Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214 Eindrapport, 31 maart 2014
1. Aanleiding voor de consultatieronde en opdracht Op de N214 tussen de A15/N3 bij Papendrecht en de Damseweg is geen landbouwverkeer toegestaan op de hoofdrijbaan. Het landbouwverkeer kan daar gebruik maken van een parallelstructuur die bestaat uit wegen die in beheer zijn van het Waterschap Rivierenland: Parallelweg - Matenasche Scheidkade - Peilkade - Peilmolenweg - Elzenweg - Wervenkampweg Kweldamweg. De provincie Zuid-Holland wil het landbouwverkeer ook weren op het deel van de N214 tussen de Damseweg en de A27 waar nu nog landbouwverkeer op de rijbaan is toegestaan. In 2010 heeft een combinatie van adviesbureaus onder leiding van Mobycon een onderzoek verricht naar mogelijke varianten hiervoor. Op basis van dit onderzoek is ambtelijk een voorkeursvariant gekozen, die in 2012 nader is uitgewerkt door het adviesbureau Arcadis. Hierbij is de omgeving in beperkte mate geraadpleegd. Op basis van een voorstel van Gedeputeerde Staten van 27 augusutus 2013 hebben Provinciale Staten op 9 oktober 2013 een voorbereidingsbesluit genomen voor de start van de verkenningsfase tot realisatie van een parallelstructuur. Voor de daadwerkelijke realisatie daarvan is € 17 miljoen gereserveerd. Tegelijkertijd signaleren Gedeputeerde Staten enkele risico’s die zich bij de uitvoering zouden kunnen voordoen: “aandrang vanuit de agrarische sector, vooral het interlokale loonwerkverkeer, om van de hoofdrijbaan gebruik te mogen blijven maken; de kans dat (extra) sluipverkeer wordt aangetrokken in de directe omgeving van filegevoelige delen van het hoofdwegennet; bezwaren tegen het mogelijk gecombineerde weggebruik door fietsen en landbouwverkeer; overlast bij omwonenden: mogelijk worden nu nog niet doorgaande wegen wel doorgaand, waardoor daar meer verkeersbewegingen gaan plaatsvinden.” Daarom wil Gedeputeerde Staten eerst een nadere verkenning uitvoeren: “In de nadere verkenning zal in nauwe samenspraak met de regionale overheden en maatschappelijke partijen gezocht worden naar een voorkeursvariant die het probleem met de doorstroming en de verkeersveiligheid op een adequate manier oplost en kan bogen op een zo groot mogelijk draagvlak” Voor het uitvoeren van deze verkenning heeft de provincie Zuid-Holland aan Ligtermoet & Partners opdracht gegeven om samen met de opdrachtgevend projectleider van de provincie - Dick Kommer een ronde te maken langs de belangrijkste stakeholders en daarover te rapporteren.
Leeswijzer Eerst schetsen we de context van de problematiek van het landbouwverkeer op de N214 (par. 2). Vervolgens beschrijven we de uitkomsten van de gevoerde consultatiegesprekken (par. 3). We eindigen met enige aanbevelingen (par.4).
2. Context problematiek landbouwverkeer op de N214 2.1 Beleid provincie Zuid-Holland Het beleid van de provincie Zuid-Holland is er op gericht om landbouwverkeer niet toe te staan op provinciale wegen, c.q. op gebiedsontsluitingswegen met een snelheidsregiem van 80 km/u of hoger. De twee belangrijkste redenen hiervoor zijn: landbouwvoertuigen rijden langzamer dan het overige gemotoriseerde verkeer en dit zorgt voor (a) verkeersonveilige situaties en (b) een minder vlotte doorstroming van het auto- en vrachtverkeer. Het beleid is verder dat het landbouwverkeer dan idealiter wordt afgewikkeld op een parallelweg. En als er sprake is van meer dan 1000 motorvoertuigen per dag en meer dan 500 fietsers per dag, is naast de parallelweg ook nog een fietspad gewenst. In andere gevallen en als deze ideale situatie niet mogelijk is, moet de parallelweg optimaal worden ingericht voor een veilige afwikkeling van aanwezige auto’s, vrachtauto’s, landbouwverkeer en fietsers. Als ook daarvoor te weinig ruimte is, moet de parallelweg worden ingericht als fietsstraat. Als er geen mogelijkheid (fysiek en/of uit kostenoogpunt) is om een parallelweg/fietspad aan te leggen langs de hoofdweg, zal gebruik gemaakt moeten worden van parallelle structuren in de nabije omgeving, mits deze niet tot te grote omrijdafstanden leiden voor landbouwvoertuigen en mits deze optimaal worden ingericht voor een veilige afwikkeling van aanwezige auto’s, vrachtauto’s, landbouwverkeer en fietsers. Op dit moment onderzoekt de Minister of in de toekomst voor bepaalde landbouwvoertuigen onder bepaalde voorwaarden een hogere een maximumsnelheid van 40 km/u (i.p.v. 25 km/u) kan worden toegestaan. Het beleid van de provincie Zuid-Holland is vooralsnog dat ook deze sneller rijdende landbouwvoertuigen niet zullen worden toegelaten op de provinciale wegen, om de eerder genoemde redenen. In het voorjaar van 2012 is er in opdracht van de Regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden een onderzoek verricht naar de problematiek van het landbouw- en loonwerkverkeer. Het onderzoek is uitgevoerd door Ligtermoet & Partners. Door middel van een aantal sessies met vertegenwoordigers van de landbouwsector (LTO en CUMELA), maatschappelijke organisaties (Fietsersbond en VVN) en alle betrokken wegbeheerders (12 gemeenten, waterschap, provincie en RWS) zijn de belangrijkste knelpunten met/voor landbouwverkeer geïnventariseerd. Uit het onderzoek kwam als een van de belangrijkste knelpunten naar voren het zorg dragen voor een goede parallelstructuur voor het landbouwverkeer op de N214.
2.2 Verkeersintensiteiten, verkeersveiligheid en doorstroming op N214 De N214 kent een verkeersintensiteit van gemiddeld circa ..... motorvoertuigen per werkdag. Daarbij gaat het om gemiddeld circa ..... vrachtwagens per dag. (KL: Graag invullen door provincie.) Over de intensiteiten van het landbouwverkeer is niets bekend. De aantallen fietsers die gebruik maken van de fietspaden die zijn gelegen langs de N214 zijn: wegvak Damseweg - N216: 10 tot 20 fietsers wegvak N216 -Gorissenweg: 30 tot 50 fietsers wegvak door de kern van Noordeloos: 100 tot 200 fietsers wegvak Noordeloos - A27: 60 tot 100 fietsers
Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 2
In de periode 2002-2009 hebben 90 ongevallen plaatsgevonden op de N214. Daarbij was geen enkel dodelijk ongeval. In 13 gevallen ging het om een ongeval met letsel. De overige ongevallen hadden uitsluitend materiële schade tot gevolg. Er vinden nauwelijks ongevallen plaats met landbouwvoertuigen en fietsers. De meeste ongevallen vinden plaats op drie kruispunten (Gorissenweg, Laantje/Nieuwendijk, Middenweg) en ter hoogte van het tankstation. (KL: Het is wenselijk dat er een actueler overzicht komt van ongevallen en van slachtoffers met landbouwverkeer.) In 2010 heeft een wegbelevingsonderzoek plaats gevonden, uitgevoerd oor TNS NIPO. Daaruit komt naar voren dat automobilisten en motorrijders tevreden zijn over de doorstroming behalve bij de verkeerslichten op het kruispunt met de N216, bij file op de A15 en bij landbouwvoertuigen en vrachtwagens op de rijbaan. Ook vrachtwagenchauffeurs vinden de doorstroming bij de verkeerslichten op het kruispunt met de N216 niet goed. Verder zeggen ze dat voor (vracht)verkeer dat vanaf zijwegen de N214 op wil, de doorstroming te wensen overlaat. Fietsers geven aan de aanwezige fietspaden aan weerszijden van de N214 erg smal te vinden en soms lange wachttijden te ondervinden bij het oversteken van de hoofdrijbaan. De provincie zelf geeft aan dat de fietspaden erg dicht tegen de rijbaan aan liggen, wat onveilig is.
2.3 De onderzochte varianten In 2010 heeft een combinatie van adviesbureaus onder leiding van Mobycon drie varianten onderzocht voor de afwikkeling van het landbouwverkeer op het deel van de N214 tussen de Damseweg en de A27 waar nu nog landbouwverkeer op de rijbaan is toegestaan. Het betrof (I) een variant waarbij het landbouwverkeer op het gehele traject toegestaan blijft op de hoofdrijbaan, maar dan met passeerstroken; (II) een variant waarbij het landbouwverkeer op het hele traject wordt afgewikkeld via met elkaar te verbinden bestaande waterschapswegen; (III) en een variant waarbij het landbouwverkeer op het hele traject wordt afgewikkeld via nieuw aan te leggen parallelwegen naast de hoofdrijbaan. Zie de drie kaarten hieronder (zie voor A4-formaat de bijlagen bij dit rapport). Variant I: op hoofdrijbaan met passeerstroken
Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 3
Variant II: via parallelstructuur bestaande waterschapswegen
Variant III: via nieuwe parallelwegen langs hoofdrijbaan
Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 4
2.4 Nadere uitwerking combi-variant Op basis van het onder leiding van Mobycon verrichte onderzoek is in 2011 ambtelijk een voorkeursvariant gekozen voor de afwikkeling van het landbouwverkeer. Het betreft een combivariant: tussen Damseweg en Gorissenweg via een parallelstructuur van waterschapswegen; tussen Gorissenweg en A27 via een nieuw aan te leggen parallelweg. Zie de kaart hieronder (zie voor A4-formaat de bijlagen bij dit rapport).
In 2012 is deze combi-variant nader uitgewerkt door het adviesbureau Arcadis. De belangrijkste maatregelen die zijn uitgewerkt zijn: de aanleg van een parallelweg ten zuiden van de N214 tussen rotonde Grote Waard (Noordeloos) en Minkeloos; de verbreding van de brug over de Giessen en de aanleg van een nieuw stuk parallelweg aan de zuidzijde van de N214 tussen de Grote Waard en het Laantje, incl. de realisatie van een nieuwe aansluiting van deze parallelweg op de rotonde Grote Waard; de aanleg van bruggen over de Smoutjesvliet en de Ottolandsevliet ter verbinding van de waterschapswegen Hoogtweg-Klokbekerweg-De Hoogt ter realisatie van een parallelstrucuur tussen Damseweg en Gorissenweg, incl. de realisatie van een nieuwe aansluiting op de N216; diverse maatregelen ter verbreding en verbetering van de waterschapswegen.
Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 5
3. Consultatie stakeholders 3.1 Gevoerde gesprekken Tussen medio januari en medio februari 2014 zijn in totaal 10 gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de volgende organisaties: waterschap Rivierenland gemeente Giessenlanden (bestuurlijk en ambtelijk) gemeente Molenwaard (bestuurlijk en ambtelijk) CUMELA en LTO Dorpsraad Noordeloos, Buurtvereniging de Kom en Buur(t)werk De Hogt Fietsersbond en Veilig Verkeer Nederland Commissie Natuur en Landschap van het Gebiedsplatform Alblasserwaard & Vijfheerenlanden Groenservice Zuid-Holland (Slingeland) Vermilion Oil and Gas Netherlands BV Regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden De gesprekken hadden een informatief en verkennend karakter, met als doel: 1. stakeholders informeren over het tot nu toe gevolgde proces en over het voornemen hen nauw te betrekken bij de verdere verkenning en nog volgende processtappen 2. stakeholders informeren over de voorlopige uitkomsten van de verrichte voorstudies 3. stakeholders bevragen over de onderzochte varianten: voor- en nadelen (doorstroming, verkeersveiligheid, leefbaarheid, ruimtelijke inpassing, omrijdfactoren landbouwverkeer, e.d), randvoorwaarden, flankerende maatregelen, kosten, e.d. De bevindingen zijn vastgelegd in korte gespreksnotities, uitgezonderd van de gesprekken met de Regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en met Northern Petroleum bv - deze gesprekken hadden namelijk een louter informatief karakter. De gespreksnotities zijn opgenomen als bijlagen bij dit rapport.
3.2 Conclusies uit de gesprekken Hieronder worden de conclusies uit de gesprekken weergegeven. Deze zijn als volgt geclusterd: a. Grote twijfels over nut en noodzaak van weren landbouwverkeer op N214. b. Evidente samenhang A27/A15 - N214 - parallelstructuur. c. Breed draagvlak voor parallelstructuur via waterschapswegen tussen Damseweg en Gorissenweg. d. Breed draagvlak voor nieuwe parallelweg tussen Noordeloos en A27. e. Gering draagvlak voor parallelweg door kern Noordeloos. f. Brede wens tot verbeteringen kruispunten Minkeloos, Middenweg en Gorissenweg. g. Enige overige bevindingen uit de gesprekken.
a. Grote twijfels over nut en noodzaak weren landbouwverkeer op N214 Vrijwel alle stakeholders hebben grote twijfels over het nut en de noodzaak van het weren van landbouwverkeer op de N214. Men heeft namelijk de stellige indruk dat het aantal landbouwvoertuigen dat gebruik maakt van de N214 beperkt is (maar niemand beschikt over cijfers) en dat het vrachtverkeer een veel belangrijkere vertragende factor is voor de doorstroming van het Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 6
autoverkeer, dan het landbouwverkeer. In dit verband merken de meeste stakeholders ook op dat het allerbelangrijkste doorstromingsprobleem op de N214 wordt veroorzaakt door het ‘hoge’ kruispunt N214/N216. Dat moet als eerste worden aangepakt. Vertegenwoordigers van de landbouwsector bevestigen het beeld dat het aantal landbouwvoertuigen in de afgelopen jaren is gedaald, ondanks het feit dat er tegelijkertijd ook sprake is van een contraire trend door grotere spreiding van de kavels van landbouwbedrijven. Belangrijke verklaringen voor de daling: de bietenblad-aanvoer (in het verleden goed voor veel loonwerkverkeer) is verdwenen en bouwkranen op wielen gaan tegenwoordig op diepladers (veel goedkoper door tijdwinst) en komen vaak lange tijd niet terug op het loonbedrijf, maar blijven op bestemming in een bepaald gebied. Verder rijden tractoren tegenwoordig zo’n 50 km/uur, waardoor het oponthoud dat zij veroorzaken veel beperkter is dan vroeger. De doorstromingsproblemen als gevolg van landbouw/bouwverkeer op de N214 zijn daardoor in de praktijk maar gering, zo is de algemene opinie. Alleen in periode dat de eerste grasoogst plaatsvindt - meestal ergens begin mei - is er sprake van een piek van 1 à 2 weken, met volgens de landbouwsector een factor 3 à 4 keer meer landbouwverkeer dan normaal. Verder merken enkele stakeholders op dat er in het verleden nauwelijks ongevallen met landbouwvoertuigen hebben plaatsgevonden op de N214, dus lijkt er ook geen noodzaak vanuit verkeersveiligheid. De (politieke) vraag die volgens diverse stakeholders beantwoord moet worden, is of je 17 miljoen euro moet investeren in een parallelstructuur voor dagelijks slechts een beperkt aantal landbouwvoertuigen (uitgezonderd 1 à 2 weken per jaar). Alle stakeholders zijn het er over eens dat voor de beantwoording van deze vraag er actuele en juiste feiten beschikbaar moeten komen over de aantallen landbouwvoertuigen die gebruik maken van de N214 en over de ongevallen op de N214 waar landbouwverkeer bij betrokken was.
b. Evidente samenhang A27/A15 - N214 - parallelstructuur N214 Verschillende stakeholders wijzen erop dat eigenlijk eerst de doorstromingsproblemen op de A27/A15 adequaat moeten worden aangepakt, voordat de doorstromingsproblemen op de N214 kunnen worden aangepakt. Anders wordt de N214 (nog vaker) als sluiproute gebruikt. Vooral de bewonersorganisaties in Noordeloos zijn van mening dat het weren van het landbouwverkeer en het verbeteren van de doorstroming op de N214 juist (nog) meer (sluip)verkeer zal aantrekken, zolang de doorstromingsproblemen op de A27/A15 niet zijn opgelost. Tegelijkertijd zijn alle stakeholders het erover eens dat eerst de doorstroming op de N214 adequaat moet zijn opgelost, voordat een parallelstructuur kan worden opengesteld en het landbouwverkeer kan worden geweerd van de N214. Anders ontstaat er sluipverkeer op de parallelstructuur. Daarom moet eerst het kruispunt N214/N216 met voorrang worden aangepakt, want dat veroorzaakt de grootste problemen.
c. Breed draagvlak voor parallelstructuur over bestaande waterschapswegen op wegvak Damseweg-Gorissenweg Alle betrokken stakeholders zijn het erover eens dat de voorgestelde parallelstructuur tussen de Damseweg en de Gorissenweg - waarbij bestaande waterschapswegen door de aanleg van bruggen met elkaar worden verbonden - een goed alternatief is voor het landbouwverkeer op dit deel van de N214. Het Waterschap acht een aansluiting van de Klokbekerweg op de N216 noodzakelijk om sluipverkeer van landbouwverkeer door Vuilendam en Ottoland te voorkomen. De gemeente Molengraaf wijst er wel op dat als er een aansluiting komt van de Klokbekerweg op de N216, inwoners van Ottoland mogelijk gebruik gaan maken dan die nieuwe route. Om hoeveel auto’s gaat het dan en is dat Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 7
problematisch? In ieder geval moet ten allen tijde voorkomen worden dat maatregelen zouden leiden tot meer gemotoriseerd verkeer door de bebouwingslinten van de dorpen (Goudriaan tot Oud-Alblas). De landbouwsector acht ook een aansluiting van De Hoogt op de N216 absoluut noodzakelijk, om doorgaand landbouwverkeer te faciliteren. Van en naar bedrijventerrein Gelkenes rijdt zwaar vervoer over de N216 richting A15 en A27. Bij nieuwe aansluitingen/kruisingen/viaducten moet hiermee rekening gehouden worden. En t.z.t. uiteraard ook bij de uitvoering van werkzaamheden aan de weg. De gemeente Molengraaf geeft in overweging om een vertegenwoordiging van het bedrijventerrein te consulteren en te betrekken bij de verdere ontwerpwerkzaamheden. Alle betrokken stakeholders zijn het erover eens dat vanwege de functie van hoofdroute voor doorgaand landbouwverkeer een wegbreedte van 5,50 meter met aan beide zijden grasbetonblokken erlangs noodzakelijk is, zodat twee landbouwvoertuigen elkaar kunnen passeren en een landbouwvoertuig twee fietsers veilig kan passeren. Omdat er geen sprake is van een (school)fietsroute met meer dan 100 fietsers, is een vrijliggend fietspad niet nodig. Ook de Fietsersbond is het hiermee eens. De Fietsersbond vindt het wel jammer dat het fietspad verdwijnt langs de N214 tussen de Damseweg en de N216; maar het is ook geen ramp, gezien de lage aantallen fietsers en de dan aanwezige parallelstructuur voor fietsers. De gemeente Molengraaf wijst er op dat er langs de Peursumsevliet een fietspad ligt, dat via de Nieuwe Steeg (fietspad) uitkomt op de Klokbekerweg. Fietsers gebruiken vervolgens de Hoefweg om op het bebouwingslint van Ottoland te komen. Er zijn plannen voor een nieuw aan te leggen fietspad langs de Ottolandsevliet ten noorden van het bebouwingslint. Hierdoor ontstaat een Noord-Zuid fietsroute tussen Giessenburg en Groot-Ammers over hoofdzakelijke vrijliggende paden, die mogelijk meer fietsverkeer zal aantrekken. Deze fietsroute loopt deels over de Klokbekerweg tussen de Nieuwe Steeg en de Hoefweg. Bekeken moet worden of dit nog aanvullende maatregelen vergt. De in het Gebiedsplatform samenwerkende natuurorganisaties pleiten ervoor om geen permanente verlichting aan te brengen langs deze wegen en ook niet op de bruggen. Ook zal de inbreuk op de natuur door de aanleg van bruggen over de Stoutjesvliet en de Ottolandsevliet moet worden gecompenseerd. Sowieso moet er een flora- en faunaonderzoek plaatsvinden over het hele tracé waar infrastructurele veranderingen plaatsvinden. Langs de Hoogtweg staan nu abeelen; deze zijn kaprijp en mogen wat de natuurorganisaties betreft weg. Langs de Hoogt staan iepen; ook deze mogen weg. Natuurlijk moeten er wel bomen/bossages worden teruggeplant. T.z.t. wil het Gebiedsplatform van natuurorganisaties betrokken worden bij de planuitwerking van het tracé. Dan zal er ook advies worden uitgebracht over de keuze van aan te brengen bomen/bossages: passend bij het open landschap en bij de aanwezige beplanting in de streek. De gemeente Molengraaf verwacht geen weerstand van bewoners in het gebied tegen de parallelstructuur: het zijn voornamelijk agrariërs. Het raadplegen van de betrokken dorpsraden in de gemeente Molenwaard (met name kernen Ottoland en Goudriaan) is in deze verkenningsfase niet nodig. Bij latere uitwerking is het wel verstandig hen te informeren en consulteren.
Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 8
De beheerders van het recreatiegebied Slingeland staan positief tegenover een parallelstructuur over de Klokbekerweg en De Hoogt. Hiermee verbetert de ontsluiting van het recreatieterrein. In de zomer wordt het terrein veel gebruikt voor vissen en zwemmen. Daarnaast vinden er regelmatig evenementen plaats en wordt het terrein door scholen gebruikt. Het terrein wordt ook gebruikt door een schaapsherder. Nu kan men het terrein uitsluitend over De Hoogt bereiken, hetgeen een belemmering vormt voor de bereikbaarheid. Wel ligt er ter hoogte van het terrein in de Smoutjesvliet een aanlegsteiger voor de recreatievaart. In de zomer liggen er regelmatig vaartuigen. Benadrukt wordt dat bij de bouw van een brug over de Smoutjesvliet rekening gehouden moet worden met deze recreatievaart.
d. Breed draagvlak voor nieuwe parallelweg tussen Noordeloos en A27 Alle betrokken stakeholders zijn het erover eens dat de voorgestelde nieuwe parallelweg tussen Noordeloos en de A27 een goed alternatief is voor het landbouwverkeer op dit deel van de N214. De Fietsersbond ziet het liefst dat naast de nieuw aan te leggen parallelweg aan de zuidkant er ook aan de noordkant van de weg een fietspad gehandhaafd blijft. Langs de nieuw aan te leggen parallelweg aan de zuidkant kunnen volgens het Gebiedsplatform van natuurorganisaties natuurvriendelijke oevers worden aangelegd; dit kan dan gelijk een (deel van de) invulling van de noodzakelijke natuurcompensatie vormen. De nieuw aan te leggen parallelweg kost uiteraard een strook weideland. Dit moet op een andere plek in de Alblasserwaard worden gecompenseerd (weidevogel-compensatie).
e. Vrijwel geen draagvlak voor parallelweg door kern Noordeloos
De aanleg van een parallelweg langs de bestaande N214 bij Noordeloos met een verbreding van de brug over de Giessen, past volgens de ontwerptekeningen van Arcadis net. Maar met name de bewonersorganisaties in Noordeloos uiten diverse bezwaren tegen de afwikkeling van het landbouwverkeer via een nieuw aan te leggen parallelweg (zie kaart; in bijlage op A4-formaat):
Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 9
Voor het verbreden van de brug met een parallelweg is weinig ruimte: de aanwezige bebossing verdwijnt, de parallelweg komt te dicht bij huis en winkel Verspuij, de geluidbelasting neemt onaanvaardbaar toe; zorgpunt is de breedte van de parallelweg op de brug i.v.m. onveiligheid voor fietsers en landbouwverkeer samen. Het verbreden van de brug is lelijk (karakteristiek brug) en kostbaar. Het verbreden van de brug leidt tot hoge kosten vanwege uitkoop Verspuij. Het geluid neemt ook toe bij andere woningen langs parallelweg door landbouwverkeer en ander verkeer dichterbij woningen. Er is een risico van intensiever gebruik van de parallelweg als sluiproute bij het opstropen van het verkeer op de N214 voor de rotonde. Er ontstaat een gevaarlijke situatie bij de rotonde Grote Waard aan de oostzijde van de Giessen: diverse wegen (N214, parallelweg en Grote Waard) komen er in krappe ruimte met een helling naar beneden bij elkaar.
De bewonersorganisaties noemen diverse suggesties en voordelen voor de afwikkeling van het landbouwverkeer op rijbaan: De snelheid kan worden verlaagd naar 50km/uur, waardoor mengen autoverkeer en landbouwverkeer niet onveilig meer is. Snelheidsverlaging heeft positief effect op leefbaarheid (uitstoot, geluid). Snelheidsverlaging heeft positief effect op verkeersveiligheid: je moet niet willen dat er 80 km gereden wordt vanwege kruispunten: je komt over de brug en hebt geen zicht op stilstaande auto’s voor rotonde; gevaar van kop-staartbotsingen. Het reistijdverlies als gevolg van snelheidsverlaging is beperkt: op korte stuk N214 door kern kun je nu ook maar hooguit klein stukje 80 km rijden, dan moet je al weer afremmen voor kruispunten. Alle voordelen van niet hoeven aanleggen parallelstructuur (zie bezwaren hierboven). Het bespaart veel kosten t.o.v. aanleg parallelweg. Gedacht kan worden aan het realiseren van een aparte brug voor fietsers , waardoor de fietsstroken op de bestaande brug kunnen verdwijnen met als gevolg een verbetering van de verkeersveiligheid. De bewonersorganisaties uiten ook bezwaren tegen het weghalen van de aansluiting bij ’t Laantje: het betekent meer gemotoriseerd (vracht)verkeer over de smalle Nieuwendijk: daardoor is het verbreden van de Nieuwendijk nodig, maar dat is lastig en kostbaar (niet voorzien in huidige plan). Ze erkennen wel dat de verkeersveiligheid sterk zou verbeteren door het weghalen van het kruispunt Ook bij de landbouwsector bestaan bezwaren tegen een parallelweg door de kern van Noordeloos: de parallelweg op de brug is niet breed genoeg voor twee landbouwvoertuigen; de aansluiting van de parallelweg op de rotonde en op de Grote Waard is niet verkeersveilig, gezien de krappe ruimte waar drie wegen bij elkaar komen en gezien krappe draai voor landbouwverkeer vanaf Grote Waard de brug op. Het pleidooi van de bewonersorganisaties in Noordeloos om het landbouwverkeer door Noordeloos met verlaagd snelheidsregiem (50 km of 60 km/uur) toch toe te laten op de hoofdrijbaan van de N214, in plaats van af te wikkelen via een nieuw stuk parallelweg over een verbrede brug, wordt daarom ondersteund. Ook de Fietsersbond is hiervan een groot voorstander. Dat is alleen maar veiliger voor fietsers. VVN kan zich ook daarin vinden, zij het dat handhaving van landbouwverkeer op dit stukje van de N214 Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 10
ook nadelen heeft omdat het niet bijdraagt aan een eenduidig wegbeeld. Maar per saldo is het beter voor de veiligheid. De Fietserbond heeft een grote voorkeur voor een fietspad aan weerszijden van de weg (en brug) t.o.v. een tweerichtingenfietspad aan één kant: voor fietsers flexibeler (minder omrijden) en veiliger (op kruispunten). De beoogde verbreding van de fietstunnel wordt door zowel Fietsersbond, VVN als de bewonersorganisaties toegejuicht. Tenslotte vinden ook de natuurorganisaties in het Gebiedsplatform het een goede zaak om het landbouwverkeer hier op de hoofdrijbaan te houden, vooral vanwege het positieve effect op fijn stof en geluid. Niet zozeer vanwege verstoring van de aanwezige flora of fauna (want die is niet van bijzondere waarde langs dit deel van de N214).
f. Wens verbeteringen kruispunten Minkeloos, Middenweg en Gorissenweg De landbouwsector heeft een voorkeur voor het gebruik van rotondes voor de kruispunten Gorissenweg en Middenweg: veiliger en vlotter. Ook is er de wens tot verlegging van de bestaande aansluiting van Minkeloos op de N214: liever via de aan te leggen parallelweg een nieuwe aansluiting maken bij de ovonde A27. De Fietsersbond ondersteunt deze wensen omdat rotondes ook voor fietsers veiliger en vlotter zijn.
g. Enige overige bevindingen uit de gesprekken Er zijn geen - voor de Parallelstructuur N214 - relevante ruimtelijke ontwikkelingen bekend bij het Waterschap, noch bij de gemeenten Giessenlanden en Molengraaf. Er zijn door het Waterschap voor de komende jaren geen groot onderhoud- of reconstructiewerkzaamheden gepland op de waterschapswegen van de parallelstructuur N214. Het Waterschap heeft ook geen belang bij de realisatie van een parallelstructuur en acht een financiële bijdrage aan de realisatie ervan dan ook niet opportuun. Er is wel bereidheid tot eventuele medefinanciering op punten waar het regulier onderhoud betreft (bijvoorbeeld vervanging van duikers die in beheer en onderhoud zijn van het Waterschap, op basis van restlevensduur). Daarnaast kunnen de nieuw aan te leggen stukjes weg en kunstwerken in beheer en onderhoud bij het Waterschap komen. Hierover kunnen t.z.t. nadere afspraken gemaakt worden.
Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 11
4. Aanbevelingen ter bevordering van draagvlak bij stakeholders a. Formuleer een visie op de samenhang van N214 met A27 en A15 Diverse stakeholders missen feiten over, en een visie op, de verkeerskundige samenhang c.q. de verkeersaantrekkende effecten van verbetering van de doorstroming op de N214 in relatie tot de voortdurende congestie op de A15 en A27. Men mist feiten over het huidige sluipverkeer (hoe vaak, welke aantallen, hoeveel reistijdverlies) en over de effecten bij een verbeterde doorstroming op de N214. Men mist een visie op de samenhang met noodzakelijke verbeteringen op de A15 en A27 (wanneer, welke maatregelen, in welke volgorde). Stakeholders vrezen een grote toename van het sluipverkeer op de N214. Dit zet het draagvlak voor maatregelen ter verbetering van de doorstroming op de N214 (waaronder het weren van landbouwverkeer) onder druk. Aanbeveling: zet de beschikbare feiten over sluipverkeer op een rij; verzamel nog ontbrekende feiten; geef aan wat de verwachte effecten zijn als gevolg van de beoogde verbetering van de doorstroming op de N214; formuleer op basis daarvan (samen met RWS, waterschap en betrokken gemeenten) een samenhangende visie op de te treffen maatregelen op de N214.
b. Onderbouw nut en noodzaak van investeren 17 miljoen euro Vrijwel alle stakeholders hebben grote twijfels over nut en noodzaak van het weren van landbouwverkeer op de N214. Men mist feiten over de aantallen landbouwvoertuigen die nu gebruik maken van de N214. Men heeft de stellige indruk dat het er niet veel zijn. Men betwijfelt of dit aantal een investering van 17 miljoen in een parallelstructuur rechtvaardigt. Aanbeveling: doe onderzoek naar het aantal landbouwvoertuigen op de N214; onderbouw nut en noodzaak van weren van landbouwverkeer op de N214 en van het investeren van 17 miljoen euro in een parallelstructuur.
c. Handhaaf landbouwverkeer op hoofdrijbaan door kern Noordeloos Vrijwel alle stakeholders uiten forse bezwaren tegen de realisering van een parallelstructuur door de kern van Noordeloos, c.q. tegen het afwikkelen van het landbouwverkeer via die parallelstructuur. Deze bezwaren zijn niet weg te nemen door het aanbrengen van enkele nog mogelijke beperkte verbeteringen in het ontwerp. Bovendien zijn de nadelen van handhaving van het landbouwverkeer op de hoofdrijbaan voor de doorstroming en de verkeersveiligheid van het overige wegverkeer, indien de snelheid zou worden teruggebracht van 80 km/u naar 60 km/u, op dit korte traject zeer beperkt. Het is trouwens ook veel goedkoper dan de aanleg van een parallelstructuur. En - last but not least - het is in heel Nederland erg gebruikelijk om in bebouwde omgeving even de snelheid terug te brengen naar 60 of 50 km/u. Per saldo is er daarom vrijwel geen draagvlak voor het handhaven van een snelheid van 80 km/u, c.q. voor het weren van het landbouwverkeer op de hoofdrijbaan en het realiseren van een parallelstructuur voor landbouwverkeer, door de kern van Noordeloos. Aanbeveling: verlaag de snelheid op het deel van de N214 door de kern van Noordeloos tot 60 km/u en handhaaf daar het landbouwverkeer op de hoofdrijbaan.
d. Maak kruispunten duurzaam veilig In de studie van Arcadis zijn niet alle kruispunten beoordeeld op verkeersveiligheid en doorstroming. Diverse stakeholders hebben aangedrongen om alle kruispunten aan te pakken, alsmede de aansluiting van Minkeloos op de ovonde A27. Er bestaat een sterke voorkeur voor rotondes. Aanbeveling: neem de herinrichting van de aanwezige kruispunten (conform CROW richtlijnen) gelijk mee in het kader van het geplande groot onderhoud op de N214. Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 12
Naschrift In de gesprekken met de stakeholders is de combivariant besproken. De variant met passeerstroken voor landbouwverkeer is buiten beschouwing gelaten. Deze oplossing met passeerstroken is volgens de landelijke CROW-richtlijnen zinvol tot een verkeersintensiteit van gemiddeld maximaal 10.000 motorvoertuigen per etmaal. Naar nu blijkt lag de verkeersintensiteit op de N214 in 2012 ruim onder deze grens: gemiddeld ca. 8.700 motorvoertuigen per etmaal. Dit betekent dat een variant met passeerstroken voor landbouwverkeer opnieuw serieuze overweging verdient, zeker als zou blijken dat het aantal landbouwvoertuigen op de N214 maar beperkt is, aangezien een oplossing met passeerstroken waarschijnlijk meer de helft goedkoper zal zijn dan de combivariant.
Consultatie parallelstructuur landbouwverkeer N214, eindrapport maart 2014
Pagina 13
MOBYCON
CONCORDISGROEP
te nemen maatregel landbouwverkeer
passeerhaven
tonnagebeperking (15t)
30/60 kmluur weg (ETW)
80 kmluur weg (GOW)
— N214
Variant 1: op de hoofdrjbaan
Variantenstudie landbouwverkeer N214b
AFBEELDING
CONCDRUISROEP
te nemen maatregel landbouwverkeer
wegprofiel ongeschikt voor zwaar/breed landbouwverkeer
alternatieve routes landbouwverkeer
M OBYCON
—
tonnagebeperking (15t)
30/60 km/uur weg (ETW)
80 km/uur weg (GOW)
— N214
Variant 2: bestaande routes
Variantenstudie landbouwverkeer N214b
AFBEELDING
CI3NCORIIIS GROEP
te nemen maatregel landbouwverkeer
parallelweg bestaand
parallelweg nieuw
MD B YC 0 N
—
tonnagebeperking (15t)
30160 kmluur weg (ETW)
80 km/uur weg (GOW)
— N214
Variant 3: nieuwe parallelweg
Variantenstudie andbouwverkeer N214b
AFBEELDING
IDEJ ROLl R0R
LIGTERMOET & PARTNERS
adviseurs in verkeersbeleid Stationsplein 7a —2801 AK Gouda T 01S2 520 870 1 www.ligparLnl E info@IigparLnl -
-
Gesprek met Waterschap Rivierenland vrijdag 17januari 2014, 10.00 11.30 uur -
Onderwerp: Oriënterend overleg paralleistructuur N214
-
Aanwezig: Hans Heurter en Lennert Onvlee, Waterschap Rivierenland Dick Kommer, Provincie Zuid-Holland Koos Louwerse, Ligtermoet & Partners -
-
-
Keuze voorkeursvariant landbouwverkeer N214 Hans en Lennert waren niet intensief betrokken bij de studie van Mobycon die vooraf ging aan het rapport van Arcadis, waarin verschillende varianten zijn onderzocht, maar waarin nog geen keuze werd gemaakt. Hoe/wanneer/door wie de keuze is gemaakt voor verdere uitwerking van de variant ‘gebruik maken van bestaande paralleistructuren’ is (ook) niet bekend bij Hans en Lennert.
Rapport Arcadis Hans en Lennert zijn wel betrokken geweest bij de uitwerking die Arcadis heeft gemaakt van de variant ‘gebruik maken van bestaande paralleistructuren’. Zij waren in de veronderstelling dat de ontwerpen die door Arcadis zijn gemaakt inmiddels zijn vastgesteld door de Provincie en dat de uitvoering er van kan en zal starten zodra daar budget voor beschikbaar wordt gesteld. Overigens waren zij niet gedetailleerd op de hoogte van het ontwerp voor de kruising bij de Smoutjesvliet met de N216 met rotonde. Op deze locatie heeft tot circa het jaar 2000 een zandlichaam als voorbelasting voor een viaduct gelegen.
Samenhang A27/A15 N214 Paralleistructuur N214 -
-
Het Waterschap wijst op het risico dat de Parallelstructuur N214 gebruikt zal worden als sluiproute, wanneer de doorstroming op de N214 niet goed is. Daarom moet het kruispunt N214/N216 met voorrang worden aangepakt, want dat veroorzaakt de grootste problemen. Dat moet eerst gebeuren, voordat de Parallelstructuur N214 wordt open gesteld. Tegelijkertijd is het van belang dat de doorstroming op de A27/A15 adequaat is, anders wordt de N214 als sluiproute gebruikt. En wanneer dat dan tot doorstromingsproblemen leidt, bestaat er risico op sluipverkeer over de parallelstructuur N214. Feiten over landbouwverkeer en fietsverkeer Het Waterschap heeft de indruk dat het aantal landbouwvoertuigen dat gebruik maakt van de N214 beperkt is, maar beschikt niet over cijfers. De indruk bestaat ook dat het vrachtverkeer een veel belangrijkere vertragende factor is voor de doorstroming van het autoverkeer, dan het landbouwverkeer. Het Waterschap zal nagaan of er cijfers beschikbaar zijn over aantallen landbouwvoertuigen en fietsers op de Elzenweg.
•00 LIGTERMOET .DD •Da & PARTNERS
adviseurs in verkeersbeleid
Noodzaak aansluiting Klokbekerweg op N216 Het Waterschap acht een aansluiting van de Klokbekerweg op de N216 noodzakelijk om sluipverkeer van landbouwverkeer door Vuilendam en Ottoland te voorkomen. Aansluiting van De Hoogt op de N216 is niet nodig: landbouwverkeer rijdt nu al via Gorissenweg en Melkweg.
Nader te overwegen opties Het Waterschap kan zich voorstellen dat nog eens gekeken wordt naar: • de optie om geen brug aan te leggen over de Smoutjesvliet en het landbouwverkeer op het deel tussen N216 en Noordeloos via een nieuw aan te leggen parallelweg langs de N214 af te wikkelen, en zo De Hoogt te ontzien; • de optie om het landbouwverkeer op het deel ter hoogte van de Nieuwendijk bij Noordeloos op de hoofdrijbaan toe te staan (door het een stukje 60km of 50km te maken).
Randvoorwaarden inrichting wegen Paralleistructuur N214 Vanwege de functie van hoofdroute voor doorgaand landbouwverkeer is een wegbreedte van 5,50 meter met grasbetonblokken erlangs gewenst. Omdat er geen sprake is van een (school)fietsroute met meer dan 100 fietsers, is een vrijliggend fietspad niet nodig. Overigens is de Elzenweg smaller dan 5,50 meter, namelijk 5,00 meter en zonder grasbetonblokken, hetgeen leidt tot bermschade.
Relevante ruimtelijke ontwikkelingen Er zijn geen voor de Parallelstructuur N214 relevante ruimtelijke ontwikkelingen bekend bij het Waterschap. -
Planning groot onderhoud
-
/ reconstructies
Er zijn door het Waterschap voor de komende jaren geen groot onderhoud- of reconstructiewerkzaamheden gepland op de wegen van de Parallelstructuur N214.
Bijzondere wensen Het Waterschap heeft geen bijzondere wensen bij reconstructie van de wegen van de Parallelstructuur N214.
Financiële bijdrage Het Waterschap heeft geen belang bij de realisatie van een Parallelstructuur N214 en acht een financiële bijdrage aan de realisatie ervan dan ook niet opportuun. Er is wel bereidheid tot eventuele medefinanciering op punten waar het regulier onderhoud betreft (bijvoorbeeld vervanging van duikers die in beheer en onderhoud zijn van het Waterschap, op basis van restlevensduur). Daarnaast kunnen de nieuw aan te leggen stukjes weg en kunstwerken in beheer en onderhoud bij het Waterschap komer D.arover kunnen t.z.t. nadere afspraken gemaakt worden.
Gesprek met Waterschap Rivierenand, 17januari2014
Pagina 2
‘ •EJLJ
LIGTERMOET & PARTNERS adviseurs in verkeersbeleid Stationsplein 7a 2801 AK Gouda T 0182 520 870 1 www.Iigpart.nl E
[email protected] -
—
-
Gesprek met gemeente Giessenlanden Donderdag 23januari2014, 10.00 11.00 uur -
Onderwerp: Oriënterend overleg paralleistructuur N214
-
Aanwezig: Wethouder Jan de Groot en Joop van Montfoort, Gemeente Giessenlanden Dick Kommer, Provincie Zuid-Holland Koos Louwerse, Ligtermoet & Partners -
-
-
Voorgeschiedenis De wethouder kent de voorgeschiedenis: ruilverkavelingen eind jaren ‘60; opritten aangebracht voor parallelstructuren ten noorden en zuiden van de N214; later weer afgegraven. Joop van Montvoort was betrokken bij de Arcadisstudie en de keuze voor de combi-variant ‘gebruik maken van bestaande paralleistructuren’ tussen Damseweg en Gorissenweg en ‘aanleg parallelweg’ tussen Gorissenweg en A27.
Twijfels over noodzaak paralleistructuur De wethouder wijst op een onderzoek dat de provincie Friesland heeft laten uitvoeren naar het oponthoud dat landbouwvoertuigen veroorzaken op een bepaalde N-weg. Dat valt erg mee (trekkers rijden tegenwoordig ook 5Okm/u). Bovendien heeft hij de indruk dat er veel minder landbouwvoertuigen gebruik maken van de N214 dan vroeger (o.a. bietenblad-aanvoer is weggevallen). Terwijl langzaam rijdende bouwkraantjes e.d. tegenwoordig op een dieplader worden gezet (veel goedkoper door tijdwinst). Dus vraagt hij zich af of er wel sprake is van doorstromingsproblemen als gevolg van landbouw/bouwverkeer op de N214. De vraag is dan ofje 17 mio moet investeren in een parallelstructuur voor landbouwverkeer. Overigens merkt de wethouder wel op dat hij in de toekomst weer wat meer landbouwverkeer verwacht, omdat er een trend is tot grotere spreiding van de kavels van landbouwbedrijven. Joop van Montfoort vult aan: wat de doorstroming betreft, veroorzaakt het vrachtverkeer op de N214 waarschijnlijk meer oponthoud dan het landbouwverkeer, hetgeen ook blijkt uit het wegbelevingsonderzoek N214. Verder hebben er in het verleden nauwelijks ongevallen met landbouwvoertuigen plaatsgevonden op de N214, dus lijkt er ook geen noodzaak vanuit verkeersveiligheid. Beiden achten een goede onderbouwing van de noodzaak voor een parallelstructuur voor landbouwvoertuigen noodzakelijk.
Prioriteit bij aanpak ‘hoge’kruispunt N214/N216 Belangrijkste doorstromingsprobleem vormt het ‘hoge’ kruispunt N214/N216. Dat moet als eerste worden aangepakt.
00 •EJü
LIGTERMOET •DI & PARTNERS adviseurs in verkeersbeleid
Rekening houden met juiste scenario Joop van Montfoort legt uit dat bureau Goudappel bezig is met modelmatig doorrekenen van verschillende A27/A15/N214-scenario’s. Het is zaak om bij de verdere stappen uit te gaan van het juiste=gekozen scenario, c.q. de juiste toekomstprognoses v.w.b. de intensiteiten op de N214.
Eens met gekozen variant Als het landbouwverkeer niet langer gebruik meer zou mogen maken van de N214, dan is men het eens met de gemaakte keuze voor de combivariant: ‘gebruik maken van bestaande parallelstructuren’ tussen Damseweg en Gorissenweg en ‘aanleg parallelweg’ tussen Gorissenweg en A27. De aanleg van een parallelweg langs de bestaande N214 bij Noordeloos met een verbreding van de brug over de Giessen, past volgens Joop van Montfoort krap aan, maar het past volgens de ontwerptekeningen van Arcadis net. Voor de nieuw aan te leggen parallelweg tussen Noordeloos en de A27 moet weliswaar grond worden aangekocht, maar de verkaveling ligt daar in de lengterichting, dus dat is gunstig.
Geen relevante ruimtelijke ontwikkelingen Er zijn geen voor de Parallelstructuur N214 relevante ruimtelijke ontwikkelingen bekend bij de gemeente Giessenlanden. -
-
Eens met te consulteren belangenorganisaties De Provincie is van plan ook nog gesprekken te voeren met de buurtorganisaties in Noordeloos (De Kom, De Hogt, Dorpsberaad) en met de natuurorganisaties Natuur en Vogelwacht Alblasserwaard en Den Haneker. Dit is akkoord en afdoende: er zijn geen andere belangenorganisaties in de Gemeente Giessenlanden die in dit verkennende stadium al hoeven te worden gehoord.
Gesprek met Waterschap Rivierenland, 17januari 2014
Pagina 2
ILILI •EJU
LIGTERMOET .n’ & PARTNERS
adviseurs in verkeersbeleid StaUonsplein 7a 2801 AK Gouda T 01S2 520 870 T www.Iigpart.nI E inIo(ligparLn1 -
—
—
Gesprek met gemeente Molenwaard Dinsdag 28 januari 2014, 14.30 16.00 uur -
Onderwerp: Oriënterend overleg paralleistructuur N214
-
Aanwezig: Wethouder Kees Boender en Arjan Faro, Gemeente Molen waard Dick Kommer, Provincie Zuid-Holland Koos Louwerse, Ligtermoet & Partners -
-
-
Eens met gekozen variant Als het landbouwverkeer niet langer gebruik meer zou mogen maken van de N214, dan zijn de wethouder en Arjan Faro het eens met de gemaakte keuze voor de combi-variant: ‘gebruik maken van bestaande parallelstructuren’ tussen Damseweg en Gorissenweg en ‘aanleg parallelweg’ tussen Gorissenweg en A27.
Zorgen voor veilig fietsen op paralleistructuur Dat bij realisatie van een parallelstructuur de fietspaden langs de N214 verdwijnen, begrijpen zij: er zijn immers maar weinig fietsers die daarvan gebruik maken. De fietsers kunnen dan gebruik maken van de parallelstructuur. Er moeten dan gelet op het mengen van fietsers en landbouwvoertuigen op de parallelstructuur wel maatregelen worden getroffen die waarborgen dat fietsers ook veilig kunnen fietsen. -
-
Sluipverkeer aandachtspunt Als er een aansluiting komt van de Klokbekerweg op de N216 zullen inwoners van Ottoland mogelijk gebruik gaan maken dan die nieuwe route. Om hoeveel auto’s gaat het dan en is dat problematisch? In ieder geval moet ten allen tijde voorkomen worden dat maatregelen zouden leiden tot meer gemotoriseerd verkeer door de bebouwingslinten van de dorpen (Goudriaan tot Oud-Alblas). Sluipverkeer op de nieuwe route kan ook invloed hebben op de bedrijfsuitoefening van agrariërs, zeker waar ze nu aan een doodlopende weg hun bedrijf uitoefenen.
Geen weerstand van bewoners verwacht De wethouder en Arjan Faro verwachten geen weerstand van bewoners in het gebied tegen de parallelstructuur. Het raadplegen van de betrokken dorpsraden in de gemeente Molenwaard (met name kernen Ottoland en Goudriaan) is in deze verkenningsfase niet nodig. Bij latere uitwerking is het wel verstandig hen te informeren en consulteren. Andere stakeholders, zoals LTO en Natuur- en Vogelwacht worden in deze ronde geconsulteerd.
•00 LIGTERMOET •DD .ü. & PARTNERS
adviseurs in verkeersbeleid Waarborgen doorgang zwaar vervoer Van en naar bedrijventerrein Gelkenes rijdt zwaar vervoer over de N216 richting A15 en A27. Bij nieuwe aansluitingen/kruisingen/viaducten moet hiermee rekening gehouden worden. En t.z.t. uiteraard ook bij de uitvoering van werkzaamheden aan de weg. De wethouder geeft in overweging om een vertegenwoordiging van het bedrijventerrein te consulteren en te betrekken bij de verdere ontwerpwerkzaamheden.
Rekening houden met (nieuwe) fietsroute Er loopt langs de Peursumsevliet een fietspad, wat via de Nieuwe Steeg (fietspad) uitkomt op de Klokbekerweg. Fietsers gebruiken vervolgens de Hoefweg om op het bebouwingslint van Ottoland te komen. Er zijn plannen voor een nieuw aan te leggen fietspad langs de Ottolandsevliet ten noorden van het bebouwingslint. Hierdoor ontstaat een Noord-Zuid fietsroute tussen Giessenburg en Groot-Ammers over hoofdzakelijke vrijliggende paden, die mogelijk meer fietsverkeer zal aantrekken. Deze fietsroute loopt deels over de Klokbekerweg tussen de Nieuwe Steeg en de Hoefweg.
Gesprek met Waterschap Rivierenland, 17januari2014
Pagina 2
LIGTERMOET so & PARTNERS adviseurs in verkeersbeleid ° SLJLJ
Stationsplein 7a 280! AK Gouda T 0182 520 S70 1 www.Iigpclrt,nl E into@IigparLnl —
-
—
Gesprek met bewonersorganisaties Noordeloos Donderdag 30januari2014, 15.00 17.00 uur -
Onderwerp: Oriënterend overleg paralleistructuur N214
-
Aanwezig: Dorpsberaad Noordeloos: Jolanda van Dam en Henk Verkuil Buur(t) werk De Hogt: Doeije Selders en Huib Blokland Buurtvereniging De Kom: Gerda Bikker, Dick Verspuij Dick Kommer, Provincie Zuid-Holland Koos Louwerse, Ligtermoet & Partners -
-
-
-
-
Plannen met de N214 De gemeente Giessenlanden is betrokken bij de regionale planvorming rond de A27, A15, N214, N216. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een nieuw Regionaal Verkeer en Vervoer Plan (RVVP) voor de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. In dat plan worden de lijnen uitgezet voor de verkeersafwikkeling in/van/naar het gebied, inclusief de gewenste functie van de N214 en de daarvoor benodigde maatregelen op het gebied van doorstroming en verkeersveiligheid. Onderdeel van een verbeterde doorstroming vormt het niet langer toestaan van landbouwverkeer op de hoofdrijbaan. Het gesprek vanmiddag gaat over een mogelijke parallelstructuur voor dat landbouwverkeer. Voor de bredere verkeersplannen, inclusief de gewenste functie van de N214 voor de verkeersafwikkeling in het gebied, wordt verwezen naar de gemeenteGiessenlanden. Bezwaren tegen parallelweg langs N214 door kern Noordeloos De bewonersorganisaties uiten diverse bezwaren tegen de afwikkeling van het landbouwverkeer via een nieuw aan te leggen parallelweg: • Voor verbreden brug met parallelweg is te weinig ruimte: aanwezige bebossing verdwijnt, parallelweg komt te dicht bij huis en winkel Verspuij, geluidbelasting neemt onaanvaardbaar toe; zorgpunt is de breedte van de parallelweg op de brug i.v.m. onveiligheid voor fietsers en landbouwverkeer samen. • Verbreden brug is lelijk (karakteristiek brug) en kostbaar. • Verbreden brug leidt tot hoge kosten uitkoop Verspuij. • Geluid neemt ook toe bij andere woningen langs parallelweg door landbouwverkeer en ander verkeer dichterbij woningen. • Risico intensiever gebruik parallelweg als sluiproute bij opstropen verkeer op N214 voor rotonde(s). • Er ontstaat gevaarlijke situatie bij rotonde aan de oostzijde van de Giessen: diverse wegen (N214, parallelweg en Grote Waard) komen er in krappe ruimte met een helling naar beneden bij elkaar.
SDD RDD
LIGTERMOET . & PARTNERS
adviseurs in verkeersbeleid Argumenten voor landbouwverkeer op rijbaan N214 door kern Noordeloos De bewonersorganisaties noemen diverse suggesties en voordelen voor de afwikkeling van het landbouwverkeer op rijbaan: • De snelheid kan worden verlaagd naar 50km, waardoor mengen autoverkeer en landbouwverkeer niet onveilig meer is. • Snelheidsverlaging heeft positief effect op leefbaarheid (uitstoot, geluid). • Snelheidsverlaging heeft positief effect op verkeersveiligheid: je moet niet willen dat er 80 km gereden wordt vanwege kruispunten: je komt over de brug en hebt geen zicht op stilstaande auto’s voor rotonde; gevaar van kop-staartbotsingen. • Het reistijdverlies als gevolg van snelheidsverlaging is beperkt: op korte stuk N214 door kern kun je nu ook maar hooguit klein stukje 80 km rijden, dan moet je al weer afremmen voor kruispunten. • Alle voordelen van niet hoeven aanleggen parallelstructuur (zie vorige kopje). • Het bespaart veel kosten t.o.v. aanleg parallelweg. • Gedacht kan worden aan het realiseren van een aparte brug voor fietsers, waardoor de fietsstroken op de bestaande brug kunnnen verdwijnen met als gevolg een verbetering van de verkeersveiligheid. Bezwaren tegen weghalen aansluiting bij ‘t Laantje De bewonersorganisaties zien naast voordelen i.v.m. verbetering van de verkeersveiligheid ook bezwaren tegen het weghalen van de aansluiting bij ‘t Laantje: het betekent meer gemotoriseerd verkeer over de smalle Nieuwendijk: verbreden Nieuwendijk nodig, maar lastig en kostbaar. Voetgangers/fietserstunnel onder N214 moet blijven De bewonersorganisaties vinden dat de voetgangers/fietserstunnel onder de N214 in ieder geval moet blijven en liefst ook wordt verbreed, want nu wel erg smal. Dit maakt overigens onderdeel uit van de plannen. Wens rotonde bij Gorissenweg Voor de verkeersveiligheid zou het goed zijn als de aansluiting bij de Gorissenweg wordt uitgevoerd als rotonde. Meer overstekend landbouwverkeer betekent een verslechtering van de verkeersveiligheid.
Pagina 2
SEIU
LIGTERMOET ROR & PARTNERS adviseurs in verkeersbeleid Stationsplein 7a —2801 AK Gouda T 0182 520 870 1 www.Iigpart.nl E
[email protected] -
—
Gesprek met CUMELA en LTO Woensdag 5 februari 2014, 13.00 15.00 uur -
Onderwerp: Oriënterend overleg parallelstructuur N214
-
Aanwezig: Helm oed Boom, Wouter de Kuiper, Bert Pesselse, Nico Willemsen: allen CUMELA Kees Baan, Gerrit de Jong, Arian Kooiman: beiden LTO Dick Kommer: Provincie Zuid-Holland Koos Louwerse: Ligtermoet & Partners -
-
-
-
Akkoord met combivariant CUMELA en LTQ zijn het eens met het beleid van de provincie dat landbouwverkeer in principe niet
op de N214 thuis hoort. Vertegenwoordigers namens LTO en CUMELA waren eerder al betrokken bij de ontwerpstudie N214 van Arcadis. CUMELA en LTO zijn (nog steeds) akkoord met de door Arcadis uitgewerkte combivariant voor de toekomstige afwikkeling van landbouwverkeer op de N214: tussen de Damseweg en de Gorissenweg wordt het landbouwverkeer afgewikkeld over met bruggen aan elkaar te verbinden waterschapswegen; tussen de Gorissenweg en de A27 over een grotendeels nieuw aan te leggen parallelweg aan de zuidzijde van de N214. Randvoorwaarde is wel: voldoende brede bruggen en wegen (5,5 meter verharding met aan beide zijden grasbetonblokken) zodat twee landbouwvoertuigen elkaar kunnen passeren en een landbouwvoertuig twee fietsers veilig kan passeren. Een andere randvoorwaarde van de landbouwsector is, dat er een volwaardige aansluiting (naar alle vier de richtingen) komt op de N216. Nico Willemsen wijst op het onderzoek dat Haskoning/DHV uitvoerde in opdracht van de provincie Friesland, waaruit bleek dat het effect op doorstroming op de daar onderzochte N-weg meeviel. Desondanks vinden aanwezigen het voor de lange termijn beter dat er naar een andere oplossing wordt gezocht voor het landbouwverkeer op de N214. Mochten tellingen of andere motieven uitwijzen dat landbouwvoertuigen gebruik mogen blijven maken van de N214 dan heeft CUMELA Nederland en LTO daar vooralsnog geen bezwaar tegen. Het aanvullend verzoek voor de brug over de Peursemsevliet op de Heideweg en het uitbreiden van het hoofdnet blijft dan echter bestaan.
Noodzaak aanpak doorstroming autoverkeer op N214 Allereerst moet de doorstroming op de N214 adequaat zijn opgelost en pas daarna kan de parallelstructuur worden opengesteld en het landbouwverkeer worden geweerd van de N214. Anders ontstaat er sluipverkeer op de parallelstructuur.
LIGTERMOET •D & PARTNERS ° DD
adviseurs in
verkeersbeleid
Overigens verwacht men dat de nieuwe route ook voor enige ontlasting van landbouwverkeer en autoverkeer zal zorgen op de lintenroute door de dorpen ten noorden van de N214 (Goudriaan, Otto land).
Graag ook brug in Heideweg over Smoutjesvliet De nieuwe route zal niet voor ontlasting zorgen voor het doorgaand landbouwverkeer door Giessenburg. Daarom wil de sector ook graag nog een brug in de Heideweg over de Smoutjesvliet.
Hoeveelheid landbouwverkeer op N214 Uit eerdere gesprekken met waterschap en gemeenten kwam het beeld naar voren dat het aantal landbouwvoertuigen in de afgelopen jaren is gedaald en dat er inmiddels niet veel landbouwverkeer gebruik meer maakt van de N214. De aanwezigen bevestigen de daling (bouwkranen op wielen gaan op diepladers en komen vaak lange tijd niet terug maar blijven op bestemming in een bepaald gebied; bietenblad-loonwerkverkeer is verdwenen) maar geven aan dat er in bepaalde perioden toch erg veel landbouwverkeer van de N214 gebruik maakt. Drukste periode is meestal ergens begin mei, wanneer het hooi van het land komt (circa factor 3 â 4 keer meer landbouwverkeer). De provincie wil binnenkort een telonderzoek laten uitvoeren naar de hoeveelheid landbouwverkeer op de N214. Gestreefd wordt naar tellingen in deze drukke weken. Er vindt nog nadere afstemming hierover plaats met CUM ELA en LTO.
Landbouwverkeer liever op hoofdrijbaari door Noordeloos Over de afwikkeling van het landbouwverkeer over de parallelweg door Noordeloos bestaan enige vragen en zorgen: • is de parallelweg op de brug wel breed genoeg voor twee landbouwvoertuigen? • is de aansluiting van de parallelweg op de rotonde en op de Grote Waard wel verkeersveilig, gezien de krappe ruimte waar drie wegen bij elkaar komen en gezien krappe draai voor landbouwverkeer vanaf Grote Waard de brug op? Het pleidooi van de bewonersorganisaties in Noordeloos om het landbouwverkeer door Noordeloos met verlaagd snelheidsregiem (50 km of 60 km) toch toe te laten op de hoofdrijbaan van de N214, in plaats van af te wikkelen via een nieuw stuk parallelweg over een verbrede brug, wordt daarom ondersteund.
Aansluitingen Gorissenweg, Middenweg en Minkeloos De landbouwsector heeft een voorkeur voor het gebruik van rotondes voor de aansluitingen Gorissenweg en Middenweg op N214 en voor verlegging van de bestaande aansluiting van Minkeloos op de N214: liever via de aan te leggen parallelweg aansluiten bij de ovonde A27. Laatstgenoemde is niet in het ontwerp van Arcadis uitgewerkt omdat destijds onduidelijk was of de A27 verbreed zou worden. Nu er geen verbreding plaatsvindt, is het gewenst het ontwerp voor de parallelweg door te trekken tot de ovonde.
Gesprek met Waterschap Rivierenland, 17januari2014
Pagina 2
Verslag
Contact
dhr. .D.J. Kommer T 070 441 87 81
[email protected] -
provincie
Z UID
T T A 1J i_i_afX1N
Vergadering van
Gesprek met GZH Vergaderdatum
10 februari 2014 Aanwezig
Datum
Ruud Kroese —GZH
17 februari 2014
Kees Kool
Ons kenmerk
-
GZH
Afwezig
Kopie aan
Onderwerp: Oriënterend overleg over paralleistructuur N214 Akkoord met (combi)variant Slingeland is een van de provinciale recreatiegebieden (PRG) die namens de provincie worden beheerd door de Groenservice Zuid-Holland (GZH). Verwacht wordt dat in het kader van de verzelfstandiging van de GZH het beheer van het gebied in de loop van het jaar wordt overgedragen naar een andere partij. Beide beheerders zijn positief t.a.v. de (combi)variant voor een parallelstructuur over de Klokbekerweg en De Hoogt. Hiermee verbetert de ontsluiting van het recreatieterrein. In de zomer wordt het terrein veel gebruikt voor vissen en zwemmen. Daarnaast vinden er regelmatig evenementen plaats en wordt het terrein door scholen gebruikt. Het terrein wordt ook gebruikt door een schaapsherder. Nu kan men het terrein uitsluitend over De Hoogt bereiken, hetgeen een belemmering vormt voor de bereikbaarheid. Het terrein is aan de zuidwestzijde (bij de Hoge Kruising N214/N216) ook middels een fietsverbinding bereikbaar. Daarnaast ligt er ter hoogte ven het terrein in de Smoutjesvliet een aanlegsteiger voor de recreatievaart. In de zomer liggen er regelmatig vaartuigen. Benadrukt wordt dat bij de bouw van een brug over de Smoutjesvliet rekening gehouden moet worden met deze recreatievaart.
1/1
•OO LIGTERMOET •OLJ SD• & PARTNERS adviseurs in
verkeersbeleid
Stauonspleiri 7a 2801 AK Gouda T 0182 520 870 1 www. iigparLnl S
[email protected] —
-
—
Gesprek met Fietsersbond en VVN Woensdag 12 februari 2014, 11.00 12.00 uur -
Onderwerp: Oriënterend overleg paralleistructuur N214
-
Aanwezig: Jan van Lankvelt, Fietsersbond Jan de Jong, VVN Dick Kommer: Provincie Zuid-Holland Koos Louwerse: Ligtermoet & Partners -
-
-
-
Akkoord met combivariant VVN en Fietsersbond zijn het eens met het beleid van de provincie dat landbouwverkeer in principe niet op de N214 thuis hoort. Ze kunnen zich vinden in een keuze voor de combivariant v.w.b. de toekomstige afwikkeling van landbouwverkeer op de N214: tussen de Damseweg en de Gorissenweg wordt het landbouwverkeer afgewikkeld over met bruggen aan elkaar te verbinden waterschapswegen; tussen de Gorissenweg en de A27 over een grotendeels nieuw aan te leggen parallelweg aan de zuidzijde van de N214. De Fietsersbond vindt het wel jammer dat het fietspad verdwijnt langs de N214 tussen de Damseweg en de N216; maar het is ook geen ramp, gezien de lage aantallen fietsers en de dan aanwezige parallelstructuur voor fietsers. Het uitgangspunt dat de wegen van de parallelstructuur voldoende breed (5,5 meter verharding met aan beide zijden grasbetonblokken) moeten zijn, zodat een landbouwvoertuig twee fietsers veilig kan passeren, wordt onderschreven.
Landbouwverkeer op hoofdrijbaan door Noordeloos De Fietsersbond is groot voorstander van de door de bewonersorganisaties in Noordeloos aangedragen optie om het landbouwverkeer door Noordeloos met verlaagd snelheidsregiem (50 km of 60 km) toch toe te laten op de hoofdrijbaan van de N214, in plaats van af te wikkelen via een nieuw stuk parallelweg over een verbrede brug. Dat is alleen maar veiliger voor fietsers. VVN kan zich daarin vinden, zij het dat handhaving van landbouwverkeer op dit stukje rijbaan ook nadelen heeft omdat het niet bijdraagt aan een eenduidig wegbeeld. Maar per saldo is het beter voor de veiligheid. De Fietserbond heeft een grote voorkeur voor een fietspad aan weerszijden van de weg (en brug) t.o.v. een tweerichtingenfietspad aan één kant: voor fietsers flexibeler (minder omrijden) en veiliger (op kruispunten). De beoogde verbreding van de fietstunnel wordt door beiden toegejuicht.
Aansluitingen Gorissenweg, Middenweg en Minkeloos Deze aansluitingen moeten uiteraard veilig worden uitgevoerd voor fietsers: liefst rotondes.
Noordeloos-A27 De Fietsersbond ziet het liefst dat naast de nieuw aan te leggen parallelweg aan de zuidkant er ook aan de noordkant van de weg een fietspad gehandhaafd blijft.
LIGTERMOET . & PARTNERS
.° •EJLJ
adviseurs
in
verkeersbeleid
Stationsplein 7a 2801 AK Gouda -10182520 870 1 www.ligparLnl E
[email protected] —
-
Gesprek met de Commissie Natuur en Landschap van het Gebiedspiatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Vrijdag 14 februari 2014, 10.00 11.30 uur -
Onderwerp: Oriënterend overleg paralleistructuur N214
-
Aanwezig: Marieke Kok, Jaques Verhagen, Dick Kerkhof, Henk de Goeij, Gertjan Kool: Gebiedspiatform Koos Louwerse: Ligtermoet & Partners -
-
(Aan het Gebiedsplatform nemen 26 organisaties deel, waaronder ook De Haneker; helaas kon er geen vertegenwoordiger van De Haneker aanwezig zijn.)
Twijfels over nut en noodzaak Aanwezigen hebben grote twijfels over de noodzaak om het landbouwverkeer te weren van de N214. Het landbouwverkeer veroorzaakt nauwelijks doorstromingsproblemen (inhalen gaat relatief snel, doordat landbouwverkeer een stuk langzamer rijdt, en zoveel tractoren rijden er niet) en er gebeuren vrijwel nooit ongevallen met landbouwverkeer. Het weren van het landbouwverkeer en het verbeteren van de doorstroming op de N214 zal daarentegen juist (nog) meer (sluip)verkeer aantrekken omdat men files op A27 en A15 wil mijden.
Akkoord met combivariant Aanwezigen kunnen zich vinden in een keuze voor de combivariant v.w.b. de toekomstige afwikkeling van landbouwverkeer op de N214: tussen de Damseweg en de Gorissenweg wordt het landbouwverkeer afgewikkeld over met bruggen aan elkaar te verbinden waterschapswegen; tussen de Gorissenweg en de A27 over een grotendeels nieuw aan te leggen parallelweg aan de zuidzijde van de N214. Men pleit ervoor om geen permanente verlichting aan te brengen langs deze wegen en ook niet op de bruggen. De inbreuk op de natuur door de aanleg van bruggen over de Stoutjesvliet en de Ottolandsevliet moet worden gecompenseerd. Sowieso moet er een flora- en faunaonderzoek plaatsvinden over het hele tracé waar infrastructurele veranderingen plaatsvinden.
Tracé Damseweg-Gorisse nweg Aanwezigen zijn sterk tegenstander van een eventuele aanleg van een parallelweg langs het deel tussen de Damseweg en de Gorissenweg, gezien de waarde van de natuur op de kades langs dit deel van de weg. Langs de Hoogtweg staan nu abeelen; deze zijn kaprijp en mogen weg. Langs de Hoogt staan iepen; ook deze mogen weg. Natuurlijk moeten er wel bomen/bossages worden teruggeplant. T.z.t. wil het Gebiedsplatform betrokken worden bij de planuitwerking van het tracé. Dan zal er ook advies worden uitgebracht over de keuze van aan te brengen bomen/bossages: passend bij het open landschap en bij de aanwezige beplanting in de streek.
°
•DD ‘DI
LIGTERMOET & PARTNERS
adviseurs in verkeersbeleid
Land bouwverkeer op hoofdrijbaan door Noordeloos Aanwezigen zijn voorstander van de door de bewonersorganisaties in Noordeloos aangedragen optie om het landbouwverkeer door Noordeloos met verlaagd snelheidsregiem (50 km of 60 km) toch toe te laten op de hoofdrijbaan van de N214, in plaats van af te wikkelen via een nieuw stuk parallelweg over een verbrede brug. Vooral vanwege het positieve effect op fijn stof en geluid. Niet zozeer vanwege verstoring van aanwezige flora of fauna (want die is niet van bijzondere waarde langs dit deel van de N214).
Noord eI oos-A27 Langs de nieuw aan te leggen parallelweg aan de zuidkant kunnen natuurvriendelijke oevers worden aangelegd; dit vormt dan gelijk een (deel van de) invulling van de noodzakelijke natuurcompensatie. De nieuw aan te leggen parallelweg kost een strook weideland. Dit moet op een andere plek in de Alblasserwaard worden gecompenseerd (weidevogel-compensatie).
Gesprek met Waterschap Rivierenland, 17januari2014
Pagina 2