
Afschrijvingspercentage
7-25%
25%
Liquide middelen (9) De liquide middelen staan ter vrije beschikking aan Eno Zorgverzekeraar N.V.
31
Groepsvermogen (10) Voor de toelichting op het groepsvermogen wordt verwezen naar de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening.
Technische voorziening Premievoorziening Voorziening te betalen schaden
31 december 2011
31 december 2010
5.082 109.848 2.500 117.430
1.637 113.236 2.356 117.229
117.229 100.362 100.161 117.430
102.634 100.840 86.245 117.229
(11)
Schade afwikkelingskosten Verloopoverzicht Saldo per 1 januari Dotatie Onttrekking Saldo 31 december
Uitloopresultaat van nog te ontvangen declaraties
Schadejaar 2007 Schadejaar 2008 Schadejaar 2009 Schadejaar 2010
Boekjaar 2011 -55 936 -584 -7.568
Boekjaar 2010 -2 -4.206 -1.450 -
Boekjaar 2009 14.336 -10.522 -
Boekjaar 2008 -4.864 -
Een negatief bedrag betekent een positief resultaat. Het positieve uitloopresultaat over het schadejaar 2010 is ontstaan doordat de afrekening overfinanciering GGZ lager is uitgevallen dan verwacht. Dbc-financiering brengt met zich mee dat later dan voorheen inzicht bestaat in de werkelijke kosten, doordat dbc’s maximaal een jaar kunnen openstaan, maar verantwoord moeten worden op de openingsdatum. Voorts wordt verwezen naar hetgeen in de paragraaf over over/onderfinanciering wordt opgemerkt.
Overige voorzieningen (12)
Vut voorziening Personeelsvoorziening Voorziening deelneming Overige voorzieningen
Saldo 1 januari 535 87 81 703
Dotatie
Onttrekking
325 10 335
46 87 133
Saldo 31 december 489 325 91 905
Van de voorzieningen heeft een bedrag van € 384.000 een looptijd korter dan een jaar.
32
Schulden uit directe verzekering Vooruitontvangen premies
Overige schulden Belastingen en premies sociale verzekeringen Diversen
31 december 2011
31 december 2010
8.914
8.578
31 december 2011
31 december 2010
-1 4.636 4.635
518 4.712 5.230
(13)
(14)
De overige schulden hebben een looptijd korter dan een jaar. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Er zijn geen activa en passiva die niet uit de balans blijken.
33
3.4.3 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening Verdiende premies eigen rekening en bijdragen Brutopremies Herverzekeringspremie bijdrage hoge-kosten-compensatie
2010
145.370
120.241
-29.183 1.055 143.396 -2.783 257.855
-25.553 -877 140.045 3.526 237.382
2011
2010
119.034 26.336 145.370
96.633 23.608 120.241
2011
2010
133.331 -174
129.100 -/- 939
-5.753 1 3.978 -12.575
1.146 1 3.519 -14.164
6 24.582 143.396
21.382 140.045
2011
2010
230 6 9.819 56 13 52 10.176
407 8.933 65 16 78 9.499
(15)
Wijziging technische voorziening premie Bijdrage CVZ boekjaar Bijdrage CVZ voorgaande jaren
Brutopremies Premies basisverzekering Premies aanvullende verzekeringen
Bijdrage CVZ boekjaar Budget verstrekkingen Effect nacalculatie Macro nacalculatie en bandbreedte regeling Overige renteopbrengsten Budget beheerskosten 18Wettelijk eigen risico Vergoeding AFBZ rechtstreeks te verrekenen baten en lasten Subsidies AWBZ
Overige omzet Omzet verzuimdiensten Omzet preventiestart Omzet WMO activiteiten Provisies reisverzekeringen Provisies zorgverzekeringen Overige opbrengsten
2011
(16)
34
Betaalde schaden Brutoschaden Bijdrage CVZ hoge-kosten-compensatie Schadebehandelingskosten
2010
228.246 -22.500 3.600 209.346
202.262 -22.500 3.471 183.233
2011
2010
1.227 29 1.256
13.717 13.717
2011
2010
24.588 9.697 5 34.290
21.382 8.804 42 30.228
2011
2010
10.424 529 1.422 293 7.032 -3.600 16.100
10.130 537 1.761 382 7.062 -3.471 16.401
(17)
Wijziging technische voorziening Wijziging voorziening voor te betalen schaden Wijziging voorziening afwikkelingskosten
(18)
Overige lasten Kosten subsidieregelingen AWBZ Bestedingen WMO Inkoopwaarde overige omzet
(19)
(20)
Bedrijfskosten Personeelskosten Huisvestingskosten Automatiseringskosten Afschrijving bedrijfsmiddelen Overige kosten Schadebehandelingskosten
2011
In totaal is € 107.000 euro aan provisies betaald (2010: € 543.000). Deze kosten zijn verdeeld over de diverse entiteiten en opgenomen onder de overige kosten. 2011
2010
7.532 904 1.068 920 10.424
7.033 908 943 1.246 10.130
Personeelskosten Brutolonen Sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten
35
De vennootschap heeft 162 (fte) werknemers in dienst (2010: 174 fte). Pensioenlasten De pensioenlast betreft de premie die door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars bij Eno Zorgverzekeraar N.V. in rekening is gebracht. Belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling: De pensioenregeling is een middelloonregeling. De pensioengrondslag wordt bepaald door het jaarsalaris van de deelnemers te verminderen met de franchise. De franchise bedraagt in 2011 € 14.791 bij een fulltime dienstverband. Het ouderdomspensioen bedraagt voor elk deelnemersjaar 2,25% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks op 1 januari toeslag verleend van maximaal de stijging van het prijsindexcijfer. Het bestuur van het pensioenfonds beslist jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor de actieve deelnemers geldt echter dat jaarlijks op 1 januari een toeslag wordt verleend conform het in de CAO overeengekomen percentage van de loonontwikkeling van het voorafgaande jaar. Belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst: In de uitvoeringsovereenkomst is overeengekomen dat alle bij de in dienst van Eno Zorgverzekeraar N.V. zijnde werknemers aangemeld kunnen worden bij het pensioenfonds. Daarnaast is overeengekomen dat Eno Zorgverzekeraar N.V. binnen bepaalde termijnen de verschuldigde premies moet voldoen. Wijze waarop de pensioenregeling is ondergebracht bij de pensioenuitvoerder De uitvoering van de pensioenregeling is door het SBZ ondergebracht bij Syntrus Achmea. Door Syntrus Achmea wordt de pensioenadministratie uitgevoerd. Dit is vastgelegd in een overeenkomst tussen SBZ en Syntrus Achmea. Dekkingsgraad pensioenfonds De dekkingsgraad bedraagt, conform opgave van het SBZ, per ultimo december 2011 104,5% (2010: 116%). Huisvestingskosten In de huisvestingskosten is de afwaardering van het pand opgenomen voor een bedrag van € 1.000.000.
Opbrengsten uit beleggingen Ongerealiseerd resultaat uit beleggingen Gerealiseerd resultaat uit beleggingen
2011
2010
28 -889 -861
750 -585 165
(21)
Vergoedingen aan commissarissen De vergoedingen aan commissarissen over 2011 bedragen € 68.060 (2010 € 61.200).
36
Honoraria accountant Specificatie van het honorarium accountants conform artikel 382a lid 3 Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Honorarium 2011 Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet-controlediensten
Honorarium 2010 Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet-controlediensten
KPMG Overig Accountants KPMGN.V. Netwerk 100 144 11 255
Overig PWCnetwerk -
Totaal -
100 144 11 255
KPMG Overig Overig Totaal Accountants KPMGPWCN.V. Netwerk netwerk 111 111 125 125 46 46 22 22 236 22 46 304
Vermelding van beloningen op grond van de ‘Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens’ (WOPT) Zorgverzekeraars zijn door middel van een afzonderlijk besluit aangewezen te voldoen aan de WOPT. Deze wet vereist de openbaarmaking van de beloning van functies in organisaties die met publieke middelen zijn gefinancierd en die uitgaan boven het gemiddelde belastbaar loon van ministers. Voor 2011 is dit bedrag gesteld op € 193.000 (ongewijzigd tov 2010: € 193.000). Hieronder zijn de functies weergegeven die voldoen aan de criteria.
Aantal fte Gemiddelde salaris
2011
2010
3 € 188.801
3 € 205.065
De directieleden die werkzaam zijn voor de Eno groep, werken voor meerdere juridische entiteiten. De salariskosten zoals bovenstaand weergegeven, worden via een verdeelsleutel toegerekend aan de verschillende entiteiten. 1) Het gemiddelde salaris bestaat uit de volgende onderdelen: brutosalaris, tantièmes, pensioenpremie, bijtelling leaseauto en normbijtelling.
37
Deventer, 24 mei 2012 De Directie
Drs. J.W. de Jong Algemeen directeur
Drs. E.L. Hooiveld RA Financieel directeur
Drs. A.G.C. Geerdink Operationeel directeur
Raad van Commissarissen
J. Schepers Voorzitter
J.N. Berkemeijer AAG
N.W de Boer RE RA RC
J. Dijkstra
Drs. M.E.G. Koomen
Dr. P.J.Q. van der Linden
38
3.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2011 (voor resultaatbestemming) Activa (x €
1.000)
Beleggingen Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen
Passiva (x €
(1)
1.000)
Eigen vermogen Waarborgkapitaal Reserve ZFW Reserve AWBZ Overige reserve Onverdeeld resultaat
(2) (3) (4) (5) (6)
31 december 2011
31 december 2010
53.513
45.751
53.513
45.751
31 december 2011
31 december 2010
681 15.332 173 29.538 7.789 53.513
681 15.332 489 24.993 4.256 45.751
53.513
45.751
39
3.6 Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2011 (x € 1.000)
2011
2010
Opbrengsten uit beleggingen Resultaat uit deelnemingen
7.789
4.256
7.789
4.256
40
3.7 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening 2011 3.7.1 Toelichting algemeen Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Voor de algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening, de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat, alsmede voor de toelichting op de onderscheiden activa en passiva en de resultaten wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening, voor zover hierna niet anders wordt vermeld. Financiële vaste activa De deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de netto-vermogenswaarde maar niet lager dan nihil. Deze netto-vermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Coöperatie Eno.
41
3.7.2 Toelichting op de enkelvoudige balans
Activa (x €
1.000)
Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen (1) 2011
Eno Holding B.V. Stichting Regizorg Nederland
2010
Eno Holding B.V. Stichting Regizorg Nederland
Passiva (x €
Boekwaarde 1 januari
Resultaat deelneming
Overige mutaties
Verwerving deelneming
Boekwaarde 31 december
45.715
7.789
-27
-
53.477
36 45.751
7.789
-27
-
36 53.513
Boekwaarde 1 januari
Resultaat deelneming
Overige mutaties
Verwerving deelneming
Boekwaarde 31 december
41.481
4.234
-
-
45.715
14 41.495
22 4.256
-
-
36 45.751
1.000)
Eigen vermogen 2011
Saldo 1 januari Resultaatbestemming 2010 Resultaat 2011 Saldo 31 december
Waarborg kapitaal
Wettelijke reserve AWBZ (4)
Overige reserve
(2)
Wettelijke reserve ZFW (3)
Onverdeeld (5) resultaat (6)
681
15.332
489
24.993
4.256
45.751
-
-
-316 -
4.545 -
-4.256 7.789
-27 7.789
681
15.332
173
29.538
7.789
53.513
Jaartotaal
Het eigen vermogen in de enkelvoudige jaarrekening wijkt af van het groepsvermogen in de geconsolideerde jaarrekening. Dit wordt veroorzaakt door het negatieve eigen vermogen van de groepsmaatschappij Salland Zorgkantoor B.V. welke enkelvoudig op nihil is gewaardeerd.
42
2010
Saldo 1 januari Resultaatbestemming 2009 Resultaat 2010 Saldo 31 december
Waarborg kapitaal
Wettelijke reserve AWBZ (4)
Overige reserve
(2)
Wettelijke reserve ZFW (3)
Jaartotaal
(5)
Onverdeeld resultaat (6)
681
14.584
290
20.286
5.654
41.495
-
748 -
199 -
4.707 -
-5.654 4.256
4.256
681
15.332
489
24.993
4.256
45.751
43
4. Overige gegevens 4.1 Statutaire bepalingen inzake het resultaat In artikel 43 van de statuten van de coöperatie is bepaald dat omtrent bestemming van een eventueel positief resultaat, de Ledenraad besluit op voorstel van het Bestuur, gehoord de Raad van Commissarissen.
4.2 Bestemming van het resultaat Het resultaat van 2011 is vooruitlopend op het besluit van de algemene ledenvergadering als onverdeelde winst opgenomen onder het eigen vermogen. Aan de algemene ledenvergadering wordt voorgesteld het resultaat € 7.789.000 als volgt te bestemmen. Reserve AWBZ Overige reserves
-94.000 7.883.000 7.789.000
44
4.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de directie van Coöperatie Eno U.A.
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2011 van Coöperatie Eno U.A. te Deventer gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2011 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de coöperatie is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de directie, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de coöperatie. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de coöperatie gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
45
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Coöperatie Eno U.A. per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amstelveen, 24 mei 2012 KPMG Accountants N.V.
J.J. Bossema RA
46