Consumentenvertrouwen in Amsterdam Hoe wordt het vakantiegeld dit jaar besteed?
In opdracht van: Het Parool Projectnummer: 14054-2
Carine van Oosteren Merel van der Wouden
Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300
Telefoon 020 251 10412
Postbus 658, 1000 AR Amsterdam
www.os.amsterdam.nl
[email protected]
Amsterdam, mei 2014
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
___________________________ Foto voorpagina: fotograaf Edwin van Eis (2013)
2
Besteding vakantiegeld
Inhoud Inleiding
4
Vertrouwen in de economie Consumentenvertrouwen in Amsterdam positief Enorme verschillen in consumentenvertrouwen tussen groepen Vakantiegeld vooral besteed aan …….. vakantie Een op de drie Amsterdammers heeft financiële zorgen Conclusie
5 5 6 7 8 9
3
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
Inleiding
De Nederlandse economie lijkt zich langzaam maar zeker te herstellen van de recessieperiode die in 2008 inzette. De investeringen nemen weer toe maar er zijn ook 1 tekenen dat het herstel kwetsbaar is. De Nederlandse burger zag het de afgelopen jaren bepaald somber in: het consumentenvertrouwen bereikte twee keer een dieptepunt, in maart 2009 (-34) en in februari 20913 (-44). In mei 2014 is het vertrouwen nog steeds negatief, maar al veel minder (-2) en op hetzelfde niveau als in december 2007, voordat de recessie inzette. Op de arbeidsmarkt is van herstel nog geen sprake: als er al sprake is van economische groei, dan is deze te bescheiden om tot banengroei te leiden. Het CPB verwacht dat de 2 werkloosheid in 2014 nog verder zal oplopen.
Situatie in Amsterdam O+S heeft sinds 2009 drie keer het consumentenvertrouwen in Amsterdam gemeten, op dezelfde manier als het CBS dat doet. De resultaten van de laatste meting zijn verwerkt in deze rapportage. Tevens is de Amsterdammer gevraagd waaraan hij of zij het denkt het vakantiegeld te gaan besteden, dat in mei wordt uitgekeerd: aan het terugbetalen van schulden of aan consumptieve uitgaven zoals een vakantie of een nieuwe tv of computer? Niet iedereen is positief Hoewel de positieve stemming over de manier waarop de economie zich ontwikkelt 3 dominant is, is niet iedereen overtuigd van het herstel. Om hier wat meer zicht op te krijgen heeft O+S de Amsterdammer ook gevraagd of ze zich zorgen maken om hun financiële situatie en wat hier dan de belangrijkste oorzaken van zijn.
1
CBS Persbericht Economie krimpt door lager gasverbruik, 15-5-2014 Korte termijnraming maart 2014, CPB 3 Dit blijkt uit COB Burgerperspectieven 2014/1, SCP 2
4
Besteding vakantiegeld
Vertrouwen in de economie
In mei 2014 heeft O+S het vertrouwen van Amsterdammers in de economie onderzocht op eenzelfde manier als het CBS dat doet. Zo ontstaat er inzicht in de hoogte van het consumentenvertrouwen van de Amsterdammers en kan vergeleken worden hoe dit vertrouwen zich verhoudt tot het consumentenvertrouwen op nationaal niveau. Hoe wordt consumentenvertrouwen gemeten? De index geeft aan wat de mening van Amsterdammers is over het algemene economische klimaat (economisch klimaat) en over hun eigen financiële situatie (koopbereidheid). Geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat, slechter gaat of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door de positieve antwoorden te verminderen met de negatieve. In het consumentenvertrouwen zijn zowel het economisch klimaat als de koopbereidheid meegenomen. De methode die O+S gebruikt is overgenomen van het CBS. Zie http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/dossiers/conjunctuur/publicaties/conjunctuurbericht/inhoud/c onjunctuurklok/toelichtingen/ck-03.htm
Het CBS benadert maandelijks zo’n 1.000 huishoudens. Aan het onderzoek van O+S namen 556 Amsterdammers deel: 407 via het panel van O+S en 159 telefonisch, waarbij geldt dat jongeren, lager opgeleiden en lage inkomens ondervertegenwoordigd zijn. Eerdere metingen van O+S zijn op dezelfde wijze gedaan: telefonisch en via het panel. De resultaten van dit onderzoek worden waar mogelijk vergeleken met eerdere metingen.
Consumentenvertrouwen in Amsterdam positief Het consumentenvertrouwen is de afgelopen jaren behoorlijk onderuit gegaan. De Nederlandse burger zag het somber in: het consumentenvertrouwen bereikte twee keer een dieptepunt, in maart 2009 (-34) en in februari 2013 (-44). Oktober 2013 betekende een omslagpunt voor het vertrouwen in het economisch klimaat. Sindsdien verbetert ook de koopbereidheid, maar in mindere mate. In mei 2014 is het vertrouwen nog steeds negatief, maar al veel minder (-2) en op hetzelfde niveau als in december 2007, voordat de recessie inzette. In Amsterdam was het vertrouwen ook laag maar het herstel komt sneller. In januari 2012 was het vertrouwen van de Amsterdamse consument weliswaar zwaar negatief maar het lag wel iets boven het Nederlandse gemiddelde. Deze trend heeft zich doorgezet: ruim twee jaar later is het consumentenvertrouwen van de Amsterdammer de nullijn gepasseerd: het vertrouwen is zelfs positief (+3). Dit is vooral te danken aan de positievere stemming over de algehele economische situatie in Nederland. Amsterdam loopt op dit punt verder uit de pas met het Nederlandse gemiddelde, met een score van +22. De koopbereidheid blijft hier nog wat bij achter: voor Amsterdam ligt deze in mei op 9, ongeveer hetzelfde als wat het CBS rapporteert voor heel Nederland (-10). 5
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
Figuur 1 Consumentenvertrouwen in Nederland (lijnen) en Amsterdam (kruisjes)
40
index
30
X
20 10
X
0
X X X
-10 -20
X X
-30
X
-40 -50
X
-60
2014 april
2014 januari
2013 juli
2013 oktober
2013 april
2013 januari
2012 oktober
2012 juli
2012 april
2012 januari
2011 juli
economisch klimaat
2011 oktober
2011 april
2011 januari
2010 juli
2010 oktober
2010 april
2010 januari
2009 juli
consumentenvertrouwen
2009 oktober
2009 april
2009 januari
2008 juli
2008 oktober
2008 april
2008 januari
2007 oktober
2007 juli
2007 april
-80
2007 januari
-70
koopbereidheid bron: CBS en O+S
Enorme verschillen in consumentenvertrouwen tussen groepen Het consumentenvertrouwen is het gemiddelde saldo van de vragen die ten grondslag liggen aan economisch klimaat en de koopbereidheid. Met name jongere Amsterdammers, mannen, hoger opgeleiden en mensen met een hoger inkomen hebben meer vertrouwen in de economie, zo blijkt uit de meting van mei 2014. Dit beeld komt overeen met de uitkomsten van de meting van januari 2012. Wanneer er wordt ingezoomd op de Amsterdamse cijfers blijkt dat vooral de mening over het economisch klimaat nogal verschilt tussen groepen Amsterdammers. Mensen tot 50 jaar zijn duidelijk positiever gestemd over hoe de economische situatie de afgelopen 12 maanden is geweest en hoe deze zich de komende 12 maanden zal ontwikkelen dan de 50-plussers. Verder is er een duidelijk verband met inkomen (en opleidingsniveau): hoe hoger het inkomen (en hoe hoger het opleidingsniveau) hoe meer vertrouwen in het economisch klimaat. Eenoudergezinnen zijn het enige huishoudenstype dat negatief gestemd is over het economisch klimaat. De koopbereidheid bestaat uit drie vragen: de financiële situatie van het huishouden in de afgelopen 12 maanden, de verwachte financiële situatie in de komende 12 maanden en de bereidheid tot het doen van grote aankopen. Voor wat betreft de koopbereidheid zijn er ook behoorlijke verschillen. Alleen de mensen met een netto huishoudinkomen boven de €4.000 zijn positief gestemd over hun eigen financiële situatie.
6
Besteding vakantiegeld
Figuur 2 Amsterdamse consumentenvertrouwen uitgesplitst naar groepen index 60 50 40 30 20 10 0 -10 -20 -30 -40
economisch klimaat
koopbereidheid
consumentenvertrouwen
bron: CBS en O+S
Vakantiegeld vooral besteed aan …….. vakantie Driekwart van de Amsterdammers die meededen aan deze peiling krijgt deze maand vakantiegeld. Uit figuur 2 blijkt dat de koopbereidheid van de Amsterdammers nog niet overhoudt: alleen de groep tot 35 jaar en bij de mensen met een hoger inkomen is deze positief. De wijze waarop Amsterdammers hun vakantiegeld gaan besteden, kan gezien worden als een nadere verbijzondering van de koopbereidheid. Deze blijkt inderdaad nog niet zo groot te zijn. Een op de drie besteedt het vakantiegeld dit jaar daadwerkelijk aan 4 een vakantie. Mensen met een hoger inkomen doen dit relatief vaak. Zij die minder te besteden hebben gebruiken het vaker om schulden mee af te lossen. Een kleiner deel, 5%, gaat er een grote aankoop mee doen zoals een nieuwe tv, computer of bankstel. Ongeveer 10% gebruikt het vakantiegeld om schulden af te lossen, bij mensen die minder te besteden hebben komt dit vaker voor. Een minderheid, 18%, overweegt het geld op een spaarrekening te zetten. Respondenten die een andere bestemming opgeven, noemen relatief vaak (achterstallige) rekeningen betalen of het vakantiegeld in het huis steken, in de vorm van een verbouwing of verhuizing. Er lijkt weinig verschil te zijn in de manier waarop het vakantiegeld dit jaar besteed gaat worden en hoe men dat vorig jaar gedaan geeft. Het grootste verschil zit in de groep die het nog niet weet. De groep die nog niet weet hoe het vakantiegeld dit jaar besteed zal worden (24%) is groter dan de groep die niet meer weet waar ze het vakantiegeld het vorig jaar aan uitgegeven hebben (10%). Vorig jaar heeft 40% het vakantiegeld aan vakantie besteed. 4
Dit is iets minder dan de 42% waar een onderzoek van het Economisch Bureau van het ING op uitkomt voor dit jaar, op basis van de Vraag van Vandaag.
7
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
Figuur 3 Besteding vakantiegeld aan:
vakantie
spaarrekening
andere schuld aflossen
dit jaar vorig jaar
grote aankoop
hypotheekschuld aflossen
anders
weet (nog) niet
% 0
10
20
30
40
50
bron: O+S
Een op de drie Amsterdammers heeft financiële zorgen De Amsterdammers zijn in mei 2014 positiever over de eigen financiële situatie dan in de eerdere metingen, met uitzondering van een meting in november 2009.
ontwikkeling financiële situatie verwachte ontwikkeling huishouden afgelopen 12 financiële situatie huishouden maanden komende 12 maanden
Figuur 4 Mening Amsterdammers over huidige en toekomstige financiële situatie van hun huishouden
mei-14
jan-12 verbetering nov-09
ongewijzigd verslechtering
mei-14
weet ik niet
jan-12
nov-09 % 0
20
40
60
80
100
bron: O+S
8
Besteding vakantiegeld
Evengoed maakt één op de drie geïnterviewde Amsterdammers zich nu nog veel zorgen over de eigen financiële situatie, voor de komende 12 maanden. Vooral mensen met een netto gezinsinkomen onder de €1.350 per maand maken zich zorgen. De meest genoemde zorgen om de eigen situatie hebben betrekking op stijgende kosten en een verlies aan zekerheid: teruggang in inkomen, te weinig financiële reserves en mogelijk baanverlies. Er zijn drie groepen die meer vrezen voor hun baan dan anderen: lager opgeleiden, mensen in de leeftijdscategorie 35-49 en zij die een tijdelijk contract hebben. Dit jaar is voor het eerst gevraagd of de oplopende huren ook een bron van zorg zijn. Dit blijkt inderdaad het geval te zijn voor bijna een kwart van de geïnterviewden. Zorgen over de hoogte van de hypotheek en andere schulden worden wat minder vaak genoemd, ten opzichte van de eerdere metingen. Figuur 5 Zorgen om de eigen financiële situatie
teruggang inkomen te weinig financiële reserve
mei-14 jan-12
baanverlies
nov-09 mrt-09
hoogte hypotheek (oplopende) schulden stijgende huurprijzen anders, namelijk % 0
5
10
15
20
25
30
35
40
bron: O+S
Conclusie Het vertrouwen van Amsterdammers in de economie is positief (+3). Dit is een verbetering ten opzichte van eerdere metingen in 2009 en 2012 en geeft een iets positiever beeld dan de laatste meting van het consumentenvertrouwen op nationaal niveau. Het herstel wordt vooral bepaald door een toenemend vertrouwen in het economisch klimaat. Bij een opgaande trend loopt Amsterdam vooruit op de landelijke ontwikkeling. Of dit zo blijft is nog onduidelijk.
9
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
Vermoedelijk wordt het toegenomen vertrouwen gevoed door positieve berichtgeving in 5 de media. Mensen willen graag horen dat de economie weer aantrekt. Het toenemende vertrouwen komt nog niet zo duidelijk tot uiting in de koopbereidheid, met uitzondering van de Amsterdammers het hoogste huishoudinkomen. Vakantiegeld wordt behalve aan vakantie en aan duurzame consumptiegoederen ook besteed aan het afbetalen van schulden of wordt op een spaarrekening gezet. Een op de drie Amsterdamse respondenten heeft zorgen van financiële aard. Teruggang van inkomen, angst voor baanverlies en te weinig financiële reserves worden het vaakst genoemd. Oplopende huren zijn een nieuwe zorg. Het uitblijven van herstel op de arbeidsmarkt is vermoedelijk de oorzaak voor (een deel van) deze zorgen.
5
10
COB Burgerperspectieven 2014/1, SCP